Post 8e jaargang Nr.1 - april 2005 Historisch Genootschap Oud Middelye - Middelie

Page 1

V

deze waarden met dit herdenkings- en bevrijdings feest versterkt kunnen worden. We mogen deze mensonwaardige periode 40 - 45 niet vergeten.

an de voorzitter. door Piet Laan

Bestuur en redactiecommissie willen bij dezen iedereen die op enigerlei wijze een bijdrage heeft geleverd aan de tot standkoming van dit nummer en de (nog komende) tentoonstelling, bedanken.●

Dit nummer van ons verenigingsorgaan “de Post” staat geheel in het teken van de oorlogsperiode en de bevrijding daarvan, die wij als Nederlanders op 5 mei 2005 weer vieren. Het is dan al weer zestig jaar geleden dat de Duitse bezetting van ons land eindigde. 10 mei 1940 - 5 mei 1945. Vijf jaar nationaal socialisme, vijf jaar onderdrukking. Niet dat Middelie veel oorlogsgeweld heeft ondervonden. Toch gingen de gevolgen van de Tweede Wereldoorlog bepaald niet aan ons dorp voorbij. Het is de eerste keer in het bestaan van onze nog jonge vereniging dat er weer een vol decennium aan de vrijheid in Nederland kan worden bijgeschreven. Alleen de ouderen onder ons kunnen nog zeggen:”ja, maar ik heb de oorlog nog meegemaakt” als ware het een soort stempel; en misschien is dat het voor sommigen ook wel. De redactiecommissie heeft geprobeerd een aantal facetten van deze periode in dit nummer weer te geven, wetende onvolledig te zijn. Zaken die zich ______________________________________ in Middelie, als typisch boerendorp, afspeelden. “De Post” 8e jaargang nummer 1 Dit hebben wij gedaan door middel van op schrift Uitgave van het Historisch Genootschap “Oud-Middelye” gestelde herinneringen, interviews, archief bezoek Verschijnt 2 keer per jaar in de maanden april en oktober. of zomaar gesprekken over die tijd met oudere inwoners. We hebben dit gedaan naar beste eer en Dit gehele nummer staat in het teken van de bevrijding na de tweede wereldoorlog nu dit jaar zestig jaar geleden. geweten zonder iemand iets te kort te willen doen of te kwetsen. Eveneens om de aandacht van Redactionele bijdage van: jongere mensen en kinderen op deze periode te Dieuwke de Boer-Muts vestigen. Om de zinloosheid van oorlog voeren Piet Hetjes dichtbij en herkenbaar aan te geven. Ik denk Rien Heukelom Piet Laan hierbij aan de kleine tentoonstelling en het Wil Vink schoolproject. Henk Wakker We schrijven nu dus 2005; Nederland leeft in Ton van der Wegen vrede en welvaart. Toch zijn er spanningen in Dieuwertje (Duurtje) Westerneng-Vroom onze moderne en vaak ingewikkelde maatschappij Mevr. M.C. Zinkweg die verontrustend zijn. Jongeren, maar ook politici die akelige nationale trekken vertonen. Dat doen Inhoud denken aan die donkere periode. Waar door de 1. Van de voorzitter. bezetter geen respect werd getoond voor iemand 3. Een dorp in een grote oorlog. die anders was of anders dacht. Gelukkig zijn er 12. Turf en iepenhout. 12. Verlichting bij verduistering. ook enkele andere tendensen. Zo moet er aan 5 13. De ondewaterzetting van polder Zeevang. mei als bevrijdingsdag, meer inhoud worden 19. Middelie 1943. gegeven als dag van democratie en vrijheid. 25. Verborgen mensen. In de kleine dorpsgemeenschap van Middelie was 26. Bevrijdingsfeesten. altijd een grote mate van saamhorigheid en 27. Herinneringen aan een kindertijd tijdens de oorlogsjaren. 28. Maria Chapdelaine, mijmeringen van mevrouw M.C. Zinkweg. vrijheidsdrang. Dat kwam ook in de periode 40-45 28. Oorlogsherinneringen van Bets Vink-Laan. als vanzelf sprekend tot uiting. Wij hopen dat rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr [|áàÉÜ|áv{ ZxÇÉÉàáv{tÑ Âbâw@`|wwxÄçxÊ ÂWx cÉáàÊ K x ]ttÜztÇz? aâÅÅxÜ D? TÑÜ|Ä ECCH? @D@


rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr [|áàÉÜ|áv{ ZxÇÉÉàáv{tÑ Âbâw@`|wwxÄçxÊ ÂWx cÉáàÊ K x ]ttÜztÇz? aâÅÅxÜ D? TÑÜ|Ä ECCH? @E@


E

en klein dorp in een grote oorlog

verdediging van het Nederlandse grondgebied direct achter de duinen tegen de geallieerden 1). Bovendien konden natuurlijk niet alle veeteeltgebieden tot landbouwgebied worden omgevormd.

door Rien Heukelom

Op 6 mei a.s. is het 60 jaar geleden dat er officieel een einde kwam aan de Duitse bezetting; een bezetting die 5 jaar heeft geduurd.Veel mensen, vooral in de provincies Noord- en Zuid-Holland, herinneren zich dit einde als het einde van een maandenlange periode van honger en kou. Een einde ook, dat begon met de komst van vliegtuigen uit het westen, die in plaats van bommen voedselpakketten afwierpen. In dit artikel wil ik, in het kort, het historische krachtenspel beschrijven dat tot de hongerwinter leidde en uiteindelijk tot de voedseldroppings. In deze beschrijving hoop ik u te laten zien dat de hongerwinter niet direct voortvloeide uit de Duitse bezetting, maar uit het politieke en militaire krachtenspel tussen de Duitse bezetter en de geallieerden, waarin de Nederlandse regering in ballingschap een centrale rol speelde. Hiernaast wil ik u, in het licht van dit krachtenspel en aan de hand van verschillende bewaard gebleven herinneringen, vertellen hoe Middeliërs de hongerwinter en de voedseldroppings hebben beleefd.

Het voorspel

Een politiek waar de boeren van de Zeevang wel mee te maken kregen was de verordening dat zij voortaan niet meer voor de markt zouden werken, maar voor de overheid. Zij werden gedwongen om hun producten aan de overheid te verkopen. Hierbij bepaalde die overheid zelf de prijs die de boeren voor hun producten zouden krijgen. Dat die prijs – vooral in het begin van de Duitse bezetting – vaak hoger lag dan de marktprijs, was voor veel boeren geen reden om het Duitse gezag al het gevraagde te leveren. Veel producten werden achtergehouden en verdwenen naar de zwarte markt. Het Duitse gezag probeerde met het vrijgeven van sommige producten en het uitdelen van premies een zwarte markt te voorkomen, maar dit mislukte. Het was één van de oorzaken waardoor in de loop van de oorlog de schaarste aan levensmiddelen in het distributiesysteem langzaam maar zeker toenam. Steeds meer producten gingen op de bon en op de zwarte markt werden steeds hogere prijzen gevraagd. Op extra aanvoer vanuit Duitsland hoefde de Nederlandse bevolking niet te rekenen.

Volgens Jan Laan Pzn., boer in Middelie tijdens de Duitse bezetting, wordt het bestaan van een zwarte markt tijdens de Duitse bezetting overdreven. Hij was er volgens Na de Duitse inval op 10 mei 1940 kwam de hem wel, maar of de zwarte markt op die schaal bestond, Nederlandse import van o.a. graan, rijst, koffie, zoals gesuggereerd wordt, betwijfelt hij. Volgens hem thee en cacao stil te liggen. Nederland was voor trokken veel boeren zich terug op hun eigen erf, legden hun de geallieerden vijandig gebied geworden. Van een eigen moestuinen aan, groeven turf op vanuit hun eigen vrije toegang tot de zeehavens was geen sprake landerijen, teelden soms hun eigen tabak en deden onder meer. Het gevolg was, dat het Duitse gezag zich het toeziend oog van de vee-inspecteurs aan creatieve veegenoodzaakt zag grond vrij te maken voor het boekhouding. De vrijgekomen producten, zoals verbouwen van onder meer graan, aardappels, aardappelen, turf, melk, vlees en wol, ruilden ze onder koolzaad en rogge. Weliswaar beschikte het gezag vrienden en kennissen tegen producten die ze zelf niet over een voorraad van 450.000 ton tarwe, maar konden maken, zoals zeep en lampenolie. Volgens Jan dat achtte het niet genoeg voor een langdurige Laan had je in die tijd niet veel aan geld, ook niet als dat blokkade van de zeehavens. Het liet dan ook afkomstig was van de zogeheten ’ zwarte markt’; dat bleek veestapels inkrimpen en vrijgekomen landerijen wel bij de geldsanering van na de oorlog. Nee, in deze ‘scheuren’ voor landbouw. Zelfs stadsparken tijden had je volgens hem meer aan vrienden en kennissen werden omgevormd tot moestuinen. met wie je ruilhandel kon bedrijven. Op de ‘ zwarte markt’ waren vaste relaties essentieel. De uitvoering van deze politiek ging aan de Zeevang In de loop van de bezettingstijd werd die ‘zwarte voorbij. Het gebied was, in navolging van de Nederlandse markt’ steeds groter en steeds meer producten overheid, door het Duitse gezag aangewezen als gingen op de bon. Maar dit betekent nog niet dat inundatiegebied, indien het mocht aankomen op een rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr [|áàÉÜ|áv{ ZxÇÉÉàáv{tÑ Âbâw@`|wwxÄçxÊ ÂWx cÉáàÊ K x ]ttÜztÇz? aâÅÅxÜ D? TÑÜ|Ä ECCH? @F@


er honger werd geleden. Met de bonnen en het geld, waarvan het bedrag op de bonnen vermeld stond, kon men overal in het land nog aan een redelijke hoeveelheid voedsel komen, al was het geen vetpot. Wie veel geld had kon bovendien op de zwarte markt terecht. Mensen met weinig geld konden hun voedselbonnen uitsparen door tegen een gering bedrag gebruik te maken van de Centrale Keukens, voor warme maaltijden.

door de luchtlandingen bij Arnhem waren de kranten er zozeer van overtuigd dat de overwinning snel zou komen, dat zij de oproep van Seyss-Inquart niet publiceerden. Zelfs toen tien dagen later, op woensdag 27 september 1944, bleek dat de slag om Arnhem definitief verloren was, bleef de regering in Londen ervan overtuigd dat een snelle overwinning niet lang op zich zou laten wachten; zij handhaafde de algemene spoorwegstaking. Seyss-Inquart reageerde hierop met een algeheel verbod van voedseltransporten naar het westen van het land. De Afsluitdijk en de bruggen over de Gelderse IJssel werden afgesloten. De IJsselmeerhavens werden geblokkeerd en schepen werden in beslag genomen. Sommige schippers lieten het zover niet komen en brachten hun schip tot zinken. Drie en een half miljoen mensen in Utrecht Noord- en Zuid-Holland zaten volledig geïsoleerd.

Dagrantsoen in april '45: twee aardappelen, drie sneedjes brood, iets wat op vlees lijkt en een plakje melkkaas (Onderwater, p.12).

De blokkade duurde zes weken en wordt gezien als de belangrijkste aanzet tot de hongerwinter. Want na opheffing van de blokkade bleek het Duitse gezag niet meer in staat de voedseldistributie op gang te krijgen. De Duitse Wehrmacht in Nederland, die direct werd aangestuurd vanuit Berlijn en waar Seyss-Inquart nauwelijks greep op had, was namelijk begonnen met het ontmantelen van de spoorwegen en het vernietigen van de havens, vooral die van Amsterdam en Rotterdam. Bovendien lag de aanvoer van steenkool uit Zuid-Limburg stil en slonken de reservevoorraden zienderogen. Op aanvoer vanuit Duitsland hoefde Seyss-Inquart niet te rekenen. Met hulp van de Nederlandse topambtenaar Hirschfeld probeerde hij in december 1944 een betere bevoorrading van de Centrale Keukens te bewerkstelligen door de oprichting van de Centrale Rederij voor de Voedselvoorziening, maar deze operatie zette weinig zoden aan de dijk.

De hongerwinter Op zondag 17 september 1944, aan het begin van de middag, begon de slag om Arnhem. Vanaf die dag die dag stortte het voedseldistributiesysteem geleidelijk in. Ook de voorziening van de Centrale Keukens verminderde. Op verzoek van de geallieerden namelijk riep de Nederlandse regering in ballingschap te Londen, diezelfde dag, op tot een algemene spoorwegstaking. Zij wilde het transport van Duitse militairen ontregelen en het vervoer van de gevreesde V1- en V2-wapens naar de kust bemoeilijken. Aan deze oproep gaf het spoorwegpersoneel massaal gehoor. Uit angst voor represailles doken de meeste personeelsleden direct onder.

Op verzoek van Piet Laan heeft Wout Martens (zoon van De plaatsvervanger van Hitler in Nederland, dokter Martens, huisarts in Middelie tijdens de Duitse Seyss-Inquart, probeerde de Nederlandse bezetting) een aantal herinneringen uit de bezettingstijd op bevolking d.m.v. een oproep te wijzen op de papier gezet. Daarin vertelt hij o.a., dat aan het eind van gevolgen van een spoorwegstaking. Aan de media de oorlog de melkauto’s uit het dorpsbeeld verdwenen. De schreef hij letterlijk: “Stilstand van de spoorwegen melk werd weer met paard en wagen opgehaald. De twee betekent stilstand van het levensmiddelenvervoer. Niet voor tot vier paarden die hiervoor werden gebruikt stonden, de bezettingstroepen; die beschikken over genoeg middelen volgens Wout, op stal bij “Jan Plas van Aagje van om zich van het nodige te voorzien. Spoorwegstaking Harlingen” of liepen op het land in de Rijperpolder bij betekent echter voor het eigen volk gebrek als het even Axwijk. Verder vertelt hij, dat als de beesten klaar waren langer duurt en hongersnood als zij aanhoudt.” Maar rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr [|áàÉÜ|áv{ ZxÇÉÉàáv{tÑ Âbâw@`|wwxÄçxÊ ÂWx cÉáàÊ K x ]ttÜztÇz? aâÅÅxÜ D? TÑÜ|Ä ECCH? @G@


met hun werk, ze een tik op hun achterwerk kregen en dan vanzelf naar de stal terugliepen.

randend gehouden met zelfopgebrachte turf, opgestapeld in de schoolgang.

Ook vertelt Wout, dat op in de laatste maanden van de oorlog de taxi van de Ruyter niet meer reed. Als er personen vervoerd moesten worden die moeilijk ter been waren, werd de brik van Braam gebruikt, een koetsje van boer Braam uit Kwadijk, getrokken door dikke Bels.

Eén van die kinderen uit de stad heette Paul van Ham. Hij was ondergebracht bij de ouders van Piet Laan. Paul was een echt stadsjongetje; slootje springen durfde hij niet. Dus namen Piet en twee van zijn vriendjes hem onder de arm en waagden de sprong. Ze kwamen midden in de sloot terecht. ……Zo kreeg elk stadsjongetje zijn “prutdoop” als inwijding in het leven op het platteland.

Door de afbraak van de spoorwegen, het vorderen van goede vervoermiddelen en de afwezigheid van brandstof moesten de mensen uit de Randstad nu letterlijk zelf de boer op, op zoek naar voedsel en brandstof. De zogeheten hongertochten kwamen op gang. Kilometers lang trokken zij door sneeuw, wind en vrieskou op zoek naar een paar kilo aardappelen en een beetje warmte. Ook in Middelie kwamen veel mensen langs. “Het kwam zelfs voor”, zo vertelt Jan Laan Pzn. “dat er mensen in alle vroegte, nog tijdens het melken, in de staldeuren stonden en om één of twee liter melk vroegen.” ……“Als ik dan die koe uit had, hielp ik die mensen aan één liter melk voor een kwartje en ging weer verder met melken.”……“Maar al spoedig breidde de vroege klantenkring zich zo snel uit, dat ik inzag dat het zo niet door kon gaan, want dan zou het nog eens zover komen, dat het melken gedaan was en alle melk uitverkocht.”…… De deuren gingen dus dicht, ook bij de andere boeren. Daarbij komt, dat het gerucht ging dat sommigen liters melk in hun fietstassen verzamelden en deze verderop met vette winsten verkochten. Mevrouw Westerneng vertelde (aan RH) dat ze een dergelijke verkoop inderdaad gezien heeft en dat ze daar nog steeds kwaad over kan worden.

Een inwijding als deze had natuurlijk geen invloed op de zorgen van de pleegouders. Door de aanwezigheid van pleegkinderen en de voorziening van voedsel aan langstrekkende mensen uit de stad ontstonden tekorten op de boerderijen. De moestuinen konden de vraag niet bijhouden. Toch wilden de Middelieërs de deuren voor de steeds slechter uitziende mensen uit de stad niet geheel sluiten. Om toch aan de vraag te blijven voldoen moest ruilhandel worden bedreven met bevriende collega-boeren elders in Noord-Holland. Zo vertrokken bijvoorbeeld op een ochtend in het begin van maart 1945 Jan Laan Pzn. en Piet Fok, de timmerman, naar De Streek om in de omgeving van de boerderij van een bevriende collega aardappelen, bieten en wortelen te halen. Bij die collega had opa Laan een paar koeien in de kost gedaan. Die kon men in De Streek goed gebruiken. Dus aan die groenten kwam men wel. ……… Na ruim anderhalf uur, rond “konkeltoid” d.i. koffietijd, kwamen Jan en Piet met lege jute zakken, boter, kaas en linnengoed achter op de fiets bij de bevriende collega aan. Met z’n drieën en een handkar trokken ze De Streek in. Na een tocht van een paar uur en paar mislukte contacten konden ze de jute zakken eindelijk vullen, waarna ze naar de boerderij van de bevriende collega terugkeerden. De boter, de kaas en het linnengoed waren ze kwijt. Een paar dagen later bracht de collega de gevulde zakken met paard en wagen naar Middelie. Tot het eind van de bezetting had men in huize Laan en huize Fok geen gebrek meer.

De deuren van de Middelieërs gingen niet dicht voor de vele kinderen uit de Randstad, die door hun ouders naar het dorp werden gebracht. Zo vertelt mijn vader (J. Ook de vader van Henk de Vos is samen met een kennis Heukelom, van 1942 tot 1980 onderwijzer in Middelie) een paar keer naar een bevriende collega in de in zijn herinneringen aan de bezettingstijd dat hij en zijn Wieringermeer geweest, voordat deze polder op 17 april onderwijzeres, mevrouw de Ridder, tijdens de hongerwinter 1945 door de Wehrmacht onder water werd gezet. 90 kinderen in hun school hadden. Ongeveer 30 daarvan Maar niet elke Middelieër had zoveel geluk. Er waren kwamen uit de stad. ……”Van lesgeven kwam niet veel. dorpsgenoten die geen moestuin hadden of die hun land Papier en potloden waren er niet. Met voorlezen en kwijt waren geraakt door de onderwaterzetting van het spelletjes werden de kinderen van de straat gehouden”. westelijke en noordelijke deel van de Zeevang. Ook waren ……Het schoollokaal werd verwarmd door een kachel er die te veel hadden weggegeven en nu zelf in de problemen midden in het lokaal, verbonden met de schoorsteen in de zaten. Zij waren voor een warme maaltijd aangewezen op noordwesthoek van het lokaal door een lange pijp aan het de gaarkeuken in Edam, gevestigd in de voormalige plafond. De kachel werd in de eerste tijd van de winter kaasfabriek aan het einde van de Voorhaven. Volgens rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr [|áàÉÜ|áv{ ZxÇÉÉàáv{tÑ Âbâw@`|wwxÄçxÊ ÂWx cÉáàÊ K x ]ttÜztÇz? aâÅÅxÜ D? TÑÜ|Ä ECCH? @H@


Wout Martens werd het eten voor deze Middelieërs opgehaald door ”Jaap Laan en Gé de Vos”. In de zuivelfabriek werd het vervolgens opgewarmd en uitgereikt. Hoeveel Middelieërs van deze uitreiking gebruik maakten, is niet bekend. Soms, zo vertelt Wout Martens, organiseerde men een priksleewedstrijd met als inzet een zak met aardappelen. Degene waarvan men dacht, dat hij die zak het beste kon gebruiken, liet men dan winnen. Het probleem dat die gelukkige winnaar dan nog wel had, was: “hoe krijg ik die aardappelen aan de kook?”. Want door de strenge vorst was de zelfgestoken turf op. Bovendien was in januari 1945 veel turf door de brand in de bakkerij “De Vennoot” verloren gegaan. Weliswaar was deze turf natuurlijk volledig bestemd geweest voor de bakkerij, maar de vervangende brandstof die de bakkers van Middelie nu nodig hadden kon niet meer ten goede aan de bevolking komen. En in oktober 1944 was de levering van gas en elektriciteit aan particulieren door de elektriciteitscentrale reeds stopgezet. Alleen de elektrische centrale in Velsen draaide nog, maar die leverde alleen stroom aan de belangrijkste ziekenhuizen, enkele poldergemalen en aan een klein telefoonnet. Er dreigde in Middelie dus een tekort aan brandstof. Zelfs in de school en in de fabriek konden de kachels maar met moeite worden aangehouden. Mijn vader, meester Heukelom, vertelt in zijn herinneringen dat in de laatste maanden van de oorlog de kachel in het schoollokaal brandend werd gehouden met het hout van de enorme boom die achter in de tuin van de schoolwoning stond. Daartoe zaagde hij de takken in kleine stukjes, deed die vervolgens in kistjes en bracht deze om de dag naar de zuivelfabriek. Daar werden de kistjes bij de ketel gelegd die om de dag opgestookt werd, zodat de takken konden drogen. Waar de zuivelfabriek zijn brandstof vandaan haalde is onduidelijk; was dat van de omgezaagde iepen aan de jaagweg?

Het begin van het einde

kunnen kosten. Zes weken later had hij dit bewustzijn wel en probeerde hij te redden wat er nog te redden viel. 2) Op 6 juni 1944, de dag van de invasie in Normandië, had ene Wimmer, een direct ondergeschikte van Seyss-Inquart, een gesprek met de hoge Nederlandse ambtenaar Hirschfeld. Deze vertelde Wimmer, dat hij bang was dat Europa in handen zou vallen van de Sovjet-Unie als de oorlog nog lang duurde. Hirschfeld noemde dit "een catastrofe voor heel Europa". Met deze opmerking van Hirschfeld in het achterhoofd nodigde Seyss-Inquart op 14 december 1944 de hoge Nederlandse ambtenaar uit voor een gesprek. Het was hun eerste ontmoeting; ze hadden nog nooit direct contact met elkaar gehad. In dat gesprek vroeg Seyss-Inquart aan Hirschfeld of de geallieerden bereid zouden zijn WestNederland tot neutraal gebeid te verklaren, zodat er voedsel het land binnen kon komen. Hirschfeld twijfelde echter aan die bereidheid, omdat Duitsland dan troepen vrij zou krijgen voor tegen de Sovjet-Unie. Op zondag 7 januari 1945, vlak na het mislukken van het Ardennen-offensief, nodigde SeyssInquart Hirschfeld uit voor een tweede gesprek. Hij vertelde hem dat hij van plan was om in een radiorede in bedekte termen (hij moest zijn superieuren in Berlijn niet wantrouwend maken) te zinspelen op een aparte overeenkomst tussen de geallieerden en Duitsland om West-Nederland tot neutraal gebied te verklaren. Lukte dit, aldus de Rijkscommissaris, dan kon er een zogeheten ‘relief-commissie’ worden gevormd om de honger in het gebied te lenigen. Seyss-Inquart hoopte dat Hirschfeld zijn plan zou doorgeven aan het College van Vertrouwensmannen, een soort ondergrondse Nederlandse regering in Nederland. Hirschfeld deed dit inderdaad en de Vertrouwensmannen stuurden de boodschap naar Londen. Maar de Nederlandse regering in ballingschap wees het voorstel af met het argument dat er hulp te verwachten viel van het Zweedse en Zwiterse Rode Kruis. Zij reageerde dan ook niet op het plan van Seyss-Inquart. Deze ging er nu van uit dat de regeringen van Engeland en de VS niet bereid waren om op zijn voorstel in te gaan.

Hoewel Seyss-Inquart op 27 september 1944 allang in de gaten had dat Duitsland de oorlog zou verliezen, voelde hij zich, mede door de gewonnen slag om Arnhem, sterk genoeg om, n.a.v. de oproep van de Nederlandse regering te Londen om de spoorwegstaking voort te zetten, een algeheel verbod op voedseltransporten naar Utrecht, Noord- en Zuid-Holland af te kondigen. Hij was zich toen nog niet bewust van het feit dat Het Zweedse en Zwiterse Rode Kruis waren deze beslissing hem weleens letterlijk de kop zou inderdaad bereid om te helpen. Zo vroeg het rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr [|áàÉÜ|áv{ ZxÇÉÉàáv{tÑ Âbâw@`|wwxÄçxÊ ÂWx cÉáàÊ K x ]ttÜztÇz? aâÅÅxÜ D? TÑÜ|Ä ECCH? @I@


Internationale Rode Kruis in Zwitserland aan Duitsland toestemming om West-Nederland van een grote voorraad graan – aangekocht in Beieren – te voorzien. Het Duitse gezag ging akkoord, maar de geallieerden wilden niet dat een trein vanuit Duits gebied door het bevrijde gebied naar het nog bezette deel van Nederland reed. Het graan kwam dan ook voor een deel in het bevrijde deel van Nederland terecht en voor een deel in hongerend Duitsland. Ter compensatie zonden de Duitsers eind februari 1945 een goederentrein met rogge naar Rotterdam. ….Vanuit Zweden kwamen op zondag 28 januari 1945 twee schepen, de ‘Noreg’ en de ‘Dagmar Bratt’, in Delfzijl aan. Zij hadden o.a. meel in hun ruimen. Van dat meel zou in Friesland, Groningen en uiteindelijk in Holland het zogeheten Zweedse witte brood worden gemaakt. Toch duurde het nog een maand voordat de eerste levensmiddelen uit Zweden werden uitgedeeld. Hoe dit kwam, is onduidelijk. Intussen probeerde ook een aantal particuliere organisaties de nood in het nog bezette deel van Nederland te helpen lenigen. Eén van de belangrijkste was het Interkerkelijk Overleg, het IKO. Deze organisatie zette overal Interkerkelijke Bureaus (IKB’s) op. De bureaus zorgden er o.a. voor dat in de beginmaanden van 1945 ongeveer 50.000 stadskinderen op het platteland werden ondergebracht. Ook op militair gebied ging de strijd door. Zo gaf Montgomery, de bevelhebber van de geallieerde legers in noordwest Europa, op 9 maart 1945 het bevel de Duitse stellingen aan de IJssel vanuit het oosten aan te vallen, Deventer en Zutphen te veroveren, het oostelijk deel van de Veluwe te bezetten, de Rijn bij Arnhem over te steken en Arnhem te bezetten. Maar voor een militair offensief verder naar het westen waren de geallieerden huiverig; door de vele inundaties zou men voor de verovering van West-Nederland te veel manschappen en materieel nodig hebben. Wel vonden er regelmatig luchtaanvallen plaats, vooral op luchtafweergeschut en V1- en V2installaties in de Hollandse duinen. Zo vielen op woensdag 14 maart 1945 96 Spitfires een raketinstallatie bij Den Haag aan.

bommen) kwijt. Daarvoor moesten ze zelf een geschikt doel zien te vinden. Uiteindelijk meenden de piloten dat gevonden te hebben in de spoorbrug over de Nieuwe Dijk even ten westen van Middelie. Waarom ze deze spoorbrug uitkozen, is niet duidelijk. De spoorlijn Zaandam-Hoorn was al geruime tijd in onbruik. ……Was het omdat het wachthuisje bij de spoorbrug over de Nieuwe Dijk voor een militaire observatiepost werd gezien? ……Gelukkig misten de 6 tot 8 bommen hun doel. Wel vernielden ze grote delen van de omliggende kavels. In zijn herinneringen vertelt Piet Laan hoe hij op een dag – het was volgens hem rond 1 mei1945 – tijdens het voeren van zijn konijnen plotseling een sterk motorgeronk van vliegtuigen hoorde. Tot zijn ontsteltenis meende hij twee Duitse vliegtuigen te zien die 6 tot 8 bommen afwierpen op de spoorbrug over de Nieuwe Dijk. Doodsbang vluchtte hij onder de vlierstruik naast de kakdoos. Bij naspeuringen in het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie blijken de waarnemingen van Piet niet helemaal te kloppen. Rond 1 mei waren de geallieerden en de Duitse bezetter overeengekomen dat er in West-Nederland geen militaire activiteiten meer zouden plaatsvinden i.v.m. de voedseldroppings. Bovendien was de Luftwaffe rond die tijd praktisch volledig geëlimineerd. Wat Piet gezien heeft, kan niets anders zijn geweest dan de bovengenoemde vier Spitfires, die op 14 maart 1945 hun bommenlast kwijt moesten om, bevrijd van een te zware last, veilig naar Engeland te kunnen terugkeren. Op 2 april 1945 vond er een derde gesprek plaats tussen Seyss-Inquart en Hirschfeld. Tijdens dit gesprek liet Seyss-Inquart doorschemeren dat hij bereid was geen gijzelaars meer te doden en geen land meer onder water te zetten als de geallieerden met hem wilden praten over neutralisering van West-Nederland en het opzetten van een zogeheten “relief-commissie”. Hierbij wist de Rijkscommissaris zich gesteund door hoge officieren uit Berlijn, waaronder Speer. ….. De Vertrouwensmannen zonden opnieuw een telegram naar de Nederlandse regering in Londen, waarin zij het gesprek tussen SeyssInquart en Hirschfeld in bedekte, maar niet mis te verstane termen weergaven. Maar opnieuw reageerde de Nederlandse regering niet.

Toch kwam er een doorbraak. Door een samenloop van omstandigheden kwam er op 12 april 1945 in Den Haag in het huis van Schwebel, Tenminste vier van deze vliegtuigen konden hun primaire de adjudant van Seyss-Inquart, een gesprek tot doel niet vinden. Om nu toch veilig naar Engeland terug te stand tussen Seyss-Inquart en twee keren, moesten ze eerst hun 250 ponders (dit zijn vertegenwoordigers van het verzet. Met zijn rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr [|áàÉÜ|áv{ ZxÇÉÉàáv{tÑ Âbâw@`|wwxÄçxÊ ÂWx cÉáàÊ K x ]ttÜztÇz? aâÅÅxÜ D? TÑÜ|Ä ECCH? @J@


vieren stelden ze de zogeheten “Aktennotizen” op. In die notities stond dat de Rijkscommissaris bereid was mee te werken aan zogeheten 'reliefwerk', d.i. bereid was hulp toe te staan van geallieerde zijde aan de noodlijdende bevolking in West-Nederland. Als voorwaarde stelde hij wel dat de acties van het verzet en de militaire operaties van de geallieerden tegen WestNederland werden opgeschort. Van Duitse kant zouden de executies en de vernielingen c.q. de inundaties worden stopgezet. Seyss-Inquart liet blijken zich mondeling verzekerd te hebben van de steun van de Wehrmacht en de SD in Nederland. …. De notities werden zowel in het Nederlands als in het Duits verwoord. Op 13 april stemden het College van Vertrouwensmannen in met de “Aktennotizen”. Ook Seyss-Inquart ging akkoord met de uiteindelijke versie. Toch ondertekende hij niet, omdat hij een vluchtweg wilde hebben tegenover Hitler, zijn directe chef. Wel zegde hij de twee afgezanten van de Vertrouwensmannen, die de “Aktennotizen” aan prins Bernard en de regering in ballingschap moesten overhandigen, alle medewerking toe bij hun oversteek van de grote rivieren naar geallieerd gebied. En inderdaad, zij werden in een auto van de Wehrmacht naar de oversteekplaatsen aan de rivieren gebracht. De volgende dag overhandigden de twee afgezanten de “Aktennotizen” aan prins Bernhard en premier Gerbrandy. Tussen de Nederlandse regering in ballingschap, de Britse regering en de opperbevelhebber van de geallieerde strijdkrachten in Europa, generaal Eisenhower, ontstond nu druk diplomatiek overleg. Dit resulteerde op 23 april in een machtiging van de "Combined Chiefs of Staff" aan Eisenhower om met Seyss-Inquart te onderhandelen. Deze onderhandelingen leidden tot een ontmoeting tussen de geallieerden o.l.v. Sir Francis de Guingand en Schwebel, de adjudant van Seyss-Inquart. De ontmoeting vond plaats op 26 april 1945 in de school van Achterveld even ten oosten van Amersfoort. Tijdens deze ontmoeting werd de organisatie van de eerste voedseldroppings besproken, maar ondertekend werd er nog niets. Toch liet Seyss-Inquart weten niets tegen de eerste voedseldroppings te zullen doen.

bepaalde plaatsen 500 ton voedsel af te werpen voor de hongerende bevolking van WestNederland. Operatie “Manna” was begonnen. Op 30 april, de dag waarop Hitler zelfmoord pleegde, vond er een tweede ontmoeting in Achterveld plaats tussen de geallieerden en Seyss-Inquart. Tijdens deze ontmoeting werd het aantal droppingvelden uitgebreid en de definitieve overeenkomst m.b.t. de voedseldroppings vastgesteld. Nu konden ook de Amerikanen zich met de voedseldroppings bemoeien. Zij gaven hun operatie de naam "Chowhound"

Voedseldroppingsvliegtuig van de RAF. (Onderwater, p.24)".

Zo vlogen op woensdag 2 mei 1945 rond 14 uur 30 vliegtuigen van de USA Air Force bij Bergen NoordHolland binnen. Ze werden voorafgegaan door een aantal verkenningsvliegtuigen, de zogeheten “Pathfinders”. Rond het vliegveld bij Bergen wierpen ze 1500 pakketten van 40 pond af. Deze pakketten werden naar een firma naar Alkmaar gebracht om daar verdeeld te worden onder de bevolking. Vervolgens vlogen de vliegtuigen door naar de Schermer, waar ze 50 pakketten afwierpen. Hierna kwamen ze boven de Zeevang waar één vliegtuig even ten noordwesten van Edam een pakket van 1724 kg afwierp. Vervolgens vlogen de vliegtuigen naar Weesp en Leerdam om van daar weer naar hun basis in Engeland terug te keren.

Dat het pakket van 1724 kg bij “De Hut” werd afgeworpen – d.i. de plaats waar de huidige Buitengouwweg het Edammerdijkje ontmoet – zoals Wout Martens in zijn herinneringen vertelt, is dus heel goed mogelijk. Ook klopt het dat er in het pakket vooral Amerikaans voedsel zat, zoals blikken met crackers, ‘pork’ (vlees) en chocola. Maar dat het pakket bij Het gevolg was dat op zondag 29 april vanuit vergissing hier zou zijn afgeworpen en eigenlijk bestemd Engeland 200 Lancasters opstegen om op was voor de Amsterdamse bevolking, is onjuist. rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr [|áàÉÜ|áv{ ZxÇÉÉàáv{tÑ Âbâw@`|wwxÄçxÊ ÂWx cÉáàÊ K x ]ttÜztÇz? aâÅÅxÜ D? TÑÜ|Ä ECCH? @K@


Een gemiddeld afgeworpen voedselpakket bestond uit: gedroogde eieren, melkpoeder, kaas, gedroogde gist, chocolade, margarine, gedroogd vlees, mosterd, zout, vlees uit blik en thee (Onderwater, p.13).

was het daar niet mee eens en zeer waarschijnlijk is de doos netjes teruggebracht. Maar zeker weet Wout dit niet, want hij keerde stilletjes naar huis terug, bang als hij was als afluisteraar betrapt te worden.

De voedseldropping bij Edam stond wel degelijk op de droppingslijst, d.i. de lijst waarop stond waar voedsel afgeworpen moest worden. Ook is het onjuist dat er Zweeds wittebrood in het pakket zat. Bij de voedseldroppings heeft dit brood nooit gezeten. Het Zweedse wittebrood werd gebakken door Nederlandse bakkers van het meel dat het Zweedse Rode Kruis per schip via de haven van Delfzijl naar Nederland bracht. Volgens Wout Martens bestond het pakket uit 30 tot 40 dozen en was Maarten Molenaar belast met de verzameling en het toezicht op de dozen. Op gegeven moment bleken er drie dozen te ontbreken. Die moesten eerst worden teruggevonden voordat het hele pakket naar Edam kon worden gebracht …… Uiteindelijk bekenden twee dorpsgenoten elk een doos te hebben meegenomen. Maar wie had de derde?

Op vrijdag 4 mei 1945 om 18.30 uur in een tent op de Lüneburger Heide gaven de Duitse strijdkrachten in Noordwest-Europa o.l.v. von Friedeburg zich aan de geallieerden o.l.v. Bernard Law Montgomery over. Tijdens de langdurige besprekingen die tot deze overgave leidden stemde Montgomery ermee in dat von Friedenburg tot zaterdagochtend 8 uur de tijd kreeg om al zijn krijgsmachtonderdelen over de overgave in te lichten. Tot die krijgsmachtonderdelen behoorde o.a. de Wehrmacht in West-Nederland o.l.v. generaal Blaskowitz.

Maar intussen was op die avond van de 4de mei het bericht van de overgave bij de BBC in Londen terecht gekomen en om 20.30 uur werd het via Aan het eind van de middag had Wout Martens het Vlaamse programma van de European Service afgesproken met zijn vriend Evert Veen. Toen hij bij Eef van de BBC aan de Nederlandse bevolking aankwam hoorde hij dat deze ruzie had met zijn moeder. bekend gemaakt. En om 20.45 uur herhaalde Zij wilde dat Evert de doos van het voedselpakket, die hij Radio Herrijzend Nederland uit Eindhoven – de had weten te bemachtigen, naar Maarten Molenaar bracht. omroep van het Militaire Gezag voor Nederland – Maar Evert zei: “Ben ik daarvoor nou door sloot het bericht. Het ging als een lopend vuurtje door gevlogen”. Zijn moeder hield echter vol. Zij vond dat de het bezette gebied: Duitsland had gecapituleerd! Amsterdammers het voedsel veel meer nodig hadden dan Duizenden mensen gingen de straat op. Ze staken zij. Evert opperde toen dat ze de doos dan aan hun de vlag uit, dansten en zongen, en organiseerden Amsterdamse kennissen konden geven. Maar zijn moeder spontane feesten die avond. rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr [|áàÉÜ|áv{ ZxÇÉÉàáv{tÑ Âbâw@`|wwxÄçxÊ ÂWx cÉáàÊ K x ]ttÜztÇz? aâÅÅxÜ D? TÑÜ|Ä ECCH? @L@


Zo ook in Middelie. Overal hing men de vlag uit. In elke buurt, van “brug tot brug”, sprak men vrijuit en uitgelaten met elkaar. Mijn vader, meester Heukelom, vertelde de op straat dansende kinderen dat ze de volgende ochtend niet op school hoefden te komen. Hij vond, dat het feest best langer dan een avond mocht duren. Maar de volgende ochtend werd hij door waarnemend burgemeester Koster naar de telefoon geroepen. Deze vond dat mijn vader onverantwoord was opgetreden door de kinderen vrijaf te geven. Volgens Koster was er namelijk van overgave geen sprake; er was slechts sprake van een wapenstilstand i.v.m. de voedseldroppings. Seyss-Inquart had het hem de afgelopen nacht nog via een bericht laten weten…Mijn vader werd gesommeerd de kinderen weer direct naar school te laten komen. De mensen op het dorp schrokken van dit bericht. En ijlings werden de vlaggen weer binnengehaald. Hoe kon dit? Wat was er gebeurd? Op het moment dat het bericht van de overgave op de Lüneburger Heide door de BBC werd uitgezonden, had generaal Blaskowitz nog geen contact gehad met zijn superieur von Friedeburg. Pas in de nacht van 4 op 5 mei bereikte hem het bevel tot overgave. Ook Seyss-Inquart kwam het die nacht te weten. Maar Blaskowitz weigerde de overgave te erkennen, omdat zijn legerkorps afgesneden was van de overige Duitse legers in Noordwest-Europa. Hij wilde een aparte overgaveregeling. Hierop sommeerde de adjudant van Montgomery voor het Nederlandse gebied, generaal Foulkes, op zaterdagochtend 5 mei generaal Blaskowitz om naar hotel “De Wereld” in Wageningen te komen. Na enig tegenstribbelen kwam Blaskowitz. Hij ging akkoord met de aparte overgaveregeling die Foulkes hem voorstelde, maar ondertekende die nog niet. Hij vroeg 24 uur uitstel om in de gelegenheid gesteld te worden zijn ondergeschikten te “raadplegen”. Generaal Foulkes verleende hem dit uitstel. Op 6 mei in de loop van de middag ondertekende Blaskowitz de overgaveregeling in de aula van de Landbouwhogeschool te Wageningen. Op maandag 7 mei 1945 trokken de eerste geallieerde troepen Noord- en Zuid-Holland binnen. De Duitsers leverden hun wapens in.

augustus plaats en niet, zoals sommigen vertellen, in mei. Op die avond van de 4de mei werd er, zoals reeds is gezegd, weliswaar gevlagd en was men uitgelaten en ook vanaf de avond van de 5de zal bij velen de vlag uitgehangen hebben, maar van een georganiseerd bevrijdingsfeest was op die dagen geen sprake. Dit feest, dat drie dagen duurde, kwam pas in de 2de week van augustus tot stand. In die week was het hele dorp versierd met vlaggen, wimpels en bloemen. Op 7 augustus begon het feest om 19.30 uur met een dankdienst in de doopsgezinde kerk waarin toespraken van dominee Theesing en dominee de Wagemaker werden afgewisseld met muziek. 3) Woensdag 8 augustus begon met een ”allegorische optocht” door het dorp. De middag was voor de kinderen, met o.a. de spelen “de scheelkijkers” en “koppensnellen”. De spelen vonden plaats op het weiland van Jan R. Plas naast de doopsgezinde kerk, dat gelegen was tegenover de boerderij van D. Bark. Dit weiland was voor de gelegenheid tot feestterrein omgedoopt. ’s Avonds was er een verenigingsavond met optredens van het fanfarecorps “Eensgezindheid”, de toneelvereniging “Eendracht maakt macht” en de gymnastiekvereniging “Hercules”. Op de laatste dag vonden er allerlei ‘volksspelen’ voor volwassenen plaats. Zo was er een “Eetwedstrijd” en een “Gecostumeerde waschwedstrijd”. Maar bij Wout Martens maakte het loopvermogen van Bet van Klaas Vroom de meeste indruk alsmede de aanmoedigingen van Piet Muts jr. voor zijn moeder, met: “Hup Aaltje, hup Aaltje!!”. Voor Piet Hetjes was het touwtrekken over de prutsloot bij het weiland een enorme belevenis, waarbij hij zag hoe het Noordeinde van Middelie het Zuideinde de prutsloot in probeerde te trekken. Het feest werd afgesloten met een gemaskerd bal op het feestterrein. Het feest was georganiseerd door het bestuur van de federatie van plaatselijke verenigingen in Middelie onder voorzitterschap van dokter Martens. Daarbij werd het bestuur ondersteund door een viertal commissies van elk gemiddeld 5 leden, die op hun beurt weer mensen vroegen om te helpen. Zo hielp praktisch iedereen op het dorp mee om het feest tot een succes te maken. In het programmaboekje stond zelfs een inleiding van waarnemend burgemeester J. Steert, die de geschorste burgemeester Drost/Koster verving.

Na 6 mei 1945 kwam Nederland onder het Militair Gezag te staan. Dit lichaam was in 1943 door de regering in ballingschap te Londen opgericht. Zij hoopte hiermee binnen de groep van de geallieerden een eigen stem te krijgen met Ook de Duitsers die vanuit Kwadijk en Oosthuizen het argument dat na de bevrijding de Middelie onder hun hoede hadden vertrokken. Maar in Nederlanders het beste zelf voor de handhaving Middelie vond het eerste officiële bevrijdingsfeest pas in rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr [|áàÉÜ|áv{ ZxÇÉÉàáv{tÑ Âbâw@`|wwxÄçxÊ ÂWx cÉáàÊ K x ]ttÜztÇz? aâÅÅxÜ D? TÑÜ|Ä ECCH? @ DC @


van de openbare orde konden zorgen. Bovendien wilde zij voorkomen dat na het verdrijven van de Duitsers het bestuur in eerste instantie op de schouders van de Engelsen of de Amerikanen zou komen. ….. De eigen stem binnen de geallieerden kreeg de regering in mei 1944. Het Militaire Gezag had o.a. de bevoegdheid om burgemeesters op non-actief te stellen en te vervangen door waarnemende bestuurders. Dat gebeurde dus ook met burgemeester Drost/Koster. Op 27 juni 1945 maakte het Militaire Gezag plaats voor het noodkabinet Schermerhorn. Dit stelde o.a. noodgemeenteraden in en bereidde verkiezingen voor. De verkiezingen voor de 2de Kamer vonden plaats op 17 mei 1946. Op 30 mei waren er verkiezingen voor de Provinciale Staten en op 26 juli voor de Gemeenteraden. De dictatuur was verdwenen. Nederland werd weer een parlementaire democratie. ●

Gebruikte literatuur en bronnen: 1. 2.

3.

4.

5. 6. 7.

Noten: 1) Zie het artikel in dit nummer van ‘de Post’: “De onderwaterzetting van polder ‘De Zeevang’ ”, geschreven door Piet Laan 2) Seyss-Inquart werd op 1 oktober 1946 te Neurenberg ter dood veroordeeld. Tijdens de processen in Neurenberg tegen vooraanstaande nazi’s bezocht de Amerikaanse gevangenispsycholoog G.M. Gilbert de aangeklaagde nazi’s meerdere malen in hun cel. Dit deed hij ook vlak nadat twaalf van hen op 1 oktober 1946 te horen hadden gekregen dat ze ter dood waren veroordeeld. Eén van die twaalf, Seyss-Inquart, vertelde hem bij die gelegenheid, dat hij, wanneer hij “de hele situatie in aanmerking nam”, geen andere straf had verwacht. Toch diende hij bij koningin Wilhelmina een gratieverzoek in, waarbij hij wees op zijn pogingen om het leed van de Nederlandse bevolking tijdens de hongerwinter te verzachten. Maar de koningin wees dit verzoek op advies van de regering af. Op 17 oktober 1946 werd Seyss-Inquart opgehangen. 3) Zie het artikel in dit nummer van ‘de Post’: “De bevrijdingsfeesten” geschreven door Piet Hetjes.

8.

9.

10. 11. 12. 13. 14. 15.

1978. Lenstra, Chr. Over de Zeevang gesproken… Episoden uit de historie van het Oude Land; Nooy, Purmerend 1982. Jong, dr. L. de. Het koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog – deel 10a en 10b, het laatste jaar; Staatsuitgeverij, Den Haag. 1988. Jong, dr. L. de. Het koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog – deel 12, epiloog; Staatsuitgeverij, Den Haag. 1985. Onderwater, Hans. Operatie "Manna", de geallieerde voedseldroppings april/mei 1945; Romen Luchtvaart, Unieboek bv, Weesp. 1999. Barnouw, David. De hongerwinter; Verloren, Hilversum. 2001. Huurman, ing. C. Het spoorwegbedrijf in oorlogstijd 1939-’45; Uquilair, z.pl. 2003. Gras, C. & Kersbergen, R. Historische Topografische Kaarten NoordHolland, Bladen van de Chromotopografische Kaart van het koninkrijk der Nederlanden, schaal 1:25.000, 1894-1923; 12 provinciën, Landsmeer 2004. Mak, G. & Stipriaan, René van. Ooggetuigen van de wereldgeschiedenis in meer dan honderd reportages; Bert Bakker, Amsterdam, 17de herziene druk. z.j. Zwaneburg, Gerrit J. En nooit was het stil. Kroniek van een luchtoorlog deel 2; luchtaanvallen op doelen in en om Nederland; Koninklijke Luchtmacht, z.pl. z.j. Laan, Jan Pzn. Herinneringen z.j. Laan, Piet. Persoonlijk z.j. Martens, Wout. Middelie gedurende de oorlog 1940-1945 z.j. Heukelom, Johan. Herinneringen van een schoolmeester De vereniging “Oud Edam” Het programmaboekje van de “bevrijdingsfeesten te Middelie te houden op 7, 8 en 9 Augustus 1945”.

rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr [|áàÉÜ|áv{ ZxÇÉÉàáv{tÑ Âbâw@`|wwxÄçxÊ ÂWx cÉáàÊ K x ]ttÜztÇz? aâÅÅxÜ D? TÑÜ|Ä ECCH? @ DD @


T

urf en iepenhout. door Piet Laan

In de loop van de oorlog ging, naast vele andere producten, ook de steenkool, de belangrijkste brandstof voor de kachel, op de bon. Maar in het laatste oorlogsjaar was er helemaal geen steenkool meer te krijgen. In Middelie werd de schaarste aan steenkool aangevuld door zelf turf te maken. Daartoe werd er veengrond uit de sloten gebaggerd, waarna de specie op de wal gedroogd werd en aan handzame blokjes werd gesneden. Een andere manier was om op de kavels de bovenste laag teelaarde van ongeveer 50 cm te verwijderen. De ander halve meter dikke veenlaag kon dan worden uitgestoken in stukjes van ongeveer 10 bij 10 bij 20 cm. Deze werden op ronde torentjes gestapeld, zodanig dat de wind er goed door heen kon waaien (zie de tekening). Door de torentjes steeds om te zetten werden de turven goed droog, waarna ze in schuren of in de gang van de school konden worden opgeslagen. Het was een vrij gemakkelijk alternatief voor de steenkool, omdat Middelie midden in een veengebied ligt.

Hierdoor moesten er veel bomen worden omgehakt en tot brandhout worden verwerkt. Men zei: “op deze manier kun je drie keer warm worden: eerst door de boom om te hakken, dan door hem tot brandhout te zagen, of te hakken, en vervolgens door de warmte van het hout in de kachel” De bomen die eraan moesten geloven stonden aan beide zijden van de Jaagweg. Het waren flinke iepen. Het omhakken gebeurde meestal ’s nachts, want het was natuurlijk verboden. Vervolgens werden de bomen in grote stukken gezaagd en met een koeboot naar huis gevaren Daar werden ze uit het zicht opgeslagen en in kleinere stukken gehakt of gezaagd. Als je er op lette, kon je iedere ochtend zien, dat de gaten tussen de bomenrijen steeds groter werden. ●

V

erlichting bij verduistering door Piet Laan

Niet alleen voor openbare gebouwen was het verboden om naar buiten uitstralend licht te bezigen, ook burgers mochten vanuit hun huizen geen licht uitstralen. De geallieerde vliegtuigen mochten niet zien waar ze waren. Deze verordening leverde naast veel moeilijkheden soms ook anekdotische taferelen op.

Zo vertelt Wout Martens (zoon van dokter Martens): “Als de maan niet scheen was het aardedonker op straat. De lampjes van de straatverlichting waren met een ondoorschijnend folie bedekt. Alleen van onderen was een klein sleufje open, zodat je iets kon zien als je precies onder de lamp stond. Ik had er niet zoveel moeite mee, maar mijn moeder was nachtblind. Als zij ’s avonds ergens heen moest, dan bracht ik haar en haalde haar ook weer terug. “Een keer waren Gon en Piet Laan bij ons om Kerstmis te vieren. Veel te vieren viel er niet, maar mijn moeder las een verhaal voor en speelde op de piano. Maar het lied “Vrede op aarde” kon zij niet meer over haar lippen krijgen. Toch was het gezellig. Daarna brachten we Gon en Piet naar huis. Op de brug in de dorpsweg, vlakbij hun boerderij, sprak Piet de heugelijke woorden: “Ik weet de weg”. Hij rende hard vooruit met de bedoeling het pad naar hun huis in te slaan dat zich tussen twee palen bevond. Hij nam echter de ruimte tussen twee andere palen De laatste winter van de bezettingstijd was een en klapte tegen gaas aan. Piet ziet nu de grap er wel van strenge winter. De turfvoorraad was onvoldoende in, maar toen niet.” om de kachels en de ovens warm te houden. rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr [|áàÉÜ|áv{ ZxÇÉÉàáv{tÑ Âbâw@`|wwxÄçxÊ ÂWx cÉáàÊ K x ]ttÜztÇz? aâÅÅxÜ D? TÑÜ|Ä ECCH? @ DE @


Bij ons thuis waren de ramen, zoals bij iedereen, ‘s avonds geblindeerd. Nu was er in de schuur een klein lampje dat zelden meer werd gebruikt, omdat de varkens weg waren (van de instantie die voor de voedertoewijzing zorgde kregen we te weinig voer); de konijnen konden overdag wel gevoerd worden. Maar op een avond was dat lampje toch gebruikt en mijn vader had vergeten het uit te doen. Na een uurtje kwam dan ook de gemeentepolitie aan de deur met de mededeling dat mijn vader in overtreding was wegens “lichtuitstraling”. De man had gelijk, mijn vader draaide het lampje uit en de beambte maakte een proces-verbaal op; hij moest laten zien dat hij dienst deed. Het resultaat was een boete van acht gulden. Dat viel dus nogal mee. Mijn vader zei: “Dat was ongeveer de prijs van een ouwe kip”. (zie de hiernaast staande foto). Het laatste jaar van de oorlog was er voor particulier gebruik geen elektriciteit meer. Maar op allerlei manieren werd geprobeerd om ’s avonds en ’s morgens toch een beetje licht te krijgen. Mijn vader had nog een oude carbidlantaarn zoals die vroeger op een fiets gebruikt werd. Via een melkklant uit Zaandam kwam hij aan de brandstof voor deze lantaarn, zodat hij ’s winters bij het koeien-melken nog iets kon zien en niet in de ‘mestgrup’ hoefde te vallen. Lampolie was al lang niet meer krijgen, ook niet via de distributiebonnen. De verlichting in huis was dus provisorisch. Met behulp van kaarsen of met behulp van drijvende pitjes in olie probeerden we verlichting bij de verduistering te krijgen. Henk de Vos maakte zelf zijn kaarsen van de stearine, die zijn ouders kregen van een kennis uit Amsterdam, in ruil voor melk. Sommigen maakten kleine windmolentjes, die aan een dynamo waren bevestigd. Er moest dan natuurlijk wel wind zijn. Je kon ook een fiets met een dynamo gebruiken. Je moest dan wel de hele avond blijven trappen of draaien. Vroeg naar bed was eigenlijk de meest voor de hand liggende oplossing. Maar ja, een mens houdt nu eenmaal geen winterslaap. ●

Boete voor het niet verduisteren.

D

e onderwaterzetting van polder

‘De Zeevang’. door Piet Laan

De Duitse inval en daarmee de oorlogsverklaring aan Nederland op 10 mei 1940 had voor de bevolking van Middelie als direct gevolg het onderwaterzetten van de polder de Zeevang, omdat dit gebied deel uitmaakte van de stelling van Amsterdam. Voor de bevolking was dit uiteraard een zeer ingrijpende maatregel. Tot mijn verbazing kon ik in het gemeentearchief van de toen nog zelfstandige gemeente Middelie geen officiële stukken over deze inundatie vinden. Zowel in de notulen van B en W als in die van de gemeenteraad wordt er met geen woord over gerept. Toch had ik enige woorden erover mogen verwachten, want de gemeenteraad werd pas op 18 juli 1941 buiten werking gesteld en het college van B en W ging per 1 september 1941 ‘in ruste’ ….”in gevolge de achtste verordening van de Rijkscommissaris voor het Nederlandse gebied”. … Op 23 oktober 1945 was de eerste naoorlogse gemeenteraadsvergadering o.l.v. mr. C. Kooiman.

Ook in het archief van de polder de Zeevang zijn geen stukken te vinden over de onderwaterzetting van de polder. Op 4 juni 1940 is er weliswaar een rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr [|áàÉÜ|áv{ ZxÇÉÉàáv{tÑ Âbâw@`|wwxÄçxÊ ÂWx cÉáàÊ K x ]ttÜztÇz? aâÅÅxÜ D? TÑÜ|Ä ECCH? @ DF @


brief in te vinden van het provinciale bestuur aan het polderbestuur van de Zeevang, waarin gewezen wordt op art.159 lid 2 van de grondwet, maar over de inundatie zelf wordt met geen woord gerept. In dat artikel staat dat er schadevergoeding gevraagd kan worden voor oorlogs handelingen zoals “militaire inundatiën”, tenzij de rijksoverheid de roerende en/of de onroerende goederen weer in de staat terugbrengt waarin zij zich vòòr de “ingebruikneming” bevonden. Maar met de grondwet had de nieuwe machthebber natuurlijk niet viel op. Het is dan ook opvallend dat ik in de boekhouding van mijn vader over het boekjaar ‘40-‘41 een post “inundatieschade uitkering” tegenkwam (zie de naaststaande foto). Blijkbaar wilde de nieuwe machthebber in eerste instantie vriendjes blijven met de agrarische bevolking.

Een onheilsbericht. De onderwaterzetting of inundatie op 10 mei 1940 was, zoals ik al zei, een zeer ingrijpende maatregel, waarvan de zin een ieder ontging. In het nog typische boerendorp als Middelie, midden in de polder, was deze gebeurtenis voor een ieder, maar voor de boeren in het bijzonder, tamelijk rampzalig. In ‘De Post’ van de zomer 2000 (3-2) stond een verslag van Jan Laan Pzn. over die eerste oorlogsdag naar aanleiding van deze inundatie. In het kader van het thema van dit nummer lijkt het mij geoorloofd hem opnieuw, via zijn op schrift gestelde herinneringen, aan het woord te laten, zij het dat ik een aantal, niet relevante, details er heb uitgelaten.

polder, de overtrekkende vliegtuigen, de gedachten aan berichten van de laatste tijd over de agressie van de Duitsers o.l.v. hun Führer Hitler. Wij hadden er van gehoord en gelezen, maar we konden ons er geen voorstelling van maken. Thuis gekomen hoorde ik het onheilsbericht dat de Duitse troepen ons land waren binnengetrokken. Al spoedig kwam het bericht dat de Zeevang onder water gezet moest worden; wij waren met stomheid geslagen. Waar moesten wij zo gauw met de koeien naartoe en hoe moest dat allemaal? Via de plaatselijke bureauhouder kwam er opdracht om de dieren bij de boerderij te halen en te voorzien van een merkteken: de letter M en ons “Door het geronk van overvliegende vliegtuigen waren we al huisnummer. Samen met buurman J. Bark haalden wij de vroeg op en omdat het een prachtige zomerochtend was, dieren thuis op ons hoge erf; het water was inmiddels al besloot ik meteen maar om in mijn roeiboot te stappen en behoorlijk gestegen en stond al hoog in de wal. Rond het naar het land te gaan om de koeien te melken. Het was middaguur kwam de melding dat ons melkvee naar het een vreemde melkenstijd; in het midden van de vredige dorp Beets gebracht moest worden. Ook de koeien van de rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr [|áàÉÜ|áv{ ZxÇÉÉàáv{tÑ Âbâw@`|wwxÄçxÊ ÂWx cÉáàÊ K x ]ttÜztÇz? aâÅÅxÜ D? TÑÜ|Ä ECCH? @ DG @


veehouders vanaf het Noordeinde tot aan de zuivelfabriek moesten naar Beets geëvacueerd worden; het Zuideinde kon naar de Purmer.”

Een indrukwekkend schouwspel. “Aldus werden alle dieren verzameld en van beide kanten kwamen ze samen bij de Klemweg. Een lange rij dieren en veel begeleiders leverden een indrukwekkend schouwspel op; het werd een karavaan van ± 600 dieren, kilometers lang met hier en daar tussenruimten. Langs de Jaagweg (nu de N 247) verliep het transport in eerste instantie voorspoedig, echter bij de Diesebrug (er waren toen nog bruggen in de weg t.b.v. de scheepvaart en de genoemde brug bevond zich ±1 km ten Noorden van de kruising met de Klemweg) was de berm heel breed. Eigenlijk was het een overgeschoten stukje land dat zo langzamerhand een moerasachtig gebiedje was geworden en zeker nu het water al zo hoog gestegen was. Door de hoge begroeiing was het water echter niet te zien, zodat veel dieren tot de buik in het moeras wegzakten en vast kwamen te zitten. Met veel touwen en menskracht moesten de dieren er weer uitgetrokken worden wat heel veel tijd en moeite vergde. Ondertussen waren de dieren erg nerveus geworden en een grote groep maakte rechtsomkeert; met veel geschreeuw en gezwaai werd de kudde door de achterste begeleiders tegen gehouden waarbij een aantal beesten in de vaart belandden. Sommigen zwommen naar de overkant en klauterden daar, mede door het hoge water, weer op het land, waar ze later weer vandaan gehaald moesten worden. Bij zo’n reddingspoging kwam ik te vallen, zodat ik verder moest met een nat pak. Bij de spoorwegovergang en de sluis bij Oosthuizen (die toen nog bestond) was het weer een hels karwei om de dieren daar langs te drijven, ook omdat het al donker was geworden”.

Haat tegen de aanvaller.

was er één van onbegrip en verontrusting. “Nadat we even gerust hadden en wat gedronken bij K. Groot, liepen we weer langs de openstaande sluis, waar het water de polder in donderde. Vol onbegrip liepen we met een man of acht over de spoordijk terug naar Middelie: zeer vermoeid en ontmoedigd door deze vlucht met ons vee uit de ons zo vertrouwde polder, waar het land nu zowat onder water stond. Uit de weinige woorden die tijdens de terugreis werden gewisseld bleek de onzekerheid en haat tegen de bezetter: wat zou het worden? Hoe moest het met ons vee? Deze martelgang van mens en dier zou ik nooit vergeten. Omstreeks 1 uur was ik eindelijk thuis, waar mijn vrouw mij voorzag van droge kleren en voedsel. Vol zorg hebben wij ons ter ruste begeven, toch ook weer dankbaar dat ons gezin nog veilig in eigen huis kon zijn”. Tot zover het verslag van Jan Laan. Uitvoerig beschrijft hij hoe zijn bedrijfsvoering verder verliep en welke gevoelens hij daarbij had. Ik zal, aan de hand van zijn geschreven memoires, in het kort proberen aan te geven hoe het verder ging met het onder water gezette gebied.

Een moeilijke zomer. De volgende morgen gingen de boeren weer naar Beets om ieder zijn eigen dieren weer op te zoeken; het dorp leek wel een veemarkt. Het eerste werk wat gebeuren moest was het melken van de koeien. Of je nu je eigen koeien molk of dat van een ander, dat maakte niet uit. Uiteindelijk vonden alle melkkoeien onderdak in de buurt. Het jongvee en de schapen vonden vaak onderdak bij familie of kennissen in Waterland of West Friesland. De varkens van buurman Bark gingen naar de Purmer, omdat de hokken van deze beesten onder water kwamen te staan. Bij ons thuis gingen de kippen naar mijn grootouders. De konijnen konden blijven, want hun hokken stonden op de gierkelder en die bleef net boven water uitsteken. De spinazie kon nog afgesneden worden. De rest van de groente in de moestuin moest als verloren worden beschouwd. Bijna bij alle bewoners gebeurde dit, want bijna iedereen had wel een stukje groentetuin; bloementuinen kwamen in die tijd nauwelijks voor.

“Bij de sluis zagen wij een niet te vergeten schouwspel. Met donderend geraas stortte het water de polder in door de volledig open staande sluisdeuren. Eén koe werd door het gedrang in het kolkende water geduwd; ik vreesde dat het dier zou verdrinken maar zij hield de kop boven water en kon even later weer op het droge geholpen worden. Even voorbij Oosthuizen konden we de dieren op een paar percelen land in de Westerkoog tot bedaren laten komen. Ja, dit was een transport om nooit te vergeten en ongelooflijk moeilijk. Het was in der haast georganiseerd Uiteindelijk stond het water ± 15 tot 20 cm boven en bemoeilijkt door het verkeer op de Jaagweg, hetgeen de het maaiveld. Voor ons kinderen was die dieren nog onrustiger maakte. Maar ja, wat kon je anders onderwaterzetting toch ook weer een verwachten van zo’n eerste oorlogsdag met zo’n onzinnig “buitenkansje”, want je kon zo over het land bevel? Het onderwaterzetten van de polder had toch geen varen en heerlijk door het water lopen. Je moest enkele zin! De vijand vloog er zo overheen. De stemming alleen oppassen dat je niet in een greppel liep of, rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr [|áàÉÜ|áv{ ZxÇÉÉàáv{tÑ Âbâw@`|wwxÄçxÊ ÂWx cÉáàÊ K x ]ttÜztÇz? aâÅÅxÜ D? TÑÜ|Ä ECCH? @ DH @


Tekening boven: het inundatiegebied.

Foto links: Grondverbetering na de inundatietijd in 1945, op het bedrijf van Jan Hooijberg.

Rechts het perceel Middelie nr. 19 W. van Wijk (J. Kater) op achtergrond de boerderij van Siem Meijn. Op de voorgrond op de brug Trien Sanders, Cor Hes en Jannie Sanders.

rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr [|áàÉÜ|áv{ ZxÇÉÉàáv{tÑ Âbâw@`|wwxÄçxÊ ÂWx cÉáàÊ K x ]ttÜztÇz? aâÅÅxÜ D? TÑÜ|Ä ECCH? @ DI @


erger nog, in een sloot. Maar dat was juist de sport en het spannende eraan. Bovendien bouwden we vlotten van de houten hekken en ander drijvend materiaal. Na de capitulatie werd onmiddellijk begonnen met het wegmalen van het water. Dat was gauwer gezegd dan gedaan; er moest ruim 20.000.000 m3 water uitgemalen worden. Het gemaal van de polder aan het Zeevangsdijkje moest het grootste deel hiervan voor haar rekening nemen: 260 m3 per minuut. Bij Oosthuizen werden de door Werkspoor beschikbaar gestelde Jaffa-pompen in bedrijf gesteld en bij de sluis in Edam werden drie centrifugaal pompen geplaatst die tezamen een capaciteit hadden van 90 m3 per minuut. Toch zakte het waterpeil tergend langzaam en het geduld werd danig op de proef gesteld. Dag en nacht waren de pompen in bedrijf en toch duurde het tot de eerste week van juni tot het waterpeil weer op normale hoogte was. …… Net zo groen als het land ten onder was gegaan, zo kwam het ook weer boven. Maar schijn bedriegt. Het “gras” dat boven kwam was “een raar goedje” en moest met de hand afgemaaid worden.

kwam de volgende winter ook wel uit, want de koeien wilden het slecht vreten en gaven dan ook niet veel melk. Eind juni 1940 werd er kunstmest ter beschikking gesteld en de resultaten waren verbluffend: het land herstelde boven verwachting en het gras groeide uitstekend. Het leed voor boer en burger leek geleden. Het grasland herstelde zich bewon- derenswaardig en daarmee de grondslag van het bestaan in ons dorp.

Opnieuw onder water. Een schok ging door de bevolking van de Zeevang toen op 15 februari 1944 door de burgemeester bekend werd gemaakt dat per 7 maart a.s. 0.00 uur de polder opnieuw geïnundeerd moest worden, maar nu op bevel van de Duitse bezetter. Deze achtte het van belang, dat, als de geallieerde troepen door de verdedigingswerken langs de kust zouden breken, er een tweede barrière nodig was om de opmars te stuiten. Hier laat ik Jan Laan Pzn. weer aan het woord.

“Wij waren verbijsterd en woedend tegelijk. Was het een strafmaatregel? Er was toch al bewezen dat het strategisch van geen enkel belang was! Hoe dan ook, dankzij grote Herstel. inspanning van burgemeester Drost en boerenleider J. Laan Dzn, die tevens dijkgraaf van de polder was, mocht Al snel was burgemeester Drost in de weer om via de kleinste helft droog blijven. We moesten dan wel in een bevoegde instanties hulp verlenende maatregelen goede week kistdammen zien te slaan in de bruggen van de tot herstel tot stand te brengen. De afdeling Edam spoorlijn tussen Kwadijk en het Noordeinde van Middelie en Zeevangsdorpen van de Hollandse en in de bruggen in de dorpsweg van Middelie, tussen het Maatschappij van Landbouw belegde Noordeinde en de Klemweg. Ook moesten er kistdammen bijeenkomsten om voorlichting en daadwerkelijke hulp te organiseren. Via de Heidemaatschappij, als komen in de bruggen in de dorpsweg van Warder. werkverschaffingsorgaan, werden Bovendien moest er een dijkje komen langs de wegen van arbeidskrachten ter beschikking gesteld, die onder genoemde dorpen. Verder moest er een dijkje langs de leiding stonden van de heer Hendriksen. Deze Klemweg komen en – het grootste karwei – een dijkje was een bekende in het gebied; hij had al jaren de dwars door de weilanden van de Jaagweg tot aan de leiding van werkverschaffingsprojecten, zoals het Warderzeedijk. Het slaan van damwanden door de uitbaggeren van waterwegen door werkloze jaagvaart en het riviertje de IJe was daarbij de grootste arbeiders. Het maaien echter van het “inundatiehindernis. …… Het werd een strijd tegen de tijd en tegen gras” was een zwaar en moeilijk werk en de meeste het water dat vanaf 20 februari niet meer uitgemalen werd arbeidskrachten van de heer Hendriksen haakten en dus langzaam steeg. Vrijwel de hele manlijke bevolking dan ook snel af, ondanks het loon van ƒ20,- per nam er aan deel, ongeacht of men nu in het “natte” of het week met vrije kost en inwoning. Veel boeren “droge” deel woonde. Men was de ellende van vier jaar haalden nu hun “eigen” maaiers uit het Oosten geleden nog lang niet vergeten. Allemaal dachten we: “Beter van het land. Zij kwamen hier ieder jaar helpen een halve polder dan helemaal geen polder”. De plaatselijke met maaien en hooien. timmerlieden stelden al hun materiaal en mensen ter beschikking. Er werden zand en zakken aangevoerd om Dankzij het aanhoudend mooie weer kon er van de damwanden te vullen en te versterken. Ook werd weer het “inundatie-gras” toch hooi gemaakt worden, hulp geboden door de dienst werkverschaffing onder leiding maar de kwaliteit was zeer twijfelachtig. Dat van de heer Hendriksen”. rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr [|áàÉÜ|áv{ ZxÇÉÉàáv{tÑ Âbâw@`|wwxÄçxÊ ÂWx cÉáàÊ K x ]ttÜztÇz? aâÅÅxÜ D? TÑÜ|Ä ECCH? @ DJ @


Met gejuich begroet. “Ik (Jan Laan Pzn) was er dagelijks na het ochtendontbijt. Onze onderduiker kon de boerderij verder wel doen en het was veiliger dat hij zich niet teveel in het openbaar vertoonde; je wist maar nooit. Het lukte: het werk kwam op tijd klaar. Maar nauwelijks was het dijkje door het land naar de Warderzeedijk gereed of er stak een stormachtige noordwestenwind op. Het water werd daardoor opgestuwd en liep vast in de hoek van de zeedijk. Een doorbraak dreigde, mede omdat er naast de zeedijk een brede sloot lag. Ik besloot om alvast maar met een met zandzakken gevulde koeboot naar het bedreigde punt te varen. Ik moest daarbij goed opletten om in de vaargeul te blijven en niet op het onderwater staande land vast te lopen. Met de harde wind werd het een zware tocht die vele uren ingespannen arbeid en vaarkunst vergde. Allerlei gedachten gingen door mij heen; wat was oorlogvoeren toch een onmenselijk en zinloos bedrijf. Eindelijk kwam ik op het bedreigde punt aan waar ik door de daar aanwezige dijkwerkers met gejuich werd begroet. Bij Jan Beunder, die daar aan de zeedijk woonde, kreeg ik eten en droge kleren. Verder ben ik de hele dag gebleven om het dijkje te helpen verzwaren. Toen ik ’s avonds huiswaarts keerde leek het grootste gevaar geweken. Dat bleek inderdaad het geval te zijn. De hele zomer en vooral de winter daarop moest er het nodige onderhoud aan gepleegd worden, maar het heeft tot aan de bevrijding, 14 maanden lang, de halve polder droog gehouden. Dat gaf toch wel een goed gevoel”.

bij ons thuis; mijn vader had ruim 3 ha. land aan grootvader afgestaan, omdat die met al zijn land onder water zat. Zo werd er wat geschipperd en geschoven en kon iedereen toch aan de gang blijven. Dan volgt de strenge winter van 19441945 met de hongerwinter als dieptepunt.

Verschillende manieren van herstel.

Direct na de bevrijding op 5 mei 1945 werd begonnen met het weer uitmalen van het water, wat deze keer een stuk sneller verliep. Het verdronken land was niet meer als weiland te herkennen. Na 15 maanden onder water te hebben gestaan was de grond bedekt met een vies laagje drek van afgestorven plantenresten en er was geen spoor van leven meer in de grond te bespeuren. Hier en daar lagen stukken rietschoot, die los geraakt waren, op het land. Opnieuw werd de Dienst Uitvoering Werken van de Heidemaatschappij ingeschakeld om de rotzooi op te ruimen. Het riet moest er af, de greppels en de afwatering hersteld en de sloten uitgebaggerd. Werk genoeg dus voor de mannen die bij deze werkverschaffingsdienst stonden ingeschreven. Het weer werkte ook mee. Het was mooi en droog, zodat er vlot gewerkt kon worden. Verrassend genoeg kwam er al snel weer een groene waas over het land en op de hogere kanten begon zich ook een ruige vegetatie te Gevolgen. ontwikkelen. Het bleek echter dat deze opslag niet te gebruiken was om er hooi of kuilgras van te Voor de inwoners van het “natte” deel waren de maken. Toch vertelde Piet Huiberts mij, dat zijn gevolgen heel vervelend; vele, vooral de wat lager vader dat eerste “gewas” toch voor een deel had gelegen, huizen moesten dijkjes maken om de ingekuild en dat de koeien het meeste daarvan woning bewoonbaar te houden. Het “droge” deel hadden opgevreten. Maar, zo vertelde hij, het toonde zich in het algemeen heel solidair met het meeste werd afgemaaid, zo goed mogelijk “natte”. Door de schaarste aan voedsel werden in gedroogd en verbrand. Daarna werd de grond het “droge“ deel veel tuinen aangelegd waar ook bewerkt met een schijveneg of een weidesleep, voor het “natte” deel aardappelen en groenten waarbij de bovenlaag open werd gehaald. Hierna werden verbouwd. Verschillende boeren, zoals werd er met een “zaaiviool” nieuw graszaad mijn vader, verbouwden in het “droge” deel ook ingezaaid. Soms werd ook een mengsel van gras tabak. Hij had twee soorten. Zij werden en haver gebruikt. Deze methode leidde snel tot “gesneden” in Volendam. Maar zo “smakelijk” als een betere opbrengst en een goede grasmat. De de normale tabak waren ze niet. Toch troostte percelen moesten dan wel vanaf de weg mijn vader zich met de gedachte dat zelfs dokter bereikbaar zijn, zodat van een rupstractor gebruik Martens, als die op huisbezoek kwam, graag zijn kon worden gemaakt. pijp stopte met een “eigenteeltje”. Een andere methode was om er zo weinig mogelijk aan te doen. Schapen waren bij deze Doordat een deel van Middelie nog droog lag, was methode ideale “grasland-verbeteraars”. Al snel het voor de boeren makkelijker om aan de gang te was de grond droog genoeg om er jongvee en blijven. Dat was belangrijk, want melk werd een schapen op te laten grazen. Zij vraten deze zeer gewaardeerd product en ruilmiddel. Zo ook vegetatie op en ondervonden er geen nadelige rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr [|áàÉÜ|áv{ ZxÇÉÉàáv{tÑ Âbâw@`|wwxÄçxÊ ÂWx cÉáàÊ K x ]ttÜztÇz? aâÅÅxÜ D? TÑÜ|Ä ECCH? @ DK @


gevolgen van. Het wonderlijke was, zo zei mij een zegsman uit Kwadijk, dat dit afgrazen er toe leidde dat de normale grassen zich weer ontwikkelden en dat er, zonder veel bewerking, in de hele Zeevang weer een acceptabele grasmat te voorschijn kwam. …. De basis was weer in orde om een bijdrage te kunnen leveren aan de broodnodige naoorlogse voedselproductie. ●

M

iddelie, 1943 door Dieuwertje (Duurtje) Westerneng-Vroom bewerking van Sefanja Nods-Muts (Wen)

Mijn eigen dagboek. 1 januari 1943 Het nieuwe jaar zet niet mooi in, het stortregent den geheelen dag. Moe en Jan zijn vanmiddag weggegaan. Tante Neel kwam nog even. Zo begint het “Hollandsch schrijfbloc” met “100 vel prima gelinieerd schrijfpapier”, waar Dieuwertje (Duurtje) Westerneng-Vroom vanaf die dag haar leven kort & bondig in noteert. Ze is dan 35 jaar en woont met haar man Piet Westerneng en haar twee dochters Janny en Dora op de boerderij aan het laantje op nummer 22. Trouw beschrijft zij vanaf die dag haar belevenissen in en om de boerderij en op het dorp. 2 januari 1943 Niets geen bijzonders. Janny gooide om 6 uur de aardappelemmer met water om en om half 7 gooide de poes een emmer met twee kan melk om!

een kaartspel waar heel wat avondjes mee gevuld worden. De mannen komen ook op een rokertje af, want Piet Westerneng verbouwt tijdens de oorlog zijn eigen tabak. Niet dat het nou zo lekker is, maar het is beter dan niks. En gezondheid is dan nog geen onderwerp van gesprek. 17 januari 1943 Vandaag was Breg (jongere zus van Duurtje die in Amsterdam woonde) bij Moe te gast. Ik ben er vanmiddag geweest en heb Breg naar Edam gebracht. Ik ben nog even bij Pietertje (Visser-Bark) geweest om te zeggen dat ze de wol in de week zetten moet. De volgende dag: Vandaag ben ik naar Pieterje geweest te wol verven. En een dag later: De wol van Pieterje is mooi zwart. 20 januari 1943 Vandaag zijn we naar Carré geweest. Het was prachtig weer en het circus was ook prachtig. Alles was even schitterend. Gisteravond om 7 uur is er een prinsesje geboren. Ik hoop dat ze maar gauw in Holland komt. Toen wij thuis kwamen had Moe een koppie klaar en hebben wij nog een hapje warm eten genomen. 21 januari 1943 Ziezoo alweer een dag dichter bij de vrede. Moe is tegen de avond weer weggegaan. Het is buitengewoon zacht weer voor januari. Piet was vanavond te kaarten zodat ik den geheelen avond alleen zat. Ik ben aan het spinnen geweest. 22 januari 1943 Vanmiddag is Mevrouw Heukelom bij me geweest en vanavond zijn Wakker en Geert geweest. Wij hebben gejokerd. Het was een gezellige avond. Ze gingen om half een pas weg, dus ze kunnen wel een bon hebben opgelopen.

Wol kaarden, in de week zetten, verven, spinnen, zijn bezigheden in de oorlog waar vrouwen het druk mee hebben. Alles is op de bon en als het even kan, red je jezelf samen met de buren door te ruilen of elkaar te helpen in ruil voor een product. De avondklok is een hinderlijke spelbreker van menig kaart- of sjoelavondje. We Als boerin is het leven in oorlogstijd natuurlijk bladeren verder door het dagboek en lezen hoe nog luxe te noemen, in vergelijking met iemand Piet Westerneng z’n beste greep uit het land die in 1943 in de stad woont. Een emmer met gestolen wordt en de fiets van Cor van Meindert aardappelen, twee liter melk, dat zijn in die tijd al uit de veranda van ’t café van G. Wakker. Oudere begerenswaardige levensmiddelen voor vrouwen die weduwe zijn, gaan veelal bij diverse stedelingen. familieleden ‘te naaien’. Boorden worden aan De vorst heeft ingezet en dat de kinderen op de truien gebreid, jassen worden gekeerd en jurken dorpsweg heerlijk aan het sleeën zijn, geeft de uitgelegd. Van oude truien wordt de goede wol drukte op de weg in éen zin weer. Pandoeren is uitgehaald, om er vervolgens weer een paar rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr [|áàÉÜ|áv{ ZxÇÉÉàáv{tÑ Âbâw@`|wwxÄçxÊ ÂWx cÉáàÊ K x ]ttÜztÇz? aâÅÅxÜ D? TÑÜ|Ä ECCH? @ DL @ 5 januari 1943 De kinderen spelen voor de tweede dag met de slee en prikslee op de weg. Om 6 uur kwam Moe bij ons. Vanavond waren Jan en Piet Ossebaar bij ons te pandoeren. Wij hebben toch zo gelachen!


Huisje van Arend Vroom, is nu gesloopt, stond tegenover familie Willems.

Boerderij Joop ,Beets huisje daar achter is van Cor Vink - Cor van Lijs word nu gesloopt voor nieuwe woningen.

rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr [|áàÉÜ|áv{ ZxÇÉÉàáv{tÑ Âbâw@`|wwxÄçxÊ ÂWx cÉáàÊ K x ]ttÜztÇz? aâÅÅxÜ D? TÑÜ|Ä ECCH? @ EC @


wanten van te breien. Alles werd gebruikt tot de laatste vezel versleten was. 31 januari 1943 Het was het vannacht vrij rumoerig in de lucht. Bij familie Beets in de Purmer is een bom gevallen. De hele boerderij is afgebrand. Het was hier best merkbaar want je lag te schudden in je bed. Bij J. Huiberts is een ruit gebarsten. Bij Band, ook in de Purmer, was een paard gedood door een brandbom. 4 februari 1943 Gisteren is Stalingrad gevallen. Het is vandaag mooi weer. Ik hoorde dat J. Kok 4 december aan het Oostfront gesneuveld is. Hij is 28 jaar geworden. Vanavond waren de pandoerders hier met hun vrouwen. Moe is voor donker weer weggegaan. Alle cafés en theaters zijn een halve week gesloten, vanwege de val van Stalingrad. 9 februari 1943 Vanmorgen stond in de krant dat wij niet na tienen meer naar buiten mogen. De cafés moeten om 9 uur sluiten. Dat is weer prachtig hoor. Wij waren vanavond bij Oom Arend en Tante Neel. Het was wel gezellig, maar het was zo’n klein poosje, het is zo 10 uur. Ik kreeg een stukje bloedworst voor het gebruik van het spinnenwiel. Van de week is Klaas de post ook goedgekeurd voor Duitsland. Dat is ook wat als die weg moet.

12 februari 1943 Het waait weer geweldig. Piet is vanavond naar Jacob Sanders op bezoek. Ik heb zitten breien en spinnen, maar ik heb zulke rotwol, zoo kort, daar schei ik maar mee uit. Toen Jan Dol (de knecht) thuiskwam, zei hij dat er een spoor stilstond daar bij de nieuwe dijk, dat kon niet verder. Maar ik hoorde pas toch een trein gaan, dus dat gaat toch zeker wel. Ik heb vanmiddag koek gebakken voor Moe, want die is morgen jarig. Vannacht heeft onze eerste koe gekalfd, tien dagen te vroeg. Hij geeft natuurlijk haast niets en het kalf is maar even groter als een kat. 14 februari 1943 (-) Toen het eten gedaan was, is Dora met Jan meegereden op de fiets naar Moe toe. Later zijn Janny en Piet en ik ook gegaan. Wij hadden brood mee. Tante Neel kwam ook. Had ook brood mee. Ja, dat moet wel in deze bonnentijd. Ieder ken de brokken zelf wel aan. (-) Van de week werd ons 25 gulden geboden voor 1 pond ham. Wij doen het niet natuurlijk, maar het is toch bar veel.

De oorlog is door het dagelijks leven heen gevlochten met een verontwaardigde gelatenheid. De onzekerheid betreft vooral de jonge mannen van het dorp. De angst dat ze zomaar opgepakt en waar dan ook te werk gesteld kunnen worden. Soms is er sprake van stille afgunst als sommige mannen vrijstelling hebben gekregen. En het 10 februari 1943 leven gaat door, ook in oorlogstijd. Blindedarmen Nou is er vandaag toch zulk groot nieuws. Siem Blakborn die opbreken, waterpokken, griep waar voor is thuisgekomen. Dinsdag was hij in Purmerend gevreesd wordt, kinderen die geboren worden, aangekomen. Hij is 35 pond afgevallen. Al die studenten mensen die overlijden. Iedereen leeft erg met en schooljongens die de laatste dagen opgepakt zijn, moeten elkaar mee, in tegenspoed, maar ook in vreugde in dat kamp. Kleine Cor Groenhardt is ook uit als er ondanks de oorlog toch iets te vieren valt. Amsterdam gevlucht. Het is nu weer een vreselijk angstige Als Jan Plas 40 jaar organist van de Doopsgezinde tijd. Teun Vink is nu in Den Haag. Jacob Sanders is kerk is, bijvoorbeeld. Bij de jeugd zijn vooral de vandaag ook thuisgekomen, ik heb al even naar hem gymuitvoeringen erg geliefd. Maar tussen de gewuifd. Hij zat in zijn hoekje. zinnen door wordt regelmatig de wanhopige wens uitgesproken dat het toch ooit wel weer eens 11 februari 1943 vrede zal worden? Soms worden de berichten Het is donderdagavond. Piet is weer te pandoeren. Ze over de Russische steden die dan toch weer in mogen nu niet langer dan tot 10 uur buiten. Ik ben Duitse handen zijn gevallen, te akelig voor benieuwd wat daar van terecht komt, want anders hebben woorden gevonden. Ondertussen is Jan Vroom ze altijd al werk om voor 12 uur thuis te zijn. Ik heb helemaal in Den Helder aan het werk. Jan is een zitten kousen stoppen. Tegen de avond heb ik even melk jongere broer van Duurtje en Breg en ‘in de naar Moe gebracht, die was bij Dirk Vink. Ik zag Siem gevaarlijke leeftijd’. Voortdurend spreekt Duurtje Blakborn ook nog even. Wat is die vervallen. Jacob in haar dagboek over haar geliefde broertje Jan, Sanders liep vandaag te wandelen. Morgen moet Jacob die haar trouw schrijft en af en toe kans ziet om Vennik voor de keuring. langs te komen. De lente komt, er worden grauwe erwten gezaaid, bokjes gekocht op de markt die 10 keer zo duur zijn als het jaar daarvoor. De grote schoonmaak rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr [|áàÉÜ|áv{ ZxÇÉÉàáv{tÑ Âbâw@`|wwxÄçxÊ ÂWx cÉáàÊ K x ]ttÜztÇz? aâÅÅxÜ D? TÑÜ|Ä ECCH? @ ED @


van de stal, het zolderen, het kazen en natuurlijk het weer is onderwerp van gesprek. In april heeft het een keer zo hard gewaaid, dat de steigers van de Grote Kerk van Monnickendam op de tramrails terecht gekomen waren. Bij moeder Marie in Edam was de schutting omgewaaid en het schuurtje half in elkaar gezakt. Bij Jaap en Trijnie waren ‘er een zoot pannen van ‘t dak en de wc lag om’. (hokje boven sloot!) 29 april 1943 Het is vandaag weer een akelige dag. Nu lijken alle jongens en mannen die in mei 1940 in dienst waren, opkomen moeten om in krijgsgevangenschap naar Duitsland te worden gebracht. Dat is weer wat, hoor. Ik zou met Pietertje naar Edam geweest zijn, maar dat is van de schrik niet door gegaan. Vanavond kwam ze hier nog even en Hes kwam ook een poosje. 30 april 1943 Wel gefeliciteerd met de verjaardag van Prinses Juliana. Gister is er afgekondigd dat alle soldaten opkomen moeten en we mogen nu niet meer na 8 uur op straat. Dat is toch ook weer een mooie vertoning. Vanmiddag was iedereen hier overstuur, want er werd verteld dat alles ging staken. Waterleiding en PEN en al zoiets. Dus iedereen ging aan het water tappen. Overal in: in emmers, tobbes, pannen, al wat er maar was. Vanzelf wij ook. 1 mei 1943 Nou hoor, er staat al een oproep in de krant voor de eerste militairen. Eerst beroeps. Maar water is er nog en stroom ook. Ja, wat er nog gebeuren kan dat weet je natuurlijk niet. Piet heeft buitenom geschrobd, want het regende vanmiddag. Veel zin heb je er anders nu niet in, maar ja, je gaat toch maar door. Ik heb vanmiddag ‘kattentongen’ en ‘eierkoekjes’ gebakken. Voor het eerst, want eerst had ik geen eieren. Vannacht hebben ze weer aardig gevlogen ook.

nog een circus, dus dat was een uitje voor de kinderen. Het kost heel wat hoofdbreken om aan nieuwe schoenen en een wit schort te komen, want ‘er is finaal niks te koop’. Alle radio’s dienen ingeleverd te worden, dit tot grote wanhoop en woede van velen. 31 mei 1943 Vandaag was het een rotdag om nooit te vergeten. Wij moesten de radio inleveren. Eerst leek het of zoo haast niemand ging, maar later ging iedereen nog. Wij moesten eigenlijk tussen 9 - 10 uur. Maar vanmiddag om half 4 heeft Piet het toestel toch maar weggebracht. Het is misschien wel kinderachtig, maar ik heb er bar om gejankt. Die rotmoffen ook. Waren die hier toch maar weer eens vandaan. Het duurt mij veel te lang die krengen hier. De radio komt nog regelmatig terug in het dagboek, want het gemis is groot. Ondertussen worden zelfs de schapen gemolken. Tante Maartje Ossebaar melkt er 7. Bonen doppen, ‘muizen’ (aardappels) rooien, turf halen, karper of snoek vangen, gebeurde ook allemaal tijdens de hooitijd. Een vreselijk drukke periode voor een boerin. Op 16 juni wordt bekend gemaakt dat alle jongens van 19 - 20 jaar zonder uitzondering naar Duitsland te werk moeten. Dat betekent voor Middelie een stuk of 8 jongens. Het is het gesprek van de dag. Tante Maartje zit in over Jan Ossebaar. Bij Klok moeten er zelfs twee uit één gezin weg. Dirk de Ruyter moet naar Krefelt. Van anderen die hun radio stiekem niet ingeleverd hebben, horen ze dat de Amerikanen op Sicilië zijn geland. Voor bombardementen op Fokker in Amsterdam hebben ze geen radio nodig, dat hoorde je tot in Middelie. Het is een onzekere tijd, zelfs het weer houdt niet over, het is zoals in het dagboek verbitterd vermeld staat: ‘zeker ook al een surrogaat zomer’!

De dorpsweg is ’s avonds zo goed als verlaten. Bolks de agent, rijdt om kwart over 8 zijn ronde, 26 juli 1943 maar ‘Anders zie je ook niks langs de weg gaan’. ‘De O, oh, wat was het vannacht een hel. Zoveel vliegtuigen en toestand is nog akelig gespannen natuurlijk. Verscheidene bommen. Verschrikkelijk. Ik was doodsbang, ik trilde een mensen zijn al doodgeschoten omdat ze staakten. Wat zou uur later nog. En de beesten in het land waren ook zo dat nog worden moeten’. De grote schoonmaak in bang. Die schreeuwden maar. Paarden ook. Er is vandaag huis is op 5 mei klaar, maar ze zitten nog niet op ander groot nieuws: Mussolini is afgetreden. Dat is stel, want er moeten nog meubels gewreven tenminste een stap dichter naar de vrede. Het zal ook wel worden. De aardappelmolen verhuist van het ene eens komen. Nou heb ik weer een beetje hoop dat het geen naar het andere gezin, want overal wordt jaren meer duurt. aardappelmeel gemalen. Tante Nel kwam met dochter Miep onverwacht uit Den Haag, want ‘het Het weer verbeterde gelukkig wel, het begon toch schijnt knap slecht te zijn daar’. Maar in Edam kwam eindelijk echt te zomeren. Janny en vriendinnen rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr [|áàÉÜ|áv{ ZxÇÉÉàáv{tÑ Âbâw@`|wwxÄçxÊ ÂWx cÉáàÊ K x ]ttÜztÇz? aâÅÅxÜ D? TÑÜ|Ä ECCH? @ EE @


gingen naar het Strandbad in Edam en het water was heerlijk, zeiden ze. Fokker, de scheepswerven en wat er nog aan industrie over is in Amsterdam, wordt genadeloos gebombardeerd door de Engelsen. De kinderen van Tante Breg logeren in Middelie, maar vertrekken toch ondanks de bommen, weer huiswaarts richting Amsterdam. Ze wilden graag naar hun vader en moeder, maar het gaat de familie hier erg aan het hart. Ze krijgen de distributiebonnen voor aardappels mee, want aardappels zijn er genoeg op de boerderij. Andere logees nemen vrijwel direct hun plaats in, namelijk Tante Nel en Oom Maarten met hun twee kinderen Jan en Miep uit Den Haag. Het wordt een drukke, maar leuke logeerpartij. Met zelfs een uitje dat weken van tevoren gepland is. 5 augustus 1943 Aardig mooi weer vanmorgen, dus wij met een hele club naar het Strandbad in Edam. Met de koeboot. Net toen wij eten gedaan hadden, begon het weer te regenen. Maar alles was voor elkaar, dus evengoed maar gegaan. Met z’n 23en. Twee uur gingen we. Zingend er op aan. Wij hadden de vlaggen op de boot. Wij hebben bar veel lol gehad, maar ’s avonds kwam er toch een donderbui die bar was… Allemaal in het restaurant. Daar speelde nog iemand piano ook. Op ’t laatst hebben we nog gezongen van”’t Is plicht dat ied’re jongen” en “Het Wilhelmus”. ‘Tot weerziens in vrij Nederland’, riepen ze toen we weggingen. Toen nog met de boot naar huis. En regenen! Half 11 waren we thuis. De dagen die volgen zijn plezierig te noemen. Er worden lekkere suikerperen geweckt, de RK kerk in Volendam wordt bezocht, omdat daar voor de 50ste keer een priester gewijd is en verder wat huishoudelijkheden. De logees zijn gelukkig al lang en breed vertrokken, als datgene gebeurt, wat de hele tijd boven het hoofd hing.

dus dat die misschien wel terug komt. In de dagen die volgen probeert men om achter de verblijfplaats van Jan te komen. Op 21 aug. wordt er een briefje bij de vrouw van Henk Winkelaar gebracht dat door Henk Winkelaar geschreven en uit de trein gegooid is. Er stond op dat ze naar Amersfoort vervoerd werden. 23 augustus 1943 Zo, de nacht is weer om, ik heb weer bar slecht geslapen, want Moe legt maar steeds te zuchten en daar word ik zenuwachtig van. Vanmorgen is Moe naar huis gegaan. Het begroot me wel, maar ik kan toch niet met haar meegaan. Ik heb toch mijn eigen gezin. Annie Kout en Annie Hes waren vandaag bij Dora te gast. Vanavond is Dora naar Janny Sanders gegaan voor een nacht. Janny (zus) is daar ook heen met het Monopolyspel. M. Vink kwam hier om maailoon. Later kwam Meester Heukelom nog. Dat de familie Roede (mensen die in het huis van familie Heukelom gezeten hadden) toch zo gegroeid waren in die twee weken. Dus of die volle melk toch goed is! 24 augustus 1943 Vandaag weer prachtig weer. Hadden we nu maar eens een klein berichtje van Jan. Het is toch zo naar, als je niks weet. Maar het kan nog best een poosje duren. De Groene Polizei reed vanmorgen vroeg ook alweer langs de jaagweg. Dat is toch ook zulk rotvolk, die zou je schieten, die krengen. Vanmiddag was het hier ook prachtig. Twee overvalwagens en een moter met zijspan waren er op het dorp. Ze deden overal huiszoeking, die rotmoffen. J. Worp z’n radio hebben ze meegenomen en die van J. Vink en nog twee, maar die weet ik niet. 26 augustus 1943 Vanmiddag ben ik nog even naar Moe geweest. Maar ze is niks flink hoor. Dat Pa dood was, was zij veel flinker en die, wisten we toch, kwam nooit meer terug. En Jan zullen we toch hopen van wel. Ze zegt dat ze zoveel meemaken moet. (-) Het zal ook heus niet meevallen, hoor. Ze moet eigenlijk denken net als Janny Houtman doet. Die zegt: “Ik moet gezond en flink zijn als Klaas terug komt”. (-) Vandaag kwam Siem nog een poosje en Pietertje kwam met een maaltje snijbonen voor me.

14 augustus 1943 O, oh, nou is het verschrikkelijke toch gebeurd. Vanmorgen om een uur of 6 hebben ze Jan met de overvalwagen weggehaald. Ik vind het vreselijk. Ik ben er akelig van. En waar zou hij nu heen gaan? En wat gaan ze met hem doen? O, oh, dat dit toch gebeuren moest. Wie weet wanneer wij weer wat van hem horen. Misschien wel nooit meer en ik heb natuurlijk niet eens gedag kunnen Een ieder gaf op zijn eigen manier blijk van zeggen. Misschien zien we hem wel nooit meer. Die medeleven. Het dorp trok aan jou, maar het dorp rotmoffen ook, ze zijn tot alles in staat dat tuig. (-) Janny trok jou op jouw beurt ook door moeilijke tijden. heeft Moe gehaald, die is nu bij ons. Ze zit vanzelf bar in Op 30 augustus kwam er een brief van Jan, die de put. J. Winkelaar zei, dat Henk Winkelaar ook inderdaad in Amersfoort gevangen zit. Verder is opgehaald is en dat die nog onder doktersbehandeling is, het afwachten. De Engelsen zijn geland in Italië rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr [|áàÉÜ|áv{ ZxÇÉÉàáv{tÑ Âbâw@`|wwxÄçxÊ ÂWx cÉáàÊ K x ]ttÜztÇz? aâÅÅxÜ D? TÑÜ|Ä ECCH? @ EF @


Inundatie mei 1940; in het midden het huis met stalletjes van Pieter Plas en Corrie Bakker, rechts buur J. Visser. Het spulletje is gesloopt rond 1980. Opnieuw bebouwd en bewoond door de Familie Willemsen nu Middelie 8.

In de oorlog als verdedigingsstrategie onder water gezet rechts het perceel Middelie 9 Noordeinde het huisje Arend Vroom Moos Mei 1940; de vrachtauto van Gerrit Wakker, zijn dochter Im moest als 14-jarig meisje voor de auto uit lopen om de auto op de weg te loodsen, zij vond dit wel heel erg eng

Watergemaal tussen Middelie en Kwadijk met seinmast die dienst heeft gedaan tot ong. 1970. Tijdens de Tweede wereldoorlog mocht de seinlamp niet meer branden als het Schermerboezem peil was; de seinen moesten toen mondeling doorgegeven worden met als centraal peil de waterstand bij Spijkerboor.

rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr [|áàÉÜ|áv{ ZxÇÉÉàáv{tÑ Âbâw@`|wwxÄçxÊ ÂWx cÉáàÊ K x ]ttÜztÇz? aâÅÅxÜ D? TÑÜ|Ä ECCH? @ EG @


en in Middelie worden de prijzen uitgereikt van de Floralia. 5 september 1943 Vanavond ben ik met Pietertje naar de prijsuitreiking van de Floor geweest. Dora en Janny ook. Half 10 waren we weer thuis. Ja Jan, al ga ik naar hier en naar daar, ik vergeet je heus niet hoor. Ik zou ik weet niet wat willen geven als je maar hier was. Maar klagen geeft niet. Als we elkaar later dan maar weer zien, daar zullen we maar op blijven hopen. Met deze hartenkreet moeten we maar eindigen. Ze hebben elkaar gelukkig weer in de armen kunnen sluiten. Jan heeft een tijd in Duitsland gezeten in de buurt van Berlijn, waar hij zijn neef Jan Ossebaar door stom toeval tegenkwam. Beide Middeliers hebben erg veel steun aan elkaar gehad in die nare tijd. Ze hebben het allebei goed overleefd. Dieuwertje Westerneng-Vroom is nu 97 jaar en woont sinds drie jaar in Oosthuizen. Haar zuster Breg is 94 jaar en woont nog steeds in Amsterdam. En hun broer Jan? Hij is drie jaar geleden overleden op de gezegende leeftijd van 86 jaar. Een natuurlijke dood in vrijheid, waar men zestig jaar geleden zo hard voor heeft gestreden. ●

V

erborgen mensen door Piet Laan & Rien Heukelom

Tijdens de zogeheten Wannsee-conferentie op 20 januari 1942 gaf Hitler het bevel tot de zogeheten “Endlösung”. Elf miljoen joden moesten van de aardbodem verdwijnen. Veel joden doken onder.

Duitse propaganda, waarbij ook Jan Laan, dokter Martens en meester Zinkweg (voorganger van meester Heukelom) betrokken waren. Wout Martens (zoon van dokter Martens) vertelt, dat Johan hier en daar briefjes ophing met rijmpjes als: “Eerst ging het goed, nu gaat het best, “De mof krijgt klop in oost en west” “Mijn vader”, aldus Wout Martens, “waarschuwde hem vaak, dat hij in zijn omstandigheden onvoorzichtig bezig was”…… Het mocht niet baten. Johan keerde na zijn arrestatie niet meer terug. Wonder boven wonder overleefden de beide joden de oorlog wel. De dochter van Gerrit Inkelaar was direct na haar arrestatie al vrijgelaten. Gerrit zelf, gevangen gehouden aan de Weteringschans te Amsterdam, kwam direct na de bevrijding weer thuis. Toen bleek, dat er bij hem nog iemand heeft ondergedoken gezeten. Het was een oude vrouw van joodse afkomst. Wout Martens vertelt: ”Op een keer moest ik van mijn vader een heel vreemde boodschap bij IJs Bark brengen. Ik moest zeggen: ”Vanavond om zeven uur”. …… Ik liep achterom de werkplaats in en toen stond daar onder een kleed een doodskist. Een klein hoekje van de kist was onbedekt, zodat ik hem goed kon zien. IJs trok snel het kleed over het onbedekte hoekje en ik gaf de vreemde boodschap door. Thuis gekomen vertelde ik wat ik had gezien. … Er was toch niemand op het dorp overleden? … Mijn vader zei te denken dat IJs er één voor iemand gemaakt had ……” De kist bleek voor die oude vrouw te zijn. Zij moest, zonder dat de Duitse bezetter het zou merken, worden begraven. Dit gebeurde op die avond dat Wout Martens die vreemde boodschap aan IJs Bark bracht, achter op het erf van Gerrit Inkelaar.

Naast hulp geven, boden sommige dorpsgenoten ook hulp Een paar van hen kwam in Middelie terecht. Ze hadden aan. Maar als die dan geweigerd wordt ……… Zo vertelt onderdak gevonden bij Gerrit Inkelaar. Dit werd pas op Henk de Vos, dat hij als buurjongen vaak over de vloer het dorp bekend toen ze op een vroege morgen in begin kwam bij slager Maarten Laan. Achter op het erf van maart van 1945 werden gearresteerd. De buurman van Maarten stond een hok waar de huiden van de geslachte Gerrit, Piet Fok, was een ooggetuige. Hij sprak van “een beesten werden bewaard. “Het stonk er altijd” zo vertelt aangrijpend schouwspel”. Jan Laan vertelt: “Bijna Henk. niemand wist van die joden af. Via de geheime zender was “De huiden werden op gezette tijden opgehaald door Bram de vervolging van de joden wel bekend. Maar wij hier, als Duveen uit Amsterdam en de uitbetaling geschiedde door bewoners van een rustige omgeving, waar tot 1945 geen zijn broer Jaap. Ze waren allebei jood. Op 7 augustus spectaculaire dingen gebeurden en geen wreedheden 1942 werd Bram opgepakt en zes weken later in de voorkwamen, wij konden zoiets onmenselijks niet geloven”. gaskamer omgebracht. Naast de twee joden, Gerrit Inkelaar en diens dochter “Mijn vader (Jaap de Vos) ging zich nu zorgen maken werd ook Johan Eskens opgepakt. Johan hield zich bezig over de veiligheid van Jaap Duveen en bood aan een met het ophangen en rondbrengen van briefjes met antischuilplaats voor hem te maken op zijn boerderij aan het rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr [|áàÉÜ|áv{ ZxÇÉÉàáv{tÑ Âbâw@`|wwxÄçxÊ ÂWx cÉáàÊ K x ]ttÜztÇz? aâÅÅxÜ D? TÑÜ|Ä ECCH? @ EH @


Laantje. Hij had de stenen er al voor klaar liggen. Maar Jaap vond dat hij niet veel te vrezen had, want hij handelde veel in spullen die de Duitsers graag van hem kochten; hij deed eerlijke zaken met hen. Op 21 mei 1943 werd Jaap toch opgepakt en afgevoerd, en onmiddellijk vergast in het kamp Treblinka.” Door militaire tegenslagen in 1941-1942 werden steeds meer jonge Duitsers voor militaire dienst opgeroepen. Hierdoor verminderde het aantal arbeiders in de Duitse fabrieken. In mei 1942 gaf Hitler dan ook het bevel om in de bezette gebieden 20 miljoen jonge mannen op te roepen om in Duitsland aan het werk gezet te worden. Dit bevel ging de geschiedenis in als de “Arbeitseinsatz”. Opnieuw werd o.a. op de Middelieërs een beroep op hun gastvrijheid gedaan. Veel jonge mannen vonden een plek bij de verschillende boeren. Eén van die jonge mannen heette Piet Borger. Hij vond een plek bij de familie Van der Hudding. Maar op een dag wilde Piet er wel eens even uit. Met een paar kennissen ging hij dansen in de Z. O. Beemster. Daar werd onverwacht een razzia gehouden door de “Grüne Polizei”. Piet werd opgepakt en naar het steenhouwerskamp Buchenwald in Duitsland gebracht. Hij overleefde dit kamp niet. Een oom van Henk de Vos, opgepakt wegens ondergrondse activiteiten, was in hetzelfde kamp te werk gesteld en maakte kennis met hem. Hij was in de gelegenheid om zijn vrouw af een toe een kaartje te sturen. Maar of hij de oorlog heeft overleefd, is onbekend. Hieronder vindt u een voorbeeld van zo’n kaartje uit zo’n kamp. Niet ieder mens die zich verborgen moest houden was slechts een kennis voor zijn gastgezin. Veel jonge mannen waren familie van hun gastgezinnen, zoals bij Willem Plas, Willem de Boer, Reier Plas, Piet Vink en Arend en Kee Molenaar. ●

D

e bevrijdingsfeesten door Piet Hetjes

Van dinsdag 7 tot en met donderdag 9 augustus 1945 waren in Middelie de eerste bevrijdingsfeesten. Ik kan me deze feesten nog goed herinneren

Natuurlijk waren er nog veel jongens in Duitsland waar nog op gewacht werd en waarvan het onzeker was - hoe en wanneer - ze terug zouden komen. Maar de stemming was prima. De verschillende verenigingen werkten samen in een federatie om gezamenlijk tot een bevrijdingsfeest te komen. Het hele dorp werd versierd. Van het Noordeinde tot het Zuideinde was er een lang lint van roodwit-blauwe vlaggen. En er werden veel volksspelen georganiseerd. Zo herinner ik me dat er een touwtrekwedstrijd werd gehouden. Twee ploegen werden samengesteld. Natuurlijk ging dat, net als vroeger op school, noord tegen zuid. Nieuw was, dat er getrokken werd over een prutsloot. Dat leverde een apart spektakel op. De winnende ploeg trok de andere helemaal vast in de bagger. Wie er gewonnen had, maakte niets uit. Het ging om de uiting van ontspanning. En dat lukte best, want er werd gejuicht en gelachen als er weer iemand onder de bagger of zelfs met een stuk veen aan zijn benen uit de sloot getrokken werd. Maar er werd tijdens deze feesten ook aan serieuzere dingen gedacht. Zo werd er door de beide dominees een dank- en bevrijdingsdienst samengesteld. Deze gezamenlijke bijeenkomst werd gehouden in de doopsgezinde kerk, de kerk zonder toren. Het hele dorp voelde zich geroepen om deze dienst te bezoeken. Ook de jongeren, waaronder ik, en ook degene die nooit een kerk bezochten. Het was dus erg vol en wij – de jongeren – werden naar boven gestuurd, naast het orgel. Dat was nieuw voor ons. We waren nog nooit zo ver in een kerkgebouw doorgedrongen. We zagen daar de organist en de koster. De organist was Jan Plas, plaatselijk bureauhouder van diverse agrarische diensten, en daardoor één van de notabelen van het dorp. De koster, tevens orgeltrapper, was Dirk Beunder, een al oudere man met één arm. Samen met zijn vrouw Engeltje deden ze het kosterwerk voor deze kerk.

De kerkdienst verliep goed en er was grote eensgezindheid en saamhorigheid. Dat werd tenslotte tot uiting gebracht door het gezamenlijk zingen van het Wilhelmus. Door het spontane Het was een mooi voorjaar, al was het alleen al gezang was het moeilijk voor de organist om omdat de tweede wereldoorlog afgelopen was. voldoende volume te produceren. Hij was Iedereen was blij en er was veel angst verdwenen namelijk afhankelijk van de hoeveelheid lucht die over wat de bezetter de mensen aan zou kunnen de orgeltrapper opbracht. Dus werd Dirk doen. rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr [|áàÉÜ|áv{ ZxÇÉÉàáv{tÑ Âbâw@`|wwxÄçxÊ ÂWx cÉáàÊ K x ]ttÜztÇz? aâÅÅxÜ D? TÑÜ|Ä ECCH? @ EI @


gemaand om harder te trappen. Tot tweemaal toe riep de organist: "Trappen Dirk!" Maar Dirk trapte kennelijk niet hard genoeg. Toen zette de organist zelf wat kracht bij en riep: "Trappen Dirk, Godverdomme!”

Maar nu met paard en wagen. Op deze manier werd ook stro opgehaald uit de omgeving rond ‘de Noord’. Tussen het stro lag tarwe verborgen. Bij thuiskomst werd deze tarwe gemalen in de verfmolen bij schilder Willem Plas.

Ik was voor de eerste keer in de kerk en werd op deze manier meteen geconfronteerd met het vloeken in de kerk. Gelukkig hebben de kerkgangers dat door hun gezang niet gehoord. Voor mij was het een nieuw fenomeen, wat ik doorvertelde als het zo te pas kwam. Zij die dit verhaal kennen en zij die een fietser zien die zware tegenwind heeft, roepen nog vaak: "Trappen Dirk." Of er dan nog gvd volgt hangt een beetje van het gezelschap en de omstandigheden af. ●

Derde herinnering Op een dag werd het toneel in het café opgeëist door een groep van ca. 7 Duitse soldaten om er een zendmast te plaatsen. Plotseling zag Henk dat één van de soldaten nerveuze bewegingen maakte met een mes. De zus van Henk, Riek, maakte hierover een opmerking, waarop de soldaat reageerde met: “Zal ik ooit mijn kinderen weer zien?”

H

erinneringen aan een

kindertijd tijdens de oorlogsjaren Hieronder volgen enkele korte herinneringen van Henk Wakker opgetekend door Diewke de Boer-Muts. Het zijn eigenlijk fragmenten, flitsen die zo af en toe plotseling in de gedachten binnenkomen. Ze horen natuurlijk in een verhaal thuis, maar dat moet nog geschreven worden. Toch heeft de redactie gemeend ze te moeten publiceren om u te laten zien dat er nog veel verhalen te vertellen zijn over Middelie in de tijd van de Duitse bezetting.

Vierde herinnering In het voorjaar van 1944 en 1945, toen een deel van de Zeevang onder water stond, ging Henk samen met zijn vrienden regelmatig met een schuitje naar de wat hoger gelegen stukken land om eieren te zoeken. Daar zaten veel vogels bij elkaar …… Bakker de Ruiter maakte dankbaar gebruik van de gevonden eieren.

Henk Wakker werd geboren in 1935 als zoon Geertje Pranger en Gerrit Wakker. Vader Gerrit had een transportbedrijf, kolenhandel en café. Eerste herinnering Vader Gerrit had een vrachtauto die naast het reguliere werk ook dienst deed als ‘trekker’ voor de brandspuit. Hij had hier een speciale vergunning voor gekregen van de Rijksverkeersinspectie, waardoor hij recht had op extra brandstof. …. Uit angst dat de auto in het laatste oorlogsjaar door de Duitsers opgeëist zou worden, deed vader Gerrit alsof de auto niet te repareren was. Maar na de oorlog werd de eerste vracht kolen door de met vlaggetjes versierde vrachtauto opgehaald van het station in Kwadijk.

Gerrit had een vrachtauto die naast het reguliere werk ook dienst deed als ‘trekker’

Vijfde herinnering Achter het toneel van het café werd geslacht. Eigenlijk mocht Henk daar natuurlijk niets van weten, maar aan de messneden op de bruine cafétafeltjes kon hij zien dat er wel degelijk geslacht werd.

Tweede herinnering De vrachtauto was dan zogenaamd niet te Zesde herinnering repareren, het vervoer van en naar de Op school kregen de leerlingen de instructie dinsdagmarkt in Purmerend ging evengoed door. onder de tafels te kruipen bij een luchtalarm. rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr [|áàÉÜ|áv{ ZxÇÉÉàáv{tÑ Âbâw@`|wwxÄçxÊ ÂWx cÉáàÊ K x ]ttÜztÇz? aâÅÅxÜ D? TÑÜ|Ä ECCH? @ EJ @


Tijdens een luchtgevecht zagen de kinderen een benzinetank van een vliegtuig vallen.

boekje is er nog steeds, al vertoont het enige vochtplekken.

Zevende herinnering In het voedselpakket dat op 2 mei 1945 aan het eind van de Buitengouwweg (“De Hut”) was afgeworpen, zat vooral Amerikaans voedsel (redactie). De smaak van de Amerikaanse soep kan Henk zich nog goed herinneren. De basis van deze nieuwe soep was een poeder dat je moest aanlengen met water. ●

Oudere Middelieers zullen zich mijn grootmoeder nog wel herinneren, zij was mevrouw Scheffener, de weduwe van de oude meester Scheffener in Middelie. ●

O

orlogsherinneringen van

Bets Vink-Laan. door Wil Vink

Bets Vink-Laan werd geboren op 12 maart 1925 te Middelie. Haar ouders waren Jan Laan Mzn en Wolmoet (Woltje) Blakborn.

M

aria Chapdelaine door mevrouw M.C. Zinkweg.

Oorlogsherinnering van mevr. M. Zinkweg, dochter van de vroegere meester Zinkweg in Middelie.

Na het overlijden van Jan Laan hertrouwde Wolmoet in 1934 met Klaas Vink. Dochter Bets trouwde op 7 mei 1946 met Pieter Vink Jbzn (geboren 26 mei 1920, inmiddels overleden). Ze kregen twee meisjes en een jongen. Als kind woonde Bets met haar ouders in de helft van de boerderij van de familie Groenhart. Grootvader Marten Laan had even verderop een boerderij alwaar hij met zoon Jan Laan boerde. Toen Jan overleed zette grootvader Marten het boerenbedrijf voort samen met Bets’ moeder Wolmoet..

In mijn boekenkast staat zorgvuldig bewaard het enigszins gehavende boekje: “Maria Chapdelaine” (Louis Hémon) en altijd wanneer ik het in handen heb, zie ik de “Jaagweg” voor me, met overal water. Op weg van Middenmeer naar Middelie, in februari 1945. Een lekke band, stromende regen, en…. overal water. Een grijze troosteloze wereld. Om de Ze hadden ieder een gedeelte van de stal en moed er in te houden, liep ik maar te zingen. moeder Wol had 8 koeien. In die tijd ging Bets ’sGelukkig kon ik even uitrusten bij de familie Rol, zomers met haar moeder mee naar het land met aan de Jaagweg, waar ik gastvrij werd het schuitje om de koeien te melken. Zelfstandig binnengelaten. boeren viel voor een vrouw niet mee en in 1934 Het boekje was bestemd voor mijn moeder, die hertrouwde Wolmoet met Klaas Vink en trok bij 25 februari jarig was en tijdelijk met mijn vader bij hem in op zijn boerderij, nu Middelie nr 52, haar moeder verbleef vanwege de oorlog. Het rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr [|áàÉÜ|áv{ ZxÇÉÉàáv{tÑ Âbâw@`|wwxÄçxÊ ÂWx cÉáàÊ K x ]ttÜztÇz? aâÅÅxÜ D? TÑÜ|Ä ECCH? @ EK @


het huis van de familie Marijnen. Bets kreeg er in de jaren daarna nog drie zusjes bij. De jongste, Corrie, werd begin december 1940 geboren. Toen Bets in 1946 trouwde met Pieter Vink ging ze weer terug naar Middelie nr 46, de boerderij van grootvader Marten, (nu het huis van mevr. Klok) Zij heeft daar met haar man tot 1988 gewoond. Toen zijn zij naar Oosthuizen verhuist. Op het moment van de Duitse inval op 10 mei 1940 was Bets dus 15 jaar.

aan was? Niet meteen, maar later wel natuurlijk. Maar goed, op de dag van die oorlog, toen gingen we ’s morgens te melken -de koeien liepen al buiten- en Pa en ik liepen naar het land om de koeien te melken. We waren bijna klaar toen Moe het land in kwam en riep: de koeien moeten allemaal naar voren want de Zeevang wordt onder water gezet! Dat hoor ik haar nog zeggen. Nou, toen moesten alle koeien mee naar voren en allemaal de weg op, alle koeien van iedereen, die liepen allemaal door elkaar op de weg. Dan de Rijweg uit (nu de Klemweg) en zo richting Oosthuizen. Die koeien zijn allemaal door elkaar geraakt. En op slot moesten ze dan de volgende dagen die koeien weer zoeken en wij zijn toen, Cor en Trien Groenhart nou hoeveel dagen precies… En was de Zeevang toen al onder water gezet? Jazeker, die werd onder water gezet. Bij Oosthuizen stond de sluis De Zeevang onder water helemaal open en het water bulderde naar binnen Dat zal toch wat geweest zijn? Ja, dat was een We gaan eerst even naar vlak voor de oorlog tijdens je vreselijk gezicht. En gingen al die koeien naar de Beets schooltijd. Merkte je toen al iets van de oorlog? of gingen ze nog verder? Ik denk dat sommige nog Nee … heel weinig en ik lette er ook niet zo op verder gingen, naar Oudendijk of zo. Dus toen maar ik weet nog wel dat de meester ’n keer zei moesten jullie de eigen koeien uit die grote kudde zoeken ? toen’ie aan het vertellen was over de koningin en Ja, dat was nog een heel gedoe, maar we hebben dat ik toen een opmerking maakte: ‘alweer over ze toch allemaal weer gevonden. Onze koeien die koningin!’ Toen zei meester: ‘t’is goed dat je in bleven in ieder geval eerst in Beets. En moest je toen Nederland woont en niet in Duitsland’. Dat heb iedere dag daar te melken? Ja, ze moesten toch ik nooit vergeten. Maar waarom heeft’ie er niet bij gemolken worden. Pa en ik gingen toen iedere dag verteld. En dat begreep je ook niet? Nee, als kind op de fiets naar de Beets. En wat deden jullie met de begreep ik dat niet. En wanneer merkte je voor het melk? Ik denk dat die daar opgehaald werd. We eerst, nou wordt het oorlog?’. Nou ja, er werd thuis wel hadden onze eigen bussen. Later hebben ze hier over gesproken, maar toch niet veel. Ik weet me aan de groene dijk bij Oosthuizen gelopen, toen alleen nog heel goed te herinneren die ochtend, moesten we daarheen, dus effe dichterbij. Maar de dat we allemaal vliegtuigen hoorden, dat was dus boel stond wel onder water. Dus ook de weg? Ja, we 10 mei en toen kwamen Pa en Moe de kamer moesten door een laag water fietsen van ongeveer binnen -ik sliep in de bedstee in de kamer- en tien centimeter, want auto’s had je toen nog niet toen werd gauw de radio aangezet en klonk het: en trekkers ook niet- en dan ’s morgens en ’s “het is oorlog! Duitsland is Nederland avonds. Met een schuitje dat ging ook natuurlijk binnengevallen”. Dat vergeet ik nooit meer, ik niet want je wist niet waar de wal was. En hoe lang was toen 15 jaar. Dat was een heel enerverend heeft dat precies geduurd, dat het onder water stond? Ik iets. Ja, en al die vliegtuigen, maar hoe het verder denk van een week of drie misschien wel vier. Het allemaal gegaan is weet ik ook niet meer precies. begon op 10 mei 1940 en toen hebben ze Ik weet nog wel dat mijn moeder achterom naar diezelfde dag meteen alles onder water gezet om de bakker ging -wij woonden in het dorp naast de de Duitsers tegen te houden. Maar ja, dat hielp bakkerij “de Vennoot”- en toen terugkwam met toch niet. Dat was dus toch wel een heel enerverende dag, 5 pond meel. Ze zei: ik moet toch wat in huis die 10e mei, ook zelfs hier voor zo’n klein dorpje. Jazeker. halen. En alleen meel? Ging ze toen niet wat meer in huis En hebben ze toen ook al meteen Rotterdam halen? Nou,… weet ik niet meer, ik hielp gewoon gebombardeerd? Ja, in de loop van de volgende in de huishouding. En merkte je niet dat er ergens een dagen denk ik…. en toen hebben ze zich tekort aan was? Niet meteen, maar later wel overgegeven. Die bombardementen, dat was zo natuurlijk. ik niet meer, ik hielp gewoon in de erg en ze dachten: dat houwen we toch niet. En huishouding. En merkte je niet dat er ergens een tekort hoe liep ’t af met die koeien? Toen konden de koeien rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr [|áàÉÜ|áv{ ZxÇÉÉàáv{tÑ Âbâw@`|wwxÄçxÊ ÂWx cÉáàÊ K x ]ttÜztÇz? aâÅÅxÜ D? TÑÜ|Ä ECCH? @ EL @


nog niet terug natuurlijk, want het water was nog niet weg. Ja, het land heeft er toch wel heel wat van te lijden gehad. Toen zijn er mensen van de werkverschaffing gekomen om de boel weer wat op te knappen. Maar hoe precies, dat weet ik niet meer. Ja, ik was pas 15 en werkte mee …. Maar je vader en moeder zaten daar door maar mooi in de zorgen, toch? Ja, precies, het werd vooral later een zorgelijke tijd, zo gaat dat dan en dat is eigenlijk de hele oorlog door zo geweest.

gestaan, konden de boeren toen even goed nog hooien, die zomer? Ja, ik denk dat we nog wel gehooid hebben maar dat zal wel raar hooi geweest zijn. Ik denk dat die mensen van de werkverschaffing toen wel hielpen met maaien of zo. Want er werd nog met zeis gemaaid toen. Ja, er zal die winter niet zoveel voer geweest zijn. Ik weet niet of Pa toen al een maaimachine had of dat alles nog met de hand ging. Nou, ik weet van m’n schoonvader, die maaide eerst ook altijd met de hand en die ging ook loonmaaien. Die maaide hele stukken land met de zein (zeis, redactie). Ja, dat weet ik ook nog, je kunt het je nu niet meer voor stellen…….

Winter 1942, vlnr Piet, Jacob en Klaas Vink de kleintjes van links naar rechts Jannie Vink, Klaas Vroom en Wil Vink. Jannie en Wil zijn zusjes van Bets.

Op de tandem naar het Muiderslot Je jeugd is er eigenlijk een beetje mee heen gegaan, je mooiste tijd, zo van 15 to 20 jaar. En moesten jullie altijd hier in Middelie je vertier zoeken? Nou, we gingen evengoed wel naar Purmerend en naar Edam ook. Toch even goed nog? Ja, de eerste jaren wel, we gingen naar de bioscoop in Edam en ook naar Purmerend . Daar was dan zogenaamd Kermis, maar dat was niet veel. Maar we gingen wel uit, ondanks de oorlog. Ja, we zijn nog wel ‘n Vlnr: Im Wakker (met pullover van zelfgsponnen schapewol), Dina Beunder en Bets in zelfgemaakte keer naar Amsterdam geweest op de fiets, ik denk kleding. dat het in ’42 was. Toen hadden we 2 tandems gehuurd en was ik met Im Wakker, mijn Speruur hartsvriendin en met Dina erbij en m’n schoonzusje Kitty. We zijn toen helemaal naar Bets vertelt verder: In de oorlog ging ik s’avonds op Muiden geweest, naar het Muiderslot. En dat kon de fiets naar de gymvereniging. Dan reed je terug gewoon? Ja, dat kon. Er reden geen trams op in het aardedonker omdat er geen straatverlichting zondag en geen auto’s, dus het was lekker rustig. was. Ook in de huizen was alles donker. Ineens Dus ondanks dat het oorlog was kon dat gewoon. verscheen er een zwaaiend lichtje dat er eigenlijk Ik ben toen helemaal niet bang geweest, ook niet doodeng uitzag, maar toen het dichterbij kwam voor bombardementen of zo. Dus je ouders hebben zag ik dat het vader was die mij kwam ophalen. misschien gedacht, laat ze ook eens een verzetje hebben. Ja, Om met haar leeftijdgenootjes gezellig samen te vast wel, en och als je jong bent zie je het allemaal zijn was ik op catechisatie gegaan. De laatste niet zo zwaar in. Het land had een tijdje onder water rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr [|áàÉÜ|áv{ ZxÇÉÉàáv{tÑ Âbâw@`|wwxÄçxÊ ÂWx cÉáàÊ K x ]ttÜztÇz? aâÅÅxÜ D? TÑÜ|Ä ECCH? @ FC @


oorlogswinter had je speruur. Dan moest je om 8 uur ’s avonds binnen zijn. Op de zolder van het fort Kwadijk (nu de Apollo Dumpstore) werd er, ondanks dat het speruur was, toch voor de jongelui klandestien dansen gehouden

5 mei, bevrijdingsdag in Middelie Hoe ging de bevrijding in Middelie? Bevrijdingsdag was natuurlijk een dag van vreugde maar op er waren geen spullen om feest te vieren. Het echte bevrijdingsfeest werd in de nazomer gevierd. Er moest nog van alles georganiseerd worden en dat duurde de hele zomer. Het hele dorp werd versierd door verschillende buurtverenigingen. De toneelvereniging en de gym gaven een uitvoering en dansen. Er was natuurlijk ook een gemaskerd bal en een optocht met versierde wagens. Met de hele buurt werden op de avonden vòòr het feest rozen gemaakt van gekleurd crèpe-papier en vlaggetjes geknipt en genaaid voor de versiering. Dat was heel erg gezellig met de buurt en zo leefde je samen naar het feest toe. Het was een geweldig feest dat wel haast een week heeft geduurd en alle mensen waren één. Men kende alle mensen toen ook nog van naam.

Bevrijdingsversiering op het kruispunt bij de Klemweg. Het bord drukt de dankbaarheid uit voor Zweden waar het vermaarde wittebrood* vandaan kwam. * (alleen het meel zie de tekst op pagina 9 redactie.)

Oorlogsrecept Suikerbieten koken op het petroleumstel, steeds weer nieuwe bieten er in, dat kookte dan een hele dag met als resultaat een half potje stroop. ●

PERSBERICHT In mei organiseert Museaal & Historisch Perspectief Noord-Holland in samenwerking met het Rijksarchief in Noord-Holland de cursus

Het schrijven van een biografisch portret Bent u op zoek naar gegevens over het leven van uw overgrootvader, dorpsschoolmeester, een bakker, chirurgijn, vroedvrouw of notaris? Bent u nieuwsgierig naar de vroegere bewoners van een oud huffs of naar de oprichter van een oud bedrijf? Weet u niet hoe u een korte biografie moet schrijven? Deze cursus helpt u aan de hand van voorbeelden op weg. U leert hoe u onderzoek opzet en hoe u de gegevens over een persoon in een algemeen historisch kader kunt plaatsen. Ook krijgt u tips hoe u er een aardig verhaal van kunt maken.

Bets in schuitje met Friesche knecht Klaas Hoekstra. (Klaas had dezelfde leeftijd als Bets en was als een broer voor haar. Haar zusjes waren veel jonger).

De docent Kees van der Wiel is de auteur van het boek Op zoek naar een biografisch portret in het verleden. Dit boek zal bij de cursus als handleiding worden gebruikt en is bij de prijs inbegrepen. Locatie: Data: Tijdstip: Duur: Kosten: Docent:

Rijksarchief in Noord-Holland, Kleine Houtweg 18, Haarlem 21 mei, 28 mei, 4 juni en 11 juni 2005 zaterdag 10.00-12.00 uur 4 lessen € 58,00 (inclusief cursusboek) Kees van der Wiel

Voor informatie en opgave: Museaal & Historisch Perspectief Noord-Holland Postbus 205 2000 AE Haarlem telefoon: 023-553 14 98

e-mail: info@mhp-nh.nl

rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr [|áàÉÜ|áv{ ZxÇÉÉàáv{tÑ Âbâw@`|wwxÄçxÊ ÂWx cÉáàÊ K x ]ttÜztÇz? aâÅÅxÜ D? TÑÜ|Ä ECCH? @ FD @


rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr [|áàÉÜ|áv{ ZxÇÉÉàáv{tÑ Âbâw@`|wwxÄçxÊ ÂWx cÉáàÊ K x ]ttÜztÇz? aâÅÅxÜ D? TÑÜ|Ä ECCH? @ FE @


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.