
6 minute read
Land van kurken en kogels
from Op Weg 1 - 2023
Fietsen tussen Champagne en Argonne
Na de Fransen zijn wij Belgen de grootste champagnedrinkers. Een korte vakantie koppelen aan het inkopen van bubbels, dat lusten heel wat landgenoten wel. Koppel je er een fietstocht aan, dan is het vooral vechten tegen de eenzaamheid – tegelijk de schoonheid – van uitgestrekte wijngaarden en graanvelden. Tot je in de loopgraven van de Groote Oorlog duikelt.
Æ Tekst en foto’s Guy Raskin
Spaar water, drink champagne
Het zijn hoofdzakelijk drie druivensoorten die geteeld worden voor champagne: Chardonnay, Pinot Noir en Pinot Meunier. Soms is een champagne een monocépage – gemaakt van één soort – soms een mélange. Pinot Noir geeft een volle smaak met lange afdronk, zuivere Chardonnay is licht aromatisch en Dom delicaat, terwijl toevoeging van Pinot Meunier een fruitiger aroma geeft. Tot zover onze champagne-inleiding. Of nog dit: “Spaar water, drink champagne” is veruit de populairste slogan in de souvenirwinkeltjes aan de voet van de imposante gotische kathedraal van Reims. Hier, in de grootste stad van het departement Marne, doopte bisschop Remigius in 496 de Frankische koning Clovis en zijn 3000 manschappen. Hier werden tot 1825 haast alle Franse koningen gekroond. Hier voel je de geschiedenis op alle pleinen.
Goudgele graanwoestijnen
We verlaten Reims langs het noorden om dan meteen oostwaarts te draaien, richting de Argonne. De verkeersdrukte voelen we snel afnemen en voor ons openen zich de eeuwige graanvelden. De tocht verloopt dan ook in alle eenzaamheid. Het in WOI vernielde dorpje Nauroy vormt een zeldzame groene oase in deze goudgele woestijn. Onder het wakende oog van ‘Le Poilu du Cornillet’, gemaakt uit granaatscherven die hier gevonden zijn, staan de namen van de overleden bewoners op gedenkpaaltjes. Poilu, een bekende uitdrukking uit de Groote Oorlog, staat voor ‘de moedige’. Het is onze eerste kennismaking met de frontlijn van de Argonne en de ‘Slag bij de Marne’. Overnachten doen we in de chambred’hôtes van Hans, een Nederlander die een oude vervallen boerderij in het dorpje Berzieux opkocht in zijn zoektocht naar de ultieme beleving van rust.
De Slag bij de Marne
Loopgraven, mijnkraters en om de haverklap een militair kerkhof of een oorlogsmonument, de Argonne draagt nog volop de gevolgen van de oorlog. De tijd is hier gruwelijk lang blijven stilstaan.
Zo lijken de recent ontdekte en herstelde loopgraven van ‘Le Main de Massiges’ net een filmset. Vier jaar lang wisselden ze dan ook geregeld van ‘eigenaar’. In het bos op de Haute Chevauchée herkennen we nog duidelijk loopgraven en schuttersputten. We houden halt bij het Memoriaal dat de verdedigers van de Argonne herdenkt. Het negen meter hoge monument is voorzien van een buste van een ‘Poilu’ die met zijn handen een zwaard vasthoudt. De crypte bevat een ossuarium met de overblijfselen van enkele duizenden onbekende soldaten. Achter het monument ligt een vijftig meter brede en elf meter diepe Duitse mijnkrater. We vervolgen onze weg door het bos tot aan de Franse erebegraafplaats La Forestière. Achter een rij blauwe en roze hyacinten staan uitgelijnd betonnen grafkruisen met metalen naamplaatjes op.
Bij het verlaten van de stad en van de Argonne keren we terug naar een gekend landschap: graan, graan en nog eens graan. Eindeloos ver reiken de eenzame asfaltwegen waarvan het pek door de warmte blaasjes gooit. En dan gebeurt er toch wat. Uit het niets verschijnt een lange rij tractors tussen de velden. “Een demonstratie of een optocht?”, vragen we ons af. Maar voor of tegen wie dan? Hier is in de weidse oneindigheid niemand! De waarheid blijkt banaler: het zijn oldtimers die een gezamenlijk ritje maken. De monumentale Onze-Lieve-Vrouwebasiliek van Épine is een godsgeschenk, niet alleen om zijn pracht maar ook om de welgekomen afkoeling binnen. Daarna dalen we af naar de vallei van de Marne en de talrijke parken van Châlons-en-Champagne. Een boottochtje in een platbodem over de rivieren Mau en Nau geeft een apart beeld van de stad.
De wortel
Oldtimers
Ook in Sainte-Ménehould is geschiedenis geschreven. Het is de geboorteplaats van Dom Pérignon, de monnik uit de 17de eeuw die het proces ontdekte om champagne te maken. Hier was het dat koning Lodewijk XVI op zijn vlucht voor de Franse Revolutie herkend en onderschept werd. Gastronomisch is de stad dan weer bekend voor zijn overheerlijke … varkenspoten.
