
5 minute read
Slecht weer bestaat niet
from Op Weg 1 - 2023
Bij goed weer hoef je niet noodzakelijk speciale wandelkledij aan te schaffen. Maar ga je vaak wandelen, dan loont het de moeite om te investeren. Regen of sneeuw vormen dan geen belemmering meer om er op uit te trekken. Er bestaat immers “geen slecht weer, alleen slechte wandelkledij”.
Tussenlaag: De tweede laag houdt je warm en voert het transpiratievocht verder af. Je kan deze laag best opsplitsen in twee of meer dunne lagen zodat je de temperatuur fijn kan afstellen. Draag bijvoorbeeld een trui in Merino (wol) met daarboven een trui in fleece (polyester). Vind je Merino wol te duur, kies dan voor twee dunne fleece truien. Fleece heeft ook als voordeel dat het lichter weegt dan wol.
Het drielagenprincipe
Kledij werkt als een thermostaat. Maak je een lange klim, dan krijg je het kei-heet en wil je kleren uitspelen. Kom je eenmaal boven en waait er een gure wind, dan koel je snel af en wil je een extra laag aantrekken. Het lagenprincipe gaat ervan uit dat je beter veel dunne lagen draagt dan één dikke laag. Daardoor kan je makkelijk lagen aan- en uittrekken en je temperatuur regelen. Maar goede wandelkledij bestaat niet alleen uit laagjes, elke laag heeft ook een verschillende functie.
Basislaag: Direct op je huid draag je een T-shirt die je basiswarmte bijhoudt en het zweet afvoert zodat je droog blijft. In de zomer kies je voor een sneldrogende dunne synthetische T-shirt. Vermijd katoen: dat voelt wel aangenamer aan, maar het droogt slecht. In de winter draag je technisch ondergoed met lange mouwen. Ideaal maar duur is ondergoed uit Merino wol. Merino is heel comfortabel en het geurt niet als je er langdurig in transpireert (of toch minder hard dan andere materialen).
In de zomer is het in België tijdens het stappen uiteraard te warm voor een tussenlaag. Ook in de bergen zal je op een warme zomerse dag geen isolatielaag dragen. Toch neem je altijd een trui mee in je rugzak, het weer kan immers snel omslaan.
Buitenlaag: De derde laag is de beschermingslaag: ze beschermt je tegen wind, regen en sneeeuw. Je hebt hierbij de keuze tussen een softshell en een hardshell.
Een softshell beschermt je tegen wind en zo nodig ook tegen lichte regen of sneeuw. Hij is doorgaans van fleece en aangevuld met een windstopper en een waterwerende laag. Hij is aangenaam om dragen want hij is soepel en ventileert goed. Een softshell beschermt je echter niet tegen hevige regen. Je kiest voor een softshell omwille van het comfort, maar je draagt hem alleen bij relatief goed weer. Een hardshell beschermt uitstekend tegen wind, hevige regen en sneeuw. Hij is waterdicht omdat hij over een waterdicht en ademend membraan beschikt. Hierdoor is hij minder soepel, vandaar de naam hardshell. Je kan hem klein opbergen en bij hevige regen ben je maar wat blij dat je een hardshell bij hebt. Wandelaars kiezen voor een hardshell omdat deze in combinatie met het isolerend vermogen van de tussenlaag een complete oplossing biedt om warm en droog te blijven. Een perfect waterdichte hardshell is een dure investering, maar hij heeft als voordeel dat je hem zowel in de zomer als in de winter kunt dragen. In de winter draag je er gewoon wat extra tussenlagen onder om je warm te houden. Koop je jas daarom dus voldoende wijd.
Merino, fleece of dons?
Merino wol werd in 1995 door Icebreaker voor het eerst gebruikt in outdoor kledij. Het is een natuurlijk product, afkomstig van het merinoschaap. Het is warm en geurt niet als je transpireert, maar het weegt wel een stuk zwaarder dan fleece. Merino is ideaal als (warme) onderkledij. Fleece werd in 1981 voor het eerst door Polartec geproduceerd. Fleece isoleert uitstekend, weegt weinig en is goedkoop. Fleece wordt gewonnen uit gerecycleerde petflessen en het gaat een leven lang mee. Fleece is ideaal als tussenlaag om je warm te houden.
Dons is een natuurlijk product dat gewonnen wordt uit de veertjes van watervogels. Dons blaast zich op en houdt zo lucht vast, waardoor het heel goed isoleert. Het nadeel van dons is dat de veertjes samenkleven als ze nat zijn. Je moet de jas dus net zoals een slaapzak goed drooghouden of hij verliest zijn warmte. Tijdens het wandelen is een donzen jas hierdoor niet erg handig: je mag er niet in transpireren en het mag niet regenen. Ga je in de bergen of bij koud weer wandelen, dan is het wél een goed idee om een dunne donzen jas in je rugzak te stoppen. Hij neemt geen volume in en je kan hem tijdens een wandelpauze snel aantrekken om warm te blijven.
Gore Tex
Waterdicht en ademend
De waterdichtheid van een regenjas wordt getest door de stof over een cilinder te spannen. Daarna wordt de cilinder met water gevuld tot er één druppel doorsijpelt. Een jas met een waterkolom van 10.000 tot 20.000 mm is goed waterdicht. Een topjas heeft een waterkolom van 20.000 tot 28.000 mm.
Het ademend vermogen van een regenjas wordt getest door de stof over een hete plaat te spannen en daarna water te laten verdampen. Een jas met een RET-waarde (Resistance Evaporative Transfert) onder de 20 RET ademt voldoende. Een topjas heeft een RET-waarde van 9 tot 13 RET.
Ben je een mooi-weer wandelaar of heb je niet het budget voor een dure Gore-Tex jas, dan kan je overwegen om deze aankoop uit te stellen en voor een poncho te kiezen. Een poncho is wat lastiger als het hevig waait en je ziet eruit als een wandelende tent. Maar hij kost slechts een fractie van een dure jas en hij is toch prima waterdicht.
Dit meest gekende membraan werd per toeval ontdekt door Bob Gore toen hij op zoek was naar de ideale loodgieterstape. Bij het oprekken van die tape (nu gekend als Teflon) ontstaan er poriën die wel waterdamp maar geen waterdruppels doorlaten. Een producent van regenjassen mag het Gore-Tex label alleen aanbrengen als hij het Gore-Tex laminaat, de nadentape en de machines gebruikt. Hij moet bovendien het eindproduct op waterdichtheid laten testen. Dat heeft uiteraard zijn prijs en daarom ontwikkelen regenjasproducenten voor hun goedkopere modellen een eigen membraan. Een waterdicht en ademend membraan is niet erg sterk. Daarom wordt het verkleefd met een sterkere binnen-en buitenlaag. Zo ontstaat er een 3L (3-lagen) laminaat. Gore-Tex PRO Most Rugged is het sterkste en meest waterdichte membraan uit het Gore-Tex gamma. Voor lichte zomerjassen en regenbroeken wordt er een soepeler en lichter (maar minder robuust) 2,5L laminaat gebruikt. In zo’n laminaat is de versteviging in het laminaat zelf verwerkt.
Wandelbroeken
Het meerlagensysteem geldt ook voor je wandelbroek. In de zomer draag je een dunne synthetische broek die snel droogt. Kies een broek met veel zakken zodat er plaats is voor je kompas, je kaart en misschien ook je GR-topogids. Een korte broek is in de zomer aangenaam, maar pas op voor moeilijk terrein met doornstruiken of netels. Meer polyvalent is een lange broek die je tot boven de kuiten kan inkorten. Of ga voor een afritsbare broek, dan heb je een lange en een korte broek in één. Neem ook een waterdichte regenbroek mee die je over je wandelbroek trekt. Ook hier kan je voor Gore-Tex of een evenwaardig laminaat kiezen.
In de winter draag je onder je wandelbroek een legging in Merino. Je kan ook een gevoerde winterbroek aanschaffen. Die draagt een stuk comfortabeler dan twee broeken boven elkaar. Is die winterbroek net zoals een softshell voorzien van een waterafstotende laag, dan hoef je er bij lichte regen of sneeuw geen regenbroek overheen te trekken.