kinderverhaal animeren:digitaliseren

Page 1

CURSUS

Module 1ste leerjaar (Kinderverhaal animeren)


2

INHOUDSTAFEL 1

Doel ..................................................................................................... 3

2

Stappenplan ........................................................................................ 3

3

Voorbereidend werk ........................................................................... 3

4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6

Fotoverhaal maken ............................................................................. 4 Opstart ................................................................................................. 4 Verhaal inspreken ................................................................................. 6 Verhaal animeren ................................................................................. 6 Muziek maken ...................................................................................... 7 Afwerking ............................................................................................. 9 Resultaat bekijken ................................................................................ 9

5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8

Audio opnemen en bewerken met Audacity ................................... 10 Geluidbewerkingssoftware .................................................................. 10 Audacity downloaden en installeren.................................................... 10 De werkomgeving van Audacity .......................................................... 12 Geluid importeren in een Audacity project .......................................... 13 Audio afspelen.................................................................................... 14 Spraak opnemen ................................................................................ 16 Geluid bewerken en monteren ............................................................ 19 Een project exporteren ....................................................................... 22


3

1

DOEL

Een digitaal met zelf gecreëerde illustraties ondersteund verhaal vertellen.

2 • • • • • • •

3

STAPPENPLAN Een passend kinderverhaal kiezen. Het verhaal verdelen in te illustreren delen. Passende beelden creëren (zorg zeker ook voor een ‘titelslide’). De beelden fotograferen. De illustraties inladen op de computer en in een mapje plaatsen. (Audio creëren met Audacity) Het fotoverhaal maken.

VOORBEREIDEND WERK

Nadat je een kinderverhaal gekozen hebt denk je na over hoe je het verhaal zal illustreren, hierbij verdeel je het verhaal in delen. Denk een creatieve en uniforme stijl uit om de beelden te creëren. Hieronder zie je een voorbeeld. Tijdens het creëren van de beelden fotografeer je deze.

Tenslotte plaats je de illustraties op een computer.


4

4

FOTOVERHAAL MAKEN

4.1

OPSTART

Download en installeer het gratis programma Photo Story 3 (vindbaar via Google voor Windows XP/Vista/7). Open Photo Story 3, selecteer ‘Een nieuw verhaal beginnen’ en klik op ‘Volgende >’.

Klik op ‘Project opslaan’ om je projectbestand op te slaan (aan het project kan je achteraf nog verder werken). Klik op ‘Foto’s importeren’.

Blader naar de map met foto’s die een rol spelen in je fotoverhaal. Je kan deze allen ineens selecteren door de toetsencombinatie ‘CTRL + a’ in te drukken en vervolgens op ‘Openen’ te klikken.


5

De eerste foto wordt als laatste foto weergegeven, sleep deze naar voor op je fotospoor. Controleer zeker eerst nog eens de volgorde voor je verder gaat. Je kan ook gebruik maken van de pijlen aan de rechterkant van het fotospoor.

Om de foto’s te optimaliseren klik je nog op ‘Zwarte randen verwijderen…’, klik op ‘Ja op alles’.

Indien gewenst kan je nog optimalisaties aanbrengen. Klik vervolgens 2x op ‘Volgende >’.


6

4.2

VERHAAL INSPREKEN

Nu komt de essentie. In eerste instantie ga je de tekst inspreken per illustratie. Hiervoor maak je gebruik van een microfoon of een headset. Klik in het fotospoor de foto aan waarop je een tekstje wenst in te spreken, leg je tekst voor je en klik vervolgens op de opnameknop (rode bol). Spreek de tekst expressief in. Klik op de stopknop (vierkantje) om de audio-opname te stoppen. Klik op ‘Voorbeeld…’ om het resultaat te beluisteren. Indien je de opname opnieuw wenst te doen klik je op ‘Gesproken tekst verwijderen’ (pijltje naar links) en begin je opnieuw.

Herhaal dit voor de 2de, 3de … foto. Je kan een knapper resultaat krijgen door gebruik te maken van Audacity (Zie 5. en OMI3) waarbij je gebruik maakt van passende geluiden en effecten. Je zelf gecreëerd audiobestand kan je toevoegen in stap 4.4.

4.3

VERHAAL ANIMEREN

Een fotoverhaal wordt nog dynamischer wanneer je de foto laat bewegen. Je kan inen uitzoomen of schuiven over de foto. Klik de foto aan die je wenst te animeren en klik op ‘Beweging aanpassen…’.

Plaats een vinkje voor ‘Begin- en eindpositie van beweging opgeven’.


7 Vervolgens verklein/vergroot en verplaats je de kadertjes bij de beginpositie en bij de eindpositie. Klik op voorbeeld om het resultaat te bekijken. Klik op het pijltje naar rechts onderaan in het midden van het scherm om naar de volgende foto te gaan, bevestig dat je de aanpassingen wil opslaan en stel hier ook de begin- en eindanimatie in. Klik aan het eind op ‘Opslaan’ en vervolgens op ‘Sluiten’.

Wanneer je werkt met muziek die je in Audacity gecreëerd hebt, ga je per stukje audio na hoeveel seconden het duurt, je stelt de duur in dat geval manueel in. Via het tabblad ‘Overgang’ kan je desgewenst de overgangen tussen foto’s nog instellen. Standaard vervagen de foto’s in elkaar wat in de meeste gevallen wel een goede optie is. Klik vervolgens op ‘Volgende >’.

4.4

MUZIEK MAKEN

Wanneer je een audiobestand gemaakt hebt in audacity voeg je dit toe via ‘Muziek selecteren’. Wanneer je per afbeelding een passende duur geselecteerd hebt zal dit gespreid worden over het volledige verhaal. Op de titelillustratie kan je desgewenst ook zelfgemaakte muziek maken.


8 Selecteer de illustratie waarop je muziek wil zetten.

Klik op ‘Muziek maken’.

Selecteer de gewenste opties

Klik op afspelen (pijltje naar rechts) om het voorbeeld te beluisteren. Klik aan het eind op ‘OK’. Vanaf de tweede illustratie is het waarschijnlijk niet wenselijk dat er achtergrondmuziek speelt. Selecteer de illustratie, klik opnieuw op ‘Muziek maken…’. Selecteer ‘Stilte’ als genre.


9 De tijdlijn ziet er ongeveer als volgt uit. Klik op ‘Volgende >’.

Ook hier kan je desgewenst Audacity inschakelen (zie 5 en OMI3).

4.5

AFWERKING

Blader naar de map waar je het eindproduct (video) wenst op te slaan en kies een betekenisvolle naam.

Desgewenst kan je de instellingen nog aanpassen.

Hoe groter de weergave, hoe meer ruimte het filmpje zal innemen. Wanneer je als doel hebt om het op groot scherm af te spelen, selecteer je bij voorkeur een hogere resolutie (1024 x 768), wil je het op het internet plaatsen kies je voor een lagere resolutie (320 x 240). Klik op ‘Volgende >’. Het verhaal wordt gemaakt.

4.6

RESULTAAT BEKIJKEN

Klik op ‘Uw verhaal bekijken’. Of blader naar het videobestand en speel dit af.


10

5

AUDIO OPNEMEN EN BEWERKEN MET AUDACITY

5.1

GELUIDBEWERKINGSSOFTWARE

5.1.1

Professionele software

Software om geluidsopnames te maken en geluid te bewerken bestaat in allerlei maten en soorten met uiteenlopende prijskaartjes. Voorbeelden van professionele programma’s zijn Garageband (Mac) en Adobe Audition (PC). Professioneel, ik hoor het je al denken, en ja, er hangt inderdaad een stevig prijskaartje aan vast.

5.1.2

Freeware

Gelukkig is er ook een heel verdienstelijk, gratis alternatief, namelijk Audacity. Audacity is een programma waarmee je geluid kan opnemen, afspelen, importeren, bewerken en exporteren naar bijvoorbeeld een mp3 file die je vervolgens vlot kan verspreiden.

De homepage van dit gratis audiobewerkingsprogramma vind je op http://audacity.sourceforge.net.

5.2

AUDACITY DOWNLOADEN EN INSTALLEREN

5.2.1

Downloaden

Audacity kan je downloaden via http://audacity.sourceforge.net/download/.

stable & beta


11 Soms heb je de keuze tussen de laatste stabiele (stable) versie en een beta versie. Een beta-versie is een nieuwere versie die potentieel nog niet volledig op punt staat. Je downloadt dus bij voorkeur de laatste stabiele versie. lame-codec

Om je project uiteindelijk te kunnen exporteren naar een mp3-bestand heb je eveneens nog de lame-codec nodig. Deze kan je downloaden via http://audacity.sourceforge.net/download/lame. Vervolgens kan je een gecomprimeerde map downloaden waarin de codec zit.

codec

Ter info: Een codec is een stuk soft- of hardware dat toelaat data te coderen/decoderen of te comprimeren/decomprimeren. Er bestaan codecs om bijvoorbeeld geluid of beeld te coderen in een handelbaar formaat met behoud van een zeker kwaliteitsniveau. Tijdens de installatieprocedure leer je waar je dit bestand bij voorkeur plaatst en hoe je het moet gebruiken

5.2.2

Installeren

standaard

Eens Audacity gedownload is, installeer je het met de standaard installatie-opties.

lame

Nu moet je de lame codec nog op de juiste plaats zetten. Open de gecomprimeerde map en kopieer onderstaand bestand naar C:\Program Files\Audacity.

De eerste keer dat je een bestand zal exporteren naar een mp3-file, zal Audacity je vragen waar het bestand lame_enc.dll staat. Je bladert naar C:\Program Files\Audacity. Vanaf dat moment kan je al je producties exporteren naar mp3bestanden.

5.2.3

Taal selecteren

De eerste keer dat je Audacity opent (via het startmenu of een snelkoppeling) krijg je de mogelijkheid om de taal te kiezen waarin je wenst te werken.

OPDRACHT Selecteer ‘Nederlands’ als taal.


12

5.3

DE WERKOMGEVING VAN AUDACITY

Hieronder vind je de verschillende werkbalken en onderdelen die je kan terugvinden in de werkomgeving van Audacity. De functionaliteit van de belangrijkste balken wordt besproken in het verdere verloop van de cursus.

5.3.1

menubalk

5.3.2

bedieningsbalk

5.3.3

Bewerkingsbalk

5.3.4

Mixer-balk

5.3.5

Meter-balk

5.3.6

Tijdsbalk

5.3.7

Geluidsspoor


13

5.4

GELUID IMPORTEREN IN EEN AUDACITY PROJECT

5.4.1

Auteursvrije muziek

Wanneer je bestaande audiofragmenten wenst te gebruiken is het belangrijk om weten dat je niet zomaar auteursrechterlijk beschermde muziek en tunes mag gebruiken. Gelukkig is er ook heel wat vrije muziek te vinden en te gebruiken. http://free-loops.com is een website waar je gratis geluidsfragmenten, tunes, samples en loops kan downloaden om te gebruiken in je projecten. OPDRACHT Download 3 loops of samples naar keuze of donwload de voorbeeldtunes die je op Toledo vindt.

5.4.2 Audio importeren

Importeren

Om een bestaand audiofragment te importeren klik je in het menu op ‘Project’ ‘Audio importeren’. Vervolgens blader je naar de gewenste audiofile en klik je op ‘Openen’. Indien je .midi-files wenst te importeren, klik je op ‘Project’ ‘Midi importeren’.

Nieuwe sporen

Een nieuw audiofragment komt automatisch op een nieuw spoor terecht. Alle sporen worden onder elkaar weergegeven. OPDRACHT Importeer de 3 tunes in een nieuw project in Audacity. Sla het project op met als naam ‘Importeren’.


14

5.5

AUDIO AFSPELEN

5.5.1

Bedieningsbalk

Om een opname af te spelen maak je gebruik van het rechter deel van de bedieningsbalk.

* * * *

Met de eerste knop spring je naar het begin van je project, met de laatste knop naar het einde van je project. Met de groene driehoek speel je het project af. Met de blauwe rechthoekjes pauzeer je het project. Om het project verder af te spelen klik je opnieuw op de pauzeknop. Met het oranje vierkantje stop je het afspelen van het project en spring je tevens terug naar de start van het project.

OPDRACHT

Speel je project af. Pauzeer het project en laat het vervolgens opnieuw verder spelen. Stop het afspelen van het project. Spring naar het eind van het project. Spring opnieuw naar het begin van het project.

5.5.2

Solo

Je hebt waarschijnlijk gehoord dat de drie fragmenten samen afgespeeld werden. Dit is logisch aangezien ze boven elkaar staan in het project. Tijdens het afspelen worden alle sporen als het ware samengedrukt en naar de speakers gestuurd. Je kan één spoor afzonderlijk laten afspelen door naast het spoor op de knop ‘Solo’ te klikken.

De andere sporen worden dan gedempt (dit wordt ook visueel weergegeven, de andere sporen krijgen een lichtgrijze kleur). Je maakt deze status ongedaan door opnieuw op dezelfde knop te klikken. OPDRACHT Speel het tweede spoor solo af. Speel het project af. Maak deze status vervolgens opnieuw ongedaan.


15

5.5.3

Stil

Het is ook mogelijk om één of meerdere sporen te dempen. Dit doe je door op ‘Stil’ te klikken naast de sporen die je wenst te dempen. De demping van een spoor maak je ongedaan door opnieuw op ‘Stil’ te klikken.

OPDRACHT Demp het tweede spoor. Speel het project af. Maak de demping opnieuw ongedaan.

5.5.4

Verwijderen

Als je de inhoud van een spoor niet meer nodig hebt kan je het spoor definitief verwijderen. Dit doe je door links bovenaan het spoor op het kruisje te klikken.

OPDRACHT Verwijder het tweede spoor.

5.5.5

Volume aanpassen

project

Het volume van het gehele project kan je aanpassen via de mixerbalk. Beweeg de glijder naar links om het project te verstillen, beweeg de glijder naar rechts om het project te verluiden. In de praktijk zal je dit meestal op het luidst laten staan.

spoor

Het is eveneens mogelijk om het volume van een welbepaald spoor te laten variëren. Dit is heel bruikbaar wanneer één spoor luider is opgenomen dan een ander spoor. In dat geval is het aangewezen om het volume van het luidste spoor te doen afnemen. Het volume van een spoor digitaal opdrijven is minder optimaal, deze actie heeft immers een negatieve invloed op de geluidskwaliteit.

OPDRACHT Probeer de verschillende mogelijkheden uit. Stem het volume van beide fragmenten op elkaar af.


16

5.6

SPRAAK OPNEMEN

5.6.1

Importeren en opnemen

Zoals je daarnet gemerkt hebt is het mogelijk om bestaande muziekfragmenten te importeren in een project. Het wordt natuurlijk pas helemaal te gek als je ook zelf dingen kan inspreken en dus zelf geluid kan opnemen. Leuk aan Audacity is dat je dit gratis programma eveneens kan gebruiken om zelf geluid op te nemen.

5.6.2

Hardware

headset

Om zelf geluid op te nemen heb je een microfoon en een speakerset of hoofdtelefoon nodig. Het is erg praktisch om gebruik te maken van een headset, dan heb je meteen een microfoon en een hoofdtelefoon.

kleurencodes

Het is essentieel dat je de hardware op een correcte manier aansluit op de geluidskaart van de computer. Meestal (maar jammer genoeg niet altijd) wordt er gebruik gemaakt van onderstaande kleurencodes (zowel voor de aansluitstekkers van de headset als voor de aansluitpoorten op de computer). De groene stekker/poort wordt gebruikt voor de koptelefoon of speakerset, de roze stekker/poort wordt gebruikt voor de microfoon. Er wordt in de meeste gevallen ook gebruik gemaakt van duidelijke pictogrammen (microfoon & speaker). De audio- en micropoort kan zich vooraan en/of achteraan de computer bevinden.

Tegenwoordig is het ook mogelijk dat een headset aangesloten wordt via een USBpoort. laptop

Laptops zijn in de meeste gevallen uitgerust met een microfoon en speakers. Aangezien de microfoon een omgevingsmicrofoon is neemt deze naast je stemgeluid ook al het geluid in de omtrek op. Gebruik dus, voor een betere geluidsopname, bij voorkeur een aangesloten microfoon of headset. OPDRACHT Sluit een headset aan op je computer.


17

5.6.3 configuratiescherm

Software

Eens de hardware goed is aangesloten moet je in sommige gevallen de microfoon nog selecteren via het configuratiescherm van het besturingssysteem. 5.6.3.1

Windows XP

*

Klik op ‘Start’ ‘Configuratiescherm’ ‘Geluiden en audioapparaten’.

*

Klik vervolgens op het tabblad ‘Spraak’ en klik op ‘Volume’ onder het tweede item ‘Spraak opnemen’.

*

Plaats een vinkje naast ‘Selecteren’ onder ‘Microfoon’. Daar kan je tevens het volume regelen, dit stel je bij voorkeur luid genoeg in.

Via het tabblad ‘Audio’ kan je het volumeniveau van de hoofdtelefoon of speakers aanpassen. 5.6.3.2

Windows Vista / 7

*

Klik op de ‘Windowsknop’ ‘Configuratiescherm’ ‘Geluid’.

*

Klik de gewenste microfoon aan en klik vervolgens op de knop ‘Als standaard instellen’.

OPDRACHT Zorg ervoor dat de microfoon door je besturingssyteem geselecteerd is. Zet het audiovolume aan en voldoende luid.


18

5.6.4 plofgeluiden

Gebruik maken van een headsetmicrofoon

Je plaatst de microfoon bij voorkeur zo, dat deze net boven of onder je mond komt te staan. Je spreekt op deze manier niet recht in de microfoon wat er voor zorgt dat de geluidskwaliteit beter iq. De opname zal immers minder gestoord zijn door o.a. plofgeluiden die geproduceerd worden bij het uitspreken van de letters p en t.

5.6.5

Geluid opnemen met Audacity

Eens alle voorbereidingen getroffen zijn kan je nu met succes een geluidsopname maken met Audacity. OPDRACHT Maak een nieuw project aan en sla het op met de naam ‘opnemen’. recordknop

Om spraak op te nemen, klik je op de recordknop (rode bol) in de bedieningsbalk. Vervolgens begin je te spreken, je zal merken dat er automatisch een nieuw audiospoor gecreëerd wordt.

stopknop

Om de opname af te breken klik je op de stopknop in de bedieningsbalk. Als je een geluidsgolf ziet verschijnen dan weet je dat de opname succesvol aan het verlopen is. Als je een platte lijn te zien krijgt is er nog iets fout met de hardware of met de softwareinstellingen. OPDRACHT Neem een kort stukje audio op. Beluister het stukje audio.

meerdere opnames

Wanneer je binnen eenzelfde project nog een stukje audio wenst op te nemen moet je ofwel de sporen waar reeds audio opstaat dempen ofwel moet je de cursor verplaatsen door te klikken achter het laatst opgenomen fragment.

verplaatsen

Waar de audiofragmenten juist staan is niet zo belangrijk. Tijdens de montage kan je alles nog verplaatsen. OPDRACHT Neem een tweede kort stukje audio op. Beluister resultaat. Sla het resultaat op.


19

5.7 Let op

GELUID BEWERKEN EN MONTEREN

Het is niet mogelijk om geluid te bewerken als de play- of pause-knop ingedrukt is. OPDRACHT Maak een nieuw project aan met als naam ‘mopje.mp3’. Voeg een kort tunetje in (eentje van Toledo of eentje dat je zelf gevonden hebt). Heet de luisteraars welkom bij de mop van de dag en vertel een mopje begin bewust met een fout stukje opname.

5.7.1

Audiosporen hernoemen en verplaatsen

Om meer structuur en duidelijkheid in een project aan te brengen, is het aangewezen om de sporen een betekenisvolle naam te geven. Klik hiervoor met de linker muisknop op de naam van het spoor en selecteer ‘Hernoemen’. Vervolgens kan je de gewenste naam ingeven en deze wijziging bevestigen. De combinatie van de sporen wordt altijd van links naar rechts afgespeeld, maar eveneens om het overzicht te bevorderen kan het aangewezen zijn om sporen te verplaatsen. Je gaat op dezelfde manier te werk, nu selecteer je echter ‘Spoor naar boven/beneden verplaatsen’. OPDRACHT Geef de sporen een betekenisvolle naam.

5.7.2 slepen

Selectie Om een stukje audio te selecteren klik je op het eerste symbool in de bedieningsbalk en vervolgens selecteer je het gewenste stukje audio door met ingedrukte linker muisknop te slepen over de een deel van het audiospoor.

OPDRACHT Probeer de mogelijkheden uit.

5.7.3

Zoomen

Eens je wat audiomateriaal toegevoegd hebt aan een project kan het aangewezen zijn om in te zoomen op een deeltje om bijvoorbeeld een ‘euh’ te verwijderen. Het kan eveneens wenselijk zijn om een globaal beeld te krijgen op je project en dus uit te zoomen. bewerkingsbalk

De bewerkingsbalk is het meest aangewezen om in en uit te zoomen.

In/uitzoomen

Met een klik op het eerste symbool zoom je in op het project. Met het tweede symbool kan je opnieuw uitzoomen. Door meerdere keren te klikken zoom je verder in of uit.


20 selectie

Om in te zoomen op een selectie, maak je eerst de gewenste selectie en klik je vervolgens op onderstaand pictogram.

hele project

Het laatste pictogram gebruik je om het hele project opnieuw weer te geven. OPDRACHT Probeer de mogelijkheden uit.

5.7.4

Inhoud verplaatsen

Om de inhoud op een spoor te verplaatsen gebruik je onderstaande tool. Vervolgens sleep je met deze tool over de inhoud van een spoor om deze op het spoor te verplaatsen.

Vergeet niet om daarna opnieuw over te schakelen naar de selectietool. OPDRACHT Zorg ervoor dat het ingesproken fragment direct start na de tune.

5.7.5

Verwijderen

Om een deeltje van een audiofragment te verwijderen, selecteer je het gewenste deel en klik je op de delete-toets op je toetsenbord.

OPDRACHT Verwijder foutjes uit het ingesproken fragment.

5.7.6

Knippen, Kopiëren en verplaatsen Als je een audiofragment wenst te verplaatsen of te kopiëren selecteer je het fragment en klik je op de knip- of kopieertoets.

Vooraleer je het opnieuw kan plakken klik je onder alle sporen en klik je op plakken. Er wordt automatisch een nieuw spoor weergegeven waarop de inhoud van het klembord geplakt wordt. sneltoetsen

Uiteraard kan je ook gebruik maken van de bekende sneltoetsen: Ctrl+x: knippen, Ctrl+c: kopiëren, Ctrl+v: plakken. OPDRACHT Kopieer de begintune en plaats deze ook aan het eind.


21

5.7.7 verlooptool

Volumeniveau aanpassen

Een aanpassing van het volumeniveau van een deel van een audiofragment (vb. een fade out effect) kan je instellen door de verlooptool te selecteren en vervolgens controlepunten te plaatsen op ieder gewenst volumeniveau op bepaalde tijdstippen. Je klikt met de verlooptool op die plaats om het controlepunt te plaatsen. De buitenste blauwe lijnen staan standaard op 100%. Een controlepunt kan je steeds verplaatsen door het naar boven, naar beneden, naar links of naar rechts te verslepen met de verlooptool.

OPDRACHT Maak een fade out voor de tune aan het begin. Maak een fade in voor de tune aan het eind. Zorg dat alles vlot in elkaar overloopt.

5.7.8

Effecten

Indien het gewenst is, kan je op een audiofragment nog een effect toepassen (bijvoorbeeld een delay (grot-effect), een tempowijziging,…) Hiervoor selecteer je met de selectietool het (deel)fragment dat je wenst op te smukken. Vervolgens klik je in het menu op ‘Effect’ en tenslotte selecteer je het gewenste effect.

instellingen

Naargelang het effect dat je selecteerde kan je nog enkele instellingen maken. Effecten zijn vaak interessant om de kwaliteit van een fragment te verbeteren of om een bepaalde sfeer te creëren. Het gebruik van effecten kan echter ook heel ongewenst zijn. Wees dus zuinig in het gebruik van effecten. Meer info over de verschillende effecten vind je in het helpmenu en op http://nl.flossmanuals.net/Audacity/MenuBar#Effect. OPDRACHT Bekijk via het helpmenu de functie van de verschillende effecten in het effectenmenu. Probeer enkele effecten uit op de slottune. Maak de wijzigingen telkens ongedaan.


22

5.8

EEN PROJECT EXPORTEREN

Eens je volledig tevreden bent met het resultaat van je project moet het eindresultaat nog geëxporteerd worden opdat anderen het resultaat ook zouden kunnen beluisteren. mp3

Tegenwoordig is het meest aangewezen om het resultaat te exporteren naar een mp3-bestand. Klik in het menu op ‘Bestand’ ‘Exporteren als mp3’. Vervolgens kies je een locatie en een bestandsnaam en klik je op ‘Opslaan’.

lame

De eerste keer dat je een mp3-bestand wenst te creëren krijg je onderstaande melding te zien.

Zoals eerder reeds vermeld werd moet de lame codec nog gedetecteerd worden. Klik op ‘ja’ en selecteer vervolgens ‘lame_enc.dll’ in de map C:\Program Files\Audacity. ID3-tag

Vervolgens kan je nog ID3-tags meegeven met het nummer. Dit zijn eigenschappen zoals de titel, de artiest, het genre,…

Tenslotte wordt de mp3-file gecreëerd.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.