30
“Ik geloof eigenlijk niet meer in reconstructie” Herman Baeten en 30 jaar Dag Oude Muziek in Alden Biesen
Stefan Grondelaers is als theoretisch taalkundige verbonden aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Daarnaast is hij oudemuziekcriticus voor De Standaard en KLARA.
Herman Baeten, 2013 © Tom Jordens
Wie eind juni de 30ste Dag Oude Muziek bijwoonde, maakte meteen de laatste editie mee: vanaf 2014 zal de ‘De Dag’ niet meer uitsluitend op middeleeuwse en renaissancemuziek inzetten, maar op de confrontatie tussen (muzikaal) erfgoed en zijn hedendaagse reflecties en repercussies. Met de Dag Oude Muziek ‘oude stijl’ verdwijnt niet alleen een evenement dat duizenden Vlamingen met de oorstrelend mooie maar complexe polyfone muziek uit de 13de tot de 16de eeuw vertrouwd maakte: de 30ste editie was meteen de laatste die initiatiefnemer Herman Baeten, die eind 2013 met pensioen gaat, organiseerde. Als één van de eerste en meest actieve promotoren van de polyfonie in Vlaanderen is Baeten uitstekend geplaatst om het veld van de (erg) oude muziek te overschouwen, en met ons over de toekomst te speculeren. In dat opzicht vormt dit gesprek een aanvulling op het panelgesprek in de vorige STAALKAART-editie, dat in hoofdzaak de balans van de (post-)barokke en romantische muziek in Vlaanderen opmaakte. Stefan Grondelaers
Zoals Vlaanderen in de 16de eeuw het epicentrum van de Europese polyfonie was – door sedentaire landgenoten als Pierre de la Rue, maar vooral door migrerende Fiamminghi als Josquin en Lassus – zo was Limburg de afgelopen decennia het epicentrum van de polyfone muziek in Vlaanderen. Dat heeft alles te maken met Herman Baeten (Peer, 1948), die na zijn studies musicologie een doctoraat
STAALKAART #21 augustus-oktober2013
over minnezanger Hendrik van Veldeke wou schrijven, maar in de plaats daarvan aan een krachtige organiseer- en missioneermicrobe bezweek. Begin jaren ’70 voelde Baeten, die zelf hippie en 68-er was, instinctief het ‘aksie’-potentieel aan van de authentieke beweging in de oude muziek, die zich qua stijlinzicht en haarlengte lijnrecht tegenover het establishment van de traditionele klassiek positioneerde.