Restauratie Eemlandia, van toen naar nu

Page 1

VAN TOEN NAAR NU RESTAURATIE

3

VAN TOEN NAAR NU

RESTAURATIE

Architectuur 19

Circulariteit 41

7

Anthony Tom aan het woord 58

Cornelus van Twillert aan het woord 62

VanuitInhoudeen andere hoek

Voorwoord 9

De restauratie 29

Jeroen Sloof aan het woord 37

Interieur 51

Bernard Brons aan het woord 57

Melis van de Groep aan het woord 61

Geschiedenis 13

Bunschoten, augustus 2022 Jeroen Sloof – algemeen directeur Bureau Bos

Herhaaldelijk is getracht om dit Rijksmonument nieuw leven in te blazen maar evenzo vaak kon dit om uitlopende redenen niet tot uitvoer komen. In 2019 keerde echter het lot van melkfabriek Eemlandia ten goede. Toen nam een samenwerkingsverband van lokale ondernemingen het op zich om de fabriek te restaureren, te verduurzamen en een nieuwe passende bestemming te geven. Dit waren: Koelewijn Bouw voor de bouwkundige uitvoering, Heinen & Hopman voor de uitvoering van de werktuigbouwkundige installaties, Van den Hoogen engineering voor de uitvoering van de elektrotechnische installaties en Bureau Bos voor het ontwerpen van het gebouw, het interieur, de constructies en de installaties. Bureau Bos nam binnen de samenwerking zelfs een bijzondere dubbelrol op zich: als architect én als toekomstig huurder.

In het lage en meest oude deel van de melkfabriek ontwierpen wij vijfentwintig unieke appartementen en in de latere uitbreiding, het hoge deel, een ruime kantoorruimte voor creatieve dienstverlening met balie- en bijeenkomstfunctie die uiteindelijk dienst zou gaan doen voor de eigen huisvesting. Het proces van initiatief, ontwerp en realisatie bleek boordevol uitdagingen, verrassingen en successen. Het vormde dan ook een vruchtbare voedingsbodem voor het verhaal dat in dit boekwerk opgetekend is. Wij vertellen dit verhaal over het monument waarin wij elke dag met plezier werken dan ook met veel trots.

Met Melkfabriek Eemlandia is na haar gloriejaren echter niet zo zorgvuldig omgesprongen ondanks de status als Rijksmonument. Deze trots van Bunschoten heeft eerst een onderkomen geboden aan zeer verschillende en niet allemaal even passende bedrijven en daarna jaren van leegstand gekend. Dit gebruik heeft duidelijk haar sporen achtergelaten: de fabriek was in verval geraakt.

Voorwoord

‘Wat de botterwerf is voor Spakenburg is de melkfabriek voor Bunschoten’.

9

ontstond laat in de 19e eeuw door de uitvinding van centrifuges voor het ontvetten van melk. Op efficiënte wijze kon daarmee boter gemaakt worden. Al in 1900 stond in Bunschoten de particuliere stoomzuivelfabriek De Kleine Pol, die in 1918 onderdeel werd van de Bunschoter Coöperatieve Verkoopvereniging van zuivelen melkproducten Eemlandia. De toegenomen transportmogelijkheden maakten het mogelijk om de melk in een groter gebied op te halen. Een grotere fabriek geeft meer mogelijkheden om efficiënt te werken. Ook de technologie was verder ontwikkeld. Het ketelhuis ging meer functies vervullen, zoals het vacuümdrogen van melk voor melkpoeder.

De fabriek Eemlandia is in 1918 in gebruik genomen onder leiding van Tj. Hoogkamp. In 1928 brandde de voorzijde van de fabriek uit en werd herbouwd en uitgebreid met een poederpakhuis. In 1938 volgde een uitbreiding met een caseïnefabriek, daarin werd het melkeiwit uit de ondermelk gehaald voor

In Bunschoten was van 1918 tot 1963 De zuivelfabriek Eemlandia in bedrijf. Eemlandia is de laatst overgebleven complete stoomzuivelfabriek in de provincie Utrecht. Na de partiële restauratie van 2006 is het van herbestemming niet gekomen. Dat kan onmogelijk aan het fraaie gebouw gelegen

13

Geschiedenis

Dehebben.zuivelindustrie

o.a. kaasproductie. In 1951 volgde een pakhuis annex melkverstuivingspand. In 1957 fuseerde de fabriek met C.M.C. in Den Haag. Als gevolg van een reorganisatie is in 1963 de vestiging in Bunschoten

In 2006 werd een beperkte restauratie van het pand afgerond. De 28 meter hoge gemetselde fabrieksschoorsteen kwam op de plaats van het in 1971 gesloopte exemplaar. De melkfbriek Eemlandia is op dat moment Rijksmonument.

Hetgesloten.gebouw

is sinds die tijd niet meer in gebruik als melkfabriek. Het pand van de voormalige melkfabriek werd wellicht het eerste bedrijfsverzamelgebouw van Bunschoten; er hebben zich vanaf 1963 tal van ondernemingen gevestigd in het grote fabrieksgebouw zoals bijvoorbeeld Van Halteren Metaal, scheepsbouwers van Twillert, Auto Eemlandia, sportschool Rebel en De Haan, Zeilmakerij Poort, Bouwbedrijf Visser&Hopman, Bouwbedrijf Tj. Hopman, een geluidsstudio en een schoonheidssalon. En dit is maar een greep uit de waslijst van bedrijven.

16 bron: Lotte Zaaijer – bouwhistoricus

De zuivelfabriek Eemlandia ligt aan de Veenestraat, een historische noord-zuidverbinding in Bunschoten. Het gebouw lag oorspronkelijk buiten de dorpskern, om hinder van de fabriek te voorkomen. Tegenwoordig ligt het midden in een woonwijk.

melkfabriek nog afleesbaar. In de zuivelfabriek werd oorspronkelijk melkpoeder en boter bereid. De melk kwam binnen in het ontvangstlokaal dat herkenbaar is aan de verhoogde dubbele deuren, de melkpoeder en boter werden afgevoerd via deze dubbele deuren op maaiveldniveau. De ruimten waar de melkpoeder en boter werden bereid zijn herkenbaar aan de functionele interieurafwerking (baksteen verdiepingsvloer, tegelvloeren en -wanden). Andere elementen die kenmerkend zijn voor deze zuivelfabriek zijn de schoorsteen naast het ketelhuis en natuurlijk de naam ‘Eemlandia’ op de meest representatieve gevels.

In de structuur is de oorspronkelijke ruimtelijke indeling en het oorspronkelijke gebruik van de

Architectuur

Het gebouw bestaat uit een langgerekte laagbouw en hogere bouwdelen tegen de achterste kopgevel. De laagbouw is gebouwd in 1918 en na een brand deels herbouwd in 1928. Het originele ontwerp is van architect S.F. Hoekstra. De uitbreidingen zijn vervolgens gegund aan de destijds plaatselijke architect H. Dekkers.

Tegen de achterste kopgevel zijn in 1928, 1938 en 1951 hogere bouwdelen gebouwd. De uitbreiding uit 1928 betrof een pakhuis, een uitbreiding van het buillokaal (buil is een papieren zak), waar zakken melkpoeder werden opgeslagen. De functie is herkenbaar aan de brede doorgang in de gevel en de bijbehorende katrol onder de nok.

In 1938 werd de caseïnefabriek gebouwd. Eemlandia was de eerste, of een van de eerste fabrieken in

18 Nederland, waar caseïne werd geproduceerd. Caseïne is een zuivelproduct dat uit ondermelk werd afgescheiden en gebruikt werd voor de textielindustrie. De caseïne werd door de “SniaViscosa” te Milaan verwerkt tot Lanital (melkwol).

bron: Lotte Zaaijer – bouwhistoricus

21

Melkwol is een synthetische vezel gemaakt van caseïne (eiwit afkomstig uit melk), door Antonio Ferretti in 1935 voor het eerst geproduceerd onder de naam Lanital. Deze synthetische wol vervangt natuurlijke wol in alle toepassingen.

INDUSTRIËLE LANDBOUWCYCLUS VOOR DE PRODUCTIE VAN LANITAL

22

Na de Tweede Wereldoorlog waren er grote plannen om de productie van melkpoeder verder uit te breiden. Daarom werd in 1951 aan de noordwestzijde een verstuivingstoren (t.b.v. de productie van melkpoeder) met pakhuis gebouwd. Vanwege de lage opbrengsten van melk en boter werd in 1955 overgegaan op kaasproductie, maar deze afdeling heeft slechts acht jaar bestaan. In 1963 werd de productie van zuivelproducten in Eemlandia stilgelegd. Daarna hebben zich tal van bedrijven in het gebouw gevestigd.

bron: Lotte Zaaijer – bouwhistoricus

27

Door de jaren zijn er meerdere pogingen tot herstel en herontwikkeling van dit vervallen monument gedaan. In 2006 is er een restauratie gestart, echter nadat een klein deel van het restauratieplan was uitgevoerd werd het weer stil in en rondom de Totmelkfabriek.dedrie

De restauratie

lokale ondernemingen Heinen en Hopman, Koelewijn Bouw en Bureau Bos architecten gezamenlijk de handschoen weer oppakten. Na zorgvuldig meten en rekenen bleek niet de gehele oude fabriek te kunnen voldoen aan de normen voor woningbouw. In een groot deel van het hoge deel bleek de plafondhoogte te laag voor woningbouw. Overleg volgde en besloten werd om dit deel van het gebouw te herontwikkelen tot kantoorruimte voor creatieve dienstverlening. Toen werd een spreekwoordelijk zaadje geplant in het hoofd en hart van Jeroen Sloof, algemeen directeur van Bureau Bos architecten. Hij liep al enige tijd met

nieuwe huisvestingsplannen voor zijn bedrijf rond en in die plannen was een verhuizing van Baarn naar zijn eigen woonplaats Bunschoten-Spakenburg een grote wens. Korte tijd later was dat zaadje tot wasdom gekomen en werd de knoop doorgehakt: Bureau Bos zou verhuizen en zo werden de kansen voor een succesvolle herontwikkeling wederom flink toegenomen.

De restauratie was een ware bouwkundige ontdekkingstocht vol onverwachte wendingen. Het cultuurhistorisch onderzoek van Lotte Zaaijer (bouwhistoricus) bleek keer op keer een uitstekend referentiepunt om de meest recente ontdekkingen te kunnen verklaren en op een passende wijze in het restauratieplan te kunnen opnemen. Bureau Bos architecten was er dan ook zeer blij mee.

1. D e ontwikkeling van het fabrieksterrein met 15 nieuwbouwwoningen in de stijl van de oude fabriek;

3. D e ontwikkeling van kantoorruimte voor Bureau Bos architecten in het hoge en nieuwere deel van de

29

dat zoveel jaar heeft leeggestaan biedt kansen voor ongenode gasten zoals de vogels en vleermuizen. Na zorgvuldig onderzoek naar de flora en fauna van het gebouw en haar omgeving bleek dat deze beschermde diersoorten inderdaad de tijdelijke bewoners van de fabriek waren geworden. Maatregelen voor noodopvang werden tijdig getroffen en goedkeuring werd gegeven voor de volgende stap.

2. D e ontwikkeling van 25 studio’s ten behoeve van de herbestemming van het lage en oudere deel van de fabriek;

De volgende stap was het realiseren van een correct startpunt voor de restauratie. Alle niet oorspronkelijke toevoegingen na de teloorgang van de zuivelfabriek, werden verwijderd en het pand dat decennialang officieus dienst had gedaan als heimelijke hangplek

Eenfabriekpand

Het restauratie- en herontwikkelingsplan kreeg nu de volgende vorm en fasering:

voor de plaatselijke jeugd, een geliefd model voor fotografen van vervallen gebouwen was geworden, kon grondig gereinigd worden. Hierna kon het pand in al haar glorie binnen en buiten driedimensionaal gescand en gefotografeerd worden. Dit resulterende in een onmisbare naslagbron tijdens het ontwerpen en modelleren van de herontwikkeling vanuit de toenmalige thuisbasis in Baarn. Immers: in dit gebouw was, hoe authentiek en karakteristiek ook, alles net even anders dan je zou verwachten.

In 2020 konden na jaren van planvorming de omgevingsvergunningen afgegeven worden en mocht de restauratie en herontwikkeling beginnen. Binnenwanden die in vroegere bouwfasen buitenwanden waren geweest werden ontdaan van dikke lagen stucwerk. De oude snijvoegen van

het metselwerk kwamen weer in beeld en werden ambachtelijk hersteld. Hiermee kwam ook een patroon van met goedkope stenen dichtgemetselde geveldelen zichtbaar. Bij het uithakken van deze geveldelen bleken achter het vuile metselwerk de

De samenwerking tussen de lokale ontwerpende, financierende en uitvoerende partijen was niet nieuw. Zij hadden al vele malen eerder succesvol samen projecten ontwikkeld, waren inmiddels goed op elkaar ingespeeld, vertrouwden elkaar en hadden vaak aan een half woord genoeg. Door een dagelijkse afstemming van de werkzaamheden aan het begin van een bouwdag konden nieuwe opgekomen vraagstukken snel een beantwoord worden en kon de uitvoering met grote stappen doorgang vinden ondanks de soms weerbarstige dagelijkse bouwpraktijk van het gebouw. Het resultaat mag er zijn en heeft de samenwerking en het wederzijds vertrouwen nog verder verstevigd.

oorspronkelijke stalen kozijnen met glas in stopverf nog intact te zijn: een kostbare vondst. De zestien opnieuw gevonden kozijnen werden hersteld en bieden nu op verschillende hoogtes incidentele ‘doorkijkjes’ tussen de verschillende afdelingen van het architectenbureau.

De restauratie van dit oude en in verval geraakte pand stelde de ontwerpers en uitvoerder vaak voor onverwachte uitdagingen: enorme scheuren in het metselwerk van de buitenmuren, een lekkend dak, een betonnen ondervloer die niet meer betrouwbaar was, aansluitingen van gas en krachtstroom die na al die jaren nooit afgekoppeld bleken te zijn en betonnen plafonds die zich nagenoeg onmogelijk schoon lieten zandstralen.

