4FREE - 2025

Page 1


LESGEVENdat?

OVER VRIJHE ID

EEN GESCHIEDENIS

VAN EMANCIPATIE

De vrijheidsstrijd door de jaren heen Hoe

AMNESTY

INTERNATIONAL

Een stem voor vrijheid en mensenrechten

DE OORLOG

GETEKEND

De meerwaarde van strips in de klas

COLOFON

REDACTIE

Nationaal Comité 4 en 5 mei

Laura Dekker (laura.dekker@4en5mei.nl), Cristan van Emden, Hester Wynia, Matthijs Kuipers, Sophie van den Bergh, Pepijn de Koning, Joyce van Galen Last, Leonie Durlinger

ONTWERP EN PRODUCTIE

Rick Verhoog, Sara Kolster, Studio Parkers

ILLUSTRATIES

Studio Parkers, Sabine van Vessem

FOTOGRAFIE

Ben Houdijk, Robin de Puy, Nathan Reinds, Young Impact

MET DANK AAN

Linda Huijsmans, Dorine van der Wind, Anne Rijnberg, Layla Alizadah, Lars Bannink, Miel Andriesse, Alma Mustafić, Boaz Cahn, Robin Imthorn, Selma Boulmalf

DRUKWERK

PrintSupport4U

DISTRIBUTIE EN PROMOTIE

OnderwijsMedia

Disclaimer: het Nationaal Comité 4 en 5 mei heeft getracht alle rechthebbenden van beeldmateriaal te achterhalen. Mocht je foto’s tegenkomen waarvan je rechthebbende bent en je hebt geen toestemming voor gebruik gegeven, neem dan contact op via info@4en5mei.nl

COVERFOTO

Zangeres Wende, Ambassadeur van de Vrijheid in 2024, tijdens een optreden op een van de Bevrijdingsfestivals. Tijdens haar optredens vroeg zij aandacht voor het werk van Amnesty International en droeg zij bezoekers op een petitie voor de vrijlating van gevangenen te ondertekenen.

VOORWOORD

In 2024 en 2025 vieren we dat de Tweede Wereldoorlog 80 jaar geleden ten einde kwam. We staan hier in het hele land bij stil. We herdenken de slachtoffers die hierbij vielen en vieren dat we in Nederland al 80 jaar in vrijheid kunnen leven.

Hoewel we in Nederland in 1945 onze vrijheid terugkregen, is vrijheid op veel plekken in de wereld allerminst vanzelfsprekend. Daarnaast kun je je ook in een land als Nederland in je vrijheid bedreigd of beperkt voelen. Dagelijks lezen en horen we over oorlogen en conflicten wereldwijd, en ook in Nederland verhardt de samenleving en is polarisatie een onderwerp van gesprek. Dat doet ons beseffen dat vrijheid nooit af is, en geeft ons als samenleving de verantwoordelijkheid om met elkaar voor vrijheid en gelijkwaardigheid te blijven staan.

Deze editie van het 4FREE docentenmagazine staat daarom in het teken van het opkomen voor vrijheid. Verschillende gebeurtenissen, organisaties en personen staan hierbij in de spotlight. Hoe zag de bevrijding van Nederland er ook alweer uit? Welke emancipatiebewegingen hebben de wereld gevormd, en hoe verandert ons perspectief op dergelijke bewegingen met de tijd? En hoe kun je organisaties als Amnesty International en Young Impact in de klas inzetten om jongeren te activeren om een positieve bijdrage aan de wereld te leveren? Het is een greep uit de artikelen die in dit 4FREE docentenmagazine te vinden zijn om jou als docent te helpen om gesprekken over (on)vrijheid, oorlog, democratie en mensenrechten in het klaslokaal vorm te geven.

We hopen dat dit docentenmagazine je inspireert om met leerlingen en studenten naar de bijbehorende website www.4free-now.nl te gaan. Hier kun je werkvormen en verdieping vinden waarmee ze actief aan de slag kunnen. Ook voor jou als docent is er allerlei achtergrondinformatie te vinden die je helpt de dialoog tussen jongeren te ondersteunen en hen te activeren zich in te zetten voor vrijheid.

Veel plezier met lesgeven!

QR-codes

Verschillende artikelen in dit docentenmagazine bevatten een kader waarin door middel van een QR-code verwezen wordt naar websites van partners. Scan de QR-codes voor interessante educatieve materialen, trainingen en andere handige tools voor het lesgeven over (on)vrijheid, democratie en mensenrechten. Voor educatief materiaal van het Nationaal Comité 4 en 5 mei kun je terecht op 4free-now.nl.

EEN VANEMANCIPATIE

GESCHIEDENISEMANCIPATIE

HOE ZAT HET OOK ALWEER ?

DE BEVRIJDING VAN NEDERLAND

In 2024 en 2025 vieren we dat de Tweede Wereldoorlog 80 jaar geleden ten einde kwam. Door het hele land staan we erbij stil dat Nederland dankzij de inzet van militairen van de geallieerde landen en met hulp van het verzet werd bevrijd. We herdenken daarnaast de slachtoffers die daarbij vielen.

Maar hoe zag de bevrijding van Nederland er precies uit? In deze tijdlijn vind je een aantal belangrijke gebeurtenissen terug.

6 juni

Geallieerde legers landen op de stranden van Normandië – een provincie in het westen van Frankrijk. Deze belangrijke dag komt bekend te staan als D-day en markeert het begin van de bevrijding van West-Europa.

Bevrijd op 5 mei 1945 of kort daarna, hier was de Hongerwinter

Grootste kampen en verzamelplaatsen in Nederland

Hollandsche Schouwburg

Kamp Vught Kamp Amersfoort Kamp Westerbork

Bevrijd tussen 31 maart en 4 mei 1945

Bevrijd tussen 12 september 1944 en 1 januari 1945

Bevrijd tussen 2 januari en 30 maart 1945

5 september

Er zingen geruchten rond dat de geallieerden ieder moment Nederland zullen bevrijden. Het bericht zorgt voor vreugde en chaos onder de bevolking. Duitse troepen en NSB’ers vluchten in paniek weg. Het bericht blijkt niet waar, en het zal nog maanden duren voordat

Tekst: Laura Dekker

12 september

Het Zuid-Limburgse Mesch wordt als eerste dorp van Nederland bevrijd door het Amerikaanse leger. Twee dagen later volgt Maastricht.

17-25 september

6-7 oktober

Hengelo wordt door de geallieerden gebombardeerd. Het bombardement is gericht op het treinstation en de fabrieken van Stork en Holland Signaal, om zo de spoorverbinding met nazi-Duitsland te blokkeren. Veel bommen missen echter doel en vallen op de binnenstad. 112 burgers komen om en een groot deel van het centrum wordt verwoest.

Operatie Market Garden vindt plaats – een geallieerde poging om bruggen over de Maas, Waal en Rijn in handen te krijgen om snel naar nazi-Duitsland op te rukken. Ondanks enkele successen blijken de Duitse troepen sterker dan verwacht. De Rijnbrug bij Arnhem blijkt ‘een brug te ver’, en de bevrijding van de rest van Nederland zal nog tijden op zich laten wachten.

27 oktober

Het Britse leger treft een leeg Kamp Vught aan. Ruim een maand ervoor zijn alle nog resterende politieke gevangenen gedeporteerd naar andere kampen in nazi-Duitsland. Het kamp wordt meteen in gebruik genomen als gevangenis voor verdachten van collaboratie, NSB’ers en Rijksduitsers.

26 september – 14 oktober

De slag bij Overloon vindt plaats – een van de hevigste veldslagen op Nederlandse bodem tijdens de oorlog. Amerikaanse en Britse troepen vechten in Overloon en omgeving tegen het Duitse leger. Op 14 oktober wordt een vrijwel geheel verwoest Overloon bevrijd.

Herfst

De Slag om de Schelde vindt plaats in het noorden van België, Zeeland en West-Brabant. Deze operatie moet de Scheldemonding vrijmaken en de haven van Antwerpen toegankelijk maken voor de geallieerden. Canadese, Britse en Poolse troepen vechten hard tegen het Duitse leger op moeilijk terrein en slagen er uiteindelijk in de Schelde te veroveren.

Hongerwinter

1944-45

Hoewel het zuiden al bevrijd is, leeft de rest van het land nog in oorlog. Voedsel- en brandstofschaarste in een strenge winter leiden, met name in steden in het westen, tot hongersnood. Naar schatting komen tijdens de Hongerwinter 20.000 mensen om van de honger en kou.

1-3 april

Verschillende plekken in Twente, waaronder de steden Hengelo en Enschede, worden bevrijd door het Britse leger.

14 april

12 april

6 april – 20 mei

Op Texel komen Georgische soldaten in opstand tegen hun Duitse bevelhebbers. Ze zijn krijgsgevangenen, die door nazi-Duitsland worden ingezet om tegen de geallieerden te vechten. Ze willen zich bij de geallieerden aansluiten, maar de nazi’s slaan terug. Dit leidt tot een bloedige strijd op het eiland, die doorgaat tot na de Duitse overgave. 565 Georgiërs, 120 Texelaars en circa 800 Duitsers komen om het leven.

Zwolle wordt bevrijd onder leiding van de Canadese militair Leo Major. In zijn eentje weet hij in de stad te infiltreren, schakelt Duitse militairen uit, vernietigt strategische doelen en overtuigt de Duitse bezetter dat een grote Canadese aanval op handen is. Hierdoor wordt de stad zonder gevechten of slachtoffers bevrijd.

13-16 april

In Groningen wordt hevig gevochten tussen enerzijds het Duitse leger en Nederlandse en Belgische SS’ers en anderzijds de gehele 2e Canadese infanteriedivisie. Rond de Grote Markt vinden hevige vuurgevechten plaats. Uiteindelijk geeft de bezetter zich over, waardoor de geallieerden door kunnen stoten naar het noorden.

Canadese troepen bevrijden Kamp Westerbork. Hier zitten op dat moment nog ruim 850 Joodse gevangenen uit dertien verschillende landen. Een dag ervoor is de Duitse kampleiding al gevlucht. Pas na 5 mei mogen de gevangenen het kamp daadwerkelijk verlaten.

18 april

Mede dankzij inspanningen van het Fries verzet, is de provincie Friesland zonder al te veel gevechten bevrijd. Veel Duitse militairen vluchten richting het westen van het land. Ook de Waddeneilanden worden een toevluchtsoord voor collaborateurs en militairen. Hierdoor moeten de eilanden nog weken op hun bevrijding wachten.

7-8 april

Operatie Amherst vindt plaats. Tijdens deze geallieerde militaire actie worden Franse parachutisten in Drenthe gedropt. Hun doel is om strategische punten, zoals bruggen en wegen, te veroveren en de Duitse weerstand te verstoren. De operatie helpt de bevrijding van Noord-Nederland te versnellen.

19 april

Loes van Overeem, vertegenwoordigster van het Rode Kruis, krijgt het beheer over Kamp Amersfoort overgedragen. Kampbewakers vernietigen grote delen van de administratie en slaan, met tientallen gijzelaars, op de vlucht. Het kamp wordt uiteindelijk op 7 mei door Canadese troepen bevrijd.

7 mei

Terwijl Amsterdammers de bevrijding vieren op de Dam, verandert de vreugde in paniek wanneer er vanuit De Groote Club door Duitse militairen op de menigte wordt geschoten. De schietpartij duurt zo’n twee uur. Er vallen ruim dertig doden.

