Leeuwarder Courant NoordZ, Zorg, Life Sciences & Health 2023

Page 1

ROBOTS IN DE ZORG:

WORDEN WE STRAKS GEWASSEN

DOOR IEMAND DIE BLIEP-BLIEP ZEGT?

DE OPMARS VAN ZORA, LABBY, PEPPER EN ROBOTKAT

PAGINA 4

D ONDERDAG14SEPTEMBER2023

welzijn van mensen moet op de eerste plaats staan’

Dat zeggen wethouder Pieter van der Zwan (wethouder gemeente Smallingerland) en regiocoördinator Mark Dessing van zorgverzekeraar De Friesland en Zilveren Kruis. De zorg staat onder druk en dreigt in de toekomst om te vallen als we niets doen. Een boodschap die is binnengekomen bij alle betrokkenen in de zorg. In het najaar van 2022 werd het landelijk Integraal Zorg Akkoord ondertekend door partijen uit de zorg, ondersteuning en welzijn. En dat is niet voor niets. Intensieve samenwerking tussen allerlei instanties wordt als één van de oplossingen gezien.

Daarin spelen de gemeenten en de zorgverzekeraars een aanjagende rol. In Fryslân is inmiddels het rapport Regiobeeld Friesland opgesteld, wat moet leiden tot een Regioplan voor de provincie Fryslân. Wethouder Pieter van der Zwan van Smallingerland en Mark Dessing zijn daar nauw bij betrokken en vertellen hoe de zorg er in Fryslân voorstaat.

De gemeente Smallingerland en De Friesland en Zilveren Kruis zijn aangewezen om het traject in goede banen te leiden. „We trekken daarin vanaf dag één samen op met GGD Fryslân (Lineke Kleefstra) en de koppelgemeenten SûdwestFryslân (Marianne Poelman), Heerenveen (Sybrig Sytsma) en Leeuwarden (Hein Kuiken)”, geeft de wethouder aan.

Zorgvraag neemt toe

In het Regiobeeld Friesland wordt een beeld gegeven van de prognoses en ontwikkelingen in de zorgbehoefte en andere relevante informatie over de bevolking van Friesland. Daarnaast wordt de capaciteit van de zorg, sociaal domein en ondersteuning in de provincie weergegeven. Uit dit beeld komt naar voren dat door vergrijzing, krimp en een hoger aandeel kwetsbare inwoners de zorgvraag de komende jaren toeneemt, terwijl de arbeidsmarkt krimpt.

„Eén van de conclusies is dat we in Friesland te maken hebben met een dubbele vergrijzing”, zegt Van der Zwan. „Mensen worden ouder, wat op zich goed nieuws is. Maar, er komen hierdoor ook steeds meer ouderen bij. En zo zijn er meer ontwikkelingen die, als we niets doen, gaan zorgen voor meer druk op de zorg. Dat betekent onder andere dat we sterker moeten inzetten op preventie en het voorkomen van ziekte en ongemak.” En daar heeft niet alleen de gezondheidszorg een rol in. „Gezond ouder worden heeft ook te maken met welzijn, met het sociale domein. En dan komen de gemeenten in Friesland in beeld.” Het mooie is dat Fryslân een voorsprong heeft, dankzij de Mienskip. Daarover later meer.

Digitalisering

We gaan eerst even terug naar de conclusies in het Regiobeeld. Dessing:„ Het blijkt dat inwoners van Friesland relatief veel gebruik maken van

eerste-lijns-zorg, zoals de huisarts en wijkverpleegkundige. Echter, is het ook zo dat de gemiddelde Fries relatief weinig gebruik maakt van de tweede-lijns-zorg, zoals bijvoorbeeld het ziekenhuis. Daaruit kunnen we de conclusie trekken dat daardoor de druk op de eerste-lijnszorg relatief hoger is dan in andere delen van het land. Tegelijkertijd neemt het aantal huisartsen af en zijn verpleegkundigen ook schaars, dus moeten we rekening gaan houden met krapte. We moeten de eerste-lijns-zorg versterken, om iedereen te kunnen blijven bedienen. Daarom wordt er bijvoorbeeld gekeken naar andere methodes, zoals digitalisering en innovatieve oplossingen. Daar ontkomen we niet aan.”

„Een voorbeeld hiervan is de samenwerking van de vier Friese ziekenhuizen om tot een toekomstig bestendig ziekenhuislandschap te komen voor Friesland. Op de lange termijn een noodzakelijke stap om de ziekenhuiszorg ook in de toekomst kwalitatief hoog en toegankelijk te houden voor alle inwoners van Friesland. De komende periode gaan we hierover in gesprek met alle betrokken partijen”, aldus Dessing.

Bestaanszekerheid

Ook de sociaal economische status speelt een rol in de gezondheid van mensen. Van der Zwan:„ Noem het bestaanszekerheid. Krijgt iedereen dezelfde kansen om gezond te leven?” En vult Dessing aan:„ Bereiken de bestaande gezondheidsprogramma’s ook voldoende mensen? Wij denken dat daar nog wel verbetering in is te behalen. Verder is de inrichting van de openbare ruimte van belang, waarbij de gemeenten nadrukkelijk in beeld zijn. Kortom, voor het welzijn van mensen spelen allerlei factoren een rol.”

Samenwerken

In Fryslân wil men de integrale zorg op een eigen manier gaan aanpakken. Van der Zwan:„ Het mooie is dat we in onze provincie elkaar goed weten te vinden en al heel veel samenwerken. Dat

Een andere oplossing wordt gezocht in de Mienskip, waar volgens Van der Zwan nog meer uit kan worden gehaald. „Het gaat erom dat we elkaar zien en elkaar kennen en dat het welzijn van de mensen op de eerste plaats komt te staan. Daar zijn we met elkaar verantwoordelijk voor. En dat doen we al goed in Friesland, maar het zal in de toekomst verder moeten worden versterkt. Zeker omdat zorg voor elkaar kan helpen voorkomen dat mensen sneller in een medisch traject terecht komen.”

beeld leeft ook in de rest van het land overigens. We kunnen snel schakelen en hebben een goede samenwerking, noem het de Fryske oanpak. We doen al veel meer dan we denken, maar zijn er nog lang niet. Er moet nog heel veel gebeuren, willen we de zorg op peil houden.”

In het Regioplan staat een aantal onderwerpen centraal, zoals een sterke sociale basis met beschikbare en toegankelijke zorg. „Dat kunnen we bereiken door de Mienskip te versterken. Daarnaast zetten we in op gezond ouder worden, mentale gezondheid en weerbaarheid, gezond leven & preventie, het versterken van de eerstelijns-zorg en een toekomstbestendig zorglandschap. En tenslotte zijn er nog andere onderwerpen waar je rekening mee moet houden, zoals de arbeidsmarkt, digitalisering en burgerbetrokkenheid.”

„Waar we in 2040 staan”, herhaalt Van der Zwan de vraag, „dan is de Fryske Mienskip hét voorbeeld voor de rest van Nederland. Behoort Fryslân tot de meest gezonde regio’s van Europa en hebben we gezamenlijk de handen ineen geslagen om alle zorgvragen die er zijn goed op te lossen.”

Meer informatie is te vinden op: www.dejuistezorgopdejuisteplek.nl

ADVERTENTIE
‘Het
Pieter van der Zwan. Foto: Sita Stel Mark Dessing

VOORWOORD

DAAR KOMEN DE ROBOTS

Langzaam maar zeker wandelt de robot het zorgcentrum binnen. Zoals de robotkat van Gina (80), haar beste vriend. Hij reageerde op haar als ze hem aaide. De zogenoemde sociale robot kunnen bijvoorbeeld ook slaapliedjes zingen of de bingogetallen voorlezen.

Praktischer kunnen robots ook helpen bij het uit bed halen van een patiënt. Zwaar werk dat nu door één verpleegkundige en een robot kan worden gedaan in plaats van vier verpleegkundigen. Blijven er dus drie verpleegkundigen die iets anders kunnen doen.

Robots die het werk overnemen. Zeven dagen per week, klokje rond. Geen pauzes, nooit ziek en geen cao-onderhandelingen. En toch, voorspelt Elisabeth Wilhelm van de Rijksuniversiteit Groningen, zal een robot de verpleegkundige niet vervangen. Want het gebrek aan intuïtie, een onmisbare eigenschap in de zorg, is een handicap waarmee de robot altijd zal blijven zitten. Niettemin zal de robot steeds meer werk overnemen.

Een andere vooruitgang moet worden gezocht in betere samenwerking. Bedrijfsleven en maatschappij redden samen de zorg, is een verhaal in deze bijlage. Want waar komen de doorslaggevende innovaties vandaan?

Uit het bedrijfsleven. Maar ook bij patiënten, verpleegkundigen, hulpverleners en wie al niet meer. Maar als je dan een goed idee hebt, is het vaak heel moeilijk om dit met de juiste mensen en instanties te delen zodat er ook iets mee gebeurt. Roel van der Heijden legt uit hoe hij met Hi!Noord de innovatiesnelheid wil vergroten. Met fraaie voorbeelden ook zoals de Sasscup. Een beker voor Parkinson-patiënten die Joas Nicolai bedacht als student van ROC Friese Poort. In het café. Tijdens het drinken van een Kwak-biertje. Inmiddels heeft hij er al meer dan 8.000 van verkocht.

Twee verhalen die hoop geven dat het met de zorg – waar momenteel één op de zes werkenden zijn/haar geld verdient – nog weleens goed kan komen. Onze columnist Eelko Huizingh zorgt ook nog voor wat inspiratie: Innoveren in de zorg vereist dat je vooruit durft te lopen op de troepen.

Natuurlijk ook mooie noordelijke bedrijven in deze bijlage. Wat te denken van Menicon. Vanuit Emmen vinden dagelijks duizenden contactlenzen hun weg over de hele wereld. Harde lenzen, zachte lenzen, varifocale lenzen, medische lenzen en zo meer. Made in Emmen.

Een ander technisch hoogstandje in Drachten, waar ze bij NTS Norma microscopisch kleine onderdelen maken voor medische apparatuur. Maar ook voor de chipmachines van AMSL, het wonderkind van de Nederlandse maakindustrie. NTS Norma is een van de weinige bedrijven ter wereld die de bewerking van metalen tot op een nauwkeurigheid van minder dan één duizendste millimeter kan garanderen. ,,Je kunt het et het blote oog niet meer zien’’, aldus directeur Klaas

n dan hebben we het nog niet eens gehad over de ruitige wijn van Friese bodem.

I NHOUD

04

De opmars van Zora, Labby, Pepper en robotkat

Robots zullen een oplossing zijn voor het personeelstekort in de zorg

10

Ultra klein en clean

Bij NTS Norma in Drachten produceren ze minuscule metalen onderdelen die je met het blote oog niet kunt zien

13

We controleren onszelf arm

Column Ronald Mulder

14

Bedrijfsleven en maatschappij redden samen de zorg

Waar komen de doorslaggevende innovaties vandaan?

19

Vooruit durven lopen

Column Eelko Huizingh

22

Thailand als basis voor succesvol werken

Rubriek De Spiegel met Mark Woortmeijer, een Fries in Thailand

26

Slijpen en perfectioneren

Leverancier 90 procent van de Nederlandse contactlenzen zit in Emmen

29

Graan van veevoer naar whisky

De kraamkamer van de Graanrepubliek

30

Start me up

Slimme Drentse software voor autoleasemarkt, fruitige wijn van Friese bodem en coating plet bacteriën op implantate

36

Verkopen of verhuizen

Blijft de ruime fiscale vrijstelling bij bedrijfsopvolging binnen de familie?

C OLOFON

Noordz is een bijlage van Mediahuis Noord

Samenstelling & eindredactie Jan Rozendaal, Gerda Douma, Roel Snijder, Theo Zandstra Vormgeving Alie Veenhuizen

E-mail bijlagen@mediahuisnoord.nl

Advertenties/branded content Multiplus Media, Drachten

T: 06 44 91 12 63

E: s.osinga@multiplusmedia.nl

Volg Noordz ook online op het blog: www.noordz.nl

LEEUWARDER COURANT DONDERDAG14SEPTEMBER2023 3

Ze kunnen bingo voorlezen. Slaapliedjes zingen. Gymnastiekoefeningen voordoen. Robots zullen een oplossing zijn voor het personeelstekort in de zorg en groeien in aantal. Over Paro, Zora, Pepper, Labby, Sara en Ugo. ‘Intuïtie laat zich niet zomaar vervangen door technologie.’

4 LEEUWARDER COURANT DONDERDAG14SEPTEMBER2023
TEKST INKI DE JONGE ILLUSTRATIE GERCO VAN BEEK FOTO JAN ANNINGA

ZORA, LABBY, PEPPER EN ROBOTKAT

Neem nou mevrouw Gina. Vriendelijke, altijd vrolijke Gina, moeder, oma, weduwe, na haar 80ste ten prooi gevallen aan de grote vergeetziekte. Zij had een kat. Geen echte, een rooie robotkat. Overal waar Gina was, was de robotkat. Ze aaide hem, praatte tegen hem, gaf hem te eten. Ze was dol op hem en hij op haar, want hij reageerde op haar aanrakingen. Soms deed ze hem in bad. Dat vond robotkat niet prettig, soms hield hij er ineens mee op, dan vreesde Gina even dat hij het leven had gelaten, maar na het vervangen van de batterij werd hij weer springlevend. De rooie robotkat was haar beste vriend.

Maar wel een robot.

Robots duiken steeds vaker op in de zorgsector. Er zijn sociale robots in de vorm van katten en honden. Ze hebben namen: Labby de labradorpup, het zeehondje Paro, dat reageert op geluid en aanraking. Robot Ugo kan de was ophangen. Robot Zora leest de bingo voor. Sociale robots ondersteunen het zorgpersoneel en leggen contact met de bewoners – nou ja, een soort contact. Ze doen dingen die normaal gesproken alleen aan mensen zijn voorbehouden: communiceren, animeren, gezelschap houden.

Maar het blijven robots.

De vraag werpt zich op of je dat moet willen – menselijk contact vervangen door software. Critici vragen zich af of dat niet veel te ver gaat. Houd je oude mensen als Gina niet voor de gek met een robotkat?

De angst voor robots is al heel oud. Ook in de jaren 30 van de vorige eeuw waren mensen al bang voor de invasie van een leger van blikken mannen.

hebben we nu een wekker voor en daar kijkt helemaal niemand meer van op. Of van een trein. Of een was-droogcombinatie.

Hoewel we inmiddels leven in een tijd waarin telefoons tegen ons kunnen praten, blijft het maatschappelijk onbehagen tegen robotica sudderen. Uit wereldwijd onderzoek Sienna van de universiteit van Twente, blijkt dat mensen robots wel accepteren, maar niet als ze menselijke trekken gaan vertonen.

ALGORITMES Rrrrr-rrr. Elisabeth Wilhelm, universitair docent technische wetenschap aan de Rijksuniversiteit van Groningen, staart naar het cappuccinobekertje dat zich langzaam vult in het koffieapparaat.

Dat apparaten taken van ons overnemen is al onder ons sinds de Industriële Revolutie. Wie vroeger op tijd wilde opstaan, werd gewekt door een ‘porrer’, die je wakker schreeuwde voor het raam. Daar >>

DE OPMARS VAN
LEEUWARDER COURANT DONDERDAG14SEPTEMBER2023 5
Ze doen dingen die normaal gesproken alleen aan mensen zijn voorbehouden: communiceren, animeren, gezelschap houden

,,Iedereen denkt bij robots aan een klein mannetje dat rondloopt’’, zegt ze. ,,Maar er zijn heel veel dingen in de robotica die voor ons momenteel al heel normaal zijn.’’

Sommige koffieapparaten bijvoorbeeld.

,,Als een koffieapparaat zelf iets aanpast, als hij meet of het water heet genoeg is, dan is dat robotica: algoritmes die het apparaat de opdracht geven dat bij een bepaalde temperatuur het water door de koffie moet.’’

Dat is, zegt ze, de kern van robotica. ,,In de techniek noemen wij iets een robot als het een sensor heeft om iets in de omgeving waar te nemen, een mogelijkheid heeft om die omgeving te veranderen en een computer die de gegevens die binnenkomen, zelf kan verwerken om te bepalen wanneer iets moet gebeuren – de mens grijpt dus niet in. Een voorbeeld: als in jouw huis de temperatuur stijgt en de verwarming slaat af, dan valt dat onder het gebied robotica.’’

SPIERKRACHT

Lodewijk Asscher, toenmalig minister van Sociale Zaken, zei het al in 2014: robots kunnen 24 uur per dag werken, ze worden niet ziek, ze willen geen loonsverhoging. Ideaal personeel dus, vooral in een sector waar het personeelskrapte zo wordt gevoeld als in de zorg. ,,De robotica zal een hoge vlucht nemen’’, zegt Wilhelm. ,,Vooral ook in de ondersteunende taken zullen ze veel kunnen betekenen. Je kunt je voorstellen dat zij bepaalde taken overnemen. Als een verpleegkundige iemand uit bed moet halen, dan heeft ze daar soms wel drie extra collega’s voor nodig omdat het zo zwaar is. Er is nu een robot die samen met de verpleegkundige werkt, dat is een soort kraan waarmee de patiënt bewogen kan worden, en die aangestuurd wordt door de verpleegkundige. Dus de robot levert de spierkracht, maar de mens beslist wat er moet gebeuren. De verpleegkundige weet dat veel beter dan de technologie.’’

Robotica ondersteunt niet alleen de verpleegkundige, maar kan ook de patiënt van dienst zijn. Zoals het Exoskelet, dat mensen die niet meer zelfstandig kunnen bewegen, stevigheid geeft in de vorm van een extern skelet. ,,Motoren die in het externe, stevige skelet zitten, ondersteunen de beweging van de mens. Dat ziet er een beetje uit alsof je superman bent’’, zegt Wilhelm. ,,En een tweede mogelijkheid die nu wordt onderzocht, is dat je kunt bewegen via kabels die je in je kleren kunt verstoppen en waar motoren, die in een rugzakje zitten, je aan kunnen trekken zodat je je spieren een beetje kracht geven. Dat is bedoeld voor mensen die hun eigen lichaamsgewicht nog kunnen dragen, zij kunnen met behulp van dit systeem dan nog net even een paar stappen lopen, net even die boodschappen doen, ze kunnen ineens weer de trap op bij de bakker om hun favoriete broodjes te kopen.’’ Lachje: ,,We doen als maatschappij heel veel om mensen mobiel te houden. Wie niet kan lopen, kan in een rolstoel. Maar er blijven heel veel trappen in de wereld.’’

HEEL VEEL TAKEN

Robotica kan een significante bijdrage leveren aan de zorg, stelt Wilhelm. ,,We zien dat het aantal patiënten in ziekenhuizen toeneemt, maar omdat er steeds minder mensen verpleegkunde studeren, houden we heel veel taken over. Die laten zich goed met robotica oplossen. Zoals: er moet een medicijn gehaald worden bij de apotheek. Het wordt nu onderzocht of een robot dat

Zora leest de bingo

Bij zorgcentrum De Schans in Emmen hebben ze sinds zes jaar zorgrobot Zora. Ze is niet groot, 60 centimeter maar, ze heeft een leuk wit pakje aan met rode accenten en ze helpt lekker mee. Ze doet de bewegingsoefeningen voor, zoals het zittend vastpakken van een stok, of het op en neer bewegen op de plaats, terwijl de begeleider de bewoners helpt met de uitvoering. Zora is van alle markten thuis. Ze wandelt met

de bewoners hand aan hand. En ze leest met een mechanische robotstem de bingocijfers voor. Zora was in 2017 nog een vreemd eend in de bijt, maar steeds meer mensen raken aan haar gewend. ,,Het verplegend personeel reageert wisselend’’, zegt Saskia Timmermans van zorggroep Tangenborgh. ,,De mensen vinden het leuk ter ondersteuning, maar Zora kan geen taken overnemen, er moet altijd een begeleider

bij. Wat een robot niet heeft is inlevingsvermogen, dat is toch een kernkwaliteit van de ouderenzorg. Niet iedereen wil ermee werken, vooral digitaal minder vaardige collega’s vinden het lastig.’’

Zora wordt met name ingezet bij de 350 bewoners met dementie. Ook bij De Schans zijn robotpoezen en -honden en zeehondje Paro aanwezig. Het klikt niet met iedereen. Timmermans: ,,De

6 LEEUWARDER COURANT DONDERDAG14SEPTEMBER2023

één vindt het leuk, de ander zegt: het is nep.’’ Familieleden zijn er wel vaak blij mee, zegt ze. ,,Zo’n robotdier kan mensen met dementie heel erg rustig maken. We krijgen ze vaak terug met brood in hun bekkies en gevlochten haar. Sommige familieleden schaffen ze zelf aan. Het is een alternatief voor een levend huisdier, dat uitgelaten en gevoerd moet worden, daar hebben we als zorgpersoneel niet altijd tijd voor.’’

kan doen, voorzien van een slot, zodat er onderweg niets gestolen kan worden. Dat is een taak waarvoor je niet hoeft te worden opgeleid. Maar door dat door een robot te laten doen, bespaar je de verpleegkundige veel tijd.’’

Maar een robot zal de verpleegkundige niet vervangen, zegt ze. ,, Een besluit nemen op basis van weinig informatie, daar is de robotica niet goed in. Maar in de geneeskunde is het vaak zo dat je snel een beslissing moet nemen, je kunt niet altijd wachten tot je de resultaten van alle onderzoek binnen hebt. Daar heb je ervaring voor nodig. En intuïtie. Dat laat zich niet zomaar vervangen door technologie. We hebben wel artificial intelligence, maar intelligent is dat nog niet.’’

Zou dat een realistisch toekomstperspectief zijn? De machine die de mens vervangt, in een sector die draait om mensenwerk? ,,Ik denk dat dat heel moeilijk wordt. De techniek van artificial intelligence draait op dit moment om patroonherkenning. Dus iets wat de robot vaak ziet, kan hij herkennen. Maar van zeldzame ziektes zijn weinig gegevens. Dan kun je niet aan artificial intelligence laten weten hoe daarmee gewerkt moet worden.’’

Goed, robots kunnen mensen met dementie iets gelukkiger maken. Ze kunnen ons laten bewegen, gezelschap houden, ons in slaap zingen, zoals de Somnox doet. Er zijn ook chatbots die een depressie kunnen herkennen. Die vragen stelt, doorvraagt. Maar in alle gevallen heb je contact met een machine.

Ming Cao, professor robotica aan de RuG, vindt het onderscheid tussen mens en machine van wezenlijk belang. ,,We weten dat mensen robots die op mensen lijken beangstigend vinden. Het is dus belangrijk dat mensen kunnen zien dat iets een robot is. Het moet heel duidelijk zijn dat ze praten met een robot die emoties nadoet, probeert sympathiek te zijn en geduldig. Het moet duidelijk zijn: je praat met software. Dat is een ethisch vraagstuk. We moeten in gewone taal uit kunnen leggen wat de robot doet, niet in softwaretermen. Voordat we autoriteit geven aan robots moeten gewone mensen eerst kunnen begrijpen wat er gebeurt.

Zullen robots vooral de laaggeschoolde functies overnemen?

,,Er is tekort aan personeel. Dat geeft de

>> LEEUWARDER COURANT DONDERDAG14SEPTEMBER2023 7
De robot levert de spierkracht, maar de mens beslist wat er moet gebeuren. De verpleegkundige weet dat veel beter dan de technologie

robotisering een enorme motivatie. U moet zich realiseren dat er momenteel bij het maken van CT-scans ook al software wordt ingezet. Dus voordat je naar een dokter gaat, heeft die al via het systeem informatie gekregen waar op gefocust moet worden. En daarmee is een enorme taak overgenomen.’’

Wilhelm: ,,Het is niet zo dat robots ervoor zullen zorgen dat mensen worden ontslagen. Ze zullen alleen assisteren bij een heavy workload, en het werk beter mogelijk te maken. In de zorg vallen mensen nogal eens uit omdat het werk fysiek zo zwaar kan zijn.’’

Ook software kan uitvallen. Robots kunnen fouten maken.

Cao: ,,Ja. Net als bij zelfrijdende auto’s die een ongelukveroorzaken. Het is een risico. Tegelijkertijd mag het geen reden zijn het niet te gebruiken, de software niet te verbeteren. Er moet een wet komen die stelt wie wanneer verantwoordelijk is, zodat verzekering compensatie kan bieden.’’

Regulatie is van groot belang, zegt ook

Wilhelm: ,,Het is niet zo van: hé, ik heb een robot gemaakt en die zet ik in een ziekenhuis in. Er is een Europese wet die stelt dat alles wat je doet veilig moet zijn en je moet voor ieder medisch hulpmiddel dus eerst een certificaat aanvragen. Dat is een langlopend proces, van uitvinding tot toepassing kan dat oplopen tot 10 jaar. Ze stellen een hele hoop vragen, over hoe de robot zal reageren als er iets mis gaat, als er een sensor kapot gaat, wat als hij uit gaat. Stel dat de robot uitgaat terwijl hij net iemand uit bed tilt, dat is niet wenselijk. Dus er is echt streng toezicht op. Dat garandeert dat alles wat je in het ziekenhuis krijgt, veilig is.’’

Cao: ,,Zeker in Europa. In Amerika wordt meer marktgedreven gedacht, daar gebruiken ze eerst en reguleren later. In het Europese Parlement is momenteel een Artificial Intelligence Act in de maak. Ik denk dat we een voorbeeld voor de wereld zullen zijn.’’

Ook over de grenzen van het technisch toelaatbare van robotisering moet goed worden nagedacht, stelt hij. ,,Er is een ethische commissie nodig voor ons technisch-wetenschappelijke werk. Die is er nu niet, maar het is wel nodig.’’ Hij werkt samen met collega’s aan zo’n commissie binnen zijn eigen faculteit. ,,Omdat je aan de grenzen komt van wat menselijk is, en wat techniek. Als medisch ingenieurs zijn wij ons daar scherp van bewust.’’

GELUK

Of robots de toekomst zullen hebben? En zo ja, hoe groot wordt hun aandeel? Daarover verschillen de meningen, zie ook het kader waarin chirurgen Tommy Speel en Jean Pierre Pierie zich uitspreken over robot-geassisteerde operaties. Zal de volgende generatie ouderen worden gewassen door iemand die ‘s morgens bliepbliep tegen je zegt? We weten het niet. Maar dat Zora, Pepper en Labby in opmars zijn, is duidelijk. Dat zij de overbelaste werkers in de zorg kunnen ontlasten, ook.

Mevrouw Gina was zich op het einde van haar leven niet meer van zoveel bewust. Ze overleed dit jaar in een zorgcentrum in Assen. Of haar rooie kat nou een robot was of niet, het maakte haar niet uit – voor haar was het een levend, liefdevol wezen. Hij bracht haar geluk.

Robotoperatie; de voors en tegens

darm-leverchirurgie tot nu toe nog geen bewijs bestaat dat deze robot-geassisteerde manier van werken beter is, kan de robot door de polsgewrichtjes in de instrumenten op sommige plekken in het lichaam beter uit de voeten, zoals bij lastige endeldarmoperaties. De robot is vooral geschikt voor één deel van het lichaam en kan niet, zoals bij de conventionele laparoscopie, makkelijk van de onderbuik naar de bovenbuik gaan.’’

GEEN TOVERPIL

Wat die personeelskrapte in de zorg betreft: daar biedt deze robot geen soelaas. Pierie: ,,Het spaart geen personeel uit, je hebt tot nu toe nog steeds een ervaren assistent aan tafel nodig, die met de hand instrumenten bedient, en daarnaast nog een assistent in de omloop.’’

Een ander nadeel van robotassistentie is, zegt hij, dat je niets voelt. ,,Je mist de tactiele feedback. Je voelt het weefsel niet, je doet alles op visuele informatie.’’

Toch is ook hij zeker een voorstander van deze nieuwe technologie. ,,Het is geen toverpil, maar voor specifieke onderdelen is het in algemene zin zeker een aanvulling op het huidige arsenaal.’’

Ook voorziet hij andere toepassingen in de toekomst van robot-geassisteerde chirurgie. ,,Bepaalde organen in het lichaam zitten vast. Darmen niet, die zijn altijd in beweging. Maar hersens bijvoorbeeld niet. Ik kan me voorstellen dat je een operatie voorbereidt op de computer, en daarop een navigatie uitzet, waarna de robot de volgende dag de taak uitvoert. Dat systeem wordt nu al gebruikt voor bestraling.’’

In het Medisch Centrum Leeuwarden (MCL) worden sinds tien jaar robotgeassisteerde operaties uitgevoerd. De ‘Da Vinci Intuïtive’ een soort vierarmige inktvis, opereert daarbij niet zelf, maar is een verbinding tussen hand en instrument. De chirurg bedient de robot vanuit een cockpit, vanachter een beeldscherm.

Jean Pierre Pierie, maag-lever-darmchirurg en uroloog Tommy Speel werken in teams die deze methode gebruiken.

Speel is zeer enthousiast. En het instrument mag dan geen robot zijn, want het denkt niet zelf, maar Speel noemt hem toch zo. ,,Het is veel fijner, gedetailleerder opereren. De prostaat en nieren liggen diep in het lichaam. De robot kan, dankzij zijn polsgewrichtjes, op plekken komen waar ik normaliter moeilijk bij kan. En waar ik anders op 60 centimeter afstand sta te kijken naar wat ik doe, krijg ik dat nu tien keer vergroot op het beeldscherm te zien, in 3-D. Het is een enórme vooruitgang.’’

VIER ARMEN

Deze manier van werken vergde enige oefening: je moet met vier armen een mandarijntje kunnen pellen. ,,Dat leer je vrij snel. Een proctor begeleidt de praktijk en opereert mee. Na ongeveer dertig prostaatoperaties had ik het onder de knie. Hoe vaker je het doet, hoe beter je wordt.’’

Er zijn niet veel urologen in Nederland die volgens deze methode werken. Speel schat hun aantal op 10 procent. ,,Het is een duur apparaat. Soms moet je het geluk hebben in

een innovatief ziekenhuis te werken.’’

Het instrument wordt ingezet bij zogeheten ‘minimaal invasieve laparoscopie’, waarbij een ingebrachte camera registreert wat er moet gebeuren; dat wat ook wel een kijkoperatie heet. Er hoeft dan geen grote wond gemaakt te worden; het is werken op de vierkante millimeter.

,,Dankzij deze minimaal invasieve manier van werken hoeven patiënten nog maar een nacht in het ziekenhuis te blijven in plaats van zes. Er is minder bloedverlies, minder kans op complicaties, minder kans op incontinentie’’, somt Speel de voordelen op.’’

MISVERSTAND

Pierie, tevens hoogleraar en docent endoscopische chirurgie, is ‘kritisch-enthousiast.’ ,,Dat snellere herstel en minder bloedverlies is niet nieuw, het is al onderdeel van de laparoscopische en thoracoscopische chirurgie. Die vernieuwing wordt wel geclaimd, maar dat is een wijdverbreid misverstand. De voordelen moeten zich nog ontwikkelen, de chirurg heeft inderdaad baat bij deze manier van werken, maar ik zie in de algemene chirurgische praktijk voorlopig nog geen bewijs dat deze methode ook voor de patiënt veel beter is dan de laparoscopie.’’

Winst is vooral te behalen bij die specifieke operaties in delen van het lichaam waar de chirurg moeilijk bij kan, stelt Pierie. ,,We zien bij prostaatoperaties dat het goed werkt, omdat je daar via dit instrument heel handig een verbinding kunt maken tussen twee buisjes. Hoewel bij de meeste operaties in de maag-

Liever zou Pierie een kleinere robot-assistent willen inzetten als de chirurg dat nodig acht. ,,Als een soort stalen assistent, die je erin rolt en weer uit. Maar dat kan alleen als het systeem betaalbaarder wordt en niet zoveel tijd kost. Het zogeheten ‘docken’ van de robot duurt soms lang.’’

SLANKER MODEL

Uroloog Speel ziet voor de ‘robot-assistent’ een grote toekomst in het verschiet. Waar in het begin veel algemene chirurgen sceptisch waren over deze nieuwe technologie, merkt hij nu een verhevigde belangstelling van zijn collega’s. Hij is blij dat fabrikant Da Vinci, na jaren van monopolie, concurrentie heeft gekregen van andere spelers op de markt, waardoor het systeem betaalbaarder wordt. Hij zou het liefst een iets slanker model willen gebruiken, met armen die iets minder vaak op elkaar kunnen botsen, dat legt de operatie weer even stil.

Het systeem liet hem in tien jaar tijd slechts twee keer in de steek. ,,De eerste keer was een storing die telefonisch via het hoofdbureau binnen 10 minuten werd opgelost. De tweede keer begaf een arm het. Toen hebben we de operatie stil moeten leggen. Ik heb nu tegen de duizend robotoperaties gedaan, dan is twee keer niet bepaald veel.’’

De robot-geassisteerde operaties leveren de chirurg nog aan ander belangrijk voordeel op, zegt Pierie. ,,Het is ergonomisch gunstiger. Een chirurg moet soms urenlang staan, zich in bochten wringen om ergens bij te kunnen en dat levert soms klachten op. Nu zit de chirurg op een stoel, met zijn hoofd tegen het scherm. Dat geeft wel weer andere klachten bij chirurgen die vaak met deze methode werken: hoofdpijn.’’

LEEUWARDER COURANT DONDERDAG14SEPTEMBER2023 9
TOMMY SPEEL JEAN PIERRE PIERIE

Digitale assistent ontlast zorgmedewerker en drukt de kosten

Het tekort aan medewerkers neemt in allerlei branches toe, zeker in de zorgsector weten ze daar alles van. Sterker nog, deskundigen voorspellen een zorginfarct, wanneer we op de huidige weg doorgaan. Automatisering, robotisering en digitalisering kunnen een bijdrage leveren aan de oplossing, maar ook aan de toenemende kosten in de zorg. „Sterker nog, het verlaagt de kosten substantieel. Daarnaast geloven we in het continu verbeteren van de werkomgeving, waardoor het potentieel van de medewerkers optimaal tot uiting kan komen”, aldus Jos Bel en Marcel Funke van NewDawn Robotics.

Hoewel we in Nederland denken dat we op het gebied van automatisering en digitalisering al veel hebben bereikt, staan we nog maar aan de vooravond van een verdergaande digitaliseringsslag. Dat is de overtuiging van Jos Bel en Marcel Funke. NewDawn Robotics is actief in diverse sectoren van de zorg, zoals ziekenhuizen, GGZ, JGZ en Verpleeghuizen, Verzorgingshuizen en Thuiszorg.

Meer tijd

NewDawn Robotics begon in 2018 en heeft in korte tijd naam gemaakt in de zorgsector, een sector waarin administratieve taken een groot deel van de beschikbare tijd innemen. „Wat wij in grote lijnen doen is het verplaatsen van deze vaak handmatige en repetitieve administratieve taken naar intelligente automatiseringsoplossingen, bijvoorbeeld via de digitale assistent”, legt Jos Bel, oprichter van NewDawn Robotics, uit. „Daardoor wordt het werk leuker, krijgt de zorgverlener meer tijd voor de patiënt en worden de toenemende kosten gedrukt.”

Al voor corona was er sprake van personeelstekorten in de zorg, het idee was toen dat we dit met meer ‘handjes’ konden oplossen. Vervolgens verlieten tijdens corona 26.000 medewerkers de zorg, „en die komen niet meer terug, zo horen we in de branche”, geeft Bel aan.

„Voeg daarbij de toenemende regeldruk en als gevolg daarvan meer administratieve handelingen, systemen die niet goed met elkaar samenwerken en het probleem is duidelijk. Sterker nog, uit cijfers blijkt dat zorgpersoneel 40 procent van de tijd aan administratieve taken kwijt is. Dat moet en kan anders.”

Aanpak uniek

„Natuurlijk zijn er meer partijen die hiermee bezig zijn, maar ik durf te stellen dat onze aanpak uniek is”, zegt Marcel Funke, klantsucces manager, aan. „Het is niet voor niets dat we door de HIMSS, (Healthcare Information and Management System Society, kennisleider en toonaangevend op het gebied van advies in de zorgwereld – red.) en het zakenblad Forbes uitgeroepen zijn tot pioniers in deze markt. We hebben al veel ervaring opgedaan in Canada en de Verenigde Staten, waar het probleem nog veel groter is. Met die ervaringen hebben we in de afgelopen jaren een methode ontwikkeld waarmee we upfront processen daadwerkelijk kunnen vereenvoudigen en standaardiseren, waardoor er aan de achterkant minder handelingen van de mens worden gevraagd om toch tot hetzelfde resultaat te komen.”

Bel: „Daarbij maken we gebruik van Artificial Intelligence en Robotic Process Automation,

waardoor met name repeterende werkzaamheden tot een minimum beperkt worden en dat scheelt heel veel tijd. Ga bij een gemiddeld ziekenhuis maar eens uit van tussen de 32 en 36 specialismen, dan praat je over tientallen fte per ziekenhuis per dag. Allemaal tijd die niet meer vast zit in het proces, maar ingezet kan worden voor handen aan het bed. Daarnaast neemt de druk op de zorgmedewerkers af, terwijl het ziekenhuis kosteneffectiever kan opereren.”

Digitale assistent

Hoe werkt de digitale assistent? „Op het moment dat je een afspraak maakt in het ziekenhuis, wordt dit door de digitale assistent opgemerkt. Deze zorgt er vervolgens voor dat alle gegevens van de betreffende patiënt verzameld worden, zoals de medische achtergrond, de reden van verwijzing, de verwijsbrief van de huisarts en welke ingreep er moet plaatsvinden. En ook na de ingreep zorgt de digitale assistent ervoor dat alle gegevens bij een controlebezoek aanwezig zijn, waarbij ook alle uitslagen bekend zijn. Dit zorgt ervoor dat de betreffende afdeling veel efficiënter spreekuren kan draaien.”

Ook op verpleegafdelingen is de digitale assistent van toegevoegde waarde. „Op alle verpleegafdelingen waar de status van patiënten wordt besproken, moet je alle gegevens bij de hand hebben. Dat kost in de praktijk veel tijd, immers er moeten vaak gegevens uit verschillende systemen worden gehaald. De digitale assistent neemt dat werk uit handen, waardoor er veel tijd kan worden bespaard en er meer tijd is voor overleg.”

Enthousiasme

De markt vindt de aanpak van NewDawn vooral nog spannend. „Maar, waar we het systeem hebben ingevoerd staan ze nog net niet te applaudisseren”, voegt Funke toe. “We laten niet alleen zien hoe het werkt, maar vooral dat het werkt. Vervolgens zie je de sceptische houding veranderen in enthousiasme.” Sterker nog, dat de digitale assistent haar werk doet, blijkt uit een reactie van een klant waar NewDawn onlangs 4 digitale assistenten heeft geïmplementeerd. „Deze klant bespaart op jaarbasis 2400 uur aan administratieve lasten, kostbare tijd die nu elders ingezet kan worden. Het is daarom niet de vraag of maar wanneer zorgaanbieders hier mee aan de slag gaan. Zeker nu er een enorme vraag naar personeel is, zijn we verplicht na te denken over het toekomstbestendig maken van organisaties en de inzet van arbeid. Innovatie vormt daarin een belangrijk deel van de oplossing, daar zijn wij van overtuigd.”

www.newdawnrobotics.nl

ADVERTENTIE
10 LEEUWARDER COURANT DONDERDAG14SEPTEMBER2023 KLAAS GESCHIERE

ULTRA KLEIN EN CLEAN

NTS Norma maakt microscopisch kleine onderdelen voor de maakindustrie van onder meer chips, microscopen en medische apparatuur. Het Drachtster bedrijf werkt bijvoorbeeld voor een van de kroonjuwelen van de Nederlandse maakindustrie, de bekende chipmachinebouwer ASML in Veldhoven en het Amerikaanse KLA Tencor. Maar het levert ook onderdelen voor de protonentherapie-apparatuur voor kankerpatiënten in het UMCG en voor het inbrengen van stents in het lichaam.

De minuscule metalen onderdelen gaan de hele wereld over. ,,De technische ontwikkelingen gaan steeds verder. In de medische wereld kan steeds nauwkeuriger worden gewerkt, microscopen kunnen steeds meer zien. Wij zitten aan het begin van het maakproces en liften mee op de ontwikkelingen in de semiconductor, analytische en medische wereld”, aldus Geschiere.

