Post 3e jaargang Nr.1 - april 2000 Historisch Genootschap Oud Middelye - Middeli3

Page 1

In

Van de voorzitter. Je hebt nog 14 dagen de tijd zegt de nieuwe coördinator van “De Post” tegen mij. Dat duidt aan dat de verenigingszaken weer volop de aandacht vragen. Niet dat er geen activiteiten zijn gehouden van de zomer, er was genoeg te doen, bezoeken afgelegd, stukken gelezen en eens gekeken naar anderen verenigingen hoe en wat die zoal doen. Het was het jaar van de V.O.C. en veel tentoonstellingen over de 400 jaar geleden opgerichte “multinational”. Onze vereniging heeft hier niet op ingespeeld, wel zullen er Middeliërs als zeevarende bij V.O.C. betrokken zijn geweest of op een andere manier. Maar wij hebben er maar vanaf gezien om speurwerk hiernaar te verrichten Blij zijn we met het materiaal dat we van verschillende mensen mochten ontvangen en met de toezeggingen die gedaan zijn. En als ik zie wat andere verenigingen hebben en hoe het gebruikt wordt kan ik alleen maar zeggen mensen gooi niet zo gauw “ouwe rommel” weg. Onze vereniging groeit nog steeds, meer dan 200 leden; ook de samenwerking in Stichting Historisch Zeevang loopt naar tevredenheid; wij doen samen met hen in reacties naar overheden en steken zo onze mening niet onder stoelen of banken. In de eerste plaats zijn we in de persoonlijke sfeer getroffen door het plotseling overlijden van onze penningmeester. Ook echter ons bestuur en de hele vereniging zal hem missen. Elders wordt daar aandacht aan besteed. Zo moeten we opnieuw op zoek naar iemand die zijn plaats kan en wil innemen. Ik hoop dat u ook met dit nummer weer veel leesplezier zult beleven.

Piet Laan, voorzitter

◄●

Memoriam Jan Beets.

Jan Beets Geschrokken zat ik tegenover de man die mij zo maar vertelde dat Jan Beets was overleden. Een huivering trok door mij heen terwijl ik ongelovig zei; “Dat is toch niet waar?” Mijn zegsman liet geen twijfel, hij wist het zeker, het hele verloop van de betrekkelijk korte periode van waarneembare verschijnselen van het herseninfarct wat Jan fataal is geworden. Bij de algemene ledenvergadering van 24 maart 1999 wordt Jan als bestuurslid gekozen in de plaats van Kees de Jong die zich niet meer herkiesbaar stelt. Reeds tijdens de bestuursvergadering van 4 oktober 1999 neemt Jan het penningmeesterschap over van Jan Kout. Het blijkt een gouden greep, nauwgezet vervult hij dit onderdeel van de vereniging en dient voorstellen in ter verbetering. Daarnaast blijkt Jan over veel kennis van het dorp en de streek te beschikken en de bereidheid dit voor onze vereniging te gebruiken evenals het netwerk aan contacten o.a. bij het waterschap. Als hij zei dit of dat te doen dan kwam dat ook voor elkaar. Het Historisch Genootschap “Oud-Middelye” heeft in Jan Beets een zeer waardevol en gewaardeerd lid en bestuurslid verloren. Het is jammer dat wij als zo snel na zijn aantreden en op deze wijze onze dankbaarheid moeten uitspreken. Wij wensen zijn vrouw Rian en de kinderen de kracht toe het verlies van man en vader te dragen; maar wees gesterkt in de opbouwende geest die Jan heeft getoond en hem als mens zo waardevol en gewaardeerd heeft doen zijn. Dat hij ruste in vrede.

Piet Laan, voorzitter

◄● rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr [|áàÉÜ|áv{ ZxÇÉÉàáv{tÑ bâw@`|wwxÄçx Wx cÉáà D


Een melkrijder van “Ons Belang”. Naar aanleiding van een artikel in het Volendamse weekblad NIVO over het 50 jarig huwelijksfeest van Willem en Griet Jonk uit Volendam stond er in het weekblad een foto van Willem als melkrijder bij de zuivelfabriek te Middelie. Dat was voor Gé Koster en ondergetekende weer aanleiding om het echtpaar op te zoeken om zijn belevenissen uit die tijd op te tekenen.

Het bezoek begon met een hartelijk ontvangst met koffie en koek in het knusse typisch Volendamse huis. Al snel kwamen er een stel oude foto’s op tafel over zijn periode als werknemer bij de fabriek. Het bleek al snel dat Willem een bijzonder goed geheugen heeft want hij kende bijna alle mensen nog op die foto’s gemaakt in de periode dat hij daar werkte. Dat was van 1940 tot de sluiting van “Ons Belang” in 1962-1963. Tot onze vreugde werd al snel gezegd dat we die foto’s wel mochten houden ‘want de jongens geven daar toch niet om”. Hartelijk dank! Het begon dus in 1940. Bussen ophalen in Middelie vanaf het Noordeinde over het spoor te beginnen bij P. Huiberts “busnummer 50” zei Willem direct en het bleek dat hij bijna alle busnummers van de melkleverende boeren nog zo uit het hoofd op kon noemen! Hij reed nog met de kettenwagen. Zomers liepen dit kleine soort paarden in het Rijperpoldertje waar hij ze eerst op moest halen en na het werk weer terug moest brengen 2 x per dag. ’s Winters stonden zij gestald bij J.R. Plas tegenover de pastorie van de Doopsgezinde kerk waar de paarden mede verzorgd werden door zijn collega bussenwipper, Jan Blakborn. Hij vond het bijzonder prettig werk met fijne collega’s. Toen was het

rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr [|áàÉÜ|áv{ ZxÇÉÉàáv{tÑ bâw@`|wwxÄçx Wx cÉáà D


heel gewoon dat je elkaar hielp als er eens wat was, er was veel saamhorigheid en motivatie, aldus spreker. Na de oorlog haalde hij zijn rijbewijs. Lessen deden ze onderling op een vrachtwagen alleen het rijbewijs kostte hem fl. 2,50. Jonk: ik zei tegen de directeur De Boer dat ik die fl. 2,50 wel vergoed wilde hebben maar daar wilde De Boer niets van weten, dat moest ik zelf betalen. Toch kon ik goed met hem opschieten, het was een directeur met hart voor de zaak. Met de auto van G.M.C. kreeg hij een andere rit, de Oosterweg in de Purmer en de Klooster- en Lagedijk bij Katwoude. Een flinke rit met een vracht van 134 bussen. 14 x 6 in de bak en 50 er bovenop. Het ging ook wel eens mis getuige een foto waar Willem met de vrachtwagen weggezakt zat aan de Lagedijk. Eens in de 14 dagen werd het melkgeld aan de boeren uitbetaald. Dat ging in contant geld in een “melkzakje” en werd door de melkrijder rondgebracht. Zo ging ook Willem met een tas vol zakjes langs de boeren. Zo zijn er tonnen door zijn handen gegaan. Bij de meeste kreeg je wel een fooitje, zei Willem. Bij de één een kwartje bij de ander een gulden en bij sommige alleen maar dank je wel. Je wist het al precies. De fooitjes hield Griet apart en zij kochten daar op een goed moment een TV van tot verbazing van de buurt. Het werkschema was zeven dagen werken en dan één dag vrij.

salaris was fl. 12,00 per week. Hij kocht toen een fiets op afbetaling à fl. 1,00 in de week. Toen zij trouwden verdiende hij fl. 54,00 plus fl. 8,00 voor het werk op zondag. Met een zekere weemoed kijkt het echtpaar Jonk terug op die tijd want ook Griet heeft veel contacten gehouden hoewel er vele collega’s niet meer zijn. Met een goed gevoel nemen wij afscheid van deze fijne eenvoudige mensen met de belofte hier op terug te komen. Als dank laten wij een aantal uitgaven van “de Post” achter waar Willem heel blij mee is. ▼ Piet Laan in gesprek met Willem Jonk. Foto Gé Koster

Piet Laan

◄●

Bijschrift: Foto Crescendo september 1925, elders in blad Staand vlnr. 1 Klaas Molenaar 10 Willem Arend Vink 13 Joop Bark Zittend vlnr: 1 Willem de Ruiter 2 Vroom 3 Manus Vennik 4 Paulus Molenaar 6 Ys Bark 7 Arend Molenaar ’s Morgens vroeg beginnen, overdag thuis en in 8 Jan Dobber de namiddag weer dezelfde rit. Altijd op de fiets Verder veel onbekenden (uit Kwadijk) van Volendam naar Middelie. Zijn aanvangsrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr [|áàÉÜ|áv{ ZxÇÉÉàáv{tÑ bâw@`|wwxÄçx Wx cÉáà D


ONS BELANG, de geschiedenis van een zuivelfabriek (deel 2). Al lange tijd leeft bij de redactiecommissie het idee om onze lezers te informeren over het ontstaan van het woonwijkje “Ons Belang”, omdat veel jonge- en “import” bewoners van Middelie de achtergrond van deze naam wellicht niet zullen kennen. Dat heeft schrijver dezes doen verleiden om in de archieven te duiken. Dit om wat meer historische achtergronden te kunnen aangeven. Voorts is veel van dit verhaal uit schrijvers eigen herinnering. Toch ging zo’n oprichting niet zonder slag of stoot. Er bestond bij vele boeren en boerinnen nogal weerstand om je eigen goeie melk zo maar bij dat van en ander in één bak te gooien. Ik vergun mij om toch bij de start van de “fabriek” wat uitvoeriger stil te staan. Veel durf, inspanning en risico namen de 10 deelnemende boeren onder de bezielende leiding van J. Bark M.J.zn. Het is vandaag de dag onvoorstelbaar dat een besluit tot oprichting van een vereniging en bouw van

bare vervoersmogelijkheden en voor eigen rekening en risico. Er werd een geldlening aangegaan van fl. 16.000,00 á 6% bij een particuliere instelling. De Boerenleenbank (nu de Rabobank) werd pas een paar jaar later in Middelie opgericht. Er werd een oud huis met erf gekocht van P. Hagenhoek C. Zn voor fl. 1.500,00 en op dat erf werd de fabriek gebouwd in de vorm van een flinke stolpboerderij met woongelegenheid voor de aan te stellen kaasmaker. De aanneemsom bedroeg fl. 11.460,00. Daar ging de opbrengst van het gesloopte huis af. De stoomketel kostte fl. 650,00 en de automatische weegapparatuur fl. 350,00. De aangetrokken kaasmaker ene W. de Leeuw werd na onderhandeling beloond met fl. 16,00 per week. Hij had kans op een premie van fl. 2,50 wanneer hij de prijs voor de kaas met de hoogste notering kreeg. Vrij wonen maar hij moest voor eigen rekening een knechtje nemen wanneer hij het alleen niet afkon. Als dat niet genoeg was dan hielpen de deelnemende

▲ C.Z. “Ons Belang” Middelie 1953

een fabriek genomen op 30 januari 1907 zal leiden tot het in werking stellen daarvan op 5 juni, ruim 4 maanden later dus. U moet zich voorstellen. Zonder telefoon, zonder vergelijk-

boeren zelf wel. Het kostte moeite maar fabriek” veroverde zich een plaats in dorpsgebeuren. Langzaam aan groeide aantal deelnemende melkveehouders

“de het het en

rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr [|áàÉÜ|áv{ ZxÇÉÉàáv{tÑ bâw@`|wwxÄçx Wx cÉáà D


daarmee de invloed. Zo werden er oude huizen in de buurt gekocht en vervangen door nieuwe voor personeel en stalling voor de paarden en in 1925 voor de eerste vrachtauto. De besluitvorming om tot aanschaf over te gaan had tot veel onenigheid geleid. Zelfs zoveel dat het voltallige bestuur tot aftreden overging. Zover kwam het echter niet. Bij nader inzien stemden de meerderheid van de leden toch maar in met de aanschaf en bleek men het maar een gevaar voor de veiligheid vinden. Men zou graag zien dat het voertuig een maximale snelhuid van 10 km per uur zou gaan rijden. In 1932 bestaat “Ons Belang” 25 jaar. Er wordt besloten om geen feest te vieren want het is inmiddels crisis van de dertiger jaren. Over april 1932 was de gemiddelde melkprijs fl. 2,86 per 100 kg, de laagste prijs ooit door “Ons Belang” uitbetaalt. Ondanks of misschien wel dankzij de crisis blijft de groei er in en steeds meer boeren van buiten het dorp gaan aan Middelie leveren. Dan volgen de jaren 1940 - 1945. Ook voor de fabriek een bijzonder moeilijke periode om

benzine voor de auto’s en gasgeneratoren, distributie van grondstoffen en veel oorlogsregelgeving. De wederopbouw wordt voortvarend opgepakt. De tijden en behoeften zijn radicaal anders geworden. Dit vraagt om een ander beleid met andere organisatievormen. Op 26 juni 1947 wordt “Ons Belang” deelnemer in “de Combinatie”, een samenwerkingsverband tussen vier zuivelfabrieken uit de omgeving. De heren P. Vink J. Zn en J. Laan P. Zn uit Middelie worden resp. vice-voorzitter en secretaris van het bestuur. De aanvoer stijgt en de eisen aan de geproduceerde boter en kaas worden strenger. De rechtspositie en inkomenspositie van de boeren wordt minder door de al meer gestuurde positie van de zuivelfabriek. De overheid neemt de touwtjes stevig in handen via het Bedrijfschap voor de Zuivel. Dat vraagt om uitbreiding en investeringen van nieuwe installaties en een veel planmatiger verwerking. Dat gebeurde dus ook door aankoop van grond en het verleggen van en dichten van sloten ontstaat ruimte voor een

de zaak draaiende te houden. De aangevoerde hoeveelheid melk daalt sterk ondanks de overname in 1938 van “De Verwachting” te Kwadijk en van “Edam” in 1941. Geen

nieuw ketelhuis en vergroting van de kaaspakhuizen. De grote verbouwingen leiden ertoe dat de uit 1907 daterende stolp vorm

rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr [|áàÉÜ|áv{ ZxÇÉÉàáv{tÑ bâw@`|wwxÄçx Wx cÉáà D


geheel verdwijnt en het geheel het aanzien krijgt van een echte fabriek. De bouw van een nieuwe directeurswoning (waar nu de familie Munnike woont) wordt gerealiseerd in 1955 door aankoop van het huis annex kruidenierszaakje van de familie H. Joffriet. Ook in deze tijd wordt een garage gebouwd voor 10 vrachtauto’s aan de overzijde van de dorpsweg waar nu zes woningen staan. Verder werd een viertal personeelswoningen gebouwd. De zaken leken dus goed te lopen en Middelie was trots op haar “Ons Belang”. Reden genoeg om in 1957 bij het 50 jarig bestaan een groot feest te organiseren. Een feestcommissie werd benoemd en een programma gemaakt om dit alles te vieren in café Ossebaar. Het werd een groot feest, een receptie en drie avonden voor de leden met aanhang verzorgd door een cabaret ensemble. Het geheel groeide uit tot een hele gebeurtenis. De ontwikkelingen gaan echter snel. Enigszins symbolisch is de ontsluiting van de Zeevang door de in uitvoering genomen ruilverkaveling die het gebied van vaarpolder tot rijpolder

▲ Het neerhalen van de schoorsteen verliep niet geheel vlekkeloos met het gevolg dat een paar omstanders gewond raakten door rondvliegend puin.

verandert. De éénheid en geslotenheid wordt in een hoge versnelling doorbroken. Of de leden/boeren nu willen of niet de belangen hielden niet op bij de dorpsgrens. De melkverwerking en verhandeling werden al grootschaliger, supermarkten ontstonden en de eisen aan het product zuivel worden hoger. Begin 1964 wordt in het bestuur een intern rapport behandeld over de melkverwerking binnen “de Combinatie” waarin om diverse redenen geadviseerd wordt om de verwerking van melk in “Ons Belang” te beëindigen. Het gevolg is grote onrust, spandoeken en veel gepraat op de wekelijkse veemarkt te Purmerend. Na veel verdeeldheid en commotie, ook bij de bestuurders, ontstonden andere verbanden die maakte dat Middelie “vol” kon blijven draaien. De rust aan het zuivelfront wilde echter maar niet terugkeren. Maatschappelijke, technologische en logistieke ontwikkelingen gevoegd bij verschil van inzicht bij bestuurders en leidinggevenden over de koers van de zuivelindustrie in NoordHolland leidde in 1969 opnieuw tot grote spanningen. De kaarten kwamen zodanig te liggen dat de fabriek in Middelie in 1970 stilgelegd moest worden wegens gebrek aan grondstoffen. Na verloop van enige tijd wordt het hele complex verkocht en doet een aantal jaren dienst als meubelmagazijn. Ook dat houdt geen stand. De gemeente Zeevang dient zich aan als koper en bouwt daar een blokje huizen dat er nu staat met als straatnaam “Ons Belang”.

rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr [|áàÉÜ|áv{ ZxÇÉÉàáv{tÑ bâw@`|wwxÄçx Wx cÉáà D


Gebruikte bronnen voor dit artikel: • Bij het 50 jarige bestaan van C. Z. “Ons Belang” • Het paradijs der runderen: 100 jaar N-H fokkerij • Een begeerlijk product: De geschiedenis van Melkunie Holland en haar voorgangers • Kaasmakers: 100 jaar CONO • 5 generaties boerenleven in Zeevang

Piet Laan

◄●

Lijst van schenkingen aan het Historisch Genootschap Oud-Middelye. Dr. G.R. v.d Voet Diverse foto’s en een artikel over Warder. J. de Reus Verschillende foto’s, stambomen, pagina’s schoonschrift uit 1880, veldnamen en een prijs. S.P. Martens Een aantal foto’s. D. Regter Tuinderattributen, Prijzen fokveedag Middelie 1958. Mw. A. Has Laatst gebruikte aansprekers c.q. doodgraverspak. H. de Vos Oorkleppen en 2 ouderwetse kastjes. J. Keijzer Geëmailleerde emmer met deksel en een stenen waskom.

