KB uitvoering - Koninklijk besluit van 14 januari 2013 regime wet 17 juni 2016

Page 1

KB UITVOERING

KONINKLIJK BESLUIT VAN 14 JANUARI 2013

REGIME WET 17 JUNI 2016

ARTIKELSGEWIJZE COMMENTAAR OP DE (NIEUWE) WETGEVING OVERHEIDSOPDRACHTEN

KB UITVOERING

Koninklijk besluit van 14 januari 2013 – Regime wet 17 juni 2016

Deze publicatie maakt deel uit van de reeks “Artikelsgewijze commentaar op de (nieuwe) wetgeving overheidsopdrachten”, uitgegeven door Uitgeverij Politeia.

Editor: Steven Van Garsse, Universiteit Hasselt, Universiteit Antwerpen en Equator Advocaten.

Bijgewerkt tot en met november 2022.

© Uitgeverij Politeia nv Keizerslaan 34

1000 Brussel

Tel. 02 289 26 10

Fax. 02 289 26 19 info@politeia.be www.politeia.be

D/2022/8132/124

ISBN 978-2-509-04187-6

NUR 820

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm, elektronisch of welke andere wijze ook zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van de uitgever.

De auteur, de editor en de uitgever streven naar betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie waarvoor ze echter niet aansprakelijk kunnen worden gesteld.

INLEIDING1

De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten heeft tot doel de richtlijnen 2014/24/EU en 2014/25/EU om te zetten in Belgisch recht, respectievelijk in de klassieke en in de speciale sectoren.

Het koninklijk besluit van 22 juni 2017 tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken en tot bepaling van de datum van inwerkingtreding van de wet van 16 februari 2017 tot wijziging van de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten voorziet in de gedeeltelijke omzetting van het hoofdstuk omtrent de uitvoering van de opdracht in de richtlijnen 2014/24/EU en 2014/25/EU.

Naast een aantal technische aanpassingen en aanpassingen in verband met de strijd tegen de sociale dumping, wordt aldus voor een ingrijpende hervorming van de regels omtrent de wijzigingen aan de opdracht gezorgd. Die hervorming is ingegeven door artikel 72 van de richtlijn 2014/24/EU en artikel 89 van richtlijn 2014/25/EU.

Daarnaast wordt ook het toepassingsgebied aangepast. Een aantal kernbepalingen omtrent wijzigingen aan de opdracht worden van toepassing verklaard in de speciale sectoren, zelfs wanneer het personen (meestal van privaat recht) betreft die genieten van bijzondere of exclusieve rechten. Ter herinnering: op heden zijn de algemene uitvoeringsregels niet van toepassing in de zogenaamde private speciale sectoren.

1 Verslag aan de Koning, BS 27 juni 2017, 68311. 3 Koninklijk besluit van 14 januari 2013Regime Wet 17 juni 2016

Verder worden een aantal technische aanpassingen doorgevoerd. Die aanpassingen hebben betrekking op de volgende artikelen van het koninklijk besluit van 14 januari 2013:

• artikel 11: aanduiding leidend ambtenaar

• artikel 16: personeel

• artikel 25: verduidelijking berekeningswijze borgtocht

• artikel 30: verduidelijking modaliteiten bij afhouding van borgtocht

• artikel 35: kopij op aanvraag van het bestek

• artikel 41: afzien van keuring

• artikel 47: uitvoering in eigen beheer

• artikel 67: modaliteiten omtrent voorschotten

• artikel 69: berekeningsbasis intrest voor laattijdige betaling

• artikel 76: voorbereidingstijd voor de andere fases dan de eerste fase

• artikel 82: modaliteiten tegenproef

Het besluit voorziet eveneens in de invoeging van een nieuw artikel omtrent de berekeningsbasis van de bijzondere of algemene straffen of vertragingsboetes (artikel 46/1).

Tot slot voorziet het besluit in een aantal nieuwe bepalingen die kaderen in de strijd tegen de sociale dumping. De voornaamste bepalingen in dat verband hebben betrekking op het verbod voor de onderaannemer om het geheel van de opdracht dat hem werd toegewezen verder in onderaanneming te geven, de beperking van de onderaannemingsketen, de verhoogde transparantie in die onderaannemingsketen, de verplichte naleving van de erkenningswetgeving voor de onderaannemers en op het nazicht op de afwezigheid van uitsluitingsgronden in hoofde van de onderaannemers. Zoals erop is gewezen in de Resolutie van het Europees Parlement van 14 september 2016 over sociale dumping in de Europese Unie, kan er ofschoon de afwezigheid van een reglementaire of universeel gebruikte definitie van het begrip sociale dumping, vanuit gegaan worden dat dat begrip betrekking heeft op een brede waaier aan opzettelijke misbruikpraktijken en de omzeiling van bestaande Europese en nationale wetgeving (met inbegrip van wetten en algemeen toepasselijke collectieve overeenkomsten), die oneerlijke concurrentie mogelijk maken door de arbeids- en werkingskosten op illegale wijze te minimaliseren, en resulteren in de schending van de rechten en de uitbuiting van werknemers.

4 Koninklijk besluit van 14 januari 2013Regime Wet 17 juni 2016

Behoudens indien anders is aangegeven, zijn de wijzigingen die door dat besluit worden ingevoerd ook van toepassing op de opdrachten die onder het toepassingsgebied vallen van de wet defensie en veiligheid. Zodoende zijn die opdrachten op één enkele uitzondering na (zie het nieuwe artikel 38/19, tweede lid) ook onderworpen aan van de nieuwe regels omtrent de wijzigingen aan de opdracht. In de richtlijn 2009/81/EG ‘defensie en veiligheid’ zijn geen regels vervat inzake wijzigingen aan de opdracht, zodat de lidstaten, binnen de perken van de Europese Verdragen, in dat verband over een beleidsmarge beschikken. Er zijn echter geen objectieve redenen om voor de betreffende opdrachten andere regels in te voeren dan de algemeen geldende regels inzake wijzigingen aan de opdracht.

Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 werd ondertussen nogmaals gewijzigd door het koninklijk besluit van 15 april 2018 tot wijziging van meerdere koninklijke besluiten op het vlak van overheidsopdrachten en concessies en tot aanpassing van de drempel in de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies.

De nieuwe algemene uitvoeringsregels zijn van toepassing op lopende opdrachten die bekendgemaakt zijn of hadden moeten worden bekendgemaakt vanaf 30 juni 2017, en op opdrachten waarvoor, bij ontstentenis van een verplichting tot voorafgaande bekendmaking, de kandidaten of inschrijvers vanaf die datum werden uitgenodigd tot het indienen van een offerte, met uitzondering van de artikelen 38/1, 38/2 en 38/19, die eveneens van toepassing zijn op opdrachten die werden bekendgemaakt of bekendgemaakt hadden moeten worden voor 30 juni 2017 (art. 161 en 161/1).

In het opschrift van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 wordt niet langer verwezen naar concessies voor openbare werken. Die worden voortaan geregeld door een afzonderlijke wet, met name de wet van 17 juni 2016 betreffende de concessie overeenkomsten en een afzonderlijk koninklijk besluit.

Het koninklijk besluit is als volgt ingedeeld:

• Hoofstuk 1 bevat de algemene bepalingen (art. 1 tot 9).

• Hoofstuk 2 bevat de gemeenschappelijke bepalingen voor werken, leveringen en diensten (art. 10 tot 73).

• Hoofdstuk 3 bevat de specifieke bepalingen voor werken (art. 74 tot 95).

Afdeling 2 van hoofdstuk 3 in verband met de aanvullende bepalingen voor promotieopdrachten werd opgeheven.

• Hoofdstuk 4 in verband met concessies voor openbare werken werd opgeheven.

5 Koninklijk besluit van 14 januari 2013Regime Wet 17 juni 2016

• Hoofdstuk 5 bevat de specifieke bepalingen voor leveringen (art. 115 tot 144).

• Hoofdstuk 6 bevat de specifieke bepalingen voor diensten (art. 145 tot 160).

• Hoofdstuk 7 bevat de slotbepalingen (art. 161-162).

6
Koninklijk besluit van 14 januari 2013Regime Wet 17 juni 2016
INLEIDING 3 HOOFDSTUK I. ALGEmENE BEPALINGEN 19 Omzetting 19 Artikel 1. 19 Definities 34 Artikel 2. 34 Belasting over de toegevoegde waarde 75 Artikel 3. 75 Vaststelling van de termijnen 79 Artikel 4. 79 Toepassingsgebied 83 Artikel 5. 83 Artikel 6. 91 Artikel 7. 106 Artikel 8. 110 Afwijkingen en onbillijke bedingen 112 Artikel 9. 112 7 Koninklijk besluit van 14 januari 2013Regime Wet 17 juni 2016
INHOUDSTAFEL
HOOFDSTUK II. GEmEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN OPDRACHTEN VOOR WERKEN, LEVERINGEN EN DIENSTEN 133 AFDELING 1 – ALGEMEEN KADER 133 Gebruik elektronische middelen 133 Artikel 10. 133 Leidend ambtenaar 138 Artikel 11. 138 Onderaannemers 149 Artikel 12. 149 Art. 12/1. 150 Art. 12/2. 151 Art. 12/3. 153 Art. 12/4. 155 Artikel 13. 165 Artikel 14. 168 Artikel 15. 172 Arbeidskrachten 175 Artikel 16. 175 Afzonderlijke opdrachten 178 Artikel 17. 178 Vertrouwelijkheid 181 Artikel 18. 181 AFDELING 2 – INTELLECTUELE RECHTEN 189 Gebruik van de resultaten 189 Artikel 19. 189 Methodes en knowhow 217 Artikel 20. 217 Registraties 221 Artikel 21. 221 Sublicentie 223 Artikel 22. 223 Wederzijdse bijstand en waarborg 226 Artikel 23. 226 AFDELING 3 – FINANCIËLE GARANTIEs 232 Verzekeringen 232 Artikel 24. 232 8 Koninklijk besluit van 14 januari 2013Regime Wet 17 juni 2016
Borgtocht, draagwijdte en bedrag 244 Artikel 25. 244 Aard van de borgtocht 257 Artikel 26. 257 Borgstelling en bewijs van de borgstelling 262 Artikel 27. 262 Aanpassing van de borgtocht 267 Artikel 28. 267 Verzuim van borgstelling 270 Artikel 29. 270 Rechten van de aanbestedende overheid op de borgtocht 275 Artikel 30. 275 Door derden gestelde borgtocht 282 Artikel 31. 282 Overdracht van de borgtocht 285 Artikel 32. 285 Vrijgave van de borgtocht 287 Artikel 33. 287 AFDELING 4 – OPDRACHTDOCUMENTEN 292 Conforme uitvoering 292 Artikel 34. 292 Plannen, documenten en voorwerpen opgemaakt door de aanbestedende overheid 296 Artikel 35. 296 Artikel 36. 300 AFDELING 5 – WIJZIGINGEN VAN DE OPDRACHT 306 Beginsel 306 Artikel 37. 306 De herzieningsclausule 310 Artikel 38. 310 Aanvullende werken, leveringen of diensten 318 Artikel 38/1. 318 9 Koninklijk besluit van 14 januari 2013Regime Wet 17 juni 2016
Onvoorzienbare omstandigheden in hoofde van de aanbesteder 326 Artikel 38/2. 326 Vervanging van de opdrachtnemer 334 Artikel 38/3. 334 De minimis-regel 341 Artikel 38/4. 341 Niet-wezenlijke wijziging 349 Artikel 38/5. 349 Artikel 38/6. 350 Prijsherziening 359 Artikel 38/7. 359 Heffingen die een weerslag hebben op het opdrachtbedrag 365 Artikel 38/8. 365 Onvoorzienbare omstandigheden in hoofde van de opdrachtnemer 370 Artikel 38/9. 370 Artikel 38/10. 385 Feiten van de aanbesteder en van de opdrachtnemer 390 Artikel 38/11. 390 Vergoeding voor schorsingen op bevel van de aanbesteder en incidenten bij de uitvoering 402 Artikel 38/12. 402 Verbod om de uitvoering te vertragen of te onderbreken 417 Artikel 38/13. 417 Indieningsvoorwaarden 422 Artikel 38/14. 422 Artikel 38/15. 429 Artikel 38/16. 437 Artikel 38/17. 445 Nazicht van de boekhoudkundige stukken 447 Artikel 38/18. 447 Publicatie 451 Artikel 38/19. 451 AFDELING 6 – CONTROLE EN TOEZICHT OP DE OPDRACHT 453 Artikel 39. 453 Artikel 40. 460 10 Koninklijk besluit van 14 januari 2013Regime Wet 17 juni 2016
Soorten keuringen 461 Artikel 41. 461 Voorafgaande keuring 466 Artikel 42. 466 A posteriori uitgevoerde keuring 472 Artikel 43. 472 AFDELING 7 – ACTIEMIDDELEN VAN DE AANBEsTEDER 476 In gebreke blijven en sancties 476 Artikel 44. 476 Straffen 486 Artikel 45. 486 Vertragingsboetes 493 Artikel 46. 493 Artikel 46/1. 498 Ambtshalve maatregelen 500 Artikel 47. 500 Overige sancties 510 Artikel 48. 510 Artikel 49. 515 Teruggave vertragingsboetes en straffen 518 Artikel 50. 518 Artikel 51. 522 AFDELING 8 – INDIENINGsVOORWAARDEN VOOR DE KLACHTEN EN VERZOEKEN (OPGEHEVEN DOOR HET KB VAN 22 JUNI 2017) 525 Artikelen 52 en 53. 525 AFDELING 9 – INCIDENTEN BIJ DE UITVOERING (OPGEHEVEN DOOR HET KB VAN 22 JUNI 2017) 526 Tekortkomingen van de aanbestedende overheid 526 Artikelen 54 tot en met 60. 526 AFDELING 10 – EINDE VAN DE OPDRACHT 527 Verbreking 527 Artikel 61. 527 Artikel 62. 532 Artikel 62/1. 538 Artikel 63. 545 11 Koninklijk besluit van 14 januari 2013Regime Wet 17 juni 2016
Opleveringen en waarborgen 548 Artikel 64. 548 Artikel 65. 550 AFDELING 11 – ALGEMENE BETALINGsVOORWAARDEN 554 Artikel 66. 554 Voorschotten 557 Artikel 67. 557 Betaling in geval van verzet tegen betaling of van derdenbeslag 564 Artikel 68. 564 Intrest voor laattijdige betaling en vergoeding voor invorderingskosten 566 Artikel 69. 566 Onderbreking of vertraging van de uitvoering 570 Artikel 70. 570 Korting wegens minderwaarde 575 Artikel 71. 575 Compensatie 578 Artikel 72. 578 AFDELING 12 – RECHTsVORDERINGEN 580 Artikel 73. 580 HOOFDSTUK III. SPECIFIEKE BEPALINGEN OPDRACHTEN VOOR WERKEN 588 AFDELING 1 – BEPALINGEN TOEPAssELIJK OP ALLE OPDRACHTEN VOOR WERKEN 588 Toelatingen 588 Artikel 74. 588 Leiding en controle 590 Artikel 75. 590 Uitvoeringstermijnen 594 Artikel 76. 594 Ter beschikking stellen van gronden en lokalen 605 Artikel 77. 605 Voorwaarden betreffende het personeel 608 Artikel 78. 608 Artikel 78/1. 612 12 Koninklijk besluit van 14 januari 2013Regime Wet 17 juni 2016
Organisatie van de bouwplaats 615 Artikel 79. 615 Wijzigingen van de opdracht 622 Artikel 80. 622 Spel van de vermoedelijke hoeveelheden 630 Artikel 81. 630 Controlemiddelen 634 Artikel 82. 634 Dagboek van de werken 648 Artikel 83. 648 Aansprakelijkheid van de aannemer 656 Artikel 84. 656 Middelen van optreden Vermoeden van bedrog of slecht werk 659 Artikel 85. 659 Vertragingsboetes 660 Artikel 86. 660 Ambtshalve maatregelen 667 Artikel 87. 667 Inhoudingen voor niet betaalde lonen, sociale lasten en belastingen die zijn verschuldigd 673 Artikel 88. 673 Incidenten bij de uitvoering 678 Artikel 89. 678 Vondsten tijdens de werken 679 Artikel 90. 679 Opleveringen en waarborg 682 Artikel 91. 682 Artikel 92. 685 Vrijgave van de borgtocht 699 Artikel 93. 699 Opdrachtprijs bij vertraging van de uitvoering 700 Artikel 94. 700 Betalingen 702 Artikel 95. 702 13 Koninklijk besluit van 14 januari 2013Regime Wet 17 juni 2016

AFDELING 2 – AANVULLENDE BEPALINGEN PROMOTIEOPDRACHTEN VAN WERKEN

AFDELING 1 – GEMEENsCHAPPELIJKE BEPALINGEN ALLE OPDRACHTEN

(OPGEHEVEN BIJ KB VAN
JUNI 2017) 710 Artikelen 96 tem 103. 710 HOOFDSTUK
SPECIFIEKE
CONCESSIES VOOR OPENBARE WERKEN (OPGEHEVEN DOOR HET KB VAN 22 JUNI 2017) 711 Artikelen 104 tem 114. 711 HOOFDSTUK V. SPECIFIEKE BEPALINGEN OPDRACHTEN VOOR LEVERINGEN 712
22
IV.
BEPALINGEN
VOOR LEVERINGEN 712 Gedeeltelijke bestellingen 712 Artikel 115. 712 Leveringstermijn 717 Artikel 116. 717 Te leveren hoeveelheden 721 Artikel 117. 721 Leveringsmodaliteiten 724 Artikel 118. 724 Verpakkingen 727 Artikel 119. 727 Nazicht van de levering 729 Artikel 120. 729 Wijzigingen aan de opdracht 732 Artikel 121. 732 Aansprakelijkheid van de leverancier 735 Artikel 122. 735 Vertragingsboetes 738 Artikel 123. 738 Ambtshalve maatregelen 744 Artikel 124. 744 Klachten inzake oplevering 749 Artikel 125. 749 14 Koninklijk besluit van 14 januari 2013Regime Wet 17 juni 2016
Opdrachtprijs bij vertraging van de uitvoering 751 Artikel 126. 751 Betalingen 753 Artikel 127. 753 AFDELING 2 – AANVULLENDE BEPALINGEN OPDRACHTEN VOOR LEVERINGEN MET AANKOOP 756 Voorlopige opleveringen 756 Artikel 128. 756 Artikel 129. 758 Dubbele voorlopige oplevering 760 Artikel 130. 760 Volledige oplevering op de leveringsplaats zonder gedeeltelijke oplevering op de productieplaats 763 Artikel 131. 763 Eigendomsoverdracht 767 Artikel 132. 767 Vrijgave van de borgtocht 769 Artikel 133. 769 Waarborgtermijn 770 Artikel 134. 770 Definitieve oplevering 771 Artikel 135. 771 AFDELING 3 – AANVULLENDE BEPALINGEN OPDRACHTEN VOOR LEVERINGEN MET HUUR, HUURKOOP OF LEAsING 773 Verplichtingen van de aanbestedende overheid 773 Artikel 136. 773 Verplichtingen van de leverancier 775 Artikel 137. 775 Artikel 138. 777 Eigendomsoverdracht in geval van huurkoop 779 Artikel 139. 779 Waarborgtermijn in geval van huurkoop 781 Artikel 140. 781 Betaling van de prijs 782 Artikel 141. 782 Oplevering van de opdracht in geval van huur of leasing 784 Artikel 142. 784 15 Koninklijk besluit van 14 januari 2013Regime Wet 17 juni 2016
Oplevering van de opdracht in geval van huurkoop 786 Artikel 143. 786 Vrijgave van de borgtocht 788 Artikel 144. 788 HOOFDSTUK VI. SPECIFIEKE BEPALINGEN OPDRACHTEN VOOR DIENSTEN 789 Belangenvermenging 789 Artikel 145. 789 Uitvoeringsmodaliteiten 793 Artikel 146. 793 Uitvoeringstermijnen 795 Artikel 147. 795 Diensten met vaste hoeveelheden of minimaal te verlenen diensten 797 Artikel 148. 797 Modaliteiten inzake prestaties 799 Artikel 149. 799 Nazicht van de diensten 800 Artikel 150. 800 Wijzigingen van de opdracht 802 Artikel 151. 802 Aansprakelijkheid van de dienstverlener 805 Artikel 152. 805 Artikel 153. 807 Vertragingsboetes 809 Artikel 154. 809 Ambtshalve maatregelen 814 Artikel 155. 814 Oplevering van de opdracht 818 Artikel 156. 818 Artikel 157. 820 Vrijgave van de borgtocht 821 Artikel 158. 821 Opdrachtprijs bij vertraging van de uitvoering 823 Artikel 159. 823 16 Koninklijk besluit van 14 januari 2013Regime Wet 17 juni 2016
17 Betalingen 825 Artikel 160. 825 HOOFDSTUK VII. SLOTBEPALINGEN 828 Artikel 161. 828 Artikel 161/1. 834 Artikel 162. 836 Koninklijk besluit van 14 januari 2013Regime Wet 17 juni 2016

AFDELING 3 – AANVULLENDE BEPALINGEN OPDRACHTEN VOOR LEVERINGEN MET HUUR,

HUURKOOP OF LEASING

VERPLICHTINGEN VAN DE AANBEsTEDENDE OVERHEID

Artikel 136.

De aanbesteder is ertoe verplicht:

1° de leveringen te gebruiken voor de in de opdracht bepaalde gebruiksdoeleinden overeenkomstig de door de leverancier verstrekte technische gebruiksvoorschriften;

2° geen veranderingen aan de leveringen aan te brengen zonder voorafgaand schriftelijk akkoord van de leverancier, behoudens andersluidende bepaling in de opdrachtdocumenten.

TEKSTGESCHIEDENIS

Artikel 136 van het KB Uitvoering van 14 januari 2013 (BS 14 februari 2013), zoals gewijzigd door het KB van 22 juni 2017 (BS 27 juni 2017).

AUTEUR

Steven Van Garsse RECHTSLEER

CABUY, Y., e.a, Le nouveau droit des marchés publics en Belgique, Brussel, Larcier, 2013, 1026.

773 Koninklijk besluit van 14 januari 2013Regime Wet 17 juni 2016Artikel 136

COMMENTAAR

1. Dit artikel vormt een nieuwe aanvullende bepaling voor de opdrachten voor leveringen met huur, huurkoop of leasing. 1 Het bepaalt de verplichtingen van de aanbestedende overheid inzake het gebruik van de leveringen. Meer bepaald moet deze de leveringen gebruiken voor de in de opdracht bepaalde gebruiksdoeleinden overeenkomstig de door de leverancier verstrekte technische gebruiksvoorschriften en mag hij geen veranderingen aan de leveringen aanbrengen zonder voorafgaand schriftelijk akkoord van de leverancier, behoudens andersluidende bepaling in de opdrachtdocumenten. De bepaling noodzaakt weinig commentaar, al merken Y. CABUY en G. DEREAU nog het volgende op: “L’arrêté royal ne définit pas les modalités de mise à disposition des fournitures. Il appartient donc au pouvoir adjudicateur de les préciser dans les documents de marché. D’une manière générale, i lest souhaitable d’officialiser cette mise à disposition par l’établissement d’un procès-verbal de mise à disposition.”2

774
1 Cf. verslag aan de Koning, BS 14 februari 2013.
Koninklijk besluit van 14 januari 2013Regime Wet 17 juni 2016Artikel 136
2 Y. CABUY, e.a, Le nouveau droit des marchés publics en Belgique, Brussel, Larcier, 2013, 1026.

VERPLICHTINGEN VAN DE LEVERANCIER

Artikel 137.

De leverancier is ertoe verplicht:

1° de leveringen, binnen de in de opdrachtdocumenten bepaalde termijnen, ter beschikking te stellen van de aanbesteder;

2° behoudens andersluidende bepaling in de opdrachtdocumenten, hun onderhoud te waarborgen en binnen de opgelegde termijn alle nodige herstellingen uit te voeren om de leveringen, tijdens de volledige duur van de opdracht, in goede staat te houden.

TEKSTGESCHIEDENIS

Artikel 137 van het KB Uitvoering van 14 januari 2013 (BS 14 februari 2013).

AUTEUR
RECHTSLEER –775 Koninklijk besluit van 14 januari 2013Regime Wet 17 juni 2016Artikel 137
Steven Van Garsse

COMMENTAAR

1. Deze bepaling voor de opdrachten voor leveringen met huur, huurkoop of leasing bepaalt de verplichtingen van de leverancier.1 De verplichtingen van de leverancier omvatten de terbeschikkingstelling van de leveringen binnen de vastgestelde termijnen en, behoudens andersluidende bepaling in de opdrachtdocumenten, het onderhoud en de herstelling ervan.

2. Indien de leverancier de leveringen niet ter beschikking stelt binnen de in de opdrachtdocumenten bepaalde termijnen zal de leverancier zich blootstellen aan vertragingsboetes conform artikel 123 AUR.

776
Koninklijk besluit van 14 januari 2013Regime Wet 17 juni 2016Artikel 137
1
Cf. Verslag aan de Koning, BS 14 februari 2013.

Artikel 138.

Wanneer leveringen tijdens de duur van de opdracht volledig of gedeeltelijk worden vernield buiten iedere aansprakelijkheid van de aanbesteder, vervangt de leverancier ze of herstelt hij ze op eigen kosten binnen de opgelegde termijn.

TEKSTGESCHIEDENIS

Artikel 138 van het KB Uitvoering van 14 januari 2013 (BS 14 februari 2013), zoals gewijzigd door het KB van 22 juni 2017 (BS 27 juni 2017).

AUTEUR

Steven Van Garsse

RECHTSLEER

COMMENTAAR

1. Dit artikel is een nieuwe bepaling met betrekking tot de verplichtingen van de leverancier in geval van volledige of gedeeltelijke vernieling van de leveringen tijdens de duur van de opdracht.1 Deze bepaling strekt er volgens het verslag aan de Koning toe de continuïteit van de dienstverlening door de leverancier te waarborgen.2 Deze bepaling legt tegen de achtergrond van de continuïteit van de openbare dienstverlening zeer zware verplichtingen

1 Cf. verslag aan de Koning, BS 14 februari 2013. 2 Ibid.

Koninklijk besluit van 14 januari 2013Regime Wet 17 juni 2016Artikel 138
777

op aan de leverancier in contracten van huur, huurkoop of leasing. Zelfs bij overmacht of bij fout van een derde zal deze volgens deze bepaling immers moeten overgaan tot vervanging of herstelling op eigen kosten.

2. De vraag rijst hoe deze bepaling te rijmen is met bijvoorbeeld artikel 1722 van het oud Burgerlijk Wetboek dat bepaalt dat “indien het verhuurde goed gedurende de huurtijd door toeval geheel is teniet gegaan, is de huur van rechtswege ontbonden; indien het goed slechts ten dele is teniet gegaan, kan de huurder, naargelang van de omstandigheden, ofwel vermindering van de prijs, ofwel zelfs ontbinding van de huur vorderen (…)” evenals artikel 1741: “Het huurcontract wordt ontbonden door het tenietgaan van het verhuurde goed(…)”. Het zal er voor de leverancier alleszins op aankomen zich hiervoor passend in te dekken (bijvoorbeeld door een verzekering).

778
Koninklijk besluit van 14 januari 2013Regime Wet 17 juni 2016Artikel 138

EIGENDOMsOVERDRACHT IN GEVAL VAN HUURKOOP

Artikel 139.

In geval van huurkoop, gebeurt de eigendomsoverdracht ofwel bij de lichting van de aankoopoptie, ofwel bij het verstrijken van de in de opdrachtdocumenten bepaalde termijn.

TEKSTGESCHIEDENIS

Artikel 139 van het KB Uitvoering van 14 januari 2013 (BS 14 februari 2013).

AUTEUR

Steven Van Garsse

RECHTSLEER

COMMENTAAR

1 Cf. verslag aan de Koning, BS 14 februari 2013.

2 Koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, BS 18 oktober 1996.

779

Koninklijk besluit van 14 januari 2013Regime Wet 17 juni 2016Artikel 139
1. Dit artikel bevat een nieuwe bepaling voor de opdrachten voor leveringen in de vorm van huurkoop.1 Ze gaat terug op artikel 19, § 2 van het vroegere AUR.2

2. Ze bepaalt op welk moment de eigendomsoverdracht kan plaatsvinden. De eigendomsoverdracht gebeurt ofwel bij de lichting van de aankoopoptie, ofwel bij het verstrijken van de in de opdrachtdocumenten bepaalde termijn. De bepaling is onder meer belangrijk voor het bepalen van wie de risico’s ten aanzien van het betrokken goed draagt en bij huurkoop desgevallend voor de vrijgave van de borgtocht.

780
Koninklijk besluit van 14 januari 2013Regime Wet 17 juni 2016Artikel 139

WAARBORGTERMIJN IN GEVAL VAN HUURKOOP

Artikel 140.

In geval van huurkoop wordt de waarborgtermijn vastgesteld in de opdrachtdocumenten. Zo niet bedraagt die één jaar hetzij vanaf de lichting van de aankoopoptie, hetzij vanaf het verstrijken van de in de opdrachtdocumenten bepaalde termijn, na aftrek, in beide gevallen, van het aantal volledige kalendermaanden tijdens dewelke de levering ter beschikking werd gesteld van de aanbesteder.

TEKSTGESCHIEDENIS

Artikel 140 van het KB Uitvoering van 14 januari 2013 (BS 14 februari 2013), zoals gewijzigd door het KB van 22 juni 2017 (BS 27 juni 2017).

AUTEUR

Steven Van Garsse

RECHTSLEER

COMMENTAAR

1. Deze bepaling betreft de waarborgtermijn bij huurkoop. De waarborgtermijn moet worden vastgesteld in de opdrachtdocumenten. Zo niet bedraagt die één jaar, hetzij vanaf de lichting van de aankoopoptie, hetzij vanaf het verstrijken van de in de opdrachtdocumenten bepaalde termijn, na aftrek, in beide gevallen, van het aantal volledige kalendermaanden tijdens dewelke de levering ter beschikking werd gesteld van de aanbestedende overheid.1

1 Cf. verslag aan de Koning, BS 14 februari 2013.

Koninklijk besluit van 14 januari 2013Regime Wet 17 juni 2016Artikel 140
781

BETALING VAN DE PRIJs

Artikel 141.

De opdrachtprijs wordt bepaald in de vorm van huurgeld of een huurvergoeding volgens de in de opdrachtdocumenten gespecificeerde voorwaarden.

De huurgelden of huurvergoedingen worden, eventueel samen met een saldo, betaald op het tijdstip en volgens de bepalingen vermeld in de opdrachtdocumenten.

De aanbesteder is geen huurgeld of huurvergoedingen verschuldigd voor de periode waarin zij de leveringen niet kan gebruiken ingevolge een tekortkoming van de leverancier.

TEKSTGESCHIEDENIS

Artikel 141 van het KB Uitvoering van 14 januari 2013 (BS 14 februari 2013), zoals gewijzigd door het KB van 22 juni 2017 (BS 27 juni 2017).

AUTEUR

RECHTSLEER –782 Koninklijk besluit van 14 januari 2013Regime Wet 17 juni 2016Artikel 141

COMMENTAAR

1. Dit artikel bevat een aanvullende bepaling inzake de betaling van huurgeld of huurvergoedingen voor de opdracht van leveringen met huur, huurkoop of leasing. Het gaat ten dele terug op een regeling die destijds reeds bestond voor de zogenaamde promotieopdrachten van leveringen.1

2. De bepaling verwijst naar de regels bepaald in de opdrachtdocumenten en verduidelijkt dat geen huurgeld of huurvergoedingen verschuldigd zijn voor de periode waarin de aanbestedende overheid de leveringen niet kan gebruiken ingevolge een tekortkoming van de leverancier.2 De aanbestedende overheid is, zo wordt immers bepaald, geen huurgeld of huurvergoedingen verschuldigd voor de periode waarin zij de leveringen niet kan gebruiken ingevolge een tekortkoming van de leverancier.

1 Cf. artikel 27 van het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, BS 18 oktober 1996.

2 Cf. verslag aan de Koning, BS 14 februari 2013.

783
Koninklijk besluit van 14 januari 2013Regime Wet 17 juni 2016Artikel 141

OPLEVERING VAN DE OPDRACHT IN GEVAL VAN HUUR OF LEAsING

Artikel 142.

§ 1. Bij het verstrijken van de in de opdrachtdocumenten bepaalde terbeschikkingstelling wordt:

1° in geval van een opdracht met huur, een proces-verbaal tot vaststelling van de teruggave van de levering aan de leverancier opgesteld;

2° in geval van een opdracht met leasing, een proces -verbaal tot vaststelling van de teruggave van de levering aan de leverancier of tot vaststelling van de eigendomsoverdracht opgesteld.

Dit proces-verbaal geldt als definitieve oplevering van de opdracht.

§ 2. Ieder bezwaar van de leverancier over de staat van de levering die hem opnieuw ter beschikking is gesteld, wordt bij aangetekende zending of bij elektronische zending die op vergelijkbare wijze de exacte datum van de verzending waarborgt aan de aanbesteder gemeld. Dit gebeurt uiterlijk de vijftiende dag na de datum van de betekening van het in het eerste lid bedoelde proces-verbaal.

TEKSTGESCHIEDENIS

Artikel 142 van het KB Uitvoering van 14 januari 2013 (BS 14 februari 2013), zoals gewijzigd door het KB van 22 mei 2014 (BS 30 mei 2014) en het KB van 22 juni 2017 (BS 27 juni 2017).

AUTEUR

Steven Van Garsse RECHTSLEER –784 Koninklijk besluit van 14 januari 2013Regime Wet 17 juni 2016Artikel 142

COMMENTAAR

1. Dit artikel bevat afzonderlijke opleveringsmodaliteiten, rekening houdend met de bijzonderheden van elk soort contract.

2. In geval van leasing moeten de modaliteiten betreffende het einde van de opdracht rekening houden met het feit dat de aanbestedende overheid niet noodzakelijk de eigenaar van de levering wordt. 1 Het begrip ‘leasing’ uit richtlijn 2004/18/EG valt onder het begrip ‘financieringshuur’ of ‘leasing’ in artikel 1 van het koninklijk besluit nr. 55 van 10 november 1967 tot regeling van het juridisch statuut der ondernemingen gespecialiseerd in financieringshuur.2

785
1 Cf. verslag aan de Koning, BS 14 februari 2013. 2 Ibid. Koninklijk besluit van 14 januari 2013Regime Wet 17 juni 2016Artikel 142

OPLEVERING VAN DE OPDRACHT IN GEVAL VAN HUURKOOP

Artikel 143.

In geval van een opdracht met huurkoop en indien de levering het voorwerp heeft uitgemaakt van een waarborg overeenkomstig artikel 140, gebeurt de definitieve oplevering stilzwijgend wanneer de levering geen aanleiding tot klachten heeft gegeven gedurend e de waarborgtermijn. Zijn er wel klachten geformuleerd gedurende die termijn, dan wordt binnen vijftien dagen vóór het verstrijken van die termijn een proces-verbaal van definitieve oplevering of van weigering van definitieve oplevering opgesteld.

TEKSTGESCHIEDENIS

Artikel 143 van het KB Uitvoering van 14 januari 2013 (BS 14 februari 2013).

AUTEUR

Steven Van Garsse

COMMENTAAR

1. Dit artikel bevat afzonderlijke opleveringsmodaliteiten, rekening houdend met de aard van het onderliggende contract. In geval van een opdracht met huurkoop en indien de levering het voorwerp heeft uitgemaakt van een

Koninklijk besluit van 14 januari 2013Regime Wet 17 juni 2016Artikel 143
–786
RECHTSLEER

waarborg overeenkomstig artikel 140, gebeurt de definitieve oplevering stilzwijgend wanneer de levering geen aanleiding tot klachte n heeft gegeven gedurende de waarborgtermijn, zo wordt bepaald. 1

2. Zijn er wel klachten geformuleerd gedurende die termijn, dan wordt binnen vijftien dagen vóór het verstrijken van die termijn een proces-verbaal van definitieve oplevering of van weigering van definitieve oplevering opgesteld.

787
Koninklijk besluit van 14 januari 2013Regime Wet 17 juni 2016Artikel 143
1
Cf. verslag aan de Koning, BS 14 februari 2013.

VRIJGAVE VAN DE BORGTOCHT

Artikel 144.

Behoudens andersluidende bepaling in de opdrachtdocumenten kan de borgtocht in één keer worden vrijgegeven:

1° in geval van een opdracht met huur of leasing, na de definitieve oplevering van de opdracht;

2° in geval van een opdracht met huurkoop, ofwel na de lichting van de aankoopoptie, ofwel na het verstrijken van de termijn die in de opdrachtdocumenten voor de eigendomsoverdracht is bepaald.

TEKSTGESCHIEDENIS

Artikel 144 van het KB Uitvoering van 14 januari 2013 (BS 14 februari 2013).

COMMENTAAR

1. Dit artikel bevat afzonderlijke regels voor de vrijgave van de borgtocht in geval van een opdracht van huur of leasing en in geval van een opdracht met huurkoop. De borgtocht kan volgens de bepaling in één keer worden vrijgegeven na de definitieve oplevering van de opdracht bij huur of leasing. Bij huurkoop is het ofwel na de lichting van de aankoopoptie ofwel na de termijn die in de opdrachtdocumenten voor de eigendomsoverdracht is bepaald.

Koninklijk besluit van 14 januari 2013Regime Wet 17 juni 2016Artikel 144
AUTEUR
RECHTSLEER –788

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.