Jubileumboek2021

Page 1

25 jaar wijkvereniging De Penseelstreek



Verenigd in een schilderachtige wijk 25 jaar wijkvereniging De Penseelstreek

UItgave: januari 2022



Pagina 5

INHOUDSOPGAVE Voorwoord Hoofdstuk 1:

De wijk in stenen, feiten en cijfers

Hoofdstuk 2:

25 jaar wijkvereniging De Penseelstreek, een jubileum

Hoofdstuk 3: Dagelijks leven

Hoofdstuk 4:

Bijzondere bewoners


Pagina 6

Voorwoord Het was snel gezegd: We gaan een boekje maken over de Penseelstreek. We gaan in beeld en korte teksten vastleggen wat onze wijk kenmerkt. Dat is een verrassende onderneming. Er zijn natuurlijk feiten over deze wijk. Er is een voorgeschiedenis waar ook nog beeld van is. De aanleiding is dat de wijkvereniging zijn vijfentwintigste verjaardag viert. Maar wat is een wijkvereniging? Een wijkvereniging heeft leden. Maar wat betekent dat? Feitelijk: de inspanningen van het bestuur en van de verschillende werkgroepen. En de uitbundige lustrumfeesten van september 2021 met de onthulling van de klok, het zomerfeest met films en levende muziek, de jubilerende Classic met de Formule1 live en tenslotte het Schilders en Straatbewonersproject.

Daarvoor hebben we bij mensen aan de bel getrokken. Bij wie? Daar is natuurlijk nogal wat toeval in het spel. Het is ook een momentopname, zeker. Maar het grappige is dat dit experiment om tastbaar te maken waar wij wonen en leven de betrokkenen plezier heeft bezorgd. Alle vriendelijke medewerking, alle ontdekkingen en korte ontmoetingen. Er is natuurlijk oneindig veel dat we niet hebben kunnen opnemen. Voor u ligt een poging tot concretisering van zoiets ongrijpbaars als een woonwijk, onze woonwijk. De Penseelstreek. We hopen dat u er plezier aan beleeft.

Tot dit boekje hebben we besloten als de vijfde poot onder het lustrumfeest. We zijn op zoek gegaan naar feiten en foto’s, en naar bewoners en wat hen beweegt. Buitenshuis, maar ook achter de voordeur. Niek Bakker

Mark Elbers

Annemoon Gudde

Bert Krikke

Nicolette Pikaar


Pagina 7

Zilveren Penseelstreken Beste wijkgenoten, Dit is best een belangrijk stukje tekst. Tenslotte, voordat zo’n boekje opnieuw wordt samengesteld, zijn we een flink aantal jaren verder! Er is door veel mensen met hart en ziel aan gewerkt en heel veel wijkbewoners hebben eraan bijgedragen. Het zilveren jubileum van onze wijkvereniging is bijzonder. De vereniging ontstond vanuit een heel kleine groep initiatiefnemers, er haakten reeds bestaande groepen aan en zo werd het een verbond van activiteiten die onze wijk leuker, fijner en beter maken. En dat lukt ons best goed al zeg ik het zelf. Er is veel reuring, mensen nemen initiatieven en als de nood aan de mens is, staan we voor elkaar klaar. De wijkvereniging wil een platform zijn voor activiteiten die iets toevoegen aan onze wijk en de samenhang tussen bewoners, met allerlei ambities en van alle leeftijden. En daarmee is het ook een netwerk van straat-, buurt- en wijkbewoners. Daarmee bereiken we precies wat we willen als vereniging. Ondanks COVID19 hebben we gelukkig in september 2021 een reeks prachtige en feestelijke activiteiten kunnen neerzetten. En er heeft ook het nodige door

kunnen gaan zoals bijeenkomsten over duurzaamheid, themalezingen en wijklunches. Maar een flink aantal activiteiten heeft er last van gehad, spijtig genoeg. De indeling van het boekje is bewust gekozen: van geschiedenis naar jubileum, en van dagelijkse activiteit naar bijzondere mensen om kennis mee te maken. Voor de totstandkoming hebben veel mensen teksten geschreven, interviews gegeven, foto’s gemaakt en het boekje vormgegeven. Zonder al die inbreng was het ‘m niet geworden! Dank aan Cécile (vormgeving), Hans en Jan (veel foto’s), Niek, Bert, Annemoon en Nicolette (redactie), Mariëtte, Wim en Anneke (administratie), Bob en Margreet, en Willem, Olaf, Ewoud, Mieke, en al die anderen van wie ik hier vanwege ruimtegebrek de naam niet kan, maar wel zou willen noemen. Ik dank ook alle bewoners die meededen en meedoen bij activiteiten, en alle organisatoren en vrijwilligers die - soms al meerdere jaren - van alles mogelijk maken. De Penseelstreek, dat zijn wij. Veel leesplezier! Namens het bestuur, Mark Elbers, Voorzitter


De hoge kamp Marko Otten Schapen blaten om te proeven het paarse loof van stille jaren hun grazen eert de heidevelden en niet de rivier onderlangs Zo is leven hierboven ontstaan de bouwers zetten er huizen omheen met op het hoogste punt een kerk vol klinkers waarvan na de kortste eeuw het gezang gesmoord werd in herinnering De poging tot winkelnering levert steeds minder op een zwijgend gebied voor bezorging wie een zomerdag lang door de straten loopt weet: de stilte van eeuwen verweert zich Maar uit woningen breken kinderen vrij een bal komt in het spel de paus van ieder blok zegent periodiek alle activiteit het buurtblad maakt melding van hoe uiteindelijk de heide tijdloos en vruchtbaar is gebleken

Wat doen de huizen intussen hoe zoemen de kamers? ach vermoed hier gerust een lach en aan de overkant een jammerklacht het plein herdacht of verwacht een oorlog en onder sommige daken slijt langzaam de woede elders houden de bewoners een oogje op het scherm in de ondergrond beweegt het broedsel als het mycelium van een wereldwijde heksenkring De brandvijver teruggeroepen naar het park toonde zich ooit open en bloot hij berust nu in mijn geheimen heftig blozen schuilt in zijn blauwe gloed Gebleekt hout is regen vergeten schapen blaten om te proeven het paarse loof van stille jaren.


HOOFDSTUK 1

De wijk in stenen, feiten en cijfers


Pagina 10

Die gouden driehoek in Noord Een knus tweekamerappartement aan de Ir. J.P. van Muijlwijkstraat, pal naast Station Velperpoort: dat was het eerste huis dat we betrokken in Arnhem. Alle geneugten van de stad bevonden zich direct onder ons balkon: lallende dronkaards, soezende junkies en luide hangjongeren. De bioscoop om de hoek, de winkelstraten dichtbij: we hadden het prima, soms met oordoppen in.

(of afgunst?). De Hoogkamp, de Sterrenberg, Gulden Bodem, daar wonen kakkers, rijkaards, snobs. Of zijn het mensen zoals ieder ander, met prima betaalde banen, goed uitgepakte beleggingen en/of een snufje of bak geluk? Het blijkt een teer onderwerp, perfect voor ingekakte borrels die wat opschudding kunnen gebruiken.

Zodra ik zwanger raakte, verhuisden we naar de Amsterdamseweg, in de Burgemeesterswijk. Een jaren-30 bovenwoning, ruime kamers, en suitedeuren met glas in lood, het centraal station op steenworp afstand, net als de supermarkt. We kregen er onze eerste dochter. En toen volgde de tweede dochter en kwamen we ruimte tekort. Voor fietsen, lego, buiten ravotten. Luxeproblemen? Zeker. Toch doken we op Funda.

We vonden ons droomhuis aan de Bakenbergseweg. Jaren dertig met mooie, oorspronkelijke elementen, een knus tuintje, ruime kamers en een prachtzolder. Bus 9 dendert door de straat, een duidelijke link met de stad. De beste pizzabakker van Arnhem zit op de hoek, bakkerij Hilvers slechts een korte wandeling verderop, voor kwarkbollen en kakelvers brood. Wijnhandel Taks op de Jacob Marislaan is er voor puike wijnen en de vele minibiebjes in de wijk zitten ramvol literaire parels.

We hadden het van vrienden gehoord, van Arnhemmers zelf: die gouden driehoek daar in Noord, dat is de crème de la crème, het summum, de droom. De één zei het met verlangen, de ander vol walging

Vanuit ons huis is het drie minuten lopen naar het Gravinnebos, een plek waar we zowel met de kinderen rondstampen, fijn wandelen, afzonderlijk stoom afblazen, therapeutisch tot bezinning komen en

de altijd aanwezige honden met hun bekende baasjes groeten. Steek de Zypendaalseweg over en je kunt dieper het bos in dwalen, af en toe hijgend de heuvels op, soms op een bankje het leven overdenkend. Geen enkel huis of enkele straat is hetzelfde, hier geen blokkendozen of stratenrasters. Een wandeling door de Penseelstreek betekent: hoofd omhoog en genieten van al het unieks dat herinnert aan andere tijden en een rijk verleden, soms verdrietig en pijnlijk door sporen van de oorlog. Romantische luiken, wonderlijke glas in lood ramen, prachtige veranda’s, sierlijke tuinen. Bijna dagelijks besef ik hoe heerlijk ik het hier vind. Alleen jammer van Wit Gebit, met haar schreeuwerige reclame in hysterische kleuren. Totaal niet passend tussen alle pracht. Extra jammer dat wij de buren zijn en constant toezien hoe klanten selfies maken van hun net gebleekte tanden. Al voert het me ook wel nostalgisch terug naar onze tijd op de Van Muijlwijkstraat en al haar tumult. Een nuchtere barst in de bubbel van de gouden driehoek.


Pagina 11

Boeren, Brantsens en Bakermat: ontstaan en ontwikkeling van de wijk Arnhem barst uit haar voegen De Arnhemse Courant van 31 augustus 1924 pakt op de voorzijde uit met een artikel over de noodzakelijke groei van Arnhem. “We groeien tegen de verdrukking in.” Er was een nieuwe wijk nodig en de uitbreiding in het gebied van de Gulden Bodem was hiervoor een logische keuze. De stad dreigde door te groeien naar een duizelingwekkend aantal van 100.000 inwoners. Dit ging ten koste van natuur en wandelroutes voor de inwoners van Noord-Arnhem die wat dichter bij de stad woonden, onder andere in de Burgemeesterswijk. Om de grootsheid van deze uitbreiding kracht bij te zetten werd nevenstaande foto gepubliceerd. Hierop is goed te zien hoe het maken van een brede Bakenbergseweg als ontsluitingsweg van de wijk in zijn werk ging. De Arnhemse Courant van toen ontbrak het niet aan gevoel voor drama: “….en in ruil voor alles wat weg is hebben we gekregen een breeden……weg. Nog is het een chaos, nog vraagt de leek zich af wat er terecht moet komen van al dat graven, spitten, egaliseren.” Dat het uiteindelijk toch nog goed kwam wordt toegelicht in dit hoofdstuk dat u meeneemt naar onze wijk in vroeger tijden.


Pagina 12

Boeren, Brantsens en Bakermat: ontstaan en ontwikkeling van de wijk Vroege historie Voordat we u meenemen naar de wijkontwikkeling zoals deze nu nog steeds herkenbaar is, eerst een forse stap terug in de tijd. In de buurt van Warnsborn en Schaarsbergen zijn de eerste sporen gevonden van boeren, bewoners dus met een vaste verblijfplaats. Deze grafheuvels van het standvoetbekervolk dateren van circa 2400 voor Christus. Uit de bronstijd (ca. 1500 v.Chr.) zijn de eerste sporen gevonden van een nederzetting op de Hoogkamp in de vorm van boerderijen. Het eerste bewaarde beeld wat een zicht geeft op hoe onze wijk eruitzag, dateert uit 1759. Het is een gezicht op de stad vanaf de Galgenberg, bovenaan de Hoogkamp waarschijnlijk via de Bakenbergseweg. Het boerenbedrijf was zo ongeveer de enige economische activiteit die in onze wijk te vinden was. Op een uitsnede van een gravure uit 1821 (hiernaast afgebeeld) wordt dat beeld goed weergegeven. De westkant van de Bakenbergseweg bestond uit bos en wat akkers. Aan de oostkant een brede strook die van noord naar zuid liep met alleen akkers, wat een open landschap gaf. Opvallend is de vermelding ‘Teerplaats’. Dit is een aanduiding van de huidige B&B De Teerplaats, bij de entree van het Sonsbeekpark op

de hoek Zijpendaalseweg en Parkweg. In 1757 wordt het gebied de Gulden Bodem aangekocht door de eigenaar van Zypendaal, Hendrik Willem Brantsen, secretaris van de stad Arnhem. De patriciërsfamilie Brantsen verwierf het huidige landschapspark, omdat het mooi aansloot op het tegenovergelegen park Zijpendal. Tot de eerste helft van de 19e eeuw bestonden omliggende landerijen uit dennenbossen, percelen hakhout, akkermaalsbos, restanten heide met een schaapskooi en opgaande bomen en lanen. Al ruim daarvoor, in 1683, schonk de stad ongeveer dertig hectare heide aan stadsrentmeester Willem Muijs. Dit gebied liep vanaf de kruising

Bakenbergseweg-Amsterdamseweg aan de westkant van de Bakenbergseweg tot aan de Schelmseweg. De heer Muijs kan hiermee gezien worden als de eerste eigenaar van landgoed De Sterrenberg.


Pagina 13

Boeren, Brantsens en Bakermat: ontstaan en ontwikkeling van de wijk Uitbreidingsplan Niet duidelijk is wie de eerste plannen voor bebouwing van de Penseelstreek heeft ontworpen. Een stevige basis voor de ontwikkeling van de Gulden Bodem werd gelegd met het Uitbreidingsplan van de gemeente Arnhem uit 1922. Dit plan werd ontworpen door ir. W.F.C. Schaap, ouddirecteur van Gemeentewerken Arnhem en getekend door de Arnhemse architect G. Feenstra. In deze uitbreidingsplannen staat ook de nieuwe Bakenbergseweg waarmee dit hoofdstuk begon.

Op de kaart hiernaast uit 1922 zijn in oranje de geplande uitbreidingen van Arnhem weergegeven. In grove contouren valt de Van Heemstralaan al te ontdekken, ook al klopt er van het verdere stratenpatroon nog maar weinig in vergelijking tot nu. Opvallend is dat deze plannen nog uitgingen van een logische continuering van het stratenpatroon naar de noordzijde van de Gulden Bodem, tot aan het huidige Shellstation aan de Bakenbergseweg. Vanuit dit punt was er bebouwing gepland aan de zuidkant van de Schelmseweg naar het noordoosten toe, tot voorbij de kruising met de huidige Zijpendaalseweg. Het Jachthuis Zypendaal, waarover later meer, heeft op de kaart nog een belangrijke positie in het geheel. Vanaf de Shellpomp loopt er een radiaal die bij het Jachthuis uitkomt. Een andere radiaal loopt vanaf dezelfde plek naar Kasteel Zypendaal. Ook is aan de zuidzijde van de Gulden Bodem voor het eerst de naam van de Izaäk Evertslaan opgenomen voor de weg die tot 1915 de Holleweg heette. Opvallend is ook dat de wijk Sterrenberg nog niet bedacht is. Alleen het landhuis De Sterrenberg is te zien. Nog geen vijf jaar later waren de plannen gewijzigd. De noordelijke uitbreiding van de Gulden Bodem is geheel geschrapt en de Sterrenberg wordt als uitbreidingswijk op de kaart gezet, zij het met een geheel ander stratenpatroon dan nu het geval is. Met deze plannen was onze wijk klaar voor haar ontwikkeling die stap voor stap is uitgevoerd, in grote lijnen te beginnen bij de Gulden Bodem, vervolgens de Hoogkamp en daarna de Sterrenberg.


Pagina 14

Boeren, Brantsens en Bakermat: ontstaan en ontwikkeling van de wijk Een nadere blik op opvallende en historische bouwwerken in de wijk. Een deel ervan bestaat niet meer, opgeofferd voor die zo nodige extra woningbouw of verdwenen omdat er geen wens of geld was ze te behouden. Mooi om te zien dat in de tijd dat er nog bijna geen bebouwing in onze wijk was, het beeld bepaald werd door groen en grote huizen. Huize De Sterrenberg Dit landhuis had een mooie toegangspoort vanaf de Amsterdamse weg. Deze poort dateert uit de 19de eeuw. In 1801 kwam landgoed De Sterrenberg door vereving in het bezit van Mr. Gerhard Umbgrove, advocaat aan het Hof van Gelderland. Hij liet op de fundamenten van de vroegere woning van Willem Muijs een nieuw landhuis bouwen. Op het heuvelachtige terrein liet hij ook een nieuw bos aanleggen. Kenmerkend daarvan was dat vanuit één punt tien beukenlanen naar alle kanten van het landgoed liepen: zo kon je gemakkelijk op wild jagen. Het bos werd naar dit stervormige stelsel al snel Sterrenbos genoemd en het landhuis Huize de Sterrenberg. In 1828 was de Arnhems auteur en historicus Isaac Anne Nijhoff op bezoek: ‘Op een

oppervlakte van ruim honderd morgen bevat deze plaats thans eene uitmuntende verscheidenheid van schoone dreven, waar den wandelaar beurtelings onder zwaar geboomte, het verkwikkelijkste lommer verbeidt, of op verschillende hoogten het ruimste uitzigt over den gansen bekoorlijken omtrek’. Dit bos is weg; het landhuis staat er nog als aandenken aan deze tijden van jacht en schoone dreeven. Het is verblijfplaats geweest van de orde van het Heilig Hart, en in de oorlog waren er Duitsers ingekwartierd, terwijl in de kelder Arnhemmers verbleven van wie het huis verwoest was. Na de oorlog is het ook nog een lange tijd een rusthuis geweest voor paters. In de jaren tachtig organiseerden zij een soort kookclub voor de wijk. Nu is het een kinderopvanglocatie. De Hooge Kamp Wat maar weinig mensen weten is dat er nog een landhuis onderaan de Bakenbergseweg stond. Dit landhuis had meer grandeur dan Huize De Sterrenberg en stond aan de linkerzijde van de Bakenbergseweg, iets ten zuiden van de plek waar nu sauna De Bakenberg


Pagina 15

Boeren, Brantsens en Bakermat: ontstaan en ontwikkeling van de wijk Kasteel in de wijk Kasteel Zypendaal was het ‘tweede huis’ van de familie Brantsen; een fijn huis waar ze de weekends in konden doorbrengen. Het kwam in 1742 in de familie. Toen kocht toenmalig stadssecretaris Hendrik Willem Brantsen het landgoed. Het oude huis Zypendaal liet hij vervangen door een nieuw gebouw, ontworpen door de Arnhemse stadstimmerman Hendrik Viervant.

te vinden is. De naam van dit prachtige landhuis: De Hooge Kamp! De foto die is gemaakt rond het jaar 1900 laat het landhuis in al haar glorie zien. Het gebied rond de hoek Amsterdamseweg - Bakenbergseweg, waaronder ook dat van landhuis Sterrenberg, kwam van 1849 tot 1910 in het bezit van de familie Luden. In 1881 kwam er een scheiding tussen De Sterrenberg en De Hooge Kamp, misschien ook wel letterlijk in de familie. Omdat er voor zover bekend geen oudere verwijzingen zijn naar de naam Hoogkamp, lijkt het erop dat de naamgever van de wijk Hoogkamp aan de voorzijde van landgoed De Sterrenberg stond.

Officieel mag je het overigens geen kasteel noemen: dat recht is voorbehouden aan plaatsen die al in de Middeleeuwen die functie hadden, en dat is bij Zypendaal niet het geval. De familie Brantsen was een invloedrijk Arnhems geslacht van burgemeesters en bestuurders. In 1828 werden twee familieleden in de adelstand verheven. Ze mochten zich vanaf toen baron noemen. De laatste Brantsen die het kasteel bewoonde was barones Anita Agnes Brantsen-Bohlen (1841-1926). Hendrik Willem, de eerste Brantsen die er woonde, had geld genoeg voor de bouw van zijn weekendhuis en voor de aanleg van de fraaie tuin

eromheen. Hij had veel inkomsten uit de Surinaamse suikerplantages van hem en zijn echtgenote. De Brantsens waren daarmee ook eigenaars van tot slaafgemaakten en zo is er ook een spoor van het slavernijverleden naar ‘kasteel’ Zypendaal. In 1883-1884 werd het huis nog verbouwd door Pierre Cuypers. Er kwam een toren bij, er kwam een balustrade op het dak, er werden balkons gebouwd. Later, in 1900 werd de zogenaamde Rode Salon toegevoegd. Na het vertrek van de laatste Brantsen waren huis en landgoed nog even eigendom van de directeur van de Enka. Het was toen logement: onder andere de vader van Audrey Hepburn huurde er woonruimte. Na de Slag om Arnhem was het een hospitaal voor Duitse gewonden. Het werd hierna eigendom van de gemeente. Vanaf 1975 is het kantoor van de Stichting Gelderse Kastelen in Zypendaal gevestigd. Nu mag iedereen ervan genieten: Park Zypendaal is vrij toegankelijk en de hoofd- (beneden)verdieping van het huis is in de zomermaanden opengesteld voor publiek.


Pagina 16

Boeren, Brantsens en Bakermat: ontstaan en ontwikkeling van de wijk Jachthuis Zypendaal Rond 1865-1870 werd in opdracht van Willem Gerard baron Brantsen van Zypendaal naar ontwerp van L.H. Eberson op de heuvel van Gulden Bodem het Jachthuis met bijbehorend koetshuis gebouwd. Baron Brantsen van Zypendaal was kamerheer van koning Willem III en koningin Wilhelmina. Nadat Brantsen op 8 november 1899 geheel onverwacht overleed, kwamen huis en landgoed Zypendaal en Gulden Bodem in bezit van dochter Alwina. Zij had een afkeer van Kasteel Zypendaal omdat het geheel door water omringd was. Zij gaf de voorkeur aan het Jachthuis op de Gulden Bodem, ook wel de Kleine Zyp genoemd, dat op een steenworp afstand lag. Hieronder een beeld van het Jachthuis uit 1910.

Enkele jaren daarvoor, op 24 november 1894, was Jonkvrouw Alwina getrouwd met de Pruisische graaf generaal-majoor Von der Goltz. In het Jachthuis ontving het echtpaar regelmatig de goed bevriende Duitse Kaiser Wilhelm op de thee. Ook Prinses Juliana was er vaak te gast. Na de ineenstorting van het Duitse keizerrijk was Von der Goltz financieel geheel afhankelijk van zijn echtgenote. In 1919 werden de landgoederen Gulden Bodem en Zypendaal gesplitst en zijn graaf en gravin Von der Goltz-Brantsen definitief in het Jachthuis gaan wonen. Het park Zypendaal werd in 1925 verkocht. De Tweede Wereldoorlog was een moeilijke tijd. Doordat de graaf openlijk sympathiseerde met de Duitsers en de gravin openlijk haar sympathie voor het koningshuis toonde, leefde men op het Jachthuis in twee kampen. Tot ontsteltenis van zijn vrouw verwelkomde deze Pruisische generaal de binnengevallen Duitsers in vol ornaat in mei 1940. Tijdens de bezetting ontving de oude generaal Duitse officieren op het Jachthuis. Zijn echtgenote deelde zijn pro-Duitse gevoelens niet. Op 31 augustus, de

verjaardag van koningin Wilhelmina, liet zij zich getooid met een oranje kokarde in een open rijtuig door de stad rondrijden. In de nacht van 17 op 18 september 1944 maakte de graaf op het Jachthuis een einde aan zijn leven, omdat hij geen tweede nederlaag van het Duitse leger kon verkroppen. Na de Tweede Wereldoorlog bleef de gravin in het Jachthuis wonen. Het bos de Gulden Bodem wordt daarom tot op de dag van vandaag het Gravinnebos genoemd. De begane grond van het Jachthuis heeft nog enige tijd dienstgedaan als school, terwijl de gravin op de bovenverdieping woonde. Gravin Alwina Brantsen overleed in 1957. Na haar dood is het park in eigendom gekomen van de gemeente. In 1964 heeft de gemeente het Jachthuis laten afbreken, omdat het te veel achterstallig onderhoud zou hebben. Alleen het koetshuis, aan de rand van het gazon, is gespaard gebleven en staat tot op de dag van vandaag trots als een levende herinnering aan deze markante historie.


Pagina 17

Boeren, Brantsens en Bakermat: ontstaan en ontwikkeling van de wijk De Heilig Hart van Jezus kerk Eén van de eerste prominente gebouwen in onze wijk was de Heilig Hart van Jezus Kerk met haar pastorie, die naar een ontwerp van architect Wolter te Riele in de jaren 1926 en 1927 werd gebouwd. De kerk werd ingericht volgens de Art Decostijl door August van Os, een kunstschilder die vooral bekend werd door zijn kerkinrichtingen. Hij maakte onder andere het grootaltaar in de Nieuwe Kerk in Delft. De Heilig Hartkerk is een gemeentelijk monument. Tot april 2012 werd de kerk nog gebruikt voor de RK-vieringen. Daarna had het gebouw nog kort een kerkelijke functie, maar dan voor een protestante gemeente. Nu is het een gezondheidscentrum. Maar uiterlijk en sfeer van de kerk zijn ongewijzigd. Het blijft een markant baken boven aan de Bakenbergseweg. Opvallend in de buitengevel is het Heilig Hartbeeld van de hand van August Falise, een Nederlands beeldhouwer die bevriend was met Titus Brandsma en in opdracht van de kerk veel heilig hartbeelden maakte. Helaas is bij een onderhoudsbeurt in de jaren negentig van de vorige eeuw de spits van het zijtorentje naast de grote toren vervangen door een plat dak. Op de luchtfoto, die omstreeks 1930 gemaakt moet zijn, staan kerk en pastorie klaar voor wat nog komen gaat. De Rembrandtlaan wordt al stapsgewijs ontwikkeld. Aan de noordzijde is het landgoed de Sterrenberg nog in volle glorie aanwezig, inclusief het Koetshuis dat net boven de kerk zichtbaar is. Dit Koetshuis stond op de plek van de huidige Pieter Brueghelschool aan de zijde van de Bauerstraat tegenover de Heilig Hartkerk. Het deed in zijn latere jaren na de

oorlog dienst als manege waar veel kinderen uit de buurt paardrijles kregen. Naast binnenruimtes met stallen was er ook een buitenbak te vinden. De manage is later vertrokken naar haar huidige locatie op de Waterberg. Aan de overzijde van de kerk is nog de vooroorlogse woningbouw zichtbaar, evenals de oude watertoren links midden op de foto.


Pagina 18

Boeren, Brantsens en Bakermat: ontstaan en ontwikkeling van de wijk De watertoren De watertoren stond aan de Bakenbergseweg 68, ongeveer op de plaats waar nu Sauna De Bakenberg is gesitueerd. Deze watertoren was gebouwd in 1893. De watertoren had een waterreservoir van 200 m3. Het reservoir diende als aanvulling op het reservoir aan de Hommelseweg. De watertoren is gesloopt in 1960. De prachtige foto die de watertoren in al haar schoonheid laat zien, toont ook de ongereptheid van het gebied erachter met links de Bakenbergseweg en rechts van de watertoren het gebied Gulden Bodem. Transformatorhuisje Sinds enkele jaren wordt er met kerst in de wijk gezongen. Een grote kerstboom wordt opgetuigd en verlicht. Iedereen weet waar: ‘Bij het elektriciteitshuisje’. Juist dit bescheiden bouwsel is een rijksmonument. Het heet formeel een Transformatorhuisje, en is gebouwd rond 1925, naar ontwerp van toenmalig stadsarchitect Johannes van Biesen (1892-1962). Van Biesen was in de jaren 20 tot 50 van de vorige eeuw in dienst van de gemeente. Van zijn hand zijn ook de ontwerpen voor de watertoren de Steenen Tafel en waterstation La Cabine.


Pagina 19

Boeren, Brantsens en Bakermat: ontstaan en ontwikkeling van de wijk Geen vernieuwer, maar een praktisch bouwer die werd beïnvloed door werk van collegagemeentearchitecten W.M. Dudok en J.J.P. Oud. Van Biesen heeft in dienst van de Gemeente Arnhem heel veel openbare schoolgebouwen in Arnhem gebouwd. Deze scholen genoten landelijk waardering.

Bakermat Samen met de Burgemeesterswijk deelt onze wijk het wijkcentrum De Bakermat. Tot heel recent was dit alleen een kerk: de Diaconessenkerk. De kerk stond naast het Diaconessenziekenhuis, dat in de jaren 90 van de vorige eeuw is gesloopt. Het kerkgebouw stamt uit 1959, en is een ontwerp van C. Posthumus Meijes. Volgens de annalen beschikt het gebouw over een schitterend Van Vulpen-orgel. Er zitten nog glas-in-lood ramen in de kerk: een morgenraam aan de oostkant en een avondraam aan de westkant. Door de Arnhemse glazenier Theo Verbaal zijn drie nieuwe ramen bovenin geplaatst. Wederopbouw school en huizen toen eenmaal de Marshallhulp ging lopen en er middelen beschikbaar kwamen om de wederopbouw ter hand te nemen barstte een bouwwoede los. Wim Lavooij, tot 1991 stedenbouwkundige bij de gemeente Arnhem, heeft zich lang ingespannen om de bouwwerken uit deze periode te behouden wegens de bouwhistorische waarde, waaronder de AKU-fontein van architect Henk Brouwer en de beeldhouwer Shinkichi Tajiri. Henk Brouwer woonde in de Bauerstraat en ontwikkelde zich als één van de

belangrijkste wederopbouwarchitecten van Nederland. “Er werd buitengewoon inventief gebouwd; het optimisme van de naoorlogse wederopbouwtijd zien we terug in de architectuur. Er ontstond een keur van nieuwsoortige gebouwen zoals de maisonnette (het gestapelde eengezinshuis) de bejaardenwoning, de drive-inwoning en de bungalow waarbij de invloed van de Amerikaanse bevrijders is terug te herkennen”. De woningnood was volksvijand nummer 1. De bezetter had vanaf 1943 alle bouw stilgelegd en de oorlogsschade, in het bijzonder in Arnhem, was groot. Om de woningnood te lijf te gaan werden nog niet uitgevoerde delen van uitbreidingsplannen verdicht met de bouw van appartementengebouwen, ‘flats’. De flats aan de Gabriëlstraat zijn een voorbeeld van deze verdichting. Geen galerijflats zoals ze later elders in de stad verrezen, maar gestapelde woningen, gemaximeerd tot vier lagen, omdat er anders een dure lift in zou moeten komen volgens de landelijk geldende bouwvoorschriften. De wederopbouwflats in de wijk en de bungalows in de Gulden Bodem verdienen onze aandacht: lichte ontwerpen, met veel ramen. Symbool van een nieuwe tijd na de zware achterliggende jaren.


Pagina 20

De tram in de wijk Direct na de aanleg van de weg is besloten om tramlijn 2 door te trekken naar de Bakenbergseweg. Lijn 2 liep via de Van Lawick van Pabststraat naar onze wijk en keerde daarna weer om. Lijn 2 kende echter maar een relatief kort bestaan als tramlijn en werd weer opgeheven in 1938. Er waren toen al plannen om ook andere tramlijnen op te heffen en te vervangen door trolleybussen. Door de Tweede Wereldoorlog werd die vervanging tien jaar uitgesteld. Na het uitbreken van de oorlog werd lijn 2

op een deel van het noordelijke traject (tot aan de Jacob Marislaan) in 1940 weer in bedrijf genomen. Het traject door het centrum was al opgebroken. Wel werd lijn 2A ingesteld op het laatste deel van het traject van de oorspronkelijke lijn 2, Velperplein (later verlegd naar het Eusebiusplein) - Spijkerlaan. Op de foto’s is de tram van lijn 2 te zien. Opvallend is de reclame ‘Verwarmt met Gas’. In die tijd moest dit nog gepromoot worden en was het een hele verbetering in vergelijking met kolen- en oliegestookte kachels. Nu moeten we ook in onze wijk de komende jaren van het gas af. Zo heeft iedere tijd zijn eigen uitdagingen. Door beschietingen nabij de Rijnbrug tijdens de Tweede Wereldoorlog werd

de tramremise met daarin het grootste deel van het wagenpark in brand geschoten, waardoor er slechts verbrande wrakken overbleven. Na de bevrijding werd daarom het trambedrijf niet hervat. De nog bruikbare spoorstaven en wissels werden aan andere trambedrijven in Nederland verkocht. Vier jaar later ging het Arnhemse trolleybusbedrijf van start en kreeg ook onze wijk de trolleybusaansluiting. Anders dan in de wijken Sterrenberg en de Gulden Bodem was er, zoals al in het stedenbouwkundig plan te zien was, voor de Hoogkamp rekening gehouden met winkels. Aan het plein aan de Jozef Israëlslaan waar nu nog bakkerij Hilvers is gevestigd, waren naast deze bakker nog andere winkels te vinden, zoals melkboer Van der Kemp, groenteboer Van der Aa, keurslager Jansen, een bloemenhandel en een fourniturenzaak De Geest (kleding en naaispullen). Ook in de Mauvestraat waren winkels zoals een boekhandel/ postagentschap Postuma, een rijwielzaak, een drogisterij en groenteboer Lantinga. Aan de Jacob Marislaan was kruidenier Van der Kolk, later Van Huët gevestigd. In het pand van Tax Wijnen zat loodgieter Kloosterman.


Pagina 21

Winkels in de wijk

De voorloper van bakkerij Hilvers was toentertijd niet de enige bakker op de Hoogkamp. In het huidige pand van Eataliano was Bakkerij Karsten gevestigd. Ook was er aan de Bakenbergseweg op de hoek met de Jacob Marislaan een breiwinkel. Later is in dit pand de Rabobank gevestigd. Tot voor kort was het een makelaarskantoor. Door de schaalvergroting van winkels en de introductie van de supermarkten zijn vanaf eind jaren ‘80 steeds meer buurtwinkels in de Hoogkamp verdwenen, zoals de winkels in de Mauvestraat. Nu zijn er nog maar enkele winkels over, die echter nog steeds kleur geven aan de wijk. Speciaal in de wijk: een privémuseum met schelpen en fossielen dat in de Jozef Israëlslaan gevestigd was.

Net even anders Bijna de gehele Penseelstreek kan gekenschetst worden als een jaren dertig stadsdeel met twee-onder-één-kappers en woningen in rijen. Toch zijn hier wel een aantal interessante uitzonderingen op te maken. Eén ervan vormt het meest noordelijke deel van de Gulden Bodem. Voor de ontwikkeling van dit deel van de wijk zijn pas in de jaren vijftig plannen ontwikkeld, gebaseerd op de wijk ‘t Cranevelt een stuk verderop langs de Schelmseweg. Er was behoefte aan een wijk met een gevarieerd pakket woningen voor de hogere inkomens. In 1950 stonden er nog maar vijf woningen aan de oostzijde van de Bakenbergseweg, waarvan vier ter hoogte van de Mesdaglaan. Vooral hier zijn de originele plannen uit 1922 verlaten. De organische structuur waarvan deze plannen nog uitgaan, wordt verlaten en maakt plaats voor een veel strakkere stedenbouwkundige aanpak. De reden hiervoor is niet helemaal duidelijk. Mogelijk dat oude plannen toch te veel impact hadden op het park de Gulden Bodem en de ruimtelijkheid die beleefd wordt wanneer je over de Schelmseweg rijdt. De nieuwe plannen omvatten een uitbreiding met één straat met een aantal hofjes.

Achter de Bakenbergseweg werd zo tussen 1950 en 1960 een lommerrijke wijk aangelegd. De hoofdlaan met haar hofjes werd vernoemd naar de Arnhemse schilder Joris van der Haagen. Deze barokschilder kreeg hiermee, in een wijk waarin vele beroemde schilders hem qua naamgeving voorgingen, een mooie laan toebedeeld die zijn werk eer aan deed. Hij schilderde veel landschapsportretten en panorama’s, waaronder landschappen in en rond Arnhem. Van der Haagen zal zonder twijfel net zo genoten hebben van de schoonheid van de wijk Gulden Bodem en het aangrenzende gelijknamige park als de huidige bewoners nu nog dagelijks doen.


Pagina 22

De wijk toen en nu in cijfers

Je zou denken dat een wijk in vijfentwintig jaar flink verandert. Bij ons is dat niet het geval. Wat dat betreft zijn we een stabiele wijk. Veel is onveranderd gebleven, de wijk geeft nog steeds het al oud vertrouwde beeld, en toch…. Als we kijken naar de demografische ontwikkelingen zien we dat er nu 4270 mensen wonen (begin 2021). Vijfentwintig jaar geleden waren er dat zo’n 350 minder. Deze stijging van ongeveer 8% staat in schril contrast met de aantallen voor heel Arnhem met een toename van ruim 20%. Dat is natuurlijk logisch, want in onze wijk wordt niet veel nieuwbouw gerealiseerd. De ontwikkelingen rond de voormalige locatie van het ROC A12 aan de Zijpendaalseweg, rond de Heijenoordseweg en voor de voormalige school Het Palet zullen vast gaan bijdragen aan verdere toename van het aantal inwoners. Maar dat gaat nog wel enkele jaren duren. Kijken we naar de opbouw van de bevolking dan zie je wel dat zich in de buurten Hoogkamp en Sterrenberg een flinke verjonging heeft voorgedaan. Het aantal jongeren tot 15 jaar is daar in vijfentwintig jaar met

ruim 30% gestegen. Tegelijk valt op dat in Sterrenberg de mensen erg honkvast zijn. Daar is sprake van vergroening én vergrijzing. Het aandeel ouderen van boven de 65 jaar is daar flink gegroeid: meer dan 20%. Terwijl dat in de Hoogkamp juist sterk afnam, met 30%. De Gulden Bodem is over de jaren heen in de verdeling van de leeftijdsopbouw het meest gelijk gebleven. In totaal telt onze wijk ruim 1000 eenpersoonshuishoudens. En er zijn ruim 450 bedrijven gevestigd in de wijk, met name op het gebied van financiële en overige zakelijke dienstverlening. Dat zal vast niet helemaal toevallig zijn en is duidelijk veel meer dan in 1996. En toch, voor wie goed oplet, verandert er best veel. In 2021 zien we dingen in onze wijk die er vijfentwintig jaar geleden écht niet waren. En wat dat betekent voor de wijk over opnieuw vijfentwintig jaar? Wie het weet, mag het zeggen!


Pagina 23


Woonwijk Annemoon Gudde

Stratenplan, rijen huizen en de tijd die tikt Hoe lang woon jij er al? Vier jaar, zestien, vijfendertig, Huis van mijn ouders, 68 jaar. De jonge aanplant uit 1960 Wuift nu statig zijn takken En dat roerend jonge beukengroen. En huis voor huis tikt de klok Verlaten, weer betrokken Verhuur werd verkoop Jong stel werd gezin De kleuter van nr 7 draagt nu schoenmaat 43 Wie een echte lampion droeg bij de eerste St.Maarten werkt hooggehakt in bank, school of bedrijf De bal is rond En zo de klok Kleine schokken en groeischeuten Gaan de wijzers van de klok door de 25 jaren Klinkend zilveren jubileum Van een wijk in beweging Wijk in rust De tijd tikt voort


HOOFDSTUK 2

25 jaar de Penseelstreek, een jubileum


Pagina 26

Tineke Tetteroo: “Ik vond dat we iets als een wijkvereniging nodig hadden” In gesprek met Tineke over de totstandkoming en start van wijkvereniging De Penseelstreek, horen we iemand die met veel sociaal gevoel mensen wil verenigen. Tineke was 40, woonde vijf jaar in de Jan Vethstraat en is eigenlijk maar begonnen met een stencil voor een buurtkrantje. Dat zou misschien een opmaat kunnen zijn om mensen meer met elkaar te verbinden en daardoor ook wat eenzame mensen te kunnen helpen. Maar in haar wijk mocht een actieve club niet ontbreken. Uiteindelijk meldden zich zeven mensen die een stapje verder gingen en een enquête hebben uitgezet in de wijk. Op 4 november 1996 werden de handtekeningen gezet onder een set statuten en was de Penseelstreek een feit. De statuten beschreven waar we nu nog steeds voor staan: het behartigen van het woon- en leefplezier in de buurten Hoogkamp, Sterrenberg en Gulden Bodem. Samen met Tineke vormden Thea de Kraker en Inez Vereijken het voorlopige bestuur. Het eerste nummer van de Penseelstreek verscheen al in januari 1997 en de eerste ledenvergadering volgde in mei 1997. Daar waren 46 wijkbewoners present. Tijdens die vergadering kon de penningmeester trots

melden dat tot dat moment vierhonderdzeventig gezinnen lid waren geworden. En dat was ook het moment dat de bestaande Oranje-vereniging toetrad tot de wijkvereniging. En eigenlijk zijn er vanaf het begin werkgroepen geweest, op het gebied van buurtpreventie, groen, kinderen, ouderen, redactie en verkeer. En de meeste daarvan kennen we nog steeds. En natuurlijk zullen sommige mensen zich nog de ruimte herinneren die de wijkvereniging had in de Pieter Brueghelschool aan de Bauerstraat. Maar de allereerste activiteit die werd georganiseerd was de Sint Maarten optocht in november 1996. Dat was een schot in de roos, met ruim tweehonderd kinderen die meededen, vijf (!) keer het aantal dat zich had aangemeld!


Pagina 27

Onder de grote paraplu van de wijkvereniging

De wijkvereniging De Penseelstreek, met 450 leden en 250 donateurs, heeft een mooi doel: het bevorderen van het woon- en leefplezier en onderling contact in de buurten Hoogkamp, Sterrenberg en Gulden Bodem. Dat gebeurt met een breed scala aan activiteiten, bedacht en uitgevoerd door een breed scala aan werkgroepen en vrijwilligers. Jaarlijks organiseren we voor alle vrijwilligers een diner. We nodigen dan ruim 100 mensen uit en horen over die bijeenkomst altijd heel positieve verhalen. Het bestuur stimuleert en faciliteert, behartigt de belangen van de wijk bij bijvoorbeeld de gemeente en is uiteindelijk eindverantwoordelijk voor alles wat onder de grote paraplu van de wijkvereniging tot stand wordt gebracht. Eén activiteit lichten we hier alvast uit: de bezorging van het vermaarde wijkorgaan De Penseelstreek wordt geregeld door Annelies Kruisweg, samen met zo’n twaalf scholieren. Een groot aantal dozen met ons wijkblad wordt elk kwartaal bij haar thuis afgeleverd. Via een ingenieus verdeelsysteem zorgt zij met de bezorgers voor een snelle verdeling over alle brievenbussen in de wijk. Mooi toch? En wat gebeurt er allemaal nog meer? Een tour d’horizon langs alle vaste en incidentele werkgroepen

en commissies, met hier een daar een uitstap naar een bijzondere activiteit of werkgroep. Jeugd De Werkgroep Jeugd oftewel de Jeugdcommissie bestaat uit een aantal ouders die jaarlijks de Sint Maarten optocht organiseren, met lampionnen, warme chocolademelk en muziek, en verder de straatspeeldagen en de activiteiten voor de jeugd in het Classic weekend.

En alweer enkele jaren geleden toen de roemruchte Giro d’Italia in Arnhem aftrapte, verzorgde de jeugdcommissie een geheel in roze aangekleed feest op het Mesdagveld.

In de Jeugdcommissie: Elsbeth Olijhoek, Inge van Run, Eline Boon, Loes Vermeulen en Jeannine Witteveen.


Pagina 28

Onder de grote paraplu van de wijkvereniging

Wijkdiner en wijklunch De werkgroep ´wijkdiner en wijklunch´ onder coördinatie van Fred en Lidy Boessenkool en Wieke Lameris verzorgt maandelijks in de Bakermat een driegangenmenu voor wijkgenoten uit Penseelstreek en de Burgemeesterswijk. Met als doel elkaar te ontmoeten en meer betrokken bij elkaar te zijn. Voor een klein bedrag eet je een prima diner of lunch, inclusief een glaasje wijn. Al vele jaren een groot succes! Repairplek Maandelijks - dan wel voor zover Covid dat mogelijk maakt - zit in de Bakermat een clubje handige en praktische wijkbewoners klaar om huishoudelijke apparaten, speelgoed, gereedschap en audio- en

videoapparatuur te repareren. En soms lukt het ook om een fiets of een kledingstuk te maken. Er is koffie en thee, en zo vormt ook de repairplek een goede manier om banden in de wijk weer een beetje aan te halen. In de werkgroep repairplek zitten Sebastiaan van Sandijk, Sjoerd Aukes, Frits Elkink, Michiel Dix, Mirto Henriquez en Rietje Stam.

Rudi Rikken, Hans Radder, Jan Dijk, Laurens van der Varst, Annemie van Heugten, Jolanda van den Bosch.

Buurtpreventie Een buurtpreventieproject is een samenwerking van politie en wijkbewoners met als doel dieven en criminelen het werk onmogelijk te maken. Buurtpreventie is een informatieproject: wijkbewoners zijn de oren en ogen van de politie, en de politie van zijn kant informeert de bewoners over wat er in hun wijk speelt. In de Penseelstreek zijn 10 buurtpreventieprojecten met elk een eigen coördinator. Hans Ariëns is de wijkcoördinator. Daarnaast actief als buurtcoördinator Ben Hasselbach, Jan Kemps,

De werkgroep Sterrenberg en Guldenbodem werkt onder de naam SBGB energie aan voorlichting en initiatieven om duurzamer en energiezuiniger te leven en wonen in de wijk. Initiatiefnemers Henk Beekhuis, Vincent ten Böhmer, Jan Dijk, Mark Elbers, Margreet van Gastel, Annelies Hoogcarspel, Marlies de Jong, Jelle Kobessen, Thom de Vos, Hans Ariëns, Ludger Vloedbeld, Frank Winkel en Jeike Wallinga organiseren voorlichtingsavonden waarop hun wijkgenoten kennis kunnen nemen van mogelijkheden om huizen en voorzieningen energiezuiniger te maken.

Duurzaamheid In de Penseelstreek zijn twee groepen inwoners aan de slag om de wijk duurzamer te maken.


Pagina 29

Onder de grote paraplu van de wijkvereniging

Die avonden zijn zonder uitzondering heel goed bezocht. De werkgroep organiseert ook de zogenaamde warmtewandelingen voor straten. Zo kan je zien welke huizen veel en welke minder energie verbruiken, en dus waar kansen liggen voor verbetering. De Hoogkamp heeft zijn eigen werkgroep, met eigen website www.hoogkampenergie.nl. Een ambitieuze werkgroep, die zich inspant voor gezamenlijke inkoop van warmtepanelen, meedenkt over de aardgasvrije gemeente en - met gemeentesubsidie - over de haalbaarheid van aanleg van een wijkwarmtepomp. Wijkbewoners Mieke Hegge, Karolien de Bruine, Gert Verkade, Bauke Geuzenbroek, Herman Velvis, Niels Nobel, Fried Hoenderboom, Hans Leibbrand, Rolof van Hövell, Andre Verbrugge en Paul Vlaar zitten in de werkgroep. Burenhulp voor elkaar ‘Burenhulp voor Elkaar’ heeft een makelaarsrol, en probeert vraag naar en aanbod van hulp aan elkaar te koppelen. Denk bij hulp niet alleen aan klussen of boodschappen voor elkaar doen, maar ook aan gewoon een keer een praatje maken of samen dingen doen. Werkgroepleden zijn Niek Bakker en Joke Leijdekker.

Trix-groep De Trix-groep is een maandelijkse inloopgroep voor senioren in onze wijk, onder coördinatie van Niek Bakker en Rianne Otto. Al sedert 2013 komt de groep op elke eerste donderdag van de maand vanaf 11.00 uur bijeen bij restaurant Trix. Kopje koffie, gezellig bijpraten, een (vaak persoonlijk) thema bespreken, soms een uitstapje en/ of samen lunchen. En tussentijds kun je elkaar ook ontmoeten of eens ergens mee helpen. Een ledenlijst met contactgegevens en een smoelenbladzijde helpen daarbij. Maandelijks word je per mail bijgepraat over hoe het was en wat er gaat gebeuren. Over die thema’s gesproken: wat je zoal niet hoort als je favoriete boek (Le Petit Prince…) aan bod komt, of je idool van vroeger (Doris Day…), of bijzondere gerechten met Oud & Nieuw (Spekdikken…), of familiewoorden (Hartelapje…), of persoonlijke voorwerpen (Hannukah uit Israel…). Leden van de groep krijgen ook de kans hun levensverhaal te vertellen of een bijzondere gebeurtenis toe te lichten. Heel persoonlijke momenten die de groep meer bij elkaar brengen. Dit zijn de verhalen die je normaliter alleen bij uitvaarten hoort.


Pagina 30

Onder de grote paraplu van de wijkvereniging

Koningsdag Elk jaar viert ook De Penseelstreek Koningsdag. Het programma is eigenlijk al jaren een geheide formule van een optocht, het veldje naast de Pieter Brueghelschool dat versierd en wel toneel is voor spelletjes, draaimolen en ander vermaak voor grote en kleine wijkbewoners. En uiteraard ook de kleedjesmarkt en hapjes en drankjes. De werkgroep bestaat uit Sabine Ahlers, Willem Scheerder, Bart Claassen, Meera Limpens, Mieke Samson en Hilco de Visser.

Kerstzingen Sinds jaar en dag tuigt een groepje buurtgenoten rond de kerst een flinke kerstboom op, op de hoek van de Van Heemstralaan met de Bakenbergseweg. En dan is er ergens rond de kerstdagen een kerstsamenzang voor de buurt, met Glühwein. Fijn samen bekende kerstliederen en carols zingen en altijd een passende herderlijke toespraak van Dick Tiemens. Dick is elders in dit lustrumboek geïnterviewd. In de werkgroep Kerstzingen: Bob en Margreet Kobessen, Dick Tiemens, Casper Ebeling Koning, Jaap en Tjissie Clifford, Nico en Fenneke de Jong, Marieke van den Belt en Margriet Schoenmakers.

Kunst en cultuur Op het gebied van Kunst en Cultuur organiseert de wijkvereniging eens per jaar een evenement of een uitje. In het lustrumjaar was daar het festival Schilders en Straten (zie elders in dit boekje veel meer hierover), maar in de jaren hiervoor was er een kunst- en atelierroute (samen met de Burgemeesterswijk), een bezoek aan museum Kröller-Müller met een exposé over ‘onze’ schilders, en een trip naar het voormalige Duitse vliegveld Fliegerhorst Deelen en omgeving ten noorden van Arnhem. Het laatste pre-Corona uitje was een bezoek aan het Openluchtmuseum. Een bijzonder evenement vond plaats in september 2019, bij de herdenking van 75 jaar Airborne.


Pagina 31

Onder de grote paraplu van de wijkvereniging September 2019 Herdenking Slag om Arnhem 75 jaar geleden September 1944 betekende voor Arnhem niet alleen de bloedige mislukking van de militaire operatie Market Garden, maar ook de evacuatieplicht: het decreet van de Duitse overheersing dat vrijwel iedere bewoner van Arnhem dwong om huis en haard te verlaten en -veelal te voet of per fiets- een veilig heenkomen te zoeken, richting Ede, richting Velp en vooral richting Apeldoorn. Burgemeester Marcouch had in 2019 aan alle wijken van Arnhem het verzoek gedaan om herinneringstafels te organiseren: om ouderen die het hadden meegemaakt in contact te brengen met jongere generaties. De bedoeling was dat het oorlogsverleden door zulke persoonlijke contacten ook in naoorlogse generaties levendig herinnerd zou blijven. Oorlog in beeld De wijkvereniging wilde de oorlog in beeld brengen door voor de huizen van vandaag foto’s met dagboekfragmenten in de tuinen te plaatsen die getuigden van de toestand in 1945, toen de Arnhemmers na maanden weer terug konden keren. Ze vonden hun huizen hevig beschadigd terug, beschoten, kaalgeplukt en leeggeroofd en schrikwekkend bevuild en bezoedeld.

Ze hadden gehoopt hun huis veilig en vertrouwd terug te vinden, maar onverschillige beschietingen, diefstal, vernieling en vernederende bevuiling dwongen de terugkeerders verbeten te poetsen, ramen dicht te spijkeren omdat er nergens glas was en hun besef van veiligheid centimeter voor centimeter terug te winnen. De inmiddels bejaarde ooggetuigen vertelden over hun ouders, hun kinderervaringen, de confrontatie met geweld en bruut gezag, maar ook over hoe de toestand van het huis bij terugkeer bij de moeders die sterk gebleven waren tijdens de evacuatie alsnog het moreel brak.

Herinneringstafels in ’t Panorama Het verzoek van de burgemeester vond navolging. Er kwamen vijftig herinneringstafels, waarvan zeker drie in onze wijk. Bovendien hadden de basisscholen in de wijk

woordvoerders uitgenodigd om met de leerlingen in gesprek te gaan. Op zondagmiddag 22 september kwamen enkele tientallen mensen in de hal van ’t Panorama luisteren naar de stil makende verhalen van hun hoogbejaarde wijkgenoten en andere betrokkenen die de oorlog heel dichtbij brachten.

Airbornevlaggen Een ander initiatief van de wijkvereniging was het stimuleren van de aankoop van een ‘75 jaar Airbornevlag’ om daarmee Ome Joop’s tour financieel te ondersteunen. Ome Joop's tour is een initiatief (vernoemd naar Joop Legerstee, die er in 1950 mee begon) om een grote fietstocht te organiseren voor negen- tot twaalfjarigen voor wie op vakantie gaan niet is weggelegd. Er zijn zo’n 60 vlaggen verkocht.


Pagina 32

Onder de grote paraplu van de wijkvereniging Sport In de gymzaal van het Palet (voormalig schoolgebouw aan de rand van de wijk) organiseert een aantal wijkbewoners sportlessen. Iedere zaterdagmorgen is er gymnastiek voor de kleinsten (3,5 tot 6 jaar). Kinderen kunnen hier onder deskundige begeleiding lekker bewegen. Voor dames is er ook op zaterdagochtend gymnastiek, en voor iedereen is er maandagavond Pilates. Een sessie voor mensen van 60 tot 100 en een groep van mensen tot 60 jaar.

werkzaamheden in de wijk, of over bijeenkomsten en activiteiten, maar ook mooie interviews en vaak gedegen achtergrondverhalen over de historie van onze wijk.

Organisatie van de zaterdagactiviteiten is in handen van wijkbewoners Martine Orelio, Suzanne Weijl, Andries Brunsting en Irene van Beelen.

Themaochtenden Maandelijks organiseert een werkgroep themaochtenden in De Bakermat, voor inwoners van Penseelstreek en Burgemeesterswijk. Het zijn lezingen, over verschillende onderwerpen. Dat gebeurt allemaal op de tweede dinsdagochtend van de maand, van 10.15-12.00 uur. Voor een kleine bijdrage wordt een interessante lezing geboden en een kop koffie of thee. In Covidtijden is het uiteraard improviseren maar er wordt geprobeerd zoveel mogelijk continuïteit te bieden. In de werkgroep themaochtenden zitten Fred Boessenkool, Wieke Lameris, Titia Schreuder, Kees Cramer, Yolanda Agricola en Carlo Knuppe.

Coördinatie van de Pilatesgroepen wordt gedaan door Sietske Annevelink en Yvonne Rohde. Het wijkblad Penseelstreek Het meest tastbaar in de activiteiten van de wijkvereniging is natuurlijk het wijkblad, met dezelfde naam. De Penseelstreek oogt tegenwoordig als een professionele glossy, mooi uitgegeven en prachtig vormgegeven. En de inhoud is altijd interessant en van hoge kwaliteit. Zowel actueel nieuws over

In de redactie Annemoon Gudde (hoofdredacteur), Henk Donkers, Olga Hendriks-Helmigh en verder zijn er Jan Zwartjes (fotografie), Casper Ebeling Koning en Mieke Breuning (externe schrijvers), en Cécile Bruisten (vormgeving).

Welkom in de wijk Nieuw in de wijk? Dan komt de Welkom-in-de-wijk werkgroep een welkomstpakket brengen met informatie over de wijk en omgeving en over de wijkvereniging en activiteiten en werkgroepen. Met behoudens die nuttige informatie ook wat ‘wijk’ heerlijkheden gesponsord door de middenstand in de wijk.

Coördinatie: Mieke Breuning.


Pagina 33

Onder de grote paraplu van de wijkvereniging Leefomgeving De Werkgroep Leefomgeving houdt zich bezig met de openbare ruimte in onze wijk en heeft daarover regelmatig overleg met de gemeente. Overigens zoekt de gemeente de laatste jaren steeds meer samenwerking over relevante ontwikkelingen in de wijk. Waar heeft de werkgroep het dan specifiek over? Denk aan verkeersveiligheid, voldoende speelgelegenheid (het speeltuintje achter ’t Panorama is door inspanningen van de werkgroep leefbaarheid gerealiseerd), onderhoud, overhangend groen, parkeren. Op de achtergrond, maar heel belangrijk voor het aangezicht van de wijk. In de werkgroep zitten Peter van Unnik, Harrie Janssen, Mark Elbers en Ad Nederlof.

In de Classic organisatie zijn de volgende wijkgenoten actief: Harold Verhoeven (voorzitter), Vincent Muller, Brigitte van West, Bauke Geuzenbroek, Michiel Dix, Han de Beijer, Roy Bolks en Ewoud Vogels.

Lustrum Voor de viering van het 5e lustrum en dus het 25-jarig bestaan van de wijkvereniging de Penseelstreek hebben ontzettend veel mensen zich ingespannen. Hoe het lustrum eruitzag, daar staat dit lustrumboek vol van. Resultaat van de gezamenlijke inspanningen van een grote groep mensen, aangevoerd en gecoördineerd door Mark Elbers en Mariëtte van Vlerken van het bestuur van de wijkvereniging. Lid van de lustrumcommissie verder: Olaf Meul, Willem Scheerder, Loes Vermeulen, Ewoud Vogels, Annemoon Gudde, Nicolette Piekaar, Mieke Breuning.

Bestuur In het bestuur van de wijkvereniging hebben de volgende personen zitting: Mark Elbers (voorzitter), Mariëtte van Vlerken (secretaris), Wim Verheggen (penningmeester), Linda Hofman (communicatie) en Nicolette Piekaar.

Classic Sinds 2009 een jaarlijks terugkerend fenomeen: de Classic. Een rit, een feest, samen iets moois neerzetten met en voor de wijk, en natuurlijk die schitterende verzameling oldtimers. Verder in dit hoofdstuk meer over dit evenement.

Materialen Voor de organisatie van alle feestelijke gebeurtenissen in de wijk zijn materialen aangeschaft en gebouwd. Voor deugdelijke opslag daarvan zorgt André Berghuis.

Facebook, Website en Nextdoor Een wijkvereniging van deze tijd is uiteraard druk op de socials en communiceert digitaal. De penseelstreek heeft dus een Facebookpagina, een account bij Nextdoor en er is een website die dagelijks onderhouden wordt. Daarvoor wordt gezorgd door Mariëtte van Vlerken, Nannieke Swart, Marcus Kleijn en Linda Hofman.

Kascommissie De financiën van de wijkvereniging zoals opgenomen in de jaarrekening worden gecontroleerd door een kascommissie. De Penseelstreek kascommissie bestaat uit Harrie Janssen en Hans Leibbrand.


Pagina 34

Vrijwilligers in beeld 3 oktober 2021 is er van een grote groep vrijwilligers een foto gemaakt. 25 vrijwilligers trotseerden het enorme slechte weer! Eenber 2021 het slechte weer getrotseerd!


Pagina 35

Het lustrumjaar in vogelvlucht Het lustrumjaar van de Penseelstreek viel in het tweede Coronajaar. Lang was er onzekerheid. Kunnen we wel vieren, mogen we en willen we? En gelukkig. Er werd gefeest. De wijkvereniging vierde haar vijfentwintigste verjaardag op vijf verschillende manieren. Dit boekje is daar één van. Maar we begonnen met drie feestelijke bijeenkomsten in het eerste weekend van september, mooi in aansluiting op de jaarlijkse Classic-zondag. Eerst was er op vrijdag 3 september de onthulling van de klok, daarna op zaterdag 4 september buitenbios voor de kinderen gevolgd door een feest met muziekoptredens en foodtrucks voor de volwassenen. Op zondag 5 september waren er ’s ochtends sportactiviteiten en vierde ‘s middags de Classic zijn uitgestelde tiende verjaardag. Het laatste feest was de manifestatie Schilders en Straatbewoners op zaterdag 25 september. Een meevaller in onze natte zomer: het was opvallend goed weer op alle lustrumfeestdagen. En tot slot, de elfde van de elfde, Sint Maarten. Een koude avond, maar overal uitgelaten groepjes kinderen met hun lichtjes - en hun tassen voor het verwachte lekkers -, blij hun liedjes zingend voor de inwoners van huizen die een kaarsje voor hun raam hadden geplaatst. Een prachtig jubileumjaar was bijna ten einde.


Pagina 36

Koningsdag 2021 Dat werd gevierd. Maar anders dan normaal. Er was geen kleedjesmarkt en er waren geen oudhollandse spelletjes. Maar een feest was het wel. Om dat kracht bij te zetten verscheen er op veel stoepen en straten fraaie street art: een stempel in de vorm van een kroon met daarom heen de tekst ‘Penseelstreek 25 jaar’. Zeer vrolijk en tot vreugde van enkele wijkgenoten, afwasbaar. De Oranjecommissie organiseerde dit jaar voor kinderen tussen 8 en 12 jaar een Kubbtournooi op het veld naast de Pieter Brueghelschool. Een kubb is een houten blok; je gooit het tegen pilaren en probeert zo de juiste punten bij elkaar te vergaren. En alle kinderen konden koninklijke vlaggen versieren, en die thuis voor hun ramen of in de tuin neerzetten. In plaats van de speurtocht naar knuffelberen, zoals in het eerste Coronajaar in het hele land werd gedaan, werd de buurt door de Oranjecommissie uitgedaagd op zoek te gaan naar vlaggetjes in de wijk. Maar in 2022 wordt het hopelijk weer een Koningsdag zoals altijd. Met een optocht, met de kleedjesmarkt en meer vermaak, en natuurlijk ook met een bar van Tax, om samen een glas oranjebitter te drinken op de koning en op de wijk.


Pagina 37


Bij de tijd Dick Tiemens

Kijk in tijdnood even vluchtig naar de klok, haast u en concentreer u op de taken die voor u liggen. Maar heeft u geen haast, bedank de klok dan even voor zijn besef van tijd. Neem vooral de tijd om in het nu volop van het leven te genieten! Mis het startschot niet! En laat de tijd u niet door de vingers glippen! Want niemand weet hoe laat het is……..


Pagina 39

Penseelstreek is weer bij de tijd Om het vijfde lustrum te markeren zocht de wijkvereniging naar een gebaar waar de hele wijk plezier van zou hebben. Margreet en Bob Kobessen kwamen met het gouden idee en hebben dit plan van begin tot eind voor een groot deel gedragen: ‘Hang weer een klok op de plaats waar hij tientallen jaren heeft gehangen.’ En zo geschiedde, op het drie-buurtenpunt in onze wijk, waar Sterrenberg, Gulden Bodem en Hoogkamp elkaar raken en waar tot voor zo’n vijftien jaar altijd een klok gehangen heeft. Op vrijdagavond 3 september stond Mark Elbers, voorzitter van het bestuur van de wijkvereniging, om half acht klaar met de megafoon in zijn hand. Secretaris Mariëtte van Vlerken had feestelijke taartjes besteld en champagne. Ze had voor de zekerheid al haar glazen van thuis meegenomen maar vreesde dat de opkomst bescheiden zou zijn. De klok zou worden onthuld door drie wijkgenoten van verschillende generaties. En hoe fijn: boven verwachting was het aantal belangstellenden dat van alle kanten aan kwam lopen om dit feestelijke moment mee te maken. Mark ontving alle wijkgenoten met een warm, humoristisch en verbindend woord, waarna de jutezak met lange stokken van de klok werd getrokken. De klok is terug! Champagne! Dick Tiemens klom vervolgens op zijn vertrouwde keukentrap en hield een speelse speech over de tijd. Met citaten uit popliedjes van diverse generaties voerde hij zijn luisteraars naar de verwachtingsvolle en tegelijk licht verontrustende slotzin: ‘Niemand weet hoe laat het is!’ Wat een mooie start van de lustrumvieringen. Mariëtte had al haar honderd glazen nodig en kwam nog tekort.


Pagina 40

Middagfeest met buitenbios voor de kinderen: Suikerspinnen, strobalen en een snelle slak Het Mesdagveld was zaterdag 4 september omgetoverd tot een festivalterrein met foodtrucks, tenten, een bar, een buitenbioscoop en een podium: zo kon de wijk fijn genieten van films en muziekoptredens. Het was wel wennen, zoveel wijkbewoners gezellig kletsend bij elkaar met een borrel, hotdog of beker schaafijs. Het festivalterrein was gemarkeerd. Om het te betreden werden bezoekers bij de ingang gecontroleerd op een geldige QR-code. Maar eenmaal op het terrein kon de 1,5 meter worden losgelaten en hoefden de wijkbewoners ook niet op een aangewezen plek te blijven zitten. Zo kon dus voor het eerst in lange tijd weer een écht feest worden gegeven. Dat lieten veel wijkbewoners zich dan ook niet door de neus boren. Terwijl ouders zich laafden aan een lekker wijntje of een fris pilsje, ploften de kinderen op vierkante strobalen om te kijken naar Turbo, een grappige film over een bijzonder snelle slak. Vertoond op een groot scherm in het dak van een Volkswagenbusje, konden de kleintjes het prima zien. Dat niet alleen, ze verdwenen ondertussen met hun neus in een knoeperd van een suikerspin. Die werd ter plekke gedraaid in een

kleur naar keuze, met een lange rij zoetekauwtjes tot gevolg. “Het is hier superleuk, de film is echt heel grappig”, aldus Mirre (7). Haar zusje Lenna (bijna 4) is het helemaal met haar eens, maar kan dat niet zeggen want haar mond zit vol kleverig roze pluis. Als ze de hap heeft doorgeslikt zegt ze: “Suikerspinnen zijn mijn lievelingsbeesten!” Ook Stijn vermaakt zich prima. Hij kan er maar niet over uit dat het filmscherm uit een busje komt. “Dat wil ik ook! Dan kan ik altijd film kijken op een groot scherm, waar ik maar wil!” Fiene (5) is daarentegen drukker met de strobalen, waar ze giebelend op duikt. Met haar vlechten vol stro rolt ze achter elkaar over de balen heen. Ze is niet de enige: als de film eenmaal afgelopen is, ontdekken meer kinderen de magie van stro en duikt de ene na de andere over de balen. Na een tijdje gaan de kinderen richting huis met hun ouders, die hebben genoten van muziekoptredens, drankjes, hapjes en praatjes met de buren. Wat achterblijft? Ronddwarrelend stro, kleverige suikerspinstokjes en een nagloeiend, laaghangend zonnetje.


Pagina 41

Zomeravondfeest

De kinderen kijken film en tegelijkertijd worden de ouderen getrakteerd op levende muziek. Het weer is nog steeds vrij zacht. Er is een bar, er zijn wat we tegenwoordig ‘foodtrucks’ noemen, die toch lekkere happen hebben. Iedereen is gecontroleerd op vaccinatie, dus we kunnen weer aanschuiven aan de tafels. Zaterdag 4 september. De hele dag is er zon geweest. Dus tijd om rozig te worden. De magie van deze avond wordt enorm versterkt door de vormgeving op het veld. Olaf Meul, eventverzorger en wijkgenoot, die het bestuur van de wijkvereniging is bijgesprongen, heeft een kennersoog. Hij heeft door het plaatsen van zijn ‘Trus carré’ , het metalen staketsel dat op vier poten over de feestgangers staat, het hele veld een dak gegeven. Geen wijde of tochtige vlakte, maar eerder de beschutting van een Frans pleintje onder de bomen. Als de avond valt, verspreiden de bolle papieren lampen een warmrood licht. Dat is wat Olaf wil en wat hij kan: sfeer maken. In de rug de bartent van wijkslijter Tax waar onbeperkt wordt geschonken en getapt. Aan de andere kant de lage, brede tent met spitse punten, waaronder de Big Bounceband zijn zangeres begeleidt, Nicole Reijmer

uit de Mesdaglaan. Ook de band telt buurtgenoten. Onder swingende muziek in alle stijlen is het hier goed toeven. Bij de Red Rhino koop je plastic geld. Als het donker wordt, komt de band 100%Bob spelen, eveneens muzikanten uit de buurt. ‘Hey, Mr. Tambourine Man, play a song for me.’ Om tien uur is het afgelopen. Het is ook koud aan het worden. Maar deze avond vergoedt de hele regenachtige zomer: een zoele avond op een Frans pleintje.


Pagina 42


Pagina 43

Zomeravondfeest


Pagina 44


Pagina 45


Pagina 46

Hike, Bike and Run

Zondagochtend, heerlijk weer, een veld dat wacht op een nieuwe dag lustrumvieren. En op een groep van vijftig wijkgenoten die zijn afgekomen op de Hike, Bike and Run. Een sportieve start naar keuze. Een rustige maar fraaie wandeling door parken en door de fraaie groene lanen van de wijk. Of een flink stuk hardlopen door de parken die onze wijk omringen. Of de nieuwste mountainbikeroute vanuit de wijk verkennen. Voor iedereen iets, en ook voor allen koffie en thee. Dat zo ongeveer tegelijkertijd de fraaie oude auto’s die meedoen aan de Classic vertrekken is dan mooi meegenomen.


Pagina 47

10e keer de Classic Na een geslaagde rallye parkeerden ze een voor een op het Mesdagveld, de stralend gepoetste old-timers

mooie auto’s. Een mooi ontmoetingsmoment voor jong en oud direct na de zomervakantie.

In 2009 besloot het toenmalige bestuur van de wijkvereniging dat er meer activiteiten voor en vooral dóór de wijk moesten worden georganiseerd. Frank Jibben, secretaris van het bestuur en klassiekeradept, stak zijn vinger op en opperde om iets met klassieke auto’s te gaan doen. Dit idee werd omarmd door het bestuur en Frank plaatste een oproep in de Penseelstreek, ontving ongeveer tien reacties en in 2010 werd de eerste editie georganiseerd. Een traditie was geboren. In het lustrumjaar 2021 was de 10e Classic een feit.

Classic organisatoren Harold Verhoeven en Ewoud Vogels: “Het loopt fantastisch. De sfeer is erg goed en we lachen heel wat af. De gezelligheid staat voorop en ook buiten de commissie weten we elkaar wel te vinden.”

De formule staat en werkt, want de Classic trekt onverminderd veel belangstelling. Ook op deze lustrumeditie. Ruim 450 bezoekers vonden de weg naar Mesdagveld, klassieke wagens en gezelligheid. Het ochtendprogramma bestaat uit een rit, echt een feestje voor de autoliefhebbers. Het middagprogramma op het veldje vormt een ontmoetingsplaats voor alle wijkgenoten, die onder het genot van een hapje, een drankje en lekkere muziek bijpraten en genieten van de

“Wij zien de toekomst zonnig tegemoet. De klassieke auto is onverminderd populair merken wij en wij denken dat het idee van een gezellige buurtmiddag op ons veldje de wijkbewoners zal blijven aanspreken. Dus zet zondag 4 september 2022 maar vast in de agenda, waarbij we nu alvast kunnen verklappen dat we Max Verstappen weer op het grote scherm in actie zullen zien in Zandvoort!”


Pagina 48

Schilders en straatbewoners 25 september - schilders en straatbewoners Wat een feest! Een stoet van zeker tachtig mensen bewoog zich van de ene deelnemende straat naar de andere. Om telkens weer nieuws te ontdekken in wat een straat wist te presenteren. Waarop wij als publiek getrakteerd werden, was verwonderlijk creatief, inventief, mooi gemaakt, informatief over de schilder, schitterend van sfeer, leuk voor de kinderen. Kortom, het was ronduit verrassend! Een lopend festival. Een opgetogen en vriendelijke stemming, een moment van bloei, of moet je zeggen van geluk in de Penseelstreek.


Pagina 49

Schilders en straatbewoners

Een lustrumfeest in de wijk, hoe begint dat? Het begon in de kantine van de tennisvereniging. Het bestuur zette in op een inspirerend vijftal ideeën waar zich ter vergadering vrijwilligers voor aanmeldden. Daarna gingen het overleg en de ideeënvorming verder in de groep die zich had aangemeld. En voilà, het feest kwam er, verdeeld over vier dagen. Het eerste weekend van september en ten slotte de middag van zaterdag 25 september. En wat de zomer ons ook heeft voorgeschoteld, alle vier de dagen was het prachtig weer! Schilders en straatbewoners We wilden graag dat er ook in de straten van onze Schildersbuurt iets zou gebeuren. Minstens honderd keer per jaar noem je de naam van de schilder in je straatnaam, maar veel andere aandacht krijgt hij niet. Zo’n vijftien straten hebben de koe - of de stier - bij de horens gevat en zijn met een enorme creativiteit en vindingrijkheid aan de slag gegaan om iets met hun schilder en hun straat te doen. Voor sommigen sloeg de koorts nog toe kort voor 25 september. De penselen en kwasten waren nog nat toen de dag aanbrak. De route langs de deelnemende straten was zonder

oponthoud in een klein uur te lopen. Maar er was ook nog van alles te zien! De tocht begon op het Mesdagveld om door onze drie buurten te kronkelen en te eindigen in de Bakermat. Van basisschool ’t Panorama konden we een apparaat lenen om met muziek door de straten te trekken en met microfoon te kunnen spreken. Wat een mooie en verrassende ideeën wachtten ons! Wie weg was, heeft niets gezien De opdracht was iets van de schilder te presenteren en met straatgenoten samen te werken aan een collectief product. Zeer toepasselijk op de Nationale Burendag, niet helemaal toevallig ook vallend op 25 september. Jan Zwartjes en Hans Alink maakten er hele mooie foto’s van. Het collectieve product kregen we te zien in allerlei verschillende toonaarden. Hier zijn onze actieve straten in beeld, liefst in hun eigen woorden:


Pagina 50

Schilders en straatbewoners

Panorama Mesdaglaan “Het begon met een appuitwisseling. Mesdag schilderde het panorama van zijn geliefde zee, strand, duin en dorp in enkele maanden met een viertal anderen. Die samenwerking sprak ons aan. We gingen een Panorama maken over vertrouwde - en hoogtepunten uit ons straatleven. De huizen en de beukenbomen. De bergen herfstbladeren waar je in kunt verdwijnen. De barbecue met tafels midden op straat. De vogelpoep en rioleringsproblemen. Het auto poetsen. De pubquiz op koningsdag. Negen tekenaars hadden zich gemeld in de app. Schilders waren er minstens twintig, ook de kinderen hebben meegedaan. Hier werd in een tuin, daar in een keuken geschilderd met vier, vijf mensen. Het zinderde door de straat en velen deden mee, ook de school.” Voerman, vader en zoon Van de Voermanstraat heeft zich één deelnemer gemeld. Vader Jan Voerman was een schilder van zijn tijd. Hij had contacten met de Franse schilderkunst van het impressionisme en met Barbizon. Zoon Jan Voerman kreeg op 15-jarige leeftijd de opdracht van

zijn grootvader Ericus Verkade om de illustraties te tekenen voor zijn Verkade-albums. De precisie en finesse van zijn natuurobservaties blijven zijn gehele oeuvre kenmerken. Jan Veth, Herkenningspunten “Jan Veth stond bekend als portretschilder, maar wat ons trof was zijn veelzijdigheid. Hij was behalve schilder ook dichter, kunstcriticus en hoogleraar kunstgeschiedenis en esthetica. Onze straat kent ook een grote variëteit. Daarnaast heeft hij een kunstenaarsvereniging opgericht. Iemand uit de Jan Vethstraat heeft het initiatief genomen om de wijkvereniging op te richten, met nog twee straatgenoten. Goed kijkend naar portretten van Jan Veth vonden we dat ze leken op mensen uit onze straat.’’Arja, Cécile, Ineke en Tineke


Pagina 51

Schilders en straatbewoners

De Breitnerstraat. De Breitnerstraat presenteerde vlaggen in een helder verhaal. Langs de hele lange Breitnerstraat hingen ze overal, de Breitnervlaggen, donkere Gele Rijders op donkere paarden over blonde stranden. Een prachtig gezicht. En we herinnerden ons de feeërieke verlichting van de straat, een project van Bob van der Klaauw, dat hij zijn straat en de hele wijk heeft aangeboden. Bob is professioneel belichter van gebouwen en kunstwerken en toverde de straat om in een nachtelijk sprookje. Heel veel buurtgenoten zijn erop afgekomen op dinsdagavond 21 september. De Z van Jozef Israëls ‘In de Jozef Israëlslaan kwam er een oproep in de app. In juni kwamen er al creatieve ideeën op. We wilden de hele straat erbij kunnen betrekken. En iets ondernemen tegen de nieuwe straatnaambordjes die de naam van Jozef verkeerd spelden, namelijk met een s. We verdeelden de taken, kozen een schilderij, kochten verfmateriaal en dozen. We verspreidden de instructies en de ene na de andere straatgenoot belde aan om mee te doen. Toen we meer werk zagen van Israëls, besloten we een buitenexpositie te maken met

pizzadozen van Eataliano als schilderijlijsten. En een speurtocht voor de kinderen. En koeken. En portretten met uitgezaagde gezichten waar je je hoofd door kunt steken. En iets te drinken. Een plek om niet meer weg te gaan.’ Caroline, Gerdy, Ruud, Wouter, Nicole


Pagina 52

Schilders en straatbewoners

Alleen sneeuwgezichten Vanaf het begin was de zeer korte Apolstraat vol ideeën. Krijttekeningen op straat, tentoonstellen van werk van de schilder. Ze ontdekten dat deze schilder alleen voor sneeuwlandschappen in de penselen klom. Dus waren het winterscènes waar het publiek op werd getrakteerd. Noorse trui en bontmuts, sleetjes, Friese doorlopers en botjes brachten het in de stemming. Kijk hoe een Apol op een witte plank werd uitgebeeld in een prachtige tekening gemaakt met schoensmeer… Bosboomcarillon De schilder Bosboom staat bekend om zijn kerkinterieurs. Dat kwam terug in het lied dat de Bosboombewoners hadden voorbereid, op de melodie van het carillon van Vendôme. De hele straat heeft kleurenfoto’s ingestuurd van huizen en bewoners. Met de computer zijn die in licht en donker gerangschikt en als mozaïeksteentjes ingezet om het portret van de schilder neer te zetten in een prachtig blauwe achtergrond. Hoe dichterbij je bent, des te meer kleur en beeld is er te zien. Dit bijzondere schilderij is aangeboden aan de Bakermat.

Toorop topportrettist Niet elke straat werd persoonlijk aangesproken. Maar toen de route door de Toorop liep en er vrij lang niets te zien zou zijn, kregen de Tooropstraatbewoners op het laatste moment toch de vraag om de straat een feestelijk tintje te geven. Dat is heel goed gelukt. Niet alleen was de straat versierd, maar ook Toorop en een aantal van zijn portretten hingen te kijk voor de talrijke en geïnteresseerde voorbijgangers!


Pagina 53

Schilders en straatbewoners

Een vaas van meer dan manshoog Colenbrander schilderde op keramiek. Op de wereldtentoonstelling in Parijs had hij de vormen en kleuren opgezogen die daar op Midden-Aziatisch aardewerk tentoongesteld werden. Perzische rondingen die niets in de werkelijkheid uitbeeldden. Uniek was het vormen- en kleurenpalet dat hij vervolgens verzon op zijn vazen en borden. Wat een mooie, leerzame presentatie en wat een goed project! Drie grote houten figuren werden uitgezaagd en voorbereid. Op het straatfeest, een week voor 25 september, hebben vijftig straatgenoten de figuren ingekleurd tot prachtige en onverwachte panelen. Ze zijn door straatbewoners geadopteerd en zullen op schragen het volgende straatfeest opluisteren als tafels voor hapjes, borden en glazen. Frans Hals en wij in het nu In de Frans Halslaan kon men de schilder niet dichter naderen. Bovenaan de straat waren in een omvangrijk canvas van een schuttersstuk van Frans Hals bekende gezichten van straatbewoners van nu gefotoshopt. Er liepen vrouwen en kinderen in 17e-eeuwse kledij. Onderaan de straat stonden kinderen in 17e-eeuwse

dracht met hun sabel voor het door Frans Hals geschilderde kindergroepsportret waar hun eigen gezichten in stonden. Bovendien had elk huis een eigentijdse Frans Hals op doek gezet. De onbespoten appeltjes die werden uitgedeeld, kwamen terug in een schildering. Meten hoe diep het wijnvat is... ‘Hobbema’s meest bekende werk is het Laantje van Middelharnis’. Dat wilden we uitbeelden. In stoepkrijt, bomen op doek, van onze steile straat een laantje maken, met een lied en een glaasje. Tot onze verrassing is hij op zijn veertigste gestopt met schilderen en wijnroeier geworden, dat is iemand die met de peilstok de hoeveelheid wijn in het vat controleert.’ Casper


Pagina 54

Schilders en straatbewoners

Van Ruisdaelstraat “We hebben eerst een klein groepje enthousiaste mensen bij elkaar gezocht, aan de keukentafel brainstormen, veel te laat begonnen en uiteindelijk veel te weinig tijd. Wat ons heeft getroffen in de schilder zijn de wolken, de Hollandse luchten in de werken zelf en het feit dat hij als schilder in zijn leven verschillende Nederlandse steden heeft aangedaan en dat je dat echt terugziet in zijn werken. Door het uitdelen van "puzzelstukjes" wilden we op een speelse manier mensen echt naar de werken toetrekken en hen uitdagen om echt in detail naar de werken te kijken. We zijn er het meest tevreden over dat we in korte tijd en met weinig moeite toch iets moois hebben weten neer te zetten en de kwaliteit van de prenten is echt boven verwachting uitgepakt!” Claire Het mooiste is dat de hele straat heeft meegedaan. “Nicolaes Maes was een veelschilder. Veel portretten, ruim 270 schilderijen. Waarschijnlijk was zijn atelier een echt productiebedrijf met leerlingen die alles voor hem schilderden behalve de gezichten. We wilden iedereen in de straat zover

krijgen dat ze meededen. Een schilderij achter elk voorkamervenster en een collectief portret door een afbeelding in stukken te verdelen en gezinnen te vragen een stuk te schilderen. Iedereen heeft meegedaan, was er ook bij de onthulling, een nieuw contactmoment.” Karel en Christel


Pagina 55

Schilders en straatbewoners

Enthousiasme en veerkracht ‘In de Paulus Potterstraat begon het in de buurvrouwenapp. Bij drie moeders van kleine, iets grotere en allang volwassen kinderen. In ‘de stier van Potter’, zijn beroemdste werk, hebben we de stier uitgesneden. In het wit een collage van foto’s van de ogen van alle bewoners, een eiland van volwassen en een van kinderogenparen, en die van de hond. Kijken is essentieel voor kunst, vonden we. Hoofdzaak was een groeiend enthousiasme, veerkracht als van het grote springkussen met de stierenkop in top. Allerlei initiatieven van alle leeftijden kwamen bij elkaar, de in de wijk bekende suikerspinners, koeken en hapjes. Kortom, een feest dat tot in de kleine uurtjes door kon gaan.’ Wilma Rembrandt als finale Op de Rembrandtlaan klonk een warme stem: ‘Welkom in de Gouden Eeuw.’ Die nam ons mee naar andere tijden. Een meisje in lichtgele zijde leek zo te zijn weggestapt uit de Nachtwacht die uitgestald stond in een tuin. Voor twee voordeuren stonden schilderijlijsten voor een grijze achtergrond. En daarin stonden, in prachtige uitdossing, Marten en Oopjen

te poseren ter ere van hun huwelijk. Fuchsiarode meisjes met witte hoofddoekjes deelden pasteitjes uit en koeken. Rembrandt zelf stond het vriendelijk te bekijken naast zijn zelfportret. Er klonk renaissance muziek. En inderdaad, het zijden meisje zette de fluit aan haar mond. Wat heeft theater een kracht en wat werden we getrakteerd!


Pagina 56

Schilders en straatbewoners

Achter de schermen Prachtig plan omdat alle straten zelf bedachten en uitvoerden wat ze zouden doen. Maar het initiatiefgroepje had toch nog een flinke taak. We wilden een netwerk opbouwen te beginnen bij een kennis in elke straat en die vragen welke straatgenoot contactpersoon wilde zijn. Aan ons de taak om te animeren en tussen mei en eind september de geest uit de fles te krijgen. We waren uiteindelijk met ons vieren. Een folder huis aan huis, mensen aanspreken, aanbellen of opbellen. Plannen inventariseren, besluiten over het budget dat de wijkvereniging ter beschikking had, een planning maken en vervolgens de route vastleggen. Mails hier en apps daar. Vragen beantwoorden. Juryleden ronselen, jongeren en volwassenen. Heeft de wijkvereniging een tent, palen, stoelen, statafels? Slecht weer scenario. Verkeersveiligheid met al dat oversteken. Daar gaat wat inspanning inzitten. De lustrumlogo’s van de oranjecommissie spuiten om de route te markeren. Prijzen bedenken en klaarzetten. Een borrel en een zoutje in de Bakermat, ook daar komt heel veel bij kijken. Inkopen, afspraken, QR-codes scannen. Het was hard werken. Vooral voor Mieke Breuning en Paulien

Ariëns, en ook voor Marlies de Jong en Annemoon Gudde. En wat is het een prachtige middag geworden. De winnaars De juryleden hadden een helse taak. Elke straat verraste op een eigen wijze. Tenslotte hebben ze twee straten met het hoogste aantal punten bedeeld: De Breitnerstraat en de Rembrandtlaan. Voor beide de eerste prijs en voor beide een borrelpakket. Want het gaat om het samen beleven. Bakermat De gemaakte kunstwerken hebben tot in januari geëxposeerd gestaan en gehangen in de Bakermat. Wat een uitzonderlijke en positieve activiteit heeft dit project opgeroepen in de wijk. Je weet niet wat je ziet.


Pagina 57

Sint Maarten


Straatbeeld Annemoon Gudde

Het regent blaren in de herfst Rond zeven uur hoor je auto’s vertrekken Minder dan eerder, maar de files zijn terug Fietsers rijden naar het werk naar het station en de randstad Het regent blaren in de herfst Om kwart na achten stromen ouders met kinderen naar de scholen en even later samen pratend weer terug Huizen ademen uit en in Het regent blaren in de herfst Vanachter zolderramen Kijken mensen in het blauw Gebonden aan hun thuiswerkplek Tijdelijk maar al vrij lang Er gist een achterstallig bewegen Dromen van zomer of geliefde Tijd van leven Het regent blaren in de herfst Honden moeten uit op alle uren Een heer laat zijn mobiel uit De zon kraakt van helderheid En verder is het stil De straat wacht onbewogen Op onze thuiskomst


HOOFDSTUK 3

Dagelijks leven


Pagina 60

Een dag in de wijk anno 2021

Het is een mooi onderwerp: beschrijf een dag, een normale gewone dagdagelijkse dag, zoals die zich voltrekt in onze wijk, in 2021. Maar 2021 is niet zomaar een jaar. Het is het tweede jaar dat we in een nieuw normaal zijn beland. Met steeds weer veranderende leefregels. Maandenlang was het nieuwe normaal dat kinderen niet naar school gingen. Dat er geen enkele auto van een oprit wegreed, op weg naar een werkplek. Dat niemand zich haastte op de fiets naar het station om een trein te halen naar het kantoor in de Randstad. Dat het überhaupt gewoon ontzettend stil was in de straten. We waren thuis, in lockdown. We werkten thuis, we onderwezen thuis, we zagen onze dierbaren op schermen, we hielden afstand. Een soort van oud normaal leven was er dan ook wel weer. De Albert Heijn was open. Maar er hoefde geen muntje meer in het winkelwagentje en met het wagentje in de houdgreep voerden we merkwaardige manoeuvres uit om andere winkelende buurtgenoten op de verplichte 1,5 meter te houden.

Het Post NL-afhaalpunt in de Primerawinkel was ook open. Pakketten tot aan het plafond, maar linten langs de schappen: de tijdschriften en boeken mochten niet verkocht worden: geen noodzakelijke waren. Wat zat er dan in die pakketten? Boeken die waren besteld bij neringen die nog wel boeken mochten verkopen. Corona maakt soms recht wat krom is en andersom. Waar de straat rustig was, was het bos vol. Vol met wijkgenoten die Coronahonden hadden aangeschaft, of die het thuiswerken afwisselden met een wandeling. En vol met niet-wijkgenoten. Soms was het ook op de paden in Mariëndael zo druk dat een ijlings uitwijken naar de berm nodig was om de 1,5 meter te waarborgen. En vol was het dus ook thuis. Thuiswerken uiteraard, kinderen die thuis naar school gingen maar daarnaast: werken aan je huis. En tuin. Ook opvallend: de legpuzzels (die met 1000 stukjes) waren in Coronatijd lange tijd uitverkocht en in sommige straten in de wijk begon een levendige ruilhandel in deze waren.


Pagina 61

Een dag in de wijk anno 2021

In september 2021 hernam het oude normaal grotendeels zijn plek. Nog steeds werken veel wijkgenoten thuis. Ze worden ’s ochtends wakker van de scooter van de krantenjongen. En aanschouwen rond kwart over 8 de stoeten kinderen en ouders die naar school gaan. Rugzakjes op, op fietsen, stepjes of lekker lopend, schoppend tegen de bergen herfstbladeren. De ouders keren erna zonder kinderen weer huiswaarts, en praten op straat over waar je op straat over praat als ouders. De brigade schoonmakers meldt zich, gevolgd door busjes van diverse leveranciers die de nog steeds hoge berg aan bestelde pakjes en boodschappen afleveren. En in bijna elke straat wordt dan alweer uren gewerkt door aannemers en tuinmannen en schilders. De huizen in de wijk worden voortdurend verbouwd, uitgebouwd, opnieuw gebouwd. Datzelfde lijkt het geval te zijn met de leidingen in de straten. Maar aan het einde van de middag legt men het werk neer en keert terug naar de eigen wijk. In de straten van de Penseelstreek spelen dan weer de kinderen, laten de wijkbewoners hun hond uit en draaien de leaseauto’s de opritten op. En

wijkbewoners die met het OV reizen peddelen weer de bulten op vanuit het station. Soms nog even snel langs de Albert Heijn, waar je weer naar binnen mag zonder mondkapje en er ook weer een muntje in het wagentje moet. ‘s Avonds is het stil. Een incidentele sporter werkt aan de conditie, al hardlopend of fietsend. De jeugd slingert zich de Bakenbergseweg omhoog op weg naar hockeyen voetbaltraining. Aan het eind van 2021 blijkt Covid nog lang niet vertrokken. We wennen aan weer nieuwe leefregels, en schaffen nieuwe mondkapjes aan. We hamsteren zelftests. Een nieuwe dagdagelijkse routine zal zich aftekenen. Met in elk geval nog wel altijd het laatste rondje met het (corona)hondje. Maar dat is eigenlijk niet anders in oud of nieuw of nieuwer normaal.




Pagina 64

De vader van Paulus

In de vijfentwintig jaar waar onze jarige wijkvereniging met dit jubileumboek op terugkijkt, heeft er in onze wijk een schrijver-schepper en veelkunstenaar gewoond aan wie de herinnering nog altijd voortbestaat: Jan van Oort, beter bekend als Jean Dulieu (1921-2006), de geestelijke vader, de maker en de stem van Paulus de Boskabouter. Iedereen kent het kleine standbeeld van Paulus gemaakt door beeldhouwer Henk Evertzen, dat in de bocht van de Nicolaes Maes- en de Van Ostadestraat in de laagte van het Gravinnebos (Park Gulden Bodem) staat. “Ik kwam hem vaak in het bos tegen als hij zijn hond uitliet. Hij had altijd snoepjes bij zich voor de hond,” vertelde een dame uit de buurt. Van opleiding was hij violist. Als twintiger speelde hij in diverse orkesten en tenslotte als tweede violist in het Concertgebouworkest, tot de oorlog daar in 1944 een einde aan maakte. Jan van Oort wendde zich daarna stap voor stap tot de kunstvorm die hem zijn leven lang zou blijven trekken: tekenen. Hij was in 1943 getrouwd met een Arnhems meisje en ze verwachtten hun eerste kind, toen hij een hele serie kabouters ontwierp om over te kunnen vertellen. Daaruit koos zijn vrouw Paulus en zij gaf hem zijn naam.

Wanneer je zijn carrière beschouwt, lijkt het alsof zijn talenten en zijn karakter van familyman met zijn vier kinderen zonder haperen hebben geleid tot een ononderbroken succes. Hij publiceerde vanaf 1946 een enorme serie afleveringen van de Paulusstrip in Het Vrije Volk en later in diverse weekbladen. Daarop volgde een lange reeks zelf geïllustreerde kinderboeken over Paulus de Boskabouter. Van Oort maakte poppenkastpoppen bij de verhalen, die hij zelf van een stem voorzag en van een karakter. Vervolgens kwam hij als verteller op de radio en ook daar startte in 1955 een jaren durende serie hoorspelen over Paulus, waarin hij alle stemmen voor z’n rekening nam, behalve die van Prinses Priegel, want die werd vertolkt door zijn oudste dochter. Hij maakte marionetten bij zijn personages en er kwamen vanaf 1967 veertig televisiefilms van. Een heel aantal generaties kinderen groeide op met Paulus de Boskabouter en zag na soms griezelige aanvallen van de kwade heks Eucalypta het Goede overwinnen. Prachtig dat hij zo heeft kunnen leven van zijn talenten en zijn fantasie. Maar zijn leven kende ook periodes van diepe dalen, zowel in zijn inkomen als in zijn gezinsleven. Bovendien benam de populariteit van

Paulus het zicht op zijn andere verhalen en illustraties. Steeds opnieuw moest hij een nieuwe weg kiezen en ook verwerken dat zijn werkdrang en enthousiasme niet altijd weerklank vonden. Vanaf begin jaren zeventig tot aan zijn dood in 2006 heeft hij gewoond aan de Bakenbergseweg.


Pagina 65

Leesclubs en boekenkringen: de kunst van het lezen

De kunst van het lezen van literatuur wordt vrij breed gebezigd, ook in onze wijk. In de vorm van leesclubs en boekenkringen. Er zijn mannenboekenclubs, vrouwenleeskringen en gemengde clubs. Er zijn er die biografieën lezen of filosofen, of van alles, maar merendeels gaat het om fictie; Nederlands, vertaalde buitenlandse literatuur en af en toe een klassiek werk. Waarom zou je in een leeskring gaan? Omdat je met meer aandacht leest, als je er nog over moet praten. Of omdat je dan boeken leest die je anders niet zou lezen. Of omdat je vindt dat je anders niet genoeg aan lezen toekomt. Je bent bijvoorbeeld veertiger met kinderen en een drukke baan. In de leesclub van Mieke en Paulien brengt ieder van de vijf leden op haar beurt een titel in: Nederlands, vertaald, pas uitgekomen of klassiek, soms met een aanleiding in een theaterstuk, een tentoonstelling of een bepaalde muziek, die dan ook wordt bezocht of beluisterd. Ook het programma Brommer op zee kan aanleiding zijn voor een boek. Het is een kleine groep die al jaren bestaat. “Je leert elkaar kennen en samen merk je meer op dan alleen.”

De boekenclub van Marjan en Cathy uit de Mesdaglaan kiest voor uitsluitend Nederlandse literatuur en meestal heel recente boeken. Marieke Lucas Rijneveld, De avond is ongemak. Annejet van der Zijl, Fortuna’s kinderen.

Ook de LHC bestaat al lang, bijna veertig jaar. De LHC is een ‘literaire herenclub’ met zes leden. Zij beginnen met een ronde over wat hen het meest getroffen heeft in het boek. Bij hen geen inleider die met papieren ritselt om al zijn observaties en conclusies in te brengen. De eerste ronde levert een aantal punten van bespreking op. Het gesprek wordt gevoerd met de hele groep. Daarom moet de groep ook niet te groot zijn. Iedereen heeft het boek uitgelezen en met aandacht overdacht. De inbreng van de een is analytischer dan van de ander. En wat besproken is, komt weer tot leven. Motiverend en altijd de moeite waard.

Hun club bestaat al zeker twintig jaar, zij zelf zijn er al vijftien jaar of langer lid van. “Het gaat zeker ook om de gezelligheid. Je leert elkaar kennen in de manier van lezen en presenteren en soms roept een boek een heel persoonlijke reactie op. Maar het boek staat centraal en iedereen heeft het gelezen. Iemand bereidt het voor om het te bespreken, leest het een keer of twee, of zoekt er recensies en interviews bij die digitaal worden nagestuurd. 1. 2020 Brouwers, Jeroen Cliënt E. Busken In wat de inleider aandraagt, resoneert altijd de eigen bagage van de spreker. En dat geldt voor elk lid van de groep. De confrontatie van de leeservaringen levert discussie op. Het verdiept het lezen. Vaak ga je met een ‘rijker’ boek naar huis dan waarmee je bent gekomen. Nog maar eens opnieuw lezen dan.

2. 2020 Barnes, Julian 3. 2020 Schilperoord, Inge 4. 2020 Atwood 5. 2020 Kollaard 6. 2021 Grøndahl 7. 2021 Gide 8. 2021 Sebald 9. 2021 Gussinklo, te 10. 2021 Enter 11. 2021 Graham Swift 12. 2021 Rooney, Sally 13. 2021 Egan, Jennifer LHC Recent Gelezen boeken

The man in the red coat Muidhond De Testamenten Uit het leven van een hond Soms ben ik gelukkig De immoralist Austerlitz De hoogstapelaar Pastorale Hier zijn we (There we are) Normal people Bezoek van de knokploeg

ned engels ned amerik ned deens frans duits ned ned engels engels amerik

2000-2025 2000-2025 2000-2025 2000-2025 2000-2025 2000-2025 1900-1925 2000-2025 2000-2025 2000-2025 2000-2025 2000-2025 2000-2025


Pagina 66

Beeldende kunst

Paulien Ariëns uit de Van Ruisdaelstraat heeft toen haar kinderen klein waren een tweejarige opleiding Beeldende creativiteit gevolgd. Daarvan heeft zij een grote vrijheid overgehouden om verschillende materialen en stijlen naar believen toe te passen. Deze belangstelling en haar organisatietalent hebben geleid tot werkzaamheden en uiteindelijk een baan in de culturele sector, maar tegelijkertijd is zij altijd blijven schilderen. Haar werk is figuratief en veelzijdig. Ze heeft zich laten inspireren door Matisse en Van Dongen, Hopper en Hockney en hen door naschilderen verkend. Sindsdien liggen haar onderwerpen dichtbij haar affectieve leven, of het nu landschappen zijn of mensen. Doeken waar je lang naar kunt kijken.


Pagina 67

Beeldende kunst

Gerald Schepers uit de Jan Vethstraat noemt zich gevoelskunstenaar. Hij schildert het liefst met olieverf op canvas, met paletmes en penseel, soms met blote handen. Intuïtief. Zijn inspiratie ontleent hij aan landschap en natuur. Zijn werk is abstract, zijn kleuren zijn vol en hij houdt van de glans van burnt umber. Hij kiest zijn kleuren, kijkt en peilt geduldig tot de eerste laag gedroogd is en hij verder kan. Als in het leven, onderlagen verdwijnen nooit. Hij exposeert in parfumerie Linnewiel in de Kortestraat in Arnhem en in restaurant De Heeren van Wolversveen in Zelhem. Gerald werkt onder de naam GPJ_art, zijn initialen, en is autodidact. Op Instagram pagina @GPJ_art staat meer van zijn werk.


Pagina 68

Beeldende kunst

Annekee Witte uit de Van Goghstraat was zestig geweest toen zij met beeldhouwen begon. Later kwam het vormgeven in was met het bronsgieten erbij. Het levensthema ‘overgave’ stuurde haar handen jaren lang, tot er ruimte kwam voor andere thema’s. Overgave tussen moeder en kind, vrouw en man. Verstandhouding, vertrouwen, koestering en bescherming. Baby’s en kinderen in diverse leeftijden en houdingen. De atelierroute van 2015 in onze wijk werd voor Annekee een groot succes. “Ik verkocht vrijwel al mijn geëxposeerde werk. Bovendien wonnen mijn bronzen baby’tjes de loterijprijs.” Begonnen met was en brons heeft ze nu ook de kunst van het houwen van steen veroverd. Iron stone, albast, serpentijn, travertin, kobalt. Recentelijk spreekt ook klei haar weer aan. Om haar beelden hangt een stilte die je noopt tot kijken.


Pagina 69

Beeldende kunst

Voor Christel Huijsman-van Leeuwen uit de Nicolaes Maesstraat is de donderdagavond een vaste waarde. Dan werkt ze in het atelier van de KWA onderaan de Kemperbergerweg aan haar nieuwste schepping. Onder begeleiding van haar docente Anjeliek Blaauw. Dit doet Christel met een groep waar ze lang geleden in De Mariënburg mee begonnen is. Het is de les met beeldhouwen & boetseren, maar ze werkt er ook met kippengaas en cement, met klei, evengoed als met steen. Voor cementen werk dat voor buiten bestemd is, schudt ze zo uit haar mouw met welke chemische bewerking het stuk weersbestendig wordt. Hoe ze komt aan die kennis: alle docenten van de KWA zijn vraagbaak en het internet is ook een belangrijke bron. De bonte waterspuwer in haar tuin hoopt ze nog eens met een laag mozaïek te bekleden. Christel gaat vaak uit van een plaatje dat haar aanspreekt. Het kan van alles zijn. Een groepsgenoot in de les kenschetst haar als een meester-imitator. Wat ze ziet, maakt ze na. En meestal lukt het. Zo maakte ze

de bronzen hond van Giacometti na met papier-maché, ijzerdraad en goudverf. Met steen werken vindt ze iets raadselachtigs. De steen kan weerbarstig zijn en de vorm weigeren die haar beitel wil afdwingen. Liever barsten of breken. Wanneer ze een andere vorm probeert, blijkt de steen als het ware mee te bewegen. Het wonderlijke is dat terugkijkend een dergelijke blokkade vaak een wending in haar persoonlijke ontwikkeling blijkt in te luiden. De KWA is een vereniging voor vrijetijdskunstenaars die onder begeleiding van professionele kunstenaars werken aan de ontplooiing van hun creativiteit. Lid zijn van deze ‘vereniging’ betekent bereid zijn om te klussen voor de vereniging. Onderhoud en schoonmaken bijvoorbeeld. Maar daar staat tegenover dat de kosten laag gehouden kunnen worden.


Pagina 70

Beeldende kunst

Coen Mulder uit de Jozef Israëlsstraat maakt sieraden. Hij is edelsmid en vormgever. “Ik houd van kleur, dat zie je terug in mijn aluminium werk. Het contrast tussen zilver, tantaal en goud vind ik mooi. Ik heb altijd veel trouwringen gemaakt en vind het heel leuk om mee te denken in het keuzeproces. Ik werk in mijn atelier aan huis en vind het altijd leuk om weer iets nieuws te maken.” Coen Mulder volgde zijn opleiding aan de Academie voor Beeldende Kunsten te Arnhem. Coen was als docent al 25 jaar verbonden aan de Gruitpoort. Daarnaast werkt hij als zelfstandig edelsmid en vormgever. Hij werkt in opdracht van particulieren en galeries.


Pagina 71

Beeldende kunst

Inge Haggenburg uit de Van Heemstralaan, voormalig docente beeldende vorming aan het KGL (Katholiek Gelders Lyceum) en later het Beekdal, heeft in coronatijd en de lange regenachtige zomer van 2021 een project opgevat. Sommige mensen zullen zich haar sprookjesachtige kostuums en decors herinneren uit de tijd dat het KGL nog Shakespeares opvoerde. Midsummernightdreams. Haar met trespa kunststof afgezoomde balkonmuurtjes vroegen om een minder treurige uitstraling. In een project van maanden kleurt zij die platen met een mozaïek van gesneden en bijgeknipte stukjes wandtegel. Het onderwerp? Haar meest geliefde Italiaanse vergezichten. Subtropische zon in een guldenbodemse achtertuin.


Pagina 72

Volop muziek in de wijk

Als we een feest in de wijk hebben, met een band in een tent op ons Mesdagveldje, dan kunnen we allemaal meegenieten van de muziek. Elk jaar op 11 november dweilt er een dweilorkest door de wijk met een hele stoet kinderen in Sint Maartenoptocht er achteraan. Met Kerst zingen we allemaal met elkaar bij de grote kerstboom, verwarmd door de chocolademelk, de glühwein en de stichtende woorden van onze emeritus kapelaan. Maar de meeste muziek speelt zich achter de vele voordeuren af. Bij de jaarlijkse “Muziek bij de Buren” kun je ook in onze wijk op diverse adressen terecht voor een muzikale ontvangst bij wijkgenoten thuis. Verschillende muziekdocenten (onder andere piano, zang, viool) zijn de hele dag met hun leerlingen bezig, en die leerlingen zijn thuis natuurlijk flink aan het oefenen. Leden van koren en orkesten oefenen hun partijen en zoeken daarnaast elkaar op voor duetten en dergelijke.

Huiskamerconcertjes voor kennissen en (muziek-)vrienden, speciale liederen voor de jubilaris, de jarige, het feestvarken, het komt hier allemaal voor, talenten genoeg in de wijk. In ons nieuwe wijkcentrum de Bakermat kun je naar concerten luisteren, naar uitvoeringen van muziekleerlingen en sinds kort is daar nu ook een Open Podium. Er zit volop muziek in de wijk!


Pagina 73

Open Podium in de Bakermat

Wat is nou leuker dan samen muziek maken? Om dat te stimuleren is het Open Podium in de Bakermat van start gegaan. Wat zijn de kenmerken van dat Open Podium? • • • • •

Korte optredens (5-10 minuten) voor en door wijkgenoten Muziek, instrumentaal en zang, voordracht, cabaret: alles mag Laagdrempelig, van beginners tot (gevorderde) amateurs Het ultieme doel: Het durven optreden, voor de eerste keer, en dan luid worden toegejuicht En muzikale contacten opdoen, samenspel bevorderen, plezier beleven aan muziek

Om een voorbeeld te geven: Kees. Niet zo maar iemand, want voormalig assistent filiaalleider van onze AH en ondersteuner van het Koffiehuis in de Bakermat, hoorde van dat Open Podium. Hij had zijn zoon al vaak gepusht om weer te gaan zingen, maar die had geantwoord: ‘Ga jij zelf maar zingen…’ Goed idee. Hij kende een zangleraar, die woonde weliswaar in Tilburg, maar daar ging hij toch om de week naar toe voor zangles. En toen in ‘zijn’ Bakermat een Open Podium kwam trok hij de stoute schoenen aan voor een primeur optreden. Hij had de dag ervoor nog speciaal zo’n dikke geluidsbox gekocht voor de begeleiding. En zo stond hij op het podium, vertelde dit hele verhaal en zong vervolgens vol overtuiging twee popnummers voor een enthousiast publiek.


Pagina 74

Peter Berns

Muziek heeft in het leven van Peter Berns (1950), die al bijna 40 jaar in de Bosboomstraat woont, altijd een grote rol gespeeld. Dat begon al als 8-jarig jongetje in het jongenskoor van St. Vitus in Hilversum. Drie keer oefenen per week, vóór schooltijd, en mooie optredens; hij vond het geweldig. Op zijn tiende erfde hij van zijn opa een prachtige viool en volgden er vioollessen. Dat was taai, maar leidde wel tot een jeugdorkest en het straatorkest Ricciotti, dat uit principe niet in een concertzaal speelde, maar buiten op straat, dichtbij de mensen, muziek voor het volk (het waren de jaren ‘60). Later volgden lessen bij Coosje Wijzenbeek, beroemd vioolpedagoge. Wat een voorrecht om dat te hebben mogen meemaken. In zijn studietijd richtte Peter een zigeunerorkest op en in het NSO, Nederlands Studenten Orkest leerde Peter zijn Jeanne kennen, ook violist. Muziek is altijd de lust in hun leven geweest en de laatste jaren zingen ze samen in het ‘Koortje van Plezier’ in Velp. In hun vakantiehuis in het Franse bergdorpje Sixt Fer-à-Cheval hebben ze via muziek veel vrienden gemaakt. Met Nederlandse muziekvrienden treden ze regelmatig op met het plaatselijke koor van Sixt in hun

mooie romaanse kerkje. Dat koor heeft zelfs ‘Tulpen uit Amsterdam’ leren zingen, want ze willen ook wel eens naar Nederland komen! Dat zou zo maar eens een optreden in de Bakermat kunnen worden, ons nieuwe wijkcentrum. Peter is daar namelijk als voorzitter van de muziekcommissie de kartrekker van een bruisende muzikale programmering. En zo blijft Peter volop actief in de muziek. Muziek verbindt. Muziek is een taal die iedereen verstaat.


Pagina 75

Els Derksen, klarinettist

Els Derksen (1955, kinderfysiotherapeut) is een muzikale laatbloeier. Een broer leerde haar - het jongere zusje - een beetje blokfluit spelen. Dat was wel bijzonder, zomaar die tonen kunnen maken. Pas op haar 28e begon ze met klarinetles. Dat ging goed en na enige tijd was ze eerste klarinettist bij het AKK, Arnhems Klarinetten Koor. Stel je voor, vierentwintig musici die uitsluitend de instrumenten uit de klarinetfamilie bespelen: de es-, bes-, alt-, contra-alt-, bas- en contrabasklarinet. Els vond het geweldig. Nog mooier werd het toen ze een paar jaar later tweede klarinet ging spelen. Dan speel je niet de melodie, maar de akkoorden en de tegen-akkoorden. Je leert dan pas echt samenspelen, fascinerend. En toen lonkte de basklarinet (octaaf lager) en uiteindelijk, na lang sparen en goed zoeken, zelfs de contrabasklarinet (twee octaven lager). Loodzwaar, twee meter hoog, met lage tonen waar je bijna bang van wordt. Loop je met die klarinetkoffer over straat dan wekt dat argwaan… Momenteel speelt Els bij Athoc, een ensemble verbonden aan de Muziekmakerij bij de Rozet. Hierbij heeft ze al van alles meegemaakt, van middeleeuwse

kerkmuziek tot eigentijdse componisten, van heel modern (dat een argeloze toehoorder denkt 'Tja…’) tot meer harmonieus. En tussendoor ook kleine groepjes, gewoon thuis, duetten met een dwarsfluit, allemaal mooi om te doen. Wat haar drijft, en waar ze graag drie à vier keer in de week voor oefent, is: muziek maken met elkaar, heel intiem, de zoektocht er naar toe, die magische, haast bovenaardse momenten van genieten van samenklanken. Wat dat met je doet…!


Pagina 76

Adrian Martig, vioolbouwer

Adrian Martig (1958) is geboren in Zwitserland. Al vanaf zijn zesde speelt hij viool. Werken in de elektrotechniek beviel hem niet. Hij zocht naar iets concreets en vond dat in een opleiding vioolbouw. Via zijn Nederlandse vrouw belandde hij uiteindelijk in Arnhem, nu al sinds 24 jaar in de Jozef Israëlslaan.

staarten van paarden uit Mongolië. Die paardenharen zijn het belangrijkste exportproduct van Mongolië.

Adrian repareert en verhuurt violen, altviolen en cello’s. Als een kind wil vioolspelen begint het met een 1/4 viool. Elke twee en een half jaar moet er een grotere viool komen, 1/2, dan een 3/4 tot uiteindelijk de volwassen 1/1 viool. Dergelijke violen worden veelal gehuurd en omgeruild. Adrian heeft meer dan honderd instrumenten in eigendom.

Een kind was toe aan een 1/1 viool. De viool van opa lag al 30 jaar op zolder. Dat is dan wel een gok of die weer mooi kan gaan klinken, maar het lukte. Hoe trots ze nu is met haar viool van opa. Adrian: “Ik voel me soms een soort van huisarts aan wie men zijn kind toevertrouwt en die ik dan weer opknap.”

Het hout van strijkinstrumenten blijft altijd werken. Daarom moeten stemknoppen vaak gerepareerd worden. Die kunnen vast gaan zitten, of juist loslaten. De toets, de hals waarop je met je vingers op de snaren drukt, kan slijten, ook al is het van keihard ebbenhout. Die moet je dan helemaal opschuren. De snaren van de strijkstok moeten ook regelmatig vervangen worden. Daarvoor gebruik je haren van

Een jongen van 11 jaar demonstreerde thuis zijn pasgeleerde handstandoverslag en belandde op een viool. Helemaal doormidden, zowel boven- als onderblad. Ook dat kan Adrian repareren.


Pagina 77

Annette Niels, Klavierplezier

Bij Annette Niels (1965) zit muziek in haar DNA, met meerdere musici in de familie. Een oud-oom raadde haar af ook in de muziek te gaan vanwege de slechte verdiensten. Tevergeefs. Als kind kreeg ze zang- en fluitles maar piano spelen heeft ze zichzelf geleerd. Pas aan het eind van de middelbare school kwam het er toch van: pianoles. En daarna als vanzelfsprekend door naar het conservatorium, klassiek piano. Eerst in Arnhem, later in Utrecht, met als specialisatie Liedbegeleiding. En nu geeft ze al ruim twintig jaar pianoles aan de Bakenbergseweg, in een huis met twee piano’s en een vleugel en soms komt er nog een piano “logeren”. Haar praktijk “Klavierplezier” heeft een brede klantenkring, van 7 tot ruim 70 jaar. Pop, klassiek, jazz, of de tegenwoordig populaire muziek van Einaudi, alles kan. Plezier hebben in muziek maken: daar gaat het om, dat is de rode draad in haar leven en dat wil ze ook haar leerlingen meegeven. Voorspeelavonden bij haar thuis en voorstellingen met een thema zijn jaarlijkse hoogtepunten. Denk bij thema’s aan Peter en de wolf, De Sneeuwman, De

Toverfluit, A Christmas Carol, met muziek, verhalen en beelden. En dan ouders, familie en vrienden in de zaal: die aandacht en waardering is zo belangrijk. Als Annette geen les geeft speelt ze graag samen met zangdocent Maria Kemler die bij haar in huis lessen geeft. Dat speelt zich onder meer af in de daartoe ingerichte garage. De al jaren afnemende aandacht van de overheid voor cultuur: Annette wil niet zeurderig overkomen, maar het zit haar behoorlijk dwars. Aan haar zal het niet liggen, haar leven is en blijft…muziek!


Pagina 78

Jaap den Hartog

Jaap den Hartog (1941) woont al veertig jaar in de Van Heemstralaan. Zijn vader nam eens na een zakenreis een kinderaccordeon mee voor de achtjarige Jaap. En dat in een gezin waar niemand aan muziek deed. De volgende zes jaar was de wekelijkse accordeonles een vast en plezierig element in zijn leven. Veel jaren vijftig smartlappen kan hij nu nog spelen (en zingen): ‘Kleine Greetje uit de polder’, ‘Hang down your head, Tom Dooley’, dat werk. Als student in Groningen, inmiddels voorzien van een volwassen instrument, speelt hij soms op feestjes: bekende liedjes met zelfgemaakte teksten. Jaap blijft altijd spelen. Zijn accordeon is een zeer trouwe huisgenoot, met zijn veertig toetsen voor de melodie, honderd knoppen voor de akkoorden (majeur, mineur, septiem, voor de insiders) en twaalf registers voor de klankkleur. Als Jaap 68 is komt hij via een tennis-kennis terecht bij AMOR, het Arnhems Maandag Ochtend ORkest met wekelijkse repetities in Rozet en jaarlijkse optredens. Uit die groep heeft zich weer een Klezmer clubje gevormd en Jaap speelt ook in klassieke duo’s die thuis gezellig samen spelen.

Muziek maken, het verveelt nooit, je wordt er altijd vrolijk van. Of noem het ‘voeding voor de geest’, daar zou Jaaps vader, voormalig hoogleraar Humane Voeding in Wageningen, het zeker mee eens zijn geweest.


Pagina 79

Pieter Griffioen

Bij Pieter Griffioen (1949) kwamen als kind al drie passies in zijn leven: Muziek, Fotografie en Stoomtreinen. En dat is altijd zo gebleven. De verbindende factoren daarbij waren en zijn: Romantiek, Harmonie, Nostalgie en Techniek. Dan lijkt daar een studie farmacie en zes werkjaren als apotheker niet bij te passen. Maar toch, als je een stoomlocomotief ziet als één groot samenspel van wiskunde, natuurkunde en scheikunde, dan klopt het weer. Na die apothekersbaan trok Pieter als zelfverklaard zwerver met fotocamera jarenlang de wereld door. Dat heeft fotoboeken over China en Cuba opgeleverd. Een foto-expositie over paardenrennen is in voorbereiding. Pianospelen heeft Pieter geleerd van Magda Evertse, die hij, met tussenpozen, vijftig jaar lang trouw opzocht in Zeist. Wat zij hem leerde is dat je het notenbeeld moet visualiseren en opslaan in het spiergeheugen van je armen en handen. Spieren hebben geen hersens, maar wel geheugen. Op die manier speel je muziek niet ‘uit je hoofd’, maar uit dat spiergeheugen. Hoe moeilijker de muziek, hoe beter het werkt.

Tegenwoordig speelt hij regelmatig op de vleugel in de kapel van het voormalige Sint Elisabeth Gasthuis. De schoonmakers aldaar zijn er blij mee. En hij speelt tijdens het Open Podium in de Bakermat, ook zo’n laagdrempelige plek. Een verhaal van jong ergens door gegrepen worden en er altijd mee door blijven gaan. En dan hebben we het nog maar niet over zijn vijfentwintig rondrijdende miniatuur locomotieven…


Pagina 80

Zingen bij On Score

On Score kun je gerust ons koor uit onze wijk noemen. Al meer dan vijfentwintig jaar geleden is On Score ontstaan vanuit de Pieter Brueghelschool, gestart door ouders van leerlingen van de school en door bewoners van de wijk. Optredens werden aanvankelijk in de Heilig Hart Kerk gegeven en later in de Diaconessenkerk, nu wijkcentrum de Bakermat. Daarnaast treedt dit gemengde koor, onder leiding van Saskia Huesmann, meerdere keren per jaar op in tehuizen, voor verenigingen, op de Volkorenavond, etcetera. Met een breed repertoire, van klassiek tot modern. Zingen geeft nieuwe energie! Wil je dat zelf ook eens ervaren? Zoek contact met On Score, www.onscore. nl, lekker dichtbij en alle stemgroepen, sopranen, alten, bassen en tenoren zijn welkom. En, eerlijk is eerlijk, mannen zijn in de minderheid, dus…die zijn extra welkom! Zo ziet On Score er momenteel uit:


Pagina 81

De Penseelstreek, een vriendelijk dorp?

Lang geleden Lang, lang geleden, onze wijk Penseelstreek bestond nog helemaal niet, er waren geen auto’s, geen treinen, geen asfaltwegen, geen fabrieken. Toen woonden we nog in dorpjes, in boerderijen, met de hele familie, inclusief opa en oma. Daar koos je niet voor, dat was gewoon zo. Je wereld was niet veel groter dan dat dorp, en dat je hele leven lang. Nu anders, maar toch… Nu is alles anders, zeker, maar kijk eens goed wie er tegenwoordig in onze wijk wonen. Ken jij opa’s en oma’s die kinderen en kleinkinderen hier vlakbij hebben wonen? Vast wel, vraag anders maar eens wat om je heen. Tientallen voorbeelden zijn snel gevonden. Niet meer bij elkaar in huis, maar toch: in dezelfde wijk, soms zelfs in dezelfde straat. Hoe komt dat zo? Wie in de jaren 60/70 van de vorige eeuw zelfstandig ging wonen, dacht er echt niet aan om dicht bij de eigen ouders te gaan wonen, integendeel! Maar dat is nu dus heel anders. Terug naar Arnhem/Penseelstreek Wat hoor je zoal als je met betrokkenen spreekt? Kinderen die hier zijn opgegroeid en nu een plek zoeken

om zich te vestigen komen erachter hoe uniek het hier eigenlijk was en is. Een rustige, veilige buurt, een prachtige omgeving, fijne scholen, Upward en SML. Arnhem ligt mooi centraal in het land, de huizen zijn nog enigszins te betalen, zeker vergeleken met de Randstad. Bovendien kiest men tegenwoordig eerst de plek om te wonen en daarna pas een baan. Vroeger was dat eerder omgekeerd. En de eigen ouders wonen hier nog steeds, vaak al heel lang, tot volle tevredenheid. Dus waarom niet zelf ook? En dan komen er (klein-)kinderen. De grootouders Vaak zullen de grootouders het niet hebben zien aankomen, dat de kinderen vlakbij in de buurt komen wonen. Soms wordt hun gevraagd of ze dat goed vinden. Sommigen denken mee over welk huis dan. Anderen worden er bijna door overvallen. Maar toch, een groter compliment kun je niet krijgen van je eigen kinderen. Uniek, een verrijking van je leven. En dan natuurlijk de kleinkinderen, die je van dichtbij kunt zien opgroeien. Wel de lusten en niet de lasten, heel bijzonder.

Grootouders en kleinkinderen Grootouders en kleinkinderen zien elkaar vaak, maar niet altijd intensief. Vaak zijn het korte, vluchtige contacten, kleine dingen samen doen en dat maakt het juist zo bijzonder. Kleinkinderen krijgen al snel een eigen plek in het grootouderlijk huis waar ze hun gang kunnen gaan. Soms wordt er zelfs een verbouwing gedaan om dit mogelijk te maken. Wordt het nooit teveel, steeds die drukte, en moet je niet te vaak oppassen? Met goede afspraken, leven en laten leven, afstand respecteren, geen misbruik van elkaar maken, komt het altijd goed. De eigen kinderen, nu vaders en moeders van de kleinkinderen, zijn goed opgevoed, dus…


Pagina 82

De Penseelstreek, een vriendelijk dorp?

Wat hoor je nog meer? • Familierituelen van vroeger worden in ere hersteld, zoals ‘vrijdag frietjesdag’ • “Ouders leren kinderen praten, kinderen leren ouders luisteren” • Via de kleinkinderen verdiept ook de band met de eigen kinderen • Grasmaaien, hond uitlaten, boodschappen, op het huis passen, nooit een probleem

• Op het schoolplein kom je soms een leerkracht van vroeger weer tegen • Moeder en dochters allemaal naar Upward • Wat vinden de kleinkinderen? Die weten niet beter • Er is een oma met drie kinderen en negen kleinkinderen in de wijk, wie biedt er meer?

Een prima wijk om te wonen Je hoort het veel mensen zeggen, we willen het ook graag horen, maar hier wordt het objectieve bewijs gewoon geleverd: de Penseelstreek is een prima wijk om te wonen! De Penseelstreek, een vriendelijk dorp!


Pagina 83

Over de onschuld van Mariëndaal Marko Otten

ik neem je mee terug naar ons eerste spoor over de velden waargenomen als glinster van de wijngaardslak onder vlokjes zonlicht op het pad om ons tegen onze prille liefde te verweren richtten wij alle aandacht op het zwoele exces dat overal van de bomen droop wij hoorden het in de zang van de lijster de klankschaal van de boterbloem en het terloops gescharrel van een eekhoorn ons vielen op in dit dal van de miskende maagdelijkheid het groot groen bruidsbed van geknevelde beuken en het hard gras gekauwd door lakenvelders niets bleef hier ongeschonden behalve wij in onze roes miskenden wij maria’s zoon op de heuveltop die als de anti-onanist zonder handen door het leven gaat en zich omgeeft met zeven louter respectabele deugden zonder lust of hart; ons plot werd hier subiet gesmeed zoals een treinspoor dat ruisend afglijdt van een hoog opgelopen talud verlieten wij onze jongste jaren


Pagina 84

Door parken omringd

Kijk naar de plattegrond van Arnhem en zie dat onze wijk bijna compleet is omringd door groen, groen en nog eens groen. Van west naar oost kom je zo in Mariëndaal, Warnsborn, Gulden Bodem, Zypendaal en Sonsbeek. En hoeveel voetstappen van wijkbewoners staan daar niet? Om maar te zwijgen van alle hondenpootjes die er hebben gelopen. De parken, eigenlijk oude landgoederen, zijn een geliefd doel voor een zondagmiddagwandeling met het hele gezin. Of het zijn bakens van rust in de pauze van het thuiswerken dat we steeds meer zijn gaan doen, al dan niet door Corona. We hebben het nagelopen: vanuit het centrum van onze wijk, de nieuwe klok, ben je binnen 600 tot 1000 stappen in één van deze juweeltjes. En dat is echt uniek in Nederland! Mariëndaal is een historische buitenplaats gelegen tussen Oosterbeek en Arnhem. Het landgoed wordt doorkruist door de spoorlijn naar Utrecht. Vanuit onze wijk benader je het landgoed via de Amsterdamseweg en Schelmseweg. Het landgoed ontstond vanuit gronden die eigendom waren van de Augustijnen. De meeste mensen kennen vast de Groene Bedstee,

een fraaie berceau van beuk die in 1856 op dit park in Engelse landschapsstijl werd aangelegd. Schuiven we iets op dan steken we de Schelmseweg over bij Trix en komen via het Hoge Erf snel in het landgoed Warnsborn. De naam Warnsborn is afkomstig van de woorden ‘born’ of bron en ‘warn’ staat voor zuiver. Wie kent niet het landhuis en de orangerie, sinds 1996 als hotel-restaurant Groot Warnsborn in het bezit van de familie De Vries. Aan de oprijlaan naar het landhuis staat een replica van het bronzen borstbeeld van baron Van Heemstra (1879-1960), commissaris van de koning in Gelderland en oprichter van de Stichting het Geldersch Landschap & Kasteelen. Meer aan de oostkant van onze wijk ligt het park Gulden Bodem, dat overloopt in het landgoed Zypendaal. In 1757 wordt het gebied de Gulden Bodem aangekocht

door de eigenaar van Zypendaal, Hendrik Willem Brantsen, tevens secretaris van de stad Arnhem. Later bouwde een nazaat van hem het Jachthuis met bijbehorend koetshuis. In 1964 verdwijnt het Jachthuis vanwege sterk achterstallig onderhoud. Het park wordt het Gravinnebos genoemd, en daar vind je ook de Drie Poortwachters en het beeld van Paulus de Boskabouter.


Pagina 85

Door parken omringd

Park Zypendaal ligt ten noorden van Park Sonsbeek, met in het midden Huis Zypendaal. In het park ontspringt de Sint-Jansbeek, de beek waaraan Arnhem is ontstaan en die in het park een aantal vijvers voedt. Het laatste park is Sonsbeek, eigenlijk wel het bekendste park van onze stad. Aan de rand van het park ligt de Begijnenmolen, nu het Nederlands Watermuseum. Daarnaast de Witte Watermolen, waarvan de schuur in gebruik is als bezoekerscentrum. In het park zijn ook diverse horecavoorzieningen, het hertenkampje, een ijskelder en een mooie Belvedère. Recent werd in de parken Sonsbeek en Zypendaal de twaalfde editie van de internationaal vermaarde Sonsbeektentoonstelling gehouden. Zijn we dan rond? Nee, één schakel in de ring ontbreekt. Maar dat is prettig: naar het zuiden toe fiets je onder de Zypse Poort de stad in, waar het na een mooie wandeling goed toeven is op een zonnig terrasje.


Pagina 86

Duurzaam wonen en leven

We zijn een maatschappelijk bewuste wijk. We zijn, zo blijkt uit statistieken van de gemeente, trouwe afvalscheiders en brengen braaf ons glaswerk naar de glasbak. En, eerlijk is eerlijk, we zijn ook in staat om net iets meer voor ons eten te betalen en kopen daardoor ook vaker biologische producten. En daarnaast zijn er nog vele activiteiten die mikken op minder belasting van het milieu en besparing van energie. Groene daken Soms gaat het om groene daken die het leefgebied van bijen, vlinders en andere insecten vergroten. De sedumplantjes houden veel water vast en zorgen zo voor minder snelle afvoer van regenwater op het riool. Je ziet ze steeds meer in onze wijk, zoals op de garageboxen in de Van Goghstraat.

Eten van dichtbij Anderen zijn bezig om gezond te eten wat van dichtbij komt. Herenboeren Arnhem is een betrekkelijk nieuw initiatief van een groep inwoners uit de regio Arnhem, waaronder een flink aantal wijkbewoners. Drijfveer van Herenboeren Arnhem is dat eten eerlijk geproduceerd wordt met respect voor de boer, de dieren en de natuur. En ze gaan goed: steeds meer mensen sluiten zich aan en ze verkennen de mogelijkheid om in de omgeving te komen tot een kleinschalige gemengde Herenboerderij. En wat is er leuker dan een boerderij te hebben waar je je eten vandaan haalt? Energie Reeds langere tijd hebben we twee goed draaiende energie-initiatieven. Hoogkamp Energie bestaat al zes jaar en is nu concreet bezig met de plannen voor een buurtenergiesysteem. Ze organiseren zeer regelmatig bijeenkomsten in de wijk, onder andere de recente ‘bermgesprekken’ om met bewoners te spreken over de plannen. Het jongere zusje heet SBGB Energie, voor de buurten Sterrenberg en Gulden Bodem. De laatste

informatieavond trok meer dan 60 belangstellenden en ging in op wat mensen zelf doen in hun eigen leefomgeving om duurzamer te leven. En samen hebben de beide groepen geregeld dat meer dan 75 woningen inmiddels via een collectieve inkoopacties van spouwmuurisolatie zijn voorzien. Maar die auto Een puntje van aandacht op het gebied van milieu? We zijn een mobiel wijkje: het gemiddelde autobezit ligt echt wel boven de één per adres. En op sommige plekken zie je door het blik de huizen bijna niet meer. Tja, we zullen ze nu (nog) nodig hebben, maar over 25 jaar?


Pagina 87

Jeike Wallinga: “Je moet in je huis de warmte opzoeken.” Jeike Wallinga is een enthousiaste ambassadeur van duurzaam wonen en leven. Ze woont samen met haar man in een mooi huis, de twee kinderen zijn inmiddels de deur uit. Jeike is natuurkundige en flink fanatiek triatleet. Op het laatste WK in Almere werd ze zevende in haar leeftijdscategorie op de hele afstand. Jeike: “Ik ben net 50 geworden, maar nu het zo dichtbij was, vond ik het wel een uitdaging om er echt voor te gaan. Dat doe ik in duurzaamheid ook. In 2012 is de knop echt omgegaan, toen ik bij Alliander ging werken. Ik wilde mijn kennis inzetten voor de energietransitie.” Ze woont sinds 2014 in haar huis. In de verbouwing zijn alle denkbare maatregelen genomen om energie te besparen. Bijzonder is het dubbel glas bij de glas in lood ramen en de zonneboiler die zorgt voor een groot deel van het warmwater. Door de isolatie kan de CVketel (inmiddels ook 7 jaar oud) het huis warm genoeg stoken met 55 graden watertemperatuur. Jeike: “En toch kom je er later achter dat het laten plaatsen van de nieuwe CV op zolder niet zo handig was. Tenminste, als we nog eens overgaan naar een warmtepomp.”

Sinds 2019 is Jeike lector Energietransitie aan Hogeschool Windesheim in Zwolle. Ze reist altijd met de trein, en in Arnhem doet het hele gezin alles op de fiets. Tijdens een recente informatieavond over duurzaamheid (van SBGB Energie, waar Jeike de kartrekker van is) deed ze uit de doeken hoe zij en haar gezin hun huis gebruiken. De verwarming staat op 17 graden. Jeike: “Dat leidt wel tot reactie hoe we dat toch doen, maar wij vinden dat je in huis ook de warmte op kunt zoeken. In de voorkamer hebben we een speksteen kachel staan, en bedenk dat vroeger de huizen ook geen CV hadden. Natuurlijk kijken we naar comfort, maar we willen echt de ruimtes verwarmen waar we ook zijn!” Op de vraag naar haar jaarlijkse energiegebruik zegt Jeike dat het gasverbruik ongeveer 1000 kuub is en de stroommeter 2200 kWh aangeeft, waarvan het overgrote deel afkomstig van de 14 zonnepanelen. Voor veel wijkgenoten is er nog een wereld te winnen. Maar ook Jeike heeft nog steeds ambities: “Hoe mooi zou het zijn als we in onze tuin nog een klein voedselbos weten te realiseren, lekker eten van eigen bodem.”


Pagina 88

Mijn School: De Arnhemse Montessorischool, kortweg AMS Leer mij het zelf te doen De lesdag op de AMS aan de Nicolaes Maesstraat begint in alle leergroepen met in stilte geconcentreerd werken aan het deel van de vastgestelde werktaak, dat de leerling zelf heeft uitgekozen. Tot de eerste pauze werkt ieder voor zich. Een rustige werksfeer. Wat is ook weer het kenmerkende van Montessorionderwijs? De centrale gedachte is dat een kind een natuurlijke drang tot zelfontwikkeling heeft. Opvoeding en onderwijs moeten daarop inspelen door middel van de juiste omgeving en materialen. Er is voor elk kind een eigen werktaak. Er is keuzevrijheid in de volgorde van de opdrachten. Ofwel om de basisvaardigheden onder de knie te krijgen, lezen, schrijven en rekenen. Of de kinderen werken aan de verkenning van onderwerpen die hun belangstelling hebben, voor elke leerling iets anders. Oriëntatie op de omringende wereld. Dit wordt ‘kosmische educatie’ genoemd, zeg maar het terrein van geschiedenis, aardrijkskunde, biologie, natuurkunde, scheikunde en sterrenkunde.

Na de eerste pauze kan er meer worden samengewerkt en overlegd. De leerlingen van drie leerjaren zitten in een groep bij elkaar zodat ze elkaar kunnen helpen. Er zijn ook instructiemomenten per niveau, waarna de kinderen weer zelf verder kunnen. De leraar heeft een rollende stoel om aan te schuiven bij elke leerling en haar of hem met nieuw materiaal te begeleiden naar een volgende stap. De kinderen komen er om te werken en verder te komen. Elke dag krijgen ze feedback op hun werk. Ze beoordelen ook zelf of ze goed gewerkt hebben. Een individueel leertraject met aandacht voor sociale omgang en elkaar helpen bij het leren.


Pagina 89

Mijn school: SO De Brouwerij

Typerend criterium voor onze locatie is dat de kinderen die bij ons naar school komen zelf weinig prikkels uitzenden. Voor de kinderen die meer prikkels uitzenden dan dat onze kinderen aan kunnen, zijn er in Arnhem en Oosterbeek collega-scholen voor speciaal onderwijs die hier een fantastisch aanbod voor hebben.”

In de voormalige Heilig Hartschool aan de Bakenbergseweg zetelt nu ‘SO De Brouwerij’, een school voor speciaal onderwijs. Alweer ruim drie jaar is het een instituut voor basisonderwijs voor kinderen met een Autisme Spectrum Stoornis (ASS). Directeur van SO De Brouwerij, Sjoerd van der Zande: ”Veel mensen baseren hun beeld van mensen met autisme veelal op bijvoorbeeld Raymond uit de film Rain Man. Dat is niet terecht! Het spectrum van autisme is enorm breed en al onze leerlingen zijn uniek. De belangrijkste overeenkomst tussen de kinderen bij ons op school is dat ze hetzelfde lesniveau aankunnen als op een reguliere basisschool, maar minder goed kunnen tegen veel veranderingen en prikkels om zich heen.

“Met dit criterium houden we de school prettig voor onze prikkelgevoelige leerlingen. Kleine onduidelijkheden kunnen onze leerlingen van hun stuk brengen. De leraren streven naar een leerklimaat waarin de kinderen zich zo veilig mogelijk voelen en zo ver mogelijk komen binnen hun mogelijkheden. Enerzijds worden de lessen heel gestructureerd aangeboden, anderzijds worden de kinderen begeleid in het leren omgaan met anderen en het hanteren van onverwachte situaties. Het mooiste van onze school is dat de meeste kinderen zich voor het eerst niet meer een buitenbeentje voelen. Heel vaak vinden ze bij ons op school voor het eerst echte vriendschap. In de wijk “Ondanks dat onze kinderen niet zo goed kunnen tegen onvoorspelbare activiteiten, vinden we het fijn om een

onderdeel te zijn van de wijk. Graag houden we contact met de wijk om te participeren in de activiteiten. Ook zijn we ons ervan bewust dat de school al bijna tachtig jaar in deze wijk staat en dat een aantal bewoners van de wijk mooie herinneringen koestert aan hun eigen schoolperiode in dit gebouw. Corona laat het nu niet toe om bezoekers toe te laten in de school, maar als bij u de behoefte bestaat om een keer binnen te kijken zodra de regels het weer toelaten, dan bent u van harte welkom!” Circustheater Stoffel “Soms zult u op dinsdag, donderdag en zaterdag ook activiteiten zien in en rondom de school. Dit is Circustheater Stoffel dat gebruikmaakt van een deel van ons gebouw, de voormalige kleuterschool, waarvan de naam nog net te lezen valt op de gevel: ‘Ons Kleuterhuis’. Het circustheater werkt met enkele van onze leerlingen om vaardigheden te trainen en zelfvertrouwen te stimuleren. Leuk om te weten dat je niet bij ons op school hoeft te zitten om gebruik te maken van hun aanbod. Circustheater Stoffel is voor alle kinderen met een bijzondere ondersteuningsbehoefte. Kinderen kunnen zich hiervoor aanmelden via de wijkcoach van de gemeente.”


Pagina 90

Mijn school: ’t Panorama

’t Panorama aan de Mesdaglaan heeft zijn naam gekozen op de straatnaam en op de wijde blik rondom. Net als de meeste scholen in de Penseelstreek zijn er sport- en speelvelden in de directe omgeving en een heel bijzondere speeltuin die door de leerlingen is ontworpen. Bij binnenkomst zie je in de grote hal vaak leerlingen in groepjes samenwerken. Er heerst rust in de school. De ochtenduren zijn bestemd voor de zogenaamde cognitieve vaardigheden taal, lezen en rekenen. Tijdens de middagen zijn thema’s aan de orde van allerlei soort waar de leerlingen ook samen aan werken. We spreken de nieuwe directeur, Jan-Willem Helmink, die even tijd maakt ondanks de hectiek van nieuwe coronamaatregelen. Helmink: “De kinderen wordt gevraagd om verschillende leerstrategieën te gebruiken: onderzoekend leren, zelfstandig leren, probleem oplossen, kritisch denken en tenslotte samenwerkend leren. De leraar is niet de alwetende leider, maar eerder de gids in het proces.

De school staat bekend als resultaatgericht, maar ook op het gebied van didactiek is het team enthousiast. De leraren nemen elementen over van verschillende onderwijsvernieuwers. Geïnspireerd door Maria Montessori werken ze bijvoorbeeld in gemengde groepen: leerjaar 5 en 6 zitten bij elkaar, en leerjaar 7 en 8, zodat de leerlingen van elkaar kunnen leren. Zo zijn er ook aspecten van Dalton en Jenaplan die worden ingepast. Er is veel aandacht voor verschillen tussen kinderen. ’t Panorama is een wijkschool. De kinderen hebben de ruimte om zichzelf te zijn en zich te ontwikkelen tot zelfstandige en mondige kinderen.”


Pagina 91

Mijn School: De Pieter Brueghelschool

Aan de Bauerstraat ligt in de vorm van een groepje gebouwen de Pieter Brueghelschool, op historische grond en naast het Sterrenbergveld waar altijd Koningsdag wordt gevierd. Op de vraag aan de nieuwe directeur Ansje de la Croix wat kenmerkend is voor de Pieter Brueghelschool is haar antwoord meteen: betrokkenheid. Van de leerlingen naar elkaar, van de docenten bij het onderwijs en de kinderen en van de ouders die graag meedenken en meehelpen. De Pieter Brueghel is een wijkschool, met vooral kinderen uit de buurt. De schooldag begint met de basisvakken, taal, spelling, lezen en begrijpend lezen, rekenen. Daarna komen de vakken die samen wereldoriëntatie vormen. Ook de sociaal-emotionele vorming komt op alle niveaus aan bod. Ook hier de kanjertraining en aandacht voor de rollen die je als individu moet kunnen vervullen. En vragen als Wat is weerbaar en wat niet? Kenmerkend is ook het maakonderwijs. ‘De mens is een maker.’ Onderzoeken, ontwerpen, prototype maken, daarna in het echt uitvoeren. Het hele jaar door wordt

er aan diverse technieken gewerkt en twee keer per jaar is er een Maakweek. De leerlingen gaan aan het werk in tweetallen of groepjes, allerlei materiaal en gereedschap is voorhanden. Samenwerking is een vast onderdeel in de lesactiviteiten. Bij de presentatie van het werk wordt een beroep gedaan op alle wereldoriëntatie, cultuur en expressie die in de lessen zijn uitgewerkt. Een andere themaweek die wordt voorbereid, betreft cultuur en gaat over een thema als ‘Feesten’. Nieuw is het Café Pieter Brueghel. Dat zijn themaavonden waarop ouders worden uitgenodigd om van gedachten te wisselen. Over de visie van de school, het jaarplan, de communicatie, de zorgstructuur. Het Café Pieter Brueghel is voor ouders: zij gaan in gesprek met elkaar en met docenten. Kinderen wordt gevraagd om input en op onder andere studiedagen gaat het team met elkaar aan de slag. De la Croix: “Zo brengen we alles samen en nemen we dat mee in onze ontwikkeling als school”. In de corona-decembermaand dat dit gesprek plaatsvindt hangt de wand van de docentenkamer vol met ansichtkaartjes van kinderen en hun ouders: ‘Lieve juffen en meesters, Fijn dat jullie open blijven.’


Pagina 92

Mijn school: De Pieter Jongeling school

Het begin 21 augustus 1967 is de eerste schooldag van een nieuwe school: de Gereformeerde Streekschool. In een paar afgelegen noodlokaaltjes in Arnhem-Zuid komen 130 leerlingen van maar liefst 34 scholen uit de wijde omtrek bij elkaar. Na maanden van voorbereiden door het bestuur - hoe overtuigen we ouders van de noodzaak van een ‘eigen’ school, hoe regelen we het vervoer, waar willen we zitten - is het zover. Een ‘eigen’ gereformeerde school, bijbelgetrouw en verbonden aan de gereformeerde kerken vrijgemaakt. De ouders zijn blij dat ook hun kinderen nu bijbelgetrouw onderwijs kunnen krijgen en hebben daar ook veel voor over. In 1969 verhuist de school naar het huidige pand aan de Van Goyenstraat. Een prachtige locatie met een groot veld vlakbij en het bos pal aan de overkant van de Zypendaalseweg. De school draagt de naam Pieter Jongeling sinds er in 1986 de basisschool van start ging, dus met ook kleuteronderwijs. Tegenwoordig telt hij zo’n 200 leerlingen, uit Arnhem, maar ook uit onder andere Nijmegen en Duiven.

Gereformeerde grondslag In de loop der jaren is de gereformeerde, bijbelgetrouwe basis gebleven en inmiddels is de school ook open voor kinderen uit andere christelijke gemeenschappen. “Onze school is een leer- en leefgemeenschap voor kinderen, leerkrachten en ouders. Samen werken we vanuit de liefde voor Jezus. We streven naar een pedagogisch klimaat waarin kinderen op school de sfeer van thuis herkennen en thuis de sfeer van school herkennen. We focussen ons op de kerndoelen van het primair onderwijs. Ons uitgangspunt is dat we elkaar vertrouwen en toestaan om te leren, om fouten te maken, te proberen en te experimenteren.” . Het gebouw Het gebouw aan de Van Goyenstraat stamt uit 1952 en was oorspronkelijk ook gebouwd als lagere school, School 22. In 1969 kwam het beschikbaar voor de Pieter Jongelingschool. In de loop der jaren is er heel wat aan verbouwd. Inmiddels is het leerlingenaantal gegroeid, zodat er nu negen lokalen nodig zijn. De verbouwing van 2021 zorgt voor meer lokalen en een verdieping op een deel van het gebouw.


Pagina 93

Een sportieve wijk

Sport is dé favoriete tijdsbesteding voor de meeste wijkbewoners. We zijn een sportieve groep mensen. Veel mensen sporten individueel. Je ziet ze joggen, fietsen, rennen en mountainbiken. Soms zijn sporters vooral thuis actief. We weten dat we in de wijk veel denksporters hebben die bridgen, schaken of dammen. In de gymzaal van de voormalige school Het Palet werken veel jonge en oude wijkgenoten zich wekelijks in het zweet. Het is geen fancy sportclub en ook is hier geen sprake van een grote sportvereniging. Deze sportactiviteiten worden georganiseerd vanuit de wijkbewoners zelf en vinden dus plaats onder de grote paraplu van de wijkvereniging. De inmiddels befaamde kleutergym is op zaterdagmorgen. En daarna kunnen oudere wijkgenoten op zaterdag terecht voor gymnastiek. En maandagavond is er Pilates. Een van de drijvende krachten hierachter is Sietske Annevelink-Schurer. ‘Ik zet me in voor Pilates in de wijk omdat ik het voor iedereen belangrijk vind om te blijven bewegen. 21 jaar geleden ben ik er al mee begonnen. Toen heetten de lessen nog ‘Steps’. Maar dat is jaren geleden al veranderd in

Pilates, mede door nieuwe docenten. Het enthousiasme van alle deelnemers en de docenten en natuurlijk de fijne lessen zijn de drijfveren om me in te zetten voor de Pilateslessen in de wijk’. Het blijkt een groot succes. Sietske: ‘De huidige docenten zijn erg goed en afgelopen jaar hebben we de twee groepen op de maandagavond flink kunnen uitbreiden. De Pilateslessen worden door twee docenten gegeven, die elkaar per maand afwisselen. Zij doen dat ieder op hun eigen manier. In de gymzaal, maar tijdens de lockdown vanwege Corona ook online. Tijdens de online lessen kan je iedereen in de eigen omgeving zien en het komt voor dat bij sommigen een hond door het beeld loopt of plaats heeft genomen op de mat. Dit zorgt voor vermakelijke beelden!’ Drie grote verenigingen vinden een flinke basis voor hun ledenbestand in onze wijk. Zo’n 60-70% van hun leden, jong en oud, fietst regelmatig de Bakenbergseweg op naar het sportpark in Schaarsbergen of pakt de paadjes naar de tenniscomplexen in de Hoogkamp. We spreken met de drie voorzitters.


Pagina 94

Paul Matthieu: “We willen dat iedereen zich thuis voelt.”

Paul Matthieu is voorzitter van de voetbalvereniging SML. De vereniging, Sport Maakt Lenig, is opgericht in 1911 en ontstaan vanuit een vriendengroepje dat regelmatig een balletje trapte bij Onderlangs. Tegenwoordig is het een flinke club met zo’n 900 leden, die huist op het sportpark op de Bakenberg. En wie kent ze niet als ze met hun zwart-witte kousen op de fiets naar de training of wedstrijd fietsen over de Van Heemstralaan of Bakenbergseweg? Veel leden, zo’n 70%, wonen in de omliggende wijken zoals Schaarsbergen, Burgemeesterswijk, Heijenoord en de buurten uit de Penseelstreek. In het gesprek met Paul komen we ook snel op het motto van de club: beschaafd, sportief en veilig. Immers er komt een boel bij kijken: goeie trainers hebben, die goed om kunnen gaan met jeugdspelers, prestaties leveren, en zorgen voor een prettig klimaat op de club. Dat laatste is nog wel eens lastig: soms zien mensen de vereniging als een soort sportschool, waar je een abonnement op neemt. Maar een vereniging is méér; van ouders en oudere jeugd wordt verwacht dat ze wat voor de vereniging willen doen. En dus begint elk nieuw seizoen met een open dag om nieuwe ouders en

kinderen welkom te heten en ook uit te leggen wat van hen wordt verwacht. Binnen alle competitieteams vallen een paar dingen op: SML heeft een aantal flink ambitieuze jeugdteams. Die spelen op landelijk niveau, maar de jeugd vliegt vaak vanaf 18 jaar uit naar andere clubs of andere steden voor hun vervolgopleidingen. En in het vrouwenvoetbal is nog wel ruimte voor groei om nog beter de competitie met gerenommeerde clubs als Eldenia en VDZ aan te gaan. Paul geeft aan dat SML een vereniging is die midden in de maatschappij wil staan. Het is een belangrijke partner voor BIO-vakantieoord. De opbrengst van de Grote Clubactie, de fooienpot uit de kantine en donaties uit voetbalveilingen komen daar goed terecht. Zo goed dat ze bij een grote bank een reeds vierjarig durend sponsorcontract hebben verdiend! Een wel heel bijzonder evenement is het Spetterkamp, dat inmiddels al meer dan vijftig keer is georganiseerd voor honderdvijftig jeugdleden die twee spannende overnachtingen op het sportpark beleven. Kortom, SML

is een energieke en gezellige vereniging met voor ieder wat wils. Paul sluit af met een uitnodiging: groepen of verenigingen die een plek zoeken voor een leuke of sportieve activiteit zijn altijd welkom op het park van SML aan de Bakenbergseweg!


Pagina 95


Pagina 96

Bas Blikkendaal: “Je ontmoet hier vrienden voor het leven.” dat mag ook wel blijken uit de vele deelnemers aan G-Hockey (voor mensen met een verstandelijke of lichamelijke handicap) of E-Hockey (rolstoelhockey). Naast topteams bij de senioren (heren 1 speelt Overgangsklasse, dames 1 Eerste Klasse) en bij de junioren (A-jeugd), vindt elke speler een plek op een passend niveau.

Via Whatsapp voeren we een gesprek met Bas Blikkendaal, voorzitter van Upward. Dé hockeyvereniging van de regio Arnhem, zegt hij gelijk, met zo’n 1600 leden. En ze bestaan volgend jaar honderd jaar. Een eeuw, denk je dat eens in. Helaas zit een koninklijk predicaat er niet in, want de hockeybond is al koninklijk. Maar voor onze wijk is de vereniging goud waard. Upward is een familieclub, waar iedereen op zijn of haar niveau kan spelen. Niemand wordt uitgesloten,

Ongeveer driekwart van de leden komt uit de omliggende wijken Hoogkamp, Sterrenberg, Gulden Bodem en Schaarsbergen. En wat ook bijzonder is: meer dan 60% van die leden is jeugd. Kinderen beginnen op hun zevende met hockey. In een zestal rennen ze dan over een klein veld. Langzaam worden het team en het veld groter en vanaf hun elfde spelen jeugdspelers in een elftal op groot veld. Bas geeft aan dat je er gemakkelijk met de fiets naar toe kunt. Wie kent de troepen jeugd niet die in groen-zwart de Van Heemstralaan en de Bakenbergseweg op slingeren? Vaak wordt met teams afgesproken op vaste plekken in

de wijk, zoals bij de hoek Jacob Marislaan-Apolstraat, bij het Shellstation of bij de Pieter Brueghelschool. Veel jeugdleden verlaten omstreeks hun achttiende de club om buiten Arnhem een opleiding te gaan volgen. Maar ook heel velen komen terug, omdat het hier prettig wonen is en je prachtige voorzieningen in de buurt hebt. Zoals Upward. Zo zijn veel mensen aan hun tweede hockeycarrière begonnen bij de veteranen. Ze spelen tot op gevorderde leeftijd door. In een aantal gevallen zijn dat ook vriendschappen geworden die soms al zo’n jaar of veertig duren. Een familieclub wil ook een eigen thuis bieden. En dat is er in de vorm van het Clubhuys, een gezellig onderkomen waar het goed toeven is tijdens en na de wedstrijden en op feestjes zoals het befaamde Thé Dansant. Een uitgebreide keuken, te bestellen via een app, maakt het een heel gastvrij geheel. Vrijwilligers vinden is volgens Bas overal een uitdaging. Maar Upward heeft Taakie: een systeem waar je via een vragenlijst je interesses kunt aangeven en vervolgens wordt gevraagd voor een specifieke taak. Een systeem op maatwerk geënt.


Pagina 97

Jan van Schaik: “We willen goede buren zijn!”

De club werd opgericht in 1949, maar de eerste banen liggen er al vanaf 1936. Er liggen verspreid in de wijk drie complexjes. Het A-banencomplex deed vanaf 1954 in de winter ook dienst als eerste bijzondere natuurijsbaan in Arnhem, en dat duurde tot in de jaren ’80. De vereniging had bij de start 48 leden, nu zijn er dat rond de 750. Het ledenaantal schommelt gedurende het jaar.

leeftijdsopbouw tussen de 18 en 35 jaar. Maar velen komen terug naar de wijk en worden opnieuw lid bij TV De Hoogkamp. En tennissen kun je doen vanaf heel vroege leeftijd tot over de tachtig jaar. Ook voor ouderen biedt TVH volop gelegenheid tot bewegen. Veel leden nemen tennisles en dus kun je de leden best fanatiek noemen, maar er is ook veel ruimte voor gezelligheid: met zondagochtend- en dinsdagavondtennis, de clubkampioenschappen en jeugdevenementen als het ‘frietje met’-toernooi en het ouder-kind toernooi. Tot vorig jaar organiseerde De Hoogkamp het bekende 4-weekendentoernooi, maar dat ging wringen met de najaarscompetitie. Dus nu is er een echt zomers open toernooi, waar in 2021 ruim 250 deelnemers aan deelnamen.

De leden wonen volgens Jan voor circa tweederde deel in de buurten van de Penseelstreek. De overige leden zijn meestal afkomstig uit de wijken Cranevelt, Alteveer en de Burgemeesterswijk. Er zijn ruim 200 jeugdleden tot 18 jaar en de club is daarmee, net zoals voetbalclub SML en hockeyclub Upward, een echte binder voor de jeugd in onze wijk. En ook net als bij SML en Upward is sprake van een dipje in de

Jan vertelt dat het met de vrijwilligers best goed loopt. Maar je moet goed weten wie je leden zijn en wat ze doen, waar ze warm voor lopen. Zijn ervaring is dat als je mensen gericht vraagt, je in tachtig procent van de gevallen een enthousiaste positieve reactie krijgt. Wat dat betreft is de vereniging ook een echt buurtnetwerk. Die vrijwilligers krijgen het nog druk: er zijn plannen om het complex in de komende jaren verder te verbeteren.

een tennispark in de achtertuin. Maar de vereniging doet er veel aan om bezoekers van het park aan te sporen rekening te houden met de buren. Recent zijn de A-banen opgeknapt en kregen alle omwonenden bij de start van het werk een aardigheidje in de vorm van croissantjes bij het ontbijt.

Tennisvereniging De Hoogkamp (TVH), een begrip in de wijk. En dat in vele opzichten, zegt Jan van Schaik, voorzitter van de tennisclub. Er zijn in Nederland bijna geen andere tennisparken die zo geïntegreerd in een woonwijk liggen. Dat was bij de aanleg een pré voor nieuwe bewoners, immers de tennisbaan lag in de achtertuin. Nu is het zaak om met de buren een open verhouding te hebben en elkaars belangen te erkennen. Want natuurlijk hoor je en ervaar je de tennisbanen: het geplop van ballen, een aanmoediging. Aan de andere kant: iedereen die aan het A-, B-, of C-complex woont, heeft zelf gekozen voor een huis met


Pagina 98

Samen in de straat: de Gabriël

De Gabriëlstraat, vernoemd naar de schilder Paul Gabriël met wiens schilderij ‘Il vient de loin’ de collectie van mevrouw Kröller begon, ligt in de Sterrenberg.

Sinds dit jaar hebben we ook een Whatsappgroep waar bijna iedereen in zit. Daar hebben we wel enkele etiquetteregels voor gemaakt zodat er niet teveel berichten worden gestuurd.

Er woont van alles wat, maar relatief veel jonge gezinnen met kinderen die ’s zomers voetballen op straat en die in de winter van 20/21 konden schaatsen op een heel klein ijsbaantje dat in één van de voortuinen was gemaakt. Maria Ohoioeloen beheert het mailadres gabrielstraat@gmail.com. Jaarlijks stuurt ze iedereen een mail met de uitnodiging voor de straatborrel.

We hebben een leuke straat met jonge gezinnen en oudere bewoners. Er is onderling goed contact waarbij we niet de deur plat lopen, maar we weten elkaar te vinden als dat nodig is.

Maria: “Samen met enkele buren organiseer ik jaarlijks in september een straatborrel. Dan neemt iedereen een drankje en een hapje mee. Dat scheelt veel werk met inkopen en opruimen. We zetten wat tafels op het trottoir en kletsen gezellig bij over de vakantie, zonnepanelen en de verbouwplannen. We hebben een burenboekje gemaakt waarin van elk huis een foto met een korte toelichting van de bewoners staat.

Onze straat bestaat uit zo’n veertig woningen en drie flatgebouwen. Er is weinig contact met de flatbewoners. Het zou wel leuk zijn om een keer met elkaar te borrelen en kennis te maken.”


Pagina 99

Samen in de straat: de Van Ruisdael 19-12-2021 16:59

001.jpg

De bewoners van de Van Ruisdaelstraat organiseren om het jaar een feest. Er wordt groot uitgepakt met een podium op een grote trailer waar vaste of gelegenheidsbandjes uit de straat optreden (denk aan 100% Bob). En natuurlijk mogen een springkussen, bar van Tax, prijzenbingo en een pizzaoven niet ontbreken. Het feest vindt plaats in het midden van de Van Ruisdaelstraat ter hoogte van de Nicolaas Maesstraat. Bewoners uit de straat en de direct omliggende straten worden als door een magneet aangetrokken naar dit feest dat tot in de late uurtjes doorgaat. De organisatie wisselt iedere keer, zodat elke commissie probeert zijn eigen originele draai aan het feest te geven. Zo wordt er van tijd tot tijd een smoelenboek gemaakt, een speciale artiest uitgenodigd (straattheater) of komt er een mooie kalender tevoorschijn als aandenken aan het feest. Abe Borst heeft er een fraaie tekening van gemaakt. De Van Ruisdaelstraat is een levendige straat!

https://mail.google.com/mail/u/0/#search/abe+borst?projector=1

1/2


Pagina 100

Samen in de straat: de Mesdaglaan

De Mesdaglaan heeft een lange traditie van feesten en activiteiten. Zo’n veertig woningen waar mensen wonen van alle leeftijden, jonge gezinnen, gezinnen met uitvliegende kinderen, alleenstaanden en stellen van wie de kinderen al zijn weggevlogen. Een bevolking als in iedere straat. Het is een straat met tradities van saamhorigheid. Er was vroeger jaarlijks een wijkvolleybaltoernooi, de barbecue die daarna op straat werd gehouden bestaat nog steeds. Er was een pannenkoekendag op straat, een speelstraat. Zulke activiteiten keren jaarlijks terug of ebben na een tijdje weg en maken plaats voor een ander initiatief.

Het running dinner, dat in veel straten bestaat, wordt hier in september uitgedacht door twee overbuurvrouwen met een super organisatietalent. In coronatijd met hooguit vier mensen aan tafel, maar wel voor elk gerecht een ander adres. Geen sinecure. Er is een adres voor de borrel vooraf en een voor het slot. In 2021 werden begin en eind verzorgd door twee jonge stellen, die een beukenboom hadden uitgekozen om een discolamp aan op te hangen. Feestelijk en hartelijk samenzijn voor de 60-plussers en een uitbundig swingfeest voor dertigers en ouder. Na twaalven haakte ook de studentengeneratie in die voor het weekend naar huis kwam. Deze keer geen Silent Disco, zoals eerder.

Pubquiz, Een prachtig nieuw corona-initiatief is bedacht door een stel dat zich er speciaal een oranje outfit voor heeft aangeschaft: de Pubquiz op Koningsdag. Als iedereen zich in zijn eigen ‘bubbel’ op het gras installeert, met eigen stoelen, tafeltje en een hapje en iets voor de dorst, is de veiligheid voor besmettingen gewaarborgd. De straat werd afgezet met vuilnisbakken en de kinderen speelden op de rijbaan. Ieder adres werd gevraagd om drie vragen in te dienen. De categorieën waren van tevoren vastgesteld. Er was een geleende geluidsinstallatie voor muziek en voor de vragen. Een voorjaarsfeest om naar uit te kijken.


Pagina 101


Pagina 102

Wijkcentrum De Bakermat: Han Haarsma en Nanette Kübler In een opgewekt gesprek met Han Haarsma (1943, penningmeester Bakermat) en Nanette Kübler (1979, coördinator Bakermat) vallen regelmatig woorden als gastvrijheid, ontmoeten, zien en gezien worden, kansen en mogelijkheden. In de tijd dat de Diaconessenkerk nog behoorde tot de PGA (Protestantse Gemeente Arnhem) werd er al veel georganiseerd, ook voor de omwonenden. Toen bekend werd dat de kerk als zodanig gesloten zou worden, vreesde men dat deze sociale functie ook zou verdwijnen. Vanuit de kerk is er door Jan Siert Wiersema en Martin de Jong een werkgroep en later een stichting opgericht om te zoeken naar continuïteit en uitbreiding. Met veel input van buurtbewoners werd het een echt burgerinitiatief. Het gebouw moest een wijkcentrum worden voor Burgemeesterswijk en Penseelstreek. De gemeente Arnhem werkte prima mee, met grote dank aan Fred de Bruin (team leefomgeving noord-west) en Bram de Ruiter (afdeling vastgoed). Uiteindelijk werd de volgende constructie gevonden: de gemeente koopt het gebouw van de PGA, verhuurt het aan de stichting Bakermat en ondersteunt de exploitatie (verbouwing, coördinator) voor een periode van drie jaar. Daarna kan de stichting het weer van de gemeente overnemen. En zo kon in 2020 het nieuwe wijkcentrum De Bakermat van start gaan. Een uitdaging voor het bestuur, met Han, ervaren bedrijfseconoom, als penningmeester. Nanette is half Zwitsers en daar is ze trots op. Ze heeft veel horeca ervaring, van bediening tot bedrijfsleiding, o.a. bij The Hunting Lodge in Rozendaal. Koken, bakken, lekker eten, goede wijn, allemaal geweldig. Gastvrijheid is echt haar tweede natuur. En nu dus, sinds september 2021, is zij de coördinator in de Bakermat. Een droomkans


Pagina 103

Wijkcentrum De Bakermat: Han Haarsma en Nanette Kübler om dat mee te helpen opbouwen. Ideeën genoeg, zoals gastvrijheidstrainingen voor vrijwilligers (borst vooruit, smile, hartelijk welkom), de nieuwe huiskamer (na de verbouwing) met terras omtoveren tot een ontmoetingsplek, vrijdagmiddagborrels, samenwerking met horeca/cateraars, kunst en wijn met elkaar in verband brengen (klinkt vreemd, ze heeft er ervaring mee, groot succes!), oriënteren bij andere wijkcentra. Maar eerst de basis: stabiliteit in de aansturing van vrijwilligers, lopende zaken goed structureren. Alles bij de Bakermat draait om het bevorderen van ontmoetingen. Bezoekers moeten gezien worden, zich welkom en veilig voelen, graag terug willen komen. De huiskamer zou zes dagen per week de hele dag open moeten zijn, met dagelijks allerhande activiteiten in de ruimtes eromheen. Voor jong en oud. Even napraten in de huiskamer, dat werk. Per week zouden er zo’n tweehonderd bezoekers moeten zijn geweest, dan zijn we al een heel eind op weg. Eigenlijk is het in september 2021 pas (opnieuw)

begonnen, met een themaochtend, een wijklunch, de Open Monumenten Dag, koffieochtenden, yoga lessen, nieuwe vleugel en piano, Open Podium, concerten die zijn geprogrammeerd, boeken- en kunstmarkt, repairplek, verbouwing volop gaande, Nanette gestart en diverse plannen in bewerking. Nog een hele weg te gaan, maar het enthousiasme is groot. Han en Nanette zijn het roerend eens: dit is een kans voor onze wijken die we niet mogen laten lopen!


Pagina 104

Mensen

Annemoon Gudde

Natuurlijk is er opvoeding En het ideaal om onopvallend Recht af te stevenen op een bruikbare rol in werken en wonen en dan volgens regels je slag te slaan niet iedereen heeft evenveel antenne als zendkracht ambitie mag en luide stemmen winnen Dat is het niet het meest belangwekkende verhaal over mensen

Niet naar zestig landen gevlogen zijn maar het ontmoeten maakt een verhaal het begrijpen Niet hoeveel geld maar hoe je antwoord op liefde op ontreddering op stilte op rouw een hevige slag van het lot Welk eigen pad kun je banen voor de klop van je bloed op de roep van het licht Wat maak je ervan


HOOFDSTUK 4

Bijzondere bewoners


Pagina 106

Maak kennis met…

Zo’n jubileumboekje is een mooie gelegenheid om nader kennis te maken met een aantal wijkgenoten. Nu wonen in de Penseelstreek ruim vijfduizend mensen. Dat wordt dus kiezen. Welke criteria houd je aan? Markant, bijzonder, apart? Die kwalificaties gelden eigenlijk voor iedereen. Je kunt zeggen dat er een tamelijk willekeurige, maar zeker gevarieerde selectie van wijkbewoners is geportretteerd. Natuurlijk, mooie gesprekken met oudere wijkbewoners. Van een lang leven kun je veel vertellen. Maar de jeugd komt ook in beeld. Allemaal bijzondere wijkbewoners, tussen de zes en drieënnegentig jaar. Maar mis je echt iemand die hier absoluut bij had moeten zitten, jezelf misschien? Laat het weten aan de redactie van de Penseelstreek, voor toekomstige uitgaven van ons wijkblad. Maar voor nu, maak kennis met….:


Pagina 107

Hans Ariëns, zorgzame vrijwilliger

Hans Ariëns (1946) heeft van huis uit als één van de leefregels meegekregen: altijd beleefd zijn en goed kunnen praten met iedereen, van werkman tot burgemeester. En praten doen ze graag in huize Ariëns. Dat op zijn lange lijst van opleidingen en werkzaamheden ook communicatiestrategie en informatieanalist staan, klopt daar wel mee. Zijn laatste opleiding maakt hem de trotse eigenaar van de titel MWO: Master of Work Organisation. En altijd heeft hij zich volop ingezet voor buurt- en wijkzaken. Tel maar even mee: de eerste keer Koninginnedagviering (1976, Witsenstraat); nieuwjaarsborrels in de straat; bestuurder bij de Montessorischool en lid van de ouderraad bij het KGL, scheidsrechter bij Upward; zorginitiatieven in de straat; buurtpreventie in de buurt en de wijk, het gaat maar door. Buurtpreventie heeft Hans echt op de kaart gezet in de wijk. En hij is er erg druk mee: overleggen met de wijkagent en de contactpersonen in elke straat, nieuwe bewoners inlichten, maandelijkse bulletins rondsturen, appgroepen opzetten en zelf veel rondwandelen, kritisch kijken en waarschuwen. Dat alles om te

voorkomen dat bijvoorbeeld het volgende gebeurt: er wordt gebeld en er staat een ‘ambtenaar’ voor de deur met de volgende tekst: “Mevrouw, er is een gaslek geconstateerd, u moet direct uw huis verlaten, neem vooral uw waardevolle spullen mee. Zal ik u even helpen dragen?” Het belangrijkste van buurtpreventie zijn de sociale contacten, oog voor elkaar hebben, dingen samen doen. Neem nou dit zorgvoorbeeld in zijn straat: een oudere vrouw, flink eigenwijs, wordt in goed overleg omringd door een appgroepje van naaste buren met de mogelijkheid om elkaar te waarschuwen en bij haar binnen te kunnen komen voor het geval dat. De laatste twee jaar is Hans ook druk bezig met ‘Opdat Wij Niet Vergeten - Oosterbekers’. Een stichting om de tot nu toe ‘vergeten’ burgerslachtoffers in Oosterbeek uit de periode van Market Garden tot de evacuatie te herdenken. Gedenkpalen op bijzondere plaatsen, een nog op te richten monument, Stolpersteine. Een grote klus; de groep betrokken nabestaanden groeit gestaag. Ook de gewone burgers mogen nooit vergeten worden, aldus Hans.


Pagina 108

Irene Hendriks, Olympisch goud en Eigenwijslijf

Irene Hendriks (1958) heeft van jongs af gehockeyd bij MHC Oosterbeek en later bij Upward. Ze viel op en al snel werd ze een vaste waarde in het Nederlands vrouwenteam, resulterend in onder andere drie wereldtitels en goud in 1984 op de Olympische spelen in Los Angeles. In 1987 kon ze een praktijk voor fysiotherapie overnemen. Maar dan breekt er een periode van twijfel aan. Er moet toch meer zijn dan topsport en fysiotherapie alleen, wat wil ik nu eigenlijk zelf? Na een zoektocht kwam ze uit bij de opleiding holistische massage. Richt je niet op het resultaat, leer luisteren naar wat je lichaam je te vertellen heeft, probeer bij jezelf te komen en ontdoe je van ballast. Dat sloeg aan en die kennis past ze nu toe in haar eigen praktijk ‘Eigenwijslijf’ op de Mesdaglaan. Het heeft jaren gekost om uit het fysieke keurslijf van topsport, rolmodel, trainen en presteren te kruipen, maar nu durft ze van zichzelf te zeggen: Ik heb mijn eigen kracht gevonden, ik voel me stevig, stabiel, in balans. Dit werk blijft ze wel doen tot haar tachtigste, minstens.

Hoe keek Irene dit jaar naar de Olympische spelen in Tokio? Met meer aandacht voor de persoon dan voor de prestatie. Met waardering juist voor hen die hun gevoelens duidelijk laten spreken en (hervonden) plezier in hun sport uitstralen, bijvoorbeeld Tom Dumoulin en Nadine Visser. Het goud van de hockeyvrouwen leverde haar wel een mooi compliment op van een goede vriend: Een mooie traditie is het inmiddels geworden en jij stond aan de wieg ervan. Maar je doet het altijd samen. Als jeugdtrainer bij MHC Oosterbeek hamert ze tegenwoordig op teamwork: Je bent een ster als je de andere sterren laat stralen.


Pagina 109

Dick Tiemens, de klok en meer

Toen op 3 september 2021 de verloren gegane wijkklok weer terugkwam op het kruispunt van onze drie wijken ging er een langgekoesterde wens van velen in vervulling. Zo ook van Dick Tiemens, ook bekend als onze geliefde emeritus kapelaan en als dominee Gremdaad. Zijn persoonlijke verhaal bij de onthulling van de klok maakte duidelijk dat ‘Niemand weet hoe laat het is’. Want wat is een uur op de schaal van eeuwigheid en oneindigheid. De klokken op de kerktorens zijn slechts doorverwijzingen naar de Almachtige. En hoever ben je gevorderd op de route van de wieg tot het graf? Niemand die het weet. Neem vooraf de tijd om in het nu volop van het leven te genieten, mis het startschot niet! En laat u de tijd niet door de vingers glippen! Zijn filosofische bespiegelingen en wijze adviezen voor ons wijkgenoten in de vaart van ons leven kennen we ook van zijn alter ego’s die al jaren aan het woord komen bij de Kerstzangavonden. Toegesproken als “Beminde gelovigen en ongelovigen”, worden we jaarlijks luide opgeroepen tot “Opwarming Nee! Omvorming Ja!” en al miauwend

leren we dat alles meestal vanzelf goed komt: “Loos Alarm!”. We leren ‘de Witte Hermelijn’ kennen als symbool van hulpvaardigheid en aandacht voor elkaar: “Demarreren Nee! Witte Hermelijn Ja!” De boodschappen “Laat Het Los! Laat Het Gaan!” en “Kom, het is tijd om te gaan!” vereisen minder toelichting dan “Mooie Mensen Ja! Rode Ringen Nee!” en “Stipjes Bestaan Niet!”. Maar de boodschap was en is steeds consistent: hoedt u voor de Paarse Krokodillen van de onbarmhartige bureaucratie, verlies u niet in de behoeftes aan strijkijzers en broodroosters, maar zie om naar elkaar en herstel de contacten. Maar wie is toch die Dick Tiemens (1946), elders ook bekend als Brandtorenfluisteraar, zelf? Een man met twijfels. Over zichzelf, over sterfelijkheid en oneindigheid, over andere dimensies, over wat normaal is, over in beton gegoten meningen, over van alles eigenlijk. Een man ook die graag zijn podium zocht en zoekt, in de kerk, in de politiek, in onze wijk. Om zich te blijven ontwikkelen en misschien ook om zichzelf steeds weer te bewijzen?


Pagina 110

Aty Helwig, rechter

Aty Helwig, geboren in 1936, woont al vijfenveertig jaar in de Jacob Marislaan. Na de mulo volgde jarenlang stukken tikken op een advocatenkantoor. Geen idee waar dat over ging, “aard- en nagelvaste verbindingen...”, maar dat leerde ze snel. Dat wilde ze ook wel worden, advocaat. Maar dan moest je gymnasium hebben. Na vier jaar avondgymnasium en keihard werken was het zover. En ook nog balletles, skiën, zeilen en bergwandelingen. Daarna, inmiddels 27 jaar oud, begint de rechtenstudie, in Leiden. Een makkie. Dus maar een leuk keuzevak erbij: Griekse Papyrologie. Toch maar geen advocaat, maar rechter willen worden. Dus nog vier jaar RAIOopleiding. Uiteindelijk wordt Aty de eerste vrouwelijke rechter in Arnhem en later vicepresident van de Arnhemse rechtbank. Ze kan er mooie verhalen over vertellen: over politieacties op zware criminelen, boten aan de ketting laten leggen, moordzaken, een journalist in een bak met veren (Werd hij erin gegooid? Of was hij erin gevallen?)

En ook: een ijzeren geheugen, alle dossiers goed kennen (27 ordners, met vader Moskowicz als advocaat/tegenspeler). Altijd alleen geweest, er was geen tijd voor een partner. Maar prima familierelaties en regelmatig achterneven en -nichten die bij haar tijdelijk inwonen vanwege een studie in Arnhem. Zo blijft ze als populaire oudtante goed bij de tijd.


Pagina 111

Benjamin Rangkouw, betrokken organisator

Benjamin Rangkouw is in 1958 geboren in Teuge, in een Molukkenkamp, maar wel een met stenen huizen! Zijn vader was een oud KNIL-militair. Later verhuisde het gezin naar Zevenaar, naar een gewone Nederlandse wijk, prima. Vanaf 2008 - Benjamin was toen nog getrouwd, met twee kinderen, en met dertig jaar werkervaring - gaat het mis. Na een scheiding en ontslag moet het huis worden verkocht en Benjamin belandt in de daklozenopvang in Apeldoorn. Daar krijgt hij een beroerte. Met zijn linker lichaamshelft geheel verzwakt komt hij terecht in Het Dorp (2012) en uiteindelijk (2016) in de nieuwe SIZA zorgappartementen aan de Weissenbruchstraat. Momenteel is Benjamin alle dagen blijmoedig onderweg met zijn scootmobiel, want: “Ik heb een beroerte gehad, maar ik ben de beroerdste niet.” en “Ik heb maar één handfunctie, maar ik ben behoorlijk bijdehand!” Zo kookt hij wekelijks voor daklozen en eenzamen in Arnhem, daarbij gesponsord door de Jumbo aan de

Amsterdamseweg. Hij is ambassadeur van ‘Vitale Verbindingen’ in de Nieuwe Hommel en is betrokken bij Villa Klarendal, een laagdrempelige kerkgemeenschap op het Kazerneplein. Hij doet meerdere ochtenden per week mee aan de dagbesteding op Het Dorp (tekenen, zijn passie!), is vrijwilliger bij Jongerencentrum Rijnstad en geeft maandelijks gastlessen als ervaringsdeskundige bij zorgopleidingen van ROC’s. Activiteiten in De Bakermat: Benjamin is er bijna altijd bij. Een echte organisator die heel makkelijk contacten maakt en dankbaar is voor alles wat hij kan doen voor de maatschappij.


Pagina 112

Lee Imkamp, verbeelder

Lee Imkamp, geboren in 1928, dochter van een diplomaat, heeft de eerste twintig jaar van haar leven veel gezworven. Singapore, Rio de Janeiro, Washington, noem maar op. Dan zie je veel, je leert diverse talen. Maar van een normaal gezinsleven is nauwelijks sprake. Bovendien zat ze als vijfjarig meisje twee jaar alleen in de strenge nonnenkostschool Notre Dame des Anges in Ubbergen. Als kind was ze gefascineerd geraakt door tekenen en schilderen. Na de oorlog kwam Lee in Amsterdam, op doorreis, toevallig in aanraking met wat later de Rietveld Academie zou worden. Ze deed toelatingsexamen en… ze werd aangenomen. Een zegen! Jan des Bouvrie zat daar ook op school. Na jaren als illustrator te hebben gewerkt moest ze kiezen tussen doorgaan met werken of trouwen. Want dat was toentertijd de regel: slechts één kostwinner per huishouden. Lee kan zich er nu nog over opwinden. Ze koos voor trouwen, daar kreeg ze geen spijt van en ze volgde haar man naar Arnhem.

Arnhem werd echt haar hometown. Hier kon ze met kinderen en kleinkinderen een echt gezinsleven opbouwen, iets wat ze zelf als kind zo gemist had. Ze is altijd blijven schilderen en tekenen. Haar redding, haar leven. Haar huis in de Mesdaglaan, waar ze in september 2021 na veertig jaar uit vertrokken is, hing vol met haar schilderijen en tekeningen. Kunst wil ze het niet noemen, maar mooi is het zeker! Lee heeft dit verhaal in 2019 verteld aan de maandelijkse ‘Trix-groep’ voor senioren. Ze vertelde erbij hoe goed het is om elkaar deze verhalen te vertellen, want normaal gesproken hoor je dit alleen maar bij uitvaarten.


Pagina 113

Joke Leijdekker, zorgprofessional

Joke Leijdekker (1950) heeft altijd in de zorg en het onderwijs gewerkt. Eerst als verpleegkundige, daarna heeft ze allerlei specialisaties gevolgd. En vanaf haar dertigste werkte ze als lerares verpleegkunde en vertrouwenspersoon op het MBO Zorg en Welzijn Rijn IJssel. “Van mensen houden, dat is de basis van dit werk, ”zegt ze. In de zorg maak je mensen mee in alle fasen van hun leven, van geboorte tot dood, en op ieder moment van de dag. Als vertrouwenspersoon heeft Joke het project De Veilige School ontwikkeld. Doel: een school waar alle studenten en medewerkers zich fysiek en emotioneel veilig kunnen voelen. Dan komen zaken aan bod als: Hoe ga je om met fysieke contacten met patiënten? Hoe hanteer je de verschillende culturele opvattingen die daarover bestaan? Daarnaast heeft ze zich verdiept in oefeningen voor ouderen en tilmethodieken voor verzorgenden. Ouderen vinden het moeilijk in balans te blijven. Daar kun je met tips en oefeningen veel aan doen: ga breed staan, knieën licht gebogen, je moet de vloer goed voelen. Handen aan de tafel, op een been staan, andere been,

losse handen. Bepaalde manier van lopen. En veel oefenen, want “oefening baart kunst!”. Tilmethodieken zijn essentieel bij het verplaatsen van patiënten en dus ook voor alle mantelzorgers. Hoe help je iemand uit een luie stoel, uit bed of na een val? Ze zou er een boek over kunnen schrijven. Joke wenst iedere oudere een cursus valpreventie en iedere mantelzorger een cursus tilmethodiek toe. Na haar pensioen is haar zorghart gewoon door blijven kloppen. Als taalmaatje, als organisator van “Burenhulp voor Elkaar”, bij ontwikkelingen in het wijkcentrum de Bakermat, en vooral ook in haar straat. Omkijken naar elkaar, elkaar zien en spreken, contact maken. Dat werkt vaak het beste. En op het bankje in haar voortuin… wees welkom.


Pagina 114

Een wijk vol vrijwilligers

De Penseelstreek, een wijk waar het goed wonen is. En ook een wijk waar bewoners iets voor elkaar over hebben. Dat kan heel dichtbij zijn, in de straat, om de hoek, een praatje, boodschappen doen, de GFT-bak op zijn plek zetten, een klusje in huis, gras maaien, wandelingetje maken, even brengen en halen. Daarnaast zijn ook veel wijkgenoten als vrijwilligers betrokken bij organisaties en verenigingen, zoals SWOA (Stichting Welzijn Ouderen Arnhem), MVT (Mantelzorg en Vrijwillige Thuiszorg), Ziekenhuis Rijnstate, Zorgcentra, Hospice, Burgers Zoo, Openluchtmuseum, Rozet, Penseelstreek, Bakermat, Voedselbank, Rotary, de Helling, Rijn-IJssel, APCG (Arnhems Platform Chronisch zieken en Gehandicapten), Amnesty International, Sportverenigingen, Kerken, Koren, Muziekverenigingen en nog veel, veel meer. War zijn dat zoal voor bezigheden? Om maar eens wat te noemen: maatje, automaatje, taalmaatje, thuisadministrateur, levensboekschrijver, mantelzorgondersteuner, rondleider, trambestuurder, activiteitenbegeleider, gastvrouw/gastheer, koffie

zetten, buurtpreventie, wijkkrant, koken voor daklozen, vergeten fietsen of naaimachines opknappen, scheidsrechter, trainer, ballenjongen, achter de tap, folders/wijkkranten huis-aan-huis verspreiden, klussen doen en, natuurlijk, bestuursfuncties. Waarom doen we dit allemaal? Niet voor onze status, niet voor ons curriculum vitae. Maar gewoon, omdat het leuk is om te doen. Je leert andere mensen kennen, je voelt je betrokken, het geeft een goed gevoel, voldoening. Daarom doen we dit. Houden zo!


Pagina 115

Jan Vermeulen

Mieke Breuning

Jan Vermeulen wilde na een mooie carrière iets nuttigs doen voor anderen. Via de SWOA (Stichting Welzijn Ouderen Arnhem) komt hij nu al vier jaar bij mensen thuis als thuisadministrateur. Dat gaat al snel veel verder dan betalingen of belastingen regelen. Een thermostaat repareren, naar de kapper brengen, wandelingetje maken. Het bevalt Jan goed, al wordt het wel druk als je vijf klanten tegelijk hebt. Je kunt echt iets voor iemand betekenen, heel dankbaar werk. Neem nou de mevrouw die door een ongeluk slecht ter been raakt en tijdelijk naar een revalidatieplek moet. Hij brengt haar, vult schadeformulieren in, regelt de spullen die ze van huis nodig heeft, gaat bij haar op bezoek. Wat Jan er van leert? “Pluk de dag en koester je gezondheid en de relatie met je naasten”

Mieke Breuning kookt en eet graag en lekker. Ze meldde zich dan ook snel aan toen in 2010 gestart werd met een vrijwillige kookploeg bij Hospice Rozenheuvel in Rozendaal. Iets echt lekkers maken, persoonlijker dan de verantwoorde maaltijden uit de gaarkeuken van het Leger des Heils, voor deze bewoners in hun laatste levensfase, dat was het idee. Inmiddels gebeurt dit zeven dagen per week als volgt: twee vrijwilligers gaan vanaf één uur ’s middags de kamers langs. Waar hebt u zin in? Hoeveel trek hebt u? Eet er een gast mee? En dan de ingrediënten vers kopen, de individuele maaltijden klaarmaken, soms maar kleine hapjes, mooi opdienen want de ogen eten ook mee. Een praatje erbij. Een soepje, warm, troostrijk, dat werkt altijd goed. Soms komen bewoners hier na een langdurige ziekenhuis -of medicatie periode. Zonder medicatie komt de smaak vaak weer terug, mooi om dat mee te maken. Mieke geniet van de sfeer in het hospice. Het is er gewoon heel gezellig, ook al is het een sterfhuis. Ze vertelt over een oude dame, die al haar kleren wilde verdelen over de kleindochters. Dat werd een complete modeshow. Mieke onderstreept van harte een citaat van het hospice: “We voegen niet meer dagen toe aan het leven, maar wel leven aan de dagen”


Pagina 116

Marjanne Knüppe

Marjanne Knüppe heeft als docent kunsteducatie veel gedaan om Kunst te promoveren tot eindexamenvak en te voorzien van landelijk geldende (Cito-) toetsingscriteria die voor alle soorten kunstuitingen goed hanteerbaar zijn. Voor iemand met zo’n achtergrond is het goed te begrijpen dat ze later gefascineerd raakt door Atelier 23. Een groot, sfeervol atelier van Siza, in Arnhem-Zuid, waar circa vijftig kunstenaars met een niet-aangeboren hersenletsel (NAH) actief zijn. Marjanne ondersteunt als vrijwillige externe deskundige de drie leerkrachten bij het kijken naar de individuele mogelijkheden. Via kwartaalgesprekken worden de ontwikkelingen getoetst. En dat voor alle vijftig kunstenaars afzonderlijk. Deze “outsiderartists” hebben allemaal een enorme drive, belangstelling en motivatie om zich te uiten en te ontwikkelen. Ze helpt ook mee met het - leren - organiseren van exposities. Marjanne raakt er niet over uitgepraat: “Er zijn dagen dat ik daar vandaan kom als een opgewonden klein meisje, vol van hun vrolijke opgewektheid. Dat is zo motiverend! Dit atelier verhoogt echt de kwaliteit van hun leven.“

Bert Jager

Bij Bert Jager woonde vijf jaar geleden een tijdlang een Syriër in huis. Kort daarop, Bert was inmiddels met pensioen, meldde hij zich aan als taalmaatje bij de Vrijwilligers Centrale Arnhem (VWC). Sindsdien heeft Bert wekelijks een dagdeel één-op-één contact met een anderstalige. Dat zijn trajecten van één jaar. Diverse cursussen ter ondersteuning worden aangeboden door Regionaal Opleidingscentrum (ROC) Rijn-IJssel. Hij leert er zelf heel veel van, onder andere hoe complex onze taal is. Hoe verklaar je bijvoorbeeld: ik knoop – ik knoopte, maar: ik koop – ik kocht, en: ik loop – ik liep? En een gebouw heeft een verdieping, maar waarom heet dat geen verhoging? En het enorme verschil in betekenis tussen vóórkomen en voorkómen? Bert krijgt een spiegel voorgehouden over onze maatschappij. De enorme wet- en regelgeving, de wirwar van verkeersborden, dat iedereen in zijn eigen tuintje zit - Ga toch allemaal bij elkaar zitten, zegt een Syriër. Dat elk groepje huizen zijn eigen naam heeft. Rozendaal, Oosterbeek, Velp, dat is toch allemaal Arnhem, zegt een Peruaan uit wereldstad Lima. Bert gaat hier nog lang mee door. Het zijn aardige, leergierige mensen en vaak gaat het contact veel verder dan alleen taal. Heel verrijkend.


Pagina 117

Anneke Raben

Niek Bakker

Anneke Raben kwam ruim vijfentwintig jaar geleden in Arnhem wonen en zag in de Koerier een berichtje van ziekenhuis Rijnstate. Haar verpleegkunde achtergrond speelde mee en zo stond ze aan de basis van het Oeverhuis. Een plek in het ziekenhuis waar familie en vrienden van spoedeisende hulp-patiënten zich kunnen terugtrekken, uitrusten, slapen. Er zijn drie tweepersoonskamers met sanitair en TV, een ruime huiskamer, faciliteiten voor koffie, thee, soep en dergelijke.

Niek Bakker is acht jaar betrokken bij het maatjesproject van de SWOA, de Stichting Welzijn Ouderen Arnhem. Hij ontmoet ouderen die hun levensverhaal met hem delen en die hem leren hoe zij omgaan met de gebreken van het ouder worden. Hij gaat ouderen steeds meer waarderen: “Hoe ouder hoe beter!” En de verhalen die hij soms hoort. Luister maar eens hoe Niek het zelf vertelt. Een van zijn maatjes was een keurige dame van ver in de negentig.

En altijd is een vrijwillige gastvrouw en sinds kort ook een gastheer aanwezig of direct oproepbaar. Er zijn nu ongeveer veertig gastvrouwen beschikbaar die één keer per maand ‘dienst’ hebben. Een dienst begint ’s morgens om tien uur. Dan ben je fysiek aanwezig, overlegt met de vorige ‘dienst’, praat met de gasten, bent een luisterend oor, wijst de weg, checkt in, probeert spanningen weg te nemen, overlegt met ziekenhuismedewerkers, bekijkt het dagboek dat de bezoekers kunnen invullen, et cetera. Daarna ga je naar huis, maar je blijft wel 24 uur telefonisch oproepbaar. Anneke, inmiddels clusterleider, weet dat ze echt iets kan betekenen voor de gasten. Het is dankbaar werk, vrijwillig, maar niet vrijblijvend: 24 uur per dag, 365 dagen per jaar moet er iemand zijn.

“Op een zeker moment was ik op zoek naar een ouderwetse jeneverfles. Vraag me even niet waarom. Ik vroeg haar, voor de grap, of zij me kon helpen. Ja hoor, antwoordde ze en stond voorzichtig op, liep naar de keuken en pakte een halfvolle Bokma fles uit de koelkast. Ik schrok ervan, een stille drinker? Welnee: haar man vond dat als je bezoek krijgt en die wil een borrel, dan moet die koud zijn. Zo hoort het. Haar man was al meer dan dertig jaar geleden overleden en al die jaren stond die fles in haar koelkast, nooit is er iets uit gedronken”.


Pagina 118

Wim Verheggen

Wim Verheggen kreeg na een leven als fiscalist tijd voor en zin in andere zaken. Zijn vrouw was gids bij ‘t Gilde Stadswandeling Arnhem en dat leek hem een goede manier om de stad beter te leren kennen. Gezien zijn aard en achtergrond was het voorspelbaar dat Wim al snel in het bestuur terecht kwam als voorzitter. Daar kwam ook het penningmeesterschap bij van: ‘Arnhems Historisch Genootschap onder de zinspreuk “Prodesse Conamur” sinds 1792’ (Dat betekent: wij trachten van nut te zijn). Op enig moment leverde dat een erg volle agenda en een bedenkelijk kijkende echtgenote op. Binnenkort is Wim niet meer bij ‘t Gilde betrokken, dus heeft hij tijd over en nu is hij onze penningmeester van het bestuur van de Penseelstreek. Zo gaan die zaken. Bij ‘t Gilde was de aandacht enerzijds gericht op de ruim 30 gidsen: opleiding, betrouwbare informatie, manier van presenteren. Anderzijds was het zaak voortdurend alert te zijn op wat er in de stad voor plannen waren waar ‘t Gilde een rol in zou kunnen spelen. Wim, wat heb je van je Gilde-werk geleerd? “Een gids helpt om te kijken, maar vooral ook om te zien!”


Pagina 119

Wie de jeugd heeft….

In de Penseelstreek wonen (gelukkig) veel kinderen. Steeds meer zelfs, blijkt uit de demografische ontwikkeling van de wijk. Als sluitstuk in dit hoofdstuk vol bijzondere mensen vier interviews met kinderen uit onze wijk. Ze reflecteren op hun leven hier en nu en kijken vooruit. Waar gaan zij later wonen? En wat nemen ze mee uit hun jeugd in die mooie Arnhemse wijk in het groen?


Pagina 120

Portret van een kind in de wijk: Rogier van den Oever (6 jaar) “Als ik groot ben ga ik lekker alleen wonen, met de hond” Met wie woon je? Ik woon met mama Veroniek (41), papa Ton (42), zus Roos (11) en broer Wout (9), en met de hond Dobbe. Dobbe is een Fauve de Bretagne, hij heeft mooie krullen. En hij kan een poot geven. Waar zit je op school? Ik zit in groep 3 van het Panorama. Ik leer rekenen, schrijven. Het mooiste is de bibliotheek, dat is een kamer met allemaal boekenkasten vol met boeken. En de gymzaal is ook mooi. In de pauze ga ik naar het voetbalpleintje, of naar het bos. Daar kun je takken vinden. Het voetbalpleintje is heel fijn, maar daar zitten vaak de grotere kinderen dus dan gaan we naar het bos. Waar woon je in de wijk? Ik woon aan de Van Heemstralaan. Wat is jouw favoriete plek in de wijk? Mijn favoriete plek is de bank! Om lekker t.v. te kijken. Met mijn knuffel. Eerst ga ik dan wat lekkers pakken, en dan ga ik allemaal dingen zoeken op YouTube. Maar ik speel ook veel buiten, dan ga ik (bijna) altijd voetballen.

Ik zit op voetbal, bij SML, bij Ubuntu Sport. Ik ben fan van Ajax en van Frenkie de Jong. Elke ochtend kijk ik met papa en Wout even de voetbalwedstrijden terug van de vorige dag, op papa’s telefoon. Wat vind je fijn aan wonen hier? Je kunt hier lekker spelen en voetballen. De straat is ook mooi, er staan allemaal auto’s. Ik heb wel eens een Ferrari zien rijden en in de buurt woont ook iemand met een Lamborghini. Is er ook iets niet fijn? Slapen is niet fijn, want dat moet ik alleen doen. Waar ga je later wonen? Als ik groot ben ga ik lekker alleen wonen, met de hond. Die kan ik de hele dag aaien. En wat doe je dan? Dan werk ik in de dierentuin. Ik ben al best vaak naar Burgers’ Zoo geweest. Eerst kom je bij de pinguïns en dan bij de olifanten, maar het meest houd ik van de stokstaartjes. Die komen na de olifanten.


Pagina 121

Portret van een kind in de wijk: Milou Vrind (8 jaar)

“De berg op fietsen, dat is niet leuk” Met wie woon je? Ik woon met mama Sabine (39), papa Micha (42) en mijn broertje Tijn (6). En met de konijnen Knabbel en Babbel. Waar zit je op school? Ik zit in groep 5 van de Pieter Brueghelschool. Waar woon je in de wijk? Ik woon aan de Gabriëlstraat.

Als ie al bezet is gaan we lekker rennen op het grasveld. In Corona mochten we niet op het rek. Dat vond ik heel jammer. Wat vind je fijn aan wonen hier? Het is dichtbij school! En ik heb mijn vriendinnen dichtbij, ik kan gewoon zo naar ze toe lopen. En de speeltuin is dichtbij. Er is eigenlijk niks wat ik niet fijn vind. Oh nee wacht, de berg op fietsen. Dat is niet leuk.

Wat is jouw favoriete plek in de wijk? Mijn favoriete plek is het schoolplein, bij het duikelrek.

Wat doe je het liefste? Met mijn vriendinnetjes spelen!

Waarom? Op het duikelrek kan ik trucjes doen met mijn vriendinnen Ise, Amelie, Roos, Cleo, Merel en Loes, die zitten ook in mijn klas. En ook met Hanna, maar zij zit niet in mijn klas. Ik kan al een koprol, en hangen aan mijn knieën. Maar soms ga ik er lekker opzitten en eraf springen. In de pauze zijn wij het liefste bij het duikelrek. Maar hij is vaak vol, dan zijn er al andere kinderen.

Wat doe je over 10 jaar? Over 10 jaar, dan ben ik 18. Dan leer ik om juf te worden. Waar woon je dan? Ik woon dan dicht bij papa en mama in een heel nieuw huis, samen met een hond of een konijntje.


Pagina 122

Portret van een kind in de wijk: Lio (12 jaar) en Loek (9 jaar) Boerefijn “De Weissenbruchstraat is de perfecte buitenspeelstraat” Met wie wonen jullie? Wij wonen met papa Wim (52) en mama Sanne (45) en met Lizzy de poes (bijna 2). Lizzy kwam in de herfstvakantie dat we hier zijn komen wonen als klein katje bij ons. Onze ouders houden niet van honden en Loek heeft liever een kat, want dat is minder werk. Waar zitten jullie op school? Loek: Ik zit op de Pieter Brueghelschool in groep 6. Lio: Ik zat op de Pieter Brueghelschool, maar nu zit ik in de eerste klas van het Stedelijk Gymnasium Arnhem. Daar zijn nu minder klassen dan eerst. Er zijn dit jaar vijf eerste klassen, maar dat vind ik wel fijn, want nu ken ik iedereen van gezicht. Loek: Lio zit in klas 1c dat is de beste klas van de school. Lio: Mijn bijnaam op school is Lio Smeltende Boter, want van mijn achternaam Boerefijn maakte de lerares Frans Beurre Fin. Waar wonen jullie in de wijk? Wij wonen in de Gabriëlstraat. Wat is jullie favoriete plek in de wijk? En waarom?

Lio: Wij hebben heel veel gespeeld in de Weissenbruchstraat. Wij noemden die straat letterlijk de perfecte buitenspeelstraat. Wij kwamen uit de binnenstad van Utrecht en daar was alleen maar een piepklein speeltuintje en daar mochten we alleen niet eens naar toe. Toen verhuisden we en gingen we hier wonen en ineens kon je heel goed buitenspelen en kende je allemaal kinderen. Lio: Er komen nu klinkertjes in de straat, dat is jammer want dan kun je niet meer fijn skaten. Loek: Lio, kun jij eigenlijk wel skaten? Loek: Mijn favoriete plek is het veldje bij mijn school. Niet om te voetballen, maar juist door die bosjes die aan de rand staan, daar doen we een soort spelletje met clubjes. Dat hebben we zelf bedacht. Je moet dan dingen doen waar je punten voor krijgt zoals mooie blaadjes zoeken. De voorzitter van het clubje verzint dat dan. Je hebt verschillende clubjes, en Gijs is in zijn eentje een clubje. Lio: Wij speelden huttenoorlog op de basisschool, we hadden drie dorpen bedacht en allemaal rollen zoals rechter en burgemeester. We speelden bijvoorbeeld


Pagina 123

Portret van een kind in de wijk: Lio (12 jaar) en Loek (9 jaar) Boerefijn

ontvoeringen na, met losgeld. Maar het werd te fanatiek, toen heeft school het spel verboden. Loek: Ja, bij de lagere klassen ging het toen fout, echt fout. Er werd ook geslagen. Wat vinden jullie fijn aan wonen hier? Loek: De school is leuker dan in Utrecht. Lio: Je kunt goed buiten spelen. In Utrecht kende ik de buren een beetje, maar hier is veel warm contact met de buren. Je kent iedereen wel. Toen ik op de basisschool zat, ging ik elke avond naar buiten en was je met een groep van 15 kinderen. Er komen hier veel mensen heen vanuit de grote steden. En die klussen maar door. Is er ook iets niet leuk? Lio: Oh ja, ik weet het. Ik dacht eerst dat ik fietsen heel leuk vond, maar nu heb ik nachtmerries van al die bergen. Heen naar school doe ik er 20 minuten over; terug 35. Loek: Ik loop naar school. En Lizzy brengt mij dan altijd tot een bepaalde hoek. Dan loopt ze weer naar huis terug.

Wat doen jullie het liefste? Loek: Ik zit op aikido, scouting en basketbal. Lio: Ik zat op paardrijden en dans, en toen had ik even pauze van clubjes. Loek: Maar nu zit ze op volleybal. Lio: Ja, en gelijk twee keer per week trainen en dan nog een wedstrijd. Maar het liefste hang ik met vrienden, lekker kletsen. Loek: Ik ook. Wat doen jullie over 10 jaar? Loek: Bedoel je wat ik later wil worden? Ik denk dat ik dan ga studeren, iets over natuur. Biologie lijkt me erg interessant. Lio: Ja, tot je je eerste biologieproefwerk hebt… Lio: Mijn ideeën over later veranderen vaak. Ik wil wel graag in Bergen in Noorwegen gaan studeren. Maar volgende week wil ik misschien natuurkunde in Kopenhagen gaan studeren. Waar wonen jullie dan? Loek: In Oosterbeek, want dat is een erg mooi dorpje.

In een groot huis zoals waar ik nu woon. Eigenlijk wil ik een winkelmeneer zijn, de baas van de supermarkt. Zodat je iedereen kent. Lio: Ik woon in Kopenhagen, en ik neem al mijn vriendinnen mee. Ik woon in een kamer in het centrum waar alles gebeurt. Loek: Oh, maar dat is ook wel een heel goed idee.


Pagina 124

Portret van een kind in de wijk: Hilda Bakker (10 jaar)

“Op straat kan ik lekker hockeyen, want daar is het fijn rustig” Met wie woon je? Ik woon met mama Lisa (44), papa Wridzer (54) en mijn zussen Mirte (bijna 14) en Anna (16). En de hond Gizmo. Waar zit je op school? Ik zit in groep 7 van de Montessorischool. Het is een soort van kleine school. Je kent iedereen en dat is fijn. De pauzes zijn het leukst maar ook het kosmisch onderwijs. Dan ga je in op een onderwerp. In de middenbouw hadden we een juf die echt heel goed kosmisch kon geven over de Middeleeuwen en Egypte. Het is leuk om te leren hoe mensen vroeger leefden. Waar woon je in de wijk? Ik woon in de Johannes Vermeerstraat. Dat is altijd mijn huis geweest. Wat is jouw favoriete plek in de wijk? Ik heb twee favoriete plekken. Het hockeyveld, bij Upward. En het bos bij Zijpendaal.

Waarom? In het bos ga ik dan van de paden af. Je weet nog wel dat er mensen zijn, maar die zie je niet, en je kunt je eigen gang gaan. Ik loop vaak over de boomstammen. Bij Upward hockey ik in D6, het liefst als voorstopper, dan kan ik lekker veel rennen. Hier op straat kan ik ook veel hockeyen want het is een doodlopende straat en lekker rustig. Wat vind je fijn aan wonen hier? En wat niet? Je kent ongeveer iedereen en je hebt in deze straat veel contact. Veel meer dan als je in een grote doorlopende straat zou wonen. Als er nieuwe mensen komen wonen, moet je daar natuurlijk wel weer aan wennen. Wat ik niet fijn vind is dat er op de Zypendaalse weg altijd wel motoren rijden, en die maken heel veel lawaai. Eerst rijdt er eentje en dan denk ik, moet ik nu naar binnen gaan of niet, want vaak komen er dan nog meer achter aan.


Pagina 125

Portret van een kind in de wijk: Hilda Bakker (10 jaar)

Wat doe je het liefste? Creatief bezig zijn vind ik heel leuk. Vaak heb ik iets in mijn hoofd en dat ga ik dan maken. Dan gaat het wel eens fout, maar dan worden het weer andere dingen. Ik heb ooit een hondje met washitape gemaakt op de muur in de woonkamer. Dat was wel schrikken voor mijn ouders, maar het was wel heel mooi! Het was niet een uitgebreid hondje, maar wel schattig, dus leuker. Maar meestal knutsel ik op mijn eigen kamer, daar liggen al mijn spulletjes. Wat doe je over 10 jaar? Over 10 jaar… dan ben ik 20. Dan ben ik denk ik nog aan het studeren. Nu wil ik heel graag bioloog worden of architect. Bioloog omdat ik gefascineerd ben door reptielen. Hoe ze zich aanpassen en wat ze kunnen omdat ze koudbloedig zijn. En als architect kan ik huizen ontwerpen. Ik kan dan creatief zijn en out of the box denken.

Waar woon je dan? Ik hou erg van water. Mijn zussen willen bij de zee wonen, omdat ze dan lekker kunnen surfen. Ik wil dat ook wel. De zee geeft mij een soort kick van blijdschap.


Pagina 126

Colofon Uitgave ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum van de ® Wijkvereniging de Penseelstreek Redactie en productie - Niek Bakker - Mark Elbers - Annemoon Gudde - Bert Krikke - Nicolette Piekaar Columns op pagina 10 en 40: - Olga Hendriks-Helmigh Vormgeving - Cécile Bruisten-Jeannot Fotografie - Hans Alink - Niek Bakker - Mark Elbers - Bert Krikke - Jan Zwartjes

Speciale dank voor het beschikbaar stellen van beeldmateriaal gaat uit naar: - Rinus Baak (foto omslag) - Gelders Archief (deel materiaal voor Hoofdstuk 1) - Margreet van Gastel (drone-foto in Hoofdstuk 2) - Marian van der Wiel - Coen Mulder - De erven van Jean Dulieu - Henk Monster, Ben Bender, Pim van ’t End (parken) - De sportverenigingen TV Hoogkamp, SML en Upward Drukkerij - Wilco, Vanadiumweg 9, 3812 Amersfoort Overname: ja, dat is toegestaan met vermelding van de bron!


Pagina 127


Wijkvereniging De Penseelstreek bestaat 25 jaar. In lastige tijden is het toch gelukt om een prachtig lustrumjaar te organiseren, met inzet van heel veel vrijwilligers. In dit boek blikken we terug op het ontstaan van de wijk, brengen we de activiteiten van de wijkvereniging in beeld, beschrijven we het dagelijks leven in de wijk en portretteren we een groep van heel betrokken wijkbewoners.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.