Hoogtelijn 3 / 2023

Page 1

Zomertochten

pak je rugzak in

recordbeklimming vrouwenteam

Matilda Söderlund over bigwallproject Rayu

ALPIENE OVERSCHRIJDING

Dertig jaar geduld voor La Meije

WANDELEN EN FOTOGRAFEREN

Huttentocht over de Venediger Höhenweg

WWW.NKBV.NL | JUNI 2023 | NR 3 NR 3 | JUNI 2023 WWW.NKBV.NL
BERGSPORTMAGAZINE VAN DE KONINKLIJKE NEDERLANDSE KLIM- EN BERGSPORT VERENIGING

Fleecetrui

Gemaakt van: synthetische puffer en teddy fleecetrui

HOEVEEL BOMEN BIED JIJ?

VEILING VAN 13 T/M 27 JUNI

Bied mee op 1 van onze 8 unieke items

Flanel Overhemd

Gemaakt van: drie bij Bever ingeleverde overhemaden

Klimbroek

Gemaakt van: klimbroek met G-1000 stof van Fjällräven.

Anorak

Gemaakt van: verschillende jassen en truien

Van 13 t/m 27 juni opent Bever een veiling waarin jij kunt bieden op 8 unieke Buitenmens items. Dit zijn items die in ons atelier zijn samengesteld uit gebruikte producten die bij Bever zijn ingeleverd. Jij kunt naar buiten in een uniek en functioneel item, en tegelijkertijd iets goeds doen voor de planeet. Bieden doe je in bomen: een boom staat gelijk aan €5,-. Bever doneert een boom per bod én verdubbelt de opbrengst. De opbrengst gaat naar Trees for All, dat de bomen in Nederland en buitenland plant. Met het planten van bomen zorgen we voor meer bos: een beter klimaat, meer biodiversiteit en gezondere leefomstandigheden.

Scan snel de QR-code en bekijk alle 8 producten!

NIEUW & EXCLUSIEF VERKRIJGBAAR

BIJ BEVER

Mooi nieuws: Buitenmens, het merk van Bever, lanceert een eigen onderhoudslijn.

Van was- en impregneermiddel voor jassen en slaapzakken tot poetsen verzorgingsmiddelen voor je (wandel)schoenen. PFAS-vrij, zonder schadelijke chemicaliën ontwikkeld en biologisch afbreekbaar. Zo ben je er zeker van dat jouw product langer meegaat met een middel waar buiten ook blij van wordt.

Meer weten over onze onderhoudslijn?

*Buitenmens Care, by OrganoTex.

Kijk voor meer informatie op nkbv.nl, hoogtelijn.nl, twitter.com/nkbv en op facebook.com/de.nkbv.

ZOMERTOCHTEN

16 Inpakken en wegwezen

18 Alta Via 1 als eerste huttentocht

24 Alpiene overschrijding van La Meije

28 Fotograferen op de Venediger Höhenweg

32 Wandelen en klimmen in Kroatië 36 Markt & materiaal: koel blijven 38 Bigwallproject Rayu 42 Noordwaarts op de GR5 46 De Catalaanse Pyreneeën 50 Mini-expeditie Georgië 54 Zwedens hoogste

De komende maanden pakken veel van ons hun rugzak weer in voor een meerdaagse tocht. Wandelaars, klimmers en alpinisten vinden in dit themanummer inspiratie voor tochten en de inhoud van hun tas.

BIGWALLPROJECT RAYU

ALPIENE OVERSCHRIJDING

4 | HOOGTELIJN 3-2023
16
inhoud
38 88
HOHER DACHSTEIN Iconen van Europa
La Meije
ACTUEEL 07 Voorwoord bestuur 08 Op de hoogte 74 NKBV voor jou 94 Gespot THEMA
Klimmen
72 In vogelvlucht:
73 Mijn verhaal:
76 Grensverlegger Ronald Naar 80 Naar een hut:
Onze gidsen in het Ötztal
Klimmen bij de buren
Iconen van Europa: Hoher Dachstein 98 Vooruitblik
EN VERDER 14 Depot: huttensloffen 60 Interview Kristin Harila 66 Navigeren met je smartphone 70
als therapie
aanpassen
Alpiene Instructeur
Elgtårnet 82
86
88
24
Matilda Söderlund over record

Appalachen

De Appalachen, die liggen toch in de Verenigde Staten? Klopt, net zoals de Appalachian Trail, die gemaakt is tussen 1921 en 1937. Het is een van de bekendste langeafstandsroutes in de VS, tussen Springer Mountain (1153 meter) in Georgia en Mount Katahdin (1606 meter) in Maine, 3540 kilometer noordelijker. Een mooi project voor de ultra-lie ebbers uit de vorige Hoogtelijn.

Maar de Appalachen stoppen niet in Maine. Het gebergte loopt verder naar de Canadese provincies New Brunswick en Quebec. In 1990 werd de International Appalachian Trail (IAT) daar uitgezet.

Maar daarbij blij het niet. Paul Wylezol van de IAT vertelde recent tijdens een bijeenkomst in Corner Brook op het Canadese Newfoundland, dat het gebergte dat we de Appalachen noemen geologisch gezien veel verder strekt. In Newfoundland (klemtoon op land) is het gebergte gevormd door de botsing van de Noord-Amerikaanse plaat en Europese/Afrikaanse plaat, 470 en 350 miljoen jaar geleden. De kale, afgeplatte Appalachen op Newfoundland zijn inmiddels onderdeel van de trail. Het Geopark Cabox, genoemd naar de hoogste berg van Newfoundland, wacht op erkenning door de Unesco. Het zou het negende Unesco Geopark op de trail worden.

Met Newfoundland is er 743 kilometer aan de IAT toegevoegd, van Channel-Port aux Basques aan de Saint Lawrencebaai in het zuiden via het Gros Morne National Park tot L’Anse aux Meadows in het noorden.

Voor de echte lopers stopt het daar niet, want delen van Groenland, IJsland, Ierland, Schotland en Wales behoren geologisch gezien ook tot de Appalachian-Caledonian Mountains. Zoals de hele Noordzeekust en delen van Scandinavië er ook verwant aan zijn. Daarom zijn ook daar afdelingen van de IAT gevestigd. Uiteindelijk is alles terug te voeren tot het supercontinent Pangea, toen de continenten nog aan elkaar vastzaten. Dus wie komend weekeinde het Deltapad bij Dishoek volgt, blijkt ook te lopen op de Appalachian Trail.

Op de cover: Wij vroegen lezers een coverfoto in te zenden voor dit themanummer. De redactie wees deze aan als winnaar. Wat is mooier dan genieten van de ondergaande zon vanaf de top van een berg? Sjoerd Bracké maakte dit prachtige beeld vanaf de Grand Cir boven de Passo di Gardena in de Dolomieten.

Coverfoto: Sjoerd Bracké

HOOGTELIJN 3-2023 | 5 stand
INTERVIEW
Harila 36 MARKT & MATERIAAL
60 IN VOGELVLUCHT Aanpassen 72 VENEDIGER HÖHENWEG Wandelen en fotograferen 28
Kristin
Koel blijven
Specialist in Bergsport Verzekeringen Voor meer informatie: Koninklijke NKBV te Woerden www.hienfeld.nl +31 (0)20 - 5 469 469 info@hienfeld.nl 1 2 3

Jeugdherinnering

Daar stond ik dan, in Vent, met mijn rugzak, helm en nieuwe D-schoenen, voor de basiscursus sneeuw en ijs. De training die talloze alpinisten hee voortgebracht. In Haus Eberhard druppelden de deelnemers binnen. Ietwat onwennig zocht iedereen zijn groep. Op weg naar een verrukkelijke week met lopen, klimmen en veel natuur. Een mooie jeugdherinnering? Nee hoor, dit was vorig jaar!

Van huis uit ben ik een wandelaar. Zoals zoveel NKBV-leden werd ik vroeger meegenomen door mijn ouders. Dagtochten vanaf de camping, met veel stijgen en dalen. Overnachtingen in hutten, onder die bruine dekens met het behulpzame opschri ‘Fußende’.

Toen we die beleving overbrachten op onze kinderen, bleek dat de start van een reeks nieuwe ervaringen: cursussen touwtechniek, lawinekunde en sportklimmen volgden. Onze zoon streefde ons voorbij met J1

en J2, en verlangde daarna dat ik ‘toch op z’n minst’ de C1-cursus deed. En zo stond ik dus in Vent.

Zoals ik blijf doorgroeien, ontwikkelt ook de NKBV zich. We verenigen steeds meer klim- en bergsporten. Boulderen is een laagdrempelige en spectaculaire sport die nieuwe mensen trekt. Je ziet mensen vervolgens overstappen maken: van boulderen naar klimmen, van binnen klimmen naar buiten klimmen, van Nederland naar de Alpen. En wat te denken van drytoolen, speedklimmen en trailrunnen?

Dat leidt ook tot vragen over onze vereniging. Voldoet de huidige structuur? Wat betekent onze status als Olympische sportbond? Kun je van regio’s en secties vragen al die nieuwe activiteiten te ondersteunen? Hoe zorgen we dat alle sporten een gezicht krijgen in de Vergadering van Afgevaardigden? Het zijn interessante vragen waarover we in de werkgroep Veranderagenda spreken. We nemen de tijd en zoeken breed draagvlak, maar we voelen tegelijkertijd de urgentie. In december hopen we de Vergadering van Afgevaardigden een aantal ideeën voor te leggen.

De traditionele activiteiten van de NKBV staan ondertussen als een huis. De vereniging blij voor bergwandelaars en alpinisten onveranderd de vraagbaak en het opleidingspunt. Als wandelaar ben ik daar zeer op gesteld. Mijn eigen zomerprogramma is de C2 naar de Monte Rosa en Gran Paradiso. Weer een stapje in mijn alpiene carrière!

Opzeggen lidmaatschap

Het NKBV-lidmaatschap loopt per kalenderjaar. Wil je je lidmaatschap voor volgend jaar beëindigen? Doe dat dan vóór 1 november op mijnnkbv.nl. Je ontvangt dan per e-mail een

bevestiging van je opzegging. Na 1 november wordt je lidmaatschap automatisch verlengd voor het volgende kalenderjaar. Kijk voor meer informatie over het lidmaatschap op nkbv.nl.

secretaris@nkbv.nl

Partners van de NKBV

bestuur HOOGTELIJN 3-2023 | 7
We verenigen steeds meer klim- en bergsporten Roald van der Linde

Heb je nieuws voor Op de Hoogte, mail het naar hoogtelijn@nkbv.nl. Meer bergnieuws vind je op nkbv.nl, of volg ons op Facebook, Twitter en Instagram.

op de hoogte

De wereldrecords speedklimmen voor mannen en vrouwen zijn eind april aangescherpt tijdens de IFSC World Cup wedstrijden in Seoul. De Indonesiër Veddriq Leonardo bracht het record voor het eerst onder de 5 seconden, op 4.98. Later verbeterde hij ook dat nog eens, naar 4.90. Bij de vrouwen brak de Poolse Aleksandra Miroslaw het record vier keer op rij, om in de nale te eindigen met de allersnelste vrouwenrace ooit: 6.25 seconden.

Door nieuwe wetgeving in Frankrijk ligt een aantal boulders in Fontainebleau sinds kort in beschermd natuurgebied Je mag daar niet komen en daardoor kunnen deze boulders niet meer worden beklommen. Gelukkig zijn 35.000 andere problemen nog wel toegankelijk. Kijk voor meer informatie op bleau.info.

Het langste wandelpad van Engeland wordt momenteel aangelegd en krijgt ook een lange naam: het King Charles III England Coast Path. Het wordt 4345 kilometer lang en loopt van Northumberland in het noordoosten via de oost- en zuidkust naar Cumbria in het westen van het land. Het pad moet volgens plan in 2024 klaar zijn.

De Chinese Dong Hong Juan is de eerste vrouw die alle echte toppen van de veertien achtduizenders hee bedwongen. Op 26 april stond ze op de top van haar veertiende, Shishapangma (8027 meter). Daar trof ze de Noorse Kristin Harila en de Zwitserse Sophie Lavaud, voor wie Shishapangma hun dertiende achtduizender was. Dong Hong Juan klom haar achtduizenders tussen 2015 en 2023. In 2018 klom ze al op Shishapangma, maar ze bereikte toen enkel een voortop (8008 meter).

Ook de veertiende poging van de Spanjaard Carlos Soria Fontán (84) op de Dhaulagiri (8167 meter) is mislukt. Tijdens de beklimming viel een van de begeleidende sherpa’s, waardoor ook Soria viel en zijn been brak. Hij werd per helikopter naar Kathmandu gebracht. Soria hee twaalf achtduizenders op zijn naam, waarvan hij er tien na zijn zestigste beklom.

Bergbeklimmers verongelukt in Berner Alpen

Lawine treft drie ervaren

Nederlandse alpinisten

De Nederlandse bergsportwereld werd opgeschrikt door het bericht dat op 19 mei drie ervaren en talentvolle bergbeklimmers zijn verongelukt tijdens de afdaling van de Grosshorn (3754 meter) in de Berner Alpen.

Line van den Berg (30), Mats Wentholt (twee dagen voor zijn 32e verjaardag) en Jeroen van Ommen (40) zijn overvallen door een lawine nadat ze de Via Neerlandica (1000 meter, TD-, 80°) hadden geklommen op de noordwestwand. De drie klimmers waren allen Alpiene Instructeur voor de NKBV. Line en Mats namen deel aan de Expeditie Academie II van de NKBV (2016-2018).

Tijdens dat opleidingstraject werd zowel Line als Mats gecoacht door Bas Visscher. ‘Line kende ik al via de Amsterdamse Studenten Alpen Club. Zij was een groot talent met een ijzersterke conditie. Ze had een geweldige drive. In relatief korte tijd deed ze een aantal prachtige beklimmingen. Ze was ook nog lang niet uitgeklommen en zag een toekomst voor zich waarin ze bergbeklimmen en storytelling wilde combineren’, aldus Bas Visscher.

Line van den Berg maakte furore met haar lm My Phantom, die vorig jaar voor het eerst werd vertoond op het Dutch Mountain Film Festival. Met de lm vroeg ze aandacht voor de positie en de mogelijkheden van klimmende vrouwen. Ze kreeg er op diverse berg lmfestivals onderscheidingen voor.

Mats Wentholt had ook Bas Visscher als coach. ‘Op veel vlakken was Mats een tegenpool van Line’, aldus Bas. ‘Een stille kracht die via het

jeugdprogramma van de NKBV in beeld kwam. Iemand die steeds weer naar de bergen ging, ook met een grote drive, al was dat niet altijd zo zichtbaar. Mats had niets met social media, hij ging liever klimmen.’ Samen met Line klom Mats vele moeilijke en lange routes. Jeroen van Ommen was een technisch goede klimmer met veel passie voor zijn sport. Bas Visscher vertelt: ‘Onze eerste tocht samen was de Peuterey Integrale op de Mont Blanc. We hadden meteen een goede klik. Hij had een fraai klim-cv, maar was nog nooit op expeditie geweest. Dat zou in september dit jaar gebeuren met een kleine groep in alpiene stijl. Line, Mats, Jeroen en ik hadden samen een prachtige top van 6500 meter in Pakistan op het oog. De beklimming van de Grosshorn was ter voorbereiding op onze expeditie.’

8 | HOOGTELIJN 3-2023
Onder redactie van Rien Jans
Line van den Berg Mats Wentholt Jeroen van Ommen

Kristin Harila de snelste ooit

Kristin Harila hee eind april en begin mei de toppen van Shishapangma en Cho Oyu bereikt. Daarmee hee ze een nieuw snelheidsrecord gevestigd voor alle achtduizenders: ze had voor alle veertien toppen een jaar en vijf dagen nodig. De recordtijd van Nirmal Purja (zes maanden en zeven dagen) uit 2019 verdween in 2020 al uit de boeken toen bleek dat hij niet de echte toppen van Manaslu en Dhaulagiri had beklommen, maar de voortoppen. Nadat hij in 2021 alsnog beide echte toppen bereikte werd zijn tijd afgeschaald naar twee jaar, vijf

maanden en vij ien dagen, zo stelde Eberhard Jurgalski van 8000ers.com vast. Maar het bleef een record.

De Noorse Kristin Harila ziet haar beklimmingen van Shishapangma en Cho Oyu ook als start van een nieuwe ronde over de achtduizenders, die ze in een half jaar wil voltooien. Het plan was om in haar expeditie ‘She Moves Mountains’ alle toppen zonder extra zuurstof te beklimmen, maar dat idee moest ze op zowel Shishapangma als Cho Oyu al direct loslaten. Zie ook het interview met Harila op p. 60.

Katja Staartjes geridderd

Katja Staartjes (1963) is onderscheiden als Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Ze ontving haar lintje voor haar inzet en prestaties in de bergsport, maar vooral voor haar liefdadigheids- en ontwikkelingswerk in Nepal. ‘Door zichzelf te zijn hee Katja Staartjes met haar beklimmingen en liefdadigheidswerk vele vrouwen en mannen in hun hart en ziel geraakt,’ staat in de motivatie waarmee de NKBV haar voordroeg. In mei ontving Staartjes uit handen van de ambassadeur van Nepal ook de ‘Token of Appreciation’.

Nieuw inzicht

Op dag twee van een geweldige vierdaagse tocht over de Aletschgletsjer komen we op de Grünhornlücke, een pas op 3273 meter hoogte. Een adembenemend uitzicht is onze beloning. Plus iets te eten en te drinken. Je moet immers goed drinken om hoogteziekte te voorkomen. Als ik me van het touw probeer los te maken, vraagt de gids: ‘Wass machst du denn, Charlotte?’ ‘Ich möchte gerne Pipi machen’, zeg ik. Geen goed idee, volgens hem. Tenminste niet om verderop ongezekerd te gaan plassen (‘es gibt Spalten dort’). ‘Wij draaien ons om en jij kan hier plassen’, is zijn voorstel. Oké, les geleerd en een nieuw inzicht verkregen: op 3000 meter heb ik geen schaamte. [Charlotte Wur ain]

Heb je ook een leuk bergverhaal meegemaakt? Mail je anekdote van 120 woorden naar hoogtelijn@nkbv.nl o.v.v. En Passant.

Heb je opmerkelijk expeditienieuws?

Stuur een mail naar ceat@nkbv.nl.

Recordkrimp Oostenrijkse

gletsjers

Gemiddeld bijna 29 meter korter. Dat geldt voor de 89 Oostenrijkse gletsjers die de gletsjermeetdienst van de Oostenrijkse alpenvereniging ÖAV vorig jaar observeerde. De dienst voert de metingen al 132 jaar lang uit, en nog nooit was er zoveel terugtrekking als in 2022. In hun dit voorjaar verschenen Gletsjerbericht (2021-2022) meldt de dienst de nieuwe recordafname en een top tien van snelst krimpende gletsjers, met op nummer één de Schlatenkees in de Venedigergroep, die 89,5 meter korter werd. Gemiddeld was het vorig jaar in Oostenrijk 1,4 graad warmer dan het langjarig gemiddelde en viel er 12% minder neerslag.

HOOGTELIJN 3-2023 | 9 Foto Lyda Dik
en Passant
De Schlatenkees
/
Illustratie Toon Hezemans Foto ÖAV Gletschermessdienst
Roland Luzian
Fotogra e
Foto Zout

op de hoogte

Redacteuren komen en gaan

Na een periode van tien jaar hee Mirte van Dijk de redactie van Hoogtelijn verlaten. Ze gaat zich richten op haar freelance schrijfopdrachten, productfotogra e en haar leven in Spanje. In mei trad Noor van der Veen (29) toe tot de redactie. In de bergsportwereld is Noor bekend als deelnemer van de recente Expeditie Academie III en een van de initiatiefnemers voor Grensverleggers, de interactieve online bergsportdatabase die sinds kort is te vinden op nkbv.nl/grensverleggers. Onlangs was Noor ook korte tijd sportmarketeer bij de NKBV, maar inmiddels is ze weer adviseur fondsenwerving in de culturele sector. Noor begon haar bergsportcarrière in 2016 bij de ASAC en sinds die tijd is ze alpinist en trailrunner.

Jur Rademakers topt Seven Summits

Jur Rademakers hee zijn Seven Summits afgerond. Zijn zevende top was Mount Kosciuszko, volgens de lijst van Richard Bass met 2228 meter de hoogste top op het Australische vasteland. Begin april stond hij samen met fotograaf Hylke Knot op de top. Knot was erbij op vijf van de zeven toppen, hij miste Mount Vinson en Aconcagua. Naast de lijst van Bass is er ook een lijst van Reinhold Messner. Hij gebruikt een andere denitie voor de continenten. Hij rekent Oceanië als continent en daarvan is de Carstenszpiramide op Nieuw Guinea met 4884 meter de hoogste. Op dit moment is die berg is door geweldsincidenten onveilig, maar als de situatie het toelaat willen Rademakers en Knot alsnog naar de Carstenszpiramide, al lijkt die kans klein. Momenteel werkt Hylke Knot aan een documentaire over Rademakers’ Seven Summits.

Dodelijk ongeluk in Noardwand

Op 1 mei is in klimcentrum Noardwand in Leeuwarden een klimmer dodelijk verongelukt. Ze maakte deel uit van een groep van drie ervaren NKBV-leden en viel van een hoogte van ongeveer vijf meter op de grond. Snelle hulpverlening door de medewerkers van de klimhal en ambulancepersoneel mocht niet baten. De situatie doet vermoeden dat de klimmer niet correct verbonden is geweest met het touw. Politieonderzoek moet uitwijzen wat de precieze toedracht van het ongeluk is geweest.

Karel Sabbe gaat voor nieuw record op PCT

De Belg Karel Sabbe (33) wil deze zomer opnieuw het snelheidsrecord op de Paci c Crest Trail (PCT) veroveren.

Zijn oude record uit 2016 (52 dagen, 8 uur, 25 minuten) werd in augustus 2021 verbeterd door de Amerikaan Timothy Olson (51 dagen, 16 uur, 55 minuten). De PCT is een langeafstandsroute van 4286 kilometer en 4000D+ in het uiterste westen van de Verenigde Staten. Sabbe liep in maart als zeventiende deelnemer ooit de Barkley Marathons uit. Hij wil zijn recordpoging in juli uitvoeren.

Christian de Jong succesvol op Pumori en Nuptse

Christian de Jong behaalde twee fraaie successen vanuit Everest Basecamp. Eerst beklom hij half mei met Prakash Sherpa de Pumori (7161 meter) in een alpiene stijl, zonder vaste touwen of extra zuurstof. Een paar dagen later beklommen beide mannen de Nuptse (7861 meter), waarbij gedeeltelijk de vaste touwen werden gebruikt, maar wederom geen zuurstof. De Nuptse werd eerder door slechts 22 mensen beklommen. De Jong is de eerste Nederlander op deze top. Hij hee als ambitie om in elk duizendtal te klimmen. Vorig jaar deed hij dat in Nepal op drie bergen van 6000 meter, waaronder de Cholatse (6440 meter).

10 | HOOGTELIJN 3-2023 Foto Bas Visscher
Christian de Jong op de topgraat van de Nuptse
Jur Rademakers op Mount Kosciuszko
Noor van der Veen Foto Prakash Sherpa Foto Hylke Knot

Nederlandse atleten in de internationale wedstrijdsport

De weg naar de Europese Spelen

Meer dan 7000 atleten uit 48 landen meten hun krachten in een van de 29 sporten tijdens de Europese Spelen in Krakau. Dit kleine broertje van de Olympische Spelen gee van 21 juni tot 2 juli een voorproe e van het grootste sportevenement ter wereld.

Tekst Britt Gommers

In de klimsport dingt Nederland in Krakau mee in de disciplines boulder en lead. In tegenstelling tot de Olympische Spelen zijn er op de Europese Spelen aparte medailles voor beide discplines. Met hun prestaties hebben de Nederlandse klimmers in het seizoen 2022 vier startbewijzen voor de Europese Spelen verdiend. Don van Laere en Lisa Klem hebben zich geplaatst voor boulder. De deelnemers voor lead zijn (op moment van drukken) nog niet bekend. Deze klimmers maken deel uit van Team NL, onder de leiding van chef de mission Mark Huizinga.

Europese Spelen vs. Europese Kampioenschappen

Verwar de Europese Spelen niet met de Europese Kampioenschappen. Beide zijn multi-sportevenementen, maar de Europese Kampioenschappen worden georganiseerd door individuele sportfederaties, terwijl de Europese Spelen worden gecoördineerd door het Internationaal Olympisch Comité.

De Europese Spelen zijn bedoeld als equivalent van de Pan-Aziatische en Pan-Amerikaanse Spelen en treden in de voetsporen van de

Programma Europese Spelen

Donderdag 22 juni

Speed 18:30 - 19:10 Kwali catie dames

19:30 - 20:00 Finale dames

SPORTKLIMNIEUWS op de hoogte

Vrijdag 23 juni

Lead 11:30 - 13:30 Halve nale heren & dames

Speed 19:15 - 20:00 Kwali catie heren

20:20 - 20:50 Finale heren

Zaterdag 24 juni

Boulder 11:00 - 13:15 Halve nale heren

14:30 - 16:50 Halve nale dames

Lead 20:00 - 21:00 Finale heren

21:00 - 22:00 Finale dames

Zondag 25 juni

Boulder 17:00 - 18:40 Finale heren

19:45 - 21:25 Finale dames

Olympische beweging. De missie is om mee te bouwen aan een vreedzame en betere wereld én om de volgende generatie sporters op te voeden in de Olympische geest: sporten zonder enige vorm van discriminatie, met wederzijds begrip, vriendschap en solidariteit. De Europese Spelen dienen voor veel sporten als aanloop naar de Olympische Spelen van 2024 in Parijs.

Ticket naar Parijs

Voor achttien sporten zijn de Europese Spelen het kwali catiemoment voor de Olympische Spelen. Bij sportklimmen loopt de weg naar de Olympische Spelen echter niet via de Europese Spelen, maar via het Wereldkampioenschap (Bern, 1 tot en met 12 augustus), het Europese kwali catiemoment (Laval, 27 tot en met 29 oktober) en de nieuwe Olympische kwali catiereeks voor de vier urban sporten: sportklimmen, BMX freestyle, breaking en skateboarden. Deze kwali catiereeks vindt plaats in verschillende, nog niet bekende steden in de periode van maart tot en met juni 2024.

HOOGTELIJN 3-2023 | 11
Foto IFSC Jan Virt Lynn van der Meer eindigde als 14e op het EK Lead 2022
Foto IFSC Dimitris Tosidis Don van Laere op het Europees Kampioenschap Boulder 2022 in München Partners van het Nederlands Team Sportklimmen Partners nationale wedstrijden
© Petzl Distribution - Sam BIÉ Meld je aan via de QR-code of insideout.petzlbenelux.com veilig buiten klimmen workshops materialen Petzl informeren je over rotsen ? ( Neoliet Utrecht ( Klimax Puurs ( en Test de nieuwste én de klassiekers van Persoonlijke tips Zondag 17 september en NKBV echte . Out 2023 Inside

Nieuw boek: The Soul of Mountaineering

Ieder schrijft zijn eigen geschiedenis

De serie die Martin Fickweiler (46) de afgelopen vijf jaar schreef in Hoogtelijn over de ‘Iconen van Europa’ is nu gebundeld in een Engelstalig boek met de titel The Soul of Mountaineering: Past and present on Europe’s most appealing peaks. Wat waren de beweegredenen om dit boek te maken?

VRAAG & ANTWOORD op de hoogte

Je hebt achttien aansprekende toppen in Europa beklommen en bent daar vijf jaar mee bezig geweest. Waarom?

‘Omdat ik nieuwsgierig was naar de eerstbeklimmingen van markante bergen, zoals de Matterhorn. Ontdekken is ook altijd een van mijn drijfveren geweest. Bovendien bood het schrijven van de serie artikelen voor Hoogtelijn me houvast. Ik heb doelen nodig in mijn leven om me op te kunnen richten, om structuur aan te brengen. De serie en nu het boek waren daar goede instrumenten voor.’

Hoe zag je leven in de periode voor de afgelopen vijf jaar er dan uit?

‘Tot aan de geboorte van onze zoon Viktor in 2011 reisde ik de hele wereld over en klom ik alles wat er uitdagend en beklimbaar uitzag. Ik wist dat dat een keer zou stoppen en wilde meer in Europa gaan klimmen zodra ik vader werd. In Yosemite, starend naar het silhouet van Half Dome, kwam ineens de vraag bij me op hoe het geweest moet zijn om als eerste zo’n markant herkenningspunt in het landschap te beklimmen. Ik besloot dit uit te zoeken over de iconische toppen in mijn eigen “achtertuin”, Europa. De egocentrische projecten moesten plaatsmaken voor meer verdieping. Die verdieping vond ik in de verhalen over de eerstbeklimmingen.’

Wat heeft die verdieping jou gebracht?

‘Het onderzoek naar die historische eerstbeklimmingen heeft dingen in perspectief gezet en geleid tot een andere manier van klimmen. Klimmen draait nu veel meer om genieten en waarderen, terwijl ik voorheen veel angst beleefde, of beter gezegd: spanning. Die spanning had ik nodig om gewoon af en toe even te voelen dat je leeft. Met de historische kennis van wat die eerstbeklimmers door-

maakten kregen mijn eigen beklimmingen in hun voetsporen een andere betekenis. Ik kon me hun ervaringen op de berg vaak levendig voorstellen en mijn eigen eerstbeklimmingen op andere bergen, de geschiedenis die ik schreef, daaraan spiegelen.’

Je bent net terug uit Schotland. Is dat onderdeel van weer een nieuwe periode?

‘Ja eigenlijk wel. Ik verken de bergen nu hardlopend en zo vrij bewegen is heerlijk! Dat rennen vloeit voort uit de afgelopen vijf jaar. Ik wilde de beklimmingen in het boek steeds in een korte periode doen: een dag of zes van huis weg. Voor zulke korte, intense tochten moest

ik in vorm zijn en zo ontdekte ik het hardlopen met het maken van hoogtemeters. In de Highlands doe ik nu acht bergen op een dag! Licht pickeltje mee, lichte stijgijzers, een waterfiltersetje en wat EHBO-spullen in een trailrugzakje en dan de hele dag rennen en verwonderen… fantastisch!’

Dus dat eindigt straks weer in een boek?

‘Haha nee, ik ben nu alleen op pad dus foto’s komen er alvast niet. Maar ik speel met de gedachte om lezingen te houden over de verschillende fases van mijn klimmersleven en wie en wat mij inspireerde, zoiets. Dat idee moet nog rijpen.’

HOOGTELIJN 3-2023 | 13
Martin (rechts) met zijn soulmate Yves Mooren Tekst Rien Jans Beeld Martin Fickweiler Yves bij de Hvannadalshnúkur

We sloffen wat af

Iedereen kent het gevoel van aankomen op je overnachtingsplek en dan je bergschoenen uitdoen, heerlijk! Maar dan? Gaan de sokken in de teenslippers? Zweer je bij dons? Of pak je wat voorhanden is in de hut? We vroegen rond en hoewel er ook gemeten is op ‘meest fancy’, bleek ‘comfort’ de doorslag te geven. Kortom, huttenslo en: geen ondergesneeuwd attribuut, maar paraat boven in de rugzak!

Onder redactie van Lineke Eerdmans

Als niet elke gram telt

Ik neem mijn Joe Nimble barefoot-schoenen mee als huttenslof. Tenminste, als niet elke gram telt. Ze wegen 480 gram, maar zijn ook wel te gebruiken als reservewandelschoenen, als je thuis ook op dit soort schoenen loopt en eraan gewend bent. Ze zijn superflexibel, hebben een zool van 4 millimeter dik en geen hak. [Aart Markies]

De meest-fancy-meter

In een afgelegen hutje in de bergen van Kosovo kwamen de meest uiteenlopende slo en uit onze tassen. Sommigen bleken zelfs voor een fashion-statement te zijn gegaan. Onze stoere Kosovaarse gids koos uit het in de hut aanwezige schoeisel een roze paar Crocs. Bijzondere keuze. Mijn slo en kwamen niet zo goed uit de meestfancy-test op Instagram [Rinske Brand]

Vijf sterren

Dankzij de ligging van het Brandenburger

Haus op 3277 meter is de bevoorrading van deze hut een uitdaging. Gelukkig hebben ze er wel witte hotelslippers weten af te leveren, mét de naam van de hut erop.

Vijf sterren! [Marjolein Wols]

Grijsgelopen

Tijdens de basiscursus sneeuw en ijs verbleven we in de Vernagthütte. Daar koos ik het enige paar slo en uit de kast dat niet maat 50 was. Het werd mijn vaste paar tijdens de cursus. [Laura Kist de Ruijter]

14 | HOOGTELIJN 3-2023 DEPOT
Huttensloffen
Foto Nick Platje, Rewild

Verzekerd van complimenten

Tijdens het trainen en zekeren draag ik altijd deze fijne slo en. Mijn vorige paar was net iets te groot, waardoor ik er ook echt mee slo e. Ik kan het iedereen aanraden om een paar slo en in de klimtas te doen: warme voeten gegarandeerd, evenals veel complimenten! [Eva van wijck]

Donzen to eltjes

Bij mij gaan donsslo es mee. Met name met sneeuwkamperen bewijzen ze hun waarde. Binnen in een tent wil je geen hard schoeisel. Hoewel ze niet zo warm zijn als je zou verwachten bij dons, zijn ze wel lekker lichtgewicht en passen ze altijd in je rugzak. Doordat je het dons plattrapt, trekt de bodemkou door naar je voeten. Met een inlegzooltje verhelp ik dit. Deze slo en hebben een Cordura onderkant in plaats van Pertex, dat maakt ze iets zwaarder maar wel heel veel slijtvaster. [Frank Husslage]

Teva’s met sokken

Ik sjouw nog altijd mijn te zware Teva’s de berg op, veilig onder in mijn rugzak. Jaren geleden gingen mijn bergschoenen ‘op’ tijdens een meerdaagse tocht in de Ei el, met blaren en overal pijn tot gevolg. De laatste twee dagen liep ik op mijn hutTeva’s, met sokken. Sindsdien sjouw ik ze angstvallig mee tot op grote hoogte. Mijn wandelmaatje Ria zweert er ook bij. Had ze beter niet kunnen doen. Ze gleed in een Noorse hut met haar Teva’s van een afstapje en liep twee dagen op krukken. Ze liep de tocht overigens wel uit, op haar bergschoenen. [Lineke Eerdmans]

In de slipper

Voeten die jou en je rugzak de hele dag hebben gedragen naar de mooiste plekken, verdienen eigenlijk vele malen beter dan een paar goedkope teenslippers van de Etos om de hoek. Toch zweer ik bij deze lichtgewichtjes in de bergen. Ik heb door de jaren heen vele paren gerepareerd en versleten: weg laten glijden in de rivier, vergeten op een strand, of om zeep geholpen als ik weer eens achter een steen bleef hangen op weg naar het ‘toilet’. Toch gaat mijn voet ook de volgende vakantie elke avond onder de sterren standaard in de slipper. Met of zonder sok. [Manon Stravens]

Te heet gewassen

Deze slo en hee mijn vrouw gebreid aan de hand van een patroon van de Noorse breigoeroes Arne en Carlos, modemannen met hun eigen YouTubekanaal. Met hun boek Arne en Carlos breien op hun slo en bereidde mijn vrouw zich voor op onze trip naar Noorwegen. De truc: een paar maten te groot breien met echte wol (synthetische wol vervilt niet), dan iets te heet wassen, op 40 graden of eventueel 60 (meer vervilting, maar ook meer krimp). De wol vervilt en de slo en worden stevig, slijtvast en water- en vuilafstotend. Ze zitten heerlijk en voor de grammenjagers: 150 gram voor dit paar in maat 43. [Rien Jans]

Ze blijven drijven

Ooit liep ik in een uitverkoop aan tegen dit paar plastic Birkenstocks, model Arizona. Wat me bezielde weet ik niet meer, maar ik kocht ze en heb er geen moment spijt van gehad. Ideaal voor thuis, in de sauna of op vakantie. Ik draag ze in de hut, rond de tent of bij het oversteken van frisse bergbeken. Ze zijn comfortabel, robuust en wegen niks: ze blijven zelfs drijven! [Ico Kloppenburg]

Hoe slof jij?

heb jij ook een vast paar huttensloffen?

Laat zien hoe jij jouw voeten hun welverdiende rust geeft.

maak een foto en tag de NKBV op je social media!

@_NKBV en De.nkbv

HOOGTELIJN 3-2023 | 15
16 | HOOGTELIJN 3-2023

Thema: zomertochten

Inpakken

En wegwezen. De zomer komt eraan en de plannen zijn gemaakt. De route is uitgestippeld, de hutten gereserveerd. Er is nog één ding te doen: inpakken. Voor sommigen een ellendige klus, voor anderen de a rap van hun vakantie. De tafel ligt vol met spullen die je in die ene rugzak wil proppen. Terugdenkend aan vorig jaar leg je toch maar een shirtje weg en neem je een paar sokken meer mee. En zouden die snacks voor onderweg echt nodig zijn? Liever maak je ruimte voor je nieuwe huttenslo en en je camera. Je boek is vervangen door een e-reader en je nieuwe slaapzak is iets dunner, maar ook lichter. Het is wikken en wegen. Letterlijk.

Aan het einde van de lange dagen maakt de laaghangende zon lange schaduwen, tijdens de alpiene basiscursus voor gezinnen in de Venediger

THEMA HOOGTELIJN 3-2023 | 17 ZOMERTOCHTEN 18 Alta Via 1 als eerste huttentocht 24 Alpiene overschrijding van La Meije 28 Fotograferen op de Venediger Höhenweg 32 Wandelen en klimmen in Kroatië 36 Markt & materiaal: koel blijven 38 Bigwallproject Rayu 42 Noordwaarts op de GR5 46 De Catalaanse Pyreneeën 50 Mini-expeditie Georgië 54 Zwedens hoogste
Tekst Marjolein Wols Beeld Zout Fotogra e
18 | HOOGTELIJN 3-2023

Meer dan één eerste keer

‘Jongens, we zijn fout gelopen,’ zegt Stefan. Een slechter moment voor deze boodschap is er niet. We lopen tussen de rotsblokken omhoog op de Lagazuoi (2835 meter). Voor ons zien we niets dan de helling, de bijna zwarte lucht en de bliksemflitsen in de verte. Een dramatisch klinkende anekdote over een helemaal niet zo dramatische reis. Voor de eerste keer op huttentocht is weliswaar spannend, maar vooral ontzettend gaaf.

Sheila heeft er na acht uur lopen wel genoeg van en mij breekt het zweet uit als ik de zwarte wolken zie die we tegemoet lopen. Stefan en Jafeth buigen zich over de route in Komoot en over de papieren kaart en concluderen dat het pad slechts enkele tientallen meters rechts van ons moet lopen. Gelukkig hebben ze gelijk en zien we al snel weer een rood-witte markering op een steen. Na nog eens twee uur buffelen komen we aan bij Rifugio Lagazuoi. We hadden gehoopt op een fenomenaal uitzicht hier op 2752 meter, het hoogste punt van onze tocht, maar de wolken winnen het van de bergen. Terwijl we onze spullen op de stapelbedden installeren, breekt recht boven de hut het onweer los. We prijzen onszelf gelukkig om warm en droog in deze hut te zijn. Een stel medewandelaars dat we gisteren tegenkwamen zou hier ook moeten zijn, maar loopt nog buiten in de storm. Gelukkig stappen ook zij even later veilig binnen. De huttenwaard sluit de deuren achter hen en er verschijnt een heerlijke driegangenmaaltijd op tafel.

Net als op de Lagazuoi, hebben we op onze tocht steeds weer geluk. Met het weer, met de hutten en met elkaar. Met zijn vieren lopen we de Alta Via 1, een huttentocht die door de Dolomieten van de Pragser Wildsee (of in het Italiaans: Lago di Braies) naar Belluno gaat en twee nationale parken doorkruist. Voor ons allemaal is dit de eerste echte huttentocht.

Optimistisch of dom

Al in januari boeken we de hutten voor de tocht in juli. Als we later de wandelgids bestellen en bestuderen, blijkt dat we met onze geplande acht dagen nogal optimistisch zijn. Het boekje (en het gros van de websites) adviseert de tocht in elf of twaalf dagen te lopen. Maar de hutten zijn al besproken, dus gaan we ervoor. De meeste van onze etappes zijn zo’n zes à zeven uur, maar er zitten ook uitschieters van vijf en tien uur bij. Jafeth en Stefan stippelen de tocht uit op een drietal kaarten en knippen de stukken die we niet nodig hebben eraf. ‘Gewicht besparen’, noemen ze dat.

Nieuw voor mijn uitrusting zijn de wandelstokken die aan de zijkant van mijn rugzak hangen. Sheila zweert bij de stokken en heeft mij en de anderen weten te overtuigen. Al voel ik me de eerste kilometers met stokken 60 in plaats van 28, moet ik zeggen dat Sheila gelijk had. Vooral bij het dalen worden de stokken mijn beste vrienden. Met een lichte knieblessure begin ik aan de tocht, dus de ontlasting van mijn knieën is zeer welkom. Per dag stijgen we gemiddeld 850 meter en dalen we datzelfde aantal meters ook weer af. Geen glooiende heuvels in de Dolomieten, grillige rotsen en steile paden zijn de norm. Veel punten op de kaart heten Forcella … De betekenis daarvan wordt ons snel duidelijk: een zadel, met een lange klim heen en een scherpe afdaling erachter.

HOOGTELIJN 3-2023 | 19 ZOMERTOCHTEN THEMA
Tekst Marjolein Wols Beeld Jafeth van der Wagt, Sheila Meijers en Stefan Verheul Rifugio Pian de Fontana

Ontmoetingen

Wanneer je dagtochten van vijf tot zeven uur wel gewend bent, is het lopen bij een huttentocht weinig nieuws. De paden van de Alta Via 1 gaan langs rotswanden, soms voorzien van staalkabels, over vlakke weiden en door puinvelden. Je komt natuurlijk op plaatsen waar je op een dagtocht niet komt, maar de wandeltechniek is bekend. Wat wel een nieuwe ervaring is, is de huttencultuur. We lopen een veel bewandelde route en komen vaak dezelfde mensen tegen in de hutten. De start van de tocht is de Pragser Wildsee, waar het ’s ochtends vroeg al wemelt van de toeristen, wijzelf inclusief. Na een half uur lopen dunt het publiek uit en na een uur hebben we het pad voor ons alleen. Weinig bezoekers klimmen aan de zuidkant van het meer langs de Piccolo Apostolo omhoog. De enkele wandelaars die we tegenkomen na dit punt, komen we in de loop van de week nog vaker tegen. Ondanks het grote aantal hutten, dus het grote aantal mogelijke etappes, zijn er een paar plaatsen die bijna alle wandelaars aandoen. We treffen regelmatig dezelfde mensen en delen dan de hoogte- en dieptepunten van de wandelingen met elkaar.

Geen glooiende heuvels, steile paden zijn de norm

Zo lopen we een paar dagen gelijk op met ‘onze Italianen’, twee jonge mannen die de tocht jaarlijks lopen. Ze rennen bijna door de route en begroeten ons steeds weer met ‘our flatlanders!’ Met een gezellig Vlaams stel raken we in discussie of we die dag paarden of ezels hebben gezien. Als we elkaars foto’s bekijken, blijken beide beweringen juist. En als ik in de laatste nacht ziek word, krijg ik door diverse medewandelaars een complete apotheek aangeboden.

Naast wandelaars en een enkele klimmer komen we onderweg ook twee mannen tegen zonder tassen, maar met scheppen. We bevinden ons op flinke hoogte en vragen ons af wat ze in dit onherbergzame landschap doen zonder spullen. De bergscheppers blijken vrijwilligers van de Club Alpino Italiano, die afwateringsgeulen langs de paadjes graven. Deze ontmoeting laat ons beseffen dat al dit moois niet zo vanzelfsprekend is als het lijkt.

Spartaans onderkomen

De eerste berghut verrast ons positief, met een heerlijk bed, warme douche, driegangenmaaltijd en een prachtig uitzicht. Ook op dag twee en dag drie strijken we neer in knusse, goed voorziene hutten. Tijdens het dessert bij Rifugio Averau zegt Stefan bijna geërgerd: ‘Dit is niet de real berghut experience toch? Ik zit hier proseccocake te eten!’ We hadden de omstandigheden een stuk primitiever verwacht. Begrijp me niet verkeerd, de overnachtingen in de eerste paar hutten zijn heerlijk, maar ze

20 | HOOGTELIJN 3-2023
De lange weg richting de Forcella del Lago Lagazuoi

kloppen niet met het beeld dat wij er vooraf bij hadden. Vanaf dag vier lijken de hutten echter met de dag simpeler te worden.

Na de vierde etappe slapen we bij Rifugio Vazzoler, een hut die wordt omringd door rotsen, waarop heel wat klimroutes te vinden zijn. Misschien een idee voor een volgende eerste-keerreis? We genieten van het bier, de afwezigheid van wifi en de zelfgestookte grappa. Er is een hoop niet in deze hut, maar dertig soorten grappa dan weer wel. We drogen de was aan veters die we tussen de krakkemikkige stapelbedden spannen, nemen een koude douche, bezoeken het gat in de grond dat zich toilet noemt, sluiten de luiken en schuiven aan in de propvolle eetzaal. Eindelijk dat spartaanse onderkomen dat we verwachtten. Het is genieten!

Frontlinie

Op dag drie, de ochtend na de storm, vertrekken we vanuit Rifugio Lagazuoi. Het is nog koud en overal om ons heen hangen wolken. We kunnen slechts enkele tientallen meters vooruitkijken, wat hier gelukkig genoeg is om je te oriënteren. Zo nu en dan schijnt de zon door de wolken en wordt een topje in de buurt zichtbaar in een soort natuurlijke spotlight. Het levert magische uitzichten op. Veel mensen noemen dit slecht weer, maar op mij maakt juist deze dag een onvergetelijke indruk.

Wat we bij vertrek niet weten, is dat de hut voor de volgende avond al ‘zichtbaar’ is. Rifugio Averau mag weliswaar zes uur lopen zijn, maar ligt recht tegenover Rifugio Lagazuoi. Beide hutten dragen de naam van de berg waarop ze staan en hebben een grimmig verleden. Tijdens de Eerste Wereldoorlog lag het front precies in het dal tussen deze bergen in. De Lagazuoi stond aan de Oostenrijks-Hongaarse zijde, de Averau aan de Italiaanse kant. De nieuwe artillerie in deze oorlog maakte het mogelijk om vanaf de ene berg de andere berg te beschieten. Ook lopen er in dit gebied tientallen tunnels door de rotsen, waardoor soldaten zich sneller door het gebergte konden verplaatsen. Het is mogelijk om op de Alta Via 1 door een deel van die tunnels te lopen. Een hoofdlamp is dan wel een vereiste. Aangezien ik die tegen beter weten in niet heb ingepakt (en ook niet erg gesteld ben op lange tunnels), slaan wij de gangen over. We nemen wel een kijkje in wat oude uitkijkposten, uitgehakt uit de rots. Het is voor mij onvoorstelbaar dat jongens nog veel jonger dan ik hier maanden aan het front hebben geleefd. Het is maar iets meer dan een eeuw geleden dat zij deze plek vervloekten, waar hij nu voor mij als een zegen voelt. Wandelend door de ruige rotsen kom ik tot rust. Er zijn weinig momenten waarop ik meer geniet.

Foto links Zwarte lucht boven de Lagazuoi Foto midden De route wordt ingetekend Foto rechts

Slecht weer zorgt voor de mooiste uitzichten

HOOGTELIJN 3-2023 | 21 ZOMERTOCHTEN THEMA

GRENSVERLEGGERS

HOOGTEPUNTEN UIT DE NEDERLANDSE BERGSPORT

Ontdek Nederlandse grensverleggende expedities en beklimmingen uit heden en verleden. Verken de hoogtepunten uit 120 jaar Nederlandse klimgeschiedenis in de nieuwe database, op de kaart en tijdlijn, en lees inspirerende verhalen.

nkbv.nl/grensverleggers

Minder meer

Op de zonnige morgen van dag vijf komen we aan bij het Lago di Coldai. Het heldere water weerspiegelt het zonlicht en rond het meer groeien allerlei bloemen, die een thuis vormen voor een heleboel insecten. ‘Onze Italianen’ hadden al verteld dat dit volgens hen de mooiste plaats op de hele route is. Als wij arriveren liggen zij aan de rand van het meer te pauzeren, om zo lang mogelijk te genieten van hun favoriete plek.

Het is zeker een van de mooiere locaties, maar mijn favoriet durf ik het niet te noemen. Ik kan niet één mooiste plek aanwijzen. Dit is mijn eerste keer in de Dolomieten en ik ben acht dagen lang overrompeld door de bijzondere rotsen en de natuur in dit relatief jonge gebergte. De bergen hier zien er echt anders uit dan de klassieke Alpen van Oostenrijk. Mooier, naar mijn mening. Je wordt hier niet continu omringd door aaneengesloten bergkammen, maar ziet aan alle kanten losstaande rotsformaties. Richels, scheuren en patronen in de rots vertellen veel over de ontwikkeling van dit gebergte van opgestuwde versteende zeebodem.

Voor Sheila is dit niet de eerste keer. Vier jaar geleden maakte zij al eens een dagwandeling naar het Lago di Coldai. De foto die ze hier toen nam, reconstrueren we nu met zorg. Niet alleen Sheila en haar uitrusting zijn veranderd, ook de omgeving is aan verandering onderhevig. Dit keer zijn er geen resten sneeuw te zien en staat het water in het meer meters lager dan op haar eerste foto. De beelden naast elkaar maken me duidelijk waarom de berghutten hier kampen met watertekorten.

Alta Via 1

Route

Alta Via betekent niets meer dan hoge weg. In de Dolomieten zijn meer dan een dozijn Alta Via’s uitgezet. De Alta Via 1 loopt van de Pragser Wildsee naar Belluno en is goed gemarkeerd. In de 128 kilometer die de route telt klim je ongeveer 7000 meter omhoog en weer naar beneden.

Verblijf

Langs de Alta Via 1 staan meer dan twintig berghutten. Je kunt daardoor zelf bepalen hoe lang of kort je de etappes maakt. Wij sliepen tijdens onze achtdaagse versie in de volgende hutten: Rif. Fodara Vedla, Rif. Lagazuoi, Rif. Averau, Rif. Passo Staulanza, Rif. Mario Vazzoler, Rif. Carestiatio en Rif. Pian de Fontana. De prijzen voor halfpension op slaapzalen liggen tussen de €60 en €85 euro, soms met huttenkorting voor NKBV-leden.

Kaart

We gebruikten routes uit de app Komoot en de map kaarten Dolomiten 672 1:35000 van Kompass. De genummerde wandelroutes in dit gebied maken het gemakkelijk het juiste pad te kiezen als de markering van de Alta Via 1 ontbreekt.

Reizen

Met de (nacht)trein reis je in 14 à 15 uur met slechts één overstap van Utrecht naar Bolzano. Vanaf daar kun je met de bus naar de Pragser Wildsee verder reizen. Dezelfde reis per auto is ruim 1000 kilometer en duurt zo’n 12 uur.

Dier van de dag

De natuur heeft hier nog zo veel meer te bieden dan ik had gehoopt. We lopen door twee nationale parken, Fanes-SennesPrags en de Dolomiti Bellunesi, maar ook daarbuiten is het landschap prachtig. Kale rotsen, dichte naaldbossen, groene weiden en helderblauwe meren, de Dolomieten hebben het allemaal. Het diverse landschap zorgt ook voor een grote variatie in planten en dieren. Onze wandelgids meldt dat in de Dolomieten een vijfde van alle plantensoorten in Italië groeit.

Op de eerste dag spotten we een alpenmarmotje, ook dat is een eerste keer voor mij. Even twijfelen we of we niet met zijn allen naar een steen staan te wijzen, maar als de steen beweegt stellen we vast dat het toch echt een marmot moet zijn. De volgende dagen wordt het ‘dier van de dag’ een vaste rubriek tijdens de wandelingen. We lopen gezamenlijk op met kuddes schapen en koeien. Ontdekken allerlei ons onbekende insecten, van gestippelde vlinders tot ratelende zwarte sprinkhanen. En vinden een salamander, die volgens ons op sterven na dood is: hij is zwart en slijmerig, en schiet niet weg als we vlak langs hem lopen. Het blijkt echter een alpenlandsalamander te zijn, een soort die ’s nachts jaagt en overdag hooguit enkele tientallen meters aflegt.

Na acht dagen loopt mijn hoofd over van de indrukken. Deze eerste keer in de Dolomieten op mijn eerste volwaardige huttentocht barst van de eerste keren. De nieuwe wandelingen, de nieuwe huttencultuur, de nieuwe natuur, ik ben van allemaal gaan houden. Wanneer mag ik voor de tweede keer?

HOOGTELIJN 3-2023 | 23 ZOMERTOCHTEN THEMA
Typisch plaatje uit de Dolomieten Lago di Coldai

Overschrijding van La Meije

Wat in het vat zit, verzuurt niet

Na 33 jaar geduld beklimt Freek Strebe eindelijk La Meije. Na een gestrande poging met zijn broer in 1989, maakt hij met zijn oudste zoon de cirkel rond. Samen klimmen ze de klassieke overschrijding van west naar oost.

zomer 1989

Mijn broer en ik namen deel aan de HATT, de Hoog Alpiene Top Training van de toenmalige NBV, een eenmalig project in het Massif des Écrins om veelbelovende jonge alpinisten naar het TD/ED-niveau (très en extremement di cile) te begeleiden en klaar te stomen voor de grote, klassieke wanden van de Alpen. We kampten toen nog niet met terugtrekkende permafrost en gletsjers, de noordwanden zaten vol met ijs en in de nacht vroor het nog boven de 3000 meter.

Ter voorbereiding en acclimatisatie streken we neer in het bergdorpje La Bérarde. Na de overschrijding van de Barre des

Écrins (4102 meter) stond de volledige overschrijding van La Meije en aansluitend Le Pavé (3823 meter) en Pic Gaspard (3883 meter) op het programma.

Zo ver kwam het echter niet. In de Refuge du Promontoire kookten we zelf onze maaltijd van bedenkelijk droogvoer dat ook nog ver over de houdbaarheidsdatum was. De volgende dag moesten we het bezuren. Na een moeizame start in het donker speelden halverwege het Couloir Duhamel onze darmen op en wat daarna volgde is een goed bewaard familiegeheim. Met flinke maagkrampen en slap in de benen dropen we af naar beneden. Gelukkig waren we weer op tijd t voor de Top Training.

24 | HOOGTELIJN 3-2023
Tekst en beeld Freek Strebe Arêtes de la Meije vanaf de Grand Pic Op de top van de Grand Pic

zomer 2022

De overschrijding van La Meije is echter nimmer van mijn verlanglijst verdwenen, het is namelijk een van de mooiste klassiekers van de Alpen.

Er zijn vele redenen waarom het zo lang hee moeten duren, maar nu is het eindelijk zover. Begin juli staat een week gepland met mijn oudste zoon Floris, die nu exact dezelfde lee ijd hee als ik in 1989: 24 jaar – de symboliek ontgaat me niet. De eerste drie dagen verblijven we in Refuge du Soreiller (2719 meter), waar we rustig kunnen inklimmen en acclimatiseren op die prachtige naald Aiguille Dibona en omliggende bergen.

Toelatingsexamen

De vierde dag rijden we naar de camping van La Grave. We rusten wat uit, Floris maakt een uitstekende risotto en ik verzorg de uitrusting voor de volgende dagen. Dan vroeg naar bed, want morgenochtend willen we met de eerste kabelbaan omhoog. Het is een flinke oversteek om via de Brèche de la Meije (3357 meter) naar de zuidkant van de berg over te steken, naar het startpunt van de overschrijding: de Refuge du Promontoire.

Na een korte afdaling vanaf het kabelbaanstation en een traverse door de morene begint het met een bitse, natte overhangende rots met wat oude touwen om je aan omhoog te werken. Dan volgen vele hoogtemeters over ongemarkeerde sporen, afgewisseld door geëxponeerd tweedegraads terrein. Zo af en toe helpt een steenman de weg te wijzen. Helemaal bovenin komen we na

een sectie glad gepolijste platen op de gletsjer en gaan we aan het touw. De sfeer is bijzonder met aan de overkant de groene bergweiden van het plateau van Emparis en Chazelet en aan onze kant de imposante noordwand van La Meije.

De laatste 50 hoogtemeters van de Brèche de la Meije gaan door steile brokkelige rots en de overgang daarnaartoe over de randspleet is beslist niet eenvoudig.

Het werkelijk lastige deel moet echter nog volgen: de gladde, steile platen aan de zuidzijde liggen vol los puin. Ik laat Floris gezekerd a limmen en zo scharrelen we behoedzaam naar beneden – we vergeten te genieten van het fraaie uitzicht op de Val des Étançons. Tot slot volgt een lange abseil en als we beneden staan in veilig terrein is de spanning eraf. Een half uur later bereiken we aan het begin van de middag de Refuge du Promontoire (3092 meter). We hebben ons toelatingsexamen voor de overschrijding gehaald.

De overweldigende zuidwand van La Meije torent hoog boven de hut uit. Vanaf de Brèche du Crapaud, net boven de hut, heb je een fenomenaal uitzicht tot aan de Doigt de Dieu (vinger van God), de laatste top van de overschrijding. De rest van de middag genieten we van de zon en het goede gezelschap van twee Zwitsers die we ook al ontmoetten in de Refuge du Soreiller. Net als ik hebben ze de overschrijding al tijden op hun verlanglijst staan.

HOOGTELIJN 3-2023 | 25 ZOMERTOCHTEN THEMA
De zuidwand van La Meije, foto uit 1989 met daarin de route getekend

Pad

Crapaud, âne, chat, cheval, aigle (pad, ezel, kat, paard, adelaar): deze dierennamen die je op de overschrijding van La Meije tegenkomt, gaan door het hoofd van elke klimmer. Historische passages waarvan we de betekenis zullen gaan begrijpen. De eerste die we om kwart voor vijf ’s ochtends tegenkomen is de Crapaud, een lastige pas door een overhang boven een flinke afgrond direct na de start. Na wat spleten en platen volgt het mysterieus klinkende Campement des Demoiselles, een vlak stuk waar je inderdaad wel kamp zou kunnen maken, maar de dames zijn al op pad. Dan verlaten we de pijler door schuin naar links te klimmen richting het Couloir Duhamel. Het rotscouloir eindigt bij de Muraille Castelnau op ongeveer 3400 meter. Dit steil oprijzende bastion was de sleutel tot de eerste beklimming. Na verschillende mislukte pogingen waren Emmanuel Boileau de Castelnau en vader en zoon Pierre Gaspard op 16 augustus 1877 de eersten die een doorgang vonden in dit complexe gedeelte.

Ezel, kat en paard

Dit gebied werd in 2018 zwaar getroffen door een enorme steenlawine en ligt nog vol los puin. Na twee keer fout klimmen vind ik het systeem van richels dat schuin omhoog naar links gaat en bereik ik een rotsblok op de kam, vanwaar je recht de diepte in kijkt: de beroemde Dos d’Âne. Dan gaan we verder in uitstekende rots, subtiel en luchtig, en na de Pas du Chat bereiken we uiteindelijk de geëxponeerde richel die rechtsaf naar de Glacier Carré leidt. Hier is gelegenheid om een pauze te nemen en de stijgijzers aan te trekken. De sneeuwhelling is niet al te steil (35-40°), maar een misstap in de harde firn betekent een zekere val in de afgrond. Ik neem Floris aan kort touw en we gaan geconcentreerd omhoog.

Traversée de La Meije

Moeilijkheidsgraad

Vanaf La Grave tot de Refuge du Promontoire krijgt de route de waardering PD (peu difficile, met een niet te onderschatten hoogalpiene doorsteek over de Brèche de la Meije) en van de Refuge du Promontoire tot de Grand Pic AD (assez difficile). De gehele overschrijding komt neer op D (difficile). De route is zeer geëxponeerd en kan alleen met goed weer gedaan worden.

Tijdsduur

Van de Refuge du Promontoire tot de Grand Pic is het vier tot zes uur; voor de verdere traverse staat vijf uur. Dit zijn de ambitieuze gidsjestijden zonder pauzes, voor een geroutineerde en geacclimatiseerde touwgroep.

Aangekomen bij de Brèche du Glacier Carré (3790 meter) ligt de top van de Grand Pic onder handbereik, maar dit deel is niet te onderschatten. We klimmen in de kilte van de schaduw, de routevoering is wat onduidelijk en we naderen de 4000 meter. Wanneer we omlaag kijken, voelen we de bedwelming van de afgrond. We hebben de indruk in de lucht te klimmen. De laatste belangrijke passage is de Cheval Rouge. Deze korte versnijding geeft toegang tot de noordkant, waardoor het mogelijk wordt de steile westzijde van de Grand Pic te omzeilen. Was het geluk, intuïtie of genialiteit die de Gaspards en Castelnau naar deze doorgang leidde? De laatste meters gaan over een eenvoudige graat en toch nog plotseling staan we om kwart voor twaalf op de top van de Grand Pic de la Meije (3983 meter).

26 | HOOGTELIJN 3-2023
wanneer we omlaag kijken, voelen we de bedwelming van de afgrond
Refuge de l’Aigle Onderweg naar de Troisième Dent De richel naar de Glacier Carré

We zijn de laatsten vandaag en hebben het rijk alleen. In het noorden torent de Mont Blanc hoog boven de vlakte uit, met schuin daarachter de hoogste toppen van Wallis. Voor ons zien we de indrukwekkende Doigt de Dieu en de rij toppen die we moeten beklimmen voordat we kunnen afdalen naar de Refuge de l’Aigle. In zuidelijke richting ontvouwt zich het Massif des Écrins en nog verder zien we de Monte Viso. De minuten op deze top zijn zo zeldzaam en intens dat ik zou willen dat ze uren duren.

Maar het is tijd om weer op pad te gaan. De tocht eindigt niet op de top van de Grand Pic, het tweede deel is minstens zo lang.

Deuxième, troisième, quatrième

Vanaf de top leiden drie abseils ons direct de Brèche Zsigmondy in. In 1964 verloor deze brede brèche door een aardverschuiving ongeveer 25 meter aan hoogte. Een enorme hoeveelheid puin stortte in zuidelijke richting, om bijna drie kilometer verderop, vlak voor de Refuge du Châtelleret tot stilstand te komen. Hierdoor werd het moeilijker om de Dent Zsigmondy te beklimmen. Sindsdien gaat de route via de ijzige noordwand – weliswaar uitgerust met kabels, maar dan zonder de gemoedelijkheid van een via ferrata.

De brèche eindigt zo scherp als een scheermes en na een korte penibele afdaling op stijgijzers komen we op een verijsde horizontale band die we moeten traverseren. Hier in de schaduw heeft de atmosfeer direct de grimmigheid en temperatuur van een heuse noordwand. Een steil couloir met blank ijs leidt de route terug naar de graat. We zijn blij weer in de zon te staan, die de gouden rotsen en de vingers verwarmt. Na alles wat we hebben meegemaakt is de rest makkelijker en weten we dat de grootste moeilijkheden achter ons liggen. Het is intussen drie uur, dit deel heeft veel tijd opgeslokt.

De overschrijding biedt een uitzonderlijk uitzicht, met bijna 1000 meter leegte aan de rechterkant. De beklimming en afdaling van de Deuxième Dent (3947 meter), de Troisième Dent (3951 meter) en de smalle top van de Quatrième Dent of Dent Blanche (3949 meter) blijven de nodige concentratie vergen. Dan is het nog enkele tientallen meters omhoog en bereiken we om kwart voor vijf eindelijk de top van de Doigt de Dieu (3973 meter). We kijken nog even met trots achterom, waar in de verre diepte nog net de Refuge du Promontoire te zien is, het startpunt van deze dag en voor ons gevoel een eeuwigheid geleden.

Vanaf nu is het alleen nog maar naar beneden. Met de derde abseil steken we de bergschrund over om voet te zetten op de Glacier du Tabuchet. We gunnen ons nog een kleine pauze nu nog slechts een korte gletsjeroversteek naar de hut resteert. Daar komen we even voor acht uur aan en kunnen we nog net aanschuiven voor het avondeten. Naast moe en voldaan, ben ik buitengewoon trots op Floris, die na een aantal jaren zonder klimmen deze dag in goede stijl en moraal heeft volbracht.

Adelaar

De overnachting in de Refuge de l’Aigle (3450 meter) is een onvergetelijke ervaring. Boven op de top van een kleine rotspiek op de kruising tussen de Glacier du Tabuchet en de Glacier de

l’Homme is in 1910 een fragiel houten huisje gebouwd, met slechts één enkele ruimte die dienstdeed als slaap- en eetzaal. Het is in 2014 gerenoveerd om het iets ruimer te maken, maar heeft zijn ziel behouden. Eenmaal voorbij de kleine vestibule is er nog steeds één ruimte met bedden op drie niveaus. Een deel van de oude spanten en het gebinte is bewaard gebleven, zodat de gepatineerde balken herinneren aan de begindagen van het alpinisme.

Vanaf het krappe terras van de hut genieten we van het fantastische 360°-uitzicht. Het is met recht een adelaarsnest te noemen. Een diepe rust en stilte dalen neer over de bergen, terwijl de zon langzaam ondergaat. We gaan als laatsten naar bed en het duurt nog even voor we de slaap vatten na deze lange dag.

De volgende ochtend dalen we over de Glacier du Tabuchet af en slaan we bij Vire Amieux rechtsaf de rotsen in. Na het afdalen van de rotsen tot onder de Col du Bec (3065 meter) en een listig firnveldje bereiken we een kale puinhelling. Daarna resteert nog een eindeloze afdaling door rotspartijen en vervolgens door de groene en zonnige bergweiden die leiden naar de vallei. Hier eindigt ons avontuur. Eén ding is zeker: deze tocht kan na 33 jaar eindelijk van mijn lijst af en ik zal niet meer naar La Meije kijken zoals voorheen. De cirkel is rond.

HOOGTELIJN 3-2023 | 27 ZOMERTOCHTEN THEMA
overnachten in de refuge de l’aigle is een onvergetelijke ervaring
Uitzicht vanaf het terras van de Refuge de l’Aigle

Trektocht rond de Großvenediger

Devankoningin de Oostelijke Alpen

28 | HOOGTELIJN 3-2023
Patrick klimt omhoog naar de Neue Prager Hütte met de dramatische Schlatenkees op de achtergrond

Stilte. Dat is het eerste wat mij opvalt als de bus wegrijdt en Patrick en ik alleen achterblijven. Voor ons ligt Oost-Tirol met haar hoge bergen en diepe dalen, achter ons de ruim vijf kilometer lange Felbertauerntunnel. Een waterig zonnetje schijnt op ons, terwijl de laatste sneeuwwolken wegtrekken.

Dat we daar staan, is voor ons beiden een mijlpaal. Het is Patricks eerste keer in de bergen en voor mij de eerste keer dat ik voet aan de grond zet in Oost-Tirol. Al sinds ik als kind de ‘exclave’ Oost-Tirol op de kaart vond, ben ik geïnteresseerd in de door bergen geïsoleerde Oostenrijkse provincie. De toppen zijn er net iets hoger, de gletsjers groter, de dalen wilder. Nu is het eindelijk zo ver en staan we op een frisse septemberochtend langs de weg, klaar voor ons avontuur. Maakt Oost-Tirol mijn verwachtingen waar?

Ons plan is om de Venediger Höhenweg te lopen, een zevendaagse huttentocht rondom de ijzige kroon van de Großvenediger. Bovenop de gewoonlijke uitrusting heb ik ook mijn cameraspullen bij me. Ik hoop dat ik naast het wandelen genoeg energie overhoud om ook mooie foto’s te schieten. Voor Patrick is het überhaupt nog maar de vraag hoe het wandelen hem bevalt. Het ruige landschap voor ons belooft in ieder geval een flinke uitdaging.