33

De beschikbare originele tekeningen in het gemeentearchief klopten niet: het bouwwerk was niet gebouwd zoals het ontworpen was, zoals wel vaker bij oude gebouwen het geval is. Bovendien was er grote behoefte aan nauwkeurige informatie: hoe breed en hoog is dat betonnen raam nou exact? Daarom zijn we begonnen met het gebouw van binnen te strippen, schoon te maken en het asbest te Hiernasaneren.was het geschikt om driedimensionaal in te scannen. Met deze ‘Pointcloud’ als basis hebben we de bestaande toestand nauwkeurig in ons tekenprogramma kunnen tekenen met als resultaat een accuraat bouwinformatiemodel. De keuze om op deze manier tot een bouwinformatiemodel te komen heeft ons in de verdere uitwerking enorm geholpen. We konden op elk gewenst moment digitaal door het model ‘lopen’ om te kijken hoe het nou ook alweer zat in het gebouw en of onze ideeën zouden passen.

In mijn drievoudige rol van ontwikkelaar, projectleider en opdrachtgever ben ik intensief betrokken geweest bij de planvorming, de uitvoering en de ingebruikname. Nadat het gebouw was aangekocht door de financiers werd ik er al snel bijgehaald om te kijken hoe we dit moesten gaan aanpakken. Als je aan de start van deze herontwikkeling en restauratie de juiste bouwkundige keuzes maakt dan heb je daar het hele project profijt van. Samen met Maurits van de Geest van Koelewijn Bouw heb ik het eerste jaar voornamelijk geïnventariseerd, zoveel mogelijk kennis opgedaan over de fabriek, scenario’s onderzocht en uiteindelijk met elkaar de juiste keuzes gemaakt. En zelfs dan kom je nog van alles en nog wat tegen tijdens de jaren die volgen.

Jeroen Sloof

daarom regelmatig met alle betrokken instanties in gesprek geweest om tot de beste oplossing te komen voor de diverse te maken keuzes en daarmee de beoordeling van de restauratie in goede banen te leiden. Om de ontwerpkeuzes op tekening te kunnen verwerken waren goede tekeningen van de bestaande toestand nodig en die bestonden niet.

Bij het restaureren van een Rijksmonument zijn alle ogen op je gericht. Niet alleen de reguliere instanties toetsen het plan en de uitvoering, maar ook de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed, de gemeentelijke monumenten commissie en subsidieverstrekkers zoals het Parelfonds kijken nauwgezet mee. Om nog maar te zwijgen over het dorp: de restauratiewerkzaamheden zijn regelmatig het gesprek van de dag geweest onder inwoners, de politiek en het ambtelijk apparaat. Dit draagvlak en enthousiasme kun je ook enorm goed gebruiken als je zo een uitdagende klus aan het klaren bent. Gedurende het ontwerp en de uitvoering zijn wij

35

Ik kan nu met persoonlijke voldoening zeggen dat de trots van Bunschoten weer in volle glorie is hersteld en zelfs meer dan dat: het heeft een tweede leven gekregen en kan weer vele decennia mee.

36

Om te kunnen voldoen aan de hoge eisen die momenteel aan de energiezuinigheid gesteld worden hebben we de buitengevel van binnenuit geïsoleerd met een dikke isolatielaag. Het dak is aan de buitenzijde geïsoleerd, zodat het karakteristieke houten dakbeschot mooi zichtbaar blijft in het interieur. Bij het vervangen van de begane grondvloer is thermische isolatie toegevoegd en de originele stalen kozijnen zijn vervangen door nieuwe geïsoleerde kozijnen. Zo hebben we het aangezicht van het monument volledig intact kunnen laten. Een verduurzaamd gebouw heeft veel meer gebruikswaarde en daarmee een langere levensduur. We hebben een gasloos gebouw weten te realiseren met een zwaar geïsoleerde buitenkant.

De herbestemming van Eemlandia was een enorm uitdagend project om te leiden. Maar des te groter de uitdaging, des te groter de voldoening bij welslagen.

39

Je laten leiden door de structuur en geschiedenis van het bestaande in de zoektocht naar een nieuwe invulling. Maar we hebben de melkfabriek op meer manieren circulair herbestemd: gesloopte materialen zijn hergebruikt en nieuwe materialen zijn circulair ingekocht en aangebracht.

Circulariteit

Wie door de voordeur binnen komt ziet als eerste de balie gemaakt van opgestapelde hergebruikte stalen balken. Dit metaal in de oorspronkelijke groen staalmenie staat te pronken in de ontvangstruimte: het perfecte visitekaartje van een circulaire herbestemming. Aan de andere zijde van de entreehal is de oorspronkelijke centrale stalen trap uit de fabriek opnieuw te bewonderen. Niet vervangen maar met zandstralen ontdaan van vele lagen schilderwerk vormt hij wederom de spil van het gebouw, de voornaamste verbinding tussen alle afdelingen van het architectenbureau.

Wat is er meer circulair dan een oude vervallen monumentale fabriek weer een functie geven? Alles wat blijft staan hoeft niet opnieuw gebouwd te worden. In plaats van sloop krijgt het een tweede leven. Handhaven en restaureren wat waardevol is, verwijderen wat niet waardevol is en met een nieuwe inbouw de herbestemming mogelijk maken.

Vanuit de entreehal kunnen we naar de verdieping kijken door het originele stijgpunt voor goederen

40

Het achterwege laten van permanente verbindingen is een belangrijk uitgangspunt van circulair ontwerpen. De producent heeft gedurende de bouw vele proeven uitgevoerd welke techniek en welke verbinding het beste resultaat zou geven. Deze heeft hij vervolgens in het hele kantoor toegepast: een fantastisch bewijs van de mogelijkheden van dit nieuwe vloersysteem.

De ontwerpers lieten zich leiden door de structuur van de bestaande fabriek en werden op de tweede verdieping voor een interessante dilemma gesteld. Hier was slechts een halve verdiepingsvloer gebouwd om ruimte te maken voor grote melkpoedersilo’s die na de ondergang van de zuivelfabriek verkocht waren. De hoge ruimte was er echter nog een punt

van de fabriek. Langs de wand van dit hoge punt en in het licht dat door de transportluiken valt is een zes meter hoge levende groenwand geplaatst met irrigatiesysteem. Natuurlijke en levende materialen toepassen is een belangrijk aspect van circulair ontwerpen en vergroot het welbevinden van de gebruikers en bezoekers van het pand enorm.

De gietvloer waarop de bezoeker in de entreehal staat is een nieuw ontwikkelde circulaire gietvloer. Deze is na de levensduur eenvoudig te verwijderen en zo recyclebaar voor hergebruik.

van aandacht: wat daarmee te doen? Werkplekken bood het hoge deel van de fabriek al genoeg, maar er was ook behoefte aan een ruimte voor bijeenkomsten voor opdrachtgevers en het team. Een ruimte om met grotere groepen te brainstormen over de richting van een ontwerp of het bedrijf. De keuze om een auditorium te realiseren was snel gemaakt. De stalen constructie onder de auditoriumtribune is gemaakt van de oude balken die elders uit de fabriek komen. Zij zijn dus hergebruikt nagenoeg zonder transport en daarom zeer duurzaam. De theater stoelen zijn tweedehands opgekocht en door lokale vakmensen

42

opgeknapt, geschilderd en opnieuw bekleed: klaar voor een tweede gebruiksronde.

Op twee bovenste verdiepingen lagen nog delen van een oude tegelvoer. De originele tegels zijn zorgvuldig los gemaakt, één voor één ontdaan van achtergebleven cementresten, geborsteld met een koperborstel zodat er geen krassen ontstaan en schoongemaakt met groene zeep. Gelukkig bleven er voldoende puntgave tegels over om de vierkante meters van het auditorium te voorzien van deze hergebruikte oude tegels.

en kasten evenals een deel van de bureaus en de bureaustoelen komen van een leverancier die oud opkoopt, opknapt en refurbished meubilair een tweede leven biedt: behoeden van de vuilstort.

45

Deze zelfde zorgvuldige werkwijze is toegepast bij het gebruik van de bestaande dakpannen. Dit bleken Tuile-du-Nord-pannen te zijn. Hiervan bestonden er destijds vele soorten: ca 30 verschillende fabrieken met afwijkende maatvoeringen etc. Door bestuderen, het meten en het wegen van de pannen was het mogelijk om deze te sorteren op de juiste soort. Daarna konden ze gereinigd worden, waar mogelijk gerepareerd en waar nodig aangevuld door bedrijven die handelen in oude bouwmaterialen.

Alle nieuwe toevoegingen aan het originele pand zijn licht en demontabel: de toiletgroepen, de keukens, het auditorium met daaronder een bergkast en de berging op het terrein. De constructie en structuur van deze berging is gemaakt van oude metalen en houten balken die elders uit de fabriek komen. Ook is de berging volledig bedekt met dezelfde hergebruikte dakpannen als de Melkfabriek zelf. Zo is een leuk

Voor het moderne meubilair is bewust gekozen voor refurbished elementen. Alle stalen bureaublokken

Enkele originele geïsoleerde stalen kozijnen hebben een tweede functie gekregen als onderstel voor de statafels in de kantoorruimten. Deze tafels staan op circulaire vloerkleden die bedrukt zijn met de oorspronkelijke bouwtekeningen van de fabriek.

Op de derde verdieping was wederom een halve verdiepingsvloer aanwezig, waar ooit hoge machines en apparatuur hebben gestaan. Deze halve verdiepingsvloer merk je bijna niet op als je op de daaronder gelegen kantoorvloer staat. De ideale plek om te ontspannen, te lunchen en te borrelen met het team. De enorme lunchtafel is bekleed met de vloertegels die overbleven na het afwerken van de vloer van het auditorium. De pooltafel, de lounge set en eetstoelen zijn net als de andere inrichtingselementen in de kantine passend bij het

46

object ontstaan naast de oude fabriek en wat symbool staat voor de circulariteit van de herbestemming.

pand en een tweede leven gegeven.

Kom bij ons op bezoek en laat u verbazen over hoe je met circulaire keuzes tegelijk een moderne en inspirerende werkplek kunt creëren en de historie van de plek kunt vieren. U bent van harte welkom en we leiden u graag rond.

Door latere toevoegingen te verwijderen werd de geschiedenis van het pand weer zichtbaar. Onder dikke stuclagen kwamen de originele buitenmuren met stalen kozijnen van eerdere bouwfasen van de fabriek tevoorschijn. De verschillende historische bouwfasen hebben elk een eigen verdiepingshoogte, waardoor de ramen op steeds

een andere hoogte interessante ‘doorkijkjes’ bieden tussen de verschillende afdelingen van het architectenbureau. Elke bouwfase had een eigen punt voor het horizontale en verticale transport van goederen. De originele laadluiken en hijsgaten zijn weer opengemaakt en waar nodig afgewerkt met beloopbaar glas waardoor de oude zichtlijnen tussen de verdiepingen hersteld zijn en tegelijk de fases waarin de fabriek is gebouwd zichtbaar gemaakt zijn.

Door te zoeken naar de ware aard van het monument en deze bloot te leggen maken we het mogelijk dat

49

Interieur

De geschiedenis tonen zonder een museum te worden door oud en nieuw beide tot hun recht te laten komen. Dit was het centrale uitgangspunt bij het bedenken en het ontwerpen van het interieur van de melkfabriek.

de vergadertafels en kozijnstaal als onderstel van de statafels in de kantoorruimten, de originele centrale stalen trap als blikvanger, de hierop geïnspireerde nieuwe trappen tussen de ontwerpgroepen en de ranke zwartstalen verlichtingselementen boven de bureaus. Zo ontstaat een mix tussen herkenbare oude en nieuwe inrichtingselementen die als één geheel beleefd wordt.

50

In het interieur is gekozen voor materialen die in de fabriek bekend zijn: staal, beton en hout. Soms toegepast als hergebruikt materiaal en soms nieuw. Vooral staal komt in veel verschillende gedaanten terug in het interieur: een circulaire balie van hergebruikte onbehandelde stalen balken, toiletten afgewerkt met tegelwerk met een aan staal refererende afwerking en echte stalen wandtegels in de voorruimten en keuken, balkstaal als poten van

het gerestaureerde pand zelf het verhaal van zijn geschiedenis vertelt en tegelijkertijd op een hele fijne manier een modern architectenbureau huisvest.

De betonnen plafonds zijn gestraald en daarin is de ontwikkeling van het bouwmateriaal beton gedurende de jaren van aanbouw zichtbaar geworden: verschillende constructie- en bouwsystemen zijn zichtbaar. De vloer is afgewerkt met een nieuwe circulaire gietvloer in betonlook die speciaal voor dit project ontwikkeld en toegepast is.

Voor de overige inrichtingselementen zijn twee basiskleuren uitgezocht: het groen en blauw van de originele bouwtekeningen. En heel incidenteel is ook goud als kleur gebruikt als een soort ‘golden

Groentouch’.

komt natuurlijk terug in de levende wand in de entreehal evenals in de mospanelen die een akoestische functie vervullen in enkele vergaderruimten. Maar ook originele stalen kozijnen die vanachter het metselwerk vandaan kwamen zijn in een traditionele groene staalmenie geschilderd.

53

Het blauwdruk-blauw is ingegeven door de oude bouwtekeningen van de fabriek, hoe passend bij een architectenbureau. We hebben deze blauwdrukken gebruikt om er vloerkleden van te maken die op verschillende plaatsen in het pand terugkomen. Deze kleur blauw is vervolgens verwerkt in de theaterstoelen in ons auditorium en ook is dit de kleur van de akoestische panelen die tussen de moderne bureaus zijn opgenomen.

Het materiaal hout komt ook regelmatig terug in het interieur: de oorspronkelijke dakconstructie is gerestaureerd en zichtbaar gebleven en de nieuwe vergadertafels rondom de voormalige transportgaten op de verdiepingen hebben oude houten bladen gekregen.

En dan de incidentele ‘golden touch’: het zitje bij de entree waar klanten ontvangen worden is in deze kleurstelling, deze is immers koning. En in het auditorium is één stoel met goud bekleed als verrassingselement tijdens bijeenkomsten.

Op plaatsen waar niet geïsoleerd hoefde te worden zijn de achter het stucwerk tevoorschijn gekomen metselwanden zichtbaar gebleven of dat nou netjes zichtwerk met snijvoegen of goedkoop vuilwerk was. Waar wel geïsoleerd moest worden zijn maagdelijk witte nieuwe wanden zichtbaar. De toegevoegde binnenwanden zijn herkenbaar aan hun donkergrijze kleur. Op belangrijke plaatsen zijn deze wanden volledig bekleed met historische foto’s van de melkfabriek Eemlandia.

Bunschoten heeft een echt iconisch enspringlevend monument teruggekregen

Bernard AccountmanagerBrons

Het restaureren, verduurzamen en herbestemmen van de melkfabriek die in zo’n slechte staat was, is echter een forse uitdaging. Zoiets kan alleen lukken met goed inzicht, ondernemerschap en doorzettingsvermogen. Laten dat nu juist eigenschappen zijn waarover Jeroen en zijn vrouw Wendelijn Sloof beschikken! Dit was voor het Restauratiefonds daarom ook aanleiding om op 5 juli 2022 het Restauratiefonds Compliment aan hen uit te Alsreiken.ikvanuit

Bernard Brons

het Restauratiefonds terugkijk op het proces van de aanvraag, het kende ups en downs. De eerste contacten die ik vanuit het Restauratiefonds met Jeroen had dateren van zo’n 10 jaar geleden. In eerste instantie was het vooral oriënteren op de mogelijkheden qua subsidie- en financieringsregelingen. Dit was een zoektocht, want het project kende in aanvang hoge onrendabele kosten. Uiteindelijk is de financiering definitief tot stand gekomen in februari 2021. De weg er naartoe was geen snelweg, eerder een kronkelend bergpad. Dat het gelukt is, kwam door dat we beiden hetzelfde

rol als accountmanager bij het Restauratiefonds ben ik dagelijks bezig met monumenten. Toch zijn er altijd projecten die er bovenuit springen. De melkfabriek is zo’n project.

Hiermee heeft Bunschoten een echt iconisch monument teruggekregen en is de melkfabriek weer een springlevend monument!

doel voor ogen hadden: een prachtig gerestaureerde Doormelkfabriek.mijn

55

Wat het voor mij bijzonder maakt is dat het gelukt is om na zo’n lange tijd van tijdelijk gebruik en leegstand weer leven in de melkfabriek te krijgen.

Graag wil ik Bureau Bos van harte feliciteren met haar nieuwe kantoor in de prachtig gerestaureerde melkfabriek Eemlandia. Zoals het monument er nu bij staat is het weer een parel. Met de kennis van nu is het bijna niet voor te stellen dat de melkfabriek echter jarenlang heeft staan verpauperen.

De voormalige melkfabriek Eemlandia is als rijksmonument één van de belangrijkste gebouwen van Bunschoten. De melkfabriek staat symbool voor de creativiteit en de inzet van de agrarische bevolking in en rond de oude kern van Bunschoten. Na een lange periode van verval gloorde er jaren geleden hoop toen er plannen waren om het complex te restaureren. Groot was de teleurstelling toen na een oppervlakkige aanpak er geen nieuwe bestemming kwam. Zonder een goede functie takelt een leegstaand pand langzamerhand af.

Anthony Tom

icoon van Bunschoten bewaard gebleven en is klaar voor de toekomst. Ik heb veel bewondering en respect voor ontwikkelaars, bouwers en architect die gezamenlijk dit kleine wondertje hebben verricht. Mijn hartelijke felicitaties voor de realisatie van dit bijzondere project.

Het is heel bijzonder om te constateren dat veel monumentale waarden behouden zijn gebleven en in het ontwerp zijn meegenomen terwijl het gehele complex toch voorzien kon worden van nieuwe passende Eemlandiafuncties.isals

56

Op een dag, enkele jaren geleden, werd ik als directeur van MooiSticht gebeld door burgemeester Melis van de Groep met een vraag over Eemlandia. De toekomst van Eemlandia was in het geding en hij was op zoek naar iemand die met hem mee kon denken. Er hadden zich initiatiefnemers gemeld om Eemlandia weer nieuw leven in te blazen. Maar hoe kunnen ze dat het beste aanpakken? Ik heb vervolgens meegedacht hoe en op welk moment initiatiefnemers, architect, gemeente, adviescommissie ruimtelijke kwaliteit CRK, Provincie en Rijksdienst Cultureel Erfgoed met elkaar in contact konden worden gebracht.

Ik kan me in dat kader nog goed herinneren hoe ik op zekere dag met onder andere Jeroen Sloof en Maurits van de Geest bij de betonnen ramen van het westelijk bouwdeel hebben gestaan. We hebben toen een

mooie maar scherpe discussie gevoerd over het wel of niet monumentaal zijn van de betonnen ramen en het belang voor het monument om ze te behouden en te herstellen. De ramen en kozijnen zijn behouden gebleven en hersteld en vormen zo kenmerkende onderdelen van het totale monument. Ook later was ik vanuit MooiSticht meerdere malen, meestal samen met adviseurs van de Rijksdienst Cultureel Erfgoed, betrokken bij de verdere advisering over de plannen.

Anthony Tom, adviseur ruimtelijke kwaliteit en monumenten en tevens directeur-bestuurder stichting MooiSticht.

Wat de botterwerf is voor Spakenburgis Eemlandia voor Bunschoten

De herbouw van ‘de Puup’ in 2006 was de openbare aankondiging van denog te realiseren volledige restauratie

59

1. Niet slop en maar restaureren!

2. D e Puup terug!

Melis van de Groep

Kan je vanuit jouw positie iets zeggen over de restauratie van de oude melkfabriek Eemlandia?

Vanwege instortingsgevaar werd na de sluiting van de melkfabriek de schoorsteenpijp afgebroken. In de contracten over de restauratie werd herbouw van de 28 meter hoge ‘Puup’ vastgelegd en in 2006 was het zover dat dit beeldbepalende onderdeel als een openbare aankondiging van de totale restauratie van het rijksmonument werd teruggebracht. Als wethouder Monumentenbeleid mocht ik de nieuwe schoorsteenpijp in gebruik nemen.

Alle verwachtingen overtroffen!

3. E en plaatje!

Melis van de BurgemeesterGroepgemeente Bunschoten

Omdat ik bij de gemeente Bunschoten verschillende posities mocht innemen in de afgelopen 28 jaar, zal ik dat kort vanuit elk van die posities doen en een daarin, ook achteraf gezien cruciaal punt te noemen;

Al toen ik in 1994 aantrad als lid van de gemeenteraad stond het gebied en het gebouw Eemlandia op de gemeentelijke agenda. Door het verval daarvan gingen ook stemmen op om de oude melkfabriek maar te slopen. De principiële keuze van de raad voor behoud en dus restauratie werd in 2001 bezegeld met de inschrijving van De zuivelfabriek Eemlandia als rijksmonument. Dankzij de inspanningen van gemeente, provincie, en de Rijksdienst, bleef het vizier op herstel van dit industriële erfgoed staan.

Toen er daarna lang te weinig terecht kwam van de restauratie werden we allemaal een beetje mismoedig. Zou de afgesproken restauratie ooit nog gerealiseerd kunnen worden. Achter de schermen werd het ene na het andere plan onderzocht, maar tevergeefs.Tot ik in 2019 werd gebeld door Jeroen Sloof. Namens zijn opdrachtgevers had hij een gewetensvraag voor alle betrokken instanties, die de restauratieplannen zouden moeten beoordelen. Ik heb daar toen als burgemeester samen met de verantwoordelijke wethouder contact gelegd, met MooiSticht, onze eigen monumentencommissie en met de Rijksdienst en later ook de provincie Utrecht om onze goede intenties voor medewerking uit te spreken. Dat gaf de initiatiefnemers voldoende vertrouwen om door te pakken.

Hulde voor allen die zich ingezet hebben voor het eindresultaat, de initiatiefnemers, de genoemde instanties, de Woningcorporatie GooienOm, en niet in de laatste plaats Bureau Bos/Jeroen Sloof. Dankzij hun/zijn weergaloze betrokkenheid en inzet zijn alle verwachtingen ruimschoots overtroffen! Chapeau.

60

Vanaf het begin werkte ik nauw samen met Jeroen Sloof (opdrachtgever). Elke maandagochtend hadden wij overleg over de voortgang van de bouw en bepaalde details die uitgevoerd moesten worden.

Ik ben erg trots op het resultaat. Het is een prachtig gebouw geworden.

Cornelus van Twillert

Toen er binnen Koelewijn Bouw gesproken werd over de renovatie van De zuivelfabriek Eemlandia, dacht ik; daar zou ik wel graag aan mee werken. Een kantoorpand, 25 appartementen en ook nog eens 15 woningen! Een unieke kans om aan zo’n mooi project mee te werken.

Het slopen van het pand deden wij met beleid. Hierdoor kwamen er mooie details naar voren waarvan we de meeste konden behouden. Na het slopen kon het opbouwen beginnen. Samen met het team en alle andere onderaannemers hebben we een fantastisch pand neer gezet.

Het heeft even geduurd voordat we konden starten. We zijn begonnen met de 15 woningen en daarna de fabriek zelf. Eerst het hoge deel, daarna de 25 appartementen. In totaal hebben we ongeveer anderhalf jaar met een fijn team aan het gehele project gewerkt.

Cornelus van Twillert

Bouwen doe ik met veel passie,plezier en vooral met perfectie

62

Dit is een uitgave van bureau bos | architecten, ingenieurs en adviseurs. Eerste druk, augustus 2022.

Bronnen beeldmateriaal:

Privécollectie Bort Zwaan

Robert Koelewijn Fotografie

Lotte de HistorischeZaaijervereniging

Familie van de Hoogen

Pieter de FotobureauVosRoel

Familie Hopman

Google en eigen fotografie

Dijkstra

Bunscote 1980-2020

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.