T. Hennephof Almanak 1915 /16 /17 A. Vink – Struving Poëzie album Trien Sanders Doos met antieke kleding uit grootmoedertijd, Rieten koffertje, Naaiwerk v.d. lagere school, Naaidoos, Scheerdoos, 1 pits petroleumstel, Vuur duivel, Diascherm, Raamverduistering, Sierkleedjes, Bordenkwast, Pleisters in ijzer kokertje Jan Groot Insigne “De Onderneming” Hilda Koopmans- de Jong Spar Boodschappenboekje Agaath Steenman Boekjes Handig Huishouden Piet Steenman Bijl Jan Jaap Keijser Wasemmer, Houten kaaskop, Nestschalen, Grote kom (Petrus Regout) Trien Huiberts - Huiberts Kleding, Popje, Aanstekers, Pureeknijper, Tondeuse, Gehaakt tasje of Redikuultje, Boekjes, Voordrachten, Diverse andere attributen.

Rectificatie / Aanvulling Bij de foto in de vorige uitgave. Arie Beets staat uiterst links op de foto.

J. Vroom – Vink Room napje, boter zout bakje hout Leo Heida Glas voor tentoonstelling J. Leegwater Koffie pruttel potje

▲ Zeevangstocht 1962–1963.

rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr [|áàÉÜ|áv{ ZxÇÉÉàáv{tÑ bâw@`|wwxÄçx Wx cÉáà D


De Smid van Middelie Het was op een mooie zondagmiddag vorig jaar zomer dat de bel ging en aan de deur stond de heer Jan Vennik, een rasechte Middeliër, nu wonend in Friesland. Hij overhandigde een envelop waarin onderstaand verhaal met enkele prachtige oude foto's. Het gaat over zijn vader, diens werk als smid in Middelie en over zijn eigen jeugdherinneringen. Deze geschiedenis geeft als weinig andere historische verslagen aan hoever de mensen nog stonden van moderne techniek, economie en commercie. Daardoor juist zal dit verhaal bij velen nostalgische gevoelens oproepen aan een tijd, die nooit meer terugkomt. Heer Jan Vennik, bedankt! (redactie).

H. Vennik, hoef -, grof – en kachelsmid

zijn producten rond bracht. Kinderfietsjes bestonden nog niet. Wanneer een kind een fiets had dan was dat een oude damesfiets met op de trappers een paar dikke klossen hout. Het zadel was met een paar beugels vastgemaakt aan de buis waar normaal de zadelpen in hoorde. Zo was het zadel op verschillende hoogten vast te maken.

Hoefsmid Als hoefsmid heeft hij heel wat paarden van nieuwe ijzers voorzien. In die jaren hadden veel boeren er wel een paar. Auto’s waren toen in Middelie nog sporadische transportmiddelen. Volgens mij had alleen bakker de Ruiter een luxe auto. Gerrit Wakker en Martien van de Hudding hadden een vrachtauto.

Een bord met dit opschrift hing vroeger bij ons aan de dakgoot van de smederij aan de Zijvend. In 1919 is mijn vader als smid in Middelie begonnen. In hetzelfde jaar zijn mijn vader en moeder ook getrouwd in de gemeente Graft, omdat zij daar beide woonden. Zij gingen wonen in een klein huisje in Middelie aan het Noordeinde even voorbij de Rijweg. Door de plaatselijke timmerman, die naar ik meen ▲ (Her)manus en Adriana Vennik voor hun huis. Franken heette en woonde hij aan het Edammerdijkje, lieten zij tegenover de smederij een woon/winkelhuis met gebroken kap ▼ Een z.g. “paardenpaadje”. bouwen. Bij de smederij was een winkel waar ook rijwielen werden verkocht en voor het winkelraam stond meestal een nieuwe herenfiets opgesteld. In de jaren twintig en dertig had je maar twee soorten fietsen. Een damesrijwiel en een herenrijwiel. Kleur zwart met handrem of terugtrap rem. Meer variëteiten waren er niet. O ja, er waren ook nog transportfietsen. Voorop stond een grote mand waarin de slager of bakker rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr [|áàÉÜ|áv{ ZxÇÉÉàáv{tÑ bâw@`|wwxÄçx Wx cÉáà D


Ook melkfabriek “Ons Belang” had een paar vrachtauto’s. Maar paarden waren er des te meer. Ik zie ze nog lopen over een bestraat pad midden in de weg. Het zogenaamde paardenpaadje. Het beslaan van die dieren was niet altijd even makkelijk, behalve oude en jonge paarden had je ook te maken met vurige en rustige dieren. Gelukkig was die laatste soort in de meerderheid. Een oud paard kon soms niet eens meer op drie benen staan. Voordat hij dan beslagen kon worden moesten er eerst een paar banden onder zijn lijf door gebonden worden waarin het dier dan min of meer hing. Het vurige soort kon soms als een razende tekeer gaan als b.v. een achterbeen opgebonden werd.

dakgoot. In zo’n geval werd wel de hulp van buurman Slot ingeroepen, een sterke kerel met haar op zijn armen. Wat hij vast had liet hij niet gauw meer los. Samen met hem werd het karwei dan wel weer geklaard. Bij het rustige/kalme soort kon het voorkomen dat, als de voorbenen werden opgemaakt, mijn vader door dat beest over zijn kale kop werd gelikt! In de zomer zorgden wij als kind dat we niet in de buurt van de smederij waren, want dan moesten we met een doek de vliegen/muggen bij het paard weghouden. Als dat niet gebeurde, dan stonden de paarden ook geen minuut stil en was het beslaan bijzonder lastig, maar het verjagen van de vliegen was voor ons natuurlijk een bar saaie bezigheid. Na het beslaan kregen de hoeven nog een lik olie en het geheel zag er dan weer keurig uit.

Kachelsmid

▲ Manus Vennik voor de smederij, naast Zijvend 21, de smederij stond tegenover het huis.

Als kachelsmid had mijn vader ook de kachels van de school en de kerken in onderhoud. De pijpen moesten meestal, zeker om de paar jaar, vernieuwd worden en in de kachels zelf moesten vaak weer nieuwe vuurvaste stenen worden aangebracht. De grootste en lastigste klus was toch wel het in het najaar weer plaatsen van die kachels. In de kerken b.v. moesten dan een hele serie pijpen aan elkaar vanaf de kachel naar boven tegen het dak aangebracht worden. Ik heb een keer moeten helpen in de Doopsgezinde kerk, al met al een heel karwei. Een aardige anekdote is wel het volgende. De koster van de kerk was de heer Beunder, hij miste, als ik het wel heb, een hand of arm en hij woonde naast bakker De Ruiter. Toen wij in de kerk aan het werk waren hoorden wij dat Beunder met zijn vrouw een verschil van mening hadden over het woord kauwgom. De een zei dat het komgauw was en de ander was van mening dat het gauwkom moest zijn. Veel voorkomend werk was in die jaren ook wel het aanleggen en repareren van waterleidingen. Toen ons huis gebouwd werd was er nog geen waterleiding in Middelie. Vandaar dat wij bij ons huis een vrij grote regenwaterbak hadden. De waterleiding werd in het begin van de jaren twintig aangelegd. Verder was er ook, tijdens de hooitijd, veel onderhoud en reparatie aan hooibouwmachines. Van de maaimachines was het slijpen van de messen heel veel werk.

De travalje (hoefstal) werd dan bijna afgebroken. Ogenblikkelijk werd het been weer los gemaakt totdat het dier weer een beetje gekalmeerd was. Daarna begon het feest opnieuw totdat hij accepteerde dat zijn been vast zat. Ook waren er paarden die te dik waren en niet in de travalje pasten. Zij moesten dan buiten de smederij uit de losse hand beslagen worden. Dat was wel een lastig en ook wel een moeilijk karwei. Maar het kon ook gebeuren dat, na een dag hard werken, b.v. tijdens de hooibouw, het paard dan ‘s avonds net wel in de hoefstal kon. Maar het mooiste, voor ons als kind althans, was als een paard de smederij niet in wilde. Dat was soms een heel gevecht om het beest binnen te krijgen. Dan stonden ze soms op hun achterbenen met de voorbenen tegen de rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr [|áàÉÜ|áv{ ZxÇÉÉàáv{tÑ bâw@`|wwxÄçx Wx cÉáà D


Melkjollen en wagenwielen In de crisisjaren (de jaren dertig) is mijn vader begonnen met het maken van ijzeren melkjollen. De Middeliër ijzeren jollen waren, geloof ik, na verloop van jaren aardig bekend geworden. Samen met mijn grootvader (de vader van mijn moeder, hij woonde bij ons in) hebben zij er meer dan 100 gemaakt. Mijn grootvader had in zijn tijd bij verschillende (kleine) scheepswerven als timmerman gewerkt o.a. in Loosdrecht en later ook in West Graftdijk. Daardoor had hij wel ervaring in het maken van (roei)bootjes. Deze bootjes (jollen) werden van gegalvaniseerde ijzerenplaten gemaakt en geheel geschilderd en voorzien van al het houtwerk afgeleverd. Omdat het autogeen- en zeker het elektrisch lassen in die jaren nog niet zo bekend was, werden de jollen geheel geklonken.

niet in één keer kon betalen. Er werd dan genoegen genomen met een afbetaling van een rijksdaalder per week. Over rente of iets meer betalen voor de administratieve rompslomp werd niet gesproken. Ook zijn er wel jollen afgeleverd in Landsmeer. Die werden daar roeiend (o.a. door mijn grootvader) naartoe gebracht. Ofschoon daar bijkans een hele dag mee gemoeid was bleef ook hier de prijs hetzelfde. Maar in die moeilijke tijd kon men ook bij de melkfabriek voor 10 cent een heel emmertje gortenpap (brij zeiden wij) kopen. Vaak genoeg heb ik met mijn grootvader daar zo’n emmertje vol gehaald.

▲ Manus Vennik in een jol.

Als kindzijnde hebben wij, toen mijn grootvader ouder werd en later overleden was, vaak bij het op maatknippen, het ponsen van gaatjes en het aan elkaar klinken van de ijzeren platen moeten helpen (van werkhandschoenen nog nooit gehoord). En geloof me dat was geen leuk karweitje, vooral het klinken niet. Met een daarvoor bestemd vrij zwaar stuk ijzer moest je de klinknagel in het gaatje houden terwijl vader het aan de andere zijde met een speciale klinkhamer plat sloeg (klonk). Behalve dat het niet mee viel om de nagel op zijn plaats te houden was het ook nog eens een heidens leven (van oordoppen nooit gehoord). Dat de jaren dertig een moeilijke tijd was is onder meer af te leiden uit de prijs waarvoor zo’n jol, waar toch bijna een hele week mee gemoeid was, werd gemaakt. Kant en klaar voor zegge en schrijve zevenenzestig en een halve gulden. Materiaal: ijzer, hout en verf plus het weekloon van twee man. Het kwam voor dat een klant het bedrag

▲ Jaap Vennik met opa een emmertje “brij” (gortenpap) halen bij “Ons Belang”.

Mooi om te zien was wel het maken van nieuwe ijzeren banden om wagenwielen. Dat moest heel precies gebeuren. Als zo’n band gemaakt was dan moest deze in het vuur gloeiend heet gemaakt worden. Zo’n gloeiend heet groot rond stuk ijzer was op zich al een fascinerend gezicht. Dat kwam dan om het houten wiel. Gelijk sloegen de vlammen er dan vanaf. Het hele

rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr [|áàÉÜ|áv{ ZxÇÉÉàáv{tÑ bâw@`|wwxÄçx Wx cÉáà D


geval ging dan supersnel in de koelbak. De stoom sloeg dan van het water. Door de afkoeling kromp de ijzeren band en zat daardoor muurvast om het wiel. Voor verdere afkoeling lag dan het hele geval nog een poosje op de grond. Als kind heb ik daar mijn arm behoorlijk aan verbrand.

Bruggen en krammen Hele grote klussen voor de eenvoudige dorpssmid was wel het maken van bruggen. Ik weet het niet precies meer, maar ik denk dat mijn vader er een stuk of vijf, zes gemaakt heeft. In onze jeugd zijn we er vaak bovenop geklommen. Dit tot groot ongenoegen van mijn moeder. Er werden natuurlijk ook kleine dingetjes gemaakt b.v. krammetjes (o.a. om hekdraad aan een paal vast te maken). De kunst hierbij was om het te maken terwijl het stukje ijzer maar één keer heet gemaakt mocht worden. Alle verrichtingen in de smederij en ook de verkoop uit de winkel gebeurde op rekening.. Niets werd contant afgerekend. Om het half jaar ging mijn vader met de rekening langs bij de klanten en er zijn nooit moeilijkheden geweest. De Middeliërs waren allen goed van betalen. Later toen ik bij de waterleiding werkte heb ik dat ook ervaren, Middelie was in dat opzicht een gemeente zonder problemen.

Crescendo In zijn vrije tijd hield mijn vader, voor zover dat toen mogelijk was, van muziek maken. Hij is altijd lid geweest van het fanfarekorps “Crescendo”. Hij is daar ook lange tijd voorzitter van geweest. De foto dateert uit 1925. Links van het tafeltje in het midden zit Paulus Molenaar. Links daarnaast zit mijn vader. Links van hem zit Vroom (ik meen een visserman wonende aan het Edammerdijkje) en weer links van hem zit bakker De Ruiter. Verder zie ik op de foto nog wel enkele bekenden maar ik ken ze lang niet allemaal. Mijn vader was organist van de Noord-Hollandse kerk (later ook in Kwadijk). In die tijd was dominee Theesing de predikant. De man was lang en mager. In de wintermaanden had hij het altijd koud en zat dan voor de dienst vlak voor de kachel. Hij zat er bijna tegenaan. Wanneer het erg koud was en de opkomst niet zo groot, en dat gebeurde nogal eens dan laste de dominee de dienst af en ging vliegensvlug weer naar huis. Ofschoon mijn ouders drie zoons hadden is er toch geen opvolging in de smederij gekomen. Misschien maar goed ook, want de smederij en het woonhuis bestaan niet meer. Dat was eens...

Jan Vennik

◄●

▼ Fanfarecorps Crescendo, september 1925.

rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr [|áàÉÜ|áv{ ZxÇÉÉàáv{tÑ bâw@`|wwxÄçx Wx cÉáà D


▲Het huis van de familie Vennik op de Zijvend, schuin t.o.wat nu de Zijvend 21 is. (op de achtergrond “Ons Belang”) Achter het grote raam was vroeger een winkeltje. ▼ de Zijvend.

rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr [|áàÉÜ|áv{ ZxÇÉÉàáv{tÑ bâw@`|wwxÄçx Wx cÉáà D


Het bakkersgeslacht de Ruiter Een verhaal opgetekend door Wil Vink over het leven van de bakkersfamilie de Ruiter die jarenlang het dagelijks brood bakten in Middelie

“Er moet toch brood op de plank komen!” Dit gezegde kennen we allemaal. In Middelie was de naam de Ruiter vele jaren verbonden met ons dagelijks broodje. Drie generaties bakkers, allen vrolijke ondernemende, kleurrijke mensen, die naast het bakkersvak allerlei andere activiteiten ondernamen. Grootvader Jan de Ruiter geboren in 1858 begon als bakker in Edam tot zijn zoon Klaas de zaak overnam, zelf werd hij havenmeester en tevens badmeester en zwemleraar bij het oude strandbad aan het IJsselmeer in Edam. Vader Willem de Ruiter geboren in 1889. Was bakkersknecht in Warder, kocht later de bakkerij van Willem de Vos voor ƒ 1.000,- en had ook een taxibedrijfje. Hij was getrouwd met Trijntje Molenaar. Trijntje was door een ernstige ziekte al jong doof geworden, maar kon goed liplezen. Zij was een ontwikkelde vrouw die veel las. Er werden drie jongens geboren Jan, Dirk en Ot. Samen met de middelste zoon Dirk geboren in 1920 voor velen wel bekend, gaan we terug naar zijn jeugd en de jaren daarna. Zij woonden in het lange groene huis, met voor aan de weg de ouderslaapkamer, de woonkamer met de bedstee voor de kinderen, de bakkerij en daarachter een kleine keuken met “peteroliestellen” waarop werd gekookt. (Nu staat hier het huis van de familie Willemse op nummer 55) In de kleine boomgaard stonden fruitbomen met heerlijke sappige klapsen, (een perenras) en ook Sint Jansperen en appels die je de hele winter op de zolder kon bewaren. De jaren op de lagere school was voor Dirk en zijn broers een onbezorgde tijd. Op 5 jarige leeftijd ging Dirk naar de eerste klas, hij doubleerde maar dat vond hij niet erg want de juf was heel erg lief! De schoolreisjes waren een waar feest, met boerenkarren, waarop planken lagen waar de kinderen op konden zitten, reden ze naar de Nieuwe Tuinbouw in Zuidoostbeemster waar een mooie speeltuin was. Ook reed een z.g. “coupeetje” mee (een wagen met een zeildoek) hier mochten de kinderen in, die verkouden of ziekelijk waren, en dat waren er op zo’n dag extra veel, want ze wilden allemaal graag in het “coupeetje”. Aan verjaardagen werd niet gedaan,

alleen van zijn grootmoeder kreeg hij op deze dag een stukje chocola. Sinterklaas werd niet vergeten, bij grootvader en grootmoeder kregen zij mooie cadeautjes, zoals een trein met een elektrische locomotief, dat was heel wat in die tijd. Zijn buurjongen Piet Laan kreeg een grammofoon en samen met de moeder van Piet, Geertje van Martebuur die op haar mondorgel speelde zongen ze de mooiste liedjes. ’s-Avonds sliepen zij in de bedstee dicht tegen het schot aan, dat lekker warm was, omdat aan de andere kant in de bakkerij de warme oven stond.

▲ Jan, trekhond Pollie, Dirk en Ot voor hun huis.

Het vervoersmiddel van de familie was een sulky (een hondenkar) die werd getrokken door de hond Pollie. Zo werden ook de bestellingen weggebracht en gingen ze met z’n allen op visite naar Edam. Tijdens een van zo’n ritje riep vader Willem in een jolige bui “poessies – poessies” de hond trok toen zo hard aan de kar dat iedereen naar ėėn kant van de kar viel en baby Otje tegen het haam (het trekjuk) van de kar aan rolde, gelukkig liep het goed af. Als Trijntje alleen met de kinderen op bezoek wilde naar Edam dan

rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr [|áàÉÜ|áv{ ZxÇÉÉàáv{tÑ bâw@`|wwxÄçx Wx cÉáà D


gingen ze lopend naar het “spoor” in het Noordeinde de kinderwagen werd gestald in het spoorhuisje, dan met het spoor naar Kwadijk en dan overstappen op het trammetje naar Edam.

