3 minute read

Wetenschap in de haarvaten van het ziekenhuis

Next Article
Delen als default

Delen als default

In de Wetenschapscommissie van het Maasstad Ziekenhuis zitten afgevaardigden van elke vakgroep. Onlangs zijn er wat organisatorische verschuivingen geweest. Sinds 1 februari is anesthesioloog Seppe Koopman voorzitter. Hij volgt reumatoloog Angelique Weel-Koenders op, die wel in de Wetenschapscommissie blijft maar zich gaat richten op haar taken als decaan Wetenschap. Vicevoorzitter is sinds 1 februari kinderarts voor maag-darmleverziekten Michael Groeneweg. Koopman en Groeneweg willen weg van de ‘eilandjescultuur’ en werken aan een gemeenschappelijke visie op wetenschapsontwikkeling in het Maasstad Ziekenhuis, om mee te nemen in het medisch strategisch beleidsplan, maar vooral om onderzoek nog beter op de agenda van het ziekenhuis te krijgen. “We willen dat wetenschap in de haarvaten van het ziekenhuis gaat zitten.”

Waarom doet het Maasstad Ziekenhuis wetenschappelijk onderzoek? Wat zijn daarin de ambities? Een overkoepelende visie daarop is urgent, zo vindt de Wetenschapscommissie. Maasstad Ziekenhuis mist nu een stip op de horizon. “Er zijn heel veel ambities”, zegt Groeneweg, “maar er is weinig geformaliseerd. De gelden en de mogelijkheden die het ziekenhuis biedt, liggen decentraal bij de verschillende zorgeenheden. Die moeten zelf hun begrotingen maar zien te regelen.” Sommige vakgroepen hebben dat goed op orde, andere minder, vindt Koopman. De ene afdeling leent zich dan ook beter dan de ander voor geldstromen op wetenschappelijk gebied. “Dat moeten we samen stroomlijnen.”

Gezond onderzoeksklimaat

De wil om dit met z’n allen op te pakken is er wel, vinden de voorzitter en vicevoorzitter. “De cultuur van elkaar iets gunnen, ook op wetenschappelijk gebied, is in dit ziekenhuis zeer aanwezig”, zegt Koopman. Het Maasstad doet het dan ook heel behoorlijk op de ranglijsten van wetenschappelijke publicaties, vertelt Michael Groeneweg, maar een gezond onderzoeksklimaat is niet af te meten aan wetenschappelijke output. Het gaat om de hele infrastructuur. “Nu moeten we ervoor zorgen dat er voor langere tijd ondersteuning komt voor bijvoorbeeld wetenschapscoördinatoren of ander ondersteunend personeel, en dat mensen structureel tijd kunnen vrij maken om wetenschap te bedrijven”, zegt Seppe Koopman. “Dat wordt een van de belangrijkste uitdagingen voor de komende jaren.”

Dat begint al met de basis: mensen laagdrempelig verder helpen. “Dokters, verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten worstelen vaak met vragen over hoe ze een wetenschappelijk onderzoek moeten opzetten. Er mist een loketfunctie”, zegt Groeneweg. “Hoeveel tijd maak je voor iemand vrij om onderzoek te doen? Daar zijn eigenlijk geen richtlijnen voor. De Federatie Medisch Specialisten heeft wel iets op papier gezet, maar dat is heel vaag. Daar kun je niks mee.” Dat vraagt dus om meer horizontale lijnen tussen vakgroepen of afdelingen binnen het ziekenhuis, maar ook om een betere positie van het Wetenschapsbureau. Dat werd formatief een beetje bekneld. Reden voor een goede dialoog met de raad van bestuur, vinden Koopman en Groeneweg.

“HOEVEEL TIJD MAAK JE VOOR

IEMAND VRIJ OM ONDERZOEK TE DOEN?”

Topklinische functies

Daarnaast spelen er externe ontwikkelingen. Er ligt bijvoorbeeld de vraag hoe het Maasstad zich gaat positioneren tegenover de universitaire centra, waarvan natuurlijk Erasmus MC historisch en geografisch het belangrijkst is. Koopman: “Hoe zorgen we ervoor dat we op wetenschappelijk gebied kunnen samenwerken op basis van gelijkwaardigheid? Daar moeten van beide kanten de ideeën over uitgewerkt worden. We zijn nu aan het aftasten. Wat ons betreft gaat het vooral om toegang tot bijvoorbeeld bibliotheek, data of hun secundaire voorwaarden bij verschillende wetenschappelijke tijdschriften. Maar ook om carrièreperspectieven voor onze medische of verpleegkundige staf, denk bijvoorbeeld aan perifeer hoogleraarschappen.”

“EEN OVERKOEPELENDE WETENSCHAPSVISIE HEEFT

FOCUS NODIG.”

Waardevolle samenwerkingen

Een ander belangrijk onderdeel in de overkoepelende wetenschapsvisie is de samenwerking van het Maasstad Ziekenhuis binnen de Santeon-groep van zeven topklinische ziekenhuizen. Centraal daarin staat waardegedreven zorg, of Value Based Healthcare (VBHC), niet alleen in de financiering van medische zorg maar ook van wetenschap. Op het gebied van waardegedreven zorg lopen binnen het ziekenhuis al mooie trajecten bij bijvoorbeeld reuma- tologie, MDL en neonatologie, zo concluderen Koopman en Groeneweg. Ook is Maasstad onderdeel van STZ: Samenwerkende Topklinische Ziekenhuizen. De club van 27 ziekenhuizen heeft Topklinische criteria opgesteld waaraan haar deelnemers – ook op het gebied van wetenschappelijk onderzoek – moeten voldoen om geaccrediteerd te worden of te blijven. Het Maasstad Ziekenhuis heeft een aantal Topklinische Functies in huis, het prostaatcentrum is er een voorbeeld van. Wetenschap binnen deze topklinische functies zou meer gestimuleerd en gefaciliteerd kunnen worden vanuit het ziekenhuis. “In de praktijk betekent dat dat we enthousiaste dokters, verpleegkundigen of verpleegkundig specialisten met een goed idee niet willen beknotten in alle mooie ideeën”, zegt Seppe Koopman. “Maar een overkoepelende wetenschapsvisie heeft focus nodig. En die focus zou kunnen komen te liggen op de topklinische functies van STZ of Santeon-expertisetrajecten.”

Door middel van de overkoepelende visie moet wetenschap verankerd worden in het medisch strategisch beleidsplan voor de komende jaren. “Zowel het Medisch Specialistisch Bedrijf als de raad van bestuur onderschrijven de noodzaak en hebben ons opdracht gegeven om dit concreet uit te werken”, zegt Seppe Koopman. “Het belang wordt erkend. Nu nog de praktische uitvoering.”

This article is from: