
viermaandelijks:
januari – april 2025
eenentwintigste jaargang nr. 74
Afgiftekantoor: 2400 Mol 1, P 602688
Afz.: “Ons Huis”, Bresserdijk 4, 2400 Mol

“Hoop vraagt actie. Hoop vraagt om kleine gebaren die soms grote veranderingen brengen.”
HOOP, HOOP, HOOP …!
Het is een klein woordje ‘hoop’ maar het zegt ons: Het kan anders, het kan beter!
Vorig jaar hebben we met Ons Huis veel aandacht besteed aan de verkiezingen op Europees, nationaal en lokaal vlak. Het duurde wel even voor alle besturen samengesteld waren maar inmiddels is dit gebeurd.
En jawel, al snel werd de daad bij het woord gevoegd. Ons Huis kreeg reeds bezoek van Wendy Soeffers, schepen van armoedebeleid, Sepp Van der Veken, stafmedewerker armoede en Kathleen Meeus, manager Baldemore. Zij kwamen luisteren naar onze verwachtingen voor het nieuwe gemeentebestuur.
In de mate van het mogelijke zullen de bekommernissen van Ons Huis opgenomen worden in het vijfjarenplan van de gemeente.
Het zijn hoopvolle stappen die er kunnen voor zorgen dat de zon toch beter gaat schijnen voor de bezoekers van Ons Huis, mensen die vaak in heel kwetsbare omstandigheden moeten leven.
Aansluitend bij het bezoek van de gemeente ontvingen we een uitnodiging om actief deel te nemen aan een activiteit in het kader van een uitgebreid groot opgezet project onder de naam De Toekomstfabriek. Op dinsdag 25 maart was Ons Huis met groep vrijwilligers en bezoekers op de overlegavond rond het thema: “Armoede is een complex maatschappelijk probleem.”

De Toekomstfabriek is alweer een mooi en hoopvol initiatief van de gemeente Mol om steun te bieden waar nodig en kansen te creëren waar ze eerder ondenkbaar leken.
Hoop vraagt actie. Hoop vraagt om kleine gebaren die soms grote veranderingen brengen. Hoop vraagt betrokkenheid waarmee we samen een betere toekomst tastbaar kunnen maken.
De talrijke activiteiten van Ons Huis zijn geworteld in de overtuiging dat elke persoon waardigheid en kansen verdient.
Samen met u allen, onze betrokken bezoekers, vrijwilligers en partners bouwen we aan een betere toekomst. Samen met uw inzet kunnen we verschil maken.
We zijn verheugd en dankbaar om zoveel hoopvolle betrokkenheid te kunnen vermelden.
Ons Huis zal zeker nauwlettend toezien, de vinger aan de pols houden en erover waken dat de mooie initiatieven ook in daden omgezet worden.
In voortdurend overleg met alle spelers op het veld blijven we samen zoeken naar oplossingen. De eerste stap is gezet. We gaan ervoor!
Marc

Sfeerbeeld Nieuwjaarsetentje / afscheid Mia
DE 6 CRITERIA VOOR VERENIGINGEN WAAR ARMEN HET WOORD NEMEN
Verenigingen waar armen het woord nemen, werken volgens 6 criteria, die vanuit de verenigingen (en de mensen in armoede) tot stand zijn gekomen. De 6 criteria gelden ook als criterium om erkend te worden door de Vlaamse overheid.
1. Armen verenigingen zich
Op 20 december gingen we samen met de leden van Al-arm in Geel naar de Warmste Week in Brugge. Ons Huis is één van de goede doelen van de Warmste week. We dienden het project in “Samen koken tegen eenzaamheid”.
Op 28 januari werden we weer in de watten gelegd door de koks Ludo en Marcel en hun vrijwilligers. We haalden er zelfs de pers mee .
Op 8 februari gingen we samen met de bezoekers van Spaak in Geel naar Winterwarm op de Hoge Rielen in Kasterlee. We genoten eerst van een circusvoorstelling “I love you two” van
een gezelschap uit Zweden. Het was een levendige show met drie acrobaten duo’s.
2. Armen het woord geven
Op 9 januari en op 25 februari kwamen Pieter en Tinne van Avansa Kempen langs in Ons Huis. We gaan samen een sociaal artistiek project uitwerken met enkele bezoekers van Ons Huis en enkele deelnemers uit een andere socio culturele organisatie. We kunnen werken rond theater, muziek, poëzie, beeldende kunst, maar welke vorm dit krijgt, daar beslissen de medewerkers over. Later meer hierover.
Op 25 maart gingen we met een delegatie van Ons Huis naar de Toekomstfabriek in het cultuurcafé in het Getouw. Samen met andere verenigingen dachten we na over hoe kunnen we in onze gemeente samen armoede aanpakken. We deelden inzichten, verkenden thema’s en zochten naar haalbare acties.
3. Werken aan maatschappelijke emancipatie
Op 11 maart organiseerden de dames van Vrouw en Maatschappij Mol een lezing in het Getouw. Staf Henderickx, huisarts uit Mol, maakte ons wegwijs in ultrabewerkt voedsel naar aanleiding van zijn boek “Dit slik ik niet meer”. Het was een super boeiende en verbindende avond.
Op 20 maart en op 3 april ging de cursus “Veilig online” door. Deze werd gegeven door Lien van Ligo. Samen stonden we stil bij hoe je phishing kan herkennen. Wat je moet doen als je slachtoffer wordt van internetfraude. Op 18 december bezochten we met een delegatie van Ons Huis het vernieuwde Jacob Smitsmuseum in Mol Sluis. We waren onder de indruk van hoe mooi het museum geworden is na de verbouwingen en de gidsen gaven ons een duidelijke uitleg bij de verschillende kunstwerken. We gaan zeker nog eens terug!
Op 27 november kwamen de leerlingen van Thomas More Hogeschool opleiding Sociaal werk, uitleg geven over erfrecht. We werden wegwijs gemaakt in alles wat te maken heeft met erfenissen en wat je best wel of niet doet. Een gevoelig thema, maar zeer nuttig en interessant.
Op 13 maart kwam Magda Hooyberghs uitleg geven over de bijzondere jeugdzorg.
Op 24 maart werd er in Ons Huis in samenwerking met CM een workshop over slaap georganiseerd.







4. Werken aan maatschappelijke structuren
De afgelopen maanden werkten we met Spaak aan een aanbevelingsnota voor de 27 gemeentebesturen van het arrondissement. In het voorjaar stellen we deze voor aan de besturen.
5. Dialoog en vorming
Op 27 februari hadden Marc en Petra een gesprek met Wendy Soeffers, schepen van armoede in Mol, Kathleen Meeus, manager Baldemore en Sepp Vanderveken (stafmedewerker armoede). We maakten kennis met elkaar en we bespraken hoe we in de toekomst beter kunnen samenwerken in de strijd tegen armoede.
Op 21 januari kwamen twee klassen van de lagere school van Milleke Mol uit Mol Millegem op bezoek in Ons Huis. Petra vertelde hen over de werking in Ons Huis. De leerlingen brachten ook verschillende dozen met voedingswaren mee. Deze voedingswaren zullen gebruikt worden tijdens de kooklessen en mee verdeeld worden in de kerstpakketten.
6. Armen blijven zoeken
Petra had afgelopen maanden verschillende kennismakingsgesprekken. Welkom Zoja, Greetje en Sofie.
Op de lezing van Vrouw en Maatschappij hadden we een standje met informatie over Ons Huis. Verschillende mensen namen een krantje of een folder mee.

DISCRIMINATIE OP DE HUURMARKT: ‘HET IS BELANGRIJK DAT WE NAAR HUURDERS ÉN VERHUURDERS LUISTEREN’
Discriminatie is een oud zeer op onze huurmarkt. Ondanks een duidelijke regelgeving duiken er regelmatig schrijnende getuigenissen op. Vanuit haar doctoraatsonderzoek bevestigt socioloog Jana Verstraete (KU Leuven) dat de groeimarge groot is: “Er worden veel minder dossiers opgestart dan dat er daadwerkelijk discriminatie plaatsvindt.”
Verhuurders mogen kiezen aan wie ze verhuren, maar ze mogen niet discrimineren. Wat is het verschil?
Jana Verstraete: “Als een woning te huur komt, zijn er bijna altijd meerdere kandidaten. Verhuurders moeten kiezen aan wie ze verhuren. Selectie is dus noodzakelijk. Maar verhuurders moeten wel selecteren op basis van criteria die relevant zijn voor de concrete situatie. Doen ze dat niet, dan is er sprake van discriminatie.”
‘Verhuurders moeten kiezen aan wie ze verhuren. Selectie is dus noodzakelijk.’
31/03/2025
Joy Verstichele
Bron: sociaal.net
“Voor het verhuren van een woning, een appartement of een studio is eerst en vooral de hoogte van het inkomen relevant. Heeft iemand voldoende middelen om de huurprijs te betalen en ook de bijkomende kosten zoals elektriciteit en onderhoud?”
“Een ander relevant kenmerk is met hoeveel personen men in de woning wil komen wonen. Een gezin van vijf personen in een kleine studio lukt niet. Een gezin met twee jonge kinderen in een tweeslaapkamerappartement kan wel.”
Op welke kenmerken mogen verhuurders niet selecteren?
“Verhuurders mogen niet selecteren op raciale criteria zoals huidskleur, nationaliteit of migratie-achtergrond. Ook de bron van het inkomen mag er niet toe doen, wel de hoogte. Dus als kandidaten een vervangingsinkomen hebben of een beroep doen op sociale steun, dan mag dat geen rol spelen.”
“Wanneer de woning relatief makkelijk aan te passen is, mag je ook geen mensen met een beperking weigeren. Tot slot speelt gezinssamenstelling ook nog een rol. Verhuurders willen bijvoorbeeld soms niet verhuren aan een gezin met kinderen
omdat er gedacht wordt dat die meer schade zullen berokken aan de woning.”
“Er zijn nog een aantal andere kenmerken waarop niet geselecteerd mag worden, maar dit zijn de meest voorkomende discriminaties. In mijn doctoraatsonderzoek zoomde ik in op raciale discriminatie en op discriminatie op basis van vermogen.”
Je onderzocht niet hoeveel discriminatie er is, maar wel waarom er gediscrimineerd wordt.
“Klopt, er is al heel vaak aangetoond dat er veel discriminatie is op de huurmarkt, maar ik wou nagaan hoe dat in de praktijk gebeurt en waarom.”
“Dan stellen we vast dat er om meerdere redenen gediscrimineerd wordt. Kijken we naar discriminatie op basis van afkomst, dan zien we dat sommige verhuurders of makelaars met racistische ideeën de huurmarkt betreden. Bij anderen kan je moeilijk spreken van expliciet racisme. Maar ze discrimineren wel: ze maken keuzes op basis van vooroordelen na negatieve ervaringen of na het horen van verhalen van andere verhuurders. Omdat men vaak de keuze heeft tussen verschillende kandidaat-huurders, verkiest men dan bijvoorbeeld toch iemand die ‘lijkt op henzelf’.”
‘Oei, neen, deze woning is echt niets voor jullie’
“Soms gaat het zelfs niet over de personen, maar wel over de beleidsinstrumenten waar ze een beroep op doen. Zo zijn er verhuurders die niet meer willen verhuren aan iemand die zijn huurwaarborg via het OCMW stelt. Niet omdat ze niet aan die mensen willen verhuren, maar wel omdat ze slechte ervaringen hebben gehad met de werking van het OCMW. Als het OCMW op het einde van de huurperiode toch moeilijk doet om tussenkomen als er bijvoorbeeld huurschade is, voelt die verhuurder zich verraden. Maar het zijn uiteindelijk de huurders die zo’n waarborg nodig hebben die er de dupe van zijn.”
“Het is daarom belangrijk dat we naar de ervaring van huurders én verhuurders luisteren. Als we in dit voorbeeld hier de manier van werken bij een OCMW-huurwaarborg kunnen verbeteren, is dat in het voordeel van hen beide.”
Verhuurders of makelaars hoeven niet te zeggen waarom ze iemand niet uitkozen. Kandidaten weten dus vaak niet of ze gediscrimineerd worden. Hoe gebeurt die discriminatie in de praktijk?
“Uit gesprekken met de woningaanbieders blijkt dat op verschillende momenten in het huurproces gediscrimineerd kan worden: vanaf het moment dat er een huuradvertentie wordt geplaatst tot wanneer een huurcontract afgesloten wordt. En zelfs tijdens een huurperiode behandelen verhuurders bewoners soms ongelijk. Ook dan spreken we van discriminatie omdat de huurder bijvoorbeeld een leefloon ontvangt of een zwarte huidskleur heeft.”
“Soms is discriminatie heel openlijk. Een advertentie vermeldt dan bijvoorbeeld heel duidelijk: ‘Enkel voor mensen met werk’. Dat is duidelijk discriminatie, want ook mensen zonder werk kunnen een voldoende hoog inkomen hebben om een pand te huren. Soms wordt het ook wat subtieler aangebracht.
Dan wordt er geschreven: ‘Deze woning is ideaal voor jonge starters’. Daardoor zullen sommige kandidaten zich meer aangesproken voelen, terwijl het anderen net zal ontmoedigen om zich kandidaat te stellen.”
Jana Verstraete: “Een goed uitgebouwd antidiscriminatiebeleid op de huurmarkt is cruciaal, maar moet hand in hand gaan met een beleid dat zorgt voor voldoende woningen die toegankelijk, betaalbaar, kwaliteitsvol zijn en woonzekerheid bieden.”
“Soms zie je ook dat mensen anders behandeld worden tijdens het verhuurproces. Bij een persoon met een Marokkaanse naam vraagt men bijvoorbeeld om eerst nog een hele hoop papieren in te vullen en te bezorgen, terwijl men dat niet zal vragen aan iemand met een Belgisch klinkende naam. Door drempels in te bouwen, wil men zo die persoon met een Marokkaans klinkende naam ontmoedigen om zijn kandidatuur door te zetten. Een eigenaar zal dan later niet zelf deze kandidaat moeten weigeren.”
“Ook tijdens een plaatsbezoek zien we dat soort verschillen. Sommige kandidaten waarvan men denkt dat het interessante huurders zijn, worden apart uitgenodigd voor een rondleiding. Mensen die minder interessant lijken, worden dan in groep uitgenodigd, zodat verhuurders of makelaars er minder tijd aan moeten besteden. Dat betekent ook dat deze kandidaten minder informatie kunnen krijgen of dat ze minder rustig kunnen rondkijken.”
“Zelfs bij het afsluiten van het huurcontract zien we verschillen. De ene persoon zal een langdurig contract aangeboden
krijgen met meer woonzekerheid, de andere een proefcontract van een jaar.”
Dat zijn enkele straffe voorbeelden. Is die discriminatie dan afhankelijk van de specifieke kandidaat die zich aanbiedt of zien we ook makelaars die discriminatie systematisch inbouwen in hun procedures?
“Het buikgevoel is vaak belangrijk, zeker bij particuliere verhuurders. Op basis van een eerste indruk zal men wel wat bijsturen. Maar soms zijn er ook bepaalde gewoontes die discriminerend zijn. Sommige vastgoedmakelaars vragen bijvoorbeeld systematisch extra informatie over de werksituatie bij kandidaten die bellen en het Nederlands niet goed machtig zijn, terwijl ze dat bij anderen niet doen.”
“Makelaars hanteren ook vaak gestandaardiseerde informatiefiches. Daar wordt soms meer informatie gevraagd dan wat mag, bijvoorbeeld over de bron van het inkomen. Die informatie kan ook gebruikt worden om te discrimineren.”
Discrimineren makelaars op andere manieren dan verhuurders die werken zonder makelaar?
“Bepaalde discriminerende technieken worden door zowel particulieren als makelaars gebruikt. Wat wel een belangrijk verschil is, is dat makelaars meer kennis hebben over het thema en professioneel moeten handelen. Ze zijn er zich van bewust dat ze niet mogen discrimineren, maar zitten in een economische logica omdat zij ook klanten moeten vinden en houden.”
Gediscrimineerd op de huurmarkt: ‘Het is woord tegen woord’
“Vraagt een verhuurder aan de makelaar om bepaalde kandidaten te weren, dan zien we dat makelaars het soms moeilijk hebben om hiertegen in te gaan. Want ze willen die klant niet verliezen. Zij gaan dan zelf iedereen zoveel mogelijk gelijk behandelen, maar verzamelen wel extra informatie zoals inkomstenbewijzen of een kopie van de identiteitskaart die ze dan aan de verhuurder doorspelen. Die heeft het laatste woord en kan rekening houden met die extra informatie. Op die manier faciliteren makelaars discriminatie.”
“Dat neemt uiteraard niet weg dat er evengoed makelaars zijn die zelf discriminerend handelen, net zoals er makelaars zijn die zij die hier helemaal niet aan willen meewerken.”
Wat kan een kandidaat-huurder doen die discriminatie ervaart?
“Een kandidaat die een vermoeden van discriminatie heeft, kan klacht indienen bij het Vlaams Mensenrechteninstituut. Dat kan als een particulier of vastgoedmakelaar betrokken is. Vroeger kon dat bij Unia, maar die organisatie is in Vlaanderen niet meer bevoegd voor de thematiek.”
“Als het gaat om vermoedelijke discriminatie door een vastgoedmakelaar, kan je ook een melding maken bij het BIV, dat is het Beroepsinstituut van Vastgoedmakelaars.”
Volstaan die klachtenprocedures?
“Het feit dat een vermoedelijk slachtoffer zelf melding moet maken, zorgt voor problemen. Ten eerste omdat een slachtoffer niet altijd weet dat hij gediscrimineerd werd. Voor mensen die wel een vermoeden hebben, is het ook een serieuze stap die veel energie en tijd kost, net op een moment dat de zoektocht naar een woning alle prioriteit heeft. En niet iedereen weet waar je terecht kan om een klacht in te dienen.”
‘Het feit dat een vermoedelijk slachtoffer zelf melding moet maken, zorgt voor problemen.’
“Er worden veel minder dossiers opgestart dan dat er daadwerkelijk discriminatie plaatsvindt. Klachtenprocedures zoals ze nu georganiseerd zijn, volstaan niet.”
“Er is meer nodig. Via sensibiliseringsacties probeert men verhuurders en makelaars op de hoogte te brengen over welke selectie toegelaten is en welke niet. Dat heeft zeker een meerwaarde, maar het is een pad dat we al lang bewandelen en we moeten vaststellen dat discriminatie toch blijft bestaan.”
“Naast die zachte maatregelen waar er veel bereidheid voor is, is er dus ook een hardere poot nodig waarin de naleving van de regels ook wordt getoetst en desnoods wordt afgedwongen.”
Er is een groot gebrek aan betaalbare, kwaliteitsvolle huurwoningen. Er zijn veel kandidaten van zodra zo’n woning beschikbaar komt. Gedijt discriminatie beter in zo’n context?
“Zelfs al zijn er voldoende goede, betaalbare woningen, dan nog blijft het risico op discriminatie bestaan. Er zijn mensen met bijvoorbeeld een sterk racistische visie die liever hun woning enkele maanden leeg laten staan dat ze te verhuren aan iemand met buitenlandse herkomst.”
“Dat neemt niet weg dat die context van schaarste effectief zorgt voor meer selectie en dus voor meer kans op discriminatie. Hoe meer kandidaten je hebt, hoe makkelijker het is om ook met niet relevante criteria rekening te houden. Daarom is het belangrijk om ook iets aan die schaarste te doen. En ook wanneer verhuurders of makelaars zich correct gedragen en niet discrimineren, zien we dat ze vaker zogenaamd sterkere profielen selecteren. In de praktijk betekent dat voor kwetsbare huurders hetzelfde: ze krijgen moeilijk toegang tot een huurwoning.”
Wooncrisis: ‘Met morrelen aan registratierechten gaan we er niet komen’
“Veel mensen die in de sociale huurmarkt terecht zouden moeten kunnen, komen bij gebrek aan een sociale woning terecht op de private huurmarkt. Daardoor is er een nog grotere druk op het bestaande aanbod op de private huurmarkt.
De sociale huursector moet verder uitgebouwd worden, maar ook de private huursector zal zijn rol blijven spelen. Denk maar aan mensen die onverwacht plots een nieuwe woning moeten zoeken, mensen die naar België verhuizen of mensen die dringend een tijdelijke woonoplossing nodig hebben, bijvoorbeeld bij een scheiding. We moeten dus ook op de private huurmarkt zorgen voor een goede omkadering en ondersteuning voor huurders, maar zeker ook van verhuurders.”
“Een goed uitgebouwd antidiscriminatiebeleid op de huurmarkt is cruciaal, maar moet hand in hand gaan met een beleid dat zorgt voor voldoende woningen die toegankelijk, betaalbaar, kwaliteitsvol zijn en woonzekerheid bieden. Tegelijk mag de schaarste op de huurmarkt geen excuus zijn om het antidiscriminatiebeleid niet verder uit te bouwen. Beide zijn noodzakelijk.”

Tekst: Harold Polis
Bron: weliswaar.be nr. 173 (april-mei 2025)
Jill Coene over de betekenis van armoede vandaag HET KOMT
VOOR IN DE BESTE FAMILIES
Niemand wil dat armoede bestaat. En toch blijft het een hardnekkig fenomeen, zelfs in een rijk land als België. Armoede is ook niet eenduidig. Iedereen die met armoede te maken krijgt, heeft een eigen verhaal. Daarom is het belangrijk zoveel mogelijk kennis te vergaren, zoals de nieuwe aflevering van het Jaarboek Armoede en Ongelijkheid bewijst. Weliswaar sprak hierover met sociologe Jill Coene.
Al vele jaren bundelt het Jaarboek Armoede en Ongelijkheid nieuwe wetenschappelijke inzichten over de manier waarop armoede in elkaar zit. Dat onderzoek is onlosmakelijk verbonden met het armoedebeleid dat we als samenleving hebben ontwikkeld. “Ja, we hebben een hele goeie sociale zekerheid. Die hebben we te danken aan de inspanningen die in de decennia na Tweede Wereldoorlog zijn geleverd. Maar je moet het systeem wel actief blijven onderhouden en bijsturen”, zegt Jill Coene, medewerkster bij de Universitaire Stichting voor Armoedebestrijding (USAB/UAntwerpen). Ze coördineert het Jaarboek Armoede en Ongelijkheid
Jullie schrijven dat “zonder de sociale zekerheid (inclusief pensioenen) 42,1% van de Belgische bevolking onder de armoededrempel zou leven”. Dat is een opmerkelijk hoog getal.
Jill Coene: “Ook al liggen veel minimumuitkeringen onder de armoederisicogrens, een aanzienlijk deel van de bevolking wordt door de sociale zekerheid uit de armoede gehouden. Dankzij onze inspanningen leeft slechts 12% van de bevolking onder de armoedegrens. Onze sociale zekerheid is een machtig instrument, omdat we onder meer werkloosheidsen ziekte-uitkeringen hebben.”
“Die 12% blijft een kwetsbaar percentage, omdat er wordt bespaard, zoals bij de beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd. Vroeger, toen de sociale zekerheid werd ontwikkeld, had iedereen een meer gelijk risico op werkloosheid. Maar vandaag is het risico op werkloosheid steeds meer geconcentreerd bij bepaalde groepen. Dit kan ervoor kan zorgen dat de solidariteit wordt ondermijnd. Vandaag zijn bijvoorbeeld kortgeschoolden veel kwetsbaarder voor werkloosheid.”
NIEUWE SOCIALE RISICO’S
Wat betekent dat voor de manier waarop jullie als onderzoekers naar armoede kijken?
“Wij zien armoede als alle vormen van uitsluiting die iemand kunnen treffen en hoe die domeinen onderling samenhangen. Daarom denk ik dat het een uitdaging wordt om de bevolking voldoende bescherming te bieden tegen nieuwe sociale risico’s.” Zie vervolg op p. 24
LEGENDE
Naailes
maandag elke 14 dagen van 10.30 - 13.30 u en 13.30 - 16.30u
Christine 0495 20 36 83
Ria 0496 06 99 89
Socio-Emotionele
Begeleiding (SEB) van jongeren
Enkel op afspraak
François 0484 48 63 33
Engelse les donderdag elke 14 dagen van 13.30 - 15.30 u
Denise 014 58 77 71 0498 81 19 80
Franse les donderdag elke 14 dagen van 13.30 - 15.30 u
Denise 014 58 77 71 0498 81 19 80
Vrijwilligersvergadering start 19 uur
Open werkgroep en de kring
woensdag van 9.30 - 12 u
Petra 014 32 04 83 0473 85 48 12
















Beste vrienden van Ons Huis,
Ter gelegenheid van ons nieuwjaarsfeest wil ik dankbaar gebruik maken om jullie het afscheid aan te kondigen van één van ons trouwste en meest toegewijde vrijwilligers van Ons Huis.
Zij heeft niet alleen onze organisatie gediend, maar ook talloze bezoekers van Ons Huis geraakt en verbeterd.

Mia, het is moeilijk om in woorden uit te drukken hoe belangrijk uw bijdrage is geweest.
Van die lange periode heb ikzelf er maar een klein aantal jaren mogen meemaken.
Maar uw inzet en uw vastberadenheid zijn een bron van inspiratie geweest voor ons allen, zowel bezoekers als collega’s vrijwilligers.
Aan talloze van onze activiteiten heb je niet alleen deelgenomen maar vaak ook het verschil gemaakt bij de anderen. Je hebt laten zien dat vrijwilligerswerk niet slechts een taak is maar een roeping.
Je hebt ons geleerd dat met passie en toewijding zelfs de grootste uitdagingen overwonnen kunnen worden.
Jouw erfenis is niet alleen de tijd die je aan Ons Huis hebt gegeven, maar ook de hoop en het vertrouwen die je hebt geboden aan diegenen die het het meest nodig hadden.
Namens alle leden van Ons Huis en de gemeenschap die we proberen te dienen, willen we je bedanken.
Je geduld en soms je ongeduld, je vriendelijkheid en onophoudelijke inzet zullen ons blijven inspireren om verder te gaan in onze opdracht.




We wensen je het allerbeste toe en wees ervan overtuigd dat je altijd een deel van Ons Huis zult blijven. Ma c



01/05 Dag van de Arbeid: Ons Huis is gesloten
13/05 Bekommernissendag in Tabloo Dessel: uitnodiging volgt nog
29/05 OH Hemelvaart: Ons Huis is gesloten
09/06 Pinkstermaandag: Ons Huis is gesloten
Computerles
dinsdag van 14 - 16 u Rob 0487 51 74 13
Zomervakantie
Zomervakantie
Zomervakantie
Zomervakantie
Zomervakantie
Hobbyclub maandag elke 14 dagen van 13 - 15.30 u
Grit 014 58 07 98 0494 15 03 64
Koken van 18 - 20 u
1e donderdag Yolanda
2e dinsdag Lea
3e dinsdag Carla
Yolanda 0494 29 76 64
Lea 0474 59 06 76
Carla 0499 22 02 18
Zomervakantie
Zomervakantie
Zomervakantie
Zomervakantie
Zomervakantie
Winkeltje: kleding+speelgoed woensdag van 9.30 - 12 u Tijdens schoolvakanties en feestdagen is Ons Huis en het winkeltje gesloten.
Vervolg van p. 12

OP BEZOEK BIJ AKKE, IN EEN HUIS VOL BREIWERK EN DISNEYFIGUURTJES
In Balen, in een knus huis met veel hout, woont Akke samen met haar man Tom, zoon Jules en hondjes Pluto en Scooby. Bij het binnenkomen vallen twee dingen op. Het huis is gevuld met Disneyfiguurtjes - een ‘diamond painting’ van Mickey Mouse prijkt voor het raam, op de kast staan rugzakjes met Minnieoren, en aan de muur hangt een prent uit De Leeuwenkoning - en overal zie je breiwerkjes en gehaakte versieringen. We schuiven aan voor een gesprek met Akke en Tom.
“Ik ben opgegroeid met Disney,” vertelt Akke. “Vroeger hadden we een jaarabonnement op Disneyland Parijs. Dan gingen we wanneer we wilden, hoe vaak we wilden. Sommige jaren gingen we wel twee keer per maand. Dan boekten we een goedkoop hotelletje, namen eten mee van thuis en vertrokken gewoon. Zonder GPS toen nog! Mijn ouders hebben hun Disneygekte aan mij doorgegeven.” Terwijl ze haar mouw opstroopt, toont ze een tattoo van Minnie Mouse.
“Ik kan niet gewoon in de zetel zitten en nietsdoen.”
Tom lacht. “Ik heb intussen wel genoeg Disney gezien. Je krijgt mij niet meer mee, tenzij er iets nieuws opent, zoals een Marvel- of Frozen-attractie.” Akke toont haar tweede tattoo: De Leeuwenkoning, op haar been. “Onze zoon Jules is een leeuw van sterrenbeeld, vandaar.” Ook Tom draagt een tatoeage van Jules’ sterrenbeeld, samen met dat van hemzelf en Akke. Op zijn borst prijkt een tattoo van hem met zijn broer en zussen. Eén ding is duidelijk: familie is belangrijk.
Altijd met de handen bezig
Op tafel ligt een half afgewerkte sok, nog op drie breinaalden. Op de kast hangt een gehaakt oranje T-shirt. Aan Akkes voeten: twee kleurrijke sokken. “Die had ik voor Jules gebreid, maar hij is er met zijn 15 jaar uitgegroeid. Dus nu doe ik ze maar aan, dan heb ik lekker warme voetjes.”


Een paar jaar geleden werkte Akke als zorgverlener. “Na de geboorte van Jules deed ik nachtdiensten in een rusthuis. Maar het werd allemaal te veel. Mijn slaapritme raakte ook verstoord. Ik ben nu negen jaar met ziekteverlof.”
“Er was een periode waarin het echt niet goed ging met mij. Ik sloot me volledig af. Mijn moeder kwam toen al bij Ons Huis en stelde voor dat ik het eens zou proberen. Je kon er cursussen volgen en kwam onder de mensen. Dus ik probeerde het.”
En dat bleek een goede beslissing. “Ik kan niet gewoon in de zetel zitten en nietsdoen, daar word ik onrustig van. Handwerk helpt me. Breien, haken, borduren…” Tom knikt: “Dan zit ze aan tafel, oortjes in, muziekje op, en breien maar.”
Inmiddels is handwerk niet meer weg te denken uit haar leven. “Op maandag volg ik hobbyles of naaiclub bij Ons Huis, dinsdag ga ik met mijn grootmoeder naar de breiclub, woensdag naar de hobbyclub in Mol en donderdag is er weer naailes. Alleen vrijdag is nog vrij.”

Samen in hetzelfde schuitje
Akke is intussen een vaste bezoeker bij Ons Huis. “De hobbyclub en naailes zijn echt ‘me-time’. Soms ben ik wel moe nadien, maar het is fijn om onder de mensen te zijn.”
Die mensen maken het verschil. “Het is plezant als je binnenkomt en er zitten al vijf mensen aan tafel voordat de naailes of de hobbyles begint. Soms neem ik mijn boterhammen mee, zodat ik ze daar kan opeten. Dat is leuker dan thuis alleen eten.”
Bij Ons Huis voelt Akke zich omringd door mensen die haar situatie herkennen. “Je beseft dat je niet alleen bent. Het leven
“De hobbyclub en naailes zijn echt ‘me-time’.”
is niet altijd makkelijk, en bij Ons Huis ontmoet je mensen die hetzelfde hebben meegemaakt – of er nog middenin zitten. Veel mensen weten hoe lastig het is om rond te komen.”
En iedereen helpt elkaar. “Bijvoorbeeld tijdens de naailes: patroonpapier is duur. Maar ik had gemerkt dat je patroontekeningen ook kunt maken op puinzakken van de Action.
Anderhalve euro voor tien zakken, en nog steviger ook.”
Winkelen zonder zorgen
Akke is ook grote fan van Het Winkeltje. “Het is heerlijk om te kunnen shoppen zonder je zorgen te maken om geld,” zegt ze. “In Het Winkeltje kost een T-shirt een paar euro, geen 30 of 40 euro. Daar hoef je niet te denken van... ‘Oei, wat staat er nog op mijn bankrekening?’ Je kunt er eens zot doen. Dat geeft een goed, zorgeloos gevoel.”
“Je beseft dat je niet alleen bent.”
Akke gaat ook regelmatig langs bij de psychologe van Ons Huis, Nele Jacobs. “Je mag er acht keer per jaar naartoe. Als ik met dingen of vragen zit, kan ik die daar kwijt. Nele heeft ook contact met de psychiater en het zorgteam dat mij begeleidt,” zegt Akke.
En dan zijn er ook de cursussen. “Binnenkort is er eentje over slapen, samen met de CM. Dat vind ik interessant, want ik heb heel lang slaapmedicatie ingenomen en ben er pas mee gestopt. Ik ben nog op zoek naar een goed evenwicht daarin.”
“Laatst was er ook een cursus over de verkiezingen,” zegt Akke. “Vroeger was stemmen voor mij een beetje vogelenpik - de politiek voelde heel ver van mij. Tijdens de cursus konden we er vragen over stellen en uitzoeken waar elke partij voor stond, met herkenbare voorbeelden.”


Wat Akke het meeste zou missen, moest Ons Huis ophouden met te bestaan? “De mensen. Het thuisgevoel. Het is een tweede thuis - er wordt gelachen, en je kan je zorgen even loslaten.”
En de cursussen, voegt ze toe. “Bij de nationale verkiezingen wist ik voor het eerst wat ik wilde stemmen!”
En hoe ging het bij de gemeenteraadsverkiezingen? “Die heb ik helaas gemist,” lacht Akke. Ze kijkt Tom vragend aan. “Hoe kwam dat ook alweer?” Dan weet ze het weer. “Ik zat in Disneyland!”

Aan welk initiatief zou jij meewerken om te vermijden dat kinderen in armoede opgroeien?