12 minute read

Pandemie haalt de interesse van onderzoekers naar de inzet

Pandemie haalt de interesse van onderzoekers naar de inzet van vitaminen, mineralen en kruiden naar boven: zink en selenium

DOOR: JAN BLAAUW In de eerste twee uitgaven van Nutriënt & Supplement is er middels het verschijnen van twee artikelen over SARS-CoV-2 in rol van ontdekker van vitamine- en mineralentekorten en herontdekker van het Post Viraal Syndroom alsmede uitlokker van reactivatie van eerdere ziekten een inleiding gemaakt met de inzet van vitaminen, mineralen en kruiden. Hierin is vitamine D aan bod gekomen. In het tweede artikel is vitamine C besproken. Het is lastig om volledig te zijn, daar er vele onderzoeken zijn met daarnaast nog lopende onderzoeken. Dit geldt ook voor andere stoffen die behandeld (gaan) worden. In deze aflevering gaat het om zink en selenium.

Advertisement

DE ROL VAN ZINK EN CLAIMS DIE GEMAAKT MOGEN WORDEN

De betekenis van zink voor het immuunsysteem is duidelijk aanwezig. Wetenschappelijk advies over de onderbouwing van gezondheidsclaims met betrekking tot zink die gemaakt mag worden volgens EFSA (European Food Safety Authority) zijn de volgende. Zink ondersteunt: • functie van het immuunsysteem (ID 291, 1757) • DNA-synthese en celdeling (ID 292, 1759) • bescherming van DNA, eiwitten en lipiden tegen oxidatieve schade (ID 294, 1758) • behoud van bot (ID 295, 1756), • cognitieve functie (ID 296), • vruchtbaarheid en voortplanting (ID 297, 300) • reproductieve ontwikkeling (ID 298) • spierfunctie (ID 299) • metabolisme van vetzuren (ID 302) • onderhoud van gewrichten (ID 305) • functie van hart en bloedvaten (ID 306) • prostaatfunctie (ID 307) • schildklierfunctie (ID 308) • zuur-base-metabolisme (ID 360) • vitamine A-metabolisme (ID 361) en • behoud van het gezichtsvermogen (ID 361).

WELKE ROL SPEELT ZINK IN HET LICHAAM ALS HET GAAT OM HET IMMUUNSYSTEEM?

Zink (Zn) kennen we als een essentieel onderdeel van talrijke enzymen, zoals superoxide-dismutase-1 en -3. Het sporenmetaal zink is belangrijk voor de ontwikkeling en instandhouding van diverse immuun- en andere cellen. Het is al langer bekend dat een zinktekort leidt tot disfunctionele humorale en celgemedieerde immuniteit. Bij ouderen blijkt een lage Zn-status (serum Zn-waarden <0,7 mg/l) een risicofactor voor longontsteking te zijn (Barnett, J.B, 2010). Dit is juist éen van de complicaties bij een uit de hand lopende virale infectie van de bovenste luchtwegen. Zink speelt ook een rol bij acute luchtweginfecties, vooral bij kinderen.

ACUUT EN CHRONISCH ZINKTEKORT

Het is bekend dat een langdurig zinktekort ontstekingen veroorzaakt door veranderingen in overleving, proliferatie en differentiatie van cellen van verschillende organen en systemen. Het draagt bij aan het beïnvloeden van met name de cellen van het immuunsysteem. Deze cellen omvatten monocyten, polymorf nucleaire cellen, natuurlijke killer-, T- en B-cellen. T-celfuncties en de balans tussen de verschillende subgroepen van T-helpercellen zijn bijzonder gevoelig voor veranderingen in de Zn-status. Zinktekort stimuleert ook een Th17respons, die wordt geassocieerd met een verhoogde ontsteking. Bij oudere proefpersonen correleerden verlaagde concentraties circulerend zink met verhoogde niveaus van de cytokines IL-6 (interleukine-6), IL-8 en TNF-α (tumornecrosefactor-α).

Terwijl een acuut Zn-tekort een afname van de aangeboren en adaptieve immuniteit veroorzaakt, verhoogt een chronisch tekort het ontstaan van ontstekingen. Tijdens chronische Zn-deficiëntie neemt de productie van pro-inflammatoire cytokines toe, wat de uitkomst van een groot aantal ontstekingsziekten, waaronder reumatoïde artritis, beïnvloedt.

Deze resultaten, die voornamelijk hun oorsprong lijken te hebben in de ontregeling van elementaire cellulaire functies zoals DNA-replicatie, RNA-transcriptie en celactivering, proliferatie, differentiatie en overleving, resulteren in een verhoogde gevoeligheid voor een breed scala van infectieuze agentia en een langere duur van infectie.

WAT LATEN ONDERZOEKEN ZIEN ALS HET GAAT OM DE INZET VAN ZINK BIJ SARS-COV-2?

Een recente meta-analyse van 7 gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken (RCT’s) toonde aan dat zinktabletten de gemiddelde duur van verkoudheid met 33% verkortten (95% CI, 21-45%) (Hemilä, 2017). Zink is ook voorgesteld als een nuttige cofactor bij de behandeling van COVID-19 met hydroxychloroquine (Skalny et al., 2020, Shittu en Afolami, 2020, Derwand en Scholz, mei 2020, Carlucci et al., 2020). De gebruikte zinkzouten bestonden uit acetaat, gluconaat en citraat. Elementaire zinkdoses tot 216 mg/dag werden goed verdragen in klinische onderzoeken voor verkoudheid (Eby, 2010). Zinkgebruik op korte termijn bij deze doses wordt als zeer veilig beschouwd, waarbij af en toe maagklachten en metaalsmaak de enige gerapporteerde bijwerkingen zijn (Prasad et al., 2000).

In een casusrapportage werden vier COVID-19-poliklinische patiënten van 26–63 jaar behandeld met zuigtabletten met zinkzouten. Ze slikten de zuigtabletten meerdere keren per dag, tot doses van elementair 115 tot 184 mg Zn/ dag gedurende 10 tot 14 dagen, en al deze patiënten herstelden (Eric Finzi, juni-2020). In een ander casusrapport ontvingen drie COVID-19-patiënten van 38-74 jaar met bijkomende darmverschijnselen zinksulfaat (220 mg Zn per dag gedurende 5 dagen), samen met hydroxychloroquine en azithromycine. Deze patiënten herstelden. Omdat het casusrapporten waren, was het niet mogelijk om conclusies te trekken over de werkzaamheid van zink (Sattar, Yasar, et al., juni 2020).

Een positief effect van zinksuppletie werd waargenomen in verschillende onderzoeken naar hepatitis C, die wordt geïnduceerd door infectie met een enkelstrengs RNA-virus. In deze context is het van belang dat het verhogen van de intracellulaire concentratie van zink met zinkionoforen zoals pyrithion of chloroquine de replicatie van een verscheidenheid aan RNA-virussen in cellen in vitro direct zou kunnen verminderen door remming van hun RNA-polymerase-activiteit. Gecombineerde toediening van zink en pyrithion, zelfs in lage concentraties, remde de replicatie van het SARS-coronavirus (SARS-CoV) in vitro. Bijgevolg kan een zinksupplement niet alleen een effect hebben op de COVID-19-geassocieerde overactieve ontsteking, maar vermoedelijk ook op het SARS-CoV-2-middel zelf. Wat de gebruikte preventieve doses betreft, werd opgemerkt dat op lange termijn een inname van ≤ 25 mg/dag werd aanbevolen, aangezien een hoge inname van zink de koperbalans kan verstoren (Jan Alexander et al., 08-2020).

DE ROL VAN SELENIUM EN CLAIMS DIE GEMAAKT MOGEN WORDEN

Wetenschappelijk advies over de onderbouwing van gezondheidsclaims met betrekking tot selenium (Se) die gemaakt mag worden volgens EFSA (European Food Safety Authority) zijn de volgende. Selenium ondersteunt: • onderhoud van normaal haar (ID 281) • onderhoud van normale nagels (ID 281) • bescherming tegen zware metalen (ID 383) • onderhoud van normale gewrichten (ID 409) • behoud van normale schildklierfunctie (ID 410, 1292) • bescherming van DNA, eiwitten en lipiden tegen oxidatieve schade (ID 410, 1292) en • instandhouding van de normale functie van het immuunsysteem (ID 1750).

“Een laag seleniumgehalte vermindert niet alleen de afweer, maar maakt virussen ook agressiever.”

DE AANWEZIGHEID VAN SELENIUM IN DE VOEDING VAN DIVERSE LANDEN

De regionale seleniumstatus varieert aanzienlijk, waarbij de meeste Europese landen en bepaalde provincies van China gevoeliger zijn voor suboptimale niveaus dan de Verenigde Staten. Bij een seleniumtekort in de voeding, samen met verhoogde oxidatieve stress bij de gastheer, kan een viraal genoom veranderen van een normaal licht pathogeen virus in een zeer virulent agens na zijn intrede in de gastheer, wat optrad met het Coxsackie 3B-virus bij de ziekte van Keshan in een selenium- tekortkomend gebied in China (Guillin, Olivia M., 07-2019). De seleniumstatus varieert sterk tussen verschillende gebieden in de wereld. Vergeleken met de niveaus in NoordAmerika (Mohammad R. Kafai, 2002) liggen de seleniumniveaus in populaties in grote delen van Europa ruim onder de drempel van ongeveer 100 µg/L die nodig is voor een adequate expressie van selenoproteïnen.

WELKE ROL SPEELT SELENIUM IN HET LICHAAM ALS HET GAAT OM HET IMMUUNSYSTEEM?

Selenium speelt als essentieel spoorelement een belangrijke rol bij de redoxbiologie bij zoogdieren door als selenocysteïne werkzaam te zijn in de katalytische centra van veel selenoproteïnen. Een optimale toevoer van het aminozuur serine is vereist voor de synthese van selenocysteïne, dat wordt opgenomen in selenoproteïnen. Voedingstekorten van selenium kunnen niet alleen de immuunrespons beïnvloeden, maar ook de pathogeniteit van een virus. RNA-virussen, zoals enterovirussen, coronavirussen zoals SARS-CoV-2, Polio en Hepatitis C, muteren sneller dan DNA-virussen, zoals het Herpes Simplex-virus. Seleen werkt effectiever op agressieve RNA dan op DNA-virussen (Sanjuan 2016). Daarnaast zijn RNA-virussen meer ontvankelijk voor oxidatieve schade dan DNA-virussen, omdat ze proof-reading enzymen missen in tegenstelling tot DNA, dat hier wel gebruik van kan maken (Steinhauer et al., 1992).

Een falende antioxidantafweer kan ook gepaard gaan met een overdreven ontstekingsreactie bij de gastheer, zelfs als er geen actieve infectie is, zo blijkt uit een gecombineerde studie van selenium en Q10 (Alehagen U., 2019).

HOEVEEL SELENIUM BEVAT ONZE VOEDING?

Dit is moeilijk te bepalen, omdat voedingsmiddelentabellen onvolledig zijn en qua voeding in het merendeel het gehalte aan selenium in granen aangeeft. Het zegt niets zegt over de herkomst. Om een idee te hebben van de werkelijke seleniuminname van de Nederlandse bevolking werd een chemische analyse gemaakt van de gemiddelde Nederlandse voeding, gebaseerd op de resultaten van de Voedselconsumptiepeiling van 1988. In totaal werden hiervoor 226 voedingsmiddelen in de winkels aangekocht en geanalyseerd. De gemiddelde inname bij volwassen bleek 40 tot 42 microgram te bedragen. De voornaamste bronnen van selenium waren vlees, kip, eieren en zuivelproducten; zij leverden samen bijna 60% van het ingenomen selenium. Schaal- en schelpdieren, vis, niertjes en noten zijn eveneens goede bronnen. Paranoten of Braziliaanse noten zijn een uitzonderlijk rijke natuurlijke bron. De seleniuminname is in de loop der jaren ook gedaald door verarming van de bodem (milieu-invloeden), verbouwtechnieken en door wijzigingen in het voedselaanbod (minder Canadees (seleniumrijk) graan wordt in ons brood verwerkt). Een Nederlands onderzoek met duplicaatmaaltijden in 1996 toonde aan dat 68% van de mannen en 87% van de vrouwen een seleniuminname van minder dan 50 microgram hadden (Agnes Notte-De Ruyter, 2007).

SELENIUMTEKORT

Een seleentekort grijpt op 7 manieren in op het immuunsysteem. Aanvulling van een tekort herstelt de werking van het immuunsysteem (Gombart 2020).

De seleniumstatus heeft een dubbel effect op virussen. Een laag seleniumgehalte vermindert niet alleen de afweer, maar maakt virussen ook agressiever (Beck 1999).

Seleentekort veroorzaakt een verminderde bescherming tegen besmettelijke ziekten. Een seleniumtekort in de voeding, samen met verhoogde oxidatieve stress bij de gastheer, kan een viraal genoom veranderen van een normaal licht pathogeen virus in een zeer virulent agens na zijn intrede in de gastheer. Dit trad op met het Coxsackie 3B-virus bij de ziekte van Keshan in een selenium- tekortkomend gebied in China. De infectie zal de seleenstatus verder laten dalen (Guillin O.M., 2019). De seleniumstatus varieert sterk tussen verschillende gebieden in de wereld.

Vergeleken met de niveaus in NoordAmerika (Mohammad R. Kafai, 2002) liggen de seleniumniveaus in populaties in grote delen van Europa ruim onder de drempel van ongeveer 100 µg/L die nodig is voor een adequate expressie van selenoproteïnen. Daarom wordt seleniumsuppletie aan populaties met een suboptimale status beschouwd als een veilige adjuvante therapie bij preventieve maatregelen tegen virale infecties.

Erkennend dat de werkelijke cijfers onbekend zijn vanwege wijdverbreide onderscheiding, komen landen met de hoogste gerapporteerde COVID-19-sterftecijfers (> 13%) volgens het Johns Hopkins Coronavirus Resource Center-platform (Dong E. et al., 2020) overeen met regio’s waar de seleniumstatus niet optimaal was. Dit is gebleken uit eerder onderzoek in Italië, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk (Stoffaneller R. et al., 2015). Ondertussen in de Verenigde Staten, waar het grootste deel van de bevolking selenium toereikend is, zijn de sterftecijfers aanzienlijk lager (~6%) in vergelijking met Europa.

WAT LATEN ONDERZOEKEN ZIEN ALS HET GAAT OM DE INZET VAN SELENIUM BIJ SARS-COV-2?

Een recente studie uit China meldde een verband tussen het genezingspercentage van met CoV-2 geïnfecteerde patiënten en de seleniumstatus, zoals afgeleid uit haarselenium van de stadsbevolking uit steden buiten Hubei. Dit geeft een weerspiegeling van regio’s met een slechte en voldoende inname van selenium. In een studie was de seleniumstatus (selenium en SELENOP) significant hoger bij overlevende COVID-19opgenomen patiënten (n = 27) vergeleken met niet-overlevenden (n = 6) (Arash Moghaddam, 07-2020).

Van bijzonder belang is de bevinding dat een hoofdprotease van SARS-CoV-2, dat verantwoordelijk is voor de virale replicatie, interageert met het essentiële seleno-enzym glutathionperoxidase 1 (GPX1), dat sterk afhankelijk is van een voldoende seleniumtoevoer.

Een behandeling met alleen selenium, zonder de combinatie met acetylcysteïne of CoQ10, is voorgeschreven bij ernstig zieke patiënten die op de intensive care werden opgenomen (niet-septische en septische patiënten) (Lars Mikael Broman et al., 07-2020). Bij patiënten met gevorderde infecties vonden Manzanares en collega’s (2012) in een meta-analyse geen consistent gunstig effect op de mortaliteit, maar in een subgroepanalyse vonden ze een vermindering van de infecties bij niet-septische patiënten. Als we kijken naar de positieve effecten van selenium op immuunregulatie en inflammatie bij populaties met weinig selenium, lijkt het gerechtvaardigd om te concluderen dat een adequate pre-infectieuze status van

selenium een beschermende maatregel zou zijn tegen de hyperinflammatie, die kenmerkend is voor coronavirusinfecties. Aanvullen met seleen is een effectieve, voordelige en breed beschikbare therapie bij virale infecties (Steinbrenner 2015).

De Universiteit Gent, het UZ Gent en het AZ Jan Palfijn Gent starten een onderzoek waarin ze nagaan of de seleniumstatus in het bloed het ziekteverloop na een infectie met COVID-19 kan helpen voorspellen. In Vlaanderen heeft een groot deel van de bevolking een seleniumtekort. Velen nemen te weinig selenium op via de voeding, en de seleniumstatus in ons bloed is vaak lager dan aanbevolen. Omdat eerdere studies een verband aantoonden tussen seleniumtekort en ontstekingen na virusinfecties, wil het onderzoeksteam nu duidelijkheid scheppen in de mogelijke rol van een adequate seleniumstatus op het ziekteverloop van COVID-19. In een Franse studie bij geriatrische patiënten geeft een supplement van selenium (100 mcg) met zink (20 mg) een verbeterde weerstand bij ouderen, waardoor het risico op griep of infecties van de ademhalingswegen drastisch verlaagd wordt. Ook bleek de efficiëntie van het griepvaccin verbeterd te zijn. De aanmaak van antistoffen was significant verhoogd bij de groep die een supplement kreeg (Girodon F. et al, 1999). Het onderzoek is helaas gedaan met een sulfideverbinding. Als dit met een voor het lichaam biobeschikbare variant wordt ingenomen, zijn er nog betere resultaten te verwachten.

DOSERINGEN

Bij personen met een suboptimale status (plasma-selenium <100 µg/l) zou suppletie met een dosis van 100-200 µg Se/dag, met of zonder cofactoren, om een snelle verzadiging van vitale selenoproteïnen te bereiken, een adjuvante benadering moeten zijn om de agressieve SARS-CoV-2-infectie gunstig te beïnvloeden.

Een totale langdurige inname van selenium uit voedsel en supplementen van ≤ 300 µg Se/dag wordt momenteel aanbevolen, aangezien hogere innames in verband kunnen worden gebracht met toxiciteit (EU Scientific Committee on Food. Opinion of the Scientific Committee on Food on the Tolerable Upper Intake Level of Selenium; European Commission: Brussels, Belgium, 2000).

Chronische selenosis wordt bereikt door dagelijks 3200-6990 (gemiddeld 4900) mcg per dag te gebruiken. Bij 800 mcg per dag wordt geen toxiciteit verwacht, terwijl dagelijks gebruik van 1000 mcg per dag bijwerkingen kan geven (The EFSA Journal (2008).

Diverse onderzoeken zijn gedaan met gistverrijkte selenium met een gestandaardiseerde hoeveelheid aan seleno-metionine.

In het volgende artikel gaat de aandacht uit naar een aantal andere stoffen, waaronder mogelijk: vitamine A, E, B6, foliumzuur (folaat), B12 en de mineralen ijzer, koper en magnesium.

Bronnen kunnen opgevraagd worden bij de redactie

Jan Blaauw is orthomoleculair en natuurgeneeskundig therapeut bij Praktijk Blaauw.

Hij is tevens oprichter en hoofddocent van het opleidingsinstituut Ortho Linea.

“Aanvullen met seleen is een effectieve, voordelige en breed beschikbare therapie bij virale infecties.”

ZUID-AMERIKAANSE KRUIDENTINCTUREN

NIEUW!

Met één van de grootste diversiteit ter wereld, is het Amazone-regenwoud een buitengewoon rijke bron van heilzame planten. De nieuwe kruidentincturen van Epigenar® worden voornamelijk bereid uit geselecteerde planten die al eeuwenlang worden gebruikt door de Indianen van Peru en Brazilië. Om materialen van de beste kwaliteit te verkrijgen, werken we nauw samen met ecologisch verantwoorde kruidenleveranciers en worden grondstoffen volgens strikte richtlijnen verwerkt. Wij bieden het beste van het regenwoud in praktisch toepasbare tincturen, waarbij de gekalibreerde druppelaar garant staat voor gemakkelijke afgifte.

This article is from: