4FREE - speciale editie over Holocausteducatie

Page 1

FREE MAGAZINE VRIJHEID & BURGERSCHAP

THEMANUMMER HOLOCAUSTEDUCATIE

N E V E G S E L E D R E OV CAUST O L O H

E O D E O H ? T A D E J

UITGESLOTEN, VERVOLGD, VERMOORD Tijdlijn 1933-1945

EERSTE HULP BIJ HANDELINGSVERLEGENHEID Moeilijke thema’s in de klas

ANTISEMITISME Historische en hedendaagse voorbeelden


FREE MAGAZINE VRIJHEID & BURGERSCHAP

THEMANUMMER HOLOCAUSTEDUCATIE

DEZE SPECIALE EDITIE VAN 4FREE OVER HOLOCAUSTEDUCATIE, ONTWIKKELD DOOR HET NATIONAAL COMITÉ 4 EN 5 MEI, IS GEMAAKT VOOR DOCENTEN EN ANDERE MENSEN DIE IN GESCHIEDENIS GEÏNTERESSEERD ZIJN. DE REGULIERE EDITIE VAN 4FREE, EEN MAGAZINE OVER (ON)VRIJHEID, DEMOCRATIE EN BURGERSCHAP, KOMT JAARLIJKS IN MAART UIT. BIJ DE MAGAZINES HOORT EEN ONLINE LEEROMGEVING VOL INTERESSANTE ARTIKELEN EN INTERACTIEVE OPDRACHTEN VOOR HET VOORTGEZET ONDERWIJS EN HET MIDDELBAAR BEROEPSONDERWIJS. KIJK HIERVOOR OP 4FREE-NOW.NL. DEZE SPECIALE EDITIE VAN HET 4FREE MAGAZINE IS MEDE MOGELIJK GEMAAKT DOOR HET ZADELHOFF CULTUURFONDS.

VEN LESGDEE OVERCAUST HOLO

E HOE DO? JE DAT

UITGESLOTEN, VERVOLGD, VERMOORD Tijdlijn 1933-1945

EERSTE HULP BIJ HANDELINGSVERLEGENHEID Moeilijke thema’s in de klas

ANTISEMITISME Historische en hedendaagse voorbeelden

_4free_2024_cover_01.indd 2

14-11-2023 21:51

COLOFON REDACTIE Nationaal Comité 4 en 5 mei Laura Dekker (laura.dekker@4en5mei.nl), Matthijs Kuipers, Sander Mensink, Cristan van Emden, Hester Wynia, Marije Wilmink, Asjer Waterman Vergeten Nederland Jan Brouwers, Doenja van Harlingen, Marjolein van Pagee ONTWERP EN PRODUCTIE Rick Verhoog, Sara Kolster, Studio Parkers FOTOGRAFIE Chi-Ching Lam Photography, Martijn Beekman, Allard Bovenberg ILLUSTRATIES Studio Parkers MET DANK AAN Boaz Blokhuis, Gerard Kamp, Hadassa Hirschfeld, Hans Peeper DRUKWERK PrintSupport4U DISTRIBUTIE EN PROMOTIE EDG Disclaimer: het Nationaal Comité 4 en 5 mei heeft getracht alle rechthebbenden van beeldmateriaal te achterhalen. Mocht je foto’s tegenkomen waarvan je rechthebbende bent en je hebt geen toestemming voor gebruik gegeven, neem dan contact op via info@4en5mei.nl.

COVERFOTO Scholieren bezoeken het Holocaust Namenmonument in Amsterdam.


4FREE DOCENTENMAGAZINE 2024 THEMANUMMER HOLOCAUSTEDUCATIE

VOORWOORD Met de bevrijding van vernietigingskamp Auschwitz op 27 januari 1945 leerde de wereld over de onvoorstelbare gruwelijkheden die tijdens de oorlog door de nazi’s waren begaan. De verbijstering is groot, en de kreet: “dit nooit weer” klinkt. In 1957 vindt in Nederland de eerste Auschwitzherdenking plaats – nu de Nationale Holocaustherdenking. Bijna vijftig jaar later, in 2005, roepen de Verenigde Naties 27 januari uit als Holocaust Memorial Day. Om de wens “dit nooit weer” in de praktijk te brengen en een tegenwicht te bieden tegen het steeds weer opkomende antisemitisme, is het levend houden van de herinnering aan de Holocaust cruciaal. Tegen de achtergrond van het verschrikkelijke Israëlisch-Palestijns conflict, dat de verhoudingen wederom op scherp heeft gezet, is kennis over de Holocaust en weten waarom we deze gebeurtenis nog steeds bespreken en herdenken, essentieel. Educatie speelt hierin een belangrijke rol. Hoewel Holocausteducatie zich momenteel vooral in de aanloop naar 4 en 5 mei afspeelt, is de maand januari hiervoor ook zeer geschikt. Met Holocaust Memorial Day en de hierbij horende Nationale Holocaustherdenking eind januari kunnen docenten in de weken hieromheen perfect met het thema aan de slag. Met deze speciale editie van 4FREE wil het Nationaal Comité 4 en 5 mei een bijdrage leveren aan het ontwikkelen van de maand januari als maand waarin Holocausteducatie centraal staat. Dit docentenmagazine helpt de drempel te verlagen om over de Holocaust les te geven. Je vindt in dit magazine bijvoorbeeld artikelen met tips voor Holocausteducatie en handelingsverlegenheid, een tijdlijn van Jodenvervolging en een overzicht van historisch en hedendaags antisemitisme. Ook besteden we aandacht aan verschillende Holocausteducatiepartners die jou verder kunnen helpen bij het lesgeven over dit belangrijke onderwerp.

Veel succes met lesgeven!

3


QR-codes

INHOUD

Verschillende artikelen in dit docentenmagazine bevatten een kader waarin door middel van een QR-code verwezen wordt naar websites van partners. Scan de QR-codes voor interessante educatieve materialen, trainingen en andere handige tools voor Holocausteducatie. Voor educatief materiaal van het Nationaal Comité 4 en 5 mei kun je terecht op 4free-now.nl.

HOE ZAT HET OOK ALWEER?

Illustratie: Studio Parkers

1943

Bijna alle landen op de wereld zijn op de een of andere manier betrokken bij de oorlog. Dit geldt ook voor de Nederlandse koloniën. Slechts een handjevol landen doet niet mee en blijft neutraal.

15 februari 1942

Olietankers en olieraffinaderijen op Curaçao en Aruba zijn cruciaal voor de brandstofvoorziening van de geallieerden. Ondanks Duitse aanvallen, die op 15 februari beginnen, vallen deze niet in Duitse handen.

DE TWEEDE WERELDOORLOG

6

25 februari 1941

Duizenden mensen staken in Nederland nadat in Amsterdam 427 Joodse mannen zijn opgepakt. De Duitse bezetter slaat deze Februaristaking keihard neer.

We houden de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog levend om recht te doen aan de slachtoffers en het belang van vrijheid te onderstrepen. De Tweede Wereldoorlog is een goede casus om zichtbaar en bespreekbaar te maken wat er gebeurt als de democratische rechtsstaat wegvalt. Maar om deze verhalen goed te kunnen gebruiken, helpt het om kennis te hebben van de Tweede Wereldoorlog. Wat gebeurde er ook alweer tussen 1940 en 1945?

2 februari 1943

5 juli 1941

1941

1940

1942

Alle politieke partijen behalve de NSB – een antidemocratische partij die meewerkt met de Duitse bezetter – worden verboden. De democratie is officieel afgeschaft.

1943

8 maart 1942

Japan bezet de Nederlandse kolonie Nederlands-Indië (tegenwoordig Indonesië) en sluit Nederlanders op in kampen.

1944

Het Duitse leger verliest in Rusland de Slag om Stalingrad. Het verlies van deze slag geldt als keerpunt in de Tweede Wereldoorlog.

6 juni 1944

De geallieerden landen op de kust van Frankrijk. Stap voor stap wordt Europa heroverd op de Duitsers.

3 mei 1942

10 mei 1940

In Nederland moeten alle Joden ouder dan 6 jaar een Jodenster dragen. Joden worden massaal op transport gezet om te gaan ‘werken’.

Onder leiding van Hitler valt nazi-Duitsland Nederland binnen. Na het bombardement op Rotterdam wordt de strijd gestaakt en is Nederland bezet.

19 mei 1944 Al heeft de vijand ons land bezet, Nederland zal de strijd volhouden.

247 Sinti en Roma – een rondtrekkend volk – worden vanuit Kamp Westerbork naar Auschwitz gedeporteerd. Slechts 32 keren terug.

28 juli 1940

De naar Engeland gevluchte koningin Wilhelmina spreekt voor het eerst via Radio Oranje het volk toe.

7 december 1941

Japan, bondgenoot van nazi-Duitsland, valt de Amerikaanse haven Pearl Harbour aan en betrekt de Verenigde Staten hiermee bij de oorlog.

6

7

º

UITGESLOTEN VERVOLGD VERMOORD VERVOLGING VAN JODEN, SINTI EN ROMA IN NEDERLAND 1933-1945

1933

22-23 februari 1941

Tijdens de eerste Razzia van Amsterdam worden 427 Joodse mannen tussen de 18 en 35 jaar opgepakt en gedeporteerd. De mannen komen via Schoorl en Buchenwald in concentratiekamp Mauthausen terecht, waar ze allemaal vermoord worden. Als protest tegen deze eerste razzia breekt op 25 februari in Amsterdam een staking uit: de Februaristaking. Er zullen nog vele razzia’s door heel Nederland volgen.

21 november 1940

De regering kondigt de ‘Neurenberger Rassenwetten’ af. Volgens deze wetten kunnen alleen Duitsers van ‘Germaanse afkomst’ nog Duits staatsburger zijn. Daarnaast worden seksuele relaties en nieuwe huwelijken tussen niet-Joodse Duitsers en Joden verboden.

30 januari 1933

Hitler komt aan de macht in Duitsland.

9-10 november 1938

In nazi-Duitsland worden de eerste antisemitische wetten ingevoerd. Joodse ondernemers worden geboycot en Joodse ambtenaren ontslagen. Als reactie hierop vluchten veel Joodse burgers naar het buitenland.

Het door Joden gebouwde Kamp Westerbork wordt geopend. Het is dan nog een opvangkamp voor Joden die uit nazi-Duitsland gevlucht zijn. De Joodse gemeenschap in Nederland moet de bouw betalen.

10-17 mei 1940

Nazi-Duitsland valt Nederland binnen. De bezetting begint.

Kille ontvangst en naoorlogse pogroms Na afloop van de Tweede Wereldoorlog werd antisemitisme taboe, maar dat betekent niet dat het er niet meer was. In Oost-Europa werd Joden verweten dat ze een ‘bevoorrechte behandeling’ kregen van de Sovjets, en vonden ook na de oorlog nog pogroms plaats. In Nederland werden Joodse overlevenden niet warm ontvangen als ze terugkeerden. Ze kregen geroofde bezittingen lang niet altijd terug. Ook werd een te grote nadruk op hun oorlogsverhaal gezien als een gevaar voor de broze nationale eenheid vlak na de oorlog. 1945 - NU

‘Secundair antisemitisme’ Na de oorlog twijfelde men: hoeveel moet de samenleving aan de Holocaust herinnerd worden? Joods slachtofferschap moest volgens de toen geldende opvatting niet een té prominente plek innemen in de herinnering aan de oorlog. De historica Evelien Gans heeft dit treffend omschreven als “antisemitisme na 1945 dat zich niet ondanks maar juist vanwege de Holocaust tegen Joden richt.” Dit zou inhouden dat het de Joden zijn

Het wordt Joden verboden om bioscopen te bezoeken.

Joden in Nederland mogen niet meer aangenomen worden bij de overheid. Joden die al bij de overheid werken, mogen geen promotie meer krijgen.

28

die, simpelweg door hun aanwezigheid, de pijnlijke herinnering aan ‘Auschwitz’ levend houden. Deze vorm van antisemitisme noemen we ook wel ‘secundair antisemitisme’. 1945 - NU

Holocaustherinnering In de eerste decennia na de Tweede Wereldoorlog werd er publiekelijk nauwelijks stilgestaan bij de moorddadige geschiedenis van de Holocaust die Joodse overlevenden met zich meedroegen. Herdenkingen van de oorlog draaiden in eerste instantie om militaire slachtoffers en slachtoffers uit het verzet. Het einde van de Tweede Wereldoorlog werd ook niet gezien als een overwinning van universele mensenrechten op racisme, maar vooral als het terugwinnen van soevereiniteit op nazi-Duitsland. Vanaf de jaren zeventig veranderde dit, onder meer door populaire films en televisieprogramma’s. In Nederland hield Loe de Jong kijkers aan de buis gekluisterd met de serie De Bezetting (1960-1965). Wereldwijd was de Amerikaanse miniserie Holocaust (1978) van grote invloed. Inmiddels wordt die serie door critici ook wel gezien als het beginpunt van de populariteit van het type Holocaustproducties dat bij vlagen simplistisch of historisch onjuist is. Die kritiek richt zich tegenwoordig op verfilmingen als The Boy in the Striped Pajamas (2008). EENENTWINTIGSTE EEUW

Antisemitische

1 september 1941

10 januari 1941

Alle Joden en mensen met tenminste één Joodse grootouder moeten zich bij het bevolkingsregister laten registreren. Er wordt vervolgens een onderverdeling gemaakt tussen ‘voljoden’, ‘halfjoden’ en ‘kwartjoden’.

De oude Jodenbuurt in Amsterdam wordt afgezet met prikkeldraad en voorzien van borden met de tekst Juden Viertel/Joodsche Wijk.

Het wordt Joodse scholieren verboden om naar reguliere scholen te gaan: ze moeten voortaan naar aparte Joodse scholen.

15 september 1941

Borden met ‘Voor Joden verboden’ verschijnen in het straatbeeld. Het wordt Joden verboden om parken, dierentuinen, cafés, restaurants, bibliotheken, hotels, theaters en musea te bezoeken. Ook mogen Joden niet meer zonder vergunning reizen of verhuizen.

13 februari 1941

De Duitse bezetter richt de Joodse Raad op. De bezetter wil via één organisatie met de Joodse gemeenschap kunnen communiceren. De Joodse Raad wordt zo een doorgeefluik en gedwongen uitvoerder van anti-Joodse maatregelen in Nederland.

GASTSPREKERS IN DE KLAS 15

In Nederland brengt het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) elk jaar de Monitor antisemitisme incidenten uit. Het CIDI registreerde in 2021 in totaal 183 meldingen van incidenten, van scheldpartijen tot geweldsgebruik. Hieronder vallen ook antisemitische uitingen op sociale media en spreekkoren in voetbalstadions. Omdat het CIDI alleen meldingen registreert, geeft hun monitor geen indruk van de omvang van het probleem. In een poging iets over aantallen te weten te komen kwamen onderzoekers van de Universiteit Utrecht in een telling uit 2020 tot iets meer dan 200.000 anti-Joodse online berichten.

Hoe kun je ervoor zorgen dat de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust levend gehouden wordt en de interesse in deze (inter) nationale geschiedenis ook onder jongere generaties blijft bestaan? De uitdaging is om deze oorlogsverhalen op een interessante en pakkende manier relevant maken voor jongeren en hun belevingswereld. Een zeer waardevolle sleutel: gastsprekers. Zij blinken uit in het tot leven brengen van de geschiedenis door middel van persoonlijke verhalen.

29

EENENTWINTIGSTE EEUW

Geheime invloed Net zoals bij de oer-samenzweringstheorie ‘De protocollen van de wijzen van Sion’ uit begin twintigste eeuw, zijn er ook tegenwoordig nog antisemitische geluiden te horen over de geheime macht die prominente Joden zouden uitoefenen op het wereldtoneel. Oude beeldtaal wordt zo gerecycled. Een geliefd antisemitisch doelwit is de Hongaars-Amerikaanse zakenman en miljardair George Soros. Achter zijn liefdadigheidsactiviteiten zouden volgens zulke theorieën kwade motieven schuilgaan, en hij zou verantwoordelijk zijn voor de Europese migratiecrisis. In Nederland werd opiniemaker Maurice de Hond het slachtoffer van een soortgelijk verwijt van heimelijke macht: in een cartoon in de Volkskrant uit 2021 werd hij afgebeeld als Tekst: Matthijs Kuipers kwaadaardige poppenspeler. ■

incidenten IN MIDDELEEUWSE DOCUMENTEN Ook in de eenentwintigste eeuw is er ZIJN nog AL steedsTEKENINGEN sprake van antisemitisme. VAN JOODSE FIGUREN MET EEN HAAKNEUS TE VINDEN

29

OUDHEID

Voorchristelijk antisemitisme Al voor het ontstaan van het christendom was er sprake van antisemitisme. Veel van de vijandigheid tegen Joden in deze tijd kwam door het feit dat het Jodendom de eerste religie was met één God, midden tussen volken die in meerdere Goden geloofden. Verschillende Joodse feestdagen verwijzen nog naar deze vroege Jodenhaat. Zo speelt Griekse vijandigheid een rol in het verhaal van Chanoeka (Joods lichtfeest) en draait Pesach (Pasen) om de Joodse slavernij in Egypte. Een beroemde, maar veel bediscussieerde uitspraak is dat ‘antisemitisme zo oud is als de Joodse diaspora’. Dit houdt in dat er al Jodenhaat zou zijn sinds de Joden zich over verschillende delen van de wereld gingen verspreiden. 500 - 1500

24

MIDDELEEUWEN

Joden als vijanden van het Christendom

Antisemitische teksten bij NS-station Hofplein in Rotterdam, juni 2006.

25

Al vroeg in de middeleeuwen werden Joden weggezet als vijanden van het christendom in Europa. Ze werden gezien als de moordenaars van Jezus en antisemitisme werd onderdeel van de christelijke geloofsleer. Er deden verschillende verhalen de ronde die Joden als de ‘antichrist’ afschilderden. Deze werden vaak gebruikt om de bevolking op te hitsen. Het meest hardnekkige verhaal is dat Joden met Pasen christelijke kinderen zouden ontvoeren en ritueel vermoorden, om vervolgens hun bloed op te drinken. Deze legende wordt ook wel het ‘bloedsprookje’ genoemd. Een ander bekend verhaal zet Joden neer als een

Hoewel antisemitisme in Europa tijdens de Tweede Wereldoorlog een gruwelijk dieptepunt kende, was Jodenhaat in die tijd allesbehalve nieuw. De afkeer en vijandigheid tegenover Joden nam al eeuwenlang verschillende vormen aan en is ook na de Holocaust niet verdwenen. Lees hier een overzicht van voorbeelden van historisch en hedendaags antisemitisme.

24

Tekst: Laura Dekker Fotografie: Chi-Ching Lam

ANTISEMITISME DOOR DE TIJD

Het wordt Joden verboden om zwembaden en stranden te bezoeken.

7 januari 1941

Antisemitisme in het voetbal (jaren tachtig).

1945

31 mei 1941

12 februari 1941

6 september 1940

14

hiervoor zelfs vals bewijs produceren. Antisemitisme speelde een belangrijke rol in de affaire, die het Franse volk diep verdeelde. De bekendste steun voor Dreyfus kwam van de schrijver Emile Zola, met zijn beroemd geworden pamflet J’accuse. De Dreyfus-affaire wordt gezien als een van de grootste antisemitismeschandalen van begin twintigste eeuw.

Joden mogen geen bloeddonor meer zijn.

1941 16 februari 1939

Door heel nazi-Duitsland vindt de ‘Novemberpogrom’ plaats – een door de staat georganiseerde actie tegen Joden. De Novemberpogrom staat ook bekend als ‘Kristallnacht’. In één nacht worden meer dan 100 Joden vermoord en 30.000 Joodse mannen in concentratiekampen gevangengezet. Ook worden duizenden synagogen en Joodse winkels, scholen, begraafplaatsen en ziekenhuizen vernield of in brand gestoken. De brandweer mag de branden niet blussen. Veel Joden proberen nazi-Duitsland zo snel mogelijk te verlaten na deze nacht vol moorden, mishandelingen, plunderingen en brandstichtingen, maar dit blijkt moeilijk.

april 1933

14

27 februari 1941

Op basis van de Ariërverklaring worden alle Joodse ambtenaren geschorst van hun werk. Drie maanden later worden zij ontslagen.

1940

15 september 1935

In de jaren voor de Tweede Wereldoorlog wonen er zo’n 140.000 Joden in Nederland – 1,5% van de Nederlandse bevolking. De meerderheid woont hier al eeuwenlang en is geïntegreerd in de samenleving. Maar dan komt in 1933 in Duitsland Adolf Hitler aan de macht. De nazi’s zien de Joden als een minderwaardig ras dat buiten de maatschappij geplaatst moet worden. Ook de rondtrekkende Sintien Roma-gemeenschappen worden niet geaccepteerd, net als andere groepen die in nazi-ogen niet aan het ideaalbeeld van het ‘Arische ras’ voldoen. Hitlers aantreden blijkt het startschot voor grootschalige maatregelen tegen Joden, Sinti en Roma en een jarenlange periode van uitsluiting, vervolging en uiteindelijk moord.

5 oktober 1940

Alle ambtenaren en leerkrachten moeten een ‘Ariërverklaring’ invullen. Op dit document moet aangegeven worden wie de ouders en grootouders zijn, en of de persoon Joodse (voor)ouders heeft. De verklaring moet ook voor de partner ingevuld worden. Met de Ariërverklaring kan de Duitse bezetter precies nagaan wie wel en niet Joods is.


BEVRIJDING

Foto: Martijn Beekman

5 mei 1945

Een groot deel van de Joodse familie van Boaz Blokhuis (23) werd vermoord in Auschwitz-Birkenau, Sobibor en andere concentratiekampen in Europa. In het najaar van 2022 nam hij deel aan de reis naar Polen van het Auschwitz Comité. Als derde generatie nabestaande deed hij in januari 2023 zijn verhaal tijdens de Nationale Holocaustherdenking.

De Duitse bezetter geeft zich over in Nederland. We zijn bevrijd!

BOAZ BLOKHUIS

5

9

“Hoewel ik niet echt met de Joodse cultuur en tradities ben opgegroeid, spelen de familieverhalen over de Holocaust wel al van jongs af aan een grote rol in mijn leven. En sinds ik in Polen ben geweest, denk ik nog vaker na over de oorlog en m’n familie. Nog meer dan voordat ik op reis ging, heb ik het oorlogsverleden bewust voor ogen, omdat ik nog beter weet welk leed het heeft veroorzaakt. Bijvoorbeeld door struikelsteentjes die ik zie, of door nieuwsberichten die ik lees over andere oorlogen. Ook ben ik mij sinds de reis naar Auschwitz meer gaan verdiepen in het Jodendom en er nieuwsgieriger naar geworden. Ik zit er zelfs over na te denken om lid te worden van een synagoge en daar les te nemen.”

1945

nau, het grootste mp van de nazi’s een miljoen moord, wordt troepen bevrijd.

mei 1945 a, hier erwinter

Kamp Amersfoort

Kamp Vught Bevrijd tussen 31 maart en 4 mei 1945

Bevrijd van 12 september 1944 tot en met 1 januari 1945

Begin 2023 plaatste een internationaal onderzoek over vermeende beperkte Holocaustkennis onder Nederlanders thema's als de Holocaust en Holocausteducatie plotsklaps uitvoerig in de schijnwerpers. Bijna tachtig jaar na het einde van de Holocaust leeft nog steeds een groot verantwoordelijkheidsgevoel om de herinnering aan deze zwarte bladzijde levend te houden voor volgende generaties, en hen na de laten denken over deze geschiedenis en de gevolgen ervan.

“Hoewel er steeds minder eerste generatie oorlogsslachtoffers zijn, merk ik als derde generatie dat het echt nog wel leeft. We moeten beseffen dat, ook tachtig jaar later, jongere generaties echt nog last van deze geschiedenis kunnen hebben. Het houdt niet op na de mensen die tijdens de Holocaust zijn vermoord, het gaat nog generaties door. Je kunt het leed dat het Joodse volk destijds is aangedaan niet vergelijken met wat het de tweede of derde generatie doet, maar er blijft wel degelijk leed. De oorlog heeft grote invloed gehad op hoe generaties daarna opgevoed zijn en hoe zij in de toekomst hun kinderen weer zullen opvoeden. Het feit dat ergens in mijn familie leed heeft plaatsgevonden, maakt dat ik er ook nu nog mee te maken heb. Dit is een belangrijk feit om de herinnering ook voor jongere generaties levend te houden. Hier kan bijvoorbeeld op ingesprongen worden door jongeren op herdenkingen te laten spreken en deze opnames vervolgens op online platforms te delen. Ik kreeg zelf ook veel mooie reacties van jongeren op mijn eigen toespraak.” ■

otste en elplaatsen rland

Bevrijd tussen 2 januari en 30 maart 1945

Tekst: Laura Dekker

HOLOCAUSTEDUCATIE

“Op een bepaalde manier voel ik mij meer Jood dan Nederlander. Ik heb eigenlijk nooit bijzondere reacties gehad op het feit dat ik Joods ben. Wel heb ik soms het gevoel dat ik als persoon met Joodse wortels word aangekeken op acties van de Israëlische overheid, en dat vind ik lastig. Uiteindelijk wil ik vooral dat leed van alle kanten voorkomen wordt en dat onschuldige burgers geen slachtoffer worden van conflicten.”

Kamp Westerbork

Hollandsche Schouwburg

WAT, WAAROM EN HOE?

E

Een belangrijk deel van deze verantwoordelijkheid wordt bij docenten neergelegd, maar hoe kun je lesgeven over de Holocaust als docent het beste aanpakken? Niet elke docent voelt zich vertrouwd genoeg om over de Holocaust les te geven. Bijvoorbeeld omdat het onderwerp moeilijk en gevoelig is, of omdat men bang is voor de mogelijke reacties van leerlingen of hen te traumatiseren. Het is een feit dat de Holocaust een gruwelijke gebeurtenis van ongekend formaat was dat op internationaal niveau alle facetten van een samenleving beïnvloedde, en ook tachtig jaar later nog grote invloed op meerdere generaties heeft. En juist daarom is het zo belangrijk om de Holocaust in het klaslokaal te bespreken.

MEERWAARDE Holocausteducatie is op verschillende manieren van meerwaarde voor de ontwikkeling van leerlingen:

LAAT LEERLINGEN BEGRIJPEN DAT ELK VAN DIE ZES MILJOEN SLACHTOFFERS EEN MENS MET FAMILIE EN VRIENDEN WAS

10

Het helpt leerlingen inzicht te krijgen in de verschillende stappen die tot genocide kunnen leiden (en in de slipstream daarvan: te reflecteren op het belang van een democratische rechtsstaat en de mogelijke bedreiging hiervan). Hiervoor kunnen bijvoorbeeld de tien stappen tot genocide van Stanton gebruikt worden.

Het vergroot het historisch besef dat nog maar tachtig jaar geleden in Nederland en andere delen van Europa zich een verschrikkelijke geschiedenis heeft voltrokken en benadrukt het belang om deze gebeurtenissen niet te vergeten. Het helpt leerlingen bewust te worden van het feit dat beslissingen, hoe klein of groot ook, grote gevolgen kunnen hebben.

Het biedt mogelijkheden om leerlingen verdraaiingen en onnauwkeurigheden te leren herkennen, bijvoorbeeld wanneer de Holocaust gebruikt wordt in het kader van sociale en politieke agenda’s (zoals tijdens de COVID-lockdowns veelvuldig gebeurde). Het kan helpen om het herdenken van de verschrikkingen van de Holocaust voor toekomstige generaties te waarborgen.

IHRA Dit artikel is geïnspireerd op de aanbevelingen voor Holocausteducatie van de International Holocaust Remembrance Alliance (IHRA). In hun publicatie Aanbevelingen voor lesgeven en leren over de Holocaust zijn nog meer tips en tricks te vinden voor Holocausteducatie. Scan de QR-code om de publicatie te bekijken.

Het kan leerlingen leren hoe de Holocaust zich verhoudt tot hedendaagse problemen als racisme en discriminatie, de vluchtelingenkwestie of het afbrokkelen van democratische gezindheid. Holocausteducatie is hierdoor goed aan burgerschap te linken. Het biedt een uitgelezen kans om de jonge generatie kritisch te laten nadenken en hun maatschappelijke bewustzijn te stimuleren.

Amsterdam

10

VOOROORLOGS LEVEN

11

Tekst: Joden in Nederland Doenja van Harlingen Roma en Sinti Marjolein van Pagee De Straatventer Jan Brouwers

JODEN, SINTI EN ROMA ROND 1900

Over het vooroorlogse leven van Joden, Sinti en Roma is bij veel mensen maar weinig bekend, terwijl zij al eeuwen voor de Tweede Wereldoorlog in Nederland leefden. Leren over hun vooroorlogse geschiedenis kan helpen om hun ervaringen in de Holocaust in een historische context te plaatsen. In het boek ‘Vergeten Nederland’ wordt een inkijkje gegeven in het alledaagse leven van Joden, Sinti en Roma rond 1900. Deze drie portretten zijn toentertijd vastgelegd door fotografen Jacob Olie en James Higson. Gerard Kamp kleurde de portretten in voor het in 2023 verschenen boek.

JODEN IN NEDERLAND De Zwanenburgwal, hier op een foto uit 1904 van James Higson met op de achtergrond de Zuiderkerk, ligt midden in de Amsterdamse Joodse buurt. De wal wordt voorheen Verwersgracht genoemd en volgens zeggen wonen er rond 1880 vooral de beter gesitueerde Joodse burgers. Er is op nummer 40 een eigen sjoel (synagoge), de Halichot Olam Hadasja, gevestigd. Aan de overkant is het Waterlooplein (het vroegere Vlooienburg) en daar wonen de minderbedeelde Joodse inwoners van Amsterdam.

18

ROMA EN SINTI Net als de Joodse slachtoffers van de Holocaust worden Sinti en Roma jaarlijks herdacht tijdens de Nationale Doden-herdenking op De Dam. Wat de Joden is aangedaan is vrij algemeen bekend, maar wie weet wie de Sinti en Roma zijn en wat hun geschiedenis is in Nederland? Welk stigma zorgt ervoor dat de nazi’s in de Tweede Wereldoorlog vinden dat zij moesten verdwijnen? Waarschijnlijk is dat het woord ‘zigeuners’ bij de meeste mensen naar boven komt bij het zien van deze foto. Voor de Sinti en Roma zelf echter is het een scheldnaam.

Q&A

De negatieve vooroordelen over deze rondtrekkende groepen van niet-westerse afkomst gaan ver terug. In het christelijke Europa van 1400 werden ze als inferieure heidenen beschouwd en om die reden gediscrimineerd. Het oervolk van de Roma kwam uit Noordwest-India. Dit bleek uit Hindi-invloeden in de gemeenschappelijke taal en cultuur maar ook uit recent DNA-onderzoek. Al vanaf het jaar 500 trokken de eerste Roma via de Balkan verder Europa binnen. In eerste instantie stonden zij bekend als goede handwerklieden, op basis waarvan zij een redelijke welvaart genoten. Maar nadat de christelijke kerk ze als ongelovigen had bestempeld, en ze steeds vaker werden buitengesloten, vervielen ze in armoede. De taal- en cultuuruitingen van Roma waren en zijn per regio en per groep verschillend. Het van oorsprong nomadische

Tekst: Matthijs Kuipers

ANTISEMITISME

1

3

Wat is antisemitisme? Antisemitisme is een moeilijk begrip omdat er veel verschillende dingen onder kunnen worden geschaard. Het kan verwijzen naar de meer dan duizend jaar oude, christelijk geïnspireerde haat tegen Joden (ook wel bekend als anti-judaïsme), maar het kan ook verwijzen naar een negentiendeeeuwse anti-Joodse politieke ideologie die uitmondde in de Holocaust. Het kan zich uiten in de vorm van lichte vooroordelen, als blinde haat, als uitgewerkte politieke ideologie en als alles daar tussenin.

De eerste Joden die zich blijvend in Nederland vestigden, waren afstammelingen van voor de Inquisitie gevluchte Spaanse en Portugese Joden. Hun nakomelingen vestigden zich als kooplieden in Amsterdam. Gezien hun gemengde Spaans-Portugese afkomst werden zij Sefardische Joden genoemd, naar het Hebreeuwse woord voor het Iberisch Schiereiland Sefarad. Ook wordt de term Portugese Joden gebruikt, omdat Portugees de voertaal was. Omstreeks 1630 bereikten Joden uit Midden- en Oost-Europa het hedendaagse Nederland. Ze werden Hoogduitse of Asjkenazische Joden genoemd, naar het Hebreeuwse woord voor Duitsland Asjkenaz. Ze spraken Jiddisch, een vroege vorm van Duits met Hebreeuwse, Slavische en Romaanse woorden. De Asjkenazische Joden waren gevlucht voor het geweld van de Dertigjarige Oorlog (1618-1648) en de vervolgingen in Polen. Berooid kwamen zij in Amsterdam aan; ze konden blijven omdat Joden zich daar vrij konden vestigen en omdat zij op ondersteuning mochten rekenen van hun Sefardische broeders. Hoewel de Sefardische en Asjkenazische Joden zeer verschillend waren, zag de buitenwacht ze als één (geloofs)gemeenschap. Al in de achttiende eeuw hadden Joden zich gevestigd in plaatsen buiten Amsterdam. Zo ontstond er naast Mokum (= Amsterdam) een Mediene, waartoe alle Joodse gemeenschappen buiten de hoofdstad werden gerekend. Joods Nederland werd ingedeeld in twaalf hoofdsynagogen, die op hun beurt weer in ringsynagogen en bijkerken verdeeld werden. De Zwanenburgwal was en bleef een gemengde omgeving voor Joden en gojim (niet-Joden). Bekende bewoners door de eeuwen heen waren schilders als Karel Appel, Salomon Meijer

en Cornelis van der Voort, architect Michel de Klerk, filosoof Baruch Spinoza, schrijver Arend Fokke Simonsz en communistenleider Paul de Groot. Dierenvriend en onderwereldlegende Pistolen Paultje had er een winkel. De beroemdste bewoner was Rembrandt van Rijn. De schilder woonde en werkte van 1631 tot 1635 in het huis van Hendrick van Uylenburgh op de hoek van de Zwanenburgwal en Jodenbreestraat. In 1639 kocht hij het pand ernaast, nu museum Rembrandthuis. Hier had hij onder het hoekhuis een vrije uitgang tot op de Zwanenburgwal, en kon zo zijn beroemde schilderij De Nachtwacht in opgerolde toestand naar buiten (laten) brengen.

19

2

En wat zijn voorbeelden van antisemitisme? Er zijn veel verschillende definities van antisemitisme in omloop. In de kern gaat het om haat tegen Joden als culturele of religieuze groep. Vervolgens is die haat opgebouwd uit twee aspecten: ideeën en handelingen. Met ‘ideeën’ wordt verwezen naar alle beeldvorming, vooroordelen en racistische theorieën die bijdragen aan de haat tegen Joden. Voorbeelden hiervan zijn verwijzingen naar vermeende rasseneigenschappen (‘alle Joden hebben haakneuzen’) of vermeende macht (‘Joden zijn uit op wereldheerschappij’). ‘Handelingen’ verwijst naar alles wat er vervolgens met die haat gedaan wordt, van middeleeuwse pogroms tot aan de Holocaust, maar ook de discriminatie en uitsluiting die Joden vandaag nog ondervinden.

Als antisemitisme zich tegen ‘semieten’ richt, wat zijn dan ‘semieten’?

HOLOCAUSTEDUCATIE OP LOCATIE

Wat is zionisme? De term ‘zionisme’ verwijst naar het idee dat Joden een eigen volk zijn met een eigen land. Als politieke ideologie kwam het eind negentiende eeuw op, in reactie op de toenemende vijandigheid die Joden ondervonden in Europa. De naam ‘Zion’ verwijst naar één van de heuvels waarop de stad Jeruzalem ligt. Dit was de plek waar die Joodse staat gevestigd moest worden: de regio die toen nog in zijn geheel bekend stond als Palestina en die gezien werd als het Bijbelse ‘land van Israël’.

kampen. Aan de overkant van de Hollandsche Schouwburg werden Joodse kinderen apart opgevangen, in een crèche. Verschillende verzetsmensen slaagden erin kinderen weg te smokkelen vanuit deze crèche en behoedden zo honderden van hen voor deportatie. De nieuwe tentoonstelling van het NHm is zo ingericht dat het bezoeken van deze locaties integraal onderdeel wordt van de ervaring. Het JCK biedt daarnaast allerlei aanvullende onderwijsmogelijkheden: van online lesmaterialen voor verschillende onderwijstypen tot rondleidingen. Ook zijn er voor docenten speciale trainingen over Holocausteducatie.

Nationaal Monument Kamp Amersfoort In Kamp Amersfoort werden tussen augustus 1941 en april 1945 ongeveer

Tekst: Sander Mensink

47.000 mensen gevangengehouden. Het kamp was in eerste instantie een strafkamp, maar werd gedurende de oorlog ook gebruikt als verzamel- en doorvoerkamp voor de Duitse oorlogsindustrie. De gevangenen bestonden o.a. uit politieke gevangenen (zoals verzetsstrijders en communisten), zogenaamde ‘asocialen’, ontduikers van de Arbeitseinsatz, slachtoffers van razzia’s, Jehova’s Getuigen, Sovjet-krijgsgevangenen en gijzelaars. Ook werden naar schatting 2500 Joden vastgehouden in het kamp voordat zij op transport werden gesteld naar andere kampen. Sinds 2004 bevindt zich een herinneringscentrum op het voormalige kampterrein en in 2021 werd een nieuw museum geopend. Net als bij de andere herinneringscentra zijn er uitgebreide lespakketten voor het vo en het mbo. De pakketten bevatten vaak een rondleiding door het museum en over het terrein, en kunnen

Tekst: Laura Dekker

Leerlingen vormen tot democratische en kritisch denkende burgers is voor een docent een hele klus. Het bespreken van of lesgeven over controversiële onderwerpen leidt soms tot heftige discussies met en tussen leerlingen. Als docent kun je je daardoor ‘handelingsverlegen’ voelen en geneigd zijn om bepaalde thema's in de klas uit de weg te gaan.

E

en thema als de Holocaust bijvoorbeeld kan in het klaslokaal tot heftige debatten over het hedendaagse Israëlisch-Palestijns conflict leiden. Er zullen leerlingen zijn die sympathiseren met het Palestijnse volk en pleiten voor de vernietiging van Israël, maar ook leerlingen die kritiek op Israël of begrip voor de Palestijnen steevast afdoen als antisemitisme – en alles daartussenin. Hoe kun je als docent je handelingsverlegenheid verkleinen als het gaat om het lesgeven over de Holocaust en de potentiële discussies over hedendaagse conflicten die hierbij kunnen ontstaan?

VOORDAT JE START

!

Besef als docent goed dat je diepgewortelde gedachten en motivaties van leerlingen niet met één gesprek kunt oplossen, omdat deze soms voortkomen uit complexe maatschappelijke situaties waarin zij zich bevinden en de uitdagingen die zij hierbij ervaren. Factoren als armoede, religieuze achtergrond, positie op de arbeidsmarkt en discriminatie kunnen elk van grote invloed zijn op de stellingname van leerlingen in de discussie. Wat je wel kan doen: leerlingen helpen zich bewust te worden van hun maatschappelijke positie, hen deze zelf verder laten onderzoeken en hen stimuleren om mee te denken over wat ze kunnen doen tegen polarisatie in de maatschappij.

!

32

36

kennis opdoen, maar ook een zintuigelijke, gestuurd vanuit waarden en emoties. Deze manier van leren kan een goede aanvulling zijn op lessen in de klas, die vaak sterk op kennisoverdracht gericht zijn. In Nederland bestaan meerdere authentieke locaties waar de herinnering aan de Holocaust en de vervolging van Joden, Roma en Sinti en andere groepen tastbaar wordt en die heel passend zijn voor educatieve doeleinden.

Joods Cultureel Kwartier en Nationaal Holocaustmuseum Een belangrijk startpunt voor Holocausteducatie op locatie is het nieuwe Nationaal Holocaustmuseum (NHm) in Amsterdam, dat haar deuren opent op 11 maart 2024. In het museum wordt de Holocaust op verschillende manieren belicht. Zo geeft het NHm een gezicht aan individuen en hun

Zorg dat je als docent benadrukt wat leerlingen met elkaar delen 32

TIPS

36

Overweeg of je hedendaagse conflicten überhaupt wilt bespreken Dwing jezelf niet om het gesprek aan te gaan als je je hier onvoldoende voor toegerust voelt of het moment zich er niet voor leent. Liever geen gesprek dan een slecht gesprek. Als je het gevoel hebt dat je je eerst moet inlezen of graag eerst even wilt sparren met collega’s, doe dat dan vooral. Een gesprek met mededocenten of de directie kan ook helpen om een schoolbrede aanpak te bepalen voor het bespreken van bepaalde polariserende thema’s en het voorkomen van escalatie in het klaslokaal.

Heb zelf genoeg kennis over het onderwerp paraat Als je in een les over de Holocaust ook vragen over het IsraëlischPalestijns conflict verwacht, zorg dan dat je jezelf met genoeg feitenkennis bewapent. Het is een erg complex conflict dat niet simplistisch uitgelegd kan en moet worden. Zo zijn bijvoorbeeld niet alle Palestijnen en Arabieren moslims en niet alle Israëliërs Joden, en kennen beide staten ook periodes van relatieve vrede en succesvolle vredesonderhandelingen. Kijk bijvoorbeeld ter voorbereiding informatieve video’s over het conflict van NOS op 3 of het Jeugdjournaal, om extra kennis paraat te hebben en zo onverwachte vragen uit de klas rustig te kunnen beantwoorden.

Wees je bewust van eventuele eigen vooringenomenheid Omdat je ook als docent een mens met bepaalde waarden bent, is het lastig om een gesprek volledig objectief in te gaan. Het is goed om open te zijn over je eigen perspectief en dat onderdeel

Er is geen eenduidig plan voor het behandelen van lastige onderwerpen in de klas. De aanpak en uitkomst hangt af van jou als docent, van jouw leerlingen en van de situatie waarin het onderwerp aan bod komt. Per situatie zijn er verschillende strategieën, die terug te lezen zijn in het artikel Omgaan met controversiële onderwerpen in de klas: vier strategieën – een initiatief van het project ‘TerInfo’ van de Universiteit Utrecht.

van een historische gebeurtenis onder leerlingen, alleen al doordat de normale lessen ervoor worden onderbroken. Ze nodigen daarnaast uit tot reflectie en gesprek. Ook wordt de tastbaarheid van het verleden verhoogd door blootstelling aan objecten, ruimtes en sfeer. Hierdoor ontstaan andere leerervaringen en wordt het inlevingsvermogen extra aangezwengeld. Het maakt leren over de Holocaust niet slechts een puur verstandelijke ervaring in de vorm van

37

Is kritiek op Israël altijd antisemitisch? Nee. Als de kritiek erop neerkomt dat je Joden het recht op een eigen staat ontzegt, dan wordt dat gezien als antisemitisch. Als het kritiek is op het handelen van de staat Israël, dan is dat niet antisemitisch. Toch is ook hier het onderscheid niet altijd duidelijk te maken. De belangrijkste verschillen tussen de twee bekendste definities van antisemitisme – die van de International Holocaust Remembrance Alliance, ofwel de IHRA, en die van de Jerusalem Declaration – draaien zelfs om het afbakenen van wat als legitieme kritiek op Israël gezien kan worden en wat niet.

23

EERSTE HULP BIJ HANDELINGSVERLEGENHEID

erinneringscentra, musea en monumenten worden daarom steeds belangrijker. Het zijn ankerpunten waar het verleden tot leven komt, en waar regelmatig herdenkingen plaatsvinden. Ze bieden hiermee verschillende mogelijkheden om met een schoolklas een bezoek te brengen. Er zijn verschillende redenen waarom het verrijkend is om les te geven over de Holocaust buiten het klaslokaal. Allereerst verhogen authentieke locaties de ‘status’

8

Al voordat in 1948 officieel de onafhankelijke staat Israël werd uitgeroepen, woonden er zo'n 650.000 Joden in het gebied. Sinds de onafhankelijkheid hebben veel meer Joden zich in Israël gevestigd. Maar nog meer Joden wonen buiten Israël, in de zogenaamde ‘diaspora’. Ze zijn bijvoorbeeld Frans, Brits, Amerikaans of Ethiopisch, en soms zelfs Chinees of Japans. Er wonen ongeveer zeven miljoen Joden in Israël en ruim acht miljoen in de diaspora. Daarnaast wonen in Israël niet alleen maar Joden: 21% van de bevolking is Palestijns. Andere kleine gemeenschappen zijn bijvoorbeeld de Druzen en de Arameeërs.

Hollandsche Schouwburg

H

Nee, niet elke Jood vindt dat het Joodse volk een eigen staat moet krijgen. Zo zijn er bijvoorbeeld Joden die religieusorthodoxe bezwaren hebben tegen het idee van een eigen staat. Door de Holocaust heeft het zionisme wel aanzienlijk meer steun gekregen.

6

Nationaal Monument Kamp Amersfoort

Fysieke plaatsen zijn steeds belangrijker in onze herinneringscultuur. Door de afstand in tijd neemt de directe ‘tastbaarheid’ van de Holocaust af, waardoor we op zoek moeten naar andere manieren om het verhaal over de geschiedenis dichtbij te brengen. Wanneer er steeds minder ooggetuigen zijn die ons – en leerlingen – verhalen over bijvoorbeeld de Holocaust kunnen vertellen, groeit de noodzaak om plaatsen in te richten waar we het verleden kunnen aanraken.

7

Zijn alle Joden zionisten?

Is Israël dan de staat van de Joden?

4

Is er een verschil tussen antisemitisme en racisme? Dan moeten we eerst ‘racisme’ goed definiëren. Tegenwoordig doelen we met de term ‘racisme’ op alle patronen van vooroordelen, discriminatie en uitsluiting waarin vaststaande eigenschappen aan een groep mensen worden toegeschreven. Vaak wordt met de term racisme specifiek gedoeld op anti-zwart racisme en op ideeën van witte superioriteit, maar je zou het ook als overkoepelende term kunnen zien. Antisemitisme is dan te zien als een specifieke vorm van racisme.

22

5

De naam ‘semiet’ komt uit de taalwetenschap, en verwijst oorspronkelijk naar een groep semitische talen uit Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Het gebruik van de term ‘semieten’ komt voort uit de negentiende-eeuwse ‘rassenwetenschap’, waarin zonder succes werd geprobeerd een wetenschappelijke onderbouwing te vinden voor het bestaan van verschillende mensenrassen. Er werd in deze rassentheorieën vaak een onderscheid gemaakt tussen ‘ariërs’, die gezien werden als het witte, Europese en superieure ras, en ‘semieten’, die gezien werden als het inferieure Joodse ras.

levens voor, tijdens en na de oorlog, maar verschaft het ook een blik op het systeem dat de vervolgingen en het massaal vermoorden van Joden mogelijk maakte. Het museum is onderdeel van het Joods Cultureel Kwartier (JCK). Het JCK bestaat uit verschillende authentieke locaties op loopafstand van elkaar die elk verbonden zijn aan het Joodse leven in Amsterdam of aan de Holocaust. Het JCK is uniek omdat het een breed museaal aanbod biedt én de mogelijkheid op één dag verschillende locaties te bezoeken. Dit maakt een bredere blik op de oorlogsgeschiedenis en de Joodse geschiedenis in Nederland mogelijk. Een van de belangrijke locaties is de Hollandsche Schouwburg, tegenover het nieuwe NHm. De Hollandsche Schouwburg werd vanaf 1942 gebruikt als verzamelplaats voor Joden die waren opgepakt. Vanuit hier werden zij gedeporteerd naar concentratie- en vernietigings-

22

IN DE ‘RASSENWETENSCHAP’ WERD ZONDER SUCCES GEPROBEERD EEN WETENSCHAPPELIJKE ONDERBOUWING TE VINDEN VOOR HET BESTAAN VAN VERSCHILLENDE MENSENRASSEN


HOE ZAT HET OOK ALWEER? DE TWEEDE WERELDOORLOG We houden de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog levend om recht te doen aan de slachtoffers en het belang van vrijheid te onderstrepen. De Tweede Wereldoorlog is een goede casus om zichtbaar en bespreekbaar te maken wat er gebeurt als de democratische rechtsstaat wegvalt. Maar om deze verhalen goed te kunnen gebruiken, helpt het om kennis te hebben van de Tweede Wereldoorlog. Wat gebeurde er ook alweer tussen 1940 en 1945?

1940

Illustratie: Studio Parkers

25 februari 1941

Duizenden mensen staken in Nederland nadat in Amsterdam 427 Joodse mannen zijn opgepakt. De Duitse bezetter slaat deze Februaristaking keihard neer.

5 juli 1941

1941

Alle politieke partijen behalve de NSB – een antidemocratische partij die meewerkt met de Duitse bezetter – worden verboden. De democratie is officieel afgeschaft.

10 mei 1940

Onder leiding van Hitler valt nazi-Duitsland Nederland binnen. Na het bombardement op Rotterdam wordt de strijd gestaakt en is Nederland bezet.

Al heeft de vijand ons land bezet, Nederland zal de strijd volhouden.

28 juli 1940

De naar Engeland gevluchte koningin Wilhelmina spreekt voor het eerst via Radio Oranje het volk toe.

6

7 december 1941

Japan, bondgenoot van nazi-Duitsland, valt de Amerikaanse haven Pearl Harbour aan en betrekt de Verenigde Staten hiermee bij de oorlog.


1943

15 februari 1942

Bijna alle landen op de wereld zijn op de een of andere manier betrokken bij de oorlog. Dit geldt ook voor de Nederlandse koloniën. Slechts een handjevol landen doet niet mee en blijft neutraal.

Olietankers en olieraffinaderijen op Curaçao en Aruba zijn cruciaal voor de brandstofvoorziening van de geallieerden. Ondanks Duitse aanvallen, die op 15 februari beginnen, vallen deze niet in Duitse handen.

2 februari 1943

1942

8 maart 1942

Japan bezet de Nederlandse kolonie Nederlands-Indië (tegenwoordig Indonesië) en sluit Nederlanders op in kampen.

1943

Het Duitse leger verliest in Rusland de Slag om Stalingrad. Het verlies van deze slag geldt als keerpunt in de Tweede Wereldoorlog.

1944 6 juni 1944

De geallieerden landen op de kust van Frankrijk. Stap voor stap wordt Europa heroverd op de Duitsers.

3 mei 1942

In Nederland moeten alle Joden ouder dan 6 jaar een Jodenster dragen. Joden worden massaal op transport gezet om te gaan ‘werken’.

19 mei 1944

247 Sinti en Roma – een rondtrekkend volk – worden vanuit Kamp Westerbork naar Auschwitz gedeporteerd. Slechts 32 keren terug.

▲ 7


G BEVRIJDIN 5 mei 1945

De Duitse bezetter geeft zich over in Nederland. We zijn bevrijd!

3 september 1944

Het laatste transport met Joden uit Kamp Westerbork, onder wie Anne Frank, vertrekt naar het oosten. In totaal worden 102.000 Joden, Roma en Sinti uit Nederland vermoord.

25 september 1944

1944

De opmars van de geallieerden in Nederland stokt bij de Rijn.

30 april 1945

1945 27 januari 1945

Auschwitz-Birkenau, het grootste concentratiekamp van de nazi’s waar meer dan een miljoen mensen zijn vermoord, wordt door Russische troepen bevrijd.

Bevrijd op 5 mei 1945 of kort daarna, hier was de Hongerwinter

TER IN W R E G N HO Winter 1944-1945 De Hongerwinter vindt plaats. Zuid-Nederland is bevrijd, maar de rest van Nederland nog niet. Vooral in het westen van het land is weinig voedsel en bijna geen brandstof. Bovendien is het die winter ook nog eens bitterkoud.

Kamp Westerbork

Grootste kampen en verzamelplaatsen in Nederland

Hollandsche Schouwburg

Kamp Amersfoort

Kamp Vught Bevrijd tussen 31 maart en 4 mei 1945

Bevrijd van 12 september 1944 tot en met 1 januari 1945

8

Bevrijd tussen 2 januari en 30 maart 1945


Foto: Martijn Beekman

Een groot deel van de Joodse familie van Boaz Blokhuis (23) werd vermoord in Auschwitz-Birkenau, Sobibor en andere concentratiekampen in Europa. In het najaar van 2022 nam hij deel aan de reis naar Polen van het Auschwitz Comité. Als derde generatie nabestaande deed hij in januari 2023 zijn verhaal tijdens de Nationale Holocaustherdenking.

BOAZ BLOKHUIS “Hoewel ik niet echt met de Joodse cultuur en tradities ben opgegroeid, spelen de familieverhalen over de Holocaust wel al van jongs af aan een grote rol in mijn leven. En sinds ik in Polen ben geweest, denk ik nog vaker na over de oorlog en m’n familie. Nog meer dan voordat ik op reis ging, heb ik het oorlogsverleden bewust voor ogen, omdat ik nog beter weet welk leed het heeft veroorzaakt. Bijvoorbeeld door struikelsteentjes die ik zie, of door nieuwsberichten die ik lees over andere oorlogen. Ook ben ik mij sinds de reis naar Auschwitz meer gaan verdiepen in het Jodendom en er nieuwsgieriger naar geworden. Ik zit er zelfs over na te denken om lid te worden van een synagoge en daar les te nemen.” “Op een bepaalde manier voel ik mij meer Jood dan Nederlander. Ik heb eigenlijk nooit bijzondere reacties gehad op het feit dat ik Joods ben. Wel heb ik soms het gevoel dat ik als persoon met Joodse wortels word aangekeken op acties van de Israëlische overheid, en dat vind ik lastig. Uiteindelijk wil ik vooral dat leed van alle kanten voorkomen wordt en dat onschuldige burgers geen slachtoffer worden van conflicten.” “Hoewel er steeds minder eerste generatie oorlogsslachtoffers zijn, merk ik als derde generatie dat het echt nog wel leeft. We moeten beseffen dat, ook tachtig jaar later, jongere generaties echt nog last van deze geschiedenis kunnen hebben. Het houdt niet op na de mensen die tijdens de Holocaust zijn vermoord, het gaat nog generaties door. Je kunt het leed dat het Joodse volk destijds is aangedaan niet vergelijken met wat het de tweede of derde generatie doet, maar er blijft wel degelijk leed. De oorlog heeft grote invloed gehad op hoe generaties daarna opgevoed zijn en hoe zij in de toekomst hun kinderen weer zullen opvoeden. Het feit dat ergens in mijn familie leed heeft plaatsgevonden, maakt dat ik er ook nu nog mee te maken heb. Dit is een belangrijk feit om de herinnering ook voor jongere generaties levend te houden. Hier kan bijvoorbeeld op ingesprongen worden door jongeren op herdenkingen te laten spreken en deze opnames vervolgens op online platforms te delen. Ik kreeg zelf ook veel mooie reacties van jongeren op mijn eigen toespraak.” ■


WAT, WAAROM EN HOE?

HOLOCAUSTEDUCATIE

Begin 2023 plaatste een internationaal onderzoek over vermeende beperkte Holocaustkennis onder Nederlanders thema's als de Holocaust en Holocausteducatie plotsklaps uitvoerig in de schijnwerpers. Bijna tachtig jaar na het einde van de Holocaust leeft nog steeds een groot verantwoordelijkheidsgevoel om de herinnering aan deze zwarte bladzijde levend te houden voor volgende generaties, en hen na de laten denken over deze geschiedenis en de gevolgen ervan.

E

Een belangrijk deel van deze verantwoordelijkheid wordt bij docenten neergelegd, maar hoe kun je lesgeven over de Holocaust als docent het beste aanpakken? Niet elke docent voelt zich vertrouwd genoeg om over de Holocaust les te geven. Bijvoorbeeld omdat het onderwerp moeilijk en gevoelig is, of omdat men bang is voor de mogelijke reacties van leerlingen of hen te traumatiseren. Het is een feit dat de Holocaust een gruwelijke gebeurtenis van ongekend formaat was dat op internationaal niveau alle facetten van een samenleving beïnvloedde, en ook tachtig jaar later nog grote invloed op meerdere generaties heeft. En juist daarom is het zo belangrijk om de Holocaust in het klaslokaal te bespreken.

MEERWAARDE Holocausteducatie is op verschillende manieren van meerwaarde voor de ontwikkeling van leerlingen:

10

Het vergroot het historisch besef dat nog maar tachtig jaar geleden in Nederland en andere delen van Europa zich een verschrikkelijke geschiedenis heeft voltrokken en benadrukt het belang om deze gebeurtenissen niet te vergeten. Het helpt leerlingen bewust te worden van het feit dat beslissingen, hoe klein of groot ook, grote gevolgen kunnen hebben. Het kan leerlingen leren hoe de Holocaust zich verhoudt tot hedendaagse problemen als racisme en discriminatie, de vluchtelingenkwestie of het afbrokkelen van democratische gezindheid. Holocausteducatie is hierdoor goed aan burgerschap te linken. Het biedt een uitgelezen kans om de jonge generatie kritisch te laten nadenken en hun maatschappelijke bewustzijn te stimuleren.

Het helpt leerlingen inzicht te krijgen in de verschillende stappen die tot genocide kunnen leiden (en in de slipstream daarvan: te reflecteren op het belang van een democratische rechtsstaat en de mogelijke bedreiging hiervan). Hiervoor kunnen bijvoorbeeld de tien stappen tot genocide van Stanton gebruikt worden. Het biedt mogelijkheden om leerlingen verdraaiingen en onnauwkeurigheden te leren herkennen, bijvoorbeeld wanneer de Holocaust gebruikt wordt in het kader van sociale en politieke agenda’s (zoals tijdens de COVID-lockdowns veelvuldig gebeurde). Het kan helpen om het herdenken van de verschrikkingen van de Holocaust voor toekomstige generaties te waarborgen.

IHRA Dit artikel is geïnspireerd op de aanbevelingen voor Holocausteducatie van de International Holocaust Remembrance Alliance (IHRA). In hun publicatie Aanbevelingen voor lesgeven en leren over de Holocaust zijn nog meer tips en tricks te vinden voor Holocausteducatie. Scan de QR-code om de publicatie te bekijken.


Tekst: Laura Dekker

LAAT LEERLINGEN BEGRIJPEN DAT ELK VAN DIE ZES MILJOEN SLACHTOFFERS EEN MENS MET FAMILIE EN VRIENDEN WAS

Amsterdam

11


TIPS Kies teksten, afbeeldingen en beeldmateriaal met zorg uit

Bied Holocausteducatie leeftijdsspecifiek aan Voor Holocausteducatie is er geen one size fits all-aanpak. Per leeftijdsgroep of zelfs per klas moet een andere benadering gekozen worden. Ga bij een jongere doelgroep bijvoorbeeld voor het benadrukken van individuele verhalen over slachtoffers, vluchten of redding. Een oudere doelgroep heeft juist meer baat bij complexer en uitdagender materiaal, waarbij ook gebruikgemaakt kan worden van primaire bronnen.

Creëer een open en veilige leeromgeving Zorg dat leerlingen de tijd en ruimte krijgen om over de Holocaust na te denken en er vragen over te stellen. Moedig ze aan hun ideeën, meningen en angsten te delen – ook wanneer ze zich defensief opstellen, negatieve gevoelens hebben of onverschilligheid tonen. Een positieve, open en veilige leeromgeving is nodig om over dit moeilijke onderwerp te kunnen praten. Een leerlinggerichte aanpak kan ervoor zorgen dat leerlingen op een actieve manier de wereld een stukje beter leren begrijpen, maar dan moeten ze zich wel veilig voelen om deze ruimte te nemen.

Leiden

Bied de mogelijkheid om ook in gesprek te gaan over andere gevallen van genocide, racisme en vervolging Holocausteducatie kan sterke gevoelens bij leerlingen oproepen, en het is mogelijk dat ze daarbij teruggrijpen op andere gebeurtenissen zoals slavernij, kolonialisme of andere gevallen van vervolging. Maak het gesprek hierover mogelijk, maar zorg wel voor een duidelijk onderscheid tussen de verschillende gebeurtenissen, oorzaken en omstandigheden. Geef leerlingen de mogelijkheid om over verschillende kwesties in verschillende contexten te leren, zonder dat hierbij het ene lijden tegenover het andere lijden wordt geplaatst. Leer hun dat ze gevallen met elkaar kunnen vergelijken, maar dat deze niet aan elkaar gelijkgesteld moeten worden.

Als docent heb je de verantwoordelijkheid om voor juiste informatie over de Holocaust te zorgen. Sommige populaire fictieve bronnen, zoals bepaalde films, zijn historisch onjuist en moeten daarom vermeden worden. Een bekend voorbeeld hiervan is The Boy in the Striped Pyjamas. Daarnaast is het belangrijk om bij de keuze voor teksten en afbeeldingen rekening te houden met zowel de slachtoffers van de Holocaust als de gevoelens van de leerlingen. Het gebruik van gruwelijke beelden met de intentie om te schokken is vernederend voor de slachtoffers en kan het stereotiepe beeld van Joden als slachtoffers versterken. Daarnaast kunnen leerlingen zelf iets traumatisch hebben meegemaakt, waardoor zij dit materiaal niet willen zien.

Vermijd dadertaal Veel termen die vandaag de dag gebruikt worden zijn destijds door de daders gecreëerd. Voorbeelden hiervan zijn ‘Endlösung’ en ‘Joods vraagstuk’. Ook het woord ‘getto’ heeft nu een geheel andere betekenis dan toen. Zorg daarom dat leerlingen deze taal vermijden. Door neutrale termen te gebruiken kan zonder oordelen beschreven worden wat er is gebeurd.

GEBRUIK VAN GRUWELIJKE BEELDEN IS VERNEDEREND VOOR DE SLACHTOFFERS Gorinchem

12

Rotterdam


VOOR HOLOCAUSTEDUCATIE IS ER GEEN ONE-SIZE-FITS-ALL Maak de geschiedenis van de Holocaust persoonlijk

Laat geen stereotypes ontstaan

De Holocaust blijft een heel abstracte gebeurtenis wanneer leerlingen alleen getallen voorgelegd krijgen. Door getuigenissen van overlevenden en brieven en dagboeken uit die tijd te gebruiken, wordt de Holocaust persoonlijker. Het laat leerlingen begrijpen dat elk van die zes miljoen slachtoffers een mens was met familie en vrienden. Nodig bijvoorbeeld eens een gastspreker uit van Landelijk Steunpunt Gastsprekers WOII-Heden of Na de Oorlog. Zij kunnen leerlingen persoonlijk het verhaal van de Holocaust vertellen.

Laat leerlingen begrijpen dat niet alle slachtoffers machteloos waren, niet alle omstanders onverschillig en niet alle daders monsters. Duik met hen in de verschillende beweegredenen die tot bepaalde keuzes in de oorlog konden leiden, zoals vooroordelen, propaganda, angst, macht, hebzucht en groepsdruk. Laat hen uitdagende vragen stellen, bijvoorbeeld waarom de meest sadistische daders tegelijkertijd toegewijde echtgenoten en vaders konden zijn. Niet om daderschap te normaliseren, maar om te begrijpen waarom mensen hun keuzes maakten.

Laat zien dat Joden meer zijn dan alleen Holocaustslachtoffers

Münster

Bied lokale verhalen aan of laat deze onderzoeken

De meeste leerlingen zullen Joden vooral kennen als slachtoffers van grote vernedering en ontmenselijking, maar zij zijn meer dan de Holocaust. Joden kennen een lange geschiedenis en rijke cultuur. Zorg ervoor dat leerlingen over de vooren naoorlogse Joodse geschiedenis leren, waardoor de Joodse ervaringen tijdens de Holocaust in een historische context geplaatst kunnen worden. Je kunt hiervoor bijvoorbeeld gebruikmaken van het educatief materiaal van het Joods Cultureel Kwartier.

De Holocaust wordt sprekender voor leerlingen wanneer zij zich in bepaalde verhalen kunnen herkennen. Een manier om dit teweeg te brengen is door in te gaan op de lokale Holocaustgeschiedenis. Gebruik bijvoorbeeld verhalen van jongeren die in dezelfde plaats woonden of op dezelfde school zaten, of laat leerlingen onderzoek doen naar een aan de Holocaust verbonden persoon, verhaal of gebouw in de buurt. Ook biedt een focus op lokale geschiedenis de mogelijkheid om monumenten of andere plekken van betekenis met leerlingen te bezoeken.

Nijmegen

Voer geen debat met Holocaustontkenners Het verhaal van de Holocaust is al decennialang voer voor complottheorieën. Geef geen platform aan leerlingen die vanuit een ideologische motivatie Holocaustontkenner zijn en dit in de klas uiten. Behandel de ontkenning van de Holocaust niet als een rechtsgeldig historisch argument en probeer de positie van de ontkenners niet te ontkrachten in een normaal historisch debat of met rationele argumenten. Wel is het belangrijk om te achterhalen waar leerlingen bepaalde desinformatie vandaan halen.

Laat leerlingen na- en meedenken over herdenkingstradities (Holocaust)herdenkingen bieden kansen voor intergenerationele overdracht, waardoor ook in komende generaties de herinnering aan de Holocaust levend gehouden wordt. Ze bieden daarnaast mogelijkheden voor discussies onder familieleden over verwante hedendaagse kwesties en dragen bij aan andere vormen van gemeenschapsleren. Laat leerlingen nadenken over de manier waarop herdenken vormgegeven wordt en laat hen reflecteren op de wijze waarop hun eigen gemeenschap met het verleden omgaat. ■

Zwolle

13


UITGESLOTEN VERVOLGD VERMOORD VERVOLGING VAN JODEN, SINTI EN ROMA IN NEDERLAND 1933-1945 In de jaren voor de Tweede Wereldoorlog wonen er zo’n 140.000 Joden in Nederland – 1,5% van de Nederlandse bevolking. De meerderheid woont hier al eeuwenlang en is geïntegreerd in de samenleving. Maar dan komt in 1933 in Duitsland Adolf Hitler aan de macht. De nazi’s zien de Joden als een minderwaardig ras dat buiten de maatschappij geplaatst moet worden. Ook de rondtrekkende Sintien Roma-gemeenschappen worden niet geaccepteerd, net als andere groepen die in nazi-ogen niet aan het ideaalbeeld van het ‘Arische ras’ voldoen. Hitlers aantreden blijkt het startschot voor grootschalige maatregelen tegen Joden, Sinti en Roma en een jarenlange periode van uitsluiting, vervolging en uiteindelijk moord. 14

1933 15 september 1935

30 januari 1933

Hitler komt aan de macht in Duitsland.

april 1933

In nazi-Duitsland worden de eerste antisemitische wetten ingevoerd. Joodse ondernemers worden geboycot en Joodse ambtenaren ontslagen. Als reactie hierop vluchten veel Joodse burgers naar het buitenland.

De regering kondigt de ‘Neurenberger Rassenwetten’ af. Volgens deze wetten kunnen alleen Duitsers van ‘Germaanse afkomst’ nog Duits staatsburger zijn. Daarnaast worden seksuele relaties en nieuwe huwelijken tussen niet-Joodse Duitsers en Joden verboden.

9-10 november 1938

Door heel nazi-Duitsland vindt de ‘Novemberpogrom’ plaats – een door de staat georganiseerde actie tegen Joden. De Novemberpogrom staat ook bekend als ‘Kristallnacht’. In één nacht worden meer dan 100 Joden vermoord en 30.000 Joodse mannen in concentratiekampen gevangengezet. Ook worden duizenden synagogen en Joodse winkels, scholen, begraafplaatsen en ziekenhuizen vernield of in brand gestoken. De brandweer mag de branden niet blussen. Veel Joden proberen nazi-Duitsland zo snel mogelijk te verlaten na deze nacht vol moorden, mishandelingen, plunderingen en brandstichtingen, maar dit blijkt moeilijk.


5 oktober 1940

Alle ambtenaren en leerkrachten moeten een ‘Ariërverklaring’ invullen. Op dit document moet aangegeven worden wie de ouders en grootouders zijn, en of de persoon Joodse (voor)ouders heeft. De verklaring moet ook voor de partner ingevuld worden. Met de Ariërverklaring kan de Duitse bezetter precies nagaan wie wel en niet Joods is.

22-23 februari 1941

Tijdens de eerste Razzia van Amsterdam worden 427 Joodse mannen tussen de 18 en 35 jaar opgepakt en gedeporteerd. De mannen komen via Schoorl en Buchenwald in concentratiekamp Mauthausen terecht, waar ze allemaal vermoord worden. Als protest tegen deze eerste razzia breekt op 25 februari in Amsterdam een staking uit: de Februaristaking. Er zullen nog vele razzia’s door heel Nederland volgen.

21 november 1940

1940 16 februari 1939

Het door Joden gebouwde Kamp Westerbork wordt geopend. Het is dan nog een opvangkamp voor Joden die uit nazi-Duitsland gevlucht zijn. De Joodse gemeenschap in Nederland moet de bouw betalen.

10-17 mei 1940

Nazi-Duitsland valt Nederland binnen. De bezetting begint.

6 september 1940

Joden in Nederland mogen niet meer aangenomen worden bij de overheid. Joden die al bij de overheid werken, mogen geen promotie meer krijgen.

Op basis van de Ariërverklaring worden alle Joodse ambtenaren geschorst van hun werk. Drie maanden later worden zij ontslagen.

27 februari 1941

Joden mogen geen bloeddonor meer zijn.

31 mei 1941

Het wordt Joden verboden om zwembaden en stranden te bezoeken.

1941

7 januari 1941

Het wordt Joden verboden om bioscopen te bezoeken.

10 januari 1941

Alle Joden en mensen met tenminste één Joodse grootouder moeten zich bij het bevolkingsregister laten registreren. Er wordt vervolgens een onderverdeling gemaakt tussen ‘voljoden’, ‘halfjoden’ en ‘kwartjoden’.

12 februari 1941

De oude Jodenbuurt in Amsterdam wordt afgezet met prikkeldraad en voorzien van borden met de tekst Juden Viertel/Joodsche Wijk.

1 september 1941

Het wordt Joodse scholieren verboden om naar reguliere scholen te gaan: ze moeten voortaan naar aparte Joodse scholen.

15 september 1941

Borden met ‘Voor Joden verboden’ verschijnen in het straatbeeld. Het wordt Joden verboden om parken, dierentuinen, cafés, restaurants, bibliotheken, hotels, theaters en musea te bezoeken. Ook mogen Joden niet meer zonder vergunning reizen of verhuizen.

13 februari 1941

De Duitse bezetter richt de Joodse Raad op. De bezetter wil via één organisatie met de Joodse gemeenschap kunnen communiceren. De Joodse Raad wordt zo een doorgeefluik en gedwongen uitvoerder van anti-Joodse maatregelen in Nederland.

15


22 januari 1943

15 juli 1942

Vanuit Amsterdam worden de eerste Joden naar werkkampen gestuurd.

De eerste trein van Kamp Westerbork naar vernietigingskamp Auschwitz in Polen vertrekt. In de trein zitten 1135 Joden. Tot 13 september 1944 zal wekelijks een trein van Kamp Westerbork naar vernietigingskampen in het oosten van Europa rijden.

23 januari 1942

20 juli 1942

10 januari 1942

De persoonsbewijzen van Joden worden voorzien van de letter ‘J’.

25 maart 1942

Het wordt Joden verboden om met niet-Joden te trouwen.

3 mei 1942

De gele davidster met het woord ‘Jood’ wordt ingevoerd. Alle Joden ouder dan zes jaar moeten de gele ster zichtbaar op hun kleding dragen.

De Joodse psychiatrische instelling ‘Het Apeldoornsche Bosch’ wordt ontruimd. Alle patiënten en de meeste personeelsleden worden gedeporteerd. De trein rijdt vanuit Apeldoorn rechtstreeks naar Auschwitz, waar alle 1100 patiënten en 51 personeelsleden direct vermoord worden.

De Hollandsche Schouwburg in Amsterdam wordt in gebruik genomen als verzamelplaats waar Joden zich moeten melden voor deportatie. Enkele maanden later wordt een bestaande crèche tegenover de schouwburg in gebruik genomen voor Joodse kinderen tot twaalf jaar die, gescheiden van hun ouders, op hun deportatie wachten.

2 maart 1943

Het eerste transport naar vernietigingskamp Sobibor vertrekt uit Kamp Westerbork. In totaal zullen 19 treinen met meer dan 34.000 Joden naar Sobibor rijden.

1942 5 juni 1942

Volledig reisverbod voor Joden.

12 juni 1942

Joden mogen alleen nog in een beperkt aantal winkels en op bepaalde tijdstippen boodschappen doen. Daarnaast moeten ze al hun fietsen en andere vervoersmiddelen inleveren. Ook mogen Joden geen sport meer beoefenen.

30 juni 1942

Joden mogen tussen 20:00 en 6:00 uur niet buitenkomen.

4 juli 1942

De eerste Joden ontvangen een oproep voor deportatie naar nazi-Duitsland. Er wordt meegedeeld dat dit voor ‘arbeidsinzet’ is.

16

13 januari 1943

1943

Kamp Vught wordt geopend. Enkele dagen later komen hier de eerste Joden aan. In totaal zullen 12.000 Joden in Kamp Vught gevangen zitten.

23 april 1943

Nederland wordt door de Duitse bezetter ‘Judenrein’ – vrij van Joden – verklaard. Alleen ondergedoken Joden en Joden met een uitzonderlijke vrijstelling zitten nog niet in Duitse gevangenschap.

6-7 juni 1943

Er vinden kindertransporten van Kamp Vught naar Sobibor plaats. Op 6 juni deporteren de nazi's kinderen tot en met 3 jaar, inclusief hun vader en/of moeder. Op 7 juni wacht kinderen van 4 tot en met 16 jaar hetzelfde lot.


De tien stappen naar genocide van Stanton

1 juli 1943

Het wordt Sinti en Roma in Nederland verboden om nog rond te reizen. De wielen van woonwagens en de paarden die de wagens voorttrekken worden in beslag genomen.

Tussen 1933 en 1945 zijn in Europa naar schatting zes miljoen Joden en vijfhonderdduizend Sinti en Roma door de nazi's vermoord. Van de 140.000 Joden die voor de oorlog in Nederland woonden, overleefden tussen de 102.000 en 107.000 de oorlog niet. Van de 245 gedeporteerde Sinti en Roma overleefden slechts 31 de oorlog. Joden, Sinti en Roma zijn tussen 1933 en 1945 nog op vele andere manieren uitgesloten, vervolgd en vermoord dan in deze tijdlijn te zien is. Dr. Gregory Stanton stelde dat genocide een voorspelbaar, maar niet onvermijdelijk proces is dat in stappen ingedeeld kan worden. Deze tien stappen van Stanton kunnen jouw leerlingen helpen om inzicht te krijgen in hoe een volkerenmoord zoals die op de Joden, Sinti en Roma tot stand kon komen. Bekijk de stappen via de QR-code.

19 november 1943

Het laatste transport van Joden uit Amsterdam heeft plaatsgevonden, waarop verzamelplaats de Hollandsche Schouwburg wordt gesloten.

december 1943

Joden die getrouwd zijn met nietJoden – een groep die aan het begin van de oorlog in veel gevallen nog aan deportatie kan ontkomen – worden opgeroepen voor werkkampen.

11 januari 1944

Het eerste transport naar concentratiekamp Bergen-Belsen vertrekt uit Kamp Westerbork.

19 mei 1944

Vanuit Kamp Westerbork worden 245 Sinti en Roma op transport naar Auschwitz gezet. Onder hen is ook het 9-jarige Sinti-meisje Settela Steinbach. Zij wordt vlak voor vertrek op film vastgelegd – een beeld dat wereldberoemd wordt. Settela wordt uiteindelijk op 31 juli vermoord.

1944 16 mei 1944

Er vinden verschillende razzia’s in Nederland plaats, waarbij 578 reizigers opgepakt en naar Kamp Westerbork weggevoerd worden. De politie denkt dat het allemaal Sinti en Roma zijn, maar dat blijkt niet waar. Hierop wordt een deel van de woonwagenbewoners weer vrijgelaten.

2 juni 1944

Vanuit Kamp Vught vindt het laatste Joodse transport naar Auschwitz plaats.

4 augustus 1944

Anne Frank en haar mede-onderduikers worden verraden en opgepakt in het Achterhuis. Hier zitten zij al vanaf juli 1942 ondergedoken. Ze worden op 3 september naar Auschwitz gedeporteerd. Alleen Annes vader, Otto Frank, overleeft de oorlog.

1945 13 september 1944

Vanuit Kamp Westerbork vertrekt het laatste transport. De bestemming is Bergen-Belsen.

27 januari 1945

Auschwitz wordt bevrijd door de Russen.

17


VOOROORLOGS LEVEN

JODEN, SINTI EN ROMA ROND 1900


Tekst: J oden in Nederland Doenja van Harlingen Roma en Sinti Marjolein van Pagee De Straatventer Jan Brouwers

Over het vooroorlogse leven van Joden, Sinti en Roma is bij veel mensen maar weinig bekend, terwijl zij al eeuwen voor de Tweede Wereldoorlog in Nederland leefden. Leren over hun vooroorlogse geschiedenis kan helpen om hun ervaringen in de Holocaust in een historische context te plaatsen. In het boek ‘Vergeten Nederland’ wordt een inkijkje gegeven in het alledaagse leven van Joden, Sinti en Roma rond 1900. Deze drie portretten zijn toentertijd vastgelegd door fotografen Jacob Olie en James Higson. Gerard Kamp kleurde de portretten in voor het in 2023 verschenen boek.

JODEN IN NEDERLAND De Zwanenburgwal, hier op een foto uit 1904 van James Higson met op de achtergrond de Zuiderkerk, ligt midden in de Amsterdamse Joodse buurt. De wal wordt voorheen Verwersgracht genoemd en volgens zeggen wonen er rond 1880 vooral de beter gesitueerde Joodse burgers. Er is op nummer 40 een eigen sjoel (synagoge), de Halichot Olam Hadasja, gevestigd. Aan de overkant is het Waterlooplein (het vroegere Vlooienburg) en daar wonen de minderbedeelde Joodse inwoners van Amsterdam.

ROMA EN SINTI Net als de Joodse slachtoffers van de Holocaust worden Sinti en Roma jaarlijks herdacht tijdens de Nationale Doden-herdenking op De Dam. Wat de Joden is aangedaan is vrij algemeen bekend, maar wie weet wie de Sinti en Roma zijn en wat hun geschiedenis is in Nederland? Welk stigma zorgt ervoor dat de nazi’s in de Tweede Wereldoorlog vinden dat zij moesten verdwijnen? Waarschijnlijk is dat het woord ‘zigeuners’ bij de meeste mensen naar boven komt bij het zien van deze foto. Voor de Sinti en Roma zelf echter is het een scheldnaam. De negatieve vooroordelen over deze rondtrekkende groepen van niet-westerse afkomst gaan ver terug. In het christelijke Europa van 1400 werden ze als inferieure heidenen beschouwd en om die reden gediscrimineerd. Het oervolk van de Roma kwam uit Noordwest-India. Dit bleek uit Hindi-invloeden in de gemeenschappelijke taal en cultuur maar ook uit recent DNA-onderzoek. Al vanaf het jaar 500 trokken de eerste Roma via de Balkan verder Europa binnen. In eerste instantie stonden zij bekend als goede handwerklieden, op basis waarvan zij een redelijke welvaart genoten. Maar nadat de christelijke kerk ze als ongelovigen had bestempeld, en ze steeds vaker werden buitengesloten, vervielen ze in armoede. De taal- en cultuuruitingen van Roma waren en zijn per regio en per groep verschillend. Het van oorsprong nomadische

De eerste Joden die zich blijvend in Nederland vestigden, waren afstammelingen van voor de Inquisitie gevluchte Spaanse en Portugese Joden. Hun nakomelingen vestigden zich als kooplieden in Amsterdam. Gezien hun gemengde Spaans-Portugese afkomst werden zij Sefardische Joden genoemd, naar het Hebreeuwse woord voor het Iberisch Schiereiland Sefarad. Ook wordt de term Portugese Joden gebruikt, omdat Portugees de voertaal was. Omstreeks 1630 bereikten Joden uit Midden- en Oost-Europa het hedendaagse Nederland. Ze werden Hoogduitse of Asjkenazische Joden genoemd, naar het Hebreeuwse woord voor Duitsland Asjkenaz. Ze spraken Jiddisch, een vroege vorm van Duits met Hebreeuwse, Slavische en Romaanse woorden. De Asjkenazische Joden waren gevlucht voor het geweld van de Dertigjarige Oorlog (1618-1648) en de vervolgingen in Polen. Berooid kwamen zij in Amsterdam aan; ze konden blijven omdat Joden zich daar vrij konden vestigen en omdat zij op ondersteuning mochten rekenen van hun Sefardische broeders. Hoewel de Sefardische en Asjkenazische Joden zeer verschillend waren, zag de buitenwacht ze als één (geloofs)gemeenschap. Al in de achttiende eeuw hadden Joden zich gevestigd in plaatsen buiten Amsterdam. Zo ontstond er naast Mokum (= Amsterdam) een Mediene, waartoe alle Joodse gemeenschappen buiten de hoofdstad werden gerekend. Joods Nederland werd ingedeeld in twaalf hoofdsynagogen, die op hun beurt weer in ringsynagogen en bijkerken verdeeld werden. De Zwanenburgwal was en bleef een gemengde omgeving voor Joden en gojim (niet-Joden). Bekende bewoners door de eeuwen heen waren schilders als Karel Appel, Salomon Meijer

en Cornelis van der Voort, architect Michel de Klerk, filosoof Baruch Spinoza, schrijver Arend Fokke Simonsz en communistenleider Paul de Groot. Dierenvriend en onderwereldlegende Pistolen Paultje had er een winkel. De beroemdste bewoner was Rembrandt van Rijn. De schilder woonde en werkte van 1631 tot 1635 in het huis van Hendrick van Uylenburgh op de hoek van de Zwanenburgwal en Jodenbreestraat. In 1639 kocht hij het pand ernaast, nu museum Rembrandthuis. Hier had hij onder het hoekhuis een vrije uitgang tot op de Zwanenburgwal, en kon zo zijn beroemde schilderij De Nachtwacht in opgerolde toestand naar buiten (laten) brengen.

19


bestaan is wat hen bindt maar de taal, cultuur en religie zijn niet meer hetzelfde. Dit komt omdat Roma in fasen naar verschillende regio’s zijn gemigreerd. Het klassieke beeld van rondtrekkende ‘zigeuners’ die op circussen en kermissen hun geld verdienden, is waarschijnlijk gebaseerd op de Sinti. Andere Roma verdienden hun brood als ketellappers of als paardenhandelaren. Overigens waren niet alle woonwagenbewoners Sinti of Roma, er was ook een grote groep autochtone Nederlanders die vaak generaties lang in woonwagens rondtrokken en denigrerend ‘kampers’ zijn genoemd. Hoewel ook zij met een stigma te maken hadden, ondervonden zij niet het racisme dat er bij de Sinti en Roma nog eens bij kwam.

moesten worden, werd er over hen beslist alsof zij niet zelf een stem hadden. Later, zogenaamd om de integratie te bevorderen, werden zij in kleinere kampen gevestigd, vaak aan de rand van een dorp of een stad. Tegenwoordig is het zo dat juist de kampen functioneren als de laatste Roma-enclaves waar de cultuur in ere wordt gehouden. Maar ook hier lijkt de overheid een einde aan te willen maken. In de kampen die er nog zijn is vaak geen ruimte voor een nieuwe generatie. Het gevolg is dat bestaande woonwagens overvol raken, sommige jonge Roma kiezen daarom noodgedwongen voor een normaal huis.

Niet alleen de nazi’s, maar alle Westerse overheden in het algemeen ondernamen diverse pogingen om het rondtrekken te stoppen. Tegen hun wil in werden Sinti, Roma en andere woonwagenbewoners in grote, vaak afgesloten kampen buiten de bebouwde kom geplaatst. De overheid voerde actief beleid om hen in hun vrijheden te beknotten. Vanuit het racistische idee dat Roma minderwaardig waren en nodig opgevoed

DE STRAATVENTER

20

Sinds 1796 hebben de eeuwenlang gediscrimineerde Joden in Nederland dezelfde rechten als iedere andere Nederlander. Ze mogen dan elk beroep uitoefenen waarvan ze eerder massaal uitgesloten waren. Toch blijven ze vaak hun traditionele beroepen uitoefenen. Emancipatie en integratie zijn nu


eenmaal processen die tijd nodig hebben. Rond 1900 zijn ze nog steeds voor een belangrijk deel werkzaam in bepaalde sectoren. De diamantindustrie is een bekend voorbeeld. Maar ook bij de verkoop van voedsel hebben de Joden dan nog steeds een specifieke rol. Bijvoorbeeld bij de verkoop van producten die in zuur worden bewaard. Tegenwoordig kopen we augurken, uitjes en zure haring in glazen potten. Aan het begin van de twintigste eeuw gaat dat nog anders. De ‘zuurjood’ verkocht zijn waren op straat. Hij kwam op zondag langs met zijn kar, zo rond etenstijd. De mensen kwamen dan naar buiten met een schaaltje en kochten lekkernijen als gekookte lever, leverworst in het zuur en ingelegde eieren. De verkoper schatte wat er dan op het schaaltje kon en noemde een prijs. Een weegschaal kwam er niet aan te pas. Dit blijft tot halverwege de twintigste eeuw gebruikelijk. Een van die zuurjoden was Hartog Allegro, hier op de foto. Hij was toen nog geen twintig jaar oud en is in 1899 vooral als venter actief in de Amsterdamse Joodse buurt en vooral in de Jodenbreestraat, het Waterlooplein en het Weesperplein. In de tijd dat Hartog opgroeide, was het een arme buurt.

Op de foto is een optimistisch en ondernemende verkoper te zien. De feiten wijzen uit dat Hartog inderdaad een goed zakenman was: in 1910 bouwde hij een huis aan de Foeliedwarsstraat 50 en 52. Zijn zoon Abraham ‘oud 4 1/2 jaar’, legde de eerste steen. Hartog begon er een groothandel in zuurwaren en ging ook zelf producten in zuur conserveren, of ‘inleggen’ zoals dat heette. Hij exporteerde zelfs zijn waren, zo bleek uit een advertentie uit 1923 in het Nieuw Israëlitisch Weekblad. En hij verhuurde handkarren: onmisbaar voor straatverkopers en mensen die verhuizen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden Hartog Allegro en zijn gezin naar een concentratiekamp gedeporteerd. Hartog werd op 4 juni 1943 in Sobibor vermoord. Alleen zijn zoon Maurits overleefde de oorlog. Hij zette het bedrijf van zijn vader voort en overleed in 1978. Het pand aan de Foeliedwarsstraat raakte in verval. Sloop dreigde, maar Stadsherstel Amsterdam zag in dat dit belangrijk Joods erfgoed is en kocht het in 2014. Na een grondige restauratie is het weer als woning in gebruik. De eerste steen, gelegd door Abraham Allegro, is bewaard gebleven in de gevel. ■


Q&A

ANTISEMITISME

1

Wat is antisemitisme? Antisemitisme is een moeilijk begrip omdat er veel verschillende dingen onder kunnen worden geschaard. Het kan verwijzen naar de meer dan duizend jaar oude, christelijk geïnspireerde haat tegen Joden (ook wel bekend als anti-judaïsme), maar het kan ook verwijzen naar een negentiendeeeuwse anti-Joodse politieke ideologie die uitmondde in de Holocaust. Het kan zich uiten in de vorm van lichte vooroordelen, als blinde haat, als uitgewerkte politieke ideologie en als alles daar tussenin.

2

En wat zijn voorbeelden van antisemitisme? Er zijn veel verschillende definities van antisemitisme in omloop. In de kern gaat het om haat tegen Joden als culturele of religieuze groep. Vervolgens is die haat opgebouwd uit twee aspecten: ideeën en handelingen. Met ‘ideeën’ wordt verwezen naar alle beeldvorming, vooroordelen en racistische theorieën die bijdragen aan de haat tegen Joden. Voorbeelden hiervan zijn verwijzingen naar vermeende rasseneigenschappen (‘alle Joden hebben haakneuzen’) of vermeende macht (‘Joden zijn uit op wereldheerschappij’). ‘Handelingen’ verwijst naar alles wat er vervolgens met die haat gedaan wordt, van middeleeuwse pogroms tot aan de Holocaust, maar ook de discriminatie en uitsluiting die Joden vandaag nog ondervinden.

22

3

Als antisemitisme zich tegen ‘semieten’ richt, wat zijn dan ‘semieten’? De naam ‘semiet’ komt uit de taalwetenschap, en verwijst oorspronkelijk naar een groep semitische talen uit Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Het gebruik van de term ‘semieten’ komt voort uit de negentiende-eeuwse ‘rassenwetenschap’, waarin zonder succes werd geprobeerd een wetenschappelijke onderbouwing te vinden voor het bestaan van verschillende mensenrassen. Er werd in deze rassentheorieën vaak een onderscheid gemaakt tussen ‘ariërs’, die gezien werden als het witte, Europese en superieure ras, en ‘semieten’, die gezien werden als het inferieure Joodse ras.

4

Is er een verschil tussen antisemitisme en racisme? Dan moeten we eerst ‘racisme’ goed definiëren. Tegenwoordig doelen we met de term ‘racisme’ op alle patronen van vooroordelen, discriminatie en uitsluiting waarin vaststaande eigenschappen aan een groep mensen worden toegeschreven. Vaak wordt met de term racisme specifiek gedoeld op anti-zwart racisme en op ideeën van witte superioriteit, maar je zou het ook als overkoepelende term kunnen zien. Antisemitisme is dan te zien als een specifieke vorm van racisme.


Tekst: Matthijs Kuipers

IN DE ‘RASSENWETENSCHAP’ WERD ZONDER SUCCES GEPROBEERD EEN WETENSCHAPPELIJKE ONDERBOUWING TE VINDEN VOOR HET BESTAAN VAN VERSCHILLENDE MENSENRASSEN 5

Wat is zionisme? De term ‘zionisme’ verwijst naar het idee dat Joden een eigen volk zijn met een eigen land. Als politieke ideologie kwam het eind negentiende eeuw op, in reactie op de toenemende vijandigheid die Joden ondervonden in Europa. De naam ‘Zion’ verwijst naar één van de heuvels waarop de stad Jeruzalem ligt. Dit was de plek waar die Joodse staat gevestigd moest worden: de regio die toen nog in zijn geheel bekend stond als Palestina en die gezien werd als het Bijbelse ‘land van Israël’.

6

Is Israël dan de staat van de Joden? Al voordat in 1948 officieel de onafhankelijke staat Israël werd uitgeroepen, woonden er zo'n 650.000 Joden in het gebied. Sinds de onafhankelijkheid hebben veel meer Joden zich in Israël gevestigd. Maar nog meer Joden wonen buiten Israël, in de zogenaamde ‘diaspora’. Ze zijn bijvoorbeeld Frans, Brits, Amerikaans of Ethiopisch, en soms zelfs Chinees of Japans. Er wonen ongeveer zeven miljoen Joden in Israël en ruim acht miljoen in de diaspora. Daarnaast wonen in Israël niet alleen maar Joden: 21% van de bevolking is Palestijns. Andere kleine gemeenschappen zijn bijvoorbeeld de Druzen en de Arameeërs.

7

Zijn alle Joden zionisten? Nee, niet elke Jood vindt dat het Joodse volk een eigen staat moet krijgen. Zo zijn er bijvoorbeeld Joden die religieusorthodoxe bezwaren hebben tegen het idee van een eigen staat. Door de Holocaust heeft het zionisme wel aanzienlijk meer steun gekregen.

8

Is kritiek op Israël altijd antisemitisch? Nee. Als de kritiek erop neerkomt dat je Joden het recht op een eigen staat ontzegt, dan wordt dat gezien als antisemitisch. Als het kritiek is op het handelen van de staat Israël, dan is dat niet antisemitisch. Toch is ook hier het onderscheid niet altijd duidelijk te maken. De belangrijkste verschillen tussen de twee bekendste definities van antisemitisme – die van de International Holocaust Remembrance Alliance, ofwel de IHRA, en die van de Jerusalem Declaration – draaien zelfs om het afbakenen van wat als legitieme kritiek op Israël gezien kan worden en wat niet.

23


ANTISEMITISME DOOR DE TIJD

Hoewel antisemitisme in Europa tijdens de Tweede Wereldoorlog een gruwelijk dieptepunt kende, was Jodenhaat in die tijd allesbehalve nieuw. De afkeer en vijandigheid tegenover Joden nam al eeuwenlang verschillende vormen aan en is ook na de Holocaust niet verdwenen. Lees hier een overzicht van voorbeelden van historisch en hedendaags antisemitisme.

24


Tekst: Matthijs Kuipers

IN MIDDELEEUWSE DOCUMENTEN ZIJN AL TEKENINGEN VAN JOODSE FIGUREN MET EEN HAAKNEUS TE VINDEN

OUDHEID

Voorchristelijk antisemitisme Al voor het ontstaan van het christendom was er sprake van antisemitisme. Veel van de vijandigheid tegen Joden in deze tijd kwam door het feit dat het Jodendom de eerste religie was met één God, midden tussen volken die in meerdere Goden geloofden. Verschillende Joodse feestdagen verwijzen nog naar deze vroege Jodenhaat. Zo speelt Griekse vijandigheid een rol in het verhaal van Chanoeka (Joods lichtfeest) en draait Pesach (Pasen) om de Joodse slavernij in Egypte. Een beroemde, maar veel bediscussieerde uitspraak is dat ‘antisemitisme zo oud is als de Joodse diaspora’. Dit houdt in dat er al Jodenhaat zou zijn sinds de Joden zich over verschillende delen van de wereld gingen verspreiden. 500 - 1500

MIDDELEEUWEN

Joden als vijanden van het Christendom

Antisemitische teksten bij NS-station Hofplein in Rotterdam, juni 2006.

25

Al vroeg in de middeleeuwen werden Joden weggezet als vijanden van het christendom in Europa. Ze werden gezien als de moordenaars van Jezus en antisemitisme werd onderdeel van de christelijke geloofsleer. Er deden verschillende verhalen de ronde die Joden als de ‘antichrist’ afschilderden. Deze werden vaak gebruikt om de bevolking op te hitsen. Het meest hardnekkige verhaal is dat Joden met Pasen christelijke kinderen zouden ontvoeren en ritueel vermoorden, om vervolgens hun bloed op te drinken. Deze legende wordt ook wel het ‘bloedsprookje’ genoemd. Een ander bekend verhaal zet Joden neer als een


ANTISEMITISME NAM TEGEN DE ACHTERGROND VAN OPKOMEND NATIONALISME NIEUWE VORMEN AAN

ontaard volk van rondzwervende vreemdelingen. Hierbij hoort de figuur van de ‘wandelende Jood’, die eeuwig van plek naar plek zou trekken. Volgens de legende zou hij Jezus op weg naar zijn kruisiging hebben gezegd dat hij op moest schieten, waarna hij als straf in een oneindig leven moest rondzwerven. 1100 - 1300

MIDDELEEUWEN

Kruistochten en pogroms In de twaalfde en dertiende eeuw vond een serie oorlogen en militaire expedities plaats die we het beste kennen onder de naam ‘kruistochten’. Deze kruistochten richtten zich op Jeruzalem als het beloofde land en op de verdediging van het christendom tegen echte en vermeende vijanden. Grote groepen kruisvaarders lieten zich ophitsen door verzonnen verhalen over misdaden van moslims en Joden. Op weg naar Jeruzalem waren veel Joodse gemeenschappen in Europa een doelwit, zoals in de Duitse steden Mainz en Worms en het Franse Rouen. Naar veel van deze moordpartijen wordt verwezen met de term ‘pogrom’, wat Russisch is voor ‘alles vernietigen’. Duizenden Joden werden door kruisvaarders vermoord, waardoor soms complete Joodse gemeenschappen werden weggevaagd. Vele anderen werden gedwongen om zich te bekeren tot het christendom. 1200 - 1300

MIDDELEEUWEN

Vroeg racisme Vroeg antisemitisme leek zich eerder tegen het aanhangen van een religie (Jodendom) dan tegen mensen (Joden) te richten. Zolang het inderdaad om het geloof ging, kon een bekering tot het

26

christendom je als Jood soms redden van vervolging of moord. Toch was dit lang niet altijd zo. Engelse overheidsdocumenten uit de dertiende eeuw (de King’s Remembrancer Memoranda Rolls) bevatten bijvoorbeeld tekeningen van Joodse figuren met haakneus. Dit is antisemitisme dat zich richt op vermeende stereotiepe uiterlijke kenmerken, niet op de keuze voor een geloof. 1500 - 1600

ZESTIENDE EEUW

Afkomst wordt belangrijker Spanje kwam eind vijftiende eeuw weer volledig in christelijke handen, na meerdere eeuwen van (gedeeltelijke) moslimheerschappij. Het koningspaar Ferdinand en Isabella verdedigde fanatiek het christelijke geloof en besloot in het voorheen multiculturele Spanje over te gaan tot vervolging van Joden en moslims. Eerst was bekering nog voldoende om aan vervolging te ontsnappen, maar al snel veranderde dit en werden bekeerlingen gezien als verdachte groep. Het idee kwam op dat je ‘puur bloed’ moest hebben om onderdeel van de maatschappij te kunnen zijn: bekering tot het christendom zou je afkomst niet meer kunnen uitwissen. Joods-zijn werd zo in christelijke ogen iets erfelijks. Dit idee dat je van pure afkomst moest zijn wordt wel gezien als voorloper van het latere biologisch racisme. 1700 - 1800

Antwerpen en later Amsterdam werden zo relatieve vrijplaatsen voor Joodse gemeenschappen. Maar ook in de Republiek bleven Joden tweederangsburgers. Zo konden ze zich weliswaar vrij vestigen in Amsterdam, maar hadden ze geen volledige burgerrechten. Andere steden zoals Utrecht en Deventer weerden Joodse inwoners zelfs helemaal. In 1796, tijdens de Bataafse Revolutie, werden Joden in Nederland voor de wet gelijk.

ACHTTIENDE EEUW

Joden als tweederangsburgers Door de vervolging in Spanje vluchtten veel Joden naar andere plekken in Europa.

1800 - 1900

NEGENTIENDE EEUW

Zondebokken van de moderniteit Europa kende in de negentiende eeuw een aantal grote omwentelingen op politiek, economisch en cultureel gebied. Er kwam meer democratie, er was sprake van secularisatie en nationalisme, en Europa industrialiseerde. Antisemitisme nam hierdoor nieuwe vormen aan. Joodse burgers werden niet meer alleen gezien als tegenstanders van het christelijk geloof, maar werden nu ook geassocieerd met verschillende ‘moderne kwalen’, zoals nieuwe politieke ideologieën (liberalisme, socialisme) en de toenemende invloed van het grootkapitaal. Binnen het nationalistische idee van ‘één volk, één land’ werden Joden, als ‘eeuwige buitenstaanders’, al snel als vijanden gezien. 1868

De oer-samenzweringstheorie In 1868 verscheen de roman Biarritz van Hermann Goedsche. In dit boek wordt een bijeenkomst beschreven van Joodse wijzen op de Joodse begraafplaats van


Van boven naar beneden Joden op een brandstapel (middeleeuwen). Maarten Luther in de Rijksdag van Worms (zestiende eeuw). Dreyfus-affaire (1894). Een leerling wordt uitgelegd waaraan een Jood herkend zou kunnen worden (jaren dertig).

Praag. De romanpersonages spreken daar een plan af voor wereldheerschappij: al het geld en bezit, alle politieke macht en alle pers moet in hun handen komen. Dit verhaal was een van de belangrijkste bronnen voor het verzonnen document dat begin twintigste eeuw bekend zou worden onder de naam ‘de protocollen van de wijzen van Sion’. In dit zogenaamde plan voor een Joodse overname van de wereld kwamen alle negentiendeeeuwse ideeën over verborgen Joodse macht samen. Het wordt wel gezien als de oer-samenzweringstheorie. 1874

Antisemitische ideologie In 1874 bedacht de Duitse journalist Wilhelm Marr het woord ‘antisemitisme’. Marr richtte in dat jaar de Antisemitische Bond op. Dit wordt wel gezien als het beginpunt van antisemitisme als politieke ideologie. Marr combineerde Europese religiekritiek (waarin het Jodendom als materialistisch en egoïstisch werd neergezet) met inspiratie uit koloniaal racisme. Zo was hij zeer onder de indruk van de rassenscheiding en -onderdrukking in de Verenigde Staten en op andere plekken in de Amerika’s, die hij in een reis in de jaren 60 van de negentiende eeuw bezocht. 1894 - 1906

Dreyfus-affaire

De Joods-Franse legerkapitein Alfred Dreyfus werd in 1894 ten onrechte veroordeeld voor spionage voor Duitsland. Ook toen later de echte dader bekend werd, bleef de militaire leiding Dreyfus aanwijzen als schuldige en liet

27


Antisemitisme in het voetbal (jaren tachtig).

hiervoor zelfs vals bewijs produceren. Antisemitisme speelde een belangrijke rol in de affaire, die het Franse volk diep verdeelde. De bekendste steun voor Dreyfus kwam van de schrijver Emile Zola, met zijn beroemd geworden pamflet J’accuse. De Dreyfus-affaire wordt gezien als een van de grootste antisemitismeschandalen van begin twintigste eeuw. 1945

Kille ontvangst en naoorlogse pogroms Na afloop van de Tweede Wereldoorlog werd antisemitisme taboe, maar dat betekent niet dat het er niet meer was. In Oost-Europa werd Joden verweten dat ze een ‘bevoorrechte behandeling’ kregen van de Sovjets, en vonden ook na de oorlog nog pogroms plaats. In Nederland werden Joodse overlevenden niet warm ontvangen als ze terugkeerden. Ze kregen geroofde bezittingen lang niet altijd terug. Ook werd een te grote nadruk op hun oorlogsverhaal gezien als een gevaar voor de broze nationale eenheid vlak na de oorlog. 1945 - NU

‘Secundair antisemitisme’ Na de oorlog twijfelde men: hoeveel moet de samenleving aan de Holocaust herinnerd worden? Joods slachtofferschap moest volgens de toen geldende opvatting niet een té prominente plek innemen in de herinnering aan de oorlog. De historica Evelien Gans heeft dit treffend omschreven als “antisemitisme na 1945 dat zich niet ondanks maar juist vanwege de Holocaust tegen Joden richt.” Dit zou inhouden dat het de Joden zijn

28

die, simpelweg door hun aanwezigheid, de pijnlijke herinnering aan ‘Auschwitz’ levend houden. Deze vorm van antisemitisme noemen we ook wel ‘secundair antisemitisme’. 1945 - NU

Holocaustherinnering In de eerste decennia na de Tweede Wereldoorlog werd er publiekelijk nauwelijks stilgestaan bij de moorddadige geschiedenis van de Holocaust die Joodse overlevenden met zich meedroegen. Herdenkingen van de oorlog draaiden in eerste instantie om militaire slachtoffers en slachtoffers uit het verzet. Het einde van de Tweede Wereldoorlog werd ook niet gezien als een overwinning van universele mensenrechten op racisme, maar vooral als het terugwinnen van soevereiniteit op nazi-Duitsland. Vanaf de jaren zeventig veranderde dit, onder meer door populaire films en televisieprogramma’s. In Nederland hield Loe de Jong kijkers aan de buis gekluisterd met de serie De Bezetting (1960-1965). Wereldwijd was de Amerikaanse miniserie Holocaust (1978) van grote invloed. Inmiddels wordt die serie door critici ook wel gezien als het beginpunt van de populariteit van het type Holocaustproducties dat bij vlagen simplistisch of historisch onjuist is. Die kritiek richt zich tegenwoordig op verfilmingen als The Boy in the Striped Pajamas (2008). EENENTWINTIGSTE EEUW

Antisemitische incidenten Ook in de eenentwintigste eeuw is er nog steeds sprake van antisemitisme.

In Nederland brengt het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) elk jaar de Monitor antisemitisme incidenten uit. Het CIDI registreerde in 2021 in totaal 183 meldingen van incidenten, van scheldpartijen tot geweldsgebruik. Hieronder vallen ook antisemitische uitingen op sociale media en spreekkoren in voetbalstadions. Omdat het CIDI alleen meldingen registreert, geeft hun monitor geen indruk van de omvang van het probleem. In een poging iets over aantallen te weten te komen kwamen onderzoekers van de Universiteit Utrecht in een telling uit 2020 tot iets meer dan 200.000 anti-Joodse online berichten. EENENTWINTIGSTE EEUW

Geheime invloed Net zoals bij de oer-samenzweringstheorie ‘De protocollen van de wijzen van Sion’ uit begin twintigste eeuw, zijn er ook tegenwoordig nog antisemitische geluiden te horen over de geheime macht die prominente Joden zouden uitoefenen op het wereldtoneel. Oude beeldtaal wordt zo gerecycled. Een geliefd antisemitisch doelwit is de Hongaars-Amerikaanse zakenman en miljardair George Soros. Achter zijn liefdadigheidsactiviteiten zouden volgens zulke theorieën kwade motieven schuilgaan, en hij zou verantwoordelijk zijn voor de Europese migratiecrisis. In Nederland werd opiniemaker Maurice de Hond het slachtoffer van een soortgelijk verwijt van heimelijke macht: in een cartoon in de Volkskrant uit 2021 werd hij afgebeeld als kwaadaardige poppenspeler. ■


GASTSPREKERS IN DE KLAS

Tekst: Laura Dekker Fotografie: Chi-Ching Lam

Hoe kun je ervoor zorgen dat de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust levend gehouden wordt en de interesse in deze (inter) nationale geschiedenis ook onder jongere generaties blijft bestaan? De uitdaging is om deze oorlogsverhalen op een interessante en pakkende manier relevant maken voor jongeren en hun belevingswereld. Een zeer waardevolle sleutel: gastsprekers. Zij blinken uit in het tot leven brengen van de geschiedenis door middel van persoonlijke verhalen.

▲ 29


IN GESPREK MET...

E

r zijn in Nederland meerdere organisaties die met oorlogsgetuigen en nabestaanden samenwerken voor gastlessen over verschillende facetten van de Tweede Wereldoorlog. VERLEDEN EN HEDEN Twee mooie voorbeelden zijn het Landelijk Steunpunt Gastsprekers WOII-Heden en Na de Oorlog, opgericht in 1999 en 2016. Al jaren slaan deze organisaties in het klaslokaal met een grote groep gastsprekers bruggen tussen het heden en het verleden. De gastsprekers vertellen persoonlijke verhalen en gaan het gesprek aan met de toehoorders. Zo krijgen leerlingen en studenten op een laagdrempelige manier toegang tot een voor hen abstract verleden. Ook krijgen ze handvatten aangereikt om na te denken over eventuele overeenkomsten met hedendaagse maatschappelijke ontwikkelingen.

Getuigenissen over de Tweede Wereldoorlog zijn er in alle soorten en maten. Het Landelijk Steunpunt Gastsprekers WOII-Heden en Na de Oorlog hebben dan ook een breed scala aan gastsprekers. Zo zijn er bijvoorbeeld Joodse gastsprekers, gastsprekers met een Sintiof Roma-achtergrond, en gastsprekers die vertellen over verzet, ‘foute’ ouders of Nederlands-Indië. Voor alle onderwijsniveaus, leeftijden en gelegenheden is zo een goede match te vinden.

Gastspreker aanvragen? Landelijk Steunpunt Gastsprekers WOII-Heden

Na de Oorlog

30

Hans en Hadassa, gastsprekers van het Landelijk Steunpunt Gastsprekers WOII-Heden Hans Peeper (84) overleefde als klein jongetje samen met zijn vader het concentratiekamp Bergen-Belsen. In ditzelfde kamp verloor hij zijn moeder. Hadassa Hirschfeld werd in 1951 geboren. Haar moeder overleefde de oorlog door onder te duiken, haar vader werd bevrijd uit vernietigingskamp Auschwitz en overleefde de Dodenmarsen. Regelmatig heeft zij met middelbare scholieren Auschwitz bezocht.

Hadassa Hirschfeld

Wat heeft jullie doen besluiten om gastspreker te worden? Hans “Ik twijfelde eerst of ik wel gastspreker moest worden. Ik was zo jong in de oorlog en wist er daarom niet zoveel meer van. Uiteindelijk ben ik gastspreker geworden omdat ik vanaf mijn vierde jaar ben geconfronteerd met antisemitisme en daar teleurgesteld en boos over ben. Met mijn gastlessen hoop ik antisemitisme te verminderen en meer begrip te creëren. Het ontroert me dat ik tijdens mijn gastlessen al met veel mensen in contact ben gekomen die zeer begaan zijn met de Joodse gemeenschap.”

Hadassa “Voor mij is het een manier om kinderen bij te brengen dat je niet machteloos staat tegenover antisemitisme en andere vormen van discriminatie. Ik wil ze daarnaast meegeven dat ze alert moeten blijven op misstanden, omdat we hebben gezien dat deze uiteindelijk kunnen leiden tot terreur. Ook is het een monumentje voor mijn familie.”

Hoe zien jullie gastlessen eruit? Hans “Ik vertel mijn verhaal vanaf het moment dat we de oproep kregen om naar Westerbork te gaan. Ik vertel over de omstandigheden in Bergen-Belsen en hoe mijn vader en ik de bevrijding meemaakten. Dat ik een klein kind in een grotemensenoorlog was. Ook vertel ik over mijn leven na de oorlog, dat soms moeilijke tijden kende. Het verschilt wel per leeftijdsgroep hoeveel expliciete details ik geef.” Hadassa “Ik vertel het verhaal van mijn vader en moeder, maar ook van de dappere onderduikouders van mijn moeder: tante Berta en oom Karel. Daarnaast spreek ik over moeilijke keuzes die mijn moeder moest maken in de oorlog om zelf te overleven. Dit brengt interessante gesprekken over dader- en slachtofferschap met leerlingen op gang. Ook vertel ik hoe alledaagse dingen zelfs op plekken als Kamp Westerbork gewoon doorgingen. Zo is mijn eigen vader bijvoorbeeld in Kamp Westerbork getrouwd. Leerlingen zijn erg geïnteresseerd in het alledaagse leven in een kamp, vooral dat van mijn vader in Auschwitz – en hoe hij dit toch heeft kunnen overleven.”

Hoe verbinden jullie je eigen verhaal aan de belevingswereld van jongeren en de actualiteit? Hadassa “Ik heb het ook over andere volkerenmoorden. Over Somalië, Pol Pot, de Oeigoeren die vandaag de dag nog in zogenaamde heropvoedingskampen


opgesloten worden. Daarnaast heb ik het met de leerlingen over andere vormen van discriminatie. En ik probeer ze met hedendaagse voorbeelden mee te nemen in de fabrieksmatige uitroeiing die de Holocaust was en uniek maakt. Ik vertel dat kinderen nu bijvoorbeeld aangifte kunnen doen als zij gediscrimineerd worden, maar dat dat voor Joden tijdens de oorlog echt niet kon omdat ook de politie en overheid meewerkten aan de systematische uitroeiing.”

Wat zouden jullie een docent ter voorbereiding op een gastles aanraden?

gekregen wat ik van de Palestijnen vind. Dan vertel ik de leerlingen dat ik vind dat Palestijnen een eigen land moeten hebben, zolang het bestaansrecht van Israël maar niet in gevaar komt. Vaak zijn ze daarna ook uitgepraat. Daarnaast merk ik dat oorlog en geweld haast gewoon zijn geworden voor leerlingen door wat ze zien op televisie en in gewelddadige games. Maar ze kunnen zich niet voorstellen hoe het is om zonder eten uren op appèl te staan in de ijskoude sneeuw, of een Dodenmars te moeten lopen. Ik wil ze duidelijk maken hoe gruwelijk het was.”

Hans “Het is belangrijk om van tevoren al goed de historische context te schetsen en aan leerlingen duidelijk te maken dat ze met een heel serieus onderwerp aan de slag gaan. En ik zou als dat mogelijk is met de leerlingen een bezoek brengen aan een aan de Holocaust gelinkte locatie in Nederland.”

verhaal van een gastspreker laat zien dat je nooit los kunt komen van je verleden. Je kunt tijdens een gastles leerlingen een spiegel voorhouden en laten zien wat er gebeurt als je even niet oplet. En door wie kan dat beter gedaan worden dan door iemand die het daadwerkelijk zelf heeft meegemaakt, of een nabestaande van hen? Omdat er ook na het nazisme nog genocides zijn geweest, vertel ik leerlingen dat de leus ‘Nooit meer Auschwitz’ tot een loze slogan is geworden. Het is aan ons, maar ook vooral aan toekomstige generaties om die leus weer inhoud te geven.” ■

TIPS Bereid de leerlingen voor op de komst van de gastspreker en schets in de les(sen) ervoor alvast de historische context waarbinnen het verhaal zich afspeelt.

Hadassa “Ik vind het zelf heel prettig als leerlingen van tevoren in ieder geval alle sleutelwoorden kennen. Antisemitisme, Auschwitz, dictator, terreur, enzovoort. De docent kan hedendaagse voorbeelden geven om deze begrippen te verduidelijken.”

Laat leerlingen van tevoren vragen bedenken, zodat het gesprek makkelijk op gang komt. Hans Peeper

Hebben jullie in de afgelopen jaren veranderingen gezien in de manier waarop leerlingen met een thema als de Holocaust omgaan? Hans “Ik ben een keer van tevoren gewaarschuwd door een docent dat ik wel eens vragen zou kunnen krijgen over de kwestie Israël-Palestina. De hedendaagse situatie in het Midden-Oosten die zich ook naar Nederland verplaatst, maakt het voor mij nog noodzakelijker om een beter begrip over de Holocaust te realiseren.” Hadassa “Ik heb inderdaad ook wel eens op een provocerende manier de vraag

Wat is de meerwaarde van een gastles? Hans “Leerlingen worden geconfronteerd met iets van buiten de les en wat door een ooggetuige wordt verteld. Het maakt heel veel indruk. Het gebeurt vaak dat als ik de klas uitga, alle leerlingen mij een hand komen geven en bedanken. Tijdens zo’n gastles leren ze vaak meer dan van hun geschiedenisboek.”

Zorg voor een duidelijke introductie en afsluiting, en blijf in de klas aanwezig. Realiseer je dat een gastles emotioneel beladen kan zijn – zowel voor de spreker als de leerlingen. Geef de gastspreker persoonlijke aandacht en zorg na de gastles voor een evaluatiemoment. Pak daarnaast ook ruimte om met leerlingen na te kunnen praten.

Hadassa “De interactie die uit de gastles voortkomt is heel waardevol. Alle aspecten van het leven komen samen bij degene die voor de klas staat. Het

31


HOLOCAUSTEDUCATIE OP LOCATIE Hollandsche Schouwburg

Fysieke plaatsen zijn steeds belangrijker in onze herinneringscultuur. Door de afstand in tijd neemt de directe ‘tastbaarheid’ van de Holocaust af, waardoor we op zoek moeten naar andere manieren om het verhaal over de geschiedenis dichtbij te brengen. Wanneer er steeds minder ooggetuigen zijn die ons – en leerlingen – verhalen over bijvoorbeeld de Holocaust kunnen vertellen, groeit de noodzaak om plaatsen in te richten waar we het verleden kunnen aanraken.

H

erinneringscentra, musea en monumenten worden daarom steeds belangrijker. Het zijn ankerpunten waar het verleden tot leven komt, en waar regelmatig herdenkingen plaatsvinden. Ze bieden hiermee verschillende mogelijkheden om met een schoolklas een bezoek te brengen. Er zijn verschillende redenen waarom het verrijkend is om les te geven over de Holocaust buiten het klaslokaal. Allereerst verhogen authentieke locaties de ‘status’

32

van een historische gebeurtenis onder leerlingen, alleen al doordat de normale lessen ervoor worden onderbroken. Ze nodigen daarnaast uit tot reflectie en gesprek. Ook wordt de tastbaarheid van het verleden verhoogd door blootstelling aan objecten, ruimtes en sfeer. Hierdoor ontstaan andere leerervaringen en wordt het inlevingsvermogen extra aangezwengeld. Het maakt leren over de Holocaust niet slechts een puur verstandelijke ervaring in de vorm van

kennis opdoen, maar ook een zintuigelijke, gestuurd vanuit waarden en emoties. Deze manier van leren kan een goede aanvulling zijn op lessen in de klas, die vaak sterk op kennisoverdracht gericht zijn. In Nederland bestaan meerdere authentieke locaties waar de herinnering aan de Holocaust en de vervolging van Joden, Roma en Sinti en andere groepen tastbaar wordt en die heel passend zijn voor educatieve doeleinden.

Joods Cultureel Kwartier en Nationaal Holocaustmuseum Een belangrijk startpunt voor Holocausteducatie op locatie is het nieuwe Nationaal Holocaustmuseum (NHm) in Amsterdam, dat haar deuren opent op 11 maart 2024. In het museum wordt de Holocaust op verschillende manieren belicht. Zo geeft het NHm een gezicht aan individuen en hun


Tekst: Sander Mensink

levens voor, tijdens en na de oorlog, maar verschaft het ook een blik op het systeem dat de vervolgingen en het massaal vermoorden van Joden mogelijk maakte. Het museum is onderdeel van het Joods Cultureel Kwartier (JCK). Het JCK bestaat uit verschillende authentieke locaties op loopafstand van elkaar die elk verbonden zijn aan het Joodse leven in Amsterdam of aan de Holocaust. Het JCK is uniek omdat het een breed museaal aanbod biedt én de mogelijkheid op één dag verschillende locaties te bezoeken. Dit maakt een bredere blik op de oorlogsgeschiedenis en de Joodse geschiedenis in Nederland mogelijk. Een van de belangrijke locaties is de Hollandsche Schouwburg, tegenover het nieuwe NHm. De Hollandsche Schouwburg werd vanaf 1942 gebruikt als verzamelplaats voor Joden die waren opgepakt. Vanuit hier werden zij gedeporteerd naar concentratie- en vernietigings-

kampen. Aan de overkant van de Hollandsche Schouwburg werden Joodse kinderen apart opgevangen, in een crèche. Verschillende verzetsmensen slaagden erin kinderen weg te smokkelen vanuit deze crèche en behoedden zo honderden van hen voor deportatie. De nieuwe tentoonstelling van het NHm is zo ingericht dat het bezoeken van deze locaties integraal onderdeel wordt van de ervaring. Het JCK biedt daarnaast allerlei aanvullende onderwijsmogelijkheden: van online lesmaterialen voor verschillende onderwijstypen tot rondleidingen. Ook zijn er voor docenten speciale trainingen over Holocausteducatie.

Nationaal Monument Kamp Amersfoort In Kamp Amersfoort werden tussen augustus 1941 en april 1945 ongeveer

47.000 mensen gevangengehouden. Het kamp was in eerste instantie een strafkamp, maar werd gedurende de oorlog ook gebruikt als verzamel- en doorvoerkamp voor de Duitse oorlogsindustrie. De gevangenen bestonden o.a. uit politieke gevangenen (zoals verzetsstrijders en communisten), zogenaamde ‘asocialen’, ontduikers van de Arbeitseinsatz, slachtoffers van razzia’s, Jehova’s Getuigen, Sovjet-krijgsgevangenen en gijzelaars. Ook werden naar schatting 2500 Joden vastgehouden in het kamp voordat zij op transport werden gesteld naar andere kampen. Sinds 2004 bevindt zich een herinneringscentrum op het voormalige kampterrein en in 2021 werd een nieuw museum geopend. Net als bij de andere herinneringscentra zijn er uitgebreide lespakketten voor het vo en het mbo. De pakketten bevatten vaak een rondleiding door het museum en over het terrein, en kunnen

Nationaal Monument Kamp Amersfoort


worden aangevuld met voorbereidend materiaal voor in de klas. Ook is het mogelijk een afsluitend reflectieprogramma te boeken met als thema ‘goed of fout’, waarin leerlingen hedendaagse dilemma’s in virtual reality krijgen voorgelegd.

Herinneringscentrum Kamp Westerbork Via Kamp Westerbork werden tussen 1942 en 1944 ongeveer 107.000 Joden en 247 Roma en Sinti getransporteerd naar concentratie- en vernietigingskampen. Kamp Westerbork is uniek in de Nederlandse Holocaustgeschiedenis als centrum van de deportatie van Joden, Roma en Sinti. Vandaag de dag zijn de sporen van het kamp niet direct zichtbaar, maar toch geeft het terrein een goede indruk van hoe het kamp eruitgezien moet hebben. Het Herinneringscentrum kent een

Herinneringscentrum Kamp Westerbork

uitgebreid educatief programma op maat, waarbij leerlingen de persoonlijke verhalen volgen van een Joodse familie die uit hun eigen woonplaats werd weggevoerd. Hierdoor worden de verschillende stadia van de Holocaust concreet en verbonden aan (bronnen uit) de eigen omgeving. Op de website en LessonUp zijn aanvullende lesmaterialen te vinden voor het po, vo en mbo. Ook zijn er specifieke lesdagen en workshops voor docenten en organiseert het Herinneringscentrum samen met de VGN jaarlijks de landelijke studiedag Holocausteducatie. Deze vindt dit jaar op 25 januari plaats.

Nationaal Monument Kamp Vught In Kamp Vught werden circa 32.000 mensen geïnterneerd en tewerkgesteld onder een gewelddadig regime. Onder

hen waren ongeveer 12.000 Joden, voor wie het kamp vrijwel altijd een ‘tussenstation’ richting de concentratie- en vernietigingskampen in Oost-Europa was. Andere gevangenen waren bijvoorbeeld verzetslieden, politieke gevangenen, gijzelaars en Jehova’s getuigen. Kamp Vught is daarmee een andere locatie dan bijvoorbeeld Westerbork, waar vrijwel alleen Joden vastgehouden werden. Het huidige herinneringscentrum biedt verschillende educatieve programma’s aan voor het vo en mbo. Een rondleiding over een gedeelte van het voormalige kampterrein waar het authentieke crematorium, een gereconstrueerde barak en het Kindermonument bezocht worden kan daarbij niet ontbreken. Persoonlijke verhalen en objecten van deze authentieke plek staan centraal met daarnaast aandacht voor het leven en werken in het kamp. De rondleiding is uit te breiden met


Anne Frank Huis FOTOCOLLECTIE ANNE FRANK STICHTING / ALLARD BOVENBERG

bijvoorbeeld een bezoek aan de fusilladeplaats en te boeken als totaalpakket met lesmaterialen, inclusief film, lesbrieven en instructies voor docenten.

Anne Frank Huis Het Anne Frank Huis in Amsterdam is de plek waar Anne Frank met haar vader Otto, moeder Edith, Zus Margot en vier

andere mensen tussen 1942 en 1944 ruim twee jaar ondergedoken zat en haar bekende dagboek schreef. Op deze locatie wordt aandacht besteed aan Annes levensverhaal en de geschiedenis van haar tijd. Een bezoek aan het Anne Frank Huis biedt daarom veel meer dan een blik op het onderduikpand en de leefomstandigheden van de acht onderduikers. De Anne Frank Stichting biedt naast een locatiebe-

zoek een breed pakket aan lesmaterialen en workshops. Hierin laten zij verschillende doelgroepen de gevaren van antisemitisme, racisme en discriminatie in hun eigen leefwereld ontdekken om de waarden van vrijheid, gelijke rechten en democratie te bevorderen. De website biedt een uitgebreid keuzemenu met veel verschillend educatief materiaal. ■

Meer weten?

Joods Cultureel Kwartier en Nationaal Holocaustmuseum

Herinneringscentrum Kamp Westerbork

Nationaal Monument Kamp Amersfoort

Nationaal Monument Anne Frank Huis Kamp Vught

35


EERSTE HULP BIJ HANDELINGSVERLEGENHEID

Tekst: Laura Dekker

Leerlingen vormen tot democratische en kritisch denkende burgers is voor een docent een hele klus. Het bespreken van of lesgeven over controversiële onderwerpen leidt soms tot heftige discussies met en tussen leerlingen. Als docent kun je je daardoor ‘handelingsverlegen’ voelen en geneigd zijn om bepaalde thema's in de klas uit de weg te gaan.

E

en thema als de Holocaust bijvoorbeeld kan in het klaslokaal tot heftige debatten over het hedendaagse Israëlisch-Palestijns conflict leiden. Er zullen leerlingen zijn die sympathiseren met het Palestijnse volk en pleiten voor de vernietiging van Israël, maar ook leerlingen die kritiek op Israël of begrip voor de Palestijnen steevast afdoen als antisemitisme – en alles daartussenin. Hoe kun je als docent je handelingsverlegenheid verkleinen als het gaat om het lesgeven over de Holocaust en de potentiële discussies over hedendaagse conflicten die hierbij kunnen ontstaan?

VOORDAT JE START

!

Besef als docent goed dat je diepgewortelde gedachten en motivaties van leerlingen niet met één gesprek kunt oplossen, omdat deze soms voortkomen uit complexe maatschappelijke situaties waarin zij zich bevinden en de uitdagingen die zij hierbij ervaren. Factoren als armoede, religieuze achtergrond, positie op de arbeidsmarkt en discriminatie kunnen elk van grote invloed zijn op de stellingname van leerlingen in de discussie. Wat je wel kan doen: leerlingen helpen zich bewust te worden van hun maatschappelijke positie, hen deze zelf verder laten onderzoeken en hen stimuleren om mee te denken over wat ze kunnen doen tegen polarisatie in de maatschappij.

!

Er is geen eenduidig plan voor het behandelen van lastige onderwerpen in de klas. De aanpak en uitkomst hangt af van jou als docent, van jouw leerlingen en van de situatie waarin het onderwerp aan bod komt. Per situatie zijn er verschillende strategieën, die terug te lezen zijn in het artikel Omgaan met controversiële onderwerpen in de klas: vier strategieën – een initiatief van het project ‘TerInfo’ van de Universiteit Utrecht.

36

TIPS Overweeg of je hedendaagse conflicten überhaupt wilt bespreken Dwing jezelf niet om het gesprek aan te gaan als je je hier onvoldoende voor toegerust voelt of het moment zich er niet voor leent. Liever geen gesprek dan een slecht gesprek. Als je het gevoel hebt dat je je eerst moet inlezen of graag eerst even wilt sparren met collega’s, doe dat dan vooral. Een gesprek met mededocenten of de directie kan ook helpen om een schoolbrede aanpak te bepalen voor het bespreken van bepaalde polariserende thema’s en het voorkomen van escalatie in het klaslokaal.

Heb zelf genoeg kennis over het onderwerp paraat Als je in een les over de Holocaust ook vragen over het IsraëlischPalestijns conflict verwacht, zorg dan dat je jezelf met genoeg feitenkennis bewapent. Het is een erg complex conflict dat niet simplistisch uitgelegd kan en moet worden. Zo zijn bijvoorbeeld niet alle Palestijnen en Arabieren moslims en niet alle Israëliërs Joden, en kennen beide staten ook periodes van relatieve vrede en succesvolle vredesonderhandelingen. Kijk bijvoorbeeld ter voorbereiding informatieve video’s over het conflict van NOS op 3 of het Jeugdjournaal, om extra kennis paraat te hebben en zo onverwachte vragen uit de klas rustig te kunnen beantwoorden.

Wees je bewust van eventuele eigen vooringenomenheid Omdat je ook als docent een mens met bepaalde waarden bent, is het lastig om een gesprek volledig objectief in te gaan. Het is goed om open te zijn over je eigen perspectief en dat onderdeel


Zorg dat je als docent benadrukt wat leerlingen met elkaar delen

▲ 37


van de discussie te maken, maar dring jouw perspectief niet aan je leerlingen op. Stel jezelf vooraf kritische vragen om ervoor te zorgen dat je als docent een open houding naar je leerlingen toont. Heb je bijvoorbeeld bewust of onbewust al een eigen mening over het conflict? Heb je bepaalde aannames of mogelijke vooroordelen over het conflict of je gesprekspartners? Spelen er persoonlijke emoties die het gesprek met de leerlingen kunnen beïnvloeden?

Let op je woordkeuze De dingen die je als docent zegt, en de manier waarop je dat doet, kunnen een gesprek sturen – al helemaal wanneer het een lastig thema betreft. Je woordkeuze kan ervoor zorgen dat leerlingen jouw positie als docent als vooringenomen ervaren en daardoor afhaken of juist emotioneel worden. In je woordkeuze kun je er daarom voor kiezen om termen aan te houden die door (inter)nationale instanties als de Verenigde Naties, de Europese Unie en de Nederlandse regering gebruikt worden. Zo spreekt de Europese Unie bijvoorbeeld over ‘Palestijnse Gebieden’.

Benadruk gemeenschappelijke waarden en geluiden Hoewel leerlingen in gesprekken over polariserende thema’s en conflicten het gevoel kunnen hebben dat ze lijnrecht tegenover elkaar staan, zijn er ook gemeenschappelijke waarden en geluiden. Zorg dat je als docent benadrukt wat leerlingen met elkaar delen – ook om leerlingen die geen sterke mening hebben volledig onderdeel te maken van het gesprek. Zo zal bijvoorbeeld iedere leerling onderschrijven dat terroristen waarden als saamhorigheid en democratische orde proberen te ondermijnen, dat er een verschil is tussen politieke leiders en burgers van een land en dat onschuldige burgers op grote schaal slachtoffer worden van politieke conflicten. Accentueer daarnaast dat er aan beide kanten veel burgers zijn die het geweld van hun leiders niet steunen en graag in vrede zouden willen leven en dat er vele instanties, stichtingen en individuen zijn die zich middels hulpverlening, vredesmarsen en protesten inzetten tegen terrorisme en voor vrede. Dit kan meteen een mooi startpunt zijn om leerlingen na te laten denken over de vraag wat ze zelf zouden kunnen bijdragen. ■

Benoem kort en feitelijk wat er aan de hand is Blijf in eerste instantie bij de officiële standpunten rondom het conflict en houd deze kort en bondig. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld bronnen van de eerdergenoemde (inter)nationale instituten. Het zijn immers niet de leerlingen die juridisch bepalen wat conflicten en oorlogen zijn. Wijs leerlingen op deze standpunten om de realiteit te verduidelijken – of ze het er nou mee eens zijn of niet.

Erken dat er uiteenlopende meningen en gevoelens zijn Hoewel er officiële standpunten zijn, zijn er vooral nog veel meer meningen, gevoelens en andere ideeën over de context van polariserende conflicten in omloop. Daarnaast kan de context in de loop van de tijd veranderen. Erken dit als docent en geef leerlingen de ruimte om hierop te reflecteren en hun eigen standpunten en meningen te formuleren.

Vraag door Het is belangrijk om in het gesprek door te vragen op sterke meningen en gevoelens van leerlingen. Stel vragen als: waarom denk je dit? Waar haal je deze informatie vandaan? Zou je deze mening aan me kunnen uitleggen? Door vervolgvragen te stellen wordt het gesprek een leerproces voor zowel de docent als de leerling. Het doorvragen kan leerlingen het positieve gevoel geven dat er ruimte voor hen is om hun mening te uiten en uit te leggen. Tegelijkertijd kan het een manier zijn om grenzen te stellen, bijvoorbeeld wanneer een mening puur ter provocatie of als onderhandelingspositie geuit wordt.

38

Er zijn verschillende artikelen en trainingen voor docenten om de handelingsverlegenheid met betrekking tot het lesgeven over polariserende thema’s te verkleinen. Daarnaast zijn er ook hulpmiddelen om specifiek te helpen bij antisemitisme in de klas. Verschillende organisaties zoals de Anne Frank Stichting, het Joods Cultureel Kwartier en TerInfo kunnen je helpen. Scan de QR-codes voor meer informatie. TRAINING

Holocausteducatie Joods Cultureel Kwartier

TRAINING

Lesgeven over de Holocaust Anne Frank Stichting

HULPMIDDEL

Omgaan met antisemitische opmerkingen in de klas Anne Frank Stichting

DO’S EN DON’TS

Gevoelige thema’s bespreken in de klas TerInfo (Universiteit Utrecht)


VERGETEN NEDERLAND IN HET FOTOBOEK ‘VERGETEN NEDERLAND’ KRIJGT HET VERLEDEN LETTERLIJK KLEUR. COLORIST GERARD KAMP SELECTEERDE DE MOOISTE SPONTANE BEELDEN VAN MENSEN EN HUN OMGEVING ROND 1900 EN KLEURDE DEZE FOTO'S IN. DE INGEKLEURDE BEELDEN ZIJN VOORZIEN VAN KORTE ESSAYS. ‘VERGETEN NEDERLAND’ IS HIERMEE EEN LEVENDIG TIJDSBEELD VAN EEN PERIODE WAARIN NEDERLAND VOORGOED VERANDERDE. BESTEL HET BOEK ‘VERGETEN NEDERLAND’ VAN GERARD KAMP OP WWW.OMNIBOEK.NL

Onlangs hebben diverse makers van Holocausteducatie zich verenigd in een Holocausteducatiecoalitie onder leiding van de Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding. Samen proberen zij educatief materiaal over de Holocaust beter toegankelijk te maken. Kijk op de websites van hiernaaststaande organisaties voor lesmateriaal, trainingen en andere hulpmiddelen met betrekking tot (het lesgeven over) de Holocaust.

39


K O O K J I K LI N E ON ow.nl n e e 4fr 1


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.