▲ Moeder Trijntje de Ruiter op latere leeftijd.

Moeder Trijntje was ondanks haar totale doofheid een bereisd persoon, ging regelmatig met het openbaar vervoer kleding kopen in Amsterdam. Ėėn keer in hun leven zijn ze met

vakantie geweest, per “spoor” naar Zwitserland. Daar wilde vader de Ruiter heen om te zien of het waar was of je midden in de zomer in de sneeuw kon lopen. Dit wonder wilden hij met eigen ogen aanschouwen. ..…En ja hoor het was echt waar! Vader Willem was een vooruitstrevend man, als één van de eerste in Middelie hadden ze een telefoon, en ook kocht hij als één van de eerste een auto. In die tijd had alleen Meindert Vink een auto, maar die reed er mee de sloot in en heeft daarna van schrik nooit meer gereden. Willem was wat trots op zijn auto met een linnen kap, mica raampjes en twee handels aan het stuur. Hij had hem in Edam gekocht, stapte achter het stuur en reed zo zonder rijbewijs naar Middelie. Zo reed hij door het dorp en kon iedereen zijn nieuwe auto bewonderen. Hij heeft ook nooit een rijbewijs gehad, maar dat belette hem niet om later zelfs met twee auto’s een taxi - en autoverhuurbedrijfje op te zetten. De Ruiter’s zijn muzikaal, de drie jongens gingen al jong naar de fanfare. Vader Ruiter hield de traditie in stand door tijdens de jaarwisselingen om twaalfuur ’s-nachts buiten op het bleekveldje het welbekende “Uren, dagen, maanden, jaren” te spelen. Deze traditie heeft Dirk later overgenomen. Dirk ging als schooljongen op les bij IJs Bark en na een half jaar mocht hij bij het fanfarecorps meespelen.

▼ Vader Wielklem, achter het stuur Dirk en Ot

rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr [|áàÉÜ|áv{ ZxÇÉÉàáv{tÑ bâw@`|wwxÄçx Wx cÉáà D


1e kerstdag en zijn broer Ot met Nel de 2e kerstdag in 1943 zich konden verloven. Dirk bekwaamde zich in het bakkersvak door vijf winters naar de LTS in Hoorn te gaan. Want als hij met Gė wilde trouwen moest hij letterlijk en figuurlijk zorgen voor “brood op de plank”, Ruim twee jaar na de verloving vond Gė dat het tijd werd voor een huwelijk, ze had al een huis op het oog! Naast Jan Hooyberg op Axwijk, dat werd toch alleen maar gebruikt voor opslag, daar konden ze wel in. Dirk vond het maar niets maar Gė zette door en de volgende dag was alles rond. Voor ƒ 1,50 per week konden ze het huren, er was wel een kraan maar die was niet aangesloten op de waterleiding, geen nood ze mochten water halen bij Jan Hooyberg en ook gratis gebruik maken van het pleehuis, en hoefden de emmer niet te legen.

▲ Dirk de Ruiter met zijn bugel. Hij speelt nu al 70 jaar op zijn bugel en is dit voorjaar dan ook welverdiend gehuldigd. Ook draagt hij nog steeds zijn muzikale steentje bij in het Noord-Hollands Ouderen Orkest.

Zo kabbelde het dorpsleven in de jaren 1930 ‘40 voort, er kwamen “kassiesventers” met garen en band en ook de “lappiespoep” kwam langs de deur. Ook kwam er de man van de “maandagcent”. Iedere maandag kwam de man In mei 1946 gingen ze trouwen, keurig gekleed met het “spoor” in het Noordeinde, en zong in het pak en mantelpakje waar ze in de kerk zijn liedje bij de mensen aan de deur, hiervoor mee aangenomen waren, lopend vanaf het kreeg hij dan een cent. Vandaar zijn benaming “dijkie” naar de doopsgezinde kerk. De buren “de Maandagsman”. Dirk hielp samen met Ot mee van de bruid waren uitgenodigd voor een in de bakkerij en kreeg in die tijd ook oog voor avondje bij haar ouders thuis en die van de het vrouwelijk schoon. Zijn vader had een bruidegom bij zijn ouders. Op de dag zelf was er “meid” in dienst zij was Gė Vink van Dikke Piet, een groot feest voor de familie en vrienden, dit die op het “dijkie”woonde. Dirk en Gė hadden duurde tot 4 uur in de ochtend. Maar wat moet een half jaar “stiekem” verkering, niemand wist je je nou bij een huwelijksnacht voorstellen, als ervan. Toen Gė’s zuster Annie trouwde besloten er om 5 uur alweer op het houten schot van het ze samen te gaan dan wist gelijk iedereen dat ze huis wordt geklopt “Wakker worden, je plicht echte “verkering” hadden. Vader Willem vond het roept”. In dit kleine houten huisje zonder een goede keus van Dirk en zei tegen hem waterleiding werd hun dochter Gretha geboren. “Onder één dak is groot gemak”. In 1943 Na twee jaar op Axwijk gaan Gė en Dirk in de wilden ze zich graag verloven, maar hoe kwam bakkerij wonen. Vader en Moeder de Ruiter je midden in de oorlog aan gouden ringen? Een verhuizen naar Middelie 99 (daar woont nu de oom van Dirk bracht uitkomst, die had goud familie Edwin Laan). Ze kochten dit huis voor geërfd en dat kregen ze om ringen van te laten ƒ 3.000,- . Zoals gezegd vader de Ruiter was maken. Juwelier de Jager uit Edam kon zelfs vier een ondernemend man, al in 1924 richtte hij een ringen uit dit goud maken, zodat Dirk en Gė de coöperatieve bakkerij op met medevennoten rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr [|áàÉÜ|áv{ ZxÇÉÉàáv{tÑ bâw@`|wwxÄçx Wx cÉáà D


▲ In de bakkerij “De Vennoot” vlnr. Jan de Groot, Gerrit Inkelaar, Willem de Ruiter,

Henk de Groot (de zoon van Jan), Jannetje Worp, Teun Vink en Barend Purmer?

Teun Vink en Jan de Groot om op deze manier meer vrije tijd te krijgen. Hoewel ze de bakkerij de naam “De Onderneming” gaven, werd deze door de Middeliërs steevast “De Vennoot” genoemd. Ze gaven de gezamenlijke timmerlieden van het dorp opdracht “De Vennoot” te bouwen. (Naast Middelie nr. 53 op de plek waar nu de dubbele garage staat). Zo kwam er een mooi gebouw met een modern winkeltje en een grote bakkerij. Iedere bakker had zijn eigen wijk, maar er diende ’s avonds afgerekend te worden met de boekhouder, deze had zijn kantoortje achter in “De Vennoot” en hield daar ook de borgboekjes bij. (In dit boekje kwamen de namen van mensen die niet betaalden). Na zes jaar kwam er einde aan de samenwerking, alleen Jan de Groot zette zijn bakkerij voort in “De Vennoot” en bakker de Ruiter bakte weer zelfstandig in zijn bakkerij thuis. In de oorlogsjaren werd de “De Vennoot” heropgericht, op elkaar aangewezen door de problemen die de heersende oorlog met zich meebracht lukte het deze keer wel om bij elkaar te blijven. De vennoten R. Hes, Henk de Groot en Willem de Ruiter kwamen overeen dat zij in deze moeilijke periode het best afwaren met één

bakkerij. Er werden bonnenboekjes uitgegeven en het werd ook steeds moeilijker om aan voldoende brandstof voor de ovens te komen, dus besloten ze om samen te blijven tot de oorlog voorbij was. Oudere Middeliërs herinneren zich vast nog de dag, dat op een koude winterdag in januari 1945 een grote brand woedde in “De Vennoot”. In “de Vennoot” lagen natte turven te drogen in de oven, daar was z.g. “glim” (= het gloeide) ingekomen. Dit werd ontdekt door zoon Jan de Ruiter die even in de bakkerij moest zijn; er werd die dag n.l. geen brood gebakken. Hij waarschuwde zijn vader die snel aanwezig was. De “Glim”-turven stopte hij snel in de grote doofpot en de andere droge turven legde hij op de tegelvloer, toch zijn deze later ook in de “glim” gegaan en zo ontstond de brand. Bij het houten schot, de houten broodplanken en de opgeslagen droge takkenbossen greep het vuur snel om zich heen. Het was een koude winter en het vroor; er lag een dikke laag ijs in de sloten. De brandweer moest “bijten” (gaten in het ijs) hakken voor bluswater, echter voordat ze dat bluswater hadden was “de Vennoot” al reddeloos verloren. Zo kwam op dramatische wijze een eind aan de

rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr [|áàÉÜ|áv{ ZxÇÉÉàáv{tÑ bâw@`|wwxÄçx Wx cÉáà D


▲ Later vestigde Willem de Ruiter zich in dit huis.

samenwerking van de drie bakkers. Ieder ging weer zelfstandig bakken en probeerde opnieuw klanten te vragen, om weer “brood op de plank te krijgen”. Bij Gė en Dirk werd zoon Willem geboren, en een aantal jaren later kwam daar nog zoon Pim bij. De bakkerijen van Hes en de Groot waren in loop der jaren gesloten en Dirk was de enige overgebleven “warme” bakker in Middelie. In de beginjaren bracht hij het brood op zijn zware transportfiets met een grote broodmand voorop rond, een hele vooruitgang was de bakfiets waar met mooie letters de Ruiter

op stond. Later kocht hij een bestelauto en ging Dirk met de mand met brood aan de arm vrolijk fluitend pad op en pad af. Vader de Ruiter overleed in 1959, hij zou trots geweest zijn op zijn zoons. Jan, Dirk en Ot kregen n.l. alle drie op latere leeftijd de ridderorde van Oranje Nassau door de Burgemeester opgespeld. Het was nog niet voorgekomen dat er drie broers geridderd waren. Het was flink aanpakken voor Gė en Dirk, vooral in de sinterklaastijd was het extra druk en werd er dag en nacht gewerkt. Bestellingen speculaas en taaipoppen werden,

rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr [|áàÉÜ|áv{ ZxÇÉÉàáv{tÑ bâw@`|wwxÄçx Wx cÉáà D


ook door Gė in de barre winterkou op de fiets weggebracht, zelfs helemaal naar Katwoude. De ontwikkelingen in het bakkersvak zetten zich voort. In Purmerend werd “De Halm” opgericht waar Dirk zich bij aansloot. “De Halm” was een coöperatie van zelfstandige bakkers uit de regio, zij bakten hun brood en andere producten in Purmerend en verkochten dit in hun eigen gebied. De bakkerij in Middelie veranderde in opslagruimte voor brood, koek, beschuit e.d. Toen moeder Trijntje in 1966 naar het bejaardenhuis ging, verhuisden Gė en Dirk

Uit

naar het huis op Middelie nr. 99. Dirk ging voortaan luid bellend door het dorp en liet de vrouwtjes naar zijn auto komen voor de verkoop van zijn brood. Na bijna 50 jaar werkzaam in het bakkersvak, zijn ze eind 1982 gestopt en hebben met een gezellige receptie afscheid genomen van hun trouwe klanten. En zo hebben vele jaren achtereen deze bakkers de Ruiter gezorgd dat er bij de inwoners van Middelie “brood op de plank” kwam.

Wil Vink

◄●

het Fotoarchief

Zomaar een foto uit het archief. Schoolfoto uit 1973

Achterste rij vlnr: Yvonne Bleeker , Sjouke Hamstra, Gerda de Haan, Henk de Vries, Kitty Vink, Ronny Hooiberg, Sibe Niggebrugge, Sybrand Martens, Bas Kooyenga. Middelste rij vlnr: Liesbeth Reurts, Meester Heukelom, Saskia Muts,

Frank Beemster, Hans Dekker, Lambert Dijkstra, Gerda Schouten, Jan Jonker, Betty Kooy. Voorste rij vlnr: Peter Vroom, Piet Wagemakers, Eric van de Hudding, Jan Vink, Joost Hagens, Gert Wakker, Karin Kooy, Wendy Muts.

rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr [|áàÉÜ|áv{ ZxÇÉÉàáv{tÑ bâw@`|wwxÄçx Wx cÉáà D


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.