Te veel van het goede

De route begint bij het Matreier Tauernhaus, een klassiek Tiroler hotel aan de lieflijke Gschlößbach. Al snel gaat het steil bergop richting de Sankt Pöltner Hütte. Het is de eerste klim van de route en daarmee ook onze eerste fysieke confrontatie met de

Oost-Tiroler bergen. Terwijl ik al puffend en zwetend de berg op zwalk, ga ik in gedachten mijn rugzak door. Had ik mijn tweede camera thuis moeten laten? Mijn statief? Of waren de lunch en snacks voor tien dagen te veel van het goede?

De pijn wordt verzacht door het geweldige uitzicht. Hoe hoger we klimmen, hoe verder we kunnen uitkijken over het landschap. Voor ons zien we de vergletsjerde pieken van de Venedigergroep, achter ons de steile punt van de Großglockner. Patrick stampt de berg op alsof hij dit iedere dag doet. Om hem hoef ik me in ieder geval geen zorgen te maken!

Eenmaal aangekomen bij de Sankt Pöltner Hütte hebben we allebei nog wat energie over en zetten we onze zinnen op de nabijgelegen Tauernkogel (2989 meter). De top halen we niet, halverwege raken we het onder verse sneeuw bedolven pad kwijt. Gelukkig staat ons bij terugkomst een heerlijke driegangenmaaltijd te wachten. Misschien komt het door de honger, maar ik heb zelden beter gegeten dan in de op 2481 meter hoogte gelegen Sankt Pöltner Hütte.

HOOGTELIJN 3-2023 | 29 ZOMERTOCHTEN THEMA
Tekst en beeld Kees Gort

WANDELREIZEN OP EENZAME HOOGTE

Met SNP Natuurreizen

Vind jouw eigen ultieme wandelavontuur in o.a. Noorwegen, IJsland, de Alpen, de Spaanse

Pyreneeën, de Balkan, de Dolomieten, op Madeira en nog veel meer.

Kijk voor alle wandelreizen op snp.nl/wandelvakanties

Meer weten?

Bel ons op 024 3277 000

of stuur een bericht met je vraag naar info@snp.nl

Fotografi e: Lex van den Bosch

Droom

Als we de volgende dag de hut uit stappen, worden we begroet door een strakblauwe hemel. Zonder wolken en wind voelt het al gauw als juli in plaats van september. De bruine begroeiing is het enige wat de komende herfst verraadt. Een mooie dag om te wandelen en misschien nog wel mooier om te fotograferen. Iedere stap brengt ons dichter bij de Großvenediger en met iedere stap wordt het uitzicht beter. Aan het eind van de middag staan we plotseling aan de rand van de Schlatenkees. Het is een dramatisch beeld: honderden tonnen aan diepblauw gletsjerijs storten zich onder ons de diepte in, terwijl de middagzon het landschap in een warme gloed hult. Een droom voor een fotograaf. De route omhoog naar de Neue Prager Hütte is één van de spectaculairste wandelingen die ik ooit heb gedaan en ik weet zeker dat ik hier ooit terugkom.

Patrick hee iets minder oog voor de esthetische waarde van het landschap. Het is een lange dag geweest en het avondeten lonkt. Snel loopt hij verder terwijl ik nog een paar minuten de tijd neem om het landschap te bewonderen. Die avond krijgen we een prachtige toegi : door de heldere lucht hebben we een spectaculair uitzicht op de Melkweg boven de Schlatenkees. De gletsjer zelf straalt in het maanlicht. Wederom een prachtig onderwerp voor de foto. Nu ben ik toch blij dat ik mijn statief de hele weg omhoog heb gezeuld!

Race

Opstaan is moeilijk op dag drie. Patrick is nog moe en ik lag pas laat in bed. Gelukkig is het een relatief simpele tocht: onder de Schlatenkees langs naar de Badener Hütte. We komen vroeg aan en hebben de hele middag de tijd om bij te komen van de afgelopen dagen. Dat is ook nodig, want morgen staat de technisch moeilijke etappe naar de Bonn-Matreier Hütte op het programma. De crux van de route is de 2871 meter hoge Galtenscharte, een steile pas met veel losse stenen.

De oversteek van de pas wordt een race tegen de klok. Het is grauw weer en volgens de voorspellingen gaat het in de middag hard regenen met flinke windstoten. Geen weer dus om op een steile pas te staan! Eerst lopen we hoog boven de groene weiden van de Gosser Alm. De route is verraderlijk makkelijk, tot plots de Galtenscharte aan de horizon opdoemt. Van een afstand lijkt de pas op een verticale muur en de kolkende wolkenlucht erboven

Tonnen aan diepblauw ijs storten zich de diepte in

laat het geheel er onheilspellend uitzien. Als we twee uur later zwaar ademend op de top van de pas staan, breekt er een flinke hagelbui los. We hebben de race verloren, het slechte weer hee ons ingehaald. Al gauw is het zicht minder dan dertig meter. De afdaling duurt lang en voert over glibberige blokkenvelden. Wanneer we bij de hut aankomen, zijn we koud en doorweekt, maar ook trots. De moeilijkste etappe ligt achter ons! De rest van de dag kijken we vanuit de warme hut hoe buiten de regen gestaag doorvalt. Later begint het ook nog te onweren. Ik ben oneindig dankbaar dat ik in een berghut zit en niet in een tentje.

Valse gitaar en keukengerei

Pas twee dagen later klaart het op. We hebben kilometers afgelegd in de regen en zijn nu op weg naar de Essener und Rostocker Hütte. De hut ligt in een prachtig, door gletsjers omgeven rivierdal. De huttenwaard is een hartelijke man met een voorliefde voor schnaps, gezelligheid en muziek. Aangemoedigd door hem vorm ik die avond samen met een paar andere gasten een geïmproviseerde band. Onze instrumenten bestaan uit een valse gitaar, keukengerei en door schnaps ingegeven enthousiasme. Het is een hartstikke gezellige avond, maar ik ben wel blij dat mijn camera die avond in mijn tas is gebleven.

De laatste etappe van de Venediger Höhenweg is een mooie maar lange afdaling naar het dorpje Ströden, het einde van de route. Onderweg naar beneden komen Patrick en ik een ouder echtpaar tegen. Ze vertellen ons dat ze hier al ruim vij ig jaar samen op vakantie gaan. Ik denk dat ik ze wel begrijp. Oost-Tirol hee ook mijn hart gestolen.

Venediger Höhenweg

Reis

Met de nachttrein reis je in veertien uur van Utrecht naar Kitzbühel. Daar namen wij bus 950X richting Lienz. De buschau eur vond het geen probleem om een extra tussenstop voor ons te maken aan het einde van de Felbertauerntunnel, vanaf daar ben je zo bij de start van de route: het Matreier Tauernhaus.

Route en uitbreiding

De Venediger Höhenweg is een route van 65 kilometer, waarop je ruim 5000 meter stijgt en hetzelfde aantal meters daalt. Een deel van de tocht gaat over zwarte routes en soms zijn de paden voorzien van staalkabels. Mocht je na het afleggen van deze route nog tijd en energie over hebben, kun je de tocht uitbreiden met de Lasörling Höhenweg.

Meer praktische informatie en verslagen lees je op de blog casehikes.com/venedigerand-lasorling-hohenweg en op austria.info/nl/activiteiten/wandelen/bergroutes.

Uitzicht vanuit de Bonn-Matreier Hütte

31 ZOMERTOCHTEN THEMA
De Melkweg boven de Schlatenkees

Wandelen en klimmen in het Velebitgebergte

Rotsen en regen

Klimmen of wandelen? Waarom kiezen? In Kroatië vinden wij de perfecte combinatie in het Nationaal Park Paklenica. Onze wandelroutes komen, niet geheel toevallig, regelmatig langs de klimgebieden van het Velebitgebergte. Na een ochtend op wandelschoenen wringen we onze voeten in klimschoenen.

De regen valt met bakken uit de lucht als we de deuren van de terreinwagen openen. Buiten vormen zich direct beekjes onder onze voeten. Even later lopen we in volle regenkleding omhoog, tegen het water in, richting de top van de Stražbenica in het Nationaal Park Paklenica. Van het uitzicht blij niets over. Regenwolken verweven zich met de mediterrane begroeiing. Niets dan druipend bruin en groen. Het landschap is

in deze condities bijna magisch: dichte groene bossen, geel gesteente, karakteristieke zwarte dennenbomen, afgewisseld met flarden mist. Het is alsof we door een heel nat sprookjesbos lopen.

We vervolgen onze weg richting Popova Pošta en komen onderweg tot een bijzondere ontdekking: de rivier de Brezimenjača is tot leven gekomen. We tre en een snelstromende rivier op de

32 | HOOGTELIJN 3-2023
Tekst en beeld Anne van Leeuwen en Suzan van der Burg

plaats waar normaliter een wandelpad is. Dit is uitzonderlijk en gebeurt slechts eens in de zoveel jaar, alleen bij zeer extreme regenval. Het stelt ons voor een extra uitdaging: onverwacht een kolkende rivier met volle bepakking oversteken. Geen sinecure. Springend en plonzend bereiken we de overkant. Het geeft niet, natte sokken hadden we al.

Nooit meer weg

Soppend bereiken we rond het middaguur Ramica Dvori, een authentieke berghut, waar we hartelijk verwelkomd worden door de gastvrouw. Ze biedt ons een zelfgebrouwen en -geplukte kruidenlikeur aan.

Zoveel gastvrijheid kunnen we uiteraard niet weigeren. We mogen onze kleren te drogen hangen en warmen op bij het houtgestookte fornuis. Als even later een bord met heerlijke

bonensoep en zelfgemaakte koolsalade onder onze neus wordt geschoven, willen we hier nooit meer weg. Als die middag dan toch nog voorzichtig de zon doorbreekt, moeten we onszelf herpakken. De plicht roept en even later zijn we weer onderweg, de benen nog een beetje zwaar. Het uitzicht vanaf de hut is prachtig. De zon die doorbreekt, de dampende natte bossen onder ons.

We lopen naar het kruispunt Mala Mocila en gaan vanaf daar de kam op. Het is een stevige klim, maar met beloning. De lucht breekt open en dan is daar eindelijk het uitzicht: de zee, glanzend in de verte. Het landschap is hier alweer heel anders dan waar we vanmorgen startten. Witte kalkrotsen en zwarte dennenbomen wisselen elkaar af. Donker en machtig tekenen ze zich af tegen de schemering.

HOOGTELIJN 3-2023 | 33 ZOMERTOCHTEN THEMA
Suzan kijkt uit over de canyon Zrmanje Od Obrovca Do Ušća

Snel dalen we af, richting de rivier de Paklenica. Door het vele water stroomt ze bulderend naar beneden. Beneden aangekomen zien we een oude watermolen. Vroeger werd de molen bij hoogwater door boeren vanuit de hele omtrek gebruikt om graan tot meel te malen. Ook nu nog draait de molen af en toe, om oude tradities te doen herleven. Aan waterkracht de komende dagen geen gebrek. Naast de molen staat een hut van de Kroatische bergsportvereniging (Hrvatski planinarski savez), maar wij gaan terug omhoog, terug naar Ramica Dvori.

Levensmiddelen

Onweer wekt ons de volgende ochtend uit onze slaap. Een nieuwe, natte dag. Soezend blijven we liggen luisteren naar het klingelen van de bellen van de ezels die in de weide naast de hut staan te grazen. De ezels vormen het voornaamste aanvoermiddel voor de hut. Beladen met spullen sjokken ze minimaal één keer per week ruim twee uur omhoog om hongerige wandelaars te voorzien van al wat nodig is.

De waardin maakt naast een heerlijk ontbijt ook speciale thee voor ons. Wederom lokaal geplukt, gedroogd en gemengd. Het is de lekkerste thee die we ooit gedronken hebben. We mogen haar kruidentempel zien: een brandschoon kamertje in de kleine hut die volledig in dienst staat van het verwerken van lokale bergkruiden. Ze maakt er thee, likeur, siroop, jam, verzorgingsproducten, medicijnen en oliën van.

Als we een paar dagen later rondom de Tulove Grede wandelen volgen we haar voorbeeld en plukken we van alles om mee te nemen. Bonenkruid en rozenbottel zien we veel, maar ook allerlei andere eetbare bessen en planten groeien er. Blijkbaar is wildplukken in deze streek niet zo vreemd, we zien regelmatig mensen zakjes vullen met wildpluk.

Wereldklasse klimmen

Gesterkt door het ontbijt lopen we iets later het pad af, door de kloof Velika Paklenica, langs de rivier naar beneden. De rivier buldert nog steeds door de enorme hoeveelheid water. Onmogelijk om bij dit geluid nog een gesprek te voeren. Ik vind het niet erg, zonder koffie ben ik toch nog niet zo spraakzaam. Bij het bezoekerscentrum aan het einde van de kloof hebben we geluk, er is niet alleen fantastisch lekkere koffie, je kan er ook wereldklasse sportklimmen. We begeven ons in een waar multi-pitch mekka. De mogelijkheden zijn eindeloos, maar het natte weer noopt ons tot het bijstellen van onze dromen. Opgetogen wat rots te kunnen voelen, klimmen we met veel plezier toch een aantal routes, totdat de schemering valt en onze voeten en vingers ons vragen te stoppen.

Landmijnen

We rijden naar de voet van de Tulove Grede voor een tweede tocht. Rondom het massief staat geen enkele boom. Het gebied is indrukwekkend en heel anders dan het gebergte rondom Paklenica. Hier zie je overwegend rotsen, met daartussen gras en mediterrane struiken. Net als een groot deel van het zuidelijke Velebitgebergte, draagt ook deze plek duidelijke sporen van de burgeroorlog die hier nog niet eens zo lang geleden heeft plaatsgevonden. Rondom de pieken is hevig gevochten en er worden nog bijna dagelijks overblijfselen gevonden die daaraan herinneren. Het advies is om op de paden te blijven. Landmijnen kunnen nog immer aanwezig zijn.

Het Kapljuvgat

We starten dit avontuur aan de zuidwestkant van de berg, waar we een reeks verscholen weiden vinden, opvallend groen tussen de witte kalkrotsen. De Dolac pod Tulom (‘weide onder Tulo’) heeft een volledig vlakke bodem en is natuurlijk omheind met rotsformaties. Deze weide werd van oudsher gebruikt om schapen te houden en ze beschut te laten grazen. Wij gaan bij de Dolac pod Tulom omhoog, eerst rechtsom naar boven, dan over de pas terug richting de Tulove Grede. De klim omhoog is niet

een waar multi-pitch mekka, de mogelijkheden zijn eindeloos
Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
De kapel Damir Tomljanović Gavran nabij de Tulove Grede Slecht weer pakt zich samen boven Paklenica

bewegwijzerd en duidelijk niet vaak begaan door mensenvoeten. We springen over rotsen, worstelen met stekelige struiken en trotseren de felle wind in het zadel tussen de toppen.

Aan de noordkant treffen we een donker gat in de flank van de berg, het Kapljuvgat. Zoals dit kraterachtige gat zijn er in het Velebitgebergte wel meer. Doordat het een karstgebied is, liggen er onder de rotsen veel grotten en ondergrondse rivieren.

Hoewel vandaag redelijk verlaten, is het Kapljuvgat een bedevaartsoord voor filmliefhebbers. Vooral Duitse toeristen bezoeken deze plek vanwege de film Winnetou, hier opgenomen in de jaren ’60. De laatste gevechtsscène vindt plaats op de Tulove Grede en de slechterik valt uiteindelijk in het gat. En filmisch is het. De enorme pieken die oprijzen uit het landschap. De groene, lieflijke weides, omzoomd door rotsen met doorkijkjes naar zee. Aan de ene kant groen en beschut, aan de andere kant onherbergzaam en ruig.

Klettersteig

De Tulove Grede zelf is een piek van 1120 meter en kan beklommen worden via een klettersteig. Klimtechnisch is de route eenvoudig en nergens echt geëxponeerd. Toch is de klim zeker de moeite waard en gaat ons klimmershart sneller kloppen als we in de route zitten en de kalksteen onder onze handen voelen.

Rondom de Tulove Grede kun je overigens ook goed sportklimmen. De routes zien er prima behaakt en toegankelijk uit. Onderaan de rotsen zijn veel vlakke stukken en grasweiden. Wij hebben ons klimmen voor vandaag er al opzitten, dus lopen we door naar de parkeerplaats.

Krachtpatser

Na onze beklimming rijden we verder over de onverharde weg. We genieten van de vergezichten en de ruigheid om ons heen. Het is aan te raden deze onverharde wegen met een 4x4 of andere krachtpatser te berijden. Ze zijn steil en bevatten veel

Klimmen en wandelen in het Velebitgebergte

Reis

Nationaal Park Paklenica ligt vlakbij het dorpje Starigrad, zo’n 1600 kilometer van Utrecht. Het is te bereizen met de auto of de trein en bus. In beide gevallen ben je zo’n twintig uur onderweg.

Klimmen

Paklenica en omgeving staan bekend om de kalkrotsen. Hier kan je sportklimmen, boulderen en multi-pitchen. Er zijn meerdere topo’s op de markt. De meest recente voor het sportklimmen is Paklenica Climbing Guide van Boris Čujić (2022).

Je kan op meerdere plekken langs de kust deep water soloën. Split biedt verschillende bureaus om dit onder begeleiding te doen, zo zouden wij op stap gaan met Given2fly Adventures: given2flyadventures.com.

Wandelen

Je kan bijna overal in het Velebitgebergte goed wandelen. Veel routes zijn bewegwijzerd, maar het is alsnog aan te raden zelf een kaart of GPS mee te nemen. Twee aanbevelingen van onze gids zijn de Premužić Trail, een langeafstandspad van 57 kilometer door Nationaal Park Velebit, en de beklimming van de Sveto Brdo, met 1751 meter de op twee na hoogste top van het Velebitgebergte.

Seizoen en klimaat

Het wandel- en klimseizoen loopt van april tot oktober, waarbij de maanden juli en augustus erg warm kunnen zijn. Schaduw is er echter altijd te vinden en de zee is nooit ver weg voor een verkoelende duik. Qua klimaat ligt Velebit precies op de rand van een landklimaat: het weer kan hier heel snel omslaan.

diepe kuilen en oneffenheden, wellicht door de hevige regenval van de afgelopen dagen.

We zijn op weg naar Knezevici, onze overnachtingsplek voor vandaag. Het is een oude boerderij, opgeknapt door de nieuwe eigenaren die er (bijna geheel) zelfvoorzienend wonen. We zien bijenkasten, fruitbomen, een groentetuin, vee, huisdieren en een waterput. Wederom worden we zeer gastvrij ontvangen. Ook hier is het goed gebruik dat de vrouw des huizes de meest fantastische dingen maakt met wildgeplukte kruiden en lokaal geoogste honing. Er staat een prachtig gedekte tafel voor ons klaar met daarop zelfgemaakte zachte kaas, harde kaas, brood, allerhande soorten vlees, vis, fruit en groenten. Te veel om op te noemen, te veel om op te eten. We doen ons tegoed aan al dit lekkers en proeven van alles wat. We hopen maar dat wat overblijft een goede bestemming krijgt.

Split

De laatste dag brengen we door in Split. Hier zouden we gaan deep water soloën, klimmen zonder touw, met het water als valbreker. Maar de wind maakt het klimmen boven open zee te gevaarlijk. Dit plan moeten we dus bewaren tot een volgend bezoek. Als alternatief bezoeken we de oude stad en het Paleis van Diocletianus. Dit paleis groeide vanaf de vroege middeleeuwen uit tot het stadshart van Split. Het complex vormt een unieke combinatie van Romeinse architectuur en middeleeuwse stedenbouw en staat daarom sinds 1979 op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. Niet alleen met haar prachtige natuur, maar ook met haar antieke cultuur weet Kroatië ons te verrassen.

HOOGTELIJN 3-2023 | 35 ZOMERTOCHTEN THEMA
Lokaal gemaakte lekkernijen te koop

KOEL BLIJVEN

De zomers worden steeds heter. Zelfs op grote hoogte kan het nog veel te heet worden. Hoe houd je jezelf koel en comfortabel?

Onder redactie van Rien Jans

Fris tentje

De Copper Spur van de Amerikaanse tentbouwer Big Agnes is een redelijk geprijsd eenpersoons trekkerstentje voor drie seizoenen. Wat hem bijzonder maakt is de binnentent, die vanaf 30 centimeter hoogte volledig van mesh is, waardoor de tent erg goed ventileert. De stokken van de bikepack-variant hebben kortere segmenten, waardoor hij eenvoudiger op de ets past, maar ook in de rugzak. Er zijn ook twee- en driepersoons varianten.

Vanaf €500 | Bigagnes.com

Koel ondergoed

Een extra laagje onder je normale laagje aantrekken en toch koeler worden, dat kan. ODLO biedt verkoeling met ondergoed van superdun Ceramicool. Deze stof bevat keramische deeltjes die voor optimale warmteafvoer zorgen. Het verlaagt je lichaamstemperatuur met een graad, beweert de fabrikant.

Koelhanddoekjes

Koeldoekjes zijn er in veel maten van veel producenten. De Rubytec Dolphin Cooling Omni Towel is 45 bij 45 centimeter en zit in een handig foedraaltje met een karabijnhaak eraan. Het vermogen om te koelen hangt af van het vermogen om water te kunnen verdampen. Hoe meer luchtstroom hoe beter, en hoe hoger de luchtvochtigheid hoe minder koeling.

€13,50 | Rubytec.com

Je rug op Drinken, drinken, drinken. Ook je waterreservoir op je rug wil je koel houden. De Camelbak StoAway is een pakketje om je waterzak te isoleren: de hoes voor om de zak en de neopreen isolatie voor de waterslang. Voor 1, 2 of 3 liter zakken. Vanaf €60 | Camelbak.com

Medische koeltasjes

Het is niet om jezelf te koelen, maar we doen deze er toch bij: een kleine koeltas met koelelement. De TravelSafe Iso Medical Bag is bedoeld om medicijnen acht tot twaalf uur koel te houden, maar werkt natuurlijk ook voor andere dingen. Met 21 x 6 x 12 centimeter een compacte koelcel.

€19,95 | Travelsafe.nl

Hoofdzaak

De Malcolm Cooldown is een lichtgewicht sneldrogende pet van 100% nylon, voorzien van een nekflap. Naast ventilatie aan beide zijden hee de Cooldown een uitneembaar (klittenband) kussentje in de voorkant van de pet, dat je nat kunt maken voor extra verkoeling. De pet hee een UPF-factor van 50+. €50 | Hatland.com

markt & materiaal | HOOGTELIJN 3-2023

Slaapzak

Als je in een lakenzak het gevoel hebt dat je helemaal nergens meer onder ligt, of als het je gewoon te fris wordt, zit je goed met een dunne slaapzak. Blijf je toch nog lekker koel, of warm.

De Helium Solo van Mountain Equipment is een heerlijk dunne slaapzak met een comforttemperatuur van 14 graden, dankzij eendendons met een vulkracht van 700 cuin. Hij weegt 410 gram en is opgerold 22 bij 11 centimeter.

€229,90 | Mountain-equipment.co.uk

koele fles

Nadenken over een driekwartliterfles deed ik nooit, maar na winters met een echt te klein halveliterflesje of een gevoelsmatig veel te grote literfles in mijn rugzak lag 0,75 liter voor de hand. De SIGG Gemstone benadert qua formaat de klassieke literfles van SIGG en houdt de inhoud heel lang koel. Of heet.

Wat beloo het merk?

Als een zeef

De Salomon Amphib Bold 2 is een luchtige lichtgewicht schoen met am bische kwaliteiten. Het bovenwerk is van mesh, dat water makkelijk in en uit laat, dus je voeten zijn snel weer droog. Goed voor zweetvoeten, maar ook voor activiteiten langs het water. Je kunt er prima mee wandelen en hij leent zich zelfs voor hardlopen. De flexibele hak kun je naar binnen vouwen, waardoor de schoen een instapper wordt. €100 | Salomon.com

Ademende buff

De Coolnet UV Bu ademt beter dan zijn collega’s. Zijn Ultraviolet Protection Factor (UPF) van 50+ betekent dat hij maximaal een vij igste deel UV-straling doorlaat, o ewel 2%. Je huid verbranden is door deze Bu zo goed als uitgesloten. €17,95 | Bu .com

Deze thermosfles van roestvrijstaal houdt je dranken goed op temperatuur. A oelen van 98 graden naar 90 duurt volgens SIGG 20 uur. Doe je er iets kouds in, dan blij dat zelfs 24 uur gekoeld. Verder is de fles uiteraard lekdicht en vrij van BPA en PFC.

Worden de belo es waargemaakt?

Dat de Gemstone dranken goed warm houdt, kan ik inmiddels bevestigen. A oelen duurt in deze fles zo lang, dat je in de praktijk je fles beter kunt vullen met iets minder heet water, wil je niet alsnog je mond verbranden als je binnen 24 uur een kopje inschenkt. Maar ja, omdat ik mijn thee nu eenmaal graag zet met gekookt water, gaat het meestal toch met een graad of 98 de fles in. Gelukkig zit er een lekker brede beker op de fles, waardoor je drankje eenmaal ingeschonken best snel a oelt.

In de hitte van de zomer wil je je drankje juist goed koel houden en ook dat doet hij als de beste.

Vul je hem met water van 4 graden, dan is het 24 uur later opgewarmd naar 10 graden. Is dat fris of niet? Andere pluspunten van deze fles vind ik het gewicht en de harde voering van de beker, waardoor je drankje niet naar plastic smaakt. De brede schenkmond zorgt voor een lekker brede dop die veel grip biedt, mede door serieuze ribbels op de zijkant.

Conclusie

Deze fles voor 0,75 liter is de oplossing voor mijn probleem: niet te veel en niet te weinig. De isolatie werkt uitstekend en het design is simpel, maar handig.

Sigg Gemstone

IBT Selenite 0,75 liter

Gewicht:

342 gram

Prijs: € 37,95

Sigg.com

HOOGTELIJN 3-2023 | 37 Diepgang
Tekst Rien Jans
sigg gemstone
ZOMERTOCHTEN THEMA

Matilda Söderlund over de moeilijkste bigwallroute door vrouwenteam

Lampjes in de wand

In september 2022 klimmen topatleten Sasha DiGiulian, Brette Harrington en Matilda

Söderlund de route Rayu (8c), een lijn van ruim 600 meter op de Peña Santa de Castilla (2596 meter). Hun beklimming geldt tot op heden als de moeilijkste bigwallroute door een vrouwenteam. Janneke van Riel kampeerde toevallig in de Spaanse Picos de Europa en raakte gefascineerd door de klimmers die boven haar tent in de wand hingen.

Na onze tweede wandeldag zetten we vlakbij de Peña

Santa de Castilla onze tent op. In de verte zie ik aan de rotswand een paar stipjes: klimmers. Als ik ’s avonds de tent uit kruip om te plassen, zie ik hoog boven mij hoofdlampjes schijnen in de wand. Er wordt nog steeds geklommen, hier gebeurt iets bijzonders. Thuis ontdek ik dat ik getuige was van de beklimming van Rayu door Sasha DiGiulian, Brette Harrington en Matilda Söderlund.

In een videobelgesprek met Matilda vertelt ze dat het voor haar begon met een simpel berichtje: ‘Ik heb

gehoord van een klimroute die net is geopend door de gebroeders Pou, wil je volgend jaar klimmen?’

Afzender is Sasha DiGiulian, de voormalige Amerikaanse kampioen sportklimmen met meerdere eerste beklimmingen op haar naam. Matilda zegt gelijk ja. ‘Sasha en ik kennen elkaar van klimwedstrijden, we zijn al meer dan tien jaar bevriend. Ik wist alleen nog helemaal niks van deze klimroute. Ik googelde wat en las al in het eerste artikel over een moeilijk navigeerbare rotswand, trad klimmen en potentiële vallen tot wel 30 meter.’ Matilda vertelt het lachend. ‘Toen werd ik wel nerveus.’

38 | HOOGTELIJN 3-2023
Tekst Janneke van Riel Beeld William Hamilton
HOOGTELIJN 3-2023 | 39 ZOMERTOCHTEN THEMA
Foto Ryan Sheridan

Klimtermen

8c De moeilijkheidswaardering van de klimroute. Een 8c is zeer moeilijk.

Trad klimmen Afkorting voor ‘traditioneel’ klimmen, waarbij er geen haken in de wand zitten, maar de klimmer alle zekeringen zelf plaatst.

Touwlengte Een touwlengte is een etappe in de route als geheel.

Bigwall Bij een bigwall duurt de beklimming van een lange route meerdere dagen.

Voorklimmen Als een klimmer voorklimt, hangt er nog geen touw, maar neemt diegene dat zelf mee omhoog.

Amper ervaring

De route die Sasha voorstelt heet Rayu, een klim van 610 meter verdeeld over zestien touwlengtes, met als moeilijkste een 8c. Tot dan toe werd de route slechts door één team beklommen: Iker Pou, Eneko Pou en Kico Cerdà openden de route in 2020. ‘Ik wist dat ik een 8c zonder al te veel problemen zou moeten kunnen,’ vertelt Matilda, ‘maar ik had nog amper ervaring met trad klimmen of bigwalls. En ik had nog nooit langer dan een paar nachten in een tent geslapen.’

Sasha en Matilda vragen de Amerikaanse klimmer en alpinist

Brette Harrington ook mee te gaan. ‘Zo creëerden we een team waarin we elkaar ontzettend goed aanvulden. Want in tegenstelling tot mij, was Brette juist ontzettend ervaren met trad en bigwalls, maar had zij nog nooit hoger dan een 8b geklommen.

Sasha zat ertussenin: zeer ervaren in allerlei disciplines, maar eigenlijk nog maar kort hersteld van een heupreconstructie.’

Het team, dat verder bestaat uit filmmakers, fotografen en riggers die helpen bij de verticale logistiek, reist af naar Spanje. ‘De wand ligt op een heel afgelegen plek, uren lopen van het dichtstbijzijnde dorp en zonder telefoonbereik. Een van de mooiste plekken waar ik ooit ben geweest, echt magisch.’

40 | HOOGTELIJN 3-2023
Op weg naar de Peña Santa de Castilla De wand met daarin de route Rayu (8c) Van links naar rechts: Sasha DiGiulian, Matilda Söderlund en Brette Harrington

Eerst willen ze alle touwlengtes afzonderlijk klimmen, alle passen oefenen, om daarna de hele route vanaf de grond in één keer te doen. Maar zover zijn ze dan nog niet. ‘Voor de eerste dagen hadden we een gids mee. Hij liet ons zien waar de route start. We stonden voor het eerst onderaan de wand en keken omhoog, hij was enorm, echt overdonderend. Het eerste wat de gids toen zei was dat het “echt een moeilijke route en heel technisch klimmen is” en dat het misschien beter zou zijn als we iets anders, “iets makkelijkers”, gingen klimmen. Hij had blijkbaar al weddenschappen afgesloten dat wij na een week met de helikopter gered moesten worden. Door zoiets moet je je natuurlijk niet laten beïnvloeden, maar ik vraag mij wel af of hij dat ook allemaal had gezegd als wij een mannenteam waren…’

Hyperfocus

‘De eerste paar dagen liet ik het voorklimmen over aan Sasha en Brette. Ik moest nog erg wennen aan trad klimmen op kalksteen. Bijna meteen kwamen we bij een heel lange traverse zonder mogelijkheid om ook maar iets aan zekeringen te plaatsen. Het was overweldigend, ik denk dat we toen alle drie wat van slag waren: zou de hele route zo zijn?’

Na een paar dagen klimmen en verkennen, naderen ze het moeilijkste stuk: de 8c-crux. Voor Matilda komt het er dan op aan. ‘Ik wist dat het mijn beurt was. Voor de 8c zit een lang stuk 7b, met over een meter of 45 maar twee haken in de wand. Ik startte met klimmen en plaatste zekeringen zonder echt te weten of die voldoende waren. Mijn doel was de eerste haak, daarna zou ik wel weer verder zien. Dat lukte. Ik kwam bij de haak en ik keek omhoog om een plek voor mijn volgende zekering te vinden. Maar tot aan de volgende haak, zo’n 10 meter hoger, zag ik alleen maar een zee aan piepkleine randjes, helemaal geen mogelijkheid om een zekering te plaatsen dus.’

‘Dat was een van mijn engste klimmomenten ooit. Ik kwam toen in een soort hyperfocus. Ik hing 400 tot 500 meter boven de grond en was me zo bewust van alles wat ik deed, van alle risico’s die ik afwoog. Tegelijkertijd voelde ik mij ontzettend gesteund door Sasha en Brette. Klimmen is meestal een individuele sport. Dat we nu als team klommen, gaf me zoveel meer kracht. Ik wilde dit doen voor mezelf én voor ons als team. In mijn hoofd ging de knop om: ik kreeg vertrouwen in het trad klimmen en zo kwam ik bij de start van de 8c.’

Dat we nu als team klommen, gaf me zoveel meer kracht

Over Matilda Söderlund

Matilda Söderlund (1992) startte op haar elfde met klimmen. Ze kwali ceerde zich als eerste Zweed ooit voor de nale van het wereldkampioenschap lead. In 2019 klom ze als eerste Scandinavische vrouw een 9a, in 2020 klom ze een 8B boulder en in 2022 opende ze haar eigen boulderhal in Stockholm: Moumo.

Zwarte muur

‘Een bigwall als Rayu klimmen is een mentale strijd. We konden de 8c-passage op een dag één, misschien twee keer proberen. Dat vraagt om een enorme focus en concentratie, terwijl we fysiek al ontzettend moe waren. De dagen werden bovendien steeds korter. Uiteindelijk moesten we ook in het donder en met hoofdlampjes aan de moeilijkste stukken werken.’

In totaal zijn ze vier weken bij de wand. Het team komt er al snel achter waarom Picos de Europa bekendstaat om het onvoorspelbare weer. ‘De tweede dag bij de 8c waren we vooral gefocust op het klimmen. Toen we weer opkeken zagen we een zwarte muur op ons a omen en een halve minuut later werden we overvallen door bliksem, regen en hagel. Met om de paar dagen zo’n he ige storm was het echt een uitdaging om te plannen welke dagen we gingen rusten en welke we gingen klimmen, en natuurlijk wanneer we de nal push wilden doen.’

Tape en superlijm

Na een paar weken is het dan eindelijk zover en staan ze opnieuw helemaal onderaan de muur. Klaar om vanaf de grond alle touwlengtes in één keer te klimmen. Met haar vingers inmiddels dik ingepakt in tape en superlijm (‘De rots is extreem scherp, alsof je spijkers vastpakt.’), klimt Matilda nóg een keer de 8c. Om hun beklimming te claimen, is het dan niet meer nodig dat Sasha en Brette hetzelfde stuk ook voorklimmen. Maar voor Sasha is deze klim ontzettend belangrijk, na haar operaties hee ze zichzelf een nieuwe klimstijl moeten aanleren en dit project kan haar comeback betekenen. Na een aantal pogingen klimt ook Sasha de moeilijkste touwlengte van de hele route voor. ‘Helemaal euforisch deden we het veel simpelere laatste stuk. Het was een race tegen de klok, een sprint naar de top om het donker voor te blijven. Het allerlaatste stuk klommen we zelfs zonder touw. De zon ging onder en wij stonden met z’n drieën op de top! Zo’n intense ervaring, dit blij me de rest van mijn leven bij.’

HOOGTELIJN 3-2023 | 41 ZOMERTOCHTEN THEMA
Foto Chris Alstrin

De GR5 van Nice naar het Meer van Genève

Noordwaarts

Tussen Hoek van Holland en Nice loopt een van Europa’s bekendste langeafstandswandelingen: de GR5. Een tocht van in totaal zo’n 2000 kilometer, waarbij je de Ardennen, Vogezen, Jura en ten slotte de Alpen doorkruist. Start je in Nice en loop je naar het noorden, dan begin je meteen met het meest bergachtige stuk. Wel zo fijn, dacht Wybo Vons. Via de GR5 liep hij van Nice tot aan het Meer van Genève.

‘Wolven?’ De herder haalt zijn schouders op en draait een sjekkie. Ondertussen verliest hij zijn kudde geen moment uit het oog. Samen met zijn twee bordercollies stuurt hij negenhonderd schapen aan in een surrealistisch decor: het uitgestrekte morenelandschap hier, iets boven Bousiéyas, dat ooit tevoorschijn kwam na het verdwijnen van een gletsjer. Inmiddels is de rotsige bodem bedekt met een diepgroen tapijt, dat hier speciaal voor de schapen lijkt te zijn uitgerold.

‘Zeker trekken hier wolven rond,’ beaamt de herder. ‘Soms zijn ze alleen, soms in roedels’, vertelt hij verder. En ja, dan wordt een van zijn beesten wel eens gepakt.

Lopend over de GR5 door de Franse Alpen valt me regelmatig op hoe ongerept en wild dit stukje Europa nog altijd is, ook al is de bewoonde wereld steeds dichtbij, zeker rond de grotere steden die mijn wandelmaat Han en ik passeren, zoals Briançon, Modane en Chamonix.

42 | HOOGTELIJN 3-2023
Tekst en beeld Wybo Vons Lac d’Anterne, een onvergetelijke plek

Bivakkeren

In deze wildernis kun je gewoon je tentje opzetten na een lange dag lopen, een feest voor fervente minimalisten. Tussen 19.00 en 9.00 uur mag je in het grootste deel van de Franse Alpen naar hartenlust bivakkeren, zodat je de vrijheid hebt om zelf te bepalen hoe lang je je etappes maakt. Een uitzondering op het vrijbuitersgeluk vormt de Vanoise, het majestueuze berggebied dat de GR5 doorkruist. In dit nationale park wordt bivakkeren alleen gedoogd op het eigen terrein van sommige hutten. Soms staan we er tentje aan tentje tussen opgeschoten zuring, niet echt bijzondere flora. Maar goed, zo’n overnachting bij een hut biedt wel de gelegenheid voor een douche, een verfrissend biertje en een voedzaam maal.

Eeuwenoude paden

Op de dag dat we de herder spreken, zijn we inmiddels elf dagen onderweg vanuit Nice. De zee achter ons verdween al snel in een melkachtige witte soep. Nu zien we na elke

heuvelrug het land om ons heen ruiger en hoger worden. Dat maakt de eerste dagen meteen al onvergetelijk. Hier natuurlijk nog geen alpiene-geluk, maar wel de fascinatie voor de eeuwenoude paden waarover we lopen. We komen zelfs over Romeinse wegen. Mooi geplaveid, soms uitgehakt uit loodrechte rotswanden en net breed genoeg om twee volgepakte ezels elkaar te laten passeren. Militairen, marskramers, missionarissen, wie zijn ons hier voorgegaan?

Van col naar col

We nemen afscheid van de herder, hijsen de rugzakken geroutineerd op onze schouders en trekken verder. Eerst nog een eind de kom in, dan steil omhoog naar Pas de la Cavale (2671 meter).

Vanuit de verte hee de helling naar deze col het meeste weg van een massieve muur. Hoe gaan we daar ooit tegenop komen?

Braaf het pad volgen, dat helpt. Zodra het struikgewas abrupt overgaat in kale rotshelling, klimmen we het laatste stuk zigzaggend naar boven. Bovenop worden we beloond met een fabelachtig uitzicht. Zuidelijk de contouren van de kam waar we enkele dagen eerder nog bijna werden weggeblazen tijdens een ongenadige storm, voor ons Val d’Oronaye, waardoor we een lange afdaling moeten maken richting Larche.

Trekkend van col naar col maken we bij elke doorsteek even pas op de plaats, tevreden terugblikkend en verlangend vooruitkijkend. Fascinerend hoe we als miertjes door dit imposante landschap krabbelen en daarbij toch zichtbaar vooruitkomen.

HOOGTELIJN 3-2023 | 43 ZOMERTOCHTEN THEMA
De herder en zijn honden verliezen de schapen geen moment uit het oog Morenelandschap in de Mercantour, eeuwenlang geplooid door stuwend en smeltend ijs
LICHTGEWICHT specialist SERVICE, KENNIS en ERVARING SNELLE levering via webshop en winkel VEEL wandelschoenen op voorraad 0348-421648 DE OUTDOORSPECIALIST VAN NEDERLAND

Van col naar col, stilstaan, terugblikken, vooruitkijken en weer verder

GR5

Route Het deel van de Grande Randonnée 5 tussen Nice en het Meer van Genève is ruim 600 kilometer lang. Wij legden dit traject in 35 dagen af. De meeste wandelaars lopen richting het zuiden, met de zon in het gezicht en een duik in de Middellandse Zee in het vooruitzicht. Maar ook noordwaarts is de route gemarkeerd en zeer de moeite waard.

Waarom?

Reis

Wanneer je een lange route wandelt, is reizen met het openbaar vervoer een uitkomst. Je hoe dan niet terug om je auto op te halen. De treinreis van Utrecht naar Nice duurt iets meer dan elf uur. Terug vanuit Genève is het acht uur. Op beide reizen heb je slechts twee overstappen.

Morenelandschap in de Mercantour, eeuwenlang geplooid door stuwend en smeltend ijs

‘Vaak gee de berg zichzelf pas volledig als ik geen bestemming heb, als ik nergens in het bijzonder aankom, maar slechts op weg ben gegaan om bij de berg te zijn, zoals je een vriend bezoekt met geen ander doel dan zijn gezelschap.’ Mooie zinnen zijn het, van Nan Shepherd in haar boek De levende berg. Tijdens de 35 dagen die we in totaal onderweg zijn, kan ik deze ervaring alleen maar beamen. ‘Waarom maken jullie deze tocht eigenlijk?’, appt iemand ons. Om het gaan van de weg, luidt het kortste antwoord. Om zomaar een poos in de bergen te kunnen doorbrengen, even uit de tijd te stappen, zonder einddatum, zonder haast. Om stap voor stap op te gaan in dit landschap, zonder verder iets te moeten.

Plan niet teveel, gaandeweg ontvouwt zich het pad vanzelf

Voor dit verhaal sla ik mijn dagboek er nog eens op na. Af en toe kom ik een wandelinzicht tegen, zoals dit: ‘Plan niet teveel, gaandeweg ontvouwt zich het pad vanzelf (en het loopt toch altijd anders dan je denkt)’. Met de routeboekjes op schoot vorm ik me vaak onwillekeurig een beeld van de route. Maar steeds word ik verrast, en dat is helemaal prima, niet in het minst omdat wat we tegenkomen vaak nog indrukwekkender is dan ik het me voorstelde.

Zo’n inzicht werkt door, merk ik. Ook thuis laat ik me nu meer verrassen door alles wat zich ‘zomaar’ aandient in mijn leven van alledag.

Tegen de stroom in De meest gestelde vraag die we onderweg moeten beantwoorden is echter een andere waarom-vraag: waarom doen jullie de GR5 niet gewoon van noord naar zuid, net zoals iedereen, en net zoals alle routeboekjes dat voorschrijven?

Voorafgaand aan de tocht twijfel ik daar lang over. Als we begin juni starten, kan er op de hoge collen rond de Mont Blanc nog sneeuw liggen, terwijl het op dat moment in het zuidelijke stuk waarschijnlijk nog niet zo heet is. Alles nog lekker groen en in bloei, stel ik me zo voor. En ook niet onbelangrijk: waarschijnlijk hebben we dan nog geen problemen met het vinden van water. Zo nemen we de kans op een verbrande nek en rode kuiten voor lief en lopen we noordwaarts.

Ook al is de hitte in 2022 extreem, het vinden van water is in juni gelukkig nog geen onoverkomelijk probleem. Toch komt het regelmatig voor dat we elk drie liter moeten meenemen, omdat er onderweg geen bronnen of waterpunten zijn. In het kruidenierswinkeltje van Utelle hoor ik dat het er met kerst nog hee geregend, en oh ja, ook nog een keer in april… Ook is er opnieuw minder sneeuw gevallen, waardoor de beken allang drooggevallen zijn. Het veranderende klimaat en de toenemende weersextremen laten zich tijdens onze tocht heel direct voelen, en dat is confronterend. Zouden mijn kinderen deze tocht nog kunnen maken over een jaar of dertig? Ik hoop het van harte voor ze, maar zeker weten doe ik het niet.

Als we bij het Meer van Genève aankomen, zien we aan de overkant vaag de contouren van de Jura. Daar kunnen we een volgende keer de GR5 weer oppakken richting Hoek van Holland. Maar eerlijk gezegd maak ik dan liever rechtsomkeert om hetzelfde stuk gewoon – zoals iedereen – nog eens naar Nice te lopen.

HOOGTELIJN 3-2023 | 45 ZOMERTOCHTEN THEMA
Het dorp Utelle, een provençaals pareltje

De Catalaanse Pyreneeën

Het Franse Wilde Westen

Als je je ogen dicht doet, kun je net doen alsof je jezelf in het Wilde Westen begee : een zacht briesje, de brandende zon op je wangen en het geklapper van vleugels. De vale gieren hebben hun prooi gevonden en strijden onderling om een klein stukje van het hert te bemachtigen. We zijn in de Franse Catalaanse Pyreneeën op ontdekkingstocht, op zoek naar wat de natuur ons hier te bieden hee .

46 | HOOGTELIJN 3-2023
Tekst en beeld Mirte van Dijk

Slechts een paar uur eerder stapten we na een goed ontbijt bij Hotel Corrieu in La Llagonne de deur uit. De locatie van deze semi-luxe overnachtingsplek is een prima uitgangspunt voor een bezoekje aan de Pyrenées Méditerranée en Pays Catalan, het natuurgebied dat bij de Catalaanse Pyreneeën hoort, maar in Frankrijk ligt. Een tweedaagse wandeltocht door de sectoren Camporells en Bouillouses zal ons door een uiterst gevarieerd terrein leiden en een veelzijdige flora en fauna tonen. Wandelgids Julien Boher van Bureau Montagne in Les Angles gaat met ons mee. Niet omdat de gekozen route zo ingewikkeld is, maar omdat hij als wandelende encyclopedie ons alles kan vertellen over de historie, gesteenten, taal, diersoorten en vegetatie van dit gebied. Dát maakt de tocht nog interessanter en – warempel – wilder.

Camporells

De eerste paar stappen via de Serre de Maury richting Refuge des Camporells zijn om heel eerlijk te zijn niet zo exotisch. Vanaf het startpunt op de parkeerplaats van het skigebied Formiguères wordt er hard gewerkt aan de uitbreiding van het gebied, waardoor we het eerste uur door de puinhoop van de graafmachines en het mulle zand over een zomerse skipiste omhoog lopen. Gelukkig kunnen we ons hogerop met gemak een weg banen door de hoge dennenbomen en zodra we de grote heuvel van het skigebied over zijn horen en zien we niets meer van de zogenoemde civilisatie.

HOOGTELIJN 3-2023 | 47 ZOMERTOCHTEN THEMA
als wandelende encyclopedie kan de gids van alles vertellen

Het contrast is direct enorm groot: het geruis heeft plaatsgemaakt voor stilte, het zand voor weiden en de graafmachines voor dieren. Het uitzicht over de zijde waar Formiguères ligt is niet onverdienstelijk, maar als je eenmaal de vlakte van de Camporells in het zicht krijgt ben je de start van de tocht alweer helemaal vergeten. We vervolgen onze weg over de PR, ofwel de Petite Randonnée met de naam Tour du Capcir. Alsof we een in een film beland zijn komen de vale gieren tevoorschijn zodra we over de rand de vallei die voor ons ligt in kunnen kijken. Ze cirkelen boven ons door de betrokken lucht. Onder ons zien we de Camporells: de vlakte met diverse meren, omringd door strak vormgegeven rotspartijen, die aan de ene kant onbegaanbaar lijken en aan de andere kant uitlopen in een aantrekkelijke klim- en wandeltocht.

We vangen een glimp op van de hut, verscholen achter een groepje bomen en gelegen op 2240 meter. Het terrein dat voor ons ligt golft als een zee. De route naar de hut is vanaf het startpunt slechts een kleine twee uur, maar wij beklimmen nog een markante piek en maken dus een omweggetje om van het beste uitzicht op de vallei te kunnen genieten. Het is heerlijk om een wandeling te maken waarbij er geen tijdsdruk is om een bepaald aantal kilometers en hoogtemeters af te moeten leggen om bij de hut te komen. Omdat we al zo dicht bij de hut zijn, kunnen we onderweg van alles doen en bekijken. Julien vertelt ons verhalen over de schaapherders en lokale kaas en laat zien welke planten je kan eten in geval van nood. Het is half september en we pikken nog net het laatste staartje van de zomer mee. Wanneer de zon zich dan toch echt bijna achter het mooie landschap verschuilt, dalen we af naar de oeroude Refuge des Camporells, die het hele jaar geopend is.

De hut is propvol, wat wil zeggen dat alle negentien bedden in het lager geboekt zijn. Alle andere bezoekers slapen in de tentjes die je bij de hut kunt lenen en opzetten. We eten allemaal tegelijk, wat de pot schaft plus een karaf wijn, en helpen met opruimen. De volgende ochtend helpen veel wandelaars ook met het vullen van alle bidons voor koffie en thee. De bron is vlakbij, maar tergend langzaam. Ach, we hebben geen haast. En de ervaring in deze primitieve hut is absoluut de tijd waard.

Pyrenées Méditerranée en Pays Catalan

Reis

La Llagonne ligt een kleine 1400 kilometer van Utrecht vandaan. Je doet er met de auto ongeveer veertien uur over.

Met de trein kun je goed naar Toulouse of Montpellier reizen, vanwaar je met de bus en taxi verder kunt. Gezien de spaarzame verbindingen moet je rekening houden met een ingewikkelde planning.

Overnachten

Er zijn diverse hutten in dit gebied. De meeste moet je vooraf reserveren. Wij overnachtten bij de Refuge des Camporells, een aanrader. Je kunt ook een van de campings bezoeken en vanuit daar het gebied ontdekken. Tips voor overnachtingsplekken, wandelroutes en andere activiteiten vind je op tourisme-pyreneesorientales.com.

48 | HOOGTELIJN 3-2023

het terrein dat voor ons ligt golft als een zee

Bouillouses

Onze tweede dag begint koud. De frisse wind snijdt in onze wangen en we bestempelen het nu als klassiek septemberweer.

De route loopt vandaag van de Camporells naar de Bouillouses. Gedurende de tocht transformeert het terrein langzaam maar volledig en krijgt het een meer Zuid-Frans karakter dan de dag ervoor. Om de haverklap lopen we langs een bergmeertje, eigenlijk het enige teken dat het hier minder droog is dan het lijkt. Zo aan het einde van de zomer is de vegetatie zijn kleur al verloren en ziet het landschap er dor uit.

De hoge rotspartijen laten we achter ons, de golvende vallei lijkt zich hier steeds meer uit te strekken. Daarboven zien we het dikke wolkendek aankomen. In plaats van ons lunchpakketje pakken we onze regenkleding en we vervolgen de tocht door een grijs gekleurd en nat landschap. Onderweg zien we de diverse bordjes met routes die aan de die van ons grenzen. Mocht je graag meerdere wandelingen willen maken, dan kun je hier dagenlang vertoeven. Alles is aangenamer met mooi weer, maar zelfs vandaag is het duidelijk dat deze markante plek de moeite waard is om te ontdekken.

In het iets lagergelegen bos wordt de vegetatie steeds rijker. Groen wint het van grijs. Nu we de hoogvlakte achter ons gelaten hebben geeft Julien ons een minicursus over de talloze paddenstoelen, vertelt hij mysterieuze kampvuurverhalen over een verlaten herdershutje waar we langs wandelen en vat hij de lange geschiedenis samen van de grote hut waar we vannacht slapen.

Doorweekt en met de behoefte aan een warme douche en kop thee komen we aan in Hotel Bones Hores, aan het Lac des Bouillouses. Het is dan wel een hotel, maar heeft het karakter van een refuge. Ze zijn bijvoorbeeld niet het hele jaar open en het voelt alsof je boven op een berg zit, terwijl je eigenlijk onderaan de vallei bij een dam bent. Het is wel wat drukker dan in de meeste berghutten. Er komen hier bussen met toeristen die graag een dagje het imponerende landschap van de Bouillouses willen ervaren. En terecht.

Zo eindigen we weer zoals we begonnen zijn: bij een grote parkeerplaats met bezoekers die, net als wij, een glimp willen opvangen van dit indrukwekkende natuurpark. Alleen hebben wij nog net wat meer van het Wilde Westen gezien.

HOOGTELIJN 3-2023 | 49 ZOMERTOCHTEN THEMA

Geen paden, geen mensen

Een succesvolle beklimming van de Kazbek (5047 meter) en verschillende prachtige trektochten. Dat is de opbrengst van de mini-expeditie van de Vallekebergse Alpe Vrung naar Georgië. De kleine klimvereniging uit Zuid-Limburg maakte in de zomer van 2022 Stepantsminda en het Nationaal Park Tusheti tot haar doel.

Twee weken lang verkennen we de ruige natuur van Georgië. Daarbij zullen we flink de hoogte in gaan, dus beginnen we met twee acclimatisatietochten. We kiezen voor relatief lichte wandelingen door de valleien van Truso en Juta. We doen deze weken alles zonder gids, want met zijn zessen beschikken we over voldoende ervaring en zelfredzaamheid, ook als we ons opsplitsen.

Eenmaal gewend aan de hoogte gaan Alain en Jan er samen op uit om de ruim 5000 meter hoge Kazbek te beklimmen. Met de rest maken we een vierdaagse rondtocht langs het Kelitsadimeer.

Waterdragers

‘Only for very experienced hikers’, zegt de man van het toerismebureau in Stepantsminda, ‘This week our colleague is going to look if the trek is possible.’ Onze vierdaagse trekking wordt spannend!

Met een gehuurde jeep rijden we door het Kasariravijn naar de startplaats van onze tocht, een rivierbedding in de Trusovallei op 2100 meter. We starten met zware rugzakken, de unster gaf vanmorgen gewichten van 16 tot 24 kilo aan. Van die kilo’s zullen we er wel wat verliezen, we dragen veel drinken mee. Pas bij het meer is er zeker water te vinden, maar dat is minstens twee dagen lopen.

Even lopen we over een onverharde weg, maar die verlaten we al gauw. Een korte steile klim brengt ons naar een groot, bijna vlak plateau. Het hoogland van Keli is begroeid met lage struiken, plantjes en gras. Halve tentconstructies, stukken plastic en

dierlijke restanten verraden de eerdere aanwezigheid van herders en schapen. We hoeven deze eerste dag niet ver te gaan en met regen op komst besluiten we hier de tenten op te zetten. Half buiten en onder de tarp eten we onze eerste instant maaltijd. Best lekker. Gelukkig trekt de regen snel voorbij en na het eten wandelen we een stuk omhoog om het terrein voor morgen te verkennen. Om acht uur wordt het donker en zoeken we de tentjes op. Wouter en Anita warmen die nacht de aarde op, hun matjes zijn lek. Soms zit het tegen.

Doodstil

De volgende morgen lopen we afwisselend door sneeuwvelden en puin. Tussen de losse rotsen gaat Wouter al snel onderuit. Hij loopt een paar schaafwonden op, maar daar weet Anita gelukkig wel raad mee.

Het Kaukasusgebergte is hier absoluut niet te vergelijken met de Alpen: het is een vulkanisch landschap, met aan de ene kant rode steen en aan de andere kant grijze puinhellingen. Daarbij zijn er geen paden, geen steenmannen of andere markeringen die ons de weg wijzen. Na de klim tot de eerste pas op 3429 meter, de Khorisarpas, hebben we een prachtig zicht op het Kelitsadimeer in de verte. Gaan we dat vandaag nog halen?

50 | HOOGTELIJN 3-2023
Trektocht in Georgië Tekst en beeld Anita Stevens, Wouter Kersten en Jan Huisman Even rusten op de Khorisarpas

Trektocht in Georgië

Reis

Per vliegtuig reisden we af naar Tbilisi. Dat betekende dat we niet onze complete kampeeruitrusting konden meenemen. Gasblikken mag je namelijk niet vervoeren en moesten we dus in Tbilisi aanschaffen. Vervolgens gingen we verder met een gehuurde terreinwagen. We kozen voor particuliere verhuur via localrent.de. Sommige verhuurbedrijven staan het niet toe dat je naar bepaalde gebieden rijdt, waaronder Nationaal Park Tusheti.

Negatief reisadvies

Voor Georgië geldt op het moment van publicatie een rood/geel reisadvies. Het Ministerie van Buitenlandse zaken raadt het af om naar Abchazië en Zuid-Ossetië te reizen en geeft aan dat er ook in veel andere regio’s risico’s zijn voor reizigers.

Boeken, kaarten en meer informatie

In de basis hebben we veel gehad aan de reisgids Georgia, Armenia & Azerbaijan van Lonely Planet en de kaart Georgia Caucasus Mountains van TerraQuest. Verder bestelden we goede kaarten op geoland.ge/en en hebben we veel gehad aan caucasus-trekking.com.

De afdaling valt tegen en gaat langzaam. Door het losse puin is het lopen met de zware rugzak lastig en glijden we met vallen en opstaan langzaam naar beneden. Rond vijf uur ’s middags zijn we eindelijk beneden bij de rivier de Aragvi en vinden het mooi geweest. We zetten een kamp op. Het riviertje is nagenoeg opgedroogd, maar Peter vindt 500 meter stroomafwaarts een mooi plekje waar we toch aan water kunnen komen. Kuiltje maken, water verzamelen, zuiveren en klaar. Handig die waterzuiveraars. Het is hier stil, doodstil. We zien of horen tijdens de tocht geen wild, geen vogels, zelfs geen fluitende marmotten. Tijdens de hele trekking komen we ook geen andere mensen tegen.

Pas bij het meer is er zeker water te vinden, maar dat is minstens

twee dagen lopen

HOOGTELIJN 3-2023 | 51
Het Kelitsadimeer Onze slaapplek op het Keliplateau, op de achtergrond de Kazbek
THEMA
Rond het Kelitsadimeer zoeken we de mooiste kampeerplaats

Een vallei om op te laden.

Stel uw perfecte zonnige dag in de Oostenrijkse bergen voor, gras dat aan uw tenen kietelt, voel de wind door uw haren, en hoor het klingelen van de koebellen. De bruisende beek langs de wandelweg, uw handen in het koele water, een brunch in het bos. Op de alm genieten van melk, nog vers van de koe, de heerlijke lucht van vers gebakken brood met lekkere boerenkaas. En niet te vergeten het uitzicht op de prachtige bergtoppen. Gun uzelf deze onvergetelijke tijd in Gastein.

gastein.com
wandelwegenkilometer
600

Lummelen

Vandaag gaan we naar het meer, een korte wandeling. De grote blauwgrijze watervlakte ligt schitterend tussen de bergen, met zand, grind en modder als strand. Omdat we vroeg zijn, hebben we uitgebreid de tijd om een mooie plek te zoeken. Hier hebben eerder mensen gekampeerd en we maken dankbaar gebruik van hun ‘keuken’. Die middag lummelen we. Tijd voor een wasbeurt in het ijskoude water. Marjon plukt kruiden voor thee en bouillon. We maken een wandeling rondom het meer en blijven foto’s maken, de kleuren veranderen ieder uur.

Vanuit het kamp zien we de route van de volgende dag. Die pas daar in de verte, daar moeten we naartoe. Denken we…

Verboden gebied

De laatste dag begint met een forse klim. Steile hellingen met los puin maken het lopen lastig en vermoeiend. Maar het uitzicht op de top is adembenemend: alle verschillende kleuren, de begroeiing, de meertjes en de sneeuwtoppen in de verte. Wouter, onze navigator, loopt een eind achter en als hij ons bijhaalt, blijkt dat we op de verkeerde pas zitten. We staan op de grens met ZuidOssetië, door grensconflicten tussen Georgië en Rusland een verboden gebied! Dat is balen. Maar wat is het hier mooi.

Er zit niets anders op dan teruglopen. We dalen weer af, traverseren een stuk en gaan weer omhoog naar de juiste pas, de High Esipas op 3435 meter. De klim is inspannend, we moeten ons goed concentreren in dit terrein. Vanaf de pas dalen we geruime tijd af door een sneeuwveld met enkele rotspartijen.

Over grote rotsblokken klimmen en klauteren we verder richting de Esikomi. Dit is echte Genusskletterei. We zoeken zelf onze weg door de rivierbedding. De stroompjes ruiken naar sulfiet en we zien travertijnformaties, neergeslagen kalk in vele kleuren. Aardverschuivingen hebben de schamele paadjes die er zijn weggevaagd en dat betekent kijken, springen en helaas ook natte voeten.

Na de laatste rivieroversteek zijn we er nog niet. Er volgen nog een heleboel smalle geitenpaadjes, waarbij we traverseren over steile gras- en puinhellingen met uitgesleten watergeulen. Hier en daar hebben we een beetje houvast aan rots of gras, maar soms is er alleen maar zand. Ook deze laatste uitdaging overwinnen we gelukkig heelhuids. We zijn er bijna.

We zoeken zelf onze weg door de bedding

Ontblote tanden

Als we in de verte weer de Trusovallei zien liggen, wacht ons nog een verrassing. We hadden het kunnen vermoeden, want in diverse beschrijvingen waren we er al voor gewaarschuwd. Tot op heden hebben we geluk gehad, maar nu staan we oog in oog met een stuk of zes herdershonden! Grote beesten, tanden bloot. Ze komen uit het niets aangestoven en rennen blaffend, grommend en vooral dreigend om ons heen. Onze adrenalinespiegel stijgt, doorlopen! Niet kijken! Doen alsof je ze niet ziet, dat is ons motto. Het werkt gelukkig. We zijn opgelucht als we een stuk verder zijn en weer op de ‘normale’ weg komen. Net voor het donker bereiken we de jeep. In tien uur liepen en klauterden we zo’n 22 kilometer.

Nu rest ons nog de laatste hobbelige afdaling, per auto, tot aan de hoofdweg en dan over de Military Highway terug naar Stepantsminda. Op de afgesproken plek, bij Café 5047, vallen we aan op een heerlijke Georgische maaltijd. Jan en Alain, die de 5047 meter aantikten op de Kazbek, volgen snel. Onder het genot van het eten en drinken wisselen we verhalen uit.

Weer herenigd brengen we de laatste week door in Nationaal Park Tusheti. De reis daarheen verloopt over een 72 kilometer lange off-road pas, op internet omschreven als een buitengewoon riskante route, die ook furore maakte in het programma De gevaarlijkste wegen van de wereld op NPO3. En inderdaad, we moeten wel degelijk ons best doen om over de pas heen te komen, zelfs met onze jeep. Gelukkig staat ons aan de andere kant weer een spectaculaire trektocht te wachten.

HOOGTELIJN 3-2023 | 53
THEMA ZOMERTOCHTEN
Alain bij het basiskamp voor de beklimming van de Kazbek Het uitzicht vanaf de Nakaichopas (2950 meter)

Zwedens hoogste

Als we dan toch in de buurt zouden zijn, zouden we ook Zwedens hoogste top beklimmen. Om niet een hele wandelvakantie lang alle klimzooi mee te zeulen, bleek het handigste te zijn ons aan te sluiten bij de dagelijkse groepstocht met gids naar de top van Kebnekaise (2095 meter). Dit uitstapje voor wandelaars+ leverde een alleszins interessante en fraaie bergdag op.

Tekst en beeld Frank Husslage

Het kost geen enkele moeite om de auto kwijt te raken bij Nikkaluokta. Los van de alomtegenwoordige campers is de parkeerplaats leeg. Begin september geldt hier boven de poolcirkel als rijkelijk laat in het bergsportseizoen. De eerste hutten zijn al gesloten en de rest zal snel volgen. Hoewel hier verschillende prachtige andere wandelingen beginnen, is het doel voor de meeste wandelaars duidelijk. Het begin van het meest uitgesleten pad wordt gesierd door een ereboog met daarop een bordje ‘Kebnekaise’.

Fjällsnelweg

We hebben zo’n twintig wandelkilometers te gaan om de tweehonderd hoogtemeters naar het Kebnekaise Fjällstation te overbruggen. In dit arctische klimaat zijn marges erg smal. Zo ook nu, die luttele hoogtemeters vandaag zijn ruimschoots

voldoende om ons boven de boomgrens te brengen. Meteen voorbij de ereboog begint een prachtig geel en rood verkleurend berkenbos. De eerste vijf kilometer, bijna tot aan het restaurant met bootdienst, volgen we een normaal bospad. We zijn veel te vroeg voor de gereserveerde veerdienst, die ons zeven kilometer wandelen zou ontnemen, en lopen dus lekker verder. Dat bootje nemen we wel op de terugweg. Al snel wordt het landschap kaler. Behalve op de stukken met onbegroeide rotsbodem, volgen we een aaneenschakeling van houten paden. Waar die elders in het land meestal twee of drie planken breed zijn, gaan ze hier tot wel zes planken breed. Een soort ällsnelweg, die wat zegt over de bezoekersaantallen in het hoogseizoen. Behalve dat deze planken de flora enigszins beschermen, worden ze ook gewaardeerd door de fauna: vlak voor onze voeten komt een hele familie spitsbergensneeuwhoenders onder het hout vandaan.

54 | HOOGTELIJN 3-2023
Met een groep de Kebnekaise op

Het kan nog

Langzaam opentrekkende dramatische wolkenluchten onthullen stukje bij beetje een minstens even dramatisch berglandschap. Als dan ook nog zonnestralen als zwaaiende zoeklichten door de wolken priemen, is het woest romantische feest compleet. We lopen regelrecht een reclamefoto voor Zweeds Lapland in. Pas in de laatste kilometer komt de hut in zicht: een grote antennemast met daaronder iets wat een gebouwtje lijkt. Na het oversteken van een wilde bergrivier verworden de randen van het pad tot een honderden meters lang wildkampeerterrein. Overal staan kleine tentjes tussen de dwergberken, meestal onbemensd, met toch vaak volop spullen open en bloot er omheen. En geen stukje zwerfafval te bekennen. Dit soort arcadisch wildkamperen bestaat dus nog. Als de laatste berkjes wijken, wordt duidelijk dat het fjällstation in feite een klein dorp is. Het gebouwtje onder de antennemast blijkt een enorm gebouw, met daaromheen een hele trits satelliethutjes in kazernestijl.

Fjällervaring

Bij aanmelding in het hoofdgebouw krijg ik een knaloranje polsbandje om, waarmee ik me een toerist in een all-inclusive resort voel. Ik snap het wel. Hiermee houd je overzicht over de huttengasten met hun duurbetaalde privileges, en de kampeerders die alleen maar gratis gebruikmaken van het huttensanitair. Helaas moeten we het fantastische diner snel naar binnen proppen, om op tijd te zijn bij een voorbespreking voor de groepswandeling naar Kebnekaise. In het gidsenbureau melden zich zo’n tien mensen, veelal zonder alpiene ervaring. Zaken als klimgordel, stijgijzers en klettersteigset zijn grotendeels onbekend. Scandinavische buitensporters kennende, hebben allen daarentegen waarschijnlijk een zeer fatsoenlijke fjällervaring als bagage.

Ontmoeting

Dat is wennen. Voor het eerst deze dagen is het ’s ochtends vroeg bewolkt. We zitten dik in de mist. De weersvoorspelling voor morgen is perfect, dus zetten we vandaag onze reservedag in. Als de mist in de loop van de ochtend wat optrekt, gaan we eropuit voor een stevige wandeling door ongebaand terrein. Na wat uren lopen door een landschap waaraan de inspiratie ontleend kan zijn voor het begin van de derde dag in Genesis, brengt een kwartiertje pauze met hete chocomel van eigen brander ons weer op temperatuur. Bij vertrek ontmoeten we twee andere wandelaars die zich van het pad af gewaagd hebben. Ze nemen meteen onze pauzeplek over. ’s Avonds in de hut ontmoeten we hen weer. Ze vertellen dat we onze hielen nog niet gelicht hadden, of op een steenworp afstand dook een veelvraat op. Een jaloersmakende, zeer zeldzame ontmoeting met een van de grootste roofdieren uit de regio.

Compliment

We verzamelen de volgende morgen bij zonsopkomst. Met bijna twintig horizontale kilometers en 1421 hoogtemeters te gaan, hebben we een stevige dag voor de boeg. Al die houten wandelpaden zijn misschien beschermend voor de flora, op ochtenden als deze bedreigen ze het leven van een eerzame wandelaar. De vlonders voor het gidsenbureau zijn overdekt met een amper zichtbaar laagje ijs. Met moeite voorkom ik een halsbrekende val. Bij het verzamelpunt maken we kennis met Alex en Henke, onze begeleiders van vandaag. Onbewust geeft gids Alex me een heerlijk compliment. Terwijl hij mijn rugzakje kritisch bekijkt, vraagt hij: ‘Zit alles erin?’ Na drie keer doorvragen of dit en dat en dat er ook in zit, vertrouwt hij er maar op. Na vier decennia alpinisme is het me dan eindelijk gelukt: een gids die jaloers is op mijn postzegelrugzakje in plaats van andersom.

HOOGTELIJN 3-2023 | 55
we lopen regelrecht een reclamefoto voor zweeds lapland in
Een vlonderpad leidt ons naar het Kebnekaise Fjällstation
ZOMERTOCHTEN THEMA
De spleten zijn bedekt met sneeuw

Triest

Kort na de hut wordt het terrein rotsachtiger en houden de plankenpaden op. Dat geeft een stuk meer vertrouwen in mijn voeten. Na een uur komt de sterkste stijging van vandaag. We hebben nog net onze handen niet nodig, maar het is alleszins hard werken. De laatste poolwilgjes en andere begroeiing zijn verdwenen. Wat overblijft zijn kale rotsen, soms nog een grassprietje of wat mos en vooral verraderlijk ijs in de schaduw.

Onder ons strekt de herfstbruine fjäll zich uit tot aan de horizon. Boven ons ligt in de verte nog een restje doodijs, de trieste restanten van iets wat tot voor kort nog de trotse Kebnetjåkkagletsjer was. Ook hier in het hoge noorden slaat de klimaatverandering onverbiddelijk toe.

56 | HOOGTELIJN 3-2023
Een vrijwel wolkeloos uitzicht over heel Zweden

Kebnekaise beklimmen

Routes naar de top

Met 2095 meter is de Kebnekaise Zwedens hoogste berg. Jaarlijks wordt hij door zo’n tienduizend mensen beklommen. De berg kent twee toppen, gescheiden door een steil sneeuwveld. Afhankelijk van de sneeuwbedekking wisselt het welke top precies de hoogste is. De zuidtop is bereikbaar via een gletsjervrije wandeling vanaf het Kebnekaise Fjällstation (9 kilometer, 1800 meter totale stijging). Beschouw op deze breedtegraad echter zelfs deze lichtste toegangsweg als een serieuze alpiene beklimming. Daarnaast is er de iets technischer beklimming zoals in dit artikel beschreven en zijn er tal van technische rots- en ijsroutes. Vanuit Nikkaluokta op en neer ben je minimaal drie dagen onderweg.

Kebnekaise Fjällstation

Het Kebnekaise Fjällstation vormt een complete nederzetting van hutten. De basis is een hut van de Svenska Turistföreningen. De overnachtingsmogelijkheden variëren van je eigen tentje tot een hotelovernachting met volpension.

Het gidsenbureau biedt dagelijks de in dit artikel beschreven tocht aan. Alle benodigde uitrusting is er te huur. Meer over de het station lees je op svenskaturistforeningen.se/boende/ stf-kebnekaise-fjallstation

Bereikbaarheid

Van Stockholm naar Nikkaluokta reizen met de trein en bus duurt ongeveer 19 uur. Actuele reisinformatie vind je op sj.se (trein) en nikkaluoktaexpressen.se (bus). Dezelfde reis per vliegtuig duurt 1,5 uur. Ook zijn er dagelijkse busverbindingen met Kiruna, waar wij Camp Ripan als uitvalsbasis gebruikten voor verschillende tochten. Vanaf Nikkaluokta is het via het Dag Hammarsköldpad 19 kilometer naar het Kebnekaise Fjällstation.

Kaarten en meer informatie

Wij gebruikten de kaarten BD8 Kebnekaise –Saltoluokta (1:100.000) van Lantmäteriet Fjällkartan en Högalpin Karta, Kebnekaise (1:15.000) van Calazo. Op swedishlapland.com lees je van alles over de regio en de wandel- en klimroutes.

Degelijk Zigzaggend door prachtig klauterterrein van een kleine honderd meter hoog hebben de gidsen hier driehonderd meter kabel aangelegd. Voor ervaren klimmers zou het een mooie scramble zijn, terwijl je een enkele onervaren klimmer hier nog zou meenemen aan kort touw, met soms een stukje uitzekeren. Maar voor dagelijks meerdere touwgroepen onervaren wandelaars is de klettersteig een prima oplossing. De metalen kabel is met degelijke boorhaken aan de rotsen gemonteerd. Op een plaats zijn er zelfs een paar metalen treden. Zelden heb ik zo’n degelijk uitgevoerde klettersteig gezien. Zeker met alle verijsde sneeuw op de rotsen en zonder stijgijzers weet ik de veiligheid van de kabel wel te waarderen. Die verijzing heeft alles te maken met de schaduwkant van de topgraat, waarin we nu klimmen. De warme jas in de rugzak lonkt. Maar zoals dat gaat in een echte schaduwwand, is de kou vergeten op het moment dat je boven de wand uitklimt. Die enkele meter vanuit de vrieskoude schaduw naar een zonovergoten sneeuwveld is altijd weer een nog grotere beloning dan de top zelf.

Toerbeurt

Sneeuwgraatje

Waar het blokkenterrein overgaat in de gletsjer, hebben de gidsen een grote metalen opslagkist. Slim. Waarom zou je iedere dag je touwen negenhonderd meter mee op en neer zeulen, als je ze alleen maar het laatste stuk nodig hebt? De gletsjer tussen hier en de topgraat van de Kebnekaise is maar een paar honderd meter breed, maar leeft volop en telt legio spleten. De spleten zijn bedekt met sneeuw, dus gaan we aan het touw en blijven de stijgijzers uit. Ondanks dat alleen de gidsen een pickel hebben, zullen we in een touwgroep met zeven man op deze vlakke gletsjer iedere val houden. De laatste driehonderd meter naar de rotsen toe verwordt het terrein echter tot een steeds steilere en smallere graat. Dit had ik honderd keer liever in mijn eentje zonder touw gelopen, dan in deze constructie. Als er nu iemand uitglijdt op de verijsde sneeuw en zonder pickel een val niet kan remmen, dan gaan we door dat touw allemaal naar beneden. Ik ben blij als we inklikken in de klettersteig.

De lucht is strakblauw en het is windstil. Als je de verijsde rotsen ziet, is er maar weinig fantasie voor nodig om je voor te stellen hoe het hier met wat meer wind of zelfs in een storm zal zijn. Waar onze route aansluit op de wandelroute naar de top, is een oude schuilhut. Verderop treffen we ook een nieuw exemplaar. Het topplateau ertussenin is bezaaid met metalen pijlen die naar beide hutten wijzen. Letterlijk levensreddend in slecht weer. Gelukkig hoeven wij nergens voor te vrezen. In de brandende najaarszon kunnen de jassen nog steeds in de rugzakken blijven. Een half uur stijgen over het besneeuwde topplateau brengt ons naar de laatste klim. Als een hanenkam groeit een sneeuwgraat hier bovenuit, op weg naar Zwedens hoogste punt. Of is dat dit jaar toch de top aan de andere kant van de sneeuwluifel? Afhankelijk van de sneeuwdikte is het soms de ene, soms de andere top die deze eer te beurt valt. Mij maakt het niet uit, met mijn lengte overbrug ik die paar decimeter hoogteverschil makkelijk. Na nog een korte, steile klim heb ik vrijwel wolkeloos 360-graden uitzicht en ligt letterlijk heel Zweden aan mijn voeten.

HOOGTELIJN 3-2023 | 57
THEMA ZOMERTOCHTEN
De nieuwe schuilhut onder de top

DE START VAN EEN PERFECTE DAG.

Schoenen aan, rugzak op en op weg. Bij de eerste meters bergop, voel je de verwachtingen van een heerlijke tocht met een geweldig, voldaan gevoel aan het eind van de dag. Bij OutdoorXL begrijpen we wat je bezighoudt. We helpen je graag bij alles voor je wandel, klim, trekking of toerskiuitrusting met de grootste collectie in Nederland.

Begin bij OutdoorXL aan je perfecte voorbereiding

• 8000m2 winkel

• Alle bekende wandel, outdoor, ski en toerskimerken

• Team van meer dan 100 enthousiaste liefhebbers

• Trekking, wandelen, klimmen, toerskiën, SUPs en kano’s

• 3000m2 tentenverdieping

• 7 dagen per week open

• Op 5 minuten van Rotterdam

Kijk op OutdoorXL.nl en begin je voorbereiding. Foto-credits: RAB

60 | HOOGTELIJN 3-2023

Veertien achtduizenders in zes maanden

‘Het klimmen bleek uiteindelijk het makkelijkste van alles’

De Noorse Kristin Harila was in 2022 hard op weg een wereldrecord te breken: ze wilde alle veertien achtduizenders in zes maanden beklimmen. Maar ze kreeg de vergunningen voor twee bergen niet rond. Dit jaar doet ze nog een poging. Niet per se voor het record. Wel om aan te kaarten dat vrouwen in de bergsportwereld op veel vlakken anders behandeld worden dan mannen. ‘Met dit record kan ik op sponsoren afstappen en ze vragen: “Waarom?”’

Het klinkt als een bijna onmogelijke opdracht, die Kristin Harila (37) zichzelf hee gegeven. Zowel de recordpoging om in een half jaar alle veertien bergen boven de 8000 meter te beklimmen, als de poging om dat een half jaar later nóg een keer te doen. De eerste poging kon namelijk op een haar na niet worden volbracht. Het team kreeg de nodige vergunningen voor de Shishapangma en de Cho Oyu niet op tijd rond.

Op 28 oktober schrij Harila op haar Instagram:

Het is voorbij voor nu

Ik probeer in het reine te komen met de afgelopen zes maanden, en vooral met alle moeite die we hebben gedaan om de vergunningen te krijgen voor de laatste twee bergen, Cho Oyu en Shishapangma...

We hebben geen middel onbeproefd gelaten in dit proces en alle mogelijke wegen bewandeld om het voor elkaar te krijgen, maar helaas […].

Het feit dat ik slechts twee toppen mis, door factoren buiten mijn controle, kost me momenteel moeite om te verwerken.

HOOGTELIJN 3-2023 | 61
Tekst Manon Stravens Beeld Zout Fotogra e

Dit moeilijk te verkroppen feit is nauwelijks aan Harila te merken als we haar in hartje Oslo op een vroege januarimorgen ontmoeten. Sportief gekleed, met lange blonde dreads op de rug en met een frisse, stralende blik haalt ze ons op van het treinstation. Terwijl we door de besneeuwde stad rijden, vertelt ze over het grote avontuur, haar nieuwe plannen en hoe ze uitkijkt naar een normaal leven. (In de maanden tussen het interview en publicatie heeft Harila alweer grote stappen gezet, zie kader op p. XX.)

Tussen eind april en eind september vorig jaar beklom Harila twaalf achtduizenders. In de eerste maand had ze er al zes op zak. Ze had bovendien het vrouwelijk wereldrecord verbroken door in 9 uur en 5 minuten van de top van de Mount Everest naar die van de Lhotse te klimmen. Datzelfde record had ze een jaar eerder ook al verbroken toen ze binnen twaalf uur op beide toppen stond. Na de Manaslu in september 2022 was het wachten en hopen op de vergunningen voor de laatste twee bergen, tot die hoop langzaam vervloog.

Twee toppen twee keer

Het snelheidsrecord voor alle achtduizenders is nu in handen van de Brits-Nepalese Nirmal Purja. Hij claimde in 2019 alle veertien toppen in zes maanden en zes dagen te hebben beklommen, met extra zuurstof. Enkele maanden later werd bekend dat hij op de Manaslu en de Dhaulagiri slechts een voortop had bereikt. Nirmal beklom de echte toppen later alsnog en moest zijn tijd bijstellen naar twee jaar, vijf maanden en vijftien dagen, wat nog altijd goed was voor het record. Harila had haar zinnen echter al gezet op het verbreken van het eerder genoemde record: zes maanden. Op het moment dat ze wist dat haar project in 2022 niet zou slagen, besloot ze om de hele expeditie nog een keer te doen. Ze wil niet teveel kwijt over de vergunningen. Op het moment van het interview moet ze die nog krijgen.

ges of diepe gletsjerspleten, maar in papieren en politiek. Het gaat niet alleen over de vergunningen, maar ook over logistiek. Dat aspect verliep vorig jaar niet zonder slag of stoot. Dit jaar heeft ze een nieuw bedrijf in de arm genomen dat de sherpa’s zoekt voor de expeditie. Ook hierover wil ze niet teveel kwijt. ‘We hebben voorheen veel problemen gehad’, blikt ze terug. De frustraties die dat opleverden, hebben hun sporen nagelaten.

‘Ik heb veel ervaring opgedaan en vele nieuwe vrienden leren kennen, maar de herinnering aan de grote teleurstelling door de niet verkregen vergunningen beklijft.’ Toch wil ze daar opnieuw aan gaan. Alles voor dat wereldrecord? ‘’Ja, ik kan ook zeggen dat het goed is zoals het is, en dan een boek en een film maken. Maar toch is het beter om dat record te halen. Ook om iets te kunnen veranderen aan de positie van vrouwen in een mannenwereld, wat de klimwereld nog altijd is. Met dat record op zak is het makkelijker om op sponsoren en merken af te stappen. En ze te vragen: “Waarom?”’

‘Het hele project moet over’, vertelt ze. En de Shishapangma en de Cho Oyu wil ze twee keer beklimmen. Naar de top, terug naar het basiskamp en weer op naar top. Twee keer? ‘Ja, om het project van 2022 af te maken. Ik weet dat het niet hoeft, maar ik wil het’, lacht ze tegen de fotograaf en mij, terwijl we haar met enig ongeloof aanhoren. ‘In de lente wil ik de elf toppen in China en Nepal doen. In juni of juli volgen dan de vijf toppen in Pakistan. Het plan is om begin april te starten.’ Als u dit leest, zit ze dus – als alles volgens plan loopt – in Pakistan. ‘Het weer moet wel meezitten’, zegt ze droogjes.

Logistiek

Niet alleen het weer is een onzekere factor. ‘Terugkijkend’, zegt Harila, ‘bleek het klimmen eigenlijk het makkelijkste.’ De echte obstakels lagen niet in gevaarlijke sneeuwstormen, rotspassa-

Want Harila heeft ook een missie, voortgekomen uit haar eigen ervaringen in een door mannen gedomineerde klimwereld. ‘De bergsport is verre van gelijk voor iedereen. Ook in Noorwegen.’ Het lukte haar aanvankelijk niet om sponsoren te vinden. Expedities als deze zijn stervensduur. Harila benaderde vele partijen, maar kreeg steeds nul op het rekest. ‘Vanwege de risico’s en de kosten.’ Maar er speelt meer, denk ze. ‘Toen ik sponsoren zocht voor mijn project, zag ik dat zo’n 90% van de mensen die door de grote merken worden gesponsord, mannen zijn. Ik weet bijvoorbeeld hoeveel ze een jongen sponsorden die ik ken, en ik weet wat ze mij aanboden.’

Harila verkocht haar huis om de eerste expeditie te kunnen betalen. Eind maart 2022 diende zich op de valreep nog een sponsor aan: horlogebedrijf Bremont, dat ook de huidige expeditie sponsort. ‘Zij hadden er tenminste vertrouwen in en geloofden vanaf het begin in mij. Pas toen ik het record van Nirmal in de eerste maand wist te verbreken, zag ik dat meer mensen in mij begonnen te geloven. Als sponsoren nu willen aanschuiven, zullen ze flink moeten dokken’, lacht ze.

62 | HOOGTELIJN 3-2023
‘De bergsport is verre van gelijk voor iedereen’

Donspak op maat

De mannelijke dominantie speelt op meerdere vlakken, zo ervaarde ze. Harila is relatief klein van stuk. Het lukte haar daardoor niet om goed passende donspakken te vinden. ‘De collecties die de grote merken lanceren, zijn doorgaans gemaakt voor mannen. Het was voor mij onmogelijk iets geschikts te vinden, dus liet ik een donspak op maat maken in Kathmandu.’

‘Wat ik meemaakte, zou Nirmal nooit meemaken’, voegt ze stellig toe. ‘Dat komt deels doordat ik een vrouw ben. Hij zou nooit dagen hoeven te wachten op een bestelde helikopter.’

Het overkwam haar en haar team in Pakistan, na de afdaling van de Gasherbrum I. ‘Iedereen in het basiskamp bleek vertrokken. Ze hadden alles meegenomen, de tenten, de keuken, de slaapzakken. Daar zaten we dan, zonder voedsel.’ De helikopter kwam pas na drie dagen.

Vooral de logistiek moet ‘supergoed’ zijn, benadrukt ze nog maar eens. ‘De helikopters moeten er op tijd zijn om snel van het ene naar het andere basiskamp te kunnen bewegen. Soms moet er al iemand vooruit reizen om voorbereidingen te treffen in het kamp. Er is goed teamwerk nodig om dit voor elkaar te krijgen.’

Klagen helpt niet, vindt Harila. ‘Als je iets wilt veranderen, dan moet je dat laten zien. Daarom besloot ik dit te doen. Om te laten zien dat vrouwen dit net zo goed kunnen.’ En ze kunnen dit. Ze haalt er nog een anekdote bij: ‘Toen ik in 2021 voor het eerst op de Everest stond, haalden alle vijf de vrouwen die mee waren, de top. Van de veertien mannen waren dat er maar zes. Volgens de expeditieleider was het jaar ervoor hetzelfde gebeurd. De vrouwen waren mentaal en fysiek beter voorbereid dan de mannen.’

Controle

Als het even kan, beklimt ze de toppen alleen met haar cameraman. ‘Er zijn steeds meer vaste touwen. Ik ben in een goede conditie en ik ben er natuurlijk net geweest. Ik moet dan alleen wat meer dragen, maar dat is geen probleem.’ Voor de Shishapangma, Cho Oyu, en de Manaslu, huurt ze wel sherpa’s in. ‘Maar dan wil ik zelf de expeditieleider zijn en zo de controle houden. Op de vorige expeditie was de leider steeds een sherpa. Dan is het vanzelfsprekender dat de andere sherpa’s naar hem gaan als ze iets niet of wel willen. Nu moeten ze naar mij.’

Angst heeft ze niet, zegt ze. ‘Nee. Ik ben niet bang om dood te gaan. Ik ben 37 jaar, heb al heel veel geleerd en ben nu voor niemand verantwoordelijk in deze wereld. Het is niet erg als ik doodga. Mijn familie zou bedroefd zijn natuurlijk, maar zij weten dat ik in de bergen was. Als het in de bergen gebeurt, is het oké. We kennen allemaal mensen die zijn verongelukt, of die pech hebben gehad.’ Ze toont een foto van een kennis met zwarte vingers, een Zweed die zonder zuurstof klom en de weg kwijtraakte. De jongen lacht erbij. ‘Hij is blij dat hij nog leeft.’

HOOGTELIJN 3-2023 | 63
Foto Collectie Kristin Harila
De Cho Oyu Trek als acclimatisatietocht
‘Als je iets wilt veranderen, dan moet je dat laten zien’

Wie is Kristin Harila?

Kristin Harila (Vadsø, 1986) is een professioneel atleet. Ze is een voormalig professioneel langlaufer en werd in 2022 uitgeroepen tot European Adventurer of the Year.

2015 Kilimanjaro, Tanzania (5895 meter)

2019 Lobuche East (6119 meter) en Dhaulagiri VII (Putha Hiunchuli, 7246 meter) in Nepal

2020 Aconcagua (6961 meter), Adolfo Calle (4270 meter) en Pico Vallecitos (5370 meter) in Argentinië

2020 Solo skitocht over de Finnmarksvidda, 500 kilometer in achttien dagen

2021 Mount Everest en Lhotse vanuit Nepal, Island Peak (6189 meter) en Ama Dablam (6812 meter) in Nepal

2022 Poging tot het beklimmen van de veertien achtduizenders in een half jaar, mislukt: Annapurna I (8091 meter, 28 april), Dhaulagiri I (8167 meter, 8 mei), Kangchenjunga (8586 meter, 14 mei), Mount Everest (8848 meter, 22 mei), Lhotse (8516 meter, 22 mei), Makalu (8481 meter, 27 mei), Nanga Parbat (8126 meter, 1 juli), K2 (8611 meter, 22 juli), Broad Peak (8047 meter, 28 juli), Gasherbrum II (8035 meter, 8 augustus), Gasherbrum I (8080 meter, 11 augustus), Manaslu (8163 meter, 22 september)

2023 Shishapangma (8027 meter, 26 april) en Cho Oyu (8188 meter, 3 mei)

Snelste klimmer ooit die alle veertien achtduizenders beklimt

Makalu (13 mei), Kangchenjunga (18 mei), Mount Everest (23 mei), Lhotse (23 mei), Dhaulagiri (29 mei)

Banger voor vissen

Over angst praat Harila laconiek. ‘Ik heb nooit het gevoel dat ik het niet kan. Natuurlijk zijn er uitdagende stukken, maar over het algemeen voel ik geen angst en maak ik me niet druk. Ik ben veel banger voor vissen’, grapt ze. ‘Als ik die tijdens het zwemmen onder mij zie, ben ik bang dat ze gaan happen.’

‘Ik denk ook dat het helpt als je vaker ervaart dat je meer kan dan je denkt. Ik kan meerdere hele lange dagen maken. Dat is de grootste kracht die ik heb. Misschien is het ook genetisch en heeft het te maken met de manier waarop ik ben opgegroeid.’ Harila komt uit het noordelijkste deel van Noorwegen, waar de hoogste berg slechts 633 meter is.

‘Maar het is daar koud, donker en winderig. En ik heb mijn hele leven geskied.’ Eind tienerjaren was ze een professioneel langlaufer en schopte ze het tot de top drie van Noorwegen. Harila ziet vaak genoeg klimmers die zich wel druk maken. ‘Ze maken zich zorgen om de risico’s, en slapen dan slecht. Ze presteren niet goed omdat de zorg hun zoveel energie kost. Moe zijn, naar het toilet gaan, slapen in een tent, het kost hen allemaal veel energie.’

Dat komt ook doordat er steeds meer onervaren klimmers zijn, denkt ze. Documentaires als die van Nirmal Purja, maar ook haar eigen project, inspireren mensen. Dat is alleen maar goed, vindt ze. ‘Het is goed dat mensen naar buiten gaan en de bergen zien.

Ik weet zelf hoe belangrijk de bergen voor mij zijn. Zolang mensen aardig zijn en elkaar helpen, de natuur niet schaden en de bergen schoonhouden, is het prima. ’

Onervaren klimmers brengen echter wel een nadeel mee. ‘Soms brengen ze anderen in gevaar. Ze weten niet hoe ze over losse stenen moeten lopen en begrijpen ook niet met welke snelheid zo’n rots vervolgens naar beneden kan donderen.’‘Maar’, zegt Harila ook, ‘we moeten niet zoveel klagen over wat anderen doen. Het kan mij niet schelen of je met of zonder zuurstof klimt, gebruikmaakt van vaste touwen of tien sherpa’s meeneemt. Ieder heeft zijn eigen stijl. Mensen moeten doen wat ze willen, vaak hebben ze daar een goede reden voor.’

Pijlsnel naar de top

Harila klinkt gedreven en vastbesloten. Tijdens het gesprek wordt ook duidelijk dat ze zich pijlsnel – letterlijk en figuurlijk – naar de top heeft gewerkt. Pas in 2015 beklom ze voor het eerste een ‘echte berg’, de Kilimanjaro in Tanzania. Die klim op de ‘Kili’ was overigens vreselijk, herinnert ze zich. ‘Ik verloor mijn zicht en moest overgeven.’ Zes jaar later staat ze als snelste vrouw ter wereld op de Everest en Lhotse. Ze zegde in 2019 haar baan op bij een meubelzaak en had al plannen om die herfst naar Nepal te gaan. Toen ze door een vriend werd gebeld kwam haar plan in een stroomversnelling terecht. Hij had de Mount Everest in 2007 gedaan en vroeg Harila of ze een ‘echte berg’ wilde beklimmen. ‘Een achtduizender dus.’

64 | HOOGTELIJN 3-2023
Op de top van Gasherbum I met de zelfgemaakte vlag van de Noren en de Sami

Het plan was te beginnen met de Cho Oyu vanuit Tibet, maar dat mislukte, omdat ze de vergunning niet rond kregen, maar ook omdat het een hele dure en zware expeditie is. Dus besloten ze de Dhaulagiri VII te beklimmen, een zevenduizender niet ver van de Everest. ‘Ik was in topvorm, had veel getraind in de Noorse bergen.’ Eenmaal op de top, met een prachtig ochtendlicht over de Everest, zei ze tegen de vriend. ‘Hij lijkt niet zo hoog.’ Toen nam ze zich voor de Seven Summits te gaan beklimmen. Die teller staat nu op drie en zal daar voorlopig ook blijven. Ze beklom na de Kilimanjaro ook de Aconcagua, met 6961 de hoogste berg van Zuid-Amerika, en aasde op de Denali in 2020. Maar Covid-19 stak een stokje voor dat plan. Terwijl ze besefte dat dat jaar verloren was, ontstond in Harila’s hoofd een ander plan: alle achtduizenders beklimmen en Nirmal Purja’s record verbreken. In mei 2021 klom ze in minder dan 12 uur van de top van de Everest naar die van buur-achtduizender Lhotse en vestigde daarmee een record: ze was de snelste vrouw ooit. ‘Dat was wel het moment dat ik dacht, ik kan ze allemaal doen.’

Rolmodel ‘Ik hoop dat mijn verhaal helpt om dingen te veranderen’, besluit Harila terwijl we onze laatste slokken koffie opdrinken.

‘We hebben rolmodellen nodig en moeten meer voor onszelf opkomen.’ Er verandert wel wat, ziet ze ook. ‘Er zijn meer vrouwen op de berg, maar toch nog altijd meer mannen.’

Vol goede moed begint ze haar project opnieuw. ‘Ik heb besloten om blij te zijn als ik op de top sta’, lacht ze. Daar was vorig jaar

steeds geen tijd voor. Je moet focus houden en je bent alweer bezig met de volgende top.’

En wat gaat ze doen als project is afgerond? ‘Ik weet wel dat ik dit recordjagen niet ga doorzetten als ik dit heb gedaan’, lacht ze. ‘Omdat het zoveel van het plezier afhaalt. Ik ga leven als ik hiermee klaar ben. Het liefst in Tromsø, in het noorden van Noorwegen, want daar ben je in de stad en heb je toch de bergen om je heen.’

Kinderen wil ze ook. Met man of zonder. ‘Daar kan ik kan meteen mee beginnen als ik hiermee klaar ben’, grapt ze. Of ze daarna nog toppen gaat beklimmen? ‘Ik weet niet of ik dan nog wel de bergen in ga. Ik denk niet dat ik mijn kinderen voor zo’n lange tijd alleen zou willen laten. En natuurlijk is er het risico. Maar misschien zit ik ernaast hoor!’

Stand van zaken juni 2023

Dit interview met Kristin Harila vond plaats in januari 2023. Op het moment van drukken van deze Hoogtelijn heeft Harila alweer flinke stappen gezet in haar nieuwe expeditie ‘She Moves Mountains’, waarin ze een nieuwe poging doet de veertien achtduizenders binnen een half jaar te beklimmen. Deze expeditie startte zij met de toppen waarop het project vorig jaar stukliep: op 26 april 2023 stond Harila op de top van de Shishapangma, op 3 mei op de Cho Oyu. Haar plan om deze toppen ieder twee keer te beklimmen heeft ze laten varen.

Met het bereiken van deze toppen is Kristin Harila de snelte klimmer ooit. In één jaar en vijf dagen beklom ze alle veertien bergen hoger dan 8000 meter.

Ze zet haar expeditie voort om dat record nog verder aan te scherpen, naar de zes maanden die ze zichzelf als doel stelt. Met de teller op zeven toppen in een ruime maand is ze goed op weg. Na de Shishapangma en de Cho Oyu stond ze ook weer op de toppen van de Makalu (13 mei), Kangchenjunga (18 mei), Mount Everest (23 mei), Lhotse (23 mei) en Dhaulagiri (29 mei).

Op de Lhotse verbrak ze wederom haar eigen record. Dit maal had ze slechts 7 uur en 38 minuten nodig om van de top van de Everest naar die van de Lhotse te klimmen.

HOOGTELIJN 3-2023 | 65
Foto Collectie Kristin Harila Foto Collectie Kristin Harila De beklimming van Mount Everest

Navigeren met je smartphone

Scherm of papier?

AllTrails, Komoot, Maps.me, Outdooractive en Topo GPS zijn bekende apps om te navigeren bij een outdoor avontuur. Deze opsomming is verre van compleet. Nee, ik ben niet gaan zitten om alle apps te vergelijken, hun verdienmodel te analyseren en de gebruiksvriendelijkheid te testen. In de steeds verder digitaliserende wereld weeg ik de voor- en nadelen af van navigeren met je smartphone.

Ik kan navigeren met kaart en kompas, heb kilometers gelopen met Garmin GPS-apparaten en heb op mijn telefoon verschillende navigatie-apps gedownload. Die apps gebruik ik om mijn route te tekenen, positie te bepalen en een kruimelspoor vast te leggen voor thuis of later. In theorie heb ik onderweg niet meer nodig dan een opgeladen smartphone en een GPS-signaal.

Zo werkt GPS

Het GPS-signaal staat los van onze mobiele telefoonnetwerken (4G en 5G). Het Global Positioning System (GPS) werkt met een eigen zend- en ontvangstprotocol tussen onze smartphone en twintig tot dertig satellieten, die op 20.000 kilometer hoogte in banen om de aarde cirkelen, soms aangevuld met vaste bakens op het aardoppervlak. GPS is daarmee een compleet zelfstandig systeem.

66 | HOOGTELIJN 3-2023
Tekst en beeld Aart Markies
Oefenen met navigatie kan al op een klompenpad dichtbij; positie in verschillende apps

Zwitserland eigen koers

Routemarkeringen (zoals deze op de Noorse Lofoten) volstaan niet altijd

Het signaal kan echter zwak zijn wanneer je het ontvangende apparaat bedekt, de satellieten niet beschikbaar zijn of er een geomagnetische storm woedt, die het signaal verstoort. Toch ervaren we tijdens tochten meestal dat eerst onze mobiele data wegvallen en dan het telefoonnetwerk. Het GPS-signaal verdwijnt zelden. De nauwkeurigheid van de GPS-positiebepaling is echter wel wisselend: reken maar dat die altijd minimaal tussen de 3 en 10 meter afwijkt.

Dankzij de vele jaren die we met GPS-apparaten met succes op pad gingen en onze doelen bereikten, is de acceptatie van deze technologie hoog. Niet voor niets kondigde Garmin recentelijk nog nieuwe modellen aan in de GPSMAP- en eTrex-series.

Kwaliteitsdiscussie

Dat de smartphone ook onderweg in de bergen een verlengstuk is geworden van ons lichaam, past helemaal bij deze tijd. Dat neemt niet weg dat, net zoals bij de opkomst van GPS-apparaten, de vraag rijst hoe betrouwbaar dit ‘nieuwe’ navigatiemiddel is. Tochten voorbereiden en navigeren was handwerk met gidsjes, kaartmateriaal en kompas; verhalen van vrienden aanhoren en foto’s bekijken. Een discussie over de kwaliteit van navigeren kan gaan over de voorbereiding, maar is nu grotendeels neuropsychologisch: hoe verwerken onze hersenen informatie uit digitale bronnen en hoe beïnvloedt dat het navigeren?

Dankzij wetenschappelijk onderzoek weten we dat er bij al onze handelingen op een apparaat een lagere breinactiviteit wordt gemeten dan wanneer we diezelfde dingen op papier lezen of schrijven. Kort gezegd is de kwaliteit van digitaal leren en onthouden dus lager. Ook weten we dat automobilisten die op hun navigatiesysteem van A naar B rijden weinig tot geen kennis hebben van de topografie en minder aandacht besteden aan hun omgeving. Voorbeelden van krantenkoppen als ‘auto te water door GPS’ zijn genoegzaam bekend.

Digitalisering is een cognitief risico dat niet vermindert als we thuis onze routes in de app intekenen, hem in GPX-formaat inladen en het kaartmateriaal downloaden voor als onze dataverbinding onderweg wegvalt. Scharrel bij de voorbereiding dus ook zoveel mogelijk informatie fysiek bij elkaar, is mijn devies.

In het Alpengebied vormt Zwitserland ook met kaartmateriaal een uitzondering. Het landelijke geoportaal van Zwitserland biedt online zelf kaarten aan van hoge kwaliteit. Je kunt op map.geo.admin.ch verschillende lagen met informatie en zelfs historische kaarten bekijken. Daarnaast is ook het SAC-Tourenportal (sac-cas.ch/de/huetten-und-touren/ sac-tourenportal) een goede bron voor

kaartmateriaal en routes. In de online kaarten van Swisstopo (schaal 1:10.000) zijn meer dan zesduizend routes ingetekend, allemaal opgesteld door berggidsen en geverifieerde, ervaren bergsporters.

De voorbereiding op een reis naar Zwitserland begint dus toch vaak op het scherm.

Naast de neuropsychologische nadelen zijn er natuurlijk ook praktische zaken om in acht te nemen. Zo waarschuwt Outdoorguru Gijs Loning in een blog op de NKBV-website: ‘Als je eropuit trekt met een GPS of een smartphone, neem dan altijd ook nog een kaart en kompas mee als je daarheen gaat waar mensen en hulp schaars zijn. Techniek of stroom valt altijd uit op het moment dat je het niet kan gebruiken. Dan zijn een topografische kaart en een kompas goud waard. Als je tenminste weet hoe ze werken…’ Bij het gebruik van het GPS-systeem is een smartphone zo leeg, zeker als het ook nog eens koud is. Daar houden batterijen niet van. Bovendien maken koude, fel zonlicht en regen het aflezen en bedienen soms bijna onmogelijk. En een val en je scherm ligt in gruzelementen. Natuurlijk helpen hoesjes en powerbanks deze risico’s te beperken, maar die oplossingen zijn beperkt.

Het is een verlengstuk geworden van ons lichaam

Tot slot is er naast deze rationele argumenten ook wat te zeggen voor het plezier dat veel wandelaars aan een papieren kaart beleven. In een andere blog op de NKBV-website weet aspirant International Mountain Leader Joanne Wissink dat raak te verwoorden: ‘Er gaat, wat mij betreft, niets boven een kaart uitvouwen en erboven gaan hangen. Dit kan alleen, maar ook met een hele groep mensen. Samen plannen maken aan de keukentafel of ’s avonds in de hut. Op een kaart staat zoveel meer dan de route. Gekke plaatsnamen, bijzondere plekken en op de achterkant staat vaak allerlei informatie over het gebied waar je bent. Je hebt haast geen boek meer nodig als je een kaart bij je hebt...’

HOOGTELIJN 3-2023 | 67

Apps onderweg

Ik bedoel niet te schrijven dat we helemaal niet zouden moeten navigeren met onze telefoons. In tegendeel: we hebben het apparaat toch al bij ons, dan kunnen we daar mooi gebruik van maken. Op gemarkeerde routes gebruik ik mijn telefoon bijvoorbeeld om bij twijfel snel mijn positie te bepalen.

Verder doet de app wat elke doorsnee navigatie-app doet: tracks/routes en waypoints importeren of vastleggen/opnemen en hee hij de mogelijkheid om gekochte kaarten/kaartdelen op je smartphone te downloaden voor o line gebruik. Even je actuele locatie aflezen? Bij deze app is die onder in beeld steeds af te lezen, en door erop te klikken wijzigt de weergave tussen zes verschillende coördinatenstelsels, waaronder natuurlijk UTM en ons eigen Rijksdriehoekstelsel.’

Een snelle blik in de App Store toont een overweldigend aantal navigatie-apps, waarvan er vele goed scoren op Mienes’ meetlat. Voor iedere bergsporter is de meetlat net wat anders: iedereen hee eigen voorkeuren en behoe en.

Ervaren berggidsen gebruiken de apps vooral als digitale weergave van hun vertrouwde kaartmateriaal. Gids Marco Bozzetta, met wie ik afgelopen zomer de Dolomieten in ging, begint zijn tochten steevast met het ‘aanlijnen’ van zijn telefoon. Met een koordje knoopt hij zijn smartphone om zijn hals. Tijdens het lopen controleert hij regelmatig zijn positie, voortgang en het weer.

Enkele jaren terug schreef International Mountain Leader Peter Mienes in elk nummer van Hoogtelijn over enkele apps voor bergsporters. Aan de hand van zijn favoriet, Topo GPS, beschreef hij een meetlat waarlangs je vrijwel elke navigatie-app kunt leggen: ‘Spendeer een klein bedrag en je hebt de 1:25.000 topogra sche kaart (‘sta aart’) van Nederland op je smartphone en tablet beschikbaar! En dat is nog maar het begin… Voor enkele euro’s per land kun je vervolgens 1:25K of 1:50K topograsche kaarten kopen […].

Tochtenwiki

De NKBV hee via Outdooractive een eigen tochtenportaal: de Tochtenwiki. Op tochtenwiki.nkbv.nl vind je uitgebreide informatie over klimgebieden en routes voor allerlei bergsporten, zoals wandelen, alpien klimmen, mountainbiken en toerskiën. De wiki wordt dagelijks aangevuld met nieuwe tochten over de hele wereld. Veel routes worden gemaakt door autoriteiten als lokale verkeersbureaus, grote outdoormerken en gidsen, maar iedere gebruiker kan routes toevoegen. Je kunt ook zelf routes intekenen of simpelweg laten genereren door een start- en eindlocatie te markeren op de interactieve kaart.

68 | HOOGTELIJN 3-2023
De gids begint met het ‘aanlijnen’ van zijn telefoon
Gids Marco controleert de weersverwachting
De app Topo GPS

Outdooractive

Met je smartphone bij de hand kun je natuurlijk ook apps gebruiken voor het weer, toeristische informatie en je socials. De laatste jaren zie ik de ontwikkeling dat een aantal navigatie-apps al die functies in één app verenigingen. Een voorbeeld daarvan is Outdooractive, een app die ik veel gebruik.

Outdooractive biedt gebruikers kaarten en routes voor allerlei bergsporten (waaronder wandelen, skiën, klimmen en trailrunnen) mét geïntegreerde reisgids. Het zwaartepunt ligt in de Alpen, maar er zijn over de hele wereld routes te vinden.

Outdooractive wordt door de gelijknamige Duitse ontwikkelaar in 2010 in de markt gezet. In de twee jaar daarna ontvangt de applicatie verschillende Duitse en Zwitserse prijzen voor haar innovatieve activiteiten. Al snel groeit Outdooractive uit tot een platform van Europees formaat; zeker als het bedrijf in 2013 de Deutscher Alpenverein (DAV) aan zich weet te binden. De DAV levert al haar hoogwaardige kaartmateriaal en routes in voor digitalisering in de app. Ook de Österreichischer Alpenverein (ÖAV) sluit zich aan en de geliefde Belgische app ViewRanger migreert alle data naar Outdooractive. Gebruikers gaan massaal over. Ook de Tochtenwiki van de NKBV is ingebed in Outdooractive (zie kader).

Uiteraard kent Outdooractive veel concurrentie, bijvoorbeeld van apps met grote communities als Komoot en Strava. Maar de relatie met de bergsportverenigingen en verschillende kaartenmakers blijkt goud waard. Met het meest uitgebreide abonnement (voor vijf euro per maand) heb ik in Outdooractive toegang tot alle kaarten van de DAV, ÖAV en kaartenmaker Kompass. Wandelroutes van uitgever Rother zijn voor een paar euro los aan te scha en.

Met de webapplicatie tref ik thuis op een groot computerscherm de nodige voorbereidingen. De routes exporteer ik vervolgens in standaardformaat (GPX) naar mijn telefoon. Ik maak als back-up een printje van de PDF-export en deel alle informatie met mijn tochtgenoten en thuisblijvers.

Doe je huiswerk

Denk goed na over de betrouwbaarheid van online gevonden routes. In veel apps kunnen gebruikers zelf routes maken en delen, wat zorgt voor wisselende kwaliteit. Ook in Outdooractive zijn er naast de geveri eerde routes van de alpenverenigingen routes van gebruikers te vinden. Op het scherm ziet een tocht er al gauw kant en klaar uit: berekeningen van afstanden, looptijd, hellingshoeken en hoogtepro el worden automatisch gemaakt. In het terrein ben je ervan a ankelijk, dus doe vooraf je huiswerk. Bestudeer de route goed en zoek zo nodig aanvullend (kaart)materiaal. Oefen ook eens met de app op een klompenpad of GR-traject dichtbij.

Wees je ook bewust van de digitale sporen die je achterlaat. Terwijl jij de app gebruikt om je route te volgen, volgt de commerciële ontwikkelaar jouw activiteiten.

Op

het scherm ziet een tocht er al gauw kant en klaar uit

Tablet

Alhoewel ik de papieren kaart nooit in de ban zal doen, denk ik na over een kleine zeven inch tablet voor navigatie. Dat is wel een apparaat extra, waarvoor ik minimaal 300 gram extra moet dragen en meer stroom nodig heb, maar dan geniet ik wel de luxe van een groter beeldscherm, waarop ik ook het gebied rond mijn route beter in beeld krijg. De mogelijkheid om er ook e-books en PDF’s met informatie over het terrein en de historie op mee te nemen, maakt het toch een overweging waard.

Of ik ook klaar ben voor weer een volgende stap weet ik nog niet. In de auto gebruik ik spraak om het navigatiesysteem te bedienen. In de bergen heb ik dat nog niet geprobeerd. Ik weet ook niet hoe ik reageer als ik op een wandelpad een computerstem hoor roepen: ‘Keer om alstublie .’

HOOGTELIJN 3-2023 | 69
Kaarten zijn er in alle soorten en maten, niet altijd even bruikbaar

Balans vinden met ADD

Klimmen als therapie

Natuurlijk is klimmen een uitdagende sport, die ook nog eens gezellig kan zijn. Maar voor Welmoed Ubels is het klimmen nog veel meer. ADD (Attention De cit Disorder) zorgt bij haar voor een overdaad aan prikkels. Een chaos die altijd om haar heen is, behalve in de wand. Daar vindt zij rust en focus.

Zorgvuldig haal ik de kronkels uit het felgroene klimtouw. Ik zou willen dat ik de kluwen in mijn onrustige ADD-brein ook zo makkelijk kon ontwarren. Ik bind me in, check alles en begin te klimmen. Mijn ogen jagen naar grepen, naar rimpelingen in de rots die dienst kunnen doen als voettreetjes. De richel van oranje steen graa zich in mijn vingertoppen en ik strek mijn benen uit. Ik geef me over aan het delicate spel van balans, rots en spierspanning en voel mijn gedachten vertragen. De chaos schui naar de achtergrond, de ruis verdwijnt. Een paar kostbare momenten voel ik me eindelijk mezelf. Ik vraag me af waarom ik bij de psycholoog altijd maar stil moest zitten en over mijn verleden moest blijven praten. Dit wonderlijke samenspel tussen lichaam, geest en de wilde natuur, dit is mijn therapie.

Storm

De diagnose ADD werd pas gesteld toen ik 27 was. Tot dan had ik geen idee wat mij ‘anders’ maakte. Op school was ik een stil en somber meisje, leraren vonden dat ik me moest aanpassen. Het voelde alsof ik sluipend door het leven ging. Dat veranderde toen ik als student in aanraking kwam met de klimsport. Vanaf het moment dat ik de ruwe rots onder mijn vingertoppen voelde was ik verkocht. Op de wand ging de storm van gedachten die immer door mijn hoofd raasde eindelijk liggen en voelde het alsof mijn gedachten en lichaam met elkaar in balans kwamen. Voor het eerst in mijn leven voelde ik me rustig en gefocust. Hoog in de wand kreeg ik eindelijk overzicht over de chaos waarin ik beneden leefde.

70 | HOOGTELIJN 3-2023
Tekst, beeld en illustratie Welmoed Ubels

Al snel was ik bijna dagelijks in de klimhal te vinden. Hoeveel onrust ik ook ervoer in het dagelijkse leven, op de wand kwam ik tot rust. Bovendien leerde ik een kant van mezelf kennen die me tot dan toe onbekend was: een sterke, gefocuste en veerkrachtige kant, die tevoorschijn kwam op momenten dat mijn spieren schreeuwden om verlossing en mijn laatste setje zich meters onder me bevond. In plaats van angst voelde ik euforie.

Gelukssto e

‘Blok!’ roep ik naar beneden als ik bij het anker ben aangekomen. Ik krimp ineen bij het horen van mijn schelle stem. Het woord stuitert heen en weer tussen de steile rotswanden van de Serra de Montsant. Een sto ge oranje wereld, hier en daar onderbroken door donkergroene stekelstruiken en de zachtroze bloesem van amandelbomen.

Een groep gieren glijdt geruisloos langs me heen, drijvend op de thermiek tussen de bergen die jaarlijks vele klimmers naar Margalef lokken. De warmte van de zon streelt mijn gehavende lichaam en in stilte geniet ik van de zeldzame rust die over me is neergedaald. Als mijn vriend de route ook geklommen hee richten we ons direct op de volgende. Ik neem het klimmateriaal van hem over en dan begint mijn verticale dans opnieuw.

In de volgende route glijdt mijn voet weg en komt mijn volledige gewicht aan mijn armen te hangen. De pijnscheut die door mijn schouder giert herinnert me ruw aan mijn schouderoperatie. Aan de angst die ik voelde toen de ernstig kijkende chirurg me vertelde dat ik misschien nooit meer zou kunnen klimmen.

Ik realiseerde me dat klimmen voor mij geen luxe is, maar noodzaak

Diagnose

Na de operatie werd klimtraining vervangen door revalidatieoefeningen. Ik zat in een diep dal, zonder de pieken rondom te kunnen zien. De psycholoog naar wie ik toe werd gestuurd stelde al snel vast dat mijn mentale problemen hun oorsprong hadden in ADD. Bij het zien van mijn ongelovige gezicht legde ze me uit dat ADD niet zozeer met hyperactiviteit te maken hee , maar vooral met de prikkelverwerking in de hersenen. Prikkels worden niet goed ge lterd in mijn brein, waardoor alle beelden, geluiden en gevoelens tegelijk binnenkomen. Dit resulteert in het constante gevoel van interne chaos en lichamelijke onrust. Daarnaast wordt ADD gekenmerkt door een tekort aan dopamine: het ‘gelukssto e’ dat het lichaam nodig hee voor focus, motivatie en een goede stemming.

Ze gaf me de verklaring voor het gevoel dat ik kreeg tijdens het klimmen: pas hoog op de wand komt mijn dopamineproductie goed op gang, waardoor ik me tijdens het klimmen pas echt een gebalanceerd mens voel. Daar, op de ongemakkelijke stoel en met de priemende blik van de psycholoog op mij gericht, realiseerde ik me dat klimmen voor mij geen luxe is, maar noodzaak. Ik moest de wand weer op.

Route naar rust

Het enige wat me erbovenop hielp was mijn voorzichtige terugkeer naar de rots. Met mijn arm stevig vastgebonden in een mitella begon ik voorzichtig uit het dal te klimmen, hier en daar geholpen door touwsteun van klimmaatjes. Ik leerde creatief zijn en hulp aanvaarden.

Ondertussen ben ik zowel fysiek als mentaal sterker dan ooit en hang ik nu in Spanje in de rotsen. Mijn vingers krommen zich om een kartelig randje en een flits van twijfel schiet door me heen. Door de pijn heen bijten? Of toegeven en mezelf de diepte in laten storten? Een van mijn vingertoppen scheurt en ik voel iets warms langs mijn handpalm stromen. De gedachten aan het donkere Nederland duw ik weg. Hier op de rots, hier ben ik thuis. Thuis bij een versie van mezelf die me keer op keer doet verbazen.

Een kracht waarvan ik niet wist dat ik hem had neemt bezit van me en ik dwing mijn voeten naar de rotswand. Een golf van opluchting stroomt door me heen als mijn teen een randje vindt dat mijn gewicht wil dragen. Weer in balans klim ik verder in de kronkelende route, die me leidt naar innerlijke rust, naar focus en uiteindelijk naar mezelf.

HOOGTELIJN 3-2023 | 71

In de rubriek In Vogelvlucht vertellen medewerkers van Vogelbescherming Nederland interessante weetjes en bijzonderheden over bergvogels, in Nederland of elders.

Vogels in het hooggebergte

Aanpassen

Het hooggebergte is best een extreme plek voor dieren om te leven. Het klimaat, de daarbij behorende temperaturen, een kort broedseizoen, het lage zuurstofgehalte en de doorgaans grote verschillen in de beschikbaarheid van voedsel maken het ook voor alpiene vogels een uitdagende omgeving.

Eén strategie om met kou, sneeuw en wind om te gaan is om ‘gewoon’ te vertrekken als het te extreem wordt. Voedsel is onder die omstandigheden vaak ook lastig te vinden, dus dat maakt de keuze makkelijker.

Sommige bergvogels zoeken het in de winter dus lagerop. De bikkels die blijven passen zich aan. Zij hebben onder andere meer (dons)veren, die bovendien dichter op elkaar aansluiten. Daarnaast graven soorten als de korhoen en de alpensneeuwhoen ’s winters holletjes, om er te rusten of sneeuwstormen uit te zitten. Onder de sneeuw is het vaak relatief warm. Een andere aanpassing van korhoenders zijn hun poten: de vogels in de bergen hebben grotere poten dan hun soortgenoten in het laagland, zodat ze als sneeuwschoenen fungeren.

IJle lucht

Wij mensen kunnen vanaf 2500 meter te maken krijgen met hoogteziekte. Ook voor vogels kan ijle lucht een probleem zijn. Maar er zijn vogels die op 5000 meter of zelfs op 7000 meter leven! Met name in de Himalaya zijn daar voorbeelden van te vinden, zoals de grandala (een lijsterachtige), de sneeuwduif en de moerasleeuwerik. De himalayagier is zelfs al eens op 11.000 meter hoogte vastgesteld. Hoe overleven die vogels dat? Sommige van deze soorten kunnen het hemoglobinegehalte in hun bloed veranderen, zodat ze bij ijle lucht toch zo efficiënt mogelijk zuurstof naar de organen transporteren. Bij andere soorten worden hartslag, hartritme en ademhaling drastisch aangepast, zodat ze dieper ademhalen en de hartslag versnelt.

Voedsel

Het merendeel van de alpiene vogels leeft van insecten, gevolgd door roofvogels die van andere gewervelden leven, en een kleine groep planteneters. De insecten- en vleeseters zijn veelal soorten die de winter elders doorbrengen. Dat kan zijn op lagere hoogte of zelfs vele honderden kilometers ver van de broedgebieden. Maar ook in de broedtijd kunnen de omstandigheden op grote hoogte uitdagend zijn voor deze vogels. Sommige vogels zoeken hun voedsel dan lagerop en vliegen heen en weer tussen sneeuwvrije voedselgebieden en hun nesten hogerop. Vogels als de goudplevier, de tapuit en de beflijster kiezen voor deze strategie. Overigens bieden de randen van de boomgrens het meeste voedsel aan bergvogels. Hier vinden we dan ook vaak de grootste verscheidenheid aan soorten.

Unieke habitats, unieke vogels

Wat al deze vogels gemeen hebben, is dat ze door hun levenswijze en fysiologie zijn aangepast aan (over)leven onder lastige omstandigheden. Het zijn unieke soorten, die leven in een unieke habitat. Reden temeer om deze, vaak kwetsbare, berggebieden goed te beschermen!

langs het pad 72 | HOOGTELIJN 3-2023
Tapuit Grandala’s
Goudplevier
Tekst Gert Ottens Beeld Jelle de Jong
in vogelvlucht
Foto SolundirWikimedia Commons

In Mijn verhaal vertellen leden over hun bergsportervaringen. Dit jaar lees je de verhalen van vrijwilligers van de NKBV over hun rol in de vereniging.

Improviseren en aanpassen

Weidse uitzichten boven de wolken en overal om je heen besneeuwde bergtoppen. Maar ook gevaarlijke gletsjerspleten en constant veranderende weersomstandigheden. Wie alpien wil klimmen, moet niet alleen avontuurlijk ingesteld zijn, maar ook risico’s kunnen inschatten en een goed aanpassingsvermogen hebben. Om dan ook nog verantwoordelijk te zijn voor een groep kersverse alpinisten, moet je over nog veel meer kwaliteiten beschikken. Het werk van een Alpiene Instructeur (AI) is intensief, maar juist daarom uitdagend en mooi. Wouter Bles (25) deed een aantal jaar zelf alpiene ervaring op en besloot toen de opleiding tot AI te volgen.

‘Toen ik twee jaar klom, hoorde ik voor het eerst over alpinisme. Het leek me geweldig om vanuit het dal de top van een berg te zien en te kunnen denken: die ga ik vandaag beklimmen. Met rotsklimmen alleen kom je toch een stuk minder hoog.’

Dus nam Wouter deel aan een basiscursus sneeuw en ijs in het Stubaital, waar hij de beginselen van het alpineren leerde. Het jaar erop namen bevriende AI’s hem mee en kon hij veel meters maken, waarmee niet alleen zijn ervaring, maar ook zijn enthousiasme groeide. Een gevorderdencursus en de opleiding tot AI volgden snel.

De opleiding

Wie AI wil worden, start met de opleiding AI3. Die opleiding bestaat uit een theorie- en een praktijkdeel. In de theorielessen komen onderwerpen voor als groepsdynamica,

kaartlezen, omgaan met onverwachte situaties en cursusvoorbereiding. Gedurende een tweeweekse tocht door de Alpen wordt die kennis vervolgens in de praktijk gebracht. ‘In de eerste cursusweek hebben we zelf veel geklommen in sneeuw en ijs om onze vaardigheden te laten zien. De tweede week draaide vooral om rotsterrein en om de beurt leidinggeven en lesgeven aan de rest van de groep. Het vertalen van zelf een handeling kunnen uitvoeren, naar die handeling aan de groep uitleggen, bleek nog best een grote stap!’

Doorgroeien

Na de opleiding tot AI3 mag je als vrijwilliger leidinggeven aan groepen in relatief makkelijk terrein. Cursussen op hoger niveau geef je samen met een Alpiene Hoofdinstructeur of berggids. Om ook zelfstandig specialisatiecursussen te geven kun je een

aparte licentie behalen of doorgroeien tot Alpiene Hoofdinstructeur (HI4, een aparte opleiding). ‘Ik heb zelf pas één basiscursus gegeven. Een interessante vervolgstap lijkt me om ook cursussen te geven op een hoger niveau (C2). Of ik daarna ook Hoofdinstructeur wil worden weet ik nog niet, al lijkt me dat wel een goede uitdaging als ik meer ervaring heb.’

Improviseren

Je begrijpt iets pas echt, als je het goed kunt uitleggen. Dat gezegde kan Wouter zeker beamen. ‘Ik heb ontzettend veel geleerd van de opleiding en het lesgeven en merk dat mijn eigen alpiene vaardigheden er daardoor zeker op vooruit zijn gegaan. Het belangrijkste wat ik heb geleerd, is om een goede inschatting te maken hoe ik mensen veilig meeneem de bergen in. Als iets voor mij als instructeur makkelijk is, moet ik me kunnen verplaatsen in de deelnemer en kijken hoe diegene het ervaart. Daarbij heb ik goed leren improviseren: de steeds veranderende omstandigheden door het weer of als gevolg van de klimaatverandering vragen om flink wat aanpassingsvermogen.’

Om het jaar start er een opleiding tot AI3 zomer. Ook de wintervariant wordt eens in de twee jaar gegeven. Bekijk alle informatie op de website van de NKBV Academie.

mijn verhaal
NAAM: Wouter Bles LEEFTIJD: 25 jaar KLIMT AL: 7 jaar FAVORIET KLIMGEBIED: Dolomieten
HOOGTELIJN 3-2023 | 73
Tekst Eva van Wijck Beeld Wouter Bles Alpiene Instructeur 3 zomer

Kijk voor het laatste verenigingsnieuws op nkbv.nl, of volg de NKBV op Facebook: facebook.com/de.nkbv en Instagram: @_nkbv.

Zomertip: digitale ledenpas

Met de NKBV-app heb je jouw digitale ledenpas altijd bij de hand. Daarop vind je naast je gegevens ook een overzicht van je betaalde diensten, zoals de reisverzekering en klimjaarkaart. Vergeet voordat je de bergen in gaat je ledenpas niet te downloaden, of een screenshot van je pro el te maken. Zo ben je niet a ankelijk van een internetverbinding en kan je altijd je klimjaarkaart laten zien. Bij berghutten wordt de digitale ledenpas gebruikt om te controleren of je lid bent van

een Alpenvereniging en of je recht hebt op korting op overnachtingen in de hut. Zorg er dus voor dat je jouw digitale ledenpas altijd bij je hebt als je de bergen in gaat! Meer weten over korting in hutten? Ga dan naar nkbv.nl/kenniscentrum/zo-ontvang-je-huttenkorting.

Verken de bergen met de Tochtenwiki

Wanneer je op zoek bent naar inspiratie voor mooie tochten, dan is de NKBV-Tochtenwiki iets voor jou! De Tochtenwiki biedt niet alleen leuke routes en activiteiten op jouw bestemming, maar ook alle informatie over klimgebieden. Met de Tochtenwiki app heb je jouw geplande tochten altijd binnen handbereik. Sla je route o line op en bekijk je locatie op de kaart, waar je ook bent. Zo kun je altijd veilig op pad. Ontdek de Tochtenwiki via tochtenwiki.nkbv.nl.

Topvlagfoto

Voor Joure (10) en Hidde (8) was het afgelopen september eindelijk zo ver: hun eerste topvlagfoto! De vaardigheden van deze twee jonge avonturiers werden op de proef gesteld tijdens de uitdagende via ferrata Le Claps in de Franse Rhône-Alpes.

Klimjaarkaart

Heb jij al een klimjaarkaart? Hiermee kun je als NKBV-lid een jaar lang klimmen en klettersteigen in 36 klimgebieden in België. Deze gebieden worden beheerd door de Belgische klimfederaties CAB, KBF en UBS. Zij onderhouden de rotsmassieven en maken afspraken met de eigenaren van de privéterreinen waarop de

rotsen liggen. Zo zorgen ze ervoor dat de gebieden toegankelijk zijn en blijven voor klimmers. Voor slechts €20,- per jaar klim jij dus niet alleen zoveel je wilt, maar ondersteun je ook het rotsonderhoud in de Belgische klimgebieden. Vraag je klimjaarkaart aan via nkbv.nl/klimjaarkaart.

Ga goed verzekerd op reis

Opleiding Alpiene Tochtleider open voor inschrijving

Vind je het leuk om met een groep op pad te zijn en heb je ruime ervaring met bergwandeltochten? Dan is de opleiding tot Alpiene Tochtleider wellicht iets voor jou. Als Tochtleider neem je in verenigingsverband groepen mee in alpien terrein. Bijvoorbeeld op een huttentocht of een kampeertrektocht. Je leidt de groep over gemarkeerde en ongemarkeerde paden, die veilig te begaan zijn zonder zekeringsmateriaal.

Op nkbv.nl/academie/opleidingen/alpien/tochtleider/atl3 lees je wat de opleiding inhoudt en hoe je je inschrij .

Als je de bergen in gaat, is het belangrijk om goed voorbereid en verzekerd te zijn, ook als je gaat bergwandelen. Om veilig op pad te gaan, moet je je kunnen oriënteren, risico’s en weersomstandigheden kunnen inschatten en tredzeker zijn. Daarnaast is een goede reisverzekering essentieel. Als je op vakantie iets overkomt, dekt de reisverzekering de kosten die gemaakt worden om je op te sporen of naar het ziekenhuis te vervoeren. Veel verzekeringen dekken bergwandelen alleen over ‘gebaande paden’. De NKBV-reisverzekering met bergsportdekking is speciaal voor onze leden ontwikkeld, zodat je altijd en overal geholpen wordt. Met een dekkingsperiode van zestig aaneengesloten dagen, extra dekking voor bergsportrisico’s en wereldwijde redding en repatriëring, kun je veilig en zorgeloos op pad gaan.

Lees meer over een goede verzekering op nkbv.nl/kenniscentrum/ bergwandelaars-niet-altijd-goed-verzekerd

74 | HOOGTELIJN 3-2023
nkbv voor jou
Foto Remy Karsemakers

Twee nieuwe Alpiene Hoofdinstructeurs

Arend Hamstra en Nicole Clerx hebben tijdens de Toerski en Freeride Winterweek in maart hun examen gehaald voor Alpiene Hoofdinstructeur 4 Winter. Hamstra kreeg ook gelijk zijn freeride-aantekening.

Het leden-voor-leden principe maakt de Winterweken mogelijk: ze worden begeleid door Instructeurs en Hoofdinstructeurs die hun deskundigheid en passie graag delen. Deze twee nieuwe Instructeurs werden getoetst terwijl zij direct met deelnemers onderweg waren. Onder pittige, winterse omstandigheden werden Nicole en Arend uitgedaagd door examinatoren Stefan Buis en Jeroen van der Eb om de deelnemers een uitdagende, maar veilige week te geven. Met veel verse sneeuw, een zwakke onderlaag en niveau 3 voor lawinegevaar was het zoeken naar de juiste balans.

Vanuit de Heidelberger Hütte, op de grens tussen Oostenrijk en

Zwitserland, organiseerden Nicole en Arend toerskitochten en freerideafdalingen. Niet alleen de examinatoren, maar ook de deelnemers waren enthousiast over de goede uitleg en betrokkenheid van Arend en Nicole.

Begin bij het Kenniscentrum

Sta jij te popelen om weer de bergen in te gaan voor een adembenemend avontuur? Of het nu gaat om een mooie wandeltocht, uitdagende beklimming of intensieve trailrun, het NKBV-kenniscentrum biedt handige artikelen om je optimaal voor te bereiden. Van tochtenplanning en techniek tot materiaal en uitrusting, alles wat je wil weten vind je op nkbv.nl/kenniscentrum.

Duurzaamheid

De NKBV streeft naar een duurzame relatie met haar leden en alle partijen in het veld. Duurzaamheid is ook een kernwaarde als het gaat om natuur, milieu en sociale waarden. We brengen dit zo goed mogelijk tot uitdrukking in een duurzame inkoop en bedrijfsvoering. Hoogtelijn wordt verpakt in composteerbare biofolie en gedrukt op FSCpapier: papier uit duurzaam beheerde bossen (een keurmerk met goedkeuring van het Wereld Natuur Fonds). Voor onze correspondentie gebruiken we 100% gerecycled papier. We schenken duurzame koffie van Brandmeester en hebben een CO2-neutrale postbezorging en data-opslag. We promoten het reizen per openbaar vervoer naar bergsportbestemmingen. Als je toch met de auto of het vliegtuig reist, kun je overwegen om je CO2-uitstoot te compenseren. Dit kan eenvoudig via greenseat.nl

Beter de bergen in met de NKBV

Ga mee met Bergsportreizen

De zomer staat voor de deur, begint het vakantiegevoel al te kriebelen? Bergsportreizen heeft nog plaats op diverse reizen. Wees er snel bij, want we zijn bijna volgeboekt! Bekijk onze reizen met gegarandeerd vertrek om zeker te zijn van jouw avontuur in de bergen. Of je nu op zoek bent naar een basiskamp, alpiene cursus of huttentocht, er zit voor iedereen iets bij. Kijk op bergsportreizen.nl/zomervakanties

NKBV-leden profiteren van voordelen en kortingen en ontvangen vijf keer per jaar Hoogtelijn. Met je lidmaatschap draag je bij aan het onderhoud van hutten en paden in de Alpen en het behoud van klimgebieden. Tip je vrienden om ook NKBV-lid te worden. Ze kunnen zich aanmelden op nkbv.nl en zien daar welke voordelen het lidmaatschap hen nog meer biedt.

HOOGTELIJN 3-2023 | 75
Foto Chris König

Portret van Ronald Naar in Grensverleggers

Een ijzig avontuur

Lang was Ronald Naar Nederlands bekendste en meest succesvolle bergbeklimmer. Hij schreef fraaie successen op zijn naam en publiceerde over al zijn ondernemingen. Na het bereiken van de Seven Summits, de hoogste toppen van de zeven continenten, richtte hij zich ook op de grote ijskappen. De NKBV-site Grensverleggers schetst een uitgebreid portret van de in 2011 overleden avonturier.

BOEKEN OVER EXPEDITIE NAAR

In 2001 publiceerde Ronald Naar zijn boek De plaag van de ijswind, met veel foto’s van de expeditie. In 2005 volgde een herziene editie. Het verhaal is ook opgenomen in de bundel

Extreme uitdagingen, die Naar in 2010 bij National Geographic uitbracht. In een tweede druk uit 2012, een jaar na het overlijden van Ronald Naar op de Cho Oyu, schreef zijn zoon Victor een voorwoord bij de verhalen over de K2, Antarctica en de Muztagh Ata.

76 | HOOGTELIJN 3-2023
Tekst Peter Daalder Beeld Ronald Naar

Na zijn vele successen als alpinist richtte Ronald Naar zich op de grote ijskappen. Eerst Groenland, daarna de Noordpool en als laatste in 1998 de Zuidpool. Zijn Trans-Antarctica Expeditie was een spectaculair idee: in één ruk, zonder tussentijdse bevoorrading, Antarctica oversteken, ruim 3850 kilometer.

Van Dronning Maud Land, aan de Afrikaanse kant van de Zuidpool, via het Amundsen-Scott Station op de geografische zuidpool naar de Amerikaanse onderzoekbasis McMurdo op Ross Island. Een cruiseschip zou hen daar ophalen en meenemen naar Nieuw-Zeeland.

De drie deelnemers aan de expeditie liepen grotendeels op ski’s, terwijl ze ieder een slee met voorraad, tenten en ander expeditiemateriaal trokken. Het plan zou alleen maar slagen door grote vliegers te gebruiken, waarmee met een behoorlijke snelheid dagelijks flinke afstanden afgelegd moesten worden. De hele expeditie mocht maximaal 105 dagen duren. Daarna was het gevaar op zee-ijs te groot, waardoor de terugkeer met een schip onmogelijk werd.

Loodzwaar

Dat het zowel fysiek als mentaal een beproeving zou worden, wisten Naar (toen 43) en zijn kompanen Coen Hofstede (33) en Ekon Hartog (31) destijds ook al. Het was maar goed dat de drie, die eerder samen op Groenland onderweg waren geweest, niet alles van tevoren wisten. De Trans-Antarctica Expeditie werd een loodzwaar en ijzingwekkend avontuur.

Een maand voor vertrek reisden de mannen naar IJsland, waar ze op de Vatnajökullgletsjer de revolutionaire sledes en vliegers van 8, 15 en 28 m² wilden beproeven. Zij moesten nog keuzes maken over de grootte en het soort mee te nemen vliegers. De sledes waren na veel discussie en een voorbereiding van veertien maanden gebouwd door een bedrijf uit Geldrop dat naam had gemaakt met de productie van kano’s. De Ronald Naar-pulka, feloranje vanwege sponsor TNT Post Group, werd gemaakt van Dyneema, een destijds nieuwe kunstvezel van DSM. Veel sterker dan alternatieven, was de mening. Het idee om ook Twaron te gebruiken werd afgewezen door DSM, dat was immers een product van concurrent Akzo.

Op IJsland werden de sledes als test voortgesleurd door sneeuwscooters. Dat verliep allemaal prima. Ook de vliegers deden hun werk en er werden behoorlijke snelheden behaald. Achteraf bleken de omstandigheden moeilijk te vergelijken met de Zuidpool. De sneeuwoppervlakte was in IJsland vrij egaal en een slee zonder een paar honderd kilo aan bagage laat zich wel voorttrekken bij matige wind.

Wind

De expeditie zou extra kans van slagen hebben door gebruik te maken van de katabatische winden op de Zuidpool. Die valwinden blazen van hoog naar laag en zouden de mannen met hun vliegers moeten voortjagen over de ijsvlakte. Speciaal voor Ronald Naar maakte de Universiteit Utrecht kaarten met een overzicht van de Antarctische ijswinden waarop ze hun route konden baseren.

HOOGTELIJN 3-2023 | 77

In totaal 62 nachten in een tentje op de Zuidpool

grensverleggers

Blader op Grensverleggers door het Verhaal over Ronald Naar, waarin zijn bewogen leven en veelvoud aan expedities worden geïllustreerd in tekst, foto’s en video’s.

De nieuwe website Grensverleggers ontsluit 120 jaar bergsportgeschiedenis. Noor van der Veen en Bas Visscher verzamelden informatie over tientallen Nederlandse expedities en bouwden het archief op. Via de tijdlijn, wereldkaart of zoek nctie vind je je weg door de rijke database.

Zoek je bijvoorbeeld naar Ronald Naar, dan ontdek je dat hij naast de Seven Summits ook talloze andere indrukwekkende beklimming op zijn naam schreef.

Ook vind je zijn naam terug in een expeditie naar Kirgizië in 2018, waar na zijn overlijden een top naar hem werd vernoemd. Ontdek het zelf op nkbv.nl/grensverleggers

Maar voordat het zover was moest eerst behoorlijk aan hoogte gewonnen worden, van zeeniveau tot bijna 4000 meter. Bovendien was het ijs allesbehalve egaal en prikte Ekon Hartog al na drie dagen met zijn skistok in zijn kuit. Met een diepe vleeswond moest hij opgeven. Omdat de voedselpakketten per dag voor drie mensen waren ingepakt, was het niet eenvoudig na het a aken van Hartog een deel van het eten achter te laten. Mede daardoor waren de sledes zeer zwaar en vorderden Naar en Hofstede maar mondjesmaat. Dagenlang trokken ze met zijn tweeën één slee om daarna terug te skiën om de volgende slee op te halen.

Dweil

De sledes kregen het zeer zwaar te verduren en bleken uiteindelijk niet bestand tegen de scherpe sneeuw- en ijsrichels op de Zuidpool. Alle stevigheid was weg uit de sledes, die als dweilen achter de mannen hingen. De expeditie waarin een half miljoen gulden was geïnvesteerd, dreigde te mislukken. Door een moedige piloot werden hun oude, in Groenland gebruikte sledes ingevlogen en konden de totaal uit elkaar gevallen revolutionaire sledes worden afgevoerd.

78 | HOOGTELIJN 3-2023

Tot overmaat van ramp bleek 1998 een vrij windarm jaar en blies de katabatische wind zeer onregelmatig. Niettemin vorderden Naar en Hofstede redelijk goed richting het Amundsen-Scott Station op de geografische zuidpool. Daar werden ze op 11 januari 1999, na 63 dagen skiën, verwelkomd door de wetenschappers die de basis bevolkten. In totaal hadden de twee 2263 kilometer afgelegd, toch nog altijd bijna 36 kilometer per dag.

Vier uitgangspunten

Gaandeweg was al duidelijk geworden dat de geografische zuidpool het eindpunt van de expeditie zou zijn. Naar baalde, want had zijn zinnen op een oversteek gezet. Maar de tijd liet verder skiën niet toe, het gevaar dat de zee bij Ross Island zou dichtvriezen was te groot. Naar begon zijn Trans-Antarctica Expeditie met vier uitgangspunten: Antarctica op het breedste punt oversteken; via een nog niet eerder gevolgde route; zonder hulp van buitenaf en in een recordtijd van tachtig, hooguit negentig dagen.

Geen van deze doelen haalden Naar en Hofstede. Dat zat met name Ronald Naar enorm dwars, ook omdat hij vond dat hij te veel compromissen had gesloten in de voorbereiding. Hij had gezondigd tegen zijn eigen regels en wist in zijn ogen de ambitie van de expeditie niet waar te maken. Uiteindelijk kon hij wel trots zijn op de prestatie die Hofstede en hij hadden geleverd, in plaats van verdrietig over wat ze niet hadden bereikt. De Zuidpoolexpeditie werd een markante prestatie in de lange lijst met bijzondere projecten van avonturier Ronald Naar.

HOOGTELIJN 3-2023 | 79
ze trokken met zijn tweeën één slee, om daarna terug te skiën voor de volgende slee
De karakteristieke bergen van Dronning Maud Land

naar een hut

Elgtårnet, Espedal, Noorwegen

Hut op poten

Dat de natuur van Noorwegen adembenemend mooi is, behoeft geen betoog. Minder bekend is dat Noorwegen met fraaie en gedurfde architectuur uitgekiende accenten aan het landschap toevoegt. Zoals Elgtårnet, een unieke hut in de vorm van een uitzichttoren.

Het Espedal profileert zich als Elgland, het land van de eland, en staat bekend om de elandentrek. Elk najaar trekken hier honderden elanden in noordelijke richting om in het hoger gelegen Murudal de winter door te brengen. In het voorjaar gaat de migratie weer in omgekeerde richting. Langs een van de eeuwenoude trekroutes van de dieren staat Elgtårnet, de elandtoren, een uniek vormgegeven hut van 12 meter hoog en drie verdiepingen.

Architectuur

De elandtoren is gebouwd in 2016. Oorspronkelijk was het idee om in het Espedal vijf nieuwe ‘architectural interventions’ te bouwen om het toerisme te bevorderen, gebouwen die

de cultuur en natuur van de regio accentueren. Besloten werd echter om de beschikbare gelden te bundelen en één bijzonder bouwwerk neer te zetten. Het Noorse bureau RAM Architektur maakte een spraakmakend ontwerp voor een hut in de vorm van een houten toren, die helemaal opgaat in de omgeving en deze niet aantast. De ontwerpers grepen terug op lokale bouwtechnieken zoals tømmerverk, bouwen met gestapelde balken.

Het hele bouwwerk bestaat uit prefab elementen die niet groter zijn dan maximaal twee mensen kunnen dragen en die per sneeuwscooter vervoerd kunnen worden. De poten waarop Elgtårnet staat zijn op slechts vier punten met betonijzer in de rotsen verankerd.

Jouw hut in Hoogtelijn?

Voor velen is de hut het (eind)doel van een tocht. Een rustplaats voor een bord soep, een glas fris of een broodje. Heb je een dagtocht gemaakt naar een bijzondere hut en heb je goed fotomateriaal?

Stuur de naam van de hut en jouw idee hierover naar hoogtelijn@nkbv.nl o.v.v. ‘Naar een hut’, dan bespreken we graag de mogelijkheden voor een artikel in deze rubriek.

80 | HOOGTELIJN 3-2023
Tekst en beeld Frits Pilzecker

Dicht bij de natuur

Een overnachting in deze hut brengt de gasten dicht bij de natuur. Met dat doel is de ligging gekozen en zijn exterieur en interieur ontworpen. De hut biedt overnachtingsruimte aan zes personen. Via een steile trap langs de buitenzijde bereik je de eerste verdieping, waar drie stapelbedden in glazen erkers een prachtig uitzicht geven op de omringende natuur. Op de tweede verdieping is een verblijfsruimte, uitgerust met elementaire voorzieningen: een tafel met banken en een houtkachel. De hut heeft geen stroom, alleen enkele lampjes op zonne-energie. Verder is er een watertank van 10 liter, zijn er wollen dekens, kussens en sloffen en is er altijd vogelzaad aanwezig, zodat de bezoekers de voederplankjes rond de toren

Elgtårnet ligt ruim 80 kilometer ten noordwesten van Lillehammer. De toren staat beneden in het dal en is alleen te voet bereikbaar. In de winter betekent dat vaak sneeuwschoenwandelen. Vanaf hotel Ruten Fjellstue loop je over een smal pad in ongeveer 25 minuten naar de hut. De route voert eerst door berkenbos en vervolgens door redelijk open dennenbos. Als je goed kijkt kan je daar tussen de bomen door aan je rechterhand de toren al zien staan.

Aan de westzijde van het Espedal ligt het Langsua Nasjonalpark, een uitgestrekt en gevarieerd gebied met alle mogelijkheden voor outdoor activiteiten. Er zijn gemarkeerde wandelroutes naar bemande en onbemande hutten en in de winter leent het gebied zich uitstekend voor het maken van skitours of sneeuwschoentochten.

kunnen bevoorraden. Helemaal bovenin is een overdekt uitzichtplateau waar je uren kunt doorbrengen met het speuren naar elanden. Je hebt hier ook uitzicht op Ramstjern, het vlakbij gelegen meertje waarin je kunt baden of zwemmen. Op de bovenste verdieping stond voorheen ook de wc met verbrandingsinstallatie, maar door terugkerende problemen met het systeem is die helaas vervangen door een wc-hokje naast de hut.

Wie in Elgtårnet overnacht, heeft de toren voor zichzelf. Anders dan bij veel berghutten reserveer je niet één slaapplaats, maar wordt de hut als geheel verhuurd. Twee nabijgelegen hotels, Ruten Fjellstue en Dalseter Høyfjellshotell, beheren de hut. De hut is het hele jaar toegan-

kelijk. Voor gasten die in de winter langskomen steken de uitbaters de houtkachels van tevoren vast aan en verhuren de hotels sneeuwschoenen.

HOOGTELIJN 3-2023 | 81
Van en naar Elgtårnet

Onze gidsen in het Ötztal

Zonder gidsen geen Bergsportreizen. Hoogtelijn zocht twee gidsen op, die door de jaren heen duizenden Nederlanders wegwijs hebben gemaakt in de bergen. Eberhard Fimml is al ruim vij ig jaar berg- en skigids in het Ötztal. In die periode leerde hij via cursussen van de NKBV veel Nederlandse berglie ebbers de fijne kneepjes van de bergsport. Hij bepaalde in samenwerking met de bergsportvereniging de inhoud van de cursussen en zorgde ter plekke voor begeleiders, hutten en materiaal. De 79-jarige berggids uit Vent neemt nu afscheid, afgelopen jaar was zijn laatste als contactgids voor Bergsportreizen. Alex Giacomelli (58) uit Sölden begeleidt nog ieder seizoen cursussen en viert zijn twintigjarig jubileum als contactgids voor de NKBV.

‘Waar imposant ijs was, is nu alleen nog maar grijs puin’

Eberhard Fimml woont in een van de laatste huizen van Vent, achterin het Ötztal. Het einde van de wereld.

‘Helemaal niet,’ zegt Fimml, ‘het is het begin van de wereld. De rust, de stilte van de bergen, die begint hier!’ Hij woont er al tientallen jaren en is een echt bergmens. Maar de ijle lucht op 1900 meter zit hem nu dwars. Hij lijdt aan COPD en hee voortdurend extra zuurstof onder handbereik. Werken in de bergen is niet langer mogelijk, daarom is hij na ruim vij ig jaar gestopt als contactgids voor de NKBV.

Fimml was net berggids toen Hubert Scheiber, een bekende berggids en pionier in het Ötztal, hem vroeg om een tocht van hem over te nemen. ‘Ik had nog geen klanten, dus dat leek me

wel wat. De Nederlandse Ski Vereniging was net opgericht in de Braunschweiger Hütte. Ik was daarbij en het werd beklonken met een liter wijn. Zij gingen graag met mij op stap en wilden ook buiten het Ötztal skitoeren maken. Ze vroegen mij wat voorstellen te doen. Dat is goed bevallen en zo is het contact met Nederlandse bergsporters begonnen.’

Twee bruilo en De mensen van de skivereniging maakten hun collega’s van de NBV en de KNAV opmerkzaam op Fimml. ‘Beide verenigingen vroegen of ik in de zomer tochten wilde begeleiden, maar je kunt niet op twee bruilo en dansen. Ik koos voor de KNAV en heb heel veel opleidingen en tochten voor die vereniging verzorgd en

82 | HOOGTELIJN 2-2023
Tekst Peter Daalder Beeld Sophia Eerden Eberhard Fimml

begeleid’, zegt Fimml. ‘Begin jaren zeventig boden we veel rotsklimmen aan, dat is toch het echte Bergsteigen. De cursisten waren toen vaak tussen de dertig en de veertig. Er waren wel jongerencursussen in het Rätikon, maar die werden niet geleid door professionele mensen. Ik vond dat niet altijd veilig, dus zijn we die cursussen ook met de lokale Bergsteigerschule gaan organiseren.’

‘In die tijd was er ’s zomers nog veel sneeuw. Hier in Vent met de li omhoog, uurtje lopen tot aan de Rofenkargletsjer en je stond in een prachtig gebied voor spletenoefeningen. Dat is nu allemaal weg. Waar ik dertig jaar geleden nog cursisten in een spleet liet zakken, groeien nu bloemetjes. Als ik zie wat er allemaal weg is, krijg ik tranen in mijn ogen. Waar imposant ijs was, is nu alleen nog maar grijs puin.’

11 Millimeter

Toen Fimml met de tochten begon had hij acht of negen cursisten met één gids. Nu is dat maximaal zes, bij sommige tochten maar vier of vijf. ‘Met een grotere groep is het gevaar op het lostrappen van stenen veel te groot. Waar je vroeger over een ijsveld liep is het nu brokkelig puin. In de laatste jaren zijn de cursussen behoorlijk veranderd, ook door nieuw materiaal. Toen ik begon was het dunste touw dat ik gebruikte 11 millimeter, nu 7-8. En ’s avonds sjouwde je een paar kilo water mee naar huis, dat had het touw opgezogen.’

Het touw droeg Fimml niet altijd: ‘Ze zeggen altijd: de gids draagt de verantwoordelijkheid, de cursist het touw.’

Fimml ging vroeger de bergen in zonder lawinepieper en airbag.

‘Ik had toen nog een Lawinenschnur. Dat was een dunne band van 25 meter, meestal met pijltjes die in de richting van de drager wezen. Dat touw sleepte je achter je aan en als je in een lawine terecht zou komen was er altijd nog wel iets van zichtbaar. Ik ben gelukkig nooit in een lawine terecht gekomen. Natuurlijk heb ik ook geluk gehad, maar des te meer je onderweg bent, des te meer je ziet en registreert. Het is de basiskennis en de ervaring. Ik maakte altijd een sneeuwpro el voor de cursisten, maar ik wist van tevoren hoe dat eruit zou zien. Dat is de ervaring. Ik ben altijd veel buiten geweest; in de winter was ik 120 dagen op skitoer. Je registreert dan het weer, de veranderingen. Iemand die veertien dagen per jaar in de bergen is, weet dat uiteraard niet.’

In zijn jonge jaren was Fimml een echt buitenmens, gebruind hoofd, wapperende haren. Woest aantrekkelijk volgens zijn vrouw Gyöngyi, die hem leerde kennen toen ze lid was van het Hongaarse skiteam dat in het Ötztal trainde. Niet veel laten trouwden ze en kregen ze twee kinderen. ‘Toen ging ik minder vaak weg. Daarvoor waren er jaren dat ik vaker op de Mont Blanc stond dan op mijn eigen Wildspitze.’ Nu geniet Eberhard van de zon en de sneeuw en is hij na al die jaren een echte ambassadeur voor het kleine Vent geworden.

‘Mooi dat jongeren nog steeds enthousiast zijn over de bergen’

Alex Giacomelli komt uit een familie van berg- en skigidsen. Vader, opa, oom, neef, allemaal zijn of waren ze gids. Alex is opgeleid als timmerman, maar werd net voor zijn 21e ook gids. Hij is zoals velen ook skigids. ‘Dat is mooi, vooral het toerskiën, maar het liefste ga ik als berggids op stap.’ Zijn oom begon met cursussen voor de NBV. ‘In 1986 had ik mijn eerste NBV-cursus, met jongeren naar de Winnebachseehütte. Later fuseerden de NBV met de KNAV, dat was in het begin lastig. De achtergronden waren zo verschillend: academici tegenover arbeiders. De mensen van de KNAV namen altijd halfpension, die van de NBV meestal alleen een overnachting, misschien een ontbijtje, maar voor de rest kookten ze zelf. Zelfverzorgend, eigenlijk het echte bergleven. Na vier, vijf jaar was dat verschil weg.’

Sneller

‘In de loop van de tijd is alles veel sneller geworden. In de westerse wereld willen we in een zo kort mogelijke tijd zoveel mogelijk doen. De stress van het werk, de mentaliteit overal het beste uit te willen halen, altijd concurrentie met de anderen, dat nemen mensen mee in hun vakantie. Ik heb geleerd om met Nederlanders niet altijd alles helemaal uit te praten, want dan is de week voorbij. Zelf laten ervaren, learning by doing, dat is mijn motto.’

HOOGTELIJN 2-2023 | 83
Alex Giacomelli Eberhard Fimml Alex Giacomelli

IDENTITY – LEER MET HERKOMSTBEWIJS

Meindl heeft al menig innovaties op het gebied van schoenen teweeg gebracht. De nieuwste innovatie heet Identity. Bij de modellen uit deze nieuwe serie bieden wij een gedetailleerd herkomstbewijs van het gebruikte leer aan. Hiermee verschaft Meindl een volledig transparante kijk op de productie van de schoenen, vanaf de alpenweide waarop de koeien grazen, de leerlooierij waar het leer bewezen milieuvriendelijk wordt gelooid tot de uiteindelijke productie. Al bij de leerlooierij wordt het leer voorzien van een identificatienummer welke handmatig in het leer wordt gedrukt. Dit identificatie nummer ook Identitynummer genoemd is dan in de schoen vereeuwigd op de binnenkant van de manchet. Op deze manier kan men de afgelegde levensweg van het gebruikte bovenleer op www. identity-leder.de volgen!

www.identity-leder.de
Linosa Identity
Tessin Identity mei_Anz_LinosaIdentity_Hoogte_210x135_MAI14_def.indd 1 15.05.14 11:01
ORIGINAL

Cursussen NKBV

Eberhard Fimml heeft zijn werk overgedragen aan zijn collega’s, Alex Giacomelli verzorgt ’s zomers en ’s winters nog zo’n acht tot twaalf weken cursussen voor Bergsportreizen, de reisorganisatie van de NKBV.

Wat de gidsen je precies leren in de alpiene basiscursus (C1), gevorderdencursus (C2) en specialisatiecursus (C3), lees je in deze blog: bit.ly/42Pq2KX. Ga voor de reisdata en boekingen naar bergsportreizen.nl

Alex houdt van het bergleven en probeert dat ook over te brengen op zijn cursisten. ‘Het is mooi als je ziet dat jonge mensen nog steeds enthousiast zijn over de bergen. Ik probeer het mooie van de natuur te laten zien. Dat elementaire leven in de natuur en de hut, daar houd ik van. Het is fijn om te zien dat mensen daar echt ontspannen. Als je na twee weken in de bergen weer beneden komt, het nieuws weer ziet en de reclames je weer laten weten wat je allemaal moet hebben om mens te zijn…’ Alex verzucht in het Nederlands: ‘Wat stom, denk ik dan.’

Fossiel

Door zijn vele cursussen met Nederlanders, spreekt en verstaat Alex veel. ‘Jongeren proberen me vaak dingen te leren, meestal niet echt nette woorden. Op mijn 42e vroeg een groepje pubers hoe oud ik was. “Jee, man, wat een fossiel”, reageerden ze in de veronderstelling dat ik ze niet verstond. De volgende dag heb ik tijdens een tocht even laten zien dat het fossiel nog leefde.’ Wie bij Alex een cursus volgt, treft een berggids die vooral naar de groep kijkt. ‘Waaraan is behoefte? Er zijn veel zaken bijgekomen de laatste jaren, maar het aantal dagen is van acht naar zes teruggegaan. Als de groep graag een extra toer maakt of liever nog een keer oefent in een ijsspleet, dan luister ik naar de groep. Ik merk wel dat mensen vroeger veel handiger waren om stijgijzers aan te doen en met een pickel te lopen. Vaak merk ik nu bij kinderen en jongeren dat ze niet zo goed door de rotsen en de sneeuw kunnen lopen.’

Grondbeginselen

Daarom zijn cursussen nog steeds belangrijk, aldus Giacomelli. ‘We leren de grondbeginselen. Oriëntatie op de mobiel is leuk, maar weet je waar het zuiden is, waar de zon schijnt? Dat is belangrijk als je op 3000 meter bent met min twintig. Hoe zorg je er daar voor dat je nog wat warmte van de zon krijgt? Zo probeer ik cursisten het theoretische verhaal in de praktijk te laten zien.’

Tientallen jaren actief voor duizenden Nederlanders

Alex is naast het gidswerk ook actief betrokken bij ontwikkelingen in de bergen. ‘Wij houden ons als berggidsen ook bezig met zaken als de watervoorziening en de energieproblemen in de bergen. Water is het nieuwe aardolie. Het is voor het plaatje van de bergen goed als er water en stroompjes te zien zijn, voor de vegetatie, voor het microklimaat. Als je al het water weghaalt om energie op te wekken, wat blijft er dan over van de natuur? Ik hoop dat de jonge generatie zich ermee gaat bemoeien en niet alleen die fossielen.’

In het Ötztal zijn zo’n honderd berggidsen, van wie de meeste een ander hoofdberoep hebben. ‘Er zijn nieuwe mensen nodig, ook hier. Ik heb het mijn kinderen al gezegd: ik ben er klaar voor om opa te worden.’

HOOGTELIJN 2-2023 | 85

In de serie Klimmen bij de buren laten we je klimgebieden in de nabije omgeving van Nederland zien, op maximaal 400 kilometer van Utrecht.

Porche de Roiseux

De grootste overhang van het land

Op de Porche de Roiseux vind je de langste en meest indrukwekkende overhang van heel België. Maar er is meer dan alleen die route wat dit zomerklimgebied aantrekkelijk maakt.

Het dal van de Hoyoux tussen Huy en Modave is niet de meest voor de hand liggende klimbestemming in België. Toch is er inmiddels een vij al klimgebieden te vinden: de conglomeraatrotsen van Régissa (zie Hoogtelijn 4 van 2020), Le Grand Poirier, het Bois de Sandron en de Rocher de Vyle, een klein massief van kalksteen. En er is natuurlijk de Porche de Roiseux, een rots met een indrukwekkende overhang, die van linksonder tot rechtsboven door de wand loopt, waarop je de meest overhangende route van België vindt. De meeste bezoekers komen hier voor die ene beroemde route: Du Glucose pour le Moineau. A ankelijk van hoe lang je door blij klimmen in de 60 graden steile overhang is het een 8a, een 8a+ of zelfs een 8b. In tegenstelling tot de meeste routes in

België in deze moeilijkheidsgraad is het nu eens geen gepriegel op een plaat met microscopisch kleine grepen. Nee, dit is het terrein voor de klimmer met flinke biceps en een goed uithoudingsvermogen.

Waag je je in de 8a? Check dan eerst of de karabiners en slinges van de ge xeerde setjes nog in orde zijn. Doordat de route befaamd is, is hij van deze luxe voorzien, maar slijten de materialen ook hard door het veelvuldige gebruik.

Wat ook atypisch is voor België, is dat dit een ideale wand is voor het warme seizoen. Freyr is het winterklimgebied pur sang, maar hier kun je juist zomers terecht, omdat de wand in het bos op het noordoosten ligt. De keerzijde daarvan is dat de wand vaak pas tegen de

zomer droog genoeg is om te beklimmen. Bovendien zal de eerste klimmer na het winterseizoen eerst flink moeten poetsen om de grepen schoon te krijgen.

Behalve de 8a is er nog een goed dozijn zesde- en zevendegraads routes die deels ook door de indrukwekkende overhang lopen. Je zal ver moeten rijden voor je een meer overhangende 7b vindt dan Trapiste au Glucose (basse fermentation)! Op de sector l’Emmental, 50 meter rechts van de hoofdwand, zijn enkele jaren geleden een paar vierde- en vijfdegraads routes van ongeveer 8 meter hoog ingericht. Voor een klimmer die zoekt naar diversiteit, is het leuk om de Porche de Roiseux te combineren met een bezoek aan Régissa.

Porche de Roiseux

• Aantal routes/maximale lengte: 21/35m

• Klimstijl/steilte: 90-140°

• Niveau routes: 4+ tot 8b

• Gesteente: dolomiet

• Expositie: noordoost

• Beste jaargetijde: zomer en herfst

• OV: het station van Huy op 8,5 kilometer

• Klimjaarkaartgebied

Meer informatie over dit gebied vind je in de NKBV Tochtenwiki: tochtenwiki. nkbv.nl/nl/poi/klimmen/ porche-de-roiseux/42296415.

86 | HOOGTELIJN 3-2023 klimmen bij de buren
De 25 meter lange overhang die van linksonder naar rechtsboven loopt Zeno Schaekers in het laatste deel van Du Glucose pour le Moineau (8b)

Rochers des Grands-Malades

Een outdoor klimhal

De rotsen in de voormalige steengroeve van Grands-Malades, onder de rook van Namen, zijn snel bereikbaar en hebben wel wat weg van een openluchtklimhal. Een goede locatie dus voor een spontane klimtrip deze zomer.

Om maar gelijk met de deur in huis te vallen: de rotsen van GrandsMalades bevinden zich niet bepaald in een idyllische omgeving. De ingang tot het gebied ligt aan een typisch Belgische straatweg en de zuidwand van de rotsen torent boven de drukke provinciale weg uit. Dat laatste hee overigens wel het voordeel dat bepaalde sectoren in de avonduren verlicht zijn. Handig wanneer je nog net die laatste poging wilt doen, maar het eigenlijk al te laat is.

Het beeld is heel wat anders als je het gebied via de toegangsweg aan de noordzijde betreedt. Aan de noordkant van het massief is het verrassend rustig en groen. Wat gelijk opvalt, maar wat vanaf de weg nog niet goed te zien was, is dat de rots uit dunne verticale schollen en vrijstaande rotstorens bestaat.

De rotsen van Grands-Malades zijn de schamele restanten van wat eens een fors rotsmassief was. De wand aan de noordzijde is ontstaan als gevolg van de activiteiten van een voormalige steengroeve. Net voordat alle rots was afgegraven is men gestopt. De naam van het massief verwijst overigens naar een nog verder verleden, toen hier de melaatsen uit Namen werden opgevangen.

De meeste klimroutes zijn aan de noordzijde te vinden. Het zijn vooral routes van een niet al te hoge moeilijkheidsgraad. De rots kenmerkt zich helaas door een gebrek aan wrijving, niet eens zozeer omdat de routes glad zijn geklommen, als wel een gevolg van de textuur van het gesteente. Mede daardoor krijg je soms het gevoel in een hal te klimmen. Dat gevoel wordt nog eens versterkt doordat je de auto op slechts een tiental meters van de rots kunt parkeren. Ideaal als je om wat voor reden dan ook niet wil sjouwen met je spullen.

De routes hebben allemaal solide haken, maar de afstanden tussen twee haken kunnen flink zijn. Iets wat kenmerkend is voor door de Club Alpin Belge (CAB) beheerde gebieden. In dat opzicht is het gebied niet te vergelijken met voorklimroutes in een klimhal. Het gebruik van een clipstick is aan te raden voor wie zich ongemakkelijk voelt bij de hoge eerste haken in sommige routes.

De makkelijkste routes zijn rechts in het massief te vinden op de Roc Singes, in de sector Star Wars en in de sector Drapeau op het plateau, dat met de trap bereikbaar is. De routes op de oostzijde en het deel van de noordwand van de Drapeau dat aan de weide grenst zijn al wat lastiger. Heel bijzonder hier

Rochers des Grands-Malades

• Aantal routes/maximale lengte: 107/20m

• Klimstijl/steilte: wand 80-90°

• Niveau routes: 3 tot 7c, voornamelijk 4a tot 6b+

• Gesteente: kalksteen

• Expositie: noordoost, deels zuidwest

• Beste jaargetijde: voorjaar tot herfst

• OV: het station van Namen op 2,6 kilometer

• Klimjaarkaartgebied

Meer informatie over dit gebied vind je in de NKBV Tochtenwiki: tochtenwiki.nkbv.nl/nl/poi/ klimmen/rochers-des-grandsmalades/27188844.

is de route Les Couloirs du Temps (5a), waarin je langs een gat in de rots klimt. De veertig routes op de noordzijde van de Grand Muraille zijn voornamelijk vijfde- en zesdegraads. Tot slot zijn er her en der op de zuidzijde nog zo’n twintig routes te vinden. De kwaliteit hiervan loopt sterk uiteen.

In het gebied is ook een korte, maar intensieve klettersteig ingericht. Meer info daarover vind je in de Tochtenwiki: tochtenwiki. nkbv.nl/nl/r/65031348

HOOGTELIJN 3-2023 | 87
Foto Collectie Rik van Daal Foto Paul Lahaye Foto links De noordwand van de Grand Muraille Foto onder Rik van Daal in de krochten van Les Couloirs du Temps (5a)

Iconen van Europa: Hoher Dachstein

Verwarring over toppen

De 2995 meter hoge Hoher Dachstein behoort tot de bekendste bergen van Oostenrijk. De Hoher Dachstein is echter geen markante piek, maar een bergmassief waar een behoorlijk aantal toppen uit omhoog steken. Pas nadat hogere bergen zoals de Mont Blanc (4808 meter), de Jungfrau (4158 meter) en de Groβglockner (3798 meter) waren beklommen kwam er aandacht voor de Hoher Dachstein. Door het ontbreken van accurate landkaarten en door het verschil in dialect van de plaatselijke bevolking was er tot halverwege de negentiende eeuw echter veel onduidelijkheid over de exacte locatie van de hoogste top van het Dachsteinmassief.

Vanuit het dal zijn aan de bovenkant van de steile en langgerekte zuidzijde van de Dachstein drie bijna even hoge bergtoppen te zien. Deze toppen, de Torstein (2947 meter), de Mitterspitze (2925 meter) en de Hoher Dachstein (2995 meter), verschillen zo weinig in hoogte dat vanuit de dorpen eromheen niet te zien is welke top de hoogste is.

De bergbewoners rondom het Dachsteingebergte wisten aan het begin van de negentiende eeuw dan ook niet precies welke top de Hoher Dachstein was en welke de Torstein. Het maakte hun ook niet zoveel uit, de twee toppen werden willekeurig Torstein, Dorstein of Dachstein genoemd.

Aartshertogen

De eerste persoon die interesse toonde in een beklimming van de Hoher Dachstein was aartshertog Johann von Österreich. Hij was een verwoed jager en bergbeklimmer en ondernam in 1804 een excursie naar de Dachsteingletsjer. In 1810 voltooide hij een tocht over het hoogplateau ten oosten van de Hoher Dachtsein, waarbij hij gefascineerd raakte door de wilde, vergletsjerde wereld die hij had gezien. Hetzelfde jaar nog werd er uit naam van de aartshertog een poging gedaan om via de Hallstätter-gletsjer de top te beklimmen, maar deze onderneming kwam al snel ten einde, omdat de gletsjer steiler en moeilijker bleek dan gedacht.

88 | HOOGTELIJN 3-2023
Tekst en beeld Martin Fickweiler

Een nieuw initiatief om de hoogste top van de Dachstein te beklimmen kwam van aartshertog Karl von Österreich, een oudere broer van Johann von Österreich. Ook deze beklimming mislukte echter zonder ook maar in de buurt van een top te komen. Wel werd er tijdens deze expeditie een gletsjer vernoemd naar de koninklijke hoogheid, maar het Karls Eisfeld smolt binnen twee eeuwen en verdween weer van de landkaarten.

Torstein

In 1817 was nog altijd onduidelijk welke van de twee toppen de hoogste was. Karl von Österreich gaf opdracht aan Jakob Buchsteiner om dat uit te zoeken. Maar de beklimming die Buchsteiner in 1819 in zijn eentje ondernam zorgde alleen maar voor meer verwarring. Bij terugkomst in het dal claimde Buchsteiner dat hij de hoogste top, de Hoher Dachstein, had beklommen, maar slechts weinig mensen wilden hem geloven. In 1823 werd Buchsteiner gevraagd nogmaals naar de top te klimmen om er een seinpaal te plaatsen, waarmee er driehoeksmetingen konden worden gedaan ter verbetering van de stafkaarten van het gebied. Hoewel Buchsteiner een premie werd beloofd wilde hij in eerste instantie niet opnieuw omhoog. Pas toen hij gezelschap kreeg van de landmeter Georg Kalkschmidt besloot hij de top nogmaals te beklimmen. Buchsteiner en Kalkschmidt beklommen de ‘Hoher Dachstein’ via de zuidoostgraat en vonden op de top Buchsteiners relikwieën uit 1819 terug. De beklimming van Buchsteiner werd hiermee bevestigd, de seinpaal werd op de top geplaatst en alle onduidelijkheid leek hiermee te zijn opgelost. Inmiddels weten we echter dat de mannen wederom niet de Hoher Dachstein, maar de Torstein beklommen.

Slecht zicht op de Gosaugletsjer, met een GPS vonden we het begin van de route over de westgraat

HOOGTELIJN 3-2023 | 89

De Adamekhütte

Beklimming van de Hoher Dachstein

Route en accomodatie

De Adamekhütte ligt op 2196 meter en vormt een goede uitvalbasis voor een beklimming van de Hoher Dachstein, de Mitterspitze en de Torstein. Vanaf de Adamekhütte loopt de route over een goed gemarkeerd pad door het puin van de gletsjer en over de Gosaugletsjer tot het begin van de westgraat. Daarvandaan volgt een klettersteig tot op de top.

Reis

Vanaf Utrecht is het naar de parkeerplaats bij de Gosausee zo’n zestien à zeventien uur reizen met de trein en de bus. De autorit is ongeveer 1000 kilometer.

Seizoen

De Hoher Dachstein is, a ankelijk van de sneeuwcondities, het best te beklimmen van eind mei tot en met oktober.

Informatie

Kaart: Alpenvereinskarte 14: Dachsteingebirge, ISBN 9783928777278.

Inspiratie

Bekijk de foto’s van Martin Fickweiler op Instagram: @martin ckweiler, ‘Stories of my life’.

Martin Fickweiler wordt in de serie Iconen van Europa gesponsord door Edelweiss, La Sportiva en het Oostenrijks verkeersbureau.

Hoher Dachstein

In 1825 en 1826 klimt Peter Gappmayer, een jager en berggids uit Filzmoos, in totaal drie keer naar de top met de seinpaal. Voorafgaande aan zijn laatste beklimming in 1826 krijgt hij van professor Peter Karl Thurwieser het verzoek om nog eens goed te kijken welke top van het Dachsteinmassief werkelijk de hoogste is. Zodra Gappmayer weer naast de seinpaal zit komt hij tot de conclusie dat de meest oostelijke top van de drie de hoogste moet zijn en dat hij dus niet op de Hoher Dachstein, maar op de Torstein staat!

In augustus 1832 gaat Peter Gappmayer alleen op onderzoek uit om een route naar de top van de Hoher Dachstein te vinden. Hij klimt omhoog over de Gosaugletsjer aan de noordkant van de berg en vervolgt zijn weg over de rotsachtige westgraat naar de hoogste top van het Dachsteinmassief. Deze eerste beklimming van de Hoher Dachstein wordt soms in twijfel getrokken omdat er geen bewijs van is, zelfs de exacte datum van de beklimming is nergens geregistreerd. In 1834 gaat Gappmayer opnieuw omhoog, deze keer samen met zijn broer Adam Gappmayer en professor Peter Karl Thurwieser. Het drietal volgt dezelfde route als Gappmayer in 1832 had gebruikt en op 18 augustus 1834 bereiken ze de top van de Hoher Dachstein, waar ze een houten topkruis plaatsen.

Hoewel het in die tijd gebruikelijk was een beklimming pas succesvol te noemen als er op de top wetenschappelijk onderzoek werd gedaan of een topkruis werd geplaatst, geldt tegenwoordig toch de beklimming van Peter Gappmayer uit 1832 als de eerste beklimming van de Hoher Dachstein.

Terug in de tijd

Om zoveel mogelijk de route van Peter Gappmayer te volgen parkeren wij onze auto bij de Vorderer Gosausee (933 meter). Samen met Yves Mooren begin ik aan de 12 kilometer lange wandeltocht naar de Adamekhütte (2196 meter). Rondom de Vorderer Gosausee is het nog behoorlijk druk met dagjesmensen, maar zodra we vanaf de Hinterer Gosausee op 1154 meter aan de duizend meter hoge klim naar de hut beginnen, komen we niemand meer tegen. We stijgen gestaag over een prachtig pad en een stuk boven de boomgrens bereiken we na drieënhalf uur lopen de hut. We worden hartelijk welkom geheten door huttenwaard Martin Scherr. Het is niet erg druk in de hut, doordat er de afgelopen dagen veel neerslag is gevallen. De hoge toppen van de Dachstein zijn nog altijd in wolken gehuld en het begint eigenlijk pas vandaag een beetje op te klaren.

De volgende ochtend nuttigen we al vroeg ons ontbijt en bij het eerste licht gaan we op weg naar de Hoher Dachstein. De toppen zijn door de laaghangende wolken nog steeds niet te zien en er zijn verder ook maar weinig mensen die zich klaar lijken te maken voor de klim.

Onderaan de Gosaugletsjer trekken we onze stijgijzers aan en zodra er hogerop sneeuw op de gletsjer ligt gaan we aan het touw. Door de recente sneeuwval is er geen spoor te bekennen en omdat we omringd zijn door een dicht wolkendek is het lastig om te bepalen waar we precies zijn. Bovenaan de Gosaugletsjer bereiken we de rotsen, maar we weten niet of dit rotsen van de

90 | HOOGTELIJN 3-2023
Een dikke laag rijp op het metaal Steenbokken onderaan de Gosaugletsjer

Torstein, de Mitterspitze of de Hoher Dachstein zijn. Even voelt het alsof we tweehonderd jaar terug in de tijd zijn. We overwegen om te wachten tot de wolken optrekken, maar dan worden we ingehaald door een touwgroep van vier personen, die aan de hand van een GPS precies lijken te weten waar ze de Gosaugletsjer af moeten om op de westgraat van de Hoher Dachstein te komen. We lopen een stuk met hen mee en wanneer de instap naar de westgraat in het zicht komt gaan we voor en komen we als eerste aan bij de staalkabels van de klettersteig. Het vocht uit de wolken is als dikke rijp neergeslagen op het staal en op de rotsen. Zodra we vastzitten aan de staalkabel kan de klim beginnen. Door de zekerheid en de houvast die de staalkabel biedt is het plezierig klimmen door een prachtig met rijp bedekt decor.

Er waait een koude wind langs de steile zuidkant van de berg omhoog, maar hierdoor zit er wel beweging in het wolkendek en breekt het geleidelijk aan steeds verder open. Op de top zitten we in de zon en hebben we een prachtig uitzicht, terwijl het stalen topkruis nog bedekt is met een flinke laag rijp. Met slechts drie of vier touwgroepen op de berg is het een rustige dag op de Hoher Dachstein. De volgende dag komen we erachter dat het ook anders kan.

HOOGTELIJN 3-2023 | 91
deze eerste beklimming wordt soms in twijfel getrokken omdat er geen bewijs van is, zelfs de exacte datum is nergens geregistreerd
De mensen die we tegenkomen op de klettersteig beleven er zichtbaar plezier aan Links de Gosaugletsjer en de Hoher Dachstein, daarnaast de Mitterspitze en de Torstein

OP ZOEK NAAR EEN

EIGEN, EXCLUSIEF VAKANTIEHUIS?

IN OOSTENRIJK

LUXE Chalets & Appartementen

INTERESSANTE Investeringsobjecten

IN KROATIË/ISTRIË

LUXE vrijstaande vakantievilla`s

INVESTEER in toeristische groeiregio

Het voor onze klanten selecteren van de mooiste plekjes is waar we in gespecialiseerd zijn. Wij gaan voor locaties waar we zelf in geloven. Wij begeleiden bij uw aankoop in Oostenrijk & Kroatië van het allereerste contact tot en met de oplevering / overdracht. Wij zijn Mondi Approved: een grote extra zekerheid voor u!

SINCE 2006 WAT DOEN WIJ VOOR U... alpendreams.eu | villakroatie.eu CONTACT info@alpendreams.eu

Een ander gezicht

Terug bij de hut horen we van Martin dat het de volgende dag prachtig weer wordt en dat de hut vrijwel volgeboekt is. Om ook te ervaren hoe het er op de Hoher Dachstein aan toe gaat op dagen met mooi weer besluiten we nog een keer omhoog te gaan. Wanneer ’s ochtends onze wekker gaat is het al behoorlijk rumoerig in de hut. Voor veel mensen is het een belangrijke dag, want vandaag gaan ze eindelijk de Hoher Dachstein beklimmen en gaat er een wens in vervulling. Omdat wij ongeveer weten wat ons te wachten staat doen we rustig aan en vertrekken we wat later dan de meeste anderen. Onderaan de Gosaugletsjer staan echter nog veel van onze voorgangers hun stijgijzers en gordel aan te trekken, wat voor sommigen nog een behoorlijk lastige puzzel lijkt te zijn. Zodra we het eerste steile stuk van de gletsjer onder ons hebben neem ik even de tijd om naar de toppen om ons heen te kijken. Het spoor dat we gisteren tijdens het lopen hebben achtergelaten in de sneeuw is vandaag overbodig. Zonder de belemmering van de wolken is het heel voor de hand liggend waar de westgraat van de Hoher Dachstein begint. De rots is vandaag helemaal droog en vrij van rijp, waardoor de route totaal anders aanvoelt dan gisteren. Ik geniet ervan vandaag een totaal ander gezicht van de Dachstein te leren kennen.

Op de top is het druk, want niet alleen vanuit de Adamekhütte zijn vanmorgen behoorlijk wat mensen omhoog gegaan, ook vanaf de oostkant komen veel mensen omhoog. Op de oostgraat bevind zich de eerste klettersteig uit de bergsportgeschiedenis, aangelegd door Friedrich Simony en Johan Wallner in 1843. Met de komst van een kabelbaan naar de Hunerkogel (2685 meter) is de route over de oostgraat sinds 1969 eenvoudig bereikbaar en geldt deze nu als de meest gebruikte route naar de top van de Hoher Dachstein.

Yves en ik nemen plaats op een beschut plekje in de zon en terwijl ons ko epotje op de brander staat te pruttelen kijken we naar het komen en gaan van een breed scala aan klimmers en toeristen. Niet iedereen is uitgerust als een alpinist; veel jonge

mensen die vanaf de Hunerkogel komen dragen een korte broek, een trui en sportschoenen. Niet veel later neemt naast ons een man plaats. Hij draagt oude maar goed verzorgde bergschoenen, vale maar functionele kleding en een hoedje tegen de zon.

Uit zijn binnenzak haalt hij een Snickers, slaat zijn benen over elkaar en begint genietend van het uitzicht aan zijn welverdiende snack. We raken in gesprek en hij wijst ons de plek van zijn huis in het dal en vertelt dat hij al zolang hij zich kan herinneren ieder jaar tenminste één keer naar de top van de Hoher Dachstein komt. Vroeger via de Gosaugletsjer of door de zuidwand, maar tegenwoordig met de kabelbaan en via de klettersteig van Simony over de oostgraat. Het verhaal van de man inspireert me en ik vind het fijn om te bese en dat er bijna in iedere lee ijdsfase wel iets in de bergen te beleven valt.

De verhalen uit de serie Iconen van Europa zijn gebundeld in het boek The Soul of Mountaineering Lees meer over het boek op p. 13.

HOOGTELIJN 3-2023 | 93
op de oostgraat bevindt zich de eerste klettersteig uit de bergsportgeschiedenis
Trotse klimmers op de top van de Hoher Dachstein Een touwgroep op het bovenste deel van de Gosaugletsjer

Volg @hoogtelijn op Twitter voor het laatste nieuws van de redactie. Tips zijn welkom op hoogtelijn@nkbv.nl.

Vrijheid als levensmotto

In de autobiogra e van Thomas Huber overheerst één woord: vrijheid. Natuur, klimmen, bergen, avontuur, een beetje onaangepast gedrag, dat alles zit voor Thomas en zijn broer Alexander in dat ene woord.

De titel In den Bergen ist Freiheit is dus goed gekozen.

Thomas is een avonturier, een wildebras, maar toont ook vaak zijn zachte, emotionele kant. Hij brak en scheurde van alles in zijn lichaam, maar krabbelde steeds weer op.

Hoewel zijn familie enorm belangrijk voor hem is, gaat er niets boven klimmen en de bergen. In thuisbasis Beieren, de Dolomieten, Patagonië, Yosemite en Pakistan. Rotpunkt-klimmen is het uitgangspunt, de Huberbuam zijn er bekend door geworden.

Thomas schrij over zijn rock-’n-roll-leven, met zijn klimvrienden de Stone Monkees, muziek, bier en af en toe een sigaret. Voor de seks ging de Playboy mee op expeditie ‘om de vrouwelijke anatomie niet geheel te vergeten’. Kwajongensachtig, over de top, maar alles steeds met één doel: klimmen zoals zijn idolen Albert en Güllich.

De langharige, zo uit de hippietijd weggeplukte Thomas is niet alleen rebel, hij presteert ook. In The Nose op El Capitan zet hij met Alexander een snelheidsrecord, hij is vaak actief op de Latok in Pakistan en in Patagonië op de Cerro Torre, waarnaar hij zijn wilde, onaangepaste hond noemde. Hij doet talloze opzienbarende beklimmingen, waarvan hij de topo in zijn hoofd hee vastgezet. Naast vrijheid is er nog één woord waaraan hij verknocht is: Dahoam, thuis. In Beieren, met zijn gezin, vrienden, in de kroeg en bij zijn rockband Plastic Surgery Disaster. [Peter Daalder]

In den Bergen ist Freiheit

Thomas Huber, Piper Verlag (2022), piper.de ISBN 9783890295213

€25

Burden of Dreams replica

In het Finse Lappnor ligt een boulder waar de beste klimmers ter wereld van dromen. Burden of Dreams is de naam van de lijn die de Fin Nalle Hukkataival op 23 oktober 2016 opende, na meer dan vierduizend (!) pogingen. Shawn Raboutou, Daniel Woods, Jimmy Webb, Dave Graham, allemaal probeerden ze tevergeefs wat misschien wel de moeilijkste boulder ter wereld is.

Toen kwam de Brit Aidan Roberts met een idee: waarom geen replica bouwen van de boulder? Hij scande de grepen, deed precieze metingen over de afstanden en bouwde de boulder na met grepen uit een 3D-printer. Zijn landgenoot William Bosi hee tien dagen lang getraind op de replica en ging daarna naar Finland. Wat bleek? Dat je de passen in een replica kunt maken betekent nog niet dat je het ook direct in de echte boulder kunt. Misschien is dat maar goed ook, want stel je voor dat William de boulder zou flashen. Zou die flash dan de geschiedenisboeken in zijn gegaan als de eerste geflashte 9A? Na nog eens veertien dagen slaagde Bosi erin Burden of Dreams te toppen. Op Instagram deelt hij zijn vele pogingen en natuurlijk zijn succesvolle beklimming: instagram.com/will_bosi

Meer dan witte stranden

Wie bij de Spaanse Costa Blanca alleen maar denkt aan overwinterende bejaarden, Nederlandse bingopaleizen en examenfeestende pubers, doet dit gebied ernstig tekort. Pal achter de kust, met zijn vaak treurig stemmende toeristische infrastructuur, ligt een buitensportparadijs waar je jezelf winter na winter kunt vermaken. Mark Eddy selecteerde voor de Britse uitgever Cicerone zestig routes over bergkammen en via ferrata’s, door canyons, over sport- en tradklimroutes, veelal in de onderste moeilijkheidsgraden, over bergwandelpaden en trailrunroutes en zelfs geasfalteerde etspaden. Alle activiteiten krijgen in Costa Blanca Mountain Adventures een moeilijkheidswaardering, zodat je weet waar je aan begint. Per route wordt de verwachte tijdsduur beschreven, evenals de benodigde uitrusting, de ligging op de zon en de toegang tot het startpunt. Foto’s met ingetekende routes verduidelijken de beschrijvingen. [Frank Husslage]

Costa Blanca Mountain Adventures

Mark Eddy, Cicerone (2022), cicerone.co.uk

ISBN 9781786310330

€24,95

94 | HOOGTELIJN 3-2023 gespot
Onder redactie van Frank Husslage en Ico Kloppenburg

GR 20 gereanimeerd

Nadat in 2015 zeven mensen er het leven lieten in een verschrikkelijk noodweer, bleef het Cirque de la Solitude drie jaar verboden terrein voor wandelaars op de GR20. Nog steeds gaat de GR20 in een grote boog om het Cirque heen, langs de Monte Cinto, maar verboden is het keteldal niet meer. Je moet het nu wel doen zonder de markeringen, ladders en staalkabels, die er voor het ongeluk wel waren.

Vandaar dat het Cirque nu een van de zestien varianten is die zijn opgenomen in deze Engelstalige gids met niet meer titel dan Corsica GR20 van de Italiaan Ludovico Bianciardi. Die zestien varianten zijn een aanvulling op de originele zestien etappes waarin de GR20 Corsica oversteekt. De 180 kilometer van noord naar zuid over het Île de Beauté geldt nog altijd als een van de zwaarste wandelroutes van Europa, een predikaat dat ook nog altijd garant staat voor veel bezoekers. Om drukte te vermijden zijn die zestien alternatieven misschien wel erg welkom.

Voor wie geen zin of tijd hee om de hele route te lopen, maar wel wil proeven van het GR-gevoel beschrij Bianciardi nog

eens zestien rondwandelingen van één, twee of drie dagen, die goed bereikbaar zijn en volgens de achterflap minder zwaar.

[Rien Jans]

Inspiratie The Real Thing

Corsica GR20

Ludovico Bianciardi, Versante Sud (2022), versantesud.it

ISBN 9788855470759

€34,00

Overdaad kan schaden

De Noorse antropologe Erika

Fatland raakte als Donald Ducklezend kind geobsedeerd door ‘Verweggistan’ en wilde dat mythische land met eigen ogen aanschouwen. Uiteindelijk bereisde ze in 2018 en 2019 in twee zeer uitgebreide etappes alle Himalayalanden: Pakistan, India, Nepal, Bhutan en China. Ze wilde naast de bekende invalshoeken van stoere bergbeklimmers en zweverige yoga-adepten nu vooral de bevolking zelf aan het woord laten. Het resultaat is Op grote hoogte, een overdadig reisverslag van bijna zevenhonderd pagina’s, waarin het soms heerlijk zwelgen

is, ook al blijkt Verweggistan meestal meer mythe dan werkelijkheid.

Behalve dat Fatland een begenadigd waarnemer is, is ze met haar beheersing van maar liefst zeven talen ook polyglot. Hoewel ze niet altijd zonder tolk kon, en haar tolken zelf soms óók nog tolken nodig hadden, opende haar talenkennis deuren die anders wellicht gesloten waren gebleven. Aan de andere kant hee haar gedreven nieuwsgierigheid vast ook de nodige deuren dichtgegooid. Het reisverslag liet me soms met

In Hoogtelijn 3 van 2022 stonden we stil bij The Real Thing, de legendarische klimvideo uit de jaren ’90 met Ben Moon en Jerry Mo att. Dat deze video destijds een onuitwisbare indruk maakte op veel klimmers blijkt uit recente video’s van Magnus Midtbø en Adam Ondra. Samen met een nog steeds erg tte Ben en een inmiddels iets minder tte Jerry bezoeken ze het Peak District, waar veel van de video zich afspeelde. Adam flasht daar tot verbazing van Jerry zijn boulder The Ace (8B). Absoluut de moeite waard voor iedereen met een beetje gevoel voor klimgeschiedenis. Bekijk Back to the Real Thing via bit.ly/3GWq0ru of scan de QR-code.

andere ogen kijken naar een wereld die ik enigszins dacht te kennen, maar even zo vaak kon ik mezelf vinden in de opmerking van een Chinese gids, die zich afvroeg of Fatland zou blijven doorvragen, totdat ze het door haarzelf tevoren bedachte antwoord uit de mond van een Verweggistanbewoner zou horen. [Frank Husslage]

Op grote hoogte

Erika Fatland, De Geus (2022), singeluitgeverijen.nl/de-geus

ISBN 9789044544787

€34,99

HOOGTELIJN 3-2023 | 95

Inclusief

15-daagse 4-sterrenreis

GRATIS!

Kroatië & Montenegro Totale prijs € 12991),–

Uw voordeel - € 10001),–

Inclusief spectaculair excursieprogramma:

Dag 1 – 7: Cultuurhistorische 4-sterrenreis

• Dubrovnik (Werelderfgoed): Wandeling door de pittoreske oude binnenstad (Werelderfgoed)

• Adriatische Zee: Panoramarit langs een van de mooiste kusten ter wereld

• Ston: 5,5 km lange vestingmuur uit de 14e eeuw – ‘s werelds tweede langste muur, na de Chinese Muur

• Peljesac-brug: imposante tuibrug

• Split: Rondleiding langs machtige paleizen, zuilen en historische plaatsen. Vooral het Paleis van Diocletianus (Werelderfgoed) is adembenemend – een van de best bewaarde Romeinse bouwwerken ter wereld (entree inbegrepen).

• Trogir (Werelderfgoed): wondermooie oude binnenstad (Werelderfgoed) op een klein eilandje

• Porto Montenegro: mondaine jachthaven in Tivat

• Omis: Havenstad & voormalige piratennederzetting

• Počitelj: een van de meest interessante dorpen van de Balkan met kasteelmuren, moskeeën en karavanserais

• Kunstambacht in traditionele tapijtenknoperij

• Medjugorje: een van de bekendste christelijke pelgrimsoorden ter wereld, waar 6 jongeren de Moeder van God zagen

• Trebinje: Bijzonder bezienswaardig zijn de historische binnenstad ‘Kastel’ en de Osman Pasha Moskee

• Ambachtelijke traditie in juwelen- en een lederatelier

• Budva: Wandeling door een van de oudste stadskernen langs de Adriatische Kust

• Kotor (Werelderfgoed): een van de mooiste baaien van de Europese Middellandse Zeekust en een Werelderfgoed Dag 8 – 15: GRATIS – ontspanning in een prachtig

4-sterrenhotel aan de Adriatische Zee

Een week ontspanning in uw 4-sterrenhotel aan de Adriatische Zee! Geniet van het comfort van ons hotel, nemen een pauze bij het zwembad of maken een heerlijke wandeling. Op dag 14 keert u terug naar Dubrovnik. Op dag 15 terugvlucht naar Nederland.

Lezen en reizen: Onze voorkeursprijs voor u als lezer van HOOGTELIJN vanaf slechts

Voor u inclusief:

(Prijsvoorbeeld voor zelf-boeken)1)

Heen- en terugvlucht met gerenommeerde € 340,–1) luchtvaartmaatschappij2) naar Dubrovnik, inclusief hoteltransfers & luchthaventoeslagen

7-daagse cultuurhistorische 4-sterrenreis € 639,–1)

Kroatië & Montenegro met de 4 beroemdste

UNESCO werelderfgoedplaatsen

- 7 overnachtingen in een tweepersoonskamer in geselecteerde 4-sterrenhotels (nat. categorie)

- 7× royaal ontbijtbuffet

- Gekwalificeerde, Nederlandssprekende studiereisleider

- Fascinerende rondreis in onze moderne touringcar met airconditioning en met een spectaculair excursieprogramma + entrees (volgens programma)

ONS CADEAU: 8 dagen ontspanning in een € 320,–1)

4-sterrenhotel aan de Adriatische Zee GRATIS

- 7 overnachtingen in een tweepersoonskamer in een 4-sterrenhotel (nat. categorie)

- Gekwalificeerde, Engelssprekende reisleider

- Gratis gebruik van de faciliteiten van het hotel: aantrekkelijk buitenzwembad, verwarmd binnenzwembad en nog veel meer

24 uur arts op oproep

Totale prijs per persoon € 1299,–1)

Uw maximale voordeel per persoon – € 1000,–1)

Uw voorkeursprijs p. p. vanaf slechts € 299,–*

Extra services tegen voorkeurscondities:

Genieterspakket: Het pakket bevat een comfortabel halfpension d.w.z. een dagelijks uitgebreid dinnerbuffet met internationale specialiteiten tijdens de 7-daagse cultuurhistorische reis: slechts € 149,– per persoon. Toeslag eenpersoonskamer: € 299,– per persoon/reis (indien beschikbaar).

per persoon i.p.v. € 1299,–1) € 1299,– € 299,–*

Nederlandse staatsburgers hebben voor de toegang tot Kroatië, Bosnië-Herzegovina en Montenegro een reisdocument (paspoort of ID-kaart) met foto nodig dat voor het hele verblijf geldig is. Met een geldige ID-kaart mag u 30 dagen in Montenegro verblijven. Er is geen visum verplicht. Burgers uit andere landen wordt aangeraden om te informeren bij de ambassades van Kroatië, Montenegro en Bosnië-Herzegovina wat de voor hen geldende inreisbepalingen zijn. * Staats toeristenbelasting in Kroatië, Bosnië-Herzegovina en Montenegro van maximaal € 3 per persoon per nacht (vanaf februari 2023) ter plaatse te betalen. Bij ontvangst van de schriftelijke reserveringsbevestiging is een aanbetaling verschuldigd ter hoogte van 15% van de reissom. Het resterende bedrag dient 42 dagen voor vertrek te zijn voldaan. Deze prijs geldt voor reizen met vertrekdatum 20-11-2023. Bij andere vertrekdatums gelden de toeslagen zoals vermeld in de tabel. Als u bijvoorbeeld een vlucht boekt met vertrekdatum 2-10-2023, 9-10-2023 en 16-10-2023 vanuit Schiphol dient u bijkomende kosten te betalen, bestaande uit een seizoenstoeslag van € 240,– per persoon. Deze aanbieding geldt alleen voor de ontvanger en een meerderjarige reisgenoot. De reisvoorwaarden van de ANVR en de aanvullende reisvoorwaarden van RSD Reise Service Deutschland GmbH zijn van toepassing op de tot stand te komen reisovereenkomst tussen u en RSD Reise Service Deutschland GmbH. U kunt deze opvragen bij de Reishotline of raadplegen op www.rsd-reizen.nl. Deze aanbieding is vrijblijvend. Het kan zijn dat de reis niet meer beschikbaar is. In voorkomende gevallen kan de aanbieding na uw aanvaarding en onze eventuele bevestiging ervan worden herroepen. De reis kan enkel worden gereserveerd voor de in de tabel aangegeven datums, op basis van beschikbaarheid. RSD Reise Service Deutschland behoudt zich conform de Algemene Reisvoorwaarden het recht voor in geval van aanzienlijke prijsstijgingen toeslagen bij de klant in rekening te brengen. Voor alle data geldt dat eventuele drukfouten zijn voorbehouden. Alle foto’s zijn algemene voorbeeldfoto’s. Het cadeau geldt alleen bij de boeking van een cultuurhistorische reis. Geplande grootte van de groep: ca. 38 personen. Niet geschikt voor personen met beperkte mobiliteit. Let op: minimaal aantal deelnemers 30 personen per reis. Voor de doorgang van deze reis is een minimum aantal deelnemers vereist. Als er te weinig deelnemers zijn voor deze reis, zullen wij u daarvan op de hoogte stellen. In dat geval kunnen wij de reisovereenkomst opzeggen. Dat doen wij uiterlijk 20 dagen voor vertrek.

1) De genoemde voorbeeldprijzen zijn gebaseerd op de prijs voor de reis van 20-11-2023 t/m 4-12-2023 en werden berekend op 30-1-2023. Vluchten van Schiphol naar Dubrovnik op www. expedia.nl (goedkoopste, opzegbare beschikbare vlucht inclusief bagage), transfers luchthaven Dubrovnik luchthaven op www.holidaytaxis.com, excursie op www.viator.com en www.getyourguide.com, Hotel Lero, Hotel Jona, Herceg Etno Selo Međugorje, Meridian Hotel, La Vite e Bella 3, Hedera Residences Kumbor en Hotel Azzurro op www.booking.com

2) bv. Freebird Airlines (bekende charterluchtvaartmaatschappij) of Croatia Airlines (lid van Star Alliance – de grootste luchtvaartalliantie

Uw maximale voordeel - € 1000,–1) p. p.

Wij nemen de luchthaventoeslagen voor onze rekening !

Één van de populairste cultuurhistorische reizen onder Nederlanders ! – Inclusief excursieprogramma & entrees ! Luchthaven Schiphol Luchthaventoeslag p. p. € 40,– € 0,–Vertrekdagen maa Reismaanden oktober 2023 (2 – 16-10-2023) oktober 2023 (23 – 30-10-2023) november 2023 (6-11-2023) november 2023 (13-11-2023) november 2023 (20-11-2023) Seizoenstoeslag p. p. € 240,– € 180,– € 120,– € 60,– € 0,–
ter wereld) Speciaal voor u als lezer van HOOGTELIJN ! De insolventieverzekering van RSD is afgesloten bij Deutscher Reisesicherungsfonds GmbH. Tel.: 0049 30 - 78954770, ons klantnummer: 21100922021. Uw voordeelcode: Bel nu gratis om uw gewenste reisdatum te reserveren: Maandag t/m vrijdag van 9.00 – 18.00 uur Reisorganisator: RSD Reise Service Deutschland GmbH, Elsenheimerstraße 61, 80687 München, Duitsland
0800 2626 110 Onze reistip Dag 1 – 7: Cultuurhistorische 4-sterrenreis Kroatië & Montenegro Dag 8 – 15: Ontspanning in een 4-sterrenhotel aan de Adriatische Zee
HOOG31220
*
vanaf € 299,– slechts
p. p.
340,–639,–320,–1299,–
van
Voorbeelden
hotels
Split (Werelderfgoed) Inclusief Dubrovnik (Werelderfgoed) Inclusief Kotor (Werelderfgoed)
Inclusief
Trogir (Werelderfgoed) Inclusief + 8 dagen ontspanning in een 4-sterrenhotel GRATIS

Het waarom verklap ik niet, maar Torbjørn Ekelund besluit van de één op de andere dag vooral lopend door het leven te gaan. Al lopend raakt hij gefascineerd door wandelpaden, oud en nieuw, lang en kort. In zijn boek De geschiedenis van het pad beschrij hij een persoonlijk onderzoek naar het pad en dat doet hij, vlot geschreven, uitgebreider dan u en ik dat waarschijnlijk zouden doen.

Zijn experimenten spelen zich steeds af in Noorwegen. Alleen, met familie en met vrienden doorkruist hij op allerlei manieren het landschap. Uiteindelijk brengt het hem ook terug naar zijn jeugd, bij het pad van zijn kindertijd. Ondertussen trakteert hij de lezer op allerlei interessante bespiegelingen en weetjes over de oudste wegen van de mensheid: de wandelpaden. Een aanrader voor iedere wandelaar en een ideaal cadeau! [Ico Kloppenburg]

Boeiend onderzoek naar ‘Het pad’ Kerstsprookje

Honnold in Bleau

Oke, Alex Honnold hee Freerider (7c) op El Capitan gesoleerd en is misschien wel de beroemdste klimmer (zeker buiten de klimwereld). Maar wat klimt hij in Fontainebleau? Sinds kort weten we daar iets van, want Honnold vereerde het sprookjesbos ten zuiden van Parijs met een bezoek. En dat bleef natuurlijk niet onopgemerkt. Tip voor iedereen die staat te zweten bij een boulder: vraag jezelf af wat Adam Ondra zou doen. Dat was Honnolds aanpak. Kijk via bit.ly/3UNcdsM of scan de QR-code.

De geschiedenis van het pad

Torbjørn Ekelund, De Geus (2019), singeluitgeverijen.nl/de-geus

ISBN 9789044541564

€7,90

Is dit een bergsportboek? Nee, het is een kerstsprookje. Is het een boek voor bergboekenlie ebbers? Ja, nou en of! En dan vooral voor de lie ebbers van sneeuw en Scandinavische winters. Het boek wordt gekwali ceerd voor lezertjes vanaf vier jaar. Wat mij betre is een bovengrens aan de lee ijd niet van toepassing. Ergens in de sneeuw vertelt een kerstsprookje. Een kind is eenzaam in de grote stad, die volledig in kerststemming is, behalve bij haar thuis. Als het kind wegloopt en door de stad dwaalt, steekt er een sneeuwstorm op. Midden in die witte wereld doemt opeens een eland op, die haar meeneemt naar het winterbos. Samen met de dieren in het bos versiert het meisje haar eigen kerstboom. Zoals het in een sprookje hoort, komt uiteindelijk alles goed. Maar het verhaal is slechts een kapstok voor de meest prachtige tekeningen van de Scandinavische winter. In de eindeloze winternacht zweven witbesneeuwde bomen als geesten in het landschap. Minieme kleuraccenten versterken de duisternis, maar geven het verhaal ook de broodnodige warmte mee. De uit Nederland naar Noord-Noorwegen

geëmigreerde Linde Faas weet trefzeker ons gedroomde Hoge Noorden te verbeelden. [Frank Husslage]

Ergens in de sneeuw Linde Faas, Lemniscaat (2022), lemniscaat.nl

ISBN 9789047713692

€14,99

HOOGTELIJN 3-2023 | 97

Hoogtelijn 4-2023 verschijnt 8 september

vooruitblik

Rondtocht Manaslu Circuit

Colofon

Hoogtelijn is het o ciële tijdschri van de Koninklijke Nederlandse Klim- en Bergsport Vereniging (NKBV). Het verschijnt vijf keer per jaar. De redactie staat open voor bijdragen van leden en derden waarbij de redactie het recht hee , zonder opgave van redenen, de bijdragen niet te plaatsen. Het al dan niet op verzoek van de redactie aanbieden van artikelen aan Hoogtelijn impliceert toestemming voor openbaarmaking en verveelvoudiging ten behoeve van de elektronische ontsluiting van Hoogtelijn. Overname van (delen uit) artikelen is alleen toegestaan na schri elijke toestemming van de redactie van Hoogtelijn

Redactie

Peter Daalder (hoofdredacteur)

Marjolein Wols (eindredacteur)

Rinske Brand, Lineke Eerdmans, Frank Husslage, Rien Jans, Marieke van Kessel, Ico Kloppenburg, Florian van Olden, Noor van der Veen, Eva van Wijck

Vaste medewerkers

Suzan van der Burg, Jody Hagenbeek, Dim van den Heuvel, Christine Tamminga, Peter Uijt de Haag (correctie), Saskia Gottenbos (cartogra e), Toon Hezemans (illustratie), Manon Stravens (interview)

Redactieadres

NKBV, t.a.v. Hoogtelijn, Postbus 225, 3440 AE Woerden hoogtelijn@nkbv.nl hoogtelijn.nl

Advertentie-exploitatie

Daan de Vilder 06-49270840 daan.de.vilder@nkbv.nl

Productie en vormgeving

Studio ManagementMedia, Hilversum

Anita Baljet, Jantine van den Born

Druk

Senefelder Misset, Doetinchem

Oplage: 42.650

ISSN: 1387-862X

Los abonnement

Niet-leden kunnen zich abonneren op Hoogtelijn voor € 32,50 per jaar. Kijk op nkbvwebshop.nl.

Koninklijke Nederlandse

Klim- en Bergsport Vereniging

Bellen

0348-409521

Bezoeken

Houttuinlaan 16 A, 3447 GM Woerden

Schrijven

Postbus 225, 3440 AE Woerden

Betalen

Bank: IBAN NL84RABO0161417213

BIC RABONL2U

98 | HOOGTELIJN 3-2023
Drie keer is scheepsrecht Expeditieklimmen DEEL TWEE GREAT HIMALAYA TRAIL
Billi Bierling Himalayan Database THEMA HIMALAYA

OP VAKANTIE IN DE ARDENNEN

Tijdens vakanties dagelijks geopend. Boek nu een 2-persoonskamer voor €22,50 per nacht.

NKBV.nl/de-herberg

STRATOSPHERE 5.5

Of je nu in de bergen, de woestijn of ergens in het hoge noorden kampeert, op de Stratosphere slaap je lekker, hoe bar of boos de omstandigheden ook zijn. De mat heeft een hoge isolatiewaarde, maar is ook licht en compact. Hij is ontworpen om verlies van warmte tegen te gaan wanneer het kwik ‘s nachts daalt, zodat jij de volgende ochtend goed uitgerust wakker wordt.

WWW.RAB.EQUIPMENT
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.