Streekdracht Wat zegt kleding? Ben je een rapper, een skater of fan van Elvis? Dan kun je dat vast aan je kleren wel zien! Kleding vertelt veel over iemand. Soms zie je wat voor beroep iemand heeft. De politieman, de brandweer en de verpleegster: allemaal dragen ze een uniform. Soms zie je welk geloof iemand heeft. Denk maar aan Moslimvrouwen die een hoofddoek dragen. Is het warm of koud buiten? Je hoeft alleen maar te kijken wat de mensen buiten voor kleding dragen. In ons koude kikkerlandje dragen de mensen veel meer truien dan de mensen in het warme zuiden. Je kunt met je kleding laten zien waar je van houdt en bij wie je wilt horen. Wil je rapper zijn? Draag dan een pet. Ben je fan van een popgroep? Koop dan een t-shirt met hun naam erop. Zo laten we zien welke smaak we hebben en bij wie we willen horen. In Nederland kon je vroeger de mensen uit verschillende plaatsen aan hun kleding herkennen. Ze liepen in de streekdracht. Dat was de kleding die bij hun streek, dorp of stad hoorde. Aan de kleding kon je soms zien of iemand rijk was of verdrietig was omdat een familielid was overleden. Ook het kapsel of bijvoorbeeld sieraden lieten dat zien. En net zoals wij naar een feest onze mooiste kleren aantrekken, kenden de streekdrachten ook speciale kleding voor feestdagen. Alleen, die feestkleding mochten ze niet zelf kiezen, zoals wij nu. Er waren regels waar iedereen zich aan hield. Streekdrachten worden in Nederland bijna niet meer gedragen. Er zijn nog een paar dorpen en steden waar nog vrouwen in streekdracht te zien zijn. Bijvoorbeeld in Staphorst, Urk, Marken of BunschotenSpakenburg.
Streekdracht in verschillende gebieden De kostuums van de Nederlandse streekdrachten lijken nog veel op de kleding die in de 17e eeuw in Nederland werd gedragen. Er zijn natuurlijk wel dingen veranderd. In Bunschoten-Spakenburg is bijvoorbeeld de kraplap (een borst- en rugbedekking) steeds groter geworden, tot de grote schouderkappen die we nu kennen. De verschillen in de Nederlandse streekdrachten zijn heel langzaam onstaan. Per plaats of streek kreeg de kleding een heel herkenbare vorm. Tussen verschillende gebieden is vooral veel verschil ontstaan in de mutsen.
Jong en oud Elke streekdracht heeft aparte kleding voor kinderen. Het was redelijk normaal dat jongetjes tot een jaar of drie, vier nog rokken droegen. Dan was maar moeilijk het verschil te zien met meisjes! Daarna kregen ze pas een broek, als ze helemaal zindelijk waren.
Rijk of arm Soms kon je aan de kleding zien hoe rijk of arm iemand was. Kijk maar eens naar het verschil tussen de knopen op de foto! Zoals je weet is goud meer waard dan zilver. Maar het was niet altijd een teken dat je minder rijk was, wanneer je zilveren sieraden droeg. Soms waren zilveren sieraden een teken van rouw. Arme kinderen moesten de afgedragen kleren van hun oudere broer of zus dragen. Meisjes leerden hoe ze kleren konden repareren. Het was heel gewoon om kleren te dragen waar stukken op genaaid waren.