6 minute read

Herinneringen aan het Zwarte Woud

Voor de Romeinen was het nog een ‘Silva nigra’, een dichtbebost gebied vol donkere naaldbomen dat haast ondoordringbaar leek. Een dikke tweeduizend jaar later is het voor fietsers net als voor wandelaars niet zo moeilijk om een verlokkelijke weg te vinden tussen de Wälder, Wiesen und Wieden, de bossen, hooilanden en weiden van het Schwarzwald.

Stelten

Toen ik nog een kleuter was, ging onze gezinsvakantie steevast naar Oostduinkerke. Het kleine hotelletje vlakbij de zee staat er vandaag niet meer, maar prijkt nog in een fotoalbum vol zwart-witfoto’s met gekartelde randjes. Enkele jaren later verschoof de bestemming oostwaarts, richting Ardennen. In de snelstromende Ourthe verloor ik ooit mijn pas gekregen waterpistooltje, groot drama. Nog later zoefden de nachttreinen van Intersoc ons elke zomer naar de Zwitserse bergen. Maar tussen die jarenlange standvastigheid zat één uitzondering: het Zwarte Woud. Mijn herinneringen aan die zomervakantie zijn beperkt tot één heuglijk feit: op de boerderij waar we verbleven leerden mijn zus en ik – met vallen en opstaan – steltlopen. Om thuis verder te oefenen kregen we een houten paar mee, in mijn geheugen vers gehouwen uit een dikke spar.

Giga‑ijscoupe

Zoveel jaar later verloopt de reis terug naar het Zwarte Woud met evenveel vallen en opstaan. Zowel de NMBS als de Duitse spoorwegen hebben boter op het hoofd, maar we troosten onze uren wachten in Keulen met de gedachte dat het goedkope Duitse treinticket van zomer 2022 een succes is. Daags nadien nemen de Enz en de Panorama Radweg ons bij de hand om vanuit Pforzheim langzaam stijgend het woud in te trekken. Aanvankelijk via een perfect bollend asfaltbaantje een eindje boven de auto’s, later steeds meer via onverharde bospaden. Op en af door de stilte van het bos, oh wat is dat wat we zochten! En reken daar die gigantische ijscoupe op het grote plein van Freudenstadt ook maar bij. Wat volgt is een grote lus met eindhalte in Karlsruhe. De 7 fietsetappes wisselen af met wandeletappes naar enkele ‘Kuppen’, de afgetopte toppen die zo karakteristiek zijn voor dit berglanschap. Maar welke herinneringen aan deze 435 km lange tocht zullen de tand des tijds doorstaan? Wie weet kan dit artikel mijn 30 jaar oudere zelf in 2053 een handje helpen. yoghurt, muesli, kleine krokante broodjes, allerlei stukjes kaas en vlees en vijf soorten zelfgemaakte confituur ook vijgenbrood, miniworstenbroodjes, kleine pannenkoekjes met chocoladesaus en een slaatje met gevulde paprika en stukjes vis, afgewerkt met eetbare bloemen. In een kast vol theesoorten lijkt een heel kruidenbos opgeslagen. Iemand die een app of een site kent met dit soort plekken?

Het Stille Woud

Een retro familiehotel

Tussen tal van kille, half leeggemaakte Airbnbstudio’s door belanden we heel toevallig – via bettundbike.de – in Freudenstadt in een hotel. Niet in zo’n al even kille kamer van een keten, maar in een oer-klassiek Duits familiehotelletje met alle bijhorende tierlantijntjes aan de muur. Het mag een wonder heten dat ze corona hebben overleefd, maar afgaande op het ontbijt dat we geserveerd krijgen mogen ze van ons nog generaties lang meegaan: naast

Midden op de Panorama-Radweg richting Villingen-Schwenningen liggen twee kittens op het asfalt te soezen. Noch het suizen van onze banden, noch de roofvogel hoog boven hun kopjes haalt hen uit hun siësta. Dorpjes liggen al even ingedommeld in de dalen, tussen velden die zinderen, soms groen, soms goudgeel en soms blauw (van de zonnepanelen). De veelal korte hellingen leggen ons ritme vast: trappen, bovenkomen, stoppen en luisteren naar de stilte, onze ademhaling en het ruisen van de wind. Alleen een vogel durft al eens kwetterend protesteren wanneer we knerpend op een grindpad passeren.

Het is een theorie als een ander, maar het lijkt alsof de stilte gevrijwaard is door het lawaai te concentreren op een aantal hotspots. Zoals in Titisee-Neustadt, parel aan de toeristische kroon en aantrekkingspool voor rijke Indiërs en andere ‘see’gangers, maar toch vooral een kermisplek, inclusief reuzenrad. Natuurlijk wagen we ook een duik in het uitgestrekte meer, maar we zijn blij wanneer we snel weer in die andere, stillere wereld belanden.

Bucolische clichés

Op weg naar Glottertal zoeken we zelf onze route uit en in Oberalten krijgen we de indruk door de middenpagina van een brochure vol clichés te fietsen: midden de gemaaide weilanden liggen enorme boerenhoven, houten huizen met balkons vol rode bloemen, stapels gekliefd hout en tussen de balen hooi enkele loslopende kippen en een obligate hond. Het enige wat we missen is zo’n zwartgerokt Schwarzwaldmeisje met bollenhoed dat tevoorschijn huppelt. Trouwens, een internetweetje: de rode bollen op de hoed verraden een ongetrouwde vrouw, zwarte een getrouwde. Al wordt het bucolische plaatje wel even doorprikt door affiches met het opschrift: ‘Wölfe fressen kein Gras’. Blijkbaar zijn de eigenaars van weidedieren ook hier boos op de stijgende wolvenpopulatie. Om ons lijstje clichés helemaal af te vinken, passeren we toevallig langs de enige echte ‘Schwarzwaldklinik’ uit de beroemde jaren 80-serie.

Plateau of top?

Zowel de Feldberg als de Kandel, nummer 1 en nummer 8 op het lijstje hoogste toppen, vereren we – bij wijze van tussendoortje op een ‘rustdag’ – met een bezoekje. De eerste met de fiets, de tweede ook te voet. Onderweg klimmen we ons in het zweet, gelukkig vaak dankbaar in de schaduw van een sparrendak. Maar bijna boven opent het landschap zich en vragen we ons Hoge Venengewijs af of we nu op een top of op een plateau zijn beland. Vanop de Kandel zien we in de verte, aan de overkant van de Rijnvallei, de verwante en identieke koppen van de Vogezentoppen. Een etappe verder wandelen we vanuit

Mühlenbach naar de Farrenkopf. Daar picknicken we aan de Hasemannshut, gekend bij wandelaars van de Westweg, een van de bekendste langeafstandspaden van het Zwarte Woud. De hut ademt de lange geschiedenis van de ‘Wandelvereins’, de pioniers van het trekken.

Drankstations

Wat me mogelijks nog zal bijblijven? De ‘Getränkestations’ die we tijdens onze wandelingen passeren: uitgeholde boomstammen of houten barkasten gevuld met frisse Apfelschorles en Radlers. Digitaal betalen kan nog niet, maar gelukkig hebben we wat euro’s bij om achter te laten. Naar verluidt gaat deze zegen voor de wandelaar terug op de traditie van de ‘Milchhisli’, melkhuisjes uit de tijd dat elektriciteit hier nog niet was doorgedrongen. Boeren en bosbouwers bewaarden hun drank in bakken waar koel bergwater door liep.

Fruit, fruit, fruit

De laatste twee etappes zakken we af richting Rijnvallei. Daar volgen we op de westelijke flanken van het Zwarte Woud de Naturpark Radweg Mitte/Nord richting Baden-Baden en Karlsruhe. Ortenau is een naam die ik wellicht niet zal onthouden, maar deze licht heuvelende regio is de grootste fruittuin die ik ooit gezien heb. Tientallen kilometers lang staan laagstammen en hoogstammen netjes in het gelid. Appel- en perenbomen wisselen af met pruimelaars, abrikozen en tal van bessenstruiken.

Op de flanken liggen wijngaarden. Jammer genoeg zijn de appels half augustus nog wat aan de zurige kant.

Klimaatverstoring

Nog iets dat ik zeker zal onthouden van deze tocht: de hitte. Op de fiets was die nog draaglijk, op wandel minder. In Glottertal sliepen we drie dagen in een yurt aan de rand van een wijngaard. Een fantastische plek, maar half augustus 2022 tussen 12u en 20u een ondraaglijke plek. Gelukkig lag de oplossing vlakbij: de goedkoopste airco ter wereld, een bos. Onbewust gingen we onder een naald- of bladerdak wat trager wandelen, om nog even wat langer te verkoelen in afwachting van een volgend open stuk.

Het enige wat we missen is zo’n zwartgerokt Schwarzwaldmeisje met bollenhoed dat tevoorschijn huppelt.

Op de treinrit terug zagen we in de bocht van Kaub met eigen ogen de lage waterstand van de Rijn, de oorzaak voor het stilleggen van de binnenscheepvaart. Een primeur, en na de overstromingen in Wallonië en de Eifel een jaar eerder voor West-Europeanen een nieuwe confrontatie met de klimaatverstoring. Zouden we in 2053 herinneringen ophalen aan deze zomer, als een kantelpunt dat ons wakker en in actie deed schieten?

Het Zwarte Woud heeft wel wat langeafstandsroutes. In de artikeldatabank op onze website vind je een link naar overzichtspagina’s zoals schwarzwald-tourismus.info. Maar opgelet: sommige tellen flink wat onverharde kilometers. Wij spoorden naar Pforzheim en volgden drie dagen de Panorama Radweg zuidwaarts. De laatste twee etappes terug noordwaarts lieten we ons leiden door de Naturpark Radweg Mitte/Nord. Tussendoor zochten we onze eigen weg.

Onze etappes: fietsdag 1 Pforzheim – Freudenstadt (75 km), fietsdag 2 naar Villingen-Schwenningen (70 km), fietsdag 3 naar Titisee (60 km), fietsdag 4 naar Glottertal (50 km), fietsdag 5 naar Mühlenbach (50 km), fietsdag 6 naar Steinbach (80 km) en fietsdag 7 naar Karlsruhe (50 km). Tussendoor beklommen we met de fiets of te voet enkele toppen.

De internationale ICE-trein Brussel – Keulen heeft geen plaats voor fietsen, dus waren we wel verplicht regionale treinen te nemen met overstappen in Verviers en Aken. De snellere Duitse IC-treinen hebben wel fietsplaatsen, maar daarvoor moet je reserveren (www.bahn.de). Voor regionale treinen is dat niet nodig.

This article is from: