Inspraakdossier speelslinger Kiel voor projectdefinitie en conceptplan

Inspraakdossier Speelslinger Kiel -

voor opmaak van de projectdefinitie en het conceptplan -

‘Hoe moet de nieuwe speelslinger op het Kiel eruit zien?

Inhoud

Inleiding District Antwerpen gaat de speelslinger tussen de Jan de Voslei en Boomsesteenweg vernieuwen.

District Antwerpen organiseerde in samenwerking met stad Antwerpen een inspraakperiode voor kinderen, tieners, (groot)ouders en andere gebruikers in kader van het speelruimteweefselonderzoek Kiel. Deze inspraakperiode vond plaats in 2014 en 2015.

Deze inspraakperiode resulteerde onder andere in een structuurschets van het gebied rond de woontorens aan de Jan de Voslei en Boomsesteenweg. Om meer gedetailleerde informatie te bekomen voor het ontwikkelen van een projectdefinitie voor de heraanleg van de speelslinger, organiseerde het district en de stad opnieuw een inspraakperiode. De resultaten hieruit zijn verwerkt in dit inspraakdossier.

Hoe lees je dit inspraakdossier?

• In het eerste hoofdstuk vind je de context, aanpak en uitvoering van het inspraakproject.

• In het tweede hoofdstuk vind je de gegevens van de bevraagden.

• Vanaf het derde hoofdstuk vind je de verwerkte resultaten.

Hoofdstuk 1 - Toelichting inspraaktraject 1.1 Projectgebied Het projectgebied waarover dit inspraakproject gaat, ligt binnen de blauwe de afbeelding. De speelslinger zelf is met een gele stippellijn.

De speelslinger valt onder de bevoegdheid district Antwerpen.

Deze zone bevindt zich in de wijk Kiel en begrenst door het Kielpark in het noorden, de Voslei in het oosten, de Zamenhofstraat in het de Boomsesteenweg in het westen.

lijnen van aangeduid van het wordt Jan De zuiden en

1.2 Timing inspraakfase Van 1 tot en met 28 september 2015 organiseerde het district Antwerpen in samenwerking met de stad Antwerpen een inspraakperiode.

1.2.1 Soorten inspraakfases Er zijn verschillende soorten inspraak op verschillende momenten. Hieronder zie je de 3 verschillende inspraakfases van een (her)aanleg van openbaar terrein zoals een centrum, speelterrein, een plein of een park.

De 3 inspraakfases ontstaan door 3 tussenstops. Zo'n tussenstop betekent dat een college iets moet goedkeuren vooraleer het project naar de volgende fase kan gaan.

• •

PD. o o CP.

= een goedgekeurde projectdefinitie Dit is de definitie van wat het project moet worden.

•

•

o o

= een goedgekeurd conceptplan Dit is een voorlopig ontwerp waaraan nog veel kan veranderen.

o o

= een goedgekeurd voorontwerp Dit is een ontwerp waarin al enkele dingen in vastleggen zoals de zones en wat je in iedere zone kan doen.

VO.

D.O. o o

= een goedgekeurd definitief ontwerp Dit is het ontwerp met alles erop en eraan, het ontwerp is af. Na de goedkeuring van een definitief ontwerp is de inspraak afgerond. De voorbereidingen voor de werken starten.

1.2.2 Huidige inspraakfase Dit project bevindt zich in de vroegste inspraakfase vóór een goedgekeurde projectdefinitie en conceptplan.

•

De lijnen van het gele kadertje staan ver open. Dit betekent dat in deze fase inspraak super maximaal kan zijn: o Dit is de vroegste inspraakfase. o De beste fase om te starten met inspraak. o Er is nog niets beslist, we starten met een wit blad. o Dit betekent dat de projectdefinitie en het conceptplan zal worden opgemaakt op basis van de mening van burgers.

• De volgende inspraakfase is vermoedelijk in het voorjaar van 2016.

• Het speelterrein is vermoedelijk helemaal af in het najaar van 2017 of het voorjaar van 2018.

1.3 Doel inspraak Tijdens de inspraakperiode konden kinderen, tieners, jongeren en volwassenen hun mening geven via een digitaal inspraakinstrument: www.antwerpen.be/oor. De resultaten van deze inspraakperiode zijn verwerkt in dit inspraakdossier.

• Met het instrument OOR kregen de doelgroepen de kans om inhoudelijk hun mening te geven. Op dit instrument stond een bevraging met als doel: o Evaluatie van de bestaande situatie.  Dit is belangrijk opdat nieuwe concepten geen gelijkaardige verzuchtingen bevatten.  Dit is belangrijk voor het college opdat ze doordachte beslissingen kunnen nemen.  Dit is belangrijk omdat creatieve ideeën ontstaan door oplossend denken bij gekende problemen. o Onderzoeken en oplijsten van ideeën en opmerkingen voor het nieuwe speelterrein.

De bevraging op OOR bestond uit:

• • • •

persoonsvragen frequentievragen open vragen meerkeuzevragen

1.4 Methodiek

Op het digitale inspraakinstrument OOR op www.antwerpen.be/oor kregen de doelgroepen de kans om inhoudelijk hun mening te geven over de verschillende onderdelen van het ontwerp.

De bevraging op OOR bestond uit: • persoonsvragen • open vragen • meerkeuzevragen Het idee dat digitale inspraak gelijk is aan het online plaatsen van een bevraging zonder bijkomende acties, is voorbijgestreefd. Deze manier van werken is niet voldoende en past niet: • onder de doelstellingen van het beleidsdomein jeugd • en in de leefwereld van de verschillende doelgroepen.

Digitale inspraak werkt wel in combinatie met vindplaats gericht werken.

• De jeugddienst maakt voor inspraakprojecten steeds een plan van aanpak op om er voor te zorgen dat minstens 100 personen individueel hun mening kunnen geven.

• Dit betekent dat bij alle inspraakprojecten wordt nagegaan waar de verschillende doelgroepen zich in een brede straal rond een project bevinden.

• Daarna maakt de jeugddienst een overzicht van alle scholen, jeugdverenigingen, openbare gebouwen en openbare locaties.

• Met dit overzicht kan de jeugddienst concreet en efficiënt locatiebezoek plannen om er voor te zorgen dat minstens 100 personen hun mening kunnen geven.

• De jeugddienst gebruikt tablets en laptops om op locatie de mogelijkheid te creëren voor geïnteresseerden om hun mening te geven; zonder dat dit een grote inbreuk van hun tijd inhoudt.

1.5 Inspraaktraject Deelname aan inspraakmomenten: • Deelnemende scholen: o Lagere school De Domino gaf de leerlingen van het 4de, 5de en het 6de de kans om hun mening te geven.  Jan de Voslei 23 a  2020 Antwerpen  03/237.62.63 •

Losse momenten: o Tijdens het infomoment van het Stedelijk Wijkoverleg rond de heraanleg van de speelslinger  Woensdag 9 september 2015 (15u o In de bibliotheek aan Kielpark  Woensdag 30 september 2015 17u)

tot 19u) het (15u tot

Rekening houden met:  Dit inspraakdossier is niet representatief voor de jeugd van de stad Antwerpen. Het geeft wel zicht op de meningen van 100 personen die meewerkten aan deze inspraakfase.  De afbeeldingen die gebruikt werden in de vragenlijst, worden ook getoond in dit dossier. Dit is een bewuste keuze om beeldverwarring uit te sluiten.

Hoofdstuk 2- Gegevens bevraagden In totaal gaven 100 personen hun mening door de vragenlijst in te vullen op OOR. Via registratie en vragen over de deelnemers zijn er gegevens over de leeftijd, het geslacht, de woonplaats. Deze gegevens zijn gekoppeld aan de ingevulde open vragen, zodat we een overzicht hebben wie de personen zijn die antwoord gaven op de vragen.

• 100 personen gaven hun mening.

• 22 personen gaven hun e-mailadres om op de hoogte te blijven van dit project.

2.1 Geslacht In deze tabel staat het aantal meisjes/vrouwen en jongens/mannen die de bevraging invulden.

Geslacht gender aantal meisje 40 jongen 52 onbekend 8 totaal 100

% 40% 52% 8% 100%

Bevindingen: • Van het totaal aantal bevraagden zijn minstens 52% jongens/mannen ten opzichte van minstens 40% meisjes/vrouwen. o Er zijn 12 jongens/mannen meer dan meisjes/vrouwen. o Minimum 1/3 van de bevraagden is wel van hetzelfde geslacht.  Deze verhouding is een decreetregel voor de adviesraden.  Bij alle openbare inspraaktrajecten voor kinderen en jongeren bekijkt de jeugddienst deze verhouding. De jeugddienst doet dit om na te gaan of er specifieke aandacht nodig is, indien een van beide geslachten zich onder deze 1/3-regel bevindt.

• 8 personen hebben geen geslacht opgegeven.

2.2 Leeftijd In onderstaande tabel staan de bevraagden ingedeeld volgens 5 leeftijdsgroepen. Het is te beperkt om de bevraagden in te delen twee groepen: ‘volwassenen’ en ‘niet-volwassenen’.

De verschillende leeftijdsgroepen van jeugd hebben verschillende noden en behoeften. Dit heeft onder andere te maken met de cognitieve en biologische ontwikkeling en externe factoren zoals type opvoeding en omgeving. Daarom wordt er nagegaan hoe de aantallen zich verhouden bij de bevraagden. De leeftijdsgroepen van de jeugd zijn ingedeeld volgens de cognitieve en biologische ontwikkeling van deze groepen.

Leeftijdsgroepen Groepen kleuters van 1 tot en met 5 jaar kinderen van 6 tot en met 9 jaar tieners van 10 tot en met 14 jaar jongeren van 15 tot en met 26 jaar ouder dan 26 Onbekend Totaal

aanta percenta l ge 1 1% 22 22% 59 59% 8

8%

3 7 100

3% 7% 100%

Bevindingen: • De grootste leeftijdsgroep, meer dan de helft van de bevraagden (59%) zijn tieners van 10 tot en met 14 jaar.

• De tweede grootste leeftijdsgroep, bijna een kwart van de bevraagden (22%) zijn kinderen van 6 tot en met 9 jaar.

• De derde grootste leeftijdsgroep, bijna een tiende van de bevraagden (8%) zijn personen ouder dan 26 jaar.

• Kleuters zijn nauwelijks vertegenwoordigd. o Kleuters zijn cognitief nog niet rijp om hun mening te geven over een huidige toestand en toekomstperspectieven. Vaak zijn het de ouders van kleuters die de bevraging (samen) invullen. Ouders begeleiden meestal het speelgedrag van peuters en kleuters en kunnen een goede inschatting maken van hun speelbehoeften.

In deze tabel staan de specifieke aantallen per leeftijd van de bevraagden. Van de doelgroepen kinderen, tieners en jongeren tot en met 26 jaar worden ook de nul-gegevens getoond. Vanaf 27 jaar worden enkel de cijfers weergeven van de effectieve personen die hun mening gaven.

Hoe oud ben je? leeftijd aantal % onbekend 7 7% 1 0 0% 2 0 0% 3 0 0% 4 0 0% 5 1 1% 6 2 2% 7 2 2% 8 6 6% 9 12 12% 10 16 16% 11 23 23% 12 11 11% 13 6 6%

14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 36 42 59 Totaal

3 3 0 3 1 0 1 0 0 0 0 0 0 0 1 1 1 100

3% 3% 0% 3% 1% 0% 1% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 1% 1% 1% 100%

Bevindingen: • In totaal zijn er bevraagden uit minstens 17 verschillende leeftijden. o Er is een grote variatie in leeftijd.  De personen die hun mening gaven zijn zowel kinderen, tieners, jongeren, twintigers, dertigers, veertigers en vijftigers. o 82% van de bevraagden behoren tot de kern, namelijk de kleuters, kinderen en tieners zelf.

• Alle aaneensluitende leeftijdsgroepen van 5 tot en met 15 jaar hebben hun mening gegeven.

• De hoogste aantallen per leeftijd zijn bij de leeftijden 9, 10 en 11 jaar.

• 7 personen gaven geen leeftijd op.

2.3 Woonplaats Deze tabel bevat de woonplaatsen van de bevraagden. De lijst is alfabetisch gerangschikt.

Woonplaats Antwerpen *Antwerpen 2000 *Antwerpen 2018 *Antwerpen 2020 *Antwerpen 2030 *Antwerpen 2050 *Antwerpen 2060 Berchem 2600 Berendrecht-Zandvliet-Lillo 2040 Borgerhout 2140 Deurne 2100 Ekeren 2180 Hoboken 2660 Merksem 2170 Wilrijk 2610 een andere gemeente onbekend totaal

aantal % 91 91% 4 4% 0 0% 87 87% 0 0% 0 0% 0 0% 0 0% 0 0% 0 0% 0 0% 0 0% 2 2% 0 0% 1 1% 1 1% 5 5% 100 100%

Bevindingen: • De bevraagden komen uit minstens 3 districten en uit minstens 1 andere gemeente.

• Er zijn enkel bevraagden uit de districten Antwerpen, Wilrijk en Hoboken. o Het is niet opmerkelijk dat het speelterrein weinig bekend is en gebruikt wordt door kinderen uit de andere districten dan Antwerpen omdat het kleinschalig van aard is.

• De twee grootste groepen bevraagden wonen in het district Antwerpen (92%) en Hoboken (2%).

• De bevraagden komen uit minstens 2 verschillende postcodes, namelijk 2020 (87%) en 2000 (4%).

• 5 bevraagden gaven geen woonplaats op.

• 1 bevraagde gaf aan in een andere gemeente te wonen, maar preciseerde niet in welke gemeente.

2.4 Frequentie Om zicht te krijgen op welke personen hun mening gaven over de speelslinger, was er een frequentievraag. De bevraagden konden aanduiden: • hoeveel keer ze het afgelopen jaar het terrein bezochten Er werd niet meer gepeild naar de motivatie van de bevraagden om het terrein te bezoeken of de manier waarop ze naar het terrein komen. Dit werd immers reeds uitgebreid bevraagd naar aanleiding van het speelruimteweefselonderzoek.

De analyse van bovenstaande gegevens biedt een gebruikskader waarbinnen een mening geformuleerd werd.

Er werd nagegaan hoe vaak de bevraagden het afgelopen jaar de speelslinger of een van de speelterreinen op de speelslinger bezochten. De bevraagden konden slechts één antwoord aanduiden. Hierdoor krijgen we een beter zicht op de frequentie.

Hoe vaak kwam je het afgelopen jaar naar de speelslinger Kiel? aanta antwoordmogelijkheid l % bijna elke dag (5 tot 7 dagen per week) 35 35% een paar keer per week (2 tot 4 keer per week) 17 17% verschillende keren per maand 15 15% verschillende keren per jaar 10 10% zelden tot nooit 8 8% geen antwoord 15 15% 100 totaal 100 %

Bevindingen • Het grootste deel van de bevraagden geven aan het afgelopen jaar regelmatig de speelslinger te hebben bezocht: o In totaal gaf 67% van de bevraagden aan het terrein op regelmatige basis te bezoeken.  Regelmatig = dagelijks + wekelijks + maandelijks. o In totaal gaf 23% van de bevraagden aan het terrein op niet regelmatige basis te bezoeken.  Niet regelmatig = ‘verschillende keren per jaar’ + ‘zelden tot nooit’.

• 15 personen vulden deze vraag niet in.

Hoofdstuk 3 – Speelvormen De speelslinger is er vooral voor peuters, kleuters, kinderen en tieners.

In dit deel staan tips, suggesties en ideeĂŤn van de bevraagden voor het nieuwe toekomstige speelterrein.

3.1 Belangrijke speelvormen Peuters, kleuters, kinderen en tieners spelen op verschillende manieren.

De bevraagden konden in een raster aanduiden hoe belangrijk ze een speelvorm vinden. De scores van belangrijkheid werden gegeven per spelvorm en niet ten opzichte van de andere spelvormen. Op deze manier komen we per spelvorm te weten wat de bevraagden er van vinden. Je krijgt duiding van de favoriete speelvormen door de afzonderlijke resultaten te vergelijken. Per rij staan de scores steeds in verhouding met het totaal percentage deelnemers (100% = 100 bevraagden).

Kleurlegende kleur waarde type donker hoogste positieve score en laagste negatieve favoriet, populair groen score licht groen hoge positieve score en lage negatieve score opvallend positieve score en negatieve score gaan naar oranje elkaar waarbij de positieve score het matig hoogste is Hoge negatieve score en lage positieve score OF positieve score en negatieve score gaan ongeliefd, rood naar elkaar waarbij de negatieve score het impopulair hoogste is

Welke speelvorm vind je belangrijk? niet onderdelen belangrijk twijfel belangrijk klimmen en springen 20% 15% 53% glijden 16% 23% 48% schommelen 8% 21% 60% slingeren 9% 12% 66% kabelbaan 11% 11% 66% hangbrug 24% 21% 40% veerfiguur 28% 20% 37% evenwicht 12% 17% 57% draaien en zwieren 16% 11% 56% uitkijk 23% 22% 37% rustig zitten, chillen 14% 11% 60% touwklimmen 11% 12% 66% beklimbare kunst 18% 16% 49% stapparcours 16% 10% 59%

blanco 12% 13% 11% 13% 12% 15% 15% 14% 17% 18% 15% 11% 17% 15%

totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%

Bevindingen: • Er zijn drie elementen die het meest favoriet worden bevonden door de 100 bevraagden: o Slingeren, kabelbaan en touwklimmen • Er zijn vijf populaire, opvallende speelvormen: o Schommelen o Rustig zitten, chillen, o Stapparcours o Evenwicht o Draaien en zwieren • Volgende speelvormen zijn matig geliefd bij de bevraagden: o Klimmen en springen o beklimbare kunst o glijden • Hangbrug, veerfiguur en uitkijk zijn het minst geliefd bij de bevraagden.

Hoofdstuk 4 – Natuurlijke speelslinger

In dit deel staan tips, suggesties en ideeĂŤn van de bevraagden voor het nieuwe toekomstige speelslinger.

4.1 Belangrijke onderdelen Een speelslinger kan bestaan uit verschillende natuurlijke onderdelen waarop je kan wandelen, klimmen of ontspannen.

De bevraagden konden in een raster aanduiden hoe belangrijk ze een natuurlijk element vinden. De scores van belangrijkheid werden gegeven per element en niet ten opzichte van de andere elementen. Op deze manier komen we per onderdeel te weten wat de bevraagden er van vinden. Je krijgt duiding van de favoriete natuurlijke onderdelen door de afzonderlijke resultaten te vergelijken. Per rij staan de scores steeds in verhouding met het totaal percentage deelnemers (100% = 247 bevraagden).

Kleurlegende kleur waarde type donker hoogste positieve score en laagste negatieve favoriet, populair groen score licht groen hoge positieve score en lage negatieve score opvallend positieve score en negatieve score gaan naar oranje elkaar waarbij de positieve score het matig hoogste is

rood

Hoge negatieve score en lage positieve score OF positieve score en negatieve score gaan naar elkaar waarbij de negatieve score het hoogste is

ongeliefd, impopulair

Welke natuurlijke onderdelen vind jij belangrijk voor de speelslinger? niet belangrij onderdelen belangrij twijfel blanco totaal k k klimboom 5% 12% 71% 12% 100% liggende boomstam 16% 20% 48% 16% 100% boomschijven 18% 18% 47% 17% 100% losse takken 23% 19% 37% 21% 100% bosje 17% 13% 55% 15% 100% heuvels 14% 14% 56% 16% 100% wilgenhut 13% 10% 59% 18% 100% struiken 24% 14% 44% 18% 100% wild land 24% 16% 42% 18% 100% bloemenweide 15% 12% 54% 19% 100% rotsen 15% 12% 55% 18% 100% ondiepe plas 21% 15% 47% 17% 100% Bevindingen: • De favoriete ‘natuurlijke speelprikkel’ van de meeste bevraagden is een klimboom.

• Er zijn vijf populaire natuurlijke elementen: o Wilgenhut o Heuvels o Rotsen o Bosje o Bloemenweide • Volgende natuurlijke elementen zijn matig geliefd bij de bevraagden: o Liggende boomstam o Boomschijven o Ondiepe plas • Struiken, wild land en losse takken zijn het minst geliefd bij de bevraagden.

Hoofdstuk 5 – Andere voorzieningen In dit deel staan enkele tips, suggesties en ideeën van de bevraagden voor de nieuwe toekomstige speelslinger die in de vorige vragen nog niet werden benoemd.

In een open vraag werd er bij de bevraagden gepeild naar andere dingen/voorzieningen die er absoluut in de nieuwe speelslinger moeten zijn.

De antwoorden kunnen in drie thema’s worden verdeeld: 

Voetbal

Leeftijd Jonge Meisj Leeftijd onbeken n e d voetbal 9 (3), 10 (9), 11 voetbalveld 3 18 5 (7), 12, 13, 17 10, 11, (2) voetbaldoelen (goalen) (ijzeren 12, 13 1 6 1 goalen) (3), 15 afgeschermd voetbaldveld 11, 12 (hekken aan de 4 kanten en een (2), 14 5 net aan de bovenkant) (2) 10, 11 pannaveld 4 (3) een apart voetbalterrein voor 8, 11, 1 2 Antwoorden

Onbekend geslacht

Woonplaa ts

Onbekend district

Totaal

2

2000, 2020 (21), 2660

1

25

1

2020 (7), 2660

8

2020 (5)

5

2000, 2020 (3) 2020 (2)

4 3

jongens een apart voetbalterrein voor meisjes een groot voetbalveld mini voetbalveld zaalvoetbal streetvoetbalveld 

8, 13 13 (2) 11 11 12

1 1 1 1

2

2020 (2)

2

1

2020 (2) 2020 2020 2020

2 1 1 1

Glijbanen

Antwoorden

een hoge lange glijbaan glijbaan een kronkelglijbaan 

13

Leeftijd Jonge Meisj Leeftijd onbeken n e d Glijden 8, 9, 11 2 1 11 1 8 1

Woonplaats

Totaal

2020 (3) 2020 2020

3 1 1

Andere

Antwoorden een mooi basketveld fietsbaan vogelnestschommel (mand) boomhut freerunning

Leeftijd Jonge Meisj Leeftijd onbeken n e d 8, 10 (3), 11 5 1 (2) 11 2 1 2 12 (2) 2 2 2 11 (2) 2

Onbekend geslacht

Woonplaa ts

Totaal

2020 (5)

6

2020 (3) 2020 (2) 2020 (2) 2020 (2)

3 2 2 2

klimrek

9, 11

1

1

slingeren aan touwen trampoline zwembad vooral een speelterrein voor de allerkleinsten, waar de tieners niet willen of kunnen spelen... kunstgras, want anders is er modder grote schommel afscherming van de zon basketringen groot aantal schommels (18 stuks) grote wip een picknickplek een hek rond het plein ik wil geen prikkende struiken iets om te koprollen een ondiepe plas met of voor mini-bootjes skatepark gocarts fonteintjes om in te spelen

9, 12 8, 9 10 (2)

1

1 2 2

2000, 2020 2020 (2) 2020 2020 (2)

1

2020

1

2020

1

2020 2020 2020

1 1 1

59 10

1

12 9 10

8 42 6 7

1 1 1

2 2 2

1

1

2020

1

1

1 1 1 1

2020 2020 2020 2020 2020

1 1 1 1 1

1

2000

1

1

2020 2020 2020

1 1 1

1

10 11 11 8

2

1 1

Bevindingen: In totaal wordt een voetbalveld of een soort van voetbalveld 52 maal spontaan vernoemd door de bevraagden. 11 van die antwoorden (21 procent) werden gegeven door meisjes. Hoewel jongens er nog iets meer naar vragen, is voetbal dus ook erg populair bij meisjes.

Andere antwoorden die het meest voorkomen zijn verschillende soorten glijbanen en een basketveld.

Hoofdstuk 6 – Algemene bevindingen van de jeugddienst De jeugddienst maakt graag de algemene bevinding dat er bij het ontwerp van de speelslinger zeker oog moet zijn voor voetbal. Er moeten op meerdere plaatsen in de speelslinger voetbalmogelijkheden zijn. Momenteel is er sprake van veel claimgedrag, dus daar moet rekening mee gehouden worden in de keuze van de voorzieningen.

Er moeten eveneens voldoende speel- en hangmogelijkheden zijn voor kinderen, tieners en jongeren vanaf 6 jaar, zodat de speeltoestellen de speeltoestellen voor kleuters vrij blijven voor hun doelgroep.