
11 minute read
NIBHV op bezoek bij Rotterdam The Hague Airport
Rotterdam The Hague Airport heeft in Zuidwest Nederland een belangrijke functie voor wat betreft het luchtvervoer van zakelijk- en vrijetijdspassagiers. De luchthaven heeft de laatste jaren snel aan populariteit gewonnen en het aantal passagiers groeit gestaag. In 2013 maakten ruim anderhalf miljoen passagiers gebruik van het vliegveld. Niet zo verwonderlijk gezien de afwezigheid van parkeerproblemen, het vlotte in- en uitchecken, de bereidwilligheid van het personeel en de ruime keuze aan bestemmingen.
Advertisement
Roland Wondolleck is algemeen directeur en havenmeester van Rotterdam The Hague Airport. Hij is in 1953 in Rotterdam geboren en voltooide een studie rechten, gespecialiseerd in luchtrecht. In 1985 werd hij commercieel manager/plaatsvervangend directeur van Rotterdam Airport, in 1994 algemeen directeur. Hij noemt zichzelf een ‘luchtvaartman in hart en ziel’, waarbij moet worden aangetekend dat hij al jarenlang actief is als piloot en nog regelmatig zelf een vliegtuig bestuurt. Bij de exploitatie van een luchthaven gaat het volgens Wondolleck in
Rotterdam The Hague Airport
In augustus 1955 opende Rotterdam zijn ‘Vliegveld Zestienhoven’ met een startbaan van 1300 meter. In 1966 werd de startbaan verlengd tot 2200 meter. In 1967 is het luchthavengebouw gebouwd. Rotterdam The Hague Airport, tot 2010 Rotterdam Airport geheten, heeft één start- en landingsbaan in oost-westrichting, die afhankelijk van de windrichting in beide richtingen wordt gebruikt. De passagiers worden per bus tussen de terminal en het vliegtuig vervoerd. Bij een vrijwel gelijk gebleven aantal vliegbewegingen (starts en landingen) van rond de 50.000 is het aantal passagiers dat gebruik maakt van het Rotterdamse vliegveld in zeven jaar tijd gestegen van rond de één miljoen naar ruim anderhalf miljoen nu. Permanente, grote gebruikers van de luchthaven zijn onder meer de vliegmaatschappijen Transavia, British Airways, Lufthansa, Turkish Airlines en CityJet.
de allereerste plaats om drie dingen: veiligheid, veiligheid en veiligheid! Koos Pulleman, directeur NIBHV, ging bij Roland Wondolleck op bezoek om zich te laten informeren over het reilen en zeilen van een moderne, succesvolle luchthaven.
Koos Pulleman: “Vorig jaar is in Rotterdam Ahoy de eerste Emergency Expo gehouden. Het is een multidisciplinair platform dat ruimte biedt aan betrokkenen bij calamiteiten en rampenbestrijding, risicomanagement en crisisbeheersing. U maakt deel uit van het Adviescomité. Een bewuste keus?”
Roland Wondolleck: “Aan een platform als Emergency Expo, waar op ‘state-of-the-art’ wijze aandacht wordt besteed aan het voorkomen en beheersen van calamiteiten, is absoluut behoefte. Ik steun het van harte, mede vanwege het belang van de zaak, de brede opzet en de veelzijdige wijze van presenteren.”
Koos Pulleman: “Tijdens een aan de Expo voorafgaand Business Event suggereerde professor doctor Ben Ale, voormalig hoogleraar Veiligheid en Rampenbestrijding aan de TU Delft, dat Rotterdam The Hague Airport mogelijk een belangrijke rol zou kunnen vervullen in geval van een (internationale) calamiteit.”
Roland Wondolleck: “Het is een zeer interessante gedachte die al eerder door een andere TU’er, te weten professor Chris Zevenbergen, is geopperd. Ten tijde van de overstromingen in New Orleans bleek dat aan- en afvoer door de lucht van levensbelang is. Op Rotterdam The Hague Airport blijven de voeten door allerlei al lang geleden genomen infrastructurele



maatregelen altijd droog. Ook al ligt het vliegveld rond de vijftien á twintig meter onder NAP! Het is mijn vak en mijn hobby een luchthaven te exploiteren die streeft naar excellentie op alle fronten. Deel uit maken van hulpverlening hoort daar dus ook bij. Onze luchthaven zou niet alleen bij watersnood, maar ook bij andere ernstige calamiteiten, de bereikbaarheid van een getroffen locatie door vliegtuigen en helikopters kunnen verzorgen, inclusief bijvoorbeeld hulpgoederen, een krachtcentrale en een datacenter. Doorredenerend zou het ‘hulpluchthavenconcept’ zelfs een exportartikel van Nederland kunnen zijn. De TU Delft is de haalbaarheid van de gedachte aan het onderzoeken. Denk in dit verband ook aan de gigantische pompen die een Nederlands bedrijf leverde aan Engeland, toen daar enige tijd geleden hevige overstromingen waren. Hoe dan ook: Rotterdam The Hague Airport denkt graag in positieve zin mee.”
Koos Pulleman: “Toen u hier kwam werken, werd de luchthaven in zijn bestaan bedreigd. Klopt het dat toen niet iedereen in de politiek overtuigd was van het nut van ‘Vliegveld Zestienhoven’?”
Roland Wondolleck: “Jazeker. Het feit dat ik ook jurist ben, kwam me toen uitermate goed van pas. Net als mijn ondernemerschap. Ongeveer twintig jaar geleden werd het vliegveld inderdaad (nog altijd) zeer serieus met sluiting bedre=igd. Om het zwaard van Damocles weg te krijgen moest er op politiek niveau behoedzaam en verstandig worden gemanoeuvreerd om bestaande dogma’s te overwinnen. Voorts moest de exploitatie van de toen zwaar verliesgevende luchthaven worden omgebogen tot een met groene cijfers en duurzaam rendabel worden gemaakt. Dat is met hard werken en met ieders medewerking gelukt. Sluiting is echt definitief van de baan. Sterker nog, er wordt gewerkt aan de randvoorwaarden voor verdere uitbreiding van onze timetable met ongeveer tien tot vijftien nieuwe bestemmingen. Op dit moment zijn dat er veertig. Rotterdam The Hague Airport is nu een van de toonaangevende luchthavens van Europa voor wat betreft het zakenverkeer. Ook het aantal andere passagiers stijgt nog altijd, mede dankzij de samenwerking met vliegmaatschappijen die hun bestemmingen gestaag uitbreiden.”
Koos Pulleman: “Hoe is de verhouding met de stad Rotterdam en de regio?”
Roland Wondolleck: “Die is vooral gericht op het verder verbreden en verstevigen van politiek en maatschappelijk draagvlak. Dat betekent een dienende rol die reeds in Zuidwest Nederland gevestigde en nog te komen bedrijven en (internationale) organisaties ondersteunt. Het aantal vliegbestemmingen en de verscheidenheid ervan speelt daarbij mee. Mede dankzij maatschappijen als Transavia, British Airways, Turkish Airlines en Lufthansa zijn bestemmingen vaak niet alleen zakelijk, maar ook recreatief aantrekkelijk. Overigens maken ook veel privézakenvliegtuigen gebruik van ons vliegveld. Op maatschappelijk gebied nemen wij de belangen van mensen die dichtbij een luchthaven wonen en/of werken ook heel serieus. Goed communiceren haalt vaak op de loer liggend ongenoegen weg en zorgt ervoor dat vrijwel alle omwonenden prettig kunnen vertoeven in hun buurt. Wij staan altijd open voor kritiek, want daarvan kunnen we leren.”
Koos Pulleman: “Zijn er nog expansiemogelijkheden binnen de door de politiek aangegeven ruimte?”
Roland Wondolleck: “Inter-Europees vliegverkeer speelt zich af gedurende de dag in ruimere zin. Wij krijgen van het departement precies aangegeven hoeveel vluchten er mogen plaatsvinden en tussen welke tijden. We hebben om uitbreidingsmogelijkheden gevraagd. De start- en landingsbaan biedt genoeg ruimte voor extra vluchten, de terminal zal dan moeten worden verruimd. Nachtvluchten zijn en komen er niet, alleen als ze maatschappelijk belang hebben. Er is voor deze categorie luchtverkeer een beperkt nachtelijk openingsregime. Toestellen met vertraging, uitwijkvluchten, de Kustwacht, de politie en de traumaheli kennen uitzonderingen. Voor de traumaheli gelden zelfs aparte vliegprocedures, mede vanwege de nacht en de uitruksnelheid.”
Koos Pulleman: “Komt het feit dat u regelmatig zelf als vlieger actief bent u bij de werkzaamheden van pas?”
Roland Wondolleck: “Zeker. Al was het maar om de operationele bedrijfsvoering van onze luchthaven in totaliteit steeds ‘state of art’ te houden. Mede daarom combineren mijn collega’s en ik veelal in één persoon meerdere functies. Het gaat niet alleen om het veilig laten landen en opstijgen van de vluchten, maar ook om de afhandeling erna en ervoor. Een voorbeeld: sommige passagiers hebben soms een kort lontje, als iets anders loopt dan verwacht. Zo kunnen bijvoorbeeld zelfs vertragingen als gevolg van extreem weer tot vervelende situaties voor medepassagiers of luchthavenmedewerkers leiden. Dat is een openbare orde aspect. Daarvan moeten alle medewerkers op de luchthaven zich bewust zijn en ze moeten ermee kunnen omgaan. Goede en tijdige informatie voorkomt meestal een hoop gedoe. Wij geven de passagiers altijd zo spoedig mogelijk uitleg over de oorzaak van een vertraging of van een andere tegenslag. Bij de meesten verhoogt snelle communicatie het begrip voor onverwacht ongemak, uitzonderingen daargelaten. Als exploitant en havenmeester ben ik op de hoogte van veiligheid en beveiliging, maar ook van marketing en communicatie. Het zelf kunnen vliegen geeft verdieping aan het dagelijks doen en laten. Vooral in discussies met andere piloten over de inhoud van het vak of over concrete dingen die wij hier niet of juist wel willen. Te snel taxiën is bijvoorbeeld nog steeds ongewenst. Ook de dames en heren piloten weten inmiddels dat ik doorgaans uit eigen ervaring weet waarover ik praat.”
Koos Pulleman: “Onder welke pet valt de verantwoordelijkheid voor veiligheid?”
Roland Wondolleck: “Onder beide functies. Ik heb zowel op luchtzijdig als landzijdig gebied een veilige exploitatie te borgen. Het verschil met een regulier bedrijf is, dat wij naast de BHV’ers op ons kantoor een beroepsbrandweer hebben die als first responder kan optreden. Niet alleen bij ernstige ongevallen, maar ook bij onwel worden, struikel- of valpartijen etc. De havendirecteur – exploitant – draagt de eindverantwoordelijkheid. Hij moet ervoor zorgen dat de havenmeester uitvoeringsgericht zijn best doet. Voor het verenigen van beide functies is bewust gekozen, omdat het een relatief kleine luchthaven betreft en de exploitatie daarvan dan overzichtelijker is.”
Koos Pulleman: “Speelt de betrekkelijke kleinschaligheid van de luchthaven mee bij het welbevinden van de reizigers?”
Roland Wondolleck: “Het is hier overzichtelijk. Als je het terrein opkomt, zie je het vliegtuig staan waarmee je vertrekt. De vertrekhal is gezellig en het inchecken gaat snel. Wij proberen iedereen een goed gevoel te geven. Als iemand ‘en route’ iets naars is overkomen, zorgen we ervoor dat hij voldoende ondersteuning krijgt om veilig thuis te komen. Er zijn reizigers die hun vakanties specifiek bepalen op basis van de bestemmingen die Rotterdam The Hague Airport biedt. Ook de betrokkenheid van de luchtvaartmaatschappijen bij de luchthaven is groot. Zij ‘geven om’ het vliegveld. Gesprekken vinden altijd plaats in een professionele, constructieve sfeer.”
Koos Pulleman: “Zijn er instanties die u kunnen aanspreken op veiligheid?”
Roland Wondolleck: “Ja. Zeker als het mooi weer wordt, barsten de audits los. Departementen, luchtvaartmaatschappijen, justitie, de EU, de
Geen alcohol bij boordpersoneel
Bij een alcoholcontrole van de politie en de Koninklijke Marechaussee op Rotterdam The Hague Airport onder het boordpersoneel van diverse luchtvaartmaatschappijen en van de zakelijke en kleine luchtvaart zijn 6 juli 2014 geen overtredingen geconstateerd. Na een lange voetbalnacht (Nederland – Costa Rica!) werden tussen 6.00 uur en 13.00 uur 45 leden van het boordpersoneel op alcoholgebruik gecontroleerd. In de luchtvaart is maximaal 0,2 promille alcohol toegestaan. Daarnaast mag vliegend personeel vanaf tien uren voor de vlucht geen alcohol nuttigen. Er zijn geen strafbare feiten geconstateerd.
brandweer… ze auditten allemaal. Ik ben daar zeer positief over, want het geeft ons veel informatie over de bedrijfsvoering. Bij een laatste audit door Verkeer en Waterstaat waren er nul bevindingen. Dat vervult mij met trots. De Nederlandse luchthavens auditten elkaar ook onderling. Je neemt elkaar zeer kritisch de maat. Optimale communicatie over en weer tussen (inter)nationale luchthavens en de luchtvaartmaatschappijen helpt ook mee aan het verhogen van de veiligheid en aan een goede omgang met de omgeving. Daarbij worden ook de incidenten met elkaar gedeeld. Je kunt constant leren van elkaar. De verhouding tussen alle luchthavenmeesters in Nederland is niet competitief, maar gericht op verhoging van veiligheid en van samenwerking”.
Koos Pulleman: “Gaan veiligheid en bedrijfscultuur hand in hand?”
Roland Wondolleck: “Absoluut. In de veiligheidscultuur zijn hiërarchische barrières voor mij onacceptabel. Hier heerst de cultuur van: als je iets ziet wat volgens jou niet klopt, meld dat dan. Kritiek kan en moet altijd geuit worden, ideeën over hoe het beter kan of moet, dienen een gewillig oor te vinden. Alles moet bespreekbaar zijn: onbevangen, vrijuit, zonder belemmering en los van de plek in de organisatie. Met respect naar elkaar. Een bedrijfscultuur waarin je geen kritiek kan en mag geven, werkt mijns inziens onveiligheid juist in de hand, al was het maar vanwege de neiging tot ‘toedekken’ die dan ontstaat. Het alleen maar direct strafrechtelijk maken van dingen doet dat om die reden trouwens ook. Hoe dan ook, de betrokkenheid van onze mensen en hun staat van dienst is groot. Dat is prima. Het risico van individueel vakmanschap ligt echter op de loer. Om toch te borgen dat iedereen kwaliteit kan leveren, is hier alles op operationeel en security gebied in procedures vastgelegd, onder meer via checklisten. Daarnaast hamer ik erop om altijd gebruik te blijven maken van de eigen oren en ogen. Alleen afvinken van lijstjes volstaat niet. Men moet alert blijven op afwijkingen en op onverwachte zaken, kortom het ‘boerenverstand’ blijven gebruiken.”
Koos Pulleman: “Tot slot. Wat heeft altijd jullie extra aandacht?”
Roland Wondolleck: “Het landingsterrein. Alles wat beweegt, krijgt een digitale ‘strip’. Voorkomen moet worden dat er zich tijdens een start/landing auto’s en/of mensen dan wel dieren of F.O.D. (rotzooi, red.) op de baan bevinden. Verder vertoeven hier veel vogels in de omgeving. Die vormen een risico voor de vliegtuigen. Vogels kunnen in de motoren raken. Het vereist creativiteit om ze daar weg te houden. We hebben onder meer een valkenier die de vogels met zijn roofvogel wegjaagt. Verder verjagen we de vogels met geluid door middel van het afschieten van lichtpatronen.”
Na afloop van het gesprek nodigt Roland Wondolleck Koos Pulleman uit voor een korte rondrit over het luchthaventerrein, uiteraard pas na toestemming van de verkeersleiding. Op verzoek van de fotograaf poseren zij kort aan het begin van de landingsbaan. Uiteraard digitaal gemarkeerd met een strip ter herkenning voor de mensen in de verkeerstoren. Verderop wordt kort stil gestaan bij het vliegtuig van het Ierse rugbyteam uit Leinster dat op de luchthaven staat geparkeerd. Ook de Aircraft Fire Trainer, waarin alle first responders van Rotterdam The Hague Airport kunnen oefenen, is bezocht. (JK)
