10 minute read

Van het ene einde naar het andere

DEEL 2 Schotland

De voorbije 15 jaar fietste ik door zowat alle Nationale Parken en alle uithoeken van het Verenigd Koninkrijk. Eén rit ontbrak nog op mijn Britse palmares: de iconische End to End, van Land’s End in het uiterste zuidwesten van Cornwall naar John O’Groats in het uiterste noordoosten van Schotland. Deel twee van mijn LEJOG-verhaal start aan de Schotse grens.

Æ Tekst en foto’s Guido Vandroemme

End to enders onder elkaar

Bij het binnenrijden van Schotland staat de end-to-end avonturier meteen voor een keuze: ofwel langs Edinburg en de oostkant naar Inverness, ofwel meer westelijk langs Glasgow en The Great Glen. Ik kies voor de tweede optie, door een regio die ik al wat ken. De rit naar Glasgow is niet moeilijk, maar wat saai. Twee dagen loopt mijn route min of meer parallel met Motorway 74, gelukkig met erg weinig verkeer. Er duiken steeds meer end-to-enders op. De eerste is een bikepacker op een koers- fiets die mij in de voormiddag aan hoge snelheid voorbijrijdt, maar in de late namiddag in Glasgow een praatje komt slaan. James, een zwaar bepakte trekker uit Sheffield, komt wel naast mij fietsen. We zijn het roerend eens dat Cornwall het moeilijkste stuk is. Maar het Forest of Bowland is hij niet gepasseerd. Wanneer ik hem vraag of hij ook onderweg is naar Glasgow, weet hij dat nog niet: “Ik rijd tot ik geen goesting meer heb, en dan stop ik.”

Rob Roy land

Dwars door Glasgow fietsen is helemaal niet moeilijk. Cycleroute 75 en 7 van Sustrans volgen netjes de oever van de Clyde rivier die door het centrum meandert. Ik zie veel mooie moderne gebouwen, blijkbaar heeft de stad zich in de voorbije 15 jaar ontdaan van zijn verleden als grijze industriestad. Na Londen telt ze nu de meeste winkels van het VK.

Het pad noordwaarts de stad uit langs de Leven rivier bolt heel goed. Aan de oever van Loch

Lomond is het op zondag een drukte van jewelste. Ik baan me een weg door talloze kraampjes en terrasjes naar het West Loch Lomond Cycle Path. Pas vanaf Luss loopt het traject langs de oever van het meer en is het wegdek degelijk. Het dorpje zelf mag dan authentiek zijn, het is duidelijk het slachtoffer van zijn succes. Aan de steiger van het meer krioelt het van de mensen. Ik houd het gauw voor bekeken om verderop te genieten van veel mooiere uitzichten op het meer en de omliggende bergen. De regio is gekend als ‘Rob Roy land’, genoemd naar Schotlands bekendste volksheld/bandiet.

Midges

Het dal wordt steeds nauwer, samen met het meer. Vanaf Tarbert is er geen apart fietspad meer en moet ik op de A82 fietsen. In een bocht rond een vooruitstekende rots ligt het vol gebarsten autospiegels, maar ik kom er zonder kleerscheuren doorheen. Op het einde van de namiddag begint de weg omhoog te lopen. Dat voor een nieuwe etappe. Door buikpijn heb ik mijn ‘full Scottish breakfast’ weinig eer aangedaan, maar eens op de fiets betert het snel. De A82 loopt door het dal van de Fillan rivier. Het uitzicht op de bergen aan de overkant is een fotostop waard. Aan Bridge of Orchy geniet ik even van het geweldige uitzicht vanop de oude brug. Daar begint de weg te klimmen richting Black Mount. Anders dan vorige keer wacht boven aan het viewpoint op Loch Tulla geen doedelzakspeler me op om zich voor wat kleingeld te laten fotograferen. Toeristenbussen die hun lading lossen voor een snelle selfie zijn er wel nog steeds.

The Great Glen

blijft zo tot in Crianlarich, waar ik meteen bezoek krijg wanneer ik mijn fiets aan het hek voor de B&B zet. Midges! Mijn gastvrouw drukt me op het hart het raam niet te openen. Van achter het raam zie ik de ontelbare grijze stipjes in de late avondzon op en neer dansen in de tuin.

Gelukkig zijn ze ’s morgens op even raadselachtige manier verdwenen als ze gisteren gekomen zijn. Crianlarich blijkt niet zo groot, maar zowat elk huis baat er een B&B uit. De West Highland Way ligt vlakbij, vandaar. Overal in het dorp zie ik wandelaars zich klaarmaken

De weg loopt verder door Ranoch Moor, een uitgestrekt gebied met desolate heide en moerassen. Maar het kan nóg mooier, want even later rijd ik Glen Coe binnen, een van de mooiste ‘glens’ van Schotland. Een stevige tegenwind moet ik er wel bijnemen. Hoewel ik hier vroeger al eens tientallen foto’s maakte, ontdek ik weer talloze mooie plekjes die erom smeken om gefotografeerd te worden.

Voorbij Loch Leven en Loch Linnhe wacht Fort William. Vandaar loopt The Great Glen, een geografische breuklijn die Schotland zowat in tweeën verdeelt, tot Inverness. Langs die lijn liggen glens en lochs, waarvan Loch Ness het beroemdste is.

Werken in het bos

De tocht vanuit Fort William begint heel rustig op een vlak pad langs het Caledonian Canal. Vanaf Gairlochy volgt het traject de Great Glen

Way op de westelijke oever van Loch Lochy. Maar geleidelijk wordt het gravelpad ruwer en steiler. Dit is helemaal niet wat ik verwachtte en fietsen wordt steeds meer zwoegen. Een bord waarschuwt mij voor ‘Forestry works’. Een man met een walkie talkie vraagt mij vriendelijk even te wachten omdat ze bezig zijn enkele bomen van de helling naar beneden te halen. Wanneer ik door mag, blijkt het pad door zware machines volledig in de prak gereden en moet ik ploeteren langs bulldozers, vrachtwagens, kranen en tractoren. Nee, dit is niet leuk meer. Ook voorbij de werken is er niet veel beterschap en ik besluit vanaf Fort Augustus van de Great Glen Way te verkassen naar de autoweg langs Loch Ness. Ongetwijfeld mis ik daardoor wat mooie uitzichten op het beroemde Loch, maar na 20 km zwoegen ben ik maar wat blij om over een goed berijdbare weg naar Inverness te fietsen. Trouwens, aan Loch Ness is niet zoveel te zien. Ware het niet van het mooie verhaal over Nessie, het zou slechts één van de vele bij het publiek onbekende lochs zijn. Ook de ruïne van Castle Urquhart bij Drumnadrochit, nog zo’n toeristenval, kan mij vandaag niet zoveel boeien.

Dornoch Firth

Inverness betekent letterlijk ‘monding van de Ness’ en ligt dus op zeeniveau. Dat betekent vooral opnieuw klimmen om er weg te raken. Het fietspad naar de Kessoch Bridge over de Beauly Firth is afgesloten. Via een omweg kom ik toch bij de brug en samen met een andere, foeterende end-to-ender vinden we een oplossing. Hij vervolgt zijn weg op de A9, het equivalent van een autostrade en dus levensgevaarlijk in mijn ogen, maar wettelijk mag het. Ik kies voor Cycleway 1 en autoluwe wegen over Black Isle langs de Cromarthy Firth noordwaarts. Vanaf Alness krijg ik als gevolg van mijn keuze een stevige klim over de hoogtes van Easter

Ross te verwerken. Maar de beloning is geweldig. Wanneer ik na de top een bocht neem ontvouwt zich voor mij het adembenemende uitzicht over de Dornoch Firth. Op slag zijn alle inspanningen van de dag vergeten.

Parels bepaald van de pittige soort. Het venijn van de dag zit duidelijk in de staart, want tussen Betty Hill en mijn B&B in Melvich liggen verschillende landtongen, bulten waar je met het nodige klimwerk overheen moet. Maar dat neem ik er na een bijzonder mooie fietsdag zonder morren bij. Ik ben goed op tijd en hoef mij helemaal niet te haasten.