8 mei

Hoewel de capitulatie al getekend is, verloopt de bevrijding van Rotterdam chaotisch. Al op 5 mei strijden de Binnenlandse Strijdkrachten –een samenwerkingsverband van verschillende verzetsgroepen – tegen Duitse troepen, maar de Duitse bezetter wil zich alleen aan de geallieerden overgeven. Op 8 mei trekt het Canadese leger de stad binnen.

5 mei

In Hotel de Wereld in Wageningen vinden, een dag na de capitulatie van de Duitse bezetter op de Lüneburger Heide, de besprekingen plaats over de regels van deze overgave. Nederland is officieel bevrijd!

1945

15 augustus 1945-1949

Hoewel Nederland al een aantal maanden bevrijd is, leven de bewoners van Nederlands-Indië nog onder Japanse bezetting. Nadat de Verenigde Staten atoombommen op Hiroshima en Nagasaki werpen, geeft Japan zich over. Twee dagen later roepen Soekarno en Hatta de Indonesische onafhankelijkheid uit.

Nederland is het hier echter niet mee eens en stuurt daarom militairen om het oude koloniale gezag te herstellen. Een vier jaar durende bloedige oorlog volgt. In 1949 is een onafhankelijk Indonesië een feit.

VRIJHEID WERELDWIJD

Tekst: Sophie van den Bergh

De Bosatlas van de Tweede Wereldoorlog nog niet gelezen? Bestel hem hier!

VERSCHILLENDE VORMEN VAN VRIJHEID STAAN WERELDWIJD ONDER DRUK

Vrede en veiligheid

De eerste en belangrijkste voorwaarde voor vrijheid is veiligheid; de afwezigheid van geweld. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om oorlogsgeweld tussen staten of gewapende groepen, zoals drugsbendes, rivaliserende stammen of religieuze milities. Niet alleen leidt oorlog tot enorme aantallen slachtoffers, ook drijft het jaarlijks miljoenen mensen op de vlucht. Ook andere vormen van geweld tasten de vrijheid aan, zoals terrorisme en gewelddadige onderdrukking van burgers door de staat. Maar geweld hoeft niet altijd fysiek te zijn – zo kan alleen al het dreigen met kernwapens de vrijheid ernstig in gevaar brengen.

OP DE VLUCHT

Volgens UNHCR, de VN-vluchtelingenorganisatie, waren er in mei 2024 meer dan 120 miljoen mensen op de vlucht, een record. De gevechten en conflicten in Soedan, Congo, Gaza en Myanmar hebben bijgedragen aan deze stijging. Jaarlijks krijgen zo’n 500 door de VN geselecteerde bewoners van vluchtelin genkampen een uitnodiging om naar Nederland te komen. Zij krijgen direct een verblijfsstatus. In de aangekondigde plannen voor asielmaatregelen van het huidige kabinet wordt dit aantal teruggedrongen tot 200.

In de klas

Wat vind je van deze jaarlijkse selectie? Afschaffen, vergroten? Wie zouden wel of juist niet in aanmerking voor die selectie moeten komen?

Historische stripverhalen

brengen

het verleden op een toegankelijke

manier tot leven. Maar hoe verbeeld je een verschrikkelijke gebeurtenis als de Holocaust? En (hoe) kun je stripverhalen in de klas gebruiken?

Nazi Death Parade van August M. Froehlich (1944).

In 1944 werd al een eerste poging gedaan om de Holocaust te verbeelden. Het grote publiek had op dat moment geen goed beeld bij de verschrikkingen die zich afspeelden in de concentratiekampen; getuigenissen waren schaars, net als foto’s en bewegend beeld.

VERBEELDING

Op één bladzijde, in zes aangrijpende illustraties, liet de Amerikaanse tekenaar August M. Froehlich zien hoe mensen

vermoord, bestolen en gecremeerd werden. Hij baseerde zijn illustraties, die de titel Nazi Death Parade kregen, op een ooggetuigenverslag van een Russische soldaat, die concentratiekamp Majdanek in Polen bevrijd had. De illustraties werden gebruikt om de rol van de Verenigde Staten in de bevrijding te verantwoorden. Later raakte het werk in de vergetelheid, tot het in 2021 weer gevonden werd door Kees Ribbens, bijzonder hoogleraar ‘Populaire histori-

sche cultuur van Mondiale Conflicten en Massaal Geweld’.

HET ONDENKBARE

In de jaren tachtig verscheen de iconische graphic novel Maus van Art Spiegelman. Met katten in de rol van nazi’s en muizen in de rol van Joden brengt Spiegelman het verhaal van de Holocaust symbolisch in beeld. Naast de historische gebeurtenissen staat Maus ook stil bij de menselijke kant van deze geschiedenis en de inter-

DE OORLOG GETEKEND

generationele trauma’s die hiermee gepaard gaan. Spiegelman laat hiermee zien dat de strip als medium ook complexe en serieuze onderwerpen aankan. Sterker nog, hij bewijst dat de strip het ondenkbare kan verbeelden.

Dit besef over de kracht van stripverhalen is ook in de Nederlandse oorlogs- en herinneringscentra doorgedrongen. In 2003 bracht de Anne Frank Stichting samen met het Fries Verzetsmuseum de strip De Ontdekking uit. In deze strip vinden kinderen oude spullen en aan

Maus van Art Spiegelman (1986). De Ontdekking van Eric Heuvel (2020). Het onvoorstelbare verbeeld, door diverse auteurs (2024). De Erfenis van Frank Jonker en Eric Heuvel (2024). De Terugkeer van Frank Jonker en Eric Heuvel (2010).

de hand daarvan ontrafelen zij (zelf) het verhaal van de oorlog. Hierbij ligt de nadruk vooral op thema’s als verzet en collaboratie. De strip zette een trend en de toon. Na De Ontdekking volgde De Zoektocht over de Jodenvervolging (ook ontwikkeld door de Anne Frank Stichting). In De Terugkeer (2010), gemaakt in opdracht van het Indisch Herinneringscentrum, komt de geschiedenis van Nederlands-Indië/Indonesië aan bod.

RAKEN

Volgens Kees Ribbens, onderzoeker bij het NIOD en de ontdekker van de illustraties van Froehling, wordt de strip in het museale veld gezien als een aansprekender medium dan reguliere geschiedenisboeken. Daarnaast is het minder vluchtig dan allerlei digitale media en heeft het medium de capaciteit om zowel informatie over te dragen als de doelgroep emotioneel te raken. Jongeren zijn zeer gericht op beelden, bij voorkeur bewegend. Strips bewegen weliswaar niet en laten ook veel weg, maar jongeren zijn getrainde beeldkijkers en vullen deze zaken zelf in. Daarin schuilt de kracht van strips volgens Roel Daenen, hoofdredacteur van het Belgische tijdschrift faro. Volgens hem ‘werkt’ de striplezer zelf mee aan het verhaal:

“Hij/zij vult de actie, de sfeer of het verhaal namelijk voor een groot stuk zelf in, in de zogenaamde ‘goot’ – zo heet de ruimte tussen de vakjes, gesteld dat er vakjes zijn. Al krijg je, net als in de film, het leeuwendeel van het narratief te zien: je moet of kan zelf ook een deel bepalen. Dat doe je door de combinatie van lezen én kijken en door je verbeelding te gebruiken.”

Tekst: Cristan van Emden

EEN STRIPVERHAAL COMBINEERT

LEZEN, KIJKEN EN JE VERBEELDING GEBRUIKEN

Professor Charlotte Schallié is betrokken bij het project Survivor-Centred Visual Narratives. In dit project wordt de graphic novel gebruikt om de herinneringen van ooggetuigen van de Holocaust vast te leggen. Zij beaamt dat bij strips een actieve houding van de lezer wordt gevraagd. Maar ze ziet nog meer bijzonderheden:

“De grafische vorm stelt ons in staat om – net als met een boek – het leesproces te vertragen, op te letten, ons bezig te houden met hoe we ons voelen. Dat is wat je wilt: je wilt dat iemand betrokken raakt.”

Het 4 en 5 mei Denkboek van het Nationaal Comité 4 en 5 mei.

BOODSCHAP

Ook Hester Wynia, projectleider van het 4 en 5 mei Denkboek van het Nationaal Comité 4 en 5 mei, geeft aan dat emotie belangrijk is om jongeren bij een verhaal te betrekken en ervoor te zorgen dat dit beklijft. Daarnaast brengen illustraties in een strip volgens haar orde in een verhaal, kunnen ze terloops extra informatie geven en versterken ze daardoor vaak de boodschap. Cruciaal dus, voor strips die een educatief doel hebben. Maar strips zijn vaak ook ‘gewoon’ mooi. Door de aantrekkelijke vorm worden leerlingen op een laagdrempelige manier betrokken bij het verhaal. Wynia: “We gebruiken strips in het Denkboek omdat het voor kinderen een aansprekende vorm is. Ze blijven er meteen bij hangen als ze door het boekje bladeren. En uit de enquêtes die we afnemen onder leerkrachten blijkt steeds weer dat de strips erg worden gewaardeerd.”

In het 4 en 5 mei Denkboek worden illustraties gebruikt in bijvoorbeeld een tijdlijn, maar ook in korte strips over verzetsstrijders als Anton de Kom en Boy Ecury. Meestal beslaan deze slechts zes bladzijden. Volgens Wynia is het de kunst om keuzes te maken en een strip niet te overladen met onderwerpen, en al helemaal niet met te veel tekst.

“Bij deze onderwerpen ben je snel bang dat je belangrijke perspectieven en aspecten vergeet en heb je de neiging veel informatie in de strip te verwerken. Maar less is in dit geval zeker more. Ik heb liever dat we minder thema’s goed aankaarten, dan veel thema’s een beetje behandelen. Zo ondermijn je de kracht van strips niet en houd je het behapbaar voor de leerlingen.” ■

Tips voor het gebruik van stripverhalen in de klas

• Kies de stripverhalen zorgvuldig uit. Let hierbij op auteurs die bekend staan om betrouwbaarheid en grondig onderzoek.

• Oorlogsstrips die niet educatief bedoeld zijn, moeten behandeld worden als een film of roman: bespreek met de leerlingen of studenten wat het verschil tussen feit en fictie is. Zie hiervoor ook het artikel over films in de klas op blz. 32 van dit magazine.

• Laat leerlingen of studenten niet volledig onbegeleid strips lezen: begin de les met achtergrondinformatie over de historische periode en gebeurtenissen die in de strip aan bod komen. Dit helpt leerlingen de strip in de juiste context te plaatsen.

• Moedig leerlingen aan om na te denken over hoe historische gebeurtenissen worden afgebeeld en waarom bepaalde keuzes zijn gemaakt door de auteur en/of illustrator.

• Vraag de studenten of leerlingen met wie ze zich kunnen identificeren en waarom. Vraag daarnaast welke emoties de strip eventueel oproept.

Dit artikel is gebaseerd op artikelen uit De Oorlog getekend, onderdeel van WO2 Onderzoek uitgelicht van maart 2024.

CAMPAGNE 80 JAAR VRIJHEID

80 jaar vrijheid wordt mede mogelijk gemaakt door Layla, Miel, Alma, Robin, Lars, Boaz, Selma en jou.

In dit magazine lees je zes verhalen van mensen die zich op verschillende manieren inzetten om onze vrijheid mogelijk te maken.

Wat doe jij voor vrijheid? Vrijheid.nl

Tekst: Linda Huijsmans en Dorine van der Wind
Foto’s: Robin de Puy

De Bosnisch-Nederlandse Alma Mustafić (1981) overleefde de genocide in Bosnië in 1995 en vluchtte naar Nederland. Nu zet zij zich in voor vrede door de kennis over oorlog en genocide te vergroten.

Ik zie dezelfde signalen in Nederland die wij 35 jaar geleden in voormalig

Joegoslavië

zagen.

“Veel van mijn leerlingen aan de Hogeschool Utrecht hebben nog nooit van Srebrenica gehoord. Wanneer ik hen vertel dat daar bijna dertig jaar geleden de grootste genocide in Europa sinds de Tweede Wereldoorlog plaats vond, schri en ze. Mijn missie is om die kennis te verspreiden in de hoop dat we met die kennis een volgende genocide kunnen voorkomen.

Ik zie dezelfde signalen in Nederland die wij 35 jaar geleden in voormalig Joegoslavië zagen. Toen werden deze tekens niet serieus genomen. Door recentere oorlogen en genocides in ons co ectieve geheugen te verankeren, kunnen we beter begrijpen welke gevaren ons bedreigen. We moeten leren deze tijdig te herkennen en daar e ectief tegen op te treden.

Een genocide gebeurt niet plotseling; het is een proces. Het begint altijd onschuldig, met wij-zijdenken, via polarisatie tot aan genocide. Als we niet waakzaam zijn, kan de geschiedenis zich herhalen.

Om mijn missie te bereiken zet ik verschi ende middelen in. Jarenlang heb ik in de rechtszaal gestreden om ons verhaal over Srebrenica kenbaar te maken. Nu staat vast in het Musta ć-arrest dat Nederland medeverantwoordelijk is voor de laatste Europese genocide. Het is pijnlijk voor Nederland om de eigen fouten onder ogen te zien, maar noodzakelijk; een wijze les voor de toekomst. Daarnaast heb ik in de autobiogra sche theatervoorste ing Gevaarlijke Namen gespeeld en geef ik lessen over dit onderwerp. Ik hoop hiermee het gesprek te openen. Iedereen kan bijdragen aan vrede door zich te verdiepen in de realiteit van genocide. De media zouden vaker experts en ervaringsdeskundigen aan het woord moeten laten, mensen die uit de eerste hand kunnen verte en over genocide. In Nederland zijn er ta oze mensen zoals ik, die oorlog aan den lijve hebben ondervonden. Laat onze stemmen horen, zodat iedereen ervan kan leren en we onze maatschappij kunnen beschermen. Wij weten hoe verwoestend oorlog is en hoeveel leed dat brengt, ook voor de generaties na ons. Ik zag een multiculturele samenleving uit elkaar va en, ik wil niet nog een thuis verliezen.”

Robin Imthorn (1984) maakte als marinier meerdere uitzendingen mee, onder meer naar Afghanistan waar hij traumatische ervaringen opdeed. Nadat hij de diagnose PTSS had gekregen, besloot hij zich in te zetten om het taboe op mentale gezondheid bij zijn collega’s te doorbreken.

“Als marinier heb ik meerdere uitzendingen meegemaakt, maar de periode 2009/2010 in Afghanistan blij me altijd bij. Tijdens een missie reed een voertuig in mijn konvooi op een bermbom. Zonder na te denken rende ik erheen en voerde levensreddende handelingen uit. Daar was ik voor getraind. Gevoelens schakelde ik uit, want daar was geen tijd voor. Maar eenmaal terug in Nederland, bleek het inschakelen van die emoties niet meer zo ma elijk.

A es veranderde voor mij toen mijn dochter werd geboren. De paniekaanva en, nachtmerries en herbelevingen van mijn tijd in Afghanistan begonnen me te achtervolgen. Uiteindelijk kreeg ik de diagnose PTSS. Dit was het begin van een zware strijd, zowel voor mezelf als voor mijn gezin. Het herstelproces was moeizaam, en de eenzaamheid die ik daarbij voelde gun ik niemand.

Ik besloot iets te doen om die eenzaamheid te doorbreken en stuurde een openhartige e-mail naar al mijn co ega’s uit Afghanistan. Het voelde enorm kwetsbaar, maar dat was precies wat ik nodig had. Tot mijn verbazing kreeg ik zoveel reacties van mensen die zich herkenden in mijn verhaal. Kwetsbaarheid had ik altijd gezien als zwakte, maar juist die kwetsbaarheid gaf mij kracht en een diepere verbinding met anderen.

Met die kracht besloot ik actie te ondernemen. Ik rich e Five Five Out op en stelde mezelf een uitdagend doel: vijf marathons lopen in vijf dagen. Ik wilde niet het stoere verhaal verte en, maar juist het échte verhaal. Over mijn paniekaanva en, nachtmerries en angsten. Door open te zijn, hoopte ik anderen te laten zien dat het oké is om te praten over wat je doormaakt.

Mijn PTSS heb ik leren accepteren, niet als iets wat me zwakker maakt, maar als iets waar ik juist kracht uit put.

Mijn PTSS heb ik leren accepteren, niet als iets wat me zwa er maakt, maar als iets waar ik juist kracht uit put.

Nu deel ik mijn verhaal in de theatershow Vleugel Vrij en in mijn boek Levensvuur. Ik wil laten zien dat herstel en vrijheid mogelijk zijn, zelfs in de donkerste tijden. Kwetsbaarheid is geen teken van zwakte, het is een teken van menselijkheid. Iedereen hee soms een buddy nodig, en praten kan bevrijdend zijn.”

GESCHIEDENIS

EEN VANEMANCIPATIE

Al eeuwenlang staan mensen op de barricaden om voor gelijke rechten en sociale rechtvaardigheid te strijden. Verschillende emancipatiebewegingen hebben door de tijd heen niet alleen individuele rechten verbeterd, maar ook hele samenlevingen getransformeerd. Maar de strijd is niet af. Onze wereld is continu in verandering en kent daarmee ook steeds weer nieuwe uitdagingen. We moeten ons daarom actief in blijven zetten voor vrijheid, gelijkheid en rechtvaardigheid. In dit artikel worden verschillende emancipatiebewegingen uitgelicht die de wereld waar we nu in leven hebben gevormd.

Abolitionisme

Industriële revolutie

Arbeidersbeweging

Vanuit christelijke, humanitaire en verlichtingskringen ontstaat eind 18e eeuw het abolitionisme als reactie op de wreedheden van de slavernij. Deze internationale beweging strijdt voor de afschaffing van slavernij en de trans-Atlantische slavenhandel. Dit doen zij met publieke bijeenkomsten, pamfletten, petities en sabotageacties. Een centrale rol binnen het abolitionisme is weggelegd voor mensen als Frederick Douglass en Harriet Tubman. Mede dankzij het abolitionisme wordt de trans-Atlantische slavenhandel in de 19e eeuw geleidelijk afgeschaft.

Tijdens de Industriële Revolutie werken arbeiders onder slechte arbeidsomstandigheden en voor zeer lage lonen. Ook is kinderarbeid alom aanwezig. Als reactie hierop ontstaat de arbeidersbeweging, die onder andere strijdt voor hogere lonen, kortere werktijden en betere werken leefomstandigheden. De beweging bestaat uit vakbonden, coöperaties en socialistische groeperingen. Door stakingen en onderhandelingen worden uiteindelijk sociale hervormingen bereikt, zoals een minimumloon en een verbod op kinderarbeid.

19e eeuw

Eerste Feministische Golf

Rond 1900 ontstaat de eerste feministische golf die zich inzet voor vrouwenrechten, en dan vooral het kiesrecht. Deze beweging wil gelijke rechten voor beide geslachten, en toegang tot onderwijs en beroepen voor vrouwen. Nederlandse boegbeelden voor deze beweging zijn Nederlands eerste vrouwelijke student Aletta Jacobs en Wilhelmina Drucker, die in 1894 de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht opricht. Mede door hun strijd krijgen vrouwen in Nederland in 1919 algemeen kiesrecht.

Civil Rights Movement

20e eeuw

Halverwege de 20e eeuw is een deel van de VS nog steeds gesegregeerd. Zwarte Amerikanen worden op grote schaal gediscrimineerd. De Civil Rights Movement richt zich op gelijke rechten voor zwarte Amerikanen, zoals stemrecht, toegang tot onderwijs en openbaar vervoer, en het afschaffen van rassenscheiding. Onder andere door vreedzame protesten als sit-ins, Freedom Rides en marsen krijgt de beweging grote aandacht. Hoewel verschillende protestacties gewelddadig neergeslagen worden, leiden ze in de jaren zestig tot belangrijke wetsveranderingen. President Johnson tekent in 1964 de Civil Rights Act en in 1965 de Voting Rights Act, die discriminatie en segregatie verbieden.

In de 20e eeuw, vooral na de Tweede Wereldoorlog, wordt de roep om dekolonisatie steeds groter. Veel kolonies in Azië en Afrika, gevoed door nationalisme en anti-imperialisme, eisen onafhankelijkheid van hun Europese kolonisators. Met vreedzame protesten, burgerlijke ongehoorzaamheid en gewapende strijd komen zij in verzet, onder leiding van mannen als Gandhi (India) en Soekarno (Indonesië). In de decennia na de Tweede Wereldoorlog worden tientallen landen door deze strijd onafhankelijk. Het koloniale tijdperk is voorbij.

1950

Anti-apartheid

De strijd voor emancipatie isnooit af

Tweede Feministische Golf

In de jaren zestig ontstaat een wereldwijde beweging die zich inzet voor gelijke rechten voor vrouwen. Het gaat om brede maatschappelijke veranderingen, zoals gelijke kansen op de arbeidsmarkt, recht op anticonceptie en abortus, betaalbare kinderopvang en het bestrijden van traditionele rolpatronen. In Nederland is Dolle Mina, vernoemd naar Wilhelmina Drucker, het gezicht van de beweging. Met ludieke en provocerende publieksacties zorgen zij voor meer bewustwording. Door de beweging komen er verschillende wetten die de gelijke behandeling van mannen en vrouwen bevordert.

1960

Van 1949 tot 1994 is Zuid-Afrika een gesegregeerd land. Apartheid legt een strikte rassenscheiding op, die de rechten van de zwarte meerderheid sterk beperkt. De anti-apartheidsbeweging richt zich op consumenten, internationale organisaties, regeringen en bedrijven, om via isolatie het land internationaal te boycotten. Een van de bewegingsleiders, Nelson Mandela, wordt in 1962 opgepakt en zit 27 jaar lang in de gevangenis. Zijn vrijlating in 1990 markeert een keerpunt in de strijd. In 1994 vinden de eerste democratische verkiezingen plaats, waarna Mandela de eerste zwarte president van het land wordt.

Homorechten

In de jaren zestig komt een beweging op die strijdt voor gelijke rechten en acceptatie van de lhbti+-gemeenschap, die op grote schaal wettelijk en maatschappelijk gediscrimineerd wordt. De Stonewall-rellen in 1969 in New York markeren een keerpunt en inspireren de eerste Pride-marsen. De hiv- en aidscrisis in de jaren tachtig en negentig brengt grote verliezen en stigmatisering, maar ook mobilisatie en zichtbaarheid. Door de homorechtenbeweging komt er rond de eeuwwisseling meer juridische gelijkheid en maatschappelijke acceptatie. Zo mogen in Nederland vanaf 1 april 2001 partners van hetzelfde geslacht met elkaar trouwen.

In de klas

Deze tijdlijn kan perfect als startpunt gebruikt worden om in de klas het thema ‘emancipatie’ te behandelen. Er zijn talloze lesvormen die hiervoor gebruikt kunnen worden. Laat leerlingen of studenten bijvoorbeeld onderzoek doen naar de standpunten, obstakels en successen van een specifieke beweging en hierover een gesprek of rollenspel organiseren. Of laat ze een eigen campagne ontwerpen die een bepaalde emancipatiekwestie promoot. Ook zou je als docent een gastles kunnen organiseren waarin een (oud-)activist zijn of haar verhaal komt vertellen.

Black Lives Matter

De Black Lives Matterbeweging (BLM) ontstaat in 2013 in de VS naar aanleiding van de vrijspraak van George Zimmerman voor het doodschieten van de ongewapende zwarte tiener Trayvon Martin. BLM begint als een hashtag, maar groeit uit tot een internationale beweging die zich inzet tegen politiegeweld, racisme en ongelijkheid tegen zwarte mensen. In 2020 komt de beweging opnieuw veelvuldig in het nieuws na de dood van George Floyd, die na buitensporig politiegeweld sterft. Miljoenen mensen binnen en buiten de VS gaan de straat op. Black Lives Matter groeit uit tot een krachtige oproep voor de gelijkwaardige behandeling van zwarte mensen.

Eenentwintigste eeuw

De #MeToobeweging krijgt in 2017 wereldwijde aandacht na onthullingen over seksueel misbruik en intimidatie door de beroemde filmproducent Harvey Weinstein. De miljoenen mensen gebruikt om hun ervaringen met seksuele intimidatie en geweld te delen, waardoor de gigantische omvang van het probleem wordt blootgelegd. De beweging beïnvloedt vele sectoren, waaronder de film- en muziekindustrie, het bedrijfsleven en de politiek. #MeToo heeft vrouwen en mannen aangemoedigd om misstanden te delen, wat heeft geleid tot belangrijke veranderingen in beleid en wetgeving over seksuele intimidatie en een veilige werkomgeving.

REBEL VAN GISTER, HELD VAN VANDAAG

Wat hebben vrijheidsvoorvechters als Nelson Mandela of Martin Luther King gemeen? Je zou kunnen zeggen dat ze inmiddels allebei onderdeel zijn van wat je het ‘pantheon’ van historische vrijheidsvoorvechters kunt noemen. Ze zijn tot een symbool voor vrijheid, mensenrechten en geweldloos verzet geworden, en vrijwel niemand betwist dat nog.

Zelfs Donald Trump heeft eens beloofd “een betere Nelson Mandela” te worden. Wat je door de verering van deze vrijheidsstrijders makkelijk vergeet, is dat zij voor hun gevecht vaak een hoge prijs moesten betalen. Zo algemeen geaccepteerd als ze nu zijn door het hele politieke spectrum, zo verguisd waren ze vaak in hun eigen tijd. De helden van vandaag zijn vaak de rebellen, terroristen of erger van gisteren.

STATUS QUO

Het verschuiven van de publieke opinie omtrent vrijheidsvoorvechters is een bekend fenomeen. Vaak heeft het te maken met het feit dat (leiders van) emancipatie- en protestbewegingen de status quo ingrijpend willen veranderen. Bestaande machtsstructuren, sociale normen en economische belangen worden uitgedaagd. Dit brengt onzeker-

heid, en daarmee weerstand of verzet van de gevestigde orde met zich mee. Daarnaast verkondigt de beweging vaak een onpopulaire mening: er worden misstanden aan de kaak gesteld die op dat moment nog wijdverbreid geaccepteerd zijn. Dit maakt een dergelijke beweging vaak omstreden en niet per se populair.

Met de jaren veranderen maatschappelijke waarden, en daarmee ook de manier waarop tegen destijds controversiële bewegingen of personen aan wordt gekeken. Kunnen we ons bijvoorbeeld nu nog voorstellen dat vrouwen in Nederland niet mogen stemmen, of dat de zwarte bevolking in een democratisch land geen burgerrechten heeft?

De successen van protest- en emancipatiebewegingen zijn vandaag de dag goed terug te zien in ons dagelijks leven, wat het ook makkelijker maakt om de waarde en het belang van deze bewegingen te erkennen.

François-Dominique Toussaint Louverture

PERSPECTIEF

Of iemand als held of als schurk wordt gezien is niet alleen onderhevig aan een tijdsbeeld, maar ook een kwestie van perspectief. In de Tweede Wereldoorlog zag de Duitse bezetter Nederlandse verzetsstrijders als terroristen. De Nederlandse regering van voor de oorlog zag Anton de Kom, die in Suriname opkwam tegen onrecht, als gevaarlijk en verbande hem naar Nederland. Daar schreef hij het boek Wij slaven van Suriname dat ook nu nog uiterst actueel is. In Nederland kwam hij in verzet tegen de Duitse bezetter, wat hij met zijn leven moest bekopen.

Soms is de werkelijkheid nog moeilijker te vangen als historische personen zich niet in een rol laten duwen. Yasser Arrafat werd door de Israëlische regering in de jaren zeventig en tachtig van de twintigste eeuw als een terrorist gezien. Zijn eigen

volk, de Palestijnen, zagen hem voornamelijk als held. Door zijn bereidheid om toch met zijn tegenstander, de Israëlische premier Rabin, te praten, kreeg hij uiteindelijk de Nobelprijs voor de Vrede.

Een voorbeeld dichter bij huis en wellicht nog gecompliceerder is Poncke Princen. In de Tweede Wereldoorlog probeerde hij naar Engeland te vluchten om met de geallieerden tegen nazi-Duitsland te vechten. Dat mislukte en hij belandde in Kamp Vught. Na de oorlog vocht hij als dienstplichtige voor Nederland in voormalig Nederlands-Indië. Daar deserteerde hij om voor de onafhankelijkheid van Indonesië te strijden. Hij werd in Nederland als verrader gezien. De laatste jaren is de heersende gedachte dat Nederland in de dekolonisatieoorlog aan de verkeerde kant van de geschiedenis stond. Mag Princen dan nu met terugwerkende kracht

als held gezien worden? Daar zijn de meningen nog steeds over verdeeld.

In de klas

Ook recentere protestbewegingen worden zelden met open armen ontvangen. Denk aan Kick Out Zwarte Piet, Extinction Rebellion, Black Lives Matter en de protestbewegingen rondom het conflict in het Midden-Oosten. Het koppelen van historische voorbeelden aan protestbewegingen van nu helpt ons om niet alleen kritisch te kijken naar de gebeurtenissen van vandaag, maar ook om (de roep om) rechtvaardigheid en gelijke mensenrechten op een consistente manier te benaderen. Het leert ons dat onze blik op deze conflicten zich kan ontwikkelen naarmate de tijd verstrijkt. Het herkennen van patronen hierin kan leerlingen en studenten helpen om kritisch te blijven kijken naar bericht-

Tula
Martin Luther King
Tekst: Matthijs Kuipers

OOK RECENTERE PROTESTBEWEGINGEN

WORDEN ZELDEN MET OPEN ARMEN ONTVANGEN

geving en beeldvorming over hedendaagse protesten. En hoe propaganda, bijvoorbeeld berichten op social media, onze mening hierover sterk kan beïnvloeden. Laat leerlingen en studenten bijvoorbeeld eens

onderzoek doen naar verschillende leiders van protest- en emancipatiebewegingen door de eeuwen heen en de beeldvorming die rondom hen bestaat. Een aftrap met drie voorbeelden. ■

François-Dominique Toussaint Louverture (1743-1803)

Van de Franse Revolutie ging wereldwijd een enorme schokgolf uit. Een koning hoefde geen absolute macht te bezitten en alle burgers bezaten gelijke rechten! Maar voor wie golden dan al die gelijke rechten? In het door Frankrijk gekoloniseerde Haïti – toen Saint-Domingue geheten – wisten ze het wel en werd de Franse Revolutie aangegrepen om de Franse machthebbers van het eiland te verdrijven. De voorman van de uiteindelijk succesvolle Haïtiaanse revolutie was Toussaint Louverture. Hij begon zijn leven in slavernij, wist als vrij

Tula (Onbekend-1795)

Op 17 augustus 1795 kwamen slaafgemaakten op Curaçao massaal in opstand. De opstand duurde een maand en werd geleid door Tula. De Nederlandse koloniale autoriteiten sloegen de opstand neer: Tula en enkele van zijn belangrijkste medestanders werden geëxecuteerd. Destijds zag Nederland de opstand als een

man zelf plantage-eigenaar te worden en leidde de opstand tegen Frankrijk tot hij zich gedwongen zag zich over te geven.

Tegenwoordig wordt de opstand in Haïti gezien als een belangrijke historische mijlpaal: de eerste opstand tegen slavernij die ook daadwerkelijk leidde tot een onafhankelijke, zwarte staat. Indertijd werd er in Europa heel anders naar gekeken. Zo zou Toussaint Louverture een “verschrikkelijk mengsel van dweperij en wrede neigingen” zijn.

Onderstaande opdrachten zijn ook voor andere vrijheidsstrijders uit te voeren. Denk bijvoorbeeld aan Emmeline Pankhurst of Nelson Mandela. Welke historische figuren horen volgens jouw leerlingen of studenten nog in het rijtje thuis? En waarom zijn ze volgens hen helden, of juist rebellen?

misdadige en gewelddadige ondermijning van het eigen gezag. Tula werd daarbij neergezet als “een zeer geveinsde schurk”. Pas in 2023 heeft de Nederlandse regering Tula gerehabiliteerd. Er worden tegenwoordig herdenkingen voor hem georganiseerd en op Curaçao geldt hij inmiddels als nationale held.

Martin Luther King (1929-1968)

Als dominee werd Martin Luther King Jr. het bekendste gezicht van de burgerrechtenbeweging in de Verenigde Staten. Hij leidde in de jaren vijftig en zestig de strijd voor gelijke rechten van de zwarte bevolking, die honderd jaar na de afschaffing van de slavernij nog altijd in structurele ongelijkheid leefde. Voor

zijn geweldloze aanpak kreeg hij in 1964 de Nobelprijs voor de Vrede.

De Nobelprijs laat zien dat er in die tijd al waardering was voor King. Maar die waardering was zeker niet unaniem. In de Amerikaanse pers werd hij neergezet als een gevaarlijke ‘radicaal’ en ‘communist’.

OPDRACHT Ga naar Google Books en zoek met de termen ‘geschiedenis’ en ‘Toussaint Louverture’ naar Nederlandstalige geschiedenisboeken uit de 19e en 20e eeuw. Hoe wordt Toussaint Louverture omschreven? Als listige rebellenleider of als de voorman van een vrijheidsstrijd? Zie je veranderingen in de loop van de tijd?

OPDRACHT Ga naar Delpher.nl, de krantendatabase met historische kranten. Wordt er in kranten geschreven over Tula, en hoe? Vanaf wanneer zijn er artikelen te vinden, en hoe komt dat denk je? Tip: zoek naar ‘Tula’ in combinatie met andere termen, zoals ‘Curaçao’ en ‘opstand’.

OPDRACHT Ga naar Delpher.nl, de krantendatabase met historische kranten. Hoe werd er in de jaren vijftig en zestig in de Nederlandse pers over King geschreven? Noemen ze hem een communist, of niet?

Vrijheidscolleges (terug)kijken? Scan de QR-code.

IN GESPREK OVER VRIJHEID

“We hebben het erover, maar we weten niet meer wat we ermee bedoelen.” Aldus Annelien de Dijn, historicus en auteur van het boek Vrijheid,

in de Volkskrant in

2020.

Precies dit is de reden waarom de Vrijheidscolleges in 2013 ontstonden. Wat zijn de Vrijheidscolleges precies? En hoe kun je hiermee op school aan de slag?

Het concept is eenvoudig.

Bekende denkers en opiniemakers vertellen aan een divers publiek wat vrijheid voor hen betekent. Ze laten aan de hand van hun eigen leven zien hoe opvattingen over vrijheid hen hebben beïnvloed. De sleutel is het vinden van mensen met aansprekende verhalen, en om die verhalen op een laagdrempelige manier bij een geïnteresseerd publiek te krijgen. De directe inspiratie voor de Vrijheidscolleges zijn de Four Freedoms van Franklin Roosevelt. Hij formuleerde deze in 1941, tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het gaat hier om vrijheid van meningsuiting, vrijheid van geloof, vrij zijn van armoede en vrij zijn van angst.

Volgens Roosevelt zouden deze vrijheden voor iedereen op de wereld moeten gelden. In de Vrijheidscolleges laten sprekers zien welk(e) van deze vrijheden voor hen belangrijk zijn en op welke manier zij daarmee omgaan. En bovenal willen zij hierover in gesprek met het publiek. In dit gesprek kunnen nog veel meer aspecten rondom vrijheid aan bod

komen, bijvoorbeeld dilemma’s over hoe vrijheden met elkaar kunnen schuren, zoals de vrijheid van meningsuiting versus vrij te zijn van discriminatie. Hierdoor wordt het publiek aangemoedigd na te denken over vrijheid.

De organisatie van de Vrijheidscolleges ziet de lezingen als een middel om het gesprek over vrijheid te starten en van meer diepgang te voorzien. Vooral het bereiken van een publiek dat niet gewend is een gesprek te voeren over (on)vrijheid is belangrijk. Er worden verschillende vormen gebruikt, zoals colleges, diepteinterviews, talkshows of theaterprogramma’s. Bij de meest gebruikte vorm staat een spreker voor een groep die in ca. 35 minuten vertelt over diens persoonlijke visie op vrijheid. Daarna is er, onder leiding van een moderator, een Q&A met het publiek. De organisatie van de Vrijheidscolleges vindt het belangrijk dat jongeren hun eigen visie op vrijheid ontwikkelen en inzien dat dat deze visie nooit op zichzelf staat, maar ook consequenties heeft voor anderen.

JOUW VISIE OP VRIJHEID KAN CONSEQUENTIES HEBBEN VOOR ANDEREN

ACTIVERING

De organisatie hoopt dat het publiek zich uiteindelijk actief gaat inzetten voor vrijheid. Spreker Nikki Sterkenburg, plaatsvervangend hoofd Analyse voor de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid en bestuurslid van het Nationaal Comité 4 en 5 mei verwoordt dat in een van haar lezingen als volgt: ‘Als wij als samenleving een omgeving willen creëren die voor iedereen prettig en acceptabel is, dan betekent dat ook dat wij samen pal voor ieders vrijheid zullen moeten gaan staan. Dus daarom, nogmaals: geef bijval. Spreek je uit. Laat van je horen. Ook als je iemand irritant vindt. Ook als je het spannend vindt. Juist dan.’

De organisatoren van de Vrijheidscolleges willen niet alleen met het publiek praten over vrijheid, maar hen ook stimuleren om vrijheid voor elkaar mogelijk te maken. De bekende feminist en spreker Devika Partiman roept in haar college ook op in actie te komen: ‘Het is de hoogste tijd dat iedereen mee kan doen, en daarvoor is het nodig dat iedereen stopt met zich te gedragen als een pestkop, een racist of een seksist. Het is tijd voor een samenleving en politiek waarin mensen fatsoenlijk met elkaar omgaan, en waar politici een voorbeeld zijn voor burgers. Het is tijd dat vrouwen gelijkwaardig mee kunnen doen, zonder vrees en zonder de noodzaak tot zelfcensuur. Het is tijd dat mensen van kleur en andere groepen mensen die racisme en discriminatie ervaren, zich veilig in en buiten de politiek kunnen bewegen.’

DOELGROEPEN

De Vrijheidscolleges willen met hun activiteiten voornamelijk kinderen, school-

gaande jongeren en geïnteresseerde volwassenen bereiken. Voor de leeftijd van 8 tot 12 jaar zijn er speciale Kidscolleges. Binnen het voortgezet onderwijs betreft het vooral havo- en vwo-leerlingen tussen de 16 en 18 jaar. Daarnaast richten de colleges zich op studenten op het mbo. Ten slotte willen de Vrijheidscolleges het reguliere publiek bereiken. Vaak zijn dit hbo- of universitaire studenten en geïnteresseerde mensen die in hun vrije tijd debatcentra en bibliotheken bezoeken voor lezingen en inspirerende gesprekken.

ACTUALITEIT

De Vrijheidscolleges proberen waar het kan aan te sluiten op de actualiteit. Vooral voor scholen is dit belangrijk. De colleges kunnen leerlingen en studenten helpen die te duiden. Niet voor niets zijn het afgelopen jaar de Oekraïense Evgeniy Levchenko en de Joodse Natascha van Weezel veelgevraagde sprekers. Op het online platform kunnen de colleges worden (terug)gekeken en kan het publiek zelf de thema’s verder uitdiepen. De Vrijheidscolleges worden het gehele jaar door geprogrammeerd met enkele hoogtepunten rond belangrijke data zoals 4 en 5 mei.

EDUCATIE

Samen met de Roosevelt Foundation uit Zeeland hebben de organisatoren van de Vrijheidscolleges voor het voortgezet onderwijs en het mbo het onderwijsprogramma Four Freedoms Meet-up ontwikkeld. Het programma bestaat uit drie lessen en wordt op maat aangeboden aan onderwijsinstellingen. In de eerste les wordt de leerling ondergedompeld in het thema vrijheid en de vier vrijheden van Roosevelt. In de tweede les verzorgt een

van de sprekers een college, gevolgd door een Q&A. Aan het eind van het college geeft de spreker een opdracht aan de groep leerlingen. In les drie presenteren de leerlingen hun ideeën/producten. Voor het basisonderwijs is er in samenwerking met de Roosevelt Foundation een theatertour ontwikkeld waarin kinderen worden aangespoord om na te denken over de basiswaarden van democratie aan de hand van de vraag ‘Bepaal jij dat?’.

Docenten kunnen ook zelfstandig aan de slag met gratis lesmateriaal van de Vrijheidscolleges dat op hun website te downloaden is. Het lesmateriaal bestaat uit vijf lessen voor verschillende onderwijsniveaus. Zo is er een les over de Four Freedoms in de grondwet, dat de vier vrijheden in de Nederlandse context laat zien, een les die dieper ingaat op de vrijheid van meningsuiting, een lesformat voor een debat over vrijheid en een lesbrief over hoe je een socratisch gesprek kunt voeren over dit thema. Tenslotte is er ook een vrijheidsbingo beschikbaar. Alle lessen duren ongeveer 30 tot 35 minuten.

REFLECTIE

Vrijheid ligt, zoals De Dijn in haar boek schreef, onder een vergrootglas. Volgens de organisatoren van de Vrijheidscolleges is reflectie op het begrip vrijheid hard nodig. ‘In stormachtige tijden is een goede toegankelijke reflectie op het begrip vrijheid essentieel. Dat is wat de Vrijheidscolleges bieden.

Wij gebruiken goed overdachte persoonlijke visies op vrijheid om het gesprek over vrijheid te openen, er op te reflecteren en op te roepen tot actie.’ ■

Tekst: Cristan van Emden

Als je zelf van vrijheid geniet, heb je de verantwoordelijkheid om die te koesteren en te beschermen.

Layla Alizadah (1993) was vier jaar oud toen ze samen met haar tante Afghanistan ontvluchtte en naar Nederland kwam. Met haar podcast Nedercast hoopt ze te laten zien hoe goed we het in Nederland hebben en dat vrijheid niet vanzelfsprekend is.

“Vrijheid zit voor mij in kleine dingen, zoals naar het strand gaan. De wind door mijn haren voelen, de zon op mijn gezicht, zonder dat ik een hoofddoek of burka hoef te dragen. En de ultieme vrijheid is voor mij mijn podcast maken waarin ik iedereen mag interviewen, ongeacht hun titel, status of geslacht, zonder angst voor censuur. Dit draagt bij aan een open en transparante samenleving, waarin machtsstructuren worden uitgedaagd. Hier in Nederland is het vanzelfsprekend om je stem te laten horen, vrijheid van meningsuiting is een recht waar we a emaal van pro teren. De stem van een Afghaanse vrouw is daar niet eens haar eigen bezit. Voor veel mensen lijkt dat misschien een ver-van-mijn-bedshow, maar ik voel hierdoor juist een verantwoordelijkheid om mijn stem te laten horen. Mijn doel is om polarisatie te verkleinen. Daar steek ik al mijn tijd en energie in, naast het runnen van mijn eigen bedrijf. In mijn podcast focus ik op langetermijntrends, en daarin zie ik dat het in Nederland eigenlijk heel goed gaat. Er is geen reden tot paniek, dat wil ik benadru en. Laten we kijken hoe we de stabiliteit in ons land kunnen behouden, hoe we kunnen ontde en wat wij én de ander nodig hebben, en hoe dat samen kan gaan. De eerste stap is bese en dat we in vrijheid leven. Als je zelf van vrijheid geniet, heb je de verantwoordelijkheid om die te koesteren en te beschermen. Dat begint al met het laten horen van je stem en het kiezen hoe je in het leven wilt staan. Als ik het moeilijk heb of overweldigd raak, denk ik aan a e vrouwen en meisjes die a es zouden geven voor het leven dat ik hier leid. Dat gee me mijn drive. Ook mijn verleden, hoe zwaar ook, hee me gevormd. In Nederland heb ik de juiste hulp gekregen en zoveel kansen. Die wil ik benu en.”

Miel Andriesse (1942) heeft al bijna 800 gastlessen gegeven over de Holocaust. Als peuter overleefde hij de oorlog bij een onderduikgezin, maar zijn ouders zijn vermoord in Auschwitz. We moeten die verhalen blijven vertellen, vindt hij. Maar ook aandacht voor actuele situaties mag niet ontbreken.

“De verhalen over de Holocaust en het gruwelijke lot van de Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn nog steeds relevant. Ik merk dat jongeren over het algemeen geboeid luisteren. Maar de omstandigheden zijn wel anders nu. Mensen zien zoveel leed op tv en sociale media en dan kom ik ook nog eens mijn vreselijke verhaal verte en. Dat vind ik wel eens moeilijk, maar ik weet ook dat ik het daarom juist moet blijven doen. Er is te weinig kennis. Een groot deel van de mensen, en dat geldt ook voor volwassenen, kent niet het verschil tussen een Jood en een Israëliër. Ik leg uit dat ik als Jood in Nederland niet verantwoordelijk ben voor het beleid van de Israëlische regering.

Net zomin dat een wi ekeurige katholiek verantwoordelijk is voor het misbruik in de kerk of een moslim voor de gruwelijkheden van IS. Als dat kwartje geva en is, krijg je een heel ander gesprek.

Af en toe geef ik samen met Tanja Wolterbeek een gastles. Haar vader was gestationeerd bij de Nederlandse SD en hee veel Joden opgepakt. Maar dat is niet haar schuld. Je mag een kind nooit veroordelen om wat zijn ouders hebben gedaan. Dat is de boodschap die wij tijdens die lessen wi en uitdragen. Mijn ouders zaten ondergedoken in de kleedruimte van een tennisvereniging, maar ze zijn verraden en opgepakt. Ze zijn naar kamp Vught gebracht en van daaruit naar Auschwitz vervoerd waar ze zijn vermoord. Ik ben opgegroeid in een Nederlands pleeggezin. De oorlog hee grote invloed gehad op mijn leven, maar dat geldt ook voor Tanja.

Mijn ouders zaten ondergedoken in de kleedruimte van een tennisvereniging, maar ze zijn verraden en opgepakt.

Vrijheid betekent voor mij dat ik mag leven hoe ik wil. We kunnen elkaar de vrijheid geven door iedereen te respecteren zoals die is. Dat gun ik iedereen. Beoordeel die ander, maar veroordeel niet meteen. Wees open minded.”

TUSSEN FEIT EN FICTIE

OORLOGSFILMS IN DE KLAS

Wat zien jongeren voor zich als ze aan de Tweede Wereldoorlog denken? Dat beeld wordt grotendeels bepaald door films en series, zoals Oorlogswinter en The Boy in the Striped Pyjamas. Ze kijken ze thuis of zien ze op school. Oorlogsfilms kunnen diepe indruk maken, maar geven niet per se een correct beeld van de historische werkelijkheid. Is dit erg? En hoe kun je verantwoord oorlogsfilms in de klas gebruiken?

Films worden vooral als visualisatie of illustratie van de geschiedenis gebruikt. Er wordt aangenomen dat de films de leerlingen en studenten emotioneel raken waardoor de opgedane kennis meer zou beklijven. In onderzoeken geven docenten aan dat ze zich ervan bewust zijn dat beel den in speelfilms een geromantiseerde re presentatie van de historische werkelijkheid zijn. Zij hebben daar geen bezwaar tegen, zolang de historisch context maar klopt.

Een mooi voorbeeld hiervan is de film

The Pianist. Deze film is gebaseerd op de memoires van Wladyslaw Szpilman, een overlevende van het getto van Warschau, en staat bekend om zijn historische

authenticiteit. Dit weerhield regisseur Roman Polanski er echter niet van om zijn eigen herinneringen toe te voegen en een fictieve romance met een nietbestaand karakter te introduceren. Onderzoeker Stefanie Rauch stelt dat deze grens tussen feit en fictie in oorlogsfilms vaak fluïde is. Oorlogsfilms zijn volgens haar zeer krachtig, (juist) doordat ze feiten en verzinsels vermengen en omdat men vooraf vaak al sterke verwachtingen van de films heeft. Maar er kleeft daarom ook een nadeel aan: het vergt veel voorkennis en mediawijsheid om films goed te kunnen duiden.

KIJKEN NAAR DE OORLOG

Lerarenopleider en hoogleraar Holocausteducatie Marc van Berkel beaamt dat het

Tekst: Cristan van Emden
Schindler’s List (1993).

Van boven naar beneden: The Pianist (2002), The Boy in the Striped Pyjamas (2008), Der Untergang (2004), Unsere Mütter, unsere Väter (2013).

belangrijk is om in de klas te leren hoe je kritisch naar oorlogsfilms kunt kijken. Bijvoorbeeld door de leerlingen het inzicht te geven dat speelfilms, net als documentaires, artistieke producties zijn vanuit het perspectief van de regisseur. Van Berkel heeft daarom samen met Stichting Filmeducatie de lessenserie Kijken naar de oorlog gemaakt. De serie bestaat uit filmfragmenten uit zes verschillende oorlogsfilms. De fragmenten laten leerlingen en studenten op drie niveaus naar een filmfragment kijken: filmisch, symbolisch en historisch. Bij de filmische laag analyseert de leerling of student verschillende bouwstenen van de filmtaal. Denk aan regie, beeldovergangen, camerabewegingen, geluid en montage. Bij het symbolische niveau wordt er met name gekeken naar de dieperliggende maatschappelijke of ideologische betekenissen achter de beelden. Bij het historische niveau staat de vraag centraal hoe de filmische ingrepen en de toegepaste symboliek de perceptie van de historische werkelijkheid hebben beïnvloed.

HISTORISCHE FEITEN

De zes films zijn zeer verschillend en komen in veel lijstjes van meest gebruikte films in de klas voor. Sommige films, zoals Der Untergang, staan erom bekend vrij dicht bij de historische feiten te blijven, terwijl de film The Boy in the Striped Pyjamas niet alleen gebaseerd is op een fictief verhaal, maar het ook nog eens niet al te nauw neemt met de feiten. Het gebruik van deze film voor educatieve doeleinden wordt door de International Holocaust Remembrance Alliance (IHRA) zelfs pertinent afgeraden, tenzij deze volledig als middel voor de ontwikkeling van mediawijsheid wordt ingezet.

SOMMIGE OORLOGSFILMS

NEMEN HET NIET AL TE NAUW MET DE FEITEN

Dit dwingende advies doet de IHRA mede omdat uit Engels onderzoek blijkt dat deze film niet alleen tot onjuiste kennis leidt, maar ook tot problematische beeldvorming over de Holocaust. Dit komt volgens Rauch omdat kijkers de neiging hebben om fragmenten te veralgemeniseren tot grotere principes. Zo weet de jonge hoofdrolspeler in The Boy in the Striped Pyjamas bijvoorbeeld niet van het bestaan van de kampen, wat in werkelijkheid zeer onwaarschijnlijk was. Het gevolg hiervan is dat kijkers denken dat veel Duitsers niet van de kampen wisten.

Tegelijkertijd wordt de film door velen als mooi en aangrijpend gezien. Het plaatst docenten daarmee voor een dilemma. Door het ontroerende karakter van de film blijft de film de kijker bij en staat deze er wellicht meer voor open om meer over de Holocaust te leren. Maar het zijn volgens Rauch juist deze esthetische filmbeelden en de geënsceneerde fictie die het beeld op de historische werkelijk vertroebelen.

VOORDELEN

Ondanks de mogelijke complexiteit van het gebruik van films in het klaslokaal, zitten er ook zeker voordelen aan. Zo benadrukt de IHRA dat de vaak persoonlijke benadering (van Holocaustslachtoffers) in films een specifiek inzicht in de aard en de gevolgen van de vervolging op een mensenleven kan laten zien. De films kunnen daarnaast kritisch denken over historische verhalen en historisch bewustzijn bevorderen, interdisciplinair leren over de Holocaust mogelijk maken en leerlingen helpen om discriminatie en racisme te herkennen. Ook helpt het leerlingen en studenten meer te leren

over beeldcultuur en tijdsbesef, ontwikkelen ze mogelijk meer empathisch vermogen en leren ze causaal redeneren. Een film geeft bovendien altijd een beeld van de tijd waarin deze is gemaakt en dat kan weer een aanleiding zijn voor een interessante discussie. De IHRA benadrukt wel dat het gebruik van speelfilms over de Holocaust nooit een vervanging kan zijn van het lezen van gedegen onderzoek over de historische gebeurtenissen. ■

Tips

Het gebruik van film in de klas is al met al een krachtig instrument met vooren nadelen. Daarom is het belangrijk om vooraf goed te bedenken hoe een film(fragment) het beste ingezet kan worden en welke begeleiding deze nodig heeft, afhankelijk van de klas die je lesgeeft. Een aantal tips:

• Stel van tevoren vast wat leerlingen of studenten al weten van het onderwerp dat je wilt adresseren, zodat je weet hoeveel context en/of historische kennis nodig is om de film te kunnen begrijpen.

• Bedenk vooraf welk thema je wilt uitlichten (bijvoorbeeld verraad, verzet of vervolging). Bepaal vervolgens welk perspectief je daarbij wilt laten zien: dader, slachtoffer of omstander. Wees je ervan bewust dat je bij een keuze van een perspectief maar één representatie daarvan laat zien en bovendien de andere perspectieven niet toont. Meerdere perspectieven behandelen heeft de voorkeur.

Dit artikel is eerder verschenen in de 2025-editie van het 4FREE docentenmagazine over Holocausteducatie.

• Films zijn grofweg in drie lagen te bekijken: filmisch, symbolisch en historisch. De eerste twee lagen zijn feitelijk een vorm van mediawijsheid. Houd er rekening mee dat veel leerlingen nog weinig getraind zijn om op deze manier te kijken. Neem hier de tijd voor.

• Wees je ervan bewust dat filmmakers vaak hoofdpersonen laten zien die symbool staan voor een hele groep mensen. Benoem dit fenomeen en licht het toe.

• Houd er rekening mee dat jongeren hun bestaande interesses, waarden, afkomst en beelden meenemen terwijl ze een film bekijken.

• Hoewel jongeren vaak beter in een film komen door deze helemaal te zien, brengt dit als risico met zich mee dat er weinig kritisch naar de film wordt gekeken. Het klassikaal vertonen van geselecteerde fragmenten met als doel iets specifieks uit te lichten verdient de voorkeur.

• Laat jongeren niet onbegeleid en zonder opdrachten naar een film kijken. Gebruik film in combinatie met andere bronnen en als uitgangspunt voor discussie over feit en fictie, en voor reflectie op het heden.

Ga aan de slag met de lessenserie Kijken naar de oorlog

DE STRIJD VAN AMNESTY INTERNATIONAL

Wereldwijd leven nog steeds veel mensen in oorlog en onvrijheid, en worden mensenrechten op grote schaal geschonden. Amnesty International geeft niet alleen een stem aan slachtoffers hiervan, maar ook een kans aan jongeren om die stem te versterken.

Wende, een van de Ambassadeurs van de Vrijheid in 2024, vroeg tijdens haar optredens op Bevrijdingsfestivals aandacht voor het werk van Amnesty International.

Tekst: Laura Dekker

Of het nu gaat om klimaat-protesten, het actievoeren voor gelijke rechten of het verdedigen van de vrijheid van meningsuiting: jongeren staan vaak vooraan. Amnesty is daarbij een krachtige bondgenoot. Amnesty is in 1961 opgericht en is inmiddels uitgegroeid tot een wereldwijde beweging met ruim zeven miljoen leden, medestanders en actievoerders, waarvan 262.000 in Nederland. De organisatie voert campagnes tegen allerlei vormen van onrecht, zoals marteling, de doodstraf en censuur. Een ander speerpunt van Amnesty is de strijd tegen discriminatie en ongelijkheid, met bijzondere aandacht voor gendergelijkheid, huiselijk en seksueel geweld, en de rechten van lhbti+-personen. Ook is er veel aandacht voor de kwetsbaarheid van vluchtelingen en asielzoekers. Amnesty biedt niet alleen hulp door te rapporteren over misstanden, maar juist ook door mensen te mobiliseren om in actie te komen voor een rechtvaardigere wereld.

De combinatie van onderzoek en actie is kenmerkend voor Amnesty. De organisatie verzamelt informatie over mensenrechtenschendingen door middel van diep-

ACTIES

VAN

AMNESTY

HEBBEN VEELVULDIG BIJGEDRAGEN AAN DE VRIJLATING VAN GEVANGENEN

gaand onderzoek en publiceert rapporten die regeringen ter verantwoording roepen. Maar het stopt vervolgens niet bij rapporteren; de organisatie zet haar internationale achterban aan tot actie, van het ondertekenen van petities tot het organiseren van protesten.

SUCCESSEN

Amnesty heeft in de afgelopen decennia talloze successen geboekt, zoals het vrijlaten van gevangenen en het tegengaan van onderdrukking in verschillende landen. Zo werd afgelopen september de 88-jarige Japanse Iwao Hakamada, die 46 jaar in een dodencel zat, na intensieve steun vrijgesproken, en kwam in oktober 2024 de Palestijnse chirurg Khaled Al Serr vrij na zes maanden Israëlische gevangenschap zonder aanklacht. Maar ook in Nederland boekt Amnesty successen. Na een door Amnesty aangespannen rechtszaak oordeelde het Gerechtshof in Den Haag in 2023 dat de Koninklijke Marechaussee zich schuldig maakte aan rassendiscriminatie bij grenscontroles, wat leidde tot een verbod op deze praktijk. Ook zorgde lobbywerk van Amnesty ervoor dat er een wetsvoorstel komt voor het strafbaar stellen van psychisch geweld, zoals dwingende controle, isolatie, vernedering en bedreiging.

DOCUMENTATIE

Een van de meest prangende kwesties waar Amnesty zich momenteel mee bezighoudt, is het conflict in het MiddenOosten. In de nasleep van jarenlange politieke instabiliteit, gewapende conflicten en burgeroorlogen in landen als Syrië, Jemen en Israël, komen mensenrechten regelmatig onder vuur te liggen. Zo publiceerde Amnesty in 2022 een 280 pagina’s

tellend rapport getiteld Israel’s Apartheid against Palestinians. Daarnaast documenteert Amnesty mensenrechtenschendingen zoals bombardementen op burgers, het gebruik van verboden wapens en buitengerechtelijke executies. Een recent voorbeeld is het rapport over de escalatie van geweld tussen Israël en Hamas, waarin Amnesty beide partijen oproept verantwoordelijkheid te nemen voor de bescherming van burgers en de naleving van het internationaal humanitair recht.

4 EN 5 MEI

Amnesty International is ook betrokken bij verschillende activiteiten op 4 en 5 mei, om juist ook op deze dagen aandacht te vragen voor de kwetsbaarheid van vrijheid en vrede. Zo legt de organisatie in verschillende plaatsen een krans bij lokale monumenten. Op 5 mei trekt Amnesty deze lijn door en organiseert de beweging acties op Bevrijdingsfestivals door het hele land. Een van de opvallende activiteiten die Amnesty op deze festivals organiseert, is een oneerlijke tafelvoetbalwedstrijd. Dit spel symboliseert hoe ongelijk de strijd voor mensenrechtenactivisten vaak is. Het team van mensenrechtenverdedigers neemt het op tegen een team van machthebbers. De machthebbers beginnen met een voorsprong en hebben veel voordelen, zoals een extra brede keeper die symbool staat voor de obstakels waar activisten in het echte leven tegenaan lopen. Deze actie nodigt festivalbezoekers uit om na te denken over de ongelijkheid in de wereld en probeert jongeren op een speelse manier betrokken te krijgen bij het thema mensenrechten.

Ook voert Amnesty op Bevrijdingsdag actie voor specifieke mensenrechtenver-

dedigers. In 2024 was Arash Sadeghi uit Iran een van hen. Sadeghi zit sinds 2016 een gevangenisstraf van 19 jaar uit vanwege zijn deelname aan demonstraties voor meer democratie. Zangeres Wende, die in 2024 een van de Ambassadeurs van de Vrijheid was, vroeg tijdens haar optredens aandacht voor zijn zaak en zorgde ervoor dat festivalbezoekers de petitie voor zijn vrijlating tekenden. Ook maakte Wende samen met het Nationaal Comité 4 en 5 mei en Amnesty een korte documentaire over mensen die vastzitten vanwege hun uitingen. Zo gaat zij bijvoorbeeld in gesprek met de zus van Manahel al-Otaibi, die in Saudië-Arabië veroordeeld werd tot 11 jaar cel nadat ze zich online over vrouwenrechten uitsprak.

MENSENRECHTEN IN DE KLAS

Jongeren vormen een belangrijk onderdeel van Amnesty’s wereldwijde beweging. Zij hebben de energie en de wil om verandering teweeg te brengen, en

Amnesty biedt hun een platform om dat te doen. De organisatie heeft speciaal voor jongeren verschillende educatieve programma’s en acties ontwikkeld, waarmee ze op een laagdrempelige en impactvolle manier kunnen bijdragen aan de strijd voor mensenrechten.

Een van de bekendste acties die Amnesty jaarlijks rond 10 december – de Dag van de Mensenrechten – organiseert, is de schrijfmarathon Write for Rights. Tijdens deze wereldwijde actie schrijven miljoenen mensen, onder wie veel scholieren, brieven naar regeringen om op te komen voor mensen die onterecht gevangenzitten of anderszins onderdrukt worden. Daarnaast worden hun families ondersteund met hoopvolle kaartjes. Het concept is eenvoudig, maar ontzettend krachtig gebleken. De brieven hebben in talloze gevallen bijgedragen aan de vrijlating van gevangenen. De actie biedt leerlingen dus een kans om met hun woorden daadwerkelijk levens te veranderen. Dit kan hen stimuleren om zelf actief betrokken te raken bij de strijd voor mensenrechten.

Naast Write for Rights organiseert Amnesty ook gastlessen en workshops over actuele mensenrechtenthema’s zoals de rechten van vluchtelingen, vrijheid van meningsuiting en discriminatie. Gastdocenten van Amnesty brengen persoonlijke verhalen en praktijkervaringen in de klas, waardoor abstracte thema’s zoals mensenrechten tastbaar en relevant worden voor leerlingen.

Een ander krachtig hulpmiddel zijn de lespakketten van Amnesty. De materialen kunnen worden geïntegreerd in vakken als

Meer weten over Amnesty?

Scan de QR-code

maatschappijleer, geschiedenis en burgerschap, en sluiten aan bij de actualiteit. De lesmaterialen behandelen thema’s als kinderrechten, discriminatie en de strijd voor rechtvaardigheid. Een van de pakketten focust op vluchtelingen en biedt leerlingen de kans om na te denken over de rechten van mensen die huis en haard moeten verlaten vanwege oorlog of vervolging. Het pakket bevat opdrachten die gericht zijn op het onderzoeken van persoonlijke verhalen van vluchtelingen, het analyseren van de oorzaken van migratie en het ontwikkelen van oplossingen voor de vluchtelingencrisis.

Een ander voorbeeld is het programma rond gendergelijkheid, waarin leerlingen kunnen nadenken over de verschillen in rechten en kansen tussen mannen en vrouwen wereldwijd. Door middel van interactieve werkvormen, zoals debatten en rollenspellen, worden leerlingen gestimuleerd om kritisch te denken over deze thema’s en hun eigen standpunten te vormen.

Als docent kun je een sleutelrol spelen in het bewustmaken van leerlingen of studenten en het aanwakkeren van hun betrokkenheid bij maatschappelijke kwesties. De tijd waarin we leven met zijn overvloed aan (sociale) platforms, geeft jongeren meer dan ooit een kans om het verschil te maken. Door Amnesty’s materialen en acties in te zetten, kun je mensenrechteneducatie een centrale plek geven in het lesprogramma en leerlingen of studenten uitdagen om na te denken over hun rol in de wereld. Wie weet zit er ook in jouw klaslokaal wel een Amnesty jongerenambassadeur in de dop. De wereld heeft ze in ieder geval hard nodig. ■

Lars Bannink (1995) is voorzitter van de Stichting Herdenking Birma-Siam Spoorweg en Pakan Baroe Spoorweg (SHBSS). Zijn grootvader overleefde het loodzware werk aan de Birma-Siam spoorweg en zijn grootmoeder de vrouwenkampen. Ter ere van hen, en alle andere slachtoffers, zet Lars zich in voor de Indiëherdenkingen.

“Al op jonge lee ijd ging ik met mijn grootouders naar Landgoed Bronbeek voor de herdenkingen. In 2017 deelde mijn opa daar zijn verhaal als dwangarbeider aan de Birma-Siam spoorweg. De organisatie betrok jongeren bij de organisatie en vroeg mij om als vrijwi iger te helpen. Dat ben ik elk jaar blijven doen en zo raakte ik steeds meer betro en bij de hechte groep vrijwi igers. Een paar jaar geleden, op mijn 26e, werd ik gevraagd om voorzi er te worden. Een eervo e taak!

Af en toe voel ik me te jong om zoveel verantwoordelijkheid te dragen, om de tienduizenden slachto ers te herdenken die omkwamen aan de spoorwegen of zij die voor het leven waren getekend. Maar bovenal is het een grote eer. Het is motiverend om te zien hoeveel van mijn generatiegenoten het stokje overnemen. Wij kunnen het verhaal ook doorverte en, want het is ook óns verhaal. We doen dit voor onze families, maar ook om de maatschappij te laten weten wat daar is gebeurd. Als derde generatie kijken we met iets meer afstand, zonder de verbinding te verliezen. We voelen de pijn iets minder intens, maar we weten dat die er is. Door de verhalen over de oorlog te blijven delen, zorgen we voor een moment van re ectie.

Het betrekken van jongeren en jongvolwassenen bij de herdenkingen is een van onze focuspunten.

Het betre en van jongeren en jongvolwassenen bij de herdenkingen is een van onze focuspunten. Ze zijn bijvoorbeeld een vaste waarde bij de kranslegging, de programmering of bij het aansteken van een grote kaars. Juist deze rituelen zijn belangrijk; ze maken indruk en blijven hangen. Ik geloof dat je als vrijwi iger veel kunt betekenen. Dat kan al door in een buurthuis te luisteren naar het verhaal van een Oekraïense vluchteling. Hoe klein je bijdrage ook is, geven is een prachtig geschenk. Dat ervaar ik zelf ook met dit werk. Ik besef goed dat hoewel wij vrij zijn, dat niet voor iedereen geldt. Pas als iedereen vrij is, kunnen we echt spreken van vrijheid. Door te leven met compassie en een luisterend oor te bieden, kunnen we elke dag een betere wereld creëren.”

De Joodse Boaz Cahn (1999) en de islamitische Selma Boulmalf (1998) geven gastlessen over dialoog en verbinding. Samen met twee andere (oud-)studenten zijn ze vlak na 7 oktober de online campagne #Deeldeduif gestart.

Boaz: “We hebben elkaar ontmoet in de ambtswoning van burgemeester Halsema in Amsterdam, waar Joden en moslims waren uitgenodigd om met elkaar in gesprek te gaan. Het gesprek verliep zo pre ig dat we anderen wilden inspireren om hetzelfde te doen. In de media lijkt het soms alsof Joden en moslims elkaar haten, wij wilden een tegengeluid laten horen. Zo ontstond de socialmediacampagne #Deeldeduif, met de boodschap: shalom, salaam en vrede.”

Selma: “De campagne werd snel opgepikt door de media, zo zaten we aan tafel bij Humberto Tan. Daarna vroegen leerkrachten ons of we gastlessen wilden geven omdat ze het moeilijk vonden om over dit onderwerp in de klas te praten.”

Boaz: “Gaandeweg hebben wij een programma in elkaar gezet. Naast scholen werden we ook benaderd door universiteiten en bedrijven. De discussie speelt op elk niveau van de samenleving. Onze tip voor een goed gesprek is: zeg niet meteen wat je ergens van vindt, maar deel hoe iets je raakt. Het a erbelangrijkste is: luister echt naar de ander.”

Selma: “Bedenk dat we meer overeenkomsten hebben dan verschi en, ga daarnaar op zoek. Daarnaast is het belangrijk om te benoemen dat de polarisatie en verharding in de hele maatschappij plaatsvinden, niet a een tussen Joden en moslims. De focus ligt nu op die twee groepen, maar het probleem is breder. Je kan veel doen om de samenleving een beetje beter te maken. Zoals actief worden in de buurt en bijvoorbeeld ouderen helpen. Met een klein beetje kan je al veel bereiken.”

We hadden vooraf ook niet gedacht dat onze actie zo groot zou worden.

Boaz: “We hadden vooraf ook niet gedacht dat onze actie zo groot zou worden. Het is heel waardevol dat we mensen kunnen inspireren om met elkaar in gesprek te gaan. Zo zorgen we hopelijk voor minder polarisatie en meer verbinding.”

YOUNG IMPACT ONTDEK

JE TALENT, KOM IN ACTIE

Je medemens een handje helpen, je inzetten voor een duurzamere wereld of gewoon eens wat liefs doen voor een ander: impact maken is niet alleen goed voor de wereld om ons heen, maar ook voor je eigen ontwikkeling.

Young Impact is een organisatie die jongeren helpt hun talenten te ontdekken en in te zetten voor wat zij belangrijk vinden, zodat zoveel mogelijk van hen ervaren hoe waardevol het is om verschil te maken in de maatschappij.

IMPACTMAKERS

Young Impact werd opgericht in 2016 en heeft inmiddels al veel bereikt, binnen én buiten het klaslokaal. Met inspirerende programma’s, energieke workshops en uitdagende activiteiten op school worden leerlingen aangemoedigd om op een praktische en betekenisvolle manier bij te dragen aan de maatschappij. Thema’s als vrijheid, klimaatverandering, diversiteit, gelijke kansen en gezondheid worden op een manier behandeld die jongeren raakt en activeert. Tijdens de jaarlijkse Young Impact Day en de Young Impact Awards viert de organisatie vervolgens de behaalde successen samen met jongeren – een ervaring die de jongeren trots moet maken op hun inzet voor een betere wereld.

Tekst: Laura Dekker

Young Impact heeft met hun projecten in Nederland inmiddels al meer dan 200.000 jongeren bereikt. Met ruim 12.000 acties hebben zij daadwerkelijk impact gemaakt op de samenleving en tonen ze aan dat dit op een laagdrempelige manier kan. Dit gebeurde op veel verschillende manieren, groot en klein. Want ook een kleine bijdrage kan een groot verschil maken. Denk aan vuil rapen op het strand, je slaapzak doneren aan een daklozenopvang, een dagje helpen in een verzorgingstehuis, opbeurende kaartjes schrijven voor vluchtelingen of een maand lang korter douchen.

Als docent kun je Young Impact op veel verschillende manieren inzetten:

1 THEMALES

Young Impact heeft verschillende interactieve themalessen, bijvoorbeeld over (mentale) gezondheid, klimaat, gelijke kansen, diversiteit en vrijheid. Hier kan je als docent zelf kosteloos mee aan de slag.

2 KICKSTART

Met dit lesprogramma gaan Young Impact-trainers met jouw leerlingen of studenten aan de slag om hun talent te ontdekken. Waar zijn ze goed in, wat vinden ze belangrijk, hoe kunnen ze dit inzetten? Via interactieve werkvormen wordt het gesprek aangegaan over persoonlijke ontwikkeling en een actieplan opgesteld. Als docent help je ze daarna verder.

3 TAKE OVER

Het woord zegt het al: Young Impact komt jouw school of leerjaar overnemen. Deze take-over heeft de vorm van een dag(deel) vol workshops over maatschappelijke thema's, verdieping en directe actie om impact te maken.

4 DOCENTENWORKSHOP

Tijdens een workshop reiken Young Impact-trainers de nodige tools aan om je verder te ontwikkelen als docent. Leer bijvoorbeeld meer over motivatie bij jongeren of hoe je het gesprek over diversiteit op gang kunt brengen.

In 2024 maakte Young Impact in samenwerking met het Nationaal Comité 4 en 5 mei de gratis lesmodule #GeefVrijheidDoor. In die module worden jongeren uitgedaagd na te denken over het thema vrijheid. Ze worden meegenomen in wat er nodig is om vrijheid te ervaren, wat de gevolgen zijn van onvrijheid en nog veel meer! Aan het einde van de les komen ze in actie door middel van een challenge.

Schrijf je in voor het gratis lespakket #GeefVrijheidDoor

Leerlingen voeren een Impact Challenge op hun school uit.

Leerlingen spelen samen met een Young Impact-trainer een spel tijdens een School Take Over.

4FREE sprak met Anne Rijnberg, teamleider Educatie & Ontwikkeling bij Young Impact.

Wat is de formule van Young Impact?

IMPACT MAKEN

IS NIET ALLEEN GOED VOOR DE WERELD, MAAR OOK

VOOR JE EIGEN ONTWIKKELING

Anne: “Als we kijken naar jongeren, dan heeft elk van hen zijn of haar eigen talenten en kwaliteiten. Samen kijken we naar hoe we die kunnen belichten. Het is belangrijk dat jongeren dat voor zichzelf ontdekken. Wat vinden zij belangrijk, wat zijn hun waarden? Dat hangt allemaal af van waar ze vandaan komen, hoe ze zijn opgegroeid.”

“Wij helpen jongeren zich bewust te worden van die verschillende elementen en combineren dat met een concrete actie. Ze worden zich dus niet alleen bewust van hun potentieel, maar realiseren zich vervolgens ook dat ze dat potentieel bewust kunnen inzetten. En dat kan op vele vlakken. Young Impact heeft als doel om de maatschappelijke betrokkenheid van jongeren te vergroten en hen te

laten zien dat zij zelf een positief verschil kunnen maken in de samenleving.

Waarom is dat zo belangrijk voor Young Impact?

Anne: “Er zijn veel thema’s die een jongere in het dagelijks leven bezighouden. Denk bijvoorbeeld aan klimaatverandering, vrijheid of kansenongelijkheid. Bij hen heerst soms het gevoel dat we daar als individu geen invloed op hebben. Bij Young Impact willen we het idee dat dat juist wél mogelijk is dicht bij de jongeren en hun belevingswereld brengen.”

Wat gebeurt er bij een jongere als ze meedoen aan een Impact Challenge?

Anne: “Dat verschilt. Als we een specifiek thema, ‘vrijheid’ bijvoorbeeld, behandelen in de klas, dan zetten we hen echt aan om daar heel bewust over na te denken. Als je ze vraagt wat ze zouden doen als ze volledig zelf zouden mogen bepalen wat ze belangrijk vinden, dan zie je een bewustwordingsproces ontstaan. Ze ontdek-

Meer weten over de verschillende programma’s van Young Impact? Scan de QR-code!

ken hoe ze zich tot een thema verhouden en komen tot nieuwe inzichten. Vaak zijn jongeren aan het begin nog wat terughoudend – ze moeten even opwarmen en zijn niet meteen intrinsiek gemotiveerd. Maar als het programma vervolgens raakt aan iets dat hen aanspreekt, dan zie je ze opbloeien. En dat zie je vervolgens ook terug in de challenge. Dan worden er bijvoorbeeld prachtige kaartjes voor nieuwkomers in Nederland geschreven door jongeren waarvan je het aan het begin niet had verwacht.”

Wat is de sleutel om jongeren zelf eigenaar te maken van een themadag of Impact Challenge?

Anne: “Ik denk dat onze trainers hier een belangrijke factor in zijn. Zij fungeren echt als peers, het zijn jonge mensen

die letterlijk naast de jongeren staan. Ze zijn oprecht nieuwsgierig en geïnteresseerd in het verhaal van ieder individu. Hierdoor ontdekken zij samen met de jongere waar hun interesse en motivatie zit.”

“Een belangrijke sleutel hierin is positiviteit. Elk thema, bijvoorbeeld ‘vrijheid’, kan bekeken worden vanuit de uitdagingen die eruit voortkomen, zoals polarisatie. Natuurlijk is deze urgentie belangrijk, maar we willen dit soort thema’s ook vanuit een positieve invalshoek benadrukken en niet alleen focussen op wat er niet goed gaat. Daarnaast moet je jongeren een handelingsperspectief kunnen bieden: hen niet alleen ergens over laten nadenken, maar ze er ook actief mee aan de slag laten gaan.”

Wat is belangrijk als docenten aan de slag willen gaan met een Young Impact-programma?

Anne: “Geef jongeren eigenaarschap en wees enthousiast, open en nieuwsgierig. Elke jongere denkt anders, en het is als docent dus belangrijk dat je luistert naar wat jongeren beweegt en wat hun verhaal is. En welk thema je ook kiest –vrijheid, klimaat, kansenongelijkheid: maak jongeren deel van het hele proces. Laat ze niet alleen nadenken over het thema en vervolgens iets maatschappelijk waardevols voor een ander doen, maar stel hen ook in staat om te reflecteren op wat ze hebben gedaan. Ze moeten kunnen voelen wat het met hen doet om impact te maken. Dat zorgt ervoor dat ze dit soort ervaringen vaker willen opzoeken. Het belang van het ervaren zelf is dus enorm groot.” ■

Young Impact Day 2024.

Hoe denken jongeren (16-24 jaar) over vrijheid, en hoe vrij voelen ze zich? Een greep uit de resultaten van het Nationaal Vrijheidsonderzoek, waarin elk jaar wordt gemeten wat de opvattingen zijn van Nederlanders over vrijheid, en hoe belangrijk zij 4 en 5 mei vinden.

NOG EVEN DE CIJFERS

71% van de jongeren geeft aan dat de Nationale Herdenking hen in zijn geheel aanspreekt of erg aanspreekt. 11% van de jongeren vindt de Nationale Herdenking helemaal niet aansprekend.

6 op de 10 jongeren geeft aan dat Bevrijdingsdag hen aanspreekt of heel erg aanspreekt.

Slechts 33% van de jongeren vindt dat ze voldoende zichzelf mogen zijn.

Maar 27% van de ondervraagde jongeren geeft aan voldoende gelukkig en tevreden te zijn.

3 op de 10 jongeren vindt dat ze mogen doen wat ze willen.

Slechts 33% van de jongeren ervaart voldoende vrijheid van meningsuiting.

Iets minder dan de helft van de jongeren vindt dat je misbruik maakt van je vrijheid als je onder het mom van vrijheid aan groepsbelediging doet.

8 op de 10 jongeren geeft aan dat discriminatie een rol speelt in hun leven. Slechts 1 op de 4 jongeren ervaart voldoende tolerantie in hun omgeving.

Twee derde van de jongeren is het eens met de stelling dat kritiek en debat nodig zijn om de vrijheid in stand te houden. 44% van de jongeren geeft aan dat de overheid bepaalde vrijheden mag inperken om daarmee de veiligheid van iedereen te vergroten. Alle andere leeftijdsgroepen scoren hoger op deze stelling.

Ik kan in Nederland altijd uitkomen voor mijn meningen, overtuigingen en gevoelens

25-34

Mijn gevoel van vrijheid is de afgelopen vijf

Onze vrijheid is steeds minder vanzelfsprekend

De overheid mag bepaalde vrijheden inperken om daarmee de veiligheid van iedereen te vergroten

Als je groepen beledigt, maak je misbruik van je vrijheid

Kritiek en debat zijn nodig om de vrijheid in stand te houden

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.