Hoogtelijn 4/2017

Page 21

THEMA GROOT-BRITTANNIË

Scherpe stenen op de top van Foel Grach.

“Pffffffgg”, vat ik de stemming samen. “Hhhhhgg”, bevestigt Laurens. Het is drie uur ’s middags, we hebben zojuist vier uur (vier uur!) gedaan over zeshonderd hoogtemeter en oh ja: we hebben nog zes toppen en een afdaling te gaan. Gelukkig is ondertussen wel de zon doorgebroken. In de luwte van een stenen muurtje drinken we thee terwijl we onze jassen en regenbroeken laten drogen in de wind.

Komt goed Het noordelijke deel van de tocht over de drieduizenders gaat over Carneddau, de grootste aaneengesloten hoogvlakte van Engeland en Wales. Tussen wolkenflarden en nevelbuien kijken we in de diepte, naar de Ierse Zee en het eiland Anglesey. Aan de andere kant kijken we over heuvels en dalen en heide en weide. Zodra er een gaatje in de bewolking is, proberen we onze route uit te stippelen. Tussen aankomende regenbuien kunnen we het volgende deel van onze route zien: eerst gaan we door een klein zadel omhoog naar Garnedd Uchaf en dan over een brede kam door naar Foel Grach. “Die punt daar opzij, hoort die er ook bij?” “Bij die smalle rotsgraat? Ja, die hoort er ook bij. Maar daar komen we veel later pas.” Voor het uitzicht wegtrekt, peilen we een nieuwe kompaskoers. Terwijl we verder lopen, begin ik zachtjes te twijfelen aan ons plan. Het is bijna vier uur ’s middags, er liggen nog zes toppen voor ons en dit is niet de zwaarste van de drie dagen. Tussen de scherpe stenen op de top van Foel Grach staat Laurens me op te wachten. “Weet je”, begint hij. “Ja, ik denk dat ik het weet.” “Misschien zijn die rugzakken een beetje groot.” Alles wat we nodig hebben, dragen we mee: een tent, twee

avondmaaltijden, brood, kaas, koffie en vooral een heleboel water. Onderweg zijn geen stroompjes of beekjes om water uit te tappen en dat betekent dat we al het drinkwater dat we nodig hebben – water voor overdag, avondeten, thee, ontbijt – zelf moeten dragen. “Ik heb geen zin om straks in het donker af te dalen”, zeg ik. We gaan al zo lang met elkaar op pad dat ik precies weet wat Laurens nu gaat antwoorden. “Mwa. Komt goed.”

Schemering Zo rijgen we de ene top aan de ander: Carnedd Llewelyn (wind, nu en dan zon), Yr Ellen (donkere lucht, naderende buien, uiteindelijk toch maar overgeslagen), Carnedd Dafydd (stromende regen). Op weg naar Pen yr Ole Wen, de laatste top van vandaag (wind, aanhoudende regen), verandert de kleur van de wolken. Het is nog nauwelijks merkbaar, maar het wordt langzaam avond. Als we op de top staan, is het aan het schemeren. Met het kompas zoeken we in het halfdonker tussen rotsen naar het juiste pad. Terwijl in de diepte koplampen over de weg gaan, klauteren we over natte blokken tussen heide en hoog gras. We vinden een spoortje dat weer verdwijnt, en dan nog een, en dan nog een. Laurens pakt nog een keer de dubbelgevouwen kaart. Van waar ik sta, zie ik alleen nog hoe het licht van zijn hoofdlampje over de kaart schijnt. Vanaf een groot rotsblok kijk ik hoe hij met de gps peilt waar op de helling we precies zijn. Eigenlijk is de situatie vrij overzichtelijk: het is donker, het regent, we zijn moe en we staan op een puinhelling waar we het pad niet kunnen vinden. Er is maar een reden om verder te gaan: we hebben nog maar een halve liter water. Niet genoeg voor het eten, laat staan voor thee of koffie of ontbijt.

HOOGTELIJN 4-2017 |

21


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.