Na een rustige start langs de oever van Loch Shin begint de weg omhoog te lopen en te vernauwen tot een éénvaksbaan met hier en daar een ‘passing place’. Ik rijd een wondermooi landschap binnen: Flow Country, een uitgestrekt gebied vol moerassen, heide, veen en bergen. Een ware parel van de Schotse natuur. Tientallen kilometers rijd ik door dit zo goed als onbezoedelde landschap. De zon schijnt, de temperatuur is aangenaam en een zacht briesje blaast in mijn rug. Zelfs de benen voelen goed ondanks twee weken ononderbroken fietsen. Dit is zo’n fietsdag die je niet vaak meemaakt. Alles zit mee. Zalig.

Een droom die uitkomt

’s Morgens in mijn hotel is het raar om voor de laatste keer de fietskleren aan te trekken en alles weer netjes in de fietstassen te duwen. Bovendien krijg ik onderweg af te rekenen met een tegenstander van formaat: een stevige tegenwind uit het oosten, in combinatie met vals plat omhoog en na de middag zowaar ook nog mist. Kwestie van in stijl te eindigen. Het is hard zwoegen om de finish te bereiken, maar gelukkig heb ik deze laatste rit bewust kort gehouden om voldoende tijd te hebben om de aankomst uitgebreid te beleven.

Het is een emotioneel moment om de laatste honderden meters naar de paal bij John O’Groats te fietsen. Na 16 dagen en vele maanden voorbereiden is mijn droom werkelijkheid geworden. Met gebalde vuist houd ik halt. Er staan heel wat mensen en wanneer iemand zegt: “This one cycled End to End, well done!”, krijg ik zowaar applaus. Ik ben blij en trots, maar ook opgelucht. Na al mijn vorige tochten in Groot-Brittannië is deze LEJOG echt wel de kers op de taart.

Genieten

Bij Altnaharra rijd ik niet rechtdoor zoals Cycleway 1 aangeeft, maar neem ik de afslag naar Strath Naver. Dit wegje langs Loch Naver heb ik vroeger al eens gefietst. Ook in deze verborgen parel is het zalig fietsen.

Bij Betty Hill bereik ik de Schotse noordkust. De naam zegt het zelf: het is een heuvel, meer

Nog geen 10 minuten later verschijnt Rowan plots, de bikepacker die ik ontmoette aan de Schotse grens. Met een high five is het een blij weerzien. Ongelooflijk dat we elkaar al die tijd niet gezien hebben, maar nu haast samen arriveren. Een kwartiertje later komt nog een Duitse end-to-ender aan, en wat later vier luid

Deel 2 : het Schotse deel - 85 x 150mm joelende wielertoeristen met een camionette in hun zog. Er heerst een uitbundige sfeer en er worden volop foto’s genomen. De toeristen kijken verwonderd toe, maar wanneer iemand hen wat uitleg geeft, komen ze honderduit vragen stellen.

Mijn fiets kan ik achterlaten in het hotel. Met een koerierdienst gaat die naar een fietshandel in Folkestone, waar ik hem zal oppikken. De inhoud van de fietstassen verhuist naar een grote nylon zak die ik de volgende dagen zal meezeulen op de trein terug naar de auto in Cornwall.

Ik blijf nog een uurtje in de buurt om te bekomen van de emoties en te genieten, en fiets dan naar het Sea View hotel een kilometertje verder. ’s Avonds drink ik met de Duitse end-to-ender nog een Old Pulteney whisky van een distilleerderij uit de buurt. Zijn tocht duurde trouwens 28 dagen, maar daar zaten heel wat ommetjes in om bezienswaardigheden te bekijken. Bij Betty Hill was hij zelfs afgestapt om in de zee te zwemmen.

De LEJOG (Land’s End – John O’Groats) is een niet-bewegwijzerde tocht dwars door het Britse eiland. Een vaste route is er niet en de uiteindelijke lengte hangt af van je keuzes voor kleinere of grotere wegen. Ik koos voor kleinere wegen, deelde mijn tocht op in 16 etappes en fietste in totaal 1553 km met 17000 hoogtemeters. Ik reserveerde alle B&B’s en hotels op voorhand, en in kleinere plaatsen soms zelfs een tafeltje in een pub of restaurant (handig als er ook langeafstandswandelingen door het dorp lopen). Extra info plus mijn etappe-overzicht vind je in de artikeldatabank op onze website.

Wandelroute van het jaar 2023

knooppuntennetwerk. Bij iedere beschrijving horen tips voor leuke adresjes om onderweg aangenaam te verpozen. Je kan het gidsje gratis downloaden via www.routen.be.

De verkiezing van de mooiste nieuwe wandelroute van de Benelux is nog in volle gang. De jury heeft al vele kilometers op de kandidaat-routes gewandeld en is intussen tot een shortlist van vijf laureaten gekomen. Op zaterdag 18 februari, de eerste dag van de Fiets en Wandelbeurs in Gent, zal de felbegeerde wandeltrofee 2023 aan de winnaar uitgereikt worden. De overgebleven kandidaten in alfabetische volgorde: Betuwepad: een nieuw met geel-rode streepjes bewegwijzerd streekpad dat vanuit Tiel een lus van 150 km beschrijft door de Betuwe, het Nederlandse fruitgebied.

GR 161 – Tour du Pays de Bouillon: een geel-rood bewegwijzerd streekpad dat vanuit Bouillon een lus van 186 km beschrijft en is samengesteld uit bestaande GR’s en nieuwe trajecten. Heuvelrughike: een nieuwe, niet-bewegwijzerde route van 92 km door het stuwwallenlandschap van de Utrechtse Heuvelrug van Huizen aan de vroegere Zuiderzee naar Rhenen aan de Nederrijn.

National Park Trail: een bewegwijzerde lus langs de hoogtepunten van het Nationaal Park Hoge Kempen, gebaseerd op de vroegere langeafstandswandeling (76 km) die vernieuwd en uitgebreid werd tot 110 km.

Stellingenpad: een nieuw thematisch streekpad dat vanuit Appelscha via knooppunten een lus van 260 km beschrijft langs de grenzen van het vroegere autonome gebied van de Stellingwerven (zuidoost Friesland, Drenthe en Overijssel).

Winter in Oost‑Vlaanderen

Het nieuwe boekje 5x winters wandelen neemt je mee op vier routes door verrassende winterlandschappen en een culinaire route door het centrum van Gent. Hun lengte varieert van 5 (voor de stadswandeling) tot 15 km. Ze zijn bewegwijzerd of gebruiken het

West Vlaanderen

Sinds december 2022 communiceert provinciebedrijf Westtoer met wandelaars en fietsers via de nieuwe website www.visitwestvlaanderen.be. Deze presenteert vooral de fiets- en wandelmogelijkheden van de provincie. De vroegere website www.westtoer.be blijft bestaan maar is voortaan bedoeld voor communicatie met de toeristische partners. Ook de websites van de vier regio’s (www.dekust. be, www.toerismewesthoek.be, www. toerisme-leiestreek.be en www.brugseommeland.be) werden in een nieuw jasje gestoken.

Westhoek

Onze GR-medewerker Piet Hardeman ontwierp een nieuwe panoramawandeling, een lus van 17 km vanuit Westouter langs 15 panoramapunten op de Katsberg, de Kemmelberg, de

Vidaigneberg, de Baneberg en nog vele andere heuvels. Het traject volgt voor een deel het knooppuntennetwerk. Je kan een routebeschrijving met foto’s (van Eddy Dolphen) en kaart en track (gemaakt door Eric De Baets) verkrijgen na betaling van ten minste € 5 op rekening BE31 0012 3558 1855 van Stichting Marguerite Yourcenar onder vermelding van ‘panoramawandeling + je mailadres’ (vervang @ door A of AT). De volledige opbrengst gaat naar Project 5520 Heuvelland van Natuurpunt.

Op en over de taalgrens

De nieuwe wandelgids Wandelen op de taalgrens in de Vlaamse Ardennen bevat vijf uitdagende wandellussen op de wandelnetwerken Getuigenheuvels, Bronbossen en Pays des Collines. Ze situeren zich in het gebied tussen Louise-Marie, Ellezelles, Schorisse, Flobecq, La Houppe en Everbeek-Boven. Vanop de hoogste punten in de Vlaamse

Ardennen stap je naadloos over naar het sprookjesachtige Pays des Collines in Henegouwen. De thematische routes met hun soms

This article is from: