Jaarverslag 2022

Terugkijkend op 2022, zien we dat enkele bijzondere gebeurtenissen een aanzienlijke impact hebben gehad op onze activiteiten. Oost West Wonen is als woningcorporatie een maatschappelijke organisatie en is geworteld op Goeree-Overflakkee. Wat er speelt in de regio én verder weg raakt het welzijn van onze huurders en dus ook onze bedrijfsvoering en onze medewerkers.
Zo heeft de oorlog in Oekraïne een forse impact. 300 vluchtelingen zijn opgevangen op ons eiland, waar Oost West Wonen een bijdrage heeft geleverd door tijdelijke opvang op 2 locaties. De gemeente heeft ons gevraagd te participeren in het project Langdurige opvang Oekraïners. Dit heeft een behoorlijke hap genomen uit onze capaciteit en projectenfocus, maar het heeft ons ook veel geleerd over samenwerking en conceptueel bouwen. We hebben op verzoek van de gemeente de handschoen opgepakt om onderzoek te doen naar het realiseren van 110 kwalitatieve woningen voor de vluchtelingen. Vereiste voor ons is dat we de woningen daarna kunnen toekennen aan onze reguliere woningzoekenden. Gezien de trajecten die we tot nu hebben moeten doorlopen om tot nieuwbouw te komen, kan dit een uitgelezen kans zijn om snel woningen toe te voegen aan ons bezit, want ook op GoereeOverflakkee zijn er veel mensen op zoek naar een geschikte woning.
Tegelijkertijd leven we in een tijd dat de stijging van kosten ons raakt in het dagelijks leven. Dat zien we terug in de bezorgdheid bij onze huurders. De verhuisgeneigdheid daalt steeds meer en de roep om bij te dragen aan verlaging van energielasten neemt toe. We begrijpen dat. Daarom gaan we versneld aan de slag met het verduurzamen van ons bezit en zoeken we naar mogelijkheden om de woningen met een E-,F- en G-label binnen 5 jaar te hebben verduurzaamd.
Goede keuzes maken in nieuwe locaties voor (sloop-) nieuwbouw vraagt een goede analyse en het managen van verwachtingen. We willen zeker bijdragen aan verjonging van ons bezit én meer gaan bouwen, maar wel vanuit een goed rentmeesterschap. We zijn teleurgesteld in het behalen van voortgang op enkele projecten. Het blijft een uitdaging om invloed uit te oefenen op externe partijen waarvan we afhankelijk zijn in de voortgang. Dit hebben we in 2022 met diverse organisaties gedeeld.
Daarnaast kwamen de Nationale Prestatieafspraken op ons pad. De corporaties hebben zich geconformeerd aan de doelen die landelijk gemaakt zijn op de thema’s beschikbaarheid,
betaalbaarheid, duurzaamheid, leefbaarheid en wonen/zorg. Dit betekent dat onze prestatieafspraken op lokaal niveau opnieuw zullen moeten worden ingevuld. Dit zullen we doen in nauwe samenwerking met de gemeente, waarbij we hopen dat we meer snelheid kunnen maken op de soms langdurende procedures en vergunningstrajecten. Tegelijkertijd vraagt de invoering van de Nationale Prestatieafspraken een herijkte focus op onze ambities in de portefeuillestrategie.
In 2022 hebben we ons zorgen gemaakt over de tevredenheid van onze huurders met betrekking tot de kwaliteit van onze dienstverlening. Begin vorig jaar zagen we een daling in de beoordelingen van huurders. Daar zijn we van geschrokken. We hebben dit serieus genomen en nemen de signalen mee in het verbeteren van onze dienstverlening. Gelukkig zien we sinds september een lichte stijging in de beoordelingen. We hopen deze trend in 2023 voort te zetten. Met behulp van het geïmplementeerde KlantVolgSysteem (KVS) en het huurdersportaal voegen we instrumenten toe die het volgen van het contact met de huurder en de opvolging daarop beter mogelijk maakt. We hebben in 2022 behoorlijke stappen gezet in het leren en verbeteren op de kwaliteit van de dienstverlening.
Gelukkig hebben we elkaar als collega’s weer veel kunnen zien op kantoor én daarbuiten. We zijn uit het staartje van de coronabeperkingen gekomen en de onderlinge verbinding heeft ons goed gedaan. We blijven oog houden voor het welbevinden en het ziekteverzuim. We hebben het jaar 2022 gebruikt om nog eens goed naar de structuur van onze organisatie te kijken. Is deze nu helpend aan de ambities die we onszelf gesteld hebben en kunnen we hiermee de resultaten halen die we ons hadden voorgenomen. Dit heeft geleid tot een plan dat voorstellen doet voor een aangepast structuur en daarbij horende functiebeschrijvingen. Waarbij we ook aandacht hebben voor niet alleen de harde structuur, maar ook de doorontwikkeling van onze medewerkers in persoonlijk leiderschap en vaardigheden (zoals het omgaan met alle nieuwe ICT applicaties). Daarnaast hebben we geconstateerd dat ook op Goeree-Overflakkee de krapte van de arbeidsmarkt zorgt voor een lastige invulling van vacatures. We hebben daarom de krachten gebundeld met andere organisaties om te kunnen voldoen aan de vraag vanuit onze organisatie. We zien vele veranderingen op ons afkomen, de wereld om ons heen verandert, maar ook de organisatie verkleurt. Er komen nieuwe processen, nieuwe applicaties, nieuwe collega’s, nieuwe samenwerkingen en nieuwe ambities. We moeten ook de tijd hebben om ons alle vernieuwing eigen te maken. Dit vraagt tijd en begeleiding. Hiervoor houden we ook in 2023 aandacht, want we zijn er van overtuigd dat dit de kwaliteit van onze dienstverlening bevordert. Samen maken we succes.
Hartelijke groet, Marleen van de Kamp, bestuurder Oost West Wonen
Onderhoud 7,8 7,6
Groot onderhoud 8,3 7,4
Totaalscore 7,9 7,7
Tabel: Resultaten KWH per meetonderdeel 2022
Bron: KWH Klantvizier, d.d. 18 februari 2023
De individuele resultaten van de verschillende meetonderdelen zijn positief en onze huurders West Wonen gemiddeld met een 7,9, tegenover een streven in het ondernemingsplan 2021 resultaten van de onderdelen algemene waardering, vertrokken huurders en reparaties opzichte van 2021. De waarderingen ten aanzien van nieuwe huurders en regulier planmatig licht gedaald. Het verschil ten opzichte van 2021 is minimaal. Onze huurders zijn meer tevreden uitvoering van het groot onderhoud.
Aedes Benchmark Huurdersoordeel
1.1 Dienstverlening aan onze huurders
Wij zorgen voor tevreden huurders. Huurders en woningzoekenden staan bij alles wat wij doen centraal. Daarom vinden wij het bij Oost West Wonen belangrijk om persoonlijk contact te maken. Wij zijn betrokken, luisteren goed en handelen actief. Onze dienstverlening sluit aan bij de behoeften van onze huurders.
KWH
Dit doen we onder andere door het gerealiseerde Klantvolgsysteem, de verbeterpunten vanuit de KWH meting en een intern klachtenteam.
Oost West Wonen doet sinds 2 jaar mee aan de Aedes Benchmark. Deze benchmark biedt 2014 inzicht in hun prestaties en maakt deze onderling vergelijkbaar. Eén van de prestatievelden Huurdersoordeel. Het gaat hierbij om de volgende 3 deelscores: Nieuwe huurders, Reparatieverzoeken Vertrokken huurders. Op basis van de 3 deelscores wordt een letter (A,B of C) toegekend prestatieveld. Voor Oost West Wonen geldt voor 2022 een C als score voor het Huurdersoordeel, dit een A. We staan open voor de kritische feedback van onze huurders. De beoordeling dienstverlening voor het eerste halfjaar van 2022 liet een flinke diep zien. Dit was voor ons meer werk te maken van het verbeteren van onze dienstverlening. Dit doen we onder andere gerealiseerde Klantvolgsysteem, de verbeterpunten vanuit de KWH meting en een intern
In de tabel hieronder zijn de scores van 2022 per deelscore weergegeven voor zowel Oost West Wonen als landelijk.
Wij zorgen voor tevreden huurders. Huurders en woningzoekenden staan bij alles wat wij doen centraal. Daarom vinden wij het bij Oost West Wonen belangrijk om persoonlijk contact te maken. Wij zijn betrokken, luisteren goed en handelen actief. Onze dienstverlening sluit aan bij de behoeften van onze huurders.
In de tabel hieronder zijn de scores van 2022 per deelscore weergegeven voor zowel Oost landelijk.
Deelscore Oost West Wonen 2022 Landelijk 2022
Sinds 2021 onderzoeken wij dan ook, in samenwerking met Kwaliteitscentrum Woningcorporaties Huursector (KWH), de kwaliteit van onze dienstverlening. De resultaten van 2022 zijn per meetonderdeel in onderstaande tabel weergegeven.
KWH
Sinds 2021 onderzoeken wij dan ook, in samenwerking met Kwaliteitscentrum Woningcorporaties Huursector (KWH), de kwaliteit van onze dienstverlening. De resultaten van 2022 zijn per meetonderdeel in onderstaande tabel weergegeven.
Vertrokken huurder 7,6 (B) 7,5 Reparaties 7,3 (C) 7,6 Nieuwe huurder 7,5 (B) 7,7
Tabel: Score Aedes Benchmark 2022
Bron: KWH Klantvizier, d.d. 18 februari 2023
Tabel: Resultaten KWH per meetonderdeel 2022
Bron: KWH Klantvizier, d.d. 18 februari 2023
De individuele resultaten van de verschillende meetonderdelen zijn positief en onze huurders waarderen
Ook in 2023 blijven wij de kwaliteit van onze dienstverlening monitoren via de metingen mee aan de jaarlijkse Aedes Benchmark. We meten dan niet meer per kwartaal, maar per meten komt het sturen en verbeteren binnen onze organisatieprocessen ten goede en het een positieve uitwerking hebben op zowel de KWH-resultaten als de score op het huurdersoordeel
De individuele resultaten van de verschillende meetonderdelen zijn positief en onze huurders waarderen Oost West Wonen gemiddeld met een 7,9, tegenover een streven in het ondernemingsplan 2021-2025 van 7,8 De resultaten van de onderdelen algemene waardering, vertrokken huurders en reparaties zijn gelijk gebleven ten opzichte van 2021. De waarderingen ten aanzien van nieuwe huurders en regulier planmatig onderhoud zijn licht gedaald. Het verschil ten opzichte van 2021 is minimaal. Onze huurders zijn meer tevreden over de uitvoering van het groot onderhoud.
Ook in 2023 blijven wij de kwaliteit van onze dienstverlening monitoren via de metingen van KWH en doen we mee aan de jaarlijkse Aedes Benchmark. We meten dan niet meer per kwartaal, maar per maand. Maandelijks meten komt het sturen en verbeteren binnen onze organisatieprocessen ten goede en het zal naar verwachting een positieve uitwerking hebben op zowel de KWH-resultaten als de score op het huurdersoordeel van de Aedes Benchmark. Dit kunnen wij niet alleen. Dat doen we samen met onze huurders en stakeholders.
Aedes Benchmark Huurdersoordeel
Oost West Wonen gemiddeld met een 7,9, tegenover een streven in het ondernemingsplan 2021-2025 van 7,8. De resultaten van de onderdelen algemene waardering, vertrokken huurders en reparaties zijn gelijk gebleven ten opzichte van 2021. De waarderingen ten aanzien van nieuwe huurders en regulier planmatig onderhoud zijn licht gedaald. Het verschil ten opzichte van 2021 is minimaal. Onze huurders zijn meer tevreden over de uitvoering van het groot onderhoud.
De online dienstverlening van Oost West Wonen heeft in 2022 een boost gekregen. Er is door een actieve en enthousiaste projectgroep gewerkt aan de realisatie van een Klantvolgsysteem (november), Huurdersportaal, huurdersapp (planning livegang februari 2023) en een app voor woningzoekenden (realisatie 2023). Daarnaast is de website geüpdatet. Woningzoekenden en huurders kunnen Oost West Wonen uiteraard nog steeds via de andere kanalen bereiken.
Oost West Wonen doet sinds 2 jaar mee aan de Aedes Benchmark. Deze benchmark biedt corporaties sinds 2014 inzicht in hun prestaties en maakt deze onderling vergelijkbaar. Eén van de prestatievelden is het Huurdersoordeel. Het gaat hierbij om de volgende 3 deelscores: Nieuwe huurders, Reparatieverzoeken en Vertrokken huurders. Op basis van de 3 deelscores wordt een letter (A,B of C) toegekend voor het hele prestatieveld. Voor Oost West Wonen geldt voor 2022 een C als score voor het Huurdersoordeel, in 2021 was dit een A We staan open voor de kritische feedback van onze huurders De beoordeling van onze dienstverlening voor het eerste halfjaar van 2022 liet een flinke diep zien. Dit was voor ons aanleiding om nog meer werk te maken van het verbeteren van onze dienstverlening. Dit doen we onder andere door het gerealiseerde Klantvolgsysteem, de verbeterpunten vanuit de KWH meting en een intern klachtenteam.
Aedes Benchmark Huurdersoordeel
In de tabel hieronder zijn de scores van 2022 per deelscore weergegeven voor zowel Oost West Wonen als landelijk.
Deelscore Oost West Wonen 2022
Vertrokken huurder 7,6 (B)
Reparaties 7,3 (C)
Nieuwe huurder 7,5 (B)
Tabel: Score Aedes Benchmark 2022
Bron: KWH Klantvizier, d.d. 18 februari 2023
Landelijk 2022
7,5
7,6
7,7
Ook in 2023 blijven wij de kwaliteit van onze dienstverlening monitoren via de metingen van KWH en doen we mee aan de jaarlijkse Aedes Benchmark. We meten dan niet meer per kwartaal, maar per maand. Maandelijks meten komt het sturen en verbeteren binnen onze organisatieprocessen ten goede en het zal naar verwachting een positieve uitwerking hebben op zowel de KWH-resultaten als de score op het huurdersoordeel van de
Oost West Wonen doet sinds 2 jaar mee aan de Aedes Benchmark. Deze benchmark biedt corporaties sinds 2014 inzicht in hun prestaties en maakt deze onderling vergelijkbaar. Eén van de prestatievelden is het Huurdersoordeel. Het gaat hierbij om de volgende 3 deelscores: Nieuwe huurders, Reparatieverzoeken en Vertrokken huurders. Op basis van de 3 deelscores wordt een letter (A,B of C) toegekend voor het hele prestatieveld. Voor Oost West Wonen geldt voor 2022 een C als score voor het Huurdersoordeel, in 2021 was dit een A. We staan open voor de kritische feedback van onze huurders. De beoordeling van onze dienstverlening voor het eerste halfjaar van 2022 liet een flinke dip zien. Dit was voor ons aanleiding om nog meer werk te maken van het verbeteren van onze dienstverlening.
De huurdersverenigingen zijn een belangrijke gesprekspartner voor Oost West Wonen. Binnen het werkgebied zijn er 2 huurdersverenigingen actief, namelijk Huurdersvereniging Goedereede en Huurdersvereniging Goeree-Overflakkee. Met beide is een goede relatie en zijn betrokken bij de opgestelde en ondertekende prestatieafspraken.
Zowel de huurdersverenigingen als de corporatie dragen onderwerpen aan die besproken moeten worden. Gespreksonderwerpen met de huurdersverenigingen waren onder andere: afstemming van beleid, afstemmen brochures, update over projecten, de jaarlijkse huurverhoging, de kaderbrief, de begroting en de jaarrekening. Naast de vier formele vergaderingen is er met de Huurdersvereniging Goeree-Overflakkee een maandelijks informeel overleg. Op dit overleg worden allerlei zaken en klachten besproken die direct betrekking hebben op huurders.
De woningen die Oost West Wonen verkoopt passen niet binnen onze portefeuille of bevinden zich in woningblokken waar al meerdere woningen van zijn verkocht. De woningverkopen vinden plaats op basis van vastgestelde verkoopuitgangspunten. De meeste woningen zijn het afgelopen jaar verkocht op basis van bieding door de koper.
Voor alle woningen wordt gewerkt met actuele NWWItaxatierapporten van onafhankelijke taxateurs. De koopakten worden aan de hand van een standaard koopakte opgemaakt door de notaris.
In 2022 zijn er 26 woningen verkocht. Vanwege de grote vraagdruk naar huurwoningen zijn er 8 opnieuw doorverhuurd, deels aan statushouders. Verder is er voor 3 woningen, die gepland staan om op te leveren in 2023, een getekende koopakte opgesteld.
De gemiddelde verkoopopbrengst in 2022 is circa € 220.000. Daar de begrote verkoopopbrengst € 165.000 was en er 3 woningen meer verkocht zijn dan begroot, is het totale verkoopresultaat fors hoger dan verwacht. In 2022 zijn er alleen woningen verkocht en geen garages of andere panden.
Het afgelopen jaar is er een reguliere huurverhoging toegepast. Oost West Wonen is daarbij uitgegaan van het maximaal wettelijk toepasbare percentage, namelijk 2,3%. We hebben bewust gekozen voor het maximale percentage. De huidige huren zijn namelijk relatief laag, er is sprake van een flinke inflatie en we hebben de nodige uitdagingen qua verduurzaming en nieuwbouw.
Als enige woningcorporatie op Goeree-Overflakkee voorziet Oost West Wonen 29% van de inwoners van Goeree-Overflakkee van een woning. Aan het einde van 2022 werden 6.009 woningen verhuurd en woonden er ongeveer 400 huishoudens via een zorgorganisatie in woongebouwen van Oost West Wonen.
In 2022 verhuurden we 360 woningen aan woningzoekenden. Van deze nieuwe verhuringen is het grootste gedeelte regulier verhuur, voor een huurprijs tot € 763,47. Twee woningen zijn verhuurd boven dit bedrag, de liberalisatiegrens. Binnen het aantal verhuringen zijn er 9 te slopen woningen voor een korte periode verhuurd aan Interveste. Daarnaast zijn er 18 woningen verhuurd voor een paar dagen of weken aan de gemeente Goeree-Overflakkee in verband met het huisvesten van statushouders.
Oost West Wonen hanteert het tweehurenbeleid, waardoor we het overgrote gedeelte van onze woningen betaalbaar en beschikbaar kunnen houden. Zodra een woning leegkomt, kijken we opnieuw naar de huurprijs. De prijs die de volgende huurder gaat betalen, bepaald op basis van de kwaliteit van
een woning, noemen we de streefhuur. Het afgelopen jaar is 89,4% van de verhuurde woningen verhuurd voor een huurprijs onder de € 678,66 (hoge grens van het passend toewijzen).
In 2022 hebben wij 73 woningen afgetopt en voor een lagere huur verhuurd aan huishoudens met een lager inkomen. Verder zijn er 20 woningen afgetopt op de liberalisatiehuurgrens.
De krapte op de woningmarkt zorgt ervoor dat mensen minder snel verhuizen. Daarnaast zijn koopwoningen fors duurder geworden, waardoor verhuizen van een huurwoning naar een koopwoning minder aantrekkelijk is geworden. 367 huurders hebben het afgelopen jaar hun woning verlaten. Dat geeft een mutatiegraad van 6,1%, waar 7,3% werd verwacht. De meeste woningen hebben een nieuwe huurder gekregen en 26 van de leeggekomen huurwoningen zijn verkocht.
Corporaties moeten van de overheid hun woningen passend toewijzen. Dit betekent dat de huur van de woning moet passen bij het inkomen en de samenstelling van het huishouden van de woningzoekende. De overheid zorgt daarmee dat mensen met een lager inkomen niet een te hoge huur krijgen.
Deze cijfers worden elk jaar opnieuw vastgesteld. In 2022 was de passende huur €633,25 voor huishoudens van 1 of 2 personen en € 678,66 voor huishoudens die uit meer dan 2 personen bestaan. De inkomensgrenzen die daarbij gehanteerd worden vanuit de huurtoeslagwet zijn € 24.075 voor een huishouden van 1 persoon en €32.675 voor een huishouden van meer dan 1 persoon. Om de betaalbaarheid nog meer te ondersteunen krijgen alleenstaanden met een inkomen tussen € 24.075 en € 32.675 een huur van maximaal €633,25. Elke corporatie moet ervoor zorgen dat bij ten minste 95% van de woningen die zij jaarlijks toewijzen aan huishoudens met een inkomen onder de inkomensgrens voor passend toewijzen, de huur onder de zogenaamde aftoppingsgrens ligt.
Oost West Wonen heeft het afgelopen jaar aan 190 mensen een passende woning toegewezen. Bij 1 persoon is dat niet gebeurd. Voorgaande betekent dat Oost West Wonen 99,5% van haar betreffende toewijzingen passend heeft toegewezen. Daarnaast hebben 140 huishoudens met een inkomen buiten de passend toewijzen inkomensgrenzen een woning gekregen. 89 daarvan hebben een woning ontvangen met een passend toewijzen huur.
Naast het passend toewijzen heeft de overheid regels opgesteld die betrekking hebben op welke inkomensgroepen een corporatie mag huisvesten, de zogenaamde DAEB regels. Deze regels houden voor Oost West Wonen in dat 85% van de woningen toegewezen moet worden aan huishoudens met een inkomen lager dan € 40.765 (huishoudens van 1
persoon) of €45.014 (huishoudens met meer dan 1 persoon). In de prestatieafspraken is afgesproken dat Oost West Wonen naast de 7,5% vrije toewijzingsruimte een extra 7,5% extra vrij toewijzingsruimte heeft. Met deze 15% vrije toewijzingsruimte kan aan mensen met een hoger inkomen een woning worden toegewezen.
Oost West Wonen heeft in 2022 289 woningen toegewezen binnen de 85% norm. Voor 42 woningtoewijzingen is gebruik gemaakt van de vrije toewijzingsruimte. Dit resulteert erin dat over het hele jaar 12,7% van de vrije toewijzingsruimte is ingevuld en dus 87,3% van de toewijzingen zijn gedaan aan mensen met een inkomen lager dan de gestelde grenzen (€ 40.765 of € 45.014).
niveau vindt periodiek overleg plaats. Uitgangspunt van de besprekingen is de opgave die er lokaal ligt in gezamenlijkheid af te stemmen. De opgave voor het eiland vertaalt zich bij de gemeente in een woonvisie en bij Oost West Wonen in een portefeuillestrategie. Daarnaast delen we informatie over projecten, kansen en initiatieven die voorbijkomen.
De nieuwbouwprojecten van Oost West Wonen zijn primair gericht op activiteiten die vallen onder Diensten van Algemeen Economisch Belang (DAEB). In 2022 heeft Oost West Wonen zich beziggehouden met de ontwikkeling en realisatie van een aantal nieuwbouwprojecten. Het afgelopen jaar zijn er 16 grondgebonden seniorenwoningen opgeleverd. Zie voor meer informatie hierover paragraaf 5.3.
Oost West Wonen heeft in 2022 289 woningen toegewezen binnen de 85% norm. Voor 42 woningtoewijzingen is gebruik gemaakt van de vrije toewijzingsruimte. Dit resulteert erin dat over het hele jaar 12,7% van de vrije toewijzingsruimte is ingevuld en dus 87,3% van de toewijzingen zijn gedaan aan mensen met een inkomen lager dan de gestelde grenzen (€ 40.765 of € 45.014).
Oost West Wonen heeft de toewijzingen in 2022 binnen de gestelde wet- en regelgeving uitgevoerd.
Oost West Wonen heeft de toewijzingen in 2022 binnen de gestelde wet- en regelgeving uitgevoerd.
binnen huurtoeslag 1 0,5% 5%
Toegewezen boven huurtoeslag 140
2.4 Ontruimingen
Door het selecteren van partners die de met ons optrekken in de verduurzaming van het bezit, is er snelheid gekomen in het proces. Door ketenpartners vroeg in het proces aan te haken ontstaat er meer continuïteit in de verduurzamingsstroom. Het komende jaar schakelen we over van een projectaanpak naar een meer procesmatige aanpak.
We hebben het afgelopen jaar 4 woningen ontruimd. Drie keer vanwege een huurachterstand en één keer vanwege overlast. Uiteraard proberen wij ontruimen zoveel mogelijk te voorkomen. Ondanks de vele inspanningen werd de huur niet betaald en werden de afspraken over de achterstallige huur niet nagekomen.
2.5 Urgentie
Jaarlijks krijgen wij vele verzoeken tot een urgentieverklaring. Hiermee krijgen mensen voorrang bij woningcorporaties bij het zoeken naar een sociale huurwoning
Ten aanzien van nieuwbouwprojecten maken we steeds meer de keuze om conceptueel te bouwen. Dit doen we vooral aan de hand van de woonstandaard waarin woningen omschreven zijn in de vorm van product marktcombinaties. Het realiseren van voldoende, betaalbare en kwalitatief goede woningen vraagt om standaardisatie.
Als mensen inderdaad urgent zijn krijgen zij een extra inschrijfduur, wat betekent dat ze eerder in aanmerking komen voor een woning. Oost West Wonen heeft een interne urgentiecommissie bestaande uit twee medewerkers waarvan één medewerker een vast lid is.
We hebben het afgelopen jaar 4 woningen ontruimd. Drie keer vanwege een huurachterstand en één keer vanwege overlast. Uiteraard proberen wij ontruimen zoveel mogelijk te voorkomen. Ondanks de vele inspanningen werd de huur niet betaald en werden de afspraken over de achterstallige huur niet nagekomen.
In 2022 hebben 91 huishoudens met urgentie een woning toegewezen gekregen. We merken dat er veel druk is op de woningmarkt voor het vinden van een woning. Wel constateren we dat naar het einde van 2022 toe er minder urgentie aanvragen waren dan eerder in het jaar. Van het aantal nieuwe verhuringen is meer dan 25% verhuurd aan mensen met urgentie.
Jaarlijks krijgen wij vele verzoeken tot een urgentieverklaring. Hiermee krijgen mensen voorrang bij woningcorporaties bij het zoeken naar een sociale huurwoning
2.6 Beschikbaarheid
2022 kenmerkt zich door een goede samenwerking met de gemeente. Zowel op bestuurlijk als op operationeel niveau vindt periodiek overleg plaats. Uitgangspunt van de besprekingen is de opgave die er lokaal ligt in gezamenlijkheid af te stemmen. De opgave voor het eiland vertaalt zich bij de gemeente in een woonvisie en bij Oost West Wonen in een portefeuillestrategie. Daarnaast delen we informatie over projecten, kansen en initiatieven die voorbijkomen.
Als mensen inderdaad urgent zijn krijgen zij een extra inschrijfduur, wat betekent dat ze eerder in aanmerking komen voor een woning. Oost West Wonen heeft een interne urgentiecommissie bestaande uit twee medewerkers waarvan één medewerker een vast lid is.
In 2022 is in concept een notitie classificatiesysteem toegankelijkheid woonruimte opgesteld. Deze notitie zal begin 2023 worden vastgesteld. Dit systeem bevat de aanpak om de toegankelijkheid van de woningen inzichtelijk te maken. Na een analyse zal een plan van aanpak worden opgesteld om de komende jaren de toegankelijkheid van met name seniorenwoningen te verbeteren. In 2023 voeren we een classificatiesysteem in en werken we een plan van aanpak uit om met (kleine) aanpassingen de bestaande woningvoorraad beter aan te laten sluiten bij de ouder wordende doelgroep.
De nieuwbouwprojecten van Oost West Wonen zijn primair gericht op activiteiten die vallen onder Diensten van Algemeen Economisch Belang (DAEB). In 2022 heeft Oost West Wonen zich beziggehouden met de ontwikkeling en realisatie van een aantal nieuwbouwprojecten. Het afgelopen jaar zijn er 16 grondgebonden seniorenwoningen opgeleverd. Zie voor meer informatie hierover paragraaf 5.3
Door het selecteren van partners die de met ons optrekken in de verduurzaming van het bezit, is er snelheid gekomen in het proces. Door ketenpartners vroeg in het proces aan te haken ontstaat er meer continuïteit in de verduurzamingsstroom. Het komende jaar schakelen we over van een projectaanpak naar een meer procesmatige aanpak.
Ten aanzien van nieuwbouwprojecten maken we steeds meer de keuze om conceptueel te bouwen. Dit doen we vooral aan de hand van de woonstandaard waarin woningen omschreven zijn in de vorm van product
In 2022 hebben 91 huishoudens met urgentie een woning toegewezen gekregen. We merken dat er veel druk is op de woningmarkt voor het vinden van een woning. Wel constateren we dat naar het einde van 2022 toe er minder urgentie aanvragen waren dan eerder in het jaar. Van het aantal nieuwe verhuringen is meer dan 25% verhuurd aan mensen met urgentie.
2022 kenmerkt zich door een goede samenwerking met de gemeente. Zowel op bestuurlijk als op operationeel
Voor het ontwikkelkader nieuwbouw maken we gebruik van de product marktcombinaties conform de woonstandaard. Deze geven een heldere omschrijving van het gewenste product en specificaties. Ons normenkader refereert aan de woningtypen die zijn omschreven in de Woonstandaard.
Voor de verduurzaming werken we in ketensamenwerking met uitvoerende partijen verbeterplannen uit. Atriensis begeleidt ons hierin. Het minimum voor de verbeterplannen zijn de standaard isolatie-eisen en vanaf 2025 verbeteren we meteen naar aardgasloos.
3.
Als Oost West Wonen vinden we een goede woonomgeving en leefbaarheid in de dorpen en de wijken waarin onze woningen staan van groot belang. Dit is namelijk van grote invloed op het woon- en leefplezier van onze huurders. We werken samen met andere organisaties, zoals zorg- en welzijnspartijen en politie. Bovenal spelen de bewoners zelf hierin een essentiële rol. Door Oost West Wonen is in 2022 voor circa € 104.200 aan fysieke leefbaarheid en voor € 52.300 aan sociale leefbaarheid uitgegeven. In paragraaf 3.2 staat een overzicht van de leefbaarheidsacties die in 2022 hebben plaatsgevonden.
Het afgelopen jaar hebben we 499 meldingen op het gebied van leefbaarheid en overlast gehad. Het grootste gedeelte van de meldingen betrof groen/tuinoverlast, namelijk 155. Overlast meldingen gingen voornamelijk over geluidsoverlast (57), asociaal gedrag (20) en burenruzie (13).
Andere meldingen betroffen afval (41) en gedrag (38). Verder waren er nog meldingen die te maken hadden met leefbaarheid (28), signalering (59) en woonfraude (16).
Wanneer huurders een overlastmelding doen wordt dit opgepakt door een van de medewerkers van Oost West Wonen. Zij gaan afhankelijk van de soort melding en het achterliggende verhaal met de melding aan de slag. Zowel klager als beklaagde heeft een wezenlijke rol bij is het oplossen van de melding.
Vanaf 2021 hebben we nadrukkelijker ingezet op de woon -en leegomgeving van onze huurwoningen. Dat heeft erin geresulteerd dat veel huurders zijn geattendeerd op het onderhouden van de voor- en/of achtertuin, maar ook het bijhouden van het zij -of achterpad. Huurders die na de nodige verzoeken uiteindelijk niets aan hun tuin doen, krijgen op eigen kosten een hovenier op bezoek voor het tuinonderhoud. Uiteraard proberen we dit zoveel mogelijk te voorkomen.
Naast het bestrijden overlast zijn wij vanaf 2022 nadrukkelijker aan de slag gegaan met het bevorderen van leefbaarheid. Dat doen wij door middel van leefbaarheidsacties. Deze acties proberen wij zoveel mogelijk in gezamenlijkheid te doen met onze
huurders en de gemeente, maar ook met basisscholen, welzijnsorganisaties en andere betrokkenen. Het doel van deze leefbaarheidsacties is komen tot een fijnere buurt, zorgen voor meer onderlinge verbinding, zorgen voor gedragsverandering (de buurt is ook van jou) en vergroening. In de vergroening willen we juist ook biodiversiteit prominent meenemen. Een fijne en groene woonomgeving zorgt namelijk voor gelukkigere bewoners. Elk jaar werken we middels een plan van aanpak aan deze leefbaarheidsacties, waarin we nadrukkelijk de ge meente als samenwerkende partner meenemen.
Enkele voorbeelden van deze acties zijn:
• In de zomerperiode hebben er vanuit een bewonersinitiatief buurtbarbecues plaatsgevonden in Dirksland (Kortevliet) en Nieuwe-Tonge (omgeving Helicoptèreplein). Oost West Wonen heeft een financiële bijdrage geleverd om deze activiteiten mogelijk te maken.
• Op 13 april heeft er in de Bloemenbuurt Sommelsdijk een bewonersactie plaatsgevonden waarbij in samenwerking met de gemeente en de huurdersvereniging opruim- en schoonmaakwerkzaamheden zijn uitgevoerd. Zo werden er gezamenlijk ramen gewassen en tuinen opgeknapt.
• In de zomer is er op bewonersinitiatief een gemeenschappelijk terras met zitgelegenheid aan de Bernhardstraat in Oude-Tonge aangelegd. De gemeente is daarbij adviserend betrokken geweest.
• In november is met de betrokken huurders van de Christiaan de Vrieslaan, Burgemeester Boumanplein en Secretaris Nijghstraat in Middelharnis het 100-jarig bestaan van hun huurwoning gevierd.
• In Stellendam (mei) en in Achthuizen (november) hebben we een huurdersavond georganiseerd waarin we met huurders in gesprek zijn gegaan over diverse actuele thema’s. Bij deze avonden waren ook onze maatschappelijke partners betrokken.
Oost West Wonen heeft veel vrijwilligers die als beheerder de nodige hand-en-span diensten verrichten. Dit is de sociale kant van leefbaarheid. Deze vrijwilligers zijn in de woongebouwen onze ogen en oren. Met andere woorden heel belangrijk voor ons en onze huurders. In december hebben we om hen te bedanken en met elkaar in contact te brengen een gezamenlijk etentje gehad.
Eveneens in 2022 hebben we gewerkt vanuit een gebiedsgerichte aanpak. Met het gebiedsgericht werken zorgen we ervoor dat er meer lokale betrokkenheid van onze woningcorporatie richting onze huurders en het gebied waar ze wonen. Zo zorgen we ervoor dat onze huurders onze medewerkers kennen en andersom. Hiervoor is het werkgebied in 3 gebieden onderverdeeld. De toegevoegde waarde voor de collega’s is dat ze hierdoor focus maken op een gebied en de
Als woningcorporatie hebben we binnen de samenleving een belangrijke taak: zorgen voor huisvesting van mensen met een lager inkomen. Om deze opdracht zo goed mogelijk uit te voeren werken we samen met andere partijen. Deze integrale benadering vraagt de nodige inzet, maar levert ook veel toegevoegde waarde op. We zijn bezig met het bouwen van een web op allerlei vlakken. De kracht van samenwerking leidt tot versterking van dat web. De noodzaak tot samenwerking en het bredere maatschappelijke belang daarvan zien we steeds meer ontstaan bij organisaties in onze omgeving.
Die samenwerking komt tot stand doordat Oost West Wonen bij steeds meer zaken wordt betrokken. Daar investeren we zelf ook in. We steken veel energie in de samenwerking met andere organisaties en participeren in diverse projecten. Dat is niet vrijblijvend en vraagt dus iets van onze medewerkers. We hopen dat deze investering leidt tot een verdere samenwerking en integratie. Zo hebben we in 2022 de verbinding gezocht door structurele overleggen en het houden van diverse stakeholderbijeenkomsten. Tijdens deze bijeenkomsten hebben we onze ambities en doelstellingen kenbaar gemaakt en input en feedback opgehaald.
Wat kunnen we met elkaar doen aan het bevorderen van de leefbaarheid op Goeree-Overflakkee? Tijdens onze stakeholdersbijeenkomst hebben we hier tijdens interactieve sessies met onze stakeholders van gedachten over gewisseld. Op een prachtige zomerdag en inspirerende locatie was dit een moment van actieve verbinding en een verstevigd inzicht dat leefbaarheid iets is van ons allemaal. We zijn blij met de grote opkomst én de enthousiaste bijdrage van onze partners.
Als enige woningcorporatie op Goeree-Overflakkee hebben we behoefte om de samenwerking met de gemeente te intensiveren. Op allerlei terreinen zien we meerwaarde in een nadrukkelijke samenwerking. We hebben elkaar nodig op het brede gebied van wonen. Door samen te werken, hebben we de verwachting dat dit de leefbaarheid op het terrein van samenleven, voorzieningen en infrastructuur zal bevorderen.
Oost West Wonen heeft de gemeente nodig om haar ambities wat betreft de kwaliteit en toevoeging van het vastgoed te realiseren. Op het gebied van locaties, vergunningen en wet- en regelgeving treffen we elkaar voortdurend. We hebben geconstateerd dat het vertragend op de voortgang van projecten werkt wanneer we onvoldoende aansluiting vinden. Samen met de gemeente kijken we in hoeverre efficiency in de samenwerking tot versnelling op de projecten kan leiden. Daarnaast hebben we afgesproken elkaar structureel te treffen om alle kansen en initiatieven op locaties met elkaar te bespreken. Hierdoor worden er geen partijen verrast halverwege het traject. Zo hebben we het afgelopen jaar kennis gemaakt met het nieuwe college en hebben we periodiek een directeurenoverleg.
Op veel vlakken weten we elkaar al te vinden. Ook het thema sociaal domein geeft steeds meer verbinding. We hopen dat dit in 2023 verder zal groeien.
Het is nodig om elkaar structureel te ontmoeten, op collegeniveau, maar ook met de ambtenaren op strategisch, tactisch en operationeel niveau. In 2021 is een overlegstructuur opgezet om die ontmoetmomenten tussen de gemeente en medewerkers van Oost West Wonen te garanderen.
Een voorbeeld van de kracht van samenwerking tussen de gemeente en Oost West Wonen is het huisvesten van de
4.Oekraïense vluchtelingen. In het tweede kwartaal van 2022 heeft de gemeente ons, als deskundige op het gebied van sociale huisvesting, gevraagd om samen de mogelijkheden hiervoor te onderzoeken. Als sociale woningcorporatie vinden we het belangrijk om deze groep voor een langere periode een (t)huis te kunnen bieden. Een nieuwe tijdelijke buurt met ongeveer 110 flexwoningen biedt een snel te realiseren oplossing, zonder dat het ten koste gaat van de bestaande woningvoorraad. Dit was een project dat niet viel in bestaande plannen. Juist doordat de lijnen zo kort zijn, konden we snel schakelen.
In 2021 hebben we -huurdersverenigingen, gemeente en Oost West Wonen- voor het eerst gezamenlijk meerjarige prestatieafspraken gemaakt. Dit hebben we gedaan, omdat de opgaven waar we gezamenlijk voor staan, groter zijn dan datgeen wat we in jaarlijkse prestatieafspraken met elkaar kunnen effectueren. Jaarlijks worden met elkaar doelstellingen geformuleerd, om gefaseerd de prestatieafspraken te kunnen realiseren. Een aantal belangrijke zaken voor het maken van een langdurig beleid ontbraken, waardoor 2022 een overgangsjaar was. De in 2022 ondertekende Nationale Prestatieafspraken en de Zuid-Hollandse regiodeal zijn een aanleiding voor herijking van de lokale prestatieafspraken. Dit pakken we in de eerste
maanden van 2023 op. In het afgelopen jaar zijn een groot deel van de voor 2022 opgenomen activiteiten niet opgepakt. Bij het herijken van de prestatieafspraken voor 2023 nemen we dat mee en gaan we zorgen voor concrete en realistische activiteiten voor de jaren waarin deze staan opgenomen. Verder gaan we de wederkerigheid in de op te nemen activiteiten helderder naar voren laten komen.
De relatie met zorgorganisaties die actief zijn binnen de gemeente Goeree-Overflakkee is goed. In 2022 zijn er periodieke overleggen gevoerd met verschillende zorg -en welzijnsinstellingen. De overleggen zijn bedoeld om elkaar mee te nemen in ontwikkelingen, het afstemmen van zaken die spelen, het versterken van initiatieven en het komen tot een intensievere samenwerking. Wij geloven erin dat we door middel van samenwerken meer voor elkaar kunnen krijgen en meer inwoners kunnen helpen tegenover lagere kosten en minder tijdsbesteding. Samenwerken betekent echter wel dat er wederzijds vertrouwen nodig is en er een gedeelte van de eigen autonomie opgegeven moet worden. De periodieke overleggen vonden onder andere plaats met Sjaloom Zorg, CuraMare, Pameijer, Stichting Kairos en welzijnsorganisatie Stichting ZIJN.
Door Oost West Wonen worden woongelegenheden verhuurd voor specifieke zorgdoelgroepen. Zo huurt Sjaloom Zorg 135 appartementen/kamers voor mensen met een verstandelijke, lichamelijke of psychische problematiek. Gemiva huisvest in 20 appartementen een woongebouw van Oost West Wonen een aantal mensen met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking. Pameijer helpt mensen met psychische problemen. Zij huren een woonvoorziening met 12 appartementen en huisvesten 25 mensen in reguliere woningen. Eveneens verhuren wij woongebouwen aan CuraMare, waarin zij ouderen huisvesten die te maken hebben met (door de ouderdom) lichamelijke beperkingen, maar mogelijk ook in mindere mate dementie. In totaal verhuren wij 195 appartementen/kamers aan deze zorgorganisatie.
Daarnaast is Oost West Wonen in 2021 gestart met de verhuur van een woongebouw aan Stichting Kairos, een maatschappelijke opvang voor kwetsbare (jong)volwassenen in de leeftijd van 18 tot 35 jaar. Zij worden geholpen om van hun verslaving en/of andere problematieken af te komen, om daarna weer zelfstandiger te kunnen gaan wonen. Het woongebouw is geschikt voor 11 mensen. Verder wordt een woongebouw verhuurd aan Pameijer waarin 8 mensen een plaats kunnen vinden die dak -en thuisloos zijn met een beperkte achterliggende problematiek.
Sinds maart 2022 verhuren we een woongebouw aan de gemeente, waarin zij circa 55 Oekraïense vluchtelingen huisvesten.
Een andere organisatie waar we mee samenwerken is Zeeuwse Gronden. In woongebouw Elkersweide, dat wordt omgebouwd naar individuele verhuureenheden, zullen mensen met een psychiatrische problematiek komen
wonen. Deze mensen zijn dan bij Zeeuwse Gronden onder behandeling, terwijl ze op basis van een woonzorgovereenkomst een appartement huren van Oost West Wonen. We verwachten in dat woongebouw 14 zelfstandige appartementen te kunnen realiseren en daarnaast een aantal algemene ruimten. Vanwege de opvang van Oekraïense vluchtelingen zal het realiseren van deze woonvoorzieningen op een later moment plaatsvinden.
In 2020 heeft de stichting Paulina.nu het initiatief genomen om te onderzoeken wat er binnen de gemeente moet gebeuren om het toekomstbestendig leven voor ouderen op Goeree-Overflakkee zo goed mogelijk in te richten. Vanaf 2021 participeert Oost West Wonen stevig in het samenwerkingsverband. De directeur-bestuurder neemt plaats in de stuurgroep en enkele medewerkers participeren in de werkgroepen. Het afgelopen jaar zijn er enkele belangrijke stappen gezet. Zo werd er tijdens een conferentie een symbolisch convenant ondertekend, waarmee 20 organisaties uit de regio aangeven tijd en energie te willen steken in dit project. Op organisatorisch vlak zijn er governance afspraken gemaakt en is er een programmamanager aangesteld. In de zomerperiode is een kwartiermaker aangesteld die als hoofdtaak heeft om voor alle inwoners de visie op wonen, zorg en welzijnsopgaven te activeren. Deze kwartiermaker zal de woonzorgvisie voor alle inwoners en partners uitwerken en schrijven, die mede de basis vormt voor de nieuwe integrale woonvisie in 2023. Wat de ontwikkelingen binnen dit project betekenen voor onze woningen en de daarbij horende woonomgeving, zal de komende jaren gaan blijken.
We werken samen met de gemeente aan het inzetten van buurtbemiddeling. Door CoCon is dat de afgelopen jaren vormgegeven en gaat dat ook de komende jaren weer gestalte krijgen. We zijn het afgelopen jaar, samen met de gemeente, een 4-jarige overeenkomst met CoCon aangegaan voor de inzet van een effectieve buurtbemiddeling. Buurtbemiddeling wordt ingezet om daar waar onenigheid is tussen buren te bemiddelen en te komen tot voor beide partijen aanvaardbare oplossing. In 2022 zijn 10 bemiddelingszaken door Oost West Wonen aangedragen bij Buurtbemiddeling.
Stichting SchuldHulpMaatje helpt mensen met beginnende of al gevorderde schulden om hun schuldsituatie weer inzichtelijk te maken en onder controle te krijgen. Vanuit Oost West Wonen krijgen ze daar een bijdrage voor van 2.000 euro. SchuldHulpMaatje is in meerdere gemeenten actief om mensen te helpen met hun schulden. Voor de samenwerking is in 2021 een samenwerkingsovereenkomst voor 5 jaar getekend.
Onze ambitie is om ons woningbezit in 2050 CO2-neutraal en aardgasvrij te hebben, waarbij we aansluiten bij het nationale klimaatakkoord. We vinden het belangrijk om op deze wijze een bijdrage te leveren aan een beter klimaat. Voor Oost West Wonen is duurzaamheid meer dan energie besparen. Duurzaamheid omvat ook toekomstbestendigheid en betaalbare woonlasten. Daarnaast is circulariteit klimaatadaptatie een belangrijk onderdeel van ons duurzaamheidsbeleid. Dit beleid is in 2022 afgerond en vastgesteld. Daarnaast is er in 2022 een onderhoudsbeleid opgesteld, welke begin 2023 zal worden vastgesteld.
In 2022 is in afwachting van het duurzaamheidsbeleid besloten om pas op de plaats te maken in het verduurzamen van mutatiewoningen. De woningen worden op een kwalitatief goed niveau gebracht waarbij enkel glas vervangen wordt voor HR ++ glas. Is er geen cv-ketel aanwezig, dan wordt deze geplaatst. Andere energiebesparende maatregelen zoals het aanbrengen van spouwmuur-, bodem-, vloer-, en/of dakisolatie worden de komende jaren projectmatig uitgevoerd, veelal in combinatie met een EBM project. Incidenteel wordt bij woningen, niet zijnde mutatiewoningen, de spouwmuur geïsoleerd of HR ++ glas geplaatst. Dit gebeurt vaak naar aanleiding van klachten rondom vocht en comfortbeleving.
In 2022 zijn op individuele basis, vanwege mutatie, naar aanleiding van klachten of bij een EBM project de volgende energiebesparende maatregelen uitgevoerd:
• 68 woningen voorzien van HR++ glas;
• 35 woningen voorzien van vloerisolatie;
• 34 woningen voorzien van spouwisolatie;
• 19 woningen voorzien van zonnepanelen.
In de tweede helft van 2022 is er discussie ontstaan over het wel of niet uitvoeren van energiebesparende maatregelen in huurwoningen en wie daarvoor de rekening betaald. Aanleiding hiertoe was de energiecrisis die zich aandiende. Beleid rondom dit punt zal begin 2023 worden gemaakt.
Daarnaast zijn circulariteit en klimaatadaptatie onderdeel van de uitwerking van nieuwbouwprojecten. Op het gebied van circulariteit doen we de eerste ervaringen op met de milieuprestatie gebouwen (MPG). De MPG geeft inzicht in de milieubelasting van onze nieuwbouw. Ook voor onze verbeterprojecten willen we de MPG gaan bepalen.
We zien dat steeds minder het energielabel en steeds meer de warmtevraag bepalend is voor wat we doen bij onze verbeterprojecten. Hoewel het energielabel blijft bestaan, zullen we steeds meer sturen op het omlaag brengen van de warmtevraag van onze woningen. Hiermee sorteren we voor op een aardgasloos alternatief voor verwarmen.
Een mooi voorbeeld van samenwerking op het gebied van duurzaamheid is het project Stad Aardgasvrij. Samen met de gemeente en andere partijen trekken we op in de opgave om Stad aan ’t Haringvliet aardgasvrij te krijgen en te koppelen op een waterstofnet. In 2022 hebben we binnen het project Stad Aardgasvrij 3 waterstof cv-ketels getest. Daarnaast is er een opstart van een pilot geweest om in bewoonde woningen een hybride warmtepomp van Itho Daalderop zonder buitenunit te testen. Helaas bleek het apparaat, dat nog in de testfase was, onvoldoende betrouwbaar en is de pilot uitgesteld.
5.Om onze huidige en toekomstige huurders goed te kunnen bedienen, investeren wij continu in de technische en functionele kwaliteit van ons woningbezit. Door het onderhouden van onze woningen zorgen we ervoor dat het vastgoed in een goede conditie blijft. Hiermee bieden we een goede woning aan onze huurders en bovendien blijft ons woningbezit dan haar waarde behouden en dat is belangrijk voor onze (financiële) continuïteit. In 2022 is er een basiskwaliteit voor zowel mutatie als reparatieonderhoud uitgewerkt, met deze basiskwaliteit is er een kader waarmee eenduidig gewerkt kan worden. De basiskwaliteit maakt onderdeel uit van het onderhoudsbeleid en zal in 2023 worden vastgesteld.
We onderscheiden een aantal typen onderhoud :
• planmatig onderhoud
• reparatieonderhoud
• mutatieonderhoud
• serviceabonnement
• levensloop bestendig mutatieonderhoud
• geriefsverbetering (> €1.000)
De vastgoedportefeuille vormt de leidraad bij uit te voeren onderhoud. In het verslagjaar is ondanks de pandemie veel onderhoud uitgevoerd. Dit hebben we gedaan conform de coronarichtlijnen van het RIVM en branchevereniging Aedes. Ondanks deze beperkingen is het onderhoud vrijwel geheel conform de begroting uitgevoerd en is het bedrag binnen de begroting gebleven. In 2022 zijn voor zowel mutatieonderhoud als reparatieonderhoud eenheidsprijzen vastgesteld en besproken met de uitvoerende partijen.
Planmatig onderhoud
Onder planmatig onderhoud vallen de onderstaande soorten onderhoud:
• regulier planmatig onderhoud
• contract onderhoud
• geriefsverbetering (< € 1.000)
• vraaggestuurd onderhoud
• planmatig onderhoud bij mutatie
• planmatig onderhoud bij ebm
Voor het reguliere planmatig onderhoud van 2022 hebben we gebruik gemaakt van ons meerjarenonderhoudsplan (MJOP). Dit plan is gebaseerd op conditiemetingen volgens de NEN 2767. In 2022 is een derde van het bezit geïnspecteerd conform de NEN 2667. Conditiemeting is een gestandaardiseerde methode voor het registreren, kwalificeren en kwantificeren van technische gebreken aan bouwdelen. Dit resulteert in een objectieve en eenduidige vastlegging op basis waarvan naar de ernst, omvang en intensiteit van een gebrek de conditiescore van een bouwdeel wordt vastgesteld. De conditiescore wordt uitgedrukt in een zespuntsschaal, waarbij 1 staat voor een uitstekende conditie en 6 voor een zeer slechte conditie. Wij hanteren conditiescore 3 als ondergrens.
Het vervangen van cv-ketels wordt bepaald door de staat van onderhoud van cv-ketels en een afschrijvingstermijn van 20 jaar. Schilderwerk vormt de grootste post van planmatig onderhoud. Als Oost West Wonen willen we schilderwerk naar de toekomst toe meer resultaatgericht uitvoeren. Dat houdt in dat veel meer op prestatie en resultaat gestuurd gaat worden en minder op vaste cycli.
Al het voorgenomen planmatig onderhoud is uitgevoerd met uitzondering van het vervangen van een glazen koepel in het Tuindorp in Den Bommel. De uitwerking hiervan vraagt meer tijd, vanwege de hoge kosten die in eerste instantie geoffreerd zijn. Begin 2023 zal dit verder worden uitgewerkt en gerealiseerd.
Binnen de post planmatig onderhoud zijn in 2022 de volgende werkzaamheden uitgevoerd:
• Bij totaal 1326 woningen is het schilderwerk uitgevoerd. Een volledige schilderbeurt bij 795 woningen en een bijwerkbeurt bij 531 woningen.
• Bij 255 woningen zijn de kozijnen gereinigd en bij 311 woningen zijn de goten gereinigd.
• De toegangscontrole met videofoon is vervangen bij 103 woningen.
• Bij 8 woningen is de dakbedekking vervangen en bij 30 woningen zijn de schoorstenen verwijderd.
• Het voegwerk heeft plaatsgevonden bij 27 woningen.
• Totaal 298 cv-ketels zijn vervangen, waarvan 124 bij storingen en 174 in opdracht (6 ketels vanuit 2021 en 168 ketels in 2022). Totaal 38 cv-ketels worden verplaatst naar 2023 en in de totaal-opdracht van dat jaar verwerkt.
Begroot Realisatie
2020 € 2.368.645 € 2.242.370
2021 € 2.941.439 € 3.078.784
2022 € 3.179.251 € 3.138.685
Contractonderhoud
Dit is onderhoud wat jaarlijks terugkeert en waarvoor een contract is afgesloten. Denk hierbij aan liftonderhoud, cvonderhoud, onderhoud aan deurdrangers, automatische deuren, brandmeldinstallaties en valbeveiliging.
Begroot Realisatie
2020 € 1.034.085 € 1.029.494
2021 € 1.020.000 € 1.081.083
2022 € 1.075.000 € 1.200.928
De overschrijding van de kosten komt doordat er enkele nieuwe contracten zijn afgesloten voor nieuwbouwcomplexen die nog niet in de begroting 2022 waren opgenomen. Ook heeft het te maken met een overloop vanuit 2021 met betrekking tot het cv-onderhoud. Er was vanwege corona een achterstand van cv-onderhoud vanuit 2020 en 2021. Dit onderhoud is in 2022 uitgevoerd.
Geriefsverbetering < € 1.000
Dit zijn werkzaamheden die uitgevoerd worden op verzoek van een huurder en waar een huurverhoging tegenover staat. Dit zijn bijvoorbeeld werkzaamheden als het aanbrengen van een tweede toilet, thermostatische douchekraan of perilexaansluitingen. In deze post zijn kosten opgenomen voor het aanbrengen van perilex-aansluitingen in keukens bij woningen in Stad aan ‘t Haringvliet in kader van Stad Aargasvrij. De kosten van € 22.252 worden gedeclareerd bij de gemeente.
Begroot (na wijziging)
2020 € 25.000
2021 € 35.000
2022 € 60.000
Vraaggestuurd onderhoud
53.497
46.276
104.536
Vraaggestuurd onderhoud wil zeggen dat huurders, onder bepaalde voorwaarden, zelf bepalen of en wanneer ze hun badkamer, toilet en keuken willen laten vernieuwen. Dat gebeurt dan dus niet, zoals in het verleden en bij regulier planmatig onderhoud complexgewijs/collectief, maar op individuele basis.
Omdat er ruimte ontstond bij het budget voor planmatig onderhoud bij EBM (omdat deze projecten voor een groot gedeelte zijn doorgeschoven naar 2023) kon er net als in 2021 een inhaalslag plaatsvinden voor het vraaggestuurd onderhoud. Hierdoor is de realisatie veel meer dan de post die is begroot. In totaal is er bij 194 woningen vraaggestuurd onderhoud uitgevoerd.
Begroot Realisatie Aantal woningen
2020 € 1.519.112 € 1.382.688 119
2021 € 1.000.000 € 1.433.448 150 2022 € 1.370.000 € 1.491.433 194
Planmatig onderhoud bij mutatie
Dit is planmatig onderhoud dat is uitgevoerd tijdens mutatie. Dit onderhoud heeft te maken met het vervangen van de badkamer, keuken, toilet en asbestsanering. Dit is uitgevoerd bij 119 woningen.
Begroot Realisatie Aantal woningen
2020 € 1.350.000 € 1.470.725 161
2021 € 1.250.000 € 1.080.176 121
2022 € 1.179.000 € 1.216.557 119
Planmatig onderhoud bij EBM
Dit is planmatig onderhoud, voornamelijk schilderwerk, wat uitgevoerd is tijdens projecten met energiebesparende maatregelen. Dit onderhoud is uitgevoerd bij gedeeltelijk 47 woningen vanuit 2021 en bij 32 woningen vanuit 2022.
Begroot Realisatie Aantal woningen
2021 € 438.700 € 60.424 47 2022 € 724.000 € 424.635 79 (32 in 2022)
Reparatieonderhoud
Ondanks het preventieve onderhoudsprogramma kan het zijn dat zaken onverwachts stuk gaan en gerepareerd moeten worden. Op verzoek van onze klanten voeren wij deze reparaties uit. Een deel van deze reparaties en kleine herstellingen, waarvoor huurders zelf verantwoordelijk zijn, verricht Oost West Wonen wanneer daarvoor door de huurder een serviceabonnement is afgesloten. Alle overige reparaties komen voor rekening van Oost West Wonen. Deze verdeling van het onderhoud tussen huurder en verhuurder is gebaseerd op wettelijke regelgeving.
In 2018 is FidesWonen gestart met een pilot waarbij voor de kernen Dirksland, Melissant en Herkingen de reparatieverzoeken voor een vast bedrag per woning per jaar zijn afgekocht. Gedachte hierachter is om het aantal administratieve handelingen te verminderen en de aannemer uit te dagen reparatieverzoeken zoveel mogelijk te voorkomen door preventief te handelen. In 2022 is door Oost West Wonen besloten deze pilot te verlengen en te bezien of deze manier van werken verder uitgerold kan worden. Dit zal in 2023 verder geanalyseerd worden.
In de post reparatieonderhoud (€ 2.056.538) is het onderdeel verzekeringen verwerkt (€ 35.424), hetgeen geen zuiver beeld geeft van het reparatieonderhoud. Verminderd met deze post zijn de kosten voor reparatieonderhoud € 2.021.114. Dit bedrag overschrijdt de begroting. In 2022 zijn er 6.749 reparatieverzoeken geweest (begroot 6.429). De gemiddelde kosten per reparatieverzoek (€ 299) zijn hoger dan begroot (€ 280). Uit een analyse blijkt dat er meer reparatieverzoeken zijn gekomen dan begroot. Het is en blijft lastig om goed grip te houden op reparatieonderhoud omdat dit lastig te voorspellen is. Verder blijkt dat vooral de onderdelen hang- en sluitwerk en het vervangen van sanitair is gestegen. Dit is een ontwikkeling die te maken kan hebben met de invoering van het vraaggestuurd onderhoud. In het verleden werd namelijk bij het periodieke grootonderhoud standaard het hang- en sluitwerk en het sanitair vervangen.
Er zijn een aantal dure reparatieverzoeken geweest vanwege vochtproblemen in woningen en dure reparaties aan een brandmeldinstallatie, een aantal liftinstallaties en luchtbehandelings- en warmtepompinstallaties. Daarnaast spelen de stijgende materiaalkosten een rol in de kostenoverschrijding.
Mutatieonderhoud
Als een huurder de woning verlaat, wordt de leeggekomen woning geïnspecteerd en maken we de woning verhuurklaar voor de nieuwe huurder. Naast de reguliere mutatiewerkzaamheden die in de woning worden gedaan, wordt er indien nodig planmatig onderhoud uitgevoerd. Verder worden het energielabel en de woningwaarderingspunten gecontroleerd. Ook kan het voorkomen dat we bij een mutatie ingrijpende renovaties uitvoeren die normaliter minder wenselijk zijn dan wanneer de woning bewoond is.
Bij onder andere mutatie van seniorenwoningen wordt de woning en de directe omgeving zoveel mogelijk levensloopbestendig gemaakt. In het verslagjaar zijn onder andere de volgende zaken gerealiseerd:
• 4 woningen zijn levensloopbestendig gemaakt (douche/ toilet vergroot)
De kosten van het mutatie onderhoud zijn in het verslagjaar gestegen. Er was oorspronkelijk € 2.221.080 begroot voor 415 mutatiewoningen. Het bedrag per mutatie is ook hoger dan begroot. Er was € 5.352 per mutatie begroot, maar dit is uitgekomen op € 6.690 per mutatiewoning. In 2022 is er bij 361 adressen mutatieonderhoud uitgevoerd. Voor alle mutatiewoningen worden, voordat de uitvoering plaatsvindt, prognoses opgesteld waardoor de kosten maandelijks nauwlettend gemonitord worden.
Opgemerkt moet worden dat in de post mutatieonderhoud woningen zijn opgenomen die verkocht zijn, maar waar eerst wat klein onderhoud is uitgevoerd. Ook is geconstateerd dat bij 47 woningen het mutatieonderhoud boven de € 15.000 ligt, waardoor de gemiddelde kosten behoorlijk stijgen.
Het is lastig om de gemiddelde kosten van het mutatieonderhoud per mutatiewoning onder het begrootte bedrag te houden. We zijn namelijk sterk afhankelijk van welke werkzaamheden er moeten gebeuren in een mutatiewoning. Het aantal mutatiewoningen waar veel werkzaamheden moeten worden uitgevoerd stijgt vanwege het beleid rondom vraaggestuurd onderhoud.
Geriefsverbetering > € 1.000
Dit zijn werkzaamheden die uitgevoerd worden op verzoek van een huurder en waar een huurverhoging tegenover staat. Denk hierbij aan het aanbrengen van een tweede toilet, vergroten van de badkamer, aanleg cv-installatie of het uitvoeren van energiebesparende maatregelen.
Begroot Realisatie
2020 € 310.000 € 300.318
2021 € 600.000 € 367.673
2022 € 700.000 € 621.100
De realisatie van zowel EBM als nieuwbouw/herstructurering blijft achter ten opzichte van de begroting.
In grote lijnen zijn hier verschillende oorzaken voor te benoemen:
• Flora en fauna
• Capaciteit intern
• Capaciteit extern
• Uitverhuizen bewoners
• Gemeentelijke procedures
Flora en fauna
Conform onze vastgestelde vastgoedstrategie en de daaruit volgende projectenkalender worden energiebesparende maatregelen aan onze huurwoningen projectmatig uitgevoerd. Om deze maatregelen uit te kunnen voeren moet conform weten regelgeving een flora en fauna onderzoek plaatsvinden. Meestal is daarna aanvullend onderzoek nodig vanwege de aanwezigheid van vogels en vleermuizen. Na de analyse is ontheffing nodig door de Omgevingsdienst Haaglanden. Onderzoek en ontheffing vragen een doorlooptijd van bijna twee jaar. Deels omdat de periode waarin onderzoek mag plaatsvinden vastgesteld is en deels omdat de niet formeel vastgestelde afhandeltermijn uitloopt tot soms wel 70 weken, terwijl 20 weken de vermelde afhandeltermijn is. Daardoor lopen een aantal projecten vertraging op. De contacten met de omgevingsdienst zijn goed, maar men loopt ook daar tegen een capaciteitsprobleem en de complexe processen op. Begin 2023 zal Oost West Wonen richting omgevingsdienst, provincie, gedeputeerde en gemeente daarop gaan acteren.
De interne capaciteit heeft onze aandacht. Omdat een aantal van onze projecten niet zijn gerealiseerd zoals gespland hebben we besloten de formatie uit te breiden. In 2023 zal er een extra projectleider worden aangetrokken en zal er een projectmanager worden aangesteld. Tevens maken we gebruik van ingehuurde capaciteit om het proces vlot te trekken.
Het afgelopen jaar kenmerkt zich door een goede samenwerking met de gemeente. Zowel op bestuurlijk als op operationeel niveau vindt er periodiek overleg plaats. Uitgangspunt van de besprekingen is de gezamenlijke lokale opgave. De opgave voor het eiland vertaalt zich bij de gemeente in een woonvisie en bij Oost West Wonen in een portefeuillestrategie. Daarnaast delen we informatie over projecten, kansen en initiatieven die voorbijkomen. Gemeentelijk doet men er alles aan om voldoende capaciteit beschikbaar te hebben.
Het uitverhuizen van bewoners is een forse opgave in een markt waar de mutatiegraad afneemt. Daarnaast vraagt de bewonersbegeleiding bij zowel EBM als nieuwbouw veel van de projectconsulenten. Extra capaciteit zal worden ingehuurd wanneer daar behoefte aan is.
Door het selecteren van partners die met ons optrekken in de verduurzaming van het bezit is er snelheid gekomen in het proces. Partners zijn vroeg betrokken bij het project en het proces waarin we gezamenlijk optrekken. Door een heldere planning waarin beslismomenten en voortgang duidelijk is weergegeven is het proces voorspelbaar. In 2022 heeft er een selectie plaatsgevonden voor twee partners die de komende vier jaar de EBM projecten zullen uitvoeren. Uitgangspunt is dat deze partners in een vroeg stadium betrokken zijn, innovaties en kennis aandragen en zicht conformeren aan de randvoorwaarden en prijsafspraken. Na een zorgvuldige selectie zijn twee partijen geselecteerd, te weten De Kok Bouwgroep en de Gelukgroep.
Ten aanzien van nieuwbouwprojecten maakt OWW steeds meer de keuze om conceptueel te bouwen. Dit vooral aan de hand van de woonstandaard waarin woningen omschreven zijn in de vorm van Product – Markt – combinaties (PMC’s). Voldoende, betaalbare en kwalitatief goede woningen vraagt om standaardisatie.
Projecten
Oost West Wonen richt zich primair op het in stand houden (onderhoud en woningverbetering) van het woningbezit. Pas als het in stand houden met te hoge kosten gepaard gaat, is sloop en vervangende nieuwbouw een reële optie. Daarnaast is het mogelijk grondposities aan te kopen om uitbreiding van de vastgoedportefeuille te realiseren. Een eerste belangrijke stap is om te kijken of een nieuwbouwinvestering bijdraagt aan de strategische doelen en passend is binnen de beleidskaders. De nieuwbouwprojecten van Oost West Wonen zijn primair gericht op activiteiten die vallen onder Diensten van Algemeen Economisch Belang (DAEB). In 2022 heeft Oost West Wonen zich beziggehouden met de ontwikkeling en realisatie van een aantal nieuwbouwprojecten, te weten:
• Realisatie van 9 grondgebonden seniorenwoningen aan de Polderstraat/Kerkstraat te Achthuizen
• Realisatie van 7 grondgebonden seniorenwoningen aan de Joos Jansestraat te Sommelsdijk
EBM aantallen:
• 18 woningen EBM Oude-Tonge en 1 extra woning die we later hebben toegevoegd;
• 32 woningen EBM Ooltgensplaat. Het project is in 2 fasen uitgevoerd vanwege het niet tijdig verlenen van de ontheffing in het kader van de Wet Natuurbeheer. In 2022 is planmatig onderhoud voor 70% uitgevoerd en het overige planmatige onderhoud in 2023. De EBM maatregelen zijn in 2022 voor 30% uitgevoerd en voor 70% in 2023.
• 47 woningen EBM Dirksland “De Hofjes”; spouwisolatie in 2023 en alle overige werkzaamheden in 2022.
Projectnaam Dorpskern Aantal woningen Status Jaar uitvoering Opmerking
Verbetering
EBM De Hofjes Dirksland 47 In uitvoering 2022-2023 Afronding maart 2023
EBM + Revitaliseren Oudeland Sommelsdijk 75 In voorbereiding 2024
EBM Oude-Tonge Fase 3 Oude-Tonge 19 In uitvoering 2022 Opgeleverd en afgerond
NOM-woningen Goedereede Goedereede 39 Afrondingsfase 2020-2023
EBM Ooltgensplaat Ooltgensplaat 4 In voorbereiding 2022 Oplevering eind maart 2023
EBM Ooltgensplaat
Duurzaamheid
Duurzaamheid
De energetische prestaties van het vastgoed van OWW liggen lager dan landelijk gemiddeld. Dat onze woningen minder goed geïsoleerd zijn komt tot uitdrukking in drie beoordelingen en levert dus drie keer een C als beoordeling op:
• De isolatieprestatie (dit is de afstand tot de standaard en streefwaarden; de tot 2050 nog terug te brengen warmtevraag);
• De energetische prestatie (wat is de huidige warmtevraag van de woningen);
• De technische woningkwaliteit.
De energetische prestaties van het vastgoed van OWW liggen lager dan landelijk gemiddeld. Dat onze woningen minder goed geïsoleerd zijn komt tot uitdrukking in drie beoordelingen en levert dus drie keer een C als beoordeling op:
Onderhoud
• De isolatieprestatie (dit is de afstand tot de standaard en streefwaarden; de tot 2050 nog terug te brengen warmtevraag);
• De energetische prestatie (wat is de huidige warmtevraag van de woningen);
• De technische woningkwaliteit.
De instandhoudingsindex voor corporatie Oost West wonen is in 2021 83. Een waarde boven 100 geeft aan dat Oost West wonen de afgelopen vijf jaar meer kosten heeft gemaakt, dan voor vergelijkbaar woningbezit gemiddeld wordt uitgegeven in de sector. Een waarde onder 100 geeft juist aan dat de gemaakte kosten lager waren dan gemiddeld in de sector. De instandhoudingskosten bestaan uit woningverbetering en onderhoud. De onderhoudskosten zijn opgebouwd uit: planmatig onderhoud, reparatieonderhoud en mutatieonderhoud.
Onderhoud & Verbetering
Het vijfjarig gemiddelde is bij Oost West Wonen slechts over 2 jaar gemeten. Oost West Wonen is hierin een middenmoot.
De technische woningkwaliteit bij Oost West Wonen is slechter in vergelijking met de sector Onze woningen zijn minder goed geïsoleerd;
Bij Oost West Wonen is de ervaren woonkwaliteit achteruit gegaan (van score 104 naar 102), maar nog steeds hoger dan corporaties met vergelijkbaar bezit.
De instandhoudingsindex voor corporatie Oost West wonen is in 2021 83. Een waarde boven 100 geeft aan dat Oost West wonen de afgelopen vijf jaar meer kosten heeft gemaakt, dan voor vergelijkbaar woningbezit gemiddeld wordt uitgegeven in de sector. Een waarde onder 100 geeft juist aan dat de gemaakte kosten lager waren dan gemiddeld in de sector. De instandhoudingskosten bestaan uit woningverbetering en onderhoud. De onderhoudskosten zijn opgebouwd uit: planmatig onderhoud, reparatieonderhoud en mutatieonderhoud. Het vijfjarig gemiddelde is bij Oost West Wonen slechts over 2 jaar gemeten. Oost West Wonen is hierin een middenmoot.
De technische woningkwaliteit bij Oost West Wonen is slechter in vergelijking met de sector. Onze woningen zijn minder goed geïsoleerd;
Bij Oost West Wonen is de ervaren woonkwaliteit achteruit gegaan (van score 104 naar 102), maar nog steeds hoger dan corporaties met vergelijkbaar bezit.
Wij zorgen voor financiële stabiliteit en voor een organisatie die in control is. Om de benodigde kwaliteiten in huis te hebben, hebben we behoefte aan een flexibele organisatiestructuur die is gekoppeld aan een strategische personeelsplanning. Zo is er ruimte voor medewerkers om zich te ontwikkelen en hun talenten optimaal te benutten.
In 2022 zijn er enkele wisselingen geweest op de HR-afdeling. Zo hebben we een splitsing gemaakt in de werkzaamheden op operationeel en op ontwikkelingsvlak. Het implementeren van een andere manier van werken kost tijd, vandaar dat we vertraging hebben opgelopen in het realiseren van enkele ambities.
Het afgelopen jaar was er een vrij hoog ziekteverzuim, voornamelijk voortkomend uit langdurig verzuim. Doel is om het percentage ziekteverzuim terug te dringen. We hebben met een externe adviseur gekeken wat we hieraan kunnen doen en hebben een plan van aanpak gemaakt.
We hebben het afgelopen jaar 6 personeelsbijeenkomsten georganiseerd, met als thema’s: duurzaamheid, AVG en begroting, conceptueel bouwen en ICT informatiebeleid, KWH, convenant zo werken wij en begroting, governance.
De sleutel tot succes ligt bij ons personeel. Daarom hebben we aandacht voor de juiste match tussen dat wat er van ons gevraagd wordt als woningcorporatie en de (ontwikkeling van) de competenties van onze medewerkers. In 2021 zijn we gestart met de contouren te schetsen van ons Strategisch PersoneelsPlan (SPP), dat laat zien in hoeverre wij in staat zijn om de komende jaren in te spelen op veranderingen. Maar ook waar binnen het personeelsbestand opvallende afwijkingen zijn, denk bijvoorbeeld aan leeftijdsopbouw, competenties en vaardigheden. We hebben veel energie gestopt in het opstellen van een organisatieontwikkelplan. Er is namelijk wat wrijving tussen de ambities en de structuur van de organisatie. Dit plan moet helpen om de organisatie klaar te maken voor de ambities.
Wij zorgen voor financiële stabiliteit en voor een organisatie die in control is. Om de benodigde kwaliteiten in behoefte aan een flexibele organisatiestructuur die is gekoppeld aan een personeelsplanning. Zo is er ruimte voor medewerkers om zich te ontwikkelen en hun talenten
In 2022 zijn er enkele wisselingen geweest op de HR-afdeling. Zo hebben we een splitsing gemaakt in de werkzaamheden op operationeel en op ontwikkelingsvlak. Het implementeren van een andere manier van werken kost tijd, vandaar dat we vertraging hebben opgelopen in het realiseren van enkele ambities. elopen jaar was er een vrij hoog ziekteverzuim, voornamelijk voortkomend uit langdurig verzuim. Doel is om het percentage ziekteverzuim terug te dringen. We hebben met een externe adviseur gekeken wat we hieraan kunnen doen en hebben een plan van aanpak gemaakt.
We hebben het afgelopen jaar 6 personeelsbijeenkomsten georganiseerd, met als thema’s: duurzaamheid, AVG en begroting, conceptueel bouwen en ICT informatiebeleid, KWH, convenant zo werken wij en begroting,
Medewerkers hebben behoefte om zich te verbinden aan elkaar en aan de ambities van de organisatie. Daarom zijn we in 2021 gestart met het traject ‘Zo werken wij’. Het afgelopen jaar hebben we een app geïntroduceerd, waarmee we de tevredenheid onder onze medewerkers continue kunnen monitoren. Een van de uitkomsten is dat, net zoals landelijke cijfers laten zien, de werkdruk bij onze organisatie redelijk hoog ligt. Het werkgeluk geeft een stabiele waardering, maar is een terugkomend aandachtspunt. Daarom organiseren we periodieke personeelsbijeenkomsten waar onze medewerkers bij elkaar komen en met elkaar in gesprek gaan over actuele thema’s.
De sleutel tot succes ligt bij ons personeel. Daarom hebben we aandacht voor de juiste match tussen dat wat er gevraagd wordt als woningcorporatie en de (ontwikkeling van) de competenties van onze tart met de contouren te schetsen van ons Strategisch PersoneelsPlan (SPP), dat laat zien in hoeverre wij in staat zijn om de komende jaren in te spelen op veranderingen. Maar ook waar binnen het personeelsbestand opvallende afwijkingen zijn, denk bijvoorbeeld aan leeftijdsopbouw, We hebben veel energie gestopt in het opstellen van een organisatieontwikkelplan. Er is namelijk wat wrijving tussen de ambities en de structuur van de organisatie Dit tie klaar te maken voor de ambities.
ander project dat is geïnitieerd door enkele medewerkers,
Dankzij een groep enthousiaste medewerkers is er een convenant ontwikkeld met daarop gedragsregels, welke begin 2023 is ondertekend. Doel is dat deze regels bijdragen aan meer onderlinge verbinding en waardering voor elkaar. Een ander project dat is geïnitieerd door enkele medewerkers, is het buddytraject, waarbij twee medewerkers aan elkaar gekoppeld zijn. De buddy’s houden elkaar in de gaten, sporen elkaar aan en helpen elkaar.
Medewerkers hebben behoefte om zich te verbinden aan elkaar en aan de ambities van de organisatie. Daarom zijn we in 2021 gestart met het traject ‘Zo werken wij’. Het afgelopen jaar hebben we een app geïntroduceerd, waarmee we de tevredenheid onder onze medewerkers continue kunnen monitoren. Een van de uitkomsten is dat, net zoals landelijke cijfers laten zien, de werkdruk bij onze organisatie redelijk hoog ligt. Het werkgeluk geeft een stabiele waardering, maar is een terugkomend aandachtspunt. Daarom organiseren we periodieke personeelsbijeenkomsten waar onze medewerkers bij elkaar komen en met elkaar in gesprek gaan over actuele thema’s.
Optimalisatie organisatieprocessen
Dankzij een groep enthousiaste medewerkers is er een convenant ontwikkeld met daarop gedragsregels, welke begin 2023 is ondertekend. Doel is dat deze regels bijdragen aan meer onderlinge verbinding en waardering voor elkaar. Een ander project dat is geïnitieerd door enkele medewerkers, is het buddytraject, waarbij twee medewerkers aan elkaar gekoppeld zijn De buddy's houden elkaar in de gaten, sporen elkaar aan en helpen elkaar.
Optimalisatie organisatieprocessen
Eén van onze interne opgaven is het op orde brengen van onze processen. Na een gedegen voorbereiding in 2021, zijn we in 2022 gestart met het beschrijven en optimaliseren van processen. Jaarlijks wordt bepaald welke processen in het opvolgend jaar opgepakt worden. In de volgende tabel is een overzicht te vinden van processen voor 2022.
Eén van onze interne opgaven is het op orde brengen van onze processen. Na een gedegen voorbereiding in 2021, zijn we in 2022 gestart met het beschrijven en optimaliseren van processen. Jaarlijks wordt bepaald welke processen in het opvolgend jaar opgepakt worden. In de volgende tabel is een overzicht te vinden van processen voor 2022.
Proces Primair Ondersteunend Sturend Mutatieproces x Reparatieproces x
Proces (Kwartaal)rapportages x Proces Investeringsopgave x Klachtenproces x WNT proces x Proces uitgifte, inname, verlies of diefstal toegangsmiddelen en mobile devices x Proces overdracht projecten x Overzicht processen optimalisatie 2022
18
Van de 8 processen zijn 3 processen vastgesteld. Om sturing en beheersing, alsmede het leren en verbeteren te borgen, moeten de vastgestelde processen voortdurend kritisch tegen het licht gehouden worden om te verbeteren waar kan en waar nodig.
De overige 5 processen zijn nog onderhanden. Door ontwikkelingen binnen de organisatie konden deze niet in 2022 worden vastgesteld. Van invloed is onder andere de implementatie van het Klantvolgsysteem en de borging daarvan in een aantal processen, alsmede het eigen maken van het aspect procesgericht denken en werken. Deze processen krijgen vervolg in 2023. Naast de niet afgeronde processen worden in 2023 de volgende processen opgepakt.
Van de 8 processen zijn 3 processen vastgesteld. Om sturing en beheersing, alsmede het leren en verbeteren te borgen, moeten de vastgestelde processen voortdurend kritisch tegen het licht gehouden worden om te verbeteren waar kan en waar nodig.
Proces
Klachtenproces x WNT proces x
Proces uitgifte, inname, verlies of diefstal toegangsmiddelen en mobile devices x Proces overdracht projecten x
Overzicht processen optimalisatie 2022
Van de 8 processen zijn 3 processen vastgesteld. Om sturing en beheersing, alsmede het leren en verbeteren te borgen, moeten de vastgestelde processen voortdurend kritisch tegen het licht gehouden worden om te verbeteren waar kan en waar nodig.
afgelopen jaar zijn: livegang Klantvolgsysteem, optimalisatie website, organisatie stakeholdersbijeenkomst, Stad Aardgasvrij, toekomstbestendig leven en flexwonen.
De overige 5 processen zijn nog onderhanden. Door ontwikkelingen binnen de organisatie konden deze niet in 2022 worden vastgesteld. Van invloed is onder andere de implementatie van het Klantvolgsysteem en de borging daarvan in een aantal processen, alsmede het eigen maken van het aspect procesgericht denken en werken. Deze processen krijgen vervolg in 2023. Naast de niet afgeronde processen worden in 2023 de volgende processen opgepakt.
De overige 5 processen zijn nog onderhanden. Door ontwikkelingen binnen de organisatie konden deze niet in 2022 worden vastgesteld. Van invloed is onder andere de implementatie van het Klantvolgsysteem en de borging daarvan in een aantal processen, alsmede het eigen maken van het aspect procesgericht denken en werken. Deze processen krijgen vervolg in 2023. Naast de niet afgeronde processen worden in 2023 de volgende processen opgepakt.
Proces Primair Ondersteunend Sturend
Proces nieuwbouwprojecten x
Overlastproces x
Urgentieproces x
Begrotingsproces x
Overzicht ‘nieuwe’ processen optimalisatie 2023
Overzicht ‘nieuwe’ processen optimalisatie 2023
Afhandeling klachten
In het afgelopen jaar zijn er vervolgstappen gezet binnen onze I&A-vernieuwingsagenda. Zo is er een stuurgroep I&A samengesteld, die onder meer besluiten heeft genomen over de prioritering en planning van onze IT-projecten en een roadmap daarvoor heeft opgesteld. Vanaf oktober hebben wij via een externe partij extra capaciteit ingezet om alle lopende ICT projecten te realiseren.
Sinds twee jaar zijn we aangesloten bij de Regionale Klachtencommissie Zuid West. In 2022 zijn er twee klachten gemeld bij deze commissie. Daarnaast hebben drie huurders hun klacht gemeld bij de directeurbestuurder van Oost West Wonen. De aard van de klachten ligt op het gebied van leefbaarheid, onderhoud en onze dienstverlening. Van de in totaal vijf gemelde klachten in 2022 zijn er drie afgehandeld. Eén gemelde klacht bij de Regionale Klachtencommissie Zuid West is in de afrondende fase en één klacht die gemeld is bij de directeur-bestuurder is nog in behandeling.
Afhandeling klachten
Informatiebeveiliging
We zien een stijging in het aantal klachten dat een formeel traject volgt, met name het aantal gemelde klachten bij de huurcommissie is gestegen. De meeste klachten zijn naar tevredenheid van de huurder opgelost.
Oost West Wonen heeft te maken gehad met een poging van een cyberaanval. Vanuit de 24/7 monitoring van onze systemen is de hackpoging voorkomen en is er geen verdere schade aan onze systemen en data geweest. Dit incident laat zien dat we voortdurend alert moeten blijven, zowel op technisch gebied als op de menselijke kant.
Vanwege deze stijging zijn we in 2022 actief aan de slag gegaan met het verder vormgeven van ons klachtenmanagement. Zo is het klachtenproces geoptimaliseerd en vastgesteld. Tevens wordt de klachtenbehandeling voortdurend onder de loep genomen, zodat een formeel vervolg niet nodig is en inzichtelijk wordt waar we onze dienstverlening kunnen verbeteren.
Sinds twee jaar zijn we aangesloten bij de Regionale Klachtencommissie Zuid West. In 2022 zijn er twee klachten gemeld bij deze commissie. Daarnaast hebben drie huurders hun klacht gemeld bij de directeur-bestuurder van Oost West Wonen. De aard van de klachten ligt op het gebied van leefbaarheid, onderhoud en onze dienstverlening. Van de in totaal vijf gemelde klachten in 2022 zijn er drie afgehandeld. Eén gemelde klacht bij de Regionale Klachtencommissie Zuid West is in de afrondende fase en één klacht die gemeld is bij de directeur-bestuurder is nog in behandeling.
Communicatie
Zowel in- als externe communicatie speelt een belangrijke rol bij onze organisatie. Intern is een van de belangrijkste doelen om de verbinding tussen de medewerkers te versterken. Daar heeft communicatie aan bijdragen in het ‘Zo werken wij’ traject. We hebben geconstateerd dat er meer aandacht moet komen voor de communicatieve vaardigheden van onze medewerkers. Dit gaan we in 2023 oppakken. Hetzelfde geldt voor het meer onder de aandacht brengen van de kernwaarden.
We zien een stijging in het aantal klachten dat een formeel traject volgt, met name het aantal gemelde klachten bij de huurcommissie is gestegen. De meeste klachten zijn naar tevredenheid van de huurder opgelost.
Op het vlak van externe communicatie is het lanceren van het eerste huurdersmagazine van Oost West Wonen een in het oog springende mijlpaal. Dankzij een enthousiaste redactieraad én betrokken huurders viel eind mei bij al onze huurders het magazine met de naam Thuis Best op de mat. Het lezerstevredenheidsonderzoek leverde veel positieve reacties en waardering op, vandaar dat we in 2023 een nieuwe editie uit gaan brengen. Andere projecten waar communicatie een belangrijke rol bij heeft gespeeld in het afgelopen jaar zijn: livegang Klantvolgsysteem, optimalisatie website, organisatie stakeholdersbijeenkomst, Stad Aardgasvrij, toekomstbestendig leven en flexwonen.
Vanwege deze stijging zijn we in 2022 actief aan de slag gegaan met het verder vormgeven van ons klachtenmanagement. Zo is het klachtenproces geoptimaliseerd en vastgesteld. Tevens wordt de klachtenbehandeling voortdurend onder de loep genomen, zodat een formeel vervolg niet nodig is en inzichtelijk wordt waar we onze dienstverlening kunnen verbeteren.
Zowel in- als externe communicatie speelt een belangrijke rol bij onze organisatie. Intern is een van de belangrijkste doelen om de verbinding tussen de medewerkers te versterken. Daar heeft communicatie aan bijdragen in het ‘Zo werken wij’ traject. We hebben geconstateerd dat er meer aandacht moet komen voor de communicatieve vaardigheden van onze medewerkers. Dit gaan we in 2023 oppakken. Hetzelfde geldt voor het meer onder de aandacht brengen van de kernwaarden.
Op het vlak van externe communicatie is het lanceren van het eerste huurdersmagazine van Oost West Wonen een in het oog springende mijlpaal. Dankzij een enthousiaste redactieraad én betrokken huurders viel eind mei bij al onze huurders het magazine met de naam Thuis Best op de mat. Het lezerstevredenheidsonderzoek leverde veel positieve reacties en waardering op, vandaar dat we in 2023 een nieuwe editie uit gaan brengen. Andere projecten waar communicatie een belangrijke rol bij heeft gespeeld in het
Naast het Business Continuïteit Plan en Business Continuïteit Management is er een Incident Response Plan opgesteld waarin een aantal scenario’s zijn beschreven van mogelijke calamiteiten. Vanuit dit Incident Response Plan is het duidelijk welke stappen gezet moeten worden en welke instanties benaderd moeten worden bij grootschalige informatiebeveiligingsincidenten. Informatiebeveiliging is als een terugkerend onderwerp op de agenda van de I&A gemonitord. Hiermee is de focus op beveiliging gewaarborgd.
Cybersecurity blijft een aandachtspunt voor onze organisatie en de actiepunten zullen deels door ons zelf of via de TASKFORCE groep van Zuidwest Samen opgepakt worden.
Onderstaande acties zijn gestart en in uitvoering:
• Deelname Taskforce IBP Zuidwest Samen, meerdere onderwerpen/acties;
• Assessment AON (verzekeraar) Cyber volwassenheid;
• Incident Response Plan in combinatie met andere crisisplannen opgesteld;
• Invoering van een wachtwoordmanager (realisatie 2023).
DMS
In het eerste kwartaal is het Document Management Systeem (DMS) ShareWorX geïmplementeerd. Hiermee is er verder gewerkt aan de digitalisering van onder meer het opslaan en beheren van documenten zoals huurcontracten, correspondentie met de huurders en nota’s.
Klantvolgsysteem (KVS)
Oost West Wonen heeft een Klantvolgsysteem (KVS) geïmplementeerd. Deze applicatie stelt de organisatie in staat om de dienstverlening richting de huurders te verbeteren en intern efficiënter de vragen vanuit de huurders te kunnen afhandelen.
Naast het realiseren van een KVS loopt het project huurdersportaal in combinatie met een huurders- en woningzoekenden app. Dit project ligt goed op schema, de inrichtingsfase is afgerond en er wordt volop getest en trainingen gegeven. Het huurdersportaal is een welkome aanvulling op onze website, waarbij de huurder meer mogelijkheden krijgt om digitaal zaken op te pakken. Februari 2023 zal zowel het huurdersportaal als de huurders app geactiveerd worden.
Tot slot zal de woningzoekenden app als aanvulling op ons woningzoekenden platform in Q2 van 2023 geïmplementeerd worden. Deze app zal de gebruiksvriendelijkheid voor de woningzoekende sterk verbeteren aangezien de woningzoekende het woningaanbod via mobiele telefoon of tablet kan volgen.
Woningopname- en Woningaanvaarding App
Binnen het project Woningopname- en Woningaanvaarding
App is het selectiecriterium afgesloten en heeft OWW gekozen voor leverancier Casix. Het plan van aanpak is opgesteld en de kick-off van het project staat gepland begin 2023.
Datakwaliteit
Binnen het project datakwaliteit zijn twee dataproblemen geconstateerd, namelijk bestemming bezit en energielabel. Deze twee problemen hebben ertoe geleid dat er is gewerkt aan een gestructureerde modus om de dataproblemen binnen Oost West Wonen aan te pakken. De projectgroep heeft geconstateerd dat de aanpak van datakwaliteit goed gecoördineerd zal moeten worden en de inzet van een dataspecialist noodzakelijk is. Daarom is er een vacature voor een Data Steward uitgezet, welke is ingevuld per april 2023. De komende jaren maken we een inhaalslag om onze woningen te herlabelen. Daarnaast zal verouderde en verkeerde data in VABI opgeschoond moeten worden.
Beheerorganisatie
In het project I&A Beheerorganisatie zijn de kerngebruikers via een aantal workshops geïnformeerd over de invulling van taken en rollen binnen de beheerorganisatie en hebben zij zelf aan kunnen geven hoe zij deze rol zien. Via VVA is er een eindrapport opgeleverd over de betreffende workshops. Verdere stappen zullen door VVA gezet gaan worden om de beheerorganisatie formeel te gaan implementeren. De applicaties zijn geïnventariseerd en er zijn per applicatie
ERP
Voor het project ERP-oriëntatie (T365) is een verkennend onderzoek uitgevoerd op de haalbaarheid van een samenwerking met L’Escaut uit Vlissingen. Het onderzoek heeft geconstateerd dat een dergelijke samenwerking in één project geen haalbare zaak is. Vanuit de samenwerking met Zuidwest Samen zal er in ieder geval met de inrichting van het ERP 365 naar een gezamenlijke aanpak met alle ZWS corporaties opgezet gaan worden.
Power BI
Het Power BI project met leverancier CNS is technisch gezien van start gegaan. CNS is achter de schermen bezig om de Power BI applicatie te laten koppelen met onze AX2009 versie van Aareon. Recent hebben heeft CNS laten weten dat zij tegen technische problemen oplopen met betrekking tot de koppeling met AX2009. Dit stagneert het traject, waardoor wij genoodzaakt zullen zijn om onze planning van dit project bij te stellen.
Het financieel beleid van Oost West Wonen is gericht op een duurzame bedrijfsvoering, zodat de doelen en ambities van de organisatie kunnen worden bereikt.
Uitgangspunt is dat de financiële continuïteit van de organisatie is gewaarborgd. Dat betekent dat alle financiële kengetallen voldoen aan de daaraan gestelde interne en externe (WSW en Aw) normen. In het verslagjaar is dit gerealiseerd en is er een begroting voor 2023 en volgende jaren opgeleverd die eveneens aan dit uitgangspunt voldoet.
In deze paragraaf komen de volgende zaken aan de orde:
• realisatie en analyse van het jaarresultaat over 2022;
• waardeontwikkeling;
• kasstromen en treasury;
• planning- en controlcyclus;
• toekomst;
• Recente ontwikkelingen met invloed op de meerjarenprognose/continuïteit.
financiële kengetallen voldoen aan de daaraan gestelde interne en externe (WSW en Aw) normen. In het verslagjaar is dit gerealiseerd en is er een begroting voor 2023 en volgende jaren opgeleverd die eveneens aan dit uitgangspunt voldoet.
In deze paragraaf komen de volgende zaken aan de orde:
• realisatie en analyse van het jaarresultaat over 2022;
• waardeontwikkeling;
• kasstromen en treasury;
• planning- en controlcyclus;
• toekomst;
• Recente ontwikkelingen met invloed op de meerjarenprognose/continuïteit
Het verslagjaar 2022 is afgesloten met een nadelig resultaat van € 30,8 miljoen na belastingen.
Realisatie en analyse van het jaarresultaat over 2022
Het verslagjaar 2022 is afgesloten met een nadelig resultaat van € 30,4 miljoen na belastingen.
Het jaarresultaat is als volgt samengesteld.
Het jaarresultaat is als volgt samengesteld.
• De verhuur- en beheeractiviteiten vallen € 0,5 miljoen hoger uit dan vorig jaar
Alle aan deze activiteiten toegerekende kosten (bedrijfslasten, afschrijvingen en personeel) zijn hoger dan voorgaand verslagjaar.
• De onderhoudslasten vallen € 1,5 miljoen hoger uit dan vorig jaar
Dit wordt met name veroorzaakt door:
- Een toename van het totale planmatige onderhoud van € 0,7 miljoen. Met name een stijging van het planmatige onderhoud bij EBM van € 0,4 miljoen, een stijging van het planmatig onderhoud bij mutatie van € 0,1 miljoen en een stijging van het contractonderhoud van € 0,1 miljoen dragen daar aan bij.
- Een toename van het dagelijks onderhoud van € 0,5 miljoen wordt veroorzaakt door een toename van € 0,3 miljoen voor reparatieonderhoud en € 0,2 miljoen voor het mutatieonderhoud
Zie voor een verdere verdiepende toelichting hoofdstuk 5.2
• De lasten uit overige activiteiten vallen € 1,4 miljoen lager uit dan vorig jaar
In het resultaat is een aantal bijzondere posten opgenomen die jaarlijkse aanzienlijk kunnen verschillen. In verband met de vergelijkbaarheid van de resultaten is in het volgende overzicht het resultaat weergegeven zonder deze bijzondere posten (bedragen x € 1.000)
In het resultaat is een aantal bijzondere posten opgenomen die jaarlijkse aanzienlijk kunnen verschillen. In verband met de vergelijkbaarheid van de resultaten is in het volgende overzicht het resultaat weergegeven zonder deze bijzondere posten (bedragen x € 1.000)
Analyse resultaat op hoofdlijnen
In de verslagjaren worden de resultaten opgenomen op basis van de zogenaamde functionele kostenindeling. Lasten worden hierbij geclassificeerd op basis van hun functie als onderdeel van de kostprijs van een bepaalde functie. Voor zover niet rechtstreeks toe te rekenen worden organisatorische kosten verdeeld door middel van een kostenverdeelstaat.
Netto resultaat exploitatie vastgoedportefeuille
Het nettoresultaat exploitatie vastgoedportefeuille valt € 0,1 miljoen lager uit dan in 2021. Over 2022 bedraagt deze € 18,7 miljoen. Samengevat is dit resultaat als volgt te analyseren:
Analyse resultaat op hoofdlijnen
• De huuropbrengsten vallen € 0,5 miljoen hoger uit dan vorig jaar
Met name de lagere verhuurderheffing in 2022 van € 1,5 miljoen (2022: € 3,4 miljoen ten opzichte van 2021: € 4,9 miljoen) ligt hieraan ten grondslag. Belangrijkste aanwijzing hiervoor ligt bij de tariefstelling over de totale WOZ-waarde (2022: 0,332% ten opzichte van 2021: 0,526%).
Dit wordt met name veroorzaakt door:
- Hogere huuropbrengsten vanwege de 2,3% huurverhoging in juli € 0,5 miljoen
- Hogere huuropbrengsten vanwege gerealiseerde nieuwbouw in 2022 € 0,1 miljoen
- Gemiste huuropbrengsten vanwege verkochte woningen in 2022 -/- € 0,1 miljoen
• De verhuur- en beheeractiviteiten vallen € 0,5 miljoen hoger uit dan vorig jaar
In de verslagjaren worden de resultaten opgenomen op basis van de zogenaamde functionele kostenindeling. Lasten worden hierbij geclassificeerd op basis van hun functie als onderdeel van de kostprijs van een bepaalde functie. Voor zover niet rechtstreeks toe te rekenen, worden organisatorische kosten verdeeld door middel van een kostenverdeelstaat.
Netto resultaat exploitatie vastgoedportefeuille
Het nettoresultaat exploitatie vastgoedportefeuille valt € 0,1 miljoen lager uit dan in 2021. Over 2022 bedraagt deze € 18,7 miljoen. Samengevat is dit resultaat als volgt te analyseren:
• De huuropbrengsten vallen € 0,5 miljoen hoger uit dan vorig jaar
Dit wordt met name veroorzaakt door:
Netto gerealiseerd resultaat verkoop vastgoedportefeuille Het netto gerealiseerd resultaat verkoop vastgoedportefeuille is nagenoeg gelijk ten opzichte van de jaarrekening 2021. Er zijn minder woningen verkocht in 2022, namelijk 26 ten opzichte van 28 in 2021. De gemiddelde verkoopopbrengst per woning viel wel hoger uit: € 220.314 in 2022, ten opzichte van € 180.504 in 2021. De gemiddelde marktwaarde (lees boekwaarde) van de verkochte woningen is echt ook hoger: € 146.571 in 2022 ten opzichte van € 119.874 in 2021. Over het voorgaande boekjaar zijn er een aantal voormalige kantoorpanden verkocht.
Waardeverandering vastgoedportefeuille
De waardeverandering van de vastgoedportefeuille bedraagt in 2022 € 41,2 miljoen nadelig ten opzichte van een waardeverandering van € 127,6 miljoen voordelig in de jaarrekening 2021. Dit is een negatief verschil van € 168,7 miljoen. Er is € 6 miljoen meer aan waardeverandering door onrendabele toppen op investeringen: € 8,1 miljoen ten opzichte van € 2,1 miljoen in 2021. De overige € 162,7 miljoen komt voort uit de afname van de marktwaarde in 2022 ten opzichte van een toename van de marktwaarde in 2021. In 2022 geeft dit een afwaardering van € 33,1 miljoen ten opzichte van een opwaardering in 2021 van € 129,6 miljoen.
- Hogere huuropbrengsten vanwege de 2,3% huurverhoging in juli € 0,5 miljoen
Uit bovenstaande gegevens, die opgegeven zijn in de dPi 2022, volgt dat de financieringsbehoefte bij volledige uitvoering van het investeringsprogramma de komende drie jaar volgens de prognoses € 132 miljoen bedraagt, bestaande uit herfinanciering van nieuwe leningen en financieringen van de geplande investeringen. Dit bedrag is nog niet volledig geborgd door het WSW.
Het samenvattende dashboard financiële sturing geeft het volgende beeld:
- Hogere huuropbrengsten vanwege gerealiseerde nieuwbouw in 2022 € 0,1 miljoen
- Gemiste huuropbrengsten vanwege verkochte woningen in 2022 -/- € 0,1 miljoen
De overige organisatiekosten zijn € 3,1 miljoen lager dan in 2021. Dit wordt veroorzaakt door de verwerking van de zogenaamde Vestia leningruil in 2021. Het verlies dat in 2021 ontstond door de leningruil werd op grond van regelgeving in één keer verwerkt als volkshuisvestelijke bijdrage. Fiscaal
wordt deze last anders verwerkt: over het vorige jaar en in dit jaar wordt deze in 2 gelijke delen verantwoord.
Saldo financiële baten en lasten
Er is in 2022 een nieuwe financiering aangetrokken van € 8 miljoen. Dit betreft 1 fixe lening met een rentepercentage van 2,581%. Daarnaast is er gedurende het jaar € 12,47 miljoen afgelost op bestaande leningen. Ook is een waardeverandering als gevolg van de afwaardering van SDE subsidies, welke als € 0,17 miljoen vordering waren opgenomen, onder deze post als lasten verantwoord. Per saldo vallen de financiële baten en lasten in 2022 hierdoor nog circa € 0,2 miljoen lager uit dan in 2021.
Belastingen
In 2022 wordt een nadelig resultaat (lasten) op vennootschapsbelasting behaald van € 3,0 miljoen ten opzichte van een nadelig resultaat (lasten) van € 3,7 miljoen in 2021. De fiscale winst is in 2022 lager dan in 2021 (€ 10,3 miljoen versus € 13,0 miljoen in 2021). Hierdoor is de acute last van het betreffende boekjaar 2022 lager dan de acute last van het vorige verslagjaar. Daarnaast verlopen de mutatie(s) in de actieve belastinglatentie ook via deze belastingen, welke in de toelichting op de winst- en verliesrekening apart worden benoemd.
Van marktwaarde in verhuurde staat naar beleidswaarde
Waardeontwikkeling
Waardering bezit
Waardeontwikkeling
Waardering bezit
Voor het bepalen van de marktwaarde op full-versie is een taxateur ingeschakeld. In 2020 heeft Capital Value een volledige taxatieronde op het totale bezit uitgevoerd, zodat in dit verslagjaar volstaan kan worden met een zogenaamde taxatie-update. In 2023 zal het volledige bezit weer middels een volledige taxatieronde worden getaxeerd. De externe taxateur is ingeschreven bij het Nederlands Register Vastgoed Taxateurs. De berekeningen voor ons vastgoed in verhuurde staat wijzen uit dat de marktwaarde per 31 december 2022 € 885,7 miljoen is. De marktwaarde per 31 december 2021 was € 917,5 miljoen.
Realiseerbaarheid waarde onroerende zaken in exploitatie Onder het eigen vermogen is per 31 december 2022 een herwaarderingsreserve vastgesteld van € 470,4 miljoen. De waardering van dit vastgoed is in overeenstemming met het Handboek modelmatig waarderen bepaald. Dit conform de in de woningwet voorgeschreven waarderingsgrondslag en daaruit afgeleide ministeriële besluiten, geldend ten tijde van het opmaken van de jaarverslaggeving.
De realisatie van deze ongerealiseerde herwaardering is sterk afhankelijk van het te voeren beleid van Oost West Wonen. De mogelijkheden voor de corporatie om vrijelijk door (complexgewijze) verkoop of huurstijgingen de marktwaarde in verhuurde staat van het DAEB bezit in exploitatie te realiseren zijn beperkt. Dit komt door wettelijke maatregelen en maatschappelijke ontwikkelingen zoals demografie en een stijgende behoefte aan sociale (DAEB) huurwoningen.
Beleidsmatige beschouwing op de ontwikkeling van de marktwaarde
Het jaar 2022 laat een kentering in de vastgoedmarkt zien. Door de economische ontwikkelingen neemt de interesse in de koopmarkt af. Door de stijgende rente en hogere bouwkosten neemt de vraag naar koopwoningen af en is de prijsopdrijvende druk op de koopmarkt afgenomen. Dit geeft een prijsdaling op de leegwaarde. Voor de vastgoedportefeuille van Oost West Wonen heeft dit voor een lichte daling van de marktwaarde gezorgd.
Ook in 2022 is het bezit gewaardeerd tegen de marktwaarde in verhuurde staat (full-versie volgens het handboek marktwaardering). In het financiële deel van dit jaarverslag wordt uitgebreid ingegaan op deze wijze van waarderen. Daarnaast is er de beleidswaarde. De beleidswaarde wordt bepaald door op vier aspecten aanpassingen door te voeren in de uitgangspunten van de berekening van de marktwaarde. De (lagere) waarde die ontstaat is dan de beleidswaarde. Het verschil tussen markt- en beleidswaarde is de maatschappelijk bestemming. Onderstaand figuur geeft visueel de stappen weer van marktwaarde naar beleidswaarde.
Ook in 2022 is het bezit gewaardeerd tegen de marktwaarde in verhuurde staat (full-versie volgens het handboek marktwaardering). In het financiële deel van dit jaarverslag wordt uitgebreid ingegaan op deze wijze van waarderen. Daarnaast is er de beleidswaarde. De beleidswaarde wordt bepaald door op vier aspecten aanpassingen door te voeren in de uitgangspunten van de berekening van de marktwaarde. De (lagere) waarde die ontstaat is dan de beleidswaarde. Het verschil tussen markt- en beleidswaarde is de maatschappelijk bestemming. Onderstaand figuur geeft visueel de stappen weer van marktwaarde naar beleidswaarde.
Beleidsmatige beschouwing op de beleidswaarde
Op basis van artikel 31 van het Btiv wordt bij de waardering •
• onderscheid gemaakt naar de volgende categorieën:
• woongelegenheden;
In de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving heeft richtlijn 645 betrekking op de jaarverslaggeving van toegelaten instellingen (hierna ‘woningcorporaties’). De ontwikkeling van de beleidswaarde wordt deels beïnvloed door de ontwikkeling van de marktwaarde in verhuurde staat welke hiervoor is toegelicht, omdat de beleidswaarde de marktwaarde als vertrekpunt neemt.
Op basis van artikel 31 van het Btiv wordt bij de waardering onderscheid gemaakt naar de volgende categorieën:
• woongelegenheden;
• bedrijfsmatig en maatschappelijk onroerend goed (BOG en MOG);
• bedrijfsmatig en maatschappelijk onroerend goed (BOG en MOG);
• parkeergelegenheden;
• parkeergelegenheden;
• intramuraal zorgvastgoed.
• intramuraal zorgvastgoed.
Voor het bepalen van de marktwaarde op full-versie is een taxateur ingeschakeld. In 2020 heeft Capital Value een volledige taxatieronde op het totale bezit uitgevoerd, zodat in dit verslagjaar volstaan kan worden met een zogenaamde taxatie-update. In 2023 zal het volledige bezit weer middels een volledige taxatieronde worden getaxeerd. De externe taxateur is ingeschreven bij het Nederlands Register Vastgoed Taxateurs. De berekeningen voor ons vastgoed in verhuurde staat wijzen uit dat de marktwaarde per 31 december 2022
Met opmerkingen [TRC79]:
Bij het opstellen van de jaarrekening maakt het bestuur diverse oordelen en schattingen. Dit is inherent aan het toepassen van de geldende verslaggevingsstandaarden. In het bijzonder is dit van toepassing op de bepaling van de marktwaarde en de beleidswaarde van het vastgoed in exploitatie. De waardebepaling van het vastgoed, terug te vinden in de marktwaarde en beleidswaarde, is geen exacte wetenschap en tevens betreft dit de grootste schattingspost waar het bestuur een inschatting over moet maken voor de jaarrekening. De beleidswaarde kent als vertrekpunt de marktwaarde in verhuurde staat. Waarbij er in het kader van
afbeelding waterval heeft verwijderd:
Nieuwede beschikbaarheid, betaalbaarheid, kwaliteit en beheer aansluiting wordt gezocht bij het beleid van de corporatie in plaats van de uitgangspunten in de markt. Met deze toelichting wordt verduidelijking gegeven aan de waarde van het vastgoed, het corresponderende deel van het vermogen, dat als gevolg van het beleid van de woningcorporatie niet of pas op zeer lange termijn kan worden gerealiseerd.
Op basis van ervaringen uit dit boekjaar kan de externe toezichthouder besluiten nadere invulling te geven aan het begrip beleidswaarde. Mogelijke onzekerheden in de uitgangspunten die samenhangen met de verdere ontwikkeling van dit waardebegrip kunnen leiden tot aanpassingen in de beleidswaarde in komende perioden, onder meer samenhangend met:
• Aanpassing van de huurstijgingsparameter: bij bepaling van de beleidswaarde is de (bij mutatie van de woning te realiseren) markthuur aangepast naar de streefhuur. In de praktijk kan de huurstijging, de streefhuur en de huursom afwijken van de uitgangspunten in de beleidswaarde, vanwege onder andere afwijkingen in de mutatiegraad en de dan geldende kaders voor het passend toewijzen en het huursombeleid.
• Bepaling van de toegepaste disconteringsvoet (doorexploitatie scenario), welke op de laatste dag van 2022 in de beleidswaardebepaling is opgenomen. Deze wordt gelijk verondersteld aan de disconteringsvoet van de marktwaardebepaling. Theoretisch kan mogelijk een lager risicoprofiel worden verondersteld in de beleidswaarde door inrekenen van een lagere huur (betaalbaarheid) en hogere kwaliteit (onderhoud).
Doordat de disconteringsvoet bij doorexploitatie meer betekenis heeft gekregen, krijgt de bepaling van deze disconteringsvoet meer aandacht. Het is denkbaar dat hierdoor de disconteringsvoet de komende jaren nog een ontwikkeling gaat doormaken.
• Toepassing van nadere standaardisatie voor bepaling van onderhoudskosten versus investeringen en/of toerekening van niet direct vastgoedgerelateerde bedrijfslasten.
• Toepassing van verdere standaardisatie voor bepaling van beheerskosten.
Beleidsmatige beschouwing op het verschil tussen de marktwaarde en de beleidswaarde van het vastgoed in exploitatie
Het bestuur van Oost West Wonen heeft een inschatting gemaakt van het gedeelte van het eigen vermogen dat bij ongewijzigd beleid niet of eerst op zeer lange termijn realiseerbaar is. Deze schatting ligt in lijn met het verschil tussen de beleidswaarde van het DAEB-bezit en het niet-DAEB bezit in exploitatie en de marktwaarde in verhuurde staat van dit bezit en bedraagt circa € 322,5 miljoen. Het verschil tussen de marktwaarde en de beleidswaarde ultimo 2022 bestaat uit de volgende onderdelen:
De norm voor dit kengetal is door het WSW vastgesteld op 85% voor DAEB en 75% voor niet-DAEB. De interne norm die Oost West Wonen voor haar interne bedrijfsvoering hanteert, bedraagt respectievelijk 70% en 62,5%. In 2022 is er binnen deze norm gewerkt. De meerjarenbegroting blijft eveneens binnen de normen en laat het volgende beeld zien:
norm die Oost West Wonen voor haar interne bedrijfsvoering hanteert, bedraagt In 2022 is er binnen deze norm gewerkt. De meerjarenbegroting blijft eveneens volgende beeld zien:
norm die Oost West Wonen voor haar interne bedrijfsvoering hanteert, bedraagt In 2022 is er binnen deze norm gewerkt. De meerjarenbegroting blijft eveneens volgende beeld zien:
norm
Kasstromen en Treasury
Kasstromen en Treasury
Kasstromen en Treasury
Kasstromen en Treasury
De kasstromen worden onderscheiden naar drie belangrijke hoofdstromen:
De kasstromen worden onderscheiden naar drie belangrijke hoofdstromen:
De kasstromen worden onderscheiden naar drie belangrijke hoofdstromen:
De kasstromen worden onderscheiden naar drie belangrijke hoofdstromen:
• kasstroom uit operationele activiteiten/bedrijfsoperaties;
• kasstroom uit operationele activiteiten/bedrijfsoperaties;
• kasstroom uit operationele activiteiten/bedrijfsoperaties;
• kasstroom uit operationele activiteiten/bedrijfsoperaties;
• (des-)investeringskasstromen;
• (des-)investeringskasstromen;
• (des-)investeringskasstromen;
• (des-)investeringskasstromen;
• financieringskasstromen.
• financieringskasstromen.
• financieringskasstromen. Kasstroomoverzicht (directe methode)
• financieringskasstromen.
Al de treasury activiteiten zijn randvoorwaardelijk en hebben als doel om de volkshuisvestelijke realiseren. De treasury functie is verantwoordelijk voor het beheer van de liquide middelen voor dat er te allen tijde voldoende financiële middelen beschikbaar zijn. Zij signaleert (liquiditeits) risico’s en draagt zorg voor de beheersing hiervan. Een belangrijk financieel
Al de treasury activiteiten zijn randvoorwaardelijk en hebben als doel om realiseren. De treasury functie is verantwoordelijk voor het beheer van de voor dat er te allen tijde voldoende financiële middelen beschikbaar zijn. Zij (liquiditeits) risico’s en draagt zorg voor de beheersing hiervan. Een belangrijk
Beheersing van de renterisico’s
Al de treasury activiteiten zijn randvoorwaardelijk en hebben als doel om realiseren. De treasury functie is verantwoordelijk voor het beheer van de voor dat er te allen tijde voldoende financiële middelen beschikbaar zijn. Zij (liquiditeits) risico’s en draagt zorg voor de beheersing hiervan. Een belangrijk
Beheersing van de renterisico’s
Beheersing van de renterisico’s
Voor de beheersing van de renterisico’s is het essentieel dat op tijd kan worden ingespeeld ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt. De beheersing hiervan vindt plaats door instrumenten, zoals het maandelijks monitoren van de kasstromen, het indien nodig vervroegd tijdelijk kort financieren en looptijdmanagement van de leningportefeuille. Er is besloten maken van SWAPS en Swaptions.
Voor de beheersing van de renterisico’s is het essentieel dat op tijd kan worden ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt. De beheersing hiervan vindt instrumenten, zoals het maandelijks monitoren van de kasstromen, het indien tijdelijk kort financieren en looptijdmanagement van de leningportefeuille.
Het WSW schrijft een maximaal bedrijfseconomisch renterisico voor van 15%, exclusief
Voor de beheersing van de renterisico’s is het essentieel dat op tijd kan worden ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt. De beheersing hiervan vindt instrumenten, zoals het maandelijks monitoren van de kasstromen, het indien tijdelijk kort financieren en looptijdmanagement van de leningportefeuille.
Al de treasury activiteiten zijn randvoorwaardelijk en hebben als doel om de volkshuisvestelijke opgave te realiseren. De treasury functie is verantwoordelijk voor het beheer van de liquide middelen en zij draagt er zorg voor dat er te allen tijde voldoende financiële middelen beschikbaar zijn. Zij signaleert belangrijke financiële (liquiditeits) risico’s en draagt zorg voor de beheersing hiervan. Een belangrijk financieel risico is het renterisico.
Beheersing van de renterisico’s Voor de beheersing van de renterisico’s is het essentieel dat op tijd kan worden ingespeeld op de ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt. De beheersing hiervan vindt plaats door middel van klassieke instrumenten, zoals het maandelijks monitoren van de kasstromen, het indien nodig vervroegd aflossen, tijdelijk kort financieren en looptijdmanagement van de leningportefeuille. Er is besloten om geen gebruik te maken van SWAPS en Swaptions.
Het WSW schrijft een maximaal bedrijfseconomisch renterisico voor van 15%, exclusief investeringen. Oost West Wonen heeft hiervan haar beleid gemaakt. Het WSW kijkt hiervoor naar de renteconversies en aflossingen uitgedrukt in een percentage van de omvang van de leningenportefeuille aan het einde van het jaar. In de komende vijf jaar voldoet Oost West Wonen ruimschoots aan deze norm.
jaar. In de komende vijf jaar voldoet Oost West Wonen ruimschoots aan deze norm.
• oordeelsbrief en borgingsplafond van het WSW (juli 2022);
• transactievoorstellen en terugkoppeling afgesloten leningen;
• renteconversies 2022 en herfinanciering in 2022;
• borgingsplafond;
• addenda NWB en BNG inzake andaardleningovereenkomsten.
In de treasurycommissie hebben de bestuurder, manager bedrijfsvoering, medewerker van de afdeling bedrijfsvoering en een onafhankelijk extern deskundige zitting. De vergaderingen van deze commissie worden bijgewoond door de business controller.
Planning- en controlcyclus
De volgende zaken zijn in 2022 tijdig opgeleverd, vastgesteld en goedgekeurd:
• begroting 2023 met een doorkijk naar 2032;
• jaarrekening 2021;
• corpodata dVi 2021 en dPi 2022;
• kwartaalrapportages over het eerste, tweede en derde kwartaal;
• maandelijkse liquiditeitsoverzichten.
Toekomst
jaar. In de komende vijf jaar voldoet Oost West Wonen ruimschoots aan deze norm.
De financiële toekomst van Oost West Wonen blijkt uit de meerjarenprognoses. Deze geven een degelijk en financieel gezond beeld. De grafieken geven inzicht in de verwachte ontwikkeling van het jaarresultaat en de solvabiliteit volgens de meest recente begroting en meerjarenprognose.
De cijfers vanaf 2023 en volgende zijn ontleend aan de meerjarenbegroting.
De cijfers vanaf 2023 en volgende zijn ontleend aan de meerjarenbegroting.
De cijfers vanaf 2023 en volgende zijn ontleend aan de meerjarenbegroting.
Er zijn geen beleggingen.
Treasurycommissie
In 2022 heeft de treasurycommissie drie keer vergaderd. De volgende onderwerpen zijn behandeld:
• treasuryjaarplan 2022;
• liquiditeitsplanning over het gehele jaar 2022 en volgende jaren;
• markt- en renteontwikkelingen en de rentevisie van de grootbanken;
• rentevisie door externe treasurydeskundige;
• renterisico’s volgens de normen van het WSW en bedrijfseconomisch;
• oordeelsbrief en borgingsplafond van het WSW (juli 2022);
• transactievoorstellen en terugkoppeling afgesloten leningen;
• renteconversies 2022 en herfinanciering in 2022;
• borgingsplafond;
Er zijn geen beleggingen.
Er zijn geen beleggingen.
• addenda NWB en BNG inzake standaardleningovereenkomsten.
In de treasurycommissie hebben de bestuurder, manager bedrijfsvoering, medewerker van de afdeling bedrijfsvoering en een onafhankelijk extern deskundige zitting. De vergaderingen van deze commissie worden bijgewoond door de business controller.
Treasurycommissie
Treasurycommissie
Planning- en controlcyclus
De volgende zaken zijn in 2022 tijdig opgeleverd, vastgesteld en goedgekeurd:
In 2022 heeft de treasurycommissie drie keer vergaderd. De volgende onderwerpen zijn behandeld:
In 2022 heeft de treasurycommissie drie keer vergaderd. De volgende onderwerpen zijn behandeld:
• begroting 2023 met een doorkijk naar 2032;
• jaarrekening 2021;
• treasuryjaarplan 2022;
• corpodata dVi 2021 en dPi 2022;
• treasuryjaarplan 2022;
• kwartaalrapportages over het eerste, tweede en derde kwartaal;
• liquiditeitsplanning over het gehele jaar 2022 en volgende jaren;
• maandelijkse liquiditeitsoverzichten.
Toekomst
• liquiditeitsplanning over het gehele jaar 2022 en volgende jaren;
• markt- en renteontwikkelingen en de rentevisie van de grootbanken;
• rentevisie door externe treasurydeskundige;
• markt- en renteontwikkelingen en de rentevisie van de grootbanken;
De financiële toekomst van Oost West Wonen blijkt uit de meerjarenprognoses. Deze geven een degelijk en financieel gezond beeld. De grafieken geven inzicht in de verwachte ontwikkeling van het jaarresultaat en de solvabiliteit volgens de meest recente begroting en meerjarenprognose.
• renterisico’s volgens de normen van het WSW en bedrijfseconomisch;
De ontwikkeling van de solvabiliteit ligt ver boven de minimale norm gesteld door de Aw. Deze bedraagt voor DAEB 15% en voor niet-DAEB 40%. Oost West Wonen hanteert voor de interne bedrijfsvoering voor DAEB een norm van minimaal 20% en voor niet-DAEB de minimale norm van de Aw, zijnde 40%. Het gemiddelde voor DAEB ligt de komende 10 jaren op 58% en voor niet-DAEB op 73%.
• oordeelsbrief en borgingsplafond van het WSW (juli 2022);
• rentevisie door externe treasurydeskundige;
Naast bovenstaande ontwikkelingen is het relevant een doorkijk te geven in de kasstromen. Volgens de laatst vastgestelde begroting zijn die als volgt:
• transactievoorstellen en terugkoppeling afgesloten leningen;
• renterisico’s volgens de normen van het WSW en bedrijfseconomisch;
• renteconversies 2022 en herfinanciering in 2022;
• borgingsplafond;
• addenda NWB en BNG inzake standaardleningovereenkomsten.
In de treasurycommissie hebben de bestuurder, manager bedrijfsvoering, medewerker van de afdeling bedrijfsvoering en een onafhankelijk extern deskundige zitting. De vergaderingen van deze commissie worden
De ontwikkeling van de solvabiliteit ligt ver boven de minimale norm gesteld door DAEB 15% en voor niet-DAEB 40%. Oost West Wonen hanteert voor de interne norm van minimaal 20% en voor niet-DAEB de minimale norm van de Aw, zijnde
op
De ontwikkeling van de solvabiliteit ligt ver boven de minimale norm gesteld
De ontwikkeling van de solvabiliteit ligt ver boven de minimale norm gesteld door de Aw. Deze bedraagt voor DAEB 15% en voor niet-DAEB 40%. Oost West Wonen hanteert voor de interne bedrijfsvoering voor DAEB een norm van minimaal 20% en voor niet-DAEB de minimale norm van de Aw, zijnde 40%. Het gemiddelde voor DAEB ligt de komende 10 jaren op 58% en voor niet-DAEB op 73%.
De ontwikkeling van de solvabiliteit ligt ver boven de minimale norm gesteld door de Aw. Deze bedraagt voor DAEB 15% en voor niet-DAEB 40%. Oost West Wonen hanteert voor de interne bedrijfsvoering voor DAEB een norm van minimaal 20% en voor niet-DAEB de minimale norm van de Aw, zijnde 40%. Het gemiddelde voor DAEB ligt de komende 10 jaren op 58% en voor niet-DAEB op 73%.
Naast bovenstaande ontwikkelingen is het relevant een doorkijk te geven in de kasstromen. Volgens de laatst vastgestelde begroting zijn die als volgt:
Naast bovenstaande ontwikkelingen is het relevant een doorkijk te geven in de kasstromen. Volgens de laatst vastgestelde begroting zijn die als volgt:
meerjarenkasstromen (* € 1.000)
Daarnaast ligt de terugverdientijd ruim onder de door het WSW bepaalde maximale
Daarnaast ligt de terugverdientijd ruim onder de door het WSW bepaalde maximale norm van 30 jaar:
Daarnaast ligt de terugverdientijd ruim onder de door het WSW bepaalde maximale
Uit bovenstaande gegevens, die opgegeven zijn in de dPi 2022, volgt dat de financieringsbehoefte bij volledige uitvoering van het investeringsprogramma de komende drie jaar volgens de prognoses € 132 miljoen bedraagt, bestaande uit herfinanciering van nieuwe leningen en financieringen van de geplande investeringen. Dit bedrag is nog niet volledig geborgd door het WSW.
Ontwikkeling meerjarenkasstromen (* € 1.000)
Uit bovenstaande gegevens, die opgegeven zijn in de dPi 2022, volgt dat de financieringsbehoefte bij volledige uitvoering van het investeringsprogramma de komende drie jaar volgens de prognoses € 132 miljoen bedraagt, bestaande uit herfinanciering van nieuwe leningen en financieringen van de geplande investeringen. Dit bedrag is nog niet volledig geborgd door het WSW.
Het samenvattende dashboard financiële sturing geeft het volgende beeld:
financiële sturing geeft het volgende beeld:
Uit bovenstaande gegevens, die opgegeven zijn in de dPi 2022, volgt dat de financieringsbehoefte bij volledige uitvoering van het investeringsprogramma de komende drie jaar volgens de prognoses € 132 miljoen bedraagt, bestaande uit herfinanciering van nieuwe leningen en financieringen van de geplande investeringen. Dit bedrag is nog niet volledig geborgd door het WSW.
Het samenvattende dashboard financiële sturing geeft het volgende beeld:
Dit overzicht geeft inzicht in de volgende drie aspecten voor de realisatie verslagjaar en de komende vijf jaren:
• liquiditeitsontwikkeling;
• vermogensontwikkeling;
• bedrijfsvoering.
Het schuldrestant per gewogen vhe naar DAEB en niet-DAEB eenheden is als volgt grafisch weer te geven:
Dit overzicht geeft inzicht in de volgende drie aspecten voor de realisatie verslagjaar en de komende vijf jaren:
Interest dekkingsratio
Definities
Definities
• liquiditeitsontwikkeling;
• liquiditeitsontwikkeling;
• vermogensontwikkeling;
• bedrijfsvoering.
• vermogensontwikkeling;
• bedrijfsvoering.
Het schuldrestant per gewogen vhe naar DAEB en niet-DAEB eenheden is als volgt grafisch weer te geven:
Interest dekkingsratio
Interest dekkingsratio
Dit kengetal komt tot stand door het exploitatiesaldo (operationele kasstroom door de totale rentelasten. Dit kengetal geeft het aantal keer aan dat Oost betalen.
Kasstroom operationele activiteiten per vhe
Dit kengetal komt tot stand door het exploitatiesaldo (operationele kasstroom zonder rentelasten) te delen door de totale rentelasten. Dit kengetal geeft het aantal keer aan dat Oost West Wonen haar rentelasten kan betalen.
Dit kengetal komt tot stand door het exploitatiesaldo (operationele kasstroom door de totale rentelasten. Dit kengetal geeft het aantal keer aan dat Oost betalen.
Dit kengetal geeft de feitelijke kasstroom aan, voortvloeiend uit de bedrijfsvoering gewogen vhe.
Kasstroom operationele activiteiten per vhe
Kasstroom operationele activiteiten per vhe
Solvabiliteit
Dit kengetal geeft de feitelijke kasstroom aan, voortvloeiend uit de bedrijfsvoering gewogen vhe.
Dit kengetal geeft de feitelijke kasstroom aan, voortvloeiend uit de bedrijfsvoering van Oost West Wonen per gewogen vhe.
Solvabiliteit
De solvabiliteit geeft de verhouding tussen het eigen vermogen en het totaal vermogen berekend als zijnde eigen vermogen volgens de balans vermeerderd verminderd met de marktwaarde. Hieruit is af te leiden in hoeverre Oost West verplichtingen kan voldoen.
Solvabiliteit
Loan to value
De solvabiliteit geeft de verhouding tussen het eigen vermogen en het totaal vermogen berekend als zijnde eigen vermogen volgens de balans vermeerderd verminderd met de marktwaarde. Hieruit is af te leiden in hoeverre Oost West verplichtingen kan voldoen.
Dit overzicht geeft inzicht in de volgende drie aspecten voor de realisatie verslagjaar en de komende vijf jaren:
Loan to value
De solvabiliteit geeft de verhouding tussen het eigen vermogen en het totaal vermogen aan. Hierbij is het eigen vermogen berekend als zijnde eigen vermogen volgens de balans vermeerderd met de beleidswaarde en verminderd met de marktwaarde. Hieruit is af te leiden in hoeverre Oost West Wonen aan haar financiële verplichtingen kan voldoen.
De loan to value geeft de verhouding tussen de waarde en de leningen aan. extern gefinancierd. Hierbij is de beleidswaarde gebruikt, omdat deze bepalend financieringsgoedkeuring (borging) door het WSW.
Schuldrestant per vhe
De loan to value geeft de verhouding tussen de waarde en de leningen aan. extern gefinancierd. Hierbij is de beleidswaarde gebruikt, omdat deze bepalend financieringsgoedkeuring (borging) door het WSW.
Loan to value
Het schuldrestant per gewogen vhe naar DAEB en niet-DAEB eenheden is als volgt grafisch weer te geven:
Met de ratio “schuldrestant per vhe” wordt op eenvoudige wijze inzicht verkregen enkele gewogen verhuureenheid (vhe) bij Oost West Wonen met vreemd vermogen de component “vreemd vermogen” toeneemt, nemen ook de kosten voor (rente) toe.
Schuldrestant per vhe
De loan to value geeft de verhouding tussen de waarde en de leningen aan. Welke waarde van het bezit is extern gefinancierd. Hierbij is de beleidswaarde gebruikt, omdat deze bepalend is voor de financieringsgoedkeuring (borging) door het WSW.
Met de ratio “schuldrestant per vhe” wordt op eenvoudige wijze inzicht verkregen enkele gewogen verhuureenheid (vhe) bij Oost West Wonen met vreemd vermogen de component “vreemd vermogen” toeneemt, nemen ook de kosten voor (rente) toe.
Direct rendement
Schuldrestant per vhe
Direct rendement is het exploitatiesaldo gemeten in kasstromen en uitgedrukt waarde van het onderliggend bezit. Bij de bepaling van deze waarde is gekozen
Direct rendement
Met de ratio “schuldrestant per vhe” wordt op eenvoudige wijze inzicht verkregen in de mate waarin een enkele gewogen verhuureenheid (vhe) bij Oost West Wonen met vreemd vermogen is gefinancierd. Naarmate de component “vreemd vermogen” toeneemt, nemen ook de kosten voor de inzet van dit vreemde vermogen (rente) toe.
Direct rendement is het exploitatiesaldo gemeten in kasstromen en uitgedrukt waarde van het onderliggend bezit. Bij de bepaling van deze waarde is gekozen
Direct rendement
Direct rendement is het exploitatiesaldo gemeten in kasstromen en uitgedrukt in een percentage van de waarde van het onderliggend bezit. Bij de bepaling van deze waarde is gekozen voor de marktwaarde.
Recente ontwikkelingen met invloed op de meerjarenprognose/continuïteit
De economische omstandigheden zijn in vergelijking met voorgaande jaren nog onzekerder geworden. Zonder uitputtend te zijn onderkent Oost West Wonen de volgende ontwikkelingen:
Inflatie en stijgende kosten in het algemeen
De stijgende energieprijzen zorgen voor ongekende onzekerheden in de samenleving. De oorlog tussen Rusland en de Oekraïne draagt hier stevig aan bij. De stijgende energieprijzen sijpelen door in de prijzen van andere producten, waardoor de inflatie verder toeneemt. De lonen blijven achter, met koopkrachtdaling tot gevolg. De organisatie loopt aan de opbrengstenkant het risico dat de huurders in financiële moeilijkheden raken, met grotere huurachterstanden en moeilijke incasso tot gevolg. Aan de andere kant heeft de organisatie zelf ook te maken met hogere kosten voor onderhoud en projecten. Soms zijn de bouwmaterialen zelfs niet of niet op tijd leverbaar.
Rente en ontwikkeling financiële markten
De rente is wisselvalliger dan ooit. Als de rente één basispunt stijgt dan heeft dat, gelet op het kapitaalsintensieve karakter van de woningcorporatie, grote absolute impact op de financieringslasten. Daarom vindt er actief renterisicobeheer plaats en zijn er normen voor de beheersing van dit risico afgesproken. Deze zijn verwoord in de voorgaande paragraaf onder ‘treasury’.
Rijksoverheid
Een belangrijk risico is de Rijksoverheid. Zij heeft grote invloed op de bedrijfsvoering en het huishoudboekje. Aan de opbrengstenkant reguleert de Rijksoverheid de inkomsten door het gevoerde huurbeleid. Ook aan onze uitgavenkant - vennootschapsbelasting, saneringsheffing, onroerendzaakbelasting - heeft de Rijksoverheid een flinke vinger in de pap. Ongeveer één vierde van onze huuropbrengsten gaat hiernaartoe. Ook het wijzigen van de vereiste borgingsnormen door het WSW en/of de Aw levert onzekerheden voor ons op. Tegenover de afschaffing van de verhuurderheffing, deels weer tenietgegaan door de ATAD regeling, staan afspraken met betrekking tot de opgave op het terrein van kwaliteit, duurzaamheid en leefbaarheid. De doorwerking van de Nationale Prestatieafspraken en het terugnemen door de Rijksoverheid van de regie op de volkshuisvesting, zal impact hebben op de verdere ontwikkeling van de organisatie in de nabije toekomst. De uitwerking hiervan is nog ongewis en vormt dus een risico voor de organisatie.
Projecten, stikstofcrisis, wet- en regelgeving Voor de concreet in voorbereiding zijnde projecten is een redelijke inschatting gemaakt van het investeringsbedrag en de eventueel te verwachten onrendabele toppen. Deze zijn
dan ook in de meerjarenprognoses verwerkt. Voor de verder weg liggende investeringen is een best mogelijke schatting op basis van de bekend zijnde gegevens opgenomen. De stijgende inflatie, rente en overige kostenstijgingen geven een groter risico op kostenoverschrijdingen in 2023. Een belangrijk issue is de stikstofcrisis en de wet- en regelgeving, waardoor de realisatie van de projecten onder druk is komen te staan.
Krapte op de arbeidsmarkt
Door de vergrijzing en ontgroening is er een krapte op de arbeidsmarkt ontstaan. Hierdoor worden vacatures minder snel ingevuld, zo ook voor onze organisatie. Wat we hieraan proberen te doen is vermeld in ons voorwoord. Het betreft niet alleen Oost West Wonen, maar ook de leveranciers en aannemers waar de organisatie gebruik van maakt. Hierdoor loopt de organisatie het risico dat leveranties, de uitvoering van projecten of de uitvoering van onderhoudswerkzaamheden vertraagd zullen worden door personeelstekort of in prijs verder zullen stijgen door stijgende personeelslasten.
Huizenverkoop
Een ander belangrijke ontwikkeling is de daling van de huizenprijzen in het algemeen en het langer te koop staan van bestaand bezit dat in de verkoop komt. In de meerjarenprognoses is uitgegaan van de verkoop van 23 woningen met een bruto verkoopopbrengst woningen van circa € 4,4 miljoen. De huizenmarkt koelt snel af door de stijgende hypotheekrentes en energielasten.
Invloed op de (toekomstige) financiële positie Naast de definitieve meerjarenprognose zijn diverse andere financiële doorrekeningen gemaakt. De scenario’s hebben tot doel impact van gewijzigde parameters zoals een renteverhoging in beeld te krijgen, zodat we hierdoor niet verrast worden. De economische omstandigheden zijn in vergelijking met voorgaande jaren nog onzekerder. In navolging van AW/WSW hebben we aandacht voor met name de parameters van de rente, bouwkosten en inflatie.
Naast de definitieve meerjarenprognose zijn diverse andere financiële doorrekeningen gemaakt. De scenario’s hebben tot doel impact van gewijzigde parameters zoals een renteverhoging in beeld te krijgen, zodat we hierdoor niet verrast worden. De economische omstandigheden zijn in vergelijking met voorgaande jaren nog onzekerder. In navolging van AW/WSW hebben we aandacht voor met name de parameters van de rente, bouwkosten en inflatie.
De definitieve begroting 2023 en meerjarenprognose tot en met 2032 is gebaseerd op de parameters van het WSW. De rente is hierbij verhoogd met 0,5%. Verder zijn de volgende scenario’s doorgerekend:
De definitieve begroting 2023 en meerjarenprognose tot en met 2032 is gebaseerd op de parameters van het WSW. De rente is hierbij verhoogd met 0,5%. Verder zijn de volgende scenario’s doorgerekend:
Begroting Scenario A Scenario B
Rente Leidraad + 0,5% Begroting + 0,5% Begroting + 1,5%
Onderhoudskosten en bouwkostenstijging Leidraad Leidraad + 1% Leidraad + 2%
Inflatie incl. lonen Leidraad Leidraad + 0,5% Leidraad + 0,5%
Analyse van de uitkomsten
Scenario A
Analyse van de uitkomsten
Scenario A
Indien scenario A zich voordoet, dan betekent dit dat de ICR verslechterd. Zij bereikt echter haar dieptepunt in 2025. Daarna stijgt ze weer. Een stijgende rentevoet met 0,5%, een inflatiestijging met 0,5% en een bouwkostenstijging met 1% ten opzichte van de begroting 2023 is financieel gezien derhalve geen probleem.
Scenario B
Indien scenario B zich voordoet, dan betekent dit dat de ICR snel verslechterd. Vanaf 2027 komt de ICR rond de signaleringswaarde van 1,6. Bij een stijgende rentevoet met 1,5%, een inflatie met 0,5% en een bouwkostenstijging met 2% ten opzichte van de begroting voor 2023 hebben we weinig financiële ruimte meer om onze activiteiten uit te breiden de komende jaren. Bij nieuwe investeringsinitiatieven zal er dan vooraf vastgesteld moeten worden of we binnen de externe norm van het AW en WSW blijven.
Financiële bijsturing
Indien scenario A zich voordoet, dan betekent dit dat de ICR verslechterd. Zij bereikt echter haar dieptepunt in 2025. Daarna stijgt ze weer. Een stijgende rentevoet met 0,5%, een inflatiestijging met 0,5% en een bouwkostenstijging met 1% ten opzichte van de begroting 2023 is financieel gezien derhalve geen probleem.
Scenario B
Indien scenario B zich voordoet, dan betekent dit dat de ICR snel verslechterd. Vanaf 2027 komt de ICR rond de
Uit bovenstaande blijkt dat indien een genoemd scenario zich voordoet, er tot op zekere hoogte bijsturing noodzakelijk is. We hebben de volgende financiële mogelijkheden om financieel gezond te blijven en (financieel) koers te houden. Waarbij de volkshuisvestelijke opgave/wens het uitgangspunt is, maar waarbij we deze terugbouwen zodat we financieel gezond blijven. In willekeurige volgorde zijn er de volgende sturingsmogelijkheden: nieuwbouw uitstellen of niet plaats laten vinden, verbeter/verduurzamingsinvesteringen uitstellen of niet plaats laten vinden, onderhoudskosten uitstellen of op een lager kwaliteitsniveau vaststellen, operationele kosten bezuinigen, verkopen van bezit opvoeren en commerciële huurprijzen verhogen. Het huurbeleid van de sociale woningen geeft weinig tot geen extra mogelijkheden omdat dit gereguleerd wordt vanuit de Rijksoverheid. Wel is er de mogelijkheid de huren (extra) op te rekken bij mutatie.
Naast de begroting is er een op de begroting gebaseerde liquiditeitsplanning gemaakt die periodiek geactualiseerd wordt en in de treasurycommissie wordt behandeld. Uit deze planning blijkt dat de kasstromen uit operationele bedrijfsactiviteiten op de lange termijn positief zijn.
Conclusie
Concluderend stellen wij dat de financiële continuïteit van Oost West Wonen voldoende geborgd is. De in de onderhavige jaarrekening gehanteerde grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn dan ook gebaseerd op de veronderstelling van continuïteit van de vennootschap.
signaleringswaarde van 1,6. Bij een stijgende rentevoet met 1,5%, een inflatie met 0,5% en een bouwkostenstijging met 2% ten opzichte van de begroting voor 2023 hebben we weinig financiële ruimte meer om onze activiteiten uit te breiden de komende jaren. Bij nieuwe investeringsinitiatieven zal er dan vooraf vastgesteld moeten worden of we binnen de externe norm van het AW en WSW blijven.
Financiële bijsturing
Uit bovenstaande blijkt dat indien een genoemd scenario zich voordoet, er tot op zekere hoogte bijsturing noodzakelijk is. We hebben de volgende financiële mogelijkheden om financieel gezond te blijven en (financieel) koers te houden. Waarbij de volkshuisvestelijke opgave/wens het uitgangspunt is, maar waarbij we deze terugbouwen zodat we financieel gezond blijven. In willekeurige volgorde zijn er de volgende sturingsmogelijkheden: nieuwbouw uitstellen of niet plaats laten vinden, verbeter/verduurzamings-investeringen uitstellen of niet plaats laten vinden, onderhoudskosten uitstellen of op een lager kwaliteitsniveau vaststellen, operationele kosten bezuinigen, verkopen van bezit opvoeren en commerciële huurprijzen verhogen. Het huurbeleid van de sociale woningen geeft weinig tot geen extra mogelijkheden omdat dit gereguleerd wordt vanuit de Rijksoverheid. Wel is er de mogelijkheid de huren (extra) op te rekken bij mutatie.
Naast de begroting is er een op de begroting gebaseerde liquiditeitsplanning gemaakt die periodiek geactualiseerd wordt en in de treasurycommissie wordt behandeld. Uit deze planning blijkt dat de kasstromen uit operationele bedrijfsactiviteiten op de lange termijn positief zijn.
Conclusie
Concluderend stellen wij dat de financiële continuïteit van Oost West Wonen voldoende geborgd is. De in de onderhavige jaarrekening gehanteerde grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn dan ook gebaseerd op de veronderstelling van continuïteit van de vennootschap.
Een onderdeel van de Aedes Benchmark is het Bedrijfslastenonderdeel. De opgevraagde gegevens worden opgevraagd in 2022, maar hebben betrekking het verslagjaar 2021.
In het afgelopen verslagjaar is de score verbeterd van een C-score naar een B-score. De hoogte van de beïnvloedbare netto bedrijfslasten blijft de aandacht houden om de bedrijfslasten waar mogelijk omlaag te brengen.
In het afgelopen jaar heeft de ondernemingsraad (OR) diverse vergaderingen gehouden met de directeur-bestuurder en voorafgaand aan deze vergaderingen was er een overleg van de OR zelf.
Daarnaast hebben er nog vier gesprekken plaatsgevonden met de Raad van Commissarissen (23 mei, 11 juni en 3 november) en met het management op 25 mei.
Een achterbanberaad heeft in 2022 niet plaatsgevonden. Wel is de achterban op de hoogte gehouden over diverse zaken middels e-mail en in de persoonlijke contacten. Ook kan de achterban de notulen inzien van de vergaderingen van de OR.
Informatie voor de OR
In 2022 is de OR door de directeur-bestuurder geïnformeerd over:
• High Potential Traineeship
• Evaluatie thuiswerkbeleid
• Evenementenkalender (verbindend samenwerken)
• Covid-19 beleid met terugkomrooster
• Verbouwing kantoor Langeweg
• Afdelingsontwikkelplannen
• Strategisch HR-plan
• Performance Management
• Preventief Medisch Onderzoek
• Gebruikershandboek facilitair
• Traject Zo Werken Wij
• Eindejaarsuitkering 2022
• Begroting 2023
Instemming van de OR
In 2022 heeft de OR zijn goedkeuring gegeven aan:
• Preventiemedewerker
• Beloningsbeleid
• Secundaire arbeidsvoorwaarden
• Verplichte collectieve vakantiedagen 2022
Adviesrecht van de OR
In 2022 heeft de OR zijn adviesrecht uitgesproken over:
• Nieuw RvC-lid
• Diverse functieprofielen
Samenstelling OR
indicator: geharmoniseerde beïnvloedbare netto bedrijfslasten (GBNB). De indicator is gebaseerd op de verantwoordingsinformatie (dVi) van het voorgaande verslagjaar.
In de tabel hieronder zijn de scores weergegeven voor zowel Oost West Wonen als landelijk. Daarbij zijn ook de scores van het voorgaande verslagjaar weergegeven.
Het prestatieveld Bedrijfslasten vergelijkt de kosten die woningcorporaties maken voor de bedrijfsvoering, exclusief onderhoudskosten voor het verslagjaar 2021. Het prestatieveld bestaat uit 1 deelscore met 1 indicator: geharmoniseerde beïnvloedbare netto bedrijfslasten (GBNB). De indicator is gebaseerd op de verantwoordingsinformatie (dVi) van het voorgaande verslagjaar.
Score Oost West Wonen (verslagjaar 2021)
Bedrijfslasten
€ 839 (B)
Landelijk (verslagjaar 2021)
€ 877
In 2022 is de samenstelling van de OR niet gewijzigd. De ondernemingsraad bestaat uit leden Jan van der Welle, Joel Maassen, secretaris Carissa Geene, vicevoorzitter Rudolf Verkerke en voorzitter Aart van Biert.
Oost West Wonen (verslagjaar 2020) Landelijk (verslagjaar 2020)
€ 937 ( C )
€ 846
In het afgelopen verslagjaar is de score verbeterd van een C-score naar een B-score. De hoogte van de beïnvloedbare netto bedrijfslasten blijft de aandacht houden om de bedrijfslasten waar mogelijk omlaag te brengen.
6.5 Jaarverslag ondernemingsraad
In het afgelopen jaar heeft de ondernemingsraad (OR) diverse vergaderingen gehouden met de directeurbestuurder en voorafgaand aan deze vergaderingen was er een overleg van de OR zelf.
In de tabel hieronder zijn de scores weergegeven voor zowel Oost West Wonen als landelijk. Daarbij zijn ook de scores van het voorgaande verslagjaar weergegeven.
Daarnaast hebben er nog vier gesprekken plaatsgevonden met de Raad van Commissarissen (23 mei, 11 juni en 3 november) en met het management op 25 mei.
Een achterbanberaad heeft in 2022 niet plaatsgevonden. Wel is de achterban op de hoogte gehouden over diverse zaken middels e-mail en in de persoonlijke contacten. Ook kan de achterban de notulen inzien van de vergaderingen van de OR.
Op 25 oktober 2022 heeft er één scholingsbijeenkomst plaatsgevonden. Deze stond in het teken van de nieuwe bedrijfsplannen van Oost West Wonen. De gehele OR heeft deelgenomen aan deze cursus. Deze training werd gegeven door de adviseur van de OR, de heer Chrétien Sarton.
Governance regelt de bestuurlijke verhoudingen, duidt op een goede bestuurlijke inrichting van een onderneming en de uitvoering van goed ondernemerschap. Daarbij horen integer en transparant handelen, maar ook goed toezicht hierop en het afleggen van verantwoording over het uitgeoefende toezicht. In dit hoofdstuk wordt hierover gerapporteerd.
Oost West Wonen onderschrijft als lid van Aedes de Governancecode woningcorporaties 2020. Op diverse plaatsen in dit verslag geven we aan op welke manier Oost West Wonen de principes van de Governancecode toepast.
De invoering van de Wet bestuur en toezicht per 1 juli 2021 en de aanpassingen in de Woningwet per 1 januari 2022 waren aanleiding voor de vereniging om haar statuten te herzien. De statuten zijn per 18 juli 2022 geheel gewijzigd, logischer opgebouwd en in lijn gebracht met de geldende wet- en regelgeving. Ook is de rol en positie van de ledenraad in de statuten geheel herzien. De herziening van de statuten heeft tot aanpassingen geleid in de diverse reglementen van de vereniging. Inhoudelijk zijn de reglementen niet gewijzigd. De voornaamste aanpassing is de verwijzing naar de nieuwe statuten. Daarnaast is het Huishoudelijk Reglement van de vereniging in zijn geheel gewijzigd, vanwege de veranderende rol van de ledenraad.
Oost West Wonen is een vereniging. De ledenraad vormt de algemene vergadering van de vereniging en is daarmee het hoogste orgaan van de vereniging. De bevoegdheden van de ledenraad zijn vastgelegd in de statuten en het huishoudelijk reglement van Oost West Wonen. Leden van de ledenraad worden gekozen tijdens een ledenbijeenkomst. De ledenraad bestaat statutair uit minimaal zeven en maximaal elf leden. De ledenraad telt per 31 december 2022 13 leden, welke zal worden afgebouwd naar maximaal 11 leden. De samenstelling van de ledenraad is terug te vinden op onze website.
De belangrijkste wijziging in de governancestructuur van de vereniging in 2022 is de rol en positie van de ledenraad. De formele rol ten aanzien van de vaststelling en goedkeuring van het jaarverslag en de begroting zijn overgeheveld naar de raad van commissarissen (RvC). De ledenraad fungeert thans als klankbordgroep voor het bestuur en de RvC. Enerzijds worden zij geraadpleegd bij de plannen en activiteiten van de vereniging, anderzijds vertegenwoordigen zij de eilandelijke samenleving, omdat de ledenraadsleden als geen ander weten wat er in en rondom hun woning, wijk of dorp speelt en
Oost West Wonen werd in het verslagjaar bestuurd door een éénhoofdig bestuur in de persoon van Marleen van de Kamp. Het bestuur is verantwoordelijk voor de realisatie van de doelstellingen van de vereniging, de strategie, het beleid en de daaruit voortvloeiende resultaatontwikkeling.
Verder is het bestuur verantwoordelijk voor:
• de naleving van alle relevante wet- en regelgeving;
• het beheersen van de risico’s verbonden aan de activiteiten van de vereniging;
• de financiering van de vereniging;
• de naleving van de Governancecode voor woningcorporaties 2020;
• de borging van de missie, ambitie en identiteit van de vereniging.
Het bestuur richt zich primair op de volkshuisvestelijke en maatschappelijke doelstellingen van Oost West Wonen. Welke besluiten de bestuurder mag nemen met of zonder voorafgaande goedkeuring van de raad van commissarissen is vastgesteld in de statuten en het door de RvC vastgestelde bestuursreglement. Het bestuur wordt ondersteund door een controller. Deze beoordeelt de voorstellen die ter besluitvorming aan het bestuur (en de RvC) worden aangeboden en adviseert het bestuur en andere organen over beoordeelde voorstellen, waarbij met name de relaties naar geldend beleid en geldende bevoegdheden, de aandacht voor risicobeheersing en informatievoorziening en de consistentie van voorstellen aan de orde kunnen komen.
Sinds 1 januari 2021 heeft Oost West Wonen de statut van Organisatie van Openbaar Belang. Met ingang van het boekjaar 2021 is Mazars aangesteld als de controlerend accountant.
Risicobereidheid en risicotolerantie
Oost West Wonen wil als maatschappelijk ondernemer risico’s op een afdoende manier beheersen en voldoen aan de geldende wet- en regelgeving. Het accepteren van risico’s is een onderdeel van ondernemen. Vanuit dit perspectief is Oost West Wonen bereid om risico’s te nemen, zolang de risico’s passen bij onze maatschappelijke ambities en deze de continuïteit van Oost West Wonen niet in gevaar brengen. Deze houding ten opzichte van risico’s kan worden gekwalificeerd als risicomijdend. Dit wil zeggen dat Oost West Wonen zoveel mogelijk de risico’s wil vermijden en anders inperken door het nemen van voldoende beheersmaatregelen.
De strategische en tactische risico’s zijn aan de hand van het in maart 2022 herziene gezamenlijk beoordelingskader Aw/WSW vastgesteld. In 2022 heeft de bestuurder met het managementteam en met ondersteuning van de business controller een opzet uitgewerkt om langs het gezamenlijke beoordelingskader een integrale risicoanalyse te kunnen maken. Door middel van een modelmatige scan is elk onderdeel per risicogebied behandeld en geanalyseerd. Op operationeel niveau worden de risico’s en beheersmaatregelen vastgelegd bij de processen. Hierbij wordt gebruikgemaakt van de Sensus methodiek. Alle geïdentificeerde operationele risico’s worden hierin vastgelegd met de bijpassende beheersingsmaatregelen. Alle processen worden één voor één tegen het licht gehouden en (opnieuw) vastgelegd. Er is een standaardisatie op procesniveau in de vastlegging. Het investeringsstatuut van Oost West Wonen dwingt door middel van fasedocumenten af dat in kaart wordt gebracht welke risico’s op een investering worden gesignaleerd en de beheersmaatregelen die hier tegenover staan.
De portefeuillestrategie is niet gebaseerd op een actuele analyse van de omgeving (woningmarkt, economische en demografische ontwikkelingen) en op een actuele woonvisie van de gemeente. Wel is de strategie afgestemd met belangenhouders en is vertaald naar een haalbare portefeuille. Echter, door de onzekere tijden en de plannen vanuit het Rijk (Nationale Prestatieafspraken) zal herijking plaats moet vinden. Op basis van het woningmarktonderzoek 2022 en de nieuwe woonvisie van de gemeente zal begin 2023 de portefeuillestrategie herijkt worden.
Huidige portefeuille
De datakwaliteit rond het vastgoed is redelijk op orde. Met betrekking tot de energielabeling en de conditiescores is nog een verbeterslag te maken. Er zijn veel grondgebonden eengezinswoningen in het bezit, waardoor we kwetsbaar zijn door de veranderende marktvraag (toekomstige doelgroepen/ verhuurbaarheid). Er is een beperkte risico op het BOG/ ZOG/MOG (niet-daeb) deel van de portefeuille. In 2022 is het project Datakwaliteit gestart. Diverse initiatieven om de vastgoeddata te standaardiseren en te optimaliseren (herziening labeling, digitale tekeningen, conditiescores) zijn in gang gezet. In 2023 zal op basis van een analyse de strategie ten aanzien van BOG/MOG/ZOG worden herzien.
Omgeving
De leefbaarheidsscores zijn niet in alle kernen op een gelijk niveau, maar de ontwikkeling van de WOZ-waardes is positief. De demografische en economische ontwikkelingen zijn bekend. We sturen bij waar nodig, na ontvangst van de uitkomsten van het woningmarktonderzoek 2022 en de woonvisie van de gemeente in 2023. De uitkomsten nemen we mee in de herijking van de portefeuillestrategie.
Transitieopgave
Het transitieprogramma is niet voldoende uitgewerkt en op basis van de realisatie-indices wordt aangetoond dat niet alles kan worden gerealiseerd (vooral organisatorisch). Er zijn nog geen uitgewerkte complexbeheerplannen. De tactische vertaling van de portefeuillestrategie naar de operationele uitwerking is nog niet op orde. In 2023 wordt vastgoedsturing verder geïmplementeerd. Assetmanagement zal op het tactische niveau rolvaster gaan optreden.
Investeringen
Ook op dit onderdeel (de operationele vertaling van het transitieprogramma naar concrete investeringen) wijken de realisatie-indices fors af van hetgeen in de begrotingen wordt geprognotiseerd. Deels lopen we achterstand op door externe factoren (trage procedures voor vergunningen, flora en faunaproblematiek, kostenstijgingen) deels ook door interne factoren. Investeringsvoorstellen volgen niet altijd uit het transitieprogramma voort. Waar mogelijk versnellen we of trekken we investeringen naar voren.
Verkoop
De omvang van de verkopen is relatief beperkt en in lijn met de portefeuillestrategie. Er is een duidelijke verkoopvijver vastgesteld met voldoende afweging van de belangen op korte en lange termijn. De herijking van de portefeuillestrategie en vernieuwde inzichten vanuit het woningmarkt-onderzoek zullen mogelijk leiden tot aanpassingen in de verkoopvijver. Daarom zal, indien nodig, herijking van het verkoopbeleid plaatsvinden.
Huurbeleid
Het huurbeleid is begin 2021 herzien en is in lijn met wet- en regelgeving. Wel leiden de keuzes met betrekking tot de betaalbaarheid in het huurbeleid tot een lagere kasstroom, met andere woorden: in potentie is het mogelijk meer huuropbrengsten te genereren. De effecten van rijksbeleid voor 2023 en verder (huurverlaging) zijn beperkt.
Onderhoudsbeleid
Er is nog geen gedragen onderhoudsbeleid. Er is een basiskwaliteit woningen opgesteld, maar er is nog niet voldoende zicht op de kwaliteit van de woningen zelf (vastgoeddata). Onderhoudsnormen zijn vooral vastgesteld op basis van gemiddelde uitgaven. In 2023 implementeren we een onderhoudsbeleid en monitoring we de effecten daarvan.
Conclusie
Oost West Wonen loopt strategisch een aantal risico’s die deels niet-beïnvloedbaar zijn. Er zijn op de verschillende risicogebieden wel verschillen op te merken. De risico’s op de transitieopgave en de investeringen zijn groter geworden. Dit komt vooral doordat in rap tempo de maatschappelijke opgave door allerlei omstandigheden onder druk is komen te staan. De portefeuillestrategie, vastgesteld in april 2021, is op onderdelen al niet meer actueel. Stijgende bouwkosten en rentewijzigingen verkleinen de investeringsruimte en zorgt dat er mogelijk andere keuzes en prioriteiten moeten worden gesteld. Ingezet beleid van het Rijk (lees: Nationale Prestatieafspraken) zullen hun invloed hebben op de herijking van de portefeuillestrategie en alle onderliggende en verbonden risicogebieden.
Softcontrols
Zachte beheersingsmaatregelen (soft controls) zijn voor Oost West Wonen belangrijk als het gaat om risicobeheersing. Oost West Wonen staat voor een open, klantgerichte cultuur. We mogen fouten maken als we ook leren van onze fouten. Elkaar aanspreken maakt daar deel van uit.
Themabijeenkomst ‘Zo werken wij’
Er is op 17 november 2022 een personeelsbijeenkomst georganiseerd met als thema ‘Zo werken wij’. Aan de hand van vijf onderwerpen (Good governance, Compliance, Risico’s, Integriteit en Soft Controls) zijn de medewerkers interactief meegenomen in deze onderwerpen. Rode draad: we werken in beginsel volgens onze processen. Als we afwijken (maatwerk leveren) leggen wij dat open, eerlijk en transparant uit en wij zijn ons bewust van eventuele risico’s. Dit blijft jaarlijks een onderdeel van het gesprek met onze medewerkers.
Frauderisico
Om het frauderisico te beheersen heeft Oost West Wonen onder andere een integriteits- en gedragscode en een klokkenluidersregeling vastgesteld. Tijdens governancesessies zijn deze uitgebreid onder de aandacht gebracht van de medewerkers. Oost West Wonen kent een duidelijke functiescheiding en een transparante aanbestedingsprocedures enerzijds en contractvorming anderzijds. Verder verwacht Oost West Wonen voorbeeldgedrag van het management. Jaarlijks vindt er een update plaats.
Oost West Wonen heeft geen verbindingen. Vanwege de transparantie is ervoor gekozen om alle activiteiten binnen de vereniging uit te voeren. In 2022 ontplooide Oost West Wonen geen risicovolle nevenactiviteiten. Oost West Wonen neemt niet deel in BV’s, NV’s of welke deelnemingsvorm of dochtermaatschappij dan ook. Wel participeert Oost West Wonen in zeven Verenigingen van Eigenaren. In 2022 heeft de vereniging een verbindingenstatuut opgesteld. Dit statuut geeft richtlijnen voor het aangaan, onderhouden en beëindigen van verbindingen.
Aanbestedingen maatschappelijk vastgoed
In het verslagjaar zijn er geen aanbestedingen voor maatschappelijk vastgoed aan de orde geweest.
Grondaankopen
In 2022 vonden geen grondaankopen plaats. Wel zijn er woningen aangekocht, welke overigens nog niet in exploitatie zijn genomen (zie elders in dit verslag).
Belangenverstrengeling en integriteit
Oost West Wonen wil situaties van belangenverstrengeling voorkomen. Dat betekent voor de bestuurder dat privéhandelingen van de bestuurder, waarbij sprake zou kunnen zijn van een schijn van belangenverstrengeling, vooraf worden gemeld en besproken met de Raad van Commissarissen. Dat geldt ook voor transacties waarbij mogelijke tegenstrijdige belangen spelen. Overigens geldt een dergelijke afspraak ook voor de leden van de RvC. Op zijn beurt dient de bestuurder ervoor te zorgen dat belangentegenstelling of -verstrengeling tussen Oost West Wonen en medewerkers wordt vermeden en wanneer daar wel sprake van is, dat dit dan op een integere wijze wordt opgelost. Oost West Wonen wil een zodanig intern klimaat proberen te bewerkstelligen dat er open en eerlijk over integriteitskwesties, dilemma’s en belangenverstrengeling kan worden gesproken. In 2022 is dit onderwerp regelmatig besproken op teambesprekingen en in het managementteam. In 2022 is er geen aanleiding geweest om maatregelen te nemen rond het thema belangenverstrengeling en ten aanzien van zaken rond het thema integriteit.
Aan medewerkers van Oost West Wonen zijn in het afgelopen jaar geen leningen verstrekt noch (financiële) garanties afgegeven.
Als bestuurder verklaar ik dat alle middelen van de vereniging Oost West Wonen in het verslagjaar uitsluitend in het belang van de volkshuisvesting zijn besteed. Oost West Wonen onderschrijft en voldoet aan de Governancecode, bevattende de gemeenschappelijke waarden en normen in de sector.
Middelharnis, juni 2023
M. van de Kamp, Bestuurder
In meerdere opzichten was 2022 een bijzonder jaar. Samen met de gemeente werd goed in beeld gebracht waar gebouwd kan worden voor de inwoners van ons eiland. Hier zijn forse stappen gezet, waarvan in 2023 de resultaten echt zichtbaar moeten worden. Wel moeten we constateren dat de lange doorlooptijd bij onder meer de omgevingsdienst vertraging oplevert bij de daadwerkelijke start van bouwtrajecten.
Ook de oorlog in Oekraïne heeft geresulteerd in een andere situatie dan voorzien. De Raad van Commissarissen RvC) is blij dat de organisatie de nodige flexibiliteit en creativiteit aan de dag heeft weten te leggen om op verzoek van de gemeente en de veiligheidsregio tijdelijke huisvesting voor Oekraïners te kunnen realiseren. Fijn om deze mensen die op de vlucht zijn te kunnen helpen. Ondanks de tijdelijkheid van de opvang kiezen we voor een betere kwaliteit van de woningen. In dat kader hebben we, in samenwerking met de gemeente, gewerkt aan een pilot voor betere tijdelijke huisvesting voor deze doelgroep. We zien namelijk de kans dat deze pilot extra woningen opleveren voor de reguliere woningzoekenden. Een mooie kans, die we zowel voor de Oekraïners als voor de reguliere woningzoekenden niet willen laten lopen. Verdere uitwerking van dit plan moet in 2023 leiden tot uiteindelijke besluitvorming.
Voor de RvC zelf was 2022 het eerste jaar waarin een nieuwe commissaris is aangesteld die niet voortkomt uit een van de voorgangers van Oost West Wonen. Het proces van vertrek van twee gewaardeerde leden van de RvC en het aantreden van het nieuwe lid hebben we zorgvuldig doorlopen. Aan het einde van 2022 was deze transitie daarmee afgerond.
De RvC heeft met verschillende stakeholders contact gezocht en vond het plezierig rechtstreeks te ervaren wat stakeholders van de organisatie verwachten. Ook de komende jaren zullen we naar dit contact blijven zoeken.
Daarnaast is de RvC bij alle vergaderingen van de ledenraad aanwezig geweest. Fijn om zoveel betrokkenheid te zien! Tegelijk moeten we constateren dat, met de wetswijzigingen die een effect hebben op de positie van de vereniging, het nog wel zoeken is naar een passende invulling van de rol van de ledenraad.
Ten slotte heeft de RvC op meerdere manieren contact gehad met de organisatie. De RvC vond het nuttig om te ervaren waar medewerkers tegen aan lopen, maar heeft bovenal veel betrokken medewerkers gezien die met hart voor de huurders van nu en de toekomstige huurders aan het werk zijn. Daar zijn we trots op en bedanken we iedereen voor!
Visie op toezicht
De Raad van Commissarissen van Oost West Wonen houdt toezicht op het functioneren van de bestuurder en de algemene gang van zaken binnen Oost West Wonen. De RvC adviseert de bestuurder daarnaast gevraagd en ongevraagd en vervult de werkgeversrol richting de bestuurder. De RvC houdt onder andere toezicht op:
• realisatie van de doelstellingen van Oost West Wonen;
• realisatie van de volkshuisvestelijke opgaven;
• strategie en de risico’s verbonden aan de activiteiten van Oost West Wonen;
• opzet en werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen, waaronder een goede invulling van de zogenaamde softcontrols;
• kwaliteitsbeleid;
• kwaliteit van de maatschappelijke verantwoording;
• financieel verslaggevingsproces;
• naleving van toepasselijke wet- en regelgeving.
De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de RvC zijn beschreven in de statuten van Oost West Wonen en verder uitgewerkt in het reglement voor de RvC. De RvC heeft twee commissies ingesteld die advies geven en de besluitvorming voorbereiden, namelijk een auditcommissie en een selectie- en remuneratiecommissie. Deze commissies hebben ook hun eigen reglementen. Deze reglementen zijn op 6 april 2021 herzien en in lijn gebracht met de Governancecode 2020. In 2022 is de wenselijkheid van een vastgoedcommissie onderzocht. Na bevestiging hiervan zal deze commissie in 2023 geborgd worden.
In paragraaf 8.5 wordt het aantal vergaderingen en de onderwerpen van de RvC-vergaderingen en de commissies verder toegelicht. De raad houdt toezicht vanuit de toezichtsvisie, bestaande uit vier verschillende onderdelen: het externe kader, het interne kader, het beoordelingskader en het toezichtkader. Het toezichtkader beschrijft op hoofdlijnen het speelveld en de spelregels die de RvC bij het uitoefenen van zijn taken volgt. Als toezichtkader voor het uitoefenen van zijn taken, hanteerde de RvC in 2022:
Extern toezichtskader
• Woningwet
• Besluit Toegelaten Instelling Volkshuisvesting (Btiv)
• Governancecode Woningcorporaties
• Beleidsregels Aw
• Beleidsregels WSW
• Gezamenlijk beoordelingskader Aw/WSW
Intern toezichtskader
• Statuten
• Reglement RvC
• Reglementen commissies
• Reglement financieel beleid en beheer
• Treasurystatuut
• Investeringsstatuut
• Profielschets RvC
• Gedrags- en integriteitscode en klokkenluiderregeling
Besturingskaders
• Ondernemingsplan
• Portefeuillestrategie
• Begroting 2023
• Financiële meerjarenprognose 2023-2032
• Treasuryjaarplan 2023
• Prestatieafspraken gemeente Goeree-Overflakkee
Governancecode Woningcorporaties 2020
De Governancecode kent vijf principes. De principes vullen elkaar aan en moeten in samenhang worden bezien. De RvC van Oost West Wonen onderschrijft de code en neemt deze als uitgangspunt voor zijn werkzaamheden. We voldoen aan alle bepalingen. Voor de meest recente documenten op het gebied van Governance verwijzen we naar de website van Oost West Wonen.
Governance in het verslagjaar
Op 23 juni 2022 heeft de Autoriteit wonen haar Governance inspectie uitgevoerd bij Oost West Wonen. Na een gesprek met de leden van de RvC en bestuurder is geconcludeerd dat er een lage risico inschatting is op alle onderdelen van het beoordelingskader, met uitzondering van het onderdeel risicomanagement (midden). Hier wordt een positieve ontwikkeling gezien die zich verder zal moeten doorzetten. De noodzakelijke ontwikkelingen van de organisatie worden duidelijk gezien en opgepakt, waarbij de juiste kracht en tegenkracht bestaat in de relatie tussen RvC en bestuurder. Wij herkennen en onderschrijven dit beeld van de Aw.
Toezicht op strategie
De RvC is zich goed bewust van de verschillende rollen die worden vervuld. Raad en bestuurder delen de opvatting dat strategische verkenningen in een vroeg stadium bijdragen tot het ontstaan van een gedeelde visie op de lange termijn en dat dit de basis vormt voor een goed en effectief toezicht later. De werkwijze is erop gericht om periodiek strategische
themabesprekingen te organiseren. In 2022 zijn de volgende onderwerpen met elkaar besproken: ambities op het gebied van de vastgoedprojecten en de voortgang hierop (inclusief project flexwonen), de Governance-inspectie 2022, risicobereidheid en bijbehorende normen, ICT beveiliging en strategische financiële sturing.
De RvC heeft in het afgelopen boekjaar overleg gehad met de externe onafhankelijke accountant, de huurdersverenigingen, de gemeente Goeree-Overflakkee, het managementteam, de businesscontroller en ondernemingsraad om zich op de hoogte te houden van de ontwikkelingen in het speelveld van Oost West Wonen.
Toezicht op financiële en operationele prestaties De raad heeft zich gedurende 2022 op verschillende momenten en naar aanleiding van diverse onderwerpen beziggehouden met de inzet van het vermogen en de financiële continuïteit. Hij heeft zich via de kwartaalrapportages laten informeren over de voortgang van alle relevante facetten in de bedrijfsvoering van Oost West Wonen.
Daarnaast heeft de RvC de auditcommissie ingesteld die zich bezighoudt met het adviseren van de RvC omtrent het toezicht op de financiële informatieverschaffing door Oost West Wonen, de naleving van de aanbevelingen en opvolging van opmerkingen van de businesscontroller en de externe accountant en de beoordeling van het functioneren van de externe accountant.
De voltallige auditcommissie heeft op 7 juni overleg gehad met de business controller, zonder aanwezigheid van de bestuurder. Per jaar dient minimaal 1 keer een dergelijk overleg met de business controller plaats te vinden, conform de richtlijnen Btiv.
Voor de uitvoering van haar taken heeft de auditcommissie in 2022 vijfmaal vergaderd. In paragraaf 8.5 komen de belangrijkste onderwerpen van die overleggen aan de orde. De bevindingen en aanbevelingen over deze onderwerpen zijn gerapporteerd aan de RvC in de vorm van een advies.
Zo is er ingegaan op:
Bestuursverslag (volkshuisvestingsverslag) jaarrekening en accountantsverslag
Op 29 juni 2022 heeft de RvC het bestuursverslag en de jaarrekening 2021 van Oost West Wonen besproken met de bestuurder. Tijdens de vergadering is ook het accountantsverslag besproken. Vervolgens heeft de RvC het bestuursverslag en de jaarrekening goedgekeurd. De auditcommissie heeft in aanwezigheid van de bestuurder op 7 juni 2022 gesproken met de externe accountant over het bestuursverslag en de jaarrekening 2021, de belangrijkste risico’s, het auditplan en de opdracht voor de (interim)controle.
Managementletter
De auditcommissie heeft de managementletter 2021 van de externe accountant op 29 maart 2022 besproken met de bestuurder en de accountant. Daarna is de managementletter besproken met de RvC op 19 april 2022.
Intern auditplan 2022
De auditcommissie heeft het intern auditplan 2022 besproken met bestuurder en business controller in de vergadering van 8 februari. De business controller heeft een onafhankelijke positie binnen Oost West Wonen.
Begroting 2023, financiële meerjarenprognose 2023-2032 en treasuryjaarplan 2023
Op 14 november 2022 zijn de begroting en de financiële meerjarenprognose 2023-2032 besproken. De auditcommissie heeft deze stukken besproken en positief geadviseerd over de goedkeuring ervan door de raad. De begroting is daarnaast doorgerekend met meerdere (slechtweer) scenario’s; deze maken geen onderdeel uit van de definitief goedgekeurde begroting. De RvC heeft geconstateerd dat de financiële continuïteit van Oost West Wonen is aangetoond en heeft de begroting goedgekeurd. De RvC is van mening dat het in de financiële meerjarenraming opgenomen investeringsprogramma recht doet aan de mogelijkheden van de organisatie en dat Oost West Wonen zich onder deze condities maximaal inzet om haar volkshuisvestelijke opgave te realiseren.
De RvC heeft zich regelmatig door de bestuurder laten informeren over de (financiële) resultaten in relatie tot de doelen, de ontwikkelingen met betrekking tot de projecten, de voortgang van de actualisering, de totstandkoming en uitvoering van de prestatieafspraken en de relevante externe ontwikkelingen waar Oost West Wonen mee geconfronteerd werd. Tevens is de rol van de auditcommissie besproken en is de jaarplanning aan bod gekomen. De raad heeft de tussentijdse bieding aan de gemeente Goeree-Overflakkee op 29 november 2022 goedgekeurd. Dit betreft een tussenstand
vanwege het feit dat de Nationale Prestatieafspraken en de regiodeal tussen de gemeente Goeree-Overflakkee pas in de eerste helft van 2023 tot een lokale uitwerking zullen komen. Dit zal een effect hebben op de lokale prestatieafspraken.
De RvC heeft op 21 februari 2022 het voorstel tot wijziging van de statuten goedgekeurd. De gewijzigde statuten zijn aan de ledenraad en de Aw voorgelegd. Nadat goedkeuring van de Aw, heeft de ledenraad op 22 juni 2022 de wijziging van de statuten aangenomen. De notariële akte is op 19 juli 2022 gepasseerd.
Toezicht op stakeholderdialoog
De RvC heeft tijdens de vergaderingen met de bestuurder kennisgenomen van de inhoud van alle reguliere, bestuurlijke overleggen met de gemeente, huurdersverenigingen, zorgaanbieders en andere stakeholders. De opvattingen van stakeholders zijn in de overwegingen en besluiten van de raad meegewogen. Daarnaast onderhouden de commissarissen hun individuele contacten met diverse stakeholders. De hierbij opgevangen signalen of informatie nemen zij mee in de reguliere vergaderingen van de RvC.
Op 22 september 2022 heeft er een stakeholdersbijeenkomst plaatsgevonden op de locatie Hofstede Lust en Last in Sommelsdijk die zeer waardevol is gebleken. Deze bijeenkomst werd geïnitieerd door de bestuurder en het MT en had als thema leefbaarheid en inclusiviteit. Onder begeleiding van medewerkers van Oost West Wonen werd een brede groep stakeholders uitgenodigd om met elkaar en met Oost West Wonen in gesprek te gaan. Dit heeft geresulteerd in versteviging van samenwerkingen, nieuwe inzichten en concrete acties.
Daarnaast hebben de leden van de RvC in duo’s een gesprek gevoerd met een aantal zorgpartijen op Goeree-Overflakkee waarmee Oost West Wonen samenwerking heeft. Inzet was om uit eerste hand te vernemen hoe de samenwerking wordt beleefd, welke rol de RvC hierin nog kan vervullen en overall meer kennis op te doen van de organisaties zelf. Dit werd als zeer waardevol gezien.
Toezicht op risicobeheersing
In 2022 heeft de organisatie het risicomanagement binnen OWW herijkt. De auditcommissie is op 7 juni 2022 en op 20 september2022 bijgepraat over de nieuwe opzet van integraal risicomanagement. Het resultaat van de risicoanalyse op de strategische doelstellingen is met de RvC besproken op 29 november 2022. Tegelijkertijd heeft de RvC door middel van de nieuwe risicoparagraaf in de kwartaalrapportages kennis kunnen nemen van de door de organisatie voorziene risico’s en de beheersmaatregelen die daartegenover zijn gesteld. Op 29 juni heeft de bestuurder met de RvC de risico’s die worden voorzien voor de komende periode besproken en de wijze waarop hierop wordt geacteerd. Hier is met name ingegaan op de politieke ontwikkelingen en crises die hun invloed zullen hebben op de strategische doelstellingen. Buiten aanwezigheid van de bestuurder heeft de auditcommissie met de business controller en met de externe accountant gesproken over de mate van risicobeheersing. De verdere implementatie van het integrale risicomanagement
in 2023 zal op de voet worden gevolgd. Opdrachtgeverschap externe accountant
De controle voor het boekjaar 2022 wordt evenals in 2021 uitgevoerd door Mazars Accountants te Rotterdam.
Conclusie
Alles in ogenschouw nemend is de RvC de mening toegedaan dat hij adequaat en onafhankelijk toezicht houdt op het bestuur van Oost West Wonen en de wijze waarop het bestuur de organisatie aanstuurt.
Invulling werkgeversrol voor bestuur
De RvC is verantwoordelijk voor een goed bestuur, onder meer door benoeming, schorsing, ontslag en de jaarlijkse evaluatie van de bestuurder. De RvC heeft een selectieen remuneratiecommissie ingesteld. Deze commissie is onder meer belast met de voorbereiding van de selectie en benoeming van de leden van de RvC en bestuurder en met het bezoldigingsbeleid en de beoordeling van de bestuurder.
In 2022 is de selectie- en remuneratiecommissie zeven keer bij elkaar gekomen voor overleg. Evenals voorgaande jaren heeft de commissie weer structureel overleg gehad met diverse organen binnen de organisatie (MT, OR en business controller). Deze laatste is uiteraard nauw betrokken bij de vergaderingen van de RvC, maar ook het aparte gesprek met de remuneratiecommissie wordt als waardevol ervaren.
In 2022 is de RvC teruggebracht van zes naar vijf leden. Twee leden waren regulier aftredend en gelet op de omvang van de organisatie is besloten deze twee leden te vervangen door één nieuw lid. Na een werving- en selectieprocedure onder begeleiding van een extern bureau, en kennismaking met de OR van Oost West Wonen, is mevrouw P. Braal toegetreden. Vanaf oktober 2022 is zij actief lid van de RvC.
Op 14 december 2022 heeft de zelfevaluatie van de RvC plaatsgevonden. Ditmaal onder begeleiding van prof. dr.ir. Rienk Goodijk. Tijdens deze zelfevaluatie is meer dan gemiddeld aandacht besteed aan het zogenoemde strategisch partnerschap tussen de RvC leden onderling en met de bestuurder. Daarmee wordt bedoeld het samen- en tegenspel tussen bestuur en toezicht. Het was een zeer boeiende zelfevaluatie, omdat dhr. Goodijk de RvC heeft meegenomen in de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van toezicht en bestuur, waarmee hernieuwde invulling kan worden gegeven aan de onderlinge samenwerking. Een ander aspect dat hierin naar voren kwam was de externe netwerkrol van de RvC. Dit bleek samen te vallen met de gesprekken die de RvC leden in 2022 hebben gevoerd met bestuurders van een aantal belangrijke stakeholders van Oost West Wonen. Deze ontwikkeling zal in 2023 uiteraard worden voortgezet.
In 2022 heeft de remuneratiecommissie weer prestatieafspraken gemaakt met de bestuurder van Oost West Wonen. Tot tevredenheid heeft de commissie vastgesteld dat de invloed
van de bestuurder zich in het tweede jaar na haar aantreden steeds meer doet gelden. De commissie wenst te benadrukken dat het werk nooit af is. De organisatie van oost West Wonen is dynamisch van aard en zal dus continu bewegen.
Beloningskader en beloning
De RvC heeft een besluit genomen over de bezoldigingsklasse van Oost West Wonen voor de Wet normering topinkomens na een voorstel hierover van de selectie- en remuneratiecommissie. De bezoldigingsklasse F, met een bezoldigingsmaximum van € 181.000 voor 2022, is van toepassing voor Oost West Wonen op basis van het aantal verhuureenheden en de omvang van de gemeente. De beloning van de directeur-bestuurder voldoet aan de actuele wetgeving. De jaarrekening bevat hierover meer informatie.
Over 2022 heeft bestuurder Marleen van de Kamp de volgende beloning (opgesteld volgens de Wet normering topinkomens) ontvangen: € 169.759,-. Tevens zijn er geen onverschuldigde betalingen en geen terugontvangen bedragen van toepassing.
Permanente educatie
In de Governancecode Woningcorporaties 2020 is opgenomen dat bestuurders van woningcorporaties in drie jaar tijd 108 PE-punten dienen te behalen. Dit is gebaseerd op 108 studiebelastingsuren, zoals vastgesteld door de geaccrediteerde opleidingsaanbieder. De bestuurder heeft in 2022 56 PE-punten behaald, ten opzichte van 75,5 in 2021 en 25 in het jaar 2020.
Nevenfuncties
De bestuurder vervulde in 2022 geen nevenfuncties.
Organisatie, cultuur en integriteit
De RvC hecht aan een integere en open cultuur binnen Oost West Wonen, waarbinnen ruimte is voor reflectie en tegenspraak. De gedrags- en integriteitscode en de klokkenluidersregeling zijn hiervoor de basis. De bestuurder en de RvC hebben daarbij een voorbeeldfunctie in hun gedrag en de cultuur die wordt uitgedragen. Wij zijn ons daarvan bewust en spreken elkaar daarop aan. De raad vindt het belangrijk om de cultuur binnen de organisatie te begrijpen en zal hier actief bij betrokken blijven. Het meelopen met medewerkers om zicht te krijgen op het werk, de sfeer en cultuur van Oost West Wonen is hier helpend aan geweest. Er is uitgesproken dat verdere verdieping middels het klankborden op thema’s nog verder kan worden doorontwikkeld.
Van alle medewerkers van de organisatie wordt verwacht dat zij een bijdrage leveren aan de gewenste organisatiecultuur. De RvC ziet erop toe dat de bestuurder zich hiervoor voldoende inspant en laat de bestuurder periodiek verantwoording afleggen over gerichte activiteiten op dit vlak en eventuele geconstateerde afwijkingen van het gewenste gedrag. Dit doet de bestuurder in de managementrapportage die de raad per kwartaal ontvangt. De raad ziet erop toe dat integriteitsvraagstukken nadrukkelijk op de agenda van de organisatie blijven staan. Hiertoe is in 2022 een integriteitsregister in het leven geroepen om zo het onderwerp,
maar ook transparantie naar elkaar, te kunnen blijven bevorderen. Om een beeld te kunnen vormen van de organisatiecultuur heeft de raad niet alleen contact met de bestuurder maar ook twee keer per jaar met de ondernemingsraad. Daarnaast ontmoet de RvC de managers, business controller en medewerkers tijdens vergaderingen, bijeenkomsten en de in 2022 gehouden stakeholdersbijeenkomst. We kunnen concluderen dat alle partijen tevreden zijn met de behaalde resultaten en de rolinvulling van de bestuurder.
De raad en de bestuurder zien het belang in van elkaar regelmatig formeel en informeel ontmoeten. Niet alleen omdat dit in de visie op toezicht en bestuur is vastgelegd, maar omdat we zeker ook de meerwaarde zien in het inbrengen van de kennis en deskundigheid van de RvC leden in thema’s waar de bestuurder mee bezig is. De bestuurder heeft hiermee de mogelijkheid om de opmerkingen van de RvC mee te nemen in haar organisatie. In iedere vergadering wordt aan de hand van de actualiteiten gesproken over gesignaleerde tendensen in de omgeving waarin Oost West Wonen opereert. Met de bestuurder wordt van gedachten gewisseld over haar opvattingen daarover. Op deze manier kan de RvC nog meer betrokken worden bij de “voorkant” van de besluitvorming en bestuurlijke dilemma’s. Geconcludeerd kan worden dat er met vertrouwen toegewerkt wordt naar een verdere verdieping van de samenwerking.
Samenstelling
Begin 2022 waren er zes commissarissen die het toezicht op Oost West Wonen hebben uitgevoerd, waarbij dhr. Visser als voorzitter en dhr. Willems als vicevoorzitter optraden. Twee leden zijn er afgelopen jaar afgetreden en één nieuw lid is benoemd, zodat eind 2022 totaal vijf commissarissen het toezicht op Oost West Wonen uitvoerden.
Profiel
In de transitie van zes naar vijf leden is in maart 2022 een profielschets voor een nieuw lid van de RvC opgesteld. Aangezien het een algemeen lid van de RvC betreft, is de OR van Oost West Wonen geconsulteerd over de profielschets. Na haar positieve advies is de RvC vanaf april aan de slag gegaan met de werving en selectie van het nieuwe lid, onder leiding van een extern bureau. Hierbij is specifiek gezocht naar een lid met kennis en ervaring op het financiële en vastgoedgebied. Daarnaast is rekening gehouden met de diversiteit van de samenstelling van de RvC op de daarvoor aangedragen criteria. Mevrouw P. Braal is geselecteerd. Uitgangspunt voor de bezetting van de RvC is dat de raad uit generalisten bestaat die gezamenlijk een multidisciplinair team vormen. Voor een integrale besluitvorming moet een bepaald aantal deskundigheden aanwezig zijn, te weten deskundigheid op volkshuisvestelijk gebied, financieeleconomisch gebied, governance, risk en compliance, deskundigheid op het gebied van investeringsprojecten en
gebiedsontwikkeling, deskundigheid op maatschappelijk gebied en actuele kennis en ervaring op het gebied van wonen, welzijn en zorg.
De raad functioneert onafhankelijk en richt zich bij de vervulling van zijn taak naar het belang van de organisatie, naar het te behartigen maatschappelijke belang en naar het belang van de betrokken belanghebbenden.
De profielschets en de hierin opgenomen competenties, deskundigheden en ervaringen zijn goed uitgebalanceerd en mede gebaseerd op de door de Vereniging van Toezichthouders in Woningcorporaties (VTW) opgestelde criteria voor goed intern toezicht.
Samenstelling Raad van Commissarissen
De RvC bestaat per 31 december uit vijf leden, waarvan 2 commissarissen zijn benoemd op voordracht van de huurdersorganisatie. In 2022 waren onderstaande personen lid van de RvC.
De heer S.L. Visser RA (1959)
Voorzitter van de raad en lid van de selectie- en remuneratiecommissie
Dagelijkse functie: CEO/partner Visser & Visser AccountantsBelastingadviseurs
Nevenfuncties:
• Regent/secretaris Stichting voor Sociale en Maatschappelijke Belangen
• Secretaris Stichting Monumentenbehoud
• Secretaris Stichting Monumentenbeheer
• Bestuurslid Stichting Predikantspensioenen HHK
• Voorzitter Commissie Toezicht & Financiën HHK
• Voorzitter Federatie Ondernemersvereniging GO (FOGO)
• Voorzitter Commissie MKB (Koninklijke NBA)
• Penningmeester Vereniging van Bedrijven GO (VBGO)
• Bestuurslid Stichting Paulina.nu
• President Lions Goeree-Overflakkee
• Voorzitter Stuurgroep Smart Water
• Voorzitter Kerkvoogdij HHG Middelharnis-Sommelsdijk
• Penningmeester VVE Appartementen Parel van de Delta
• Voorzitter VVE Appartementen Chateau St. Gerlach
• Voorzitter stuurgroep 3 O’s (triple Helix samenwerking)
De heer mr. J.H. Willems (1964)
Vice-voorzitter van de raad (kwaliteitszetel huurders), lid van de auditcommissie
Dagelijkse functie: directeur Bedrijfsvoering a.i. van het Ministerie van EZK en LNV
Nevenfuncties:
• Lid commissie van Aanbeveling en Beroep VTW
• Voorzitter Commissie van Bezwaar Dongemond College, Raamsdonksveer
• Lid Geschillencommissies Reizen en Wonen, De Geschillencommissie, Den Haag
• Voorzitter RvC woningbouwcorporatie Poort6 te Gorinchem
De heer mr. T. Abbo (1963)
Lid van de raad (kwaliteitszetel huurders), voorzitter van de selectie- en remuneratiecommissie
Dagelijkse functie: Vennoot Abbo van Trigt Advocaten
Nevenfuncties:
• Secretaris van de Stichting Huisman Foundation
• Lid RvT Sjaloom Zorg
• Lid RvC Psychiatrie N3 BV te Dordrecht
• Diaken in de Hervormde gemeente Dirksland (PKN)
• Lid Generale Synode van de PKN
De heer W.L.C. Nattekaas (1965)
Lid van de raad, lid van de selectie- en remuneratiecommissie Dagelijkse functie: coördinator bouw en huisvesting zorggroep CuraMare en Spijkenisse Medisch Centrum B.V. (gepensioneerd vanaf februari 2022).
Nevenfuncties:
• Lid en plv. voorzitter Klachtencommissie gemeente GoereeOverflakkee
• Voorzitter Stichting Vrienden van Ebbe en Vloed
Mevrouw P. Braal (1984)
Lid van de raad en lid van de auditcommissie, benoemd per 3 oktober 2022
Dagelijkse functie: manager Financiën & Bedrijfsvoering bij Wonen Midden-Delfland
Nevenfunctie:
• eigenaar GHL Consultancy / Bravo Dienstverlening
De heer B. van Dam (1955)
Lid van de raad (kwaliteitszetel huurders) en lid van de auditcommissie, afgetreden per 27 november 2022
Dagelijkse functie: seniormanager MKB Belastingdienst kantoor Breda (gepensioneerd per november 2021)
Nevenfunctie:
• Consul KNVB
Mevrouw B.F.L. Vermaas (1968)
Lid van de raad en lid van de auditcommissie, afgetreden per 1 juli 2022
Dagelijkse functie: hoofd Woonbedrijf gemeente Westvoorne (tot 1 oktober), directeur VTW (vanaf 17 oktober)
Nevenfuncties:
• Lid RvT Specialisten in Passend Onderwijs (tot 1 juli)
• Vicevoorzitter RvC Leystromen
• Lid RvC Zorgspectrum
• Trouwambtenaar gemeente Westvoorne
• Lid RvT stichting Vrienden van Zorgspectrum
• Eigenaar Bronia van de Bilt Governance en toezicht
De raad kent een selectie- en remuneratiecommissie en een auditcommissie. Beide commissies doen voorbereidend werk voor de RvC. Besluitvorming vindt niet plaats in de commissies maar in de voltallige RvC. In de betreffende commissie wordt veelal een advies voor de raad geformuleerd.
Rooster van aftreden
Het rooster van aftreden van de Raad van Commissarissen is als volgt opgesteld per 31 december 2022: Naam Benoemd per Termijn eindigt per
B.F.L. Vermaas- van de Bilt 1 juli 2014 1 juli 2022 (afgetreden)
T. Abbo 19 september 2017 19 september 2025
S.L. Visser 1 april 2016 1 april 2024
J.H. Willems 1 juli 2018 1 juli 2026
W.L.C. Nattekaas 15 januari 2017 15 januari 2025
B. van Dam 27 november 2014 27 november 2022 (afgetreden)
P. Braal 3 oktober 2022 3 oktober 2026 (hernoembaar)
De heer Willems is in 2022 voor een periode van vier jaar (her) benoemd.
Functioneren
Integriteit en onafhankelijkheid
Commissarissen melden een (mogelijk) tegenstrijdig belang direct aan de voorzitter van de RvC en aan de overige leden van de raad. In 2022 is geen sprake geweest van (transacties met) tegenstrijdige belangen waarbij leden van de RvC en/of de bestuurder betrokken waren.
De raad is zodanig samengesteld dat de leden ten opzichte van elkaar, de bestuurder en welk deelbelang dan ook onafhankelijk en kritisch kunnen functioneren en hun taak naar behoren kunnen vervullen. De leden van de raad hebben geen nevenfuncties die tegenstrijdig zijn met het belang van Oost West Wonen.
Vanuit de aard van haar werkzaamheden onderhoudt Oost West Wonen zakelijke relaties met een groot aantal partijen in de omgeving. Onder deze partijen is een stichting waarin dhr. T. Abbo als lid van de RvC ook een toezichthoudende rol vervult bij Sjaloom Zorg. De relatie tussen Oost West Wonen en deze stichting is op dit moment niet zodanig dat dit leidt tot tegenstrijdige belangen. Hierover is een verklaring tussen Oost West Wonen en dhr. Abbo opgesteld en dit is verder afgestemd met de Aw.
Ditzelfde geldt voor dhr. S. Visser, die als bestuurslid van Paulina.nu bijdraagt aan het bespreekbaar maken van thema’s voor de ondernemers op Goeree-Overflakkee. Vanuit deze hoedanigheid ligt er geen verband met de relaties die
De RvC is zich bewust van potentieel tegenstrijdige belangen die zich als gevolg van nevenfuncties kunnen voordoen en heeft hierover afspraken gemaakt. Dit is geborgd in de definitieve toezichtsvisie (april 2021). Op het moment dat een tegenstrijdig belang zich voordoet, neemt het betreffende lid niet deel aan de beraadslaging en stemming.
Aanspreekbaarheid
De RvC hecht grote waarde aan zijn aanspreekbaarheid. Eenieder is uitgenodigd zich tot de RvC te wenden als daartoe aanleiding is. Ook hebben RvC-leden dagdelen meegelopen met medewerkers van de organisatie. RvC-leden worden daardoor zichtbaarder en aanspreekbaarder en tegelijk krijgen zij meer zicht op wat er leeft en speelt in de organisatie.
Meldingsplicht
Er hebben zich in 2022 geen zaken voorgedaan die vallen onder de meldingsplicht voor de Raden van Commissarissen aan de Autoriteit woningcorporaties, zoals vastgelegd in de Woningwet.
Informatievoorziening
De RvC heeft met de bestuurder afspraken gemaakt over de informatievoorziening. De raad ziet erop toe dat de ontvangen informatie de relevante aspecten laat zien op financieel, volkshuisvestelijk, maatschappelijk en organisatorisch gebied en op het gebied van de dienstverlening aan de klanten van Oost West Wonen.
De raad laat zich ook informeren door relevante stakeholders binnen en buiten de organisatie. De RvC zorgt ervoor dat zelfstandig informatie wordt ingewonnen over de gang van zaken bij Oost West Wonen. Zo zijn er gesprekken met de ondernemingsraad, de huurdersbelangenverenigingen en de externe accountant. De RvC ervaart de contacten met de huurdersbelangenverenigingen en de OR, business controller en managementteam als zeer belangrijk, omdat daarmee vanuit verschillende perspectieven informatie wordt verkregen over het functioneren van Oost West Wonen. Wanneer agendapunten daar aanleiding toe geven, schuiven management en medewerkers van Oost West Wonen aan bij een deel van de vergadering van de RvC.
Lidmaatschappen
De leden van de RvC zijn lid van de Vereniging van Toezichthouders in Woningcorporaties (VTW). Dit resulteert onder meer in de uitwisseling van kennis en ervaringen.
Permanente educatie
De RvC stelt zich tot doel zich voortdurend te blijven ontwikkelen. Dit betekent dat zowel de RvC in zijn geheel, als de individuele commissarissen ruimte voor training en opleiding wordt geboden om het toezichthouden op een adequaat niveau te houden.
De interne toezichthouders van Oost West Wonen dienen in twee jaar tijd tien PE-punten te behalen. Dit is gebaseerd op tien studiebelastingsuren zoals vastgesteld door de geaccrediteerde opleidingsaanbieder.
Permanente educatie
De RvC stelt zich tot doel zich voortdurend te blijven ontwikkelen. Dit betekent dat zowel als de individuele commissarissen ruimte voor training en opleiding wordt geboden om het een adequaat niveau te houden.
De interne toezichthouders van Oost West Wonen dienen in twee jaar tijd tien PE-punten gebaseerd op tien studiebelastingsuren zoals vastgesteld door de geaccrediteerde opleidingsaanbieder.
Voor 2021 en 2022 hebben de commissarissen het volgende aantal PE-punten behaald: Naam 2021 2022 S.L.
5
Voor 2021 en 2022 hebben de commissarissen het volgende aantal PE-punten behaald: 47
Bezoldiging (toezichthoudende topfunctionarissen)
De vergoeding van de leden van de Raad van Commissarissen bedroeg in 2022 in totaal € vergoeding is conform de richtlijnen van de VTW en de WNT. Oost West Wonen valt volgens categorie F voor de bezoldiging van de bestuurder en commissarissen. Voor 2022 geldt daarom van € 181.000 (2021 € 175.000) voor de bestuurder. Maximaal 15% (€ 27.150) daarvan is 10% (€ 18.100) voor de leden van de RvC. De Vereniging van Toezichthouders bij Woningcorporaties hanteert striktere normen, te weten een maximum van € 21.720 voor de voorzitter en € de RvC. De bezoldiging voor de commissarissen van Oost West Wonen sluit hierop aan. De bezoldiging van de raad van commissarissen omvat periodiek betaalde beloningen. E reiskostenvergoedingen en de vergoeding van cursussen, vallend binnen de WNT en richtlijnen Alle verantwoorde bedragen zijn exclusief BTW. Over 2022 hebben de commissarissen de (opgesteld volgens de Wet Normering Topinkomens) ontvangen:
Bezoldiging (toezichthoudende topfunctionarissen)
De vergoeding van de leden van de Raad van Commissarissen bedroeg in 2022 in totaal € 89.096. Deze vergoeding is conform de richtlijnen van de VTW en de WNT. Oost West Wonen valt volgens de WNT in categorie F voor de bezoldiging van de bestuurder en commissarissen. Voor 2022 geldt daarom een maximum van € 181.000 (2021 € 175.000) voor de bestuurder. Maximaal 15% (€ 27.150) daarvan is voor de voorzitter en 10% (€ 18.100) voor de leden van de RvC. De Vereniging van Toezichthouders bij Woningcorporaties (VTW) hanteert striktere normen, te weten een maximum van € 21.720 voor de voorzitter en € 14.480 voor leden van de RvC. De bezoldiging voor de commissarissen van Oost West Wonen sluit hierop aan.
Gegevens 2022 (bedragen x € 1) S.L. Visser J.H. Willems T. Abbo
B. van Dam 13 5
B.F.L. Vermaas-van de Bilt 30 4
Bezoldiging (toezichthoudende topfunctionarissen)
De vergoeding van de leden van de Raad van Commissarissen bedroeg in 2022 in totaal € 89.096. Deze vergoeding is conform de richtlijnen van de VTW en de WNT. Oost West Wonen valt volgens de WNT in categorie F voor de bezoldiging van de bestuurder en commissarissen. Voor 2022 geldt daarom een maximum van € 181.000 (2021 € 175.000) voor de bestuurder. Maximaal 15% (€ 27.150) daarvan is voor de voorzitter en 10% (€ 18.100) voor de leden van de RvC. De Vereniging van Toezichthouders bij Woningcorporaties (VTW) hanteert striktere normen, te weten een maximum van € 21.720 voor de voorzitter en € 14.480 voor leden van de RvC. De bezoldiging voor de commissarissen van Oost West Wonen sluit hierop aan.
De bezoldiging van de raad van commissarissen omvat periodiek betaalde beloningen. Er zijn immers wel reiskostenvergoedingen en de vergoeding van cursussen, vallend binnen de WNT en richtlijnen van de VTW. Alle verantwoorde bedragen zijn exclusief BTW. Over 2022 hebben de commissarissen de volgende bezoldiging (opgesteld volgens de Wet Normering Topinkomens) ontvangen:
en nog niet
De bezoldiging van de raad van commissarissen omvat periodiek betaalde beloningen. Er zijn immers wel reiskostenvergoedingen en de vergoeding van cursussen, vallend binnen de WNT en richtlijnen van de VTW. Alle verantwoorde bedragen zijn exclusief BTW. Over 2022 hebben de commissarissen de volgende bezoldiging (opgesteld volgens de Wet Normering Topinkomens)
Gegevens 2022 (bedragen x € 1) P. Braal B. van Dam B.F.L. Vermaas
betaald en nog niet
Vergaderingen, overig Vergader- en besluitenschema
Vergaderingen, overig
Vergader- en besluitenschema
Vergaderingen, overig
De RvC is in het afgelopen jaar zevenmaal bijeen geweest voor een reguliere of ingelaste belangrijkste besluiten die de RvC in 2022 heeft genomen en de belangrijkste onderwerpen tijdens de vergaderingen zijn in de volgende tabel opgenomen:
De RvC is in het afgelopen jaar zevenmaal bijeen geweest voor een reguliere of ingelaste vergadering. De belangrijkste besluiten die de RvC in 2022 heeft genomen en de belangrijkste onderwerpen die zijn besproken tijdens de vergaderingen zijn in de volgende tabel opgenomen:
Vergader- en besluitenschema
De RvC is in het afgelopen jaar zevenmaal bijeen geweest voor een reguliere of ingelaste vergadering. De belangrijkste besluiten die de RvC in 2022 heeft genomen en de belangrijkste onderwerpen die zijn besproken tijdens de vergaderingen zijn in de volgende tabel opgenomen:
Belangrijkste onderwerpen Mededeling
21 februari (reguliere vergadering)
Treasuryjaarplan 2022 Ter vaststelling / goedkeuring
Auditplan 2022 Ter vaststelling / goedkeuring
Voorstel bestuur wijziging van de statuten Ter vaststelling / goedkeuring
Fiscaal statuut Ter informatie
Verslag zelfevaluatie RvC 2021 Bespreking
Prestatieafspraken RvC / directeur-bestuurder Bespreking
19 april (reguliere vergadering)
Procuratieregeling Ter vaststelling / goedkeuring
Veegbesluit inzake reglementen Ter vaststelling / goedkeuring
Managementletter 2021 Ter informatie
Huurverhoging 2022 Ter informatie
4e kwartaalrapportage 2021 Ter informatie
23 juni (extra vergadering)
Governance-inspectie (tevens presentatie bijeenkomst AKD ) Bespreking
29 juni (reguliere vergadering)
Jaarverslag 2021 Ter vaststelling / goedkeuring
1e kwartaalrapportage 2022 Ter informatie
Prestatieafspraken Ter informatie
Participatie flexwoningen gemeente GO / OWW Ter informatie
Herbenoeming dhr. J.H. Willems als RvC-lid
27 september (extra vergadering)
Ter vaststelling / goedkeuring
Presentatie projecten en financiële ontwikkelingen Ter bespreking
3 oktober (reguliere vergadering)
Benoeming mw. P. Braal als nieuw RvC -lid
Ter vaststelling / goedkeuring
Brief WSW borgbaarheid, borgingsplafond en financiële analyse Mededeling
Aw toezichtsbrief, incl. opvolging acties 2022 Mededeling
Vergaderschema 2023
vaststelling / goedkeuring
Verbindingenstatuut Ter vaststelling / goedkeuring
Ketensamenwerking Ter vaststelling / goedkeuring
2e kwartaalrapportage 2022
29 november (reguliere vergadering)
Begroting 2023 en meerjarenprognose t/m 2032
Prestatieafspraken
informatie
3e kwartaalrapportage 2022
Klachtenprocedure
Aedes Benchmark Ter informatie
De auditcommissie is vijfmaal bijeengeweest: Belangrijkste onderwerpen Mededeling
8 februari (reguliere vergadering)
Stand van zaken managementletter Bespreking
Treasuryjaarplan 2022 Bespreking
Auditplan 2022 Bespreking
Jaarkalender auditcommissie 2022 Ter vaststelling
Fiscaal statuut Bespreking
Risicomanagement Bespreking
29 maart (reguliere vergadering)
Procuratieregeling
4e kwartaalrapportage 2021
7 juni (reguliere vergadering)
1e kwartaalrapportage 2022
Jaarverslag, jaarrekening 2021 incl. accountantsverslag
Kaderbrief 2023
Stand van zaken risicomanagement
20 september (reguliere vergadering)
Evaluatie accountant
2e kwartaalrapportage 2022
50
vaststelling / goedkeuring
vaststelling / goedkeuring
Ontwikkelingen binnen ICT en risicobereidheid Bespreking
3e kwartaalrapportage 2022
Klachtenprocedure
Aedes Benchmark
De auditcommissie is vijfmaal bijeengeweest:
Belangrijkste onderwerpen
8 februari (reguliere vergadering)
Ter informatie
Ter informatie
Ter informatie
Mededeling
Stand van zaken auditplan 2022 en verslag werkzaamheden business-controller
Brief WSW borgbaarheid, borgingsplafond en financiële analyse
Aw toezichtsbrief
14 november (reguliere vergadering)
3e kwartaalrapportage 2021
Begroting 2023 en meerjarenprognose t/m 2032
Overleg met huurdersverenigingen en overige stakeholders
Bespreking
Bespreking
Bespreking
Bespreking
Bespreking
Overleg met huurdersverenigingen en overige stakeholders
De raad overlegt jaarlijks met de huurdersverenigingen. Met name de huurderscommissarissen hebben op een aantal momenten contact gehad met de huurdersverenigingen. De gesprekken verlopen in een constructieve sfeer waarbij ruimte is om diverse onderwerpen te bespreken. De RvC is betrokken geweest bij verkennende gesprekken van de beide huurdersverenigingen om te komen tot één huurdersvereniging. De regie op dit proces ligt bij de huurdersverenigingen. De huurderscommissarissen bieden hun deskundigheid aan om hierin behulpzaam te zijn, maar zijn niet sturend. De raad vindt een rechtstreeks contact van belang voor het vervullen van de toezichthoudende taak.
Overleg OR
Een afvaardiging vanuit de RvC heeft op 23 mei, 11 juli (kennismaking met nieuwe RvC-lid) en op 3 november overleg gehad met de ondernemingsraad zonder aanwezigheid van de bestuurder. Zowel de RvC als de ondernemingsraad ervaren dit jaarlijkse contact als zeer positief.
8.6 Afsluiting
De raad overlegt jaarlijks met de huurdersverenigingen. Met name de huurderscommissarissen hebben op een aantal momenten contact gehad met de huurdersverenigingen. De gesprekken verlopen in een constructieve sfeer waarbij ruimte is om diverse onderwerpen te bespreken. De RvC is betrokken geweest bij verkennende gesprekken van de beide huurdersverenigingen om te komen tot één huurdersvereniging. De regie op dit proces ligt bij de huurdersverenigingen. De huurderscommissarissen bieden hun deskundigheid aan om hierin behulpzaam te zijn, maar zijn niet sturend. De raad vindt een rechtstreeks contact van belang voor het vervullen van de toezichthoudende taak.
Overleg OR
Een afvaardiging vanuit de RvC heeft op 23 mei, 11 juli (kennismaking met nieuwe RvC-lid) en op 3 november overleg gehad met de ondernemingsraad zonder aanwezigheid van de bestuurder. Zowel de RvC als de ondernemingsraad ervaren dit jaarlijkse contact als zeer positief.
De RvC ziet dat Oost West Wonen ambities heeft om haar doelstellingen voor de aankomende jaren waar te maken. Met de ingewikkelde maatschappelijke tendensen die zich voordoen, bemerkt ook de RvC dat het behalen van de doelstellingen niet altijd even makkelijk is. Hij zal dan ook gedurende het jaar de voortgang van de te behalen resultaten monitoren en toetsen. De raad heeft bijzondere aandacht voor de voortgang op de projecten, zeker in het nakomen van de afspraken met de stakeholders. Met de verdieping van de relatie met de gemeente Goeree-Overflakkee en de concrete afspraken die voortkomen uit de Nationale Prestatieafspraken in het achterhoofd, spreekt de RvC de hoop uit dat de kansen en initiatieven die zich de aankomende jaren gaan voordoen leiden tot meer mogelijkheden voor Oost West Wonen. Om zo haar woningbezit uit te breiden, zodat ook op GoereeOverflakkee de woningnood kan worden beperkt. Als laatste zal de raad de doorontwikkeling van de organisatie Oost West
Graag danken wij de bestuurder, het managementteam, de business controller, de ondernemingsraad en alle medewerkers voor hun inzet voor onze huurders en het succesvol verder vormgeven van Oost West Wonen in 2022.
De RvC geeft goedkeuring aan de jaarrekening, het bestuursverslag en het volkshuisvestingsverslag van 2022. De RvC heeft kennisgenomen van de bevindingen van de externe
Activiteiten
Oost West Wonen is een vereniging met de status van toegelaten instelling volkshuisvesting. Zij heeft specifieke toelating in de regio van gemeente Goeree-Overflakkee en is werkzaam binnen de juridische wetgeving vanuit de Woningwet en het Besluit Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting. De statutaire en feitelijke vestigingsplaats op Langeweg 10, Postbus 9, 3241 KA te Middelharnis. Het nummer van de Kamer van Koophandel is: 23031811. De activiteiten bestaan voornamelijk uit de exploitatie en ontwikkeling van woningen voor de sociale huursector, zoals omschreven in artikel 45 van de Woningwet.
Continuïteit
We hebben onze financiering voor volgend jaar geregeld via de normale processen. Als we extra financiering nodig hebben, hebben we genoeg ruimte in onze kengetallen om dit op te nemen. We zijn niet afhankelijk van de verkoop van woningen voor onze kasstromen. Als we extra financiering nodig hebben, kunnen we terecht bij banken. We hebben ook opties zoals uitstel van onderhoud en investeringen om onze kasstromen positief te beïnvloeden.
Als we kijken naar het financiële beleid van Oost West Wonen in paragraaf 6.3 van het bestuursverslag en het bovenstaande, hebben we er vertrouwen in dat Oost West Wonen kan blijven bestaan. De gehanteerde grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn dan ook gebaseerd op de veronderstelling van continuïteit van de vennootschap.
Stelselwijzigingen
In 2022 hebben zich geen stelselwijzigingen voorgedaan.
Schattingswijzigingen
In 2022 hebben zich geen schattingswijzigingen voorgedaan met uitzondering van de geactualiseerde schattingen in de parameters van het vastgoed in exploitatie.
Schattingen
Bij het opstellen van de jaarrekening maakt het bestuur van Oost West Wonen verschillende beoordelingen en schattingen die van belang kunnen zijn voor de bedragen die in de jaarrekening worden vermeld. Als het nodig is om het vereiste inzicht te geven, worden de aard van deze beoordelingen en schattingen, inclusief de bijbehorende veronderstellingen, vermeld in de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten. Volgens het management zijn de volgende waarderingsgrondslagen het meest kritisch voor het weergeven van de financiële positie en vereisen schattingen en veronderstellingen:
• DAEB- en niet-DAEB vastgoed in exploitatie: de marktwaarde in verhuurde staat hangt af van verschillende belangrijke aannames, zoals de disconteringsvoet, exit yield, mutatiegraad, markthuren en leegwaarde.
Deze aannames zijn tot stand gekomen in overleg met een externe deskundige en er is meer onzekerheid over de schattingen als gevolg van de huidige marktomstandigheden en het afnemende aantal
referentietransacties in de markt ten opzichte van vorig jaar.
• Vastgoed in ontwikkeling voor eigen exploitatie: het moment waarop de feitelijke verplichtingen voor investeringen in nieuwbouw en transformatie worden aangegaan, moet worden bepaald om een voorziening voor onrendabele investeringen te treffen.
• Aannames en veronderstellingen bij de bepaling van de belastingpositie (inclusief latente belastingpositie).
Algemene grondslagen
De jaarrekening van Oost West Wonen is opgesteld in overeenstemming met de bepalingen van de Woningwet, het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015, de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015, de Wet normering topinkomens (WNT), Titel 9 Boek 2 BW, RJ 645 van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving en de stellige uitspraken van de overige hoofdstukken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving.
Activa en verplichtingen worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigings¬prijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs.
In de balans, de winst-en-verliesrekening en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting. Toelichtingen op posten in de balans, winst-en-verliesrekening en kasstroomoverzicht worden in de jaarrekening genummerd.
Deze jaarrekening gaat over de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022 en alle bedragen zijn in euro’s, tenzij anders vermeld.
In artikel 35 lid 1 van de Woningwet is bepaald dat de jaarrekening moet worden opgesteld volgens de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW waarbij uitsluitend de afdelingen 2 tot en met 6, 8, 10, 11, 13 en 16 overeenkomstig van toepassing zijn. In artikel 30 van het Besluit Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting 2015 (BTIV) zijn de niet van toepassing zijnde artikelen van Titel 9 Boek 2 BW opgenomen.
Volgens artikel 35 lid 2 van de Woningwet moeten de onroerende eigendommen en hun infrastructurele aanhorigheden worden gewaardeerd tegen de actuele waarde, met voorschriften die bij algemene maatregel van bestuur worden gegeven. In artikel 31 lid 1 van het BTIV is bepaald dat de waardering plaatsvindt tegen de marktwaarde.
In artikel 14 van de Regeling Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting 2015 (RTIV) is bepaald dat deze waardering plaatsvindt overeenkomstig de methodiek opgenomen in bijlage 2 (‘Handboek modelmatig waarderen marktwaarde’) bij deze regeling.
In artikel 35 lid 6 van de Woningwet is bepaald dat bij ministeriële regeling nadere voorschriften worden gegeven omtrent de inrichting van de jaarrekening. In artikel 15 lid 1
van de RTIV is bepaald dat de jaarrekening een balans, een winst-en-verliesrekening en een kasstroomoverzicht bevat die zijn ingericht overeenkomstig het model dat is opgenomen in de op het verslagjaar betrekking hebbende bijlage 3 bij deze regeling.
In de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving is RJ 645 Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting opgenomen die nadere interpretatie geeft aan de in Titel 9 Boek 2 BW opgenomen voorschriften met inachtneming van de in artikel 30 van het BTIV aangeduide uitzonderingen. RJ 645 geeft uitsluitend regels voor sectorspecifieke aangelegenheden. Voor de overige aangelegenheden zijn de algemeen geldende richtlijnen van toepassing eveneens met inachtneming van de in artikel 30 aangeduide uitzonderingen. De Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) is van toepassing.
Vergelijking met voorgaand jaar
De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar.
Financiële instrumenten
Onder financiële instrumenten worden zowel primaire financiële instrumenten (zoals vorderingen en schulden), als afgeleide financiële instrumenten (derivaten) verstaan.
In de toelichting op de onderscheiden posten van de balans wordt de reële waarde van het desbetreffende instrument toegelicht als die afwijkt van de boekwaarde. Indien het financiële instrument niet in de balans is opgenomen wordt de informatie over de reële waarde gegeven in de toelichting op de ‘Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen’.
Primaire financiële instrumenten
Voor de grondslagen van primaire financiële instrumenten wordt verwezen naar de behandeling per balanspost van de ‘Grondslagen voor de waardering van activa en passiva’.
Afgeleide financiële instrumenten (derivaten)
Financiële derivaten worden bij eerste verwerking tegen reële waarde opgenomen en vervolgens per balansdatum tegen de reële waarde geherwaardeerd. De winst of het verlies uit de herwaardering naar reële waarde per balansdatum wordt onmiddellijk in de winst-en-verliesrekening verwerkt. Indien financiële derivaten echter voor hedge-accounting in aanmerking komen en hedge-accounting wordt toegepast is de verwerking van deze winst of dit verlies afhankelijk van de aard van de afdekking.
Afscheiden embedded derivaten
Embedded derivaten worden afgescheiden van het basiscontract en afzonderlijk in de jaarrekening verwerkt conform de hiervoor beschreven grondslagen voor derivaten, indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
• er bestaat geen nauw verband tussen de economische kenmerken en risico’s van het in het contract besloten
derivaat en de economische kenmerken en risico’s van het basiscontract;
• een afzonderlijk instrument met dezelfde voorwaarden als het in het contract besloten derivaat zou voldoen aan de definitie van een derivaat; en
• het samengestelde instrument wordt niet tegen reële waarde gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in het resultaat.
Kasstroomoverzicht
Het overzicht van de kasstromen is gemaakt volgens de directe methode. Dit overzicht laat zien hoeveel geld er in en uit is gegaan en bestaat uit liquide middelen. Het overzicht is verdeeld in operationele activiteiten, (des) investeringsactiviteiten en financieringsactiviteiten. Belastingen over winst, ontvangen en betaalde rente worden opgenomen onder operationele activiteiten.
Met de directe methode wordt de kasstroom uit operationele activiteiten opgedeeld in ontvangsten en uitgaven per categorie, zoals die werkelijk voorkomen in de bedrijfsactiviteiten. Financiële kasstromen worden opgesplitst in kasstromen voor de hoofdsom en betaalde rente, en worden opgenomen onder financieringsactiviteiten en operationele activiteiten. Transacties waarbij geen geld wordt uitgewisseld, worden niet opgenomen in het kasstroomoverzicht.
De in het kasstroomoverzicht verantwoorde kasstromen benaderen over het algemeen de bedragen, zoals opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Een aantal posten in de winst-en-verliesrekening bevatten ook niet-kasstromen die niet terugkomen in het kasstroomoverzicht, zoals mutatie voorziening dubieuze debiteuren, de kostprijs/boekwaarde van het verkochte vastgoed, de waardeveranderingen van het vastgoed, de afschrijvingen op de materiële vaste activa, de mutatie op de latente belastingen, het resultaat deelnemingen en het resultaat aandeel derden.
Er kan een verschil zijn tussen de kosten en de kasstromen, bijvoorbeeld bij voorzieningen en vooruitbetaalde bedragen, omdat de betaling en vastlegging op verschillende momenten kunnen plaatsvinden.
Immateriële vaste activa
De immateriële vaste activa worden gewaardeerd op historische kostprijs onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing van bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingen worden lineair berekend als een percentage van de aanschafwaarde, gebaseerd op de verwachte economische levensduur. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikneming.
Vastgoedbeleggingen
Algemene uitgangspunten
Vastgoedbeleggingen zijn onroerende zaken die worden aangehouden om huuropbrengsten of waardestijgingen, of beide, te realiseren. Vastgoedbeleggingen worden bij eerste verwerking tegen verkrijgingsprijs, inclusief de transactiekosten, gewaardeerd en daarna tegen actuele (reële) waarde. De invulling hiervan wordt onder meer gebaseerd op beschikbare marktgegevens en samengesteld door externe taxateurs. Waardeveranderingen van vastgoedbeleggingen worden verwerkt in de winst-enverliesrekening. Daarnaast wordt ten laste van de overige reserves een herwaarderingsreserve gevormd.
Herwaardering
Ongerealiseerde winsten of verliezen ontstaan door een wijziging in de actuele waarde worden verantwoord in de winst- en verliesrekening. Wanneer op complexniveau de actuele waarde de boekwaarde op basis van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs (kostprijs) overtreft, wordt een herwaarderingsreserve gevormd die wordt toegelicht bij het eigen vermogen. De boekwaarde op basis van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs betreft de initiële verkrijgings- of vervaardigingsprijs (derhalve niet verminderd met cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen). Op vastgoedbeleggingen wordt niet afgeschreven.
Verkrijgings- of vervaardigingsprijs
De verkrijgings- of vervaardigingsprijs wordt bepaald als de som van alle direct toe te rekenen uitgaven inclusief renovaties en ingrijpende verbouwingen voor zover verkregen subsidies kwalificeren als investeringssubsidie worden deze in mindering gebracht op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs.
Verwerking van groot onderhoud
Op basis van RJ 645.202 wordt de verwerking van uitgaven in vastgoed in exploitatie na eerste verwerking op basis van artikel 14a van de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 voorgeschreven. Daardoor worden onderhoudsuitgaven in het resultaat verwerkt. Oost West Wonen verwerkt de kosten van groot onderhoud aan haar vastgoedbeleggingen als onderdeel van de boekwaarde indien wordt voldaan aan de criteria voor activering. Dit betekent dat uitgaven die als verbetering gekwalificeerd worden als onderdeel van de kostprijs van het vastgoed worden verwerkt. De geactiveerde kosten worden als afzonderlijke component behandeld. Voor zover sprake
is van vervanging van onderdelen van het actief wordt de nog aanwezige boekwaarde van deze onderdelen gedesinvesteerd. Indien de boekwaarde van deze te desinvesteren onderdelen niet afzonderlijk uit de activa registratie zijn te herleiden wordt deze benaderd op basis van de huidige uitgaven, teruggerekend naar de datum van oorspronkelijke investering, en indien van toepassing rekening houdend met de naar benadering tot het moment van vervanging hierover gepleegde afschrijvingen.
Clasificatie
DAEB-vastgoed in exploitatie betreffen woningen met een gereguleerd huurcontract, het maatschappelijk vastgoed en het overige sociale vastgoed. Maatschappelijk vastgoed is bedrijfsonroerendgoed dat verhuurd wordt aan maatschappelijke organisaties, waaronder zorg-, welzijns-, onderwijs- en culturele instellingen en dienstverleners conform vermelding in de bijlage 3 en 4 bij artikel 49 van het BTIV en artikel 45 van de Woningwet. Niet-DAEB-vastgoed in exploitatie betreft het overige vastgoed in exploitatie dat niet onder de definitie van DAEB-vastgoed in exploitatie valt.
Onroerende zaken in exploitatie worden op grond van artikel 35 lid 2 van de Woningwet na de eerste verwerking gewaardeerd tegen actuele waarde. Op grond van artikel 31 van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 vindt de waardering plaats tegen de marktwaarde, die overeenkomstig artikel 14 van de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 plaatsvindt conform de methodiek die is opgenomen in bijlage 2 van de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 (Handboek modelmatig waarderen marktwaarde.)
Oost West Wonen hanteert de fullversie van het Handboek modelmatig waarderen marktwaarde voor het hele bezit. De onroerende zaken in exploitatie worden getaxeerd door een onafhankelijke en ter zake deskundige externe taxateur, ingeschreven bij het Nederlands Register Vastgoed Taxateurs. Het taxatiedossier is op aanvraag beschikbaar voor de Autoriteit Woningcorporaties.
Waardering
Bij de eerste verwerking worden de onroerende zaken in exploitatie gewaardeerd tegen de kostprijs. De kostprijs omvat de verkrijgings- of vervaardigingsprijs, inclusief transactiekosten en verminderd met eventuele investeringssubsidies. De verkrijgings- of vervaardigingsprijs wordt bepaald als de som van de bestede externe kosten en de direct hieraan toerekenbare kosten.
Waardering na eerste verwerking
Na eerste verwerking worden de onroerende zaken in exploitatie gewaardeerd tegen actuele waarde, overeenkomstig artikel 35 lid 2 van de Woningwet. Onder actuele waarde wordt in dit verband verstaan de marktwaarde overeenkomstig het marktwaardebegrip onderhandse verkoopwaarde in verhuurde staat. Voortvloeiend uit artikel 14 van de Regeling Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting (RTIV) is deze marktwaarde bepaald conform het Handboek modelmatig waarderen marktwaarde per einde boekjaar,
derhalve de marktwaarde in verhuurde staat. De marktwaarde in verhuurde staat is benaderd door de contante waarde van de geschatte toekomstige kasstromen te bepalen (discounted cash flow methode). Uitgaven na eerste verwerking van vastgoed in exploitatie worden verwerkt in overeenstemming met artikel 14a van de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015. De regeling maakt onderscheid tussen onderhoud en verbetering. Onderhoudsuitgaven worden in het resultaat verwerkt, uitgaven die kwalificeren als verbetering worden als onderdeel van de kostprijs van het vastgoed verwerkt
Voor een verdere toelichting op de bepaling van de marktwaarde wordt verwezen naar de toelichting op de balans.
Uitgaven na eerste verwerking
Uitgaven na eerste verwerking die voldoen aan de algemene activeringscriteria worden geactiveerd tegen kostprijs en vervolgens getoetst aan het verschil in marktwaarde van het complex voor en na deze uitgaven. Het marktwaardeverschil wordt in het actief verwerkt als een waardevermindering of -vermeerdering en in het resultaat verantwoord als ‘Nietgerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille’.
De beleidswaarde sluit aan op het beleid van Oost West Wonen en beoogt inzicht te geven in de verdiencapaciteit van haar vastgoed in exploitatie, uitgaande van dit beleid. Onder de beleidswaarde wordt verstaan de contante waarde van de aan een actief of samenstelling van activa (kasstroom genererende eenheden) toe te rekenen toekomstige kasstromen uitgaande van het beleid van Oost West Wonen. De grondslagen voor de beleidswaarde van het vastgoed in exploitatie komen overeen met de grondslagen voor de bepaling van de marktwaarde, met uitzondering van:
1. Enkel uitgaan van het doorexploiteerscenario, derhalve geen rekening houden met een uitpondscenario en geen rekening houden met voorgenomen verkopen van vastgoed in exploitatie.
2. Inrekening van de intern bepaalde streefhuur in plaats van de markthuur, vanaf het ingeschatte moment van (huurders)mutatie. De streefhuur betreft de huur die volgens het beleid van Oost West Wonen bij mutatie in rekening wordt gebracht, passend binnen de geldende wet- en regelgeving, feitelijke beklemmingen en prestatieafspraken met gemeenten. Oost West Wonen hanteert in haar beleid een streefhuur van een gedifferentieerd percentage van de maximaal redelijke huur.
3. Inrekening van toekomstige onderhoudslasten, bepaald overeenkomstig het (onderhouds)beleid van de corporatie en het als onderdeel daarvan vastgestelde meerjaren onderhoudsprogramma voor het vastgoedbezit, in plaats van onderhoudsnormen in de markt. Oost West Wonen hanteert hierbij de uitgangspunten zoals beschreven in het waarderingshandboek 2022.
4. Inrekening van toekomstige verhuur- en beheerlasten in plaats van marktconforme lasten ter zake.
5. Hieronder worden verstaan de directe en indirecte
kosten die rechtstreeks zijn te relateren aan de verhuuren beheeractiviteiten van de corporatie en zoals deze worden opgenomen onder het hoofd ‘lasten verhuur en beheeractiviteiten’ in de resultatenrekening. Oost West Wonen hanteert hierbij de uitgangspunten zoals beschreven in het waarderingshandboek 2022.
De beleidswaarde van BOG / MOG / ZOG is gelijk aan de marktwaarde en hierbij wordt dus verondersteld dat de marktuitgangspunten overeenkomen met de eigen beleidsuitgangspunten.
Oost West Wonen heeft de volgende uitgangspunten gehanteerd in de beleidswaarde:
Streefhuur is een gedifferentieerd percentage van de maximaal redelijk huur.
Onderhoudsnorm € 2.350,72 (2021; € 1.989,26)
Beheernorm € 1.179,16 (2021; € 1.005,82)
Voor zover afwijkend van de voor de bepaling van de marktwaarde in verhuurde staat gehanteerde uitgangspunten, zijn de gehanteerde uitgangspunten voor de toekomstige exploitatie – zoals toegepast voor de bepaling van de beleidswaarde van de activa in exploitatie – afgeleid van de meerjarenbegroting (ontwikkeling streefhuur, onderhoudslasten en de lasten van verhuur & beheer) en geënt op de wettelijke voorschriften opgenomen in bijlage 2 van de Regeling Toegelaten instellingen Volkshuisvesting 2015. Oost West Wonen heeft hierbij uitgangspunten bepaald die mede van invloed zijn op de beleidswaarde. Wijzigingen van deze uitgangspunten zijn derhalve van invloed op deze waarde.
Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden die kwalificeren als een financieringstransactie worden gewaardeerd op de getaxeerde leegwaarde onder aftrek van de korting.
Winsten of verliezen ontstaan door een wijziging in de marktwaarde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden worden verantwoord in de winst- en verliesrekening over de periode waarin de wijziging zich voordoet. Deze winsten of verliezen worden opgenomen onder de post ‘Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille verkocht onder voorwaarden’.
Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie betreft complexen in aanbouw ten behoeve van toekomstige verhuurexploitatie. De complexen in aanbouw worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs dan wel de lagere marktwaarde.
Materiële vaste activa
Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie De onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden gewaardeerd op basis van de aanschafwaarde onder aftrek van lineaire afschrijvingen en indien van toepassing bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte gebruiksduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingsprijs. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikneming. Op terreinen wordt niet afgeschreven.
De afschrijvingen (im)materiële vaste activa ten dienste van exploitatie worden gebaseerd op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Afschrijvingen vinden plaats volgens de lineaire methode op basis van de geschatte economische levensduur, welke varieert van 3 jaar tot 50 jaar afhankelijk van het soort activum. Afschrijving van het actief vindt plaats tot de restwaarde is bereikt. De afschrijvingen worden aan de verschillende activiteiten via de kostenverdeelstaat toegerekend.
Financiële vaste activa
Latente belastingvorderingen
Latente belastingvorderingen en –verplichtingen worden opgenomen voor tijdelijke verschillen tussen de waarde van de activa en passiva volgens fiscale voorschriften enerzijds en de boekwaarden die in deze jaarrekening gevolgd worden anderzijds.
Latente belastingvorderingen, met inbegrip van die voortvloeien uit voorwaartse verliescompensatie, worden gewaardeerd indien het waarschijnlijk is dat er fiscale winst beschikbaar zal zijn waarmee verliezen kunnen worden gecompenseerd en verrekeningsmogelijkheden kunnen worden benut. Deze latente belastingvorderingen zijn gewaardeerd tegen contant waarde waarbij discontering plaatsvindt tegen de netto rente van 2,20%. De latente belastingvorderingen hebben overwegend een langlopend karakter. De netto rente bestaat uit de voor Oost West Wonen geldende rente op langlopende leningen (2,97%) onder aftrek van vennootschapsbelasting op basis van het toepasselijke belastingtarief (25,8%).
Overige vorderingen
De overige financiële vaste activa worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, die gelijk is aan de nominale waarde, onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen.
Voorraden
Vastgoed bestemd voor de verkoop
Vastgoed bestemd voor de verkoop betreft de voorraad vastgoed die niet (langer) in exploitatie is en is aangewezen voor verkoop, danwel waarvoor activiteiten zijn aangevangen ten behoeve van de verkoop.
Vastgoed bestemd voor de verkoop wordt gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs, bepaald op basis van de marktwaarde op
het moment dat het vastgoed uit exploitatie wordt genomen, danwel vervaardigingsprijs of lagere netto-opbrengstwaarde. Deze lagere netto-opbrengstwaarde wordt bepaald door individuele beoordeling van het vastgoed.
De vervaardigingsprijs omvat de bouwkosten, de directe loonkosten en de overige kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. De netto-opbrengstwaarde is gebaseerd op een verwachte verkoopprijs, onder aftrek van nog te maken kosten voor voltooiing en verkoop.
Overige voorraden
De overige voorraden, zijnde grondposities, worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere nettoopbrengstwaarde. Deze lagere netto-opbrengstwaarde wordt bepaald door individuele beoordeling van deze posities.
Vorderingen
De vorderingen worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Noodzakelijk geachte voorzieningen voor mogelijke verliezen als gevolg van oninbaarheid worden in mindering gebracht. Deze voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordeling van de vorderingen.
Liquide middelen
Liquide middelen bestaan uit banktegoeden en deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courant schulden bij banken zijn opgenomen onder de post schulden aan banken onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. De liquide middelen staan, voor zover niet anders vermeld, ter vrije beschikking van de vereniging.
Herwaarderingsreserve
De herwaarderingsreserve wordt bepaald voor het vastgoed dat wordt gewaardeerd op marktwaarde; voor het positieve verschil tussen de marktwaarde en de boekwaarde op basis van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs wordt per (marktwaarde)complex een herwaarderingsreserve gevormd.
Bij de bepaling van de boekwaarde op basis van historische kostprijs wordt geen rekening gehouden met afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. Bij de vorming van de herwaarderingsreserve wordt geen rekening gehouden met belastingen. Indien op een waarderingscomplex in het verleden een waardevermindering is verantwoord, dan wordt pas een herwaarderingsreserve gevormd voor het betreffende complex voor zover de marktwaarde hoger is dan de boekwaarde op basis van verkrijgings-of vervaardigingsprijs. Het gerealiseerde deel van de herwaarderingsreserve wordt ten gunste van de overige reserves gebracht.
Voorziening onrendabele investeringen en herstructurering Verwachte verliezen als gevolg van onrendabele investeringen nieuwbouw worden als bijzondere waardeverandering in mindering gebracht op de aanschafwaarden. Indien en voor zover de verwachte
verliezen de boekwaarde van het betreffende project overtreffen, wordt voor dit meerdere een voorziening gevormd. Onder verwachte verliezen wordt in dit verband verstaan de netto contante waarde van alle investeringsuitgaven minus aan deze investering toe te rekenen ontvangsten. Hierbij wordt rekening gehouden met intern geformaliseerde en extern gecommuniceerde (feitelijke) verplichtingen.
Hiervan is sprake wanneer uitingen namens de woningcorporatie zijn gedaan richting huurders, gemeenten en overige stakeholders aangaande verplichtingen inzake toekomstige nieuwbouwprojecten. Een feitelijke verplichting is gekoppeld aan het besluitvormingsproces van de woningcorporatie rondom projectontwikkeling. Van een feitelijke verplichting is sprake indien de formalisering van de verplichting en de externe communicatie heeft plaatsgevonden.
Voorziening voor latente belastingverplichtingen
Voor in de toekomst te betalen belastingbedragen uit hoofde van verschillen tussen commerciële en fiscale balanswaarderingen wordt een voorziening getroffen ter grootte van de som van deze verschillen vermenigvuldigd met het geldende belastingtarief. De voorziening voor latente belastingverplichtingen wordt gewaardeerd tegen contante waarde.
Overige voorzieningen
Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen en verliezen die op balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van
middelen noodzakelijk is en waarvan de hoogte redelijkerwijs kan worden geschat. Voorzieningen worden tegen contante waarde opgenomen.
Langlopende schulden
Onder de langlopende schulden worden schulden opgenomen met een resterende looptijd van meer dan één jaar. De schulden worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten.
De aflossingsverplichting voor het komend jaar van de langlopende schulden is opgenomen onder de kortlopende schulden.
Oost West Wonen heeft in het kader van de verkoop van woningen onder voorwaarden een terugkoopverplichting die afhankelijk is van de waardeontwikkeling van de woningen. De terugkoopverplichting wordt jaarlijks gewaardeerd. Indien de verwachting bestaat dat de terugkoop binnen één jaar zal plaatsvinden, is de verplichting onder de kortlopende schulden verantwoord.
Kortlopende schulden
De kortlopende schulden worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde (indien deze lager is dan de verkrijgings-/vervaardigingsprijs) en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs.
Algemeen
Het resultaat wordt bepaald als verschil tussen de opbrengstwaarde van de geleverde prestaties en de kosten en andere lasten over het jaar. De resultaten op transacties worden verantwoord in het jaar waarin zij zijn gerealiseerden verliezen zodra zij voorzienbaar zijn. Het resultaat wordt tevens bepaald met inachtneming van de verwerking van ongerealiseerde waardeveranderingen van op actuele waarde gewaardeerde vaste activa en afgeleide financiële instrumenten.
In de functionele winst-en-verliesrekening zijn alle opbrengsten direct toe te rekenen aan de activiteiten van Oost West Wonen. Bij de kosten is er een onderscheid tussen de direct toerekenbare kosten en de indirecte kosten. De direct toerekenbare kosten worden bij het betreffende onderdeel verantwoord. De toerekening van de indirecte kosten aan de onderscheiden onderdelen van de functionele winst-enverliesrekening gebeurt op basis van verdeelsleutels.
Huuropbrengsten
Hier worden de huuropbrengsten opgenomen die uit de exploitatie van het vastgoed worden gegenereerd. Dit zijn zowel de huuropbrengsten uit de exploitatie van het DAEBvastgoed als het niet-DAEB-vastgoed. De opbrengsten uit hoofde van huur worden aangemerkt als zijnde gerealiseerd in het jaar van verlening van de diensten. De mutatie van de voorziening voor dubieuze debiteuren en de afboeking van dubieuze huurdebiteuren zijn onder deze post opgenomen.
Opbrengsten en lasten servicecontracten
Opbrengsten servicecontracten betreffen overeengekomen bijdragen van huurders en worden aangemerkt als zijnde gerealiseerd in het jaar van levering van de goederen en verlening van de diensten. De bijdragen zijn voor de dekking van de te maken en gemaakte servicekosten. Verrekening op basis van daadwerkelijke bestedingen vindt jaarlijks plaats. Gemaakte servicekosten worden verantwoord onder de lasten servicecontracten in het verslagjaar waarop de servicekosten betrekking hebben.
Lasten verhuur- en beheeractiviteiten
Hier worden de directe en indirecte kosten verantwoord die rechtstreeks zijn te relateren aan de verhuur- en beheeractiviteiten. Dit betreft onder andere lonen en salarissen voor personeel dat primair bezig is met de exploitatie van het vastgoed. De indirecte kosten worden met behulp van een verdeelstaat toegerekend aan deze categorie.
Lasten onderhoudsactiviteiten
Aan deze post worden de lasten toegerekend die betrekking hebben op de onderhoudslasten van vastgoed in exploitatie. Dit betreffen naast onderhoudslasten ook personeelslasten en overige bedrijfslasten die feitelijk betrekking hebben op onderhoudsactiviteiten.
Onder onderhoudslasten worden alle direct aan het verslagjaar toe te rekenen kosten van onderhoud verantwoord. De lasten van onderhoud onderscheiden zich van activeerbare kosten door het feit dat er geen sprake is van een waardeverhoging van het actief, dan wel vanwege wettelijke vereisten. De indirecte kosten worden met behulp van een verdeelstaat toegerekend aan deze categorie.
Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden. Reeds aangegane verplichtingen waarvan de werkzaamheden nog niet zijn uitgevoerd op balansdatum worden toegelicht onder de ‘niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen’.
Overige directe operationele lasten exploitatie bezit
Aan deze posten worden de directe lasten met betrekking tot de exploitatie van het bezit toegerekend die geen betrekking hebben op de verhuur en beheeractiviteiten of onderhoudsactiviteiten. De overige directe operationele lasten exploitatie bezit zijn echter wel kosten die worden veroorzaakt door het feit dat Oost West Wonen vastgoed heeft.
Netto gerealiseerd resultaat verkoop vastgoedportefeuille
De post netto gerealiseerd resultaat verkoop vastgoedportefeuille betreft het saldo van de behaalde verkoopopbrengst minus de boekwaarde van het bestaand bezit en de toegerekende organisatiekosten. Opbrengsten worden verantwoord op het moment van overdracht van economische rechten en verplichtingen (passeren akte van levering).
Waardeveranderingen vastgoedportefeuille
Overige waardeveranderingen vastgoedportefeuille
De overige waardeveranderingen worden gevormd door:
• de waardevermindering die is ontstaan door gedurende het verslagjaar nieuw aangegane juridische en feitelijke verplichtingen met betrekking tot investeringen in nieuwbouw en herstructurering en voorzover de verwachte marktwaarde lager is dan de kostprijs,
• de terugname van eerder genomen waardeverminderingen door gewijzigde inschattingen van stichtingskosten/ marktwaarde,
• afwaarderingen (en eventuele terugnames van eerder genomen afwaarderingen) van grondposities,
• afboeking van eerder geactiveerde bedragen voor investeringsprojecten.
Niet-gerealiseerde waardeveranderingen
vastgoedportefeuille
Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille betreffen winsten of verliezen, die ontstaan door een wijziging in de marktwaarde van de vastgoedportefeuille in het verslagjaar (exclusief het effect van onrendabele investeringen en herstructureringen).
Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille verkocht onder voorwaarden
In deze post worden de ongerealiseerde waardeveranderingen van de vastgoedportefeuille verkocht onder voorwaarden verantwoord die zijn ontstaan door een wijziging in de waarde van de vastgoedportefeuille verkocht onder voorwaarden in het verslagjaar.
Niet-gerealiseerde waardeverandering vastgoedportefeuille bestemd voor verkoop
In deze post worden de ongerealiseerde waardeveranderingen verantwoord van de vastgoedportefeuille bestemd voor verkoop die zijn ontstaan door een wijziging in de waarde van de vastgoedportefeuille bestemd voor verkoop in het verslagjaar.
Netto resultaat overige activiteiten
Hieronder worden de opbrengsten en kosten die te relateren zijn aan overige activiteiten verantwoord. Met overige activiteiten worden de niet-primaire activiteiten bedoeld. Met andere woorden, niet gerelateerd aan het exploiteren, het ontwikkelen, of verkopen van vastgoed.
Overige organisatiekosten
Dit betreffen de kosten die niet aan de primaire of nietprimaire activiteiten via de kostenverdeelstaat kunnen worden toegerekend. De overige organisatiekosten betreffen nietobject-gebonden kosten en algemene organisatiekosten.
Kosten omtrent leefbaarheid
Leefbaarheid omvat gemaakte kosten voor fysieke ingrepen die de leefbaarheid in buurten en wijken bevorderen. Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden. De kosten die zijn te relateren aan leefbaarheid, zijn de kosten van werkzaamheden die zijn gemaakt voor niet in het eigendom van de corporatie zijnde gebouwen en gronden (zoals openbaar terrein) en die niet noodzakelijk zijn voor de verhuurexploitatie. De indirecte kosten, lonen en salarissen en overige organisatiekosten die zijn gemaakt voor niet in het eigendom van de corporatie zijnde gebouwen en die niet noodzakelijk zijn voor de verhuurexploitatie en die aan het boekjaar zijn toe te rekenen, worden ook verantwoord als leefbaarheidsuitgaven.
De toerekening van de indirecte kosten aan de onderscheiden onderdelen van de functionele winst-en-verliesrekening gebeurt op basis van verdeelsleutels.
De belangrijkste indirecte kosten betreffen personeelsbeloningen, afschrijvingen op onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie en overige niet directe bedrijfskosten. Afhankelijk van de aard van de afdeling dienen de lasten te worden toegerekend aan een bepaalde activiteit.
De verdeelsleutels voor toerekening van de indirecte organisatiekosten zijn gebaseerd op de opbouw van het aantal Fte’s naar de hoofdactiviteiten verhuur en beheer, onderhoud, verkoop, servicecontracten, leefbaarheid, overige activiteiten en overige organisatiekosten.
Lonen, salarissen en sociale lasten
Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de winst- en verliesrekening, voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers. Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden door de werknemers. De lonen, salarissen en sociale lasten worden aan de verschillende activiteiten via de kostenverdeelstaat toegerekend.
Pensioenlasten
De pensioenregeling van alle woningcorporaties is ondergebracht bij een zelfstandig pensioenfonds het Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties (SPW). Het is een verplicht gesteld pensioenfonds voor alle medewerkers die binnen de CAO Woondiensten vallen.
De pensioenpremies worden verantwoord als personeelskosten. Oost West Wonen heeft voor de pensioenregeling geen andere wettelijke of feitelijke verplichting indien er zich een tekort voordoet bij de verzekeringsmaatschappij of pensioenfonds.
Financiële baten en lasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen.
De post “waardeverandering financiële vaste activa en effecten” vertegenwoordigde de gerealiseerde waarde mutatie van de in de drie extendibele leningen opgenomen embedded derivaten.
Belastingen
De belasting wordt berekend over het resultaat voor belastingen in de winst- en verliesrekening, rekening houdend met beschikbare fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren en vrijgestelde winstbestanddelen en na bijtelling van niet-aftrekbare kosten. Tevens wordt rekening gehouden met wijzigingen die optreden in de latente belastingvorderingen en latente belastingschulden uit hoofde van wijzigingen in het te hanteren belastingtarief.
Sinds 1 januari 2008 vallen woningcorporaties integraal onder de vigerende belastingwetgeving. Eind 2008 is er overeenstemming bereikt tussen Aedes en de Belastingdienst over de Vaststellingsovereenkomst (VSO2), die is getekend door de rechtsvoorgangers van Oost West Wonen. Per 1 december 2016 liep deze tussen woningcorporaties en de Belastingdienst gesloten vaststellingsovereenkomst af, met dien verstande dat de overeenkomst steeds stilzwijgend met 1 jaar wordt verlengd, indien deze niet vóór 1 december is opgezegd. In november 2022 heeft de Belastingdienst bekend gemaakt dat zij per 1 januari 2023 de VSO2 opzegt. Het is nog onbekend in hoeverre dit invloed zal hebben op de verschuldigde vennootschapsbelasting vanaf het boekjaar 2023.
Oost West Wonen heeft op basis van de uitgangspunten van VSO2 de fiscale positie ultimo 2022 en het fiscale resultaat 2022 bepaald. Doordat jurisprudentie inzake de uitwerking van VSO2 voor woningcorporaties vaak nog ontbreekt, kan de werkelijk te betalen of te verrekenen belasting afwijken van de in de jaarrekening opgenomen schatting.
Toelichting scheiding DAEB/Niet-DAEB
Conform het beoordelingskader scheiding DAEB/niet-DAEB dienen de opbrengsten en kosten te worden verdeeld naar de afzonderlijke takken middels een kostenverdeelstaat. Daarbij moeten de kosten en opbrengsten op grond van consequent toegepaste en objectief te rechtvaardigen beginselen inzake kostprijsadministratie worden toegerekend.
Dit betekent dat directe kosten direct moeten worden toegerekend aan de DAEB of niet-DAEB activiteiten. Voor de indirecte kosten en opbrengsten dienen verdeelsleutels te worden toegepast. Deze kosten worden toegerekend aan de DAEB of niet-DAEB activiteiten naar de mate waarin zij op DAEB-activiteiten respectievelijk niet-DAEB-activiteiten betrekking hebben. Indien deze koppeling niet gemaakt kan worden, kan de toedeling plaats vinden op basis van een naar ratobenadering, in de verhouding tussen de gewogen aantallen verhuureenheden.
De vastgoedbeleggingen zijn gesplitst naar hun aard in DAEBvastgoed en niet-DAEB-vastgoed.
De materiële vaste activa bestaan uit kantoor, inventaris en aanverwante zaken. Deze activa zijn toegerekend aan de DAEB tak. Wel worden de lasten die uit het gebruik voortvloeien verdeeld over de DAEB- en de niet-DAEB-tak.
De financiële vaste activa bestaan uit deelnemingen en latente belastingvorderingen. Op de balans van de DAEB-tak is een deelneming in de niet-DAEB-tak opgenomen. De fiscale latenties worden toegerekend op basis van de onderliggende posten. De interne lening aan de niet-DAEB wordt opgenomen onder de financiële vaste activa van de DAEB-tak.
Voorraden
De vastgoedbeleggingen zijn gesplitst naar hun aard in DAEBvastgoed en niet-DAEB-vastgoed.
Vorderingen
De vorderingen zijn verdeeld over de beide takken op basis van de aard van de vordering.
Liquide middelen
De liquide middelen van de beide takken zijn de resultante van de beginsaldi en de kasstromen over het boekjaar en is daarbij conform de in deze rubriek genoemde uitgangspunten verdeeld over de beide takken.
Eigen vermogen
Het eigen vermogen van de beide takken is de resultante van de beginsaldi en het resultaat na belastingen over het boekjaar en is daarbij conform de in deze rubriek genoemde uitgangspunten aan de beide takken toegerekend naar de herwaarderingsreserve en de overige reserves.
Voorziening voor onrendabele investeringen en herstructureringen
De voorziening voor onrendabele investeringen en herstructureringen wordt verdeeld naar de aard van de onderliggende vastgoedprojecten.
Langlopende schulden
Alle WSW-geborgde leningen zijn opgenomen in de DAEB-tak. De interne lening aan de DAEB-tak is opgenomen onder de langlopende schulden van de niet-DAEB tak.
Kortlopende schulden
De kortlopende schulden, voor zover het de aflossingsverplichting binnen één jaar van de langlopende schulden betreft, zijn toegerekend aan de beide takken op de wijze zoals opgenomen onder de langlopende schulden. Bij de overige kortlopende schulden is dit gebeurd op basis van de aard van de onderliggende schulden.
Huuropbrengsten
De huuropbrengsten zijn op basis van toewijzing van verhuureenheden opgenomen in de DAEB- respectievelijk niet-DAEB-tak.
De opbrengsten en lasten servicecontracten zijn verdeeld over de beide takken op basis van gewogen aantallen verhuureenheden.
Lasten verhuur- en beheeractiviteiten
De lasten verhuur- en beheeractiviteiten inclusief de indirecte lasten zijn op basis van de gewogen aantallen eenheden verdeeld over de beide takken.
Lasten onderhoudsactiviteiten
De directe lasten zijn per object verdeeld, bij complexgewijs onderhoud vindt verdeling op basis van de eenheden plaats. De indirecte lasten worden in dezelfde verhouding als de directe lasten verdeeld over de beide takken.
Overige directe operationele lasten exploitatie bezit
De overige directe operationele lasten exploitatie bezit zijn zoveel als mogelijk direct toegerekend aan de beide takken. De overige lasten worden verdeeld op basis van de gewogen aantallen eenheden.
Waardeveranderingen vastgoedportefeuille
De waardeveranderingen vastgoedportefeuille zijn toegerekend aan de beide takken op basis de kwalificatie van verhuureenheden als DAEB of niet-DAEB.
Kosten omtrent leefbaarheid
De kosten omtrent leefbaarheid zijn volledig toegerekend aan de DAEB-tak.
Rentebaten en soortgelijke opbrengsten
De rentebaten in de DAEB-tak betreffen de rentevergoeding van de lening die is verstrekt aan de niet-DAEB-tak.
Rentelasten en soortgelijke kosten
De rentelasten in de DAEB-tak hebben betrekking op de rente van de door het WSW geborgde leningen. De rentelasten in de niet-DAEB-tak hebben betrekking op de overige leningen.
Belastingen
Marktwaarde
Zowel het DAEB- als het niet-DAEB-vastgoed in exploitatie is gewaardeerd tegen de marktwaarde in verhuurde staat die is bepaald op basis van het ‘Handboek modelmatig waarderen marktwaarde’ die als bijlage is opgenomen bij de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting. Hierbij wordt op basis van de toekomstige kasstromen de marktwaarde middels de Discounted Cash Flow (DCF)-methode bepaald.
De geschatte toekomstige kasstromen worden bepaald op basis van de discounted cashflow (‘DCF’) methode. Voor woon- en parkeergelegenheden vindt de bepaling van de toekomstige inkomende en uitgaande kasstromen plaats aan de hand van enerzijds het doorexploiteer scenario en anderzijds het uitpondscenario, mede op basis van artikel 31 van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting (BTIV). De marktwaarde in verhuurde staat is op waarderingscomplex niveau bepaald op basis van de hoogste waardering van het doorexploiteer- of uitpondscenario, beide berekend op basis van de contante waarde van inkomende en uitgaande kasstromen.
Het doorexploiteerscenario veronderstelt dat verhuureenheden worden doorverhuurd, waarbij elk jaar bij een deel van de verhuureenheden de huurder verhuist.
Het uitpondscenario veronderstelt dat verhuureenheden bij mutatie leeg komen en complexmatig worden verkocht.
Inschakeling taxateur
Bij het bepalen van de marktwaarde is de full-versie van het waarderingshandboek gehanteerd. Hiervoor is Capital Value Taxaties B.V. als onafhankelijke en ter zake deskundige taxateur ingeschakeld. Zij zijn ingeschreven bij het Nederlands Register Vastgoed Taxateurs. Eens in de drie jaar verzorgen zij de volledige taxatie en in het jaar dat niet getaxeerd wordt, wordt een markttechnische update verricht, tenzij door omstandigheden een hertaxatie noodzakelijk wordt geacht. In het jaar 2022 is er een markttechnische update verricht en zijn 2 nieuwbouwcomplexen volledig getaxeerd. Het taxatierapport en het taxatiedossier waarin de waardering en de daarbij gehanteerde aanpassingen ten opzichte van de
basisversie zijn onderbouwd en vastgelegd zijn in het bezit van Oost West Wonen en op aanvraag beschikbaar voor de Autoriteit woningcorporaties.
Het doorexploiteerscenario veronderstelt dat verhuureenheden worden doorverhuurd, waarbij elk jaar bij een deel van de verhuureenheden de huurder verhuist.
Het uitpondscenario veronderstelt dat verhuureenheden bij mutatie leeg komen en complexmatig worden verkocht.
Inschakeling taxateur
Bij het bepalen van de marktwaarde is de full-versie van het waarderingshandboek gehanteerd. Hiervoor is Capital Value Taxaties B.V. als onafhankelijke en ter zake deskundige taxateur ingeschakeld. Zij zijn ingeschreven bij het Nederlands Register Vastgoed Taxateurs. Eens in de drie jaar verzorgen zij de volledige taxatie en in het jaar dat niet getaxeerd wordt, wordt een markttechnische update verricht, tenzij door omstandigheden een hertaxatie noodzakelijk wordt geacht. In het jaar 2022 is er een markttechnische update verricht en zijn 2 nieuwbouwcomplexen volledig getaxeerd. Het taxatierapport en het taxatiedossier waarin de waardering en de daarbij gehanteerde aanpassingen ten opzichte van de basisversie zijn onderbouwd en vastgelegd zijn in het bezit van Oost West Wonen en op aanvraag beschikbaar voor de Autoriteit woningcorporaties.
In de full-versie is het mogelijk om op basis van een toetsing door de externe taxateur tot een aanpassing van de op basis van dit handboek modelmatig vastgestelde waarde van het waarderingscomplex te komen. Een aanpassing van de waarde dient het resultaat te zijn van een aanpassing van de daaraan ten grondslag liggende normen en parameters. Daarbij dient de externe taxateur tevens de aannemelijkheid van de marktwaarde te beoordelen, die daarvan het resultaat is. De volgende vrijheidsgraden zijn in de waarderingen van Oost West Wonen door de taxateur toegepast.
In de full-versie is het mogelijk om op basis van een toetsing door de externe taxateur tot een aanpassing van de op basis van dit handboek modelmatig vastgestelde waarde van het waarderingscomplex te komen. Een aanpassing van de waarde dient het resultaat te zijn van een aanpassing van de daaraan ten grondslag liggende normen en parameters. Daarbij dient de externe taxateur tevens de aannemelijkheid van de marktwaarde te beoordelen, die daarvan het resultaat is. De volgende vrijheidsgraden zijn in de waarderingen van Oost West Wonen door de taxateur toegepast
De hoogte van de mutatiekans is gebaseerd op het gemiddelde aantal mutaties in de afgelopen vijf jaar. Deze mutatiekans hoeft niet te gelden voor de toekomst. Als daar reden voor is, onder meer omdat de feitelijke mutaties in de betrokken periode een afwijkend beeld laten zien, heeft de toegelaten instelling de mogelijkheid om een externe taxateur in te schakelen om de mutatiekans aan te passen. Voor nagenoeg alle complexen is de mutatiekans door de externe taxateur heroverwogen en indien nodig aangepast.
Additionele kasstromen
Onderstaand wordt de invulling van de gehanteerde vrijheidsgraden nader toegelicht
Markthuur
Onderstaand wordt de invulling van de gehanteerde vrijheidsgraden nader toegelicht.
In de full-versie heeft de externe taxateur de mogelijkheid om de modelmatig bepaalde markthuur te vervangen door zijn inschatting van de markthuur. Voor alle complexen is de markthuur door de externe taxateur heroverwogen en indien nodig aangepast.
Markthuur
In de full-versie heeft de externe taxateur de mogelijkheid om de modelmatig bepaalde markthuur te vervangen door zijn inschatting van de markthuur. Voor alle complexen is de markthuur door de externe taxateur heroverwogen en indien nodig aangepast.
Exit yield
Als alternatief voor de berekende eindwaarde uit de basisversie mag een exit yield gebruikt worden voor het bepalen van de eindwaarde ultimo jaar 15. Voor alle complexen is de exit yield door de externe taxateur heroverwogen en indien nodig aangepast.
Disconteringsvoet
De hoogte van de disconteringsvoet is modelmatig bepaald. Daarmee wordt niet altijd recht gedaan aan de risico’s die voor specifieke objecten en/of specifieke locaties van toepassing zijn. Deze specifieke omstandigheden kunnen een andere disconteringsvoet rechtvaardigen. De toegelaten instelling heeft de mogelijkheid om dan een externe taxateur in te schakelen om een marktconforme disconteringsvoet vast te stellen. Voor alle complexen is de disconteringsvoet door de externe taxateur heroverwogen en indien nodig aangepast.
De leegwaarde per eind 2022 is bepaald door de WOZ-waarde per 1 januari 2021 (peildatum belastingjaar 2022) te verhogen met de gemiddelde leegwaardestijging overeenkomstig de inschatting van de taxateur. De verwachte ontwikkeling van de leegwaarde voor de komende jaren is door de taxateur aangepast op basis van de inschatting van de markt.
Voor 2022 is bij betreffende woongelegenheden een negatieve additionele kasstroom opgevoerd voor jaarlijkse erfpachtcanon en een positieve additionele kasstroom voor jaarlijks te ontvangen EPV vergoedingen.
Complexindeling
mag een exit yield gebruikt worden voor het bepalen van de eindwaarde ultimo jaar 15. Voor alle complexen is de exit yield door de externe taxateur heroverwogen en indien nodig aangepast Disconteringsvoet De hoogte van de disconteringsvoet is modelmatig bepaald. Daarmee wordt niet altijd recht gedaan aan de risico’s die voor specifieke objecten en/of specifieke locaties van toepassing zijn. Deze specifieke omstandigheden kunnen een andere disconteringsvoet rechtvaardigen. De toegelaten instelling heeft de mogelijkheid om dan een externe taxateur in te schakelen om een marktconforme disconteringsvoet vast te stellen. Voor alle complexen is de disconteringsvoet door de externe taxateur heroverwogen en indien nodig aangepast.
Leegwaarde De leegwaarde per eind 2022 is bepaald door de WOZ-waarde per 1 januari 2021 (peildatum belastingjaar 2022) te verhogen met de gemiddelde leegwaardestijging overeenkomstig de inschatting van de taxateur. De verwachte ontwikkeling van de leegwaarde voor de komende jaren is door de taxateur aangepast op basis van de inschatting van de markt.
Mutatiekans De hoogte van de mutatiekans is gebaseerd op het gemiddelde aantal mutaties in de afgelopen vijf jaar. Deze mutatiekans hoeft niet te gelden voor de toekomst. Als daar reden voor is, onder meer omdat de feitelijke mutaties in de betrokken periode een afwijkend beeld laten zien, heeft de toegelaten instelling de mogelijkheid om een externe taxateur in te schakelen om de mutatiekans aan te passen. Voor nagenoeg alle complexen is de mutatiekans door de externe taxateur heroverwogen en indien nodig aangepast.
Additionele kasstromen Voor 2022 is bij betreffende woongelegenheden een negatieve additionele kasstroom opgevoerd voor jaarlijkse erfpachtcanon en een positieve additionele kasstroom voor jaarlijks te ontvangen EPV vergoedingen.
Een waarderingscomplex is een samenstel van verhuureenheden, dat in principe bestaat uit vergelijkbare verhuureenheden wat betreft type vastgoed, bouwperiode en locatie, en dat als één geheel aan een derde partij in verhuurde staat verkocht kan worden. Er bestaat geen minimum of maximum voor het aantal verhuureenheden in een waarderingscomplex. Het kan voorkomen dat een waarderingscomplex bestaat uit zowel DAEB- als niet-DAEB-vastgoed.
Complexindeling
Een waarderingscomplex is een samenstel van verhuureenheden, dat in principe bestaat uit vergelijkbare verhuureenheden wat betreft type vastgoed, bouwperiode en locatie, en dat als één geheel aan een derde partij in verhuurde staat verkocht kan worden.
Er bestaat geen minimum of maximum voor het aantal verhuureenheden in een waarderingscomplex. Het kan voorkomen dat een waarderingscomplex bestaat uit zowel DAEB- als niet-DAEB-vastgoed.
De waarderingscomplexen ten behoeve van de berekening van de marktwaarde zijn door middel van de volgende indeling bepaald:
De waarderingscomplexen ten behoeve van de berekening van de marktwaarde zijn door middel van de volgende indeling bepaald:
Locatie (woonkern) Type Bouwjaar Grootte
Ouddorp Eengezinswoning <1940 <40
Goedereede Meergezinswoning
Stellendam Studenteneenheid
Melissant Zorgeenheid (extramuraal)
Dirksland Bedrijfsonroerendgoed
1940-1959 40-59
1960-1974 60-79
1975-1989 80-99
1989-2004 100-119
Herkingen Maatschappelijk onroerend goed >2005 >120
Sommelsdijk Parkeerplaats
Middelharnis Garagebox
Nieuwe-Tonge Zorgvastgoed (intramuraal)
Oude-Tonge
Den Bommel
Achthuizen
Ooltgensplaat
Stad aan 't Haringvliet
Bij het bepalen van de toekomstige kasstromen voor de DCFberekening wordt gebruik gemaakt van de volgende
parameters:
Opslagen, grondslagen en huurindexen contracthuren woningen vóór harmonisatie
Zekerheden
Het vastgoed is nagenoeg in zijn geheel gefinancierd met rijksleningen of met kapitaalmarktleningen onder overheidsgarantie waarvoor jegens Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) een obligoverplichting geldt, die is opgenomen onder de ‘Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen’. Als gevolg hiervan is het vastgoed dat met deze leningen is gefinancierd niet hypothecair bezwaard. Tot zekerheid voor de voldoening van de verplichtingen jegens het WSW in verband met de leningen die onder borging van het WSW zijn aangetrokken, is aan het WSW een volmacht verleend om rechten van hypotheek en pandrechten te vestigen op de activa.
Verzekeringen
Liberalisatiegrens per maand 2022
Liberalisatiegrens per maand 2023
Huurderving oninbaar (% van de huursom)
Gemiddelde mutatiekans van betreffende verhuureenheden over de afgelopen vijf jaar (20182022). Betreft het aantal vrijgekomen woningen door reguliere opzeggingen gedeeld door de som van de jaarlijkse ultimo standen per waarderingscomplex.
Geen exploitatieverplichting Wel exploitatieverplichting
Jaar 1 bij niet-aangebroken complex
Jaar 8 bij niet-aangebroken complex Gelijk aan mutatiekans doorexploiteren + 2,0%-punt
Jaar 1 bij aangebroken complex Jaar 8 bij aangebroken complex Gelijk aan mutatiekans doorexploiteren
Jaar 2 t/m jaar 15 Jaar 9 t/m jaar 15 Gelijk aan mutatiekans doorexploiteren
Gelijk aan mutatiekans doorexploiteren Vanaf jaar 16 Vanaf jaar 16
De activa zijn verzekerd tegen aanschaf- dan wel voortbrengingskosten middels een uitgebreide brandverzekering op eenheden basis. Hierin is geen totaalbedrag aan verzekerde waarde vastgelegd, maar alle eenheden zijn volledig verzekerd.
WOZ-waarde
De waarde gebaseerd op de meest recente WOZbeschikkingen van de woningen onder DAEB vastgoed in exploitatie bedraagt € 1.367.838.000 (peildatum 01-01-2022).
Mutatieleegstand gereguleerde woningen
Mutatieleegstand geliberaliseerde woningen
Splitsingskosten
Juridische splitsingskosten per vhe (prijspeil 31-12-2022)
uitponden (% van de leegwaarde)
Disconteringsvoet
Referentieobject disconteringsvoet bouwjaar >=1975<1990, MGW, 's Gravenhage, doorexploiteren
Opslag bouwjaarklasse < 1920
Opslag bouwjaarklasse >=1920 <1940
Opslag bouwjaarklasse >=1940 <1960
Opslag bouwjaarklasse >=1960 <1975
Opslag bouwjaarklasse >=1975 <1990
Opslag bouwjaarklasse >=1990 <2005
Opslag bouwjaarklasse >= 2005
De waarde gebaseerd op de meest recente WOZbeschikkingen van de woningen onder niet-DAEB vastgoed in exploitatie bedraagt € 17.281.000 (peildatum 01-01-2022).
Beleidswaarde
Omdat de doelstelling Oost West Wonen is te voorzien in passende huisvesting voor hen die daar niet zelf in kunnen voorzien, zal van het vastgoed in exploitatie slechts een beperkt deel vervreemd worden. Dit betekent dat slechts een deel van de in de jaarrekening verantwoorde marktwaarde in de toekomst zal worden gerealiseerd. Daarom wordt hieronder de beleidswaarde van het vastgoed in exploitatie toegelicht. Deze beleidswaarde sluit aan op het beleid van Oost West Wonen en beoogt inzicht te geven in de verdiencapaciteit van haar vastgoed uitgaande van dit beleid.
De beleidswaarde van BOG/MOG/ZOG is gelijk aan de marktwaarde en hierbij wordt dus verondersteld dat de marktuitgangspunten overeenkomen met de eigen beleidsuitgangspunten.
Het verschil tussen de marktwaarde en de beleidswaarde ultimo 2022 bestaat uit de volgende onderdelen:
in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie
De totale beleidswaarde ultimo verslagjaar bedraagt € 563.247.948 (2021: € 521.713.989), waarbij de onderhoudsnorm € 2.350,72 per woning (2021: € 1.989,26) bedraagt en de beheernorm € 1.179,16 per woning (2021: € 1.005,82) bedraagt.
Sensitiviteitsanalyse
Voor de bepaling van de beleidswaarde zijn de voornaamste uitgangspunten (gemiddeld per woning teruggerekend) als volgt:
In onderstaande tabellen wordt aangegeven welk effect een positieve of negatieve aanpassing van deze uitgangspunten heeft op de beleidswaarde:
In onderstaande tabellen wordt aangegeven welk effect een positieve of negatieve aanpassing van deze uitgangspunten heeft op de beleidswaarde:
op beleidswaarde: Mutatie t.o.v. uitgangspunt Effect op beleidswaarde
Ultimo 2022 is 1 woning onder koopgarant verkocht. Koopgarant houdt in dat degene die de woning heeft gekocht, bij voorgenomen vervreemding, verplicht is de woning te koop aan te bieden aan Oost West Wonen. Het risico van stijging of daling van de onderhandse verkoopwaarde van de woning wordt volgens een voorafbepaalde verdeelsleutel gedeeld tussen koper en Oost West Wonen. Oost West Wonen garandeert dat de woning wordt teruggekocht.
Ultimo 2022 is 1 woning onder koopgarant verkocht. Koopgarant houdt in dat degene die de woning heeft gekocht, bij voorgenomen vervreemding, verplicht is de woning te koop aan te bieden aan Oost West Wonen. Het risico van stijging of daling van de onderhandse verkoopwaarde van de woning wordt volgens een voorafbepaalde verdeelsleutel gedeeld tussen koper en Oost West Wonen. Oost West Wonen garandeert dat de woning wordt teruggekocht.
Onder de post Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie is voor een bedrag van € 501.088 (2021: € 489.825) een grondpositie opgenomen, met het oog op de ontwikkeling van vastgoedprojecten waarbij nog geen inzicht bestaat in de feitelijke projectontwikkeling.
Oost West Wonen is niet voornemens om deze grondpositie te verkopen en daarom is deze hieronder opgenomen. Deze grondpositie is ontstaan door de sloop van een pand dat oorspronkelijk werd verhuurd 9 7 2 Onroerende en roerende zaken ten dienste v d exploitatie
Onder de post Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie is voor een bedrag van € 501.088 (2021: € 489.825) een grondpositie opgenomen, met het oog op de ontwikkeling van vastgoedprojecten waarbij nog geen inzicht bestaat in de feitelijke projectontwikkeling.
Oost West Wonen is niet voornemens om deze grondpositie te verkopen en daarom is deze hieronder opgenomen. Deze grondpositie is ontstaan door de sloop van een pand dat oorspronkelijk werd verhuurd.
9.7.2 Onroerende en roerende zaken ten dienste v.d. exploitatie
Investeringen
Investeringen in onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie hebben betrekking op de bedrijfsvoering.
Afschrijvingen
De afschrijvingen op materiële vaste activa zijn gebaseerd op de verkrijgingsprijs. De afschrijvingen zijn lineair, gebaseerd op de verwachte economische levensduur. De afschrijvingstermijnen zijn 3 tot 50 jaar rekeninghoudend met een restwaarde.
Investeringen in onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie hebben betrekking op de bedrijfsvoering.
Afschrijvingen
De afschrijvingen op materiële vaste activa zijn gebaseerd op de verkrijgingsprijs. De afschrijvingen zijn lineair, gebaseerd op de verwachte economische levensduur. De afschrijvingstermijnen zijn 3 tot 50 jaar rekeninghoudend met een restwaarde.
9 7 3 Financiele vaste activa
waardering groter wordt door de afschrijvingen, zodat geen sprake kan zijn van realisatie van het commercieel-fiscale verschil.
Verkopen
De latenties uit hoofde van tijdelijke verschillen zijn als volgt samengesteld:
*1 Zie de verdere toelichting bij “afschrijvingen activa in exploitatie” hierna
*1 Zie de verdere toelichting bij “afschrijvingen activa in exploitatie” hierna.
Algemeen
Verwacht wordt dat van de latente belastingvorderingen op balansdatum een bedrag van € 376.864 binnen een jaar wordt gerealiseerd. De nominale waarde van de belastinglatentie bedraagt € 3.094.598. De gemiddelde looptijd van de latente belastingvorderingen bedraagt 15 jaar.
Algemeen
Het totaalbedrag van de tijdelijke verschillen tussen de fiscale waardering en de waardering in deze jaarrekening bedraagt € 11.994.566
Leningen
Het tijdelijke verschil tussen de waardering van de leningen is bij de fiscale openingsbalans per 1 januari 2008 geactiveerd en loopt gedurende de resterende looptijd van de leningen af. Per ultimo 2022 bedraagt de (geactiveerde) latente belastingvordering € 396.014 (2021: € 444.308).
Agio
Ten aanzien van het waarderingsverschil in de leningen (bedrijfseconomisch hogere waardering ultimo 2022) is een latente belastingvordering opgenomen. De latente belastingvordering bedraagt nominaal € 1.508.921, de in de balans opgenomen contante waarde van deze latente belastingvordering bedraagt € 1.259.864 (2021: € 1.683.105).
Verwacht wordt dat van de latente belastingvorderingen op balansdatum een bedrag van € 376.864 binnen een jaar wordt gerealiseerd. De nominale waarde van de belastinglatentie bedraagt € 3.094.598. De gemiddelde looptijd van de latente belastingvorderingen bedraagt 15 jaar. Het totaalbedrag van de tijdelijke verschillen tussen de fiscale waardering en de waardering in deze jaarrekening bedraagt € 11.994.566.
De latentie loopt af over de resterende looptijd van de leningen. In 2021 leidde hierin de Vestia-lening nog tot een tijdelijk verschil van 1 jaar; deze loopt er dus dit verslagjaar uit.
Afschrijvingen activa in exploitatie
Voor tijdelijke verschillen tussen de waardering in de jaarrekening en de fiscale waardering is een latente belastingvordering van € 1.076.317 (2021: € 1.428.370) in de balans opgenomen. Het woningbezit van Oost West Wonen bestaat voor een deel uit eenheden waarvan de fiscale boekwaarde hoger is dan 100% van de WOZwaarde (de fiscale bodemwaarde). Over deze woningen kan mogelijk fiscaal worden afgeschreven. Bij het berekenen van de latentie is rekening gehouden met de marktwaarde, fiscale boekwaarde en fiscale bodemwaarde op eenheidsniveau. Daarbij wordt de latentie beperkt tot maximaal het verschil tussen de fiscale boekwaarde en de (lagere) marktwaarde. Daarnaast wordt geen latentie gevormd voor woningen waar fiscaal gezien over kan worden afgeschreven, maar waarvan de marktwaarde hoger ligt dan de fiscale boekwaarde.
Leningen
Het tijdelijke verschil tussen de waardering van de leningen is bij de fiscale openingsbalans per 1 januari 2008 geactiveerd en loopt gedurende de resterende looptijd van de leningen af. Per ultimo 2022 bedraagt de (geactiveerde) latente belastingvordering € 396.014 (2021: € 444.308).
Agio
Ten aanzien van het waarderingsverschil in de leningen (bedrijfseconomisch hogere waardering ultimo 2022) is een latente belastingvordering opgenomen. De latente belastingvordering bedraagt nominaal € 1.508.921, de in de balans opgenomen contante waarde van deze latente belastingvordering bedraagt € 1.259.864 (2021: € 1.683.105). De latentie loopt af over de resterende looptijd van de leningen. In 2021 leidde hierin de Vestia-lening nog tot een tijdelijk verschil van 1 jaar; deze loopt er dus dit verslagjaar uit.
Afschrijvingen activa in exploitatie
Voor tijdelijke verschillen tussen de waardering in de jaarrekening en de fiscale waardering is een latente belastingvordering van € 1.076.317 (2021: € 1.428.370) in de balans opgenomen. Het woningbezit van Oost West Wonen bestaat voor een deel uit eenheden waarvan de fiscale boekwaarde hoger is dan 100% van de WOZ-waarde (de fiscale bodemwaarde). Over deze woningen kan mogelijk fiscaal worden afgeschreven. Bij het berekenen van de latentie is rekening gehouden met de marktwaarde, fiscale boekwaarde en fiscale bodemwaarde op eenheidsniveau. Daarbij wordt de latentie beperkt tot maximaal het verschil tussen de fiscale boekwaarde en de (lagere) marktwaarde. Daarnaast wordt geen latentie gevormd voor woningen waar fiscaal gezien over kan worden afgeschreven, maar waarvan de marktwaarde hoger ligt dan de fiscale boekwaarde. Voor deze woningen geldt immers dat het verschil in
Voor deze woningen geldt immers dat het verschil in waardering groter wordt door de afschrijvingen, zodat geen sprake kan zijn van realisatie van het commercieel-fiscale verschil.
Verkopen
Voor deze woningen geldt immers dat het verschil in waardering groter wordt door de afschrijvingen, zodat geen sprake kan zijn van realisatie van het commercieel-fiscale verschil.
Voor het vastgoed dat is bestemd voor doorexploitatie en het vastgoed dat is bestemd voor verkoop is sprake van fiscale faciliteiten die het mogelijk maken dat latenties na afloop van de levensduur worden doorgeschoven naar nieuw vastgoed. In het geval dat het zeer waarschijnlijk is dat voor het betreffende vastgoed geen fiscale afwikkeling gedurende de levensduur zal plaatsvinden, wordt rekening gehouden met de fiscale afwikkeling gebaseerd op de voorgenomen wijze van realisatie na afloop van de levensduur. Dit betekent dat de contante waarde van de latentie door de zeer lange periode tot het moment van afwikkeling naar nihil tendeert.
Voor het vastgoed dat is bestemd voor doorexploitatie en het vastgoed dat is bestemd voor verkoop is sprake van fiscale faciliteiten die het mogelijk maken dat latenties na afloop van de levensduur worden doorgeschoven naar nieuw vastgoed. In het geval dat het zeer waarschijnlijk is dat voor het betreffende vastgoed geen fiscale afwikkeling gedurende de levensduur zal plaatsvinden, wordt rekening gehouden met de fiscale afwikkeling gebaseerd op de voorgenomen wijze van realisatie na afloop van de levensduur. Dit betekent dat de contante waarde van de latentie door de zeer lange periode tot het moment van afwikkeling naar nihil tendeert.
Verkopen
Voor deze woningen geldt immers dat het verschil in waardering groter wordt door de afschrijvingen, zodat geen sprake kan zijn van realisatie van het commercieel-fiscale verschil.
Verkopen
Overige vorderingen
Voor het vastgoed dat is bestemd voor doorexploitatie en het vastgoed dat is bestemd voor verkoop is sprake van fiscale faciliteiten die het mogelijk maken dat latenties na afloop van de levensduur worden doorgeschoven naar nieuw vastgoed. In het geval dat het zeer waarschijnlijk is dat voor het betreffende vastgoed geen fiscale afwikkeling gedurende de levensduur zal plaatsvinden, wordt rekening gehouden met de fiscale afwikkeling gebaseerd op de voorgenomen wijze van realisatie na afloop van de levensduur. Dit betekent dat de contante waarde van de latentie door de zeer lange periode tot het moment van afwikkeling naar nihil tendeert.
9 7 3 Overige vorderingen
9 7 3 Overige
Voor het vastgoed dat is bestemd voor doorexploitatie en het vastgoed dat is bestemd voor verkoop is sprake van fiscale faciliteiten die het mogelijk maken dat latenties na afloop van de levensduur worden doorgeschoven naar nieuw vastgoed. In het geval dat het zeer waarschijnlijk is dat voor het betreffende vastgoed geen fiscale afwikkeling gedurende de levensduur zal plaatsvinden, wordt rekening gehouden met de fiscale afwikkeling gebaseerd op de voorgenomen wijze van realisatie na afloop van de levensduur. Dit betekent dat de contante waarde van de latentie door de zeer lange periode tot het moment van afwikkeling naar nihil tendeert.
9 7 3 Overige vorderingen
9 7 4 Voorraden
9 7 4 Voorraden
9 7 5 Vorderingen
9 7 5 Vorderingen
Onder de post overige vorderingen zijn geen posten opgenomen met een resterende looptijd langer dan een jaar.
Onder de post overige vorderingen zijn geen posten opgenomen met een resterende looptijd langer dan een jaar.
Onder de post overige vorderingen zijn geen posten opgenomen met een resterende looptijd langer dan een jaar.
Onder de post overlopende activa zijn geen posten opgenomen met een resterende looptijd langer dan een jaar.
Onder de post overlopende activa zijn geen posten opgenomen met een resterende looptijd langer dan een jaar.
Onder de post overlopende activa zijn geen posten opgenomen met een resterende looptijd langer dan een jaar.
Het totaal bedrag van de liquide middelen staat ter vrije beschikking van de corporatie. 9 7 6 Eigen vermogen
Herwaarderingsreserve
Het verloop van de herwaarderingsreserve is als volgt:
Per 31 december 2022 is in totaal € 470 3 miljoen aan ongerealiseerde herwaarderingen in het eigen vermogen begrepen (2021: € 509,3 miljoen), zijnde het verschil tussen de marktwaarde in verhuurde staat van het vastgoed in exploitatie en de kostprijs. De waardering van dit vastgoed is in overeenstemming met het Handboek modelmatig waarderen marktwaarde bepaald en is daarmee conform de in de Woningwet voorgeschreven waarderingsgrondslag en daaruit afgeleide ministeriële besluiten geldend ten tijde van het opmaken van de jaarverslaggeving.
De waardering tegen beleidswaarde van het vastgoed in exploitatie bedraagt € 563,2 miljoen. Het verschil tussen de marktwaarde en de beleidswaarde bedraagt € 322,5 miljoen en kan niet of nauwelijks worden gerealiseerd.
Het totaal bedrag van de liquide middelen staat ter vrije beschikking van de corporatie.
9 7 6 Eigen vermogen
Herwaarderingsreserve
Het verloop van de herwaarderingsreserve is als volgt:
Het verloop van de herwaarderingsreserve is als volgt:
Voorstel tot bestemming van het resultaat over het boekjaar 2022
Voorstel tot bestemming van het resultaat over het boekjaar 2022
Het resultaat na belastingen van negatief € 30.809.615 over het boekjaar 2022 zal na vaststelling door de Raad van Commissarissen. geheel ten laste van de overige reserves gebracht worden. Dit is nog niet verwerkt in de jaarrekening. De vastgestelde jaarstukken worden ter informatie aan de ledenraad worden verstrekt.
Voorstel tot bestemming van het resultaat over het boekjaar 2022
Het resultaat na belastingen van negatief € 30 809 615 over het boekjaar 2022 zal na vaststelling door de Raad van Commissarissen geheel ten laste van de overige reserves gebracht worden. Dit is nog niet verwerkt in de jaarrekening. De vastgestelde jaarstukken worden ter informatie aan de ledenraad worden verstrekt
Het resultaat na belastingen van negatief € 30 809 615 over het boekjaar 2022 zal na vaststelling door de Raad van Commissarissen geheel ten laste van de overige reserves gebracht worden. Dit is nog niet verwerkt in de jaarrekening. De vastgestelde jaarstukken worden ter informatie aan de ledenraad worden verstrekt
Per 31 december 2022 is in totaal € 470,3 miljoen aan ongerealiseerde herwaarderingen in het eigen vermogen begrepen (2021: € 509 3 miljoen), zijnde het verschil tussen de marktwaarde in verhuurde staat van het vastgoed in exploitatie en de kostprijs. De waardering van dit vastgoed is in overeenstemming met het Handboek modelmatig waarderen marktwaarde bepaald en is daarmee conform de in de Woningwet voorgeschreven waarderingsgrondslag en daaruit afgeleide ministeriële besluiten geldend ten tijde van het opmaken van de jaarverslaggeving.
9 7 7 Voorzieningen
Per 31 december 2022 is in totaal € 470,3 miljoen aan ongerealiseerde herwaarderingen in het eigen vermogen begrepen (2021: € 509,3 miljoen), zijnde het verschil tussen de marktwaarde in verhuurde staat van het vastgoed in exploitatie en de kostprijs. De waardering van dit vastgoed is in overeenstemming met het Handboek modelmatig waarderen marktwaarde bepaald en is daarmee conform de in de Woningwet voorgeschreven waarderingsgrondslag en daaruit afgeleide ministeriële besluiten geldend ten tijde van het opmaken van de jaarverslaggeving.
Daarnaast zal bij mutatie van de woning slechts in uitzonderingssituaties de huur worden verhoogd tot de markthuur en zijn de werkelijke onderhouds- en beheerslasten hoger dan ingerekend in de marktwaarde, voortvloeiend uit de beoogde kwaliteit- en beheersituatie van de corporatie.
9.7.7 Voorzieningen
9 7 7 Voorzieningen
Voorstel tot bestemming van het resultaat over het boekjaar 2022
Het resultaat na belastingen van negatief € 30 809 615 over het boekjaar 2022 zal na vaststelling door de Raad van Commissarissen geheel ten laste van de overige reserves gebracht worden. Dit is nog niet verwerkt in de jaarrekening. De vastgestelde jaarstukken worden ter informatie aan de ledenraad worden verstrekt 9 7 7 Voorzieningen
De waardering tegen beleidswaarde van het vastgoed in exploitatie bedraagt € 563,2 miljoen. Het verschil tussen de marktwaarde en de beleidswaarde bedraagt € 322,5 miljoen en kan niet of nauwelijks worden gerealiseerd. Een realisatie van het verschil tussen marktwaarde en beleidswaarde is sterk afhankelijk van het te voeren beleid van Oost West Wonen. De mogelijkheden voor de corporatie om vrijelijk door (complexgewijze) verkoop of huurstijgingen de marktwaarde in verhuurde staat van het DAEB-bezit in exploitatie te realiseren zijn beperkt door wettelijke maatregelen en maatschappelijke ontwikkelingen zoals demografie en ontwikkeling van de behoefte aan sociale (DAEB) huurwoningen. Omdat de doelstelling van de corporatie is om duurzaam te voorzien in passende huisvesting voor hen die daar niet zelf in kunnen voorzien, zal van het vastgoed in exploitatie slechts een beperkt deel vervreemd worden.
Voorstel tot bestemming van het resultaat over het boekjaar 2022
Het resultaat na belastingen van negatief € 30 809 615 over het boekjaar 2022 zal na vaststelling door de Raad van Commissarissen geheel ten laste van de overige reserves gebracht worden. Dit is nog niet verwerkt in de jaarrekening. De vastgestelde jaarstukken worden ter informatie aan de ledenraad worden verstrekt 9 7 7 Voorzieningen
Het totaal bedrag van de liquide middelen staat ter vrije beschikking van de corporatie.
9 7 6 Eigen vermogen
Herwaarderingsreserve
Het verloop van de herwaarderingsreserve is als volgt:
De voorziening jubilea en gratificaties is gebaseerd op de te maken aanspraken op gratificaties uit hoofde van de CAO Woondiensten. Concreet betreft dit de verwachte gratificaties in het kader van het 12,5-jarig, 25-jarig en 40jarig dienstverband.
De voorziening jubilea en gratificaties is gebaseerd op de te maken aanspraken op gratificaties uit hoofde van de CAO Woondiensten. Concreet betreft dit de verwachte gratificaties in het kader van het 12,5-jarig, 25-jarig en 40jarig dienstverband.
De voorziening jubilea en gratificaties is gebaseerd op de te maken aanspraken op gratificaties uit hoofde van de CAO Woondiensten. Concreet betreft dit de verwachte gratificaties in het kader van het 12,5-jarig, 25-jarig en 40-jarig dienstverband.
De voorziening jubilea en gratificaties is gebaseerd op de te maken aanspraken op gratificaties uit hoofde van de CAO Woondiensten. Concreet betreft dit de verwachte gratificaties in het kader van het 12,5-jarig, 25-jarig en 40jarig dienstverband.
Per 31 december 2022 is in totaal € 470,3 miljoen aan ongerealiseerde herwaarderingen in het eigen vermogen begrepen (2021: € 509 3 miljoen), zijnde het verschil tussen de marktwaarde in verhuurde staat van het vastgoed in exploitatie en de kostprijs. De waardering van dit vastgoed is in overeenstemming met het Handboek modelmatig waarderen marktwaarde bepaald en is daarmee conform de in de Woningwet voorgeschreven waarderingsgrondslag en daaruit afgeleide ministeriële besluiten geldend ten tijde van het opmaken van de jaarverslaggeving.
De waardering tegen beleidswaarde van het vastgoed in exploitatie bedraagt € 563,2 miljoen. Het verschil tussen de marktwaarde en de beleidswaarde bedraagt € 322,5 miljoen en kan niet of nauwelijks worden gerealiseerd. Een realisatie van het verschil tussen marktwaarde en beleidswaarde is sterk afhankelijk van het te voeren beleid van Oost West Wonen. De mogelijkheden voor de corporatie om vrijelijk door (complexgewijze) verkoop of huurstijgingen de marktwaarde in verhuurde staat van het DAEB-bezit in exploitatie te realiseren zijn beperkt door wettelijke maatregelen en maatschappelijke ontwikkelingen zoals demografie en ontwikkeling van de behoefte aan sociale (DAEB) huurwoningen. Omdat de doelstelling van de corporatie is om duurzaam te voorzien in passende huisvesting voor hen die daar niet zelf in kunnen voorzien, zal van het vastgoed in exploitatie slechts een beperkt deel vervreemd worden.
In de CAO Woondiensten zijn vanaf 2010 afspraken gemaakt over een loopbaanontwikkelingsbudget.
De hoogte van de voorziening is afhankelijk van het moment van indiensttreding, het aantal dienstjaren en het aantal uren van het dienstverband. Ten laste van de voorziening komen de kosten die voortvloeien uit het honoreren van aanspraken.
De voorziening jubilea en gratificaties is gebaseerd op de te maken aanspraken op gratificaties uit hoofde van de CAO Woondiensten. Concreet betreft dit de verwachte gratificaties in het kader van het 12,5-jarig, 25-jarig en 40jarig dienstverband.
In de CAO Woondiensten zijn vanaf 2010 afspraken gemaakt over een loopbaanontwikkelingsbudget. De hoogte van de voorziening is afhankelijk van het moment van indiensttreding, het aantal dienstjaren en het aantal uren van het dienstverband. Ten laste van de voorziening komen de kosten die voortvloeien uit het honoreren van aanspraken.
De waardering tegen beleidswaarde van het vastgoed in exploitatie bedraagt € 563,2 miljoen. Het verschil tussen de marktwaarde en de beleidswaarde bedraagt € 322,5 miljoen en kan niet of nauwelijks worden gerealiseerd. Een realisatie van het verschil tussen marktwaarde en beleidswaarde is sterk afhankelijk van het te voeren beleid van Oost West Wonen. De mogelijkheden voor de corporatie om vrijelijk door (complexgewijze) verkoop of huurstijgingen de marktwaarde in verhuurde staat van het DAEB-bezit in exploitatie te realiseren zijn beperkt door wettelijke maatregelen en maatschappelijke ontwikkelingen zoals demografie en ontwikkeling van de behoefte aan sociale (DAEB) huurwoningen. Omdat de doelstelling van de corporatie is om duurzaam te voorzien in passende huisvesting voor hen die daar niet zelf in kunnen voorzien, zal van het vastgoed in exploitatie slechts een beperkt deel vervreemd worden.
Daarnaast zal bij mutatie van de woning slechts in uitzonderingssituaties de huur worden verhoogd tot de markthuur en zijn de werkelijke onderhouds- en beheerslasten hoger dan ingerekend in de marktwaarde, voortvloeiend uit de beoogde kwaliteit- en beheersituatie van de corporatie.
Daarnaast zal bij mutatie van de woning slechts in uitzonderingssituaties de huur worden verhoogd tot de markthuur en zijn de werkelijke onderhouds- en beheerslasten hoger dan ingerekend in de marktwaarde, voortvloeiend uit de beoogde kwaliteit- en beheersituatie van de corporatie.
Tekst aanpassing
In de CAO Woondiensten zijn vanaf 2010 afspraken gemaakt over een loopbaanontwikkelingsbudget. De hoogte van de voorziening is afhankelijk van het moment van indiensttreding, het aantal dienstjaren en het aantal uren van het dienstverband. Ten laste van de voorziening komen de kosten die voortvloeien uit het honoreren van aanspraken.
In de CAO Woondiensten zijn vanaf 2010 afspraken gemaakt over een loopbaanontwikkelingsbudget. De hoogte van de voorziening is afhankelijk van het moment van indiensttreding, het aantal dienstjaren en het aantal uren van het dienstverband. Ten laste van de voorziening komen de kosten die voortvloeien uit het honoreren van aanspraken.
In de CAO Woondiensten zijn vanaf 2010 afspraken gemaakt over een loopbaanontwikkelingsbudget. De hoogte van de voorziening is afhankelijk van het moment van indiensttreding, het aantal dienstjaren en het aantal uren van het dienstverband. Ten laste van de voorziening komen de kosten die voortvloeien uit het honoreren van aanspraken.
Bij herstructurering in de vorm van sloop en nieuwbouw wordt aan huurders een bijdrage toegezegd, ter overbrugging van het huurprijsverschil tussen hun nieuwe woning en de te slopen woning. Deze gewenningsbijdrage geldt voor een maximale periode van 48 maanden en wordt jaarlijks afgebouwd.
Jaarrekening
Bij herstructurering in de vorm van sloop en nieuwbouw wordt aan huurders een bijdrage toegezegd, ter overbrugging van het huurprijsverschil tussen hun nieuwe woning en de te slopen woning. Deze gewenningsbijdrage geldt voor een maximale periode van 48 maanden en wordt jaarlijks afgebouwd.
Bij herstructurering in de vorm van sloop en nieuwbouw wordt aan huurders een bijdrage toegezegd, ter overbrugging van het huurprijsverschil tussen hun nieuwe woning en de te slopen woning. Deze gewenningsbijdrage geldt voor een maximale periode van 48 maanden en wordt jaarlijks afgebouwd.
Bij herstructurering in de vorm van sloop en nieuwbouw wordt aan huurders een bijdrage toegezegd, ter overbrugging van het huurprijsverschil tussen hun nieuwe woning en de te slopen woning. Deze gewenningsbijdrage geldt voor een maximale periode van 48 maanden en wordt jaarlijks afgebouwd.
In het kader van de fusie is in 2019 aan het zittende personeel, dat voldeed aan de voorwaarden van de regeling, een vrijwillige vertrekregeling aangeboden. De aan deze medewerkers toegekende bedragen worden uit deze voorziening betaald.
9 7 8 Langlopende schulden
In het kader van de fusie is in 2019 aan het zittende personeel, dat voldeed aan de voorwaarden van de regeling, een vrijwillige vertrekregeling aangeboden. De aan deze medewerkers toegekende bedragen worden uit deze voorziening betaald.
In het kader van de fusie is in 2019 aan het zittende personeel, dat voldeed aan de voorwaarden van de regeling, een vrijwillige vertrekregeling aangeboden. De aan deze medewerkers toegekende bedragen worden uit deze voorziening betaald.
In het kader van de fusie is in 2019 aan het zittende personeel, dat voldeed aan de voorwaarden van de regeling, een vrijwillige vertrekregeling aangeboden. De aan deze medewerkers toegekende bedragen worden uit deze voorziening betaald.
Langlopende schulden
9 7 8 Langlopende schulden
9 7 8 Langlopende schulden
Aflossingsverplichtingen binnen 12 maanden na de afloop van het jaar zijn opgenomen onder de post kortlopende schulden.
De marktwaarde van de leningen per ultimo 2022 is € 167.682.048 (2021: € 216.262.240). Het saldo van de door het WSW geborgde leningen ultimo 2022 is € 168 847 434 (2021:
Aflossingsverplichtingen binnen 12 maanden na de afloop van het jaar zijn opgenomen onder de post kortlopende schulden.
Financiële instrumenten en risicobeheersing
Financiële instrumenten en risicobeheersing
Aflossingsverplichtingen binnen 12 maanden na de afloop van het jaar zijn opgenomen onder de post kortlopende schulden.
De marktwaarde van de leningen per ultimo 2022 is € 167.682.048 (2021: € 216.262.240). Het saldo van de door het WSW
Aflossingsverplichtingen binnen 12 maanden na de afloop van het jaar zijn opgenomen onder de post kortlopende schulden.
is €
Binnen het treasurybeleid van Oost West Wonen dient het gebruik van financiële instrumenten ter beperking van inherente (rente-, looptijden- en markt-) risico's. Op grond van het vigerende interne treasurystatuut is het gebruik van financiële instrumenten slechts toegestaan voor zover er een materieel verband met het belegde/gefinancierde vermogen kan worden gelegd en de toepassing ervan tot een positie van de totale leningen-/beleggingsportefeuille leidt, welke vergelijkbaar is met een positie zonder gebruik te maken van deze instrumenten.
De marktwaarde van de leningen per ultimo 2022 is € 167.682.048 (2021: € 216.262.240). Het saldo van de door het WSW geborgde leningen ultimo 2022 is €
De marktwaarde van de leningen per ultimo 2022 is € 167.682.048 (2021: € 216.262.240). Het saldo van de door het WSW geborgde leningen ultimo 2022 is € 168.847.434 (2021: € 174.772.098).
Met opmerkingen [BAv8]: € 168.847.434
Renterisico
heeft verwijderd: 4
Oost West Wonen loopt renterisico over de rentedragende vorderingen (voornamelijk onder financiële vaste activa, effecten en liquide middelen) en rentedragende langlopende en kortlopende schulden (waaronder schulden aan banken).
Voor vorderingen en schulden met variabele renteafspraken loopt Oost West Wonen risico ten aanzien van toekomstige kasstromen. Met betrekking tot vastrentende vorderingen en schulden loopt Oost West Wonen risico’s over de marktwaarde.
Kredietrisico
Oost West Wonen heeft geen significante concentraties van kredietrisico. Voor zover noodzakelijk worden nadere zekerheden verstrekt aan de bank voor beschikbare kredietfaciliteiten.
Binnen het treasurybeleid van Oost West Wonen dient het gebruik van financiële instrumenten ter beperking van inherente (rente-, looptijden- en markt-) risico’s. Op grond van het vigerende interne treasurystatuut is het gebruik van financiële instrumenten slechts toegestaan voor zover er een materieel verband met het belegde/gefinancierde vermogen kan worden gelegd en de toepassing ervan tot een positie van de totale leningen-/beleggingsportefeuille leidt, welke vergelijkbaar is met een positie zonder gebruik te maken van deze instrumenten.
9 7 9 Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen
WSW
Jaarrekening
Renterisico
Oost West Wonen loopt renterisico over de rentedragende vorderingen (voornamelijk onder financiële vaste activa, effecten en liquide middelen) en rentedragende langlopende en kortlopende schulden (waaronder schulden aan banken).
Voor vorderingen en schulden met variabele renteafspraken loopt Oost West Wonen risico ten aanzien van toekomstige kasstromen. Met betrekking tot vastrentende vorderingen en schulden loopt Oost West Wonen risico’s over de marktwaarde.
Kredietrisico
Oost West Wonen heeft geen significante concentraties van kredietrisico. Voor zover noodzakelijk worden nadere zekerheden verstrekt aan de bank voor beschikbare kredietfaciliteiten.
Obligo WSW
Het WSW heeft in juli van het voorgaande boekjaar 2021 de obligolening geïntroduceerd om er zeker van te zijn dat er direct geld beschikbaar is als er grote aanspraken zijn en de obligoheffing niet voldoende is. De obligolening is een variabele hoofdsom lening waarop initieel geen storting plaatsvindt en als gevolg daarvan ook geen rente betaald hoeft te worden. Overigens is over het niet opgenomen deel van de lening echter wel een bereidstellingsprovisie verschuldigd gebaseerd op 6-maands Euribor verhoogd met een opslag van 17 basispunten, achteraf te voldoen en ingaande op 30 november 2021.
Over het uitstaande deel van het maximumbedrag is rente verschuldigd gebaseerd op 6-maands Euribor verhoogd met een opslag van 30 basispunten. De rentevervaldata zijn 30 november en 31 mei van ieder jaar, voor het eerst op 31 mei 2022.
Ultimo 2022 bedraagt het obligo voor Oost West Wonen (het ‘maximumbedrag’) € 4.690.000.
Leningen
Er zijn ultimo boekjaar geen lopende transactievoorstellen voor het aantrekken van leningen voor het komende jaar. Verstrekte zekerheden kredietfaciliteiten
Er zijn geen zekerheden verstrekt.
Investeringsverplichtingen
Oost West Wonen is per 31 december 2022 voor enkele projecten verplichtingen aangegaan, waarvan voor een bedrag van € 196.892 nog aan verplichtingen openstaat.
Verbeterverplichtingen
Oost West Wonen is in 2022 verplichtingen aangegaan voor een bedrag van € 1.000.507. Dit betreft met name het volgende project:
• EBM Ooltgensplaat, 32 eengezinswoningen. Na toepassing van de energie besparende maatregelen zal voor deze woningen een energielabel A+ worden behaald.
Voor projecten geldt dat naast uitgegeven bedragen welk in het jaar op het project zijn verantwoord tevens restant
budgetten aanwezig zijn, naast deze niet uit de balans blijkende verplichtingen. Hiervoor zijn dan nog geen verplichtingen aangegaan, waardoor ze hier niet worden vermeld.
Erfpachtverplichtingen
In Sommelsdijk zijn erfpachtverplichtingen aangegaan, die nu jaarlijks € 462 bedragen. De erfpachtverplichtingen zijn eeuwigdurend.
In Ooltgensplaat zijn erfpachtverplichtingen aangegaan, die nu jaarlijks € 1.792 bedragen. De erfpachtverplichtingen zijn gedeeltelijk eeuwigdurend en gedeeltelijk aflopend tot het jaar 2029. Daarna zal de erfpacht worden herzien.
Treasury
Binnen Oost West Wonen dient het gebruik van financiële instrumenten ter beperking van inherente (rente-, looptijdenen markt-) risico’s. Speculatief handelen in rente-instrumenten is niet toegestaan. Oost West Wonen heeft per ultimo 2022 twee basisrente leningen in portefeuille. Het totale schuldrestant van de basisrente leningen bedraagt € 8,0 miljoen. De gemiddelde rentevoet van de leningen bedragen 3,484%. Het financiële risico voor Oost West Wonen is gering, de contracten bevatten geen break-clausules.
Reservering geoormerkt vermogen maatschappelijke zorg
Dit is vermogen wat in beheer was gegeven bij FidesWonen. Ondanks onderzoek in 2016, bij diverse instellingen/instanties, is niet geheel duidelijk wat de directe afkomst is van dit vermogen. Meest aannemelijk is dat dit afkomstig is van, in eerste instantie, twee voormalige “burgerlijke instellingen voor Maatschappelijke Zorg” in Dirksland en Herkingen. De reservering Dirksland is sinds 2008 nul. De bestemming is gekoppeld aan de ouderen van Herkingen. Per ultimo 2022 bedraagt het bedrag € 8.747 nog te besteden.
Automatiseringsverplichting
De aangegane licentieverplichtingen ten opzichte van Aareon tot 1 februari 2024 bedragen € 256.818. Daarnaast zijn in 2021 een tweetal leaseovereenkomsten aangegaan voor de (Konica-Minolta) kopieermachines, voor een periode van 36 maanden. De verplichting die hieruit was ontstaan, bedroeg € 21.229 en bedraagt nog € 10.025 per balansdatum.
Voorziening voor pensioenen
Ultimo 2022 zijn er evenals ultimo 2021, geen verplichtingen voor pensioenen opgenomen. De ten laste van de winst- en verliesrekening gebrachte pensioenpremie bedraagt over 2022 € 395.295 (2021: € 352.505).
De gehanteerde pensioenregeling van Oost West Wonen is ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties (SPW). De belangrijkste kenmerken van deze pensioenregeling zijn:
• Er is sprake van een ouderdoms- en nabestaandenpensioen.
• Er is sprake van een middelloonregeling.
• De pensioen(richt)leeftijd is 68 jaar.
• De regeling kent zowel een partner- en wezenpensioen,
waarbij het partner- en wezenpensioen is verzekerd door middel van een opbouwregeling (uitkeringsovereenkomst). Voor het ouderdomspensioen, partnerpensioen en wezenpensioen stelt het bestuur van het pensioenfonds jaarlijks een premie vast. Deze was in 2022, eveneens als in 2021 en zal ook gelden voor 2023, gelijk aan 27% van de pensioengrondslag gecorrigeerd met de deeltijdfactor. Bij een lager verwacht rendement moet een hogere premie ingelegd worden om hetzelfde pensioen te financieren.
• Als de middelen van het pensioenfonds het toelaten, zal het bestuur van het pensioenfonds de ingegane pensioenen en de premievrije aanspraken van gewezen deelnemers aanpassen overeenkomstig de consumentenprijsindex voor alle huishoudens. Voor actieve deelnemers geldt dat het bestuur streeft naar verhoging met de loonontwikkeling van de branche Woningcorporaties. De toeslagverlening is voorwaardelijk. Er is geen recht op toeslagverlening en het is voor de langere termijn niet zeker of en in hoeverre toeslagverlening zal plaatsvinden. Het bestuur van het pensioenfonds beslist evenwel jaarlijks in hoeverre pensioenuitkeringen en pensioenaanspraken worden aangepast.
De belangrijkste kenmerken van de uitvoeringsovereenkomst zijn:
1. Deelneming in het bedrijfstakpensioenfonds is verplicht gesteld voor de werknemers en bestuurders van de Oost West Wonen,
2. Oost West Wonen is uitsluitend verplicht tot betaling van de vastgestelde premies. In geen geval bestaat een verplichting tot bijstorting,
3. Er is geen sprake van recht op teruggave/premiekorting.
De (maand)dekkingsgraad van SPW bedraagt ultimo 2022 129,0% (ultimo 2021: 126,8%). De beleidsdekkingsgraad bedraagt ultimo 2022 133,7% (ultimo 2021 118,8%). De verplichtingen (en daarmee de dekkingsgraden) worden berekend op basis van een door de toezichthouder voorgeschreven methodiek. De maanddekkingsgraad waarbij de verplichtingen zijn gewaardeerd op basis van de marktrente (zonder UFR) bedraagt eind december 128,6%.
Met deze beleidsdekkingsgraad voldoet het pensioenfonds aan de minimaal vereiste van 104,1%, die is voorgeschreven door De Nederlandse Bank (DNB).
Saldo bankrekening personeelsvereniging
Het saldo van de bankrekening (NL12 RABO 0342 0243 61) ten name van de Personeelsvereniging Oost West Wonen bedraagt per ultimo 2022 € 22.571.
Saldo bankrekening Netwerk Wonen
Het saldo van de bankrekening (NL60 RABO 0360 1861 65) ten name van Netwerk Wonen managers en bedraagt per ultimo 2022 € 6.783.
9.7.11 Gebeurtenissen na balansdatum
Op het moment van opmaak van de jaarrekening zijn er verder geen verdere gebeurtenissen na balansdatum te vermelden, welke een significante invloed zouden hebben op de gepresenteerde cijfers over 2022.
Aansluiting commercieel en fiscaal resultaat
Het verschil tussen het commerciële en fiscale resultaat wordt in de onderstaande tabellen
In de onderstaande tabel is het verloop in effectieve belastingdruk van commercieel naar fiscaal weergegeven.
Het verschil tussen het gemiddelde wettelijke belastingtarief en de effectieve belastingdruk wordt m veroorzaakt door een verschil in waardering van het vastgoed in exploitatie. Ook zijn er op de verkopen en verwerking bijdrage Vestia lening en is er de generieke renteaftrekbeperking op grond van ATAD1. Deze verschillen zijn in de hiervoor gepresenteerde tabel ''aansluiting commercieel en fiscaal resultaat'' gepresenteerd.
De gegevens van de commissarissen over 2021 bedroegen:
Alle commissarissen zijn in 2022 en 2021 in functie
Statutaire reling betreffende de bestemming van het resultaat over het boekjaar 2022:
In artikel 43 van de statuten wordt de vaststelling van de jaarstukken geregeld. In dit artikel is geen specifieke bepaling opgenomen aangaande de winstbestemming. Wel is in artikel 3 van de statuten opgenomen dat de vereniging zich ten doel stelt uitsluitend werkzaam te zijn op het gebied van de volkshuisvesting zoals omschreven in de Woningwet.
Nevenvestigingen
Vanaf het fusiemoment opereert de organisatie vanuit één vestiging.
Controleverklaring van de accountant
De controleverklaring van de onafhankelijk accountant bij de jaarrekening is op de volgende pagina’s opgenomen.
Solvabiliteit
De solvabiliteit geeft de verhouding tussen het eigen vermogen en het totaal vermogen aan. Hierbij is het eigen vermogen berekend als zijnde eigen vermogen volgens de balans vermeerderd met de beleidswaarde en verminderd met de marktwaarde. Hieruit is af te leiden in hoeverre Oost West Wonen aan haar financiële verplichtingen kan voldoen.
Liquiditeit / ICR
Dit kengetal komt tot stand door het exploitatiesaldo (operationele kasstroom zonder rentelasten) te delen door de totale rentelasten. Dit kengetal geeft het aantal keer aan dat Oost West Wonen haar rentelasten kan betalen.
Rente vreemd vermogen
Rente vreemd vermogen geeft het gemiddelde rentepercentage aan van de uitstaande leningen ultimo boekjaar. Deze wordt berekend door de schuldrest per lening ultimo boekjaar te vermenigvuldigen met het rentepercentage en deze te totaliseren en dan te delen door de restant schuld.
• Huurdersverenigingen (2)
• Gemeente Goeree-Overflakkee
• Diverse zorgorganisaties actief in de gemeente Goeree-Overflakkee
• Diverse welzijnsorganisaties en hulpverleningsinstanties
• Georganiseerde bewonersinitiatieven zoals dorpsraden
• De Autoriteit Woningcorporaties
• Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw
• Aedes
• Collega corporaties, zeker die in de nabijheid van ons werkgebied
• (Huis)bank
• Adviseurs
• Accountant
• Aannemers
• Lokale scholen
• Overige leveranciers
Kom langs: Langeweg 10, Middelharnis
Maandag t/m donderdag: 8.30 - 17.00 uur
Vrijdag: 8.30 - 12.00 uur
Bel ons: 0187 - 22 11 00
Maandag t/m donderdag: 8.30 - 17.00 uur
Vrijdag: 8.30 - 12.00 uur
oostwestwonen.nl
Stuur een bericht: info@oostwestwonen.nl
Postadres:
Postbus 9 3240 AA, Middelharnis