

Jaarverslag 2024
Voorwoord
Wat gaat een jaar snel voorbij wanneer je terugleest wat er allemaal is gebeurd. We leven in een snel veranderende tijd en dat heeft gevolgen voor onze voornemens wanneer we starten met een nieuw jaar. Proberen koers te houden wanneer de inzichten zowel op landelijk, provinciaal en lokaal niveau voortdurend wijzigen is een hele uitdaging. Meer woningen bouwen tegenover minder huurverhoging, aanscherping van de opgave in duurzaamheid én betaalbare woningen van goede kwaliteit in leefbare dorpen. Deze thema’s doen ertoe bij woningcorporaties en dus ook bij Oost West Wonen. Ik voel mij daar in ieder geval op aangesproken.
Zo stond in 2024 de jaarlijkse huurverhoging vol in de belangstelling. Ik kan mij voorstellen hoe onaangenaam de boodschap van een forse maandelijkse verhoging bij onze huurders is gevallen. Iedereen ziet de kosten stijgen van het dagelijks leven en dan gaat ook de huur nog met een sprong omhoog. Ik kan alleen maar benadrukken dat we ons uiterste best doen om in een rap tempo nieuwe woningen toe te voegen, woningen te verduurzamen, woonlasten naar beneden te krijgen en de kwaliteit van de woningen steeds meer te verbeteren. Dat rechtvaardigt de huurverhoging. We hopen dat onze zittende huurders dat ook merken wanneer ze zich met lagere energielasten thuis voelen in een behaaglijk warme woning en dat onze toekomstige huurders blij zijn dat ze dankzij deze nieuwbouwplannen kunnen (door)verhuizen.
We moeten steeds scherpere keuzes maken. Als enige corporatie op Goeree-Overflakkee, pakken we een grote opgave op. Ik zie dat we bouwen voor alle huurders; zowel voor starters als senioren, zowel voor zelfstandige huurders als huurders met een zorgvraag, voor mensen met weinig inkomen en mensen die net wat meer te besteden hebben. Oost West Wonen heeft een aantal projecten opgeleverd waarin bijzondere doelgroepen een duurzame woonplek hebben gevonden. De Oekraïense vluchtelingen konden in 2024 gehuisvest worden in 111 flexwoningen. In 30 appartementen kregen mensen met een zorgvraag een woning onder de begeleiding van zorginstelling Sjaloom of Zeeuwse Gronden. En in Ouddorp leverden we 16 appartementen op voor senioren, waarbij huurders uit het dorp als eerste de mogelijkheid kregen om door te stromen. Al met al prachtige resultaten die zorgen voor een groei van het aandeel sociaal op Goeree-Overflakkee. Kijkend naar de projecten die bij ons op de planning staan, worden dat er alleen maar meer de aankomende jaren. Ik ben trots op de manier waarop de medewerkers van Oost









West Wonen steeds opnieuw proberen in te spelen op de behoeften en verwachtingen van de huurders. We maken een jaarlijks magazine Thuis Best met nuttige informatie en huurdersverhalen, we organiseren bewonersavonden, we meten de kwaliteit van de dienstverlening en we informeren onze huurders individueel tijdens projecten of zaken die hen aangaan. Dekt dat alles dan de juiste lading om te beantwoorden aan de behoefte van onze huurders? Dat hebben we nagevraagd tijdens een grootschalig huurdersevenement. Veel doen we goed, maar er valt ook nog het nodige te verbeteren in onze relatie met de huurder.
Onlangs maakte het kabinet bekend dat de huur voor 2025 en 2026 worden bevroren. Dit heeft grote impact op de investeringsruimte van Oost West Wonen. Investeringen die juist zo hard nodig zijn om betaalbaar wonen op Goeree Overflakkee mogelijk te maken. Direct voorafgaand aan het vaststellen van de jaarstukken is duidelijk geworden dat de huurprijsbevriezing in 2025 niet doorgaat als gevolg van het vallen van het kabinet op 3 juni 2025. Vooralsnog is onduidelijk of en zo ja op welke termijn deze of vergelijkbare maatregelen alsnog worden ingevoerd.
Halen we alle ambities die we ons voornemen? Veel wel. Ook die prestaties mogen best de aandacht krijgen. Ik zie dat we ons continu inspannen om dat wat we ons voornemen ook te behalen. Soms gaat het wat langzamer, soms komen we tot andere inzichten en soms hebben we andere prioriteiten gekregen. Maar veel weten we naar de eindstreep te brengen. Daarbij vraagt ook onze eigen organisatie om de nodige aandacht. Met een hoog ziekteverzuim in 2024 en een meting op het werkgeluk, met daarin gelukkig ook de gouden handvatten voor verbetering. Ondanks de uitdagingen, houden we onze koers vast, met het vertrouwen dat we de klus met elkaar klaren. Want dat is Oost West Wonen!

Marleen van de Kamp
Bestuurder Oost West Wonen




Oost West Wonen in 2024





Huurderstevredenheid
Gemiddelde score op onderstaande klantreizen




Gemiddelde netto huur





Betaalbare, beschikbare en geschikte woningen




Zoekduur woningzoekenden










Onderhoud 8,1


158 woningen gerealiseerd












Aantal woningen verkocht & nieuwbouw 416 13,2 maanden



18 woningen & 2 garages verkocht





Woningen die wij verhuren (geen garages): 6.121
Eenheden die wij verhuren via zorgpartijen: 366












Nieuwe verhuringen Tijdelijke huisvesting



Totaal 6.487 objecten


We werken mee aan een leefbare woonomgeving

Aantal keer buurtbemiddeling 12
Aantal meldingen van woonoverlast 561 (groen/tuinoverlast 155, geluidsoverlast 77, burenruzie 13, gedrag 87, afval 33, leefgeluiden 27)
Aantal leefbaarheidsacties 17








Professionele organisatie

Aantal medewerkers 64 medewerkers (56,5 FTE)
Verzuimpercentage 8,24%
Werkgeluk 6,9
We zorgen voor een duurzame en kwalitatief goede woningvoorraad
138 woningen voorzien van HR++ glas
46 woningen voorzien van dakisolatie
75 woningen voorzien van vloerisolatie
14 woningen voorzien van zonnepanelen
646
Bij totaal 646 woningen is het schilderwerk uitgevoerd.
430 cv-ketels vervangen
49 warmtepompen geplaatst
4820
Woningen met een label C of beter
Vraaggestuurd onderhoud bij 169 woningen, 8295 reparatieverzoeken , 163 woningen mutatieonderhoud





Besteding huurinkomsten

Huurontvangsten en overige vergoedingen
45,8 miljoen
Verkopen en overige ontvangsten 4,93 miljoen
Betalingen aan werknemers
5,0 miljoen
Onderhoud 16,37 miljoen
Overige bedrijfslasten 6,97 miljoen
Rente
5,4 miljoen




Investeringen in nieuwbouw en verbetering 23,14 miljoen

Afl ossingen, nieuwe leningen en mutatie liquide middelen 13,4 miljoen
Belastingen en heffi ngen 6,13 miljoen
Overige investeringen 0,98 miljoen
Leefbaarheid 0,14 miljoen

























1.1 Dienstverlening aan onze huurders
Oost West Wonen is er voor onze huurders, dat betekent dat wij elke dag bezig zijn met een goede dienstverlening richting onze huurders én woningzoekenden. Dat betekent niet dat er geen fouten worden gemaakt of dat zaken altijd goed verlopen, maar we zijn wel aanspreekbaar op die fouten of wanneer de dienstverlening minder gaat. Deze feedback gebruiken we om scherp te blijven en ons werk de volgende keer weer beter te doen. Tevreden huurders, blijven het uitgangspunt voor ons werk. Persoonlijk contact vinden we bij Oost West Wonen belangrijk. We doen wat we zeggen, we luisteren en zijn betrokken, we zijn zichtbaar in de wijk en aanspreekbaar. Naast persoonlijk contact zijn we ook bereikbaar via ons huurdersportaal en onze apps voor huurders en woningzoekenden. Om deze contactmomenten goed vast te leggen en opvolging te verbeteren, maken wij gebruik van een ‘klantvolgsysteem’. Door alle contactmomenten vast te leggen in dit systeem, zorgen we ervoor dat we weten, waar vragen van huurders vandaan komen, dat we niets vergeten en andere collega’s weten wat er speelt. Zo zetten wij ons elke dag in om onze dienstverlening aan te laten sluiten bij behoeften van onze huurders en woningzoekenden.
KWH
onderzoek naar de kwaliteit van onze dienstverlening. De resultaten van 2024 tonen we per meetonderdeel in onderstaande tabel.
Tabel: Resultaten KWH per meetonderdeel 2024 Bron: KWH Klantvizier, d.d. 22 januari 2025
De individuele resultaten van de verschillende meetonderdelen zijn positief. Onze huurders waarderen Oost West Wonen gemiddeld met een 8,0 op de hierboven genoemde klantreizen, tegenover een streven in het ondernemingsplan 2021-2025 van 7,8. Op alle onderdelen zijn de waarderingen ten opzichte van 2023 gestegen.
Een uitzondering hierop is het onderdeel ‘algemene waardering’, deze is in 2024 gedaald en ligt nu op het landelijke niveau Dit onderdeel wordt twee keer in het jaar gemeten en geeft een totaalbeeld van alle contacten die wij als corporatie hebben met onze huurders. Over het geheel bekeken zijn onze huurders gemiddeld iets tevredener als in 2023
Aedes Benchmark Huurdersoordeel
Al een aantal jaren doet Oost West Wonen mee aan de Aedes Benchmark. Deze benchmark biedt corporaties inzicht in hun prestaties en maakt deze onderling vergelijkbaar. Eén van de prestatievelden is het Huurdersoordeel. Het gaat hierbij om de volgende drie deelscores: Nieuwe huurders, Reparatieverzoeken en

In samenwerking met Kwaliteitscentrum Woningcorporaties Huursector (KWH) doen wij maandelijks onderzoek naar de kwaliteit van onze dienstverlening. De resultaten van 2024 tonen we per meetonderdeel in onderstaande tabel.


De individuele resultaten van de verschillende meetonderdelen zijn positief. Onze huurders waarderen Oost West Wonen gemiddeld met een 8,0 op de hierboven genoemde klantreizen, tegenover een streven in het ondernemingsplan 2021-2025 van 7,8. Op alle onderdelen zijn de waarderingen ten opzichte van 2023 gestegen. Een uitzondering hierop is het onderdeel ‘algemene waardering’, deze is in 2024 gedaald en ligt nu op het landelijke niveau. Dit onderdeel wordt twee keer in het jaar gemeten en geeft een totaalbeeld van alle contacten die wij als corporatie hebben met onze huurders. Over het geheel bekeken zijn onze huurders gemiddeld iets tevredener als in 2023.
Aedes Benchmark Huurdersoordeel
Al een aantal jaren doet Oost West Wonen mee aan de Aedes Benchmark. Deze benchmark biedt corporaties inzicht in hun prestaties en maakt deze onderling vergelijkbaar. Eén


































Bedrijfslasten






Huurdersoordeel















































































































































van de prestatievelden is het Huurdersoordeel. Het gaat hierbij om de volgende drie deelscores: Nieuwe huurders, Reparatieverzoeken en Vertrokken huurders. Op basis van de drie deelscores wordt een letter (A, B of C) toegekend voor het hele prestatieveld. Voor Oost West Wonen geldt voor 2024 een A als score voor het Huurdersoordeel, in 2023 was dit ook een A.
In 2024 zijn we verder aan de slag gegaan met de kernbeloften en ook in 2025 gaan we dat weer doen. We brengen ze tijdens afdelingsoverleggen en een aantal personeelsbijeenkomsten onder de aandacht.
1.3 Huurdersverenigingen
Vertrokken huurders. Op basis van de drie deelscores wordt een letter (A, B of C) toegekend voor het hele prestatieveld. Voor Oost West Wonen geldt voor 2024 een A als score voor het Huurdersoordeel, in 2023 was dit ook een A.
De tabel hieronder toont de scores uit de Aedes Benchmark van 2024 per deelscore voor zowel Oost West Wonen als landelijk.
De tabel hieronder toont de scores uit de Aedes Benchmark van 2024 per deelscore voor zowel Oost West Wonen als landelijk.
Nieuwe huurder
Tabel: Score Aedes Benchmark 2024 Bron: KWH Klantvizier, d.d. 22 januari 2024
1.2 Klantvisie
1.2 Klantvisie
In 2024 zijn we verder aan de slag gegaan met onze klantvisie. De klantvisie is door de leidinggevenden besproken op de afdelingsoverleggen De gedachte achter de klantvisie is dat we klantbewust ons werk doen, waarbij we ons verplaatsen in onze huurder of woningzoekende Dat we regelmatig de klantvisie weer op tafel leggen is van belang om elkaar er bewust van te houden dat we een klantvisie hebben, dat deze een doel dient en richting geeft In de klantvisie is verwoord waar wij voor staan, hoe wij met onze huurders en woningzoekenden omgaan en wat huurders en woningzoekenden van ons mogen verwachten.
Daarnaast zijn er 5 kernbeloften bepaald. De 5 kernbeloften zijn:
1. We zijn er voor de huurder
2. We doen wat we zeggen
3. We luisteren en zijn betrokken
4. We zijn zichtbaar in de wijk
5. We zijn laagdrempelig en aanspreekbaar
De huurdersverenigingen spelen een essentiële rol als gesprekspartner voor Oost West Wonen. In ons werkgebied zijn twee huurdersverenigingen actief: Huurdersvereniging Goedereede en Huurdersvereniging Goeree-Overflakkee. Met beide verenigingen onderhouden we een constructieve samenwerking. De huurdersverenigingen zijn nauw betrokken bij het opstellen en ondertekenen van de prestatieafspraken en andere beleidsstukken.
Tijdens de periodieke overleggen brengen zowel de huurdersverenigingen als Oost West Wonen onderwerpen ter sprake die in het belang van de huurder besproken moeten worden. Gespreksonderwerpen met de huurdersverenigingen waren in 2024 onder andere: afstemming van beleid, afstemmen brochures, update over projecten, personeelsontwikkelingen, de jaarlijkse huurverhoging, de klantvisie, de kaderbrief, de begroting en de jaarrekening.
In 2024 zijn we verder aan de slag gegaan met de kernbeloften en ook in 2025 gaan we dat weer doen. We brengen ze tijdens afdelingsoverleggen en een aantal personeelsbijeenkomsten onder de aandacht.
1.3 Huurdersverenigingen
In 2024 zijn we verder aan de slag gegaan met onze klantvisie. De klantvisie is door de leidinggevenden besproken op de afdelingsoverleggen. De gedachte achter de klantvisie is dat we klantbewust ons werk doen, waarbij we ons verplaatsen in onze huurder of woningzoekende. Dat we regelmatig de klantvisie weer op tafel leggen is van belang om elkaar er bewust van te houden dat we een klantvisie hebben, dat deze een doel dient en richting geeft. In de klantvisie is verwoord waar wij voor staan, hoe wij met onze huurders en woningzoekenden omgaan en wat huurders en woningzoekenden van ons mogen verwachten.
De huurdersverenigingen spelen een essentiële rol als gesprekspartner voor Oost West Wonen. In ons werkgebied zijn twee huurdersverenigingen actief: Huurdersvereniging Goedereede en Huurdersvereniging Goeree-Overflakkee. Met beide verenigingen onderhouden we een constructieve samenwerking. De huurdersverenigingen zijn nauw betrokken bij het opstellen en ondertekenen van de prestatieafspraken en andere beleidsstukken.
Daarnaast zijn er 5 kernbeloften bepaald.
De 5 kernbeloften zijn:
1. We zijn er voor de huurder
Naast de vier formele vergaderingen vindt er maandelijks een informeel overleg plaats met beide huurdersverenigingen. Tijdens deze overleggen bespreken we kwesties en klachten die direct impact hebben op huurders. Ook wisselen we informatie uit over ontwikkelingen en activiteiten bij Oost West Wonen.
Tijdens de periodieke overleggen brengen zowel de huurdersverenigingen als Oost West Wonen onderwerpen ter sprake die in het belang van de huurder besproken moeten worden. Gespreksonderwerpen met de huurdersverenigingen waren in 2024 onder andere: afstemming van beleid, afstemmen brochures, update over projecten, personeelsontwikkelingen, de jaarlijkse huurverhoging, de klantvisie, de kaderbrief, de begroting en de jaarrekening.
2. We doen wat we zeggen
3. We luisteren en zijn betrokken
4. We zijn zichtbaar in de wijk
Naast de vier formele vergaderingen vindt er maandelijks een informeel overleg plaats met beide huurdersverenigingen. Tijdens deze overleggen bespreken we kwesties en klachten die direct impact hebben op huurders. Ook wisselen we informatie uit over ontwikkelingen en activiteiten bij Oost West Wonen
5. We zijn laagdrempelig en aanspreekbaar.



Betaalbaar, beschikbaar, geschikt
Oost West Wonen is de enige woningcorporatie op Goeree-Overflakkee en bezit ongeveer 29% van de woningen op het eiland. Met dit aandeel draagt Oost West Wonen bij aan het bieden van betaalbare huurwoningen voor de inwoners van GoereeOverflakkee. Eind 2024 verhuurden we in totaal 6.121 woningen, daarnaast woonden circa 400 huishoudens via een zorgorganisatie in woningen of appartementen van Oost West Wonen. We verhuurden 111 woningen voor de opvang van ontheemden rechtstreeks aan de Gemeente Goeree-Overflakkee.
2.1 Nieuwe verhuringen
In 2024 hebben we 416 woningen verhuurd aan woningzoekenden. Het merendeel hiervan betreft reguliere verhuur met een huurprijs tot € 879,66. Slechts twee woningen zijn verhuurd boven dit bedrag, de liberalisatiegrens. Daarnaast zijn er 59 woningen tijdelijk verhuurd aan Gapph, dit zijn woningen die we op termijn willen slopen. Om statushouders te huisvesten, zijn 16 woningen voor een korte periode beschikbaar gesteld aan de gemeente Goeree-

Overflakkee. Deze 16 woningen zijn niet opgenomen in het totaal van 416 verhuurde woningen. Ook de 111 opgeleverde flexwoningen zijn niet opgenomen in het totaal aantal verhuurde woningen. Deze woningen worden namelijk rechtsreeks verhuurd aan de gemeente Goeree- Overflakkee.
Oost West Wonen voert een tweehurenbeleid, waarmee we het grootste deel van onze woningen betaalbaar en beschikbaar houden. Bij het vrijkomen van een woning stellen we de huurprijs opnieuw vast. De streefhuur, gebaseerd op de kwaliteit van de woning, bepaalt de huur voor de volgende huurder. In 2024 werd 87,5% (89,8% in 2023) van de verhuurde woningen aangeboden met een huurprijs onder de € 697,07. Dit is de hoge grens van het passend toewijzen.
In het afgelopen jaar hebben we 143 woningen (145 in 2023) afgetopt en voor een lagere huur verhuurd aan huishoudens met een lager inkomen. Daarnaast zijn 17 woningen (15 in 2023) afgetopt op de liberalisatiehuurgrens.
De aanhoudende krapte op de woningmarkt zorgt ervoor dat huurders minder snel verhuizen. Ook de stijgende prijzen van koopwoningen maken de overstap van een huur- naar een koopwoning minder aantrekkelijk. In 2024 hebben 419 huurders hun woning verlaten, wat resulteert in een mutatiegraad van 7,0% (6,8% in 2023), dit ligt precies op de verwachte norm van 7,0%.
2.2 Passend toewijzen
Corporaties zijn verplicht om hun woningen passend toe te wijzen volgens de richtlijnen van de overheid. Dit houdt in dat de huurprijs van een woning moet aansluiten bij het inkomen en de samenstelling van het huishouden van de woningzoekende. Op deze manier zorgt de overheid ervoor dat huishoudens met een lager inkomen niet worden geconfronteerd met een te hoge huur. De grenzen voor passend toewijzen worden jaarlijks door de overheid herzien.
In 2024 was de passende huur € 650,43 voor huishoudens van 1 of 2 personen en € 697,07 voor huishoudens die uit meer dan 2 personen bestaan. De inkomensgrenzen die daarbij gehanteerd worden vanuit de huurtoeslagwet zijn € 27.225 voor een huishouden van 1 persoon en € 36.675 voor een huishouden van meer dan 1 persoon. Om de betaalbaarheid nog meer te ondersteunen krijgen alleenstaanden met een inkomen tussen € 27.225 en € 36.675 een huur van maximaal € 650,43. Elke corporatie moet ervoor zorgen dat bij ten minste 95% van de woningen die zij jaarlijks toewijzen aan huishoudens met een inkomen onder de inkomensgrens voor passend toewijzen, de huur onder de zogenaamde aftoppingsgrens ligt.
In het afgelopen jaar heeft Oost West Wonen 246 mensen een passende woning toegewezen. Daarmee heeft Oost West Wonen 100% (99,5% in 2023) van haar woningen passend toegewezen. Daarnaast hebben 168 huishoudens met een inkomen buiten de grenzen van passend toewijzen een woning gekregen, waarvan 86 huishoudens een woning ontvingen met een huurprijs binnen de passend toewijzen grens.
2.3 Toewijzingsnorm DAEB
De overheid heeft naast het passend toewijzen ook regels opgesteld over welke inkomensgroepen corporaties mogen huisvesten, de zogenaamde DAEB-regels. Voor Oost West Wonen betekent dit dat 85% van de woningen moet worden toegewezen aan huishoudens met een inkomen lager dan € 47.699 (voor eenpersoonshuishoudens) of € 52.671 (voor meerpersoonshuishoudens). Volgens de prestatieafspraken beschikt Oost West Wonen naast de 7,5% vrije toewijzingsruimte over een extra 7,5% vrije toewijzingsruimte. Hierdoor kan met een totale vrije toewijzingsruimte van 15% ook aan huishoudens met een hoger inkomen een woning worden toegewezen.
2.3 Toewijzingsnorm DAEB
In 2024 hebben 48 huishoudens (48 huishoudens in 2023) met urgentie een woning toegewezen gekregen. Hierbij zijn de 33 huishoudens die een woning kregen in verband met herstructurering niet meegerekend. We constateren dat de druk op de woningmarkt om een geschikte woning te vinden hoog blijft. Van alle nieuwe verhuringen is 11,5% toegewezen aan mensen met een sociale of medische urgentie.
2.6 Verkopen
De woningen die Oost West Wonen verkoopt, passen strategisch gezien niet binnen onze portefeuille of bevinden zich in woonblokken waar al meerdere woningen van zijn verkocht. De woningverkopen vinden plaats op basis van vastgestelde verkoopuitgangspunten. De meeste woningen zijn het afgelopen jaar verkocht op basis van bieding door de koper. Voor alle woningen werken we met actuele NWWItaxatierapporten van onafhankelijke taxateurs. De koopakten worden aan de hand van een standaard koopakte opgemaakt door de notaris.
De overheid heeft naast het passend toewijzen ook regels opgesteld over welke inkomensgroepen corporaties mogen huisvesten, de zogenaamde DAEB-regels. Voor Oost West Wonen betekent dit dat 85% van de woningen moet worden toegewezen aan huishoudens met een inkomen lager dan € 47.699 (voor eenpersoonshuishoudens) of € 52.671 (voor meerpersoonshuishoudens). Volgens de prestatieafspraken beschikt Oost West Wonen naast de 7,5% vrije toewijzingsruimte over een extra 7,5% vrije toewijzingsruimte. Hierdoor kan met een totale vrije toewijzingsruimte van 15% ook aan huishoudens met een hoger inkomen een woning worden toegewezen.
In 2024 heeft Oost West Wonen 376 woningen toegewezen binnen de 85%-norm. Voor 38 woningtoewijzingen is gebruikgemaakt van de vrije toewijzingsruimte. Dit betekent dat over het hele jaar 9,2% van de vrije toewijzingsruimte is benut en 90,8% (90,5% in 2023) van de toewijzingen is gedaan aan huishoudens met een inkomen lager dan de gestelde grenzen (€ 47.699 of € 52.671).
In 2024 heeft Oost West Wonen 376 woningen toegewezen binnen de 85%-norm. Voor 38 woningtoewijzingen is gebruikgemaakt van de vrije toewijzingsruimte. Dit betekent dat over het hele jaar 9,2% van de vrije toewijzingsruimte is benut en 90,8% (90,8% in 2023) van de toewijzingen is gedaan aan huishoudens met een inkomen lager dan de gestelde grenzen (€ 47.699 of € 52.671).
In 2024 zijn er 18 woningen en 2 garages verkocht.
In 2024 heeft Oost West Wonen de toewijzingen binnen de gestelde wet- en regelgeving uitgevoerd.
In 2024 heeft Oost West Wonen de toewijzingen binnen de gestelde wet- en regelgeving uitgevoerd.
Aantal Realisatie Norm
DAEB-verhuringen binnen 85% norm inkomensgrens 376 90,8% 85%
DAEB-verhuringen binnen 15% norm inkomensgrens 38 9,2% 15%
Passend toegewezen binnen huurtoeslag 246 100% 95%
Niet-passend toegewezen binnen huurtoeslag 0 0% 5%
Toegewezen boven huurtoeslag 168
De gemiddelde verkoopopbrengst in 2024 bedroeg ruim € 252.000. De begrote verkoopopbrengst was € 196.500 per woning. Wel waren er 23 woningen begroot om te verkopen. Daarnaast is circa € 32.000 ontvangen in verband met kortingen die gegeven zijn bij eerdere verkopen en is er bijna € 10.000 vanuit Oost West Wonen uitgekeerd als compensatie voor aanwezige asbest bij verkochte woningen.
In bijlage 3 van het jaarverslag is een verdere detaillering van de woningtoewijzingen opgenomen
In bijlage 3 van het jaarverslag is een verdere detaillering van de woningtoewijzingen opgenomen.
2.4 Ontruimingen
2.4 Ontruimingen
In 2024 zijn er géén woningen ontruimd. Wel hebben enkele huurders, bij wie sprake was van overlast of drugsgerelateerde zaken, hun woning vrijwillig verlaten na opzegging. Wij willen ontruimingen voorkomen. Wanneer echter ondanks onze inspanningen de huur niet wordt betaald, overlast blijft of drugsgebruik aan het licht komt, zijn we soms genoodzaakt om stappen te ondernemen richting ontruiming
2.5 Urgentie
Elk jaar ontvangen wij veel verzoeken voor een urgentieverklaring. Met een urgentieverklaring krijgen woningzoekenden voorrang bij het toewijzen van een sociale huurwoning Urgente woningzoekenden ontvangen daarbij extra inschrijfduur, waardoor zij sneller in aanmerking komen voor een woning. Oost West Wonen heeft hiervoor een interne urgentiecommissie, bestaande uit twee medewerkers, waarvan één een vast lid is.
In 2024 hebben 48 huishoudens (48 huishoudens in 2023) met urgentie een woning toegewezen
Hierbij zijn de 33 huishoudens die een woning kregen in verband met herstructurering niet meegerekend. constateren dat de druk op de woningmarkt om een geschikte woning te vinden hoog blijft. Van verhuringen is 11,5% toegewezen aan mensen met een sociale of medische urgentie.
In 2024 zijn er géén woningen ontruimd. Wel hebben enkele huurders, bij wie sprake was van overlast of drugsgerelateerde zaken, hun woning vrijwillig verlaten na opzegging. Wij willen ontruimingen zoveel mogelijk voorkomen. Wanneer echter ondanks onze inspanningen de huur niet wordt betaald, overlast blijft aanhouden of drugsgebruik aan het licht komt, zijn we soms genoodzaakt om stappen te ondernemen richting ontruiming.
2.6 Verkopen
2.5 Urgentie
De woningen die Oost West Wonen verkoopt, passen strategisch gezien niet binnen onze portefeuille of bevinden zich in woonblokken waar al meerdere woningen van zijn verkocht. De woningverkopen vinden plaats op basis van vastgestelde verkoopuitgangspunten. De meeste woningen zijn het afgelopen jaar verkocht op basis van bieding door de koper. Voor alle woningen werken we met actuele NWWI-taxatierapporten van onafhankelijke taxateurs. De koopakten worden aan de hand van een standaard koopakte opgemaakt door de notaris.
Elk jaar ontvangen wij veel verzoeken voor een urgentieverklaring. Met een urgentieverklaring krijgen woningzoekenden voorrang bij het toewijzen van een sociale huurwoning. Urgente woningzoekenden ontvangen daarbij extra inschrijfduur, waardoor zij sneller in aanmerking komen voor een woning. Oost West Wonen heeft hiervoor een interne urgentiecommissie, bestaande uit twee medewerkers, waarvan één een vast lid is.
In 2024 zijn er 18 woningen en 2 garages verkocht. Verder zijn we met 12 woningen aan de slag voor verkoop in 2025


huurverhoging van 5,3% doorgevoerd. Voor huurders met een hoger inkomen golden andere verhogingen: huurders met een hoger middeninkomen kregen een verhoging van € 41,-, terwijl huurders met een hoog inkomen een verhoging van € 75,ontvingen. Ook in de vrije huursector, de MOG-contracten en de Zorg-contracten is de huur met 5,3% verhoogd. Voor BOGcontracten en huurcontracten voor parkeerplaatsen, bergingen en garages gold een verhoging van 5,8%. Na een periode van relatief lage huurverhogingen of zelfs huurverlagingen, was deze relatief hogere verhoging noodzakelijk om te kunnen voldoen aan onze ambities: het bouwen van meer woningen, het in stand houden en verbeteren plus het verduurzamen van ons huidige woningbezit.
2.8 Beschikbaarheid
Er ligt een grote opgave om onze doelstellingen op het gebied van beschikbaarheid te behalen. Om invulling te geven aan de opgave is een goede samenwerking met de gemeente Goeree-Overflakkee essentieel. Zowel op bestuurlijk als op operationeel niveau vindt daarom periodiek overleg plaats. Uitgangspunt van de besprekingen is de opgave die er lokaal ligt in gezamenlijkheid af te stemmen. De opgave voor het eiland vertaalt zich bij de gemeente in een Woonvisie en bij Oost West Wonen in een portefeuillestrategie. De gemeente stelde in november 2024 de woonvisie met Zorg en Welzijn 2024-2029 vast. Deze visie ligt in lijn met onze
Onze doelstellingen hebben we vastgelegd in de portefeuillestrategie die een reikwijdte heeft van 2024 tot 2035. Met onze begroting geven we invulling aan het realiseren van onze ambitie.
Herijking portefeuillestrategie
In het eerste kwartaal van 2024 is de nieuwe portefeuillestratege ‘Aangepaste Koers’ vastgesteld. De aangepaste koers is grotendeels geënt op het woningmarktonderzoek dat daaraan voorafging en de Nationale Prestatie Afspraken. Hierin is gezocht naar een balans tussen het verduurzamen van bestaande woningen en nieuw te bouwen woningen. In de loop van 2024 hebben we gezien dat de druk op het toevoegen van woningen flink is toegenomen en dat de opgave voor de bouw van sociale huurwoningen veel groter is dan de resultaten uit het woningmarktonderzoek.
De herijkte portefeuillestrategie helpt Oost West Wonen richting te bepalen, maar met de continue veranderingen in het speelveld, is de strategie niet in beton gegoten. De grotere druk om meer woningen te bouwen en te participeren in gebiedsontwikkelingen om een aandeel sociale huurwoningen te realiseren, maakt dat we in 2025 opnieuw gaan onderzoeken hoe we maximaal kunnen bijdragen aan de realisatie van nieuwbouw zonder de kwaliteit van het bestaande bezit uit het oog te verliezen.

Verhogen productietempo
Veel nieuwbouwprojecten zitten in de haalbaarheidsfase waarbij we de steun van de gemeente nodig hebben voor de realisatie van betaalbare woningen tegen een sociale grondprijs. Omdat we veelal te maken hebben met grondposities van ontwikkelaars is een sociale grondprijs geen vanzelfsprekendheid. Ook de wensen van de adviescommissie ruimtelijke kwaliteit zorgen ervoor dat we meer tijd nodig hebben om te komen tot een definitief ontwerp met behoud van het realiseren van het aantal sociale woningen.
Om te komen tot versnelling hebben we het overleg met de gemeente geïntensiveerd met als doel om eerder in het proces mogelijke showstoppers te signaleren en aan de voorkant afspraken te maken hoe hiermee om te gaan. Onderdeel van de versnelling is om gebiedsontwikkelingen die zijn aangewezen door de provincie prioriteit te geven. De gemeente vraagt hierin aan ons of wij het sociale deel voor onze rekening willen (en kunnen) nemen. Dit betekent dat wij onze projectenkalender hier mogelijk op aan moeten passen.
Projecten
Oost West Wonen richt zich primair op het in stand houden (onderhoud en woningverbetering) van het woningbezit. Pas als het in stand houden met te hoge kosten gepaard gaat, is sloop en vervangende nieuwbouw een reële optie. In het kader van duurzaamheid en rendement blijft sloop een optie die zeer zorgvuldig gemaakt moet worden en waar terughoudend mee wordt omgegaan.
Naast sloop – nieuwbouw zijn er diverse mogelijkheden om grondposities te verwerven in projecten die veelal in handen zijn van een ontwikkelaar. Vanuit het beleid dat 33,3% van de ontwikkeling wordt ingevuld met sociale huur zijn we als Oost West Wonen bijna een vanzelfsprekende partner bij de ontwikkeling van diverse locaties. Bij iedere locatie is een eerste belangrijke stap te kijken of een nieuwbouwinvestering bijdraagt aan de strategische doelen en passend is binnen de beleidskaders. Naast nieuwbouw ligt er een forse verduurzamingsopgave. Samen met de geselecteerde partners wordt invulling gegeven aan de realisatie van de projectenkalender, dit in lijn met de begroting en meerjarenraming.
In 2024 hield Oost West Wonen zich bezig met de ontwikkeling, realisatie en oplevering van een aantal nieuwbouwprojecten. Hieronder zijn de projecten vermeld die in 2024 zijn opgeleverd of zich in de realisatiefase begeven:
• Project Het LOO in Middelharnis: realisatie van 111 verplaatsbare, permanente flexwoningen voor de opvang van Oekraïners.
• Project Nelisse in Ouddorp: realisatie van 16 zelfstandige reguliere huurappartementen voor senioren.
• Project Akelei in Dirksland: transformatie van 1 ZOGcomplex naar 14 zelfstandige reguliere huurappartementen.
• Project Molenzicht in Dirksland: transformatie van 14 zorgeenheden en 2 algemene ruimten tot 16 zelfstandige reguliere huurappartementen.
• Project Mondriaanhof in Middelharnis: transformatie van een ontmoetingsruimte naar 1 zelfstandig regulier huurappartement.
• Project Eisenhowerlaan in Oude-Tonge: 39 seniorenappartementen op de voormalige locatie van het gemeentehuis worden gerealiseerd en opgeleverd in 2025.
• Project Nollepolder in Melissant: 11 starterswoningen worden in Melissant gerealiseerd en opgeleverd in 2025.
Woningbouw tot en met 2030
Er is een grote behoefte aan woningen op GoereeOverflakkee. We trekken samen met de gemeente op om dit probleem aan te pakken. De gemeente streeft naar een realisatie van 3.250 woningen op basis van de toegestane overprogrammering. Van de te realiseren woningen is 1/3e deel bestemd voor sociale huurwoningen. Oost West Wonen wil haar maatschappelijk vermogen zo veel als mogelijk inzetten om deze doelstelling te realiseren. Om de inwoners en gemeenteraad goed te informeren over de voortgang van de woningbouw op Goeree-Overflakkee, heeft de gemeente een overzicht gemaakt. Dit overzicht heeft betrekking op het aantal woningen dat netto aan de huidige woningvoorraad is of wordt toegevoegd. Ieder kwartaal worden de cijfers geactualiseerd en openbaar gemaakt.
Het meest actuele overzicht vindt u terug op: www.goeree-overflakkee.nl/wonen
Er is een grote behoefte aan woningen op Goeree-Overflakkee. De gemeente werkt daarom samen met ontwikkelaars, particulieren en de woningcorporatie om dit probleem aan te pakken.
We streven naarde realisatievan 3.250woningen in onze gemeente. Dit is op basisvan detoegestane overprogrammering. De gemeenteraad heeft in haarcoalitieprogramma opgenomen dat erin elke kern gebouwd moet worden. Hierbij is aandachtvooridentiteit, kwaliteit, schaal en leefbaarheid.
Bij de bouwvanwoningen richtenwe ons opverschillende doelgroepen. Van starters tot senioren. Zo kan iedereen op Goeree-Overflakkee een passendewoningvinden.
WONINGBOUW
OP GOEREE-OVERFLAKKEE
Van 1 januari 2022 t/m 31 december 2030
GOEDEREEDE
Bij de Stadspoort 23 OWWWesterloostraat 12 Nieuwe Oostdijk 250 Totaalaantalwoningen 285 Gerealiseerde woningbouw Woningen gebouwdtussen 2022 en 1 oktober 2024. Vergund / in aanbouw Het bestemmings-/omgevingsplan is vastge-
DISCLAIMER: Depeildatumvandecijfersinditoverzichtis1oktober2024.Dewoningbouwopgaveisdynamischenkansnelveranderen.Ditkomtdoorverschillendefactoren, zoalseconomischeontwikkelingenendepolitiekesituatie.Wevragenuwbegripvooreventuelewijzingeninditoverzicht.Hetiseendynamischdocument:eenmaalperkwartaal actualiserenwedecijfersendelenhetoverzichtmetdegemeenteraad.Daarnawordthetoverzicht(online)gepubliceerd.Decijfersinditoverzichthebbenbetrekkingop woningbouwprojecten. Erworden opverschillende
gerealiseerdwoningbouwprojectalsdeopleveringensleuteloverdrachtheeftplaatsgevonden.Alsgemeenteontvangenwehiersomspaslatermeldingvan.Debetreffende woningennemenweindatgevalmeeindevolgendeactualisatievanhetoverzicht.Bijdevolgendeactualisatievanditoverzichthebbenweeen(nog)scherperbeeldvan2024.

DEN BOMMEL Bommelerbosch 235 Totaalaantalwoningen 235
Langeweg Totaalaantalwoningen
Realisatie ten opzichte van de begroting 2024
Wanneer we de realisatie op het gebied van beschikbaarheid en geschiktheid van het woningbezit vergelijken met de doelstellingen in de begroting van 2024, zien we het volgende: In 2024 is de woningvoorraad toegenomen van 5.981 naar 6.121 woningen (excl. 76 zelfstandige ZOG-eenheden). De realisatie van nieuwbouw en transformaties verliep volledig volgens plan, met in totaal 158 gerealiseerde woningen. Dit aantal sluit aan bij zowel de begroting als de prognose en bestaat uit nieuwbouwwoningen en de transformatie van zorgeenheden naar reguliere huurappartementen. Bij de verkoop van woningen is het doel niet behaald: er zijn 18 woningen verkocht, minder dan de begrote 23 woningen. Dit resulteert in een realisatiegraad van 78%. De geplande sloop van 48 woningen is uitgesteld, wat tijdelijk voor een grotere woningvoorraad zorgt. Op het gebied van geschiktheid zijn de doelstellingen ruimschoots overtroffen. Er zijn 30 levensloopbestendige woningen toegevoegd, ruim boven de begrote 14 woningen. Dit levert een realisatiegraad op van 214%. Het onderstaande overzicht toont de realisatie in relatie tot de doelstellingen uit de begroting 2024.

Realisatie ten opzichte portefeuillestrategie 2024 - 2035
De woningvoorraad is in 2024 toegenomen met 140 woningen. Hiermee ligt de realisatie op schema en overtreft de groei het haalbare scenario binnen de portefeuillestrategie. Het onderstaande overzicht geeft de realisatie weer ten opzichte van de doelstellingen uit de portefeuillestrategie 2024-2035.



3. Leefbaarheid


Een goede en fijne woonomgeving is voor Oost West Wonen van groot belang. Dagelijks zetten wij ons in voor het bevorderen van de leefbaarheid in de dorpen en wijken waar onze woningen zich bevinden. Dit doen we in samenwerking met diverse organisaties, zoals de gemeente, zorg- en welzijnspartijen en de politie. Belangrijker nog, de bewoners zelf spelen een cruciale rol in het leefbaar houden van hun eigen buurt. In 2024 heeft Oost West Wonen ongeveer € 60.800 besteed aan fysieke leefbaarheid en € 56.500 aan sociale leefbaarheid. In paragraaf 3.2 is een overzicht opgenomen van de leefbaarheidsacties die in 2024 plaatsvonden.
3.1 Overlast
In 2024 ontvingen we in totaal 561 meldingen over leefbaarheid en overlast. Het merendeel van deze meldingen ging over groen- en tuinoverlast, namelijk 155 meldingen. Daarnaast waren er meldingen over geluidsoverlast (77) en burenruzies (13). Ook kregen we meldingen over ongewenst gedrag (87), afvalproblematiek (33) en leefgeluiden (27).
Wanneer huurders een overlastmelding doen, wordt deze opgepakt door een medewerker van Oost West Wonen. Afhankelijk van de aard van de melding en het achterliggende verhaal bepalen we welke stappen nodig zijn en of deze door de Woonconsulent of door de Gebiedsbeheerder worden opgepakt. Zowel de melder als de betrokken huurder speelt een belangrijke rol bij het oplossen van de situatie.
Ook in 2024 hebben we, in samenwerking met onze ketenpartners, actief ingezet op het verbeteren van de woon- en leefomgeving rondom onze huurwoningen. Dit heeft ertoe geleid dat veel huurders zijn aangesproken op het onderhoud van hun voor- en/of achtertuin, evenals het schoon en toegankelijk houden van zij- of achterpaden. Wanneer huurders na herhaalde verzoeken geen actie ondernemen, schakelen we op hun kosten een hovenier in om het tuinonderhoud uit te voeren. Uiteraard proberen we dit zoveel mogelijk te voorkomen.
Sinds 2024 besteden we extra aandacht aan ondermijningsactiviteiten in onze huurwoningen, ook hierin trekken we samen met de ketenpartners op. Wanneer sprake is van drugs, wapens, vuurwerk of andere illegale praktijken, spreken we huurders hier direct op aan met een huuropzeggingsbrief. Daarnaast betrekken we de gemeente en politie zo vroeg mogelijk bij deze situaties. Door deze samenwerking wordt cruciale informatie tijdig gedeeld, zodat we snel en doeltreffend kunnen handelen.
3.2 Leefbaarheidsacties
Naast het aanpakken van overlast zetten we ons al enkele jaren actief in voor het bevorderen van leefbaarheid. Dit doen we door middel van diverse leefbaarheidsacties, die we zoveel mogelijk samen met onze huurders, de gemeente, basisscholen, welzijnsorganisaties en andere betrokken partijen uitvoeren. Het doel van deze acties is het creëren van een prettige woonomgeving, het versterken van de onderlinge verbinding, het stimuleren van positieve gedragsverandering en het vergroenen van de buurt. Binnen deze vergroening speelt biodiversiteit een belangrijke rol, omdat een groene en gevarieerde woonomgeving bijdraagt aan het milieu én het welzijn en woongenot van bewoners.
In 2024 hebben we op basis van een concreet plan van aanpak aan leefbaarheidsacties gewerkt, waarbij de gemeente een belangrijke samenwerkingspartner is.



Enkele voorbeelden van onze leefbaarheidsacties zijn: • Begin 2024 hebben we de algemene tuin bij het appartementencomplex aan de Stoofhoek aangepakt, daarbij zijn in overleg met de bewoners een aantal verbeteringen doorgevoerd, waaronder de verlichting.
• We hebben in april een opruimactie gedaan in Middelharnis. Samen met schoolkinderen, de gemeente en een afval opruimgroep van Middelharnis hebben we rondzwervend afval opgeruimd.
• In Melissant hebben we samen met omwonenden (huurders) gemeenschappelijk groen aangepakt en aangepast naar wens van de bewoners.
• In een seniorenappartementencomplex in Dirksland aan de Akelei stopte een beheerder met zijn werkzaamheden. We hebben de bewoners gevraagd wie de beheerwerkzaamheden op zou willen pakken en onder de bewoners een nieuwe beheerder gevonden. Met deze beheerder hebben we aanpassingen gedaan aan de algemene ruimte en plannen gemaakt voor 2025.
• In juni hebben we met Stichting ZIJN, Gemeente en politie een buurt, sport- en spelmiddag georganiseerd in Middelharnis. Hier hebben we omwonenden ontmoet en gesproken over wat goed is en wat beter kan. Samen met de gemeente bekijkt de lokale school nu hoe het Rubensplein kan worden gerevitaliseerd.
• In Nieuwe-Tonge hebben we een huurdersavond georganiseerd. Op deze avond hebben we diverse huurders gesproken en vragen beantwoord.
• Tot slot zijn we aanwezig geweest op een aantal kerncontactbezoeken van de gemeente. Op deze momenten hebben we aanwezige bewoners gesproken en hun vragen beantwoord.
Omroep Archipel deed verslag van één van onze leefbaarheidsacties in Middelharnis. Bekijk de video hier.
3.3 Vrijwilligers
Oost West Wonen kan rekenen op een groot aantal vrijwilligers die als beheerders diverse hand- en span diensten verrichten. Dit is een essentieel onderdeel van de sociale kant van leefbaarheid. Deze vrijwilligers fungeren als onze ogen en oren in de woongebouwen, wat hen van groot belang maakt voor zowel ons als de huurders van het complex. In december hebben we een gezamenlijk etentje georganiseerd om hen te bedanken en de onderlinge verbinding te versterken.
3.4 Gebiedsgerichte aanpak
Ook in 2024 werkten we vanuit een gebiedsgerichte aanpak. Door deze aanpak bevorderen we de lokale betrokkenheid van Oost West Wonen bij zowel onze huurders als het gebied waarin zij wonen. Dit zorgt ervoor dat onze huurders onze medewerkers kennen en andersom. Het werkgebied is onderverdeeld in drie gebieden. Voor onze collega’s biedt dit de voordelen van focus op een specifiek gebied, met meer aandacht voor de bewoners en woningen in dat gebied. Een
belangrijk voordeel van deze aanpak is dat de collega’s veel kennis ontwikkelen over hun specifieke gebied, wat bijdraagt aan een betere dienstverlening. Het blijft echter belangrijk om voldoende flexibel te blijven, te werken volgens dezelfde uitgangspunten, elkaar op de hoogte te houden en effectief te overleggen.
Sinds 2023 is het team uitgebreid met twee gebiedsbeheerders. Zij zijn dagelijks in de wijken aanwezig om proactief te monitoren wat er speelt in onze buurten. Hun focus ligt in eerste instantie op de eerstelijnszaken, zoals groen-, tuin-, afval- en opslagkwesties. Bij complexere situaties worden de woonconsulenten ingeschakeld. Daarnaast nemen de gebiedsbeheerders, indien nodig, ook de regie bij overlastkwesties, zoals geluidsoverlast en burenruzies. Deze uitbreiding van het team stelt ons in staat om sneller en effectiever in te spelen op de leefbaarheid in de gebieden waar we actief zijn.
Benieuwd hoe onze gebiedsbeheerder te werk gaat? Lees het interview met Jessica Stok in ons huurdersmagazine.
3.5 Leefbaarheidsbeleid
In 2024 is het Leefbaarheidsbeleid van Oost West Wonen definitief vastgesteld. In dit beleid wordt beschreven hoe Oost West Wonen kijkt naar leefbaarheid, welke rollen we voor onszelf zien en invullen, en hoe we deze invulling praktisch realiseren. Daarnaast lichten we de verschillende aspecten



4. Maatschappelijke verbinding
Als woningcorporatie hebben we een cruciale rol in de samenleving: zorgen voor huisvesting van mensen die hier om wat voor reden dan ook niet zelf in kunnen voorzien. In veel gevallen mensen met een lager inkomen. Om deze taak optimaal uit te voeren, werken we nauw samen met andere partijen op het eiland. Deze integrale benadering vraagt veel inzet, maar biedt ook aanzienlijke meerwaarde. Steeds meer samenwerkingspartners erkennen het belang van samenwerking om daadwerkelijk resultaat te behalen. Door goed samen te werken, creëren we duurzamere oplossingen die onze inwoners beter ondersteunen. Een essentieel aspect van deze samenwerking is het tijdig delen van informatie, waarvoor verschillende convenanten zijn ondertekend. Hoewel er zeker sprake is van vooruitgang, zien we nog kansen om hierin verder te verbeteren.
De samenwerking wordt versterkt doordat we elkaar vaker treffen en intensiever in gesprek zijn, zowel met de gemeente als met zorg- en welzijnspartners en andere ketenpartners. Daarnaast merken we dat de omgeving waarin we als organisaties opereren steeds complexer wordt, waardoor de behoefte om gezamenlijk op te trekken steeds urgenter wordt. Het is positief om te zien dat Oost West Wonen steeds vaker betrokken wordt bij uiteenlopende zaken. Ook investeren we zelf in deze samenwerking door actief deel te nemen aan diverse projecten. Deze investeringen zijn geen vrijblijvende inspanningen en vereisen de nodige inzet van onze collega’s. We hopen dat dit leidt tot verdere versterking van de samenwerking.
4.1 Jaarlijkse stakeholdersbijeenkomst Oost West Wonen
Ieder jaar opnieuw organiseert Oost West Wonen een stakeholdersbijeenkomst. Afgelopen november organiseerden we deze bijeenkomst in de vorm van een grootschalig huurdersevenement. Zo’n 120 huurders bezochten deze bijeenkomst en deden mee aan diverse activiteiten. Doel van de bijeenkomst was verbinding maken met onze huurders, huurders betrekken bij de organisatie, mee laten denken in onze koers, een platform voor huurdersparticipatie creëren en onze waardering laten zien. Uit de reacties van collega’s en huurders kunnen we opmaken dat het huurdersevenement is geslaagd. Huurders hebben vooral de verbinding gevoeld

en waardeerden het dat er persoonlijk contact werd gemaakt en gesprekken mogelijk waren. Op verschillende onderdelen is input geleverd en informatie opgehaald, welke we goed kunnen gebruiken voor de invulling van ons nieuwe ondernemingsplan. We hebben de bijeenkomst en de input geëvalueerd en nemen de aanbevelingen mee in onze dagelijkse werkzaamheden en plannen. De aanwezige huurders waardeerden de bijeenkomst gemiddeld met een 7.8.
Bekijk hier een korte video van het huurdersevenement.
4.2 Gemeente Goeree-Overflakkee
Samen met de gemeente zijn we verantwoordelijk voor het wonen op Goeree-Overflakkee. We willen zo optimaal mogelijk samenwerken. Door samen te werken, hebben we de verwachting en ervaring dat dit de leefbaarheid op het terrein van samenleven, voorzieningen en infrastructuur bevordert. Door samen te werken ontstaat er ook wederzijds begrip voor elkaar en meer werkplezier in datgene dat we weten te bereiken.
In 2024 is er, conform de verwachting van de Provincie Zuid Holland, werk gemaakt van de versnellingstafel woningbouwopgave op Goeree-Overflakkee. Dit is een platform waar medewerkers va de gemeente en Oost West Wonen de opgave op het gebied van nieuwbouw met elkaar bespreken. Met behulp van een ingehuurde regisseur is werk

gemaakt van het op elkaar afstemmen van de processen van de twee organisatie, zodat we weten wat we van elkaar kunnen verwachten. Daarnaast zijn we met elkaar in gesprek hoe we invulling kunnen geven aan de grote opgave op Goeree-Overflakkee om voor 1/3 sociale huur te participeren op de verschillende locaties. Deze afstemming met de gemeente wordt door beide partijen als waardevol gezien. Een goede vertaling maken van de verwachtingen van het Rijk, naar provincie, naar lokale afspraken is namelijk best een opgave. Ook moet er voldoende ruimte blijven om lokale krachten in te zetten.
Het is nodig om elkaar structureel te ontmoeten, op collegeniveau, maar ook met de ambtenaren op strategisch, tactisch en operationeel niveau. Dit overleg vindt op vele manieren tussen allerlei verschillende medewerkers van de beide organisaties plaats. Het bestuur/MT van Oost West Wonen heeft daarnaast in 2024 tweemaal met de wethouders en de directeuren van de gemeente Goeree-Overflakkee om tafel gezeten. Onderwerpen waren bijvoorbeeld de transitie naar duurzame energiesystemen, de vitaliteit van de dorpen en de daarbij horende leefbaarheid, de nieuwbouwopgave en de onderlinge samenwerking. Daarnaast hebben we in 2024 intensief samengewerkt aan het project flexwoningen.
Dit resulteerde in de oplevering van 111 flexwoningen die de gemeente nu verhuurt aan Oekraïense vluchtelingen.
Bekijk in een korte video hoe we de oplevering van de flexwoningen samen met buurtgenoten hebben gevierd.
4.3 Prestatieafspraken
Ook in 2024 gaven we samen met gemeente en huurdersverenigingen uitvoering aan de lokale prestatieafspraken en maakten we nieuwe afspraken over de bijdrage van alle partijen aan het lokale woonbeleid van de gemeente Goeree-Overflakkee. Dat lokale woonbeleid is vastgelegd in een nieuwe Woonvisie met Zorg en Welzijn die eind 2024 werd vastgesteld. Met het oog op het verschijnen van nieuwe Nationale Prestatieafspraken en het nieuwe ondernemingsplan van Oost West Wonen kozen we ervoor om de afspraken van 2024 te updaten. In 2025 hopen we weer nieuwe meerjarige prestatieafspraken te maken.
4.4 Visie op Wonen, Zorg en Welzijn
In 2023 hebben we met het beleidsstuk visie op Wonen, Zorg en Welzijn helder gemaakt welke rol wij als corporatie willen spelen op Goeree-Overflakkee. Verder hebben wij in die visie verwoord wat daarvoor nodig is en wie daarvoor nodig is. In dit beleidsstuk zijn de verschillende doelgroepen benoemd en uitgeschreven welke bijdrage wij voor deze doelgroepen kunnen leveren.
Doorstroming van seniore huurders
Uit de visie op Wonen, Zorg en Welzijn zijn de nodige actiepunten naar voren gekomen, zoals bijvoorbeeld het bevorderen van de doorstroming van senioren. Daar hebben we in 2024 een beleidsnotitie op gemaakt met daarin het
besluit dat we daadwerkelijk aan de slag gaan met het informeren, ondersteunen en verwijzen van senioren in het komen tot het verhuizen van de huidige woning naar een seniorenwoning. In 2025 gaan we invulling geven aan het bevorderen van deze doorstroming, daarvoor gaan we 12 uren extra inzetten in combinatie met een andere functie. Bij deze uitvoering gaan we ook Stichting Zijn en de gemeente betrekken.
4.5 Samenwerking met zorg- en welzijnspartijen
De relatie met zorgorganisaties die actief zijn binnen de gemeente Goeree-Overflakkee is goed. In het afgelopen jaar zijn er de nodige periodieke overleggen gevoerd met de verschillende zorg -en welzijnsinstellingen. De overleggen zijn bedoeld om elkaar mee te nemen in ontwikkelingen, af te stemmen op zaken die spelen, het versterken van initiatieven en het komen tot een intensievere samenwerking. Het is onze overtuiging dat we door middel van samenwerken meer voor elkaar kunnen krijgen en huurders beter kunnen helpen. Daarnaast levert goed samenwerken met elkaar werkplezier en energie op. Om georganiseerd met zorgen welzijnspartijen te kunnen samenwerken hebben we periodieke overleggen met hen. Die overleggen hebben we met Sjaloom Zorg, CuraMare, Pameijer, Stichting Kairos en welzijnsorganisatie Stichting ZIJN. Zo zijn we samen met CuraMare bezig met een pilot om te komen tot een soort ‘woonzorgzone’ in Oude-Tonge. Bij dit plan zijn ook Stichting ZIJN, Careijn en de gemeente betrokken. De verwachting is dat de daadwerkelijke stappen richting de realisatie in 2025 zullen plaatsvinden.
Benieuwd naar onze samenwerking met Stichting Zijn? Lees het interview met Stichting Zijn in ons huurdersmagazine.
Tussenwoonvorm met Sjaloom Zorg
Verder hebben we in samenwerking met Sjaloom Zorg een ‘tussenwoonvorm’ gerealiseerd! De verbouwing en verduurzaming van de locatie aan de Molenzicht in Dirksland is in april 2024 afgerond. De eerste bewoners zijn in mei daar gaan wonen. Binnen enkele maanden was de locatie geheel bewoond. Het doel van deze ‘tussenwoonvorm’ is dat huurders met zorgaandachtspunten gecontroleerd stappen gaan zetten in het (meer) zelfstandig wonen en daarna doorstromen naar een geheel zelfstandige woning. Binnen de gemaakte afspraken doen wij de verhuur en Sjaloom Zorg de ambulante zorg. De samenwerking verloopt heel constructief.
Omroep Archipel maakte een nieuwsitem over de samenwerking tussen Oost West Wonen en Sjaloom Zorg en de opening van Molenzicht. Bekijk de video hier.
4.6 Huisvesten van specifieke doelgroepen
Vanuit Oost West Wonen verhuren we woongelegenheden voor specifieke zorgdoelgroepen. Zo huurt Sjaloom Zorg 135 appartementen/kamers voor mensen met een verstandelijke, lichamelijke of psychische problematiek. Gemiva huisvest in 20 appartementen een aantal mensen met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking. Pameijer helpt mensen met psychische problemen. Zij huren een woonvoorziening met 12 appartementen en huisvesten 25 mensen in reguliere woningen. Ook verhuren wij woongebouwen aan CuraMare, waarin zij ouderen huisvesten die te maken hebben met (door de ouderdom) lichamelijke beperkingen, of in mindere mate met dementie. In totaal verhuren wij 195 appartementen/ kamers aan CuraMare. Met ingang van 2025 nemen wij 37 seniorenappartementen van CuraMare weer over om deze zelf te verhuren. Eveneens verhuren wij een woongebouw aan Stichting Kairos, een maatschappelijke opvang voor kwetsbare (jong)volwassenen in de leeftijd van 18 tot 35 jaar. Zij worden geholpen om van hun verslaving en/of andere problematieken af te komen, om daarna weer zelfstandiger te kunnen gaan wonen. Het woongebouw is geschikt voor 11 personen.
Een andere organisatie waar we mee samenwerken is Zeeuwse Gronden. In het woongebouw Elkersweide in Dirksland huisvesten wij mensen met een psychiatrische problematiek. Deze mensen zijn bij Zeeuwse Gronden onder behandeling, terwijl ze op basis van een woonzorgovereenkomst een appartement huren van Oost West Wonen. Dit betreft 14 appartementen, deze zijn opgeleverd in mei 2024 en in juli en augustus verhuurd aan de doelgroep.

Verder huurt de gemeente een gebouw van Oost West Wonen waarin zij onderdak bieden aan 9 minderjarige statushouders. Op hun beurt verhuurt de gemeente deze weer aan Alleen Samen Zorg. Daarnaast hebben wij een gebouw welke wij met een tijdelijk tweejarig contract verhuren aan (voornamelijk) alleenstaande statushouders. Na de 2 jaar of bij gezinshereniging verhuizen deze mensen door naar een andere woning binnen ons bezit.
4.7 Toekomstbestendig leven
Het programma Toekomstbestendig Leven op GoereeOverflakkee heeft in 2024 een meer volwassen status bereikt. We hebben gezien dat het actief benaderen van inwoners op Goeree-Overflakkee om hen voor te bereiden op het ouder wordt helpend is aan de bewustwording wat mensen zelf kunnen doen (De goede nieuwe tijd). Daarnaast is de invulling van de Achthuiskamer met verschillende activiteiten, het versterken van de vroegsignalering en het inzetten op positieve gezondheid goed geweest voor zowel de professionals als de inwoners van Goeree-Overflakkee. Als Oost West Wonen hebben we vooral ingezet op de pilot Woonzorgzone in Oude-Tonge. Hierin is met behulp van inwoners van Oude-Tonge een beeld geschetst hoe mensen zo lang mogelijk zelfstandig in hun wijk kunnen blijven wonen. Alle programma lijnen zullen doorgezet worden in 2025. Hierin hopen we wel wat meer bestendigheid te vinden op de financiering van de verschillende lijnen. Subsidies vanuit landelijke programma’s zijn hierbij onontbeerlijk.
Benieuwd hoe onze huurders zich voorbereiden op de toekomst? Lees het verhaal van Mevr. Van den Bos in ons huurdersmagazine Thuis Best.
4.8 Buurtbemiddeling
We werken samen met de gemeente aan het inzetten van buurtbemiddeling. We zijn in 2022, samen met de gemeente, voor de tweede keer een vierjarige overeenkomst met Coloured Consultancy (CoCon) aangegaan voor de inzet van een effectieve buurtbemiddeling, de bijdrage die wij daarvoor betalen is € 5.000. Buurtbemiddeling wordt ingezet om daar waar onenigheid is tussen buren te bemiddelen en te komen tot een aanvaardbare oplossing voor beide partijen. In 2024 zijn meerdere bemiddelingszaken door Oost West Wonen aangedragen. Eind 2024 heeft de gemeente gekozen voor een ander buurtbemiddelingsorganisatie, namelijk Judidit. Deze organisatie gaat de buurtbemiddeling van 2025 invullen.
4.9 SchuldHulpMaatje
Stichting SchuldHulpMaatje helpt mensen met beginnende of al gevorderde schulden om hun schuldsituatie weer inzichtelijk te maken en onder controle te krijgen. Vanuit Oost West Wonen krijgen ze daar een bijdrage voor van 2.000 euro. SchuldHulpMaatje is in meerdere gemeenten actief om mensen te helpen met hun schulden. Voor de samenwerking is in 2021 een samenwerkingsovereenkomst voor 5 jaar getekend. Jaarlijks sluiten wij aan bij plaatselijk georganiseerde netwerkavonden.
4.10 ZuidWestSamen
Oost West Wonen participeert in een samenwerking met de Zeeuwse en een tweetal Brabantse corporaties in een samenwerking die ZuidWestSamen heet. Doelstelling van deze samenwerking is om te kijken waar de kracht van de samenwerking tot meerwaarde leidt. Dat kan zijn op het gebied van woonruimteverdeling, HR-vraagstukken, ICT, Inkoop, Verduurzaming of bijvoorbeeld Verzekeringen. In 2024 heeft een vijftal corporaties in dit verband, waaronder Oost West Wonen, overeenstemming bereikt om gezamenlijk een traject naar Tobias 365 in te gaan. De voordelen van deze samenwerking zijn zowel direct zichtbaar in de prijsafspraken die konden worden gemaakt, als in het mitigeren van kwetsbaarheden in beheer na oplevering. Door in een constructie van één gezamenlijke inrichting naar één gezamenlijke beheerorganisatie te groeien is de verwachting dat de kennisuitwisseling en de capaciteitsinspanning positief worden beïnvloed. De livegang voor Oost West Wonen staat gepland in februari 2025. Daarnaast zijn we als Oost West Wonen ook actief in het ZuidWestSamenWerkt platform, waarin kennisuitwisseling, organiseren van evenementen en gezamenlijk beleidskaders bijdragen aan aantrekkelijk werkgeverschap.



5. Duurzaamheid en kwaliteit
Duurzaam doen en zijn, kost niet altijd alleen maar geld en moeite. Soms zit het in dingen net even anders doen, net even anders naar oplossingen kijken. Aandacht voor duurzaamheid levert ook zeker wat op. Denk dan aan een lagere energierekening voor onze huurders, minder wateroverlast, meer biodiversiteit en een schonere lucht. Uiteindelijk mogen we met elkaar werken aan een gezondere leefwereld. Hier proberen we zowel onze medewerkers als onze externe doelgroepen en partners in mee te nemen.
We dagen onze eigen medewerkers ook uit om, vanuit kleine stappen, toe te werken naar meer duurzame keuzes. Een team duurzaamheidsambassadeurs heeft in 2024 duurzame keuzes toegepast in contact met nieuwe huurders (duurzame schoonmaakmiddelen), duurzame cadeaus bij projecten (bijenhotel of vogelhuisje) en duurzaam materiaalgebruik bij mutatie (hergebruik) en bij keukenvervanging (herbruikbare materialen). Concreet is onze ambitie om ons woningbezit in 2050 CO₂-neutraal en aardgasvrij te hebben, waarbij we aansluiten bij het nationale klimaatakkoord. Nu en de komende jaren zetten we de juiste stappen om dit te realiseren. De eerste stap is de warmtevraag van onze woningen minimaliseren door middel van isoleren.
5.1 Duurzaamheid
De aandacht voor de energietransitie blijft onverminderd groot waarbij de juiste route nog niet is uitgekristalliseerd. De overbelasting van het elektriciteitsnet is een issue en de haalbaarheid van warmtenetten is nog onduidelijk. De gemeente heeft aangegeven snel meer duidelijkheid te willen geven over toekomstige warmteoplossingen per dorp. Gedurende 2024 is er een ander beeld ontstaan over de warmteoplossingen voor de gebouwde omgeving. Waar aanvankelijk voor de meeste dorpskernen een all-electric oplossing logisch leek, zijn er nu misschien toch kansen voor warmtenetten. Naar all-electric oplossingen renoveren is daarmee niet meer vanzelfsprekend. Oost West Wonen zal hierop anticiperen in de planning voor de verduurzaming van het woningbezit. Duidelijk is dat de transitie naar gasloos in de tijd naar achteren schuift. Dit betekent dat onze focus voor de komende jaren nog nadrukkelijk zal liggen op het gebied van beschikbaarheid.
Project Stad Aardgasvrij
Onlangs maakten gemeente Goeree-Overflakkee, ministeries van VRO en KGG, netbeheerder Stedin en Gasunie nieuwe afspraken over het project Stad Aardgasvrij. Dat betekent onder andere dat er nu een kwartiermaker is aangesteld om een uitvoeringsplan te maken. Hiermee gaat Stad Aardgasvrij een nieuwe fase in. Met dit plan kan de gemeente vervolgens een subsidie bij de landelijke overheid aanvragen voor de eerste fase van 5 jaar. Afhankelijk van de beoordeling van de aanvraag wordt er subsidie toegekend en kan de uitvoering van start en de daadwerkelijke schop de grond in. Al langere
tijd werkt een groep inwoners samen met de gemeente en partners aan het plan om Stad aan ’t Haringvliet de komende jaren aardgasvrij te maken door collectief over te stappen op waterstof. Inwoners kunnen ook kiezen voor een individuele elektrische oplossing.
Energiebesparende maatregelen
De realisatie van EBM (Energie Besparende Maatregelen) blijft nog steeds achter ten opzichte van de begroting. Dit komt enerzijds door enigszins verouderde data van woningen wat de voorbereiding en uitvoering bemoeilijkt. Anderzijds vraagt het tijdig aanvragen en verkrijgen van ontheffing in het kader van Flora en Fauna aandacht.
In 2024 zijn 75 een- en meergezinswoningen in het Oudeland te Sommelsdijk energetisch verbeterd, in combinatie met planmatig onderhoud. Deze woningen zijn naar de ‘standaard’ gebracht. De standaard betekent dat de warmtevraag van een woning door isoleren wordt verminderd. Conform de Nationale Prestatieafspraken is geen huurverhoging doorberekend voor isolerende maatregelen zoals vloer-, gevel-, glas- en dakisolatie. Voor de geplaatste zonnepanelen is wél een vergoeding toegepast.
Daarnaast is in 2024 gestart met de verduurzaming van 76 woningen in de Ds. Montijnstraat en omgeving. Ook hier zijn energiebesparende maatregelen gecombineerd met planmatig onderhoud. Ook hier is het ambitieniveau de ‘standaard’. In totaal zijn 18 woningen opgeleverd. De oplevering vond later plaats dan gepland, omdat het project later kon starten vanwege een vertraagde ontheffing in het kader van de Flora- en Faunawet. Dit had echter geen gevolgen voor de uitgangspunten in de meerjarenbegroting van 2024.
Verder is in 2024 besloten om bij mutatiewoningen energiebesparende maatregelen toe te passen. Dit geldt in principe voor woningen met een energielabel D of lager. De woningen worden op een kwalitatief goed niveau gebracht door onder andere het vervangen van enkel glas door

5.2 Algemeen onderhoud
Ons vastgoed is ons werkkapitaal. Hiermee voorzien we onze huurders van huisvesting. Vastgoed moet onderhouden worden en daar zijn we continu mee bezig. Dit neemt de nodige kosten met zich mee. Bij de uitvoering van dit onderhoud betrekken we graag onze huurders in een vroeg stadium, ook zijn we benieuwd hoe onze huurders de uitvoering en kwaliteit van de werkzaamheden ervaren hebben. Dit meten we vanuit KWH. Op deze manier streven we ernaar woningen te verhuren waarin het voor onze huurder fijn wonen is. Processen moeten zo goed mogelijk ingericht zijn waardoor we menskracht en geld zo efficiënt mogelijk inzetten.
Planmatig onderhoud
Onder planmatig onderhoud vallen de onderstaande soorten onderhoud:
• Regulier planmatig onderhoud
• Contract onderhoud
• Geriefsverbetering (< € 1.000)
• Vraaggestuurd onderhoud
• Planmatig onderhoud bij mutatie
• Asbest (bij reparatie en mutatie)
• Planmatig onderhoud bij EBM
Er vonden diverse geformaliseerde budgetverschuivingen plaats, waarbij we in de totaalbegroting gelijk zijn gebleven. Hieronder geven we per type onderhoud aan welke verschuiving heeft plaatsgevonden.
Regulier planmatig onderhoud
In 2024 hebben we € 6,8 miljoen (begroot: € 7,2 miljoen) uitgegeven aan planmatig onderhoud, inclusief vraaggestuurd onderhoud. Vervanging van interieur (badkamer, keuken en toilet) vindt vraaggestuurd plaats. In 2024 hebben we vraaggestuurd onderhoud uitgevoerd bij 169 woningen voor € 1,8 miljoen. Bij 147 woningen hebben we voor € 1,1 miljoen aan planmatig onderhoud uitgevoerd in combinatie met energiebesparende maatregelen. Daarnaast hebben we bij 49 woningen warmtepompen geplaatst en bij 430 woningen de Cv-ketel vervangen. Een groot deel van de uitgaven (€ 1,7 miljoen) is besteed aan het schilderen van 646 woningen.

We hebben minder uitgegeven dan begroot door vertraging in het proces om energiebesparende maatregelen uit te voeren. De werkzaamheden worden in 2025 alsnog uitgevoerd.
Begroot Realisatie
2024 € 7.200.000 € 6.800.000
Contractonderhoud
Dit is onderhoud wat jaarlijks terugkeert en waarvoor een contract is afgesloten (zoals bijvoorbeeld, liftonderhoud, cv-onderhoud, onderhoud aan deurdrangers, automatische deuren, brandmeldinstallaties, valbeveiliging e.d.). De uitgaven voor het contract onderhoud zijn in de lijn der verwachting. Er is echter wel een onderschrijding van de begroting omdat er in 2024 minder contracten afgesloten zijn dan verwacht, dit in verband met nog lopende garantieperiodes van nieuwbouwprojecten.
Begroot Realisatie
2024 € 1.400.000 € 1.300.000
Geriefsverbetering < € 1.000
De kosten voor geriefsverbeteringen onder de € 1.000, - per opdracht zijn hoger dan verwacht. Er zijn veel individuele aanvragen inzake het aanbrengen van geïsoleerde betonvloeren, HR++ glas (individueel en bij schilderprojecten) en overige energiebesparende maatregelen geweest.
Begroot Realisatie
2024 € 100.000 € 190.000
Planmatig onderhoud bij mutatie
Dit is planmatig onderhoud dat is uitgevoerd tijdens mutatie. Dit onderhoud heeft te maken met het vervangen van de badkamer, keuken, toilet en asbestsanering. Dit is uitgevoerd bij 163 woningen. Dit is een toename van bijna 25% ten opzichte van 2023. De realisatie is hierdoor dan ook hoger dan begroot. De gemiddelde kosten per woning zijn over 2024 iets lager dan over 2023.
Begroot Realisatie Aantal woningen
2023 € 1.334.000 € 1.314.900 131 2024 € 1.380.000 € 1.615.383 163
Asbest bij reparatie en mutatie
Dit zijn asbestwerkzaamheden die zijn uitgevoerd tijdens een reparatie of tijdens een mutatie. Deze post was in het verleden verwerkt in de post regulier planmatig onderhoud. Om meer inzicht te krijgen in het saneren van asbest monitoren we deze post nu apart. Ook binnen Asbest is er een overschrijding van de begroting ter waarde van € 35.200.
Begroot Realisatie
2023 € 510.000 € 502.032 2024 € 420.000 € 455.193
Reparatieonderhoud
Ondanks het preventieve onderhoudsprogramma kan het zijn dat zaken onverwachts stuk gaan en gerepareerd moeten worden. Op verzoek van onze huurders voeren wij deze reparaties uit. Voor een deel van deze reparaties en kleine herstellingen zijn huurders zelf verantwoordelijk. De reparaties
verricht Oost West Wonen alleen wanneer de huurder daarvoor een serviceabonnement heeft afgesloten.
Binnen reparatieonderhoud is er een overschrijding van de begroting ter waarde van € 909.100.
De overschrijding is te verklaren door verschillende factoren:
• Na analyse blijkt dat een significant aantal meldingen, met name voor daken, buitenwanden en vochtige gevels, die gepaard gaan met hoge kosten, gerelateerd is aan de buitenschil van de woning.
• In september heeft de indexering van het huidige prijzenboek plaatsgevonden. Hierin staat een verhoging van 5,4% met terugwerkende kracht voor alle opdrachten vanaf 1 juli 2024. Deze indexering is terug te zien in de cijfers van 2024.
• Het aantal uitgevoerde reparaties is 1.295 hoger dan begroot. Dit resulteert in een meerwaarde van € 420.900.
• Het afgelopen jaar is ook het nodige langlopend onderhoud opgepakt. Dit betreft zaken waarvan nu de achterliggende oorzaak is beetgepakt.
• De overstap naar twee NPO-aannemers heeft geleid tot hogere tarieven. De gekozen aannemers hanteren in tegenstelling tot de kleinere oude aannemers een wat hogere prijsstelling.
• Veel reparatieverzoeken hebben een veel hogere waarde per verzoek dan het gemiddeld begrote bedrag van € 325.
Bij buitenwanden-algemeen is er in 2024 een forse stijging ten opzichte van de voorgaande jaren. In totaal hebben in 2024, 276 meldingen plaatsgevonden met totale kosten van € 293.500. De gemiddelde kosten per reparatieverzoek bedraagt € 1.063.
Ook is er een forse stijging bij ‘Hang & Sluitwerk’ ten opzichte van de voorgaande jaren. In totaal hebben in 2024, 657 reparatieverzoeken plaatsgevonden met totale kosten van € 133.800.
In de loop van het verslagjaar is het aantal reparatieverzoeken substantieel gestegen met 1.295. In 2024 zijn er in totaal 8.295 reparatieverzoeken geweest (begroot 7.000). De gemiddelde kosten per reparatieverzoek (€ 365) zijn €40 hoger dan begroot (€ 325). Bij de realisatie is ook een bedrag opgenomen voor de openstaande verplichtingen (€ 25.025).
In onderstaand overzicht is een overzicht weergegeven voor de jaren 2020 t/m 2024 (excl. de schadeverzekering; € 60.142 (2024), € 34.319 (2023) en € 35.424 (2022)). Het is van groot belang om bij zowel reparatie als mutatieonderhoud ervaringscijfers vanuit het verleden zichtbaar te houden waardoor een bepaalde trend zichtbaar wordt.
Begroot Realisatie Aantal Bedrag per reparaties reparatie 2023 € 2.215.000 € 2.429.289 7.844 € 310 2024 € 2.180.000 € 3.028.937 8.295 € 365
Mutatieonderhoud
Als een huurder de woning verlaat, inspecteren we de leeggekomen woning en maken we de woning verhuurklaar voor de nieuwe huurder. Verder controleren we het energielabel en de woningwaarderingspunten.
De kosten van het mutatieonderhoud zijn in het verslagjaar gestegen. Er is een overschrijding op de begroting ter waarde van € 370.900. Het bedrag per mutatie is dan ook hoger dan begroot. Er was in 2024 € 7.200 per mutatie egroot, maar dit is uitgekomen op € 8.032 per mutatiewoning. In 2024 is er bij 402 adressen (inclusief 33 sloopwoningen) mutatieonderhoud uitgevoerd (begroot 400 adressen).
Begroot Realisatie Aantal Kosten per woningen mutatie
2023 € 2.522.500 € 2.692.212 382 € 7.048 2024 € 2.860.000 € 3.230.944 402 € 8.032
Voor alle mutatiewoningen worden, voordat de uitvoering plaatsvindt, prognoses opgesteld waarmee we de kosten maandelijks nauwlettend monitoren. In de realisatie is er ook een bedrag opgenomen voor openstaande verplichtingen (€ 132.308). 66 % (269) Van de woningen waar mutatieonderhoud heeft plaatsgevonden vallen binnen het begrote bedrag van € 7.200 en 34 % (141) van de woningen zitten boven de begrote norm van € 7.200. Opgemerkt moet worden dat bij 18 woningen het mutatieonderhoud boven de € 30.000 ligt, waardoor de gemiddelde kosten behoorlijk stijgen.
Binnen mutatieonderhoud heeft de indexering van het huidige prijzenboek plaatsgevonden in september 2024, met een verhoging van 5,4% met terugwerkende kracht voor alle opdrachten vanaf 1 juli 2024. Deze indexering is ook terug te zien in de cijfers en heeft impact op realisatie van 2024.
Het is lastig om de gemiddelde kosten van het mutatieonderhoud per mutatiewoning onder het begrote bedrag te houden. We zijn namelijk sterk afhankelijk van welke werkzaamheden er moeten gebeuren in een mutatiewoning. Het aantal mutatiewoningen waar veel werkzaamheden moeten worden uitgevoerd stijgt vanwege het beleid rondom vraaggestuurd onderhoud.
5.4 Aedes Benchmark Duurzaamheid & Onderhoud
Duurzaamheid
Duurzaamheid wordt beoordeeld op het fossiel energieverbruik, de CO2-uitstoot en de isolatieprestatie van de woningen.
Oost West Wonen liep en loopt nog steeds achterop met het verduurzamen van haar vastgoed in vergelijking met de meeste andere corporaties. Dit blijkt uit de isolatieprestatie van woningen, het aandeel slechte energielabels en het aandeel woningen dat voldoet aan de standaard isolatie-eisen.
Door herlabeling van woningen zijn lichte verschuivingen te zien in de resultaten; soms enige verslechtering en soms enige verbetering.
Het aandeel woningen dat aardgasvrij wordt verwarmd en het aandeel woningen dat voldoet aan de standaard isolatie-eisen is nauwelijks veranderd. Dit is een aandachtspunt, omdat het halen van prestatieafspraken hierdoor in gevaar komt. Hetzelfde geldt voor het versneld wegwerken van de slechte energielabels (E, F en G).
Score Oost West Wonen (verslagjaar 2023)
Landelijk (verslagjaar 2023)
Ook op het gebied van ventilatiesystemen loopt Oost West Wonen achter. Bijna 60% van onze woningen wordt nog op een natuurlijke manier geventileerd; in heel Nederland is dit nog geen 30%. Betere ventilatievoorzieningen kunnen gezondheidsproblemen voorkomen; zeker nu er vanwege de hoge energieprijzen zuinig wordt gestookt.
Onderhoud & Verbetering
Oost West Wonen (verslagjaar 2022)
Onderhoud & Verbetering
Landelijk (verslagjaar 2022)
Op het gebied van onderhoud en verbetering onderscheiden we drie prestatievelden; de instandhoudingskosten, de technische woningkwaliteit en de ervaren woningkwaliteit.
Het aandeel woningen dat aardgasvrij wordt verwarmd en het aandeel woningen dat voldoet aan de standaard isolatie-eisen is nauwelijks veranderd. Dit is een aandachtspunt, omdat het halen van prestatieafspraken hierdoor in gevaar komt. Hetzelfde geldt voor het versneld wegwerken van de slechte energielabels (E, F en G)
Op het gebied van onderhoud en verbetering onderscheiden we drie prestatievelden; de instandhoudingskosten, de technische woningkwaliteit en de ervaren woningkwaliteit.
Waar Oost West Wonen in het verleden nog koploper was in het aandeel woningen dat is voorzien van zonnepanelen, zien we dat de weinig stedelijke corporaties ons nu ingehaald hebben. Het aandeel zonnecollectoren blijft over de hele sector stabiel laag (2,2-2,4%).
Ook op het gebied van ventilatiesystemen loopt Oost West Wonen achter. Bijna 60% van onze woningen wordt nog op een natuurlijke manier geventileerd; in heel Nederland is dit nog geen 30%. Betere ventilatievoorzieningen kunnen gezondheidsproblemen voorkomen; zeker nu er vanwege de hoge energieprijzen zuinig wordt gestookt.
Op het gebied van instandhoudingskosten scoort Oost West Wonen letter A. Met een instandhoudingsindex van 76 tegenover 99 in de sector heeft Oost West Wonen relatief lage onderhoudskosten. Van de instandhoudingskosten wordt ook een vijfjarig gemiddelde weergegeven. Voor Oost West Wonen is, vanwege de jonge leeftijd van de organisatie, alleen nog een driejarig gemiddelde bekend.
In de tabel hieronder zijn de scores over de voorgaande verslagjaren weergeven voor zowel Oost West Wonen als landelijk. De scores van 2024 worden in 2025 berekent.
Waar Oost West Wonen in het verleden nog koploper was in het aandeel woningen dat is voorzien van zonnepanelen, zien we dat de weinig stedelijke corporaties ons nu ingehaald hebben. Het aandeel zonnecollectoren blijft over de hele sector stabiel laag (2,2-2,4%).
In de tabel hieronder zijn de scores weergegeven voor zowel Oost West Wonen als landelijk. Daarbij zijn ook de scores van het voorgaande verslagjaar weergegeven.
Op het gebied van instandhoudingskosten scoort Oost West Wonen letter A. Met een instandhoudingsindex van 76 tegenover 99 in de sector heeft Oost West Wonen relatief lage onderhoudskosten. Van de instandhoudingskosten wordt ook een vijfjarig gemiddelde weergegeven. Voor Oost West Wonen is, vanwege de jonge leeftijd van de organisatie, alleen nog een driejarig gemiddelde bekend.
Score Oost West Wonen (verslagjaar 2023)
(verslagjaar 2023)
Verdeeld naar type bezit springen bij Oost West Wonen de eengezinswoningen uit de jaren 70 eruit. Het is niet aannemelijk dat de onderhoudskosten binnen Oost West Wonen zo drastisch afwijken van de rest van Nederland als in de grafiek wordt weergegeven. Hierop zal verdere analyse plaatsvinden.
Verdeeld naar type bezit springen bij Oost West Wonen de eengezinswoningen uit de jaren 70 eruit. Het is niet aannemelijk dat de onderhoudskosten binnen Oost West Wonen zo drastisch afwijken van de rest van Nederland als in de grafiek wordt weergegeven. Hierop zal verdere analyse plaatsvinden.



Onderhoud & Verbetering


6. Duurzame en professionele organisatie
6.1 Organisatie
HRM
We hebben voortdurende aandacht voor de weerbaarheid en flexibiliteit van onze medewerkers en leidinggevenden. In 2023 zijn we daarom gestart met een Persoonlijk Leiderschapsprogramma waarin we ons richten op de ontwikkeling van vaardigheden en competenties, duurzame inzetbaarheid, het Oost West Wonen DNA en onze kernwaarden. In 2024 is er verder invulling gegeven aan het Persoonlijk Leiderschapsprogramma. Hierin is naast de persoonlijke ontwikkeling ook de focus gelegd op een stuk teamontwikkeling, zowel bij de medewerkers als bij ons leiderschapsteam. In 2025 koppelen we de persoonlijke- en teamontwikkeling aan de activiteiten die bijdragen aan de totstandkoming van het nieuwe ondernemingsplan. Dit zal zijn uitwerking krijgen in bijvoorbeeld de vorm van workshops, veldexpedities en strategische denksessies.
Als vervolg op het Oost West Wonen ontwikkelplan hebben we, als onderdeel van onze Strategische Personeelsontwikkeling, in 2024 een ‘foto’ gemaakt van onze personele bezetting. Dit houdt in dat we een kwalitatieve en kwantitatieve analyse hebben gemaakt van de huidige personele bezetting. We zijn op zoek gegaan naar trends in ons huidige personeelsbestand, kenmerken van de huidige bezetting en de ontwikkelingen in tijd om te ontdekken wat ons potentieel is voor de toekomst. De uitkomsten zijn verwerkt in een notitie met bijbehorend plan van aanpak, waarin de acties zijn uitgezet voor de jaren 2025 en 2026. Daarna starten we met de evaluatie en stellen we een nieuwe notitie en plan van aanpak op. Dit is een doorlopende cyclus van 2 jaar. De uitkomsten worden gebruikt om op organisatieniveau en subgroep-niveau beleid en instrumenten te ontwikkelen en maatregelen te nemen als het gaat om de duurzame inzetbaarheid van ons personeelsbestand.
Het verzuimpercentage voor langdurig verzuim blijft zorgelijk. Daar tegenover staat dat het kort verzuim erg laag is.
Het langdurig verzuim is in beeld en hier is vanuit HR en leidinggevende veel aandacht aan besteed met als focus terugkeer naar de werkplek. Dit heeft resultaat, maar dit is helaas in de cijfers van 2024 nog niet zichtbaar. In de cijfers van 2025 zal dit pas zichtbaar worden.
workshops gegeven waarin er door de medewerkers concrete acties worden bepaald waarmee zij in 2025 aan de slag kunnen om het werkgeluk te verhogen. De meting zal in september 2026 weer plaatvinden. Zo kunnen we zien welke ontwikkelingen de acties tot gevolg hebben gehad.
Er is een continue zorg voor de inzetbaarheid en vitaliteit van onze medewerkers. Een groot thema hierin is het werkgeluk wat onze medewerkers ervaren. Hiervoor heeft in september in samenwerking met het HappinessBureau een meting plaatsgevonden. In deze meting zijn onze medewerkers op een aantal onderdelen bevraagd, denk hierbij aan zingeving, voldoening, plezier. Maar ook o.a. de onderwerpen cultuur, energiegevende werkplekken en leiderschap komen terug in de enquête. Op werkgeluk scoren we als organisatie gemiddeld een 6.9. De uitkomsten zijn gedeeld met alle medewerkers en eenieder heeft zijn eigen verantwoordelijkheid als het gaat om het verhogen van het werkgeluk. Om dit te stimuleren worden er per afdeling workshops gegeven waarin er door de medewerkers concrete acties worden bepaald waarmee zij in 2025 aan de slag kunnen om het werkgeluk te verhogen. De meting zal in september 2026 weer plaatvinden. Zo kunnen we zien welke ontwikkelingen de acties tot gevolg hebben gehad.
Naast het werkgeluk van onze medewerkers vinden we ook dat we een veilige (werk)omgeving moeten bieden waarin de werkzaamheden uitgevoerd kunnen worden. Om dit te kunnen beoordelen is eind 2024 een RisicoInventarisatie en Evaluatie (RI&E) uitgevoerd. Er heeft een fysieke rondgang plaatsgevonden door een specialist. Tevens zijn door deze specialist interviews gehouden met een aantal medewerkers, HR, Directeurbestuurder en Ondernemingsraad. De uitkomsten zijn gepresenteerd in een rapportage en bijbehorend plan van aanpak. Het is goed om te zien dat er geen acute risico’s zijn geconstateerd. Er zijn wel een aantal aandachtpunten teruggekoppeld en opgenomen in de rapportage en het plan van aanpak. Hier geven we in 2025 verdere invulling aan.
Er is een continue zorg voor de inzetbaarheid en vitaliteit van onze medewerkers. Een groot thema hierin is het werkgeluk wat onze medewerkers ervaren. Hiervoor heeft in september in samenwerking met het HappinessBureau een meting plaatsgevonden. In deze meting zijn onze medewerkers op een aantal onderdelen bevraagd, denk hierbij aan zingeving, voldoening, plezier. Maar ook o.a. de onderwerpen cultuur, energiegevende werkplekken en leiderschap komen terug in de enquête. Op werkgeluk scoren we als organisatie gemiddeld een 6.9. De uitkomsten zijn gedeeld met alle medewerkers en eenieder heeft zijn eigen verantwoordelijkheid als het gaat om het verhogen van het werkgeluk. Om dit te stimuleren worden er per afdeling
De verdere professionalisering van de HR- en Salarisprocessen is vormgegeven in de nieuwe HR- en Payroll software van Afas. In januari 2024 zijn we live gegaan met de basisprocessen in Afas. In maart en april zijn ook de modules voor Werving en Selectie en de Gesprekkencyclus in gebruik genomen. Er is inmiddels enige gewenning met het systeem. In 2025 vindt er een tussentijdse evaluatie plaats over het gebruiksgemak van het systeem en organiseren we naar behoefte opfriscursussen. Diverse digitale workflows ondersteunen een groot deel van de HR en SA-processen. Naar aanleiding van deze ontwikkeling zijn een aantal van de HR-processen herijkt in 2024 en herijken we de overige in 2025
Optimalisatie organisatieprocessen
Er is een continue zorg voor de inzetbaarheid en vitaliteit van onze medewerkers. Een groot werkgeluk wat onze medewerkers ervaren. Hiervoor heeft in september in samenwerking HappinessBureau een meting plaatsgevonden. In deze meting zijn onze medewerkers op bevraagd, denk hierbij aan zingeving, voldoening, plezier. Maar ook o.a. de onderwerpen energiegevende werkplekken en leiderschap komen terug in de enquête. Op werkgeluk organisatie gemiddeld een 6.9. De uitkomsten zijn gedeeld met alle medewerkers en eenieder verantwoordelijkheid als het gaat om het verhogen van het werkgeluk. Om dit te stimuleren afdeling workshops gegeven waarin er door de medewerkers concrete acties worden bepaald 2025 aan de slag kunnen om het werkgeluk te verhogen. De meting zal in september 2026 kunnen we zien welke ontwikkelingen de acties tot gevolg hebben gehad.
Naast het werkgeluk van onze medewerkers vinden we ook dat we een veilige (werk)omgeving moeten bieden waarin de werkzaamheden uitgevoerd kunnen worden. Om dit te kunnen beoordelen is eind 2024 een Risico-Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) uitgevoerd. Er heeft een fysieke rondgang plaatsgevonden door een specialist. Tevens zijn door deze specialist interviews gehouden met een aantal medewerkers, HR, Directeur-bestuurder en Ondernemingsraad. De uitkomsten zijn gepresenteerd in een rapportage en bijbehorend plan van aanpak. Het is goed om te zien dat er geen acute risico’s zijn geconstateerd. Er zijn wel een aantal aandachtpunten teruggekoppeld en opgenomen in de rapportage en het plan van aanpak. Hier geven we in 2025 verdere invulling aan.
De verdere professionalisering van de HR- en Salarisprocessen is vormgegeven in de nieuwe HR- en Payroll software van Afas. In januari 2024 zijn we live gegaan met de basisprocessen in Afas. In maart en april zijn ook de modules voor Werving en Selectie en de Gesprekkencyclus in gebruik genomen. Er is inmiddels enige gewenning met het systeem. In 2025 vindt er een tussentijdse evaluatie plaats over het gebruiksgemak van het systeem en organiseren we naar behoefte opfriscursussen. Diverse digitale workflows ondersteunen een groot deel van de HR en SA-processen. Naar aanleiding van deze ontwikkeling zijn een aantal van de HR-processen herijkt in 2024 en herijken we de overige in 2025.
Naast het werkgeluk van onze medewerkers vinden we ook dat we een veilige (werk)omgeving waarin de werkzaamheden uitgevoerd kunnen worden. Om dit te kunnen beoordelen is Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) uitgevoerd. Er heeft een fysieke rondgang plaatsgevonden specialist. Tevens zijn door deze specialist interviews gehouden met een aantal medewerkers, bestuurder en Ondernemingsraad. De uitkomsten zijn gepresenteerd in een rapportage van aanpak. Het is goed om te zien dat er geen acute risico’s zijn geconstateerd. Er zijn aandachtpunten teruggekoppeld en opgenomen in de rapportage en het plan van aanpak. 2025 verdere invulling aan.
De verdere professionalisering van de HR- en Salarisprocessen is vormgegeven in de nieuwe software van Afas. In januari 2024 zijn we live gegaan met de basisprocessen in Afas. In de modules voor Werving en Selectie en de Gesprekkencyclus in gebruik genomen. Er is gewenning met het systeem. In 2025 vindt er een tussentijdse evaluatie plaats over het systeem en organiseren we naar behoefte opfriscursussen. Diverse digitale workflows ondersteunen deel van de HR en SA-processen. Naar aanleiding van deze ontwikkeling zijn een aantal herijkt in 2024 en herijken we de overige in 2025
Optimalisatie organisatieprocessen
Optimalisatie organisatieprocessen
In 2024 zijn we verdergegaan met het beschrijven en optimaliseren van de organisatieprocessen. wordt bepaald welke processen worden opgepakt. In onderstaande tabel is weergegeven 2024 zijn vastgesteld. Proces
Jaarplan & (meerjaren-)begroting X
Leefbaarheid: Vervuiling woning en/of tuin X Verwerken reparatieverzoek X Overzicht vastgestelde processen 2024
Het zijn een minimaal aantal processen, maar we moeten ons realiseren dat het beschrijven van processen geen eenvoudige klus is. Het nadenken over wat we eigenlijk doen, hoe we ons werk doen (het procesgericht denken en –werken) en het uiteindelijk op ‘papier’ krijgen vergt inspanning. Daarnaast spelen de factoren tijd en capaciteit een grote rol.
Het zijn een minimaal aantal processen, maar we moeten ons realiseren dat het beschrijven geen eenvoudige klus is. Het nadenken over wat we eigenlijk doen, hoe we ons werk doen denken en – werken) en het uiteindelijk op ‘papier’ krijgen vergt inspanning. Daarnaast en capaciteit een grote rol.
Dit kwam ook naar voren tijdens de themasessie Processen, die gehouden is met het MT. werkvormen is het belang van procesgericht denken en – werken aan de orde gekomen, inzicht gekregen en zijn ervaringen gedeeld. Hieruit formuleren we verbeteracties waar
In 2024 zijn we verdergegaan met het beschrijven en optimaliseren van de organisatieprocessen. Jaarlijks wordt bepaald welke processen worden opgepakt. In onderstaande tabel is weergegeven welke processen in 2024 zijn vastgesteld. 24
Dit kwam ook naar voren tijdens de themasessie Processen, die gehouden is met het MT. In verschillende werkvormen is het belang van procesgericht denken en – werken aan de orde gekomen, hebben we meer inzicht gekregen en zijn ervaringen gedeeld. Hieruit formuleren we verbeteracties waar we mee aan de slag gaan om het procesgericht denken en –werken nog meer in te bedden in de organisatie.
Op dit moment zijn diverse processen nog onder handen,
waarvan het doel is deze in 2025 vast te stellen. Hierbij gaat het om de verkoopprocessen, proces rond projecten, HR-processen en leefbaarheidsprocessen woonfraude en overlast.
Communicatie
gaan om het procesgericht denken en –werken nog meer in te bedden in de organisatie.
Op dit moment zijn diverse processen nog onder handen, waarvan het doel is deze in 2025 vast te stellen. Hierbij gaat het om de verkoopprocessen, proces rond projecten, HR-processen en leefbaarheidsprocessen woonfraude en overlast.
Om sturing en beheersing, alsmede het leren en verbeteren te borgen, moeten we de vastgestelde processen voortdurend kritisch tegen het licht houden. Elk jaar worden deze processen geëvalueerd en waar nodig bijgesteld, de 1e lijnscontroles. Hierdoor zijn een aantal proces geoptimaliseerd. Daarnaast vinden 2e-lijns-controles plaats. In 2024 zijn de bevindingen van de 2e lijns-controle op het klachtenproces in behandeling genomen. Hierbij zijn actiepunten benoemd welke we in 2025 verder oppakken.
Afhandeling klachten op de dienstverlening
Om sturing en beheersing, alsmede het leren en verbeteren te borgen, moeten we de vastgestelde processen voortdurend kritisch tegen het licht houden Elk jaar worden deze processen geëvalueerd en waar nodig bijgesteld, de 1e lijns-controles. Hierdoor zijn een aantal proces geoptimaliseerd. Daarnaast vinden 2e-lijnscontroles plaats. In 2024 zijn de bevindingen van de 2e lijns-controle op het klachtenproces in behandeling genomen. Hierbij zijn actiepunten benoemd welke we in 2025 verder oppakken.
Oost West Wonen is een communicatie-intensieve organisatie. In 2024 heeft de ondersteuning vanuit het secretariaat op de afdelingen vastgoed en wonen meer vorm gekregen. Dit heeft ervoor gezorgd dat de capaciteit op communicatie beter geborgd is binnen de organisatie. Met de secretariële ondersteuning van de afdelingen Wonen en Vastgoed liggen er kansen om de rol van de adviseur communicatie steeds meer in te zetten op strategische vraagstukken, terwijl de operationele communicatie en het signaleren van belangrijke communicatiemomenten (onder verantwoordelijkheid van de adviseur) meer vanuit de afdelingen wordt opgepakt.
Afhandeling klachten op de dienstverlening In 2024 zijn verschillende klachten gemeld, waarvan 2 klachten gemeld zijn bij de Huurcommissie. Daarnaast hebben 4 huurders hun klacht gemeld bij de Directeur-bestuurder Er zijn geen klachten gemeld bij de Regionale Klachtencommissie Zuid West. De aard van de 45 geregistreerde klachten ligt in 2024 vooral op het gebied van onderhoud en de interne en externe dienstverlening.
In 2024 zijn verschillende klachten gemeld, waarvan 2 klachten gemeld zijn bij de Huurcommissie. Daarnaast hebben 4 huurders hun klacht gemeld bij de Directeurbestuurder. Er zijn geen klachten gemeld bij de Regionale Klachtencommissie Zuid West. De aard van de 45 geregistreerde klachten ligt in 2024 vooral op het gebied van onderhoud en de interne en externe dienstverlening.

