
6 minute read
Op zoek naar de Schulense panovens
Op zoek naar de Schulense panovens Op zoek naar de Schulense panovens Op zoek naar de Schulense panovens Op zoek naar de Schulense panovens
De oudste verwijzingen De oudste verwijzingen De oudste verwijzingen De oudste verwijzingen
Advertisement
Het is niet duidelijk wanneer er in Schulen werd gestart met het bakken van pannen. Waarschijnlijk werden er al lange tijd tichels (daktegels) en karelen (bakstenen) gebakken. Overal waar leem of klei beschikbaar was, bakte men de stenen ter plaatse in veldovens. De bekendheid van de Schulense pannen doet vermoeden dat er in Schulen zeker al in de 17de eeuw, misschien zelfs in de 16de eeuw, pannen werden gebakken en werden verkocht in een ruime omgeving. Dat was nochtans geen eenvoudige zaak met de beperkte vervoersmogelijkheden van die tijd. Het is in elk geval verbazend dat de oude Vlaamse pannen in heel Limburg als Schulense pannen bekend staan. Zo is er een tekst uit Tongeren uit 1760 waarin iemand de toelating vraagt om op een stuk grond van de stad met een panoven te starten. Hij belooft pannen te zullen bakken die even goed van kwaliteit en niet duurder zouden zijn dan die van Schulen!
Wie verder op zoek gaat in archieven zal zeker meer aanwijzingen vinden.
Schulense plaatsnamen Schulense plaatsnamen Schulense plaatsnamen Schulense plaatsnamen
Oude plaatsnamen geven soms een idee van de activiteiten die in een dorp plaatsvonden. In het boek van Jozef Aerts staat een erg uitgebreid overzicht van Schulense plaatsnamen afkomstig uit verschillende bronnen.
Een aantal namen verwijst naar de activiteiten van steen- of pannenbakkers. In het overzicht wordt telkens ook de datum vermeld van het document waarin deze plaatsnaam voorkomt.
Men kan veronderstellen dat de activiteit zelf een stuk ouder is dan de vermelde plaatsnamen. de Leemkuilen (1619) de Pannen- of Steenoven (1724) de Tichelrij (1680)
Verkoop van een stuk land in 1696 Verkoop van een stuk land in 1696 Verkoop van een stuk land in 1696 Verkoop van een stuk land in 1696
In 1696 werd een stuk land in Schulen verkocht, ‘den Steenhoven’ genaamd! We kregen deze informatie van Ria Lemmens uit Lummen. Het gaat om de samenvatting van een akte uit 1696 van de Schepenbank van Lummen. Blijkbaar werd een terrein verkocht met daarop een steenoven, of waarop voordien een steenoven stond. Er werd betaald met een koe! Hieronder de samenvatting:
Jan Stappers verkoopt aan Maximiliaen Van Scoonbeeck een stuk land in Sculen, genaamd “den Steenhoven”, ongeveer 2 halster land. Het paalt Peeter Stappers 1), die Buijlmansheij 2), ’t Poppelant 3). Verkocht voor 22 pattacons of 88 gulden BBL eens. Er is betaald met een koe geschat op 15 pattacons en de rest met geld.
14 14 14 14 RAH Schepenbank Lummen nr. 88 (1696, 08.11. Folio 150r)
Verkoop van een panoven Verkoop van een panoven Verkoop van een panoven Verkoop van een panoven in 1787 in 1787 in 1787 in 1787
In 1787 werd in Schulen een panoven verkocht. Dat blijkt uit de samenvatting van enkele akten uit het notariaat van de Lummense notaris Joannes Josephus Aerts. De stukken dateren van 1786-1787 en gaan over de erfenis en verkoop van een steen- en panoven! We kregen ook deze informatie van Ria Lemmens uit Lummen.
Op 25 januari 1786 staat Maria Anna Vander Maesen uit Lummen, weduwe van Michael Reijnders, haar vruchtgebruik van een steen- en panoven in Schulen af aan haar drie kinderen. Blijkbaar is deze oven ook voor de helft eigendom van Nicolaes Bossemans. Op 27 januari stelt de notaris op verzoek van de erfgenamen vast dat hij er ’bezig is met het uitsteken van leem’. Bossemans wil zijn aandeel in de oven niet aan hen verkopen. Op 14 maart 1787 wordt deze steen- en panoven dan verkocht aan een schoonzoon van Maria Anna Vander Maesen, Petrus Bijnens, gehuwd met Catharina Reijnders, en dit voor 3000 gulden.
Interessant is ook de vermelding van de volgende passage: “De verkopers reserveren zich alle gebakken pannen, plaveien, stenen en eiken planken. De witte en denneplanken, de banken en vormen, dienende voor meubel, zullen annex zijn aan de panoven.” Blijkbaar werden er in deze oven dus zowel pannen, plaveien als stenen gebakken.
In de volkstelling van 1796 staat in ‘De Stap’ het gezin Nicolaes Bosmans-Catherina Schepers vermeld, zijn beroep is pannebakker, ze hebben 5 kinderen. Het gaat dus over een steen- en panoven gelegen in de buurt van de Stapstraat, de huidige Sint-Jorislaan en Leemkuilstraat. Blijkbaar werd deze oven uiteindelijk toch volledige eigendom van Nicolaes Bosmans, of werd hij
misschien verder samen uitgebaat. Dat laatste is minder waarschijnlijk. Het gezin Petrus BijnensCatharina Reijnders woont blijkbaar in Lummen…
In de Limburgse inventaris van pannenbakkerijen van 1841-1844 staat er in de Leemkuilstraat nog steeds een panoven vermeld. Hij is dan eigendom van een zekere Pieter Jan Van Cluysen.
UITTREKSEL UIT DE BUURTWEGENATLAS (CA.1848), DROOGLOODS VAN DE PANOVEN IN DE LEEMKUILSTRAAT (HOEK HUIDIGE LEEMKUILSTRAAT EN SINT-JORISLAAN) >
16 16 16 16
Limburgse inventaris 1841 Limburgse inventaris 1841 Limburgse inventaris 1841 Limburgse inventaris 1841-1844 1844 1844 1844
Een interessante bron voor onze zoektocht naar de Schulense pannenbakkers is het artikel ‘De pannenbakkerijen in Limburg 1841-1844’, geschreven door Willem Driesen. Het verscheen in 1980 in het tijdschrift 'Volkskunde'. Het artikel bespreekt de geschiedenis van de pannenindustrie in Limburg en meer concreet in de helft van de 19de eeuw. Het artikel is gebaseerd op een inventaris die werd gemaakt in de jaren 1840 naar aanleiding van de samenstelling van het eerste kadaster. Men heeft in het begin van de 19de eeuw een volledige inventaris gemaakt van alle toenmalige Limburgse 'industrie' met het oog op de opmaak van het kadaster en de invoering van de onroerende belasting (zgn. grondbelasting). Zo bestaat er dus een lijst van alle Limburgse pannenbakkerijen mét de oorspronkelijke beschrijving uit die periode. Daardoor is het meteen ook een interessante aanvulling bij de informatie die terug te vinden is in de buurtwegenatlas (uit 1848) omdat beide documenten gebaseerd zijn op dezelfde informatie.
Voor Schulen staan er in de inventaris 4 pannenbakkerijen vermeld: 3 in de Rey en 1 in de Leemkuilstraat!
In de Rey. Percelen C96 en 81 (grootte 4a en 4a en 35 ca), VOS Pieter Jan, beroep pannenbakker, eigenaar. Wijziging of afbraak in 1846 en 1879
Bestaet uit enen oven, sterk doortimmerd om er blauwe pannen te kunnen maken en inhoudende 8 à 9000 stuks. De loodswerken in tamelijk goeden staet en zeer uytgebreydt, zijn gelegen op de twee hiertegen gemelde percelen. De pannen dezer gemeente zijn om hare goede hoedheyd be(r)oemd.
Den oven van deze fabryk is wel zoo groot als die van het voorgaende (nr. 34) en dienst ook tot het maken van blauwe pannen. De loodswerken in goeden staet, bij den oven gelegen, bieden nagenoeg dezelfde oppervlakte aen.
In de Rey. Perceel C 70 (grootte 3 a 80ca), VANCOOSEN Hendrik, landbouwer, eigenaar. Wijziging of afbraak 1846.
Deze pannebakkerij heeft eenen oven van omtrent 8000 pannen en werkt slechts met een tafel. Er worden ook blauwe pannen gebakken, maer de loodswerken zijn weynig uytgebreyd.
En tenslotte:
In de Leemkuylstraet. Perceel C 448 (grootte 4a 20ca), VAN CLUYSEN Pieter Jan, landbouwer, eigenaar. Wijziging of afbraak 1871.
Pannebakkerij aen de voorgaende gelijk.
Op een kaart van Vandermaelen uit de zelfde periode staat er in Schulen twee keer de aanduiding ‘tuileries’ . Allicht wou men op deze kaart niet het exacte aantal panovens aangeven.
1 1 1 18 8 8 8 In de Rey. Perceel C 69 (grootte 8a 30ca), POLLARIS Jan Weduwe, beroep landbouwster, eigenaar. Wijziging of afbraak in 1886.

^ UITTREKSEL UIT DE BUURTWEGENATLAS (CA.1848), LINKS HET EINDE VAN DE HOOGSTRAAT,
RECHTS DE PANNESTRAAT.DE DROOGLOODSEN VAN DE VERSCHILLENDE PANNENBAKKERIJEN ZIJN DUIDELIJK ZICHTBAAR.