Met de rivier de Marne verandert het landschap. We maken kennis met de steile hellingen van de champagneheuvels. In MondemontMontgivroux, op een groene site met kapel en kasteel, staren we naar een opvallend, 35 m hoog, bizar oorlogsmonument in rood beton. Deze ‘wortel’ herdenkt de Slag bij de Marne die in 1914 de oprukkende Duitse troepen een halt toeriep en de loopgravenoorlog inluidde. Boven op het plateau krijgen we zicht op het typische uiterlijk van het champagnelandschap: in de vlakte velden en op de hellingen wijngaarden die reiken tot aan de bosranden die als een toupetje op de heuvelkop staan. In Montmirail hebben we een chambre d’hôtes geboekt, een oud herenhuis met een groot grasland en een wervelend uitzicht over de vallei van Le Petit Morin. Behalve in een kamer kan je er ook overnachten in een tipi, een cabane of een futuristische koepel. Wanneer we aperitieven met een champagne uit de streek arriveren vier sportieve Duitse fietsers met gravelbikes. Ze zijn op weg naar Brest en mogen hun tentjes opzetten en van de openluchtdouche gebruik maken. De vrouw des huizes komt zich excuseren wanneer de Duitsers dat zonder schroom ook doen ...
Tweemanstank
De volgende ochtend fietsen we door het historische centrum en langs de middeleeuwse stadsmuur van Montmirail. We passeren het landgoed van de producent van het engelennat van gisteravond. De volgende iconische stadsmuur is die van de abdij van Orbais-L’Abbaye
We fietsen er volledig omheen vooraleer de abdijkerk te bezoeken. Steil omhoog door de wijngaarden overschrijden we de waterscheiding om dan in sneltempo af te dalen naar Dormans aan de Marne. Door het kasteelpark komen we bij het Dormans Memorial, alweer een monument ter ere van de Franse gesneuvelden. Een romaans-gotische kapel verheerlijkt de overwinning, de strijders en hun leiders, terwijl de crypte de doden herdenkt. Onze laatste confrontatie met de Groote Oorlog is een exemplaar van een Franse Renault tweemanstank.
Avenue de Champagne
Via een verhard fietspad op de oever van de Marne trappen we richting Épernay. Kort voor die stad, bovenaan in de wijngaarden en tegen de bosrand, ligt Hautvillers. Daar liggen de meest prestigieuze wijngaarden van gerenommeerde champagnehuizen zoals Moët & Chandon of Vieux Clicquot. Aan een muur prijkt volgend ochtendgebed: “Geef mij gezondheid voor lange tijd, geef mij werk maar niet te vaak, geef mij liefde af en toe, maar geef mij champagne … voor altijd!” huizen hun stek. Tijdens zijn verblijf in 1838 sprak Victor Hugo hier de gekende woorden: “Epernay est la ville du vin de champagne, rien de plus, rien de moins”. De tijd heeft daar niets aan veranderd. 30.000 ha wijngaarden omgeven de stad, goed voor een productie van 200 miljoen flessen per jaar, opgeslagen in 110 km wijnkelders.
Montagne de Reims
In de abdijkerk rusten de beenderen van Dom Pérignon, de monnik die als eerste champagne bottelde. Het is tevens de naam van een Cuvee de Prestige, de topchampagne die men enkel in de allerbeste jaren produceert. In een parkje om de hoek staat een beeld van de pater, vanzelfsprekend met druiventros, champagnefles en -glas. Achter de kerk loopt een wegje langs de abdijmuur naar een picknickzone met een hemels panorama op de Marne en de omliggende wijngaarden.
In Épernay, aan de Avenue de Champagne, hebben alle gerenommeerde champagne-
De laatste dag staan de wijngaarden van de Montagne de Reims op ons menu. Via Bouzy, bekend om zijn champagne Bouzy Rouge, gaat het naar Ambonnay. De weg naar Trépail klimt opnieuw de wijnbergen in. Naar VillersMarmery volgt dan een fikse afdaling. We fietsen de volgende steile helling naar Verzy niet op, maar nemen rechtdoor het kleine asfaltwegje doorheen de wijngaarden. Een wegje dat zichtbaar in trek is bij lokale fietsers, een goede keuze dus. Op een vooruitstekende heuvel staat de Phare (vuurtoren), waarin zich het ecomuseum van de champagne bevindt. We dalen de wijnhelling verder af naar Beaumont-sur-Vesle. Over het jaagpad langs het kanaal parallel aan het riviertje gaat het nu gemoedelijk terug naar Reims. Op deze Coulée Verte heerst, hoe dichter we de stad bereiken, een groeiende drukte aan wandelaars, fietsers en skaters. Naar het centrum fietsen we nog even voorbij de abdij SaintRemi met zijn romaanse basiliek, gewijd aan bisschop Remigius. Je weet wel, de man die Clovis doopte en waarmee het hier allemaal begon.
Deze tocht door het Franse departement Marne is een 405 km lange lus met start en aankomst in Reims. We gebruikten ‘pistes cyclables’, ‘voies vertes’ en andere fietsvriendelijke wegen. Meer info over de regio en zijn fietsmogelijkheden: www.tourisme-en-champagne.com


Onze etappes : dag 1 Reims - Berzieux (81 km), dag 2 BerzieuxChalons-en-Champagne (93 km), dag 3 Chalons-en-Champagne - Montmirail (93 km), dag 4 Montmirail - Épernay (82 km), dag 5 Épernay - Reims (54 km).