Niet alleen extern, maar ook intern ligt er een grote informatiebehoefte. In een groeiende organisatie is het belangrijk om collega’s op de hoogte te houden van wat er speelt. Niet alleen binnen de afdeling, maar in breder verband. Waar interne communicatie nu via de mail, persoonlijke communicatie en personeelsbijeenkomsten verloopt, ligt er een wens om hier in de nabije toekomst een platform voor in te zetten. In 2024 is er daarom een inventarisatie gedaan naar de wensen en behoeften onder collega’s met betrekking tot interne communicatie en de mogelijke invulling van een (sociaal) intranet. Vanwege Tobias 365 en de wens om collega’s op een leuke manier te betrekken bij de implementatie van het intranet is de implementatie verplaatst naar 2025.
In 2023 steeg het aantal klachten, maar in 2024 is het aantal klachten gedaald. Er is veel aandacht voor klachten Zo staan klachten op een aantal afdelingsoverleggen al standaard op de agenda en zijn verschillende activiteiten georganiseerd, zoals het herkennen van een klacht of vraag door middel van het tonen van verschillende meldingen van huurders. Ook zijn klachtcasussen in het MT besproken om meer bewust te worden over hoe klachten intern worden opgepakt en om hier vervolgens lering uit te trekken.
In 2023 steeg het aantal klachten, maar in 2024 is het aantal klachten gedaald. Er is veel aandacht voor klachten. Zo staan klachten op een aantal afdelingsoverleggen al standaard op de agenda en zijn verschillende activiteiten georganiseerd, zoals het herkennen van een klacht of vraag door middel van het tonen van verschillende meldingen van huurders. Ook zijn klachtcasussen in het MT besproken om meer bewust te worden over hoe klachten intern worden opgepakt en om hier vervolgens lering uit te trekken.
Het klachtenproces is reeds in voorgaande jaren al een paar keer herzien en er is, zoals eerder aangegeven, een 2e lijns-controle op het proces gehouden. In 2025 gaan we aan de slag met de actiepunten. Eén van de actiepunten is het instellen van de rol van Klachtcoördinator. De Klachtwacht, een interne groep functionarissen die nauw betrokken is bij de opvolging klachten, zal dan vervallen.
Het scala aan onderwerpen waar we over kunnen informeren en communiceren is groot. Een risico daarvan is versnipperde en ad hoc communicatie met onvoldoende impact. Focus aanbrengen op een aantal thema’s die zowel voor de organisatie als maatschappij belangrijk zijn helpt om planmatig en doelgericht aan de slag te gaan. Vanuit deze gedachte lag de focus qua externe communicatie in 2024 op de volgende thema’s: Duurzaamheid, Wonen, Zorg en Welzijn, en voldoende beschikbare woningen. Door gebruik te maken van een contentplanning en bijbehorende templates, zoals de projectupdate, vaste templates voor social mediaberichten én het aanvullen van de beeldbank, zorgen we er ervoor dat onze uitingen herkenbaar zijn en we met regelmaat zichtbaar zijn op de onderwerpen die ertoe doen.
Verder is Tobias 365 ingericht om klachten te kunnen registreren en te monitoren. De inrichting is getest en de verwachting is dat deze applicatie een goede ondersteuning biedt in de aanpak van klachten mits de werk- en zienswijze eenduidig zijn.
We zijn ons dus steeds meer bewust hoe om te gaan met klachten, maar vooral ook het voorkomen daarvan.
Het klachtenproces is reeds in voorgaande jaren al een paar keer herzien en er is, zoals eerder aangegeven, een 2e lijns-controle op het proces gehouden. In 2025 gaan we aan de slag met de actiepunten. Eén van de actiepunten is het instellen van de rol van Klachtcoördinator. De Klachtwacht, een interne groep functionarissen die nauw betrokken is bij de opvolging klachten, zal dan vervallen.
Communicatie
Verder is Tobias 365 ingericht om klachten te kunnen registreren en te monitoren. De inrichting is getest en de verwachting is dat deze applicatie een goede ondersteuning biedt in de aanpak van klachten mits de werk- en zienswijze eenduidig zijn.
Oost West Wonen is een communicatie-intensieve organisatie. In 2024 heeft de ondersteuning vanuit het secretariaat op de afdelingen vastgoed en wonen meer vorm gekregen. Dit heeft ervoor gezorgd dat de capaciteit op communicatie beter geborgd is binnen de organisatie. Met de secretariële ondersteuning van de afdelingen Wonen en Vastgoed liggen er kansen om de rol van de adviseur communicatie steeds meer in te zetten op strategische vraagstukken, terwijl de operationele communicatie en het signaleren van belangrijke communicatiemomenten (onder verantwoordelijkheid van de adviseur) meer vanuit de afdelingen wordt opgepakt.
We zijn ons dus steeds meer bewust hoe om te gaan met klachten, maar vooral ook het voorkomen daarvan.
Andere projecten waar communicatie een belangrijke rol bij heeft gespeeld in het afgelopen jaar zijn: het communicatietraject rondom de oplevering van de 111 flexwoningen aan de Sommelsdijkse Havendijk, de implementatie van SharePoint, de opstart van Tobias 365, het huurdersevenement en het uitbrengen van het 3e huurdersmagazine Thuis best. Onze huurders beoordelen het huurdersmagazine gemiddeld met een 7.9. Ook zijn de eerste stappen gezet om de digitale toegankelijkheid van onze website te verbeteren in het kader van de Wet Digitale Overheid en European Accessibility Act.
6.2 Informatisering en automatisering
In het verslagjaar heeft ICT volop onze aandacht gehad. De speerpunten van de digitale ICT-strategie zijn via verschillende projecten opgepakt. De volgende projecten zijn in 2024 opgepakt, in gang gezet en/of afgerond.
SharePoint
In het eerste halfjaar van 2024 is overgegaan naar SharePoint als een onderdeel van de moderne werkplek. Het doel van dit project was het creëren van en werken vanuit één centrale opslagplek voor bestanden, daarnaast is de performance alsmede de beveiliging van het systeem hierdoor sterk verbeterd.
ERP
In het tweede halfjaar 2024 is gestart met de implementatie van het een nieuwe ERP-systeem, Tobias 365. Gezien de omvang van dit project en de impact op de organisatie is besloten naast dit project geen andere implementaties van nieuwe software te starten. Dit nieuwe ERP-systeem wordt gezamenlijk geïmplementeerd met de andere corporaties van het ZWS verband. Hierin gebruiken we een gezamenlijke inrichting. In 2024 is het systeem door de kerngebruikers van OWW samen met de consultants van Aareon ingericht en is er een proefmigratie uitgevoerd. Daarna is het systeem uitvoerig getest. Volgens planning is het ERP-systeem in februari 2025 live gegaan.
Informatiebeveiliging
In 2024 is er wederom veel aandacht geschonken aan cybersecurity. Naast bewustwording van de medewerkers middels trainingen en campagnes zijn de IT-securityrisico’s in beeld gebracht en is er onder leiding van een extern expertbureau een uitgebreide penetratietest uitgevoerd. Met deze test is onze cloud-omgeving en zijn onze SAASapplicaties onderzocht op kwetsbaarheden en zijn waar nodig optimalisaties doorgevoerd. Onze monitoringsystemen zijn in 2024 verder uitgebreid om hack-pogingen voortijdig te signaleren en te voorkomen.
6.3 Financieel beleid
Het financieel beleid van Oost West Wonen is gericht op een duurzame bedrijfsvoering, zodat de doelen en ambities van de organisatie kunnen worden bereikt.
Uitgangspunt is dat de financiële continuïteit van de organisatie is gewaarborgd. Dat betekent dat alle financiële kengetallen voldoen aan de daaraan gestelde interne en externe (WSW en Aw) normen. In het verslagjaar is dit gerealiseerd. Ook is er een begroting voor 2025 en volgende jaren opgeleverd die eveneens aan dit uitgangspunt voldoet.
In deze paragraaf komen de volgende zaken aan de orde:
• Realisatie en analyse van het jaarresultaat over 2024;
• Waardeontwikkeling;
• Kasstromen en treasury;
• Planning- en controlcyclus;
• Toekomst;
• Recente ontwikkelingen met invloed op de meerjarenprognose/continuïteit.
aan dit uitgangspunt voldoet.
In deze paragraaf komen de volgende zaken aan de orde:
• Realisatie en analyse van het jaarresultaat over 2024;
• Waardeontwikkeling;
• Kasstromen en treasury;
• Planning- en controlcyclus;
Realisatie en analyse van het jaarresultaat over 2024
• Toekomst;
• Recente ontwikkelingen met invloed op de meerjarenprognose/continuïteit
Realisatie en analyse van het jaarresultaat over 2024
Het verslagjaar 2024 is afgesloten met een positief resultaat van € 76,7 miljoen na belastingen. Het jaarresultaat is als volgt samengesteld:
Het verslagjaar 2024 is afgesloten met een positief resultaat van € 76,7 miljoen na belastingen. Het jaarresultaat is als volgt samengesteld: 27
In het resultaat is een aantal ‘bijzondere’ posten opgenomen die jaarlijkse aanzienlijk kunnen verschillen. In verband met de vergelijkbaarheid van de resultaten is in het volgende overzicht het resultaat weergegeven zonder deze ‘bijzondere’ posten (bedragen x € 1.000):
In het resultaat is een aantal ‘bijzondere’ posten opgenomen die jaarlijkse aanzienlijk kunnen verschillen. In verband met de vergelijkbaarheid van de resultaten is in het volgende overzicht het resultaat weergegeven zonder deze bijzondere posten (bedragen x € 1.000):
Analyse resultaat op hoofdlijnen
Analyse resultaat op hoofdlijnen
In de verslagjaren worden de resultaten opgenomen op basis van de zogenaamde functionele kostenindeling. Lasten worden hierbij geclassificeerd op basis van hun functie als onderdeel van de kostprijs van een bepaalde functie. Voor zover niet rechtstreeks toe te rekenen, worden organisatorische kosten verdeeld door middel van een kostenverdeelstaat.
Nettoresultaat exploitatie vastgoedportefeuille
Het nettoresultaat exploitatie vastgoedportefeuille valt € 2,3 miljoen lager uit dan in 2023. Over 2024 bedraagt deze ruim € 16 miljoen. Samengevat is dit resultaat als volgt te analyseren:
• De huuropbrengsten vallen € 1,8 miljoen hoger uit dan vorig jaar
Dit wordt met name veroorzaakt door:
- Hogere huuropbrengsten vanwege huurverhogingen (jaarlijks en bij mutatie) en opleveringen gedurende het boekjaar € 1,9 miljoen
In de verslagjaren worden de resultaten opgenomen op basis van de zogenaamde functionele kostenindeling. Lasten worden hierbij geclassificeerd op basis van hun functie als onderdeel van de kostprijs van een bepaalde functie. Voor zover niet rechtstreeks toe te rekenen, worden organisatorische kosten verdeeld door middel van een kostenverdeelstaat.
- Gemiste huuropbrengsten vanwege verkochte woningen in 2023 -/- € 0,1 miljoen
• De verhuur- en beheeractiviteiten vallen € 0,9 miljoen hoger uit dan vorig jaar
Nettoresultaat exploitatie vastgoedportefeuille
Alle aan deze activiteiten toegerekende kosten (bedrijfslasten, afschrijvingen en personeel) zijn hoger dan voorgaand verslagjaar.
Het nettoresultaat exploitatie vastgoedportefeuille valt € 2,3 miljoen lager uit dan in 2023. Over 2024 bedraagt deze ruim € 16 miljoen. Samengevat is dit resultaat als volgt te analyseren:
• De onderhoudslasten vallen € 2,8 miljoen hoger uit dan vorig jaar
Dit wordt met name veroorzaakt door:
- Een toename van het totale planmatige onderhoud van € 0,7 miljoen.
- Een toename van het dagelijks onderhoud van € 1,2 miljoen wordt veroorzaakt door een toename van € 0,7 miljoen voor reparatieonderhoud en € 0,5 miljoen voor het mutatieonderhoud.
- Vanwege de gewijzigde organisatiestructuur en daarmee het verschuiven van met name personeelsleden vanuit de staforganisatie naar de afdeling Vastgoed worden er meer personeelsen bedrijfskosten toegerekend; een toename van € 0,9 miljoen.
Zie voor een verdere verdiepende toelichting hoofdstuk 5.2
• De huuropbrengsten vallen € 1,8 miljoen hoger uit dan vorig jaar
• De lasten uit overige activiteiten vallen € 0,5 miljoen lager uit dan vorig jaar
Dit wordt met name veroorzaakt door:
Met name de lasten uit hoofde van (niet verrekenbare) servicekosten liggen hieraan ten grondslag Daarbij is de premie te betalen voor het glasfonds niet meer kostendekkende gebleken. Ook is er een bedrag aan servicekosten over 2023 niet bij de huurders in rekening gebracht.
Netto gerealiseerd resultaat verkoop vastgoedportefeuille
- Hogere huuropbrengsten vanwege huurverhogingen (jaarlijks en bij mutatie) en opleveringen gedurende het boekjaar € 1,9 miljoen
Het totale netto gerealiseerd resultaat verkoop vastgoedportefeuille is iets lager dan dat van vorig jaar. Er zijn namelijk minder woningen verkocht in 2024; 18 ten opzichte van 24 vorig jaar. De gemiddelde bruto verkoopopbrengst per woning viel echter aanzienlijk hoger uit: € 252.257 in 2024, ten opzichte van € 213 031 in 2023. De gemiddelde marktwaarde (lees boekwaarde) van de verkochte woningen is echter ook hoger: € 156.421 in 2024 ten opzichte van € 134.465 in 2023
- Gemiste huuropbrengsten vanwege verkochte woningen in 2023 -/- € 0,1 miljoen
Waardeverandering vastgoedportefeuille
De waardeverandering van de vastgoedportefeuille bedraagt in 2024 € 69,5 miljoen positief ten opzichte van een waardeverandering van € 71,5 miljoen nadelig in de jaarrekening 2023. Dit is een positief verschil van € 141 miljoen(!) Oorzaken: er is € 5 miljoen meer lasten aan waardeverandering door onrendabele toppen op
• De verhuur- en beheeractiviteiten vallen € 0,9 miljoen hoger uit dan vorig jaar
Alle aan deze activiteiten toegerekende kosten (bedrijfslasten, afschrijvingen en personeel) zijn hoger dan voorgaand verslagjaar.
• De onderhoudslasten vallen € 2,8 miljoen hoger uit dan vorig jaar
Dit wordt met name veroorzaakt door:
- Een toename van het totale planmatige onderhoud van € 0,7 miljoen.
- Een toename van het dagelijks onderhoud van € 1,2 miljoen wordt veroorzaakt door een toename van € 0,7 miljoen voor reparatieonderhoud en € 0,5 miljoen voor het mutatieonderhoud.
- Vanwege de gewijzigde organisatiestructuur en daarmee het verschuiven van met name personeelsleden vanuit de staforganisatie naar de afdeling Vastgoed worden er meer personeels- en bedrijfskosten toegerekend; een toename van € 0,9 miljoen.
Zie voor een verdere verdiepende toelichting hoofdstuk 5.2
• De lasten uit overige activiteiten vallen € 0,5 miljoen lager uit dan vorig jaar
Met name de lasten uit hoofde van (niet verrekenbare) servicekosten liggen hieraan ten grondslag. Daarbij is de premie te betalen voor het glasfonds niet meer kostendekkende gebleken. Ook is er een bedrag aan servicekosten over 2023 niet bij de huurders in rekening gebracht.
Netto gerealiseerd resultaat verkoop vastgoedportefeuille
Het totale netto gerealiseerd resultaat verkoop vastgoedportefeuille is iets lager dan dat van vorig jaar. Er zijn namelijk minder woningen verkocht in 2024; 18 ten opzichte van 24 vorig jaar. De gemiddelde bruto verkoopopbrengst per woning viel echter aanzienlijk hoger uit: € 252.257 in 2024, ten opzichte van € 213.031 in 2023. De gemiddelde marktwaarde (lees boekwaarde) van de verkochte woningen is echter ook hoger: € 156.421 in 2024 ten opzichte van € 134.465 in 2023.
Waardeverandering vastgoedportefeuille
De waardeverandering van de vastgoedportefeuille bedraagt in 2024 € 69,5 miljoen positief ten opzichte van een waardeverandering van € 71,5 miljoen nadelig in de jaarrekening 2023. Dit is een positief verschil van € 141 miljoen(!). Oorzaken: er is € 5 miljoen meer lasten aan waardeverandering door onrendabele toppen op investeringen (€ 9,9 miljoen ten opzichte van € 4,9 miljoen in 2023). De overige € 146 miljoen extra baten komt voort uit de toename van de marktwaarde in 2024 ten opzichte van de afname van de marktwaarde in 2023. In 2024 geeft dit een opwaardering van € 79,5 miljoen ten opzichte van een afwaardering in 2023 van € 66,5 miljoen.
Saldo financiële baten en lasten
Er zijn in 2024 nieuwe leningen aangetrokken van totaal € 21 miljoen (2023; € 35 miljoen). Daarnaast is er gedurende het jaar € 10,4 miljoen afgelost op bestaande leningen. De rentebaten vallen iets positiever uit; er is € 38.000 meer rente op de bankrekening ontvangen ten opzichte van voorgaand
jaar. Per saldo vallen de financiële baten en lasten in 2024 nog € 0,6 miljoen hoger uit dan in 2023, met name is het rentepercentage op de rollover leningen gestegen ten opzichte van 2023.
Belastingen
In 2024 wordt een nadelig resultaat (lasten) op vennootschapsbelasting behaald van € 2,5 miljoen ten opzichte van een nadelig resultaat (lasten) van € 3,1 miljoen in 2023. De fiscale winst is in 2024 lager dan in 2023 (€ 10,2 miljoen versus € 11,9 miljoen in 2023). De acute last van het betreffende boekjaar 2024 is lager dan de acute last van het vorige verslagjaar. Dit wordt met name veroorzaakt doordat vorig jaar het terugnemen van het opwaarderingspotentieel, als gevolg van de eenzijdige opzegging van VSO2 door de Belastingdienst, als fiscale bate was meegenomen. Daarnaast verlopen de mutatie(s) in de actieve belastinglatentie ook via deze belastingen, welke in de toelichting op de winst- en verliesrekening apart worden benoemd.
Van marktwaarde in verhuurde staat naar beleidswaarde
Waardeontwikkeling
Waardering bezit
Het bezit is gewaardeerd tegen de marktwaarde in verhuurde staat (full-versie volgens het handboek marktwaardering).
In het financiële deel van dit jaarverslag wordt uitgebreid ingegaan op deze wijze van waarderen. Daarnaast is er de beleidswaarde. De beleidswaarde wordt bepaald door op vijf aspecten aanpassingen door te voeren in de uitgangspunten van de DCF-berekening van de marktwaarde. De (lagere) waarde die ontstaat is dan de beleidswaarde. Het verschil tussen markt- en beleidswaarde is de maatschappelijk bestemming.
Op basis van artikel 31 van het Btiv wordt bij de waardering onderscheid gemaakt naar de volgende categorieën:
• Woongelegenheden;
• Bedrijfsmatig en maatschappelijk onroerend goed (BOG en MOG);
• Parkeergelegenheden;
• Intramuraal zorgvastgoed.
Voor het bepalen van de marktwaarde op full-versie is een taxateur ingeschakeld. In 2024 heeft Capital Value een markttechnische update uitgevoerd op het bestaande bezit en een volledige taxatie uitgevoerd op het toegevoegde bezit. De externe taxateur is ingeschreven bij het Nederlands Register Vastgoed Taxateurs. De berekeningen voor ons vastgoed in verhuurde staat wijzen uit dat de marktwaarde per 31 december 2024 € 908,5 miljoen is. De marktwaarde per 31 december 2023 was€ 816,6 miljoen.
Realiseerbaarheid waarde onroerende zaken in exploitatie Onder het eigen vermogen is per 31 december 2024 een herwaarderingsreserve vastgesteld van € 466,1 miljoen. De waardering van dit vastgoed is in overeenstemming met het Handboek modelmatig waarderen bepaald. Dit conform de in de woningwet voorgeschreven waarderingsgrondslag en daaruit afgeleide ministeriële besluiten, geldend ten tijde van het opmaken van de jaarverslaggeving.
De realisatie van deze ongerealiseerde herwaardering is sterk afhankelijk van het te voeren beleid van Oost West Wonen. De mogelijkheden voor de corporatie om vrijelijk door (complexgewijze) verkoop of huurstijgingen de marktwaarde in verhuurde staat van het DAEB bezit in exploitatie te realiseren zijn beperkt. Dit komt door wettelijke maatregelen en maatschappelijke ontwikkelingen zoals demografie en een stijgende behoefte aan sociale (DAEB) huurwoningen.
Beleidsmatige beschouwing op de ontwikkeling van de marktwaarde
Per 1 januari 2026 zal de overdrachtsbelasting met 2,4% dalen naar 8%. Met ingang van 1 juli 2024 is de wet betaalbare huur van kracht. Met deze wet wordt de gereguleerde huur uitgebreid naar huurwoningen in het middensegment tot en met 186 punten, die volgens het woningwaarderingsstelsel maximaal € 1.157,95 per maand gaan kosten. Door de lagere rente, meer duidelijkheid in wetgeving en de hoge leegwaarde is het transactievolume op de woningbeleggingsmarkt t.o.v. 2023 weer gestegen. Met name de particuliere beleggers investeren veel. Met name de hoge leegwaarde zorgen voor een stijging van de marktwaarde van de vastgoedportefeuille van Oost West Wonen.
Beleidsmatige beschouwing op de beleidswaarde
In de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving heeft richtlijn 645 betrekking op de jaarverslaggeving van toegelaten instellingen (hierna ‘woningcorporaties’). De ontwikkeling van de beleidswaarde wordt deels beïnvloed door de ontwikkeling van de marktwaarde in verhuurde staat welke hiervoor is toegelicht, omdat de beleidswaarde de marktwaarde als vertrekpunt neemt. Met ingang van boekjaar 2024 heeft de externe toezichthouder een aanpassing doorgevoerd in de waardebepaling van de beleidswaarde. De beleidswaarde is dan de waarde op basis van een sociale disconteringsvoet en voortdurende exploitatie volgens het huidige beleid van de corporatie. In de beleidswaarde kan het financiële effect van verplichtingen voor woningcorporaties worden opgenomen. Zo is in het handboek 2024 een verplichting voor de uitfasering van EFG-labels opgenomen, als gevolg van de aankomende wettelijke beperkingen op de verhuur van deze woningen.
Bij het opstellen van de jaarrekening maakt het bestuur diverse oordelen en schattingen. Dit is inherent aan het toepassen van de geldende verslaggevingsstandaarden.
In het bijzonder is dit van toepassing op de bepaling van de marktwaarde en de beleidswaarde van het vastgoed in exploitatie. De waardebepaling van het vastgoed, terug te vinden in de marktwaarde en beleidswaarde, is geen exacte wetenschap en tevens betreft dit de grootste schattingspost waar het bestuur een inschatting over moet maken voor de jaarrekening. De beleidswaarde kent als vertrekpunt de marktwaarde in verhuurde staat. Waarbij er in het kader van de beschikbaarheid, betaalbaarheid, kwaliteit en beheer aansluiting wordt gezocht bij het beleid van de corporatie in plaats van de uitgangspunten in de markt. Voor de beleidswaardeberekening wordt de marktdisconteringsvoet vervangen de sociale disconteringsvoet. Met deze toelichting wordt verduidelijking gegeven aan de waarde van het vastgoed, het corresponderende deel van het vermogen, dat als gevolg van het beleid van de woningcorporatie niet of pas op zeer lange termijn kan worden gerealiseerd.
beleidswaarde de marktwaarde als vertrekpunt neemt. Met ingang van boekjaar 2024 heeft de externe toezichthouder een aanpassing doorgevoerd in de waardebepaling van de beleidswaarde. De beleidswaarde is dan de waarde op basis van een sociale disconteringsvoet en voortdurende exploitatie volgens het huidige beleid van de corporatie. In de beleidswaarde kan het financiële effect van verplichtingen voor woningcorporaties worden opgenomen. Zo is in het handboek 2024 een verplichting voor de uitfasering van EFG-labels opgenomen, als gevolg van de aankomende wettelijke beperkingen op de verhuur van deze woningen.
Beleidsmatige beschouwing op het verschil tussen de marktwaarde en de beleidswaarde van het vastgoed in exploitatie
Bij het opstellen van de jaarrekening maakt het bestuur diverse oordelen en schattingen. Dit is inherent aan het toepassen van de geldende verslaggevingsstandaarden. In het bijzonder is dit van toepassing op de bepaling van de marktwaarde en de beleidswaarde van het vastgoed in exploitatie. De waardebepaling van het vastgoed, terug te vinden in de marktwaarde en beleidswaarde, is geen exacte wetenschap en tevens betreft dit de grootste schattingspost waar het bestuur een inschatting over moet maken voor de jaarrekening. De beleidswaarde kent als vertrekpunt de marktwaarde in verhuurde staat. Waarbij er in het kader van de beschikbaarheid, betaalbaarheid, kwaliteit en beheer aansluiting wordt gezocht bij het beleid van de corporatie in plaats van de uitgangspunten in de markt. Voor de beleidswaardeberekening wordt de marktdisconteringsvoet vervangen de sociale disconteringsvoet. Met deze toelichting wordt verduidelijking gegeven aan de waarde van het vastgoed, het corresponderende deel van het vermogen, dat als gevolg van het beleid van de woningcorporatie niet of pas op zeer lange termijn kan worden gerealiseerd.
Beleidsmatige beschouwing op het verschil tussen de marktwaarde en de beleidswaarde van het vastgoed in exploitatie
Het bestuur van Oost West Wonen heeft een inschatting gemaakt van het gedeelte van het eigen vermogen dat bij ongewijzigd beleid niet of eerst op zeer lange termijn realiseerbaar is. Deze schatting ligt in lijn met het verschil tussen de beleidswaarde van het DAEB-bezit en het niet-DAEB bezit in exploitatie en de marktwaarde in verhuurde staat van dit bezit en bedraagt € 388 miljoen. Het verschil tussen de marktwaarde en de beleidswaarde ultimo 2024 bestaat uit de volgende onderdelen:
Het bestuur van Oost West Wonen heeft een inschatting gemaakt van het gedeelte van het eigen vermogen dat bij ongewijzigd beleid niet of eerst op zeer lange termijn realiseerbaar is. Deze schatting ligt in lijn met het verschil tussen de beleidswaarde van het DAEB-bezit en het niet-DAEB bezit in exploitatie en de marktwaarde in verhuurde staat van dit bezit en bedraagt € 388 miljoen. Het verschil tussen de marktwaarde en de beleidswaarde ultimo 2024 bestaat uit de volgende onderdelen:
908 5
Marktwaarde verhuurde staat
Beschikbaarheid (doorexploiteren) 59,1
Betaalbaarheid (huren) -185,1
Kwaliteit (onderhoud) -272,2
Beheer (beheerkosten)
Disconteringsvoet (sociale disconteringsvoet)
Alle bedragen x € 1.000.000
Loan to value
Loan to value
De norm voor dit kengetal is door het WSW in 2024 aangepast naar 70% (2023; 85% voor DAEB en 75% voor niet-DAEB). De interne signaleringsnorm die Oost West Wonen voor haar interne bedrijfsvoering hanteerde, lag voorheen ook al scherper. In 2024 is ook binnen deze norm gewerkt. De meerjarenbegroting blijft eveneens binnen de actuele norm(en) en laat het volgende beeld zien:
De norm voor dit kengetal is door het WSW in 2024 aangepast naar 70% (2023; 85% voor DAEB en 75% voor niet-DAEB).
Loan to value
De interne signaleringsnorm die Oost West Wonen voor haar interne bedrijfsvoering hanteerde, lag voorheen ook al scherper. In 2024 is ook binnen deze norm gewerkt. De meerjarenbegroting blijft eveneens binnen de actuele norm(en) en laat het volgende beeld zien:
De norm voor dit kengetal is door het WSW in 2024 aangepast naar 70% (2023; 85% voor DAEB en 75% niet-DAEB). De interne signaleringsnorm die Oost West Wonen voor haar interne bedrijfsvoering hanteer voorheen ook al scherper. In 2024 is ook binnen deze norm gewerkt. De meerjarenbegroting blijft eveneens binnen de actuele norm(en) en laat het volgende beeld zien:

Kasstromen en Treasury
Kasstromen en Treasury
De kasstromen worden onderscheiden naar drie belangrijke hoofdstromen:
• Kasstroom uit operationele activiteiten/bedrijfsoperaties;
De kasstromen worden onderscheiden naar drie belangrijke hoofdstromen:
• (Des-) investeringskasstromen;
• Kasstroom uit operationele activiteiten/bedrijfsoperaties;
• (Des-) investeringskasstromen;
• Financieringskasstromen.
• Financieringskasstromen Kasstroomoverzicht (directe methode)
Al de treasury activiteiten zijn randvoorwaardelijk en hebben als doel om de volkshuisvestelijke opgave realiseren. De treasury functie is verantwoordelijk voor het beheer van de liquide middelen en zij draagt
• (Des-) investeringskasstromen;
• Financieringskasstromen
In 2024 werd door de treasurycommissie drie keer vergaderd. De volgende onderwerpen zijn behandeld:
• Treasuryjaarplan 2024;
• Liquiditeitsplanning over het gehele jaar 2024 en volgende jaren;
Al de treasury activiteiten zijn randvoorwaardelijk en hebben als doel om de volkshuisvestelijke opgave te realiseren. De treasury functie is verantwoordelijk voor het beheer van de liquide middelen en zij draagt er zorg
31
Al de treasury activiteiten zijn randvoorwaardelijk en hebben als doel om de volkshuisvestelijke opgave te realiseren. De treasury functie is verantwoordelijk voor het beheer van de liquide middelen en zij draagt er zorg voor dat er te allen tijde voldoende financiële middelen beschikbaar zijn. Zij signaleert belangrijke financiële liquiditeitsrisico’s en draagt zorg voor de beheersing hiervan. Een belangrijk financieel risico is het renterisico.
Beheersing van de renterisico’s
Voor de beheersing van de renterisico’s is het essentieel dat op tijd kan worden ingespeeld op de ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt. De beheersing hiervan vindt plaats door middel van klassieke instrumenten, zoals het maandelijks monitoren van de kasstromen, het indien nodig en mogelijk vervroegd aflossen, tijdelijk kort financieren en looptijdmanagement van de leningportefeuille. Er is besloten om geen gebruik te maken van SWAPS en Swaptions.
voor dat er te allen tijde voldoende financiële middelen beschikbaar zijn. Zij signaleert belangrijke financiële liquiditeitsrisico’s en draagt zorg voor de beheersing hiervan. Een belangrijk financieel risico is het renterisico.
• Markt- en renteontwikkelingen en actualiteiten inclusief de rentevisie van de grootbanken;
• Rentevisie door externe treasurydeskundige;
• Renterisico’s volgens de normen van het WSW en bedrijfseconomisch;
• Onafhankelijkheidsrapport van de externe treasury adviseur;
• Niet-DAEB financiering, uitgestelde aflossingsverplichting en aanpassing rentepercentage interne lening;
• Oordeelsbrief en borgingsplafond van het WSW;
• Transactievoorstellen en terugkoppeling afgesloten leningen;
• Renteconversies 2024 en herfinanciering in 2024;
• Ontwikkeling leningportefeuille in relatie tot het beschikbare borgingsplafond;
voor dat er te allen tijde voldoende financiële middelen beschikbaar zijn. Zij signaleert belangrijke financiële liquiditeitsrisico’s en draagt zorg voor de beheersing hiervan. Een belangrijk financieel risico is het renterisico. Beheersing van de renterisico’s
• Treasurystatuut.
Planning- en controlcyclus
Voor de beheersing van de renterisico’s is het essentieel dat op tijd kan worden ingespeeld op de ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt. De beheersing hiervan vindt plaats door middel van klassieke instrumenten, zoals het maandelijks monitoren van de kasstromen, het indien nodig en mogelijk vervroegd aflossen, tijdelijk kort financieren en looptijdmanagement van de leningportefeuille. Er is besloten om geen gebruik te maken van SWAPS en Swaptions.
Beheersing van de renterisico’s Voor de beheersing van de renterisico’s is het essentieel dat op tijd kan worden ingespeeld op de ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt. De beheersing hiervan vindt plaats door middel van klassieke instrumenten, zoals het maandelijks monitoren van de kasstromen, het indien nodig en mogelijk vervroegd aflossen, tijdelijk kort financieren en looptijdmanagement van de leningportefeuille. Er is besloten om geen gebruik te maken van SWAPS en Swaptions.
Het WSW schrijft een maximaal bedrijfseconomisch renterisico voor van 15%, exclusief investeringen. Oost West Wonen heeft hiervan haar beleid gemaakt. Het WSW kijkt hiervoor naar de renteconversies en aflossingen uitgedrukt in een percentage van de omvang van de leningenportefeuille aan het einde van het jaar. In de komende vijf jaar voldoet Oost West Wonen ruimschoots aan deze norm.
De volgende zaken zijn in 2024 grotendeels tijdig opgeleverd, vastgesteld en goedgekeurd:
• Begroting 2025 met een doorkijk naar 2034;
Het WSW schrijft een maximaal bedrijfseconomisch renterisico voor van 15%, exclusief investeringen. Oost West Wonen heeft hiervan haar beleid gemaakt. Het WSW kijkt hiervoor naar de renteconversies en aflossingen uitgedrukt in een percentage van de omvang van de leningenportefeuille aan het einde van het jaar. In de komende vijf jaar voldoet Oost West Wonen ruimschoots aan deze norm.
Het WSW schrijft een maximaal bedrijfseconomisch renterisico voor van 15%, exclusief investeringen. Oost West Wonen heeft hiervan haar beleid gemaakt. Het WSW kijkt hiervoor naar de renteconversies en aflossingen uitgedrukt in een percentage van de omvang van de leningenportefeuille aan het einde van het jaar. In de komende vijf jaar voldoet Oost West Wonen ruimschoots aan deze norm.
• Jaarrekening 2023;
• Corpodata dVi 2023 en dPi 2024;
• Kwartaalrapportages over het eerste, tweede en derde kwartaal;
• Maandelijkse liquiditeitsoverzichten.
De cijfers vanaf 2025 en volgende zijn ontleend aan de meerjarenbegroting.
De cijfers vanaf 2025 en volgende zijn ontleend aan de meerjarenbegroting.
De cijfers vanaf 2025 en volgende zijn ontleend aan de meerjarenbegroting.

bedrijfsvoering en een onafhankelijk extern deskundige zitting. De vergaderingen van deze commissie worden bijgewoond door de business controller.
Daarnaast zijn er geen beleggingen.
Daarnaast zijn er geen beleggingen.
In 2024 werd door de treasurycommissie drie keer vergaderd. De volgende onderwerpen zijn behandeld:
Treasurycommissie
• Treasuryjaarplan 2024;
Treasurycommissie
• Liquiditeitsplanning over het gehele jaar 2024 en volgende jaren;
• Markt- en renteontwikkelingen en actualiteiten inclusief de rentevisie van de grootbanken;
• Rentevisie door externe treasurydeskundige;
In de treasurycommissie hebben de bestuurder, manager bedrijfsvoering, medewerker van de afdeling bedrijfsvoering en een onafhankelijk extern deskundige zitting. De vergaderingen van deze commissie worden bijgewoond door de business controller.
In 2024 werd door de treasurycommissie drie keer vergaderd. De volgende onderwerpen zijn behandeld:
In de treasurycommissie hebben de bestuurder, manager bedrijfsvoering, medewerker van de afdeling bedrijfsvoering en een onafhankelijk extern deskundige zitting. De vergaderingen van deze commissie worden bijgewoond door de business controller.
• Treasuryjaarplan 2024;
• Liquiditeitsplanning over het gehele jaar 2024 en volgende jaren;
• Markt- en renteontwikkelingen en actualiteiten inclusief de rentevisie van de grootbanken;
• Rentevisie door externe treasurydeskundige;


Planning- en controlcyclus
De
• Begroting 2025 met een doorkijk naar 2034;
Toekomst
• Jaarrekening 2023;
• Corpodata dVi 2023 en dPi 2024;
• Kwartaalrapportages over het eerste, tweede en derde kwartaal;
• Maandelijkse liquiditeitsoverzichten.
Toekomst
De financiële toekomst van Oost West Wonen blijkt uit de meerjarenprognose. Deze geven een degelijk en financieel gezond beeld. De grafieken geven inzicht in de verwachte ontwikkeling van het jaarresultaat en de solvabiliteit volgens de meest recente begroting en meerjarenprognose.
De ontwikkeling van de solvabiliteit ligt ver boven de minimale norm gesteld door de Aw, te weten 30%. Deze bedroeg in 2023 voor DAEB 15% en voor niet-DAEB 40% (2023; Oost West Wonen hanteerde voor de interne bedrijfsvoering voor DAEB een norm van minimaal 20% en voor niet-DAEB de minimale norm van de Aw, zijnde 40%).
Naast de links genoemde ontwikkelingen is het relevant een doorkijk te geven in de kasstromen. Volgens de laatst vastgestelde begroting zijn die als volgt:
Naast bovenstaande ontwikkelingen is het relevant een doorkijk te geven in de kasstromen. Volgens de laatst vastgestelde begroting zijn die als volgt:
De financiële toekomst van Oost West Wonen blijkt uit de meerjarenprognose. Deze geven een degelijk en financieel gezond beeld. De grafieken geven inzicht in de verwachte ontwikkeling van het jaarresultaat en de solvabiliteit volgens de meest recente begroting en meerjarenprognose.
Ontwikkeling jaarresultaat in €


De ontwikkeling van de solvabiliteit ligt ver boven de minimale norm gesteld door de Aw, te weten 30%. Deze normen bedroegen in 2023 voor DAEB 15% en voor niet-DAEB 40%.
uitvoering van het investeringsprogramma de komende drie jaar volgens de prognoses
Uit bovenstaande gegevens, die opgegeven zijn in de dPi 2024, volgt dat de financieringsbehoefte bij volledige Uit bovenstaande gegevens, die opgegeven zijn in de dPi 2024, volgt dat de financieringsbehoefte bij volledige uitvoering van het investeringsprogramma de komende drie jaar volgens de prognoses € 206 miljoen bedraagt, bestaande uit herfinanciering van nieuwe leningen en financieringen van de geplande investeringen. Dit bedrag is nog niet volledig geborgd door het WSW.
uitvoering van het investeringsprogramma de komende drie jaar volgens de prognoses € 206 miljoen bedraagt bestaande uit herfinanciering van nieuwe leningen en financieringen van de geplande investeringen. Dit bedrag is nog niet volledig geborgd door het WSW.
miljoen bestaande uit herfinanciering van nieuwe leningen en financieringen van de geplande investeringen. is nog niet volledig geborgd door het WSW.
Het samenvattende dashboard financiële sturing geeft het volgende beeld:
Het samenvattende dashboard financiële sturing geeft het volgende beeld:
Het samenvattende dashboard financiële sturing geeft het volgende beeld:
Kasstromen
1.
Vermogen
3. Solvabiliteit o.b.v. beleidswaarde (Aw)
4. Loan to value
5. Schuldrestant in € per (gewogen) vhe
Vermogen
3. Solvabiliteit o.b.v. beleidswaarde (Aw)
Bedrijfsvoering
6. Direct rendement in
Dashboard financiële sturing
6. Direct rendement in % Dashboard financiële sturing
5. Schuldrestant in € per (gewogen) vhe
Dit overzicht geeft inzicht in de volgende drie aspecten voor de realisatie verslagjaar en de komende vijf jaren:
overzicht geeft drie aspecten de komende jaren:
Bedrijfsvoering
• Liquiditeitsontwikkeling;
• Liquiditeitsontwikkeling;
Dit overzicht geeft inzicht in de volgende drie aspecten voor de realisatie verslagjaar en de komende vijf jaren:
• Vermogensontwikkeling;
•
6. Direct rendement in %
• Bedrijfsvoering
• Bedrijfsvoering
Dashboard financiële sturing
• Liquiditeitsontwikkeling;
Het schuldrestant per gewogen vhe naar DAEB en niet-DAEB eenheden is als volgt grafisch weer te geven:
Het schuldrestant per gewogen vhe naar DAEB en niet-DAEB eenheden is als volgt grafisch weer te geven:
• Vermogensontwikkeling;
Dit overzicht geeft inzicht in de volgende drie aspecten voor de realisatie verslagjaar en de komende
• Bedrijfsvoering.
• Liquiditeitsontwikkeling;
• Vermogensontwikkeling;
• Bedrijfsvoering
Het schuldrestant per gewogen vhe naar DAEB en niet-DAEB eenheden is als volgt grafisch weer te geven:
Het schuldrestant per gewogen vhe naar DAEB en niet-DAEB eenheden is als volgt grafisch weer te
De ontwikkeling van de solvabiliteit ligt ver boven de minimale norm gesteld door de Aw bedroeg in 2023 voor DAEB 15% en voor niet-DAEB 40% (2023; Oost West Wonen hanteer bedrijfsvoering voor DAEB een norm van minimaal 20% en voor niet-DAEB de minimale norm van de Aw, zijnde 40%).
Oost West Wonen hanteerde voorheen (2023) voor haar interne bedrijfsvoering een norm van minimaal 20% voor DAEB en 40% voor niet-DAEB.
Hierbij dient te worden vermeld dat Oost West Wonen financieel stuurt op de maximale schuld per (DAEB) verhuureenheid. Vooralsnog is hiervoor geen signaleringswaarde bepaald, maar worden de uitkomsten gerelateerd aan de ontwikkelingen in de sector.
Hierbij dient te worden vermeld dat Oost West Wonen financieel stuurt op de maximale schuld per (DAEB)verhuureenheid. Vooralsnog is hiervoor geen signaleringswaarde bepaald, maar worden de uitkomsten gerelateerd aan de ontwikkelingen in de sector.
Naast bovenstaande ontwikkelingen is het relevant een doorkijk te geven in de kasstromen. Volgens de laatst vastgestelde begroting zijn die als volgt:

Hierbij dient te worden vermeld dat Oost West Wonen financieel stuurt op de maximale schuld per verhuureenheid. Vooralsnog is hiervoor geen signaleringswaarde bepaald, maar worden de uitkomsten gerelateerd aan de ontwikkelingen in de sector.
(Des-) Investeringskasstromen
Hierbij dient te worden vermeld dat Oost West Wonen financieel stuurt op de maximale schuld per (DAEB)-verhuureenheid. Vooralsnog is hiervoor geen signaleringswaarde bepaald, maar worden de uitkomsten gerelateerd aan de ontwikkelingen in de sector. 35

De terugverdientijd vertoont het volgende beeld:
De terugverdientijd vertoont het volgende beeld:
Direct rendement
Direct rendement is het exploitatiesaldo gemeten in kasstromen en uitgedrukt in een percentage van de waarde van het onderliggend bezit. Bij de bepaling van deze waarde is gekozen voor de marktwaarde.
Trends en ontwikkelingen met invloed op de meerjarenprognose/continuïteit
Om de juiste keuzes te maken, moet je weten wat er om je heen gebeurt. Daarom kijken we elk jaar in de begroting naar de relevante ontwikkelingen. Het gaat dan om de ontwikkelingen in de wereld, in Nederland en natuurlijk onze eigen regio. Hieronder beschrijven we beknopt de belangrijkste ontwikkelingen.
Algemeen

Definities
Definities
Definities
Interest dekkingsratio
Interest dekkingsratio
Interest dekkingsratio
Ons land staat voor grote vraagstukken, daar liggen diverse oorzaken aan ten grondslag. Denk aan klimaatverandering en demografische ontwikkelingen als migratie en vergrijzing. Daarnaast is de financiële handelsruimte van de overheid beperkt. Het is maar de vraag of nieuwe generaties dezelfde overheidsvoorzieningen ter beschikking zullen hebben dan nu. Bovendien leidt de vergrijzing tot schaarste in menskracht. Diverse knelpunten doen zich al voor op het gebied van zorg en ondersteuning, bestaanszekerheid, huisvesting, mobiliteit, natuur en milieu. Alleen door een integrale aanpak van een overheid met visie op lange termijn, lijken deze knelpunten opgelost te kunnen worden.
Nieuw kabinet
Dit kengetal komt tot stand door het exploitatiesaldo (operationele kasstroom zonder rentelasten) te delen door de totale rentelasten. Dit kengetal geeft het aantal keer aan dat Oost West Wonen haar rentelasten kan betalen.
Dit kengetal komt tot stand door het exploitatiesaldo (operationele kasstroom zonder rentelasten) te delen door de totale rentelasten. Dit kengetal geeft het aantal keer aan dat Oost West Wonen haar rentelasten kan betalen.
Kasstroom operationele activiteiten per vhe
Kasstroom operationele activiteiten per vhe
Dit kengetal komt tot stand door het exploitatiesaldo (operationele kasstroom zonder rentelasten) te delen door de totale rentelasten. Dit kengetal geeft het aantal keer aan dat Oost West Wonen haar rentelasten kan betalen.
Dit kengetal geeft de feitelijke kasstroom aan, voortvloeiend uit de bedrijfsvoering van Oost West Wonen per gewogen vhe.
Dit kengetal geeft de feitelijke kasstroom aan, voortvloeiend uit de bedrijfsvoering van Oost West Wonen per gewogen vhe.
Solvabiliteit
Kasstroom operationele activiteiten per vhe
Solvabiliteit
Dit kengetal geeft de feitelijke kasstroom aan, voortvloeiend uit de bedrijfsvoering van Oost West Wonen per gewogen vhe.
In het Regeerakkoord is een hoofdstuk gewijd aan wonen en volkshuisvesting. Veel van de plannen van het vorige kabinet worden doorgezet. Opnieuw ligt de focus op beschikbaarheid. Het is de bedoeling dat maar liefst 100.000 woningen per jaar toegevoegd worden. Voor de ondersteuning bij de realisatie van deze woningen is € 5 miljard beschikbaar gesteld t/m 2029. Woningcorporaties moeten hun productie (sociaal en middenhuur) verhogen en dat vraagt investeringscapaciteit.
De solvabiliteit geeft de verhouding tussen het eigen vermogen en het totaal vermogen aan. Hierbij is het eigen vermogen berekend als zijnde eigen vermogen volgens de balans vermeerderd met de beleidswaarde en verminderd met de marktwaarde. Hieruit is af te leiden in hoeverre Oost West Wonen aan haar financiële verplichtingen kan voldoen.
De solvabiliteit geeft de verhouding tussen het eigen vermogen en het totaal vermogen aan. Hierbij is het eigen vermogen berekend als zijnde eigen vermogen volgens de balans vermeerderd met de beleidswaarde en verminderd met de marktwaarde. Hieruit is af te leiden in hoeverre Oost West Wonen aan haar financiële verplichtingen kan voldoen.
Solvabiliteit
De terugverdientijd vertoont het volgende beeld: 36
36
De solvabiliteit geeft de verhouding tussen het eigen vermogen en het totaal vermogen aan. Hierbij is het eigen vermogen berekend als zijnde eigen vermogen volgens de balans vermeerderd met de beleidswaarde en verminderd met de marktwaarde. Hieruit is af te leiden in hoeverre Oost West Wonen aan haar financiële verplichtingen kan voldoen.
Loan to value
De loan to value geeft de verhouding tussen de waarde en de leningen aan. Welke waarde van het bezit is extern gefinancierd. Hierbij is de beleidswaarde gebruikt, omdat deze bepalend is voor de financieringsgoedkeuring (borging) door het WSW.
Schuldrestant per vhe
Met de ratio ‘schuldrestant per vhe’ wordt op eenvoudige wijze inzicht verkregen in de mate waarin een enkele gewogen verhuureenheid (vhe) bij Oost West Wonen met vreemd vermogen is gefinancierd. Naarmate de component ‘vreemd vermogen’ toeneemt, nemen ook de kosten voor de inzet van dit vreemde vermogen (rente) toe.
Economie
Uit de voorjaarsraming van juni 2024 van De Nederlandse Bank blijkt dat er sprake is van een gematigde economische groei van 0,5%. In 2025 stijgt deze naar 1,3%. Naar verwachting daalt de inflatie in 2024 naar 2,8% en blijft deze daar in 2025. Dit komt door de lagere energieprijzen en renteverhogingen van centrale banken. De werkeloosheid blijft laag, er staan meer vacatures open dan dat er werkzoekenden zijn. Dat betekent wel dat organisaties soms moeite hebben om het juiste personeel te vinden. Het oplopende begrotingstekort van de overheid leidt tot zorgen, de overheid zal proberen de uitgaven te verminderen en de inkomsten te verhogen.
Woningmarkt
De vraag naar woningen is groot. Naar verwachting zal de bevolking van Nederland de komende jaren blijven groeien. Dit heeft onder andere gevolgen voor de woningmarkt en de beschikbare ruimte in Nederland. In 2024 liepen de huizenprijzen weer op. Dit komt door de krapte op de woningmarkt, maar ook omdat mensen in 2024 meer zijn gaan verdienen en zodoende meer kunnen lenen voor een huis. Naar verwachting blijven de huizenprijzen ook in 2025 stijgen.
Het blijft voor starters en mensen met een modaal inkomen erg moeilijk om een woning te kopen. We zien dat terug in onze woningzoekenden cijfers.
Woonvisie Goeree – Overflakkee
Digitalisering
We kunnen er niet omheen, economische, maatschappelijke en ook technologische ontwikkelingen volgen elkaar snel op en geven samen vorm aan onze digitale toekomst. We zetten digitalisatie vooral in om binnen bestaande kaders slimmer en efficiënter te kunnen werken. Speerpunt in 2025 wordt het op elkaar afstemmen van mensen, systemen en processen en het zodanig structureren van de data zodat aan de informatiebehoefte van alle belanghebbenden kan worden voldaan.
zijn voor de Woonvisie met Zorg en Welzijn uitgewerkt in drie pijlers. In de komende jaren is het daarbij zoeken naar balans tussen de (bouw)opgave en het behoud van de kwaliteit en identiteit van de kernen.
De gemeente Goeree – Overflakkee heeft vanaf september 2024 een nieuwe definitieve woonvisie waarin het thema Wonen, Zorg en Welzijn een plaats heeft gekregen. De op de woningmarkt geconstateerde uitdagingen zijn voor de Woonvisie met Zorg en Welzijn uitgewerkt in drie pijlers. In de komende jaren is het daarbij zoeken naar balans tussen de (bouw)opgave en het behoud van de kwaliteit en identiteit van de kernen.
De drie pijlers van de Woonvisie met Zorg en Welzijn
De drie pijlers van de Woonvisie met Zorg en Welzijn

De volgende scenario’s zijn hier opgenomen waarbij de definitieve begroting met de daar gehanteerde parameters en aannames de basis is:

Analyse van de uitkomsten
Analyse van de uitkomsten
Voor alle scenario’s geldt dat het effect op de LTV geen redenen geeft tot maatregelen. De LTV blijft ruim binnen de externe norm van 70%. Het effect op de ICR geeft bij alle scenario’s wel redenen om vinger aan de pols te houden of maatregelen te moeten nemen. Onderstaand geven we per scenario het effect op de ICR weer t.o.v. de begroting.
Scenario A Huurstijging 2025 2,75% i.p.v. 6% Indien scenario A zich voordoet, dan betekent dit dat de ICR verslechterd. De ICR daalt elk jaar gemiddeld met 0,1. We blijven binnen de (externe) norm.
De gemeente Goeree-Overflakkee stelt in 2024/2025 haar Omgevingsvisie op. In de praktijk zal de woonzorgvisie fungeren als volkshuisvestelijk programma van de Omgevingsvisie. In het najaar van 2024 maken we prestatieafspraken voor 2025. We houden hierbij rekening met de nieuwe woonvisie en eventuele wijzigingen in de nationale prestatieafspraken.
Wet- en regelgeving
De gemeente Goeree-Overflakkee stelt in 2024/2025 haar Omgevingsvisie op. In de praktijk zal de woonzorgvisie fungeren als volkshuisvestelijk programma van de Omgevingsvisie. In het najaar van 2024 maken we prestatieafspraken voor 2025. We houden hierbij rekening met de nieuwe woonvisie en eventuele wijzigingen in de nationale prestatieafspraken.
Wet- en regelgeving
Voor alle scenario’s geldt dat het effect op de LTV geen redenen geeft tot maatregelen. De LTV blijft ruim binnen de externe norm van 70%. Het effect op de ICR geeft bij alle scenario’s wel redenen om vinger aan de pols te houden of maatregelen te moeten nemen. Onderstaand geven we per scenario het effect op de ICR weer t.o.v. de begroting.
Geprognosticeerde ICR Jaar 2025 2026 2027 2028 2029
Scenario A Huurstijging 2025 2,75% i.p.v. 6%
Indien scenario A zich voordoet, dan betekent dit dat de ICR verslechterd. De ICR daalt elk jaar gemiddeld met 0,1. We blijven binnen de (externe) norm.
De Wet versterking regie volkshuisvesting heeft als doel dat de regie op de volkshuisvesting door overheden wordt teruggepakt en biedt de bestuurlijke instrumenten die daarvoor nodig zijn. Daarbij gaat het om regie op aantallen woningen en locaties, op betaalbare woningen en een evenredige verdeling daarvan en om het verstevigen van lokale prestatieafspraken. Daarnaast wordt voorzien in versnelde behandeling van beroepen tegen besluiten van zwaarwegend maatschappelijk belang door de bestuursrechter. Op dit moment verkeert het wetsvoorstel zich in de voorbereidende fase en wordt het voorstel aangehouden tot na ontvangst van de voorziene nota van wijziging door de minister.
ICR
Geprognosticeerde ICR
Geprognosticeerde ICR
Geprognosticeerde ICR
Geprognotiseerde Loan to Value o.b.v. beleidswaarde in % Jaar 2025 2026 2027 2028 2029 LtV
Scenario B Rente verhoogd met 0,5%
De daling van de ICR wordt elk jaar groter: van -0,06 in 2026 tot -0,21 in 2034 en laat zien dat rentewijzigingen een groot effect hebben op de ICR. We blijven wel binnen de (externe) norm.
Vanaf 1 juli 2024 is de Wet betaalbare huur ingegaan. Deze wet introduceert nieuwe regels om de huurprijzen in de middenhuur betaalbaar te houden. De WWS-puntentelling, zoals we die tot nu toe kende, is iets aangepast. De maximale bijdrage van de WOZ-waarde is verhoogd van 143 naar 186 punten en de waarderingen voor energielabels, buitenruimtes en voorzieningen zijn aangepast. De aanpassingen zullen gevolgen hebben voor de puntentelling en dus de streefhuren van onze woningen. Er moet nog gerekend worden, maar we verwachten minimale veranderingen als het gaat om de huurinkomsten.
Digitalisering
De Wet versterking regie volkshuisvesting heeft als doel dat de regie op de volkshuisvesting door overheden wordt teruggepakt en biedt de bestuurlijke instrumenten die daarvoor nodig zijn. Daarbij gaat het om regie op aantallen woningen en locaties, op betaalbare woningen en een evenredige verdeling daarvan en om het verstevigen van lokale prestatieafspraken. Daarnaast wordt voorzien in versnelde behandeling van beroepen tegen besluiten van zwaarwegend maatschappelijk belang door de bestuursrechter. Op dit moment verkeert het wetsvoorstel zich in de voorbereidende fase en wordt het voorstel aangehouden tot na ontvangst van de voorziene nota van wijziging door de minister.
Vanaf 1 juli 2024 is de Wet betaalbare huur ingegaan. Deze wet introduceert nieuwe regels om de huurprijzen in de middenhuur betaalbaar te houden. De WWS-puntentelling, zoals we die tot nu toe kende, is iets aangepast. De maximale bijdrage van de WOZ-waarde is verhoogd van 143 naar 186 punten en de waarderingen voor energielabels, buitenruimtes en voorzieningen zijn aangepast. De aanpassingen zullen gevolgen hebben voor de puntentelling en dus de streefhuren van onze woningen. Er moet nog gerekend worden, maar we verwachten minimale veranderingen als het gaat om de huurinkomsten.
Geprognosticeerde ICR Jaar 2025 2026 2027 2028 2029
Geprognotiseerde Loan to Value o.b.v. beleidswaarde in %
Geprognotiseerde Loan to Value o.b.v. beleidswaarde in %
Geprognotiseerde Loan to Value o.b.v. beleidswaarde in
Geprognotiseerde Loan to Value o.b.v. beleidswaarde in %
ICR Daeb 1,73 1,54 1,44 1,55 1,51
39
We kunnen er niet omheen, economische, maatschappelijke en ook technologische ontwikkelingen volgen elkaar snel op en geven samen vorm aan onze digitale toekomst. We zetten digitalisatie vooral in om binnen bestaande kaders slimmer en efficiënter te kunnen werken. Speerpunt in 2025 wordt het op elkaar afstemmen van mensen, systemen en processen en het zodanig structureren van de data zodat aan de informatiebehoefte van alle belanghebbenden kan worden voldaan.
Scenario B Rente verhoogd met 0,5%
De daling van de ICR wordt elk jaar groter: van -0,06 in 2026 tot -0,21 in 2034 en laat zien dat rentewijzigingen een groot effect hebben op de ICR. We blijven wel binnen de (externe) norm.
Scenario B Rente verhoogd met 0,5%
Scenario B Rente verhoogd met 0,5% De daling van de ICR wordt elk jaar groter: van -0,06 in 2026 tot -0,21 in 2034 en laat een groot effect hebben op de ICR. We blijven wel binnen de (externe) norm.
De volgende scenario’s zijn hier opgenomen waarbij de definitieve begroting met de daar gehanteerde parameters en aannames de basis is:
De daling van de ICR wordt elk jaar groter: van -0,06 in 2026 tot -0,21 in 2034 en laat een groot effect hebben op de ICR. We blijven wel binnen de (externe) norm.
Geprognosticeerde ICR
Geprognosticeerde ICR
Scenario B Rente verhoogd met 0,5% De daling van de ICR wordt elk jaar groter: van -0,06 in 2026 tot -0,21 in 2034 en laat een groot effect hebben op de ICR. We blijven wel binnen de (externe) norm. Geprognosticeerde ICR
Scenario C Prijsinflatie, Bouwkostenstijging en loonkostenstijging +0,5%
Ook hier wordt de daling van de ICR elk jaar groter: van -0,02 in 2026 tot -0,13 in 2034. We blijven wel binnen de (externe) norm.
Geprognosticeerde ICR
Geprognotiseerde Loan to Value o.b.v. beleidswaarde in %
Geprognotiseerde Loan to Value o.b.v. beleidswaarde in %
Goed weer scenario; Rente -0,5%, Prijsinflatie/Bouwkostenstijging/Loonkostenstijging -0,5%, huur ongewijzigd
Het effect van een verlaging van de indexaties en de rente is groot. De ICR stijgt fors tot 2,1 in 2034 t.o.v. 1,72 in de begroting.
Geprognosticeerde ICR
Financiële bijsturing
Uit bovenstaande blijkt dat indien genoemde negatieve scenario’s zich voordoen bijsturing noodzakelijk is. We hebben de volgende financiële mogelijkheden om financieel gezond te blijven en (financieel) koers te houden.

Geprognotiseerde Loan to Value o.b.v. beleidswaarde in %
Slecht weer scenario, samenvoeging van scenario A+B+C
Dit scenario laat zien dat het effect van lagere huurindexatie in 2025 en structureel hogere indexaties en rente een heel groot negatief effect hebben op onze ICR en we zelfs door de externe normen zakken. Bij slecht weer moeten er echt maatregelen getroffen worden.
Geprognosticeerde ICR
De volkshuisvestelijke opgave/wens is het uitgangspunt waarbij we deze terugbouwen zodat we financieel gezond blijven. In willekeurige volgorde zijn er de volgende sturingsmogelijkheden: nieuwbouw uitstellen of niet plaats laten vinden, verbeter/verduurzamings-investeringen uitstellen of niet plaats laten vinden, onderhoudskosten uitstellen of op een lager kwaliteitsniveau vaststellen, operationele kosten bezuinigen, verkopen van bezit opvoeren en commerciële huurprijzen verhogen. Het huurbeleid van de sociale woningen geeft weinig tot geen extra mogelijkheden omdat dit gereguleerd wordt vanuit de Rijksoverheid. Wel is er de mogelijkheid de huren (extra) op te trekken bij mutatie, maar door de lage mutatiegraad duurt het lang voordat dit een materieel effect heeft.
Kwalitatieve beoordeling van de bijsturingsmaatregelen, keuze en nadere uitwerking
In beginsel lijken genoemde opties makkelijk, maar bij het nader uitwerken blijkt dat niet alle maatregelen zo ongenuanceerd tot een oplossing leiden. Zo blijkt het verkopen van bestaand bezit niet of nauwelijks ruimte te bieden, zeker niet wanneer de beschikbaarheid in stand moet blijven. Verkopen van het niet-DAEB bezit zou eventueel wel een kleine bijdrage kunnen leveren. Het verminderen van de onderhoudskosten is een serieuze optie maar kan tot serieuze issues leiden omdat hierdoor de kwaliteit van het bestaande bezit in gevaar kan
mogelijkheid de huren (extra) op te trekken bij mutatie, maar door de lage mutatiegraad duurt het lang voordat dit een materieel effect heeft.
geeft weinig tot geen extra mogelijkheden omdat dit gereguleerd wordt vanuit de Rijksoverheid. Wel is er de mogelijkheid de huren (extra) op te trekken bij mutatie, maar door de lage mutatiegraad duurt het lang voordat dit een materieel effect heeft.
Kwalitatieve beoordeling van de bijsturingsmaatregelen, keuze en nadere uitwerking
komen. Het verminderen van nieuwbouwprojecten raakt de beschikbaarheid en het verminderen van verbeterinvesteringen raakt de verduurzamingsopgave. Er is vooralsnog besloten tot de volgende keuzes als het scenario zich voordoet:
Kwalitatieve beoordeling van de bijsturingsmaatregelen, keuze en nadere uitwerking In beginsel lijken genoemde opties makkelijk, maar bij het nader uitwerken blijkt dat niet alle maatregelen zo ongenuanceerd tot een oplossing leiden. Zo blijkt het verkopen van bestaand bezit niet of nauwelijks ruimte te bieden, zeker niet wanneer de beschikbaarheid in stand moet blijven. Verkopen van het niet-DAEB bezit zou eventueel wel een kleine bijdrage kunnen leveren. Het verminderen van de onderhoudskosten is een serieuze optie maar kan tot serieuze issues leiden omdat hierdoor de kwaliteit van het bestaande bezit in gevaar kan komen. Het verminderen van nieuwbouwprojecten raakt de beschikbaarheid en het verminderen van verbeterinvesteringen raakt de verduurzamingsopgave. Er is vooralsnog besloten tot de volgende keuzes als het scenario zich voordoet:
Conclusie
In beginsel lijken genoemde opties makkelijk, maar bij het nader uitwerken blijkt dat niet alle maatregelen zo ongenuanceerd tot een oplossing leiden. Zo blijkt het verkopen van bestaand bezit niet of nauwelijks ruimte te bieden, zeker niet wanneer de beschikbaarheid in stand moet blijven. Verkopen van het niet-DAEB bezit zou eventueel wel een kleine bijdrage kunnen leveren. Het verminderen van de onderhoudskosten is een serieuze optie maar kan tot serieuze issues leiden omdat hierdoor de kwaliteit van het bestaande bezit in gevaar kan komen. Het verminderen van nieuwbouwprojecten raakt de beschikbaarheid en het verminderen van verbeterinvesteringen raakt de verduurzamingsopgave.

Er is vooralsnog besloten tot de volgende keuzes als het scenario zich voordoet:
Slecht weer scenario

Uit de hiernaast staande analyse blijkt dat het mogelijk is om bij slecht weer met een beleidswijziging zodanig bij te sturen om financieel gezond te blijven. Het is dus belangrijk om scenario analyses beschikbaar te hebben en de ontwikkelingen nauwgezet te blijven volgen. Indien de ontwikkelingen slechter zijn dan in de begroting is ingerekend dan nemen we de nodige maatregelen.
Het verminderen van de verbeteringsinvesteringen (in duurzaamheid) door niet naar gasloos over te gaan, ligt in dit geval het meest voor de hand. Als maatregel ligt het meest voor de hand Hiermee wordt de gemiddelde investering per woning met ruim € 30.000 verlaagd (prijspeil 2025). De ICR ziet er dan als volgt uit (Variant SW):
6.4 Aedes Benchmark bedrijfslasten
opnemen van alle projecten (totaal 763 verhogen tot 1 103 vhe's) geeft bij het goed weer scenario de volgende ICR-grafiek (Variant GW):
Goed weer scenario
verder worden vergroot. Dit kan nog omdat er nieuwbouwprojecten tot 1.103 woningen beschikbaar zijn om in mee te participeren. De ICR bij het 100% opnemen van alle projecten (totaal 763 verhogen tot 1.103 vhe’s) geeft bij het goed weer scenario de volgende ICR-grafiek (Variant GW):
Een onderdeel van de Aedes Benchmark is het bedrijfslastenonderdeel. De opgevraagde gegevens worden opgevraagd in 2024, maar hebben betrekking op het verslagjaar 2023.
Indien er goed weer op komst is zal de beschikbaarheid verder worden vergroot. Dit kan nog omdat er nieuwbouwprojecten tot 1 103 woningen beschikbaar zijn om in mee te participeren. De ICR bij het 100% opnemen van alle projecten (totaal 763 verhogen tot 1 103 vhe's) geeft bij het goed weer scenario de volgende ICR-grafiek (Variant GW):
Conclusie

Bij een structurele daling van de rente en de indexaties met 0,5% kan OWW de gewenste plannen uit de NPA/LPA realiseren. Echter de gemiddelde lening per woning komt dan in 2031 uit op € 72.900 en dat ligt omvangrijk programma gerealiseerd kan worden, het vergt namelijk veel extra capaciteit bij woningcorporatie,
42
Conclusie
Conclusie
Bij een structurele daling van de rente en de indexaties met 0,5% kan OWW de gewenste plannen uit de NPA/LPA realiseren. Echter de gemiddelde lening per woning komt dan in 2031 uit op € 72.900 en dat ligt boven de signaleringswaarde die we momenteel hanteren. Daarnaast is het de vraag of een dergelijk omvangrijk programma gerealiseerd kan worden, het vergt namelijk veel extra capaciteit bij woningcorporatie, gemeente, omgevingsdienst en aannemers.
Slecht weer scenario
Slecht weer scenario
Uit bovenstaande analyse blijkt dat het mogelijk is om bij slecht weer met een beleidswijziging zodanig bij te sturen om financieel gezond te blijven. Het is dus belangrijk om scenario analyses beschikbaar te hebben en de ontwikkelingen nauwgezet te blijven volgen. Indien de ontwikkelingen slechter zijn dan in de begroting is ingerekend dan nemen we de nodige maatregelen.
6.4 Aedes Benchmark bedrijfslasten
Een onderdeel van de Aedes Benchmark is het bedrijfslastenonderdeel. De opgevraagde gegevens worden opgevraagd in 2024, maar hebben betrekking op het verslagjaar 2023.
Het prestatieveld Bedrijfslasten vergelijkt de kosten die woningcorporaties maken voor de bedrijfsvoering, exclusief onderhoudskosten voor het verslagjaar 2023. Het prestatieveld bestaat uit een deelscore met één indicator: geharmoniseerde beïnvloedbare netto bedrijfslasten (GBNB). De indicator is gebaseerd op de verantwoordingsinformatie (dVi) van het voorgaande verslagjaar en geeft de beïnvloedbare bedrijfslasten per verhuureenheid aan.
Het prestatieveld Bedrijfslasten vergelijkt de kosten die woningcorporaties maken voor de bedrijfsvoering, exclusief onderhoudskosten voor het verslagjaar 2023. Het prestatieveld bestaat uit een deelscore met één indicator: geharmoniseerde beïnvloedbare netto bedrijfslasten (GBNB). De indicator is gebaseerd op de verantwoordingsinformatie (dVi) van het voorgaande verslagjaar en geeft de beïnvloedbare bedrijfslasten per verhuureenheid aan.
In de tabel hieronder zijn de scores weergegeven voor zowel Oost West Wonen als landelijk. Daarbij zijn ook de scores van het voorgaande verslagjaar weergegeven.
In de tabel hieronder zijn de scores weergegeven voor zowel Oost West Wonen als landelijk. Daarbij zijn ook de scores van het voorgaande verslagjaar weergegeven.
Score Oost West Wonen (verslagjaar 2023) Landelijk (verslagjaar 2023)
Oost West Wonen (verslagjaar 2022)
Landelijk (verslagjaar 2022)
Bedrijfslasten € 1.047 ( B ) € 1.018 € 910 ( B ) € 928
Bij een structurele daling van de rente en de indexaties met 0,5% kan OWW de gewenste plannen uit de NPA/LPA realiseren. Echter de gemiddelde lening per woning komt dan in 2031 uit op € 72.900 en dat ligt boven de signaleringswaarde die we momenteel hanteren. Daarnaast is het de vraag of een dergelijk omvangrijk programma gerealiseerd kan worden, het vergt namelijk veel extra capaciteit bij woningcorporatie, gemeente, omgevingsdienst en aannemers.
Met bovenstaande score over het verslagjaar 2023 blijven we in categorie B (van A, B of C). Deze categorie geeft aan dat we het gemiddeld doen t.o.v. andere corporaties. De stijging van de beïnvloedbare bedrijfslasten t.o.v. het voorgaande verantwoordingsjaar ligt volgens Aedes voornamelijk aan de stijging van de inhuurkosten voor extern personeel en door de toename van de overige bedrijfslasten, zoals ICT-kosten en Beheer- en administratiekosten. Waar mogelijk blijven we proberen om de stijging van de kosten te beperken of te verminderen.
Met bovenstaande score over het verslagjaar 2023 blijven we in categorie B (van A, B of C). Deze categorie geeft aan dat we het gemiddeld doen t.o.v. andere corporaties. De stijging van de beïnvloedbare bedrijfslasten t.o.v. het voorgaande verantwoordingsjaar ligt volgens Aedes voornamelijk aan de stijging van de inhuurkosten voor extern personeel en door de toename van de overige bedrijfslasten, zoals ICT-kosten en Beheer- en administratiekosten. Waar mogelijk blijven we proberen om de stijging van de kosten te beperken of te verminderen.
43
6.5 Jaarverslag ondernemingsraad
Het verminderen van de verbeteringsinvesteringen (in duurzaamheid) door niet naar gasloos over te gaan, ligt in dit geval het meest voor de hand. Als maatregel ligt het meest voor de hand Hiermee wordt de gemiddelde investering per woning met ruim € 30.000 verlaagd (prijspeil 2025). De ICR ziet er dan als volgt uit (Variant SW):
Het verminderen van de verbeteringsinvesteringen (in duurzaamheid) door niet naar gasloos over te gaan, ligt in dit geval het meest voor de hand. Als maatregel ligt het meest voor de hand. Hiermee wordt de gemiddelde investering per woning met ruim € 30.000 verlaagd (prijspeil 2025). De ICR ziet er dan als volgt uit (Variant SW):

Conclusie
In het afgelopen jaar heeft de OR diverse vergaderingen gehouden met de directeur-bestuurder. Deze vergaderingen vinden plaats in een goede sfeer met elkaar. We staan open voor elkaars feedback en er is alle ruimte en gelegenheid om vragen of opmerkingen met elkaar te bespreken. De OR houdt de bestuurder scherp en andersom is dat ook het geval. Kortom, de onderlinge samenwerking is positief te noemen.
Naast de OR-vergaderingen hebben er nog een drietal gesprekken plaatsgevonden met:
- Raad van Commissarissen, op 20 juni 2024 tezamen met Marleen van de Kamp
- Raad van Commissarissen, Renumeratie commissie, op 7 oktober 2024
- Afvaardiging Raad van Commissarissen op 19 december 2024 i.v.m. kennismaking nieuw RvC-lid.
Uit bovenstaande analyse blijkt dat het mogelijk is om bij slecht weer met een beleidswijziging zodanig bij te sturen om financieel gezond te blijven. Het is dus belangrijk om scenario analyses beschikbaar te hebben en de ontwikkelingen nauwgezet te blijven volgen. Indien de ontwikkelingen slechter zijn dan in de begroting is
Een achterbanberaad heeft in 2024 plaatsgevonden door middel van het op de hoogte houden van diverse zaken middels e-mail en in persoonlijke contacten met collega’s. Ook zijn alle notulen van het overleg met onze directeur bestuurder, Marleen van de Kamp, gemaild naar de achterban. Aanvullend is de mogelijkheid geboden om aan te schuiven bij het wekelijkse OR-overleg en heeft de nieuwe OR zich gepresenteerd tijdens de laatste personeelsbijeenkomst van 2024.
Zichtbaarheid OR
Voor de OR was en is één van de speerpunten de zichtbaarheid van de OR in de organisatie. We hebben hier invulling aangegeven met een voorstelronde tijdens de personeelsbijeenkomst. Tijdens deze bijeenkomst hebben we kaartjes uitgedeeld met informatie over de OR en de mogelijkheid om via het kaartje vragen te stellen. Ook is er een open spreekuur ingevoerd na het versturen van de notulen uit ieder OR-overleg en hebben we tot slot een eigen brievenbus voor ideeën, suggesties en vragen geïntroduceerd.
Informatie voor de OR
In 2024 is de OR door de directeur-bestuurder geïnformeerd over:
- CAO-onderhandelen
- Bezetting op het kantoor
- Maatregelen m.b.t. klimaat op het kantoor
- Invulling van openstaande vacatures
- Overzicht inhuur
- RI&E
- Strategische personeelsontwikkeling
- Eindejaarsuitkering
- Selectiegesprekken bureaus t.a.v. opstellen ondernemingsplan
- Voortgang T365
- Begroting 2025
- Rapportage werkgeluk
- Aedes P&O monitor
Instemming van de OR
In 2024 heeft de OR zijn goedkeuring gegeven aan:
- Meten werkgeluk door HappinessBureau
- Gedragscode internet, sociale media en e-mail gebruik.
- Stagebeleid en Thuiswerkbeleid
Adviesrecht van de OR
In 2024 heeft de OR zijn adviesrecht uitgesproken over:
- Profielschets nieuw RvC lid
- Nieuw RvC-lid
- Omzetten rechtsvorm vereniging naar stichting
- Portefeuillestrategie
- Formatie-uitbreiding afdeling Vastgoed
- Medewerkers tevredenheidsonderzoek
- Verkoop onderbrengen bij externe makelaar

Samenstelling OR
Begin 2024 is de samenstelling van de OR als volgt: voorzitter Jan van der Welle, vicevoorzitter Rudolf Verkerke, secretaris Carissa Geene, lid Matthé van Zielst en lid Arjan Mouthaan. In februari 2024 heeft Arjan Mouthaan zijn werkzaamheden binnen de OR beëindigd vanwege zijn vertrek naar een andere werkgever.
Op 17 september 2024 heeft de OR-verkiezingen georganiseerd voor 3 openstaande vacatures. Voor de openstaande vacature van Arjan Mouthaan en omdat de leden Jan van der Welle en Carissa Geene-de Graaff zich niet meer herkiesbaar hebben gesteld.
Tijdens deze verkiezingen zijn gekozen: Martin van Eijkeren, Jeroen Nette en José Vroegindeweij. De samenstelling van de OR is vanaf september 2024 als volgt: voorzitter Rudolf Verkerke, vicevoorzitter Jeroen Nette, secretaris Matthé van Zielst, lid Martin van Eijkeren en lid José Vroegindeweij.
Adviseur en scholing
Op 20 november 2024 heeft er een scholing plaatsgevonden die in het teken stond van de Wet op de ondernemingsraden.
De gehele OR heeft deelgenomen aan deze cursus. Deze training is gegeven door de externe adviseur van de OR. Voor diverse instemmingen/ adviezen heeft de OR bepaalde informatie ingewonnen vanuit de externe adviseur.
Samenwerking ZuidWestSamen
Vanuit de ondernemingsraden van de woningcorporaties die aangesloten zijn bij ZuidWestSamen wordt er twee keer per jaar een bijeenkomst georganiseerd op locatie van de betreffende woningcorporatie. Op 19 juni heeft er een bijeenkomst plaats gevonden bij Zeeuwland en op 7 november bij Beveland Wonen. Deze twee bijeenkomsten zijn door een afvaardiging van de OR bezocht.
De OR richting 2025
De OR kijkt met vertrouwen naar 2025 en hoopt hun huidige functioneren ook in 2025 weer voort te zetten.

en risicomanagement



Governance regelt de bestuurlijke verhoudingen. Het begrip Governance duidt op een goede bestuurlijke inrichting van een onderneming en de uitvoering van goed ondernemerschap. Daarbij horen integer en transparant handelen, maar ook goed toezicht en het afleggen van verantwoording over het uitgeoefende toezicht. In dit hoofdstuk wordt hierover gerapporteerd.
Oost West Wonen onderschrijft als lid van Aedes de Governancecode voor woningcorporaties uit 2020. Op diverse plaatsen in dit verslag geven we aan op welke manier Oost West Wonen de principes van de Governancecode toepast.
7.1 Van vereniging naar stichting
De Ledenraad heeft in 2023 samen met het bestuur zijn functioneren als klankbordgroep geëvalueerd. De conclusie was dat er onvoldoende sprake was van toegevoegde waarde. Door de aanpassing van de woningwet per 1 januari 2022 werd de rol en positie dusdanig ingeperkt. Via o.a. themabijeenkomsten met stakeholders maakt Oost West Wonen ten volle gebruik van de mogelijkheden om haar beleid te klankborden met een groter bereik. In goed overleg werd daarom gekozen om in 2024 de omzetting van vereniging naar stichting in gang te zetten. De rechtsvorm is per 30 september 2024 daadwerkelijk omgezet naar stichting en van de ledenraad is afscheid genomen. Dankbaar zijn we voor de opstelling van de leden van de ledenraad om hierin een besluit te nemen dat het beste is voor Oost West Wonen en de volkshuisvesting op Goeree-Overflakkee. Tijdens deze omzetting is ons een gewaardeerd lid van de ledenraad ontvallen. Dit is een gemis geweest in het doorlopen van het traject.
7.2 Bestuurlijke organisatie
Oost West Wonen werd in het verslagjaar bestuurd door een éénhoofdig bestuur in de persoon Marleen van de Kamp. Het bestuur is verantwoordelijk voor de realisatie van de doelstellingen van de vereniging/stichting, de strategie, het beleid en de daaruit voortvloeiende resultaatontwikkeling. Verder is het bestuur verantwoordelijk voor:
• De naleving van alle relevante wet- en regelgeving;
• Het beheersen van de risico’s verbonden aan de activiteiten van de vereniging;
• De financiering van de vereniging;
• De naleving van de Governancecode voor woningcorporaties 2020;
• De borging van de missie, ambitie en identiteit van de vereniging.
Het bestuur richt zich primair op de volkshuisvestelijke en maatschappelijke doelstellingen van Oost West Wonen. Welke besluiten de bestuurder mag nemen met of zonder voorafgaande goedkeuring van de Raad van Commissarissen is vastgesteld in de statuten en het door de Raad van Commissarissen vastgestelde bestuursreglement. Het bestuur
wordt ondersteund door een controller. Deze beoordeelt de voorstellen die ter besluitvorming aan het bestuur (en de Raad van Commissarissen) worden aangeboden en adviseert het bestuur en andere organen over beoordeelde voorstellen. Hierbij kunnen met name de relaties naar geldend beleid, geldende bevoegdheden, de aandacht voor risicobeheersing en informatievoorziening en de consistentie van voorstellen aan de orde komen.
7.3 Externe accountant
Sinds 1 januari 2021 heeft Oost West Wonen de status van Organisatie van Openbaar Belang. Met ingang van het boekjaar 2021 is Mazars aangesteld als de controlerend accountant.
7.4 Risicomanagement
Managen van risico’s Oost West Wonen heeft te maken met een veelheid aan onzekere gebeurtenissen (zowel intern als extern) die van invloed zijn op het al dan niet realiseren van haar doelstellingen. Het lopen van risico is onlosmakelijk verbonden met het ondernemen van activiteiten. Zonder het nemen van risico’s zal Oost West Wonen haar doelstellingen niet kunnen realiseren.
Met risicomanagement willen we deze risico’s zodanig beheersen dat deze binnen onze risicobereidheid vallen. Daarmee hebben we meer zekerheid dat we onze doelen behalen en waarborgen we de financiële stabiliteit en de bescherming van onze reputatie. Risicomanagement is een belangrijk instrument voor sturing en beheersing. Risicomanagement maakt dan ook deel uit van onze besluitvorming en is geïntegreerd in onze bedrijfsprocessen.
Risicocultuur
Oost West Wonen ziet risicomanagement als een continu proces, waarbij de dialoog over doelen in combinatie met risico’s zorgt voor het houden van een actueel beeld van de risico’s.
Om de dialoog niet beperkt te houden tot het managementteam werken we met risico-eigenaren. De risico-eigenaren zijn verantwoordelijk voor het risico en rapporteren hierover. Eigenlijk vinden we dat iedereen die werkt bij Oost West Wonen een risico-eigenaar is. Bij iedere activiteit die we doen, komen we namelijk risico’s tegen en maken we afwegingen. We vinden het hierbij belangrijk dat medewerkers zich bewust zijn van de risico’s en dat zij zonder angst kunnen praten over opgetreden risico’s. Kortom een positieve risicocultuur.
Soorten risico’s
Oost West Wonen ziet zich geconfronteerd met verschillende typen risico’s. Per type hanteren we een specifieke beheersing. Te accepteren risico’s; kennen externe bronnen en ontstaan daarmee buiten de invloedsfeer van Oost West Wonen. De impact is nog laag en de mate van beïnvloedbaarheid vanuit Oost West Wonen is beperkt. Beheersing van de risico’s richt zich op het volgen van de ontwikkelingen in het risico, zodat we tijdig weten of dit risico een grotere impact gaat krijgen.
Externe risico’s; kennen externe bronnen en ontstaan daarmee buiten de invloedssfeer van Oost West Wonen. De
impact is hoog en de mate van beïnvloedbaarheid vanuit
Oost West Wonen is beperkt. Beheersing op de oorzaken is niet mogelijk. Oost West Wonen richt zich vooral op de beheersing van de gevolgen. We volgen de ontwikkelingen binnen deze risico’s, houden waar nodig buffers aan en bespreken alvast waar we onze aanpassingen in de strategie of organisatie kunnen maken als een verandering een feit is. · Strategische risico’s; hebben te maken met onzekerheid bij het maken van keuzes door Oost West Wonen om haar doelstellingen te behalen. De beïnvloedbaarheid is groot en de impact van deze risico’s is hoog. Beheersing van deze risico’s doen we door de kans te verkleinen dat het mis gaat en de impact te beperken. Deze risico’s wegen we mee bij besluitvorming. We maken hierbij gebruik van scenario’s.
· Te voorkomen risico’s; deze risico’s komen vaak voor in de operationele processen en zijn goed beheersbaar. We kunnen hier geen strategisch voordeel behalen. Deze risico’s moeten gewoon beheerst worden, maar wel tegen acceptabele kosten. Dit doen we door het opstellen, onderhouden en optimaliseren van de werkprocessen.
Risicobereidheid
Oost West Wonen heeft maatschappelijke doelstellingen en is niet bereid een hoog risico te lopen om een hoog rendement te halen. Het rendement dient de continuïteit van Oost West Wonen en hoeft slechts geoptimaliseerd te worden om de maatschappelijke taak zo goed mogelijk uit te voeren. We bekijken risico’s in relatie tot onze doelstellingen. De risicobereidheid is geformuleerd door bestuurder en de raad van commissarissen.
Onze belangrijkste strategische kwantitatieve signaalwaarde is onze visie op een duurzaam verdienmodel en de minimale eisen die we daaraan stellen. Met behulp van scenario analyses bepalen we of we met ons gevoerde beleid voldoende financiële buffer hebben om de externe risico’s (inflatie, stijgende rente etc.) te kunnen opvangen. We zijn avers van risico’s op het gebied van de financiële continuïteit, we dekken dus de risico’s die die doelstelling bedreigen zoveel als mogelijk af. Dit wordt ook sterk ingegeven door de van toepassing zijnde wetgeving en de (strikte) interpretatie van de wetgeving door de toezichthouder(s). Omdat Oost West Wonen ook in de verre toekomst een corporatie wil zijn die kwalitatief goede huurwoningen kan realiseren tegen een betaalbare huurprijs, streven we naar een duurzaam bedrijfsmodel.
Modelmatige scan
Onze belangrijkste strategische kwantitatieve signaalwaarde is onze visie op een duurzaam verdienmodel en de minimale eisen die we daaraan stellen. Met behulp van scenario analyses bepalen we of we met ons gevoerde beleid voldoende financiële buffer hebben om de externe risico’s (inflatie, stijgende rente etc.) te kunnen opvangen. We zijn avers van risico’s op het gebied van de financiële continuïteit, we dekken dus de risico’s die die doelstelling bedreigen zoveel als mogelijk af. Dit wordt ook sterk ingegeven door de van toepassing zijnde wetgeving en de (strikte) interpretatie van de wetgeving door de toezichthouder(s). Omdat Oost West Wonen ook in de verre toekomst een corporatie wil zijn die kwalitatief goede huurwoningen kan realiseren tegen een betaalbare huurprijs, streven we naar een duurzaam bedrijfsmodel.
Modelmatige scan In de vorm van een risicospider wordt elk onderdeel per risicogebied behandeld en geanalyseerd. De risicospider wordt toegelicht in de kwartaalrapportages.

Jaarbeeld
Jaarbeeld
Over het algemeen gezien is OWW steeds meer ‘in control’ op de gedefinieerde risicogebieden. De portefeuillestrategie die eind 2023 het licht zag, heeft de strategische risicogebieden beter inzichtelijk gemaakt. Wel merken we dat ten aanzien van de huidige portefeuille onze datakwaliteit nog niet altijd op orde is (Energielabeling en conditiemetingen). Dit heeft vooral een vertragend effect op de verbetering van de beheersing op onderhoud (die zich financieel laat gelden). Begin 2025 nemen we concrete maatregelen ten

In de vorm van een risicospider wordt elk onderdeel per risicogebied behandeld en geanalyseerd. De risicospider wordt toegelicht in de kwartaalrapportages. 47
Over het algemeen gezien is OWW steeds meer ‘in control’ op de gedefinieerde risicogebieden. De portefeuillestrategie die eind 2023 het licht zag, heeft de strategische risicogebieden beter inzichtelijk gemaakt. Wel merken we dat ten aanzien van de huidige portefeuille onze datakwaliteit nog niet altijd op orde is (Energielabeling en conditiemetingen). Dit heeft vooral een vertragend effect op de verbetering van de beheersing op onderhoud (die zich financieel laat gelden). Begin 2025 nemen we concrete maatregelen ten aanzien van de implementatie van het onderhoudsbeleid. Deze maatregelen dragen bij aan een diepere beheersing op dit risicogebied.
De transitieopgave (met name op het gebied van EBM en overige verduurzaming staat nog steeds onder druk. Dit uit zich bijvoorbeeld in het achterblijven van de doelstellingen op het gebied van het uitfaseren van EFG en blijkt vooral uit de berekende realisatie-indices. Het starten van het ‘vliegwiel’ heeft de volle aandacht van het management. Veel projecten zijn of worden opgestart en we verwachten dat de resultaten in 2025 zichtbaar worden. Hierdoor is de verwachting dat de scores op de transitieopgave zullen verbeteren.
HRM en werkdruk
Het (lange) ziekteverzuim is verder opgelopen. Deels is dit ontstaan door werkdruk. Vervangers voor uitgevallen medewerkers en extra ‘handen’ zorgen voor een overschrijding van de post inhuur van personeel. De implementatie van Tobias 365 heeft ook veel invloed op de ervaren werkdruk. We zien echter verbetering optreden in de scores op het ziekteverzuim door herstel of uitstroom van (langdurig) zieke werknemers.
Ook op andere doelstellingen zijn we bereid om meer risico te lopen en beperken we de impact. De risicobereidheid houdt in dat de risico’s met grote kans en/of grote impact zodanig worden beheerst dat ze de realisatie van de organisatiedoelstellingen niet in gevaar kunnen brengen. We reduceren ook de kans om verrast te worden door onvoorziene omstandigheden. Gemiddeld genomen hebben we een neutrale (modaal) risicofilosofie. We wegen risico’s en kansen tegen elkaar af en nemen dan een besluit.
Risico’s en onzekerheden in het verslagjaar die een belangrijke impact hebben gehad
aanzien van de implementatie van het onderhoudsbeleid. Deze maatregelen dragen bij aan een diepere beheersing op dit risicogebied.
De transitieopgave (met name op het gebied van EBM en overige verduurzaming staat nog steeds onder druk. Dit uit zich bijvoorbeeld in het achterblijven van de doelstellingen op het gebied van het uitfaseren van EFG en blijkt vooral uit de berekende realisatie-indices. Het starten van het ‘vliegwiel’ heeft de volle aandacht van het management. Veel projecten zijn of worden opgestart en we verwachten dat de resultaten in 2025 zichtbaar worden. Hierdoor is de verwachting dat de scores op de transitieopgave zullen verbeteren.
In 2024 zijn een tweetal risico’s in beweging geweest als gevolg van de Nationale Prestatieafspraken en de Regionale woondeal. Dit gaat om het risico ‘het lukt niet om prestatieafspraken te maken die aansluiten bij onze strategie’ en het risico ‘we hebben de verkeerde woningen in de toekomst’. Door frequent overleg kunnen we samen met de gemeente kijken naar wat nodig is en welke bijdrage Oost West Wonen daaraan kan leveren. We hebben altijd een duurzaam verdienmodel gehad. Dit stelt ons nu in staat om eenmalig een extra investeringsopgave aan te kunnen.
HRM en werkdruk
Het (lange) ziekteverzuim is verder opgelopen. Deels is dit ontstaan door werkdruk. Vervangers voor uitgevallen medewerkers en extra ‘handen’ zorgen voor een overschrijding van de post inhuur van personeel. De implementatie van Tobias 365 heeft ook veel invloed op de ervaren werkdruk. We zien echter verbetering optreden in de scores op het ziekteverzuim door herstel of uitstroom van (langdurig) zieke werknemers.
tekort wordt hier bedoeld dat de leningenportefeuille meer toeneemt dan kan binnen een duurzaam verdienmodel. Dit wordt veroorzaakt door een hogere nieuwbouwopgave vanuit de woondeal. Zelfs in het scenario dat de Vpb-plicht voor corporaties zou worden afgeschaft laat het model nog een tekort zien.
De scenario’s stijgende rente en onderhoudsstijging zouden ertoe leiden dat vanaf 2028 onrendabele investeringen, zoals de duurzaamheidsinvesteringen, betaald moeten worden met externe financiering. Mogelijkheden om bij te sturen zijn er de komende jaren, die hebben wel direct impact op de realisatie van de nieuwbouwopgave of duurzaamheidsdoelstellingen.
Operationele risicobeheersing
Ook op andere doelstellingen zijn we bereid om meer risico te lopen en beperken we de impact. De risicobereidheid houdt in dat de risico’s met grote kans en/of grote impact zodanig worden beheerst dat ze de realisatie van de organisatiedoelstellingen niet in gevaar kunnen brengen. We reduceren ook de kans om verrast te worden door onvoorziene omstandigheden. Gemiddeld genomen hebben we een neutrale (modaal) risicofilosofie We wegen risico’s en kansen tegen elkaar af en nemen dan een besluit.
Als gevolg van de verkiezingen en de kabinetsformatie hebben we het risico ‘politieke onvoorspelbaarheid’ toegevoegd. De betaalbaarheid van wonen staat onder druk en de politiek heeft te kampen met begrotingstekorten. Er wordt al snel naar de corporatiesector gekeken voor huurverlagingen. Als dit scenario zich weer voordoet, neemt dit een grote hap uit onze investeringscapaciteit en raakt dit de haalbaarheid van de nieuwbouw- en verduurzamingsplannen.
Risico’s en onzekerheden in het verslagjaar die een belangrijke impact hebben gehad In 2024 zijn een tweetal risico’s in beweging geweest als gevolg van de Nationale Prestatieafspraken en de Regionale woondeal. Dit gaat om het risico ‘het lukt niet om prestatieafspraken te maken die aansluiten bij onze strategie’ en het risico ‘we hebben de verkeerde woningen in de toekomst’. Door frequent overleg kunnen we samen met de gemeente kijken naar wat nodig is en welke bijdrage Oost West Wonen daaraan kan leveren. We hebben altijd een duurzaam verdienmodel gehad Dit stelt ons nu in staat om eenmalig een extra investeringsopgave aan te kunnen.
Voornaamste risico’s en onzekerheden
Als gevolg van de verkiezingen en de kabinetsformatie hebben we het risico ‘politieke onvoorspelbaarheid’ toegevoegd. De betaalbaarheid van wonen staat onder druk en de politiek heeft te kampen met begrotingstekorten. Er wordt al snel naar de corporatiesector gekeken voor huurverlagingen. Als dit scenario zich weer voordoet, neemt dit een grote hap uit onze investeringscapaciteit en raakt dit de haalbaarheid van de nieuwbouw- en verduurzamingsplannen.
Voornaamste risico’s en onzekerheden
In 2024 is iedere drie maanden gerapporteerd over de voortgang van de toprisico’s. Geïdentificeerde risico’s worden gewogen op kans, financiële impact of op de impact op het imago van Oost West Wonen. We gaan uit van onderstaande kans- en impactschalen:
In 2024 is iedere drie maanden gerapporteerd over de voortgang van de toprisico’s. Geïdentificeerde risico’s worden gewogen op kans, financiële impact of op de impact op het imago van Oost West Wonen. We gaan uit van onderstaande kans- en impactschalen:

Scenario analyse
Jaarlijks bij het opstellen van de financiële meerjarenprognose voeren we een scenario analyse uit. Bij de begroting 2024-2033 zijn de volgende scenario’s (individueel) doorgerekend:
Scenario analyse
• Een hogere rente (+1%);
Jaarlijks bij het opstellen van de financiële meerjarenprognose voeren we een scenario analyse uit. Bij de begroting 20242033 zijn de volgende scenario’s (individueel) doorgerekend:
48
• Een hogere rente (+1%);
• Onderhoud +10%
• Halvering verkopen;
• Marktindex naar 0
De scenario analyse wijst uit dat het scenario van 1% hogere rente ervoor zorgt dat een ICR van 1,4 niet meer gehaald wordt vanaf 2032. De loan-to-value blijft in alle scenario’s voldoen aan maximaal 85%. Oost West Wonen gebruikt het compartimentenmodel om te beoordelen of we binnen de financiële kaders van ons duurzaam verdienmodel blijven. Dit model laat bij de scenario’s zien dat het tekort fors toeneemt bij een stijgende rente, een stijging van het onderhoud met 10% en als de verkopen maar voor 50% gerealiseerd worden. Met het
Risico’s in de operationele processen kunnen we goed voorkomen door processen hierop in te richten. We hebben voor ieder proces een proceseigenaar, die is verantwoordelijk voor de juiste inrichting, bewaking van de juiste uitvoering en verbetering. Ook hebben veel processen een verbeterteam waarin met de procesverbeteraar actief gewerkt wordt aan verbeteringen op basis van gerealiseerde resultaten. Het verbeterteam wordt ingezet bij bijvoorbeeld digitalisering van een proces of analyse en verbetering van de klanttevredenheid.
Compliance
Woningcorporaties kennen een sterke afhankelijkheid van wet- en regelgeving. Deze wet- en regelgeving is divers van aard, complex en aan verandering onderhevig. Vanuit de compliance functie ligt de focus op naleving van deze wet- en regelgeving. Het compliance risico maakt expliciet onderdeel uit van het risicomanagement-beleid. Elke manager is verantwoordelijk voor het reageren op de compliance risico’s in zijn resultaatgebieden, dit is onderdeel van het afdelingsoverleg.
Relevante wijzigingen in wet- en regelgeving worden actief, minimaal drie keer per jaar, onder de aandacht gebracht bij de verantwoordelijke medewerkers en de managers. Hiervoor gebruiken we een overzicht dat periodiek beschikbaar wordt gesteld binnen de ZWS-samenwerking.
De risico-eigenaren zijn ook een belangrijk onderdeel van de tijdige signalering van wijzigingen in de wet- en regelgeving. Zij overleggen drie keer per jaar met elkaar en signaleren en borgen samen wijzigingen met een hoog risico.
Frauderisicoanalyse
We hebben een frauderisicoanalyse die jaarlijks geactualiseerd wordt met het management en besproken met de auditcommissie. De risico’s zijn voorzien van beheersmaatregelen.
De controller heeft de frauderisicobeheersing binnen Oost West Wonen beoordeeld aan de hand van de NBA-handreiking frauderisicobeheersing. De aanbevelingen zijn gepresenteerd aan het bestuur en de auditcommissie.
7.5 Overige onderwerpen
Softcontrols
Zachte beheersingsmaatregelen (softcontrols) zijn voor Oost West Wonen belangrijk als het gaat om risicobeheersing. Oost West Wonen staat voor een open, klantgerichte cultuur. We mogen fouten maken als we ook leren van onze fouten. Elkaar aanspreken maakt daar deel van uit.
Verbindingen en nevenactiviteiten
Oost West Wonen heeft geen verbindingen. Vanwege de transparantie is ervoor gekozen om alle activiteiten binnen de Stichting uit te voeren. In 2024 ontplooide Oost West Wonen geen risicovolle nevenactiviteiten. Oost West Wonen neemt niet deel in bv’s, nv’s of welke deelnemingsvorm of dochtermaatschappij dan ook. Wel participeert Oost West Wonen in zeven Verenigingen van Eigenaren.
Aanbestedingen maatschappelijk vastgoed
In het verslagjaar zijn er geen aanbestedingen voor maatschappelijk vastgoed aan de orde geweest.
Grondaankopen
In 2024 vonden geen grondaankopen voor verdere ontwikke lingen plaats. Ook zijn er geen woningen aangekocht.
Belangenverstrengeling en integriteit
Oost West Wonen wil situaties van belangenverstrengeling voorkomen. Dat betekent voor de bestuurder dat privéhan delingen van de bestuurder, waarbij sprake zou kunnen zijn van een schijn van belangenverstrengeling, vooraf worden gemeld en besproken met de Raad van Commissarissen. Dat geldt ook voor transacties waarbij mogelijke tegenstrijdige belangen spelen. Overigens geldt een dergelijke afspraak ook voor de leden van de Raad van Commissarissen. Op zijn beurt dient de bestuurder ervoor te zorgen dat belangente genstelling of -verstrengeling tussen Oost West Wonen en medewerkers wordt vermeden en wanneer daar wel sprake van is, dat dit dan op een integere wijze wordt opgelost.
Oost West Wonen wil een zodanig intern klimaat proberen te bewerkstelligen dat er open en eerlijk over integriteits kwesties, dilemma’s en belangenverstrengeling kan worden gesproken. In het tweede kwartaal 2025 is een workshop Integriteitsdilemma’s gepland voor de gehele organisatie. In 2024 is er, naar aanleiding van de Handreiking Vastgoedbe zit, een update gedaan en een nieuwe inventarisatie gemaakt van het particuliere vastgoedbezit van leden van de Raad van Commissarissen, de bestuurder, de managers en de controller. Deze inventarisatie is gedeeld met de externe accountant.
Onze medewerkers zijn hierbij gevraagd inzicht te geven in eventueel particulier vastgoedbezit. Uit de inventarisatie blijkt dat niemand binnen Oost West Wonen belangen heeft in strijd met de belangen van Oost West Wonen. Jaarlijks zal deze inventarisatie worden herhaald. Aan medewerkers van Oost West Wonen zijn in het afgelopen jaar geen leningen verstrekt noch (financiële) garanties afgegeven.
7.6 Verklaring van de bestuurder
Als bestuurder verklaar ik dat alle middelen van de vereniging
Oost West Wonen in het verslagjaar uitsluitend in het belang van de volkshuisvesting zijn besteed. Oost West Wonen onderschrijft en voldoet aan de Governancecode, bevattende de gemeenschappelijke waarden en normen in de sector.
Middelharnis, juni 2025
W.g.


8. Verslag van de Raad van Commissarissen



We staan er als corporatie goed voor. De financiën zijn op orde en er is een fors bouwprogramma. Dat bouwprogramma is ambitieus. Toch wordt er nóg meer van ons gevraagd om aan de opgave te voldoen. We zijn met de gemeente in gesprek om te kijken hoe we zowel in financieel opzicht als in organisatorisch opzicht meer in de buurt van de gewenste opgave kunnen komen.
Afgelopen jaar hebben we uitgebreid stilgestaan bij de forse huurverhoging. Binnen de sector was door Aedes en de woningbond afgesproken om de huren met 5,4 % te verhogen. We realiseerden ons dat dat een forse verhoging is. Tegelijk is de huursubsidie omhooggegaan en zijn lonen en uitkeringen gestegen. We merken zelf ook dat materiaal- en projectkosten hoger worden. Los van het feit dat we meenden ons te moeten conformeren aan de landelijke afspraken, konden we daarom niet anders dan de huren met dit percentage verhogen. Immers, nu al laten onze financiële middelen niet toe om alles te bouwen wat gewenst is. Als we de huren minder verhoogd hadden, dan hadden we nog minder kunnen doen. Dat zou niet alleen gevolgen hebben voor dit jaar, maar doorwerken in alle volgende jaren.
Met investeringen en projecten zijn we tot het uiterste gegaan van wat we als financieel verantwoord achten. Dit zal een negatieve impact hebben op onze tot nu toe prachtige financiële ratio’s. We hebben het verantwoord geacht om hiertoe te besluiten, ook omdat er – mochten er zich onverwachte tegenvallers voordoen – voldoende mogelijkheden zijn om de gemaakte keuzes tijdig bij te stellen.
Afgelopen jaar is de verenigingsstructuur van de organisatie omgevormd naar een stichting. Door de veranderde wetgeving en de vele organen waaraan de organisatie al verantwoording moet afleggen, was de ledenstructuur eerder een belasting voor de organisatie dan een hulpmiddel. Het verdient respect en waardering dat de Ledenraad dit ook zelf geconstateerd heeft en actief heeft geholpen om de structuur aan te passen.
We hebben vanwege het verstrijken van de zittingstermijn ook afscheid moeten nemen van twee zeer gewaardeerde leden van de RvC. Gelukkig hebben we twee fijne en competente nieuwe leden kunnen vinden, die complementair zijn aan de andere leden van de RvC.
Wat gelukkig niet veranderd is, zijn de betrokken medewerkers van Oost West Wonen, die we in de verschillende bijeenkomsten ontmoet hebben. Dankzij hen zorgt Oost West Wonen voor een betaalbaar thuis op ons eiland.
8.1 Over besturen en toezicht houden
Visie op toezicht
De Raad van Commissarissen van Oost West Wonen houdt toezicht op het functioneren van de bestuurder en de algemene gang van zaken binnen Oost West Wonen. De RvC
adviseert de bestuurder daarnaast gevraagd en ongevraagd en vervult de werkgeversrol richting de bestuurder. De RvC houdt onder andere toezicht op:
· Realisatie van de doelstellingen van Oost West Wonen;
· Realisatie van de volkshuisvestelijke opgaven;
· Strategie en de risico’s verbonden aan de activiteiten van Oost West Wonen;
· Opzet en werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen, waaronder een goede invulling van de zogenaamde softcontrols;
· Kwaliteitsbeleid;
· Kwaliteit van de maatschappelijke verantwoording;
· Financieel verslaggevingsproces;
· Naleving van toepasselijke wet- en regelgeving.
De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de RvC zijn beschreven in de statuten van Oost West Wonen en verder uitgewerkt in het reglement voor de RvC. De RvC heeft twee commissies ingesteld die advies geven en de besluitvorming voorbereiden, namelijk een auditcommissie en een selectie- en remuneratiecommissie. Deze commissies hebben ook hun eigen reglementen, die per 1 oktober 2024 herzien zijn. Daarnaast is een ad hoc klankbordgroep vastgoed ingesteld, waarin dilemma’s kunnen worden besproken en advies kan worden gegeven.
In paragraaf 8.5 wordt het aantal vergaderingen en de onderwerpen van de RvC-vergaderingen en de commissies verder toegelicht. De RvC houdt toezicht vanuit de Visie op toezicht en bestuur, bestaande uit vier verschillende onderdelen: het externe kader, het interne kader, het beoordelingskader en het toezichtkader. Het toezichtkader beschrijft op hoofdlijnen het speelveld en de spelregels die de RvC bij het uitoefenen van zijn taken volgt. Als toezichtkader voor het uitoefenen van zijn taken, hanteerde de RvC in 2024:
Extern toezichtskader
· Woningwet
· Besluit Toegelaten Instelling Volkshuisvesting (Btiv)
· Governancecode Woningcorporaties
· Beleidsregels Aw
· Beleidsregels WSW
· Gezamenlijk beoordelingskader Aw/WSW
Intern toezichtskader
· Statuten
· Reglement RvC
· Reglementen commissies
· Reglement financieel beleid en beheer
· Treasurystatuut
· Investeringsstatuut
· Profielschets RvC
· Gedrags- en integriteitscode en klokkenluiderregeling
Besturingskaders
· Ondernemingsplan
· Portefeuillestrategie
· Begroting 2025
· Financiële meerjarenprognose 2025-2034
· Treasuryjaarplan 2024
· Prestatieafspraken gemeente Goeree-Overflakkee

Governancecode Woningcorporaties 2020
De Governancecode kent vijf principes. De principes vullen elkaar aan en moeten in samenhang worden gezien. De RvC van Oost West Wonen onderschrijft de code en neemt deze als uitgangspunt voor zijn werkzaamheden. We voldoen aan alle bepalingen. Voor de meest recente documenten op het gebied van Governance verwijzen we naar de website van Oost West Wonen.
Governance in het verslagjaar
Op 24 oktober 2024 hebben we de toezichtbrief van de Aw ontvangen. Gebaseerd op gesprekken met de RvC, controller en bestuurder van Oost West Wonen is geconstateerd dat er geen aanleiding is om een nader onderzoek uit te voeren. De risico inschatting voor onze corporatie is laag op alle onderdelen van het beoordelingskader. Er wordt geconcludeerd dat de financiële positie van Oost West Wonen voor de eerstvolgende jaren voldoende robuust is om de opgave aan te kunnen. Hierbij werd geadviseerd om de set aan scenario’s (waaronder worst case) verder uit te diepen om zo op tijd bijstuurmogelijkheden te hebben. Het haalbare scenario uit onze portefeuillestrategie geeft hierbij de ondergrens van onze ambitie aan.
De invulling van de rol van de controller beoordeelt de Aw van goede kwaliteit. Dit is helpend bij de verdere ontwikkeling van het risicomanagementmodel. De RvC herkent zich in het beeld van de Aw en is tevreden over de uitkomsten.
8.2 Verslag vanuit
toezichthoudende rol
Toezicht op strategie
De RvC is zich goed bewust van de verschillende rollen die worden vervuld. Raad en bestuurder delen de opvatting dat strategische verkenningen in een vroeg stadium bijdragen tot het ontstaan van een gedeelde visie op de lange termijn en de basis vormen voor een goed en effectief toezicht later. De werkwijze is erop gericht om periodiek strategische themabesprekingen te organiseren. In 2024 zijn de volgende
onderwerpen met elkaar besproken: de omzetting van vereniging naar stichting, de vernieuwde portefeuillestrategie, ambities op het gebied van de vastgoedprojecten en de voortgang hierop, format en invulling risicomanagementmodel en de organisatieontwikkelingen met bijbehorende MTwisseling. Daarnaast heeft op 5 juni 2024 een informeel gesprek tussen RvC en bestuurder plaatsgevonden waarin vooral aandacht is besteed aan de focus van Oost West Wonen vanaf 2025 en verder.
De RvC heeft in het afgelopen boekjaar overleg gevoerd met de externe onafhankelijke accountant, de huurdersverenigingen, de gemeente Goeree-Overflakkee, het managementteam, de controller en de ondernemingsraad, om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen in het speelveld van Oost West Wonen.
Toezicht op financiële en operationele prestaties
De RvC heeft zich gedurende 2024 op verschillende momenten en naar aanleiding van diverse onderwerpen beziggehouden met de inzet van het vermogen en de financiële continuïteit. Hij heeft zich via de kwartaalrapportages laten informeren over de voortgang van alle relevante facetten in de bedrijfsvoering van Oost West Wonen.
De auditcommissie, die door de RvC is ingesteld, heeft de RvC geadviseerd over het toezicht op de financiële informatieverschaffing door Oost West Wonen, de opvolging van de aanbevelingen en opmerkingen van de controller en de externe accountant, en de beoordeling van het functioneren van de externe accountant.
De voltallige auditcommissie heeft op 28 mei 2024 overleg gevoerd met de accountant en de controller, zonder aanwezigheid van de bestuurder. Per jaar dient minimaal één keer een dergelijk overleg met de controller plaats te vinden, conform de richtlijnen Btiv. De inhoud van dit gesprek had vooral betrekking op de risico’s en de voortgang van de activiteiten van de werkorganisatie.
Voor de uitvoering van haar taken heeft de auditcommissie in 2024 tweemaal vergaderd. In paragraaf 8.5 komen de belangrijkste onderwerpen van die overleggen aan de orde. De bevindingen en aanbevelingen over deze onderwerpen zijn gerapporteerd aan de RvC in de vorm van een advies.
Zo is er ingegaan op:
Managementletter
De RvC heeft de managementletter 2023 van de externe accountant op 14 februari 2024 besproken met de bestuurder en de accountant.
Intern auditplan 2024
Op 17 januari 2024 heeft de auditcommissie het intern auditplan 2024 met de controller besproken. De controller heeft een onafhankelijke positie binnen Oost West Wonen. De RvC heeft het auditplan in de vergadering van 14 februari 2024 goedgekeurd. De inhoud van dit plan betreffen de voorgenomen interne audits van de controller en de verdere werkzaamheden van de controller in 2024.
Bestuursverslag (volkshuisvestingsverslag) jaarrekening en accountantsverslag
Op 19 juni 2024 heeft de RvC het bestuursverslag en de jaarrekening 2023 van Oost West Wonen besproken met de bestuurder. Tijdens de vergadering is ook het accountantsverslag besproken. Vervolgens heeft de RvC het bestuursverslag en de jaarrekening goedgekeurd. De auditcommissie heeft eerst zonder en daarna in aanwezigheid van de bestuurder op 28 mei 2024 gesproken met de externe accountant over het bestuursverslag en de jaarrekening 2023, de belangrijkste risico’s en het auditplan.
Begroting 2025, financiële meerjarenprognose 2025-2034
Op 26 november 2024 zijn de begroting en de financiële meerjarenprognose 2025-2034 besproken. Ook daarvoor al is meerdere malen gesproken over de keuze die gemaakt moet worden: vooral een solide financiële positie of primair doen waarvoor Oost West Wonen er is, namelijk het vervullen van haar volkshuisvestelijke opgave. We hebben gekozen voor dat laatste, waarmee we ook ruimte bieden aan de werkorganisatie om de financiële middelen naar vermogen in te zetten. De auditcommissie heeft de begrotingsstukken intensief besproken en de RvC positief geadviseerd over de goedkeuring ervan. De begroting is doorgerekend met meerdere (slechtweer)scenario’s. De RvC heeft geconstateerd dat de financiële continuïteit van Oost West Wonen is aangetoond en heeft de begroting goedgekeurd. De RvC is van mening dat het in de financiële meerjarenraming opgenomen investeringsprogramma recht doet aan de mogelijkheden van de organisatie en dat Oost West Wonen zich onder deze condities maximaal inzet om haar volkshuisvestelijke opgave te realiseren. Hoewel onze tot nu toe prachtige ratio’s verslechteren, heeft de RvC een goed en comfortabel gevoel bij de keuzes die de organisatie maakt, omdat er voldoende mogelijkheden zijn tot bijsturing indien er zich onverwachte tegenvallers voordoen.
Toezicht op volkshuisvestelijke en maatschappelijke prestaties
De RvC heeft zich regelmatig door de bestuurder laten informeren over de (financiële) resultaten in relatie tot de doelen, de ontwikkelingen met betrekking tot de projecten, de voortgang van de actualisering, de totstandkoming en uitvoering van de prestatieafspraken en de relevante externe ontwikkelingen waar Oost West Wonen mee geconfronteerd werd. Tevens is de rol van de auditcommissie besproken en is de jaarplanning aan bod gekomen. De stand van zaken van de prestatieafspraken is op 26 november 2024 met de RvC besproken. Dit betrof een tussenstand van de in 2023 gemaakte meerjarige afspraken. In 2025 zullen de afspraken herijkt worden naar nieuwe meerjarige afspraken.
Toezicht op stakeholderdialoog
De RvC heeft tijdens de vergaderingen met de bestuurder kennisgenomen van de inhoud van alle reguliere, bestuurlijke overleggen met de gemeente, huurdersverenigingen, zorgaanbieders en andere stakeholders. De opvattingen van stakeholders zijn in de overwegingen en besluiten van de RvC meegewogen. Daarnaast onderhouden de commissarissen hun individuele contacten met diverse stakeholders. De hierbij opgevangen signalen of informatie nemen zij mee in de reguliere vergaderingen van de RvC.
Op 20 november 2024 heeft er een stakeholdersbijeenkomst plaatsgevonden in de Beroepscampus te Sommelsdijk die zeer waardevol is gebleken. Deze bijeenkomst werd geïnitieerd door de bestuurder en had als thema de verbinding te zoeken met de huurders van Oost West Wonen, ze te betrekken bij de organisatie en input op te halen voor de nieuwe focus van Oost West Wonen vanaf 2025 (nieuw ondernemingsplan). Onder begeleiding van medewerkers van Oost West Wonen werd een groep van ruim 100 huurders bevraagd op de kwaliteit van de dienstverlening, de animo om deel te nemen in vormen van huurdersparticipatie. Ook werd er informatie gedeeld over vastgoedprojecten en onderhoud. Daarnaast waren ook ketenpartners op het gebied van welzijn en energiebesparing aanwezig. De RvC heeft tijdens deze avond een goede inkijk gekregen in hoe huurders tegen de werkorganisatie aankijken. Hierbij zijn waardevolle beelden opgehaald waar de verwachtingen van de huurders liggen in de (toekomstige) prestaties van Oost West Wonen. De verwachting is dat dit zal landen in het nieuwe ondernemingsplan dat in 2025 zal worden opgeleverd. Daarnaast hebben de leden van de RvC gesprekken gevoerd met een aantal gemeenteraadsleden en medewerkers van de gemeente Goeree-Overflakkee tijdens de opening van het project Flexwoningen op 31 mei 2024. Inzet was om uit eerste hand te vernemen hoe de samenwerking wordt beleefd, welke rol de RvC hierin nog kan vervullen en overall meer kennis op te doen van de organisaties zelf. Dit werd als zeer waardevol gezien.
Toezicht op risicobeheersing
In 2024 heeft de organisatie het risicomanagement binnen OWW herijkt. De auditcommissie is op 28 mei en 12 november 2024 bijgepraat over het risicomanagement. De analyse van de fraude- en integriteitsrisico’s is op 26 november 2024 met de RvC besproken. De risico’s zoals ze 2023 waren geformuleerd zijn verbreed met de velden HR en ICT. Daarnaast is er een doorontwikkeling geweest in de beoordeling van de risico’s en de maatregelen om de risico’s de mitigeren. Deze methodiek is met de RvC besproken. Er is een duidelijke doorontwikkeling zichtbaar van de risicobeheersing van de werkorganisatie.
Buiten aanwezigheid van de bestuurder heeft de auditcommissie met de controller en met de externe accountant gesproken over de mate van risicobeheersing. De ingezette lijn werd ook hier herkend.
Opdrachtgeverschap externe accountant
De controle voor het boekjaar 2024 wordt evenals in 2023 en 2022 uitgevoerd door Mazars Accountants te Rotterdam.
Conclusie
Alles in ogenschouw nemend is de RvC van mening dat hij adequaat en onafhankelijk toezicht houdt op het bestuur van Oost West Wonen en de wijze waarop het bestuur de organisatie aanstuurt.
8.3 Verslag vanuit werkgeversrol
Invulling werkgeversrol voor bestuur
De RvC is verantwoordelijk voor een goed bestuur, onder meer door benoeming, schorsing, ontslag en de jaarlijkse evaluatie van de bestuurder. De RvC heeft daartoe een selectie- en remuneratiecommissie ingesteld. Deze commissie is onder meer belast met de voorbereiding van de selectie en benoeming van de leden van de RvC en bestuurder en met het bezoldigingsbeleid en de beoordeling van de bestuurder.
In 2024 is de selectie- en remuneratiecommissie vijf keer bij elkaar gekomen voor overleg. Evenals voorgaande jaren heeft de commissie weer structureel overleg gehad met diverse organen binnen de organisatie (MT, OR en controller). Deze laatste is uiteraard nauw betrokken bij de vergaderingen van de RvC, maar ook het aparte gesprek met de remuneratiecommissie wordt als waardevol ervaren.
Op 26 november 2024 heeft de zelfevaluatie van de RvC plaatsgevonden onder begeleiding van prof. dr.ir. Rienk Goodijk. De afdronk hiervan is positief. Er heerst tevredenheid over de onderlinge samenwerking en de samenwerking met de bestuurder. De open relatie en goede samenwerking maken het mogelijk de ingezette weg naar strategisch partnerschap nog verder te verdiepen en gestalte te geven. Daarnaast is er aandacht voor de contiuniteit van de RvC zelf. Met het rooster van aftreden in het hoofd moet tijdig werk gemaakt worden voor de kwalitatieve invulling. Dit vraagt tijd en goede onderlinge afstemming.
Beoordelingskader en beoordeling
In 2024 heeft de remuneratiecommissie weer prestatieafspraken gemaakt met de bestuurder van Oost West Wonen. Op 6 februari 2024 heeft er tussen de voorzitter van de remuneratiecommissie en de bestuurder een gesprek plaatsgevonden om een doorkijk te maken naar de resultaten van 2024. Op 20 oktober is een tussentijdse balans opgemaakt waarbij aan het einde van het jaar tijdens de reguliere vergadering van 26 november tevredenheid is uitgesproken over het functioneren van de bestuurder en de behaalde resultaten.
Beloningskader en beloning
De RvC heeft een besluit genomen over de bezoldigingsklasse van Oost West Wonen voor de Wet normering topinkomens na een voorstel hierover van de selectie- en remuneratiecommissie. De bezoldigingsklasse F, met een bezoldigingsmaximum van € 195.000 voor 2024, is van toepassing voor Oost West Wonen op basis van het aantal verhuureenheden en de omvang van de gemeente. De beloning van de directeur-bestuurder voldoet aan de actuele wetgeving. De jaarrekening bevat hierover meer informatie.
Permanente educatie
In de Governancecode Woningcorporaties 2020 is opgenomen dat bestuurders van woningcorporaties in drie jaar tijd 108 PE-punten dienen te behalen. Dit is gebaseerd op 108 studiebelastingsuren, zoals vastgesteld door de geaccrediteerde opleidingsaanbieder. De bestuurder heeft in 2024 91 PE-punten behaald, ten opzichte van 65 in 2023 en 56 in het jaar 2022. Het voorgeschreven aantal is dus ruim gehaald.
Nevenfuncties
De bestuurder vervulde in 2024 geen nevenfuncties.
Organisatie, cultuur en integriteit
De RvC hecht waarde aan een integere en open cultuur binnen Oost West Wonen, waarbinnen ruimte is voor reflectie en tegenspraak. De gedrags- en integriteitscode en de klokkenluidersregeling zijn hiervoor de basis. De bestuurder en de RvC hebben daarbij een voorbeeldfunctie in hun gedrag en de cultuur die wordt uitgedragen. Wij zijn ons daarvan bewust en spreken elkaar daarop aan. De RvC vindt het belangrijk om de cultuur binnen de organisatie te begrijpen en zal hier actief bij betrokken blijven. Het meelopen met medewerkers om zicht te krijgen op het werk, de sfeer en cultuur van Oost West Wonen is hier helpend aan geweest.
De zelfevaluatie heeft duidelijk gemaakt dat stages een waardevolle invulling geven aan het zicht krijgen op de sfeer en cultuur van Oost West Wonen. De open cultuur binnen de RvC is daarnaast helpend om elkaar te bevragen op zaken die schurend kunnen zijn op de belangen van Oost West Wonen.
Van alle medewerkers van de organisatie wordt verwacht dat zij een bijdrage leveren aan de gewenste organisatiecultuur. De RvC ziet erop toe dat de bestuurder zich hiervoor voldoende inspant en laat de bestuurder periodiek verantwoording afleggen over gerichte activiteiten op dit vlak en eventuele geconstateerde afwijkingen van het gewenste gedrag. Dit doet de bestuurder in de managementrapportage die de RvC per kwartaal ontvangt. De RvC ziet erop toe dat integriteitsvraagstukken nadrukkelijk op de agenda van de organisatie blijven staan. Hiertoe is in 2022 een integriteitsregister in het leven geroepen om zo het onderwerp, maar ook transparantie naar elkaar, te kunnen blijven bevorderen.
Om een beeld te kunnen vormen van de organisatiecultuur heeft de RvC niet alleen contact met de bestuurder maar ook twee keer per jaar met de ondernemingsraad. Daarnaast ontmoet de RvC de managers, controller en medewerkers tijdens vergaderingen, bijeenkomsten en de in 2024 gehouden stakeholdersbijeenkomst. We kunnen concluderen dat alle partijen tevreden zijn met de behaalde resultaten en de rolinvulling van de bestuurder.
8.4 Verslag vanuit klankbordfunctie
Zoals in de visie op toezicht en bestuur is vastgelegd, hebben er regelmatig formele en informele ontmoetingen plaatsgevonden tussen RvC en bestuurder. Beiden zien daar zeker het belang van in, omdat zij de bestuurder de mogelijkheid bieden om de door de RvC-leden ingebrachte kennis en deskundigheid in haar organisatie te benutten. Zo waren er op 16 april en 2 oktober ontmoetingen over de ambities van de organisatie in relatie tot de financiële mogelijkheden. In iedere vergadering wordt verder aan de hand van de actualiteiten gesproken over gesignaleerde tendensen in de omgeving waarin Oost West Wonen opereert. Met de bestuurder wordt van gedachten gewisseld over haar opvattingen daarover. Op deze manier kan de RvC nog meer betrokken worden bij de ‘voorkant’ van de besluitvorming en
bestuurlijke dilemma’s. Deze rol als informeel klankbord wordt ook vanuit de zelfevaluatie als zeer waardevol herkend. Er bestaat een gezamenlijke behoefte deze rol verder diepte te geven.
Op 5 juni 2024 hebben de leden van de RvC, op uitnodiging van de bestuurder, met elkaar een doorkijk gemaakt naar de doorontwikkeling van Oost West Wonen. De bestuurder had behoefte aan de meningen van de diverse RvC leden op de huidige positie van Oost West Wonen en welke aandachtspunten de RvC meegeeft voor de toekomstige focus van oost West Wonen. Vooral de uniekheid van Oost West Wonen als enige corporatie op Goeree-Overflakkee verdient meer kleur in de toekomstige koers, aldus de RvC.
8.5 Over de Raad van Commissarissen
Samenstelling
In 2024 waren er vijf commissarissen die het toezicht op Oost West Wonen hebben uitgevoerd, waarbij dhr. Visser tot en met 31 maart als voorzitter en dhr. Willems als vicevoorzitter optraden. Na het aftreden van dhr. Visser is vanaf 1 april is dhr. Willems voorzitter en dhr. Nattekaas vicevoorzitter.
Profiel
Per 1 april 2024 is dhr. Visser afgetreden als voorzitter van de RvC. Zijn rol is overgenomen door dhr. J.H. Willems. De rol van vicevoorzitter is ingevuld door dhr. W.L.C. Nattekaas. Het profiel voor de open positie betrof een algemeen lid van de RvC, waardoor de OR van Oost West Wonen eind 2023 is geconsulteerd over de profielschets. De profielschets en de hierin opgenomen competenties, deskundigheden en ervaringen zijn goed uitgebalanceerd en mede gebaseerd op de door de Vereniging van Toezichthouders in Woningcorporaties (VTW) opgestelde criteria voor goed intern toezicht. Na het positieve advies van de OR is de RvC vanaf oktober 2023 aan de slag gegaan met de werving en selectie van het nieuwe lid, onder leiding van een extern bureau.
Uitgangspunt voor de bezetting is dat de RvC uit generalisten bestaat die gezamenlijk een multidisciplinair team vormen. Voor een integrale besluitvorming moeten verschillende deskundigheden aanwezig zijn, te weten deskundigheid op volkshuisvestelijk gebied, financieel-economisch gebied, governance, risk en compliance, deskundigheid op het gebied van investeringsprojecten en gebiedsontwikkeling, deskundigheid op maatschappelijk gebied en actuele kennis en ervaring op het gebied van wonen, welzijn en zorg.
De positie is ingevuld door mevr. J. van Vugt.
Op basis van deze nieuwe samenstelling heeft de RvC op 16 april 2024 een overzicht gemaakt van de op dat moment aanwezige competenties en kennisgebieden van de afzonderlijke RvC leden. Op deze wijze is ook expliciet gemaakt welke deskundigheden complementair zijn aan elkaar.
Vervolgens is in 2024 gestart met de invulling van de positie van dhr. W.L.C. Nattekaas. De zoektocht was voornamelijk naar een profiel met wat meer vastgoedervaring. Ook hierbij heeft de RvC zich laten ondersteunen door een extern bureau. Eind
2024 is het gelukt een gekwalificeerde kandidaat aan te bieden aan de Aw.
De RvC functioneert onafhankelijk en richt zich bij de vervulling van zijn taak naar het belang van de organisatie, naar het te behartigen maatschappelijke belang en naar het belang van de betrokken belanghebbenden.
Samenstelling Raad van Commissarissen
De RvC bestaat per 31 december 2024 uit vijf leden, waarvan twee commissarissen zijn benoemd op voordracht van de huurdersorganisatie. In 2024 waren onderstaande personen lid van de RvC.
De heer S.L. (Steef) Visser RA (1959) tot en met 31 maart 2024
Voorzitter van de RvC en lid van de selectie- en remuneratiecommissie
Dagelijkse functie: partner/founder Visser & Visser Accountants-Belastingadviseurs
Nevenfuncties:
Regent/secretaris Stichting voor Sociale en Maatschappelijke Belangen
Secretaris Stichting Monumentenbehoud
Secretaris Stichting Monumentenbeheer
Penningmeester Vereniging van Bedrijven GoereeOverflakkee
Voorzitter Kerkvoogdij HHG Middelharnis-Sommelsdijk
Penningmeester VVE Appartementen Parel van de Delta Voorzitter VVE Appartementen Chateau St. Gerlach
Plaatsvervangend voorzitter Koninklijke NBA
De heer mr. J.H. (Harold) Willems (1964)
Tot en met 31 maart: vicevoorzitter van de RvC (kwaliteitszetel huurders), voorzitter van de auditcommissie
Vanaf 1 april: voorzitter van de RvC (kwaliteitszetel huurders), lid van de selectie- en remuneratiecommissie
Dagelijkse functies: Interim-manager, -bestuurder en toezichthouder
Nevenfuncties:
• Voorzitter van de Raad van Commissarissen van woningcorporatie Poort6 te Gorinchem
• Lid van de Raad van Commissarissen van woningcorporatie BrabantWonen te ‘s-Hertogenbosch (per 1 oktober)
• Lid commissie van Aanbeveling en Beroep VTW (tot november 2024)
• Lid Geschillencommissie Reizen en Wonen te Den Haag
• Lid Commissie Vaarbelangen Nederlandse Vereniging van Toerzeilers (vanaf 1 juli 2024)
• Voorzitter Commissie van Beroep en Bezwaar Dongemond College te Raamsdonkveer
De heer mr. T. (Tertius) Abbo (1963)
Lid van de RvC (kwaliteitszetel huurders), voorzitter van de selectie- en remuneratiecommissie
Dagelijkse functie: Vennoot Abbo Van Trigt Advocaten
Nevenfuncties:
• Secretaris van de Stichting Huisman Foundation
• Lid van de Raad van Toezicht van Sjaloom Zorg
• Lid van de Raad van Commissarissen Psychiatrie N3 BV te Dordrecht
• Diaken in de Hervormde gemeente Dirksland (PKN)
• Lid Generale Synode van de PKN
De heer W.L.C. (Wim) Nattekaas (1956)
Lid van de RvC, lid van de klankbordgroep vastgoed
Vanaf 1 april: vicevoorzitter van de RvC
Dagelijkse functie: gepensioneerd
Nevenfuncties:
• Lid/plv. voorzitter Klachtencommissie gemeente GoereeOverflakkee
• Voorzitter Stichting Vrienden van Ebbe en Vloed
Mevrouw P. (Petra) Braal (1984)
Tot en met 31 maart: lid van de RvC, lid van de auditcommissie en lid van de klankbordgroep vastgoed
Vanaf 1 april: lid van de RvC, voorzitter van de auditcommissie en lid van de klankbordgroep vastgoed
Dagelijkse functie: manager Financiën en Bedrijfsvoering bij Wonen Midden-Delfland (tot en met 30 september) manager Financiën en Bedrijfsvoering bij Woonforte (per 1 oktober)
Nevenfunctie: eigenaar Rotsvast Dienstverlening
Mevrouw drs. J.M. (Joke) van Vugt (1980)
Lid van de RvC en lid van de auditcommissie (benoemd per 1 april 2024)
Dagelijkse functie: Group Director QHSE & CSR voor Hanab (per 1 augustus)
Nevenfuncties:
• Vrijwilliger Streekmuseum te Sommelsdijk
• Lector en overig vrijwilligerswerk parochie De Heilige Familie te Goeree-Overflakkee
• Voorzitter Raad van Bestuur Stichting NVO-GO te Oude Tonge
• Lid Adviescommissie en auditor Home of Impact te Asperen
De RvC kent een selectie- en remuneratiecommissie en een auditcommissie. Beide commissies doen voorbereidend werk voor de RvC. Besluitvorming vindt niet plaats in de commissies maar in de voltallige RvC. In de betreffende commissie wordt veelal een advies voor de RvC geformuleerd.
• Voorzitter Raad van Bestuur Stichting NVO-GO te Oude Tonge
• Lid Adviescommissie en auditor Home of Impact te Asperen
De RvC kent een selectie- en remuneratiecommissie en een auditcommissie. Beide commissies doen voorbereidend werk voor de RvC. Besluitvorming vindt niet plaats in de commissies maar in de voltallige RvC. In de betreffende commissie wordt veelal een advies voor de RvC geformuleerd.
Rooster van aftreden
Rooster van aftreden
Het rooster van aftreden van de Raad van Commissarissen is als volgt opgesteld per 31 december 2024:
Naam Benoemd per Termijn eindigt per
T. Abbo 19 september 2017 19 september 2025
P. Braal 3 oktober 2022 3 oktober 2026 (herbenoembaar)
W.L.C. Nattekaas 15 januari 2017 15 januari 2025
J.M. van Vugt 1 april 2024 1 april 2028 (herbenoembaar)
Het rooster van aftreden van de Raad van Commissarissen is als volgt opgesteld per 31 december 2024: 58
Functioneren
Integriteit en onafhankelijkheid Commissarissen melden een (mogelijk) tegenstrijdig belang direct aan de voorzitter en de overige leden van de RvC. De RvC is zodanig samengesteld dat de leden ten opzichte van elkaar, de bestuurder en welk deelbelang dan ook onafhankelijk en kritisch kunnen functioneren en hun taak naar behoren kunnen vervullen. De leden van de RvC hebben geen nevenfuncties die tegenstrijdig zijn met het belang van Oost West Wonen.
Vanuit de aard van haar werkzaamheden onderhoudt Oost West Wonen zakelijke relaties met een groot aantal partijen in de omgeving. Onder deze partijen is Sjaloom Zorg een stichting waarin dhr. T. Abbo als lid van de RvC ook een toezichthoudende rol vervult. De relatie tussen Oost West Wonen en deze stichting is op dit moment niet zodanig dat dit leidt tot tegenstrijdige belangen. Hierover is een verklaring tussen Oost West Wonen en dhr. Abbo opgesteld en dit is verder afgestemd met de Aw.
De RvC is zich bewust van potentieel tegenstrijdige belangen die zich als gevolg van nevenfuncties kunnen voordoen en heeft hierover afspraken gemaakt. Dit is geborgd in de definitieve Visie op toezicht en bestuur (april 2022). Op het moment dat een tegenstrijdig belang zich voordoet, neemt het betreffende lid niet deel aan de beraadslaging en stemming.
Aanspreekbaarheid
De RvC hecht grote waarde aan zijn aanspreekbaarheid. Eenieder is uitgenodigd zich tot de RvC te wenden als daartoe aanleiding is. Ook hebben sommige RvC-leden dagdelen meegelopen met medewerkers van de organisatie. RvCleden worden daardoor zichtbaarder en aanspreekbaarder en tegelijk krijgen zij meer zicht op wat er leeft en speelt in de organisatie. Daarnaast zijn ze uitgenodigd en aanwezig geweest bij diverse, meer informele, bijeenkomsten van medewerkers van Oost West Wonen.
Meldingsplicht
Er hebben zich in 2024 geen zaken voorgedaan die vallen onder de meldingsplicht voor de Raden van Commissarissen aan de Autoriteit woningcorporaties, zoals vastgelegd in de Woningwet. Met de governancecode en de handreiking vastgoed in het achterhoofd wordt jaarlijks gecheckt of en welke wijzigingen zich hebben voorgedaan die besproken dien te worden aan de RvC tafel. Ook bij de aanstelling van nieuwe leden is hier nadrukkelijk aandacht voor. Op deze manier blijven we met elkaar scherp op mogelijke verstrengelingen die schadelijk kunnen zijn voor Oost West Wonen.
Informatievoorziening
De RvC heeft met de bestuurder afspraken gemaakt over de informatievoorziening. De RvC ziet erop toe dat de ontvangen informatie de relevante aspecten laat zien op financieel, volkshuisvestelijk, maatschappelijk en organisatorisch gebied en op het gebied van de dienstverlening aan de klanten van Oost West Wonen. De RvC laat zich ook informeren door relevante stakeholders binnen en buiten de organisatie. De RvC zorgt ervoor dat zelfstandig informatie wordt ingewonnen over de gang van zaken bij Oost West Wonen. Zo zijn er gesprekken met de ondernemingsraad, de huurdersbelangenverenigingen en de externe accountant. De RvC ervaart de contacten met de huurdersbelangenverenigingen en de OR, controller en managementteam als zeer belangrijk, omdat daarmee vanuit verschillende perspectieven informatie wordt verkregen over het functioneren van Oost West Wonen. Wanneer agendapunten daar aanleiding toe geven, schuiven management en medewerkers van Oost West Wonen aan bij een deel van de vergadering van de RvC.
Lidmaatschappen
De leden van de RvC zijn lid van de Vereniging van Toezichthouders in Woningcorporaties (VTW). Dit resulteert onder meer in de uitwisseling van kennis en ervaringen.
Permanente educatie
De RvC stelt zich tot doel zich voortdurend te blijven ontwikkelen. Dit betekent dat zowel de RvC in zijn geheel, als de individuele commissarissen ruimte voor training en opleiding wordt geboden om het toezichthouden op een adequaat niveau te houden. De interne toezichthouders van Oost West Wonen dienen in twee jaar tijd tien PE-punten te behalen. Dit is gebaseerd op tien studiebelastingsuren zoals vastgesteld door de geaccrediteerde opleidingsaanbieder.
De heer W.L.C. Nattekaas heeft als gevolg van gezondheidsissues niet de benodigde aantal punten gehaald. Bezoldiging (toezichthoudende topfunctionarissen)
De vergoeding van de leden van de Raad van Commissarissen bedroeg in 2024 in totaal € 85.800 Deze
vergoeding is conform de richtlijnen van de VTW en de WNT. Oost West Wonen valt volgens de WNT in categorie F voor de bezoldiging van de bestuurder en commissarissen. Voor 2024 geldt daarom een maximum van € 195.000 (2023 € 187.000) voor de bestuurder. Maximaal 15% (€ 29.250) daarvan is voor de voorzitter en 10% (€ 19.500) voor de leden van de RvC. De Vereniging van Toezichthouders bij Woningcorporaties (VTW) hanteert striktere normen, te weten een maximum van € 23.400 voor de voorzitter en € 15.600 voor leden van de RvC. De bezoldiging voor de commissarissen
Daarnaast zijn reiskosten en cursussen vergoed. Ook dit valt binnen de WNT en richtlijnen van de VTW. Over 2024 hebben de commissarissen de volgende bezoldiging (opgesteld volgens de Wet Normering Topinkomens) ontvangen: 59
*1 De heer J.H. Willems is per 1 april 2024 voorzitter van de RvC.
Vergaderingen, overig
Vergader- en besluitenschema
Vergaderingen, overig
Vergader- en besluitenschema
De RvC is in het afgelopen jaar zesmaal bijeengeweest voor een reguliere of ingelaste vergadering. De belangrijkste besluiten die de RvC in 2024 heeft genomen en de belangrijkste onderwerpen die zijn besproken tijdens de vergaderingen zijn in de volgende tabel opgenomen:
Belangrijkste onderwerpen
14 februari (reguliere vergadering)
Managementletter 2023
De RvC is in het afgelopen jaar zesmaal bijeengeweest voor een reguliere of ingelaste vergadering. De belangrijkste besluiten die de RvC in 2024 heeft genomen en de belangrijkste onderwerpen die zijn besproken tijdens de vergaderingen zijn in de volgende tabel opgenomen:
Mededeling
Bespreking
Treasuryjaarplan 2024 Ter vaststelling/goedkeuring
Treasury- en beleggingsstatuut Ter vaststelling/goedkeuring
Auditplan 2024 Ter vaststelling/goedkeuring
14 februari (reguliere vergadering)
Investeringsvoorstel EBM Oudeland en EBM Ds.
Managementletter 2023
Montijnstraat Ter vaststelling/goedkeuring
Bespreking
Concept verslag RvC voor jaarverslag 2023 Ter vaststelling/goedkeuring
Treasuryjaarplan 2024
Portefeuillestrategie 2024-2035 Ter vaststelling/goedkeuring
Ter vaststelling/goedkeuring
Treasury- en beleggingsstatuut Ter vaststelling/goedkeuring
Omzetting vereniging in stichting Ter vaststelling/goedkeuring
Auditplan 2024
Benoeming voorzitter en vicevoorzitter vanaf 1 april 2024 Ter informatie
Ter vaststelling/goedkeuring
Verslag zelfevaluatie RvC Ter informatie
Investeringsvoorstel EBM Oudeland en EBM Ds.
Montijnstraat
16 april (reguliere vergadering)
Ter vaststelling/goedkeuring
Concept verslag RvC voor jaarverslag 2023 Ter vaststelling/goedkeuring
Projecten Bespreking
Investeringsvoorstel Nolleweg (Melissant) Ter vaststelling/goedkeuring
Portefeuillestrategie 2024-2035 Ter vaststelling/goedkeuring
Benoeming mw. J.M. van Vugt per 1 april als lid RvC (4 jaar) Ter vaststelling/goedkeuring
Omzetting vereniging in stichting Ter vaststelling/goedkeuring
Kaderbrief 2025 Ter informatie
Benoeming voorzitter en vicevoorzitter vanaf 1 april 2024 Ter informatie
Huurverhoging 2024 Ter informatie
De interne toezichthouders van Oost West Wonen dienen in twee jaar tijd tien PE-punten te behalen. Dit is gebaseerd op tien studiebelastingsuren zoals vastgesteld door de geaccrediteerde opleidingsaanbieder.
Verslag zelfevaluatie RvC Ter informatie
4e kwartaalrapportage 2023 Ter informatie
Verkoop niet-DAEB bezit Ter informatie
16 april (reguliere vergadering)
Overzicht competenties RvC Bespreking
Voor 2023 en 2024 hebben de commissarissen het volgende aantal PE-punten behaald:
Voor 2023 en 2024 hebben de commissarissen het volgende aantal PE-punten behaald:
T. Abbo 12 6
P. Braal 35 6
W.L.C. Nattekaas 9 0
J.M. van Vugt (vanaf 1 april) - 9
S.L. Visser (tot 1 april) 13 0
J.H. Willems 14 15
Projecten Bespreking
Rooster van aftreden per 1 april 2024 Bespreking
Investeringsvoorstel Nolleweg (Melissant) Ter vaststelling/goedkeuring
Prestatieafspraken bestuurder/RvC Ter vaststelling/goedkeuring 14 mei (extra vergadering)
Benoeming mw. J.M. van Vugt per 1 april als lid RvC (4 jaar) Ter vaststelling/goedkeuring
Kaderbrief 2025 Ter informatie
Huurverhoging 2024
Voorstel tot statutenwijziging Ter vaststelling/goedkeuring 19 juni (reguliere vergadering)
Ter informatie
Jaarverslag 2023 Ter vaststelling/goedkeuring
4e kwartaalrapportage 2023 Ter informatie
Verkoop niet-DAEB bezit Ter informatie
Overzicht competenties RvC Bespreking
Rooster van aftreden per 1 april 2024
Bespreking
De heer W.L.C. Nattekaas heeft als gevolg van gezondheidsissues niet de benodigde aantal punten gehaald. Bezoldiging (toezichthoudende topfunctionarissen)
De heer W.L.C. Nattekaas heeft als gevolg van gezondheidsissues niet de benodigde aantal punten gehaald.
Bezoldiging (toezichthoudende topfunctionarissen)
Prestatieafspraken bestuurder/RvC Ter vaststelling/goedkeuring 14 mei (extra vergadering)
Voorstel tot statutenwijziging Ter vaststelling/goedkeuring 19 juni (reguliere vergadering)
Jaarverslag 2023
De vergoeding van de leden van de Raad van Commissarissen bedroeg in 2024 in totaal € 85.800 Deze vergoeding is conform de richtlijnen van de VTW en de WNT. Oost West Wonen valt volgens de WNT in categorie F voor de bezoldiging van de bestuurder en commissarissen. Voor 2024 geldt daarom een maximum van € 195.000 (2023 € 187.000) voor de bestuurder. Maximaal 15% (€ 29.250) daarvan is voor de voorzitter en 10% (€ 19.500) voor de leden van de RvC. De Vereniging van Toezichthouders bij Woningcorporaties (VTW) hanteert striktere normen, te weten een maximum van € 23.400 voor de voorzitter en € 15.600 voor leden van de RvC. De bezoldiging voor de commissarissen van Oost West Wonen sluit hierop aan.
Ter vaststelling/goedkeuring
Reglementen RvC, auditcommissie en selectie- en remuneratiecommissie
Bestuursreglement
Verbindingenstatuut
Risicomanagement
1e kwartaalrapportage 2024
Leefbaarheidsbeleid
Daarnaast zijn reiskosten en cursussen vergoed. Ook dit valt binnen de WNT en richtlijnen van de VTW. Over 2024 hebben de commissarissen de volgende bezoldiging (opgesteld volgens de Wet Normering Topinkomens) ontvangen:
Bedragen
De vergoeding van de leden van de Raad van Commissarissen bedroeg in 2024 in totaal € 85.800. Deze vergoeding is conform de richtlijnen van de VTW en de WNT. Oost West Wonen valt volgens de WNT in categorie F voor de bezoldiging van de bestuurder en commissarissen. Voor 2024 geldt daarom een maximum van € 195.000 (2023 € 187.000) voor de bestuurder. Maximaal 15% (€ 29.250) daarvan is voor de voorzitter en 10% (€ 19.500) voor de leden van de RvC. De Vereniging van Toezichthouders bij Woningcorporaties (VTW) hanteert striktere normen, te weten een maximum van € 23.400 voor de voorzitter en € 15.600 voor leden van de RvC. De bezoldiging voor de commissarissen van Oost West Wonen sluit hierop aan.
Plan van aanpak Wonen, Zorg en Welzijn
Verslag vergadering van de auditcommissie 28-5-2024
Ter vaststelling/goedkeuring
Ter vaststelling/goedkeuring
Ter vaststelling/goedkeuring
Bespreking
Ter informatie
Ter informatie
Ter informatie
Ter informatie
(x €1) S. L. Visser J.H. Willems T. Abbo W.L.C. Nattekaas P. Braal J.M. van Vugt
controller en bestuurder
Register integriteitsmeldingen
Reflectie RvC op het jaar 2024
De auditcommissie is driemaal bijeengeweest:
De auditcommissie is driemaal bijeengeweest:
Belangrijkste onderwerpen
17 januari 2024 (extra vergadering)
Treasuryjaarplan 2024 en treasurystatuut
Concept intern auditplan 2024
28 mei (reguliere vergadering)
Gesprek auditcommissie, controller en Mazars accountants (zonder bestuurder)
Stand van zaken risicomanagement
12 november (reguliere vergadering)
Begroting 2025 en MJB 2025-2034
Terugkoppeling gesprek en bevindingen accountant
Stand van zaken activiteiten auditplan
Analyse fraude- en integriteitsrisico’s
62
Overleg met huurdersverenigingen en overige stakeholders
Overleg met huurdersverenigingen en overige stakeholders
De RvC overlegt jaarlijks met de huurdersverenigingen. Met name de huurderscommissarissen hebben op een aantal momenten contact gehad met de huurdersverenigingen. De gesprekken verlopen in een constructieve sfeer waarbij ruimte is om diverse onderwerpen te bespreken. De RvC vindt een rechtstreeks contact van belang voor het vervullen van de toezichthoudende taak.
Overleg OR
Een afvaardiging vanuit de RvC heeft op 7 oktober 2024 overleg gehad met de ondernemingsraad zonder aanwezigheid van de bestuurder. Op 20 juni heeft een afvaardiging van de RvC een reguliere vergadering van de ondernemingsraad bijgewoond. Op 19 december heeft de ondernemingsraad in het bijzijn van de voorzitter van de RvC, tevens lid van de selectie- en remuneratiecommissie, kennisgemaakt met een te benoemen lid van de RvC. Zowel de RvC als de ondernemingsraad ervaren de contacten als zeer positief.
Overleg Ledenraad
Overleg OR
De RvC overlegt jaarlijks met de huurdersverenigingen. Met name de huurderscommissarissen hebben op een aantal momenten contact gehad met de huurdersverenigingen. De gesprekken verlopen in een constructieve sfeer waarbij ruimte is om diverse onderwerpen te bespreken. De RvC vindt een rechtstreeks contact van belang voor het vervullen van de toezichthoudende taak.
Het jaar 2024 heeft vooral in het teken gestaan van de omzetting van de vereniging naar stichting. Dit traject was in 2023 al ingezet maar heeft zijn beslag gekregen in 2024. Afvaardigingen van de RvC hebben diverse overleggen van de ledenraad bijgewoond om deze transitie mogelijk te maken. Gedurende het traject hebben de normale bevoegdheden van de Ledenraad gewoon een plek gekregen op de diverse agenda's. De RvC spreekt haar dank uit naar de leden van de Ledenraad voor de constructieve wijze waarop deze o plaatsgevonden.
8.6 Afsluiting
Vooruitblik
Een afvaardiging vanuit de RvC heeft op 7 oktober 2024 overleg gehad met de ondernemingsraad zonder aanwezigheid van de bestuurder. Op 20 juni heeft een afvaardiging van de RvC een reguliere vergadering van de ondernemingsraad bijgewoond. Op 19 december heeft de ondernemingsraad in het bijzijn van de voorzitter van de RvC, tevens lid van de selectie- en remuneratiecommissie, kennisgemaakt met een te benoemen lid van de RvC. Zowel de RvC als de ondernemingsraad ervaren de contacten als zeer positief.
Overleg Ledenraad
Dankwoord
De RvC kijkt met belangstelling naar het jaar 2025. Als eerste zal dit jaar een nieuw ondernemingsplan of koersplan voor de werkorganisatie opleveren. Met de totaal gewijzigde context (politieke onvoorspelbaarheid, de grote nieuwbouwgave op Goeree-Overflakkee en de doorontwikkeling van de werkorganisatie) is het ook nodig dat er een update komt op de koers. Dat het bestuur heeft besloten om de medewerkers aan het roer van het koersplan te zetten wordt toegejuicht. Daarnaast staat er weer een visitat een goede input voor het ondernemingsplan en geeft ons kennis hoe er tegen de prestaties van Oost West Wonen wordt aangekeken. Het feit dat de prestaties van Oost West Wonen nog een verdere versnelling moeten laten zien maakt dit een interessant traject. De RvC ziet dat de naar het vervullen van de opgave op Goeree-Overflakkee, waarbij ook vanuit de RvC aandacht blijft bestaan voor de organisatorische doorontwikkeling van Oost West Wonen in de context van de grote opgave voor de komende jaren.
Slotverklaring en ondertekening
Middelharnis, 6 juni 2025
Jaarverslag 2023 met Mazars accountants 63
Graag danken wij de bestuurder, het managementteam, de controller, de ondernemingsraad en alle medewerkers voor hun inzet voor onze huurders en het succesvol verder vormgeven van Oost West Wonen in 2024.
De RvC geeft goedkeuring aan de jaarrekening, het bestuursverslag en het volkshuisvestingsverslag van 2024. De RvC heeft kennisgenomen van de bevindingen van de externe accountant.
Het jaar 2024 heeft vooral in het teken gestaan van de omzetting van de vereniging naar stichting. Dit traject was in 2023 al ingezet maar heeft zijn beslag gekregen in 2024. Afvaardigingen van de RvC hebben diverse overleggen van de ledenraad bijgewoond om deze transitie mogelijk te maken. Gedurende het traject hebben de normale bevoegdheden van de Ledenraad gewoon een plek gekregen op de diverse agenda’s. De RvC spreekt haar dank uit naar de leden van de Ledenraad voor de constructieve wijze waarop deze omzetting heeft plaatsgevonden.



Jaarrekening
Jaarrekening Oost West Wonen 2024
9.1 Balans per 31 december 2024
(Voor resultaatbestemming)
9.1 Balans per 31 december 2024
(voor resultaatbestemming)
(bedragen in €)

in €)
9.2 Winst- en verliesrekening over 2024
9.2 Winst- en verliesrekening 2024
9.4 Toelichting op de jaarrekening
Activiteiten
Oost West Wonen was een vereniging met de status van toegelaten instelling volkshuisvesting. Met ingang van 30 september is de rechtsvorm gewijzigd van vereniging naar stichting. De organisatiestructuur van Oost West Wonen is verder ongewijzigd gebleven.
De afgelopen jaren is de vraag ontstaan of de verenigingsstructuur voldoende toegevoegde waarde had. Door aanpassing van de Woningwet en toename van regels, werd de slagvaardigheid van de vereniging minder en de rol en positie van de ledenraad beperkt.
De stichting heeft specifieke toelating in de regio van gemeente Goeree-Overflakkee en is werkzaam binnen de juridische wetgeving vanuit de Woningwet en het Besluit Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting. De statutaire en feitelijke vestigingsplaats is: Langeweg 10, Postbus 9, 3241 KA te Middelharnis. Het nummer van de Kamer van Koophandel is: 23031811. De activiteiten bestaan voornamelijk uit de exploitatie en ontwikkeling van woningen voor de sociale huursector, zoals omschreven in artikel 45 van de Woningwet.
Continuïteit
Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling.
Stelselwijzigingen
In 2024 hebben zich geen stelselwijzigingen voorgedaan.
Schattingswijzigingen
In het boekjaar 2024 heeft een schattingswijziging plaatsgevonden met betrekking tot de beleidswaarde. Tot en met boekjaar 2023 werd de beleidswaarde van het vastgoed d.m.v. de zogenaamde waterval afgeleid vanuit de berekende marktwaarde in verhuurde staat. Met ingang van 2024 is de methodiek van berekenen aangepast en is deze gebaseerd op de uitgangspunten zoals beschreven in paragraaf 9.7.1. Daarmee voldoet deze berekening aan de uitgangspunten in het Handboek modelmatig waarderen marktwaarde 2024. De berekening van de beleidswaarde 2024 is gebaseerd op een sociale disconteringsvoet en een voortdurende exploitatie (60 jaar). Hierdoor is de opzet van de berekening en de uitkomst dusdanig afwijkend t.o.v. de beleidswaarde tot 2024 dat het kwantitatieve effect van het verschil niet kan worden bepaald.
Schattingen
Bij het opstellen van de jaarrekening maakt het bestuur van Oost West Wonen verschillende beoordelingen en schattingen die van belang kunnen zijn voor de bedragen die in de jaarrekening worden vermeld. Als het nodig is om het vereiste inzicht te geven, worden de aard van deze beoordelingen en schattingen, inclusief de bijbehorende veronderstellingen, vermeld in de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten. Volgens het management zijn de volgende waarderingsgrondslagen het meest kritisch voor het weergeven van de financiële positie. Deze grondslagen vereisen schattingen en veronderstellingen:
• DAEB- en niet-DAEB vastgoed in exploitatie: de marktwaarde in verhuurde staat hangt af van verschillende belangrijke aannames, zoals de disconteringsvoet, de exit-yield, mutatiegraad, markthuren en leegwaarde. Deze aannames zijn tot stand gekomen in overleg met een externe deskundige. Er is meer onzekerheid over de schattingen als gevolg van de huidige marktomstandigheden en het afnemende aantal referentietransacties in de markt ten opzichte van vorig jaar.
• Vastgoed in ontwikkeling voor eigen exploitatie: het moment waarop de feitelijke verplichtingen voor investeringen in nieuwbouw en transformatie worden aangegaan, moet worden bepaald om een voorziening voor onrendabele investeringen te treffen.
• Aannames en veronderstellingen bij de bepaling van de belastingpositie (inclusief latente belastingpositie).
Algemene grondslagen
De jaarrekening van Oost West Wonen is opgesteld in overeenstemming met de bepalingen van de Woningwet, het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015, de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015, de Wet normering topinkomens (WNT), Titel 9 Boek 2 BW, RJ 645 van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving en de stellige uitspraken van de overige hoofdstukken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving.
Activa en verplichtingen worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de winst-en-verliesrekening en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting. Toelichtingen op posten in de balans, winst-en-verliesrekening en kasstroomoverzicht worden in de jaarrekening genummerd.
Deze jaarrekening gaat over de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2024 en alle bedragen zijn in euro’s, tenzij anders vermeld.
Toegepaste standaarden en modellen
In artikel 35 lid 1 van de Woningwet is bepaald dat de jaarrekening moet worden opgesteld volgens de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW waarbij uitsluitend de afdelingen 2 tot en met 6, 8, 10, 11, 13 en 16 overeenkomstig van toepassing zijn. In artikel 30 van het Besluit Toegelaten
Instellingen Volkshuisvesting 2015 (BTIV) zijn de niet van toepassing zijnde artikelen van Titel 9 Boek 2 BW opgenomen.
Volgens artikel 35 lid 2 van de Woningwet moeten de onroerende eigendommen en hun infrastructurele aanhorigheden worden gewaardeerd tegen de actuele waarde, met voorschriften die bij algemene maatregel van bestuur worden gegeven. In artikel 31 lid 1 van het BTIV is bepaald dat de waardering plaatsvindt tegen de marktwaarde. In artikel 14 van de Regeling Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting 2015 (RTIV) is bepaald dat deze waardering plaatsvindt overeenkomstig de methodiek opgenomen in
bijlage 2 (‘Handboek modelmatig waarderen marktwaarde’) bij deze regeling.
In artikel 35 lid 6 van de Woningwet is bepaald dat bij ministeriële regeling nadere voorschriften worden gegeven omtrent de inrichting van de jaarrekening. In artikel 15 lid 1 van de RTIV is bepaald dat de jaarrekening een balans, een winsten-verliesrekening en een kasstroomoverzicht bevat die zijn ingericht overeenkomstig het model dat is opgenomen in de op het verslagjaar betrekking hebbende bijlage 3 bij deze regeling.
In de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving is RJ 645
Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting opgenomen die nadere interpretatie geeft aan de in Titel 9 Boek 2 BW opgenomen voorschriften met inachtneming van de in artikel 30 van het BTIV aangeduide uitzonderingen. RJ 645 geeft uitsluitend regels voor sectorspecifieke aangelegenheden.
Voor de overige aangelegenheden zijn de algemeen geldende richtlijnen van toepassing eveneens met inachtneming van de in artikel 30 aangeduide uitzonderingen. De Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) is van toepassing.
Vergelijking met voorgaand jaar
De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar.
Financiële instrumenten
Onder financiële instrumenten worden zowel primaire financiële instrumenten (zoals vorderingen en schulden), als afgeleide financiële instrumenten (derivaten) verstaan.
Primaire financiële instrumenten
Voor de grondslagen van primaire financiële instrumenten wordt verwezen naar de behandeling per balanspost van de ‘Grondslagen voor de waardering van activa en passiva’.
Afscheiden embedded derivaten
Embedded derivaten worden afgescheiden van het basiscontract en afzonderlijk in de jaarrekening verwerkt conform de hiervoor beschreven grondslagen voor derivaten, indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
• er bestaat geen nauw verband tussen de economische kenmerken en risico’s van het in het contract besloten derivaat en de economische kenmerken en risico’s van het basiscontract;
• een afzonderlijk instrument met dezelfde voorwaarden als het in het contract besloten derivaat zou voldoen aan de definitie van een derivaat;
• het samengestelde instrument wordt niet tegen reële waarde gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in het resultaat.
Kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de directe methode. De liquiditeitspositie in het kasstroomoverzicht bestaat uit de liquide middelen. In het kasstroomoverzicht wordt onderscheid gemaakt tussen operationele, investeringsen financieringsactiviteiten.
Met de directe methode wordt de kasstroom uit operationele activiteiten opgedeeld in ontvangsten en uitgaven per categorie, zoals die werkelijk voorkomen in de bedrijfsactiviteiten. Financiële kasstromen worden opgesplitst in kasstromen voor de hoofdsom en betaalde rente, en worden opgenomen onder financieringsactiviteiten

9.5 Grondslagen voor waardering van activa en passiva
Immateriële vaste activa
De immateriële vaste activa worden gewaardeerd op historische kostprijs onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing van bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingen worden lineair berekend als een percentage van de aanschafwaarde, gebaseerd op de verwachte economische levensduur. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikneming.
Vastgoedbeleggingen
Algemene uitgangspunten
Vastgoedbeleggingen zijn onroerende zaken die worden aangehouden om huuropbrengsten of waardestijgingen, of beide, te realiseren. Vastgoedbeleggingen worden bij eerste verwerking tegen verkrijgingsprijs, inclusief de transactiekosten, gewaardeerd en daarna tegen actuele (reële) waarde. De invulling hiervan wordt onder meer gebaseerd op beschikbare marktgegevens en samengesteld door externe taxateurs. Waardeveranderingen van vastgoedbeleggingen worden verwerkt in de winst-enverliesrekening. Daarnaast wordt ten laste van de overige reserves een herwaarderingsreserve gevormd.
Herwaardering
Jaarlijks wordt op balansdatum de actuele waarde van de onroerende zaken in exploitatie opnieuw bepaald. Ongerealiseerde winsten of verliezen ontstaan door een wijziging in de actuele waarde worden verantwoord in de winst- en verliesrekening. Wanneer op complexniveau de actuele waarde de boekwaarde op basis van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs (kostprijs) overtreft, wordt een herwaarderingsreserve gevormd die wordt toegelicht bij het eigen vermogen. De boekwaarde op basis van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs betreft de initiële verkrijgings- of vervaardigingsprijs (derhalve niet verminderd met cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen). Op vastgoedbeleggingen wordt niet afgeschreven.
Verkrijgings- of vervaardigingsprijs
De verkrijgings- of vervaardigingsprijs wordt bepaald als de som van alle direct toe te rekenen uitgaven inclusief renovaties en ingrijpende verbouwingen. Voor zover verkregen subsidies kwalificeren als investeringssubsidie worden deze in mindering gebracht op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs.
Verwerking van groot onderhoud Op basis van RJ 645.202 wordt de verwerking van uitgaven in vastgoed in exploitatie na eerste verwerking op basis van artikel 14a van de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 voorgeschreven. Daardoor worden onderhoudsuitgaven in het resultaat verwerkt. Oost West Wonen verwerkt de kosten van groot onderhoud aan haar vastgoedbeleggingen als onderdeel van de boekwaarde indien wordt voldaan aan de criteria voor activering. Dit betekent dat uitgaven die als verbetering gekwalificeerd worden als onderdeel van de kostprijs van het vastgoed worden verwerkt. De geactiveerde kosten worden als afzonderlijke component behandeld. Voor zover sprake
is van vervanging van onderdelen van het actief wordt de nog aanwezige boekwaarde van deze onderdelen gedesinvesteerd. Indien de boekwaarde van deze te desinvesteren onderdelen niet afzonderlijk uit de activa registratie zijn te herleiden wordt deze benaderd op basis van de huidige uitgaven, teruggerekend naar de datum van oorspronkelijke investering, en indien van toepassing rekening houdend met de naar benadering tot het moment van vervanging hierover gepleegde afschrijvingen.
Classificatie
DAEB-vastgoed in exploitatie betreffen woningen met een gereguleerd huurcontract, het maatschappelijk vastgoed en het overige sociale vastgoed. Maatschappelijk vastgoed is bedrijfsonroerendgoed dat verhuurd wordt aan maatschappelijke organisaties, waaronder zorg-, welzijns-, onderwijs- en culturele instellingen en dienstverleners conform vermelding in de bijlage 3 en 4 bij artikel 49 van het BTIV en artikel 45 van de Woningwet. Niet-DAEB-vastgoed in exploitatie betreft het overige vastgoed in exploitatie dat niet onder de definitie van DAEB-vastgoed in exploitatie valt.
Onroerende zaken in exploitatie worden op grond van artikel 35 lid 2 van de Woningwet na de eerste verwerking gewaardeerd tegen actuele waarde.
Op grond van artikel 31 van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 vindt de waardering plaats tegen de marktwaarde, die overeenkomstig artikel 14 van de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 plaatsvindt conform de methodiek die is opgenomen in bijlage 2 van de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 (Handboek modelmatig waarderen marktwaarde.)
Oost West Wonen hanteert de fullversie van het Handboek modelmatig waarderen marktwaarde voor het hele bezit. De onroerende zaken in exploitatie worden getaxeerd door een onafhankelijke en ter zake deskundige externe taxateur, ingeschreven bij het Nederlands Register Vastgoed Taxateurs. Het taxatiedossier is op aanvraag beschikbaar voor de Autoriteit Woningcorporaties.
Waardering bij eerste verwerking
Bij de eerste verwerking worden de onroerende zaken in exploitatie gewaardeerd tegen de kostprijs. De kostprijs omvat de verkrijgings- of vervaardigingsprijs, inclusief transactiekosten en verminderd met eventuele investeringssubsidies. De verkrijgings- of vervaardigingsprijs wordt bepaald als de som van de bestede externe kosten en de direct hieraan toerekenbare kosten.
Waardering na eerste verwerking
Na eerste verwerking worden de onroerende zaken in exploitatie gewaardeerd tegen actuele waarde, overeenkomstig artikel 35 lid 2 van de Woningwet. Onder actuele waarde wordt in dit verband verstaan de marktwaarde overeenkomstig het marktwaardebegrip onderhandse verkoopwaarde in verhuurde staat. Voortvloeiend uit artikel 14 van de Regeling Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting (RTIV) is deze marktwaarde bepaald conform het Handboek modelmatig waarderen marktwaarde per einde boekjaar, derhalve de marktwaarde in verhuurde staat. De marktwaarde
in verhuurde staat is benaderd door de contante waarde van de geschatte toekomstige kasstromen te bepalen (discounted cashflow methode). Uitgaven na eerste verwerking van vastgoed in exploitatie worden verwerkt in overeenstemming met artikel 14a van de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015. De regeling maakt onderscheid tussen onderhoud en verbetering. Onderhoudsuitgaven worden in het resultaat verwerkt, uitgaven die kwalificeren als verbetering worden als onderdeel van de kostprijs van het vastgoed verwerkt
Voor een verdere toelichting op de bepaling van de marktwaarde wordt verwezen naar de toelichting op de balans.
Uitgaven na eerste verwerking
Uitgaven na eerste verwerking die voldoen aan de algemene activeringscriteria worden geactiveerd tegen kostprijs en vervolgens getoetst aan het verschil in marktwaarde van het complex voor en na deze uitgaven. Het marktwaardeverschil wordt in het actief verwerkt als een waardevermindering of -vermeerdering en in het resultaat verantwoord als ‘Nietgerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille’.
Grondslagen voor de bepaling van de beleidswaarde
De beleidswaarde sluit aan op het beleid van Oost West Wonen en beoogt inzicht te geven in de verdiencapaciteit van haar vastgoed in exploitatie, uitgaande van dit beleid. Onder de beleidswaarde wordt verstaan de contante waarde van de aan een actief of samenstel van activa (kasstroom genererende eenheden) toe te rekenen toekomstige kasstromen uitgaande van het beleid van Oost West Wonen.
De beleidswaarde van bedrijfsmatig, maatschappelijk en zorg onroerend goed, alsmede van flexwoningen en parkeergelegenheden wordt gelijkgesteld aan de marktwaarde in verhuurde staat.
De grondslagen voor de beleidswaarde van woongelegenheden komen overeen met de grondslagen voor de bepaling van de marktwaarde, waarop een aantal aanpassingen zijn doorgevoerd:
• Voor het gehele bezit is uitgegaan van het scenario ‘doorexploiteren’ (in plaats van de hoogste van ‘doorexploiteren’ en ‘uitponden’). Er wordt geen rekening gehouden met verkopen of sloop.
• Inrekening van de intern bepaalde streefhuur in plaats van de markthuur, vanaf het ingeschatte moment van (huurders)mutatie. De streefhuur betreft de huur die volgens het beleid van Oost West Wonen bij mutatie in rekening wordt gebracht, passend binnen de geldende wet- en regelgeving, feitelijke beklemmingen en prestatieafspraken met gemeenten.
• Inrekening van toekomstige onderhoudslasten voor de komende 60 jaar, gebaseerd op de kasstromen uit de meerjarenonderhoudsbegroting (MJOB).
• Inrekening van de verplichting tot het verduurzamen van woningen met een E,F of G label zoals toegelicht in paragraaf 9.2.4.3 van het handboek modelmatig waarderen marktwaarde 2024.
• Inrekening van toekomstige verhuur- en beheerlasten in plaats van marktconforme lasten ter zake. Hieronder
worden verstaan de directe en indirecte kosten die rechtstreeks zijn te relateren aan de verhuur- en beheeractiviteiten van de woningcorporatie en zoals deze worden opgenomen onder het hoofd ‘lasten verhuur en beheeractiviteiten’ en ‘Overige directe operationele lasten exploitatiebezit’ in de resultatenrekening.
• De disconteringsvoet is, in afwijking van de marktwaarde in verhuurde staat van het bezit zoals toegelicht in paragraaf 9.2.6, vastgesteld op 4,17% voor het DAEB vastgoed en op 4,70% voor het niet-DAEB vastgoed.
In tegenstelling tot marktwaarderingen is een negatieve beleidswaarde mogelijk voor woongelegenheden
Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden
Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden die kwalificeren als een financieringstransactie worden gewaardeerd op de getaxeerde leegwaarde onder aftrek van de korting.
Winsten of verliezen ontstaan door een wijziging in de marktwaarde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden worden verantwoord in de winst- en verliesrekening over de periode waarin de wijziging zich voordoet. Deze winsten of verliezen worden opgenomen onder de post ‘Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille verkocht onder voorwaarden’.
Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie
Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie betreft complexen in aanbouw ten behoeve van toekomstige verhuurexploitatie. De complexen in aanbouw worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs dan wel de lagere marktwaarde.
Materiële vaste activa
Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie De onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden gewaardeerd op basis van de aanschafwaarde onder aftrek van lineaire afschrijvingen en indien van toepassing bijzondere waardeverminderingen.
De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte gebruiksduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingsprijs. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikneming. Op terreinen wordt niet afgeschreven. De afschrijvingen (im)materiële vaste activa ten dienste van exploitatie worden gebaseerd op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Afschrijvingen vinden plaats volgens de lineaire methode op basis van de geschatte economische levensduur, welke varieert van 3 jaar tot 50 jaar afhankelijk van het soort activum. Afschrijving van het actief vindt plaats tot de restwaarde is bereikt. De afschrijvingen worden aan de verschillende activiteiten via de kostenverdeelstaat toegerekend.
Financiële vaste activa
Latente belastingvorderingen Latente belastingvorderingen en –verplichtingen worden opgenomen voor tijdelijke verschillen tussen de waarde van de activa en passiva volgens fiscale voorschriften enerzijds en de boekwaarden die in deze jaarrekening gevolgd worden anderzijds.
Latente belastingvorderingen, met inbegrip van die voortvloeien uit voorwaartse verliescompensatie, worden gewaardeerd indien het waarschijnlijk is dat er fiscale winst beschikbaar zal zijn waarmee verliezen kunnen worden gecompenseerd en verrekeningsmogelijkheden kunnen worden benut. Deze latente belastingvorderingen zijn gewaardeerd tegen contant waarde waarbij discontering plaatsvindt tegen de netto rente van 2,17%. De latente belastingvorderingen hebben overwegend een langlopend karakter. De netto rente bestaat uit de voor Oost West Wonen geldende rente op langlopende leningen (2,92%) onder aftrek van vennootschapsbelasting op basis van het toepasselijke belastingtarief (25,8%).
Overige vorderingen
De overige financiële vaste activa worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, die gelijk is aan de nominale waarde, onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen.
Voorraden
Vastgoed bestemd voor de verkoop Vastgoed bestemd voor de verkoop betreft de voorraad vastgoed die niet (langer) in exploitatie is en is aangewezen voor verkoop, danwel waarvoor activiteiten zijn aangevangen ten behoeve van de verkoop.
Vastgoed bestemd voor de verkoop wordt gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs, bepaald op basis van de marktwaarde op het moment dat het vastgoed uit exploitatie wordt genomen, danwel vervaardigingsprijs of lagere netto-opbrengstwaarde. Deze lagere netto-opbrengstwaarde wordt bepaald door individuele beoordeling van het vastgoed.
De vervaardigingsprijs omvat de bouwkosten, de directe loonkosten en de overige kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. De netto-opbrengstwaarde is gebaseerd op een verwachte verkoopprijs, onder aftrek van nog te maken kosten voor voltooiing en verkoop.
Overige voorraden
De overige voorraden, zijnde grondposities, worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere nettoopbrengstwaarde. Deze lagere netto-opbrengstwaarde wordt bepaald door individuele beoordeling van deze posities.
Vorderingen
De vorderingen worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Noodzakelijk geachte voorzieningen voor mogelijke verliezen als gevolg van oninbaarheid worden in mindering gebracht. Deze voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordeling van de vorderingen.
Liquide middelen
Liquide middelen bestaan uit banktegoeden en deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courant schulden bij banken zijn opgenomen onder de post schulden aan banken onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. De liquide
middelen staan, voor zover niet anders vermeld, ter vrije beschikking van de stichting.
Herwaarderingsreserve
De herwaarderingsreserve wordt bepaald voor het vastgoed dat wordt gewaardeerd op marktwaarde; voor het positieve verschil tussen de marktwaarde en de boekwaarde op basis van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs wordt per (marktwaarde)complex een herwaarderingsreserve gevormd.
Bij de bepaling van de boekwaarde op basis van historische kostprijs wordt geen rekening gehouden met afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. Bij de vorming van de herwaarderingsreserve wordt geen rekening gehouden met belastingen. Indien op een waarderingscomplex in het verleden een waardevermindering is verantwoord, dan wordt pas een herwaarderingsreserve gevormd voor het betreffende complex voor zover de marktwaarde hoger is dan de boekwaarde op basis van verkrijgings-of vervaardigingsprijs. Het gerealiseerde deel van de herwaarderingsreserve wordt ten gunste van de overige reserves gebracht.
Voorzieningen
Voorziening onrendabele investeringen en herstructurering Verwachte verliezen als gevolg van onrendabele investeringen nieuwbouw worden als bijzondere waardeverandering in mindering gebracht op de aanschafwaarden. Indien en voor zover de verwachte verliezen de boekwaarde van het betreffende project overtreffen, wordt voor dit meerdere een voorziening gevormd. Onder verwachte verliezen wordt in dit verband verstaan de netto contante waarde van alle investeringsuitgaven minus aan deze investering toe te rekenen ontvangsten. Hierbij wordt rekening gehouden met intern geformaliseerde en extern gecommuniceerde (feitelijke) verplichtingen.
Hiervan is sprake wanneer uitingen namens de woningcorporatie zijn gedaan richting huurders, gemeenten en overige stakeholders aangaande verplichtingen inzake toekomstige nieuwbouwprojecten.
Een feitelijke verplichting is gekoppeld aan het besluitvormingsproces van de woningcorporatie rondom projectontwikkeling. Van een feitelijke verplichting is sprake indien de formalisering van de verplichting en de externe communicatie heeft plaatsgevonden.
Voorziening voor latente belastingverplichtingen
Voor in de toekomst te betalen belastingbedragen uit hoofde van verschillen tussen commerciële en fiscale balanswaarderingen wordt een voorziening getroffen ter grootte van de som van deze verschillen vermenigvuldigd met het geldende belastingtarief. De voorziening voor latente belastingverplichtingen wordt gewaardeerd tegen contante waarde.
Overige voorzieningen
Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen en verliezen die op balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de hoogte redelijkerwijs kan worden geschat. Voorzieningen worden tegen contante waarde opgenomen.

Langlopende schulden
Onder de langlopende schulden worden schulden opgenomen met een resterende looptijd van meer dan één jaar. De schulden worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten.
De aflossingsverplichting voor het komend jaar van de langlopende schulden is opgenomen onder de kortlopende schulden.
Oost West Wonen heeft in het kader van de verkoop van woningen onder voorwaarden een terugkoopverplichting die afhankelijk is van de waardeontwikkeling van de woningen. De terugkoopverplichting wordt jaarlijks gewaardeerd. Indien de verwachting bestaat dat de terugkoop binnen één jaar zal plaatsvinden, is de verplichting onder de kortlopende schulden verantwoord.
Kortlopende schulden
De kortlopende schulden worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde (indien deze lager is dan de verkrijgings-/vervaardigingsprijs) en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs.
9.6 Grondslagen voor bepaling van het resultaat
Algemeen
Het resultaat wordt bepaald als verschil tussen de opbrengstwaarde van de geleverde prestaties en de kosten en andere lasten over het jaar. De resultaten op transacties worden verantwoord in het jaar waarin zij zijn gerealiseerd en verliezen zodra zij voorzienbaar zijn. Het resultaat wordt tevens bepaald met inachtneming van de verwerking van ongerealiseerde waardeveranderingen van op actuele waarde gewaardeerde vaste activa en afgeleide financiële instrumenten.
In de functionele winst-en-verliesrekening zijn alle opbrengsten direct toe te rekenen aan de activiteiten van Oost West Wonen. Bij de kosten is er een onderscheid tussen de direct toerekenbare kosten en de indirecte kosten. De direct toerekenbare kosten worden bij het betreffende onderdeel verantwoord. De toerekening van de indirecte kosten aan de onderscheiden onderdelen van de functionele winst-enverliesrekening gebeurt op basis van verdeelsleutels.
Huuropbrengsten
Hier worden de huuropbrengsten opgenomen die uit de exploitatie van het vastgoed worden gegenereerd. Dit zijn zowel de huuropbrengsten uit de exploitatie van het DAEBvastgoed als het niet-DAEB-vastgoed. De opbrengsten uit hoofde van huur worden aangemerkt als zijnde gerealiseerd in het jaar van verlening van de diensten. De mutatie van de voorziening voor dubieuze debiteuren en de afboeking van dubieuze huurdebiteuren zijn onder deze post opgenomen.
Opbrengsten en lasten servicecontracten
Opbrengsten servicecontracten betreffen overeengekomen bijdragen van huurders en worden aangemerkt als zijnde gerealiseerd in het jaar van levering van de goederen en verlening van de diensten. De bijdragen zijn voor de dekking van de te maken en gemaakte servicekosten. Verrekening op basis van daadwerkelijke bestedingen vindt jaarlijks plaats. Gemaakte servicekosten worden verantwoord onder de lasten servicecontracten in het verslagjaar waarop de servicekosten betrekking hebben.
Lasten verhuur- en beheeractiviteiten
Hier worden de directe en indirecte kosten verantwoord die rechtstreeks zijn te relateren aan de verhuur- en beheeractiviteiten. Dit betreft onder andere lonen en salarissen voor personeel dat primair bezig is met de exploitatie van het vastgoed. De indirecte kosten worden met behulp van een verdeelstaat toegerekend aan deze categorie.
Lasten onderhoudsactiviteiten
Aan deze post worden de lasten toegerekend die betrekking hebben op de onderhoudslasten van vastgoed in exploitatie. Dit betreffen naast onderhoudslasten ook personeelslasten en overige bedrijfslasten die feitelijk betrekking hebben op onderhoudsactiviteiten.
Onder onderhoudslasten worden alle direct aan het verslagjaar toe te rekenen kosten van onderhoud verantwoord. De lasten van onderhoud onderscheiden zich van activeerbare kosten door het feit dat er geen sprake is van een waardeverhoging van het actief, dan wel vanwege wettelijke vereisten. De indirecte kosten worden met behulp van een verdeelstaat toegerekend aan deze categorie.
Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden. Reeds aangegane verplichtingen waarvan de werkzaamheden nog niet zijn uitgevoerd op balansdatum worden toegelicht onder de ‘niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen’.
Overige directe operationele lasten exploitatie bezit Aan deze posten worden de directe lasten met betrekking tot de exploitatie van het bezit toegerekend die geen betrekking hebben op de verhuur en beheeractiviteiten of onderhoudsactiviteiten.
De overige directe operationele lasten exploitatie bezit zijn echter wel kosten die worden veroorzaakt door het feit dat Oost West Wonen vastgoed heeft.
Netto gerealiseerd resultaat verkoop vastgoedportefeuille
De post netto gerealiseerd resultaat verkoop vastgoedportefeuille betreft het saldo van de behaalde verkoopopbrengst minus de boekwaarde van het bestaand bezit en de toegerekende organisatiekosten.
Opbrengsten worden verantwoord op het moment van overdracht van economische rechten en verplichtingen (passeren akte van levering).
Waardeveranderingen vastgoedportefeuille en Overige waardeveranderingen vastgoedportefeuille
De overige waardeveranderingen worden gevormd door:
• de waardevermindering die is ontstaan door gedurende het verslagjaar nieuw aangegane juridische en feitelijke verplichtingen met betrekking tot investeringen in nieuwbouw en herstructurering en voor zover de verwachte marktwaarde lager is dan de kostprijs,
• de terugname van eerder genomen waardeverminderingen door gewijzigde inschattingen van stichtingskosten/ marktwaarde,
• afwaarderingen (en eventuele terugnames van eerder genomen afwaarderingen) van grondposities,
• afboeking van eerder geactiveerde bedragen voor investeringsprojecten.
Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille
Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille betreffen winsten of verliezen, die ontstaan door een wijziging in de marktwaarde van de vastgoedportefeuille in het verslagjaar (exclusief het effect van onrendabele investeringen en herstructureringen).
Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille verkocht onder voorwaarden
In deze post worden de ongerealiseerde waardeveranderingen van de vastgoedportefeuille verkocht onder voorwaarden verantwoord die zijn ontstaan door een wijziging in de waarde van de vastgoedportefeuille verkocht onder voorwaarden in het verslagjaar.
Niet-gerealiseerde waardeverandering vastgoedportefeuille bestemd voor verkoop
In deze post worden de ongerealiseerde waardeveranderingen verantwoord van de vastgoedportefeuille bestemd voor verkoop die zijn ontstaan door een wijziging in de waarde van de vastgoedportefeuille bestemd voor verkoop in het verslagjaar.
Nettoresultaat overige activiteiten
Hieronder worden de opbrengsten en kosten die te relateren zijn aan overige activiteiten verantwoord. Met overige activiteiten worden de niet-primaire activiteiten bedoeld. Met andere woorden, niet gerelateerd aan het exploiteren, het ontwikkelen, of verkopen van vastgoed.
Kosten omtrent leefbaarheid
Leefbaarheid omvat gemaakte kosten voor fysieke ingrepen die de leefbaarheid in buurten en wijken bevorderen. Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden. De kosten die zijn te relateren aan leefbaarheid, zijn de kosten van werkzaamheden die zijn gemaakt voor niet in het eigendom van de corporatie zijnde gebouwen en gronden (zoals openbaar terrein) en die niet noodzakelijk zijn voor de verhuurexploitatie. De indirecte kosten, lonen en salarissen en overige organisatiekosten die zijn gemaakt voor niet in het eigendom van de corporatie zijnde gebouwen en die niet noodzakelijk zijn voor de verhuurexploitatie en die aan het boekjaar zijn toe te rekenen, worden ook verantwoord als leefbaarheidsuitgaven.
Toegerekende organisatiekosten
De toerekening van de indirecte kosten aan de onderscheiden onderdelen van de functionele winst-en-verliesrekening gebeurt op basis van verdeelsleutels. De belangrijkste indirecte kosten betreffen personeelsbeloningen, afschrijvingen op onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie en overige niet directe bedrijfskosten. Afhankelijk van de aard van de afdeling dienen de lasten te worden toegerekend aan een bepaalde activiteit.
De verdeelsleutels voor toerekening van de indirecte organisatiekosten zijn gebaseerd op de opbouw van het aantal Fte’s naar de hoofdactiviteiten verhuur en beheer, onderhoud, verkoop, servicecontracten, leefbaarheid, overige activiteiten en overige organisatiekosten.
Lonen, salarissen en sociale lasten
Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de winst- en verliesrekening, voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers. Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden door de werknemers. De lonen, salarissen en sociale lasten worden aan de verschillende activiteiten via de kostenverdeelstaat toegerekend.
Pensioenlasten
De pensioenregeling van alle woningcorporaties is ondergebracht bij een zelfstandig pensioenfonds het Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties (SPW). Het is een verplicht gesteld pensioenfonds voor alle medewerkers die binnen de CAO Woondiensten vallen.
De pensioenpremies worden verantwoord als personeelskosten. Oost West Wonen heeft voor de pensioenregeling geen andere wettelijke of feitelijke verplichting indien er zich een tekort voordoet bij de verzekeringsmaatschappij of pensioenfonds.
Financiële baten en lasten
Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen.
De post “waardeverandering financiële vaste activa en effecten” vertegenwoordigde de gerealiseerde waarde mutatie van de in de drie extendible leningen opgenomen embedded derivaten.
Belastingen
De belasting wordt berekend over het resultaat voor belastingen in de winst- en verliesrekening, rekening houdend met beschikbare fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren en vrijgestelde winstbestanddelen en na bijtelling van niet-aftrekbare kosten. Tevens wordt rekening gehouden met wijzigingen die optreden in de latente belastingvorderingen en latente belastingschulden uit hoofde van wijzigingen in het te hanteren belastingtarief.
Toelichting scheiding DAEB/Niet-DAEB
Conform het beoordelingskader scheiding DAEB/niet-DAEB dienen de opbrengsten en kosten te worden verdeeld naar de afzonderlijke takken middels een kostenverdeelstaat. Daarbij moeten de kosten en opbrengsten op grond van consequent toegepaste en objectief te rechtvaardigen beginselen inzake kostprijsadministratie worden toegerekend.
Dit betekent dat directe kosten direct moeten worden toegerekend aan de DAEB of niet-DAEB activiteiten. Voor de indirecte kosten en opbrengsten dienen verdeelsleutels te worden toegepast.
Deze kosten worden toegerekend aan de DAEB of niet-DAEB activiteiten naar de mate waarin zij op DAEBactiviteiten respectievelijk niet-DAEB-activiteiten betrekking hebben. Indien deze koppeling niet gemaakt kan worden, kan de toedeling plaats vinden op basis van een naar ratobenadering, in de verhouding tussen de gewogen aantallen verhuureenheden.
Vastgoedbeleggingen
De vastgoedbeleggingen zijn gesplitst naar hun aard in DAEBvastgoed en niet-DAEB-vastgoed.
Materiële vaste activa
De materiële vaste activa bestaan uit kantoor, inventaris en aanverwante zaken. Deze activa zijn toegerekend aan de DAEB tak. Wel worden de lasten die uit het gebruik voortvloeien verdeeld over de DAEB- en de niet-DAEB-tak.

Financiële vaste activa
De financiële vaste activa bestaan uit deelnemingen en latente belastingvorderingen. Op de balans van de DAEB-tak is een deelneming in de niet-DAEB-tak opgenomen. De fiscale latenties worden toegerekend op basis van de onderliggende posten. De interne lening aan de niet-DAEB wordt opgenomen onder de financiële vaste activa van de DAEB-tak.
Voorraden
De vastgoedbeleggingen zijn gesplitst naar hun aard in DAEBvastgoed en niet-DAEB-vastgoed.
Vorderingen
De vorderingen zijn verdeeld over de beide takken op basis van de aard van de vordering.
Liquide middelen
De liquide middelen van de beide takken zijn de resultante van de beginsaldi en de kasstromen over het boekjaar en is daarbij conform de in deze rubriek genoemde uitgangspunten verdeeld over de beide takken.
Eigen vermogen
Het eigen vermogen van de beide takken is de resultante van het beginsaldi en het resultaat na belastingen over het boekjaar en is daarbij conform de in deze rubriek genoemde uitgangspunten aan de beide takken toegerekend naar de herwaarderingsreserve en de overige reserves.
Voorziening voor onrendabele investeringen en herstructureringen
De voorziening voor onrendabele investeringen en herstructureringen wordt verdeeld naar de aard van de onderliggende vastgoedprojecten.
Langlopende schulden
Alle WSW-geborgde leningen zijn opgenomen in de DAEB-tak. De interne lening aan de DAEB-tak is opgenomen onder de langlopende schulden van de niet-DAEB tak.
Kortlopende schulden
De kortlopende schulden, voor zover het de aflossingsverplichting binnen één jaar van de langlopende schulden betreft, zijn toegerekend aan de beide takken op de wijze zoals opgenomen onder de langlopende schulden. Bij de overige kortlopende schulden is dit gebeurd op basis van de aard van de onderliggende schulden.
Huuropbrengsten
De huuropbrengsten zijn op basis van toewijzing van verhuureenheden opgenomen in de DAEB- respectievelijk niet-DAEB-tak.
Opbrengsten en lasten servicecontracten
De opbrengsten en lasten servicecontracten zijn verdeeld over de beide takken op basis van gewogen aantallen verhuureenheden.
Lasten verhuur- en beheeractiviteiten
De lasten verhuur- en beheeractiviteiten inclusief de indirecte lasten zijn op basis van de gewogen aantallen eenheden verdeeld over de beide takken.
Lasten onderhoudsactiviteiten
De directe lasten zijn per object verdeeld, bij complexgewijs onderhoud vindt verdeling op basis van de eenheden plaats.
De indirecte lasten worden in dezelfde verhouding als de directe lasten verdeeld over de beide takken.
Overige directe operationele lasten exploitatie bezit
De overige directe operationele lasten exploitatie bezit zijn zoveel als mogelijk direct toegerekend aan de beide takken.
De overige lasten worden verdeeld op basis van de gewogen aantallen eenheden.
Waardeveranderingen vastgoedportefeuille
De waardeveranderingen vastgoedportefeuille zijn toegerekend aan de beide takken op basis de kwalificatie van verhuureenheden als DAEB of niet-DAEB.
Kosten omtrent leefbaarheid
De kosten omtrent leefbaarheid zijn volledig toegerekend aan de DAEB-tak.
Rentebaten en soortgelijke opbrengsten
De rentebaten in de DAEB-tak betreffen de rentevergoeding van de lening die is verstrekt aan de niet-DAEB-tak.
Rentelasten en soortgelijke kosten
De rentelasten in de DAEB-tak hebben betrekking op de rente van de door het WSW geborgde leningen. De rentelasten in de niet-DAEB-tak hebben betrekking op de overige leningen.
Belastingen
De acute belastingen zijn toegerekend op basis van de verhouding tussen het resultaat uit DAEB en niet-DAEB activiteiten. De mutaties in de fiscale latenties worden toegerekend op basis van de onderliggende posten.
Resultaat uit deelnemingen
Het resultaat van de niet-DAEB-tak is opgenomen onder ‘Resultaat uit deelnemingen’ van de DAEB-tak.
9.7.0 Immateriële vaste activa
9 7 1 Vastgoedbeleggingen
9.7.1 Vastgoedbeleggingen
Vastgoed in exploitatie
Een overzicht van het vastgoed in exploitatie is hierna opgenomen:
Vastgoed in exploitatie
Een overzicht van het vastgoed in exploitatie is hierna opgenomen:
basis van artikel 31 van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting (BTIV). De marktwaarde in verhuurde staat is op waarderingscomplex niveau bepaald op basis van de hoogste waardering van het doorexploiteer- of uitpondscenario, beide berekend op basis van de contante waarde van inkomende en uitgaande kasstromen.
Het doorexploiteerscenario veronderstelt dat verhuureenheden worden doorverhuurd, waarbij elk jaar bij een deel van de verhuureenheden de huurder verhuist. Het uitpondscenario veronderstelt dat verhuureenheden bij mutatie leegkomen en worden verkocht.
Inschakeling taxateur
naar activa ten dienste van exploitatie
verkrijgings- of vervaardigingsprijs
Herclassificatie
Herclassificatie
De herclassificatie vanuit vastgoed in ontwikkeling betreft een ZOG complex dat door aanpassing van de interne indeling getransformeerd is naar zelfstandig woningen en in 2024 weer in verhuur is genomen.
De herclassificatie vanuit vastgoed in ontwikkeling betreft een ZOG complex dat door aanpassing van de interne indeling getransformeerd is naar zelfstandig woningen en in 2024 weer in verhuur is genomen.
Bij het bepalen van de marktwaarde is de full-versie van het waarderingshandboek gehanteerd. Hiervoor is Capital Value Taxaties B.V. als onafhankelijke en ter zake deskundige taxateur ingeschakeld. Zij zijn ingeschreven bij het Nederlands Register Vastgoed Taxateurs. Eens in de drie jaar verzorgen zij de volledige taxatie en in het jaar dat niet getaxeerd wordt, wordt een markttechnische update verricht, tenzij door omstandigheden een hertaxatie noodzakelijk wordt geacht. In 2024 heeft er een markttechnische update plaatsgevonden, nadat vorig jaar er een volledige taxatie is verricht. Het taxatierapport en het taxatiedossier waarin de waardering en de daarbij gehanteerde aanpassingen ten opzichte van de basisversie zijn onderbouwd en vastgelegd zijn in het bezit van Oost West Wonen en op aanvraag beschikbaar voor de Autoriteit woningcorporaties.
De herclassificatie naar vastgoed in ontwikkeling betreft garages die uit de verhuur zijn gehaald, administratief zijn verkocht t.b.v. te realiseren nieuwbouwwoningen.
Marktwaarde
De herclassificatie naar vastgoed in ontwikkeling betreft garages die uit de verhuur zijn gehaald, administratief zijn verkocht t.b.v. te realiseren nieuwbouwwoningen.
Marktwaarde
Zowel het DAEB- als het niet-DAEB-vastgoed in exploitatie is gewaardeerd tegen de marktwaarde in verhuurde staat die is bepaald op basis van het ‘Handboek modelmatig waarderen marktwaarde’ die als bijlage is opgenomen bij de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting. Hierbij wordt op basis van de toekomstige kasstromen de marktwaarde middels de Discounted Cash Flow (DCF)-methode bepaald.
Doorexploiteer- en uitpondscenario
Zowel het DAEB- als het niet-DAEB-vastgoed in exploitatie is gewaardeerd tegen de marktwaarde in verhuurde staat die is bepaald op basis van het ‘Handboek modelmatig waarderen marktwaarde’ die als bijlage is opgenomen bij de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting. Hierbij wordt op basis van de toekomstige kasstromen de marktwaarde middels de Discounted Cash Flow (DCF)-methode bepaald.
De geschatte toekomstige kasstromen worden bepaald op basis van de discounted cashflow (‘DCF’) methode. Voor woon- en parkeergelegenheden vindt de bepaling van de toekomstige inkomende en uitgaande kasstromen plaats aan de hand van enerzijds het doorexploiteerscenario en anderzijds het uitpondscenario, mede op basis van artikel 31 van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting (BTIV). De marktwaarde in verhuurde staat is op waarderingscomplex niveau bepaald op basis van de hoogste waardering van het doorexploiteer- of uitpondscenario, beide berekend op basis van de contante waarde van inkomende en uitgaande kasstromen.
Doorexploiteer- en uitpondscenario
Het doorexploiteerscenario veronderstelt dat verhuureenheden worden doorverhuurd, waarbij elk jaar bij een deel van de verhuureenheden de huurder verhuist.
Het uitpondscenario veronderstelt dat verhuureenheden bij mutatie leegkomen en worden verkocht.
De geschatte toekomstige kasstromen worden bepaald op basis van de discounted cashflow (‘DCF’) methode. Voor woon- en parkeergelegenheden vindt de bepaling van de toekomstige inkomende en uitgaande kasstromen plaats aan de hand van enerzijds het doorexploiteerscenario en anderzijds het uitpondscenario, mede op
In de full-versie is het mogelijk om op basis van een toetsing door de externe taxateur tot een aanpassing van de op basis van dit handboek modelmatig vastgestelde waarde van het waarderingscomplex te komen. Een aanpassing van de waarde dient het resultaat te zijn van een aanpassing van de daaraan ten grondslag liggende normen en parameters. Daarbij dient de externe taxateur tevens de aannemelijkheid van de marktwaarde te beoordelen, die daarvan het resultaat is. De volgende vrijheidsgraden zijn in de waarderingen van Oost West Wonen door de taxateur toegepast.
DAEB- Niet-DAEBvastgoed in vastgoed in exploitatie exploitatie
beoordelen, die daarvan het resultaat is. De volgende vrijheidsgraden zijn in de waarderingen van Oost West Wonen door de taxateur toegepast.
Onderstaand wordt de invulling van de gehanteerde vrijheidsgraden nader toegelicht.
Markthuur
Markthuur
Mutatiekans
Onderstaand wordt de invulling van de gehanteerde vrijheidsgraden nader toegelicht.
In de full-versie heeft de externe taxateur de mogelijkheid om de modelmatig bepaalde markthuur te vervangen door zijn inschatting van de markthuur. Voor alle complexen is de markthuur door de externe taxateur heroverwogen en indien nodig aangepast.
Exit-yield
In de full-versie heeft de externe taxateur de mogelijkheid om de modelmatig bepaalde markthuur te vervangen door zijn inschatting van de markthuur. Voor alle complexen is de markthuur door de externe taxateur heroverwogen en indien nodig aangepast.
De hoogte van de mutatiekans is gebaseerd op het gemiddelde aantal mutaties in de afgelopen vijf jaar. Deze mutatiekans hoeft niet te gelden voor de toekomst. Als daar reden voor is, onder meer omdat de feitelijke mutaties in de betrokken periode een afwijkend beeld laten zien, heeft de toegelaten instelling de mogelijkheid om een externe taxateur in te schakelen om de mutatiekans aan te passen. Voor nagenoeg alle complexen is de mutatiekans door de externe taxateur heroverwogen en indien nodig aangepast.
Als alternatief voor de berekende eindwaarde uit de basisversie mag een exit-yield gebruikt worden voor het bepalen van de eindwaarde ultimo jaar 15. Voor alle complexen is de exit-yield door de externe taxateur heroverwogen en indien nodig aangepast.
Exit-yield
Disconteringsvoet
Als alternatief voor de berekende eindwaarde uit de basisversie mag een exit-yield gebruikt worden voor het bepalen van de eindwaarde ultimo jaar 15. Voor alle complexen is de exit-yield door de externe taxateur heroverwogen en indien nodig aangepast.
Additionele kasstromen
De hoogte van de disconteringsvoet is modelmatig bepaald. Daarmee wordt niet altijd recht gedaan aan de risico’s die voor specifieke objecten en/of specifieke locaties van toepassing zijn.
Disconteringsvoet
Voor 2024 is bij betreffende woongelegenheden een negatieve additionele kasstroom opgevoerd voor jaarlijkse erfpachtcanon en een positieve additionele kasstroom voor jaarlijks te ontvangen EPV-vergoedingen.
Mutatiekans
Instandhoudingsonderhoud
Deze specifieke omstandigheden kunnen een andere disconteringsvoet rechtvaardigen. De toegelaten instelling heeft de mogelijkheid om dan een externe taxateur in te schakelen om een marktconforme disconteringsvoet vast te stellen. Voor alle complexen is de disconteringsvoet door de externe taxateur heroverwogen en indien nodig aangepast.
De hoogte van de disconteringsvoet is modelmatig bepaald.
Leegwaarde
De hoogte van de mutatiekans is gebaseerd op het gemiddelde aantal mutaties in de afgelopen vijf jaar. Deze mutatiekans hoeft niet te gelden voor de toekomst. Als daar reden voor is, onder meer omdat de feitelijke mutaties in de betrokken periode een afwijkend beeld laten zien, heeft de toegelaten instelling de mogelijkheid om een externe taxateur in te schakelen om de mutatiekans aan te passen. Voor nagenoeg alle complexen is de mutatiekans door de externe taxateur heroverwogen en indien nodig aangepast.
Additionele kasstromen
Voor 2024 is de norm voor instandhoudingsonderhoud bij uitponden voor woongelegenheden aangepast op basis van een inschatting door de taxateur.
Voor 2024 is bij betreffende woongelegenheden een negatieve additionele kasstroom opgevoerd voor jaarlijkse erfpachtcanon en een positieve additionele kasstroom voor jaarlijks te ontvangen EPV-vergoedingen.
De leegwaarde per eind 2024 is bepaald door de WOZ-waarde per 1 januari 2023 (peildatum belastingjaar 2024) te verhogen met de gemiddelde leegwaardestijging overeenkomstig de inschatting van de taxateur. De verwachte ontwikkeling van de leegwaarde voor de komende jaren is door de taxateur aangepast op basis van de inschatting van de markt.
Daarmee wordt niet altijd recht gedaan aan de risico’s die voor specifieke objecten en/of specifieke locaties van toepassing zijn. Deze specifieke omstandigheden kunnen een andere disconteringsvoet rechtvaardigen. De toegelaten instelling heeft de mogelijkheid om dan een externe taxateur in te schakelen om een marktconforme disconteringsvoet vast te stellen. Voor alle complexen is de disconteringsvoet door de externe taxateur heroverwogen en indien nodig aangepast.
Leegwaarde
De leegwaarde per eind 2024 is bepaald door de externe taxateur. De taxateur acht een eigen inschatting beter passend bij het bezit van Oost West Wonen. De taxateur maakt hiervoor gebruik van beschikbare referenties.
Complexindeling
Instandhoudingsonderhoud
Voor 2024 is de norm voor instandhoudingsonderhoud bij uitponden voor woongelegenheden aangepast op basis van een inschatting door de taxateur.
Complexindeling
Een waarderingscomplex is een samenstel van verhuureenheden, dat in principe bestaat uit vergelijkbare verhuureenheden wat betreft type vastgoed, bouwperiode en locatie, en als één geheel aan een derde partij in verhuurde staat verkocht kan worden. Er bestaat geen minimum of maximum voor het aantal verhuureenheden in een waarderingscomplex. Het kan voorkomen dat een waarderingscomplex bestaat uit zowel DAEB- als niet-DAEB-vastgoed.
Een waarderingscomplex is een samenstel van verhuureenheden, dat in principe bestaat uit vergelijkbare verhuureenheden wat betreft type vastgoed, bouwperiode en locatie, en als één geheel aan een derde partij in verhuurde staat verkocht kan worden. Er bestaat geen minimum of maximum voor het aantal verhuureenheden in een waarderingscomplex. Het kan voorkomen dat een waarderingscomplex bestaat uit zowel DAEB- als niet-DAEB-vastgoed.
De waarderingscomplexen ten behoeve van de berekening van de marktwaarde zijn door middel van de volgende indeling bepaald:
Woonkern Type Bouwjaar Grootte
Ouddorp Eengezinswoning <1940 <40
Goedereede Meergezinswoning 1940-1959 40-59
Stellendam Studenteneenheid 1960-1974 60-79
Melissant Zorgeenheid (extramuraal) 1975-1989 80-99
Dirksland Bedrijfsonroerendgoed 1989-2004 100-119
Herkingen Maatschappelijk onroerend goed >2005 >120
Sommelsdijk Locatie (woonkern)
Middelharnis Garagebox
Nieuwe-Tonge Zorgvastgoed (intramuraal)
Oude-Tonge
Den Bommel
Achthuizen
Ooltgensplaat
Stad aan 't Haringvliet
Bij het bepalen van de toekomstige kasstromen voor de DCF-berekening wordt gebruik gemaakt van de volgende parameters De waarderingscomplexen ten behoeve van de berekening van de marktwaarde zijn door middel van de volgende indeling bepaald:
Bij het bepalen van de toekomstige kasstromen voor de DCF-berekening wordt gebruik gemaakt van de volgende parameters:





Zekerheden
Zekerheden
Het vastgoed is nagenoeg in zijn geheel gefinancierd met rijksleningen of met kapitaalmarktleningen onder overheidsgarantie waarvoor jegens Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) een obligoverplichting geldt, die is opgenomen onder de ‘Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen’.
Als gevolg hiervan is het vastgoed dat met deze leningen is gefinancierd niet hypothecair bezwaard. Tot zekerheid voor de voldoening van de verplichtingen jegens het WSW in verband met de leningen die onder borging van het WSW zijn aangetrokken, is aan het WSW een volmacht verleend om rechten van hypotheek en pandrechten te vestigen op de activa.
Verzekeringen
De activa zijn verzekerd tegen aanschaf- dan wel voortbrengingskosten middels een uitgebreide brandverzekering op eenheden basis. Hierin is geen totaalbedrag aan verzekerde waarde vastgelegd, maar alle eenheden zijn volledig verzekerd.
WOZ-waarde
De waarde gebaseerd op de meest recente WOZ-beschikkingen van de (zelfstandige) woningen onder DAEB vastgoed in exploitatie bedraagt € 1.396.263.000 (peildatum 01-01-2025).
88
Het vastgoed is nagenoeg in zijn geheel gefinancierd met rijksleningen of met kapitaalmarktleningen onder overheidsgarantie waarvoor jegens Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) een obligoverplichting geldt, die is opgenomen onder de ‘Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen’. Als gevolg hiervan is het vastgoed dat met deze leningen is gefinancierd niet hypothecair bezwaard. Tot zekerheid voor de voldoening van de verplichtingen jegens het WSW in verband met de leningen die onder borging van het WSW zijn aangetrokken, is aan het WSW een volmacht verleend om rechten van hypotheek en pandrechten te vestigen op de activa.
Verzekeringen
De activa zijn verzekerd tegen aanschaf- dan wel voortbrengingskosten middels een uitgebreide brandverzekering
op eenheden basis. Hierin is geen totaalbedrag aan verzekerde waarde vastgelegd, maar alle eenheden zijn volledig verzekerd.
WOZ-waarde
De waarde gebaseerd op de meest recente WOZbeschikkingen van de (zelfstandige) woningen onder DAEB vastgoed in exploitatie bedraagt € 1.396.263.000 (peildatum 01-01-2025). De waarde gebaseerd op de meest recente WOZ-beschikkingen van de (zelfstandige) woningen onder niet-DAEB vastgoed in exploitatie bedraagt € 19.543.000 (peildatum 01-01-2025).
Beleidswaarde
De beleidswaarde ultimo 2024 bedraagt totaal € 520,5 mln (2023: € 474,5 mln). In onderstaande tabel wordt de splitsing van de beleidswaarde in DAEB en niet DAEB vastgoed weergeven.

Voor de bepaling van de beleidswaarde zijn de onderstaande uitgangspunten gehanteerd voor woningen.
Streefhuur
Als gevolg van naleving van de passend toewijzen regels is het niet in alle gevallen mogelijk om de streefhuur te realiseren. Op basis van ervaringscijfers is voor een deel van het bezit bij 60% de streefhuur verlaagd naar de eerste aftoppingsgrens en bij 20% naar de tweede aftoppingsgrens.
Onderhoud
De ingerekende onderhoudslasten bestaan uit de volgende elementen:
- Reparatieonderhoud
- Mutatieonderhoud
- Contractonderhoud
- Planmatig onderhoud
De in de meerjarenonderhoudsbegroting opgenomen geschatte lasten inzake reparatieonderhoud en mutatieonderhoud zijn mede gebaseerd op ervaringscijfers vanuit het verleden welke worden geïndexeerd met de bouwkostenstijging. Het geschatte contractonderhoud is gebaseerd op aangegane onderhoudscontracten voor de betreffende installaties. Het planmatig onderhoud is gebaseerd op de meerjarenonderhoudsbegroting (MJOB).
De MJOB gaat uit van al die werkzaamheden die meerjarig moeten worden uitgevoerd om een complex in zodanige technische en bouwkundige staat te houden dat is en blijft van minimaal een conditiescore van 4. Voor de berekening zijn de volgende correcties doorgevoerd op de MJOB:
- De levensduur is verlengd naar 60 jaar
- Nieuwbouw en verkoop is buiten beschouwing gelaten
- Sloopcomplexen zijn opgevoerd conform doorexploiteren
De ingerekende gemiddelde jaarlijkse onderhoudslasten inclusief toegerekende organisatiekosten bedragen € 3.735,96 per woning. (2023: € 2.697,89).
EFG labels
Oost West Wonen heeft op 31-12-2024 nog 673 woningen waarop een EFG label van toepassing is. Voor deze woningen wordt een normbedrag gecorrigeerd op de netto contante waarde.
Beheerlasten
De beheerlastennorm is gebaseerd op de het bestuur en Raad van Commissarissen goedgekeurde meerjarenbegroting 2025-2034. De beheernorm 2024 bedraagt € 1.262,63. (2023: € 1.192,56).
Overig bezit
De beleidswaarde van BOG/MOG/ZOG en flexwoningen is gelijk aan de marktwaarde en hierbij wordt dus verondersteld dat de marktuitgangspunten overeenkomen met de eigen beleidsuitgangspunten
Sensitiviteitsanalyse
Sensitiviteitsanalyse
Voor de bepaling van de beleidswaarde zijn de voornaamste uitgangspunten (gemiddeld per woning teruggerekend) als volgt:
Voor de bepaling van de beleidswaarde zijn de voornaamste uitgangspunten (gemiddeld per woningteruggerekend) als volgt:
Uitgangspunten voor: 2024
Disconteringsvoet DAEB / niet DAEB 4,17% / 4,70%
Streefhuur per maand
Beheernorm
Onderhoudsnorm
673,22
1.262,63
3.735,96
Om inzicht te geven in de potentiële impact van een alternatieve schatting op de beleidswaarde uitkomst hebben we de navolgende sensitiviteitsanalyse verricht. In onderstaande tabel wordt aangegeven welk eUect een positieve of negatieve aanpassing van de schatting heeft op de beleidswaarde 2024.
In euro’s DAEB Niet-DAEB
€ 25 hogere streefhuur 35.387.293 277.097
Om inzicht te geven in de potentiële impact van een alternatieve schatting op de beleidswaarde uitkomst hebben we de navolgende sensitiviteitsanalyse verricht. In onderstaande tabel wordt aangegeven welk effect een positieve of negatieve aanpassing van de schatting heeft op de beleidswaarde 2024.
€ 100 hogere onderhoudslasten -24.132.829 -178.721
€ 100 hogere beheerlasten -24.132.776 -178.721



0,5% lagere disconteringsvoet 43.989.791 892.310
0,5% hogere disconteringsvoet -37.554.909 -768.278













Huurbevriezing 2025 en 2026 (indien deze zou worden doorgevoerd) -40.161.782 -6.576
(Indien deze zou worden doorgevoerd)



















Ultimo 2024 is één woning onder koopgarant verkocht. Koopgarant houdt in dat degene die de woning heeft gekocht, bij voorgenomen verkoop, verplicht is de woning te koop aan te bieden aan Oost West Wonen. Het risico van stijging of daling van de onderhandse verkoopwaarde van de woning wordt volgens een voorafbepaalde verdeelsleutel gedeeld tussen koper en Oost West Wonen. Oost West Wonen garandeert dat de woning wordt teruggekocht.
Onder de post Vastgoed in ontwikkeling beste md voor eigen exploitatie is voor een bedrag van € 48.910 (2023: € 519.000) aan grondposities opgenomen, met het oog op de ontwikkeling van vastgoedprojecten waarbij nog geen inzicht bestaat in de feitelijke projectontwikkeling.
Agio
Ten aanzien van het waarderingsverschil in de leningen (bedrijfseconomisch hogere waardering ultimo 2024) is een latente belastingvordering opgenomen. De latente belastingvordering bedraagt nominaal € 1.401.737, de in de balans opgenomen contante waarde van deze latente belastingvordering bedraagt € 1.178.180 (2023: € 1.216.839). De latentie loopt af over de resterende looptijd van de leningen.
Onder de post Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie is voor een bedrag van € 48.910 (2023: € 519.000) aan grondposities opgenomen, met het oog op de ontwikkeling van vastgoedprojecten waarbij nog geen inzicht bestaat in de feitelijke projectontwikkeling.
Oost West Wonen is niet voornemens om deze grondposities te verkopen en daarom zijn deze hieronder opgenomen. Deze grondposities zijn ontstaan door de sloop van een pand dat oorspronkelijk werd verhuurd.
Afschrijvingen activa in exploitatie
Oost West Wonen is niet voornemens om deze grondposities te verkopen en daarom zijn deze hieronder opgenomen. Deze grondposities zijn ontstaan door de sloop van een pand dat oorspronkelijk werd verhuurd.
9 7 2 Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie
Investeringen
9.7.2 Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie 91
Investeringen in onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie hebben betrekking op de bedrijfsvoering.
Afschrijvingen
Investeringen
Investeringen in onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie hebben betrekking op de bedrijfsvoering.
Afschrijvingen
De afschrijvingen op materiële vaste activa zijn gebaseerd op de verkrijgingsprijs. De afschrijvingen zijn lineair, gebaseerd op de verwachte economische levensduur. De afschrijvingstermijnen zijn 3 tot 50 jaar rekening houdend met een restwaarde.
De afschrijvingen op materiële vaste activa zijn gebaseerd op de verkrijgingsprijs. De afschrijvingen zijn lineair, gebaseerd op de verwachte economische levensduur. De afschrijvingstermijnen zijn 3 tot 50 jaar rekening houdend met een restwaarde.
9.7.3 Financiële vaste activa
9 7 3 Financiële vaste activa
De latenties uit hoofde van tijdelijke verschillen zijn als volgt samengesteld:
Voor tijdelijke verschillen tussen de waardering in de jaarrekening en de fiscale waardering is een latente belastingvordering van € 657.467 (2023: € 609.821) in de balans opgenomen. Het woningbezit van Oost West Wonen bestaat voor een deel uit eenheden waarvan de fiscale boekwaarde hoger is dan 100% van de WOZ-waarde (de fiscale bodemwaarde). Over deze woningen kan mogelijk fiscaal worden afgeschreven. Bij het berekenen van de latentie is rekening gehouden met de marktwaarde, fiscale boekwaarde en fiscale bodemwaarde op eenheidsniveau.
Daarbij wordt de latentie beperkt tot maximaal het verschil tussen de fiscale boekwaarde en de (lagere) marktwaarde. Daarnaast wordt geen latentie gevormd voor woningen waar fiscaal gezien over kan worden afgeschreven, maar waarvan de marktwaarde hoger ligt dan de fiscale boekwaarde. Voor deze woningen geldt immers dat het verschil in waardering groter wordt door de afschrijvingen, zodat geen sprake kan zijn van realisatie van het commercieel-fiscale verschil.
Verkopen
Daarbij wordt de latentie beperkt tot maximaal het verschil tussen de fiscale boekwaarde en de (lagere) marktwaarde. Daarnaast wordt geen latentie gevormd voor woningen waar fiscaal gezien over kan worden afgeschreven, maar waarvan de marktwaarde hoger ligt dan de fiscale boekwaarde.
*1 Zie de verdere toelichting bij ‘afschrijvingen activa in exploitatie’ hierna.
Algemeen
Verwacht wordt dat van de latente belastingvorderingen op balansdatum een bedrag van € 277.993 binnen een jaar wordt gerealiseerd. De nominale waarde van de belastinglatentie bedraagt € 2.420.527. De gemiddelde looptijd van de latente belastingvorderingen bedraagt 17 jaar. Het totaalbedrag van de tijdelijke verschillen tussen de fiscale waardering en de waardering in deze jaarrekening bedraagt € 9.381.885.
Leningen
Het tijdelijke verschil tussen de waardering van de leningen is bij de fiscale openingsbalans per 1 januari 2008 geactiveerd en loopt gedurende de resterende looptijd van de leningen af. Per ultimo 2024 bedraagt de (geactiveerde) latente belastingvordering € 294.439 (2023: € 343.879).
Verwacht wordt dat van de latente belastingvorderingen op balansdatum een bedrag van € 277.993 binnen een jaar wordt gerealiseerd. De nominale waarde van de belastinglatentie bedraagt € 2.420.527. De gemiddelde looptijd van de latente belastingvorderingen bedraagt 17 jaar. Het totaalbedrag van de tijdelijke verschillen tussen de fiscale waardering en de waardering in deze jaarrekening bedraagt € 9.381.885.
Leningen
Agio Ten aanzien van het waarderingsverschil in de leningen (bedrijfseconomisch hogere waardering ultimo 2024) is een latente belastingvordering opgenomen. De latente belastingvordering bedraagt nominaal € 1.401.737, de in de balans opgenomen contante waarde van deze latente belastingvordering bedraagt € 1.178.180 (2023: € 1.216.839). De latentie loopt af over de resterende looptijd van de leningen.
Afschrijvingen activa in exploitatie
Voor tijdelijke verschillen tussen de waardering in de jaarrekening en de fiscale waardering is een latente belastingvordering van € 657.467 (2023: € 609.821) in de balans opgenomen. Het woningbezit van Oost West Wonen bestaat voor een deel uit eenheden waarvan de fiscale boekwaarde hoger is dan 100% van de WOZwaarde (de fiscale bodemwaarde). Over deze woningen kan mogelijk fiscaal worden afgeschreven. Bij het berekenen van de latentie is rekening gehouden met de marktwaarde, fiscale boekwaarde en fiscale bodemwaarde op eenheidsniveau.
Het tijdelijke verschil tussen de waardering van de leningen is bij de fiscale openingsbalans per 1 januari 2008 geactiveerd en loopt gedurende de resterende looptijd van de leningen af. Per ultimo 2024 bedraagt de (geactiveerde) latente belastingvordering € 294.439 (2023: € 343.879).
Voor deze woningen geldt immers dat het verschil in waardering groter wordt door de afschrijvingen, zodat geen sprake kan zijn van realisatie van het commercieel-fiscale verschil.
Verkopen
Daarbij wordt de latentie beperkt tot maximaal het verschil tussen de fiscale boekwaarde en de (lagere) marktwaarde. Daarnaast wordt geen latentie gevormd voor woningen waar fiscaal gezien over kan worden afgeschreven, maar waarvan de marktwaarde hoger ligt dan de fiscale boekwaarde.
Voor deze woningen geldt immers dat het verschil in waardering groter wordt door de afschrijvingen, zodat geen sprake kan zijn van realisatie van het commercieel-fiscale verschil.
Voor het vastgoed dat is bestemd voor doorexploitatie en het vastgoed dat is bestemd voor verkoop is sprake van fiscale faciliteiten die het mogelijk maken dat latenties na afloop van de levensduur worden doorgeschoven naar nieuw vastgoed. In het geval dat het zeer waarschijnlijk is dat voor het betreffende vastgoed geen fiscale afwikkeling gedurende de levensduur zal plaatsvinden, wordt rekening gehouden met de fiscale afwikkeling gebaseerd op de voorgenomen wijze van realisatie na afloop van de levensduur. Dit betekent dat de contante waarde van de latentie door de zeer lange periode tot het moment van afwikkeling naar nihil tendeert.
Voor het vastgoed dat is bestemd voor doorexploitatie en het vastgoed dat is bestemd voor verkoop is sprake van fiscale faciliteiten die het mogelijk maken dat latenties na afloop van de levensduur worden doorgeschoven naar nieuw vastgoed. In het geval dat het zeer waarschijnlijk is dat voor het betreffende vastgoed geen fiscale afwikkeling gedurende de levensduur zal plaatsvinden, wordt rekening gehouden met de fiscale afwikkeling gebaseerd op de voorgenomen wijze van realisatie na afloop van de levensduur. Dit betekent dat de contante waarde van de latentie door de zeer lange periode tot het moment van afwikkeling naar nihil tendeert.
Verkopen
Voor het vastgoed dat is bestemd voor doorexploitatie en het vastgoed dat is bestemd voor verkoop is sprake van fiscale faciliteiten die het mogelijk maken dat latenties na afloop van de levensduur worden doorgeschoven naar nieuw vastgoed. In het geval dat het zeer waarschijnlijk is dat voor het betreffende vastgoed geen fiscale afwikkeling gedurende de levensduur zal plaatsvinden, wordt rekening gehouden met de fiscale afwikkeling gebaseerd op de voorgenomen wijze van realisatie na afloop van de levensduur. Dit betekent dat de contante waarde van de latentie door de zeer lange periode tot het moment van afwikkeling naar nihil tendeert.
Dit betreft de investeringsbijdrage voor het project van 111 tijdelijke woningen, die gedurende de periode augustus 2024 tot en met juli 2026 in maandelijkse termijnen wordt ontvangen van de gemeente GoereeOverflakkee. Een bedrag van € 5.136.577 vervalt in 2025 en € 3.235.571
Dit betreft de investeringsbijdrage voor het project van 111 tijdelijke woningen, die gedurende de periode augustus 2024 tot en met juli 2026 in maandelijkse termijnen wordt ontvangen van de gemeente Goeree-Overflakkee. Een bedrag van € 5.136.577 vervalt in 2025 en € 3.235.571 in 2026.
Dit betreft de investeringsbijdrage voor het project van 111 tijdelijke woningen, die gedurende de periode augustus 2024 tot en met juli 2026 in maandelijkse termijnen wordt ontvangen van de gemeente GoereeOverflakkee. Een bedrag van € 5.136.577 vervalt in 2025 en € 3.235.571 in 2026.
9.7.4 Voorraden
Onder de post overige vorderingen zijn geen posten opgenomen met een resterende
langer dan een jaar.
Onder de post overige vorderingen zijn geen posten opgenomen met een resterende looptijd langer dan een jaar.
Daarnaast zal bij mutatie van de woning slechts in uitzonderingssituaties de huur worden verhoogd tot de markthuur en zijn de werkelijke onderhouds- en beheerlasten hoger dan ingerekend in de marktwaarde, voortvloeiend uit de beoogde kwaliteit- en beheersituatie van de corporatie.
Voorstel tot bestemming van het resultaat over het boekjaar 2024 Het resultaat na belastingen van € 76.667.551 over het boekjaar 2024, zal na vaststelling van het jaarverslag door de Raad van Commissarissen geheel ten gunste van de overige reserves gebracht worden. Dit is nog niet verwerkt in de jaarrekening.
Voorstel tot bestemming van het resultaat over het boekjaar 2024 Het resultaat na belastingen van € 76.667.551 over het boekjaar 2024, zal na vaststelling van het jaarverslag door de Raad van Commissarissen geheel ten gunste van de overige reserves gebracht worden. Dit is nog niet verwerkt in de jaarrekening.
9.7.8 Voorzieningen
9 7 8 Voorzieningen
9 7 7 Eigen vermogen
Herwaarderingsreserve
Het totaalbedrag van de liquide middelen staat ter vrije beschikking van de corporatie.
Het totaalbedrag van de liquide middelen staat ter vrije beschikking van de corporatie. 9 7 7 Eigen vermogen
Het verloop van de herwaarderingsreserve is als volgt:
Herwaarderingsreserve
Het verloop van de herwaarderingsreserve is als volgt:
9.7.7 Eigen vermogen
Het totaalbedrag van de liquide middelen staat ter vrije beschikking van de corporatie.
voorziening
CAO Woondiensten. Concreet betreft dit de verwachte gratificaties in het kader van
12,5-jarig,
en 40-jarig dienstverband.
9 7 7 Eigen vermogen
Herwaarderingsreserve
verkoop
Het verloop van de herwaarderingsreserve is als volgt:
Herwaarderingsreserve
Het verloop van de herwaarderingsreserve is als volgt:
Per 31 december 2024 is in totaal € 466,1 miljoen aan ongerealiseerde herwaarderingen in het eigen vermogen begrepen (2023: € 399,8 miljoen), zijnde het verschil tussen de marktwaarde in verhuurde staat van het vastgoed in exploitatie en de kostprijs. De waardering van dit vastgoed is in overeenstemming met het Handboek modelmatig waarderen marktwaarde bepaald en is daarmee conform de in de Woningwet voorgeschreven waarderingsgrondslag en daaruit afgeleide ministeriële besluiten geldend ten tijde van het opmaken van de jaarverslaggeving.
Per 31 december 2024 is in totaal € 466,1 miljoen aan ongerealiseerde herwaarderingen in het eigen vermogen begrepen (2023: € 399,8 miljoen), zijnde het verschil tussen de marktwaarde in verhuurde staat van het vastgoed in exploitatie en de kostprijs. De waardering van dit vastgoed is in overeenstemming met het Handboek modelmatig waarderen marktwaarde bepaald en is daarmee conform de in de Woningwet voorgeschreven waarderingsgrondslag en daaruit afgeleide ministeriële besluiten geldend ten tijde van het opmaken van de jaarverslaggeving.
De voorziening jubilea en gratificaties is gebaseerd op de te maken aanspraken op gratificaties uit hoofde van de CAO Woondiensten. Concreet betreft dit de verwachte gratificaties in het kader van het 12,5-jarig, 25-jarig en 40-jarig dienstverband.
De waardering tegen beleidswaarde van het vastgoed in exploitatie bedraagt € 511,4 miljoen. Het verschil tussen de marktwaarde en de beleidswaarde bedraagt € 397,1 miljoen en kan niet of nauwelijks worden gerealiseerd. Een realisatie van het verschil tussen marktwaarde en beleidswaarde is sterk afhankelijk van het te voeren beleid van Oost West Wonen. De mogelijkheden voor de corporatie om vrijelijk door (complexgewijze) verkoop of huurstijgingen de marktwaarde in verhuurde staat van het DAEB-bezit in exploitatie te realiseren zijn beperkt door wettelijke maatregelen en maatschappelijke ontwikkelingen zoals demografie en ontwikkeling van de behoefte aan sociale (DAEB) huurwoningen. Omdat de doelstelling van de corporatie is om duurzaam te voorzien in passende huisvesting voor hen die daar niet zelf in kunnen voorzien, zal van het vastgoed in exploitatie slechts een beperkt deel vervreemd worden.
De waardering tegen beleidswaarde van het vastgoed in exploitatie bedraagt € 511,4 miljoen. Het verschil tussen de marktwaarde en de beleidswaarde bedraagt € 397,1 miljoen en kan niet of nauwelijks worden gerealiseerd. Een realisatie van het verschil tussen marktwaarde en beleidswaarde is sterk afhankelijk van het te voeren beleid van Oost West Wonen. De mogelijkheden voor de corporatie om vrijelijk door (complexgewijze) verkoop of huurstijgingen de marktwaarde in verhuurde staat van het DAEB-bezit in exploitatie te realiseren zijn beperkt door wettelijke maatregelen en maatschappelijke ontwikkelingen zoals demografie en ontwikkeling van de behoefte aan sociale (DAEB) huurwoningen. Omdat de doelstelling van de corporatie is om duurzaam te voorzien in passende huisvesting voor hen die daar niet zelf in kunnen voorzien, zal van het vastgoed in exploitatie slechts een beperkt deel vervreemd worden.
Daarnaast zal bij mutatie van de woning slechts in uitzonderingssituaties de huur worden verhoogd tot de markthuur en zijn de werkelijke onderhouds- en beheerlasten hoger dan ingerekend in de marktwaarde, voortvloeiend uit de beoogde kwaliteit- en beheersituatie van de corporatie.
Daarnaast zal bij mutatie van de woning slechts in uitzonderingssituaties de huur worden verhoogd tot de markthuur en zijn de werkelijke onderhouds- en beheerlasten hoger dan ingerekend in de marktwaarde, voortvloeiend uit de beoogde kwaliteit- en beheersituatie van de corporatie.
Per 31 december 2024 is in totaal € 466,1 miljoen aan ongerealiseerde herwaarderingen in het eigen vermogen begrepen (2023: € 399,8 miljoen), zijnde het verschil tussen de marktwaarde in verhuurde staat van het vastgoed in exploitatie en de kostprijs. De waardering van dit vastgoed is in overeenstemming met het Handboek modelmatig waarderen marktwaarde bepaald en is daarmee conform de in de Woningwet voorgeschreven waarderingsgrondslag en daaruit afgeleide ministeriële besluiten geldend ten tijde van het opmaken van de jaarverslaggeving.
De waardering tegen beleidswaarde van het vastgoed in exploitatie bedraagt € 511,4 miljoen. Het verschil tussen de marktwaarde en de beleidswaarde bedraagt € 397,1 miljoen en kan niet of nauwelijks worden gerealiseerd. Een realisatie van het verschil tussen marktwaarde en beleidswaarde is sterk afhankelijk van het te voeren beleid van Oost West Wonen. De mogelijkheden voor de corporatie om vrijelijk door (complexgewijze) verkoop of huurstijgingen de marktwaarde in verhuurde staat van het DAEB-bezit in exploitatie te realiseren zijn beperkt door wettelijke maatregelen en maatschappelijke ontwikkelingen zoals demografie en ontwikkeling van de behoefte aan sociale (DAEB) huurwoningen. Omdat de doelstelling van de corporatie is om duurzaam te voorzien in passende huisvesting voor hen die daar niet zelf in kunnen voorzien, zal van het vastgoed in exploitatie slechts een beperkt deel vervreemd worden.
Daarnaast zal bij mutatie van de woning slechts in uitzonderingssituaties de huur worden verhoogd tot de markthuur en zijn de werkelijke onderhouds- en beheerlasten hoger dan ingerekend in de marktwaarde, voortvloeiend uit de beoogde kwaliteit- en beheersituatie van de corporatie.
Per 31 december 2024 is in totaal € 466,1 miljoen aan ongerealiseerde herwaarderingen in het eigen vermogen begrepen (2023: € 399,8 miljoen), zijnde het verschil tussen de marktwaarde in verhuurde staat van het vastgoed in exploitatie en de kostprijs. De waardering van dit vastgoed is in overeenstemming met het Handboek modelmatig waarderen marktwaarde bepaald en is daarmee conform de in de Woningwet voorgeschreven waarderingsgrondslag en daaruit afgeleide ministeriële besluiten geldend ten tijde van het opmaken van de jaarverslaggeving. De waardering tegen beleidswaarde van het vastgoed in exploitatie bedraagt € 520,5 miljoen. Het verschil tussen de marktwaarde en de beleidswaarde bedraagt € 388,0 miljoen en kan niet of nauwelijks worden gerealiseerd. Een realisatie van het verschil tussen marktwaarde en beleidswaarde is sterk afhankelijk van het te voeren beleid van Oost West Wonen. De mogelijkheden voor de corporatie om vrijelijk door (complexgewijze) verkoop of huurstijgingen de marktwaarde in verhuurde staat van het DAEB-bezit in exploitatie te realiseren zijn beperkt door wettelijke maatregelen en maatschappelijke ontwikkelingen zoals demografie en ontwikkeling van de behoefte aan sociale (DAEB) huurwoningen. Omdat de doelstelling van de corporatie is om duurzaam te voorzien in passende huisvesting voor hen die daar niet zelf in kunnen voorzien, zal van het vastgoed in exploitatie slechts een beperkt deel vervreemd worden.
In de CAO Woondiensten zijn vanaf 2010 afspraken gemaakt over een loopbaanontwikkelingsbudget.
De hoogte van de voorziening is afhankelijk van het moment van indiensttreding, het aantal dienstjaren en het aantal uren van het dienstverband. Ten laste van de voorziening komen de kosten die voortvloeien uit het honoreren van aanspraken.
9 7 9 Langlopende schulden
In de CAO Woondiensten zijn vanaf 2010 afspraken gemaakt over een loopbaanontwikkelingsbudget. De hoogte van de voorziening is afhankelijk van het moment van indiensttreding, het aantal dienstjaren en het aantal uren van het dienstverband. Ten laste van de voorziening komen de kosten die voortvloeien uit het honoreren van aanspraken.
In de CAO Woondiensten zijn vanaf 2010 afspraken gemaakt over een loopbaanontwikkelingsbudget. De hoogte van de voorziening is afhankelijk van het moment van indiensttreding, het aantal dienstjaren en het aantal uren van het dienstverband. Ten laste van de voorziening komen de kosten die voortvloeien uit het honoreren van aanspraken.
9.7.9 Langlopende schulden
9 7 9 Langlopende schulden
9 7 6 Liquide middelen
Het totaalbedrag van de liquide middelen staat ter vrije beschikking van de corporatie.
Liquide middelen
De
Schulden aan
Aflossingsverplichtingen binnen 12 maanden na de afloop van het jaar zijn opgenomen onder de post kortlopende schulden.
van
De
Het saldo van de door het WSW geborgde leningen ultimo 2024 is €
(2023:
De marktwaarde van de leningen per ultimo 2024 is € 200.032.450 (2023: € 190.877.729). Het saldo van de door het WSW geborgde leningen ultimo 2024 is € 199.177.096 (2023: € 188.213.128).
9.7.10
Financiële instrumenten en risicobeheersing
Binnen het treasurybeleid van Oost West Wonen dient het gebruik van financiële instrumenten ter beperking van inherente (rente-, looptijden- en markt-) risico's. Op grond van het vigerende interne treasurystatuut is het gebruik van financiële instrumenten slechts toegestaan voor zover er een materieel verband met het belegde/gefinancierde vermogen kan worden gelegd en de toepassing ervan tot een positie van de totale leningen-/beleggingsportefeuille leidt, welke vergelijkbaar is met een positie zonder gebruik te maken van deze instrumenten.
Renterisico
9.7.11 Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen
Obligo WSW
Het WSW heeft in juli 2021 de obligolening geïntroduceerd om er zeker van te zijn dat er direct geld beschikbaar is als er grote aanspraken zijn en de obligoheffing niet voldoende is. De obligolening is een variabele hoofdsomlening waarop initieel geen storting plaatsvindt en als gevolg daarvan ook geen rente betaald hoeft te worden. Overigens is over het niet opgenomen deel van de lening wel een bereidstellingsprovisie verschuldigd van 23 basispunten op jaarbasis.
Over het uitstaande deel van het maximumbedrag is rente verschuldigd gebaseerd op 6-maands Euribor verhoogd met een opslag van 50 basispunten. De rentevervaldata zijn 30 november en 31 mei van ieder jaar.
Ultimo 2024 bedraagt het obligo voor Oost West Wonen (het ‘maximumbedrag’) € 4.894.000. (2023: € 4.391.000).
Leningen
Ultimo boekjaar is er één lopend transactievoorstel voor het aantrekken van een Fixe-leningen van € 8 mln. voor het komende jaar. De stortingsdatum door de BNG is 3 februari 2025, looptijd 41 jaar en het rentepercentage bedraagt 2,869%.
Verstrekte zekerheden kredietfaciliteiten
Er zijn geen zekerheden verstrekt.
Investeringsverplichtingen
Oost West Wonen is per 31 december 2024 voor enkele projecten verplichtingen aangegaan, waarvan voor een bedrag van € 5.065.997 nog aan verplichtingen openstaat.
Dit betreft met name de volgende projecten:
- Nollepolder in Melissant (oplevering 2025)
- Eisenhowerlaan in Oude-Tonge (oplevering 2025)
Verbeterverplichtingen
Oost West Wonen loopt renterisico over de rentedragende vorderingen (voornamelijk onder financiële vaste activa, effecten en liquide middelen) en rentedragende langlopende en kortlopende schulden (waaronder schulden aan banken).
Voor vorderingen en schulden met variabele renteafspraken loopt Oost West Wonen risico ten aanzien van toekomstige kasstromen. Met betrekking tot vastrentende vorderingen en schulden loopt Oost West Wonen risico’s over de marktwaarde.
Kredietrisico
Oost West Wonen heeft geen significante concentraties van kredietrisico. Voor zover noodzakelijk worden nadere zekerheden verstrekt aan de bank voor beschikbare kredietfaciliteiten.
Financiële instrumenten en risicobeheersing Binnen het treasurybeleid van Oost West Wonen dient het gebruik van financiële instrumenten ter beperking van inherente (rente-, looptijden- en markt-) risico’s. Op grond van het vigerende interne treasurystatuut is het gebruik van financiële instrumenten slechts toegestaan voor zover er een materieel verband met het belegde/gefinancierde vermogen kan worden gelegd en de toepassing ervan tot een positie van de totale leningen-/beleggingsportefeuille leidt, welke vergelijkbaar is met een positie zonder gebruik te maken van deze instrumenten.
Renterisico
Oost West Wonen loopt renterisico over de rentedragende vorderingen (voornamelijk onder financiële vaste activa, effecten en liquide middelen) en rentedragende langlopende en kortlopende schulden (waaronder schulden aan banken). Voor vorderingen en schulden met variabele renteafspraken loopt Oost West Wonen risico ten aanzien van toekomstige kasstromen. Met betrekking tot vastrentende vorderingen en schulden loopt Oost West Wonen risico’s over de marktwaarde.
Kredietrisico
Oost West Wonen heeft geen significante concentraties van kredietrisico. Voor zover noodzakelijk worden nadere zekerheden verstrekt aan de bank voor beschikbare kredietfaciliteiten.
Oost West Wonen is in 2024 verplichtingen aangegaan voor een bedrag van € 1.795.780 Dit betreft met name de projecten: - 2 EBM-projecten in Sommelsdijk. (oplevering 2025)
Voor projecten geldt dat naast uitgegeven bedragen welk in het jaar op het project zijn verantwoord tevens restant budgetten aanwezig zijn, naast deze niet uit de balans blijkende verplichtingen. Hiervoor zijn dan nog geen verplichtingen aangegaan, waardoor ze hier niet worden vermeld.
Erfpachtverplichtingen
In Sommelsdijk zijn erfpachtverplichtingen aangegaan, die nu jaarlijks € 462 bedragen. De erfpachtverplichtingen zijn eeuwigdurend.
In Ooltgensplaat zijn erfpachtverplichtingen aangegaan, die nu jaarlijks € 2.033 bedragen. De erfpachtverplichtingen zijn gedeeltelijk eeuwigdurend en gedeeltelijk aflopend tot het jaar 2029. Daarna zal de erfpacht worden herzien.
Treasury
Binnen Oost West Wonen dient het gebruik van financiële instrumenten ter beperking van inherente (rente-, looptijdenen markt-) risico’s. Speculatief handelen in rente-instrumenten is niet toegestaan. Oost West Wonen heeft per ultimo 2024 twee basisrente leningen in portefeuille. Het totale schuldrestant van de basisrente leningen bedraagt € 8,0 miljoen. De gemiddelde rentevoet van de leningen bedraagt 3,526%. Het financiële risico voor Oost West Wonen is gering, de contracten bevatten geen break-clausules.
Reservering geoormerkt vermogen maatschappelijke zorg
Dit is vermogen wat in beheer was gegeven bij FidesWonen. Ondanks onderzoek in 2016, bij diverse instellingen/instanties, is niet geheel duidelijk wat de directe afkomst is van dit vermogen.
Meest aannemelijk is dat dit afkomstig is van, in eerste instantie, twee voormalige ‘burgerlijke instellingen voor Maatschappelijke Zorg’ in Dirksland en Herkingen. De reservering Dirksland is sinds 2008 nul. De bestemming is gekoppeld aan de ouderen van Herkingen. Per ultimo 2024 bedraagt het bedrag € 13 nog te besteden. (2023: € 1.806).
Automatiseringsverplichting
De aangegane licentieverplichtingen ten opzichte van Aareon bedragen jaarlijks € 395.892 en eenmalig voor het komende jaar € 395.319 vanwege de migratiekosten Tobias 365. De overeenkomst is voor onbepaalde tijd afgesloten en kan na 3 jaar worden opgezegd, met een opzegtermijn van 2 jaar. Daarnaast is er nog een één maandsverplichting vanuit de oudere overeenkomst met Aareon van € 19.755.
Voorziening voor pensioenen
Ultimo 2024 zijn er evenals ultimo 2023, geen verplichtingen voor pensioenen opgenomen. De ten laste van de winst- en verliesrekening gebrachte pensioenpremie bedraagt over 2024 € 445.728 (2023: € 425.128).
De gehanteerde pensioenregeling van Oost West Wonen is ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties (SPW). De belangrijkste kenmerken van deze pensioenregeling zijn:
• Er is sprake van een ouderdoms- en nabestaandenpensioen.
• Er is sprake van een middelloonregeling.
• De pensioen(richt)leeftijd is 68 jaar.
De regeling kent zowel een partner- en wezenpensioen, waarbij het partner- en wezenpensioen is verzekerd door middel van een opbouwregeling (uitkeringsovereenkomst). Voor het ouderdomspensioen, partnerpensioen en wezenpensioen stelt het bestuur van het pensioenfonds jaarlijks een premie vast. Deze was in 2024, eveneens als in 2023 en zal ook gelden voor 2025, gelijk aan 27% van de pensioengrondslag gecorrigeerd met de deeltijdfactor. Bij een lager verwacht rendement moet een hogere premie ingelegd worden om hetzelfde pensioen te financieren.
Als de middelen van het pensioenfonds het toelaten, zal het bestuur van het pensioenfonds de ingegane pensioenen en de premievrije aanspraken van gewezen deelnemers aanpassen overeenkomstig de consumentenprijsindex voor alle huishoudens. Voor actieve deelnemers geldt dat het bestuur streeft naar verhoging met de loonontwikkeling van de branche Woningcorporaties. De toeslagverlening is voorwaardelijk. Er is geen recht op toeslagverlening en het is voor de langere termijn niet zeker of en in hoeverre toeslagverlening zal plaatsvinden. Het bestuur van het pensioenfonds beslist evenwel jaarlijks in hoeverre pensioenuitkeringen en pensioenaanspraken worden aangepast.
De belangrijkste kenmerken van de uitvoeringsovereenkomst zijn:
- Deelneming in het bedrijfstakpensioenfonds is verplicht gesteld voor de werknemers en bestuurders van de Oost West Wonen, - Oost West Wonen is uitsluitend verplicht tot betaling van de vastgestelde premies. In geen geval bestaat een verplichting tot bijstorting, - Er is geen sprake van recht op teruggave/premiekorting.
De (maand)dekkingsgraad van SPW bedraagt ultimo 2024 129,0% (ultimo 2023: 128,8%). De beleidsdekkingsgraad bedraagt ultimo 2024 130,3% (ultimo 2023 131,5%).
De verplichtingen (en daarmee de dekkingsgraden) worden berekend op basis van een door de toezichthouder voorgeschreven methodiek. De vereiste beleidsdekkingsgraad ligt op 126,4%. Het fonds heeft dus voldoende vermogen en geen reservetekort.
Met deze beleidsdekkingsgraad voldoet het pensioenfonds aan de minimaal vereiste van 104%, die is voorgeschreven door De Nederlandse Bank (DNB).
Saldo bankrekening personeelsvereniging
Het saldo van de bankrekening (NL12 RABO 0342 0243 61) ten name van de Personeelsvereniging Oost West Wonen bedraagt per ultimo 2024 € 29.463.
Saldo bankrekening Netwerk Wonen
Het saldo van de bankrekening (NL60 RABO 0360 1861 65) ten name van Netwerk Wonen managers en bedraagt per ultimo 2024 € 6.274.
9.7.12 Gebeurtenissen na balansdatum
Direct voorafgaand aan het vaststellen van de jaarstukken is duidelijk geworden dat de huurprijsbevriezing in 2025 niet doorgaat als gevolg van het vallen van het kabinet op 3 juni 2025. Vooralsnog is onduidelijk of en zo ja op welke termijn deze of vergelijkbare maatregelen alsnog worden ingevoerd.
9.8.13
Door Forvis Mazars Accountants N.V. zijn geen fiscale adviesdiensten verricht.
Door Forvis Mazars Accountants N.V. zijn geen fiscale adviesdiensten verricht.
De totale honoraria voor het onderzoeken van de jaarrekening zijn gebaseerd op de totale honoraria voor het onderzoek van de jaarrekening over het boekjaar waar de jaarrekening betrekking op heeft, ongeacht of de werkzaamheden door de externe accountant reeds gedurende dat boekjaar zijn verricht.
De totale honoraria voor het onderzoeken van de jaarrekening zijn gebaseerd op de totale honoraria voor het onderzoek van de jaarrekening over het boekjaar waar de jaarrekening betrekking op heeft, ongeacht of de werkzaamheden door de externe accountant reeds gedurende dat boekjaar zijn verricht.
Door Mazars zijn geen fiscale adviesdiensten verricht.
In de onderstaande tabel is het verloop in effectieve belastingdruk van commercieel naar fiscaal weergegeven.
Werknemers
Op 31 december 2024 had Oost West Wonen 56,5 fte in dienst (2023: 56,5 fte)
9.9 Gescheiden balans DAEB en niet-DAEB
Het verschil tussen het gemiddelde wettelijke belastingtarief en de effectieve belastingdruk wordt met name veroorzaakt door een verschil in waardering van het vastgoed in exploitatie. Ook zijn er verschillen in resultaten op de verkopen en is er de generieke fiscale renteaftrekbeperking op grond van ATAD1. De bestaande verschillen zijn in de hiervoor gepresenteerde tabel ''aansluiting commercieel en fiscaal resultaat'' gepresenteerd. 9.9
9.10 Gescheiden winst- en verliesrekening DAEB en niet-DAEB
9.11 Gescheiden kasstroomoverzicht
DAEB en niet-DAEB
bezoldigingsmaxima toegelaten instelling volkshuisvesting Oost West Wonen ingedeeld in klasse F, met een bijbehorend bezoldigingsmaximum voor de directeur bestuurder van € 195.000. Dit maximum wordt niet overschreden door de directeur bestuurder. Het bij behorende bezoldigingsmaximum voor de voorzitter van de Raad van Commissarissen bedraagt € 29.250 en voor de overige leden van de Raad van Commissarissen € 19.500. Deze maxima worden niet overschreden.
Bestuur
Het bestuur werd in 2024 door één persoon gevormd, mevrouw M. van de Kamp. Zij valt onder de Wet Normering Topinkomens, op grond van artikel 4.1 van de WNT. Er zijn geen betalingen gedaan op grond van artikel 4.2 WNT, zijnde niettopfunctionarissen of gewezen topfunctionarissen, waarvan de bezoldiging de maximale WNT-bezoldiging te boven gaat.
Aanvullende informatie
Raad van commissarissen (toezichthoudende topfunctionarissen)
Aanvullende informatie
Raad van commissarissen (toezichthoudende topfunctionarissen)
De bezoldiging van de raad van commissarissen omvat periodiek betaalde beloningen. Er zijn geen kostenvergoeding en er zijn geen beloningen op termijn. Alle verantwoorde bedragen zijn exclusief BTW.
De bezoldiging van de raad van commissarissen omvat periodiek betaalde beloningen. Er zijn geen kostenvergoeding en er zijn geen beloningen op termijn. Alle verantwoorde bedragen zijn exclusief BTW.
Er zijn geen betalingen gedaan op grond van artikel 4.2 WNT, zijnde niet-topfunctionarissen of gewezen topfunctionarissen, waarvan de bezoldiging de maximale WNT-bezoldiging te boven gaat.
Er zijn geen betalingen gedaan op grond van artikel 4.2 WNT, zijnde niet-topfunctionarissen of gewezen topfunctionarissen, waarvan de bezoldiging de maximale WNT-bezoldiging te boven gaat.
Over 2024 heeft de huidige bestuurder de volgende beloning (opgesteld volgens de Wet Normering Topinkomens) ontvangen:
Over 2024 heeft de huidige bestuurder de volgende beloning (opgesteld volgens de Wet Normering Topinkomens) ontvangen:
Over 2024 heeft de huidige bestuurder de volgende beloning (opgesteld volgens de Wet Normering Topinkomens) ontvangen:
Leidinggevende topfunctionarissen met dienstbetrekking:
Leidinggevende topfunctionarissen met dienstbetrekking:
Leidinggevende topfunctionarissen met dienstbetrekking:
Functiegegevens
Functiegegevens
Aanvang functievervulling 01/01/2024
Einde functievervulling
Individueel toepasselijke maximum gehele periode kalendermaand 1
De vergelijkende gegevens over 2023:
termijn
Onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag
Onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag
Subtotaal
Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan
De gegevens van de commissarissen over 2023 bedroegen:
(x €1)
Alle commissarissen zijn in 2023 en 2024 in functie geweest. Zij voldoen allen aan de WNT-norm.
Bij de vaststelling van de hoogte van de bezoldiging is de wet normering topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) gehanteerd. Geen enkel lid van de raad van commissarissen ontving een bezoldiging die gekoppeld is aan of verband houdt met de financiële prestaties van Oost West Wonen. Ook voldoen zijn aan de VTW-norm.
Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan
Toelichting op de vordering wegens onverschuldigde betaling N.v.t.
Toelichting op de vordering wegens onverschuldigde betaling
Statutaire regeling betreffende de bestemming van het resultaat over het boekjaar 2024:
Statutaire regeling betreffende de bestemming van het resultaat over het boekjaar 2024: In artikel 43 van de statuten wordt de vaststelling van de jaarstukken geregeld. In dit artikel is geen specifieke bepaling opgenomen aangaande de winstbestemming.
In artikel 43 van de statuten wordt de vaststelling van de jaarstukken geregeld. In dit artikel is geen specifieke bepaling opgenomen aangaande de winstbestemming.
Statutaire regeling betreffende de bestemming van het resultaat over het boekjaar 2024:
Wel is in artikel 3 van de statuten opgenomen dat de stichting zich ten doel stelt uitsluitend werkzaam te zijn op het gebied van de volkshuisvesting zoals omschreven in de Woningwet.
Wel is in artikel 3 van de statuten opgenomen dat de stichting zich ten doel stelt uitsluitend werkzaam te zijn op het gebied van de volkshuisvesting zoals omschreven in de Woningwet.
Nevenvestigingen Vanaf het fusiemoment opereert de organisatie vanuit één vestiging.
Nevenvestigingen
Vanaf het fusiemoment opereert de organisatie vanuit één vestiging.
In artikel 43 van de statuten wordt de vaststelling van de jaarstukken geregeld. In dit artikel is geen specifieke bepaling opgenomen aangaande de winstbestemming. Wel is in artikel 3 van de statuten opgenomen dat de stichting zich ten doel stelt uitsluitend werkzaam te zijn op het gebied van de volkshuisvesting zoals omschreven in de Woningwet.
Nevenvestigingen
De Raad van Commissarissen heeft conform de Regeling bezoldigingsmaxima toegelaten instelling volkshuisvesting Oost West Wonen ingedeeld in klasse F, met een bijbehorend bezoldigingsmaximum voor de directeur bestuurder van € 195.000. Dit maximum wordt niet overschreden door de directeur bestuurder.
Bestuur
Het bestuur werd in 2024 door één persoon gevormd, mevrouw M. van de Kamp. Zij valt onder de Wet Normering Topinkomens, op grond van artikel 4.1 van de WNT. De gegevens van de commissarissen over 2023 bedroegen:
Bij de vaststelling van de hoogte van de bezoldiging is de wet normering topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) gehanteerd. Geen enkel lid van de raad van commissarissen ontving een bezoldiging die gekoppeld is aan of verband houdt met de financiële prestaties van Oost West Wonen. Ook voldoen zijn aan de VTW-norm. De Raad van Commissarissen heeft conform de Regeling
Vanaf het fusiemoment opereert de organisatie vanuit één vestiging.
Het bij behorende bezoldigingsmaximum voor de voorzitter van de Raad van Commissarissen bedraagt € 29.250 en voor de overige leden van de Raad van Commissarissen € 19.500. Deze maxima worden niet overschreden.
Naam M.G. van de Kamp-Schreuder
directeur-bestuurder




9.12 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
De controleverklaring van de onafhankelijk accountant bij de jaarrekening is op de volgende pagina’s opgenomen.
Christiaan Geurtsweg 8 Postbus 1180
7301 BK Apeldoorn T: 088 277 22 00 forvismazars.com/nl
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
Aan: de raad van commissarissen van Stichting Oost West Wonen
Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 2024
Ons oordeel
Wij hebben de jaarrekening 2024 van Stichting Oost West Wonen te Middelharnis gecontroleerd.
Naar ons oordeel geeft de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Oost West Wonen op 31 december 2024 en van het resultaat over 2024 in overeenstemming met de vereisten voor de jaarrekening bij en krachtens artikel 35 van de Woningwet en de Wet normering topinkomens (WNT).
De jaarrekening bestaat uit:
1. de balans per 31 december 2024;
2. de winst-en-verliesrekening over 2024; en
3. de toelichting met een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.
De basis voor ons oordeel
Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens Nederlands recht, waaronder ook de Nederlandse controlestandaarden en de Regeling Controleprotocol WNT 2024 vallen. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de sectie ‘Onze verantwoordelijkh eden voor de controle van de jaarrekening’.
Wij zijn onafhankelijk van Stichting Oost West Wonen zoals vereist in de Europese verordening betreffende specifieke eisen voor de wettelijke controles van financiële overzichten van organisaties van openbaar be lang, de Wet toezicht accountantsorganisaties, de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance-opdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijkheidsregels in Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA).
Wij vinden dat de door ons verkregen controle -informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
Forvis Mazars Accountants N.V. statutair gevestigd te Rotterdam (KvK Rotterdam nr. 24402415)
Informatie
ter ondersteuning van ons oordeel
Wij hebben onze controlewerkzaamheden bepaald in het kader van de controle van de jaarrekening als geheel en bij het vormen van ons oordeel hierover. Onderstaande informatie ter ondersteuning van ons oordeel moet in dat kader worden bezien en niet als afzonderlijke oordelen of conclusies.
Materialiteit
Op basis van onze professionele oordeelsvorming hebben wij de materialiteit voor de jaarrekening als geheel bepaald op € 18,9 miljoen. De materialiteit is gebaseerd op 2% van het balanstotaal. Op basis van onze professionele oordeelsvorming hanteren wij voor de in de jaarrekening verantwoorde (operationele) transactiestromen een lager materialiteitsniveau dan voor de jaarrekening als geheel. Dit lagere materialiteitsniveau is vastgesteld op € 0,9 miljoen hetgeen gebaseerd is op 2% van de som van de vaste inkomensstroom.
Daarbij zijn voor de controle van de in de jaarrekening opgenomen WNT -informatie de materialiteitsvoorschriften gehanteerd zoals vastgelegd in de Regeling Controleprotocol WNT 2024.
Wij houden ook rekening met afwijkingen en/of mogelijke afwijkingen die n aar onze mening voor de gebruikers van de jaarrekening om kwalitatieve redenen materieel zijn.
Wij zijn met de raad van commissarissen overeengekomen dat wij de tijdens onze controle geconstateerde afwijkingen boven € 565.000 rapporteren alsmede kleinere afwijkingen die naar onze mening om kwalitatieve redenen of vanuit het controleprotocol WNT relevant zijn om aan de raad van commissarissen te rapporteren.
Controle-aanpak frauderisico’s
Onze frauderisico-analyse
Als onderdeel van ons proces voor het identificeren van risico’s op een afwijking van materieel belang in de jaarrekening die het gevolg is van fraude, hebben wij frauderisicofactoren overwogen met betrekking tot frauduleuze financiële verslaggeving, oneig enlijke toe-eigening van activa en corruptie. Wij hebben geëvalueerd of deze factoren een indicatie vormden voor de aanwezigheid van het risico op afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude.
In dat kader hebben wij tijdens onze controle inzich t verkregen in Stichting Oost West Wonen en de omgeving waarin zij opereert, de componenten van het interne beheersingssysteem, waaronder het risicoinschattingsproces en de wijze waarop het bestuur van Stichting Oost West Wonen inspeelt op frauderisico’s. Daarnaast hebben wij inzicht verkregen in de wijze waarop het interne beheersingssysteem wordt gemonitord, de wijze waarop de raad van commissarissen toezicht hierop uitoefent en in de resultaten hiervan.
Daarnaast omvatten onze risico-inschattingswerkzaamheden onder meer de volgende elementen:
● Het doornemen van de gedrags- en integriteitscode, de klokkenluidersregeling en de interne meldprocedure en vaststellen dat deze beschikbaar zijn voor medewerkers en beschikbaar zijn via de website van Stichting Oost West Wonen
● Het verkrijgen van inzicht in de gerapporteerde incidenten en de procedures voor het onderzoeken van aanwijzingen voor fraude en het niet naleven van wet- en regelgeving
● Het verkrijgen van inzicht in de cultuur van de organisatie en het gedrag van mensen binnen de organisatie in relatie tot de interne beheersing betreffende het tot stand komen van de jaarrekening
● Het verkrijgen van inzicht in de nevenfuncties van het bestuur en leden van de raad van commissarissen waarbij we speciale aandacht hebben besteed aan de procedures voor het voorkomen van mogelijke conflicterende belangen
● Het verzoeken om inlichtingen aan het bestuur, de auditcommissie (als onderdeel van de raad van commissarissen), en andere relevante functionarissen, zoals onder meer de manager bedrijfsvoering en de concerncontroller.
We hebben op grond van de door ons verrichte werkzaamheden de volgende frauderisico’s geïdentificeerd:
● Het risico dat het bestuur de interne beheersing doorbreekt. Wij hebben bijzondere aandacht gehad voor dit risico op het gebied van journaalboekingen en andere aanpassingen gedurende het jaar en in het kader van het opstellen van de jaarrekening (zie het eerste frauderisico in de volgende paragraaf).
● Risico’s dat het bestuur en/of medewerkers van Stichting Oost West Wonen zich persoonlijk hebben verrijkt middels kick-back-fees van derde partijen door verplichtingen aan te gaan met leveranciers of andere partijen tegen onzakelijke condities (zie het tweede frauderisico in de volgende paragraaf).
● Ten aanzien van de verantwoording van opbrengsten uit de verhuur en verkoop van verhuureenheden hebben wij geen frauderisico’s geïdentificeerd. Dit vanwege de aard van deze transactiestromen en de strikte specifieke regulering die op het aangaan en registr eren van deze transactiestromen van toepassing is.
Onze specifieke controle-aanpak voor de frauderisico’s
Wij hebben de opzet en het bestaan geëvalueerd van interne beheersmaatregelen gericht op het mitigeren van frauderisico’s, zoals het proces met betrekking tot het verwerken en vastleggen van journaalboekingen, het opstellen van de jaarrekening en de proced ures met betrekking tot het aangaan van verplichtingen.
Daarnaast hebben wij ten aanzien van de hiervoor vermelde en door ons geïdentificeerde frauderisico’s onderstaande specifieke werkzaamheden verricht.
Risico
Doorbreking van de interne beheersing door het bestuur
Persoonlijk verrijking van het bestuur en/of medewerkers middels kick-backfees van derde partijen door verplichtingen aan te gaan met leveranciers of andere partijen tegen onzakelijke condities.
Werkzaamheden
Wij hebben de bij het proces van financiële verslaggeving betrokken personen van verschillende functieniveaus om inlichtingen verzocht over eventuele ongebruikelijke boekingen met betrekking tot de verwerking van journaalposten;
Wij hebben met behulp van data-analyse hoog-risicojournaalposten geselecteerd voor nadere inspectie;
Wij hebben onze selectie hoog-risico-journaalposten gericht op boekingen in de financiële administratie die de kengetallen waarop de woningcorporatie wordt beoordeeld zouden kunnen beïnvloeden;
Wij hebben getoetst of deze hoog-risico-journaalposten aanvaardbaar zijn op basis van de onderliggende documentatie.
Wij hebben kennis genomen van het inkoop- en aanbestedingsbeleid van Stichting Oost West Wonen en van de door Stichting Oost West Wonen gehanteerde selectiecriteria voor leveranciers;
Wij hebben met behulp van data-analyse onderzocht of er niet-reguliere inkoopstromen bestaan;
Wij hebben aangegane verplichtingen middels deelwaarneming gecontroleerd aan de hand van onderliggende documentatie en het voldoen aan de interne regels ten aanzien van het inkoop- en aanbestedingsbeleid getoetst;
Wij hebben notulen van vergaderingen van het managementteam en de raad van commissarissen doorgenomen op de aanwezigheid van nieuwe verplichtingen;
Wij hebben inlichtingen ingewonnen bij het bestuur, de auditcommissie (als onderdeel van de raad van commissarissen) en de controller of zich in het afgelopen boekjaar transacties hebben voorgedaan waarvan het vermoeden bestaat dat deze onder onzakelijke c ondities tot stand zijn gekomen.
Aanvullend daarop hebben wij de volgende algemene controlewerkzaamheden uitgevoerd:
● Wij hebben geëvalueerd of de keuze en toepassing van de grondslagen voor financiële verslaggeving door Stichting Oost West Wonen mogelijk wijzen op frauduleuze financiële verslaggeving;
● Wij hebben een element van onvoorspelbaarheid ingebouwd bij het kiezen van de aard, timing en omvang van de controlewerkzaamheden;
● Wij hebben de uitkomst van andere controlewerkzaamheden beoordeeld en overwogen of er bevindingen zijn die een aanwijzing geven voor fraude.
Onze controlewerkzaamheden om in te spelen op de ingeschatte frauderisico’s resulteerden niet in een kernpunt van onze controle.
Onze bevindingen
De hiervoor vermelde werkzaamheden zijn uitgevoerd in het kader van de controle van de jaarrekening. Ze zijn daarom niet gepland en uitgevoerd als een specifiek onderzoek gericht op fraude. Deze werkzaamheden hebben niet geleid tot bevindingen.
Controleaanpak continuïteit
Wij hebben werkzaamheden verricht om de risico’s met betrekking tot continuïteit te identificeren en in te schatten en om vast te kunnen stellen dat de door het bestuur gehanteerde continuïteitsveronderstelling aanvaardbaar is. Het bestuur heeft de mogelijkheid van Stichting Oost West Wonen om haar continuïteit te handhaven en de activiteiten voort te zetten voor ten minste de komende twaalf maanden beoordeeld. Wij hebben deze beoordeling met het bestuur besproken en geëvalueerd
Onze controlewerkzaamheden hebben geen informatie opgeleverd die strijdig is met de veronderstellingen en aannames van het bestuur met betrekking tot de continuïteitsveronderstelling. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot de datum van deze controleverklaring.
De kernpunten van onze controle
In de kernpunten van onze controle beschrijven wij zaken die naar ons professionele oordeel het meest belangrijk waren tijdens onze controle van de jaarrekening. De kernpunten van onze controle hebben wij met de raad van commissarissen gecommuniceerd, maar vormen geen volledige weergave van alles wat is besproken.
Wij hebben onze controlewerkzaamheden met betrekking tot deze kernpunten bepaald in het kader van de jaarrekeningcontrole als geheel. Onze bevindingen ten aanzien van de individuele kernpunten m oeten in dat kader worden bezien en niet als afzonderlijke oordelen over deze kernpunten.
Waardering van het vastgoed in exploitatie
De waarde van het vastgoed in exploitatie bedraagt per 31 december 2024 € 919 miljoen hetgeen neerkomt op 98% van het balanstotaal van Stichting Oost West Wonen
Het vastgoed in exploitatie moet op grond van artikel 35 lid 2 van de Woningwet in overeenstemming met bijlage 2 van de Regeling Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting 2015 worden gewaardeerd op marktwaarde in verhuurde staat. Stichting Oost West Wonen waardeert het vastgoed volgens de full-versie van het Handboek modelmatig waarderen zoals toe gelicht op pagina 64 en 65 van de jaarrekening.
Bij toepassing van de full-versie worden vrijheidsgraden (vrije parameters) gebruikt om te komen tot de marktwaarde in verhuurde staat op complexniveau. De vrijheidsgraden worden bepaald op basis van de oordeelsvorming van het bestuur. Deze veronderstellingen en uitgangspunten zijn van significante invloed op de in de jaarrekening opgenomen posities. Door de significantie van deze post voor de jaarrekening en de inherent hoge mate van subjectiviteit van bovengenoemde veronderstelling en in de bepaling van de marktwaarde in verhuurde staat hebben wij de waardering van vastgoed in exploitatie aangemerkt als kernpunt in onze controle.
Conform de vereisten uit het Handboek heeft Stichting Oost West Wonen externe taxateurs ingeschakeld voor het bepalen van de marktwaarde in verhuurde staat van de individuele vastgoedbeleggingen. De externe taxateurs zijn aangesteld door het bestuur en voeren hun werkzaamheden uit in overeenstemming met de standaarden zoals opgelegd door de NRVT (Nederlands Register Vastgoed Taxateurs).
Voor de waardering van het vastgoed in exploitatie volgens de full -versie van het Handboek zijn de vrijheidsgraden mutatiegraad, disconteringsvoet, exit yield, leegwaarde en de markthuur belangrijke veronderstellingen die door het bestuur moeten worden ingeschat en die een belangrijke impact kunnen hebben op de uitkomst van de waardering. De door het bestuur ingeschatte vrijheidsgraden zijn gevalideerd door de externe taxateurs op basis van beschikbare marktinformatie en tran sacties.
In onze controle hebben wij de door het bestuur gehanteerde veronderstellingen, waarderingsmethodiek en uitgangspunten ten aanzien van de bepaling van de marktwaarde getoetst op aanvaardbaarheid. Hierbij hebben wij de objectgegevens (inputdata) getoetst, hebben wij de betrouwbaarheid van het gehanteerde rekenmodel vastgesteld en hebben wij de marktconformiteit van de waarderingsuitkomsten geëvalueerd.
Uit onze controle blijkt dat de bij de bepaling van de marktwaarde in verhuurde staat gehantee rde veronderstellingen en uitgangspunten, de waarderingsmethodiek en de waarderingsuitkomsten aanvaardbaar zijn.
Bepaling en toelichting beleidswaarde vastgoed in exploitatie
De beleidswaarde van het vastgoed is een belangrijke parameter voor de bepaling van financiële ratio’s van Stichting Oost West Wonen gebaseerd op de normen van de Autoriteit woningcorporaties en het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. De beleidswaarde vormt daarmee een uitgangspunt voor de beoordeling van de financiële positie (inclusief de continuïteitsveronderstelling) in de jaarrekening.
De beleidswaarde wordt overeenkomstig het Handboek modelmatig waarderen bepaald door op vijf aspecten aanpassingen door te voeren in de uitgangspunten van de DCF -berekening van de marktwaarde in verhuurde staat.
Bij de bepaling van de beleidswaarde heeft het bestuur een aantal belangrijke schattingen moeten maken ten aanzien van de toekomstige onderhoudskosten en algemene beheeruitgaven. Deze kunnen significante effecten hebben op de hoogte van de beleidswaarde en de daaruit voortvloeiende financiële ratio ’s.
Ten opzichte van voorgaand jaar zijn in de beleidswaarde diverse schattingswijzigingen doorgevoerd in overeenstemming met de toelichting in paragraaf 9.4, op pagina 62 van de jaarrekening. De schattingswijzigingen zien toe op de bepaling van de disconteringsvoet en de wijze waarop in de beleidswaarde berekening rekening wordt gehouden met toekomstige kasstromen. Met name de aanpassing van de disconteringsvoet heeft een groot financieel effect. Waar voorgaand jaar de disconteringsvoet voor de bepaling van de marktwaarde in verhuurde staat ook werd gehanteerd voor de bepaling van de beleidswaarde, is deze vanaf verslagjaar 2024 voorgeschreven op een vaste waarde van 4,17% e n 4,7% voor respectievelijk het DAEB- en het niet-DAEBvastgoed in exploitatie Deze in het Handboek voorgeschreven disconteringsvoet weerspiegelt daarmee mogelijk niet een marktconforme rendementseis waardoor de representativiteit van deze disconteringsvoet voor de bepaling van de beleidswaarde voor het bezit van Stichting Oost West Wonen niet noodzakelijkerwijs is gewaarborgd.
In onze controle hebben wij de door het bestuur gehanteerde veronderstellingen en uitgangspunten ten aanzien van de aanpassingen op de marktwaardebepaling getoetst op aanvaardbaarheid. Hierbij hebben wij vastgesteld dat de gehanteerde ingeschatte toekomstige onderhoudskosten en algemene beheeruitgaven zijn gebaseerd op de door de raad van commissarissen goedgekeurde meerjarenbegroting, alsmede dat de bepaling van de beleidswaarde op juiste wijze heeft plaatsgevonden.
De door Stichting Oost West Wonen gehanteerde uitgangspunten en veronderstellingen zijn toegelicht in de jaarrekening, inclusief het effect op de financiële ratio’s en de interpretatie van de ratio’s in relatie tot het toezichtskader van de Autoriteit woningcorporaties en het Waarborgfonds Sociale Woningbouw . Uit onze controle blijkt dat de bij de bepaling van de beleidswaarde gehanteerde veronderstellingen en uitgangspunten aanvaardbaar zijn.
Naleving anticumulatiebepaling WNT niet gecontroleerd
In overeenstemming met het Controleprotocol WNT 2024 hebben wij de anticumulatiebepaling, bedoeld in artikel 1.6a WNT en artikel 5, lid 1, sub n en o Uitvoeringsregeling WNT, niet gecontroleerd. Dit betekent dat wij niet hebben gecontroleerd of er wel of n iet sprake is van een normoverschrijding door een leidinggevende topfunctionaris vanwege eventuele dienstbetrekkingen als leidinggevende topfunctionaris bij andere WNTplichtige instellingen, alsmede of de in dit kader vereiste toelichting juist en volledi g is.
Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen andere informatie
Het jaarverslag omvat ook andere informatie. Dat betreft alle informatie in het jaarverslag anders dan de jaarrekening en onze controleverklaring daarbij.
Op grond van onderstaande werkzaamheden zijn wij van mening dat de andere informatie:
● met de jaarrekening verenigbaar is en geen materiële afwijkingen bevat; en
● alle informatie bevat die op grond van artikel 36 en 36a van de Woningwet is vereist.
Wij hebben de andere informatie gelezen en hebben op basis van onze kennis en ons begrip, verkregen vanuit de jaarrekeningcontrole of anderszins, overwogen of de andere informatie materiële afwijkingen bevat.
Met onze werkzaamheden hebben wij voldaan aan de vereisten in rubriek A van het accountantsprotocol zoals opgenomen in bijlage 4 bij artikel 17 van de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 en de Nederlandse Standaard 720. Deze werkzaamhede n hebben niet dezelfde diepgang als onze controlewerkzaamheden bij de jaarrekening.
Het bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van de andere informatie, waaronder het bestuursverslag, het volkshuisvestelijk verslag en de overige gegevens in overeenstemming met artikel 36 en 36a van de Woningwet.
Verklaring betreffende overige door wet- en regelgeving gestelde vereisten
Benoeming
Wij zijn door de raad van commissarissen op 21 juni 2021 benoemd als accountant van Stichting Oost West Wonen vanaf de controle van het boekjaar 2021 en zijn sinds dat boekjaar tot nu toe de externe accountant.
Geen verboden diensten
Wij hebben geen verboden diensten als bedoeld in artikel 5, lid 1 van de Europese verordening betreffende specifieke eisen voor de wettelijke controles van financiële overzichten van organisaties van openbaar belang geleverd.
Beschrijving van verantwoordelijkheden met betrekking tot de jaarrekening
Verantwoordelijkheden van het bestuur en de raad van commissarissen voor de jaarrekening
Het bestuur is verantwoordelijk voor het opmaken en getrouw weergeven van de jaarrekening in overeenstemming met de vereisten voor de jaarrekening bij en krachtens artikel 35 van de Woningwet en de WNT. In dit kader is het bestuur tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing die het bestuur noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fouten of fraude.
Bij het opmaken van de jaarrekening moet het bestuur afweg en of de toegelaten instelling in staat is om haar werkzaamheden in continuïteit voort te zetten. Op grond van genoemd artikel 35 van de Woningwet moet het bestuur de jaarrekening opmaken op basis van de continuïteitsveronderstelling, tenzij het bestuur he t voornemen heeft om de toegelaten instelling te liquideren of de activiteiten te beëindigen of als beëindiging het enige realistische alternatief is.
Het bestuur moet gebeurtenissen en omstandigheden waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de toegelaten instelling haar activiteiten in continuïteit kan voortzetten, toelichten in de jaarrekening.
De raad van commissarissen is verantwoordelijk voor het uitoefenen van toezicht op het proces van financiële verslaggeving van de toegelaten instelling.
Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening
Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een controleopdracht dat wij daarmee voldoende en geschikte controle-informatie verkrijgen voor het door ons af te geven oordeel.
Onze controle is uitgevoerd met een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid waardoor het mogelijk is dat wij tijdens onze controle niet alle materiële fouten en fraude ontdekken.
Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fraude of fouten en zijn materieel indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed kunnen zijn op de economische beslissingen die gebruikers op basis van deze jaarrekening nemen. De materialiteit beïnvloedt de aard, timing en omvang van onze controlewerkzaamheden en de evaluatie van het effect van onderkende afwijkingen op ons oordeel.
Wij hebben deze accountantscontrole professioneel kritisch uitgevoerd en hebben waar relevant professionele oordeelsvorming toegepast in overeenstemming met de Nederlandse controlestandaarden, de Regeling Controleprotocol WNT 2024, ethische voorschriften en de onafhankelijkheidseisen.
Onze controle bestond onder andere uit:
● het identificeren en inschatten van de risico’s dat de jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fouten of fraude, het in reactie op deze risico’s bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden en het verkrijgen van controle -informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Bij fraude is het risico dat een afwijking van materieel belang niet ontdekt wordt groter dan bij fouten. Bij fraude kan sprake zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing;
● het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle met als doel controlewerkzaamheden te selecteren die passend zijn in de omstandigheden. Deze werkzaamheden hebben niet als doel om een oordeel uit te spreken over de effec tiviteit van de interne beheersing van Stichting Oost West Wonen;
● het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en het evalueren van de redelijkheid van schattingen door het bestuur en de toelichtingen die daarover in de jaarrekening staan;
● het vaststellen dat de door het bestuur gehanteerde continuïteitsveronderstelling aanvaardbaar is. Tevens het op basis van de verkregen controle-informatie vaststellen of er gebeurtenissen en omstandigheden zijn waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de toegelaten instelling haar activiteiten in continuïteit kan voortzetten. Als wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij verplicht om aandacht in onze controleverklaring te vestigen op de relevante gerelateerde toelic htingen in de jaarrekening. Als de toelichtingen inadequaat zijn, moeten wij onze verklaring aanpassen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot de datum van onze controleverklaring. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat een toegelaten instelling haar continuïteit niet langer kan handhaven;
● het evalueren van de presentatie, structuur en inhoud van de jaarrekening en de daarin opgenomen toelichtingen; en
● het evalueren of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de onderliggende transacties en gebeurtenissen.
Wij communiceren met de raad van commissarissen onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante bevindingen die uit onze controle naar voren zijn gekomen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing. In dit kader geven wij ook een verklaring aan de auditcommissie op grond van artikel 11 van de Europese verordening betreffende specifieke eisen voor de wettelijke controles van financiële overzichten van organisaties van openbaar belang. De in die aanvullende verklaring verstrekte informatie is consistent met ons oordeel in deze controleverklaring.
Wij bevestigen aan de raad van commissarissen dat wij de relevante ethische voorschriften over onafhankelijkheid hebben nageleefd. Wij communiceren ook met de raad van commissarissen over alle relaties en andere zaken die redelijkerwijs onze onafhankelijkh eid kunnen beïnvloeden en over de daarmee verband houdende maatregelen om onze onafhankelijkheid te waarborgen.
Wij bepalen de kernpunten van onze controle van de jaarrekening op basis van alle zaken die wij met de raad van commissarissen hebben besproken. Wij beschrijven deze kernpunten in onze controleverklaring, tenzij dit is verboden door wet- of regelgeving of in buitengewoon zeldzame omstandigheden wanneer het niet vermelden in het belang van het maatschappelijk verkeer is.
Apeldoorn, 10 juni 2025
Forvis Mazars Accountants N.V.
W.g.
drs. F. Mazenier RA
Forvis Mazars




Kengetallen
BIJLAGEN
Bijlage 1: Kengetallen

Solvabiliteit
De solvabiliteit geeft de verhouding tussen het eigen vermogen en het totaal vermogen aan. Hierbij is het eigen vermogen berekend als zijnde eigen vermogen volgens de balans vermeerderd met de beleidswaarde en verminderd met de marktwaarde. Hieruit is af te leiden in hoeverre Oost West Wonen aan haar financiële verplichtingen kan voldoen.
Liquiditeit / ICR
Dit kengetal komt tot stand door het exploitatiesaldo (operationele kasstroom zonder rentelasten) te delen door de totale rentelasten. Dit kengetal geeft het aantal keer aan dat Oost West Wonen haar rentelasten kan betalen.
Rente vreemd vermogen
Rente vreemd vermogen geeft het gemiddelde rentepercentage aan van de uitstaande leningen ultimo boekjaar. Deze wordt berekend door de schuldrest per lening ultimo boekjaar te vermenigvuldigen met het rentepercentage en deze te totaliseren en dan te delen door de restant schuld.
Bijlage 2.
Stakeholders 2024
• Huurdersverenigingen (2)
• Gemeente Goeree-Overflakkee
• Diverse zorgorganisaties actief in de gemeente Goeree-Overflakkee
• Diverse welzijnsorganisaties en hulpverleningsinstanties
• Georganiseerde bewonersinitiatieven zoals dorpsraden
• De Autoriteit Woningcorporaties
• Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw
• Aedes
• Collega corporaties, zeker die in de nabijheid van ons werkgebied
• (Huis)bank
• Adviseurs
• Accountant
• Aannemers
• Lokale scholen
• Overige leveranciers
Bijlage 3.
Woningtoewijzing 2024
Gemeente Goeree-Overflakkee
Bijlage 3: Woningtoewijzingen 2024 Gemeente Goeree -Overflakkee
Aantal toewijzingen in het verslagjaar 2024

Vertaling NPA
Prestatieafspraken op hoofdlijnen (volkshuisvestelijke prioriteiten)
Woningbouw
1 250.000 sociale huurwoningen bouwen t/m 2030
2 50.000 middenhuur woningen bouwen t/m 2030
3 Regionale Woondeals. Welke woningen en op welke locaties
1 Huren niet verhogen na isoclatie
2 In 2028 zijn er geen sociale huurwoningen meer met een energielabel EFG
3 In 2030: 450.000 corporatiewoningen aardgasvrij
Verduurzaming en kwaliteit
4 in 2030: 675.000 corporatiewoningen toekomstklaar geisoleerd
Voldoende aanbod van betaalbare huisvesting voor doelgroepen van beleid
Gemeente en corporatie hebben de gezamenlijke verantwoordelijkheid en zorg voor voldoende aanbod van betaalbare huisvesting voor de doelgroep van beleid. Partijen werken toe naar:
-Realiseren van ongeveer 700 nieuwbouwwoningen sociale huur op Goeree - Overflakkee in de periode 2024 tot 2030.
-Realiseren van 0 middenhuurwoningen op Goeree – Overflakkee in de periode 2024 tot 2030.
Liberalisatie en verkoop van sociale huurwoningen door de corporatie vindt plaats binnen deze doelstelling. De woningen die verkocht worden komen ten goede aan de sociale koopvoorraad.
Het realiseren van woningen in het middenhuursegment ziet de corporatie niet als hoofdtaak. Ze doet dit in combinatie met het Daebvastgoed en afhankelijk van de omvang van het project.
groei van de voorraad middenhuurwoningen op GoereeOverflakkee met 0 woningen in de periode 2024 tot en met 2030.
Regionale Realisatie Agenda (RRA)
De woningcorporatie heeft niet de regionale realisatieafspraken getekend, maar heeft via Aedes meegetekend met de “Nationale prestatieafspraken”, met als belangrijkste ingrediënten/ambities dat vanaf 2025 twee derde van de nieuwbouw in het betaalbare segment plaats zal vinden, 1/3 wordt gebouwd door corporaties (sociale huur en midden huur) en gemeenten werken toe naar een woningvoorraad met minimaal 30% sociale huurwoningen. Dit conform wat is overeengekomen in de getekende RRA’s De woningcorporaties hebben hierbij aangegeven dat zij kans zien om het aandeel betaalbaar en sociaal te vergroten, de productie te versnellen en te werken aan gemengde, veerkrachtige wijken. Zij hebben hiertoe een aantal voorstellen en oproepen voor procesafspraken gedaan. Belangrijk hierbij zijn voldoende locaties voor sociale huur die tegen een sociale grondprijs worden aangeboden, ook bij turn-key afname van een ontwikkelaar. In 2023 zal dit aanbod vanuit de woningcorporaties met de samenwerkende regio’s nader worden verkend.
Partijen spreken af dat isolatiemaatregelen die corporaties nemen voor huurders gratis worden. Dit krijgt vorm doordat corporaties vanaf 1 januari 2023 afzien van toepassing van de in het vorige Sociaal Huurakkoord opgenomen vergoedingentabel die nu gehanteerd wordt om de huurstijging te bepalen na het nemen van isolatiemaatregelen. Deze afspraak leidt tot verlaging van de woonlasten voor huurders en maakt verduurzaming voor huurders aantrekkelijker en leidt zo tot gewenste versnelling.
In 2028 heeft OWW geen woningen meer in haar bezit met een EFG label, dat zijn er nu nog bijna 1000. Oost West Wonen pakt de slechtst geïsoleerde woningen versneld aan. Jaarlijks verbeteren we met een individuele aanpak zo’n 130 tot 180 met E, F of G gelabelde woningen met het doel in 2028 geen woningen met een E, F of G label meer te verhuren. Overige E, F en G labels pakken we projectmatig aan.
Aardgasvrij Corporaties staan voor de opgave om uiterlijk in 2030 450.000 bestaande woningen aardgasvrij te maken. Voor Oost West Wonen gaat het om zo’n 1200 woningen. Dit zijn zo’n 150 woningen per jaar.
In 2030 675.000 corporatiewoningen toekomstklaar geïsoleerd (1600 voor OWW)
Om voor te sorteren op aardgasloze warmteoplossingen en woonlasten beheersbaar te houden verbeteren we projectmatig jaarlijks zo’n 150 tot 200 woningen.
5 Extra investeringen in woningverbetering € 200 mln/jaar, met een focus op een versnelde aanpak van vocht en schimmel, loden leidingen, asbest en brandveiligheid. Bij het verbeteren van de woningkwaliteit heeft de aanwezigheid van loden leidingen, het voorkomen van funderings-, vocht- en schimmelproblematiek extra aandacht van de gemeente en de corporatie. De corporatie lost schimmel- en vochtproblemen ten gevolge van technische oorzaken op, onder voorbehoud van instemming van huurders en Verenigingen van Eigenaren (VvE’s). De huurdersorganisaties beantwoordt vragen van huurders.
Inzet hybride systemen Om ervaring op te doen met de inzet van hybride systemen passen we in 2024 en 2025 op kleine schaal hybride systemen toe.
Geriefsverbetering investeringen E 900.000 (duurzaamheidsvoorzienin gen) . Geriefsverbeteringen in de kosten E 100.000
Realisatie geriefsverbeteringen investeringen E 1.363.405. Realisatie geriefsverbeteringen in de kosten E 186.658
6 Vervanging CV door hybride systemen
7 Uitfaseren woningen met onderhoudscategorie 5 en 6 (Vanaf2026 geen woningen meer)
De corporatie verbetert continu de kwaliteit van hun woningvoorraad. Zij hanteren de NEN 2767 methodiek om de conditiescore van hun bezit te waarderen met een conditiescore 3 als ondergrens. Uiterlijk in 2026 zijn er geen woningen meer met een slechte conditiescore (5 of 6).
Verbouwstroom verduurzaming De corporatie zoekt samenwerking met andere corporaties om te komen tot een efficiënte aanpak voor het opzetten van een verbouwstroom bij de verduurzaming van vergelijkbare woningcomplexen.
(nieuwbouw) afhankelijk van project stad aardgasvrij en warmte visie gemeente
(nieuwbouw) afhankelijk van project stad aardgasvrij en warmte visie gemeente
93 woningen
In 2024 starten we met het verbeteren van 75 Oudeland, 16 appartementen Molenzicht 85, en 76 woningen in de Ds. Montijnbuurt, beide in Sommelsdijk.
(E 100.000) opgenomen E 300.000 vocht tocht schimmel *
E 44.000 Pilot Pilot (betaald door leverancier) heeft niet de gewenste resultaten opgeleverd. Is geen speerpunt meer.
Geen woningen in bezit met conditiescore 5 of 6 Geen woningen in bezit met conditiescore 5 of 6
Zuid-West-Samen Atriensis heeft een analyse gemaakt, maar heeft niet tot overeenkomsten geleid waardoor we er niet verder mee zijn gegaan.
8 Nadenken over vraagbundeling door corporaties (verbundeling verbouwstromen)
Partijen spreken af dat isolatiemaatregelen die corporaties nemen voor huurders gratis worden. Dit krijgt vorm doordat corporaties vanaf 1 januari 2023 afzien van toepassing van de in het vorige Sociaal Huurakkoord opgenomen vergoedingentabel die nu gehanteerd wordt om de huurstijging te bepalen na het nemen van isolatiemaatregelen. Deze afspraak leidt tot verlaging van de woonlasten voor huurders en maakt verduurzaming voor huurders aantrekkelijker en leidt zo tot gewenste versnelling. . In 2024 gaan we onderzoeken of we EPV 2.0 gaan hanteren en daarmee een energieprestatievergoeding gaan vragen voor aardgasloos renoveren. Passen we toe V Betaalbaarheid
1 Gratis isolatie
Sloop (50) Verkoop (23) Nieuwbouw 144 Aankoop (2)
Sloop (0) Verkoop (18) Nieuwbouw 127 en transformatie (31) Aankoop (0)
Prestatieafspraken op hoofdlijnen (volkshuisvestelijke prioriteiten)
Betaalbaarheid
Thema Nationale Prestatie Afspraken (NPA)
2 Huurverlaging huurders tot 120% sociaal minimum tot € 550
3 Inkomensafhankelijke huurverhoging
Leefbaarheid
Ouderenhuisvesting
Aandachtsgroepen
Verduurzaming en kwaliteit
5 Voorrang (deel van) middenhuur voor sociale huurders
1 75 mln/jaar extra investeren in leefbaarheid
Toelichting Woningcorporatie: opgelegde algehele huurverlaging 2023 Per 1 juli 2023 is een algehele huurverlaging doorgevoerd, gebaseerd op de landelijke prestatieafspraken. De totale kosten hiervan ramen wij op zo’n € 700.000 per jaar.
Voldoende aanbod van betaalbare huisvesting voor doelgroepen van beleid
Gemeente en corporatie hebben de gezamenlijke verantwoordelijkheid en zorg voor voldoende aanbod van betaalbare huisvesting voor de doelgroep van beleid. Partijen werken toe naar:
Oost West Wonen kan een inkomensafhankelijke huurverhoging toepassen. De opbrengsten komen ten goede aan de verduurzamingsopgave.
-Realiseren van ongeveer 700 nieuwbouwwoningen sociale huur op Goeree - Overflakkee in de periode 2024 tot 2030.
4 Op peil houden voorraad tot € 550 (sector breed) X x x
-Realiseren van 0 middenhuurwoningen op Goeree – Overflakkee in de periode 2024 tot 2030.
Diversen: onderhoud woonomgeving, investeren in groen, Leefbaarheidsacties, Leefbaarheidsfonds, huiskamers E 144.000 € 112.500
2 Kennisdeling en stimulering wijkgerichte aanpak Zie hieronder
Liberalisatie en verkoop van sociale huurwoningen door de corporatie vindt plaats binnen deze doelstelling. De woningen die verkocht worden komen ten goede aan de sociale koopvoorraad.
Het realiseren van woningen in het middenhuursegment ziet de corporatie niet als hoofdtaak. Ze doet dit in combinatie met het Daebvastgoed en afhankelijk van de omvang van het project.
1 250.000 sociale huurwoningen bouwen t/m 2030
3 Regie wijkaanpak (Doorgaan actieve betrokkenheid en samenwerking)
2 50.000 middenhuur woningen bouwen t/m 2030
4 Intensiveren signalering en schuldhulp
1 € 40 mln/jaar levensloopbestendig maken van bestaande voorraad
2 Bevorderen doorstroom senioren (inzet doorstroom- en seniorenmakelaars
Integrale aanpak leefbaarheid en regie gemeente Het verbeteren van de leefbaarheid vraagt om een integrale aanpak onder de regie van de gemeente. Om op het terrein van het sociaal domein daadwerkelijk het verschil te kunnen maken is het noodzakelijk om als partijen meer met elkaar in verbinding te staan en samen te werken. Wederkerigheid is in die samenwerking een vanzelfsprekendheid. Bij activiteiten gericht op welzijn en/of op zorg, zorgen partijen voor inzet qua capaciteit en geldelijke middelen x x
groei van de voorraad middenhuurwoningen op GoereeOverflakkee met 0 woningen in de periode 2024 tot en met 2030.
Gemeente en Oost West Wonen intensiveren hun schuldhulpverlenings- en signaleringsbeleid. Er wordt intensiever en eerder in proces samengewerkt om het oplopen van betalingsachterstanden en huisuitzettingen te voorkomen.
Regionale Realisatie Agenda (RRA)
Investeren levensloopbestendige woningen De corporatie investeert in levensloopbestendige aanpassing van woningen.
Bevorderen doorstroming Partijen komen overeen om de doorstroming van ouderen te stimuleren. Denk aan bewustwordingscampagnes, voorrangsregelingen, het inzetten van doorstroom- en seniorenmakelaars en bijvoorbeeld financiële prikkels.
3 50.000 geclusterde woningen
3 Regionale Woondeals. Welke woningen en op welke locaties
1 Huren niet verhogen na isoclatie
1 Opstellen huisvestingsverordening en woonzorgvisie
2 Fair-share verdeling
De woningcorporatie heeft niet de regionale realisatieafspraken getekend, maar heeft via Aedes meegetekend met de “Nationale prestatieafspraken”, met als belangrijkste ingrediënten/ambities dat vanaf 2025 twee derde van de nieuwbouw in het betaalbare segment plaats zal vinden, 1/3 wordt gebouwd door corporaties (sociale huur en midden huur) en gemeenten werken toe naar een woningvoorraad met minimaal 30% sociale huurwoningen. Dit conform wat is overeengekomen in de getekende RRA’s De woningcorporaties hebben hierbij aangegeven dat zij kans zien om het aandeel betaalbaar en sociaal te vergroten, de productie te versnellen en te werken aan gemengde, veerkrachtige wijken. Zij hebben hiertoe een aantal voorstellen en oproepen voor procesafspraken gedaan. Belangrijk hierbij zijn voldoende locaties voor sociale huur die tegen een sociale grondprijs worden aangeboden, ook bij turn-key afname van een ontwikkelaar. In 2023 zal dit aanbod vanuit de woningcorporaties met de samenwerkende regio’s nader worden verkend.
Oost West Wonen zet zich in om tot en met 2030 versneld geclusterde woonvormen in de bestaande bouw dan wel in de nieuwbouw te realiseren. Speciaal voor ouderen uit de doelgroep van de woningcorporaties. De gemeente door aanbod locaties. De geclusterde woonvormen zijn (wanneer de omgeving daar nog niet in voorziet)voorzien van in ieder geval een ontmoetingsruimte, waarbij de gemeente bijdraagt aan het faciliteren van ontmoeten en de organisatie van Welzijn. De Pilot zorgzame wijken en buurten in Oude tonge is daar een voorbeeld van
4 20.000 verpleeg-zorgplekken toevoegen aan de bestaande bouw of nieuwbouw x x x
Partijen spreken af dat isolatiemaatregelen die corporaties nemen voor huurders gratis worden. Dit krijgt vorm doordat corporaties vanaf 1 januari 2023 afzien van toepassing van de in het vorige Sociaal Huurakkoord opgenomen vergoedingentabel die nu gehanteerd wordt om de huurstijging te bepalen na het nemen van isolatiemaatregelen. Deze afspraak leidt tot verlaging van de woonlasten voor huurders en maakt verduurzaming voor huurders aantrekkelijker en leidt zo tot gewenste versnelling.
_ De gemeente zorgt voor een actuele woonvisie met Zorg en Welzijn. Zij zorgt dat deze aansluit bij de regionale woningbouwprogrammering en maakt inzichtelijk wat de behoefte is aan huisvesting en ondersteuning van aandachtsgroepen. Participatie is vormgegeven door de drie domeintafels Wonen, Zorg en Welzijn en de opgerichte Coalitie Wonen, Zorg en Welzijn waarin corporatie en gemeente deelnemen. _Opstellen huisvestingsverordening Volgens de nieuwe huisvestingswet is de gemeente verplicht een urgentieregeling op te stellen in de vorm van een huisvestingsverordening. Hierin staan een aantal verplichte urgentiecategorieën, ongeacht de mate van schaarste. Partijen maken in 2024 afspraken over de inhoud van de verordening.
Aandachtsgroepen
Het huisvesten van specifieke doelgroepen kan op gespannen voet staan met het borgen van woongenot en leefbaarheid voor buurtbewoners. De gemeente heeft de verantwoordelijkheid om te zorgen voor goede spreiding van locaties voor bijzondere doelgroepen en passende begeleiding daarom heen te organiseren. De corporatie wijst zorgvuldig toe, daarbij maatwerk leverend, vanuit de gedachte van mix, menging en draagkracht.
Geriefsverbetering investeringen E 900.000 (duurzaamheidsvoorzienin gen) . Geriefsverbeteringen in de kosten E 100.000
x Woonvisie met Zorg en Welzijn is december 2024 definitief vastgesteld. Huisvestingsverordening nog niet opgepakt.
Realisatie geriefsverbeteringen investeringen E 1.363.405. Realisatie geriefsverbeteringen in de kosten E 186.658 *
x x
Sloop (50) Verkoop (23) Nieuwbouw 144 Aankoop (2)
Sloop (0) Verkoop (18) Nieuwbouw 127 en transformatie (31) Aankoop (0)
Woningbouw
Kom langs: Langeweg 10, Middelharnis
Maandag t/m donderdag:
8.30 - 17.00 uur
Vrijdag: 8.30 - 12.00 uur
Bel ons: 0187 - 22 11 00
Maandag t/m donderdag: 8.30 - 17.00 uur
Vrijdag: 8.30 - 12.00 uur
Stuur een bericht: info@oostwestwonen.nl
Postadres: Postbus 9 3240 AA, Middelharnis