MICRON NTS Norma is een van de weinige bedrijven ter wereld die de bewerking van metalen tot op een nauwkeurigheid van minder dan één duizendste millimeter kan garanderen. ,,We maken hier producten tot op de micron. Je kunt het met het blote oog niet meer zien. We hebben hier de vakmensen, kennis en ervaring om met de nieuwste machines ultra precisieonderdelen te maken, legt Geschiere uit, terwijl hij een rondleiding geeft door het bedrijf dat nu nog is gevestigd op het Philips-terrein midden in Drachten.

,,We zitten hier niet voor niks. We waren vroeger onderdeel van Philips, maar zijn later overgenomen door Norma en vervolgens door NTS, dat wereldwijd op diverse locaties in Europa, Azië en Amerika vestigingen heeft. Zo komen we aan de naam NTS Norma.” De ultra kleine

onderdelen komen uiteindelijk allemaal in de meetkamer terecht, waar ze tussentijds of aan het eind van het productieproces zorgvuldig onder de loep worden genomen en worden getest om te controleren of ze voldoen aan de strenge eisen van de klant. ,,De meetkamer is een kamer in een kamer die moet voldoen aan een hele reeks gedetailleerde specificaties. Je kunt je voorstellen dat de geringste trilling of tochtstroom al van invloed kan zijn op de meting”, gaat Geschiere verder, terwijl hij door het raam in de meetkamer kijkt. Daar onderwerpen medewerkers de gefabriceerde minuscule metalen onderdelen aan diverse metingen en tests.

AUTONOOM

De vraag naar de precisieonderdelen van het verspaningsbedrijf is de afgelopen jaren enorm toegenomen. Sinds 2016 zag het bedrijf de omzet verdubbelen en in de afgelopen twee jaar is het personeelsbestand met 25 procent gegroeid.

Bij de bouw van de nieuwe fabriek aan de N31 bij Drachten is rekening gehouden met verdere groei in de toekomst. ,,We hebben voldoende ruimte op de nieuwe locatie om bij te bouwen.”

Want de vraag gaat verder toenemen. Chips worden steeds vaker gebruikt. Het aantal fysieke voorwerpen dat verbonden is met internet, de zogenaamde Internet of Things (IoT), groeit nog steeds. Zo zie je bijvoorbeeld in woningen steeds vaker geautomatiseerde gordijnen, licht- en muziekinstallaties, garagedeuren, maar ook autonoom rijdende auto’s en het 5G-netwerk zorgen voor een toename naar de vraag van chips. Het is slechts een greep uit de diverse toepassingen van chips in zowel de huishoudelijke, zakelijke en medische markt.

Vanuit de hele wereld weten bedrijven NTS Norma te vinden, evenals de vestiging in Hengelo waar ook (ultra)precisieverspaning plaatsvindt. ,,Bedrijven komen hier als iets heel complex is. Ze weten exact wat ze willen en wij weten hoe we het moeten maken. Goed communiceren met de klanten is heel belangrijk. Soms komen ze vanuit het buitenland naar ons toe of wij gaan naar hen toe om hun specifieke productieproces te bekijken.’’

,,Wij hebben vakmensen in dienst met veel kennis van metaal en hoe je het moet bewerken met de vele machines die hier staan. Sommige werknemers lopen hier al langer rond. Enkelen hebben nog bij Philips gewerkt. Maar we hebben ook veel jongeren, die zich bezig houden met het programmeren. We zijn traditioneel een mbo-bedrijf, maar nemen steeds meer hbo’ers aan en we hebben zelfs een phd-er van de universiteit in dienst, die materiaalkunde heeft gestudeerd.”

BESCHEIDEN

geeft Geschiere eerlijk toe. ,,Aan de ene kant groeien we hard en hebben we meer goed opgeleid personeel nodig in de toekomst. Aan de andere kan zie je een tekort aan technisch personeel. Niet alleen bij ons, maar bij heel veel bedrijven.’’

,,De vraag naar goed opgeleid personeel hebben we regionaal opgepakt. Met een aantal bedrijven en ROC’s kijken we hoe we het onderwijs beter kunnen laten aansluiten bij de vraag. Zo gaan we starten met de opleiding instrumentenmakerij. Je moet eigenlijk al op de lagere school beginnen met het interesseren van kinderen voor techniek, later moeten ze het juiste vakkenpakket kiezen en zo moet je de instroom naar de technische opleidingen stimuleren.”

Heel Noord-Nederland heeft een sterke technische en innovatieve sector. ,,Er gebeurt heel veel in Friesland, Groningen en Drenthe. We mogen dit wel wat meer laten zien aan de rest van Nederland. We zijn veel te bescheiden in het Noorden. We moeten nog meer laten zien wat we hebben en waar je terecht kunt. In het Noorden hebben we daarvoor al het samenwerkingsverband Innovatie Cluster Drachten (ICD) opgericht.”

STEEDS KLEINER

Aan het eind van dit jaar hoopt NTS Norma te verhuizen naar de ‘fabriek van de toekomst’. Het nieuwe pand voldoet aan de hoogste eisen van duurzaamheid en sluit met de optimale condities en inrichting aan bij de toekomstambities van NTS.

nieuwbouw langs de N31 bij Drachten.

Goed en vakkundig personeel is cruciaal voor NTS Norma. ,,En daar zit ook zorg”,

Zo is het verspaningsbedrijf klaar voor de toekomst en de toenemende vraag naar chips en het maken van steeds kleinere componenten. ,,Waar het eindigt weet ik niet. Ik heb geen glazen bol, waarin ik kan kijken”, aldus Geschiere over de grens van het maakbare waarop NTS Norma balanceert.

De
Constante luchtvochtigheid en temperatuur, geen luchtstromen of trillingen en ultra clean: de eisen aan alleen al de meetkamer van NTS Norma in Drachten zijn zeer specifiek. Het bedrijf produceert minuscule metalen onderdelen voor klanten over de hele wereld. Directeur
Klaas Geschiere vertelt over ‘zijn’ unieke bedrijf, dat nog dit jaar hoopt te verhuizen naar de ‘fabriek van de toekomst’.
LEEUWARDER COURANT DONDERDAG14SEPTEMBER2023 11

LIMIS en ZIUZ: wereldwijd bijdragen aan levensreddende operatietechniek

Een doorbraak naar wereldwijd toepasbare operatietechnologie. Een succesvolle samenwerking van Friese bedrijven: de Leeuwarder start- up LIMIS Development en ZIUZ uit Gorredijk. Het marktmoment is bijna daar. Hun innovatieve techniek is klaar om de wereld te veroveren. “In samenwerking ligt de kracht.”

De medische start- up LIMIS Development kent zijn oorsprong in het Leeuwarder MCL waar een team zich in 2012 buigt over de vraag hoe darmtumoroperaties verbeterd kunnen worden. Na enige jaren richt Hessel Bouma het bedrijf op. Missie: door samenwerking met artsen, ziekenhuizen, industrie en universiteiten nieuwe zinvolle technologieën introduceren die bijdragen aan betere en duurzamere chirurgische toepassingen die leiden tot minder complicaties en sterfte onder patiënten.

Wereldwijd complicaties bij patiënten LIMIS richt zich de afgelopen tien jaar op het ontwikkelen en op de markt brengen van een medisch beeldvormingsapparaat dat ernstige complicaties bij dikke darmoperaties, bijvoorbeeld als gevolg van darmkanker, kan verminderen. Het verschaft chirurgen realtime inzicht in de mate van doorbloeding tijdens de operatie, zodat de chirurg de optimale locaties kan kiezen voor het doornemen en weer verbinden van de darm. ,,De noodzaak van visualisatie is enorm”, vertelt Hessel Bouma. ,,Een goede doorbloeding kan naadlekkage, de lekkage die enkele dagen na de operatie ontstaat bij de hechtingen voorkomen. Zo’n lekkage is voor de patiënt ernstig , met heroperaties en langdurige ziekenhuisopname tot gevolg. Dit wereldwijde probleem leidt tot een sterfte van circa tien procent bij degenen waarbij een lekkage optreedt”

Met behulp van zogeheten PerfusiX Imaging kan dit worden voorkomen. Tijdens een operatie wordt de bloedstroom dankzij die uitvinding gemeten met behulp van zogeheten Laser Speckle Contrast Imaging (LSCI). Daarbij produceert diffuus coherent laserlicht een gespikkeld patroon op de darm waarbij beweging van de bloedcellen in de darm kan worden gevisualiseerd. De chirurg kan op het beeldscherm zien waar de doorbloeding van de darm het beste is. ,,We hebben met PerfusiX een potentieel levensreddend apparaat ontwikkeld dat bovendien in ieder ziekenhuis wereldwijd toepasbaar is, omdat het merkonafhankelijk aansluit op apparaten die al overal in de operatiekamers staan.

Samenwerking is de sleutel in de doorbraak van idee naar succesvolle wereldwijde marktintroductie. Niet alleen op medisch gebied, maar ook met andere bedrijven zoals met ZIUZ in Gorredijk sinds 2020. De specialisten in visuele intelligentie zijn onder meer bekend van het geautomatiseerd analyseren van visuele data voor forensische opsporing en het geautomatiseerd uitgeven van medicijnen in ziekenhuizen en apotheken.

Bert Garlich, directeur van ZIUZ over de uitbreiding naar medische innovatie: ,,Het eerste contact van Hessel met ZIUZ-oprichter en ontwikkelaar Gerrit Baarda leidde snel tot de wil om samen te werken. Het past in onze missie om met technologie, zoals in dit geval laser en kunstmatige intelligentie, maatschappelijk het verschil te maken. Het is een uitdagend en fascinerend proces om met LIMIS en anderen dit apparaat naar de markt te brengen. We zetten nu de laatste belangrijke stappen, zoals het afronden van certificeringen. In deze fase van samenwerking is ZIUZ verantwoordelijk voor marketing en sales en richten we nu in Gorredijk de productieruimte in.”

Beste innovatie bijdrage

Hessel Bouma: ,,Dat de techniek werkt weten we al even, maar daarna heb je nog een hele lange weg te gaan. Van het eerste houtje-touwtje concept dat we met NHL-Stenden Hogeschool maakten tot het met ZIUZ te komen tot productieklare ontwerp dat bewezen voldoet aan alle eisen. De laatste jaren stonden in het teken van het bekendmaken in de internationale medische wereld, van vertrouwen winnen. Vorig jaar kregen we op het Europese chirurgiecongres in Krakau de prijs voor de beste innovatieve bijdrage. En als ik ‘we ‘zeg, dan valt de eer daarvoor te beurt aan onze PhD Wido Heeman, die in het medische onderzoekstraject en met zijn presentaties op congressen van grote waarde is.”

Bert Garlich: ,,En van het kunnen maken van een volledig veilig en betrouwbaar product inclusief alle benodigde software tot en met het patenteren, het beschermen van het merk en de certificering. Het is heel spannend om het concept na jaren van onderzoek en klinische studies op internationale medische congressen onder de aandacht te brengen. De ontvangst door

chirurgen op topniveau is van doorslaggevend belang voor je marktintroductie: zij moeten er volledig in geloven. Naast een beter resultaat is PerfusiX ook een concept met minder wegwerpproducten en minder chemisch afval in de operatiekamer.”

Hessel Bouma: ,,Het complexe traject van idee naar markt vergt jaren van uithoudingsvermogen, geduld, heel veel vertrouwen en een hoge mate van samenwerking. Met, vanaf het begin, het MCL, de maatschap Heelkunde Friesland, de Friese Ontwikkelingsmaatschappij. Het vergt investeringen, die zoals bij LIMIS, de afgelopen jaren ook kwamen uit subsidies van onder meer SNN, het Europese Fonds Regionale Ontwikkeling en het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Voor iedere fase heb je expertise en steun nodig, zoals van MCL, UMCG en de RUG.” Bert Garlich: ,,Samenwerken geldt ook op het gebied van ontwerp en prototype, waarvoor we samenwerkten met Brightbird Design en Pezy in Groningen. De optische afstelling is bedacht door Sioux, een gespecialiseerd bedrijf in Eindhoven dat veel voor ASML werkt. Voor ieder onderdeel heb je de beste mensen nodig.”

Waar we nu staan is heel bijzonder Wanneer hebben patiënten en artsen profijt van de PerfusiX? Bert Garlich: ,,We verwachten medio 2024. Hoe jammer we het vinden, de marktintroductie is eerst in de VS. Door de nieuwe wetgeving in Europa duurt het hier helaas veel langer voor een nieuw medisch hulpmiddel op de markt wordt toegelaten. Onze verwachting is dat we in 2025 de Europese markt op kunnen.” Leidt deze doorbraak tot meer vooruitgang? Hessel Bouma: ,,We worden vaak gevraagd of deze technologie ook bij “open operaties” toepasbaar is, in plaats van knoopsgatoperaties zoals nu het geval. We gaan daar met MCL, UMCG en UMC Leiden experimenteel onderzoek naar doen op drie verschillende operatiegebieden. Onze drive naar betekenisvolle innovaties, kan dan straks op meer terreinen werkelijkheid worden. Waar we nu met elkaar staan, is echt heel bijzonder.”

www.limis.com

www.ziuz.com

ADVERTENTIE
Bert Garlich van ZIUZ (links) en Hessel Bouma van LIMIS Development.)

RONALD MULDER

WE CONTROLEREN ONSZELF ARM

Er is iets vreemds aan de hand in Nederland. De laatste twee kwartalen daalt ons binnenlands product, maar het aantal werkenden stijgt. Nog nooit zijn zoveel mensen aan het werk geweest. En het zouden er nog meer kunnen zijn, want er zijn ook nog een paar honderdduizend openstaande vacatures.

Politici en werkgevers belichten vooral dat laatste. We komen handen tekort, en als die er wel waren konden we meer produceren en zaten we niet in een recessie. Vanuit die analyse kom je dan al snel tot aanbevelingen als meer arbeidsmigranten, een hogere AOW-leeftijd en het ontmoedigen van deeltijdwerk.

Maar lees nu nog eens de eerste alinea. We zijn met meer werkenden minder gaan produceren. Zou het dan helpen om nog meer mensen aan het werk te zetten? Niet per se, lijkt me. Het probleem is niet te weinig werkenden, het probleem is dat we per werkende minder produceren. Ondanks alle digitalisering daalt onze productiviteit – gemiddeld gesproken dan.

achteraf vervangen wordt door controle vooraf –ongewenst gedrag wordt dan bij voorbaat onmogelijk gemaakt. Kunstmatige intelligentie zal hierin een belangrijke rol spelen.

Een voorbeeld. Je kunt snelheidscontroles houden, maar dat is arbeidsintensief en duur. Je zou ook elke auto verplicht met een snelheidsbegrenzermet-GPS kunnen uitrusten, zodat nergens harder gereden kan worden dan de toegestane maximumsnelheid. De technologie hiervoor is al jaren beschikbaar.

Maar, zult u zeggen, ook al is het verboden, soms is het toch te rechtvaardigen om te hard te rijden. Bij het inhalen op een tweebaansweg, bijvoorbeeld. Of op weg naar de eerste hulp. En dat is waar de kunstmatige intelligentie in beeld komt. Die zorgt ervoor dat allerlei factoren meegewogen kunnen worden, zodat het systeem genuanceerde beslissingen kan nemen.

Of we dat moeten willen, onszelf laten controleren en normeren door algoritmes? Ik denk het niet, maar ik denk ook dat de verleiding groot zal zijn. Maar lees vooral het laatste boek van Maxim Februari, Doe zelf normaal, vorm uw eigen mening en trek uw eigen plan. Nu het nog kan.

Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat dit samenhangt met een ander fenomeen van de laatste jaren, namelijk de groei van het wantrouwen in de samenleving. We zijn steeds drukker met verantwoording en controle. Bij de grote banken werkt inmiddels 30 tot 40 procent van de medewerkers aan compliance, dat wil zeggen: zorgen dat de bank zich aan alle regels houdt. Huisartsen zijn twee dagen per week kwijt aan administratie, wijkverpleegkundigen zelfs nog een halve dag meer.

De hogeschool waarvoor ik werkte had nog niet zo lang geleden een vacaturestop voor ‘ondersteunend’ personeel, omdat er inmiddels meer ondersteuners dan docenten waren. Een flink deel van die ondersteuners houdt zich bezig met administratie en verantwoording, iets waaraan de docenten zelf overigens ook al gauw een uur per dag kwijt zijn.

Meer vertrouwen zou de economie goed doen. Maar ja, vertrouwen komt te voet en dat gaat veel te langzaam. Daarom verwacht ik dat de controlelast op een andere manier bestreden zal worden: met automatisering. Daarbij ontstaat de grootste winst als controle

LEEUWARDER COURANT DONDERDAG14SEPTEMBER2023 13
Lees vooral het laatste boek van Maxim Februari, Doe zelf normaal, vorm uw eigen mening en trek uw eigen plan.
Nu het nog kan’
Ronald Mulder is ondernemer en econoom. Man van weinig woorden. @ronaldmulder

Eén op de zes werkende Nederlanders heeft een baan in de zorg. Ondanks de vergrijzing die op ons afkomt, mag die verhouding absoluut niet oplopen. Want dan stort het hele zorgsysteem in elkaar. De kosten worden onhoudbaar, de maatschappelijke impact is niet te overzien. Dat op ons afstormende probleem is wijd en zijd bekend.

De oplossing moet – naast doeltreffend overheidsbeleid – komen van ondernemers die slimme oplossingen bedenken die de efficiency van de zorg verhogen en dus tijd en geld besparen. Of beter nog: plannen die ervoor zorgen dat minder mensen van zorg gebruik hoeven te maken. Plannen die helpen de transitie van zorg naar gezondheid vorm te geven.

Maar hoe zit het dan met patiënten, met verpleegkundigen, artsen, uitvinders, docenten, hulpverleners, bewoners van verpleeghuizen en al die andere mensen die goede ideeën hebben? ,,Voor hen is het lastig om hun ideeën te delen, zodat er wellicht ook echt iets mee gebeurt’’, zegt Roel van der Heijden.

Hij werkt met Hi!Noord aan de maatschappelijke beweging van zorg naar gezondheid en op een veranderend perspectief op de cruciale rol van innovatie daarin. ,,We moeten naar écht publiek-privaat samenwerken. Ik geloof dat het versnellen van de systeemverandering alleen lukt als we massaal inzetten op innovatie die maakt dat er minder zorg en mensen aan het bed nodig zijn.’’

VEEL SLIMME DINGEN

In de zorgpraktijk worden heel veel slimme dingen bedacht. Maar heel vaak blijven die binnen de muren van het zorgcentrum. Daar werken ze, verbeteren ze het leven van patiënten of vergemakkelijken

Life Cooperative en Hi!Noord

Life Cooperative vertegenwoordigt met vijftig leden uit het bedrijfsleven de private noordelijke Life Science en Health (LSH) sector, Hi!Noord vertegenwoordigt meer dan dertig noordelijke organisaties en netwerken vanuit zorg, welzijn en publieke gezondheid. De gedeelde visie om inniger publiek-privaat samen te werken rondom de transitie van zorg naar gezondheid wordt ondersteund vanuit de Economic Board Noord Nederland (EBNN) en kan rekenen op de steun van onder meer het Innovatiecentrum van het UMCG, Health Hub Roden en het zorginnovatienetwerk van de Rabobank. De ambitie wordt praktisch vormgegeven in HTRIC, een krachtenbundeling rondom innovatie in gezondheidstechnologie gericht op meer gezonde jaren.

Gezondheidszorg vanuit ondernemerschap: Leefstijlstraat

Zorgveranderaar. Dat is de titel van Nick Cramer volgens LinkedIn. In de Leefstijlstraat in Emmen doet hij niets anders dan proberen de zorg te veranderen. Van zorg naar gezondheid is het credo. Hij ziet de innovaties uit het maatschappelijk veld langskomen, en zoekt ze op. ,,Je moet vooral zijn op plekken waar al hulp wordt geboden. Daar ontstaan vaak de beste innovaties.’’

De Leefstijlstraat is een typisch voorbeeld van hoe publiek-private samenwerkingen tot stand kunnen komen en ook hoe maatschappelijke innovaties een weg kunnen vinden naar de markt. ,,Wij ontwikkelen hier dienstverlening vanuit ondernemerschap. Professionals vanuit alle gezondheidsrichtingen bundelen hier hun krachten. Mensen uit de zorg houden is daarbij het doel. Geld verdienen is niet per se prioriteit, maar dat kán er wel van komen.’’

Kennisontwikkeling en verbinding is wat de Leefstijlstraat vooral doet vanuit een opgerichte Stichting De LeefstijlStraat. Cramer: ,,Dat gaat over het verhogen van de veerkracht van mensen, over gezonder leven in de breedste zin van het woord. Niet alleen voeding, roken en alcohol. Maar ook werk, sociale cohesie, alles. We spreken met heel veel commerciële en niet-commerciële partijen in Zuidoost-Drenthe over wat belangrijk is en hoe we het moeten aanpakken.

Samen met de Rijksuniversiteit Groningen werken we ook aan de innovatie van het vak leefstijlcoach. Dat moet beter.’’

Hij ziet dat er best wat ondernemerschap is in de regio. ,,Wij willen helpen goede innovaties verder te helpen door mee te denken en ideeën te verrijken. We voeden gemeenten ook met kennis over hoe ze zulke mooie initiatieven kunnen ondersteunen. Wij vinden dat die in kaart gebracht moeten worden, zodat ze verder komen.’’

14 LEEUWARDER COURANT DONDERDAG14SEPTEMBER2023 >>
Wie gaat ons zorgsysteem redden? Waar komen de doorslaggevende innovaties vandaan? Uit het bedrijfsleven, absoluut. Maar zeker ook uit de rest van de maatschappij. Boeren, burgers en buitenlui hebben ook ideeën, maar onduidelijk is meestal waar ze daarmee terecht kunnen. Tot nu.

BEDRIJFSLEVEN EN MAATSCHAPPIJ REDDEN SAMEN DE ZORG

LEEUWARDER COURANT DONDERDAG14SEPTEMBER2023 15

Rehablines gaat revalidatiezorg in breedste zin verbeteren

De kosten voor de gezondheidszorg nemen snel toe. Om te voorkomen dat de zorg onbetaalbaar wordt en tegelijkertijd wel verder verbeterd wordt, moeten er maatregelen genomen worden. Oftewel, het moet anders, beter en sneller. Daar zijn ze bij UMCG Centrum voor Revalidatie in Haren ook van overtuigd. Onlangs kreeg men groen licht voor Rehablines, een databank waarin de zorggegevens van patiënten, met hun toestemming, worden opgeslagen en worden hergebruikt voor onderzoek en onderwijs. Dit moet ertoe leiden dat de revalidatiezorg voor patiënten verder wordt verbeterd.

Het idee voor Rehablines komt van bestuurder Jan Geertzen en Rienk Dekker, hoogleraar actieve leefstijl. Klaske van Kammen en Leonie Krops, beiden werkzaam in het Centrum voor Revalidatie, hebben de plannen verder uitgewerkt en uitgevoerd. Leonie en Klaske zochten naar een manier om de therapie bij patiënten wetenschappelijk te onderbouwen en daarmee het behandelplan van elke patiënt verder te kunnen personaliseren en te verbeteren. “Daar heb je hele grote datasets voor nodig”, geeft Leonie aan.

“Databanken waarin allerlei gegevens worden verzameld komen in de gezondheidszorg vaker voor, maar in de revalidatie nog niet”, voegt Klaske toe. “Uiteraard moet het ethisch verantwoord zijn, mogen gegevens van patiënten niet herleidbaar zijn en worden alle privacygevoelige zaken verwijderd. We voldoen aan alle wet- en regelgeving op dit gebied.”

Evidence based

Leonie en Klaske geven aan dat het vijf voor twaalf is in de revalidatiezorg. “Het wordt steeds belangrijker om behandelingen uit te voeren die bewezen effectief zijn. Is dat niet het geval dan wordt het vergoeden van bepaalde behandelingen steeds lastiger. Ook willen we de behandeling verder verbeteren. Als je de data van heel veel eerdere patiënten hebt, kun je de informatie van een nieuwe patiënt daarmee vergelijken. Op die manier kun je vooraf beter inschatten wat de meest effectieve en efficiënte behandeling voor de patiënt zal zijn. Alleen op basis van grote datasets kun je bepaalde conclusies trekken en daar de behandeling op afstemmen. Daarmee verbeter je het revalidatietraject. En dat is belangrijk, omdat je daarmee de beste behandeling biedt voor de patiënt, en samen de zorg betaalbaar houdt.” Oftewel, om de revalidatiezorg te kunnen blijven bieden is een goede onderbouwing en effectiviteit nodig. “Met Rehablines gaan we daar echt een stap in zetten.”

Data

Bestuurder Annemieke Weijling en Projectleider

André Bergsma zijn nauw betrokken bij de introductie van Rehablines. “We willen graag de behandelingen verder verbeteren en meer wetenschappelijk onderzoek doen. Daar gaat Rehablines ons bij helpen. Daarmee zijn we het

enige en eerste revalidatiecentrum in Nederland dat gebruik gaat maken van een dergelijke databank.”

“Uit de databank komen op termijn ook wetenschappelijke artikelen voort, waar de revalidatiezorg elders in Nederland en daarbuiten haar voordeel mee kan doen”, geeft Annemieke aan. “Het wetenschappelijk onderzoek van het UMCG Centrum voor Revalidatie staat landelijk en wereldwijd goed op de kaart en ik verwacht dat er meer samenwerking met andere centra gaat ontstaan. Kortom, we gaan de revalidatiezorg in de breedste zin verbeteren en daar gaat het om. Niet alleen omdat dat beter is voor de patiënt, maar ook omdat we daarmee de stijgende kosten in de revalidatiezorg een halt toe kunnen roepen.”

Waarde

“Patiënten krijgen hier al een uitstekende behandeling”, voegt André toe, “maar er is altijd ruimte voor verbetering. Wij denken dat we dat met behulp van alle verzamelde data kunnen realiseren. Door de databank jaar in jaar uit te vullen, neemt de waarde per dag toe. Daar doet de behandelaar zijn of haar voordeel mee, het brengt de revalidatiezorg op een hoger niveau en dat is uiteindelijk goed voor de patiënt. En dat is waar we het voor doen.”

www.umcg.nl

Het UMCG Centrum voor Revalidatie telt 2 patiëntenstromen. Patiënten die regulier worden doorverwezen en behandeld, waarbij naast het reguliere behandelteam het team van Beatrixoord Arbeid wordt ingeschakeld. “En verwijzingen rechtstreeks naar Beatrixoord Arbeid, voor mensen met gezondheidsproblemen en een substantiële werkvraag”, geeft hoogleraar Michiel Reneman aan.

“Beatrixoord Arbeid is onderdeel van B.V. Beatrixoord en wij zetten ons in voor de duurzame inzetbaarheid van patiënten/werknemers”, voegt directeur BV Beatrixoord Ronald Stevens toe. “Daarbij kijken we niet alleen naar de aandoening, maar ook hoe iemand nog zijn huidige werk of ander werk kan blijven verrichten.”

“90 procent van onze patiënten wordt door de bedrijfsarts, revalidatiearts of huisarts doorverwezen”, zegt Stevens. “We kijken of het werk nog passend is na de revalidatie en wat we eventueel kunnen doen om het passend te maken. Dat overleg gebeurt in de vierhoek:

werknemer, bedrijfsarts, werkgever en wij, gericht op een realistische en duurzame oplossing. Daar is een ieder mee gediend.”

Stapje verder

Reneman geeft aan dat BV Beatrixoord zich in haar aanpak onderscheidt van andere revalidatiecentra. “Alle revalidatiecentra werken samen met patiënten richting participatie, maar wij gaan net een stapje verder. We beschikken bijvoorbeeld over een complementair team op het gebied van arbeid, hebben een brede kennis van zaken en een uitgebreid netwerk. Ook werken we samen in het landelijke netwerk Vroege Interventie, waarbij Beatrixoord Arbeid de regio Noord-Nederland bediend.”

“Daarnaast ontwikkelen we behandelingen en zetten we onze specialistische kennis in voor andere afdelingen van het UMCG, zoals bijvoorbeeld de nefrologie en oncologie afdelingen.” Stevens spreekt van een unieke samenwerking met het UMCG. “We zien mensen met verschillende ziektebeelden, waardoor we veel kennis opdoen.” Reneman noemt de

samenwerking heel natuurlijk. “Het UMCG is een academische instelling, als hoogleraar doe ik wetenschappelijk onderzoek en geef onderwijs. Wat we via dit onderzoek leren, gebruiken we in de patiëntenzorg en andersom.”

Voordeel

Reneman en Stevens noemen Rehablines een uniek initiatief. “Daar gaan we ook ten aanzien van arbeidsparticipatie veel voordeel van hebben”, is de overtuiging van beiden. “Onze focus ligt op arbeid, op mensen die graag weer willen deelnemen aan het arbeidsproces. Vergis je niet, dat is heel veel waard en dan doelen we niet op geld verdienen. Arbeid is voor veel mensen veel meer. Het is mooi dat de data die we in Rehablines verzamelen ons gaan helpen om meer mensen weer aan het werk te helpen. Wij hebben daar hoge verwachtingen van. De maatschappelijke waarde van Rehablines mag wat dat betreft niet worden onderschat. Wij zien daar erg naar uit.”

www.bvbeatrixoord.nl

ADVERTENTIE
Inzetten voor duurzame inzetbaarheid, thuis, onderweg en op het werk
Annemieke Weijling en André Bergsma Ronald Stevens: „Wij gaan net een stapje verder.”

ze het werk van zorgverleners. Daar zou de rest van de wereld natuurlijk ook profijt bij kunnen hebben, maar dan moet een ‘particuliere oplossing’ transformeren in een innovatie die breed opgepakt en ingezet wordt. Maar wie gaat dat doen?

Lang niet iedereen heeft daar gevoel bij, zin in, de tijd voor. En dat is zonde. Sterker nog: dat móet anders, want we hebben alle creativiteit nodig om ons zorgsysteem te redden. Of liever: om te voorkomen dat mensen in de (nabije) toekomst geen beroep meer kunnen doen op de zorg. Want het zorgsysteem zelf ligt ook onder de loep, om diezelfde reden. ,,Kijk, voor ondernemers met innovaties hebben we een goed proces’’, vertelt Peter Ketelaar. Hij is directeur van Life Cooperative, een samenwerking van noordelijke bedrijven in de sector die elkaar naar een hoger niveau opstuwen. ,,Ondernemers komen bij ons, we kijken naar de potentie, zoeken er investeerders bij, regelen wellicht laboratoriumruimte, adviseurs en meer. In wezen willen we die route ook voor mensen die geen ondernemer zijn.’’

Voor ondernemers is duidelijk: er moet geld mee te verdienen zijn, met een innovatie. Dat vinden investeerders ook. Maar om de zorgsector verder te helpen, zijn andersoortige innovaties net zo goed broodnodig. Die gaan niet per se over economisch gewin, maar meer over de brede welvaart. Over preventie, meer welzijn, verbeteringen in procedures, enzovoort. Iedereen in staat stellen om een innovatie te ontwikkelen. Daar gaat het om. ,,We willen verder gaan, niet zitten wachten totdat mensen met goede ideeën naar ons toe komen’’, zegt Van der Heijden.

‘ONZE SCOUTS GAAN DE GOEDE IDEEËN OPHALEN’

De innovaties worden opgehaald. ,,We gaan de provincies in, actief op zoek naar de innovaties die nu nog vaak verstopt zijn. Onze scouts gaan de goede ideeën ophalen en zorgen ervoor dat ze in het proces komen zodat ze kunnen leiden tot innovaties waar iedereen wat aan heeft. Kijk, we hebben het vaak over het ‘ontschotten in de zorg’, dit gaat over het ontschotten van alle ondersteuning voor innovatie. We hebben al mooie voorbeelden van innovaties die een verbinding zoeken met, of voortkomen uit het sociale domein. Een beker voor trillende patiënten bijvoorbeeld, een tool die het leven van zorgverleners makkelijker maakt, een technologie om mantelzorgers te ondersteunen. Dat gebeurt allemaal al. ’’

Die scouts zijn mensen die al in de netwerken van al die samenwerkingspartners zitten. Medewerkers van welzijnsorganisaties bijvoorbeeld, directies van zorgclubs, mensen van opleidingen, werknemers in ziekenhuizen en nog veel meer. De pikken de ideeën en innovaties op en nemen de bedenkers ervan mee naar het loket, waar het proces op gang komt om er meer mee te doen.

Peter Ketelaar: ,,En die ideeën uit het maatschappelijk veld kunnen net zo goed in het proces komen dat we voor ondernemers en bedrijven al hebben. Waarom niet? Het gaat erom dat we geen enkel goed idee om de zorg op een hoger plan te brengen of in ieder geval op peil te houden, laten liggen.’’

Sasscup: bedacht en toegepast in de praktijk

Mensen met de ziekte van Parkinson trillen soms heftig. Dat is lastig met drinken, omdat morsen op de loer ligt. Joas Nicolai bedacht er als student wat op: de Sasscup, waarbij SASS staat voor Smart Anti Spill System. Het product vindt langzaam maar zeker zijn weg in zorginstellingen. Het was een studieopdracht van het Excellentieprogramma van ROC Friese Poort: bedenk iets voor een probleem in de zorg rond het thema drinken.

Joas Nicolai: ,,Het viel me op dat de oplossingen die er waren een beetje kinderachtig

Uitgaan van de zorgverlener, niet van de winstmarge

Eerst uitzoeken wat het probleem precies is, daarna samen met zorgverleners het zorgproces bekijken en als laatste stap zien welke technologie een oplossing kan bieden.

In die volgorde werkt DA-RE Health Innovation in Heerenveen. En dat is anders.

,,Vaak zie je dat een technologisch idee over de schutting wordt gegooid en dat zorgverleners er maar mee om moeten gaan. Dat werkt niet’’, vertelt Reinier Hakvoort. De medeoprichter van het bedrijf weet waarover hij spreekt. Hij was zelf militair verpleegkundige. ,,Wat je wil, is dat een innovatie je serieus verder helpt, je taken verlicht, je proces beter maakt. Dat is wat wij doen en daarom zijn we dit bedrijf begonnen.’’

Arna is een mooi voorbeeld van de oplossingen die DA-RE bedenkt. Hakvoort: ,,We horen al jaren uit het zorgveld dat verpleegkundigen aanlopen tegen de veelheid aan zorgtechnologie, met elk een eigen dashboard, eigen app, eigen platform. Met Arna ontwikkelden we één overzichtelijke voorkant van al die hulpmiddelen, zodat zorgver-

oogden. Een beker met een rietje, dat is niet wat je wil als patiënt. Al helemaal niet zo’n tuitbeker met twee oren.’’ Het idee voor deze innovatieve oplossing ontstond in het café, tijdens het drinken van een Kwak-biertje. Het bijbehorende glas is speciaal, met een bol onderin. Die maakt het morsen een stuk minder. ,,We besloten zo’n bol voor in een beker te maken op een 3D-printer. Toevallig kwamen we de mannen van Elzinga Van der Krieken tegen, een start-up uit Drachten. Zij hebben ons geholpen het product verder te ontwikkelen. De

bol is nu een soort golfbreker, die je in een beker klikt. Werkt perfect.’’ Waar zijn studiegenoten terug de boeken in gingen, besloot Nicolai door te gaan met de Sasscup. Inmiddels heeft hij er meer dan achtduizend verkocht. ,,Nee, ik kan er nog niet van leven, ik doe het erbij. Het vereiste een flinke investering om de productie op te starten. Maar de positieve reacties van gebruikers vind ik het belangrijkst. Mijn doel is niet per se om het zelf heel groot te maken. Ik denk er meer aan om het op zeker moment onder te brengen bij een bestaand bedrijf.’’

leners makkelijk en snel in de omgeving zitten waar ze moeten zijn en kunnen vinden wat ze zoeken.’’

Samen met zorgverleners om tafel, dat is wat het bedrijf doet. ,,Dat doen we vanuit design labs samen met mensen uit de zorg, zodat we continu in de gaten kunnen houden of wat we bedenken écht is wat de wereld

zoekt. Wij zijn ervan overtuigd dat voor de zorg een ander model moet komen, dat uitgaat van wat nodig is, en niet van hoeveel geld ermee verdiend kan worden. De maatschappelijke kosten verdienen ene belangrijkere plek. Winst maken moet ook hoor, anders kun je niet verder. Maar het mag nooit het uitgangspunt zijn.’’

LEEUWARDER COURANT DONDERDAG14SEPTEMBER2023 17
JOAS NICOLAI REINIER HAKVOORT

Nieuw onderkomen voor zeer intensieve begeleidingsgroepen bij OlmenEs

Een plek van respect, verbinding, persoonlijke ontwikkeling en gelijkwaardigheid. Dat is waar de nieuwbouw van het woonhuis de Platanus van de woon- en werkgemeenschap OlmenEs uit Appelscha voor staat. Op OlmenEs kunnen volwassenen met een verstandelijke beperking in principe hun hele leven blijven wonen en werken. Het gebouw komt op de plek waar OlmenEs 29 jaar geleden met woonhuis de Es de deuren opende.

OlmenEs is gelegen op het terrein van het voormalige uit 1922 stammende tbc-sanatorium in de bossen van Appelscha. De plannen voor de nieuwbouw waren er al voor de coronatijd, maar de bouw werd door verschillende factoren uitgesteld. Het woonhuis is voor 10 volwassenen die zeer intensieve begeleiding nodig hebben. Daarnaast wordt er een werkgebouw gerealiseerd, dat als naam Ilex krijgt. De namen van de gebouwen zijn gekozen door de bewonersraad en de gebruikers uit de voorstellen die medewerkers, bewoners en verwanten hadden ingediend.

Platanus, de Latijnse naam voor plataan, is gekozen ‘vanwege de omhulling die het gebouw geeft: ‘beschut, vaak centrale ontmoetingsplek en maakt kalm’. De naam van het werkgebouw Ilex, de Latijnse naam voor hulst, staat voor ‘krachtig en beschermend, maar ook teder en verzorgend’.

In de Platanus komen twee groepen voor vier bewoners en twee appartementen. Daarnaast wordt een open binnentuin gerealiseerd.

Nauw betrokken bij de nieuwbouw zijn clusterhoofd Lammie Winters en gedragsdeskundige Linda Daniëls van De Wingerd. Die bewoners verhuizen straks. De Wingerd is het karakteristieke gebouw dat oorspronkelijk toebehoorde aan de geneesheerdirecteur van het sanatorium en dat in 2007/2008 werd verbouwd tot onderkomen voor een van de eerste zeer intensieve begeleidingsgroepen van OlmenEs. „De Wingerd staat aan de rand van OlmenEs. De bewoners kunnen daar waar het mogelijk is aansluiten bij de gemeenschap, maar kunnen ook de rust van hun eigen omgeving opzoeken. Dat is straks ook

het geval”, zegt gedragsdeskundige Linda Daniëls over de Platanus. De Wingerd zelf krijgt een herbestemming. Hoe die eruit komt te zien, is nog niet bekend.

In het derde kwartaal van dit jaar begint de werving voor het nieuw samen te stellen team voor de Platanus. Dat moet een goede mix opleveren tussen nieuwe teamleden en bestaande medewerkers die er gaan werken. „We willen het team uitgebreid de tijd geven zich goed in te werken en de bewoners te leren kennen, zodat de overgang naar de nieuwbouw makkelijker wordt.”

Intern mobiliteitsplan

De nieuwbouw van de Platanus en Ilex wordt verricht door bouwbedrijf Stoffers uit Appelscha die afgelopen jaren ook renovatiewerkzaamheden uitvoerde aan woonhuizen op het terrein van OlmenEs. De bouw begon in februari van dit jaar en moet in april 2024 klaar zijn. De nieuwbouw biedt 4 extra plekken voor bewoners met een zeer intensieve begeleidingsvraag.

„We merken dat er binnen OlmenEs, net als in de rest van Nederland, meer behoefte is aan plekken voor complexe zorgvragen. Het is een kans om de betreffende doelgroep die al op OlmenEs woont op een beter passende plaats te laten wonen. Daarmee samenhangend geeft het ook ruimte om voor andere bewoners met een veranderde zorgvraag een plek te bieden die aansluit bij hun ontwikkeling en ondersteuningsbehoefte. Zie het maar als een soort intern mobiliteitsplan”, zegt clusterhoofd Lammie Winters. De voorbereidingen van de verhuizingen en het

werven van nieuwe collega’s zal starten vanaf oktober 2023.

In natuur opgaan

In samenspraak met architectenbureau FSBK uit Assen hebben verwanten, begeleiders en andere betrokkenen van OlmenEs een gebouw ontwikkeld, waarin de waarden van OlmenEs en het karakteristieke van de huidige Wingerd terug te vinden zijn. Zo gaat het onderkomen niet alleen op in de natuur, maar is er ook veel lichtinval door het vele glas dat wordt geplaatst en wordt gebruik gemaakt van natuurlijke en duurzame materialen. „De visie van OlmenEs komt daardoor in de nieuwe gebouwen goed naar voren”, aldus Daniëls.

Grondsteenspreuk

Hoe de opening van de Platanus en de Ilex vorm wordt gegeven, weten Winters en Daniëls nog niet. Wel is in elk geval duidelijk dat iedereen die het nieuwe gebouw betreedt over de grondsteenspreuk van OlmenEs heenloopt. Die spreuk is op perkament geschreven en verpakt in een koperen buis geplaatst in de fundering en is voor het blote oog niet zichtbaar. De spreuk komt samengevat neer op: elkaar helpen ontwikkelen, helen, groeien, het zoeken van het goede in de mens, kracht tot genezing en de kracht van liefde. „Daarmee willen we symbolisch een boodschap meegeven aan de toekomstige bewoners van de Platanus en de gebruikers van de Ilex”, aldus Winters en Daniëls.

www.olmenes.nl

ADVERTENTIE
Lammie Winters en gedragsdeskundige Linda Daniëls

EELKO HUIZINGH

VOORUIT DURVEN LOPEN

Dat de zorg piept en kraakt is bekend. Grote tekorten aan medewerkers en snel oplopende kosten maken grootschalige toepassing van technologie aantrekkelijk. Tegelijkertijd is er angst voor ‘technologisering’ van de zorg: dat zorgverleners worden vervangen door technologie. Straks zijn het robots die zieken verzorgen en oma in bed stoppen. Dit roept de vraag op welke relatie zorg en technologie hebben.

Om te beginnen is het goed ons te realiseren dat het toepassen van technologie in de zorg al heel lang gebruikelijk is. Denk aan het maken van echo’s, hartfilmpjes, MRI scans en kijkoperaties. Ook de behandelkamer van de tandarts staat vol technologie. Al deze toepassingen hebben gemeen dat het de zorgverlener is die technologie gebruikt bij het behandelen van patiënten.

Bij de tweede groep toepassingen gebruiken patiënten zelf zorgtechnologie. Het meest voorkomende voorbeeld betreft medicijnen, hoewel niet iedereen die direct zullen herkennen als technologie. Wellicht duidelijker voorbeelden lopen uiteen van thermometers tot pacemakers. Ook deze categorie technologie blijft zich snel ontwikkelen. De eerste pacemaker werd in 1958 geplaatst en werkte slechts 3 uur, tegenwoordig is het plaatsen van een pacemaker een redelijk eenvoudige ingreep, klaar binnen 2 uur, waarna de batterij het 10 jaar volhoudt. En de ontwikkeling gaat snel verder. Recentelijk zijn elektroden geïmplanteerd bij gedeeltelijk verlamde mensen waardoor zij weer konden lopen en communiceren.

De derde categorie toepassingen wordt gebruikt in de interactie tussen patiënt en zorgverlener. Een belangrijke reden hiervoor zijn de bovengenoemde factoren zoals tekorten aan zorgmedewerkers, oplopende kosten en een toenemende vraag naar zorg. Voorbeelden zijn telefonische consulten, beeldbellen en online afspraken maken. Bij andere toepassingen monitoren patiënten zelf hun gezondheid, bijvoorbeeld door het meten van bloeddruk, hartritme, beweging of lichaamsgewicht, of het invullen van vragenlijsten. De gegevens worden online doorgegeven aan de zorgverlener die alleen indien noodzakelijk actie onderneemt.

In de zorg wordt veel geëxperimenteerd met technologie op een speelveld met schuivende panelen. Technologie en toepassingen daarvan veranderen continu, hetzelfde geldt voor regelgeving en patiënten. De uitdaging van veranderende regelgeving is nieuwe toepassingen te stimuleren en niet te blokkeren, maar dit vergt vaak een tijdrovend en complex proces.

Ook patiënten veranderen. Patiënten zijn nu mondiger en hebben meer mogelijkheden om zich te informeren dan twintig jaar geleden. Ouderen in de toekomst hebben weer meer digitale vaardigheden dan de ouderen van nu. Daarnaast geldt, ook voor de ouderen van nu, dat je nooit te oud bent om te leren. Denk nog maar eens aan de snelle veranderingen die opeens mogelijk bleken tijdens de coronacrisis.

Tegelijkertijd ligt hier wel een belangrijke uitdaging, we moeten zorgen dat iedereen kan blijven meedoen. Dat vraagt om een gedifferentieerd aanbod afgestemd op de kennis en kunde van de patiënt, voldoende begeleiding en

de mogelijkheid om het ‘op de oude manier’ te doen voor degenen die anders zouden afhaken. Voor een forse groep bestaat het gevaar dat de digitalisering in de zorg anders te hard gaat. Zo bleek onlangs dat zo’n 4,5 miljoen volwassenen worstelen met de online dienstverlening van de overheid. Dit betreft veelal ouderen, laaggeletterden, mensen met een lichte verstandelijke beperking en anderstaligen. En dat zijn nu juist de mensen die in de zorg oververtegenwoordigd zijn.

Kortom, technologie en zorg is veel meer dan een verstandshuwelijk. Technologie heeft de kwaliteit van onze gezondheidszorg op vele punten verhoogd en zal dat in de toekomst ook blijven doen. De ervaring uit het verleden leert trouwens dat de grootste bijdrage van technologie niet is het besparen van kosten maar het verbeteren van zorg.

Voor toekomstig technologiegebruik blijft gelden dat innoveren vereist dat je vooruit durft te lopen op de troepen. Zo ontdekken we op kleine schaal wat werkt en wat niet. Maar onderschat vooral het vervolgproces niet. Grootschalige toepassing van een innovatie die succesvol is in een experiment vraagt om samenhangende structurele veranderingen. De technologie moet betrouwbaar, eenvoudig en tegen beperkte kosten beschikbaar zijn. Gebruikers, zowel patiënten als zorgverleners, moeten toepassingen snappen, vertrouwen en kunnen gebruiken. En tot slot dient de regelgeving te waarborgen dat goede zorg voor iedereen beschikbaar is ongeacht w daarbij worden gebruikt. Dat zijn de essentiële voorwaarden voor een ook in de toekomst gelukkig huwelijk tussen zorg en technologie.

EELKO H

Dr. Eelko Huizingh werkt bij de vakgroep Innovatiemanagement & Strategie van de Rijksuniversiteit Groningen en is auteur van het boek Innovatiemanagement

LEEUWARDER COURANT DONDERDAG14SEPTEMBER2023 19
20 LEEUWARDER COURANT DONDERDAG14SEPTEMBER2023 MARK WOORTMEIJER

Elke ondernemer kent ze: van die momenten waarop je moeite hebt te ontdekken wat de juiste keuze is. In zo’n geval is het handig als je een groot voorbeeld hebt, iemand aan wie je je even kunt spiegelen. De Spiegel gaat over grote voorbeelden en inspiratiebronnen. Vandaag aflevering 33: Mark Woortmeijer, ondernemer in hart en nieren (Custom Drone), een Fries in Thailand. TEKST JEAN-PAUL TAFFIJN

THAILAND ALS BASIS VOOR SUCCESVOL WERKEN AAN JEZELF EN JE ONDERNEMING

Hé Mark, wat doe je daar helemaal?

,,Ik ben hier al dik twee jaar, in een dorpje tussen de kippen en de koeien. Eigenlijk zou ik een half jaar of iets meer op wereldreis gaan, om mezelf en de wereld te ontdekken. Maar ik heb hier na een tijd mijn focus gevonden om nieuwe bedrijven te starten. Ik blijf daarom nog even, heb ik besloten.’’

Zo! Maar ik ken je van Custom Drone in Sneek. Hoe zit het daarmee?

,,Heb ik verkocht, ik heb het roer omgegooid. Om me heen zag ik dat het ondernemers ging om meer, meer, meer. Voor mezelf werkte dat niet. Het is lastig om toe te geven dat je aan je gezondheid moet denken en dingen anders moet doen, maar dat is me gelukt. Ik realiseerde me dat ik jarenlang alleen maar aan het werk ben geweest en mezelf vergat, dat ik meer moest loslaten.’’

Hoe heb je dat voor elkaar gekregen?

,,In 2018 kreeg ik tijdens het stappen een klap op mijn hoofd. Dat had immense gevolgen. Ik kreeg daarna steeds minder voor elkaar, ik zakte weg. Een heel traject heb ik gevolgd om beter te worden. Dat ging langzaam. Totdat het me lukte om weer te kite surfen. Als ik dat deed, had ik geen pijn. Vanaf toen werkte ik alleen als er geen wind stond.’’

En Thailand?

,,Ik wilde naar Thailand om aan mezelf te werken, om veel te leren. Via via kwam ik

in een huisje terecht in Chiang Mai. Dat zou voor twee weken zijn, maar twee jaar later ben ik er nog steeds. Acht maanden lang heb ik bewust geen enkel contact gehad behalve met de bevolking hier. Ik heb opnieuw opgestart, zou je kunnen zeggen. Zo kan ik dieper bij mezelf te rade gaan over wat ik als ondernemer wil. Ik ben eruit: een bedrijf opzetten is het leukst. Daarna moet ik zo snel mogelijk loslaten.’’

Hoe ben je tot die conclusie gekomen?

,,Allereerst door gewoon te doen, te proberen. Dat kost tijd, maar naarmate je jezelf beter kent, gaat dat gemakkelijker. Maar ook door mijn spiritualiteit te ontdekken. Dat klinkt misschien zweverig, maar het hielp mij enorm. Een jaar lang heb ik les gehad van een beroemd spiritueel leider, Mantak Chia. De hele opleiding heb ik doorlopen, inclusief de afsluitende drie weken in de zogeheten dark room retreat. Dan zie je geen enkel licht. Daar ben ik een ander mens van geworden. Je leert zó veel over wie je bent en wat je wil.’’

AI Pioneers

Het door Mark Woortmeijer opgerichte A.I Pioneers helpt bedrijven met het toepassen van kunstmatige intelligentie (A.I.). Dat gaat van consultancy en workshops tot en met de implementatie in de vorm van projecten.

Een lichtend voorbeeld dus …

,,Absoluut. Hij is een geweldige leraar als het gaat om hoe je met je energie moet omgaan, hoe je denken en voelen moet combineren. Zonder hem was het me nooit gelukt om zo’n grote focus op het positieve te krijgen, om negativiteit om te zetten. Online had ik een Nederlandse mentor die me heel veel over mijn eigen ondernemerschap leerde. Door die twee dingen te combineren, snapte ik waar ik heen wil.’’

Tot welke resultaten heeft dat geleid?

,,Allereerst dat ik zelf weer vol energie aan het werk ben en snap waar ik me op moet richten. In de afgelopen twee jaar ben ik daardoor met tientallen bedrijfjes bezig geweest, waarvan de meeste niks werden.

Dat is niet erg. Op tijd stoppen is ook een kracht. Op dit moment ben ik vooral druk met A.I Pioneers. Met een heel team regelen we voor bedrijven alles rond A.I., van consultancy tot en met implementatie van technologie. Doen we vanuit Amsterdam. Dat loopt heel goed. Quanty is een ander bedrijf van me. Dat is een AI-tool die bedrijven direct helpt met A.I.-vraagstukken.

En met The Base werk ik aan een community voor startende ondernemers.’’

Het ondernemen heb je bepaald niet verleerd in de rimboe …

,,Dit is wat ik wil. Als deze bedrijven goed lopen, vertrek ik hier weer. Geen idee nog waarheen. Maar daar ga ik ongetwijfeld weer nieuwe dingen beginnen.’’

LEEUWARDER COURANT DONDERDAG14SEPTEMBER2023 21 DE SPIEGEL
22 LEEUWARDER COURANT DONDERDAG14SEPTEMBER2023
BART VAN DER LINDEN

De nachtlens? In Emmen uitgevonden. Leverancier van 90 procent van de Nederlandse optiekzaken? Zit in Emmen. De enige Europese R&D-fabriek van Japanse reus Menicon? In Emmen. Tijd om nader kennis te maken.

SLIJPEN EN PERFECTIONEREN

Harde lenzen, zachte lenzen, varifocale lenzen, extra grote lenzen, kinderlenzen, medische lenzen, myopie-remmende lenzen. Aan de Waanderweg in Emmen worden contactlenzen gemaakt in alle soorten en maten. Letterlijk. Duizenden per dag vinden hun weg over de hele wereld. En dat is bijna niet te geloven, als je weet hoe het proces van de productie van een lens in elkaar zit.

Mensenwerk is het voor een groot deel nog steeds. Menicon in Emmen telt 161 medewerkers. En daarin komt niet zomaar verandering. ,,We maken hier vooral speciale lenzen. Voor elk oog hebben we een oplossing’’, vertelt algemeen directeur Bart van der Linden. ,,Wat geautomatiseerd kan, automatiseren we natuurlijk. Maar onze producten zijn allemaal uniek, en dat maakt het mensenwerk.’’

Ogen verschillen nogal van elkaar. De één is bijziend, de ander verziend bijvoorbeeld. Het ene oog is ronder dan het ander, de omvang van de oogbol verschilt, net als die van de pupil. En dan heb je nog cilinderafwijkingen en nog veel meer. Een lens houdt rekening met al die ongelijkheden. ,,Daarom gaan wij pas produceren als een lens besteld is. Maximaal drie dagen later is het werk klaar. 90 procent van wat we doen is maatwerk.’’

OOGOPERATIES

Menicon produceert niet alleen op bestelling voor de opticiens, maar ook in opdracht van medisch specialisten. ,,We hebben bijvoorbeeld de Time XL. Dat is een extra grote lens die gebruikt wordt na oogoperaties. De randen van de lens vallen dan niet op het kwetsbare gebied van het oog. Het is bovendien nog belangrijker dat er geen vuiltjes onderkomen en daar helpt deze lens bij.’’

In het nieuwe gebouw in Emmen gebeurt dat allemaal, verdeeld over twee verdiepingen. Beneden vindt het ambacht plaats, boven de controles. Die laatste zijn hard nodig. Een microscopisch kleine afwijking in het productieproces maakt dat een lens wordt afgekeurd. Meten, keuren en

nog eens meten slokt een boel van de productietijd op. Zo precies werken kan bijna alleen maar in een gebouw dat daar speciaal voor is ontworpen. In Emmen is de constructie er bijvoorbeeld op gericht om trillingen van treinen, vrachtwagens en meer volledig op te vangen. Alleen zo kunnen de snijmachines (draaibanken) hun uiterst precieze werk goed doen. Verschillende ruimtes zijn er waar schoon, schoner, schoonst wordt gewerkt. Pak aan, zakken om de schoenen. Stof is een grote vijand.

,,Het maken van een lens bestaat in wezen uit twee stappen’’, legt Van der Linden uit. ,,De ene stap is het slijpen van het materiaal zodat het doet wat het moet doen. De andere stap is ervoor zorgen dat de lens perfect op het oog van de eigenaar past.’’

EXACT OP MAAT

Een lens ontstaat uit een klein stukje speciale kunststof. Die is vuilafstotend en zuurstofdoorlatend. Volgens de meetgegevens die opticiens, optometristen en oogartsen geven, snijdt de machine het kunststof exact op de maat van het oog waarop de lens zijn werk moet doen. Ultralicht polijsten is vervolgens essentieel voor het comfort. En daarna is het nameten geblazen. Tot duizendsten van een millimeter nauwkeurig moet de lens passen.

De volgende stap is het slijpen van de andere kant van de lens, zodat de juiste sterkte ontstaat. Ook daar is precisie waar het om gaat. De diamantbeiteltjes werken in termen van microns en nanometers. En ook daarna wordt er weer gepolijst, gecheckt en gedubbelcheckt. De juiste vloeistof komt er automatisch bij, de lens gaat in een blister, wordt geseald en op de goede plek gelegd voor transport.

Dat is niet iets wat iedereen zomaar kan. ,,We leiden onze mensen hier zelf op. Dat is een traject van een half jaar. Je moet met de machines weten om te gaan, snappen dat elke lens anders is en weten hoe belangrijk precisie is, dat je geen stap kunt overslaan om aan alle kwaliteitseisen van dit medische hulpmiddel te voldoen.’’

Menicon Emmen is de opvolger van NKL Contactlenzen dat in 1974 begon met de productie van harde contactlenzen. Bart van der Linden, die al sinds 1998 bij NKL/Menicon werkt, nam in 2012 samen met Peter Nijhuis de dagelijkse leiding over van Henk van Bruggen de voormalig eigenaar van NKL. Zes jaar eerder werd het Drentse bedrijf onderdeel van de Japanse lenzenreus Menicon. Sinds voorjaar 2022 is van der Linden algemeen directeur van de vestiging in Emmen.

WERELDWIJD

Dat samengaan met Menicon levert grote voordelen, zegt Van der Linden. ,,We hebben meer armslag en we hebben ons aanbod flink kunnen uitbreiden. De markt waarin we nu opereren is wereldwijd. Heel veel van de lenzen die je overal vindt, zijn vrij standaard. Als je maatwerk wil, dan kom je al snel in Emmen uit. Óók als je in pakweg de VS woont. En in China timmeren we ook hard aan de weg.’’

Zoals ‘Emmen’ de nachtlens uitvond, zo gaat nu veel aandacht naar een nieuw uniek product: een lens voor kinderen die ’s nachts helpt de achteruitgang van het oog te vertragen. Met de naam Menicon Bloom, lenzen die overigens voor een Amerikaanse multinational onder een andere naam worden gemaakt. ,, Menicon Bloom is er als daglens en als nachtlens. Kinderen met myopie, bijziendheid, ontwikkelen op latere leeftijd een steeds grotere afwijking. Door onze lenzen te dragen, wordt die ontwikkeling afgeremd.’’

De speciale lens is de kern van een heel behandelingsplan. Daar zitten tools, apps en andere software bij om opticiens te ondersteunen. ,,Die ondersteuning bieden we eigenlijk voor al onze lenzen. Opticiens die de meetgegevens van een klant invoeren in ons systeem, krijgen direct advies over welk type lens ze het best kunnen gebruiken. Een druk op de knop en de opdracht komt bij ons binnen.’’

En zo ligt de postkamer vol, elke dag weer, met duizenden pakketjes lenzen. Allemaal uniek, allemaal onderweg over de wereld, allemaal gemaakt in Emmen.

TEKST
LEEUWARDER COURANT DONDERDAG14SEPTEMBER2023 23

Aardema Zorggroep, thuis waar goede zorg nodig is

Aardema Zorggroep is veel meer dan alleen een plek waar mensen samenkomen en zorgen voor elkaar. Oprichtster Tjidi Aardema, verzorgende Eugene Armstorff en huishoudelijke hulp Janette Aardema over samenwerken vanuit passie waar wijkverpleging en huishoudelijke zorg op een mooie manier samenwerken.

21 Jaar geleden begon Tjidi Aardema in Oudehorne als zelfstandige in de thuiszorg. Nu werken bij Aardema Zorggroep 200 mensen met liefde voor het vak in de wijkverpleging en de huishoudelijke zorg. „We willen er zijn voor mensen die thuis ondersteuning nodig hebben. We staan gelijkwaardig en naast cliënten voor huishoudelijke hulp, wijkverpleging en begeleiding voor alle leeftijden.” Ook zijn er 3 mooie dagbestedingslocaties en kunnen we met onze partner Netwerkpsychologen direct schakelen bij psychologische hulp. Persoonlijke bejegening en het zien wat nodig is, dat ondersteunen, daar zetten wij ons dagelijks voor in. Het Aardema Huys in Nieuwehorne belichaamt wie we zijn en wat we doen. We zijn hier geworteld, in een omgeving waar veel mensen en families elkaar kennen, waar je elkaar helpt en omkijkt naar elkaar. Dat is wat zorg voor mij is. Die gedachte willen we verder uitdragen.Vanuit de dorpen rond Heerenveen, strekt het werkgebied van de Aardema Zorggroep zich uit door de hele provincie Friesland.

Wie graag aan de slag wil in de wijkverpleging of de huishoudelijke zorg, is welkom bij Aardema.

„Na dertig jaar in het kappersvak vond ik het mooi geweest”, vertelt Janette Aardema (die haar naam deelt met Tjidi, maar geen familie is). „Een vriendin zei, waarom word je geen huishoudelijke hulp? Een dag later zat ik hier, het klikte en mijn leidinggevende vroeg wanneer ik kon beginnen.

Natuurlijk vond ik het spannend, ik had in geen dertig jaar gesolliciteerd.” Heerlijk vindt ze het werk dat ze nu een maand of vier doet. „Ik ben hier op mijn plek, de mensen, het contact, de gesprekken, van betekenis zijn voor een ander” zegt ze stralend. „Ik werk vier ochtenden, ik kan het goed combineren met m’n gezin, het is

afwisselend. Van huishoudelijk werk tot gesprekken, van het bakje koffie tot signaleren hoe het met iemand gaat en samen eten. Bij de een kom ik een paar keer in de week, bij anderen eenmaal per veertien dagen. De een laat jou misschien meer het werk doen, de ander wordt blij als je haar betrekt door te vragen of ze misschien mee wil helpen. Echt hartstikke leuk, dit kan ik nog dertig jaar doen!”

Respect en een glimlach

Met jarenlange ervaring in een verpleeghuis stapte Eugene Armstorff een jaar terug over naar de thuiszorg. Hij is gediplomeerd Verzorgende IG (Individuele Gezondheidszorg). „Toen ik een jaar of vijftien was, wist ik nog niet wat ik wilde, maar mijn ouders zeiden, je bent sociaal en zorgzaam, waarom ga je daar niets mee doen? Vanaf mijn zestiende zit ik in de zorg en ik vind het nog steeds prachtig. Ik krijg energie van wat ik doe, van de mensen die ik mag helpen. Het vertrouwen, respect, de glimlach die je krijgt. Ik begeleid mensen thuis, het is heel breed wat we doen. Van medicatie klaarleggen of toedienen, steunkousen aantrekken, mensen helpen met douchen of wassen. Altijd volgens vaste routes en soms in overleg met collega’s. Bijvoorbeeld met Janette, als zij iets signaleert bij een van de mensen waar ze komt. Dan kijken wij wat er eventueel aan de hand kan zijn en hoe dat aangepakt moet worden. Is er een ander eetpatroon, bijvoorbeeld en waarom? Wat kun je zelf of waar moet je een meer gespecialiseerde collega vragen? Ik vind het heerlijk werk.”

Oplossingsgericht mogen werken Hoe ervaren ze hun werk? „Ik vind het heel fijn dat we de vrijheid hebben om te doen wat we moeten doen. Er is een sfeer van oplossen als er

iets is, aanpakken”, zegt Eugene. „We zijn er voor elkaar en met elkaar”, zegt Janette. „Je moet kijken wat er moet gebeuren. En wat ik belangrijk vind, is dat we er hier met elkaar over kunnen praten en dat er waardering is voor wat je doet.” Tjidi Aardema hoort het met een instemmende glimlach aan. „Dit is hoe we in het leven staan. Onze professionals hebben het zicht op de situatie en ze weten heel goed wat ze kunnen en wanneer ze advies moeten vragen. Ik vind het belangrijk dat zij hun verantwoordelijkheid durven nemen. Oplossingsgericht werken, vertrouwen geven. Zo gaan we hier met elkaar om, we doen wat nodig is met alle waardering die er voor mij altijd bij hoort. Elkaar waarderen en respecteren, om wie je bent en wat je doet en daarmee betekent.”

Hoe kijken Janette en Eugene naar hun toekomst? Eugene: „Ik wil in de nabije toekoemst de opleiding Verpleegkunde gaan doen. Ik ben ambitieus, ik wil verder in dit werk bij dit bedrijf. Voorlopig als Verzorgende, maar ik wil doorgroeien. Mezelf ontwikkelen vanuit de gedrevenheid die ik heb.” Janette: „Nee, dat heb ik helemaal niet hoor, ik vind het prima zo. Ik vind het heel fijn dat ik dit mag doen, dit past bij me, het is wie ik ben. Ik ben er trots op, dit is wat ik doe.” Het tekent de mensen van de wijkverplegingen huishoudelijke zorg van Aardema Zorggroep. Samen zorgen, ieder in het werk dat hem of haar past. Zorgen voor elkaar en voor anderen. Het belang van de cliënt altijd voorop. Omdat je het wilt en fijn vindt.

aardemazorggroep.nl

ADVERTENTIE
Eugene Armstorff , Tjidi Aardema en Janette Aardema

De uitgestrekte goudkleurige graanvelden zijn het visitekaartje van Noordoost-Groningen. Maar tot verdriet van akkerbouwer Gert Noordoff is vrijwel al het graan bestemd als veevoer. Met coöperatie De Graanrepubliek wil hij het Groningse graan weer op de kaart zetten: „De kleibodem is hier zo rijk, maar voor de allerlekkerste smaak moet je wel moeite doen.”

Zijn akker in Bellingwolde ziet Noordoff als kraamkamer van De Graanrepubliek. Hij wijst op een ruige, bebaarde graansoort die door zijn zware top naar de bodem helt: „Dit is bere barley, deze soort komt uit Schotland waar hij onder zeer arme omstandigheden is opgegroeid. Hier krijgt hij eigenlijk te veel voeding waardoor hij gaat liggen.” Even verder op staat een veel fijnere graansoort, golden promise Beide graansoorten zijn geschikt voor het stoken van whisky.

Als het graan geoogst is, gaat het naar het naburige Bad Nieuweschans. Daar brengt De Graanrepubliek in een voormalige treinremise boeren en makers bij elkaar. In het gerestaureerde pand zijn sinds afgelopen maart horeca, een distilleerderij, brouwerij, kleine bakkerij en graanlab gevestigd. „Hier produceren we op topniveau. Kwaliteit en smaak staan voorop”, aldus smaakexpert en Graanrepubliekambassadeur Laurens Speek.

De kraamkamer van De Graanrepubliek levert veel mooie gewassen op. „De kleibodem is hier zo rijk, maar voor de allerlekkerste smaak moet je wel moeite doen,” zegt akkerbouwer Gert Noordoff.

GRAAN VAN VEEVOER NAAR WHISKY

De bere barley en golden promise verdwijnen in de zilveren brouwketels van bierbrouwerij Eggens. Een deur verder staan de koperkleurige distilleerketels van Hooghoudt, een van de geldschieters van De Graanrepubliek. „Het stookbier uit de ketels van Eggens gaat via een slang over de vloer rechtstreeks de distilleerketel in”, vertelt Speek ruikend aan een glaasje moutwijn dat de basis vormt voor zowel jenever als whisky. „Ik ruik verse granen en lichte citrustonen”, klinkt het enthousiast.

In het graanlab onderzoekt Speek samen met Noordoff en twee andere telers welke graansoort bij welk smaakprofiel past, welke rassen er in de omgeving gedijen en of de graansoort geschikt is voor brouwen, stoken of bakken. Noordoff: „Zo’n onderzoek kan jaren duren, want net als bij wijn is het ene jaar beter dan het andere.” Ook wordt gekeken welke deelnemende boer de beste grond heeft voor de graansoort. „Een van onze leden is gevestigd in Noord-Groningen waar kleigrond overgaat naar zand. Deze zavelgrond is veel minder rijk. Het is daarom heel goed mogelijk dat de bere barley het daar veel beter doet.”

Voor een graansoort verhuist, wordt het in de kraamkamer van de coöperatie eerst opgekweekt tot er genoeg zaden zijn om het op een groter veld te laten groeien. „Van sommige oerrassen zijn in de genenbank van de Wageningen Universiteit nog maar een handjevol korrels bewaard. Hier kweken we ze op en kijken wat het doet voor de smaak van producten”, aldus Noordoff. „Ook halen we rassen uit het buitenland, zoals we recent hebben gedaan met het Ölands grastarwe. Een prachtig ras voor desembrood, maar lastig te telen.”

Een deel van het van oorsprong Zweedse ras is door de regen plat komen te liggen. Verderop staat een korter graanras nog fier rechtop. „De natuur zegt ons dat je voor de allerlekkerste smaak moeite moet doen”, aldus Noordoff terwijl een reebok uit het graan tevoorschijn springt. Behalve graanrassen telen op smaak-

eigenschap, draagt de coöperatie ook bij aan het ecologisch herstel van de biodiversiteit. Het is een vereiste dat een teler natuurinclusieve of biologische landbouw bedrijft. De coöperatie produceert onder het merk De Graanrepubliek. De eerste oplage Dollard whisky ligt in vaten te rijpen. Ook is er een bierlijn. „We willen niet met onze leden concurreren dus we kijken naar aanvullende producten. Eggens maakt speciaalbier, dus voor De Graanrepubliek hebben we gekozen voor licht pilsbier”, aldus Speek.

Ook maakt de coöperatie haverklavermelk, desembroden, pasta, ontbijtgranen en mosterd. „Met whisky en bier trekken we de aandacht, die zijn sexyer dan havermout”, aldus de smaakexpert. In het weekend kunnen mensen de voormalige tramremise bezoeken en producten komen proeven. „Maar we zijn vooral een productielocatie. Ons doel is verandering van het voedselsysteem door met de boer samen op hoog niveau producten te ontwikkelen van Gronings graan.”

De coöperatie telt op dit moment 34 leden. Speek: „Normaal is de boer de hekkensluiter. Als de oogst mislukt of tegenvalt heeft hij pech. Bij ons niet. We spreken van tevoren af welke graansoorten we willen hebben, in welke hoeveelheid en tegen welke prijs. Als de kwaliteit tegenvalt delen de leden het verlies.

Als het geen bakwaardige tarwe is, kunnen we het bijvoorbeeld laten vermouten voor Weizen-bier. In het slechtste geval eindigt het toch als veevoer.”

LEEUWARDER COURANT DONDERDAG14SEPTEMBER2023 25
TEKST GABI OUWERKERK FOTO JOS SCHUURMAN LAURENS SPEEK

Medische ontwikkeling die veel leed kan voorkomen

Sabiad uit Heerenveen werkt aan medische ontwikkeling die veel leed kan voorkomen ‘We verwachten over zes maanden op mensen te kunnen testen’ Het medische bedrijf Sabiad uit Heerenveen is bezig met een medische innovatie die zowel op maatschappelijk als persoonlijk gebied veel leed en kosten kan besparen. „We weten uit eigen ervaring hoe belangrijk het is om snel een juiste diagnose te kunnen stellen”, vertelt medeoprichter en eigenaar Saskia van den Dool.

Van den Dool (55) heeft 30 jaar ervaring binnen de medische industrie en heeft bij verschillende internationale bedrijven leidinggevende functies vervuld. Samen met haar partner Ton van den Hoven heeft ze het bedrijf Sabiad opgericht. Het bedrijf uit Heerenveen werkt aan het antilichaam 1D9.

Dit antilichaam, uitgevonden door professor Jan Maarten van Dijl, is in staat om een bedreigende infectie met Staphylococcus aureus zichtbaar te maken. En dat is baanbrekend. Deze bacterie kan veel leed veroorzaken, met name bij heup- en knie-implantaten.

Lastig te behandelen

De symptomen van een bacteriële infectie zijn nagenoeg gelijk aan de symptomen van het natuurlijkafweersysteem. En daar ligt het probleem. „In beide gevallen wordt de huid rood of de knie wordt dik en branderig. Infectie en ontsteking zijn lastig te onderscheiden en daardoor wordt infectie soms te laat vastgesteld en dus de behandeling niet tijdig gestart”, aldus Van den Dool. Doordat het antilichaam de bacterie kan detecteren wordt het makkelijker om de infectie te onderscheiden van het natuurlijkafweersysteem van ons lichaam. Iets dat tot op heden nog niet via beeldvorming mogelijk was.

In Nederland worden jaarlijks ruim 80.000 protheses voor een knie of heup geplaatst en bij bijna 2 procent van deze operaties komt het voor

dat er een infectie ontstaat. „De bacterie is lastig te behandelen. En wanneer je te laat bent met het detecteren van de infectie kan dat verregaande gevolgen hebben”, vertelt Van den Dool. „Bij patiënten moet in het ergste geval het implantaat vervangen worden. Het been moet vervolgens soms zonder knie- of heupgewricht drie maanden behandeld worden met antibiotica om het schoon te krijgen. Die mensen liggen soms wel vier tot zes weken in het ziekenhuis en de ziekenhuiskosten kunnen oplopen tot 45.000 euro. Bovendien levert het sociale schade op bij de patiënten.”

Oog van de naald

Een deel van de motivatie van Saskia en Ton om Sabiad te beginnen komt vanuit een heftige persoonlijke ervaring. Ton heeft namelijk zelf te kampen gehad met een bacteriële infectie. „Hij is toen door het oog van de naald gekropen, dat was echt een strijd op leven en dood. Het was een kleine verwonding die is uitgegroeid tot een bijnadoodervaring door een bacteriële infectie. Het resulteerde in twee weken op de intensive care, twaalf weken in het ziekenhuis en een revalidatie van een jaar. Dat is heel ingrijpend geweest op ons leven, en heeft de manier waarop we hiernaar kijken veranderd. We weten nu hoe belangrijk het is om snel een juiste diagnose te kunnen stellen.”

Van den Dool voorwacht dat er in de toekomst alleen maar meer gevallen van de bacteriële infectie zullen voorkomen: „Het probleem groeit. We worden steeds ouder en ook obesitas speelt een rol. We zien ook steeds meer jonge mensen

met implantaten en die implantaten gaan niet voor eeuwig mee. Het antilichaam bindt zich aan de infectie zodat we het kunnen detecteren, maar het doel is om in de komende jaren met hetzelfde antilichaam de infectie ook te kunnen behandelen. We verwachten dat we de eerste klinische testen op mensen binnen nu en 6 maanden kunnen uitvoeren.”

Financiële hulp

Sabiad werkt nauw samen met het UMCG tijdens het ontwikkelen van het antilichaam. „Het UMCG voert alle klinische studies uit, die worden gedaan met professor Paul Jutte. Hij is weer onderdeel van het Ninja-infectienetwerk waarbij NoordNederlandse ziekenhuizen zijn aangesloten.” De technische ontwikkeling van een antilichaam kost heel veel geld. Denk aan 2 tot 3 miljoen. Sabiad krijgt hierbij financiële ondersteuning van verschillende subsidies en regionale investeerders. Daarnaast heeft Sabiad ook een lening afgesloten bij de overheid. „Er gebeuren zoveel mooie dingen rondom onderzoek in de ziekenhuizen. Maar daarvan wordt een ontzettend klein gedeelte beschikbaar gesteld voor patiënten en dat is ontzettend jammer. Ik denk dat wij echt kunnen bijdragen aan innovaties die gezondheidzorg voor de patiënten beter maken”, besluit Van den Dool. www.sabiad.eu

ADVERTENTIE
Saskia van den Dool, Paul Jutte (zittend) en Jan Maarten van Dijl werken nauw samen aan het antilichaam 1D9

Fruitwijnfabriek

Wie Roelof van de Belt

Wat Wijnmakerij op basis van fruitsap

Waar Warten

Waarom Vanwege de liefde voor wijn en experimenteren met smaak

Hoe Door verkoop via diverse kanalen en echt handwerk

Honderden start-ups zien jaarlijks het levenslicht. Veel daarvan groeien op tot een stabiele onderneming, sommige stranden vroegtijdig, een heel klein deel verovert de wereld. Wie zijn die starters, wat willen ze, wat doen en laten ze ervoor, waar willen ze heen? Start Me Up duikt in een wereld vol beloften, onzekerheid, doorzettingskracht, visie en hard werken.

Wijn is toch gemaakt van druiven? Meestal wel ja. Maar je kunt ook met andere fruitsoorten prima wijn maken. Roelof van de Belt bewijst het in Warten. Zijn varianten gemaakt van appel, vlierbloesem, perzik, aardbei en tig andere soorten vruchten zijn te koop op de markt, in een handvol winkels en via zijn webshop: Fruitwijnfabriek.nl.

Hoe het precies allemaal zo gekomen is, weet socioloog van opleiding Van de Belt zelf niet eens precies meer. ,,Ik hield altijd van voeding, koken. Dat ging van biertjes brouwen naar wijnproeverijen. Dat greep me op één of andere manier, zeker toen ik me er meer in ging verdiepen en concludeerde dat het ook prima met ander fruit kan. Ik ben verder gaan lezen, een cursus gaan volgen en op zeker moment liep die hobby gewoon wat uit de hand.’’

Slaapkamer vol flessen eigen brouwsel, gistlucht in huis, dat soort uit de hand lopen. ,,Zeker toen mijn vader, die toen een bakkerij had, met 50 kilo aardbeien zat. Of ik daar niet wat mee kon… Dat was het moment waarop ik dacht: hier zit meer in. Bedrijven kampen vaak genoeg met een overschot aan fruit. Dat ga ik gewoon ophalen en er mooie wijnen van maken.’’

VLIERBLOESEMWIJN

Dat was een jaar of vijf geleden. Intussen gaat het er heel anders aan toe. De fruitwijnfabriek is ondergebracht in activiteitenboerderij De Wartenster, in de ruimte naast de mosterdmakerij van boerderij-eigenaar Jacob Nauta. Vaten zijn er te vinden waarin wijn ontstaat, maar vers fruit is er niet. ,,Dat was een leuk idee, maar ondoenlijk. Ik had op zeker moment allemaal verschillende persen en was vooral bezig met fruit ophalen en sorteren. Dus besloot ik geconcerteerde sappen in te gaan kopen. Zo kon ik de winkels een constante kwaliteit garanderen.’’

Fruit in de ton, water, soms een beetje suiker, gist erbij. ,,En afhankelijk van hoe ik de smaak wil, nog wat extra ingrediënten.’’

Inmiddels heeft Van de Belt drie á vier wijnsoorten standaard in zijn assortiment: oranjewijn van perzik en abrikoos, rode

FRUITIGE WIJN

VAN FRIESE BODEM

vlierbessenwijn en witte vlierbloesemwijn. ,,Ik ben toegegaan naar een vaste basis die ik kan tweaken. Die is gemaakt van appel, heeft een heel neutrale smaak. Maar het leukst blijft het experimenteren.’’

Dat doet hij voor zichzelf, maar ook voor opdrachtgevers. ,,Voor een bedrijf op Terschelling maak ik een rosé van cranberry, voor een appelboer uit Utrecht appelwijn. En niet zo lang geleden heb ik op verzoek een soort zomer-glühwein gemaakt, fris en kruidig. Voor een onderneming in Donkerbroek bedacht ik een bubbelwijn van hun eigen kweeappels. Dat vind ik het mooist, zo bezig zijn met

smaken. Vooral ook het overleggen, laten proeven en weer verbeteren.’’

EXPERIMENTEREN

Maar een wijnfabriek is meer dan dat. Van de Belt liet etiketten ontwerpen, laat flessen per pallet aanrukken, heeft de ruimte bijna vol met tonnen en investeerde in machines. ,,De vulmachine is het duurst, maar o zo fijn. Daarnaast heb ik een etiketteerautomaat en een bijna antieke machine die schroefdraad in mijn doppen perst. Daar helpt mijn vader vaak mee, gaan we een avondje afvullen. Heel gezellig.’’

De tijd dat hij er volledig van kan leven,

komt langzaam maar zeker dichterbij. ,,Nou, afgelopen jaar ging het eigenlijk heel snel, na prutjaren vanwege corona. Een liter of 5000 maak ik dit jaar. Mijn doel is dat snel te verdubbelen, zodat ik er meer tijd aan kan besteden dan de twee dagen per week die het me nu kost. Ik heb er een baan naast, op kantoor in de kinderopvang. Ik houd wel van die afwisseling. Ik zou nooit alleen standaardwijn kunnen maken, ik wil blijven experimenteren. Thuis ben ik bezig met een wijn van rode bieten. En ook één van knoflook. Niet om te drinken, maar om in gerechten te gebruiken.’’

TEKST JEAN-PAUL TAFFIJN FOTO NIELS WESTRA ROELOF VAN DE BELT
>> LEEUWARDER COURANT DONDERDAG14SEPTEMBER2023 27

Tijdwinst en veiligheid door automatisering apotheken

LO&T in Emmen begeeft zich in een nichemarkt en eigenaar Willem Langemaat kent die markt op zijn duimpje. Jaren geleden stortte hij zich op het automatiseren van processen in apotheken. De door hem ontwikkelde en gebouwde machines vergemakkelijken het werk van klanten in binnen- en buitenland.

Medicijnen worden door farmaceutische bedrijven verpakt in blisters, in de volksmond doordrukstrips genoemd. In met name ziekenhuis- en GDS (Geneesmiddelen Distributie Systeem)-apotheken, wil men die medicijnen graag individueel kunnen verpakken. ,,Men wil een verpakking waarin medicijnen zijn verdeeld in eenheden per toedieningstijdstip en op naam van een individuele cliënt’’, vertelt Langemaat. ,,Dat maakt het voor cliënten gemakkelijker zelf de eigen medicatie te beheren.’’

Machines

LO&T heeft diverse machines ontwikkeld ten behoeve van de automatisering van het proces waarmee medicijnen individueel verpakt kunnen worden. De Deboxmatic duwt de blisters uit het medicijndoosje, de Deblimatic walst tabletten in één snelle beweging uit de blister. Daarna is het tijd voor het verpakken in kleine zakjes, die aan elkaar vast zitten op een lange rol. Deze zogeheten lintzakjes worden op een haspel gerold, waarvoor LO&T een slim oprolsysteem ontwikkelde: de Reelmatic. Langemaat: ,,Van ieder zakje wordt een foto gemaakt om de inhoud te controleren. Dat gaat niet als de medicijnen op elkaar liggen, maar onze Vibromatic verenkelt en verspreidt de medicatie middels een trilsysteem voordat deze de schouwmachine ingaat. De schouwmachine verdeelt de grote rol vervolgens in kleine rolletjes per patiënt. Met onze Rollmatic wordt daar in een paar seconden een ‘wikkel’ van gevormd die in een brievenbusverpakking verpakt kan worden. We hebben een machine ontwikkeld die automatisch het brievenbusdoosje opzet, de unieke barcode scant en de daaraan gerelateerde NAW-gegevens op de verpakking aanbrengt, controleert en de verpakking sluit.’’

Volgens Langemaat levert automatisering in apotheken niet alleen tijdwinst op, maar vergroot het ook de veiligheid. ,,Er zijn meerdere

controlemomenten die ervoor zorgen dat een persoon de juiste medicijnen ontvangt in de juiste hoeveelheden en afgemeten per innamemoment. Het bespaart overigens niet alleen tijd in apotheken, maar ook in verzorgingshuizen en ziekenhuizen. Medewerkers hoeven niet meer te zoeken, het pakketje bevat alles wat de patiënt nodig heeft.’’

Doorontwikkelen

Door steeds meer seriematig te bouwen, is er meer ruimte ontstaan voor ontwikkeling, wat bij LO&T vooral betekent dat bestaande machines sneller worden of meer functies krijgen, al dan

niet modulair. ,,Onlangs hebben we een machine afgeleverd in Finland en binnenkort gaat er een Deblimatic, die tabletten uit blisters walst, naar IJsland’’, vertelt Langemaat. ,,Het gaat om de grootste variant van de Deblimatic, een model dat sneller is, maar ook kan tellen en vullen. Voor een grote apotheek zoals deze in Reykjavik is dat een uitkomst, maar aan kleinere apotheken leveren we kleinere modellen. Voor hen werken we aan een modulair systeem waardoor de functies tellen en vullen toe te voegen zijn aan het kleinere model. Het grote model is nu overigens ook uitgerust met een afzuigsysteem, wat voorkomt dat de gebruiker eventuele medicijnresten inademt.’’ Om meer seriematig te kunnen werken, is een groot deel van de productie uitbesteed. ,,Assembleren doen we nog steeds zelf, maar lassen, stralen en CNC- draai en freeswerk hebben we uitbesteed. Dat doen we zoveel mogelijk met ondernemers in de buurt. Dat maakt de communicatie gemakkelijk en we willen niet afhankelijk zijn van bedrijven in verre landen.’’

Naast het uitbesteden van productieprocessen, zoekt Langemaat naar vormen van samenwerking met partners. Ook dat geeft hem de mogelijkheid om meer tijd te kunnen besteden aan nieuwe ontwikkelingen. Daar houdt de machinebouwer zich namelijk het liefste mee bezig.

langemaatontwikkelingentechniek.nl

ADVERTENTIE
‘Elke machine maakt individueel verpakken van medicatie eenvoudiger’
Willem Langemaat houdt zich het liefste bezig met de ontwikkeling van nieuwe machines. Een deel van de productie is uitbesteed, maar ontwikkeling en assemblage doet LO&T zelf

Bioprex Medical

Wie Ton Loontjens, Jurr van Ramshorst, Pieter André de la Porte Wat antibacteriële coating voor op medische hulpmiddelen

Waar Groningen

Waarom om mensenlevens, tijd en zorgkosten te besparen Hoe door het aangaan van samenwerkingen en het doen van onderzoek

Eén op de twintig patiënten loopt een ziekenhuisinfectie op. Dan heb je het in Europa over vier miljoen mensen per jaar, van wie er zo’n 90.000 aan de infectie overlijden. Dat kost de zorg ongeveer 7 miljard euro. Belangrijkste cijfer in dit verhaal: ruim twee derde van die infecties wordt veroorzaakt door medische hulpmiddelen als katheters, infusen en implantaten.

Dat moet anders kunnen. En het kán anders, bewijst de start-up Bioprex Medical in Groningen. De spin-off van de faculteit Science & Engineering van de Rijksuniversiteit Groningen ontwikkelde een coating die bacteriën doodt. Breng het aan op medische hulpmiddelen en je bent vrijwel volledig van de ellende af.

Brein achter de start-up is hoogleraar Ton Loontjens, die zich al zowat een mensenleven bezig houdt met coatings. Een jaar of tien geleden had hij zijn eurekamoment. ,,Toen lukte me waar ik al een hele tijd naar streefde: het vastzetten van antibacteriële componenten op oppervlakten. Dat is veel gunstiger dan het ‘loslaten’ van een desinfecteermiddel omdat dan niets vrijkomt in je lichaam. Jarenlang was me voorgehouden dat dat onmogelijk was, maar het tegendeel is nu bewezen.’’

UITLEG Dat vereist wat uitleg. Als middel tegen bacteriën, maakt Bioprex gebruik van zogeheten quaternaire ammoniumverbindingen. Dat positief geladen deeltje dringt binnen in de wand van een negatief geladen bacterie, die dan sterft. Oplosbare quaternaire ammoniumverbindingen worden al tachtig jaar met succes gebruikt in desinfectiemiddelen.

Loontjens: ,,Het dilemma is dan: als je die desinfectiestof vastzet op een oppervlak, kan ie dan nog wel door de wand van een bacterie penetreren? Met andere woorden: is het dan nog effectief? Dat is waar ik wat op heb gevonden, samen met mijn promovendi. Je moet het zo zien: ik maak, via een innovatieve methode, de positieve lading op het oppervlak zó sterk, dat de bacteriën erheen worden getrokken en zichzelf als het ware pletten. Dat is nieuw in de wereld. Ik

BIOPREX COATING PLET BACTERIËN OP IMPLANTATEN

ben nog steeds de enige die octrooien heeft op die methode.’’

De coating wordt sinds de ontdekking steeds verder verfijnd en uitgetest, eerst door onderzoekers aan de universiteit, sinds een jaar ook door de eerste werknemers van Bioprex. Uit drie lagen bestaat het product. De eerste laag is een soort primer die zorgt voor de hechting aan implantaten en wat dies meer zij. De tweede laag is een unieke die voor de sterkte en stabiliteit van de coating zorgt. De laatste laag, en dat is het geheim van de smid, bevat de actieve antibacteriële stof. Alle drie de lagen zijn onderling verbonden. Zo’n coating is razend

interessant voor ziekenhuizen die infecties willen tegengaan, maar ook voor producenten van implantaten en andere medische hulpmiddelen die het lichaam in gaan. De truc nu is om de evident waardevolle vinding om te zetten in een verdienmodel. Daarvoor stapte Pieter André de la Porte, directeur van Zorg Innovaties Nederland, acht jaar geleden in het project. In 2020 kwam daar Jurr van Ramshorst bij en samen moeten ze van Bioprex een renderend bedrijf maken.

Van Ramshorst: ,,Het is nu vooral veel spreken met partijen in de hele wereld, hen overtuigen van de meerwaarde. Maar ook

verder onderzoek doen. Samen met het Amsterdam UMC doen we nu proeven in muizen om te bewijzen dat de coating zijn werk doet en ongevaarlijk is. Zo krijgen we goede argumenten om producenten van medische middelen te overtuigen dat ze met ons samen moeten werken.’’

De coating is geen product dat weldra in de schappen van de specialistische groothandel ligt. Het zit wat ingewikkelder in elkaar. Van Ramshorst: ,,Onze coating zal straks ergens in het productieproces van de implantaatfabrikant een plek moeten krijgen. De fabrikant moet daarvoor investeren en zijn klanten – de ziekenhuizen en artsen dus – overtuigen om de gecoate producten te gebruiken. Daar werken wij ook aan mee, onder meer door onderzoeken zoals in Amsterdam.’’

MUIZENPROEF

In de medische wereld groeien start-ups vaak niet zo snel. Bioprex Medical hoopt ergens komend jaar een eerste samenwerkingsdeal te sluiten. Loontjens: ,,Voordat we echt goed draaien, zijn we wel een paar jaar verder. Met de muizenproef nu en met de succesvolle test om aan te tonen dat we de coating op grote schaal kunnen aanbrengen, doen wij wat we kunnen. Daarna is het aan de producenten van medische hulpmiddelen om verder klinische studies te gaan doen met onze coating. Ons vertrouwen is groot. Alternatieve middelen zijn lang zo effectief niet. En het gebruik van antibiotica wordt een steeds groter probleem door de toename van resistente bacteriën. Onze methode is een antwoord op allebei.’’

LEEUWARDER COURANT DONDERDAG14SEPTEMBER2023 29
TEKST JEAN-PAUL TAFFIJN FOTO’S PETER WASSING TON LOONTJENS (LINKS) EN JURR VAN RAMSHORST
>>

Synaeda, gezonde geestelijke gezondheidszorg in Friesland

Synaeda helpt op jaarbasis in Friesland meer dan 10.000 mensen bij het herstellen van en omgaan met psychische problemen. Kort behandelen als het kan, langer als het moet. Blijven vernieuwen is essentieel. Bijvoorbeeld met een Digitale poli, vertelt directeur Bob Goeree.

Geestelijke gezondheidszorginstelling Synaeda is een zelfstandig werkende dochterorganisatie van GGZ Friesland. Net als CAGGB, het Centrum Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg

Buitenpost. Omdat die twee dochters steeds meer gingen samenwerken, zijn ze op 30 juni jl. gefuseerd. De directie van Synaeda en CAGGB is in handen van klinisch psycholoog en psychotherapeut Vera Veerman en Bob Goeree, van huis uit informaticaspecialist en econometrist. „Vera doet al het inhoudelijke en ik de rest, zo mag je het zien”, zegt Bob Goeree.

„Voor het totale plaatje: GGZ Friesland biedt een volledig en gevarieerd aanbod aan mensen met (ernstige) psychische problemen en psychiatrische stoornissen. Zij doen vooral het niet-planbare deel in de geestelijke gezondheidszorg in Friesland en hebben crisisopvang en klinieken. Synaeda en CAGGB doen planbare zorg, bij ons kom je eens in de zoveel tijd voor een afspraak.”

Focus op inhoud

Synaeda zet in op kort behandelen als het kan en langer behandelen als het moet. De professionals van Synaeda krijgen de ruimte zich helemaal te richten op de patiënten; alles wat niet inhoudelijk is van aard wordt op iedere locatie door het secretariaat gedaan. Behandelaars kunnen zich volledig richten op het bieden van hulp. Ze worden helemaal ontzorgd op het gebied van administratie en afspraken plannen „Dat helpt naar ons idee de behandelaar om zich te focussen op de zorg. En het helpt de geestelijke gezondheidszorg en patiënten in algemene zin, omdat dit doelmatige werken bijdraagt aan het verkorten van de wachtlijsten. Focus op de inhoud is essentieel; iedere professional krijgt bij ons de gelegenheid om dat naar eigen inzicht en samen met collega’s te doen. We houden het principe aan dat iedere intake getoetst wordt door een tweede collega; het bespreekbaar maken van de inhoud en delen van kennis stimuleert en verbetert de behandeling.”

Vernieuwing van de zorg is een van de pijlers onder Synaeda. Bob Goeree: „We vinden het belangrijk dat mensen bij ons de ruimte krijgen om zichzelf te blijven ontwikkelen in de richting die ze vakinhoudelijk willen. Daarom lopen we voorop in innovatie en de inzet van nieuwe

behandelmethoden, zoals therapie die gebaseerd is op de werking van het brein van de patiënt. Bijvoorbeeld op het gebeid van depressie werken we hard aan het bieden van nieuwe effectieve behandelingen. Zo is Synaeda een van de eersten in het land die de rTMS- behandeling aanbiedt. rTMS (Repetitieve Transcraniële Magnetische Stimulatie) is een behandeling tegen depressies zonder medicatie. Bij een rTMS-behandeling krijgt de patiënt magnetische pulsen op het hoofd, waarmee we een deel van de hersenen van buitenaf prikkelen. Dit voelt voor de patiënt als tikjes. Door deze pulsen worden de hersenen actiever en proberen we de klachten van de depressie weg te nemen. ”

Doelmatig behandelen

„Synaeda werkt vanuit haar missie om geestelijke gezondheidszorg regionaal gespreid in Friesland toegankelijk en bereikbaar te houden vanuit zeven locaties. Samen, met alle organisaties in de ggz, moet je daar in Friesland aan blijven werken. Ieder vanuit zijn eigen missie, maar wel vanuit gedeelde verantwoordelijkheid. Samenwerking is essentieel om zorg bereikbaar, betaalbaar en toegankelijk te houden en de wachtlijsten zo kort mogelijk. Wij zetten veel in op postdoctorale opleidingen, intensievere samenwerking met huisartsen en het overleg met andere aanbieders.”

„Wij voelen daar met Synaeda vanuit onze historische achtergrond en positie samen met GGZ Friesland, een extra regionale verantwoordelijkheid voor. Het is de kunst de geestelijke gezondheidszorg altijd vanuit inhoudelijke kracht en mogelijkheden te blijven aansturen en van daaruit te kijken hoe je dat zo goed en duurzaam mogelijk kunt doen. Daarom kiezen we voor doelmatige zorg: kort behandelen als het kan, langer als het moet. Werken vanuit beweging naar herstel, beweging in denken, voelen en door beweging met het lijf. Ons streven is om mensen zo goed en vlot mogelijk weer mee te laten draaien in de maatschappij.”

Digitale poli Een van de manieren om de toegankelijkheid te borgen en mensen meer vrijheid te geven, is de Digitale poli, vertelt Bob Goeree. „Onderzoek

Synaeda is in heel Friesland te vinden. Vanuit 8 locaties in onze provincie en 1 in Papendal waar topsport-ggz wordt geboden, biedt Synaeda met 250 medewerkers geestelijke gezondheidszorg voor volwassenen. In Buitenpost zit CAGGB (onderdeel van Synaeda), hier kunnen ook kinderen en jongeren terecht met hun hulpvragen.

heeft uitgewezen dat digitale therapie met videobellen net zo goed werkt als een face-to-face behandeling. Het grote voordeel van een digitale behandeling is dat cliënten gewoon vanuit hun vertrouwde omgeving kunnen deelnemen, of op de plek waar iemand op dat moment is. De therapie op de Digitale poli is met behulp van videobellen en chatten, dus je kunt je psycholoog zien via je computer, smartphone of tablet. We maken gebruik van de NiceDay- app, die ontwikkeld is voor mentale ontwikkeling en bewuste leefstijl.”

„Mensen hebben de vrijheid om voor de Digitale poli te kiezen, het hoeft dus niet. Eerst merkten we dat mensen nog wel een kennismakingsafspraak op locatie wilden, om hun behandelaar persoonlijk te ontmoeten. Tegenwoordig is vaak de hele behandeling digitaal. Het scheelt natuurlijk heel veel reistijd en geregel. Het helpt enorm om de toegankelijkheid te borgen; kijk bijvoorbeeld naar mensen op de Waddeneilanden. Voor de meeste cliënten is de Digitale poli echt een uitkomst. Digitaal behandelen draagt ook bij aan meer zelf doen, actiever omgaan met je behandeling. Doordat je videobelt en chat, stimuleert het mensen ook om tussen behandelafspraken door met hun behandeling bezig te zijn. We zien dat onze aanpak werkt op de eigen inbreng, de motivatie en daarmee ook weer op de duur van het behandelen.”

www.synaeda.nl

ADVERTENTIE
Vera Veerman en Bob Goeree, directie Synaeda

Debesteleasedeal.nl

Waar Eelde

Waarom om gemak en transparantie te bieden Hoe door middel van een platform en afspraken met leasebedrijven

In zijn lange carrière tussen de leaseauto’s ging het Floris Mulder steeds meer dagen: dat het proces van autolease complex en lastig te doorgronden is. Te veel kleine lettertjes, te lastig vergelijken, te veel tijdrovend werk voor de wagenparkbeheerders van bedrijven. Dat moet anders, transparanter en vooral efficiënter, vond hij. Dus besloot hij zelf een alternatief te maken, samen met René Meijer. Eind 2019 was het softwarebedrijf Debesteleasedeal.nl geboren.

Mulder zag in zijn tijd in de automotive dat veel klanten leasecontracten accepteerden die bepaald niet de beste waren. Hoe kan dat? ,,Dat heeft te maken met gebrek aan tijd, kennis en gebrek aan overzicht. We zitten in een tijd waarin vergelijken heel gewoon is. Denk maar aan Booking.com, of Gaslicht.com. Dat moet in de zakelijke autoleasemarkt ook kunnen, dacht ik.’’

Dat denken ontwikkelde zich, zeker ook toen marketingman René Meijer geïnteresseerd raakte. Die is getrouwd met de zus van een kameraad van Mulder. ,,We zagen elkaar op feestjes en hadden het er steeds vaker over. Dat dit is waar de markt op zit te wachten. Transparantie en gemak.’’

HAKEN EN OGEN

Voor het ontwikkelen van het online vergelijkingsplatform zochten de twee hulp van buiten. ,,Dat werkt heel goed. Wij weten wat we willen en hoe, ook op basis van de constante feedback van onze klanten. Onze IT-partner vertaalt dat in een goed en eenvoudig te gebruiken platform. Al onze klanten hebben hun eigen online dashboard waarin ze het aanvraag-, vergelijk- en bestelproces van hun wagenpark helemaal zelf kunnen regelen.’’

De Drentse start-up huist op de begane grond van een kantorenpand aan het vliegveld in Eelde. Inmiddels bestaat het team uit acht man. ,,Die zijn niet allemaal hier’’, vertelt Meijer. ,,Naast Noord-Nederland hebben we zelfstandige leaseadviseurs rondrijden vanuit Utrecht en Den Haag. We zoeken nog leaseadviseurs in Overijssel, Gelderland en Noord-Brabant om de rest van het land ook te kunnen bestrijken. Deze strategie past in onze groei omdat we het gemak van de software willen combineren met het persoonlijke lokale advies.’’

Even over hoe dat eigenlijk werkt, leasen voor de zakelijke markt. Normaal gesproken krijgt een medewerker van bedrijf X een bepaald leasebudget om een leaseauto uit te zoeken. ,,Klinkt simpel, maar er zijn altijd haken en ogen’’, zegt Mulder. ,,Bij nader inzien blijkt een leaseofferte geen rekening te houden met een mogelijke prijsverhoging. Of de winterbandenregeling is vergeten. Of er is toch een gewenste optie achterwege gelaten. Dat zijn dingen waar velen niet op

TRANSPARANTER EN EFFICIËNTER

letten en door de verschillende opmaak van leaseoffertes is dat ook lastig te vergelijken. Wij monitoren dit grondig, want onze software automatiseert het naast elkaar leggen van de leaseoffertes op basis van prijs én voorwaarden. Zo is het vergelijk eenvoudig en kiest de klant altijd de deal die past bij de leasewensen.’’

AMBITIE

De klanten van Debesteleasedeal.nl zijn in eerste instantie niet die leasende medewerkers. Het zijn de beheerders van de wagenparken van bedrijven. In de praktijk vaak iemand van HR, Inkoop of een Office Manager. Zij zijn eerste aanspreekpunt en

krijgen de ellende over zich heen wanneer medewerkers problemen hebben met hun leaseauto, of met de kleine lettertjes in de voorwaarden. Die wagenparkbeheerders werken met één of meerdere leasemaatschappijen waarvan ze de auto’s afnemen. De start-up in Drenthe zit daartussenin zodat de wagenparkbeheerder ontzorgd wordt. Mulder: ,,In de praktijk betekent dit een tijdbesparing van 80 procent.’’

Mulder: ,,Wij zorgen ervoor dat er geen kleine lettertjes meer zijn in de contracten. De wagenparkbeheerders die via ons werken, weten dat alles klopt en gecontroleerd is. En

ze kunnen bij ons terecht voor alle ondersteuning die ze nodig hebben. Deze support geldt natuurlijk ook voor de medewerkers die in de auto’s rondrijden.’’ Meijer: ,,Met behulp van onze software, gaat het hele leaseproces geautomatiseerd. Met een omgeving voor de wagenparkbeheerder, de medewerker en de leasemaatschappij. Overstappen van maatschappij is niet nodig. Elke leasemaatschappij heeft toegang tot onze software.’’

KRACHT

Het verdienmodel van de Drentse start-up is helder. De leverende leasemaatschappij betaalt een eenmalige vaste vergoeding per ingezet leasecontract. Mulder: ,,Onze kracht is onze onafhankelijkheid. Het zijn de leasemaatschappijen zelf die dat controleren.’’ Bovendien ontvangen deze leasemaatschappijen waardevolle terugkoppeling, weet Meijer. ,,Door ons platform ontdekken maatschappijen waarom bedrijven een leasecontract bij een concurrent aangaan.’’

De groei zit er lekker in en dat is ook het doel. De ambitie is niet mals. Mulder: ,,In 2027 willen we dat er 7500 contracten per jaar via ons platform verlopen.’’ Om dat te bereiken, wordt er continu gesleuteld aan de technologie. Meijer: ,,We werken aan een app en passen AI-technologie toe in ons bedrijf om het leaseproces nog eenvoudiger te maken. Daarin moet alles met een paar klikken te regelen zijn. Schades, onderhoud, nieuwe leaseauto samenstellen, acceptatiegegevens aanleveren, enzovoort. Het moet steeds makkelijker worden’’

LEEUWARDER COURANT DONDERDAG14SEPTEMBER2023 31
TEKST JEAN-PAUL TAFFIJN FOTO’S PETER WASSING RENÉ MEIJER EN FLORIS MULDER Wie Floris Mulder en René Meijer Wat Platform om operational lease te vereenvoudigen
32 LEEUWARDER COURANT DONDERDAG14SEPTEMBER2023 BRIGITTE NUGTEREN

Blijft

VERKOPEN OF VERHUIZEN

De ruime fiscale vrijstelling bij bedrijfsopvolging binnen de familie ligt al jaren onder vuur. Het doemscenario, versobering of zelfs afschaffing van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR), kwam vorig jaar een stap dichterbij. Toen concludeerde het Centraal Planbureau dat de regeling weggegooid geld is omdat de meeste familiebedrijven over voldoende vrije financiële middelen beschikken om de erf- of schenkbelasting te betalen.

„Als ik mijn zoon de waarde van het bedrijf nu aan mij zou laten uitbetalen, staat hij direct met 1-0 achter.” Wim Stam, eigenaar van Ruro Gereedschappen, weet uit ervaring hoe het is om met een grote schuldenlast een bedrijf te moeten starten. In 2008 nam hij het bedrijf over waar hij vijftien jaar eerder als medewerker in de buitendienst was begonnen. Snel daarna brak de financiële crisis uit. „Ik had een stuk of acht leningen uitstaan, bij de bank en bij fabrikanten. De eerste tien jaar heb ik vrijwel niets kunnen investeren, alleen rente en aflossingen betaald.”

De laatste vijf jaar heeft de vertegenwoordiger van handgereedschappen de wind in de zeilen. De jaaromzet van het bedrijf, met twintig medewerkers, is sinds de start bijna verdrievoudigd en ligt rond de 30 miljoen euro. De waarde van het bedrijf bedraagt zo’n 7 miljoen euro. Zoon Sem is ruim elf jaar werkzaam in het bedrijf en wil het graag overnemen, maar daaraan gaat het nodige rekenwerk vooraf.

VERSNELLEN

„Ik ben pas op 49-jarige leeftijd met het bedrijf begonnen, dus heb nog geen pensioenpotje opgebouwd”, aldus Wim. „Ik kan daarom niet tegen Sem zeggen, hier heb je het bedrijf.”

Toch zijn de eerste 50 procent van de aandelen met behulp van de BOR op 1 januari 2021 aan hem overgedragen. „Eigenlijk wilden we het traject pas later starten, maar vanwege de dreigende versobering of afschaffing van de BOR hebben we de helft al gedaan. Wel delen mijn vrouw en ik via een onderliggende Stak nog mee in de winst.”

De overige 50 procent van de aandelen wil Wim over drie jaar overdragen, als hij de pensioengerechtigde leeftijd bereikt: „Maar als er voor die tijd een versobering komt, gaan we het versnellen.” Als Sem het bedrijf zonder fiscale vrijstellingen over moet nemen, betekent dit volgens vader en zoon namelijk dat er grote zorgen zullen zijn over de continuïteit van het bedrijf. Sem: „De wereld verandert snel en om bij te blijven, moet je blijven investeren. Als ik grote leningen moet aangaan voor de overdracht, gaan aflossingen ten kosten van innovatie. De vraag is of ik die achterstand nog kan inhalen.”

De tweede generatie van familiebedrijf Ridder heeft recent een deel van zijn aandelen overgedragen aan de veertien neven en nichten uit de derde generatie. „Het debat over versobering of verdwijnen van de bedrijfsopvolgingsregeling heeft zeker een rol gespeeld bij de keuze om de overdracht nu te laten plaatsvinden”, vertelt operationeel directeur Brigitte Nugteren, het enige directielid uit de derde generatie. „Al was het ook een natuurlijk moment met opvolging in de leeftijd van 19 tot 44 jaar.”

ACHTERSTAND

De tweede generatie blijft vanwege de kennis en ervaring van het bedrijf voorlopig nog aan. Vandaar dat gekozen is om nog niet alle aandelen over te dragen. „Maar mocht er echt een einddatum voor de BOR op tafel komen, dan komt de discussie of toch niet alles overgedragen moet worden zeker op tafel”, aldus Nugteren.

Ridder (jaaromzet 70 miljoen euro, 350 medewerkers) ontwikkelt technische innovaties voor een optimaal kasklimaat in de land- en tuinbouw. Het 70 jaar oude familiebedrijf heeft zijn hoofdkantoor in Harderwijk en zes kantoren over de grens waaronder in de Verenigde Staten, China en Mexico. Nugteren is ervan overtuigd dat een aandelenoverdracht zonder fiscale vrijstelling het bedrijf op achterstand brengt. „Privé beschikken we niet over voldoende middelen om zo’n fors bedrag aan belastinggelden te kunnen betalen. Zonder BOR en doorschuifregeling zou de belastingclaim dermate hoog zijn, dat we waarde aan de onderneming moeten onttrekken.”

Ze benadrukt dat ze er geen probleem mee heeft om belasting te moeten betalen. „Winst, dividend of verkoop aan derden zijn logische

momenten om belasting te innen, maar natuurlijke overdracht van een familiebedrijf aan de volgende generatie is dat niet. Tegenstanders van de BOR hebben de perceptie dat familiebedrijven over voldoende vrije middelen beschikken, maar dat is niet zo. Het ondernemingsvermogen zit vast in het bedrijf: in vastgoed, machines en voorraden. Dat kunnen we niet zomaar liquide maken.”

Afschaffing van de BOR is volgens Nugteren niet eerlijk. „Bij voortzetting van het bedrijf moeten familiebedrijven dan een hoge belastingclaim betalen, terwijl concurrenten daar niet mee te maken krijgen. Dat gaat ten koste van investeringen in innovatie en zal effect hebben op de groei en concurrentiepositie. Voor familiebedrijven die het bedrijfsvermogen niet liquide kunnen maken, kan het zelfs betekenen dat ze hun bedrijf moeten verkopen. En dan is het maar de vraag of zo’n bedrijf na de verkoop ook in Nederland gevestigd blijft.”

WAKKER „Ik lig er echt weleens wakker van. Zo’n enorme belastingclaim wil ik mijn kinderen niet nalaten.” Bas Barenbrug staat als vierde generatie sinds 2011 samen met zijn broer aan het roer bij het 119 jaar oude grasveredelingsbedrijf Barenbrug. De nieuwe generatie is nu tussen de 14 en 17 jaar oud dus overdracht van het familiebedrijf is niet direct aan de orde, maar Barenbrug wil het bedrijf beslist in de familie houden.

Barenbrug, jaaromzet 370 miljoen euro en 900 medewerkers, richt zich op het kweken van nieuwe grassoorten voor zowel recreatiedoeleinden als voor de agrarische sector. „Duurzaamheid is de laatste jaren de rode draad”, aldus Barenbrug. „We kweken bijvoorbeeld grassoorten die goed tegen

droogte kunnen en soorten die weinig meststoffen nodig hebben. Als je gras kunt laten groeien op grond waar nu niets groeit, kun je er ook vee laten lopen en dat is van groot belang om de wereldbevolking te kunnen blijven voeden.”

Gemiddeld duurt het twaalf jaar voor een nieuwe grassoort de markt op kan. Mede vanwege deze lange termijn en de maatschappelijke doelen, noemt Barenbrug het essentieel om het bedrijf in de familie te houden. Mocht het fiscale voordeel verdwijnen dan betekent dat volgens Barenbrug dat zijn opvolgers 60 procent van het eigen vermogen van het bedrijf liquide moeten maken om de belastingaanslag te kunnen voldoen. „Maar dat eigen vermogen zit vast in voorraden, gebouwen en machines, dat kun je niet zomaar liquide maken.”

Ook de geopperde mogelijkheid om de fiscale vrijstelling te vervangen door een ruime betalingsregeling ziet hij niet zitten. „Als je het over tien jaar uitsmeert heeft dat impact op de winstgevendheid en dat betekent dat we nauwelijks meer kunnen investeren in onderzoek en onze concurrentiepositie snel zullen verliezen. Onze grootste concurrenten zijn coöperaties, die hebben niet te maken met erfbelasting, ook private equity niet. Het zou de politiek sieren als ze een keer lange termijn gaan denken in plaats van korte termijn. De nadelige gevolgen op lange termijn zijn veel groter dan de korte termijn opbrengsten.”

VERHUIZEN

Hij wijst erop dat de nieuwe generatie met de huidige BOR-regeling ook al serieus geld betaalt bij de overdracht. „En over vermogen in privé betalen ze net als andere kinderen in Nederland gewoon erfbelasting. Dat er oneigenlijk gebruik wordt gemaakt van de BOR door bijvoorbeeld bepaald vastgoed als ondernemersvermogen aan te merken, mag geen reden zijn om de regeling af te schaffen. Dat moet je beter dichttimmeren.”

Dat de discussie over afschaffing wordt gevoerd noemt hij onbegrijpelijk. „Het toont aan dat niet iedereen overtuigd is van de maatschappelijke waarde van familiebedrijven. Afschaffing levert de schatkist op jaarbasis 400 miljoen euro op, maar dat is peanuts in vergelijking met de 115 miljard euro aan waarde die familiebedrijven aan de economie toevoegen.”

Mocht de BOR echt worden afgeschaft dan betekent het voor Barenbrug dat hij gaat verhuizen naar een Europees land waar bedrijfsoverdracht niet wordt belast, zoals Noorwegen, Oostenrijk of Portugal. „Ik hoop oprecht dat het zover niet hoeft te komen, maar de continuïteit van het bedrijf staat bij ons voorop.”

de ruime fiscale vrijstelling bij bedrijfsopvolging binnen de familie? Drie familiebedrijven vertellen wat de gevolgen zijn als de schaar er daadwerkelijk in gaat.
TEKST GABI OUWERKERK
LEEUWARDER COURANT DONDERDAG14SEPTEMBER2023 33

gaan een belangrijke rol spelen in de gezondheidszorg van de toekomst’

„Om de zorg betaalbaar en toegankelijk te houden, moeten we van ziektezorg naar gezondheidszorg, waarbij de burger meer verantwoordelijk draagt voor zijn eigen gezondheid. Uiteraard met behulp van eerste lijns zorgspecialisten en vooral ook technologie.” Dat zegt Johannes Wolters, algemeen directeur van Lode Holding, dat dit jaar 75 jaar bestaat.

Het is niet alleen een constatering van Wolters, maar ook van een ontwikkeling die al is ingezet en onomkeerbaar is. In de afgelopen 75 jaar heeft Lode Holding laten zien een innovatief bedrijf te zijn op het gebied van medische technologie producten, dat in staat is zich steeds opnieuw uit te vinden. Dat zal in de komende decennia niet anders zijn.

Het begon 75 jaar geleden met ergometrie, waarvoor destijds een patent werd gekocht, wat nog steeds wordt gebruikt voor doorontwikkeling van producten. „Het is de uitdaging om alle kennis die in de loop van de jaren is opgedaan, niet te laten verdwijnen. Hoe we dat doen? Door belangrijke momenten vast te leggen, zoals bijvoorbeeld werkwijzen en leermomenten. En veerkracht tonen op momenten dat het tegenzit. Als dat lukt, krijg je zelfvertrouwen en kun je door. Echter, niets is vanzelfsprekend, dat is duidelijk.”

Schakelen

Zo was bijvoorbeeld de recente coronacrisis een moeilijke fase voor Lode. „Klanten waren bezig om hun organisatie om te bouwen en hadden geen tijd of belangstelling voor onze producten. We moesten schakelen, waarbij een onzekere factor was dat je niet vooraf wist hoe diep de dip zou worden en hoelang het zou duren. Kortom, we hebben leren werken met onzekerheden.”

„Zo is een onzekere factor bijvoorbeeld de vraag

of we bepaalde technische vernieuwingen die we bedacht hebben, ook uitvoerbaar zijn. Dat is namelijk niet altijd het geval. Dan wordt er een beroep gedaan op het oplossend vermogen van de organisatie.”

Een andere factor waar we geen invloed op hebben is de vraag of een product wel of niet vergoed wordt door de zorgverzekeraar. „Dat maakt nogal een verschil. Of regelgeving die wordt ingevoerd, waardoor er soms forse veranderingen noodzakelijk zijn. Of markten vallen ineens weg door de toestand in de wereld.”

Mensen

„Dit bedrijf wordt gemaakt door mensen”, gaat Wolters verder. „Zij moeten op de juiste plek zitten en plezier hebben in hun werk. Dat is, naast het product en het proces, een succesfactor voor een bedrijf dat een lang leven wil hebben.” „En je moet maatschappelijke relevantie hebben. Waarom zijn wij er eigenlijk? In elk geval niet voor onszelf, maar wel omdat we producten maken die er toe doen, die de zorg en de mensen helpen in hun dagelijkse omstandigheden. We staan middenin de samenleving, willen samenwerken met anderen en verantwoordelijkheid nemen.”

Familiebedrijf

Over de toekomst maakt Wolters zich geen zorgen, sterker nog, hij kijkt optimistisch vooruit.

Lode Holding heeft 5 dochterbedrijven: Lode (fabrikant medische ergometrie), ProCare (handelsorganisatie), aXtion (ICT), Umaco (productontwikkeling) en Omnium (herstellen, presteren en fit zijn). De focus ligt op verbetering van menselijk bewegen en presteren.

„Dit bedrijf is na een aantal omzwervingen een echt familiebedrijf geworden, die ik straks kan overdragen aan de volgende generatie. Mijn dochter Annelies en zoon Freek werken hier al enige tijd en hebben aangegeven het bedrijf te willen overnemen. Een besluit dat ze zelfstandig hebben genomen. Of dit gaat leiden tot een andere beleid? Nee, dat denk ik niet. Dat beleid zal consistent zijn, maar de opvolgers zullen wel nieuwe accenten zetten. Dat past bij dit bedrijf, zo hebben de afgelopen 75 jaar bewezen. Als je niet kunt veranderen, ben je op een gegeven moment niet meer relevant en levensvatbaar.”

Slimmer en handiger

Het beroep op de zorg kan in de toekomst niet meer worden ingevuld met alleen meer menskracht, omdat die mensen gewoon niet voorhanden zijn. „Daarom moet in de zorg worden nagedacht over slimmer en handiger werken. Lode levert die technologie, denkt daar over na en biedt slimme oplossingen.” „Maar, we moeten ook de burger meer gaan betrekken bij de zorg”, vindt Wolters. „De eigen verantwoordelijkheid voor je gezondheid gaat een belangrijke factor worden. En technologie gaat de burger daarbij helpen. Net zoals de eerste lijns zorg, die als adviserende partij een rol gaat spelen. Over 25 jaar zal de gezondheidszorg er heel anders uitzien. Leefstijl is dan een belangrijk onderdeel in het dagelijkse leven van ieder mens, en eenvoudige hulpmiddelen gaan daarbij helpen.”

„Een andere ontwikkeling is dat gezondheidszorg meer persoonlijk wordt. Wat voor de één een oplossing is, hoeft dat voor een ander niet te zijn. Met behulp van techniek en data wordt het steeds beter mogelijk om gezondheidszorg persoonlijk te maken. We hebben wat dat betreft nog een weg te gaan, maar Lode Holding zal bij deze ontwikkelingen een belangrijke rol gaan spelen.”

www.lodeholding.nl

ADVERTENTIE
“We
Johannes Wolters met een Lode ergometer uit 1954 en 2023.

ZuidOostZorg: iedere schakel in de keten telt

Bij de innovatieve zorg- en kennisorganisatie ZuidOostZorg geloven ze in de kracht van de keten. Het motto van ZuidOostZorg is ‘We doen het samen’. In het kader van Wereld Alzheimerdag (op 21 september a.s.) spraken we met een Casemanager Dementie en een gespecialiseerd verpleegkundige.

Mensen thuis en zo onafhankelijk mogelijk hun leven kunnen leiden. Daar staat ZuidOostZorg voor. ‘Think outside the box’ staat er op de muur van een kamer in Neibertilla. Zo gaan de gepassioneerde professionals van ZuidOostZorg iedere dag vanuit een duidelijke visie aan de slag. “Ons doel is om ouderen zo lang mogelijk eigen regie te laten behouden in hun vertrouwde thuisomgeving en wanneer dat niet langer mogelijk is, de best mogelijke zorg te bieden”, vertelt Petra Meijer, casemanager dementie bij ZuidOostZorg. In die rol is ze ook onderdeel van Netwerk Dementie Fryslân. “Om dat goed te kunnen ondersteunen, is het belangrijk dat we onze kennis en expertise op de juiste plekken toevoegen. Als we dat, met elkaar en met anderen, goed voor elkaar kunnen krijgen in de keten, is er heel veel mogelijk.”

Veel mogelijkheden

Met ‘keten’ bedoelen Meijer en haar collega Alletta Wedzinga, gespecialiseerd verpleegkundige gerontologie en geriatrie (VGG), al die verschillende schakels binnen de zorg en ondersteuning voor mensen met, in dit geval, dementie. “Als casemanagers dementie helpen wij mensen met dementie, maar ook familie en mantelzorgers, om daar hun weg in te vinden. Vaak weten mensen niet wat er allemaal is of waar ze terecht kunnen. Wij laten ze zien dat er mogelijkheden zijn om ze thuis te ondersteunen, die helpen om te leven met dementie. Van ontmoetingsplekken tot technologische hulpmiddelen.” Als voorbeeld noemt Meijer het Odensehuis Dirk Baron in Drachten, het inloophuis voor mensen met dementie. “Hier kunnen ze een praatje maken en ervaringen delen, vinden ze tijdens de gezelligheid herkenning bij elkaar.” En in het project DemenTalent van Sûnenz in de gemeente Ooststellingwerf doen mensen met dementie vrijwilligerswerk. “Van waarde zijn en blijven en daardoor ook beter zélf met de situatie om kunnen gaan, daar gaat het om.”

Ook voor de omgeving

Alletta Wedzinga: ”Veruit de meeste mensen

Technologie

Technologische hulpmiddelen kunnen mensen met dementie ondersteunen in zelfstandigheid en eigen regie. ZuidOostZorg investeert al jaren in het gebruik van technologie om ouderen en zorgprofessionals te ondersteunen. Bijvoorbeeld een medicatiedispenser, die mensen helpt om hun medicatie op de juiste momenten in te nemen. ZuidOostZorg zet ze niet alleen thuis in, maar ook wanneer mensen tijdelijk of langer in een locatie van de organisatie verblijven. Om ervoor te zorgen dat mensen met dementie weten welke tijd en dag het is, zijn geheugenklokken beschikbaar. Gps-horloges met een alarmknop maken het mogelijk om –met toezicht op afstand – meer buiten te wandelen.’ In de locaties van ZuidOostZorg waar mensen vanwege hun dementie langere tijd wonen, wordt gewerkt met SmartSense, sensortechnologie die bijdraagt aan een veilige woonomgeving en behoud van eigen regie van de bewoners.

willen echt het liefst in hun vertrouwde omgeving blijven. Daarom wil je altijd perspectief blijven bieden. Dat is zó wezenlijk voor geluk, welbevinden en eigenwaarde en daarmee voor de zelfstandigheid en onafhankelijkheid van mensen.” Als VGG’er is Wedzinga verbonden aan het Regionale Expertise Centrum voor mensen met Dementie en Zeer Ernstig Probleem (DZEP) in verpleeghuis Stellinghaven Appelscha. “Onze DZEP-afdeling zit natuurlijk op een hele andere plek in de dementieketen. Wij komen in beeld wanneer het, thuis of in een ander verpleeghuis, écht niet meer gaat. Dan proberen wij de situatie naar houdbare proporties terug te brengen. Binnen een keten heeft alles met elkaar te maken. Feitelijk is het uitgangspunt hetzelfde: we voegen tijdelijk onze expertise toe en helpen mensen om zoveel mogelijk in de eigen omgeving met de situatie om te kunnen gaan. Dit doen we via consultatie voor mensen die thuis wonen of door tijdelijke opname.” Het DZEP-expertiseteam van ZuidOostZorg richt zich op de cliënten, maar ook op de zorgprofessionals rondom de cliënten.

“Wanneer de omgeving, of dat nu een mantelzorger is of een professional, beter weet hoe je met bepaalde situaties om kunt gaan, geeft dat mensen met dementie veel meer ruimte om zichzelf te zijn. Dat maakt dat je er sámen beter mee om kunt gaan en mensen langer thuis kunnen blijven wonen.”

Samenwerken om de zorg beter te maken

Dat je elkaar als professionals binnen en buiten de eigen organisatie voortdurend nodig hebt, is voor Meijer en Wedzinga vanzelfsprekend.

Meijer: ”Wil je mensen zo goed mogelijk helpen, dan moet je ervoor zorgen dat het aanbod en de

kennis bij elkaar komt en elkaar aanvult. Bínnen ZuidOostZorg doen we dat door interprofessionele samenwerking, waardoor we elkaars expertise heel snel kunnen opzoeken en vragen of voorstellen kunnen voorleggen. Dat wil je natuurlijk ook tússen professionals van verschillende organisaties.” Wedzinga onderstreept dat: “Goede communicatie, open staan voor elkaars ervaring en kennis om te helpen in specifieke situaties, nieuwsgierig zijn naar mogelijkheden en creatief zijn; het zijn wezenlijke onderdelen van goede zorg. Dat zit in ons. We staan altijd open voor nieuwe mogelijkheden om de zorg voor mensen die dat nodig hebben telkens ietsje beter te maken.”

Alle schakels in de keten

Om ervoor te zorgen dat ook mensen met dementie langer thuis kunnen blijven wonen, is het belangrijk dat de hele keten daarop ingericht is, benadrukken de beide professionals. “Je wilt mensen met dementie, hun netwerk én de professionals rondom hen daar zo goed mogelijk in ondersteunen”, zegt Meijer. Wedzinga: “Dat kun je alleen doen wanneer je alle schakels binnen de keten daarop richt. Van preventie en casemanagement tot het tijdelijk bieden en beschikbaar stellen van gespecialiseerde kennis wanneer het moeilijk en complex wordt. Daar werken we bij ZuidOostZorg constant aan: de mensen zoveel mogelijk zelfstandigheid en eigen regie te laten behouden en onze kennis en expertise toe te voegen waar nodig en de zorg af te schalen waar dat kan. Zodat ze ons zo weinig mogelijk nodig hebben.”

www.zuidoostzorg.nl

ADVERTENTIE
Petra Meijer en Alletta Wedzinga

Een unieke aanpak van complexe medische problemen

‘Ontschotten is een schot in de roos’, zo luidt het motto van Cavari Clinics IC in Groningen. Cavari Clinics IC is een Zelfstandig Behandel Centrum, gespecialiseerd in complexe medische analyses. Met het ontschotten doelt directeur en coördinerend medisch specialist Dorien Tulner op de manier waarop men bij Cavari Clinics IC naar een patiënt kijkt, namelijk multidisciplinair en met oog voor de werk- en sociale omgeving.

„Vaak ontbreekt het in de reguliere gezondheidszorg aan een goede volledige diagnose. Wij kijken niet alleen naar de klacht van de patiënt, maar ook naar waar die klacht vandaan komt. Dat doen we met verschillende specialisten.”

Als Zelfstandig Behandel Centrum valt Cavari Clinics IC onder dezelfde wet- en regelgeving als een algemeen ziekenhuis en voldoet zij aan dezelfde kwaliteitseisen. „Het verschil is dat we een zorgmodel hebben ontwikkeld dat afwijkt van wat standaard is in de zorg”, vertelt Tulner. „Als een patiënt bij ons binnenkomt wordt altijd, afhankelijk van de klacht, een somatisch specialist ingezet, die meer tijd heeft voor patiënten dan gebruikelijk. Daarnaast kijkt, op indicatie en laagdrempelig, ook een psychiater naar de klacht. Dat is effectief, zo blijkt al jaren, en is in het belang van de patiënt, de zorgverzekeraar en de werkgever van de patiënt.”

Optelsom Cavari Clinics IC heeft twee speerpunten: multidisciplinair geïntegreerde medisch specialistische zorg, gericht op mensen die in de reguliere ziekenhuiszorg niet meer verder komen, en arbo-curatieve medisch specialistische zorg voor het bedrijfsleven. Deze arbocuratieve zorg is speciaal ontwikkeld voor mensen die korte of langere tijd uit het arbeidsproces zijn geraakt en binnen de reguliere zorg geen oplossing vinden voor hun medische probleem of te lang moeten wachten op onderzoek. „Vaak is een medisch probleem een optelsom van allerlei kleinere

Transportbedrijf Holtrop - Van der Vlist is blij met de aanpak van Cavari

Een klant die al jarenlang tot tevredenheid gebruik maakt van de diensten van Cavari Clinics IC is Transportbedrijf Holtrop – Van der Vlist in Assen. Het bedrijf is gespecialiseerd in het vervoer van lichte en zware bouwmachines, heeft vanuit Assen 95 combinaties op de weg en biedt werk aan 130 mensen. Holtrop – Van der Vlist is onderdeel van Van der Vlist Transportgroep, met vestigingen in meerdere Europese landen.

General manager Roelof Lutjeboer is blij met de aanpak van Cavari Clinics. „Het komt natuurlijk regelmatig voor dat er een medewerker ziek is, maar meestal is dat van korte duur. Soms is een medewerker langer uit het arbeidsproces en verwijst de bedrijfsarts bijvoorbeeld via de huisarts door naar een ziekenhuis. De wachtlijsten zijn echter dermate lang, waardoor we op een gegeven moment op zoek gingen naar een alternatief. Dat werd Cavari Clinics. Men kijkt daar op een brede manier naar de klacht, middels multidisciplinair onderzoek, en komt daardoor met een betere diagnose, zo is onze ervaring. Dat waarderen wij niet alleen, maar zeker ook de medewerker, die daardoor exact weet wat hem of haar mankeert en vervolgens sneller kan werken aan het herstel.”

oorzaken”, vertelt Tulner. „Omdat we bij Cavari Clinics multidisciplinair naar een klacht kijken, gericht onderzoek kunnen doen op het snijvlak

Complex „Uiteraard nemen we de beslissing om naar Cavari Clinics te gaan altijd na overleg tussen de bedrijfsarts, de medewerker en mijzelf. Korte communicatielijnen zijn hierbij erg belangrijk. Daarbij is de afweging hoe complex de klacht is. De mening en het advies van onze bedrijfsarts is hierbij leidend.”

Als voorbeeld noemt Lutjeboer een medewerker die last had van z’n schouder. „Hoewel hij bij allerlei specialisten langs was geweest en er zelfs aan was geopereerd, ging de klacht maar niet over. Uiteindelijk heeft hij een nieuwe schouder gekregen, dankzij de interventie van Cavari Clinics, en daar is hij ons tot op de dag van vandaag dankbaar voor.”

Verzuimbegeleiding

„Het uitgangspunt is te allen tijde dat iemand die ziek is weer aan het werk wil. Een diagnose via Cavari Clinics kost geld, maar je weet snel en nauwkeurig wat er aan mankeert en vervolgens kan gericht aan het herstel worden gewerkt. Onze overkoepelende organisatie Transport en Logistiek Nederland pleit voor een betere verzuimbegeleiding in onze sector. Mede dankzij Cavari Clinics kunnen wij dat bieden. De organisatie is als geen andere in staat om ingewikkelde gevallen vlot te trekken. Dat waarderen wij niet alleen, maar zeker ook onze medewerkers.”

van lichamelijke en mentale problematiek en arbeid gerelateerde zaken nadrukkelijk in ons onderzoek meenemen, komen we sneller tot de juiste diagnose en dat is het begin van het herstel van de patiënt.”

Het multidisciplinaire rapport dat uit het onderzoek naar voren komt, wordt altijd naar de huisarts, of bij werkgeverstrajecten naar de bedrijfsarts, van de patiënt gestuurd, waarna in overleg voor een vervolgtraject kan worden gekozen. „Meestal worden onze adviezen opgevolgd. Een vervolgbehandeling kan bij Cavari Clinics plaatsvinden, maar ook in een regulier ziekenhuis. Die beslissing ligt bij de patiënt en in geval van een arbocuratief traject ook bij de werkgever.” Cavari Clinics IC kan ook ingeschakeld worden voor een second opinion. „We kijken altijd met een blanco bril naar een klacht of probleem.”

Aanpak uniek

Patiënten zijn afkomstig uit het hele land. „Zij kiezen bewust voor Cavari Clinics, omdat onze aanpak uniek is. In de reguliere gezondheidszorg bestaat een sterke scheiding tussen somatiek en psychiatrie en wordt er weinig aandacht aan de wisselwerking tussen gezondheid, ziekte en arbeid besteed. Wij kiezen juist voor een bredere gecombineerde benadering en hebben daar al veel patiënten mee geholpen. Mensen willen goede zorg, met een goede medische diagnostiek, dat is wat Cavari Clinics IC biedt.”

www.cavariclinics-ic.nl

ADVERTENTIE
Dr. Dorien Tulner (midden) met een deel van het Cavari team: Mariëlle van Hage, medisch assistente (l) en dr. Else van den Berg, internist (r)

‘We helpen jongeren op weg naar zelfstandigheid’

De Stichting La Hacienda is een jeugdzorgorganisatie die zich richt op beschermd en begeleid wonen van jongeren tussen de 16 en 26 jaar. Daarnaast zijn er jongerengroepen voor 10-18 jaar en verzorgt zij ambulante jeugd- en gezinszorg thuis. De negen woonvoorzieningen staan in Groningen stad, Veendam en binnenkort in Winschoten. De begeleiding thuis vindt in de hele provincie plaats. „Ons doel is om jongeren te helpen op weg naar zelfstandig wonen”, legt Amanda Bakker-Staghouwer, teamleider van La Hacienda uit.

Collega Nitsa Savvidis:„ We streven ernaar dat jongeren die bij ons komen binnen twee à drie jaar naar een zelfstandige situatie kunnen doorstromen. Dat lukt over het algemeen goed.”

Steuntje in de rug

La Hacienda betekent in het Spaans landgoed, een gemeenschap. Dat is precies wat de organisatie met de locaties wil uitstralen. „Alle jongeren die een opstapje nodig hebben krijgen hier een steuntje in de rug. Dat is wat La Hacienda hen kan bieden”, aldus Amanda. Zo wonen er jongeren met gedragsproblemen, een hechtingsstoornis, angststoornis, ADHD, autisme of ze hebben als kind bepaalde dingen niet meegekregen.

Vrij en verantwoordelijk

„Jongeren wonen bij La Hacienda in een beschermde omgeving”, geeft Amanda aan. „Een jeugdlocatie, voor jongeren van 10 tot 18 jaar, bestaat uit een grote woning, met voor iedere bewoner een eigen slaapkamer. Op de locaties voor jongeren vanaf 16 jaar, zoals Arduinlaan en Schaaksport in Groningen, heeft iedereen een eigen Studio, met een keukenblok, douche en wc. Je hebt dus ook veel vrijheid om je even terug te trekken. We kijken nadrukkelijk naar wat een jongere wil en kan en hoe we dat gaan vormgeven, met het uiteindelijke doel zelfstandigheid.”

Daarin past het maken van afspraken en het volgen van huisregels. „We vinden het dan ook belangrijk dat elke jongere zichzelf mag ontdekken en tegelijk verantwoordelijkheid gaat nemen”, gaat Nitsa verder. „En ja, daarin passen gewone dagelijkse zaken die jongeren doen. Denk bijvoorbeeld aan het op stap gaan. Dat kan, omdat we het belangrijk vinden dat jongeren leren om te gaan met uitdagingen die de maatschappij biedt. Het mooie is dat La Hacienda een vangnet biedt. Dus, fouten maken mag, je kunt en mag hier oefenen. Het hoort allemaal bij de weg naar zelfstandigheid. En kan iemand echt zelfstandig verder, dan laten we hem of haar ook los.”

Samen stappen zetten

De jongere staat zelf bij La Hacienda voorop. Amanda:„ Dat is maatwerk. We stellen samen met de jongere eigen doelen op, die in een zorgplan worden vastgelegd en die regelmatig worden besproken. Dat is heel breed; van koken tot met geld leren omgaan en van afspraken nakomen tot mentale gesteldheid. Denk daarbij ook aan dagbesteding, zoals school of werk en daarnaast is bewegen, gezondheid en sport ook belangrijk. We willen wel elke keer een stapje zetten met elkaar.” „Daarbij kijken we ook waar praktische hulp nodig is, waarna elk kwartaal het zorgplan wordt geëvalueerd. Het doel is dat je vanaf je zestiende binnen twee jaar alle onderdelen van zelfstandigheid beheerst, waarna de weg naar zelfstandig wonen binnen handbereik komt. Soms lukt dat al sneller, soms duurt het iets langer. Eventueel kan zelfstandig wonen nog onder

begeleiding van een ambulant medewerker.” Op de locaties van La Hacienda wordt 24-uurs zorg geboden. Dit betekent onder andere dat er een slaapwacht aanwezig is en er overdag meerdere begeleiders aanwezig zijn.

Intake en aanmelden

Jongeren kunnen niet vanzelfsprekend bij La Hacienda worden geplaatst, daar gaat nog een proces aan vooraf. „Zo vindt er altijd een intakegesprek plaats, waarbij ook een gedragswetenschapper aanwezig is”, legt Nitsa uit. „We kijken dan of wij de juiste partij zijn, maar ook of de jongere gemotiveerd is. We moeten het wel met elkaar gaan doen.”

De aanmeldingen komen binnen door ouders en verzorgers, maar vaak ook via wijkteams van verschillende gemeenten of door verwijzers, zoals huisartsen, praktijkondersteuners, GZinstellingen of jeugdbeschermers. Zij bellen dan naar het kantoor of sturen een mail. Dan ontvangen de aanmelders informatie en een formulier, waarna de gesprekken worden ingepland.

La Hacienda begon in 2008 als een logeerplek voor kinderen en is inmiddels gegroeid tot een brede professionele jeugdzorginstelling in de provincie Groningen. Jongeren komen ook uit Drenthe en Fryslân of elders uit het land. Afgelopen jaren zijn ook Wonen met Zorg en de Jeugd- en Gezinsbegeleiding onder de stichting gekomen. La Hacienda streeft naar een ‘doorgaande zorglijn’; de begeleiding groeit met de jongere en zijn gezin mee, zonder dat deze van zorgverlener moet wisselen. De missie is om jongeren zoveel mogelijk zelfredzaam en zelfstandig te maken.

Specialistisch

Naast de jongeren vanaf 16 jaar, biedt La Hacienda ook begeleiding aan jongeren van 10 tot en met 17 jaar. Dit gebeurt op verschillende locaties in de provincie. Binnenkort wordt een nieuwe kleinschalige locatie in Winschoten geopend. Daar huisvest La Hacienda straks een specialistische verblijfgroep. De zorg wordt geboden in een huiselijke omgeving, op twee kleine groepen van 4 à 5 personen. Op die groepen speelt zich het leven van alledag af. Er is ruimte voor school, huishouding, sport en vrije tijd. Bij plaatsing wordt er gekeken naar de juiste match. De jongere moet passen in de groep waarin hij terecht komt.

Zelfstandigheid

„Waarin wij ons onderscheiden?”, herhaalt Amanda de vraag. „Ik denk dat we heel sterk gericht zijn op wat de jongere zelf kan en wil ontwikkelen, en hoe we dat zo goed mogelijk kunnen vormgeven. Uiteraard binnen de kaders die we hebben afgesproken. Verder zijn we sterk gericht op de uitstroom van jongeren, we vinden het altijd een mooi moment wanneer iemand zichzelf kan redden. Het doel is immers zelfstandigheid, dat staat bij ons met hoofdletters geschreven.”

„We groeien maar houden het individu goed in het oog”, zegt Nitsa. „Medewerkers hebben bewust voor dit werk gekozen, omdat we het leuk vinden jongeren op weg te helpen. Dat je vooruit komt en verder kunt met je leven, dat is waar het bij La Hacienda om draait.”

www.lahacienda.nu

Aanmelden kan via 085-2003993 of aanmelden@lahacienda.nu

ADVERTENTIE
Missie en Visie La Hacienda

Noord Nederland versnelt voor gezondheid

Een prachtig ijkmoment is het maandag. Dan vindt voor de tweede keer het noordelijke Gezondheidsfestival plaats, na de 2022 editie in Leeuwarden nu een wederom uitverkochte editie in het gevangenismuseum van Veenhuizen. Opnieuw duizend mensen, dat zegt veel over de aandacht voor het thema waar Hi!Noord op actief is.

Maatschappelijke innovaties bevorderen die onderdeel zijn de transitie vooruithelpen van zorg naar gezondheid. Dat is waarvoor Hi!Noord twee jaar geleden in het leven werd geroepen. Twee jaar om de grond te verkennen, en de kaart te tekenen. En die grond blijkt vruchtbaar te zijn, want de transitie is van levensbelang, letterlijk. Ons zorgsysteem is niet houdbaar en moet drastisch op de schop. Dat de urgentie hiervoor breed gevoeld wordt, blijkt uit de grote hoeveelheid mensen, in organisatie- of samenwerkingsverband die zich hard maakt voor een duurzame toekomst van gezondheid.

„Wat we doen, gaat over het versterken en richten van de noordelijke innovatiekracht’’, legt de programmaleider van Hi!Noord Roel van der Heijden uit. „We versterken het ecosysteem, werken samen met sectoren buiten de zorg, kijken naar de brede welvaart. Het uitgangspunt is steeds gezondheid, niet ziekte. Daar zit hem de belangrijke draai.’’

Hi!Noord wil ideeën bundelen, zo veel mogelijk mensen betrekken, laten zien hoe belangrijk de transitie is. „Het thema staat geweldig op de kaart. Dat blijkt wel uit het feit dat er weer duizend mensen afkomen op het festival maandag. En dat besef, dat dit is waar we samen heen moeten, dat is een belangrijke randvoorwaarde. Daarop kunnen we gaan bouwen, versterken en verbinden.’’

Gezondheidsrebellen

Om de transitie op de kaart te zetten en te versnellen, investeerde Hi!Noord afgelopen jaar allereerst veel in bewustwording en kennis.

Talentvolle trainees werden opgeleid in de rijke maar o zo complexe contexten van zorg en welzijnsorganisaties en netwerken. Bestuurders en managers in de zorg werd de leergang Met Gezond Verstand aangeboden, waarin het belang van investeren in gezondheid werd benadrukt.

„We willen op zo veel mogelijk plekken de urgentie van het thema aankaarten, altijd met de vraag: ‘en wat kun jij bijdragen aan de versnelling?’ Want we hebben echt iedereen nodig, van student tot beleidsmedewerker, van verpleegkundige tot toezichthouder.

Bewustwording van je eigen rol is nodig om daarna gericht in oplossingen te kunnen denken.’’

Gezondheidsfestival

Het festival in Veenhuizen brengt bekende namen op het podium, zoals Floor Milikowski, Marcel Levi, Jeroen Kemperman, Kees Klomp en Eva Rovers. Tijdens kennissessies, workshops en ontmoetingsmogelijkheden worden heel veel informatie en ideeën uitgewisseld. Zie: festival.hinoord.nl

Inmiddels is er een flinke community van ‘gezondheidsrebellen’ ontstaan. Deze mensen die op een andere manier tegen zorg en gezondheid aankijken voeden de transitie met frisse ideeën.

„We moeten onalledaags denken voor onalledaagse innovatie op onalledaagse plekken. Om die reden organiseerden we dit jaar de hackathon Meer Gezonde Jaren. Daarvoor selecteerden we vijftien innovatieve ideeën die we in groepjes verder uitdachten. Dat was een bijzondere en inspirerende dag waar Valtes als winnaar uit kwam.’’

Ook zet Hi!Noord vanaf het begin in op het actief ontschotten van de ondersteuning voor innovatie in het ecosysteem. “Dat gaat enerzijds over de zichtbaarheid van innovatie, want onbekend maakt onbemind. Wat in Oost-Friesland werkt, kan met wat hulp ook heus in een ZuidwestDrentse context landen, maar het begint bij van elkaar weten. Oplossingen worden soms ook op meerdere plekken tegelijk ontwikkeld, dan ligt een krachtenbundeling eigenlijk voor de hand. Dat vraagt om continue uitwisseling van informatie en ideeën over provinciegrenzen heen. We hebben bijvoorbeeld actief geholpen met de Datawerkplaats Mentale Gezondheid, een manier om doelpopulaties in beeld te brengen. Dat inzicht zoekt elke regio, maar door samen te werken gaat het sneller, goedkoper en beter. Met nu een focus op Drenthe, maar gebouwd in afstemming met vergelijkbare Friese en Groningse initiatieven. Slim verbinden om zo duurzame (noordelijke) infrastructuur voor de toekomst te bouwen’’

Publiek – privaat innoveren

De kennisinstellingen en het bedrijfsleven beschikken over een onuitputtelijke bron van ideeën. Maar meer radicale verandering komt uit de samenleving. Spreken met bewoners, patiënten en hulpverleners, dat zou de belangrijkste voedingsbron voor innovatie moeten zijn. Je moet weten waar behoefte aan is, je wilt snappen wat er voor nodig is dat mensen gezonder gaan leven of gezondheidstechnologie gaan omarmen. “We hebben daar de afgelopen twee jaar veel aandacht voor gehad maar het mag nadrukkelijk meer. We moeten écht meer gaan innoveren vanuit de behoefte en meer ruimte bieden voor inwoners, zorgmedewerkers en beleidsmakers met

Versnel je mee? Kom er erachter op welke manieren jij kan bijdragen aan de versnelling van zorg naar gezondheid en op welke manier het Hi!Noord netwerk je daarin kan ondersteunen.

Zet je netwerk en innovatie op de kaart! Hi!Noord heeft al een goed overzicht van versnellende samenwerkingen en innovaties, maar we weten dat er nog veel meer samenwerking plaatsvindt en slimme dingen worden bedacht op de transitie van zorg naar gezondheid.

innovatieve ideeën. We kunnen het ons met oog op de urgentie van de transitie niet permitteren dat dat innovatiepotentieel onbenut wordt gelaten.

Innovatie met duidelijk maatschappelijk gewin, dat wil Hi!Noord bevorderen. Maar voor schaal heeft die innovatie ook een ‘adopter’ nodig. Daarin is de wisselwerking met de private sector cruciaal. Sinds kort werken Hi!Noord en Life Cooperative daartoe nauw samen. Life Cooperative is een vereniging van zo’n 50 Life Science & Health-bedrijven in Noord-Nederland, met een staande infrastructuur voor het (door)ontwikkelen van innovaties. Van der Heijden: „We gaan gezamenlijk het veld in om innovaties op te halen en toetsen deze op zowel de publieke als private business case. We brengen advies, faciliteiten, en financiering samen voor innovatie die de transitie helpt versnellen’’ Alles voor de transitie dus, die eenieders aandacht en doekracht vergt. Inmiddels zijn zo’n 30 verschillende organisaties partner van Hi!Noord. „Deze bovenregionale samenwerking van noordelijke netwerken, is uniek. Noord Nederland is al decennia wegbereider voor het samenwerken over domeinen en belangen heen voor meer gezonde jaren. Daar kan de rest van Nederland veel van leren, en zeker ook Den Haag”. Iedereen moet mee in de transitie van zorg naar gezondheid, met Hi!Noord hebben wij hier in het Noorden de versnelling al ingezet. hinoord.nl

ADVERTENTIE
Roel van der Heijden (rechts) vormt samen met collega's Ruth Sudhölter, Paul Beenen (niet op foto) en Michiel Huizer het programmateam van Hi!Noord.

De Vitaliteitsfabriek: Sterf jong,

De kunst van langer gezond blijven, schuilt in ons brein. Want ons brein neigt sterk naar gewoontevorming en gewoonten zijn op hun beurt weer sterk bepalend voor onze mentale en fysieke gezondheid. Bernard Maarsingh van De Vitaliteitsfabriek over maatwerk in veerkracht met behulp van technologie.

Zijn missie: werken aan een circulair gezondheidssysteem. Of met andere woorden, leef volgens de stelling van antropoloog AshleyMontagu “Sterf jong, maar doe dat zo laat mogelijk”. De Vitaliteitsfabriek draait vanaf maart dit jaar en nu al zegt oprichter Bernard

Maarsingh: „Deze aanpak vermindert de toestroom naar de geestelijke gezondheidszorg met dertig procent. Als je veerkrachtiger en vitaler wordt, scheelt dat dus direct in de wachtlijsten. Daarnaast is het merkbaar in de behandeling van mensen. „Net als bij een operatie, helpt het om eerst veerkracht te trainen, bij ons is dat mentale veerkracht. Daarna herstel je sneller, dus de duur van het aantal behandelingen neemt ook af”, vertelt klinisch psycholoog Bernard Maarsingh. Hij is medeoprichter en eigenaar van psychologenpraktijk Maarsingh & Van Steijn in Leeuwarden en Groningen. De zorgpraktijk werkt al jaren op basis van dit veerkracht- principe. Resultaat: een langjarig ziekteverzuim onder de één procent. Maarsingh is initiatiefnemer van vernieuwing in de zorg, is nauw betrokken bij diverse topsporters, zoals de topschaatsers van Jillert Anema. In De Vitaliteitsfabriek werkt hij samen met gespecialiseerde partners in vitaliteit, stress en geestelijke gezondheid zoals Kana, GripXR, Kien en GGZ Friesland.

De impact van veerkracht

„De universiteit van Harvard doet met de Sinclair- onderzoeksgroep al dertig jaar onderzoek naar het begrijpen waarom we ouder worden en hoe we dat proces positief kunnen beïnvloeden. Hun conclusie is dat we al te lang verkeerd tegen gezondheid aankijken. We hebben gewoontes die leiden tot ontstekingen, die leiden tot klachten die weer leiden tot tal van ziekten en aandoeningen en daarmee enorme hoge gezondheidszorgkosten. In plaats van dáár wat aan te doen, proberen ziekenhuizen vooral om mensen weer ‘te repareren’. Wij brengen de kennis van Harvard in de praktijk door mensen weer gewoontes aan te leren waardoor ze fit en vitaal worden en dus langer gezond blijven. Dat doen we op een aantrekkelijke manier, met behulp van bijvoorbeeld virtual reality (VR) en games. Of dat impact heeft? Harvard heeft aangetoond dat het bij vrouwen tot 14 gezonde levensjaren oplevert en bij mannen twaalf jaar. Dat is enorm.”

„Het gekke aan onze maatschappij is dat ze vol ongezonde valkuilen zit, die je totaal niet helpen om veerkrachtig te worden. Supermarkten verleiden je tot het kopen van vooral ongezonde producten; in plaats van te wandelen, hang je ’s avonds op de bank waardoor je uitgeblust raakt. En we staan, zeker tijdens de werkdag, de hele dag ‘aan’, terwijl je gebaat bent bij zogeheten stress- ritmes. Wij leren je slimme gewoontes aan, op maat, zodat je meer veerkracht ontwikkelt, maar ook speelser en energieker wordt. En we leren je ‘stress’ ritmisch te gebruiken als positieve factor voor focus en prestatie.”

Gewoonten veranderen

„Ons brein leert vooral van fouten, dat is een belangrijk beginsel, dus dat staat centraal in de aanpak. Maar voordat we de breintraining beginnen, activeren we het brein door hele korte, intensieve fysieke inspanning. Zo zorgen we dat de grootste brandstof van ons lichaam, ATP, eerst een stevige boost krijgt en daarmee wordt het brein geactiveerd. Na die inspanning gaan we het brein trainen. Dat is maatwerk, want als je gewoontes en het gedrag van mensen wilt veranderen, moet je weten waar iemands gevoeligheden liggen. Met behulp van VRtechnieken of met digitale games kan dat. We vragen mensen foto’s te leveren waarvan ze weten dat die staan voor hun ‘slechte gewoonten’ en foto’s die hun positieve, goede gewoonten, representeren. Zo kun je een groep mensen trainen en toch heel persoonlijk te werk gaan. Opvallend genoeg is gezond worden en blijven dus voor elk mens anders. Bij de stress-training werkt dat net zo. Je wordt individueel gemeten, echt elke seconde, en moet moeilijke opdrachten tot een einde zien te brengen, door te gebruik te maken van jouw eigen individuele stressreacties. Na de breintraining volgt de fase van ontspanning, want het brein heeft dat nodig om het geleerde te verwerken. Het resultaat is dat mensen handig worden met zichzelf en dat leidt tot meer veerkracht.”

De droom

„Investeer in veerkracht en vitaliteit. Je kunt mensen leren weer aan de knoppen van hun eigen gezondheidssysteem te laten draaien. In ons programma is ieder mens daarin zelf leidend. Ik zeg het wel eens zo: het is geen maakbaarheid, maar het is ‘ontstaanbaarheid’. Vergelijk het met hond en kat. Van de hond kun je geen kat maken. Als je een hond in z’n waarde wilt laten en aanvoelt wat hij van nature kan en wil, weet je dat hij niet in bomen gaat klimmen. Tot het leren van andere dingen uit vrije wil, blijkt hij wel bereid. Zo is het bij deze gedragsverandering ook: je wordt handig met hoe het in jou werkt en mensen verschillen fors van elkaar.”

Wat is je droom? „Een circulair gezondheidssysteem. Het start met een gezonde bodem en via gezond voedsel, en slimme, dagelijkse gewoontes die je gezond houden, help je mensen veerkrachtig te blijven. Ik zou nog één ingrediënt willen toevoegen en dat is iepen mienskip, het diepe gevoel erbij te horen en betekenisvol bij te dragen. Dat is nou de Friese Bloeizone in mijn ogen.”

www.de-vitaliteits-fabriek.nl

ADVERTENTIE
maar doe dat zo laat mogelijk!
Bernard Maarsingh, Klinisch psycholoog, eigenaar Maarsingh en van Steijn

artxat e et w m n.ne nejvli s biuhig t dnatsfle ig z ttern p r e egnal

ishu n t jiF te j h ij n b enuetsredn e u o i n e etcudor, pnetsnei al d t e g m aar n u g eple j hi . W pe na o v Jie t M ekkape c p eore n b e n e a t u d n g ku jkielkak go zre igm t s a n d emot k

e U ku

?ned neve g staa aa D.nel de pm na f v a chsnae a n d d e uohrednoniu n d etietiivtca tna t a oor n g eorGtnarda w Kw K civrep s n o eod igkkule . G naag e mtnie neg din o n m e n e a Er k

edi e b o u t Jie t M e at h Wa W tsul o c Jie e M p d n o eod p eore n b e r e r m edn t o n n t

, siu n h a n a j ij tala s m aloz i n etcudor n p n e etsneik d en dei beW.en zeder etale ger g r z s o eivd k ajlinoosre r p oov n p GRA

BIJEENK

BIJEENKOMST ATTIS

maaltijd warme f inclusief

vo w

enperwer oseer d er g nizen l e eitamrfon, i psie t g p 0001

w

n.ojiem.w w

////////

r 0 uu 3.3 - 1 03.0 1 er botk o 0 3,en enerHe r ebotk 6 o , 1 nethcar > D > rbe otk o 9,ned aruwee L>

)e chsigolon ch etr(ev n o edrod w reemrfonïe t u g il ? W nedde n r ejvli n b enn ku

neleddimpulh i

> .netsmoknee j ij s bitare g e d n d a n v é r é n n a m d o ? K

0 b fo tomskenej ij b-ei og lonhcetg or z/ln.o j ijmei i p n o edlemna n a e eitamrfon e il r al k v j ijK

ADVERTENTIE

‘We moeten ons erfgoed niet verkwanselen’

Dat zegt Goos Knol, bestuurder bij Vredewold, het woonzorgcentrum in Leek waar 142 bewoners worden verzorgd. Medewerkers en vrijwilligers zetten zich in om hen, in een vertrouwde omgeving, zoveel mogelijk te laten genieten van de oude dag.

„We leveren gespecialiseerde zorg”, legt Knol uit. „Daarom hebben we bijvoorbeeld een specialist ouderengeneeskunde in dienst.” Vredewold heeft de zaken goed voor elkaar, maar Goos Knol maakt zich zorgen over de toekomst. „Het begint te knellen. Er komen meer ouderen die specialistische verzorging nodig hebben, maar er wordt bezuinigd op de ouderenzorg.”

Dat gaat grote gevolgen hebben en vraagt veel van de circa 300 medewerkers (200fte). „Tot nu toe kunnen we mensen die de complexe en multidisciplinaire zorg nodig hebben hier nog plaatsen. Maar, we hebben een wachtlijst en die wordt niet kleiner. Op termijn ontkomen we er derhalve niet aan om mensen thuis te gaan verzorgen, ook als die zorg complex en multidisciplinair is. Dat is ingewikkeld en we zien dat ook niet als een oplossing, maar we hebben geen andere keuze.”

Centralisatie

Huisvesting is overal in de ouderenzorg een groot probleem. „Wij hebben een wachtlijst van gemiddeld dertig mensen, waar van 5 à 10 acuut, dat neemt alleen maar toe. Maar, we mogen hier niet uitbreiden, hoewel dat wel een deel van de oplossing zou zijn”, gaat Knol verder. „We denken bijvoorbeeld aan aanleunwoningen. Als je de vaak complexe zorg aan mensen buiten dit centrum goed en efficiënt wilt uitvoeren, dan is centralisatie de oplossing. We zien echter een overheid die alleen maar wil besparen op de

kosten. Wij willen laten zien dat we het kunnen oplossen met wat we nu hebben, maar dan mag er in elk geval niet verder worden bezuinigd. En dat gaat helaas wel gebeuren.”

Erfgoed

„Wij willen nu, maar zeker ook in de toekomst de mensen die ons worden toevertrouwd goed

verzorgen. Zij zijn ons erfgoed, die plicht hebben we. Echter, dat wordt ons wel steeds lastiger gemaakt en kost veel energie. Gelukkig beschikt Vredewold over gedreven medewerkers en ook vele vrijwilligers, die staan voor hun taak, die bevlogen zijn en de best mogelijke zorg willen leveren. Maar dat dit onder druk staat, is ook duidelijk. Zeker als de overheid via de bezuinigingen aangeeft dat het wel wat minder mag. Dat stimuleert niet echt.”

Knol beseft dat het een lastige tijd is, maar hij is desondanks optimistisch. „Natuurlijk gaan we het fixen, maar ik zou wensen dat de ouderenzorg op waarde wordt geschat. We willen graag zelf de regie hebben en datgene kunnen blijven doen waar we goed in zijn. Het is niet voor niets dat zowel bewoners als medewerkers tevreden zijn over hoe het in Vredewold is geregeld. Daar doe je het voor. Een beetje meer waardering van buitenaf, lees de overheid, zou welkom zijn, juist omdat we ons erfgoed niet mogen verkwanselen.”

www.vredewold.nl

21 8 5 8
0
.
l t
e f tle r z eta m u l n o elegef r n o t d n u ku t u n a t w ch adega s n t u al e efeH i 0002 1 1 8 5
Goos Knol

Aandacht en zorginnovatie bij Bos- en Meerzicht

De menselijke maat en aandacht staan voorop bij Bos- en Meerzicht, waar ouderen vertrouwd en veilig kunnen wonen, aan de rand van de Gaasterlandse bossen met zicht op het IJsselmeer. De moderne technieken die er worden toegepast, staan ten dienste van die menselijke maat voor bewoners en personeel. Directeur/eigenaar Debby Nota werkt er dagelijks met alle 50 fulltime en parttime medewerkers gepassioneerd aan.

Zorginnovatie is bedoeld om het leven van de bewoners in de 33 appartementen te veraangenamen en als ondersteuning voor medewerkers, het maakt het werk ook aantrekkelijker. Nota: „Mensen die hier komen wonen, hebben al zoveel achter moeten laten. Het is de laatste fase van hun leven en dat wil je toch zo goed mogelijk leven? Wij doen voor iedereen ons best om zo goed mogelijk aan te sluiten op die ander. Het gaat om leven en welzijn en liefde voor die ander. Daar ben ik behoorlijk vooruitstrevend en eigenzinnig in”

Speciale sensorplaat voor de nachtdienst

Voor de nachtdienst heeft Bos- en Meerzicht geïnvesteerd in de Momo BedSense. De Momo BedSense is een sensorplaat die op borsthoogte onder het matras van de bewoner wordt geplaatst. De sensoren sturen data naar een app, die inzicht geeft in welke bewoners veilig en rustig in bed liggen, wie onrustig is en wie dringend hulp nodig heeft.

Nota: „Het betekent dat degene die dienst heeft niet driemaal per nacht een ronde langs alle kamers hoeft te doen. We storen bewoners niet in hun slaapritme, maar zijn er wanneer het nodig is. Dat biedt zorg naar behoefte. Tevens geeft het veel inzicht zowel voor de medewerker als voor huisartsen.”

Samen zonsopkomst zien

De medewerk(st)er van de nachtdienst kan daardoor meer tijd en aandacht schenken aan de kwaliteit van leven. Bijvoorbeeld die ene bewoonster uit bed halen die zo graag de zonsopkomst wil zien, op het terras aan de tuinkant van Bos- en Meerzicht. „Groot zijn in de kleine dingen, dat is Bos en Meerzicht in de kern van haar bestaansrecht. Daar doe ik het voor.”

Nota vindt het belangrijk ook zelf te weten wat er speelt. „Ik heb zelf ook een nachtdienst met het nieuwe systeem gewerkt, want ik wil zelf ervaren of het beter is voor de medewerkers en de bewoners.”

„Een ander voorbeeld van onze zorginnovatie, zijn VR-brillen. Wij geven (bij)scholing aan ons personeel via een VR-bril, evenals aan nieuwe medewerkers. Onze norm ligt hoog en wij vinden werken volgens de visie en de professie van dit prachtige vak zeer belangrijk. Dit zie je terug in alles hoe wij zijn georganiseerd. Professioneel, efficiënt, met de lat hoog, maar vooral nononsense en aansluiten op onze doelgroep.”

Gastdocent bij NHL Stenden

Nota is weleens gastdocent bij NHL Stenden.

„Daar hou ik de HBO-V studenten altijd voor: maak de verpleegtechnische zaken niet te groot, dit is zo’n klein onderdeel van je werk. Een

klusjesman zou het bij wijze van spreken ook snel moeten kunnen leren. Het gaat om de aandacht en werkelijk die ander zien. Vanuit je kennis en vooral vanuit liefde er voor die ander zijn.”

Ook is ze actief binnen VVT Fryslân, belangenorganisatie van verpleeghuizen, verzorgingshuizen en thuiszorgbedrijven. Ze durft te zeggen dat ze daarin voorloper is. „Omdat wij korte lijnen hebben en snel kunnen beslissen, kunnen wij voorop lopen. Klein zijn, maar grootse dingen doen.”

Bos- en Meerzicht heeft binnen de wettelijke (zorg)regels van de overheid een persoonlijke aanpak gerealiseerd. Dat de bewoners centraal staan, maken ze hier écht waar. Het zit in de genen van de organisatie en de mensen die hier werken. Daar authentiek in blijven is soms lastig in de grote zorgwereld, maar uiteindelijk doe ik iets waar ik goed in ben en trots op ben. Samen met ons team.” De angst dat zoiets meer geld kost – zowel voor de bewoners als de organisatie – is onnodig. „Het gaat om je mindset en je focus, dat heeft niets met geld te maken.” bosenmeerzicht.frl

ADVERTENTIE
Debby Nota

De beste huisarts is je eigen huisarts

De huisartsenspoedposten in Groningen, Friesland en Drenthe lopen tegen hun grenzen aan. Die conclusie trekken Martijn van der Werff, bestuurder Dokterswacht Friesland, Jan Schaart, bestuurder Dokter Drenthe en Erik Noordhof, bestuurder Doktersdienst Groningen. De huisartsenspoedpost is alleen bedoeld voor spoedgevallen, maar in de praktijk wordt tegenwoordig voor allerlei klachten gebeld, ook als het niet dringend is. Daardoor raken huisartsenspoedposten overbelast en dreigt een infarct. “Wij - inwoners van Nederland - zullen ons gedrag moeten aanpassen, een lastige boodschap, maar wel noodzakelijk.”

De huisartsenspoedpost kan ’s avonds, ’s nachts en in het weekend voor spoedgevallen gebeld worden, wanneer de eigen huisarts niet beschikbaar is. En dat gebeurt massaal, zo blijkt uit cijfers. Vorig jaar werd Doktersdienst Groningen 150.000 keer gebeld, Dokter Drenthe 132.000 keer en Dokterswacht Friesland ook 150.000 keer. Forse aantallen, die een enorme druk leggen op de beschikbare capaciteit, waardoor de continuïteit onder druk staat. „Als iedereen gaat bellen, loopt het systeem uiteindelijk vast.” Naast een dringend beroep op de inwoner om minder en dus alleen bij spoed te bellen, gebruiken huisartsenspoedposten digitale middelen als oplossing.

Betere oplossing

„Mensen kunnen bijvoorbeeld eerst het internet raadplegen of ze met hun klacht wel naar

de spoedpost moeten of dat het ook tot morgen kan wachten”, zegt Van der Werff. „Dan immers kun je naar je eigen huisarts, die veel beter op de hoogte is van jouw situatie. Soms is even wachten tot de volgende (werk)dag alleen daarom al een betere oplossing.”

„In Friesland maken we daarnaast gebruik van de Dokterswachtapp, waarmee burgers op eenvoudige wijze kunnen chatten met een medewerker van Dokterswacht, die eventuele zorgen kan wegnemen. Dat scheelt al veel telefoontjes.”

Digitaal spreekuur

In Drenthe kunnen inwoners op twee manieren contact opnemen met de huisartsenspoedpost. Via het digitaal spreekuur of telefonisch. Schaart: „Een systeem waarmee we de inwoner op een hoog kwalitatief niveau kunnen blijven bedienen met goede informatie, zelfzorgadvies en zo nodig een vangnetadvies wanneer contact met een huisarts noodzakelijk is. De eerste resultaten zijn hoopgevend. Nu betreft ruim 35 procent van ons contact een advies- of gezondheidsvraag. Als we die digitaal afhandelen zou dat zorgen voor een enorme verlichting. En het is ook prettig voor de inwoner zelf. Hij of zij hoeft niet in de wacht te

ADVERTENTIE

staan en kan vanuit huis digitaal worden geholpen.”

Noordhof: „In Groningen werken we sinds kort met een digitale triagetool via onze website: Moet ik naar de dokter? Uiteindelijk willen we naar een systeem met meerdere vormen van contact, waarbij de kwaliteit van zorg altijd voorop staat.” Een ander voorbeeld van een goed (digitaal) hulpmiddel is het zogeheten koortsboekje voor kinderen; ‘mijn kind heeft koorts’. „Daar kun je zelf zien of de koorts die je kind heeft reden is om te bellen. Daarmee kunnen we veel ongerustheid bij ouders wegnemen, zo blijkt.”

De inzet van digitale hulpmiddelen zal voor veel mensen wennen zijn, het is een andere manier van contact, zo beseffen de bestuurders. „Maar kwaliteit van zorg is in veel gevallen ook goed te realiseren met de inzet van digitale hulpmiddelen. Dat is nodig om de hoogwaardige zorg die we in Nederland kennen, ook in de toekomst te kunnen blijven bieden.”

Drenthe: www.dokterdrenthe.nl

Friesland: www.dokterswacht.nl

Groningen: www.doktersdienstgroningen.nl

De Zorg van Toen opent in Drachten: gelukkig ouder worden

Zorg moet gaan over mensen, over aandacht en warmte. Met dat idee richten oudverpleegkundigen Hans Zethoven en Ingrid Burgstede 2,5 jaar geleden De Zorg van Toen op. In Drachten openen ze hun zevende locatie met levensloopbestendige appartementen. Met zorg of zonder.

Jaren stonden ze aan het bed, zorgden ze voor clienten. In ziekenhuizen, verpleeghuizen, bij mensen thuis. ,,Tot we bijna drie jaar geleden zeiden, het moet echt beter. Dat betekent dat we het zelf gaan doen.” Het moest laagdrempelig, de omgeving moest er bij worden betrokken, de mens moest weer centraal staan. Mensen moeten

goed kunnen wonen, samen gezond kunnen eten, met aandacht verzorgd worden als dat nodig is. Iedereen, zeggen Hans en Ingrid, kan bij De Zorg van Toen zichzelf zijn. Of het de mensen zijn die je huisvesting en zorg biedt, of dat het je collega’s zijn. Inmiddels zijn werken ze met 250 collega’s. Hun locaties staan in hun thuisbasis De Bilt, maar ook in Oss, Tienray, Wijk aan Zee en BenedenLeeuwen. En in het Drentse Donderen en nu in Drachten.

Pal om de hoek van ziekenhuis Nij Smellinge staat ZorgThuis Drachten. Op de tiende en elfde verdieping van het voormalige Servotel komen de eerste appartementen met prachtig uitzicht over de stad. Later wordt dat aantal uitgebreid tot in totaal zestig zelfstandige appartementen, allemaal levensloopbestendig. Het gebouw is langzamerhand volledig vernieuwd. De Zorg van Toen- appartementen zijn 65 vierkante meter groot, met woonkamer, slaapkamer, een royale badkamer en een pantry. ,,Op de begane grond hebben we ons restaurant annex huiskamer, waar iedereen samenkomt. Ook om te eten. Dat heeft meerdere redenen: het is een kwestie van veiligheid, omdat we mensen met bijvoorbeeld

dementie niet alleen willen laten koken. Eten is een sociaal verhaal: dat doe je bij voorkeur met anderen. Niet alleen met je buren uit andere appartementen, maar ook met mensen uit de buurt. Het restaurant, waar ook een terras bij komt, wordt het hart waar iedereen welkom is, of je nu bij ons woont of niet. Dat maakt De Zorg van Toen tot wat het is. Goed wonen, goed eten, sociale omgang, gezelligheid, warmte. Welzijn en zorg gaan hier hand in hand. Op het zorg en serviceniveau zoals jij dat wenst.”

Alle appartementen van ZorgThuis Drachten zijn speciaal ingericht voor ouderen, die willen wonen met of zonder zorg. Dat kan beginnende zorg zijn, of in een vergevorderd stadium. Voor mensen met dementie is een hele etage ingericht, uiteraard met de juiste zorg en aandacht. Omdat De Zorg van Toen mensen gelukkig oud wil laten worden.

www.dezorgvantoen.nl

ADVERTENTIE
Hans Zethoven en Ingrid Burgstede

Wij willen een sociale samenleving, jij ook?

Elke gemeente in Friesland heeft een welzijnsorganisatie. Het zijn organisaties die werken aan het “samen” gevoel in dorpen en wijken. Want met elkaar kom je verder dan alleen en sta je sterker. Ook in jouw dorp of wijk zijn mensen van deze organisaties actief. Maar wat doen ze dan eigenlijk?

Welzijnsorganisaties werken aan de saamhorigheid zoals we die kennen van het dorp uit de jaren ’50. Ons doel is om dat terug te brengen in de huidige dorpen en wijken. Het dorp waar iedereen er toe deed en waarin men van elkaar wist hoe het met jou ging, waardoor je voor elkaar klaar kon staan en elkaar kon helpen. Als buurvrouw haar arm brak, bracht buurman haar naar het ziekenhuis, de overbuurvrouw liet de hond uit en weer een andere buur maaide het gras. Net zolang tot buurvrouw het zelf weer kon. Dat zorgen voor elkaar, is nu niet meer vanzelfsprekend.

Bestrijden van armoede Samen met de inwoners zorgen we ervoor dat dit terug komt. Dit doen we door met elkaar te kijken wat er nodig is om elkaar weer te zien en te helpen. Want soms is je eigen leven zo vol en druk, dat je niet meer ziet wat er om je heen gebeurt. Bijvoorbeeld omdat je in armoede leeft. Dat kan zoveel ruimte innemen dat je alleen nog meer bezig bent met ‘hoe kom ik de dag door’ en ‘hoe knoop ik de eindjes aan elkaar’. Met elkaar werken we aan het bestrijden van die armoede, bijvoorbeeld door projecten met inwoners op te zetten. Soms is dat een kledingbank, een gesprek met ervaringsdeskundige, een wijkrestaurant, een moestuin of het verzorgen van een ontbijt voor schoolgaande kinderen.

Week van de Ontmoeting

Ook als je door een beperking niet goed mee kan doen in je dorp of wijk, helpen wij je om te kijken wat nog wel lukt. Omdat iedereen er toe doet zorgen we ervoor dat ook jij jouw talent in kan zetten en deel uitmaakt van jouw dorp of wijk. Ook wanneer je eenzaam bent lukt het soms niet om daar zelf wat aan te doen. Met elkaar zoeken we uit wat jij leuk vindt. Zodat ook jij kunt aansluiten bij activiteiten zoals een koffieochtend, een vrouwenclub, een mantelzorgcafé, een plek voor tienermoeders, jeugdhonk of een wandelgroep.

Van 28 september tot 4 oktober is de week van de ontmoeting. Ook in jouw wijk/dorp is er dan van alles te doen. Kijk op onze

website wat allemaal. En vind je het lastig om alleen te gaan, bel ons!

Een goede start

Daarnaast willen we alle kinderen een goede start geven, zodat ook zij een fijn en gelukkig leven opbouwen. Daarvoor komen onze jongerenwerkers op de scholen en zoeken ze op hangplekken de jeugd op. Ze bieden een luisterend oor, ondersteunen je en kijken met jou naar wat je interesseert en hoe je dat kunt waarmaken. Dat doen we bijvoorbeeld in het project MDT (maatschappelijke diensttijd). Een project waar je met en voor andere jongeren werkt aan jouw talent. Zo kun je een DJworkshop bedenken en regelen, of met de wethouder in gesprek gaan over een nieuwe sportplek.

Het bouwen van dat saamhorige dorp is dus niet zomaar klaar. Daar hebben we jullie allemaal voor nodig. Want soms heb je een vraag, maar veel vaker nog heb jij zelf de oplossing. Met elkaar

maken we jouw wijk tot een wijk waar jij je thuis voelt, je buren kent en weet op wie je terug kunt vallen als je hulp nodig hebt. Wil jij ook een bijdrage leveren in jouw wijk/dorp, of heb je een goed idee, waar je hulp bij nodig hebt om het voor elkaar te krijgen, neem dan contact met ons op!

Welke welzijnsorganisaties vind je waar?

Sociaal Collectief gemeente Súdwest Fryslân Scala gemeente Ooststellingwerf

Sociaal Cultureel Werk Ameland, op Ameland Caleidoscoop gemeente Heerenveen

M.O.S gemeente Smallingerland Kearn gemeenten Achtkarspelen en Tytsjerksteradiel

Connexa gemeenten Waadhoeke en Harlingen

Amaryllis gemeente Leeuwarden De Kear gemeente De Fryske Marren

ADVERTENTIE

Prodak Archief- en datavernietiging

20 jaar geleden startte Zorginstelling Alliade met het veilig verwijderen en vernietigen van afval met privacy gevoelige informatie. Bij deze werkzaamheden wilde men mensen met afstand tot de arbeidsmarkt betrekken en zo een zinvolle dagbesteding geven. Dit werd een succes en leidde In 2016 tot verzelfstandiging van Prodak.

„Prodak was al AVG-ready voordat de AVG werd ingevoerd”, zegt Peet de Wit, buitendienstmedewerker van Prodak. Ook het sociale karakter bleef bestaan.

„Als je de talenten van mensen met afstand tot de arbeidsmarkt goed weet te benutten, dan levert dat zoveel extra’s op.”

Met oog voor de zorg

„Afval mag geen extra taak opleveren voor een werknemer. Ook niet als het afval betreft met privacy gevoelige informatie. Wij zien het als onze taak dit afvalverwerkingsproces efficiënt ‘in te regelen’, zodat het naadloos aansluit bij de vertrouwde manier van werken. Met die aanpak onderscheiden wij ons.”

datadrager vraagt om een aangepaste benadering.”

„Voor een naadloze toepassing doen we onderzoek naar de gehanteerde werkwijze. De uitkomsten bepalen de gekozen inzamelstrategie. Vervolgens blijven we het proces monitoren. Verandert er iets in een organisatie, dan veranderen wij mee”, zegt Peet. „Sommige zeggen maatwerk, wij noemen het passie.”

„Wij zijn geen afvalinzamelaar”, zegt Jordi de Jong, bedrijfsleider. „We komen geen afvalcontainers legen die op een centraal afvalpunt staan. Wij richten ons op AVG-proof inzamelen en vernietigen van informatiedragers. Dat gaat van hard disks tot medicijnzakjes. Elke

Peet geeft een voorbeeld: „Een verpleegkundige die een medicijn heeft gegeven aan een patiënt, mag het medicijnzakje niet in de prullenbak gooien. Een prullenbak is immers toegankelijk voor iedereen. Een medicijnzakje naar een centraal geplaatste ophaalcontainer brengen kost tijd en is foutgevoelig. Voor dit probleem hebben we afgesloten databoxen ontwikkeld die op de afdeling geplaatst worden. Nu past de inzameling binnen een realistische werkroutine.”

ADVERTENTIE

Vertrouwen als sleutelbegrip Prodak heeft het CA+ keurmerk voor archief en data-vernietiging en garandeert dat de vernietiging van data voldoet aan de wetgeving. „Wij gaan graag verder dan de wet. Elke opdracht wordt binnen 24 uur onder permanent cameratoezicht en in een gesloten ruimte vernietigd. De klant ontvangt hiervan ook altijd een bijbehorend vernietigingscertificaat. Vertrouwen in elkaar; weten dat we er zijn om te helpen. Dat is meer dan alleen een gestelde taak uitvoeren.” Voor ons is alles vertrouwelijk. Hoe lastiger de verwerking van privacy gevoelig materiaal wordt hoe groter de kans is dat er fouten worden gemaakt.

www.prodak.frl

„Bestuurders let op”, zegt Jarno, directeur zorg van LTT. „Het is geen 5 over 12, maar half één. De zorg in het Noorden van Nederland dreigt te struikelen als er niet snel innovaties worden doorgevoerd. De ouderenzorg heeft vorige week alarm geslagen tijdens de landelijke actiedag; op hetzelfde moment dat twee grote accountantskantoren aangaven dat ‘onweersbuien over de zorgsector trekken’ en faillissementen in de ouderenzorg niet zijn uit te sluiten. De oorzaken liggen in o.a. personeelstekorten, hoog ziekteverzuim, loonstijgingen, inflatie en stijgende energiekosten.”

LTT zoekt zorgbestuurders met lef en visie die inzien dat een gecombineerde aanpak van de zorg-, veiligheids- en energietransitie meer kan opleveren dan de som der delen. „En nee, technologie haalt niet de menselijke maat weg. Zij versterkt juist het bieden van persoonsgerichte zorg (op maat).”

Technologie inzetten, juíst om de menselijke maat te behouden

Let Things Talk biedt innovatieve technologische oplossingen voor zorginstellingen, zoals de Rhythm-sensor, die het dag- en nachtritme van bewoners in kaart brengt. Verandert iemands ritme, dan geeft het systeem een seintje dat de zorgvraag veranderd of de zorgmomenten mogelijk moeten worden aangepast.

Zorginstellingen kunnen zo beter anticiperen op de veranderende vraag van een persoon en personeel efficiënter inzetten. De Rhythm sensor heeft ook geavanceerde dwaal- en valdetectiefuncties. Als een persoon valgevaarlijk is en uit bed stapt, of als de persoon na een toiletbezoek niet terugkeert in bed, stuurt de sensor een alarm naar de zorgverlener.

„Onze sensor is uiterst betrouwbaar en maakt geen gebruik van ‘slimme’ camera’s of infrarood bewegingssensoren. Valse alarmen, omdat een dekbed voor een bewegingssensor langs wappert, en het kunnen meekijken in iemands woonomgeving behoren daarmee tot de verleden tijd.”

Een praktische multi-transitie aanpak met een korte terugverdientijd

„Wordt de Rhythm-sensor gecombineerd met de Airhub-sensor dan kun je ook verlichting, slimme stekkers en verwarming aanpassen op het leefritme. Naast een veiligere en gezondere woonomgeving voor de bewoners en werkomgeving voor zorgverleners, realiseren we zo ook nog eens een gemiddelde energiebesparing van 26%. Niet slecht, toch? De besparingsfactor kan nog groter worden als bijvoorbeeld slim incontinentiemateriaal en medicijndispensers worden geïntegreerd.”

„Ik roep bestuurders van Noordelijke zorginstellingen op om samen met ons te innoveren. Ons doel is om met onze praktische

multi-transitie aanpak het Noorden voor te bereiden op de toekomst. Doet u mee?” Contact opnemen met Jarno kan via 06-21898262 of jarno@letthingstalk.nl.

letthingstalk.nl

ADVERTENTIE
‘Verandert er iets in een organisatie, dan veranderen wij mee’
‘Ook de zorg in het Noorden zal struikelen als we innovaties niet stapelen’

Onmisbare schakel in het zorgnetwerk in Noord-Nederland

Maar liefst zeventig procent van alle patiënten in Noord-Nederland krijgt op de een of andere manier te maken met Certe. Met een breed pakket aan diagnostische dienstverlening op het gebied van klinische chemie, medische microbiologie, moleculaire diagnostiek en functieonderzoeken is Certe een onmisbare schakel in de Noord-Nederlandse zorg.

het hele noorden bestrijken met onze dienstverlening. Overigens blijven we aanwezig in de ziekenhuizen voor spoedeisend werk: daar zijn we onmisbaar. In het ziekenhuis gaan we doen wat moet, in Drachten wat kan. We verwachten dat deze grote stap de zorgverlening in heel Noord-Nederland zal verbeteren. Uiteraard rekenen we er ook op dat we de kosten op deze manier in de hand kunnen houden: het is in ieders belang dat de zorg betaalbaar blijft.”

Samenwerking Certe werkt veel samen met andere zorgpartners zoals ziekenhuizen, instellingen en huisartsen om te zorgen voor continuïteit en duurzaamheid van laboratoriumdiagnostiek en ketenzorg voor ziekte en gezondheid in Noord-Nederland. Een voorbeeld hiervan is de samenwerking met het UMCG. „Door het afstemmen van apparatuur en uitwisseling van data hebben we de patiëntreis van patiënten met acute leukemie weten te verkorten. Ook kunnen we hiermee dubbeldiagnostiek voorkomen, dat is prettiger voor de patiënt en zorgt voor een snellere en betrouwbaardere uitslag.”

Certe-auto’s rijden dagelijks door noordelijke dorpen en steden van en naar aanvragers, spreekuurlocaties, ziekenhuizen en Certelaboratoria. Patiënten kunnen na het maken van een afspraak terecht bij een spreekuurlocatie in de buurt, voor het afnemen van bloed, het inleveren van lichaamseigen materiaal of het laten uitvoeren van onderzoeken. Op medisch advies, als patiënten niet in staat zijn om een locatie te bezoeken, komen medewerkers op huisbezoek.

Karola Waar en Gunnar Andriesse, artsenmicrobioloog: “De medische microbiologie van Certe heeft een belangrijke rol in de behandeling van infectieziekten. Door regionaal betrokken te zijn kan Certe een essentiële rol vervullen in het voorkomen van antibioticaresistentie en het zo behandelbaar houden van infecties. Naast behandeling is de microbiologie ook juist gericht op het voorkomen van infecties, in verpleeghuizen en ziekenhuizen maar ook in de maatschappij. Certe speelde een grote rol in de coronacrisis en is ook vandaag partner voor de overheid en instellingen om voorbereid te zijn op een volgende pandemie.”

Behandelend artsen in de ziekenhuizen kunnen 24/7 rekenen op medische diagnostiek en advies en dat kan voor acute ziekenhuispatiënten van levensbelang zijn. Diabetes- en trombosepatiënten kunnen rekenen op deskundige begeleiding. In de laboratoria zijn Certe-medewerkers dagelijks bezig met onderzoek en analyse van materialen. Gertjan van der Meulen, manager Communicatie: „Als wij een uur niet kunnen werken, dan heb je de poppen aan het dansen.”

Doelmatige zorg

Als grootste laboratoriumorganisatie van het noorden levert Certe een positieve bijdrage aan doelmatige, kostenefficiënte en toegankelijke gezondheidszorg. Van der Meulen: „De uitgangspunten van het Integraal Zorgakkoord (IZA) - goede, toegankelijke en betaalbare zorgzijn ons dan ook uit het hart gegrepen. Wij staan

voor doelmatige zorg, dicht bij onze patiënten. Dat houdt in dat we zorgvuldig omgaan met de beschikbare middelen en tegelijkertijd iedere patiënt zo goed mogelijk willen helpen. Hoe beter de diagnostiek, hoe sneller en effectiever artsen de behandeling van hun patiënten in gang kunnen zetten. Daar hebben al die patiënten baat bij.”

Als organisatie zonder winstoogmerk is het voor Certe van essentieel belang om goed op de financiën te letten, zonder de kwaliteit van de dienstverlening tekort te doen. Dat is in deze tijden van sterk stijgende zorgkosten een grote uitdaging. „Wij zijn een stichting, dat maakt ons uniek. We zijn betrokken, betrouwbaar en zoeken regionaal de samenwerking op. Zonder winstoogmerk, voor de patiënt”, aldus Van der Meulen.

Voordelen fusie

Om financieel gezond te blijven en toch toegankelijke, zinnige zorgverlening te blijven bieden kijkt Certe goed naar de eigen organisatie en werkwijze. Certe is ooit ontstaan uit de fusie van verschillende noordelijke laboratoria met ieder een eigen labsysteem. Die labsystemen worden momenteel gemigreerd naar één gezamenlijk laboratorium informatie systeem. Hetzelfde geldt voor de ICT-infrastructuur. Chris Kroese, manager Informatievoorziening: „Op deze manier realiseren we de voordelen van de fusies: we gaan veel meer op dezelfde manier werken, besparen kosten en benutten de kracht van interne en externe samenwerking.”

Een andere grote stap betreft het voornemen om in Drachten een pand te bouwen voor één gezamenlijk laboratorium en alle niet spoedeisende activiteiten. Het gaat dus om de lablocaties. De onderzoeken zelf, zoals bloed prikken, blijven we in de regio uitvoeren op de vertrouwde locaties. Albert Wolthuis, medisch manager klinische chemie: „Vanuit het verleden zijn we gevestigd op vier verschillende locaties in Friesland en Groningen. Deze stap zorgt ervoor dat we ook daadwerkelijk één Certe zullen worden: vanuit een centrale plek kunnen we dan

Wolthuis: „We hebben elkaar in de regio nodig om de patiënt de beste zorg te bieden. Het gaat erom dat we denken vanuit het belang van die patiënt. Dat geldt voor het laboratoriumonderzoek en de diagnose, maar zeer zeker ook voor het veilig delen van diagnostische laboratoriumdata. Patiënten vinden het heel vervelend dat ze meerdere keren naar een ziekenhuis moeten rijden om bloed af te laten nemen, terwijl dat bij een andere zorgverlener al een keer is gedaan. Door laboratoriumgegevens te harmoniseren zijn de uitslagen steeds vergelijkbaar en hoeven we patiënten niet onnodig te laten komen. Ook kunnen we op die manier fouten voorkomen. We verwachten dat regionale afstemming en de centralisatie in Drachten wat betreft dit thema een grote stap vooruit zal zijn.”

www.certe.nl

ADVERTENTIE

Nu maatregelen nemen voor 2024

Hoewel het nog ver weg lijkt, gaan we al snel richting het einde van het jaar. Altijd een goed moment om de ‘zaken’ eens onder de loep te nemen. Het is verstandig om dit vroegtijdig te doen, zodat u straks niet in tijdnood komt. Denk bijvoorbeeld aan de verzekeringen, zijn die nog up to date, hoe staat het met het testament, kunt u nog schenken, moet de structuur van uw bedrijf worden aangepast? Allemaal zaken die eventueel van belang zijn om voor 2024 te regelen. Doe dit altijd in overleg met uw accountant, die een goed overzicht heeft van uw bedrijf.

Hennie van Braak van Van Braak Accountants kan het niet vaak genoeg zeggen: „Teveel bedrijven willen in de laatste weken van het jaar nog van alles geregeld hebben. Dat lukt vaak wel, maar soms ook niet. In december zie je vaak een enorme druk op instanties, waardoor bepaalde zaken kunnen blijven liggen. Vroegtijdig anticiperen om in 2024 weer fris van start te kunnen gaan, is het advies dat wij onze klanten altijd meegeven.”

Testament Vroegtijdig anticiperen deed een grote nieuwe klant van Van Braak Accountants bepaald niet. Van Braak:„ Het bedrijf van deze klant boert goed, het bestaat uit meerdere bedrijven die allemaal prima draaien. Bij een eerste contact komen bij ons altijd bepaalde standaard vragen voorbij. Eén van die vragen is of het testament op orde is. Dat bleek bij deze klant niet het geval. Sterker nog, het testament bleek 25 jaar oud te zijn en was nooit aangepast. Toen ik het testament onder ogen kreeg bleek dat bij overlijden al het vermogen naar zijn ouders zou gaan, die inmiddels rond de 90 jaar oud zijn. Dat betekent dat als zij overlijden het vermogen naar zijn broers en zussen zou gaan en dat zijn vrouw en kinderen helemaal niets zouden krijgen. ‘Dat kan niet waar zijn’, zei hij geschrokken. De volgende dag zaten we bij de notaris en hebben we een nieuw testament opgesteld.”

Voorsorteren

„Het is goed om nu al op het einde van het jaar voor te sorteren”, gaat Van Braak verder. „Kijk

bijvoorbeeld naar de BV-structuur. We komen het nog tegen hoor, dat de ‘moeder’ arm is en de ‘dochters’ rijk, terwijl het juist beter is wanneer dit andersom is. Daarnaast adviseren wij veelal om aktes op 31 december of 2 januari te laten passeren. Je hoeft dan namelijk geen tussentijdse cijfers aan te leveren en dat scheelt extra werk. Je kunt de notaris een volmacht geven om dit op genoemde data te laten passeren.”

‘Dat kan fiscale voordelen opleveren’

Daarnaast is het wellicht interessant om de organisatie te herstructureren. „Breng bijvoorbeeld een onroerende zaak in een andere BV in. Dat kan fiscale voordelen opleveren. Uiteraard adviseren we wel om dit in overleg te doen met de accountant. Hij weet als geen ander wat het beste voor elk bedrijf is.”

Schenkingen

Ook adviseert Van Braak serieus te kijken naar schenkingen, die dan nog wel dit jaar moeten plaatsvinden. „Doe dit al dan niet via de BOR, de bedrijfsopvolgingsregeling”, adviseert Van Braak. Er was even sprake van dat de BOR zou worden afgeschaft, dat zal binnenkort blijken. „Daarom is het goed om er nog dit jaar naar te kijken. Je kunt daarmee behoorlijk op de schenk- en/of erfbelasting besparen.”

Voor verzekeringen adviseert Van Braak de polissen op 1 januari te zetten. „Dat is

administratief handiger. Daarnaast is het te overwegen de premie één keer per jaar te betalen, dat scheelt veel boekingen. Natuurlijk gaat dit bij veel bedrijven automatisch, maar ik ken ook nog voldoende bedrijven waarbij dit handmatig gebeurd. En dat leidt tot een omvangrijkere administratie, wat in principe niet nodig is.”

Maatregelen nemen

Tenslotte heeft Van Braak nog een tip voor de directeur groot aandeelhouder. „Een DGA mag maximaal 700.000 euro van zijn BV lenen. Is dit bedrag hoger, dan moet de BV dividend uitkeren aan de DGA ter hoogte van het bedrag hoger dan 700.000 euro. Kijk daarom even wat de stand van de lening is. Is de schuld te hoog, dan is het het overwegen waard om nog dit jaar maatregelen te nemen en de schuld af te lossen.”

Genoeg stof om over na te denken, maar wellicht komt u daar vanwege de dagelijkse drukke werkzaamheden niet aan toe. Uw accountant is ervoor om dit soort vragen op te lossen. Informeer op tijd naar wat er voor u mogelijk is, zodat u op 1 januari met een schone lei kunt beginnen.

0318-587373

www.vanbraakaccountants.nl

ADVERTENTIE
Hennie van Braak

Parkflat Stadsfenne: hoe een renovatie uitgroeit tot een succesvol woon- en zorgconcept

Voor de bewoners van de Parkflat Stadsfenne in Sneek is de rust weer voelbaar. Tegelijkertijd is het in de flat een stuk levendiger dan in het begin van dit jaar. Hoe dat kan? De flat is grondig gerenoveerd door de eigenaar Stadium Capital Partners en aangepast naar de moderne eisen van deze tijd. Wat dat heeft opgeleverd is een vernieuwend woon- en zorgconcept en volledig gemoderniseerde appartementen. De samenwerking tussen Zorggroep Hof en Hiem en Stadium Capital Partners maakt dat mogelijk. In de Parkflat wonen ouderen op de manier zoals ze dat zelf graag willen.

Volledige modernisatie appartementen

De renovatie was een groot en complex project en heeft iets meer dan een jaar geduurd, tot september 2023. Daken en kozijnen zijn vernieuwd, installaties zijn verbeterd en de appartementen zijn van binnen compleet vernieuwd. De ramen zijn ook vervangen. Tevens zijn er een aantal appartementen samengevoegd. Na de renovatie telt de Parkflat 100 appartementen, met een oppervlakte van 50 tot 125 vierkante meter. Alle woningen beschikken over een complete en moderne keuken en badkamer. Om de toekomst van de Parkflat te waarborgen heeft Stadium Capital Partners ervoor gekozen om de appartementen te verhuren en niet te verkopen. Hidde Weerstra van Stadium Capital Partners vertelt:”We kunnen er op deze manier voor zorgen dat de kwaliteit en het wooncomfort up-to-date blijft.”

Sinds september komen er steeds meer nieuwe bewoners in de Parkflat wonen. Dat verklaart de levendigheid. Hidde: „Het is fantastisch om te zien hoe enthousiast nieuwe bewoners zijn over de Parkflat, hun nieuwe appartement en de zorgen dienstverlening in de Parkflat. Hier kunnen we jaren mee vooruit.” Maandelijks komen er vijf tot tien nieuwe bewoners bij. We verwachten dat we alle appartementen voor het eind van dit jaar verhuurd hebben.”

Eigen regie voor bewoners, mét comfort van alles onder één dak

Als oudere kun je comfortabel in de Parkflat wonen. Met of zonder zorgbehoefte. Om het mogelijk te maken voldoende faciliteiten en zorg te kunnen bieden, is het zorg- en welzijnspakket ontwikkeld. Het zou bijvoorbeeld voor kunnen komen dat een echtpaar door omstandigheden

elke een verschillende zorgbehoefte heeft. In de Parkflat kan het echtpaar blijven samenwonen. Elke bewoner kan zo zelfstandig mogelijk blijven wonen in de Parkflat. De nadruk ligt dan ook op het wonen zelf, de Parkflat is geen zorginstelling. Elk appartement is ingericht met een eigen keuken. Wie dat wenst, mag ook gebruik maken van het restaurant van Hof en Hiem op de begane

grond. „We maken er elke dag verse maaltijden”, zegt kwartiermaker Gea van der Wal van Hof en Hiem. „Deze maaltijden zijn niet alleen voor de bewoners; omwonenden kunnen er ook tegen een vergoeding gebruik van maken. Of een maaltijd bestellen voor thuisbezorging.”

In de Parkflat zijn logeerkamers voor gasten, er is een kapper, hulp bij het doen van boodschappen, een heerlijk dakterras en een grote tuin. Aan activiteiten is ook gedacht. Zo is er een biljartvereniging en voor de liefhebber jeu-deboules. En gezellig koffiedrinken met elkaar kan bij het Trefpunt in de flat.

Aanmeldingen voor een rondleiding stromen binnen

Gea verzorgt de rondleidingen voor geïnteresseerden in de Parkflat. Ze vindt het geweldig om te zien hoe verbaasd potentiële bewoners zijn als ze een rondleiding door de Parkflat krijgen. De prachtig gerenoveerde appartementen met veel ruimte en mooi uitzicht op het Sneekermeer vallen goed in de smaak. Ruim en veel licht en met een zonnig balkon.

Gea: „Wat ik ook terugkrijg tijdens een rondleiding is dat mensen het heel prettig vinden dat ze zelf de regie kunnen houden over hun eigen zorg. Tegelijk vinden ze het een geruststellend idee dat er altijd een zorgverlener in het gebouw is. Daardoor is er geen aanrijtijd als er acuut zorg nodig is. Dat is erg fijn.”

Nieuwsgierig naar de mogelijkheden voor het wonen in de Parkflat? Kijk voor meer informatie op de website: www.parkflatstadsfenne.nl.

ADVERTENTIE

Kersten Hulpmiddelen: oprechte aandacht helpt mensen vooruit

Landelijk actief in de zorgketen: van particulier tot zorgprofessional, van zorginstelling tot zorgverzekeraar en gemeente. De kracht van Kersten Hulpmiddelen is kennis en aandacht. Wat is er nodig en zorg dat het goed geregeld wordt. Een nuchtere aanpak vanuit hart en hoofd: er is veel mee te winnen.

Met de juiste hulpmiddelen kunnen mensen makkelijker en veiliger langer thuis blijven wonen. Of kunnen ze eerder naar huis na bijvoorbeeld een ziekenhuisopname. Welke fysieke beperking iemand ook heeft, aangeboren of ontstaan door ziekte, ongeval of ouderdom: bij Kersten Hulpmiddelen willen ze mensen vooruit helpen, hun wereld vergroten en het leven gemakkelijker maken. „De vraag staat centraal: wat is er nodig voor deze persoon. Wij zorgen vervolgens wel dat wat daarvoor nodig is, gewoon geregeld wordt”.

„Wij zijn thuis in de wereld van hulpmiddelen, van product tot onderhoud, van keuring tot opslag, van maatwerk, advies tot training en scholing ”, vertelt accountmanager Elly de Glee. Vestigingsmanager Kersten Hulpmiddelen

Leeuwarden Thea Renes vult aan „Wij hebben de ervaring, de kennis en het laagdrempelige fijnmazige netwerk in deze regio. In Friesland zijn wij, naast onze vestiging in Leeuwarden, vooral bekend van de talloze uitleenpunten in de regio. Dat is een bewuste keuze, wij zitten dicht bij de mensen die ons nodig hebben. Dit is het hart van de hulpmiddelen in Friesland. Zo kunnen we

MarcTuinier �Nuwa Innovation)

JohannaSpiller �Alyx)

HilcoBoerlage �Memory Lab)

StefanPoutsma �Giao Bikes)

iedere dag voor mensen het verschil maken. Daar doen we het voor!”

Meer kennis, betere zorg Om de zorg bereikbaar en betaalbaar te houden moeten we alle zeilen bijzetten. Dat zal in de toekomst alleen maar erger worden. Wat kunnen jullie daarin betekenen? Elly de Glee: „Er is nog een wereld te winnen. Bij particulieren die vaak

nog niet weten dat er allerlei hulpmiddelen zijn die het leven makkelijker kunnen maken en dat veel van die hulpmiddelen gewoon vergoed worden. Iedereen kan gewoon zelf een hulpmiddel aanvragen. En aan de andere kant bij zorgprofessionals en het zorgonderwijs. Bij een deel van de zorgprofessionals zien we nog onbekendheid met de enorme mogelijkheden van hulpmiddelen. Dat is jammer, want slim inzetten van hulpmiddelen kan zoveel bijdragen aan meer zelfstandigheid en betere zorg.

Die onbekendheid zien we ook nog in met name het praktische onderwijs. We werken gelukkig steeds vaker samen met verschillende onderwijsinstellingen, door het te verankeren in onderwijsprogramma’s versterk je de kennis van nieuwe zorgprofessionals.” Meer uitwisseling van kennis over hulpmiddelen draagt bij aan verbetering van de zorg aan mensen. Want dat is waar het om draait.

www.kerstenhulpmiddelen.nl

ConstantijnBlaauwhof �Bureau voor Verduurzamen)

JeroenDijkstra �Pottle)

JordyMuus �Boer & Chef BV� NiekvanderPol �Het Ambacht Ruinerwold)

Finale 2022

jongeondernemersprijs.nl

ADVERTENTIE

Zorg vanuit het hart is toekomstbestendig

Zorggroep Sint Maarten heeft een duidelijke visie: deel je leven. Marion de Vries en Patricia Bangma vertellen wat dat betekent. ‘We willen werken vanuit ons hart en van betekenis zijn. En daarmee ook de ander de kans bieden om een bijdrage te leveren. Het is mooi om te zien dat mensen willen bijdragen aan het welzijn en geluk van anderen en elkaar veel te bieden hebben: dat is toekomst.

„Vanuit onze zorgorganisatie helpen we met name ouderen om de kwaliteit van leven te behouden of te verbeteren”, stelt Marion de Vries, regiomanager Friesland bij Zorggroep Sint Maarten. „Willen delen is een gemeende missie”, vult Patricia Bangma aan. „Het vormt ons fundament, waar we vandaan komen en waar we naar toe willen. Het gaat over wederkerigheid, zorgen voor elkaar. Iets voor elkaar over hebben, als mens, als werkgever, als collega, als vrijwilliger. Wij geloven dat mensen van betekenis willen zijn, ertoe willen doen. Dat begint met het besef dat je wilt delen. Het is het begin van een betekenisvol leven en gelukkiger ouder worden.”

Marion de Vries is verpleegkundige van huis uit en nu regiomanager Fryslân bij Zorggroep Sint Maarten, hier vooral bekend van Woonzorgcentrum Mariënbosch in Heerenveen, Sint Theresia in Joure evenals de wijkverpleging en dagbesteding die ze vanuit de locaties bieden. Naast de locaties en de zorg- en dienstverlening in Friesland, beschikt Zorggroep Sint Maarten over diverse locaties en een breed pakket zorgaanbod in Twente, Gelderland en Utrecht. Patricia Bangma maakt deel uit van de Raad van Bestuur. „De missie van deel je leven, is juist waar wij toekomst zien in alle uitdagingen die de zorg heeft, met personele tekorten en beperkte middelen. In delen zit wederkerigheid, ligt ieders betrokkenheid en de wil je te bekommeren om een ander. Van daaruit weet je ook wat jij kunt bieden en waar je een ander voor nodig hebt. Samen delen we de zorg.”

Cultuuromslag

Marion de Vries en Patricia Bangma zijn hoopvol over het kunnen blijven bieden van zorg, zeker aan kwetsbare ouderen. In een tijd waarin de betaalbaarheid van de zorg onder druk staat, de vergrijzing toeneemt en er steeds minder personeel is. Patricia Bangma: „We hebben de locaties waar we huisvesting, zorg en welzijn kunnen bieden, we hebben betrokken professionals met kennis en we hebben de infrastructuur en de netwerken in de zorg, waardoor we kunnen samenwerken. Dat er grote verschuivingen zijn in zorg en hoe we zorg zien, is duidelijk. Vroeger woonden mensen tien tot vijftien jaar bij ons, nu is dat gemiddeld zes tot negen maanden. De vanzelfsprekendheid dat alles kon in de zorg, is voorbij. Dat besef wordt steeds breder erkend en gedeeld. Mensen wonen ook niet alleen veel langer thuis, hun naasten of hun omgeving zijn vaak al heel lang betrokken bij het welzijn of de (mantel)zorg van ouderen. Dat betekent dat de mensen die relatief het dichtste bij ouderen staan, het meeste zijn betrokken. Dan is het een logische gedachte dat je hen betrokken houdt en, als dat kan, hun rol laat behouden als je naaste uiteindelijk ergens anders moet gaan wonen. Kijk waar je elkaar aan kunt vullen; wij nemen op ons wat wij kunnen bieden. In die benadering zit voor ons als ouderenorganisatie met betrokken professionals ook direct de meeste uitdaging: wij zijn gewend zorg en verzorging

volledig op ons te nemen. We moeten nog veel meer leren om zorg samen te doen met iemands naaste of omgeving.”

Marion de Vries: „Dat zie je ook bij onze maatschappelijk werkers die in Friesland de gesprekken voeren met mensen die op een goed moment niet meer thuis kunnen wonen. Dat gesprek met hen en hun families gaat lang niet alleen over waar dan wel en hoe is dat geregeld. Het gaat er over, wat je voor elkaar ieder in zijn of haar rol kunt en wilt betekenen. Leer aan te sluiten op de mens, op de persoon. Kijk van daaruit wat nodig is: het is aan ons om onze professionals daarin mee te nemen.” Het is een cultuuromslag beseffen ze allebei, maar wel een die noodzakelijk is om de zorg aan ouderen en zeker aan kwetsbare mensen te kunnen blijven bieden.

Geven en nemen

Is dat dan voldoende naar de toekomst? Marion de Vries: Nee, zeker niet. Naast die cultuuromslag speelt de samenwerking die Patricia net noemde, een belangrijke rol. Niet voor niets hebben we met alle ouderenzorgorganisaties in Friesland een convenant getekend waarin we tekenen voor het toegankelijk en betaalbaar houden van het aanbod van ouderenzorg. Samen de schouders er onder. Wij zijn in die samenwerking zeker niet de grootste speler, maar je moet doen wat je kunt. Daarom hebben we met andere ouderenorganisaties de afspraken voor

ongeplande nachtzorg sterk verbeterd. Het zorgt voor een efficiëntere, goedkopere aanpak en vooral een betere zorg voor wie het op dat moment nodig heeft. En we werken samen met Patyna voor het opleiden van specialisten ouderenzorg, want die hebben we de komende jaren hard nodig.” Patricia Bangma: „Over en weer kun je veel van elkaar leren. In Friesland wordt goed concreet samengewerkt. Als daar een wiel is uitgevonden, kun je het elders ook toepassen. Dat brengt ons als Zorggroep ook verder. Het is blijven investeren, in jezelf en in concrete samenwerking met anderen, bereid zijn te leren van elkaar. Het is geven en nemen.”

Marion de Vries: „De opgaven in de zorg zijn groot en juist daar wil ik me, met al onze collega’s en vele vrijwilligers de komende jaren heel graag voor blijven inzetten.”

De toekomst van de zorg, zeggen ze, ligt in een veelvoud van oplossingen. Patricia Bangma: „Het is niet alleen werken vanuit je hart en het veranderen van een cultuur en het meenemen van mensen in verandering. Natuurlijk heb je ook technologische ontwikkeling nodig, naast nog veel meer en betere samenwerking. En je wilt graag laten zien dat de zorg een heel mooi en divers vakgebied is, waar je vanuit je hart op heel verschillende manieren heel veel voor een ander kunt betekenen.”

www.zorggroepsintmaarten.nl

ADVERTENTIE
Patricia Bangma en Marion de Vries

Kom naar de open dag op 30 september

Open dag zorglocaties Witmarsum en Franeker

Positieve ouderenzorg waar uw levensgeluk voorop staat

Sfeer proeven bij onze zorglocaties in Friesland? Kom dan naar de open dag van op 30 september bij Het Gouden Hart Franeker en/of zorgvilla Villa Meirin in Witmarsum. Beide locaties zijn onderdeel van Korian, een organisatie met zorglocaties door het hele land. Korian is grote, gezonde zorgorganisatie met veel kennis en kunde in huis. Tegelijkertijd zijn de zorglocaties kleinschalig opgezet. Zorg en welzijn worden afgestemd op de wensen van de bewoners.

Het Gouden Hart in Franeker bestaat al ruim 10 jaar. Hier kunt u terecht voor lichte tot intensieve zorg, van thuiszorg tot en met een WLZ indicatie. Ook partners zonder zorgvraag zijn welkom. Villa Meirin in Witmarsum is net geopend en richt zich op mensen met dementie.

Het Gouden Hart Franeker

ï 46 luxe appartementen en 2 studio’s voor tijdelijke zorg

ï Lichte tot intensieve zorg, thuiszorg, WLZ

ï Partners zonder zorgvraag welkom

ï Volop activiteiten

ï Restaurant, waar we samen dineren

Adres

Keningstate 1 | 8802 VG Franeker

Aanmelden open dag 30 september

ï 27 appartementen vanaf 37m2

ï Voormalig klooster

ï 24 uurs dementiezorg

ï 2 appartementen geschikt voor echtparen die zelfstandig willen wonen

ï Nieuwe zorglocatie

Adres

Arumerweg 66 | 8748 AE Witmarsum

Sfeer proeven? Meld u zich dan aan voor de open dag. Omdat we u graag in een klein groepje rondleiden, vragen wij u om uw bezoek vooraf te registreren via www.korian.nl/opendag of telefoonnummer 085 - 808 7299. We hopen u 30 september te mogen begroeten op onze prachtige zorglocaties.

Villa Meirin in Witmarsum

Goed leven voor mensen met een (verstandelijke) beperking

‘Met alles dat wij weten en kunnen, zetten wij ons in voor de ondersteuning van mensen met een verstandelijke beperking en/of andere beperking, zodat zij een zo goed mogelijk leven leiden’. Zo luidt de belofte en visie van ’s Heeren Loo. De organisatie werkt landelijk en werd in Noord-Nederland actief na overnames van De Noorderbrug en Opmaat.

Tenslotte niet-aangeboren hersenletsel, een verzamelnaam voor alle letsels aan de hersenen die zijn ontstaan na de geboorte. Bijvoorbeeld door een ongeluk, een herseninfarct, een tumor, een hartstilstand of een hersenbloeding. Hij of zij had een leven voor dit leven. Hierdoor is het leven vaak anders dan voorheen en dat kan zorgen voor een bepaalde vorm van rouwverwerking, bij zowel de bewoner als de verwanten. De cliënten hebben vaak al een (lang) revalidatietraject achter de rug. De focus bij ’s Heeren Loo ligt op het accepteren van de nieuwe situatie en het leren omgaan met het letsel. Als begeleider sta je naast de bewoner om deze daarin zoveel mogelijk te ondersteunen.

Divers

Het brede aanbod zorgt ervoor dat de zorgverlening en begeleiding van mensen bij ’s Heeren Loo heel divers is. Mensen kunnen wonen in een gezinshuis, begeleid zelfstandig wonen, begeleid wonen voor ouderen met een verstandelijke beperking en dementie, niet-aangeboren hersenletsel, maar ook biedt de organisatie werken en leren in een dagbesteding, er is ambulante begeleiding van cliënten, enzovoort.

’s Heeren Loo biedt aan meerdere doelgroepen zorg: mensen die ernstig meervoudig beperkt zijn (EMB), mensen met niet-aangeboren hersenletsel (NAH), mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB), doven en slechthorenden met complexe problematiek en mensen met moeilijk verstaanbaar gedrag (MVG). Onder deze doelgroepen vallen diverse aandoeningen, stoornissen en beperkingen.

Kennis

’s Heeren Loo is de grootste gehandicaptenzorgorganisatie van Nederland, met veel experts die binnen de eigen organisatie werkzaam zijn. In de diverse regio’s slaagt ’s Heeren Loo erin het regionale en laagdrempelige karakter van een kleine organisatie te behouden. Vanwege het brede aanbod van zorg binnen ’s Heeren Loo zijn medewerkers op allerlei niveaus aan het werk. Zoals bijvoorbeeld de begeleiding van mensen met EMB. Zij hebben een ernstige verstandelijke beperking en ernstige motorische beperkingen. Daardoor zijn zij volledig afhankelijk van een ander. Daarom hebben begeleiders, naast paramedische en agogische kennis, ook veel medische kennis nodig.

Maatwerk

Mensen met een licht verstandelijke beperking hebben een IQ tussen de 50 en 70 of tot 85 en zijn kwetsbaar in hun sociale redzaamheid. Ze kunnen veel wel, maar vinden het soms moeilijk om dingen te begrijpen. Leerproblemen, gedragsproblemen of een psychische aandoening komen voor. Maar, de ene persoon met een licht verstandelijke beperking is de andere niet en daarom is maatwerk vereist. ’s Heeren Loo kan daarbij putten uit verschillende manieren van begeleiden.

Mensen met moeilijk verstaanbaar gedrag vertonen gedrag dat door ons nog onbegrepen is.

Iemand kan bijvoorbeeld heel onrustig worden of zelfs agressief, naar anderen of naar zichzelf. Of iemand trekt zich terug op zijn kamer en wil niet meer meedoen aan activiteiten. Dit is meestal een signaal dat er iets niet klopt en vaak kan iemand in zulke situaties niet vertellen waarom hij zich zo gedraagt. Dan spreken we van moeilijk verstaanbaar gedrag. Er zijn verschillende manieren om dit gedrag te beïnvloeden, waarbij door medewerkers vaak wordt samengewerkt met verwanten en/of andere begeleiders.

Andere benadering van nieuwe medewerkers

www.sheerenloo.nl

Om alle werkzaamheden te kunnen uitvoeren zijn veel zorgmedewerkers nodig. Net als andere organisaties heeft ook ’s Heeren Loo te maken met een krappe arbeidsmarkt. Mede daarom heeft de organisatie ervoor gekozen potentiële kandidaten op een andere manier te benaderen. „Het menselijk aspect staat bij alles wat we doen voorop”, stelt Gerard Martijn Wobbes, Corporate recruiter. „Mensen kunnen bij ons persoonsgericht werken. Vanzelfsprekend staat de zorg voor onze cliënten voorop, maar daarnaast houden we ook meer dan ooit rekening met de wensen van werknemers. Daarom zijn we in eerste instantie niet geïnteresseerd in een CV en een motivatiebrief, maar gaan we het liefst meteen het gesprek met iemand aan.”

’s Heeren Loo is sinds juni jl. met deze manier van werven begonnen en Gerard Martijn spreekt van positieve ervaringen. „Kandidaten geven aan dat ze het prettig vinden dat ze eerst met ons in gesprek kunnen, zodat je meteen weet of het werk bij je past of niet.

Natuurlijk is een diploma vereist, maar dat noemen wij het formele gedeelte.”

„Tijdens het gesprek kijken we of we bij elkaar passen, welke ervaring iemand heeft, maar bijvoorbeeld ook hoe werk en privé goed gecombineerd kunnen worden. Op deze manier willen we laten zien dat het menselijke aspect binnen ’s Heeren Loo daadwerkelijk voorop staat.”

Beter voorbereiden

„Onze ervaring is dat door deze aanpak betere kandidaten bij ons binnen komen. Even een berichtje op de website achterlaten is een manier van werven die hen aanspreekt. Bovendien vinden we dat we kwalitatief betere gesprekken met kandidaten hebben en hen beter kunnen voorbereiden op hun toekomstige werk.”

Naast zorgverleners met een diploma, is ’s Heeren Loo ook nadrukkelijk op zoek naar zij-instromers en zijn er BBL-stages mogelijk.

„Het is en blijft van belang om mensen op te leiden voor de zorg, zeker gezien de tekorten die er al zijn of nog gaan ontstaan. Voor ’s Heeren Loo is zorg mensenwerk, zowel voor de mensen die de zorg ontvangen als voor de medewerkers vinden we dat van het allergrootste belang.”

ADVERTENTIE

Van idee naar vriesvak: heb jij die ijsjes gemaakt?

IJsjes bedenken en ijsjes maken. Hoe leuk kun je het hebben? Geen sprookje: in Sint Nyk maken ze miljoenen ijsjes per jaar voor supermarkten en andere winkels in meer dan twintig landen. Rosalie maakte haar droom waar. IJsjes bedenken die ze zelf op een dag in de winkel ziet liggen.

Rosalie Baarda werkt sinds 1,5 jaar officieel op de afdeling Research & Development bij Holiday Ice, de grootste ijsjesmaker van Nederland. Ze liep er stage tijdens haar opleiding Voedingsmiddelentechnologie aan Van Hall Larenstein in Leeuwarden, deed er vakantiewerk en… brengt nu dromen in praktijk. Van idee tot verpakt ijsje in het vriesvak van de supermarkt. Teamwork, dat is het. „IJsjes maken doe je samen, ook nieuwe ijsjes bedenken of bestaande ijsjes aanpassen aan nieuwe trends. Tijdens mijn stage mocht ik meedenken over het maken van vegan en allergeenvrij ijs. Ik vond het heel leuk om te doen, bedenken wat er nog niet is. Wij denken na over kleur, smaak en ingrediënten van zo’n lekker vegan ijsje. Andere afdelingen denken natuurlijk mee. Vanuit de verkoop en de marketing, vanuit de productie: het moet er aantrekkelijk uitzien en je moet het kunnen produceren. Na mijn stage heb ik hier nog vakantiewerk gedaan. Een jaar later vroegen ze of ik wilde komen werken, omdat er ruimte was bij R & D. Nou graag, want het is fijn werken hier en iedere dag is anders. En weet je wat zo leuk was? Dat vegan ijs lag inmiddels in een Engelse supermarkt!”

Op tafel ligt een mixverpakking Fusion ijsjes. Vier kleuren vol verrassende smaak. Wat is het? „Dat is een van de nieuwe ijsjes die we hebben bedacht. Holiday Ice had eerder al een Fusionijsje gemaakt, een ijsje met een mix van smaken en die deed het heel goed. Met deze mixijsjes zijn we een stap verder gegaan. Vier ijsjes in een pak, verschillende kleuren en smaken. Het leuke is dat ieder ijsje echt anders smaakt…” Het was een zoektocht, vertelt Rosalie. „Bij verkoop vragen ze ons hun idee uit te werken. Dan bedenken wij hoe het er uit kan zien en smaakt: welke vorm en kleuren, welke smaken, welke kleur staat voor welke smaak? We produceren hier honderden verschillende soorten ijsjes, maar ieder ijsje met

een bepaalde naam voor een bepaalde klant, is altijd hetzelfde als die andere miljoenen stuks met die naam. Nu gingen we iets heel anders doen. We zijn begonnen met een uiterlijk van vier vrolijke kleuren. En waar we normaal een ijsje laagsgewijs in verschillende kleuren en smaken opbouwen, bestaat deze inhoud uit een mix van twee of drie smaken. Maar helemaal gemixt, zodat ieder ijsje uniek is. Zo krijg je een voortdurende smaakverrassing.”

De zoektocht naar het perfecte gemixte ijsje is niet eenvoudig. Want als Rosalie en collega’s vorm, kleur en samenstelling klaar hebben, maken ze met de hand in hun pilot plant heel zorgvuldig een serie proefijsjes. Maar dan komt het. „Dan wordt het echt in de fabriek getest, op de machines waar het later in echt hele grote aantallen en met enorme snelheid geproduceerd moet worden.” Hoofd operator Edo Duijm is aangeschoven en glimlacht. „Als je het niet probeert, weet je ook niet of het wat wordt”, zegt hij vrolijk. Met z’n 12, 5 jaar ervaring in de productie van Holiday Ice heeft hij al heel wat

nieuwe ijsjes voorbij zien komen. „Maar met de hand een paar ijsjes maken die je niet hoeft te verpakken en bewaren in een koeling, is iets anders dan op topsnelheid op de lopende band produceren, het goed en volledig geautomatiseerd kunnen verpakken en het daarna opslaan in ons vrieshuis.”

Zelfs met al zijn ervaring kan Edo van te voren niet zeggen of het mooie idee van de collega’s van verkoop, marketing en R & D wel in het echt gemaakt kan worden. „Ik zeg dan: niets is onmogelijk, laten we het proberen! We weten aan welke knoppen we kunnen draaien om iets mogelijk te maken, we kennen de machines op ons duimpje. En zoals Rosalie het zegt, ijsjes bedenken en maken is teamwerk. Als je met elkaar iets wilt en je kennis met de ander deelt, kun je elkaars idee beter maken en nieuwe dingen ontwikkelen. Dat maakt mijn werk zo leuk en daarom groeit Holiday Ice ook ieder jaar!”

In iedere fase is er overleg met de klant voor wie het nieuwe ijsje wordt bedacht. En pas als die helemaal tevreden is, gaan Edo en zijn collega’s aan de slag. Op topsnelheid produceren en verpakken. En diepgevroren opslaan, tot het moment dat het ijsje op pad gaat naar de supermarkt. „Dat maakt mijn werk zo tastbaar”, zegt Rosalie. „Dat je in de supermarkt staat en denkt, hé, daar ligt ons ijsje. Nog even geduld… voor de nieuwe Fusion mix is dat komend jaar!” Of zoals Edo het zegt: „Dan zeggen mijn kinderen, hé pap, heb jij dat ijsje gemaakt?”

Ben jij ook benieuwd geworden naar de mogelijkheden? Check dan onze vacatures via de QR code of op www.werkenbijholidayice.nl.

www.holidayice.nl

ADVERTENTIE
Rosalie Baarda Edo Duijm

Praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek voor betere zorg voor kwetsbare mensen. In 2018 is FAITH Research gestart vanuit NHL Stenden en Hanzehogeschool in samenwerking met veertig partners. „Kijk hoe je kunt innoveren door vragen vanuit de praktijk te onderzoeken.” Job van ’t Veer en Hans Hobbelen lichten FAITH research toe.

„We doen langjarig praktijkgericht onderzoek naar de zorg voor kwetsbare mensen. We doen dat aan de hand van vragen uit de praktijk van zorgprofessionals uit ziekenhuizen, thuiszorg, ouderenzorg, psychiatrie of (verstandelijke) gehandicaptenzorg. Kennis verzamelen door onderzoek, maar vooral ook deze kennis actief delen met de zorgprofessionals en de uitkomsten implementeren in de praktijk”, vertelt Job van ’t Veer, lector Digitale Innovaties in Zorg en Welzijn bij NHL Stenden Hogeschool en een van de programmaleiders. De huidige druk op de zorg legt veel nadruk op de waan van de dag. Begrijpelijk, maar hoe kun je samen ook blijven werken aan de zorg van morgen en overmorgen? Met FAITH willen we daar het klimaat voor (blijven) creëren.”

Technologie en bewustwording

Hans Hobbelen kan zich er volledig in vinden. Met zijn ervaring van 22 jaar fysiotherapeut in een verpleeghuis, kent hij de vaak complexe ouderenzorg van zeer nabij. Ooit ging hij onderzoeken of ochtendgymnastiek voor mensen met dementie wel zo goed was. Het bleek averechts te werken; dan kun je het dus beter laten. Dat opende zijn ogen en als lector Veroudering en Paramedische zorg’ op Hanzehogeschool stond hij aan de basis van FAITH Research. Vanaf begin september is hij een van de onderzoeksleiders van het programma. Een mooi voorbeeld van hoe je verandering teweeg kunt brengen, komt uit zijn eigen oude vakgebied. „We hebben in het onderzoeksproject Com-in-Actie naar de functie van communicatie in de zorg, gebruik gemaakt van een acteur om zorgprofessionals te laten zien wat een client ervaart op het moment dat een fysiotherapeut iets uitlegt. Je ziet en voelt aan het gezicht van de acteur dat hij niets begrijpt van wat de zorgprofessional hem uitlegt. Verandering teweegbrengen zit niet alleen in het kijken naar de mogelijkheden van nieuwe technologie, maar zeker ook in bewustwording van en sturen op houding en gedrag.”

Het doen van praktijkgericht onderzoek is blijvend van belang, stellen ze allebei. „We worden met z’n allen steeds ouder en die toenemende levensverwachting zorgt voor steeds meer en vaak complexe gezondheidsproblemen. Steeds meer mensen worden kwetsbaar. De ingrijpende transities in het zorgdomein vergen meer kennis om de zorg aan die kwetsbare mensen te verbeteren en anders te organiseren. Met de achtjarige financiering van FAITH vanuit het Regieorgaan SIA kunnen we tot en met 2026 door. Het is de kunst het programma ook daarna door te kunnen zetten en samen met partners een duurzame infrastructuur te bouwen.

Het helpt de zorg en het helpt vooral het toenemende aantal kwetsbare mensen”, stelt Van ’t Veer. „Inhoudelijk, maatschappelijk en economisch belang komen hier bij elkaar. En vergeet niet dat er een zorgkloof is ontstaan, van mensen die zorg wel kunnen betalen en van mensen voor wie allerlei vormen van zorg steeds minder makkelijk beschikbaar zijn. Die kloof moeten we zien te dichten.

“Om de zorg verantwoord te innoveren moet je juist mensen die kwetsbaarder zijn hier nadrukkelijk bij betrekken. Ook al is het soms lastiger juist hen te bereiken en hiertoe te activeren. Daarom zetten we binnen FAITH nadrukkelijk in op co- creatieve, mensgerichte vormen van onderzoek.”

Tussen informeel en professioneel

„Wat we doen raakt ook heel erg aan dat grote grijze gebied van de informele en de professionele zorg”, stelt Hans Hobbelen. „Preventie en reablement wordt steeds belangrijker, dus ook het toegepast onderzoek naar hoe je zorg kunt voorkomen en hoe je mensen daar meer bewust van maakt. We zullen steeds meer gaan naar ‘zorg op maat’, om ook kwetsbare mensen zo lang mogelijk gezond en zelfstandig te houden en gericht zorg te kunnen bieden.

De politiek heeft heel erg de neiging om allerlei zaken plat te slaan en snel een oplossing te eisen, maar de mens is heel divers, dus de zorg ook. Het gaat erom dat je als zorgprofessionals in staat bent die zorgbehoefte en wens te vertalen. Wat heeft iemand nodig? Wat werkt wel of niet, hoe kun je aan de behoefte voldoen? Hoe meer kennis we daarover vergaren en dat met elkaar delen en de zorginfrastructuur van daaruit verbeteren, hoe beter we daartoe in staat zijn.”

Optimisme om te veranderen

Bij beiden overheerst vooral optimisme. Zoals Job van ’t Veer het stelt: „We moeten het chagrijn voorbij dat het allemaal moeilijk, lastig en niet

oplosbaar is. We zien dat wat we doen, werkt. We zien de enorme wil om samen verder te willen komen, te veranderen naar betere zorg. We delen in de breedte met heel veel organisaties nut en noodzaak en de wil tot verandering.”

Ook op het thema van personeel in de zorg delen ze een optimistische kijk. „Verandering in de zorg heeft zeker ook daarmee te maken. Van oudsher is de zorg hiërarchisch gestructureerd, heeft iedereen vanuit functie zijn omschreven taak en verantwoordelijkheid. Als je kijkt vanuit aantrekkelijk werkgeverschap en loopbaanperspectief, zul je veel vaker het mandaat daar moeten liggen waar het hoort, op de werkvloer. En zul je door onderzoek moeten kijken hoe je daarin verdere verandering teweegbrengt; maar ook antwoord geeft op vragen hoe je bijvoorbeeld voorkomt dat verzorgenden op hun 60ste nog dezelfde taken op zich moeten nemen”, stelt Job van ’t Veer.

Netwerkorganisaties FAITH Research heeft meer dan genoeg toekomst om verandering in de zorg concreet te maken. Kennis ontwikkelen en verbinden. Zoals Hans Hobbelen en Job van ’t Veer het namens 53 onderzoekers zeggen: „ We vragen ons iedere dag af hoe we zorg en ondersteuning aan kwetsbare mensen kunnen verbeteren, altijd uitgaande van de wens van de zorgvrager en de professional”.

www.faithresearch.nl

ADVERTENTIE
FAITH Research: ”Hoe houden we de zorg voor kwetsbare mensen op peil?”
Job van ’t Veer en Hans Hobbelen

‘Je kunt in Noord-Nederland een levenslange carrière in Life Science maken’

„Een levenslange carrière in de life science sector kan in Noord-Nederland.” Dat zegt Sven Stielstra, Business Developer bij Life Cooperative. Bij deze coöperatie zijn 50 bedrijven in Noord-Nederland aangesloten, die actief zijn in life science en health. Van start-up tot multinational. Zij bieden werk aan 5.000 medewerkers en hebben gezamenlijk een omzet van 500 miljoen euro. De grootste uitdaging nu en in de toekomst is om voldoende mensen met de juiste skills voor een carrière in de life science te interesseren. De Life Academy gaat de sector daarbij ondersteunen en met behulp van data werken aan oplossingen.

Impact van échte verbinding. Vanuit die gedachte werd in 2015 de Healthy Ageing Business Coöperatie opgericht, waarvan de naam in 2016 werd gewijzigd in Life Cooperative. Doel is om Life Sciences in Noord-Nederland duurzaam te maken. „Clustering speelt daarin een cruciale rol”, vertelt Stielstra. „Het zorgt namelijk voor een 1 plus 1 is 3 effect, op het gebied van innovatie, PR en lobby, financiering én human capital. De zoektocht naar talent is niet meer door elk bedrijf afzonderlijk op te lossen, daarvoor moet je samenwerken.” De bedrijven binnen de Life Cooperatieve groeien hard, met gemiddeld 7 procent per jaar. Dat ligt boven het landelijk gemiddelde. Het spreekt voor zich dat er daardoor behoefte is aan nieuwe medewerkers.

In kaart brengen

„Het wordt het grootste vraagstuk voor de komende jaren”, voorspelt Stielstra. „Daarom is het van belang om goed in beeld te krijgen waar de bottleneck zit. Hoe komt het bijvoorbeeld dat minder leerlingen kiezen voor bètavakken en wat kunnen we er aan doen om dat om te draaien? Hoe kunnen we afgestudeerden aan de

Over de Life Cooperative

LIFE Cooperative is in 2015 van start gegaan met heldere ambities: life sciences en medische technologie in het noorden duurzamer maken, de impact op de omgeving versterken en de keten in de jaren daarna met twintig tot dertig procent laten groeien. De LIFE Cooperative groeit door en bestaat inmiddels uit meer dan 50 bedrijven en startups in Noord-Nederland, die ruim 5.000 FTE vertegenwoordigen en een gezamenlijke omzet genereren van 500 miljoen.

Schuif aan bij de Life Science Conference

Om die impact zichtbaar te maken organiseert de LIFE Cooperative jaarlijks de Life Science Conference. Een conferentie die de impact van de life science en health sector in NoordNederland zichtbaar maakt en samenwerkingen versterkt en faciliteert. Dit jaar vindt de conferentie plaats op 26 september in het Forum Groningen, met als thema ‘Bringing Back Drug Manufacturing in the Netherlands.

Aanmelden kan via www.lifecooperative.nl.

Hogescholen en Universiteit in onze regio vasthouden en wat moeten bedrijven doen om mensen voor hun bedrijf te interesseren?

Misschien weten we het antwoord op veel vragen al wel, maar we willen af van het onderbuik gevoel en met behulp van data beter in kaart brengen waar behoefte aan is.”

Activiteiten

In de afgelopen jaren zat Life Cooperative natuurlijk niet stil, integendeel. De behoefte aan nieuwe medewerkers was ook toen al groot en er worden jaarlijks diverse activiteiten georganiseerd om partners kennis met elkaar te laten maken, studenten bekend te maken met bedrijven die actief zijn in Life Science en Health en de sector an sich meer bekendheid te bezorgen. Selma van der Veen is projectcoördinator en is bij diverse activiteiten betrokken. „We staan op beurzen, doen jaarlijks mee aan de Hanze Meet en Greet, waar vierdejaars studenten kennis kunnen maken met Life Science bedrijven, organiseren gezamenlijke trainingen voor de leden, zoals bijvoorbeeld een compacte MBA-training.

Mensen die afstuderen hebben vaak nog niet alle vaardigheden in huis, om flexibel te kunnen werken en op meerdere vlakken inzetbaar te zijn. In grote bedrijven is dat geen probleem, maar bij start-ups wordt er meer gevraagd. Dat bieden we in deze trainingen aan. Verder is er elk kwartaal een HR-meeting, waar de HR-managers van de aangesloten bedrijven hun bedrijf presenteren, ideeën uitwisselen en de marktsituatie bespreken.”

Samenwerken

Sven noemt het in feite ad hoc activiteiten. „De ervaring hebben we in de afgelopen zeven jaar opgedaan, we moeten nu meer gaan sturen. Dat begint met nog beter samenwerken. De partners

van de Life Academy: Rijksuniversiteit Groningen, Hanzehogeschool Groningen, NHL Stenden, gemeente Groningen en Noorderpoort, hebben bijvoorbeeld wel cijfers over de instroom van studenten, maar die cijfers werden nooit gekoppeld aan het grotere geheel. Is er wellicht behoefte aan medewerkers die afkomstig zijn uit het buitenland. Kunnen we samenwerken met andere life science clusters in Leiden en Oss?”

„Van de deelnemende bedrijven wordt verwacht dat ze de Life Academy gaan vertellen waar behoefte aan is. Met een groei van zeven procent per jaar praat je over 250 à 300 jaarlijkse vacatures, het is in ieders belang om die plekken met het juiste talent in te vullen. Uiteindelijk is dit een probleem van iedereen en van niemand. Dat ga je niet alleen oplossen.”

Carrière

Voor studenten en zij die dat nog worden, hebben Stielstra en Van der Veen tenslotte een duidelijke boodschap. „Je kunt in Noord-Nederland een levenslange carrière in Life Science maken, waarbij je begint als medewerker en kunt eindigen als CEO. En dan hebben we het nog niet eens over de leefomgeving waarin toekomstige medewerkers dat kunnen doen. Deze sector heeft alles te bieden voor een prachtige carrière, het is aan ons en de aangesloten bedrijven om dat nog beter over het voetlicht te brengen, zodat we nu en in de toekomst de uitdagingen van de sector op een goede manier kunnen invullen.”

www.lifecooperative.nl

ADVERTENTIE
Sven Stielstra en Selma van der Veen

willen ambassadeur zijn van een dementievriendelijke samenleving’

Het aantal mensen met dementie stijgt in de komende jaren fors, zowel in Drenthe als in de rest van Nederland. De verwachting voor Nederland is van 290.000 nu, naar meer dan 500.000 in 2040. Een gegeven dat de nodige uitdagingen met zich meebrengt, zoals het leveren van goede zorg en ondersteuning. Op de hogescholen in Nederland zijn ze zich daar terdege van bewust. Op hogeschool Windesheim in Zwolle bijvoorbeeld onderzoekt lector Simone de Bruin binnen het lectoraat 'Goed Leven met Dementie', niet alleen de uitdagingen die dementie met zich meebrengt, maar zorgt er ook voor dat er aandacht is voor wat er wél kan.

Naar de ziekte op zich wordt wel veel onderzoek gedaan, maar wat het met de mens doet veel minder. Het is belangrijk om te weten wat leven met dementie inhoudt, pas dan kun je een genuanceerd beeld van de ziekte geven.

Praktijkgericht onderzoek om het leven van mensen met dementie te ondersteunen en handvatten te ontwikkelen voor (toekomstige) professionals in de zorg.

„De vraag naar personeel neemt toe, terwijl het aantal studenten in de zorgopleidingen afneemt”, valt Victorine de Graaf-Peters, directeur Gezondheid en Welzijn, meteen met de deur in huis. Ze heeft het daarbij met name over de instroom van nieuwe verpleegkundestudenten.

„Over de hele breedte neemt het aantal studenten namelijk niet af. We zien een enorme groei in het aantal professionals dat in deeltijd studeert, terwijl we ook veel professionals flexibele leerroutes zien volgen. Maar, bij de instroom van jongeren zien we een afname van 25 procent en dat is veel, dat is zorgelijk.”

Zo lang mogelijk thuis

Binnen de reguliere opleidingen op het gebied van zorg en welzijn op Windesheim is er, door het toch al volle programma, vooralsnog beperkt aandacht voor dementie. „Daarnaast is dit vaak theoretisch en wordt de indruk gewekt dat studenten alleen in een verpleeghuis mensen met dementie tegen zullen komen.”, legt Simone uit. „Dat beeld willen we verbreden, mensen met dementie wonen namelijk in eerste instantie

veelal jaren thuis, dus studenten zullen in hun latere werk op veel plaatsen met mensen met dementie te maken krijgen. Daarom biedt Windesheim een minor ‘Goed leven met dementie’ aan waarin we juist andere kanten van dementie willen laten zien, kijkend naar wat iemand nog wél kan, voordat hij of zij naar een verpleeghuis gaat, en welke rol professionals kunnen spelen om goed leven met dementie te ondersteunen.”

Aandacht

„Als hogeschool werken we nauw samen met allerlei partijen in de regio. We kijken ook goed naar de vragen die zij hebben, maar ook welke vragen nationaal spelen.” gaat Simone verder.

„We weten dat er grote behoefte is aan meer kennis rondom specifieke zorg en ondersteuning aan mensen met dementie.” Vanuit die conclusie startte een aantal jaren geleden het lectoraat ‘Goed Leven met Dementie’. „Aandacht, daar gaat het om, dat wordt steeds belangrijker. Niet alleen van de zorgprofessional, maar ook van familie, vrienden, de wijk, de vereniging of winkels, oftewel de maatschappij. Alleen met elkaar kunnen we een antwoord vinden op de grote uitdagingen die op ons afkomen. Daarbij willen we vooral kijken naar wat iemand nog wél kan. Een goede afstemming tussen zorg- en welzijnsprofessionals, maar ook mantelzorgers is daarom van belang. Maar, ook innovaties in de zorg- en leefomgeving spelen een rol. Dat willen we binnen dit lectoraat bewerkstelligen.”

Praktijk De adviesraad van het lectoraat bestaat niet alleen uit professionals, maar juist ook uit mensen met dementie en mantelzorgers”, gaat Victorine verder. „We willen de opleidingen uitdagender maken door ervaringen uit de praktijk. Zo wordt er bijvoorbeeld nagedacht om mensen met dementie of mantelzorgers in de klas uit te nodigen, maar ook om studenten via onderzoeksopdrachten al vroegtijdig met mensen met dementie in contact te brengen.”

Op de Regiocampus in Meppel beschikt Windesheim over een Living Lab. Victorine: „Daar liggen steeds vaker vraagstukken rondom dementie op tafel, waar studenten mee aan de slag kunnen. De oplossingen die studenten bedenken zijn vaak verrassend. En ja, er mogen ook dingen mislukken, want daar leer je ook van.”

Eigen Regie model

In het nieuwe schooljaar, dat onlangs is gestart, werken studenten meer met een Eigen Regie model, een leerroute voor elke individuele student. Victorine: „Hij of zij kan er dan al snel voor kiezen om bijvoorbeeld een half jaar in het Living Lab aan de slag te gaan. Dat betekent dat je tijdens je studie al heel vroeg in contact komt met het werkveld. Dat werkt vaak heel motiverend. Op die manier volg je een opleiding in de regio, vóór de regio. Daar ligt een belangrijke taak voor Windesheim.”

www.windesheim.nl

ADVERTENTIE
‘We
Simone de Bruin en Victorine de Graaf-Peters

ICON naast onderzoeksinstituut ook medicijnproducent

Dat ICON groot is in geneesmiddelenonderzoek, is velen bekend. Maar de in Groningen en Assen gevestigde multinational produceert ook zelf medicijnen. Voor onderzoeken in eigen klinieken in binnen- en buitenland, maar ook voor ziekenhuizen, farmaceuten en andere onderzoekscentra.

Vergunning voor productie onderzoeksmedicatie

In 2003 werd in de EU een nieuwe richtlijn voor ‘een goede manier van produceren’ (GMP: Good Manufacturing Practice) vastgesteld, een uitgebreide set van regels om te waarborgen dat geproduceerde medicijnen voldoen aan strenge kwaliteitseisen en dus veilig zijn voor gebruik. Ook de productie van geneesmiddelen voor klinisch onderzoek moet voldoen aan de GMP regels.

Dit gaf ICON, destijds nog Pharma Bio Research, de mogelijkheid om een faciliteit te bouwen die aansloot op de GMP richtlijn. “Als je aan ICON denkt, denk je aan geneesmiddelenonderzoek. Dat is natuurlijk terecht, maar wat weinig mensen weten is dat wij daarnaast ook al die jaren al geneesmiddelen voor onderzoek produceren”,

vertelt Arjen Akkerman. Hij is sinds kort directeur van de nieuwe afdeling Chemistry Manufacturing Control (CMC) binnen ICON.

“Een onderzoekscentrum beschikt normaal alleen over een bereidingsapotheek, waar medicijnen die gebruikt worden voor klinische onderzoeken worden klaargemaakt en uitgegeven. Wij verschillen hierin van andere onderzoekscentra, omdat wij de afgelopen jaren steeds meer zelf zijn gaan produceren. We hebben een fabrikantenvergunning die ons toestaat om geneesmiddelen voor klinisch onderzoek te produceren en we worden dus door de autoriteiten (IGJ) als geneesmiddelenproducent beschouwd.”

De nieuwe CMC afdeling is een samenballing van de in Groningen gevestigde apotheek als productiefaciliteit en het kwaliteitscontrole (QC) lab van ICON in Assen. Deze twee afdelingen werken al jaren samen bij de ontwikkeling en productie van geneesmiddelen, maar zijn sinds kort ook formeel een geheel.

Binnen het nieuwe team is Suzanne Jansen hoofd van het QC lab, Jeroen Bongers hoofd Productie en Arjen Akkerman directeur van de afdeling CMC. Suzanne werkt vooral in het kwaliteitscontrole (QC) lab in Assen, Arjen pendelt heen en weer tussen beide locaties, en Jeroen werkt in de apotheek in Groningen, dichtbij de productie.

ADVERTENTIE
Jeroen Bongers en Arjen Akkerman

Nieuw terrein voor farmaceuten

Een productielicentie is allesbehalve standaard voor een kliniekapotheek. Hierdoor kunnen farmaceuten die hun klinisch onderzoek door ICON laten uitvoeren, ook de ontwikkeling van het geneesmiddel aan ICON uit handen geven, inclusief de productie ervan. Voor de farmaceutische industrie is dit van oorsprong een onbekend terrein: van oudsher moesten zij het onderzoeks geneesmiddel kant en klaar aanleveren bij het door hen gekozen onderzoekscentrum. Het geneesmiddel werd vooraf door een andere partij geproduceerd en vervolgens verscheept naar het onderzoeksinstituut.

Was er tijdens een onderzoek een aanpassing nodig? Dan moest een nieuwe versie van het geneesmiddel worden geproduceerd, vrijgegeven en verstuurd. Een omslachtige, tijdrovende onderneming in een sector waarin tijd letterlijk geld betekent: de investering in een nieuw geneesmiddel is enorm en het duurt erg lang tot een middel op de markt kan worden gebracht. Gemiddeld blijft er slechts 10 jaar over om de investering terug te verdienen onder het lopende patent. Voor farmaceuten is het dus ontzettend belangrijk om de ontwikkeltijd zo kort en effectief mogelijk te houden.

Kwaliteit, veiligheid en efficiëntie

Een snel, veilig en efficiënt ontwikkeltraject is precies waar ICON op inspeelt door naast de uitvoer van het onderzoek, ook de productie van onderzoeksmedicatie in eigen beheer te doen. Hoofd Productie Jeroen Bongers: “Dat wij deze combinatie aanbieden, zorgt ervoor dat we hele korte tijdslijnen kunnen hanteren. Dit heeft een groot voordeel ten opzichte van de traditionele

manier: we kunnen eerder starten met een onderzoek, waardoor we eerder de data beschikbaar hebben waarnaar farmaceuten op zoek zijn in fase 1 onderzoek. Op die manier weten we eerder of het nieuwe geneesmiddel potentie heeft om te worden doorontwikkeld. Bovendien maakt deze geïntegreerde aanpak ons heel flexibel: tijdens een onderzoek kunnen we heel snel bijsturen indien dat nodig is. Een hogere dosis? Of een andere toedieningsvorm? Dat kunnen we in onze eigen productielocatie snel regelen. Op deze manier besparen we wel 6 tot 12 maanden in het ontwikkeltraject van een geneesmiddel. Dat is voor onze klanten natuurlijk heel interessant.”

Suzanne Jansen, hoofd van het kwaliteitscontrole (QC) lab, vult aan: “Wij kunnen klanten volledig ontzorgen. We denken mee over de samenstelling en de toediening van een geneesmiddel, produceren het zelf in onze productiefaciliteit en voeren vervolgens diverse farmaceutische analyses uit om te beoordelen of alles voldoet aan de GMP richtlijn. De resultaten van de analyses worden samengevoegd met de productiegegevens en het product dossier, waarna we kunnen bepalen of het geneesmiddel vrijgegeven mag worden.” Dit laatste wordt beoordeeld door een QP: een Qualified Person die eindverantwoordelijk is voor geneesmiddelen die door mensen worden gebruikt. Bij ICON werken er drie, waaronder Jansen en Akkerman.

Intensieve samenwerking

De aanpak van ICON leidt tot een intensieve, vaak langdurige samenwerking met klanten. “Omdat wij adviseren over de ontwikkeling van het onderzoeksmiddel en tijdens het hele traject betrokken blijven, verschuift de relatie met onze

In 2022 produceerde de CMC afdeling van ICON 300 geneesmiddelbatches, bedoeld voor klinisch onderzoek. Omgerekend zijn dit rond de 6 batches per week. Ter vergelijking: grote farmaceuten produceren gemiddeld 10 tot 15 batches geneesmiddelen per jaar.

klanten veel meer naar een partnerschap”, zegt Akkerman. “Tijdens de pre-klinische fase komen klanten naar ons met een mogelijk interessante werkzame stof. Wij adviseren dan over bijvoorbeeld de samenstelling en de toedieningsvorm. We denken daarbij niet alleen mee over het geneesmiddel zelf, maar ook over de opzet van een onderzoek.” Hierin speelt de uitgebreide kennis van ICON over geneesmiddelenonderzoek in de vroege fase, een echte nichemarkt, een belangrijke rol. Nu de industrie de voordelen heeft ondervonden, schakelt ruim 70% van de klanten ICON niet alleen in voor het uitvoeren van onderzoek, maar ook voor de ontwikkeling en productie van het geneesmiddel voor onderzoek.

Naast eigen klanten wordt ICON ook ingeschakeld voor het produceren van geneesmiddelen voor onderzoek in bijvoorbeeld het UMCG, het UMCU en het Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis. Ook worden geneesmiddelen ontwikkeld voor andere onderzoekscentra en verschepen ze vanuit NoordNederland onderzoeksmedicatie naar bijvoorbeeld de ICON kliniek in Boedapest of de VS.

www.geneesmiddelenonderzoek.nl

ADVERTENTIE

‘We bieden ondersteuning aan bijna 200 zorglocaties’

BEZINNZorg zorgt ervoor dat mensen met een zorgvraag op de beste plek komen. Daarbij staat de behoefte van de cliënten en hun individuele wensen op de eerste plaats. Er zijn bijna 200 zorglocaties, groot en klein, in de provincies Drenthe, Groningen en Friesland bij BEZINNZorg aangesloten. De organisatie neemt de aangesloten locaties veel werk uit handen, het is een vraagbaak bij hulpvragen en staat garant voor kwaliteit. “We hebben een goed beeld van alle aangesloten locaties en kunnen daardoor de beste ondersteuning bieden”, zegt directeur Jan van Donkersgoed.

Er zijn verschillende redenen waarom zorglocaties zich bij BEZINNZorg aansluiten. “Zo hebben wij gedragswetenschappers in dienst, die gekoppeld zijn aan bepaalde locaties en voor zorginhoudelijke ondersteuning zorgen. Daarnaast worden de eisen rondom zorg steeds zwaarder, BEZINNZorg koppelt administratie zorgmedewerkers aan locaties, zodat de administratieve taken goed en op tijd worden uitgevoerd. Ook zie je in het hele zorglandschap toenemende hulpvragen, waardoor zorg bieden steeds zwaarder wordt. De druk op locatiehouders neemt toe, dan is het prettig wanneer je op een professionele organisatie, waar kwaliteit voorop staat, kunt terugvallen.”

Jan van Donkersgoed.

Speerpunt

“Kwaliteit is ons speerpunt”, gaat Van Donkersgoed verder. “Een locatie die zich wil aansluiten moet voldoen aan bepaalde kwaliteitseisen, die onafhankelijk worden getoetst. Er vindt jaarlijks verslaglegging plaats. Dat doen we omdat we samen met de zorglocaties verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van de zorg die we willen bieden. We weten precies wie wat in huis heeft, waardoor we ook zeker weten dat cliënten op de juiste locatie terecht komen. Dit gaat altijd in overleg met onze gedragswetenschappers.”

Het aantal locaties dat zich bij BEZINNZorg aansluit groeit gestaag en dat is logisch, gezien alle ontwikkelingen in de zorg. “Groei is geen doel op zich, maar gebeurt wel. Dat heeft onder andere met de complexiteit te maken. Je ziet met name vanuit gemeenten een toenemend pakket aan eisen, BEZINNZorg zorgt ervoor dat elke locatie bij de tijd is en blijft. Daarnaast is het voor kleinere locaties bijna onmogelijk om bijvoorbeeld zelf een gedragswetenschapper in dienst te nemen. Bij BEZINNZorg ben je verzekerd van die ondersteuning.”

ADVERTENTIE

Van de stoel van opa naar Zorgwinkel Hoogeveen

Continuïteit

“Kortom, BEZINNZorg is een zorgaanbieder met alle expertise in huis, maar ook kennis van alle aangesloten locaties. Groei en/of winst is niet ons doel, we hebben wel een betrouwbare reserve opgebouwd, waardoor de locaties maandelijks verzekerd zijn van de betaling. Daarmee bieden we continuïteit.”

BEZINNZorg ziet een toenemende hulpvraag in de zorg. “Daarom zijn wij continu bezig met het verstevigen van onze expertise. Zo hebben we onlangs een psychiatrisch verpleegkundige in dienst genomen. Verder zijn we bezig met een time out locatie, waar een cliënt bij een calamiteit tijdelijk naartoe kan. We horen steeds vaker dat daar behoefte aan is. BEZINNZorg is een organisatie die op vele vlakken ondersteuning biedt en dat wordt door steeds meer zorglocaties op prijs gesteld.”

www.bezinnzorg.nl

Van scootmobiel tot wandelstok, van rollator en sta-op stoel tot aangepast bestek. Marc Jansen heeft het in zijn Zorgwinkel Hoogeveen. Met advies op maat, een eigen werkplaats en eigen bezorging is hij er om te helpen. Maar het begon bij de stoel van opa.

In de Hoogeveense Hoofdstraat straalt Zorgwinkel Hoogeveen je tegemoet. Ruim van opzet en een breed assortiment nieuwe en gebruikte zorghulpmiddelen. Voor clienten, zorgverleners, mantelzorgers: iedereen kan er terecht. Marc Jansen staat klaar om te helpen. Hoe het zo kwam? Het begon met die stoel van opa. Na zijn overlijden nam Marc de sta-op stoel van opa mee om te verkopen en dat bracht hem in

toekomst in te zitten, die ik nog niet eerder had gezien. Die stoel van opa verkocht ik aan een oudere mevrouw die al een paar jaar thuis op een campingstoel zat. Er ging een wereld voor haar open, toen ze in opa’s stoel ging zitten. Toen dacht ik, mensen blij maken is wel heel erg fijn!

„Eerst handelde ik in gebruikte scootmobielen en rollators vanuit huis. In 2017 begon ik in Alteveer met Zorgoutlet Hoogeveen. Twee jaar later zat ik echt in Hoogeveen, hier aan de Hoofdstraat en werd het meer een winkel. Vooral met nieuwe zorghulpmiddelen, ik werd dealer voor diverse merken en een groter assortiment. Vanaf oktober 2021 heeft het bedrijf officieel de naam Zorgwinkel Hoogeveen. In coronatijd kregen we veel bekendheid met de armbandjes-actie Samen Sterk. Met het geld van de verkoop kochten we bloemen en lekkers voor verpleeghuizen, voor personeel en ouderen. Sinds het echt een winkel is, verkoop en verhuur ik nieuwe hulpmiddelen

maar ook gebruikte. Kijk naar deze scootmobiel met 2 kilometer op de teller, dat scheelt 1.000 euro op de nieuwprijs! Mensen komen hier voor advies op maat, want ik wil mensen helpen aan de juiste zorghulpmiddelen, of dat nu een wandelstok of scootmobiel is, een wandbeugel, sta-op stoel, rollator of ouderenalarm. Waar heeft u het voor nodig, welke handicap heeft iemand, hoe is het gebruik? Vragen stellen helpt om mensen het goede advies te geven. Dan draagt het bij aan comfort en aan veiligheid.” De werkplaats achter de winkel is voor Marc belangrijk. „Mensen die met een technisch probleem zitten, met een reparatie of onderhoud aan zorghulpmiddelen kunnen bij me terecht. Of je het nu hier gekocht hebt of niet, dat maakt niet uit. Ik blijf terugdenken aan die blije mevrouw die de stoel van opa kocht. Daar doe ik het voor!”

zorgwinkelhoogeveen.nl

ADVERTENTIE
ie ontv vertent van deze ad otmobiel! vangt u nu
Marc Jansen 10% korting op Tegen inlevering p een sta-op-stoel óf scoo

Dag en nacht klaar staan in de thuiszorg. Van huishoudelijke hulp tot gespecialiseerde verpleegkundige: 2.000 collega’s met een zorghart voor mensen thuis. “Dat is wat we doen en waar we voor staan.” Johanna Rinsma en Wim Faber van Thuiszorg Het Friese Land over hun werk en passie, nu en straks.

Het gaat ook in de thuiszorg, net als elders, veel over personele tekorten. En over beperkte middelen. Dat is zo, zeggen ze allebei en daar kun je niet om heen. Het vergt veel om alles op de rit te hebben en houden. Kijk er niet voor weg, maar doe wat je kunt om te zorgen dat de mensen die thuiszorg nodig hebben, het nu en straks kunnen krijgen. ,,Dit is ons werk en daar halen we plezier uit”, vertelt Manager Zorgbeleid en Gespecialiseerde Verpleging Johanna Rinsma. ,,We staan voor ons werk, vanuit een doe-maargewoon mentaliteit”, vult directeur Wim Faber aan. Met 2.000 collega’s verdeeld over zeventig teams bieden ze thuiszorg in het midden en noorden van Friesland, inclusief de Waddeneilanden. Van huishoudelijke hulp tot en met gespecialiseerde verpleegzorg. Alles is er op gericht om mensen zo lang mogelijk veilig in hun vertrouwde omgeving te laten wonen. De eigen Zorgcentrale van Thuiszorg Het Friese Land is daarin een belangrijke schakel. ,,Onze Zorgcentrale is 24/7 bereikbaar voor cliënten die gebruik maken van thuiszorg en voor personenalarmering. En de Zorgcentrale biedt ’s nachts en in het weekend een vangnet voor mensen die onverwacht zorg nodig hebben. Het is een wezenlijke schakel in de samenwerking met en naar ziekenhuizen, huisartsen, of wie er op een bepaald moment ook nodig is om snel de juiste zorg te bieden. Je kunt er als cliënt en als zorgprofessional in Friesland altijd op terugvallen”, zegt Wim Faber.

Wat vragen en verlangen we van elkaar?

Voor problemen of uitdagingen in de zorg lopen ze bij Thuiszorg Het Friese Land niet weg. ,,Zo goed mogelijk zorg en welzijn kunnen blijven bieden, betekent continue zoeken naar hoe dat kan. Hoe en waar kun je gebruik maken van digitalisering en technologie; hoe kun je slimmer, efficiënter werken, de zorg concreet beter maken door praktische samenwerking en hoe kun je meer maatwerk leveren. Er speelt veel, bijvoorbeeld vanuit politiek en zorgverzekeraars, maar het is aan ons nuchter en kritisch te kijken naar onze eigen rol naar wat mensen kunnen en mogen verwachten. We zijn in Nederland gewend geraakt dat er altijd en overal een oplossing is, ook in de zorg. Alles lijkt te kunnen. We zullen er aan moeten wennen dat niet alles overal meer kan. En we zullen onszelf vaker de vraag moeten stellen wat wij kunnen doen en wat mensen van ons mogen verwachten”, stelt Johanna Rinsma. ,,We hebben onze focus op de personele capaciteit, maar daarin zijn we niet de enigen”, vult Wim Faber aan. ,,De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat we moeten leren terughoudender te zijn in wat we vragen en verlangen van de zorg. We sturen op ‘een andere zorg’. Er zijn in de loop van de komende jaren nu eenmaal steeds minder mensen die steeds meer zorg zullen moeten verlenen. Ik voorzie op een termijn van een jaar of vijf dat we wachtlijsten in de thuiszorg krijgen”, legt Johanna Rinsma uit. ,,Daarom is het aan ons om te blijven werken aan verandering, in de verwachting van onze cliënten en aan de rol en

houding van onze professionals. Wat is de wens of zorgbehoefte en hoe kunnen wij daarin faciliteren? En in welke mate kunnen mensen zelf leren sturen op hun eigen zorgondersteuning? Ik denk dat we kritischer moeten zijn in wat we mogen verwachten en wat je zelf kunt doen om zorg te voorkomen of om te kijken wat je zelf kunt doen. Hoe kun je zelf en met anderen, zorgen voor jouw welzijn, zodat dat zo belangrijke stuk misschien minder drukt op ons als zorgprofessionals?”

De juiste zorg door de juiste professional Kan iedereen die dat wil straks nog thuis blijven wonen zolang hij of zij dat wil? Johanna Rinsma: ,,Ik denk dat dat lastig wordt, hoe zeer ik het iedereen ook gun. We hebben er gewoonweg de mensen niet meer voor, nu de komende decennia de vergrijzing snel toeneemt en het aantal mensen dat zorg nodig heeft, alleen maar toeneemt. We worden ouder, maar we worden vooral eerder ongezonder ouder. Kijk naar de eilanden: het wordt voor ons steeds moeilijker om alle vormen van thuiszorg te verlenen. Wij doen steeds meer met zorgverleners vanaf de vaste wal. En ik denk dat dat een voorbode is, met name voor wat verder weg gelegen kleine kernen en dorpen in Friesland. We kunnen niet alles overal overeind houden.”

,,Juist daarom”, vult Wim Faber aan, ,,is meer concrete samenwerking in de zorg zo belangrijk. Zo hebben wij het afgelopen jaar bijvoorbeeld de

krachten gebundeld met Noorderbreedte en Revalidatie Friesland, om ook in de toekomst optimale ouderenzorg in de regio te kunnen blijven bieden. We leren als zorgprofessionals steeds meer van elkaar, we slagen er in om meer en meer gespecialiseerde zorghandelingen thuis te doen, om ziekenhuisopname te voorkomen of zolang mogelijk uit te stellen. In goede samenwerking met specialisten bieden we bijvoorbeeld al chemotherapie thuis. Door meer samenwerking met huisartsen, wijkverpleging en Dokterswacht Friesland leren we steeds beter om efficiënter met mensen en middelen om te gaan”, vervolgt Johanna Rinsma. ,,De juiste zorg door de juiste professional, dat is waar je met elkaar naar streeft. Dat is een belangrijke voorwaarde om ook in de toekomst zoveel mogelijk mensen zo lang mogelijk veilig, gezond en in welzijn thuis te laten wonen.”

www.thfl.nl

ADVERTENTIE
‘De thuiszorg is ons werk en daar houden we van’
Wim Faber en Johanna Rinsma

Ons kent ons-gevoel kenmerkt Derkshoes

Stichting Derkshoes Zorg en Dienstverlening in Westerbork biedt het totale pakket ouderenzorg. In het Derkshoes zelf wordt verpleeghuiszorg geboden, het ernaast gelegen

Kruumtenhoes wordt gevormd door 45 aanleunwoningen waar bewoners zorg naar behoefte krijgen. Daarnaast biedt de organisatie zorg bij ouderen thuis en dagbesteding.

,,Wat ons kenmerkt, is het ons kent ons-gevoel’’, zegt clustermanager Elly Wubs. ,,Derkshoes hoort bij Westerbork en Westerbork hoort bij Derkshoes. De mede-oprichter was een Westerborker die zich zorgen maakte over zijn eigen oude dag, omdat er in Westerbork geen verzorgingshuis was. Hij heeft hier uiteindelijk ook zelf gewoond en wij hebben vorig jaar ons 30jarig bestaan gevierd.’’ In die tijd is de

ouderenzorg al diverse keren ingrijpend veranderd en ook tegenwoordig ziet de organisatie zich gesteld voor nieuwe uitdagingen, ingegeven door vergrijzing en veranderende weten regelgeving.

‘Verpleeghuiszorg wordt vaker thuis verleend’

Langere diensten Steeds vaker zullen thuiszorgmedewerkers ouderen op verschillende momenten per dag moeten bezoeken om verpleeghuiszorg thuis te verlenen. Derkshoes heeft hiervoor een volledig en een modulair pakket. De zorg kan bestaan uit persoonlijke verzorging, verpleging, begeleiding, behandeling, vervoer, huishoudelijke hulp, dagbesteding en logeeropvang ter ontlasting van mantelzorgers. Elly Wubs: ,,Thuiszorgmedewerkers zullen vaker langere diensten krijgen, wat zij over het algemeen prettig vinden. Dat kan het beroep zelfs aantrekkelijker maken voor een nieuwe groep medewerkers, waar we natuurlijk altijd naar op zoek zijn. We hebben daarom ook goede contacten met onderwijsinstellingen en bieden onder meer zijinstromers de kans om bij ons kennis te maken met het vak. Een betaalde opleiding en een leerlingencontract behoren tot de mogelijkheden als iemand zich wil laten omscholen. Voor eigen

ADVERTENTIE

medewerkers zijn er groeikansen binnen de organisatie.’’

Kleiner werkgebied

Derkshoes is geworteld in Westerbork en gaat zich de komende jaren nog veel meer op het dorp richten. Elly Wubs: ,,We leveren nu huishoudelijke hulp en thuiszorg in de hele gemeente Midden-Drenthe, maar dat is een groot gebied. Omdat de vraag naar deze vormen van zorg toeneemt, moeten we het werkgebied verkleinen. Uiteraard vangen andere zorgaanbieders in de gemeente dat op. We moeten er met elkaar voor zorgen dat medewerkers de druk aankunnen en er is dan ook altijd goed contact met gemeente, huisartsen en andere zorgaanbieders.’’

Domotica gaat volgens Elly Wubs een grote rol spelen bij het langer zelfstandig thuis wonen van ouderen. Te denken valt aan een systeem dat cliënten herinnert aan het innemen van medicatie of dit zelfs op afstand controleert. ,,Met dergelijke oplossingen kan het aantal bezoekjes beperkt worden en die tijd kan besteed worden aan mensen die meer zorg thuis nodig hebben.’’ www.derkshoes.nl

Geen knip tussen de leeftijd 18- en 18+, één behandelaar van intake tot afsluiting en behandeling en begeleiding onder hetzelfde dak. Het zijn maar enkele voorbeelden van de manier waarop INTER-PSY werkt en waarmee het zich in de sector kan onderscheiden. „We hanteren zogezegd geen schotten binnen onze aanpak”, maakt operationeel directeur Peter van der Wal duidelijk. „We werken met multidisciplinaire teams, waarin mensen met verschillende specialismen en aandachtsgebieden samenkomen en dat functioneert prima.”

INTER-PSY is werkzaam in de drie noordelijke provincies en Noord-Holland. Wat in 2009 klein begon is uitgegroeid tot een organisatie met 450 medewerkers. Door de omvang dreigde een logge organisatie, maar het tegendeel is gebeurd. „We hebben meerdere vestigingen, die allemaal hun eigen werkgebied en eigen relatief autonoom werkend team hebben. Daardoor kunnen we lokaal klein blijven.”

Doorgaan, niet wéér wachten

„Dankzij deze aanpak kunnen we cliënten van allerlei leeftijden en met uiteenlopende problemen binnen één team behandelen”, geeft klinisch psycholoog en directeur behandelzaken Martine Bakker aan. „Dat betekent dan ook dat een cliënt dezelfde behandelaar kan houden wanneer hij of zij 18 jaar wordt. De behandeling loopt dus gewoon door en dat is precies wat nodig is.” Continuïteit in behandeling maakt ook dat er niet tussentijds steeds weer gewacht hoeft te worden, overdrachten hoeven plaats te vinden en weer een nieuwe start moet worden gemaakt. Precies

dat is ook onderdeel van de huidige wachtlijst problematiek in de GGZ.

Kinder- en jeugdpsychiater Erica Everts geeft aan dat in de leeftijdsgroep van 15 jaar tot jong volwassenen vaak psychische problemen voorkomen. „De zorgvraag neemt dan sterk toe en dan zou je bij 18 jaar een harde knip moeten maken, dat is voor niemand goed. Het is onnatuurlijk, wij doen het daarom anders.”

Behandeling én begeleiding

Net als elders in de zorg heeft ook INTER-PSY met wachtlijsten te maken. Uiteraard wil men de wachttijd aan de voordeur minimaliseren, maar de praktijk is weerbarstig. „Echter, wanneer je hier eenmaal in behandeling bent, kun je niet opnieuw op een wachtlijst komen, zoals elders nog wel eens gebeurt. Het proces begint bij de intake en gaat door totdat je uitbehandeld bent”, legt klinisch psycholoog Rachèl Grondhuis uit. „Dat is onder andere een gevolg van het werken in een team. Kom je bijvoorbeeld ergens zelf niet uit, dan overleg je met een collega, die eventueel een deel van de behandeling kan overnemen.”

Is een behandeling afgerond, dan verzorgt, indien gewenst, INTER-PSY ook de begeleiding daarna. „Juist daardoor kan een behandeling vaak sneller plaatsvinden”, zegt Erica. „Je realiseert met elkaar een betere natuurlijke overgang, waarbij de regie

meer bij de cliënt komt te liggen. Wij hebben daar goede ervaringen mee.”

Vertrouwen

Tenslotte, wat maakt werken bij INTER-PSY uitdagend. Rachèl:„ Voor mij is het autonoom kunnen werken het belangrijkste. Doordat we in teams werken waarin we de zorg zelf organiseren, kan en mag ik zelf beslissingen nemen. Zo heb ik invloed op m’n werk, de taken, de werkweek, enzovoort.”

Martine ervaart het vertrouwen binnen de organisatie als prettig. „Daar begint het mee. Daarnaast heb je veel groeimogelijkheden, is het werk afwisselend en divers.”

Erica rept van een informele organisatie, „ook binnen de teams. Ik maak deel uit van verschillende teams. Hoewel er richtlijnen zijn, ervaar ik overal het informele karakter. Dat maakt het werken bij INTER-PSY elke dag weer leuk.”

Peter van der Wal hoort het met een glimlach aan. „Als werkgever kijken we sterk naar de inhoudelijke kant van onze medewerkers. Als zij het naar hun zin hebben, dan stralen ze dat uit naar onze cliënten. Verder zorgen we ervoor dat de faciliteiten op orde zijn. Daarin past bijvoorbeeld een eigen werkplek, heel basaal, maar o zo belangrijk.”

www.inter-psy.nl

ADVERTENTIE
Volgens clustermanager Elly Wubs horen Derkshoes en Westerbork bij elkaar. Boven Peter en Erica, onder Rachèl (l) en Martine
‘De relatie staat centraal’

Nieuwe technologie van FlowView gaat werkwijze van bloedanalyse revolutioneren

‘Het is sneller, betrouwbaarder, geautomatiseerd en consistent’

„Het is eigenlijk zoeken naar een speld in een hooiberg”, vertelt Ton van den Hoven (58) over de manier waarop momenteel door laboratoriumanalisten wordt gezocht naar afwijkingen in het bloed. De eigenaar van het bedrijf FlowView uit Heerenveen wil daar met zijn nieuwste startup verandering in gaan brengen. En dan met name in de werkwijze bij bloedanalyse voor minimale restziekte.

Al 35 jaar is Van den Hoven actief in de technologische kant van de medische wereld. Voor zijn werk woonde hij jaren in Amerika, verkocht hij startups aan bedrijven als Philips en Bracco en is hij in 2011 gestart met een startup genaamd SurgVision. „Die startup heb ik in 2017 verkocht. Vervolgens was mijn ‘baby’ in 2020 sterk genoeg om zelf te overleven en wilde ik weer terug naar het ontwikkelen van nieuwe ideeën. Zo ben ik bij de uitvinders van FlowView uitgekomen”, vertelt Van den Hoven.

En FlowView lijkt tot nog toe wel het veelbelovendste beginnende bedrijf van al zijn voorgaande projecten. De reacties zijn unaniem lovend: „De terugkoppeling tot nu toe is gigantisch positief. Eigenlijk 100 procent. Overal horen we: ‘als je wat je nu laat zien ook echt kan, dan doen we mee’. De feedback van de markt is ongelofelijk. Dat heb ik in mijn 35 jaar ervaring nog niet eerder gezien.”

Algoritme

Maar wat is en doet Flowview eigenlijk?

Flowview, opgericht in 2020 door van den Hoven en zijn partner Saskia van den Dool, is voortgekomen uit een samenwerking tussen de Radboud Universiteit en UMC Utrecht. Het bedrijf is gebaseerd op technologie ontwikkeld door de afdelingen bloedcellenonderzoek en analytische chemie. De technologie ontstond uit een samenwerking tussen Jeroen Jansen, hoofd van de analytische chemie van de Radboud Universiteit, en professor Leo Koenderman, hoofd van de experimentele longziekte-afdeling van het UMC.

Flowview's software-algoritme, ontwikkeld uit deze samenwerking, versnelt en verbetert de analyse van bloedcellen. Het garandeert consistente en betrouwbare resultaten, en automatiseert het proces. Dit is van groot belang gezien de capaciteitsuitdagingen in de gezondheidszorg. „In de gezondheidszorg is er sprake van een capaciteitsprobleem. Deze manier van analyseren gaat daar wel verlichting in brengen.”

Minimale restziekte

Maar deze nieuwe manier van bloedcellen analyseren gaat vooral voor mensen die genezen zijn van bloedkanker belangrijk worden. „Het richt zich op het bepalen van de minimale restziekte in de vorm van afwijkende bloedcellen. Je kan dus vroegtijdig vaststellen of de ziekte terugkomt. De technologie gebruikt tijdens het onderzoek is dat acht tot dertien antilichamen aan een buisje met bloed worden toegevoegd. Voor elk antilichaam worden meerdere

beeldpunten gegenereerd op een beeldscherm, die worden weergegeven als puntjes. Een onderzoek kan wel een miljoen van die beeldpunten bevatten. Als deze cellen meer dan 0,01 procent afwijken van normale cellen, dan is de ziekte aan het terugkomen.”

Het analyseren van een miljoen beeldpunten is echter bijna onuitvoerbaar voor een analist. De huidige werkwijze omvat een handmatige inspectie van specifieke cellen die relevant worden geacht voor de ziekte, wat leidt tot uitsluiting van cellen die mogelijk invloed hebben op de diagnose.

Flowcytometrie

De techniek die FlowView gebruikt gaat daar verandering in brengen. „Wij halen die miljoen beeldpunten door een algoritme heen. In dat algoritme wordt de data van gezonde cellen tegenover het te onderzoeken bloed gelegd. Vervolgens worden alleen de afwijkende cellen weergegeven. Het grote verschil is dat er geen cellen worden geëlimineerd, maar dat de hoeveelheid data wordt gereduceerd. Je houdt dan alleen de relevante data over”, legt Van den

Hoven uit. De bestaande technologie voor het analyseren van bloed heet flowcytometrie. „Wij gebruiken die technologie ook, maar de eindstap wordt anders. Ons product is straks dus overal inzetbaar omdat het gebruik maakt van de bestaande systemen.”

Van den Hoven hoopt dat ze in het eerste kwartaal van volgend jaar de eerste commerciële implementaties kunnen uitvoeren en in september staan ze ook op een beurs in Utrecht. „Dan wordt het allemaal ineens heel echt”, lacht van den Hoven. Maar dan weer serieus: „Wij kunnen op onze manier eerder detecteren of een ziekte terugkomt in vergelijking met bestaande technologieën. Je kunt dus beginnen met behandelen voordat de ziekte terug is, en de meest intense behandelingen voorkomen. Dat gaat een enorme verbetering voor patiënten opleveren.”

www.flowview.eu

ADVERTENTIE
Ton van den Hoven en partner Saskia van den Dool zijn samen het bedrijf FlowView begonnen.

horen is het belangrijkst’

Cosis helpt mensen met een verstandelijke en/of psychische beperking. De groep mensen die hulp krijgt van Cosis is zeer gevarieerd. Van jong tot oud, met een zeer breed scala aan hulpvragen. Mensen zoals wij allemaal, met behoeften, wensen en dromen. Maar er is één wens die we allemaal delen. We willen er bij horen. We willen er toe doen, meetellen, geaccepteerd en gerespecteerd worden. We willen een volwaardig onderdeel van de samenleving zijn. Cosis begrijpt dit heel goed en is voortdurend bezig de deur naar buiten toe open te zetten. We zien en creëren dagelijks kansen om iedereen mee te laten tellen. Met prachtige en hartverwarmende resultaten.

Brugwachter Bernard

In het hele gebied rond Kiel-Windeweer en Annerveenschekanaal liggen niet minder dan 33 bruggen en 2 sluizen in de vaarten. Deze worden bediend door een team van brugwachters. Een van hen is Bernard Bruinsma (56), een zeer sympathieke bewoner van Cosis woonlocatie Ferdinand Bol in Hoogezand.

Bernard: ,,Ik doe dit werk al sinds 2006. Ik zag in de krant staan dat ze een brugwachter vroegen en

dat leek me wel wat. Ik ben toen eerst met iemand van de provincie Groningen op pad geweest om te kijken of ik wel geschikt zou zijn voor die baan. Nou, dat was ik, dus werd ik aangenomen. En tot op de dag van vandaag vind ik het een prachtige baan. Ik heb leuke collega’s, het is belangrijk werk en je bent het grootste gedeelte van de dag buiten. Je hebt ook veel contact met de mensen op de boten. Ze zijn allemaal in een goede bui omdat ze vakantie hebben. Geen stress dus.”

Rustig laat Bernard zien hoe de sluis functioneert. Als de sluis volloopt doet Bernard de sluisdeuren open voor een Duitse dame op een plezierjacht. Met een mix van Duits, Nederlands en Gronings maakt hij op vriendelijke en rustige wijze de dame duidelijk dat ze aan moet meren aan de rechterkant. En natuurlijk helpt Bernard er bij. Het is prachtig om te zien hoe hij zelfstandig zijn werk vol zelfvertrouwen uitvoert. Brugwachter Bernard mag trots zijn op zijn werk. Of zoals de Duitse dame het verwoordt: ,,Sie haben ein sehr wichtigen Job!” Dat verstaat Bernard wel.

Peuters kijken niet naar ‘anders’. In januari 2021 openden Plus Kinderopvang en Cosis in Meppel een bijzondere vorm van

dagopvang. Peuters met een achterstand in hun ontwikkeling en peuters uit de reguliere kinderopvang samen in één gebouw met één gezamenlijke centrale ruimte en één gezamenlijke buitenspeelplaats. ,,Wij denken dat dit een prachtige kans is om de hele jonge kinderen, waarvan nog niet bekend is wat het perspectief is, in een zo gewoon mogelijke omgeving onder te brengen en ook op die manier in contact te brengen met andere leeftijdsgenootjes . Ook voor de ouders hopen we dat dit de drempel, die nu vaak wordt ervaren bij het Expertisecentrum voor kinderen met een verstandelijke beperking, wat lager zal maken”, zei Cosis locatiehoofd Jerry Stoker bij de opening.

Nu, ruim twee jaar verder, is het samengaan een hele goede en waardevolle stap gebleken. Als vanzelfsprekend spelen de kinderen met elkaar. Het onderscheid tussen de verschillende kinderen lijkt voor de peuters niet te bestaan en als vanzelfsprekend wordt er samen gespeeld. Zo gewoon mogelijk waar het kan en bijzonder waar het nodig is.

ADVERTENTIE
‘Sie haben ein sehr wichtigen Job!’
De straatvuilbrigade aan het werk.
‘Erbij
Brugwachter Bernard helpt met afmeren

‘Als je geen geduld hebt, kun je dit werk niet doen’

Wabe en Hennie Schaper wonen in Hoogeveen op korte afstand van Cosis woonlocatie Schoonvelde. Elke week gaan ze een avond naar de locatie toe om verschillende activiteiten met de bewoners te ondernemen. De bewoners hebben allemaal een ernstige meervoudige beperking.

Hennie: ,,Op een bepaald moment zagen we een oproep voor vrijwilligers bij Schoonvelde. We zijn gaan kijken en waren verrast dat we een groep ernstig meervoudig beperkte mensen troffen. Onze eerste reactie was: ‘als we dat maar kunnen!’.”

Wabe: ,,We hebben toen met de begeleiding de afspraak gemaakt dat we het eerst drie maanden zouden proberen. We hebben erg goed naar de begeleiding gekeken hoe zij met de mensen omgingen. In het begin hebben we veel gewandeld. Maar op een gegeven moment werd het duwen van de rolstoelen wat zwaar. Nu komen we elke week een avond van zeven tot negen spelletjes doen zoals rummikub en sjoelen. Een aantal doet actief mee, maar voor anderen is het genoeg om erbij te zitten en de sfeer en de geluiden op te pikken.”

Hennie: ,,We vinden het geweldig om te doen, maar je moet wel veel geduld hebben. Soms is het genoeg om een tijdje iemands hand vast te houden en licht te bewegen. Als je een haastig persoon bent is dit geen geschikte doelgroep voor je.”

Emmen is trost op de straatvuilbrigade

Emmen is een redelijk schoon dorp, maar één gebied in de Emmer wijk Angelslo spant wat netheid betreft de kroon. De straatvuilbrigade van Cosis de Holtstee zorgt er drie dagen per week voor dat de wijk schoon en netjes blijft. Elke maandag, dinsdag en woensdag maken Hans, Bert, Ilona, Geert, Greet, Hans, Henk, Ab, Beate en Denny zich klaar om, samen met hun begeleider op pad te gaan om zwerfvuil in de buurt te verzamelen. De straatvuilbrigade is een groep cliënten met een verstandelijke beperking van Cosis die hun dagbesteding bij de Holtstee aan de Wendeling in Emmen heeft. De groep

Een baan bij Cosis?

We bieden alle mogelijkheden voor een afwisselende loopbaan. Voel je welkom om te kijk op www.cosis.nu/werkenbij

sloot een overeenkomst met de gemeente Emmen dat ze er voor zorgt dat hun buurt in de Emmer wijk Angelslo netjes en schoon blijft. De gemeente op haar beurt is erg blij met de groep en zorgde er voor dat de mensen van de Holtstee konden beschikken over grijpstokken om zwerfvuil van de straat te rapen. Ook is er een bolderkar voor het vervoer van zwerfafval beschikbaar gesteld.

,,We worden op straat wel eens aangesproken door andere mensen”, zegt Ab. ,,Dan geven ze een compliment dat we goed werk doen. Dat is wel leuk om te horen natuurlijk. Los van dat iedereen zich verantwoordelijk gaat voelen voor de wijde woonomgeving is het ook nog eens zeer gezond om zo vaak een flinke ronde buiten te lopen.”

‘Ik doe er weer toe’ Iedereen is welkom in het Inloophuis van Cosis in Meppel. Onder het genot van een kop koffie of thee kunnen bezoekers de krant lezen, een spelletje doen of andere bezoekers spreken. Veel mensen kiezen er voor om hier hun sociale isolement te doorbreken en contacten op te doen.

Er is begeleiding aanwezig die goed oplet hoe het met bezoekers gaat. Ze kennen de verhalen en de wensen, maar ook hun kwetsbaarheden en proberen daar op in te spelen.

‘Ik kon mijn oude vak weer gaan uitoefenen door in de Inloop voor anderen te koken’

Léon kookt vandaag voor de bezoekers die tegen een kleine vergoeding een warme maaltijd komen nuttigen. Léon: ,,De Inloop betekent heel veel voor me. Ik was kok in een Italiaans restaurant en ik heb daarna nog gewerkt als chauffeur en magazijnmedewerker, maar ik kwam thuis te zitten met een burn-out. Ik werd mantelzorger van mijn zieke moeder en raakte meer en meer in een isolement. Het ging niet zo goed met me. Via horen zeggen kwam ik bij de Inloop terecht. Dat was een van de beste acties die ik ooit heb ondernomen. Ik kon mijn oude vak weer gaan uitoefenen door in de Inloop voor anderen te koken. De waardering daarvoor heeft me erg goed gedaan. Ik deed er weer toe. Inmiddels ben ik een regelmatig bezoeker en ben hier verdere talenten aan het ontdekken. Ik kwam van ver en heb hard moeten werken om weer wat vertrouwen in de buitenwereld te krijgen. Ik vraag me vaak af wat er van me was geworden als het Inloophuis er niet voor me was geweest.”

Meer informatie over Cosis?

Ben jij opzoek naar hulp of ondersteuning? Ben je een ouder of verwant? Of ben je professional? Neem contact met ons, we helpen je graag verder: Telefoon: 088 839 3000 Info@cosis.nu www.cosis.nu

ADVERTENTIE
Cosis en Kind Plus in één gebouw. Léon kookt voor het Inloophuis

ie helpt jou écht verder?

Het aantal mensen met dementie in Nederland neemt sterk toe. Daarom doen wij praktijkgericht onderzoek naar goed leven voor mensen met dementie.

Goed leven met Dementie

Bij ons lectoraat, Goed Leven met Dementie vinden we het belangrijk dat er naast de uitdagingen die dementie met zich meebrengt, ook aandacht is voor wat er wél kan. In ons onderzoek is er aandacht voor behoud van autonomie, waardigheid en welbevinden.

Praktijkgericht Onderzoek

Ons onderzoek doen we in nauwe samenwerking met jou. We laten ons leiden door vragen en behoeften uit de praktijk, bijvoorbeeld van zorgprofessionals, bestuurders, ouderen, mantelzorgers en natuurlijk de mensen met dementie zelf. En wij hebben de mensen, tools en kennis voor praktijkgericht onderzoek in huis. Zo komen we als partners tot concrete oplossingen om goed leven met dementie mogelijk te maken! Doe jij ook mee met ons onderzoek?

Simone de Bruin lector Goed Leven met Dementie

Meer info op windesheim.nl/dementie

“Ons onderzoek richt zich op wat er juist wél kan in een leven met dementie.”
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.