9 minute read

Zin en onzin over elektromagnetische velden

Elektrosmog klinkt vies, maar je ziet, ruikt of voelt er doorgaans niets van. Toch houdt de ons omringende elektromagnetische energie de gemoederen voortdurend bezig. Het is een bron van maatschappelijke zorg. Volgens sommigen tasten elektromagnetische velden onze gezondheid aan, daarbij worden door anderen kanttekeningen geplaatst. Er wordt verder gewezen op de technische risico’s, zoals storingen in apparaten.

Zodra ergens een elektrische stroom vloeit, gaat dat gepaard met een (elektro)magnetisch veld. Op dat veld reageert bijvoorbeeld de naald van een kompas. Wisselstromen geven wisselende velden. Als dat wisselen heel snel gaat, dan zijn ze zelfs op grote afstand te detecteren. Niet meer met de kompasnaald, want die is te traag om het wisselend veld te volgen. Wel met een radioontvanger. Een veld veroorzaakt in de antenne een wisselstroompje en de ontvanger heeft een afstemknop om precies de gewenste frequentie te ontvangen. Met een dergelijke ‘draaggolf’ wordt informatie meegegeven, bijvoorbeeld door hem aan de zenderzijde in sterkte (AM) of (iets) in frequentie te variëren (FM). Alle zenders zijn volgens internationale afspraken gebonden aan bepaalde frequentiebanden, zodat ze elkaar niet storen. De vraag naar bandbreedte voor draadloze diensten is groter dan de beschikbare frequentieruimte. Naast de straling van mobiele telefoons en de basisstations zijn er velden van kortegolfzenders, televisiestations, C2000 communicatieapparatuur, draadloze microfoons, Wifi, Bluetooth en extreemlaagfrequente velden van sterkstroominstallaties en elektrische apparatuur. Zelfs in de autosleuteltjes en de Google-bril zit een zender. Kortom: het spectrum zit ‘vol’. De mens wordt daardoor voortdurend blootgesteld aan niet-ioniserende straling.

Advertisement

Straling

‘Straling’ is een beladen term. Dat is onterecht, want het is niet per definitie iets negatiefs. Licht is ook straling, zonder kunnen we niet leven. Straling is een verzamelbegrip, waar ook elektromagnetische velden onder vallen. Er bestaat ioniserende straling en nietioniserende straling. Ioniserende straling hoort bij kernsplijtingsprocessen, radioactieve stoffen en röntgenapparatuur. Alfa- en bètastraling bestaan uit deeltjes die hun omgeving bombarderen en zo materie en weefsels kunnen beschadigen. Ze kunnen atomen ioniseren (een elektron ‘losslaan’ van de kern), waardoor de brokstukken ongewenste verbindingen kunnen aangaan. In levende weefsels kan dat leiden tot afsterven of tot het ontstaan van kankergezwellen. Kwaadaardige celdeling kan door gerichte bestraling ook weer worden tegengegaan. Weefselschade is dus niet hetzelfde als gezondheidsschade. Alleen zeer hoogfrequente elektromagnetische velden, zoals gamma- en röntgenstraling kunnen ioniseren. De elektromagnetische velden van telecomapparatuur, spanningvoerende leidingen, het veld dat uit de magnetron ‘lekt’ en de energie van een gsm-zendertje ioniseren nooit. Zelfs niet als we de materie in de magnetronoven brengen of vlak naast de antenne houden.

Verwarming weefsel

Enkele decennia geleden, toen magnetrons alleen nog in industriële keukens werden aangetroffen, werd door bezorgde (semi)wetenschappers gewezen op de gevaren. Medici ontraadden menigmaal het gebruik, omdat de straling schadelijk zou zijn voor de mens. Dat werd niet altijd onderbouwd, maar er zit toch een kern van waarheid in. Een magnetron of microgolfoven is niets anders dan een krachtige radiozender op een (afgesproken) frequentie van 2,45 gigahertz, die zijn elektromagnetische energie richt op het te bereiden gerecht. Een ijzeren omhulling zorgt ervoor dat de radiogolven in de omkasting (de kooi van Faraday) blijven en daarbuiten geen schade kunnen aanrichten. De (goed zichtbare) weefselschade die binnen de magnetronoven wordt aangericht, is het gevolg van opwarming. Warmte is beweging van moleculen. Een magnetron is in staat om een molecuul in beweging te brengen. Niet elk molecuul, maar een ‘polair’ molecuul (waarin de lading ongelijkmatig verdeeld is, zoals water en in mindere mate suiker of eiwit) zal het wisselende elektromagnetische veld trachten te volgen. Het trilt mee. Het veld zelf dringt enkele centimeters diep in het gerecht door en verwarmt dus niet alleen de buitenkant. Er

ontstaat geen korstje op de kip. Een magnetron toont aan dat elektromagnetische (wissel)velden weefsel opwarmen. In de magnetron gaat dat niet bepaald zachtzinnig: 800 watt doet een ei in enkele seconden ontploffen.

Mobieltje kookt de hersenen niet

Niet alleen een magnetron warmt materie op: alle wisselende elektromagnetische velden boven 100 kilohertz zorgen voor een temperatuurverhoging, doordat ze polaire moleculen doen trillen. Hoe zwakker het veld, hoe geringer het effect. De sterkte van het veld hangt grofweg af van twee dingen: het vermogen van de bron en de afstand tot het blootgestelde object. De energie neemt af met het kwadraat van de afstand, dus een Wifi-repeatertje van 40 milliwatt aan de andere kant van de kamer zal voor een verwaarloosbare opwarming zorgen. De door het lichaam ontvangen en ‘geabsorbeerde’ elektromagnetische energie van een gsm die zijn maximale vermogen van circa één watt vlak boven het oor afgeeft, zorgt al voor een onschadelijke, meetbare temperatuurverhoging (max. 0,1°C, minder dan bij koorts). Vlak voor een stevige radarantenne of een satellietzendantenne gaan staan, waarbij honderden watts, gebundeld uitgestraald worden, kan wel tot blijvende schade leiden. In het bijzonder de ogen en de mannelijke geslachtsklieren zijn gevoelig voor temperatuurverhoging. Overmatig opwarmen van de testikels kan leiden tot steriliteit. Afstand bewaren en uit de bundel blijven is het devies.

Meetbare temperatuurverhoging door bellen met een gsm.

Frequentie

Ook het tempo waarin een elektromagnetisch veld wisselt is bepalend voor het effect. Een ‘statisch’ veld (dat niet van richting wisselt) heeft wel invloed op de stand van een polair molecuul of een magnetisch gevoelig deeltje, maar het doet het niet trillen. Er wordt geen warmte ontwikkeld. In een MRI-scanner heerst een uitzonderlijk sterk statisch veld, wat een gescande persoon toch letselvrij verdraagt. Ook relatief langzaam wisselende velden, zoals het strooiveld van een elektrische transformator, een lasapparaat of een hoogspanningsleiding (in Europa 50 hertz) zullen nauwelijks thermische effecten in weefsels teweegbrengen. In metalen kunnen ze wel elektrische wervelstromen induceren, zoals een inductiekookplaat dat doet in de geleidende bodem van een erop geplaatste pan. In zenuwen en spieren treedt die inductie pas op bij zeer sterke wisselvelden (ruim boven de grenswaarden). Opmerkelijk is, dat er dieren zijn die zich oriënteren op het aardmagnetisch veld, zoals walvissen, postduiven en trekvogels. Hun magnetoreceptoren zijn – ondanks intensief onderzoek – nog niet gevonden, maar een verstoring van het uiterst zwakke aardmagnetisch veld lijkt tot desoriëntatie te leiden.

Gezondheidsklachten

Bezwaren tegen elektrosmog of – neutraler – elektromagnetische velden mogen niet bij voorbaat en over de hele linie worden afgedaan als onzin, maar van veldsterkten of stralingsniveaus onder hoogspanningslijnen of van gsm-steunzenders (circa 20 watt) aan de overzijde van de straat is nog niet op een overtuigende manier aangetoond dat zij gezondheidsschade veroorzaken. Hoogfrequente velden kunnen dat wel, maar alleen bij zeer grote veldsterkten. Telecom-operators krijgen regelmatig klachten, waarvan een groot deel op inbeelding gerust. Een telecommonteur (van wie de naam bekend is bij de redactie) meldt het volgende: “Wij hebben een halfjaar lang klachten ontvangen van flatbewoners, nadat wij op tweehonderd meter afstand een gsm-mast hadden geplaatst. Er zouden hoofdpijn, misselijkheid, slapeloosheid en zelfs eczeem en spierpijn optreden. Ons bedrijf gaat serieus met klachten om, de installatie is ontmanteld. We zeiden er niet bij dat we twee maanden voor de ontmanteling de zender hadden uitgezet. De klachten hielden pas daadwerkelijk op, nadat we de mast verwijderd hadden.” Psychosomatisch of niet, de optredende gezondheidseffecten mobiliseren de slachtoffers en belangengroeperingen zoeken de publiciteit.

Elektroallergie

De wetenschap heeft nog niet op overtuigende en reproduceerbare manier kunnen aantonen dat de mens gezondheidsschade ondervindt van zwakke of laagfrequente velden. Toch geeft circa één op de honderd mensen aan last te ondervinden van hoogspanningsmasten, van de elektrische wekker op het nachtkastje, van spaarlampen of van elektrische apparatuur in het algemeen. De klachten komen te veelvuldig voor om te negeren. Dat iets niet valt te meten, wil nog niet zeggen dat het er niet is.

De industrie speelt in op de collectieve vrees. Internetwinkels leveren ‘elektrosmog-melders’ die het bestaan van velden detecteren en een alarm geven als er teveel zou zijn. Technische gegevens over de werking, de weging van gemeten veldsterkten en detectie- of alarmdrempels zijn er niet en de kastjes bevatten menigmaal weinig meer dan een radio-ontvanger zonder afgestemde kringen en een metertje of knipperled. Verder zijn speciale gsm-stickers, kleding, klamboes, RF-blokkerend behang, verf, tapijt, beddengoed, petjes en zelfs decoratieve objecten verkrijgbaar die de drager moeten vrijwaren van veronderstelde schadelijke effecten. Veel van dergelijke beschermende middelen beloven meer dan ze doen.

Richtlijnen

Al in 2004 verscheen een Europese Richtlijn (2004/40/EG) op het gebied van gezondheid en veiligheid met betrekking tot blootstelling van werknemers aan fysische agentia, nader gespecificeerd als elektromagnetische velden. Dat leidde tot flink protest uit de medische wereld, omdat die richtlijn het werken met medische beeldvormingsapparatuur (MRI-scanners) onmogelijk maakte. Ook de veldsterkten nabij industriële lasapparaten overtrof de gestelde grenswaarden voor (arbeidsgezondheidskundige) blootstelling (GWB) en de daarvan afgeleide actieniveaus (AN) in de tabellen dusdanig, dat het werk stilgelegd zou moeten worden. Halverwege 2013 verscheen een ‘werkbaarder’ document: Richtlijn 2013/35/EU. Daarin werd een uitzondering gemaakt voor MRI-scanners en het bood de lidstaten de mogelijkheid om in bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld bij defensie) ruimhartiger om te gaan met grenswaarden. Ook dat document is niet perfect: het vertoont een hiaat voor extreem laagfrequente velden tussen 0 en 1 hertz. De materie is tamelijk technisch: niet-specialisten zullen flink moeten studeren om de inhoud te kunnen duiden. CE-gemarkeerde apparatuur, mits volgens de voorschriften in de handleiding toegepast, zal echter nooit de gespecificeerde blootstellingslimieten overschrijden.

Kennisplatform

Arbeidshygiënisten zullen ook op de hoogte moeten zijn van fysische agentia en van de daaraan gestelde grenzen op de werkvloer. Monet, een samenwerkingsverband van telecombedrijven, heeft bijvoorbeeld heldere richtlijnen opgesteld voor blootstelling van de technici in de branche. Er zijn instituten die zich meer in het algemeen bezighouden met elektromagnetische velden en de mogelijke effecten op de mens. In 2007 is het zeer breed georiënteerde ‘Kennisplatform Elektromagnetische Velden en Gezondheid’ opgezet door RIVM, TNO, Kema (heet tegenwoordig DNV GL), Agentschap Telecom, de GGD’en en ZonMw. Het Kennisplatform slaagt erin via zogenaamde ‘kennisberichten’ en ‘eerste indrukken’ allerlei informatie toegankelijk te presenteren. Een woordvoerder van het Kennisplatform laat weten: ‘Wij zijn er trots op dat we zoveel kennis uit verschillende disciplines bijeen hebben kunnen brengen. Wat we heel actief doen is communiceren, want er is veel behoefte aan neutrale en genuanceerde berichtgeving. Wij zitten in de Klankbordgroep met zeker dertig organisaties aan tafel. Ook met de belangengroepen van mensen die te kampen hebben met gezondheidsproblemen, al dan niet ten gevolge van elektromagnetische velden. In dat verband zijn we gestopt met de welles-nietes-discussie over de oorzaak van de gezondheidsklachten. Een ontkenning op grond van allerhande onderzoeken en puur technische metingen helpt de mensen met klachten niet verder. Als iemand gezondheidsklachten heeft, dan zijn die er. We richten ons op de vraag, hoe we de mensen wél verder kunnen helpen. We besteden aandacht aan de manieren waarop je blootstelling daadwerkelijk kunt beperken. Daarvoor hoef je niet altijd veel geld te investeren in allerhande hulpmiddelen die soms voor veel geld worden aangeboden. Je gsm op luidsprekend zetten, zodat je de antenne niet tegen je hoofd houdt of een oortelefoontje met snoer gebruiken, scheelt enorm. Het helpt ook om de kabel van een lasapparaat op de vloer te leggen in plaats van hem over de schouder en rug te hangen. Dat we dergelijke tips opnemen op de website wil niet zeggen dat je ziek wordt van die velden. Die conclusie mogen mensen er zeker niet aan verbinden. Het is echter wel - als men daarvoor zelf kiest - een adequate methode om de blootstelling te doen afnemen. Ook huisartsen helpen we met de problemen die ze in hun praktijk tegenkomen. Laatst nam ik deel aan een inloopbijeenkomst in de vorm van een informatiemarkt in Oostzaan, waar veranderingen aan een hoogspanningslijn werden voorbereid. Ik sta daar dan als onafhankelijk en neutraal deskundige een zinvolle bijdrage te leveren aan het informeren van bezorgde omwonenden. Dat is ook een taak van het Kennisplatform.” (MC) Zie ook: www.kennisplatform.nl

Dat iets niet valt te meten, wil nog niet zeggen dat het er niet is.