Leeuwarder Courant NoordZ, Agri & Food, april 2025

Page 1


Wervend Royal A-ware biedt kosteloze

groeimogelijkheden

Royal A-ware is een sterk groeiend, internationaal familiebedrijf in zuivel. Meer groei, meer afzet en een groter assortiment, betekenen meer kansen voor bestaande en voor nieuwe melkveehouders. Nuchtere doeners voor perspectief in de zuivel met goede melkprijzen voor de boer.

Klaas de Jong, COO bij Royal A-ware: ÑWij ondernemen en groeien als internationaal familiebedrijf in zuivel vanuit een lange termijn perspectief. Samen met inmiddels ruim 1.500 melkveehouders en andere partners in agri food creÎren we steeds efficiÎntere en duurzamere ketens. Royal A-ware is gespecialiseerd in het produceren, rijpen, versnijden en verpakken van kaas en andere zuivel zoals room en melkpoeder. Onder de naam AB Texel zijn we logistiek partner in agri- en foodtransport. Onze zuivelproductie vindt vanuit 29 vestigingen in verschillende landen plaats. In Heerenveen staat onze state-ofthe-art kaasmakerij en mozzarella- en roomfabriek. De producten die hier gemaakt worden gaan de hele wereld over en zijn terug te vinden in meer dan 100 landen.î

Uitbreiding vestiging Heerenveen

Klaas de Jong: ÑOnze historie gaat 130 jaar terug en we timmeren in binnen- en buitenland stevig aan de weg. Vorig jaar werd de overname van de Belgische Dairy Food Group aangekondigd en in september openen we een gloednieuwe mozzarellafabriek in het Spaanse AsturiÎ. Dichterbij huis wordt er gebouwd op het terrein van de kaasmakerijen in Heerenveen. Voor al onze vestigingen geldt dat er constant gekeken wordt of er aanpassingen nodig zijn om aan de behoefte uit de markt te kunnen blijven voldoen. Zo zijn in Heerenveen grondwerkzaamheden

Benieuwd naar de mogelijkheden? We gaan graag vrijblijvend in gesprek bij u aan de keukentafel. Scan de QR code voor meer informatie.

gestart om te kunnen uitbreiden en wordt een elektra- aansluiting aangelegd om in de toekomst verder te kunnen verduurzamen.î

Melkveehouders kiezen melkstroom die past Koen Veldman, manager Veehouderijzaken: ÑWe bieden verschillende melkstromen met ieder een eigen melkprijs, klanten en afzetkanalen. Melkveehouders kiezen de melkstroom die het beste past bij hun bedrijfsvoering. Iedere melkstroom en melkveehouder is voor ons even belangrijk. De melkstromen zijn net als Royal Aware continu in beweging en worden doorontwikkeld om te blijven passen bij de behoefte van de markt en onze klanten. Recent vond er in de programmaís en de bijbehorende premies een doorontwikkeling plaats binnen de Koe Bewust en Beter voor-melkstromen.î

ÑDe Beter voor Natuur & Boer-melkstroom ontwikkelt zich sinds de start in 2018 met een duidelijke volumegroei. Als gevolg van commerciÎle afspraken is recent de premie van Ä 5 (per 100 kilo melk), verhoogd met Ä 1 bovenop de weidepremie. Doorontwikkeling is iets dat blijft. We blijven inzetten op kwaliteitszuivel met de hoogst mogelijke voedingswaarde en de laagst mogelijke impact op mens, dier en milieu. Door assortimentsontwikkelingen en grotere afzet hebben we in de Koe Bewust en Beter voormelkstromen ruimte voor bestaande melkveehouders om te groeien en ruimte voor nieuwe melkveehouders.î

Realistisch verduurzamen

Klaas de Jong: ÑSamen met de melkveehouders werken we aan verduurzaming in de hele zuivelketen. Echter, we varen hierin onze eigen

koers vanuit een nuchtere invalshoek, waarbij het uitgangspunt altijd is dat alle schakels in de keten blijvend voordeel hebben. Alleen zo kunnen melkveehouders blijven boeren, kunnen klanten kiezen uit steeds duurzamere producten en blijft Royal A-ware een financieel stabiel familiebedrijf dat kan blijven ondernemen.î

Uitwisselen van kennis

ÑDairy Academy is hÈt kennisplatform voor alle melkveehoud(st)ers waar Royal A-ware mee samenwerktî, vult Koen Veldman aan. ÑHet voornaamste doel is het uitwisselen van vaktechnische kennis. De kennispartners van Dairy Academy delen praktische inzichten om bedrijfsvoering verder te kunnen optimaliseren en verduurzamen. Via workshops, kennisdagen en webinars krijgen melkveehouders handvaten om hun melkveebedrijven toekomstbestendig te maken. Jaarlijks delen we kennis met ruim 3.000 deelnemers. De deelname is vrijwillig, kosteloos en exclusief voor melkveehouders die aan ons leveren.î

Kansen voor melkveehouders

Klaas de Jong: ÑInleg van eigen geld is niet nodig om een samenwerking met ons aan te gaan of om te groeien. De melkveehoud(st)er kan dit geld in het eigen melkveebedrijf investeren of op een andere manier. Royal A-ware is een familiebedrijf dat denkt in generaties en gaat voor lange termijn samenwerkingen met zowel melkveehouders als klanten. We ondernemen samen. Persoonlijk contact en korte communicatielijnen vinden we daarin belangrijk. Net als een goede melkprijs. Een melkprijs die we vooraf communiceren en melkgeld dat we twee keer per maand uitbetalen.î

www.royal-aware.com

Koen Veldman en Klaas de Jong

VOORWOORD

HOE START-UPS

IN GEZONDE VOEDING GROTE STAPPEN ZETTEN

Dit is weer zo’n NoordZ waar je heel vrolijk van kunt worden. Met verhalen van mensen die hun idealen nastreven om ons gezonder te leren eten.

Neem Jorrit van der Veen. Wat begon als een idee voor een bijbaan om wat euro’s bij te verdienen, is uitgegroeid tot serieuze business. Met zijn elektrische bakfiets voorziet Jorrit inmiddels twaalf horecaondernemers in Groningen van microgroenten die hij zelf kweekt.

Hij produceert 60 kilo microgroenten per week. Koks zijn er dol op omdat de smaak intens is. En als ze in de keuken wat kortere stengels willen, dan regelt Jorrit dat.

De volgende stap? Door de distributie uit te besteden gaat hij meer produceren voor meer klanten. En als het even uit kan, straks ook met collega’s.

Een andere pionier is Monique Schoondorp uit Noordlaren. Als chemicus was het haar droom om een op algen gebaseerde, eiwitrijke snack te maken. Na veel vijven en zessen werd het allemaal te duur, te omslachtig en het smaakte eigenlijk niet zo.

Maar opgeven past niet bij een pionier en nu heeft Monique een groentesnack ontwikkeld. Een streekproduct dat – is de ambitie – in de school- en sportkantines zou moeten worden aangeboden. Kinderen vinden het lekker, ontdekte ze op een festival. ,,Zelfs toen ze wisten dat het groenten waren, wilden ze toch nog een portie.’’

Bij Dairy Campus in Leeuwarden zitten ze ook niet stil. ‘In de hoofden’ wordt momenteel hard gewerkt aan ‘een stal van de toekomst’. Over twee jaar zou ie er moeten staan.

INHOUD

04

Jorrit verbouwt 60 kilo microgroenten per week ...en die gaan zo snel mogelijk naar de chefs kok

07

In Amerika is het altijd winnen of verliezen

Column Ronald Mulder

08

Monique wil dat haar groentesnack in schoolkantines verkrijgbaar wordt Een gezonde en duurzame snack van Groninger bodem

11

Waarom lossen de boeren niet zelf de stikstofcrisis op?

Column Eelko Huizingh

12

Een kijkje in de stal van de toekomst Innovatiecentrum Dairy Campus gaat voor zelfvoorzienende stal zonder uitstoot

16

Je moet niet alles zelf willen doen

Rijnie Trip van Van Lier Catering over haar ondernemerslessen

20

De onhoudbare houdgreep van ons voedsel

Jan Buining van Tasty Basics: ,,We moeten ingrijpen’’

24

Met je eigen bak yoghurt achter het stuur

En nog twee afleveringen uit de serie Start me up

Die stal voor zo’n 250 koeien stoot niets uit, wekt de eigen energie op en door de opvang van water moet een gesloten systeem ontstaan. Het dierenwelzijn staat voorop en er is slecht één persoon nodig zijn om alle koeien te verzorgen.

Voor al deze innovators, groot en klein, is het fijn om te weten dat het kabinet onlangs bekend maakte 1,3 miljard euro extra te investeren in biotechnologie. Nederland heeft de ambitie uitgesproken om in 2040 tot de wereldtop te behoren. Belangrijkste doel: innovaties sneller op de markt krijgen door wet- en regelgeving aan te passen en euro’s beschikbaar

natuurlijk onze columnisten, drie start-ups over hun ambities en een leiderschapsles van Rijnie Trip: Je moet niet alles zelf willen

Veel leesplezier,

JAN ROZENDAAL

COLOFON

noordz is een bijlage van Mediahuis Noord

Samenstelling & eindredactie Jan Rozendaal, Marja Boonstra, Roel Snijder, Janna Zuiderveld

Vormgeving Alie Veenhuizen E-mail bijlagen@mediahuisnoord.nl

Advertenties/branded content Multiplus Media, Drachten T: 06 44 91 12 63 E: s.osinga@mulitplusmedia.nl

Volg NoordZ ook online op het blog: www.noordz.nl

JORRIT VAN DER VEEN
EIGEN FOTO’S

Het begon als een idee voor een bijbaan, maar inmiddels fietst

Jorrit van der Veen met zijn elektrische bakfiets af en aan naar

Groningse horecabedrijven om hen te voorzien van zijn zelfgekweekte microgroenten. Hij is nog maar enkele maanden bezig, maar is al druk bezig met hoe het nóg beter en groter kan.

TEKST GEERTRUID

JORRIT PRODUCEERT 60 KILO MICROGROENTEN PER WEEK

Het leek simpel: bijverdienen met het kweken van microgroenten naast het afronden van een studie International Business. ,,Maar er komt echt wel veel bij kijken’’, zegt Jorrit van der Veen, oprichter van Microgreen Farm. Met zijn elektrische bakfiets levert hij inmiddels microgroenten bij twaalf verschillende horecaondernemers in Groningen.

Sinds acht maanden werkt hij in het pand bij Innolab Agrifood. ,,Ik zocht iets vergelijkbaars met Silicon Valley, maar dan in Groningen.’’ Zo kwam hij uit bij het Innolab Agrifood. Hij huurt bedrijfsruimte bij hen, maar kan ook aankloppen voor hulp bij subsidieaanvragen.

NAGEBOOTST ZONLICHT

Het begon met een klein aantal verschillende microgroenten, maar inmiddels is hij de twintig soorten gepasseerd. In de kleine ruimte staan ze opgestapeld in het felle nagebootste zonlicht.

Van der Veen schreef in eerste instantie een handboek van 75 pagina’s voor zichzelf over alle verschillende soorten, maar inmiddels doet hij het allemaal uit zijn hoofd. ,,Ik had ook een planner met echt per dag wat er per soort moet gebeuren, maar nu zie ik dat gewoon, dus ik hoef niet meer naar die planner te kijken.’’

Er zijn ook allerlei dingen gewijzigd sindsdien, vertelt Van der Veen. ,,Ik sta heel nauw in contact met de chefs van de restaurants. Ik zit met ze aan tafel en kan daardoor direct inspelen op wat ze nodig hebben.’’ Zo kreeg hij al snel te horen dat sommige groenten wel wat korter mochten zijn. ,,Bijvoorbeeld de erwt, die liet ik heel lang groeien. Maar ze wilden de stengeltjes liever wat korter hebben. Net als bij de zonnebloem.’’

De feedback van de chefs zorgt ervoor dat hij beter kan inspelen op wat zij nodig hebben. ,,Mijn microgroenten zijn veel verser dan wat ze tot nu toe kochten. De chefs zelf zeggen dat het veel meer smaak heeft en

een mooiere kleur.’’ Ook zijn ze veel langer houdbaar door de korte keten die Van der Veen heeft gecreëerd.

Wat als bijbaan bedoeld was is inmiddels uitgegroeid tot een start-up waar Van der Veen zeven dagen per week in de weer is met de microgroenten. ,,Zaaien, omkeren, water geven, plannen’’, somt hij achter elkaar op. ,,En heel veel plannen. Ik zit dus ook veel achter de computer.”

PER DAG VERANDEREN ,,Ik ben er eigenlijk puur voor het financiële aspect mee begonnen’’, blikt Van der Veen terug. Toen dacht hij nog dat het telen van microgroenten simpel was en een makkelijke side hustle om naast zijn scriptie te hebben. Maar een kwestie van wat zaden zaaien, achteroverleunen en wachten tot de microgroenten groot genoeg waren bleek het niet te zijn.

Het werk wordt op dit moment nog allemaal handmatig verricht. ,,Je hebt er ook machines voor, maar dat kost allemaal geld.’’ Dat is als start-up nog niet allemaal tegelijkertijd haalbaar.

Gelukkig is het lang niet alleen meer het financiële aspect waarop Van der Veen gericht is. ,,Ik ben gefascineerd geraakt door de smaak, het groeiproces en de impact die het kan hebben.’’ Het geeft hem plezier in het werk. ,,Je ziet die groenten per dag veranderen, dat fascineert me nog steeds elke ochtend.’’ Tijdens een werkdag ziet hij de groenten van geel naar groen veranderen.

,,Terwijl ik daar zit, dus dat is echt heel snel.’’

SNELLERE BEZORGING

Voor het gebouw waar Microgreen Farm bedrijfsruimte huurt staat de elektrische bakfiets. Daarmee bezorgt Van der Veen de microgroenten rechtstreeks vanuit zijn kweekruimte bij Groningse horecaondernemers. ,,Maar binnenkort staat hij hopelijk stil’’, lacht Van der Veen. Het is de bedoeling dat de microgroenten zo snel mogelijk door een distributiecentrum worden verspreid. Daarvoor is Van der Veen al een samenwerking met groothandel Boer & Chef gestart, die hij snel hoopt uit te breiden.

Hoe sneller hij de bezorging kan uitbesteden hoe sneller hij meer tijd kan steken in het verder opschalen van zijn bedrijf. En er verandert binnenkort meer. Op dit moment is hij nog de enige die werkzaam is voor het bedrijf, maar hij hoopt binnenkort met een team aan de slag te gaan.

Daarnaast werkt hij aan het automatiseren van de verschillende handelingen die hij nu zelf doet en het nog korter maken van de keten. Rechtstreeks van zijn kweeklocatie naar de keuken van het restaurant, korter kan het haast niet. Toch wel, lacht Van der Veen geheimzinnig. Als hij niet bezig is met het zorgen voor de microgroenten of de bezorging, werkt hij druk aan een plan om dat te realiseren. Maar voorlopig houdt hij die plannen nog voor zichzelf tot hij ze echt kan gaan uitvoeren.

GROTERE GEWASSEN

Ambitieuze plannen zijn er in ieder geval genoeg, want wat Van der Veen betreft blijft het niet alleen met microgroenten, maar gaat hij ook aan de slag met grotere gewassen zoals sla. Als hij daarover begint krijgt hij soms te maken met bezorgde reacties. In het verleden zijn meerdere grote zogeheten vertical farms, bijvoorbeeld in de Verenigde Staten, failliet gegaan.

,,Vertical farming heeft een smet opgelopen omdat veel eerdere initiatieven zijn ge-

klapt’’, zegt Van der Veen daarover. Mensen waarschuwen hem daar dan ook vaak voor. ,,Maar dat betekent niet dat het concept niet werkt, het moet gewoon slimmer, kleiner en gefaseerd.’’

Hij trekt zich dan ook weinig aan van de zorgen, behalve om lessen uit te trekken. Zoals dat het logistieke proces zo efficiënt mogelijk bij de stad moet zijn. ,,Ik laat nu al zien dat je in een hele kleine ruimte gewoon 60 kilo microgroenten per week kunt produceren.’’

Van der Veen laat zich daarom niet tegenhouden door de doemverhalen. ,,Iemand moet het doen. Ondanks alle scepsis geloof ik dat dit de toekomst is.” Hij wijst op het ruimtetekort en de landbouwtransitie in Nederland. ,,Dit móet gebeuren.’’

Dit zijn de voordelen van microgroenten

Microgroenten zijn jonge, eetbare planten die worden geoogst in een vroeg groeistadium, meestal wanneer ze slechts een paar centimeter hoog zijn. Ze worden vaak binnen één tot drie weken na het zaaien geoogst, net nadat de eerste echte bladeren zijn verschenen.

De voordelen: Voedingswaarde: Ze zijn rijk aan vitamines, mineralen, en antioxidanten. Omdat ze in een vroeg stadium worden geoogst, bevatten ze vaak hogere concentraties van deze voedingsstoffen dan volwassen groenten.

Smaak: Microgroenten hebben een intense smaak die gerechten kan verrijken. Ze worden vaak gebruikt in restaurants om de smaak, kleur en textuur van gerechten te verbeteren.

Gezondheid: Door hun hoge concentratie aan voedingsstoffen kunnen ze bijdragen aan een betere gezondheid, vooral voor mensen die moeite hebben om voldoende groenten te eten.

Royal Koopmans en Nedertarwe: duurzame inspanning loont

Royal Koopmans is pionier in graan, de bron van een gezond en duurzaam voedingspatroon. Waar mogelijk versnelt ze als familiebedrijf duurzame vooruitgang: van betekenisvol en gezond werk tot en met het succes van Nedertarwe.

Familiebedrijf Royal Koopmans koos een aantal jaren geleden voor haar eigen weg naar duurzaamheid. ÑDuurzaamheid is voor ons familiebedrijf een diepgewortelde drijfveer, een kompas voor dagelijkse bedrijfsvoeringî, vertelt manager duurzaamheid Kiki de' Liguori Carino.

ÑAls pionier in regeneratieve schaalbare teelt, willen we duurzame vooruitgang in de food-agri keten versnellen vanuit de rol van verbinder. Het gaat er om meerwaarde te kunnen genereren voor

alle stakeholders, de natuur inclusief. Daarom sturen we op maatregelen die de biodiversiteit en bodemgezondheid vergroten en de Co2 uitstoot en milieubelasting verlagen op een manier die onze telers handelingsperspectief geeft. Dit doen we in samenwerking met Natuurmonumenten en (graan)collecteur FarmPlus.î

ÑUiteraard kijken we niet alleen naar de teelt, maar zijn we ook stappen aan het nemen om onze eigen operaties in 2040 CO-2 neutraal te maken. Want duurzaamheid betreft de hele keten, op zowel ecologisch als sociaal vlakî

Betekenisvol begint bij onszelf

ÑMaar duurzame waarde creÎren begint bij onszelf. Wij staan voor betekenisvol en gezond werken. Vanuit ons familiebedrijf is samenwerken vanzelfsprekend. Samen de schouders eronder, met ideeen komen om het werk elke dag leuker of beter te maken. Maar ook: kritisch zijn op jezelf, elkaar feedback durven geven en zelf regie pakken. Het geldt voor ieder van ons, ook voor ons als werkgeverî, vult HR Manager Jildou van der Schaaf aan. ÑWe investeren doelgericht in gezond werken en gezond ouder worden. Ons vitaliteitsprogramma ëvitaal per kwartaalí is hier een mooi voorbeeld van: elk kwartaal bieden we workshops aan op de themaís voeding, beweging,

Resultaat van duurzame inspanning Al meer dan vijftien jaar werken we in de keten aan de ontwikkeling van duurzaam geteelde, Nederlandse baktarwe van top topkwaliteit. Dat is er nu: Nedertarwe! Nedertarwe is graan van dichtbij. Het graan komt van Nederlandse bodem, wordt met respect voor de boer en aandacht voor de natuur geteeld en met liefde gebakken. Dat proef je.

Koop jij brood, koek of banket van Nedertarwe bakkers, dan maak je een bewuste keuze voor kwaliteit en smaak, en draag je een steentje bij aan een betere wereld voor toekomstige generaties.

fysieke gezondheid en mentale belasting. Onze medewerkers reageren enthousiast en pikken er voor zichzelf uit waar zij baat bij hebben. Wij faciliteren, zij pakken de regie. In kleine stapjes duurzame vooruitgang boekeníí. www.nedertarwe.nl

ADVERTENTIE

Koeien voelen zich thuis bij Royal de Boer

Thuis in de stal met innovatieve oplossingen voor een hoog rendement van de koe. Royal de Boer Stalinrichtingen in Leeuwarden is specialist in stalinrichting, klimaaten ventilatieconcepten en mestverwerking in de melkveehouderij. Leo Eekhof en Pieter van Dellen over welzijn, hittestress en totaalconcepten.

Het noorden is de bakermat van Royal de Boer. Leeuwarder handelshuis uit 1869, producent van borstels sinds het begin van de vorige eeuw en maker van stalinrichting voor melkvee sinds de jaren zestig. Koninklijk sinds 25 jaar en sinds 2022 onderdeel van het Amerikaanse Turntide. In Leeuwarden werken 75 mensen, van ontwerp tot en met productie van stalinrichting. Via haar

professionele dealernetwerk levert Royal de Boer een uitgebreid programma staloplossingen.

De Amerikaanse zusterorganisatie van Royal de Boer produceert en levert ventilatieconcepten in met name de VS; Royal de Boer levert hoofdzakelijk in Nederland, Europa, Centraal Azie en het Midden-Oosten. Door de intensieve samenwerking met de zusterorganisatie profiteert Royal de Boer in hoge mate van haar kennis over klimaatoplossingen, zoals ventilatie en koeling. ,,Klimaat- en ventilatieconcepten zijn ook hier de laatste jaren sterk in opkomst. In Europa groeit het besef dat hittestress een negatieve invloed heeft op de melkproductie. Vandaar dat ook Nederlandse boeren steeds vaker geÔnteresseerd zijn in onze doeltreffende aanpakî, verklaart Leo Eekhof, algemeen directeur van Royal de Boer. ,,Met innovatieve klimaatoplossingen, ontwikkeld op basis van wetenschappelijke modellen, kunnen we daadwerkelijk verandering brengen in de negatieve invloed van hittestress in de stal. Koeien zijn topsporters, die om te kunnen presteren een goed stalklimaat moeten hebben. Ieder detail telt.î

Meer welzijn, meer rendement ,,Een gezonde en tevreden koe vormt de basis voor een rendabele en goed presterende

melkveehouderij. Met onze kennis en expertise helpen wij veehouders hun bedrijfsresultaat duurzaam te verbeteren. Dit doen we voor zowel Nederlandse melkveehouders met honderden koeien als ook voor bedrijven in bijvoorbeeld Oost-Europa met vele duizenden koeien. Maatwerk in de stal is cruciaal om het welzijn en daarmee het rendement per koe te optimaliserenî, licht Pieter van Dellen toe, financieel directeur van Royal de Boer. Alles in de stal dat bijdraagt aan het welzijn van de koe, van voldoende ruimte en een prettig klimaat tot ligcomfort, schone vloeren en rust door slimme routing, is bepalend voor de topprestatie die een koe elke dag moet leveren. Hoe consistenter vanuit het totaal bekeken, hoe effectiever het resultaat.î

Leo Eekhof: ,, Optimale diergezondheid en koecomfort zijn voor ons geen bijzaak maar het uitgangspunt in alles wat we doen. We delen onze kennis graag en ondersteunen de melkveehouder met gericht advies, maatwerkplannen en kwalitatieve producten om dat advies ook daadwerkelijk in de praktijk te brengen.î ww.royaldeboer.com

Leo Eekhof en Pieter van Dellen

COLUMN

LEGE HANDEN

Op Blue Sky, een soort Twitter/X van en voor mensen die hun rechterarm wél in bedwang kunnen houden, zag ik hoe een Amerikaanse garagehouder omgaat met de importheffingen van Trump: hij vermeldt ze apart op zijn facturen, onder het kopje ‘tariff surcharge’. Een opslag vanwege de invoerheffingen die de garagist moet betalen, in zijn geval voor buitenlandse autoonderdelen.

De man kreeg veel bijval en ook suggesties voor een betere naam voor de opslag. ‘Trump Tax’, bijvoorbeeld. Anderen waren het daar weer niet mee eens en waarschuwden voor bakstenen door de ruiten van de showroom. Iemand voorspelde zelfs dat Trump de opslag zal verbieden als onpatriottisch, of zal omdopen tot ‘Vrijheidsbijdrage’ of iets dergelijks.

Dat is allemaal best grappig, totdat je beseft dat het geen grappen zijn. Er zijn tientallen miljoenen Amerikanen die geloven wat hun president zegt - dat invoerheffingen goed zijn voor het land, en dat wie anders beweert een extreemlinkse activist is.

In Nederland hebben we gelukkig een systeem met evenredige vertegenwoordiging, en geen rare fratsen met districten of zo

Laat me duidelijk zijn: er is geen econoom te vinden die het met Trump eens is. (Anders zou die wel elke avond aan een talkshowtafel zitten voor een enerzijds-anderzijds item over de ‘omstreden’ heffingen. Veel journalisten denken dat er geen goed of fout bestaat, geen waar of onwaar, alleen ‘omstreden’. Maar dit terzijde.)

De heffingen zijn slecht voor de hele wereldeconomie, maar in de eerste plaats voor de Amerikanen zelf. De reacties van de financiële markten laten ook weinig ruimte voor twijfel. Dus waarom schuiven zoveel mensen de feiten en de experts aan de kant en lopen ze achter absolute onzin aan?

Tijdens corona zag je het ook al. Zelfs als je een gezonde achterdocht hebt tegenover een overheid die ineens veel macht naar zich toetrekt, dan is dat toch nog geen reden om te geloven dat bleekmiddel of een ontwormingsmiddel voor paarden een virusinfectie kan genezen?

Het zal wel iets met Amerika te maken hebben, dacht ik. Alles is daar groter en extremer. Meer gepolariseerd. Dat komt natuurlijk ook door het tweepartijenstelsel. Het is altijd winnen of verliezen. Wij of zij.

In Nederland hebben we gelukkig een systeem met evenredige vertegenwoordiging, en geen rare fratsen met districten of zo. Zelfs als de een of andere mafkees de grootste partij wordt, dan nog komt er een coalitie, en een regeerakkoord, en valt het allemaal wel mee. Er gaat altijd een boel water bij de wijn, bij ons.

Bovendien hebben wij een pluriform medialandschap, inclusief een publieke omroep waarin plaats is voor iedere stroming van enige omvang. En een goed opgeleide, internationaal georiënteerde bevolking. Die maak je niet zomaar iets wijs. Nee, bij ons zal het zo’n vaart niet lopen.

Terwijl ik dit alles zat te overdenken kwam, nog steeds op Blue Sky, een filmpje langs van Caroline van der Plas, die uitlegde dat het stikstofprobleem een verzinsel was. Want de depositienorm, dat was zo weinig stikstof, dat kon je niet eens zien, zei ze, terwijl ze met grote ogen naar haar lege handen keek.

Ronald Mulder is ondernemer en econoom. Man van weinig woorden.

@ronaldmulder

Een gezonde en duurzame snack van Groninger bodem. Het moest een smaakvolle algenburger worden, maar dat bleek lastiger dan gedacht. Wel ontstond er een andere nieuwe snack: Crispy Veggies.

TEKST GEERTRUID PEENE

FOTO’S JASPAR MOULIJN

MONIQUE WIL HAAR GROENTESNACK IN DE SCHOOLKANTINE

De knapperige groenten worden binnenkort in zoveel mogelijk school- en sportkantines verkocht als het aan Monique Schoondorp uit Noordlaren ligt. Het is haar eindelijk gelukt om een gezonde snack te creëren die ze met een gerust hart als gezond, duurzaam en lekker bestempelt.

Het begon allemaal met die algen, blikt ze terug. Voor de chemicus en oprichter van Crispy Veggies ligt een bord met gefrituurde groenteschijfjes. Ze schuift ze langzaam heen en weer. ,,Algen vormen een hele mooie grondstof, want het neemt CO2 op, groeit met mest en je krijgt er zuurstof, eiwitten en specifieke olie voor terug.’’

Algen werden zelfs een beetje een hype omdat er biobrandstoffen van gemaakt kan worden, zegt Schoondorp. Ook in het Noorden werd volop getest en er kwam een algenkwekerij in Marokko, omdat de omstandigheden daar gunstiger waren.

IEDERE DAG WERK

Vergeleken met veel gewassen bleken de zilte zeegroenten echter behoorlijk arbeidsintensief. ,,Algen hebben elke dag werk nodig”, verzucht Schoondorp. ,,Je komt ongeveer op een eiwitprijs van 8 à 9 euro en dat is voor heel veel toepassingen te duur.’’ Algen belanden bijvoorbeeld in cosmetica, maar daarin was Schoondorp niet geïnteresseerd. ,,Bij voedsel heeft het de meest toegevoegde waarde.’’

Dat komt vooral door hoe eiwitrijk algen zijn. Helemaal aansluiten op de markt deden eiwitrijke algensnacks nog niet, maar voor de toekomst zag Schoondorp wel potentie.

Samen met anderen diende ze in 2019 een projectidee in bij Toukomst, het investeringsprogramma van de Nationale Coördinator Groningen. Het idee: een lekkere duurzame algenburger maken. Pas jaren later kreeg het plan groen licht. Andere partijen waren inmiddels afgehaakt. ,,Toen ben ik daar zelf vol enthousiasme mee aan de gang gegaan.”

Ze begon te experimenteren met algen, bruine bonen en Groninger mollenbonen in haar eigen keuken. ,,Vanuit mijn achtergrond was dat best een logische stap”, lacht Schoondorp. „Ik ben bijvoorbeeld gaan fermenteren en als chemicus is dat natuurlijk interessant.” Van bonen en algen maakte ze een soort tempeh-achtige structuur. Daar kon je prima een vegaburger mee maken.

NIET LEKKER

Toch werd het geen succes. ,,Een hapje algen is echt niet lekker hoor”, zegt Schoondorp spijtig. Ook de bonen en andere toevoegingen konden de sterke smaak niet verbloemen. Als ze het vrienden en kennissen voorschotelde reageerden die overwegend positief. Zodra het om objectievere testers ging, kon ze er niet langer omheen: de algengeur vormde een probleem.

,,Wat ben ik nu eigenlijk aan het doen”, vroeg ze zich af, toen ze het productieproces nog eens kritisch bekeek. Voor de algenburgers hakte ze allerlei ingrediënten in stukjes. ,,Die zette ik dan met schimmels

weer in elkaar.” Opnieuw arbeidsintensief en misschien wel overbodig.

Ze ging op zoek naar iets wat van zichzelf al een goede textuur had. ,,Vooral knolselderij en pastinaak, eigenlijk een soort vergeten groenten, blijken een hele mooie structuur te hebben.’’

Ze was niet de enige die dat in die tijd (her) ontdekte. ,,Maar dat waren allemaal chefkoks die echt hele ingewikkelde gerechten maakten.” En dus bleef Schoondorp ijverig verder experimenteren in haar keuken en verdwenen de algen langzamerhand uit beeld.

VOLGENDE OBSTAKEL

Toen liep Schoondorp tegen het volgende obstakel aan. Ze worstelde met het halen van de gewenste productiecapaciteit. ,,Ik had verwacht dat je het productieproces veel makkelijker kon uitbesteden.”

Veel fabrieken wilden grote hoeveelheden tegelijk maken, maar zo snel kwam ze niet van haar knapperige groenten af. In kleine hoeveelheden maken bleek ingewikkeld en duur. Ook vanwege de houdbaarheid van haar product.

Ze vroeg hulp aan allerlei experts. ,,Die kwamen niet echt met oplossingen die de prijs omlaag brachten. Het werd eigenlijk alleen maar ingewikkelder.”

Tot een oud idee opnieuw bovenkwam: de groenten invriezen met het beslaglaagje er al omheen. De gebruiker kan ze dan zelf frituren. Schoondorp had dat eerder tevergeefs geprobeerd. Inmiddels had ze een hoop ervaring opgedaan in haar keuken. ,,Tot mijn verrassing lukte het toen wel.”

GESCHIKTER VOOR FESTIVALS

Zo werd de huidige formule geboren. Groenteschijfjes met een laagje beslag er om heen, die ingevroren kunnen worden. Dat maakte het ook geschikter om als snack op festivals te verkopen. Voor de thuisgebruiker is een heteluchtfriteuse een optie. ,,Dan heb je echt een snack waarvan je kunt zeggen dat het veel gezonder is dan veel andere snacks.”

Bij een fabriek in Delfzijl bleek het wel haalbaar wat Schoondorp voor ogen had. ,,Zij gaan diepvriesschijfjes maken en invriezen op een tempo waarop ik het kan verkopen. Dus we houden gewoon een voorraad aan, maar afhankelijk van de verkoopsnelheid kunnen zij op tijd produceren.”

Liggen die knapperige groenten straks ook in de diepvries bij de grote supermarkten? Zo ver durft ze nog niet vooruit te kijken. ,,Uiteindelijk wil ik graag dat het impact heeft”, zegt Schoondorp. ,,Ik kan in mijn eentje de wereld niet veranderen, maar ik wil wel een product hebben waarbij ook Groningse boeren er wat aan hebben. Ik wil geen streekproduct maken dat alleen in boerderijwinkels wordt verkocht. Ze mogen het natuurlijk wel verkopen”, haast ze zich dan te zeggen. ,,Maar ik wil dat het op veel meer plekken verkrijgbaar is.’’

FESTIVALSEIZOEN

Zo begint binnenkort het festivalseizoen weer, zegt Schoondorp nadenkend, terwijl ze wat van de knapperige groenten verschikt. Maar het lijkt haar vooral fantastisch als de groentesnack straks te verkrijgen is in school- en sportkantines. ,,Als je het daar in een airfryer kunt klaarmaken is het echt gezonder dan veel andere snacks.”

Kinderen zijn zelf ook enthousiast, ontdekte ze op een festival. ,,Kinderen kwamen soms om nóg een portie vragen.” Ouders vroegen hen of ze wel wisten wat er in de snack zat. Het bleek niets uit te maken.

Bij ouderen zag ze vaak vooral ongeloof. ,,Als je zei dat het knolselderij was, dan keken ze je een beetje vreemd aan”, glimlacht Schoondorp. ,,Dan zeiden ze: nee, ik vind het echt lekker en ik vind knolselderij niet lekker.”

En de algen? Helemaal weg zijn die niet. Zo kunnen mensen ze nog proeven in de sausjes die bij de knapperige groenten geserveerd worden. Die vallen namelijk wel in de smaak.

Shrimp4Live, duurzame garnalenverwerking voor perspectief sector

Vooruitgang begint bij het ondernemerschap en de innovatie van De Boer RVS in Makkum. Eigentijdse machinebouwers, vakmensen en doorzetters. Marktleiders in de garnalen- en visverwerking. Shrimp4Live is het paradepaard. Melle de Boer: „Je moet het fundament veranderen.”

Bloed kruipt waar het niet gaan kan. Melle de Boer is ondernemer en innovator. Begon in 2002 voor zichzelf, omdat hij vond dat het beter kon. Hij is een doorzetter met een doel voor ogen. Hij leerde hoe hij de beste kookketels aan boord voor garnalenvissers moest maken. Werd kind aan huis in de stuurhut, leerde de mores van de vissers. In 2015 bedacht hij de volgende stap, die in de kern gaat over verandering naar verduurzaming van de garnalenvisserij. Dat idee wordt omarmd door het Waddenfonds dat hem financieel steunt, door de Nederlandse Vissers Bond en door Kegge en Heiploeg. ÑAls je op garnalen wil blijven vissen, ook op het Wad, je wilt dat de sector overleeft en vissers dus ook een fatsoenlijk inkomen kunnen blijven verdienen, dan moet het anders. Garnalenvisserij is een manier van leven, het zit in generaties, in cultuur. Behoud het goede, maar zorg dat het duurzamer wordt dan het nu is. Breng de sector net om zeep, maar geef de visser controle over wat hij vangt en zorg dat de afzet gegarandeerd voldoet aan eisen van kwaliteit en duurzaamheid die gesteld worden.î

De afgelopen jaren werkte Melle de Boer continue aan verbetering van zijn Catch Selector, de garnalenvang- en sorteermachine. ÑEen goed idee betekent nog geen verandering. Het vereist vooral praten, overtuigen, luisteren en je product verbeteren. Ondertussen hebben we ons werk verbreed en geÔnvesteerd in verdere automatisering en digitalisering het bedrijf. We werken voor een breed scala opdrachtgevers, met maatwerk, enkelstuks en middelgrote series. Mijn zoons zijn het bedrijf ingestapt, we werken nu met een man of zestien.î

Kotters en visverwerkers maken nog steeds aan aanzienlijk deel uit van zijn opdrachtgevers. ÑEr lijkt echter een totale rem te zitten op innovaties, terwijl het daar juist om draait om stappen naar een duurzame toekomst te kunnen zetten. Het overleg, de regels, de wensen naar verduurzaming, het is heel complex gemaakt. Ik begrijp ook wel dat een deel van de vissers hun vertrouwen is kwijtgeraakt in instanties als keurmerkinstantie MSC, wetten en regels stapelen alleen maar op, het wordt steeds ingewikkelder. Zonde. Hou je aan de afspraken, maar bovenal: maak het eenvoudiger, hou focus.î

Wat Melle de Boer betreft kan de grote stap worden gezet. Met steun van het Waddenfonds werkt hij aan de introductie in de sector van Shrimp4Live, het project voor verduurzaming van de garnalenvisserij. De afgelopen jaren is er aan boord van de WR289 uitgebreid getest in de praktijk, want de kern van de verandering staat aan boord. Melle de Boer: ÑOnze sorteer- en verwerkingsmachine met catch management systeem scheidt voor 98 procent de kostbare hoofdvangst van de bijvangst. De ondermaatse garnalen en andere kleine bijvangst worden direct levend teruggezet, zodat die weer kan bijdragen aan behoud van de populaties. Dat is nu niet zo, want ze worden nu eerst verwerkt en dan overboord gespoeld. Vervolgens worden de

garnalen geautomatiseerd geselecteerd in drie maten en verwerkt. Het proces is transparant en realtime inzichtelijk met een track- en tracesysteem.î

Meer rendement, geautomatiseerde controle ÑDoor deze opzet is iedere vangst volledig inzichtelijk en controleerbaar, maar behoudt de garnalenvisser controle over zijn handel, over de garnalen die hij heeft gevangen en verwerkt. Nu ligt die controle bij de afslag. Het systeem zorgt er bovendien voor dat het voor iedere visser gelijk is: je levert drie handelsmaten garnalen aan die voldoen aan wat door het MSC is afgesproken. Een eerlijk systeem dus, voor iedere visser gelijk. Bovendien is je rendement groter, omdat je alleen dat verwerkt wat aan de handelsmaten voldoet. Je vangt niet meer, maar je houdt meer consumentengarnalen over. Het betekent een kortere en daardoor duurzamere keten, het bespaart kosten en het is transparant. Als de garnalen aan wal wordt gezet, kan onafhankelijke, maar geautomatiseerde datacontrole per schip en vangst plaatsvinden en kunnen de garnalen door naar de handel. Dat betekent ook dat de ëzevení op de afslag verdwijnt en dat is goed, want daarvan is al wetenschappelijk vastgesteld dat die zeef feitelijk inconsequent is, en dus niet betrouwbaar. De zeef in onze machine is wetenschappelijk onderbouwd en werkt nauwkeuriger door aanvoer van kleinere batches en bovendien zijn de data controleerbaar. Dit systeem van sorteren aan boord voorkomt verspilling en gesjoemel met ondermaatse garnalen en is voorbereid op gedigitaliseerde afzet, je bent niet afhankelijk van mensen.î

Je voelt de vooruitgang

En hoe gaat het nu verder? Melle de Boer: ÑVanaf september hopen we het systeem naar tien kotters uit te breiden en in de loop van volgend jaar naar dertig. Vissers willen mee, die hebben vertrouwen, voelen dat dit het behoud van de sector kan betekenen. Het biedt perspectief. Ondertussen is het vooral heel veel praten, mensen overtuigen. In het MSC, bij het ministerie, de afslagen, de visverwerkende bedrijven. Met de tijd neemt de kracht van het systeem alleen maar toe; met behulp van kunstmatige intelligentie kunnen we automatische controle nog beter borgen. De belangstelling neemt toe, niet alleen in Nederland, ook in bijvoorbeeld Duitsland, daar gaan straks ook de eerste kotters meedoen. Je voelt dat er beweging komt, mensen voelen de vooruitgang, de wil is er.î

Melle de Boer: ÑIk word heel blij als ik iets bedenk dat de visser centraal stelt en de garnalensector verduurzaamd.î De Boer RVS, Makkum: verandering naar vooruitgang vereist ondernemerschap die gaat hand in hand met motivatie en het doorzettingsvermogen om te innoveren.

www.deboerrvs.nl

COLUMN

STIKSTOFCRISIS: WAAROM LOSSEN BOEREN HET NIET ZELF OP?

Boeren zitten in de verdrukking. Lees je over stikstof, biodiversiteit of waterkwaliteit dan zijn boeren nooit ver weg. En doorgaans zijn die verwijzingen negatief. Boeren zouden op vele manieren onze natuurlijke leefomgeving verslechteren. Waarom nemen boeren niet zelf het heft in handen en werken ze gezamenlijk aan een oplossing? Want die mogelijkheden zijn er.

Laten we de vergelijking eens maken met Europa. Decennialang werd onze veiligheid gegarandeerd door de Amerikanen, terwijl wij vrolijk bezuinigden op defensie. En toen kwam orkaan Trump. Nu moeten Europese landen fors meer uitgeven aan defensie, zelf het NAVO-gebied beschermen en straks zelf voor de veiligheid van Oekraïne instaan. Dat hebben we nooit gewild, is niet leuk maar geeft ons wel de kans om zelfstandig onze veiligheid te regelen.

Terug naar de boerenstand. Die wordt niet getroffen door een orkaan maar door een aantal geniepige sluipmoordenaars. Dat gaat van stikstofproblematiek tot mestoverschot, van financiële problemen tot verstikkende regels en van gifstoffen tot dierenwelzijn. Wie het nieuws ook maar een beetje volgt, denkt al lang niet meer dat boer-zijn leuk is.

Wat voor bedrijf hebben ze? Hoe groot, waar gelegen, in welke staat?

Zelfs met een ‘eigen’ landbouwminister, Femke Wiersma van BBB, lukt het niet om oplossingen te vinden. Haar beleid lijkt meer gericht op ‘uitstel in de hoop op afstel’. De reacties op Wiersma’s nieuwste plan, om 1800 bedrijven te laten innoveren, extensiveren, verplaatsen of stoppen, waren tekenend: Farmers Defence Force spreekt van ‘boerenbedrog’. Maar klimaatverandering stopt niet als je dat ontkent of stikstofnormen aanpast. Een kind begrijpt wat er gebeurt als het water je tot de lippen staat en het peil blijft stijgen. In Noord-Brabant dreigt de provincie inmiddels 55 boeren te onteigenen, het zwartste scenario voor BBB.

Waarom nemen boeren niet, net als Europa, zelf het heft in handen? Erken als landbouworganisatie de realiteit dat verdere verduurzaming onontkoombaar is. En maak bijvoorbeeld gebruik van een ander groot probleem dat boeren bedreigt, namelijk bedrijfsopvolging. Veel boeren zitten vlak voor het pensioen en zonder opvolger.

Volgens het CBS hebben ruim 16.000 (!) oudere boeren nog geen opvolger. Zet dat eens af tegen de onrust over het mogelijk onteigenen van 55 (!) NoordBrabantse boeren. Erken dat sommige boeren in de knel zitten want te dicht bij een natuurgebied en biedt een helpende hand. Waarom is er geen club die deze boeren koppelt aan boeren zonder opvolger?

Maak een overzicht van hen die graag binnen zeg 5 jaar willen stoppen. Wat voor bedrijf hebben ze? Hoe groot, waar gelegen, in welke staat?

En geef boeren in de knel het recht van eerste koop. Zij kunnen dan kiezen: verduurzamen, stoppen of verplaatsen en een nieuwe start maken. Op internet vind ik alleen bij de organisatie voor jonge boeren (NAJK) een ‘Boer zoekt Boer’-programma om jongeren te koppelen aan boeren zonder opvolger. Maar dat is veel kleiner en vrijblijvender van opzet.

Uiteraard zitten ook bij deze oplossing regelgeving en financiën in de weg. Maar de overheid wil vast meehelpen want je lost een langdurig en pijnlijk probleem voor ze op. De overheid kan duurzame randvoorwaarden stellen, bijvoorbeeld over grondgebonden melkveehouderijen en gewasbeschermingsmiddelen. En het plan aantrekkelijker en effectiever maken met subsidies voor duurzame innovaties en het geven van garanties zodat boeren met zekerheid weer een aantal jaren vooruit kunnen.

Zo’n plan maakt een einde aan onzekerheid, haalt Nederland van het stikstofslot, biedt boeren toekomstperspectief, geeft ruimte voor onderlinge solidariteit van boeren, en waarborgt onze voedselproductie op een manier en op plaatsen waar dat goed samengaat met natuur. Het keert ook het stikstofverhaal om: in plaats van ‘moeilijk, moeilijk’ en ‘wij zijn boos’ gaan we werken aan een oplossing.

Uiteraard is het plan niet perfect en volledig, en zoals ze in het Engels zeggen ‘the devil is in the details’. Je bedrijf herstarten op een andere plek is niet eenvoudig, mogelijk ver van familie en vrienden. En niet elke stoppende boer krijgt een vervanger of de maximale verkoopprijs.

Helaas is de werkelijkheid, denk ook aan Trump, niet altijd mooi. Maar die ontkennen verbetert niets. Kom uit de weerstand en neem zelf het heft in handen.

Dr. Eelko Huizingh werkt bij de vakgroep Innovatiemanagement & Strategie van de Rijksuniversiteit Groningen en is auteur van het boek Innovatiemanagement.

Een stal voor 250 koeien die niets uitstoot, zelfvoorzienend is qua energie en water en die bovendien kan worden gerund door één persoon. Op innovatiecentrum Dairy Campus in

Leeuwarden gaan ze ervoor.

TEKST YKE BREMER

FOTO’S HOGE NOORDEN/JAAP SCHAAF

BERTA BOERT MINDER METHAAN, MACHINE LELY VOERT HAAR GRAS

Op innovatiecentrum Dairy Campus in Leeuwarden lopen 500 koeien rond. Ze produceren melk, maar vooral data. Zoals koe 2590 oftewel Berta, die minder methaan blijkt uit te stoten uit haar bek dan veel van haar soortgenoten.

Dat biedt kansen om de emissie van het broeikasgas wereldwijd drastisch te reduceren in de toekomst. Het is slechts één van de veelbelovende uitkomsten van innovatief onderzoek rondom dier, stal en land bij Dairy Campus in de Friese hoofdstad, vertelt manager innovatie Kees de Koning.

De grote drijfveer van de Dairy Campus is om de komende jaren de emissie binnen de melkveehouderij te helpen verminderen, aldus De Koning. Een onderwerp dat hoog op de nationale en internationale milieuagenda staat. ,,We zoeken naar manieren en technieken die boeren kunnen helpen om hun productie op niveau te houden, maar met minder belasting voor het milieu. Kortom, we willen als kenniscentrum bijdragen aan een duurzame veehouderij in de toekomst.”

GROTE DOORBRAAK

Een grote doorbraak is de ontdekking dat bepaalde koeien, zoals koe Berta, minder methaan uitademen dan anderen. Methaan komt namelijk vrij als de koe ademt of boert. Het broeikasgas methaan heeft een dertig keer sterker effect dan CO2. Dairy Campus werkt al een aantal jaren aan technieken om de methaan-emissie van een koe te kunnen meten in een krachtvoerbox. Inmiddels is in de praktijk met een apparaatje, een zogenoemde sniffer, in de voerbak van een melkrobot de methaanuitstoot van 14.000 koeien gemeten.

Door de gegevens aan het DNA-profiel te koppelen, kon worden aangetoond dat methaanproductie bij koeien erfelijk is en wel tot 25 procent in omvang kan variëren. ,,Op het moment zijn we in de fase dat deze techniek toegepast kan worden in fokpro-

gramma’s van koeien en schapen. Boeren kunnen hun koeien selecteren en doorfokken met dieren met de genetisch laagste methaanemissie. Natuurlijk zal daarbij naar overige kenmerken worden gekeken, zoals de vet- en melkgehaltes van de koeien.”

Het project van koe Berta biedt goede perspectieven om de methaanemissie met een kwart te verlagen. De Koning: ,,Het heeft natuurlijk tijd nodig. Een kalf wordt na negen maanden geboren, het duurt twee jaar voordat het dier volwassen is en zelf nakomelingen zal krijgen. Maar de komende decennia kan de methaanemissie op deze manier aanzienlijk naar beneden gebracht worden.”

STAL VAN DE TOEKOMST

Hoe ziet de Dairy Campus – onderdeel van Wageningen University and Research –

eruit? Het is zeer zeker geen laboratorium, aldus De Koning. Het lijkt op een gewone melkveehouderij. Het terrein telt zes stallen, 300 hectare land en 500 koeien. In de stallen, waaronder een praktijkstal, een voedingstal, een melkstal en een milieustal, wordt doorlopend onderzoek gedaan en aan innovaties gewerkt met de data die de koeien ‘aanleveren’.

Daar komt een zogeheten EVA-stal bij. ,,Op dit moment bestaat deze stal alleen nog maar in onze hoofden. Het zou de stal van de toekomst kunnen zijn”, aldus De Koning. ,,We werken nu nog aan tekeningen en beschrijvingen en treden daar op een later moment dit jaar mee naar buiten. De planning is dat we het eerste kwartaal van 2026 beginnen met de bouw. De opening is begin 2027.”

KEES DE KONING
‘Koffie?

Je slaagt bij ons’

Sfeer, beleving, emotie; het hoort bij koffie. Je vindt het in het prachtige nieuwe pand van Brandsma Koffie in Bolsward. Het ademt koffie (en thee) en alles wat daarbij hoort. Menno Brandsma, vierde generatie, is dan ook enthousiast over het nieuwe onderkomen. Wat ooit, in 1893, begon met speciaalzaken in levensmiddelen, koffie, thee kruidenierswaren en scheepsartikelen, met diverse vestigingen in heel Friesland, is anno 2025 uitgegroeid tot een specialist in koffie, thee, professionele apparatuur en uitstekende service, met klanten in het hele land. In 2021 werd het bedrijf ook nog bekroond met het predicaat Hofleverancier.

Het nieuwe pand van Brandsma Koffie nodigt uit om binnen te lopen. ÑVergelijk het met de barretjes die je vaak in ItaliÎ ziet. Daar lopen mensen vaak snel binnen, want ze moeten even een espresso drinken. Ja, dat zou hier ook kunnen, we zijn gastvrij, maar dat is geen doel op zich. We wilden graag een pand met grote ramen, we laten graag zien wat we hier doen.î

Vier concepten

Goede koffie is onmisbaar in elk horecabedrijf, kantoor of speciaalzaak, vinden ze bij Brandsma Koffie. ÑWe werken met vier concepten, waardoor iedereen kan slagenî, maakt Menno duidelijk. Die 4 concepten of merken zijn: Bonen van Brandsma, IJzersterk, Űs Kofje en Pelican Rouge. ìWelk concept de klanten kiezen is telkens weer anders. Als je met koffie je geld moet verdienen, is de keuze

natuurlijk anders dan wanneer je het op kantoor wilt aanbieden.î

Menno ziet dat met name in het bedrijfsleven een lekkere kop koffie steeds belangrijker wordt. ÑOndernemers willen medewerkers binden, daar hoort tegenwoordig een goede koffie bij. Niet dat het doorslaggevend is, maar je wilt er ook geen klachten over horen.î

Kwaliteitskoffie

Uiteraard zit er verschil in de 4 concepten die Brandsma Koffie in huis heeft. ÑDe Bonen van Brandsma is ëslow roastí gebrand en heeft een toegankelijk smaakprofiel. IJzersterk wordt via ëThis side upí direct ingekocht van de boer. De koffiebessen worden met de hand geplukt en de koffie wordt door Q-graders gewaardeerd met 84 punten. IJzersterk mag zich daardoor speciality coffee noemen. Űs Kofje hebben we op de markt gebracht toen Leeuwarden culturele hoofdstad van Europa was. Een tikkeltje eigenzinnig, maar wel puur en toegankelijk. En Pelican Rouge heeft een volle, sterke en intense smaak. Welk concept de klant ook kiest, hij is verzekerd van een kwaliteitskoffie, want dat is waar Brandsma Koffie voor staat.î

Naast de koffie en thee verkoopt Brandsma koffiemachines, hebben ze een eigen landelijk opererende servicedienst en biedt het koffietrainingen aan op locatie of in het prachtige nieuwe trainingscentrum. ÑWe zijn middelgroot, maar hebben veel kennis van weinig. Dat maakt ons specialisten. Deze kennis dragen we graag over aan onze klanten.î

Wielrennen en koffie

Als actief wielerliefhebber is Brandsma Koffie hoofdsponsor van de Wielervereniging Sneek, de Wielercombinatie Friesland, waar de talenten zich ontwikkelen, en trotse sponsor van Frieslands beste profwielrenner Jelte Krijnsen. ÑWielrennen en koffie horen bij elkaarî, legt Menno uit. ÑHet behoort tot de cultuur van de wielrenners om op zondagmorgen een rondje te fietsen en onderweg koffie met taart te nuttigen. Dat combineren wij met ons merk IJzersterk en de slogan Espresso Yourselfî, besluit hij met een glimlach. Zo blijft Brandsma Koffie ook sportief bezig, op weg naar de vijfde generatie van dit unieke familiebedrijf. www.brandsmakoffie.nl

ADVERTENTIE

Tuin- en Parktechniek Sneek: specialist voor reparatie en onderhoud

Tuin- en Parktechniek in Sneek is al bijna 20 jaar het vertrouwde adres voor professionals bij aankoop, onderhoud en service van tuin- park en klein wegenbouwmachines. Doen wat je moet doen om te zorgen dat het werk door kan gaan.

In mei 2007 begon Hendrik Bijma zijn bedrijf in onderhoud aan tuin- en parkmachines. Twee jaar later verhuisde hij naar de huidige goed bereikbare locatie aan de Wagenmakersstraat. Voor een groeiend aantal opdrachtgevers in een straal van zoín 25 kilometer rond Sneek is hij het

vertrouwde adres. Van buurman Nota Infra tot Empatec, van gemeente Sudwest Fryslan en tal van hoveniersbedrijven tot recreatiebedrijven, van stratenmakers tot zorgboerderijen. Waar professionals tuinen, parken, paden en wegen onderhouden, vragen hun machines om deskundig onderhoud, om keuring van de arbeidsmiddelen in het kader van de Arbowet en om goede service. Daarnaast verkoop Bijma nieuwe machines voor tuin, park en infratechniek en levert hij gespecialiseerde 2- en 4 takt brandstoffen. Voor onderhoud en reparatie aan zit- en grasmaaiers, kettingzagen, shovels, minigravers, trilplaten, motordoorslijpers, trilwalsen bent u bij Hendrik Bijma aan het juiste adres.

Hendrik Bijma: ÑWe doen wat we moeten doen, zo simpel is het. Goed werk voor een goede prijs. We zijn volledig ingericht op reparatie en onderhoud in onze goed uitgeruste werkplaats, we hebben deskundige monteurs en we bieden adequate service. TP is een overzichtelijk bedrijf met korte lijnen, dat afspraken nakomt en ervoor zorgt dat het werk van professionals in tuin en

park gedaan kan worden. We zijn betrouwbaar, we hebben jarenlange ervaring in de branche, kennen de dynamiek van de seizoenen en wat dat betekent voor professioneel onderhoud en service. Als het nodig is komen we op locatie om acute problemen en storingen aan grotere machines op te lossen. En uiteraard zorgen we voor de benodigde jaarlijkse keuringen binnen het kader van de Arbowet.î

Naast onderhoud en service, is Tuin- en Parktechniek ook het adres voor nieuwe machines voor particulier en bedrijven bij tuinonderhoud. Het Sneker bedrijf is dealer van gerenommeerde merken als Stihl, Husqvarna, Scag, Sabo en Shibaura tuinmachines, van Ammann trilplaten en stampers en van de hogedrukreinigings- en onkruidborstelmachines van Meclean.

tpsneek.nl

Menno Brandsma
V.l.n.r.: Sven van der Vries, Hendrik Bijma en Jelmer Plantenga

‘ER ZIT EEN WERELD VAN WETENSCHAP ACHTER DE MODERNE VEEHOUDERIJ’

De Koning wil wel een tip van de sluier oplichten. ,,EVA staat voor EmissieVrij en Autonoom voor energie en water. Het stalconcept is een systeem zonder emissies en met eigen opwekking van energie en opvang van water waarbij een gesloten systeem ontstaat. Het wordt een stal voor circa 250 koeien vooral gericht op dierwelzijn en dierwaardigheid. Maar wel met een hoge mate van arbeidsefficiëntie: één persoon moet al die dieren kunnen verzorgen. Dat betekent veel automatisering, zowel op het gebied van melken, voeren en gezondheidsbewaking door bijvoorbeeld slimme camera’s.”

‘VALLEI DES DOODS’ ,,Er zit een wereld van wetenschap achter de moderne veehouderij”, gaat De Koning verder. Naast het verlagen van emissies wordt het onderzoek bij Dairy Campus gecentreerd rondom thema’s als het verbeteren van de grond, de voeding, de weerstand van de dieren, de biodiversiteit en technische ontwikkelingen.

Veel van het onderzoek wordt opgezet in samenwerking met het bedrijfsleven. ,,We kunnen als centrum allerlei dingen testen, meten en uitproberen. Vaak schakelen we daarbij de expertise in van Wageningen of van andere onderzoekers. Als campus kunnen we soms helpen om innovatieve ideeen door de zogenaamde ‘Vallei des Doods’ te krijgen. Dat is de cruciale fase in de productontwikkeling van idee naar testuitvoering in de praktijk. Acht van de tien innovaties komen niet door die fase heen, omdat er problemen ontstaan. Wij proberen daar het verschil te maken, waardoor meer inno-

vaties een hogere kans van slagen krijgen.”

Er gebeurt veel bij Dairy Campus. De innovatiemanager somt een paar succesvolle uitkomsten van innovatief onderzoek op. Zo is er het koetoilet, dat zorgt dat urine van koeien apart wordt opgevangen zonder in aanraking te komen met vaste mest van de koeien. ,,Door vermenging van faeces en urine krijg je stikstofemissie in de vorm van ammoniak. De koeien stappen in een krachtvoerbox, waarna het hek zich sluit. In een pisbak kan je de zuivere urine apart opvangen.”

STOFZUIGERROBOT

Ook zullen roostervloeren steeds vaker worden vervangen door een emissiearme stalvloer, verwacht De Koning. ,,Het is een vrijwel dichte vloer, waarbij de urine wegloopt en de mest blijft liggen. Een stofzuigerrobot verwijdert de mest, zodat er opnieuw geen vermenging van urine en mest komt.”

Een andere manier om invloed uit te oefenen op de uitstoot van methaan is door te kijken naar het voer van de koeien. Zo blijkt het additief Bovaer de methaanuitstoot te reduceren zonder nadelige bijwerkingen. Slechts een kwart theelepel per koe per dag vermindert de methaanuitstoot van melkvee met gemiddeld 30 procent en van vleesvee met gemiddeld 45 procent. Dat bleek uit een grootschalige praktijkpilot met DSM, Royal FrieslandCampina en Agrifirm.

De Koning legt uit dat het voedingssupplement er in de pens van de koe voor zorgt

dat koolstof en waterstof niet worden samengevoegd tot methaan, maar dat in plaats daarvan de waterstof zich bindt met zuurstof tot water. ,,Ook zeewier zou dezelfde uitwerking kunnen hebben. Maar dat staat nog in de kinderschoenen. Er wordt nu onderzoek gedaan naar de effecten op dieren en melk.”

MACHINE BRENGT GRAS

Ook automatisering zal een steeds grotere rol gaan spelen. ,,Natuurlijk zijn wij geen machinebouwer, maar wij onderzoeken wel wat de effecten zijn op koe en melkveehouder. Je zag al eerder de intrede van de melkrobot, die nu bij één op de drie boeren in de stal staat. Dat is een verandering die zo’n 25 jaar geleden zijn intrede deed.”

Er wordt tegenwoordig steeds meer gewerkt met sensoren, robots en camera’s. ,,Dat zie je bijvoorbeeld bij de Lely Exos, een elektrisch aangedreven apparaat met sensoren dat autonoom werkt. Het rijdt naar het weiland, maait het gras, neemt het gras mee naar de stal en voert de koeien de hele dag vers gras. De boer kan ondertussen met andere dingen aan de slag.”

Uiteindelijk hoopt de Dairy Campus mee te helpen om de ambitie van een emissieloze, internationale zuivelindustrie in 2050 mogelijk te maken. ,,Daar willen we graag aan bijdragen met ons onderzoek op de Dairy Campus. Daarbij werken we samen met onderzoekers uit binnen- en buitenland. Er zijn veel onderzoekers en studenten bezig met de data en gegevens die wij verzamelen. Zo hopen we ons steentje bij te dragen aan de melkveehouderij van de toekomst.”

LEIDERSCHAP EN ONDERNEMEN

Ondernemen is vallen en weer opstaan, uithuilen en aanpakken. Het is leiderschap tonen en benaderbaar zijn, focus houden en uitzoomen. Elke ondernemer is uniek, alle ondernemers hebben te maken met gelijksoortige uitdagingen. In deze serie zoeken we de steentjes in de schoenen en de schatten die eronder verborgen liggen.

TEKST JEAN-PAUL TAFFIJN

FOTO HARRY TIELMAN

DE BUFFER VAN RIJNIE TRIP

Niet al te dure cognacleren banken, een antieke stoel, tafeltjes van de kringloop. Dit is de setting waarin Rijnie Trip zich op haar gemak voelt. Gewoon, tussen de mensen, tussen haar mensen, bij de keuken. Het ‘kantoor’ van Van Lier Catering en Hungry Heroes in Assen ademt informaliteit. ,,Ja, met heel grote klanten zit ik in mijn werkkamer aan de grote tafel. Maar dit praat wat lekkerder, vind ik.’’

Luisteren, praten, zelf doen. Dat past nogal bij Rijnie Trip, zonder dat ze er heel bewust naar op zoek is geweest. Al op haar 22ste gaf ze leiding in hotel-restaurant De Oringer Marke in Odoorn. ,,Het ging daar niet goed en onder de nieuwe eigenaar lukte het Martin – de chef-kok – en mij om er weer een goedlopend bedrijf van te maken. Het familiegevoel kwam terug, mensen kwamen er weer graag eten én werken. De sfeer was geweldig, ook omdat Martin en ik nooit te beroerd waren om zelf de handen uit de mouwen te steken.’’

MEEHELPEN BROODJES SMEREN

Dat vertelt de directeur terwijl ze net terug is uit Emmen. ,,Daar moest nog een hele cateringbestelling klaar voor een grote klant. Dus ja, dan help ik mee broodjes smeren. Dat vind ik niet gek en de mensen om me heen ook niet. Ik heb de bestelling zelf weggebracht. Dan heb ik ook weer even contact met de klant. Ook belangrijk.’’

Van Lier Catering is haar bedrijf, al sinds 2007 In dat jaar nam ze de aandelen over van haar toenmalige compagnon, Martin van Lier. Een sprong in het diepe was het, die haar snel dichter bij de bodem van het zwembad bracht dan ze voor mogelijk had gehouden. ,,Door de bankencrisis kwamen we in een heel lastige liquide situatie. We balanceerden op het randje van een faillissement. Dat wilde ik per se voorkomen, ook al moesten we thuis een hele tijd rondkomen van 1000 euro per maand. Waarom zo doorknokken? Tja, ik wilde denk ik bewijzen dat ik het kan. Tegenover mijn vader, mijn broer, maar ook mezelf.’’

Dit soort gebeurtenissen vormt je. Je reali-

seert je dat je niet alles in de hand hebt, dat je moet omgaan met het onverwachtse. In dit geval werd de wereldwijde kredietcrisis Van Lier Catering bijna fataal. En Rijnie Trip had het heel moeilijk. Als alleenstaande moeder met kleine kinderen moest ze ook nog zorgen voor haar dertig personeelsleden en voor het bedrijf. ,,Het was echt verschrikkelijk. Slapeloze nachten. De facturen van toeleveranciers bleven komen en intussen verlengden de opdrachtgevers continu hun betaaltermijn, van dertig naar soms wel 120 dagen.’’

IK NOEM HEM NOOIT MIJN EX

De drie kinderen – van wie er twee inmiddels een rol binnen het bedrijf hebben –zeggen nooit iets van die stress en relatieve armoede te hebben gemerkt. ,,Daar hebben we het later best veel over gehad. Dan vroegen zij: waarom heb je dat nooit gezegd? Ik wilde ze niet belasten. Maar intussen ging hun spaargeld er wel aan om te kunnen overleven. Dat we niet op verre vakanties gingen, maakt in een jong kinderleven weinig verschil. Ik wilde hoe dan ook dat het ze ook toen aan niets ontbrak.’’

Dat lukte ook door de steun van hun vader. ,,Ik noem hem nooit mijn ex. Hij is inmiddels helaas overleden, maar heeft altijd veel voor ons betekend. Ex klinkt zo koel. Hij was de vader van mijn kinderen. Dat is veel warmer en dichterbij, vind ik.’’

Eén ding beloofde ze zichzelf toen ze met haar bedrijf weer uit de crisis tevoorschijn kwam: vanaf nu zorg ik altijd voor een buffer. Deze ellende nooit weer. ,,Je moet risico’s nemen als je wilt groeien en kansen pakken. Maar ondernemen is wat anders dan onbezonnen. Dat heb ik toen wel geleerd. Het heeft me bakken met energie gekost en ik zag het af en toe echt niet meer zitten. Achteraf denk ik dat het mijn persoonlijkheid heeft gevormd. Ik ben er nog positiever van geworden, heb er meer veerkracht van gekregen. Ik had ook geen keus.’’

Zelf de handjes laten wapperen, oog hebben voor anderen, werken aan de sfeer, positiviteit uitstralen en veerkracht tonen.

Het zijn dingen die ze leerde, zeker ook van de zware tijden. Een enorme bos bloemen, van het personeel aan haar, is daar symbool van. ,,Die kreeg ik in de heftigste coronatijd, toen ik het ook even niet meer wist. We deden bedrijfsrestaurants, die allemaal sloten. Van de ene op de andere dag hield het gewoon op. Bedrijfscatering was er amper meer. Ik had continu de handen voor mijn ogen van ongeloof, mijn hoofd voelde zwaar. Precies hetzelfde gevoel dat me bekroop tijdens de bankencrisis. Toen ik die bos thuisgestuurd kreeg, brak ik. Mijn zestig mensen zagen dat het vooral voor mij heel zwaar was. Dat appten ze ook. Dat maakte me zó emotioneel, maar tegelijkertijd ook strijdvaardig. Tussen de tranen door dacht ik: met dit team gaan we het redden. Kan niet anders.’’

ZODAT IEDEREEN KAN BIJSPRINGEN

Je kunt het niet alleen. Dat is een les die Rijnie Trip moest leren. Haar natuurlijke reflex is om dingen zelf te bedenken, doen en oplossen. ,,Vertrouwen in jezelf is uitstekend natuurlijk, maar je moet ook inzien dat je anderen kleihard nodig hebt, dat je niet alles zelf kunt en ook niet alles zelf moet willen. Ik vind dat je ieders sterke punten moet laten groeien,. Zo kom je het verst.’’

Al haar opgedane lessen moesten ingezet, en ze nam toch weer risico. ,,Eén van mijn klanten die stopten met catering zocht een alternatief, iets met onbemand cateren. Ik blufte dat we net een keuken hadden geopend en zoiets wel konden organiseren. Zo is het bedrijf Hungry Heroes ontstaan. We gingen boxen met lunch maken en rondbrengen. Mijn jongste zoon schreef een bedrijfsplan en maakte een basic bestelsite en toen zijn we gewoon begonnen.’’

Kern was een keuken waar de boxen werden klaargemaakt, de plek waar ze nu zit te praten. Inmiddels groeit Hungry Heroes al bijna uit zijn jasje. ,,Ik heb snel besloten het MT ook hierheen te verhuizen. Waarom? Zodat iedereen kan bijspringen in de keuken bij plotselinge drukte.’’ Dat is ook een buffer bouwen.

Gratis tip voor ondernemers van Rijnie Trip

,,Zorg als kapitein van je boot, goed voor je crew. Samen sterk!’’

Rijnie Trip is meewerkend directeur-eigenaar van Van Lier Catering en Hungry Heroes in Assen

‘Kleine daden’

,,Soms is leiderschap ook gewoon broodjes smeren en dozen sjouwen. Er zijn wanneer nodig. Het zijn precies die kleine, praktische daden die jouw geloofwaardigheid als leider maken en je mensen een vertrouwd gevoel geven. Dat kan ieder bedrijf in turbulente tijden goed gebruiken.’’

Peter Scherjon begeleidt ondernemers vanuit Hartman & Hartman

Carrièreperspectief in ijsfabriek om de hoek

Holiday Ice in Sint Nicolaasga breidt verder uit en zoekt meer mensen. Een prachtkans om in te stappen bij een bedrijf waar jij je kunt ontwikkelen. Een opleidingsbedrijf en springplank voor enthousiaste mensen, die houden van werken in een goede sfeer en een lekkere dynamiek.

Ieder jaar groeit Holiday Ice en komen mensen de ijsfabriek versterken. Dit jaar staat in het teken van verdere uitbreiding. Met de komst van drie nieuwe productielijnen zijn nieuwe mensen nodig, met name voor productie en logistiek. ÑWie je bent of waar je nu ook werkt, hier kun je jezelf ontwikkelen. Het is een springplankî, zo beleeft Mixbereider Dirk zijn Holiday Ice. Samen met studiemaatje en Operator Sytze, zijn ze als BBLíers in opleiding voor Voedingsoperator. Dirk vanuit zijn achtergrond in de horeca, Sytze als oud-ICTíer. De een wil binnen Holiday Ice verder in ëvoedingí, de ander is gefascineerd door de technische mogelijkheden die het bedrijf hem biedt. Samen hebben ze het naar hun zin binnen Holiday Ice. Ze werken met enthousiaste collegaís, krijgen en nemen alle kans om zichzelf te ontwikkelen en ervaren dat er een goede balans is tussen werk en privÈ. ÑDat merken we ook aan de vakopleiding die we volgen. Het gaat niet ten koste van onze eigen tijd, want we krijgen hier alle tijd en ruimte voor. We worden intern begeleid vanuit de praktijk en extern door onze docent van Aeres (opleidingscentrum) die hier komen.î

‘Nooit verwacht nog een erkend vakdiploma te halen’

Stimulerende omgeving

De juiste mensen op de juiste plek. Dirk en Sytze vinden hun weg binnen het bedrijf en zien volop kansen om te blijven doen wat hun hart en ervaring hun ingeeft. Dat is wat Holiday Ice kenmerkt, vertelt HR-Manager Jelke. ÑHoliday Ice groeit voortdurend, dus hebben we meer mensen nodig. We zijn een bedrijf dat in kansen denkt, daar zoeken we mensen bij. Waar je nu ook staat ñ of je nu al werkt en toe bent aan een volgende stap, of momenteel een dagopleiding volgt en merkt dat werk/leren beter bij je past ñ je bent hier van harte welkom.î ÑEen bedrijf waar je gestimuleerd wordt stappen te zetten en jezelf kunt verbazenî. Sytze vult aan: ìIk had nooit gedacht dat ik na een carriËreswitch op deze leeftijd nog een erkend vakdiploma zou halen.î

Holiday Ice is een stabiel bedrijf dat professionaliseert en ondertussen gewoon zichzelf

blijft. Jelke: ÑWe zijn een sterk ondernemend, dynamisch en gecertificeerd voedingsmiddelenbedrijf dat kansen ziet in de internationale ijsmarkt en mensen de ruimte geeft. De kracht van ons bedrijf zit in de mensen die hier werken, het naar hun zin hebben en zich willen ontwikkelen. Holiday Ice is een breed regionaal opleidingsbedrijf, waar mensen aan de hand van hun kennis, ervaring, inzicht en ambitie worden opgeleid en kunnen doorstromen. De afgelopen jaren zijn we sterk gegroeid, niet alleen in productie en omvang, maar ook in mensen, functies en niveaus. Die groei zet door, want we krijgen drie nieuwe productielijnen en zoeken daarvoor alleen al 25 nieuwe collegaís. Als je ook maar iets ziet in werken of stage lopen in een (technische) voedingsomgeving, dan kun je hier je hart ophalen.î

Meer kansen voor meer mensen ÑDe komende tijd versterken we Holiday Ice met een eigen opleidingscentrum. Onze betekenis voor

de omgeving neemt steeds verder toe, onze samenwerking met de opleidingscentra Firda en Aeres breiden we uit. Dat is belangrijk, omdat we mensen een passende en goede opleiding willen bieden met een erkend diploma. Daarnaast willen we het perspectief van mensen binnen Holiday Ice graag verder uitbreiden. De kunst is aan te sluiten op het enthousiasme van mensen en ze de kansen te geven die zij zien binnen Holiday Ice. Dat kan, omdat met die voortdurende groei het aantal functies op alle niveaus voortdurend uitbreidt. In Research en Development, Productontwikkeling, Productie, Technische dienst, ICT, Logistiek, Kwaliteitsbewaking en in Sales. Dat betekent dus ook meer perspectief voor meer mensen. Zowel voor mensen die al bij ons werken als, voor mensen die Holiday Ice graag willen ontdekken.î

‘Een heerlijk technische omgeving vol kansen’

Voor Dirk en Sytze breken als vakbekwaam Voedingsoperator nieuwe kansen aan, vertellen ze. ÑIk ben heel benieuwd naar de machines van de nieuwe productielijnen en hoe we met elkaar de flow in het hele proces krijgenî, glundert Sytze. ÑMeer productie, betekent meer ijsjes, en betekent meer mixen en meer mogelijkheden om me te ontwikkelen in de voedingî, straalt Dirk. ÑEn met nog meer nieuwe collegaís in een bedrijf dat blijft groeien, is dat goed voor ons allemaal.î

Het tekent Holiday Ice: mensen die vanuit enthousiasme samen telkens de volgende stap zetten. Zelf, met elkaar en met hun bedrijf, de ijsfabriek in Sint Nicolaasga. www.werkenbijholidayice.nl

Dirk Frowijn en Sytse Van der Veen
Maroussia Woortmeijer en Jelke van Dapperen

Bakery Sweets Center: samen bouwen aan de toekomst van brood, banket en zoetwaren

Van een warme croissant bij het ontbijt tot een koekje bij de koffie – wat we eten is meer dan een gewoonte. Het is een genietmoment dat ons samenbrengt. Onze regio huisvest een sterke bakkerij- en zoetwarensector met een rijke traditie én toekomstpotentie. Maar hoe zorgen we dat deze sector toekomstbestendig blijft, in een wereld die snel verandert? Het antwoord ligt in samenwerking – tussen onderwijs, bedrijfsleven en de maatschappij. En precies dáár ligt de kracht van Bakery Sweets Center (BSC).

Samenwerken aan vakmanschap van de toekomst

BSC is een pro-actief, regionaal samenwerkingsverband waarin ondernemers, onderwijsinstellingen en overheden samen optrekken om de sector te versterken. De inzet: jonge, maar ook oudere mensen enthousiast maken voor het vak, bestaande vakkrachten ondersteunen bij nieuwe ontwikkelingen, en bedrijven helpen om te blijven innoveren. ìWe moeten het n˙ samen goed organiserenî, zegt voorzitter Bart Post, ìzodat we straks nog steeds mensen hebben die dit prachtige werk willen en kunnen doen.î Een oproep die wordt gehoord: inmiddels zijn zoín 40 bedrijven lid of sponsor van de club, zijn vier mbo- en hbo-opleiders betrokken en is er een sterke samenwerking met regionale en landelijke kennispartijen. Vanuit de overheid zijn Gemeente Leeuwarden, Frysl‚n Werkt! en Provinsje Frysl‚n gesprekspartner.

Ondernemers en opleiders vinden elkaar in praktijkgericht onderwijs, gezamenlijke innovatieprojecten en inspirerende Sessions: kennissessies met actuele themaís zoals verduurzaming en omgaan met AI.

Doe mee! Interesse gewekt? Kijk op www.bakerysweetscenter.nl voor meer informatie. Deelnemen aan dit innovatieve samenwerkingsverband? Neem contact op met programmamanager Hilco Wagenaar, via info@bakerysweetscenter.nl.

Grote maatschappelijke opgaven vragen om slimme samenwerking

De uitdagingen waar de bakkerij- en zoetwarensector voor staat, zijn dezelfde als die in de rest van de maatschappij spelen. Denk aan de energietransitie. Of de eiwittransitie: steeds vaker maken we producten met minder dierlijke ingrediÎnten en meer plantaardige eiwitten. Om toekomstbestendig te blijven, is Bakery Sweets Center aangesloten bij een groter project: Groene Transitie. Hierbinnen versterken de sectoren water, chemie en food elkaar als het gaat om duurzame ontwikkelingen.

Een nieuwe grondstof uit onverkocht brood

Ook circulariteit is een belangrijk thema. Samen met partners werkt BSC aan innovatieve oplossingen om reststromen ñ zoals onverkocht brood ñ op te waarderen tot nieuwe producten. Niet alleen goed voor het milieu (minder food miles en daarmee minder CO2-uitstoot), maar ook voor de portemonnee van de ondernemer. En voor het positieve gevoel dat de consument krijgt bij het nuttigen ervan. Op de onlangs gehouden

Duurzame Markt in Leeuwarden presenteerde Bakery Sweets Center circulaire creaties: suikerbrood, oranjekoek en muffins, allemaal gemaakt met een nieuwe grondstof die gewonnen wordt uit onverkocht brood. De eerste indruk mag er zijn: de ëcirculaireí muffins, gemaakt door Patisserie Schaafsma in Franeker, scoren een 8,8. Het suikerbrood, dat door bakkerijstudenten van Firda werd gebakken, krijgt een 9!

Van handwerk naar hightech

De sector digitaliseert in rap tempo. Automatisering, robotisering en slimme productietechnologie maken het werk lichter en efficiÎnter. Maar ook hier geldt: je moet wel weten hoe het werkt. Daarom investeert BSC, samen met scholen zoals Aeres MBO, Firda en Hogeschool Van Hall Larenstein, in ëleven lang ontwikkelení (LLO). Studenten en werkenden leren samen, in zogeheten ëhybride leeromgevingení waar theorie en praktijk hand in hand gaan.

Een sector met toekomst – mits we blijven investeren

De bakkerij- en zoetwarensector is van grote waarde voor onze regio. Het is een bron van werkgelegenheid, innovatie Èn trots. En het is een sector die raakt aan wat ons allemaal bezighoudt: goed, lekker en duurzaam eten.

Toch is die toekomst niet vanzelfsprekend. Er is krapte op de arbeidsmarkt, technologische ontwikkelingen volgen elkaar razendsnel op, en maatschappelijke verwachtingen veranderen. Precies daarom is een regionale organisatie als Bakery Sweets Center zo belangrijk. Door krachten te bundelen en samen te bouwen aan vernieuwing, zorgen we dat het vak aantrekkelijk blijft ñ voor nieuwe generaties Èn voor de maatschappij als geheel. www.bakerysweetscenter.nl

Bakery Sweets Center deelt een stand met Hogeschool Van Hall Larenstein op de Duurzame Markt, in maart bij gemeente Leeuwarden. Er wordt volop geproefd van de circulaire hapjes. Foto: Jacob van Essen.

We weten het allemaal wel, eigenlijk. Veel van wat we eten, is niet goed voor ons. Dat is een understatement. Diabetes, harten vaatziekten, obesitas, kanker en meer ellende is rechtstreeks te koppelen aan ons voedingspatroon. Maar ja, wat doen we eraan?

Dat schreef Jan Buining uit Aalden helder op. Dertig jaar ondernemerschap in de voedingsindustrie scherpte zijn inzicht.

TEKST JEAN-PAUL TAFFIJN

FOTO BOUDEWIJN BENTING

DE ONHOUDBARE HOUDGREEP VAN ONS VOEDSEL

‘Kijk, het is leuk dat we het allemaal wel weten, maar dat is dus niet genoeg. 80 procent van wat je in de supermarkt vindt, is ongezond. Met vrije wil alleen red je het niet om dit megaprobleem op te lossen. Wij zijn biologisch niet in staat om weerstand te bieden aan de verleidingen. Dus moet ook de industrie in beweging komen, al dan niet gestimuleerd door de overheid.’’

Jan Buining is zelf onderdeel van die industrie. Van beide kanten, als je het zo mag noemen. Hij werd groot met zijn bedrijf Food Basics in Aalden, dat emulgatoren ontwikkelt en produceert voor de voedingsmiddelen- en diervoederindustrie wereldwijd. Daarnaast leidde hij bijna twintig jaar DP Supply, nu in Hoogeveen gevestigd, leverancier van gesproeidroogde emulsies, onder meer gebruikt als melkvervanger.

,,In de loop van de jaren zag ik steeds meer feiten over hoe ongezond ons hele voedingssysteem in elkaar zit. Ik raakte er ook meer en meer van overtuigd dat de sleutel tot verandering ligt bij de industrie. Bij mezelf dus in wezen. Het is nu eenvoudiger om geld te verdienen aan ongezonde etenswaren dan aan producten die wél goed voor je zijn. Dat is belachelijk natuurlijk, maar zo zit de wereld in elkaar. En dat zullen we stukje bij beetje moeten veranderen. We hebben geen keus.’’

De zorgkosten rijzen de pan uit, steeds meer mensen worden langdurig ziek. Ziekte-uitval is een enorm en toenemend probleem. ,,We geven meer uit aan ziektekosten dan de handel in voeding. Dan weet je dat er ergens iets goed mis zit. Het is simpel: als we zo doorgaan, dan wordt alles onbetaalbaar en hebben we te maken met steeds meer mensen die zich ziek en ongelukkig voelen. We móeten ingrijpen.’’

GEWOON OPETEN

Buining voelt die verantwoordelijkheid. Dat is de reden dat hij jaren geleden al begon met een nieuw initiatief dat uitgroeide tot een bedrijf: TastyBasics. Dat is zijn antwoord op de schadelijke manier waarop de industrie doorgaans werkt. ,,Wij noemen dat ultrabewerking. Simpel gezegd: je haalt alle voedzame onderdelen uit tarwe om de rest vervolgens tot witte bloem te

malen. Daar zit dus bijna niets meer in waar het menselijk lichaam iets aan heeft. Sterker nog: de bewijzen stapelen zich op dat het lichaam er op den duur ziek van wordt.

Datzelfde gebeurt onder meer met suiker en vetten. Wat niet goed is, komt in producten terecht, de goede vezels bijvoorbeeld die er eerst uit worden gehaald, gaan naar de dierindustrie. Dat is gek. We moeten voedsel dat de natuur ons geeft gewoon opeten, niet eerst tot op microniveau uit elkaar gaan trekken.’’

De oplossing ligt voor de hand: minder bewerken, meer ‘whole foods’. Dat is precies wat TastyBasics doet. Geen toegevoegde suikers, maar complete vruchten gebruiken bijvoorbeeld. Geen toegevoegde vetten, maar gekraakte noten. Geen witte bloem, maar de volkorenvariant of beter nog: peulvruchten.

Het Drentse bedrijf ontwikkelt onder meer brood, repen en muesli waar soms wel 70 procent minder koolhydraten in zitten. ,,Die noem ik lege calorieën. Je hebt er niets aan, behalve dat je even vol zit. Maar dan ook weer minder lang dan bij échte voeding. Dat is een bijkomend probleem.’’

LEKKERE, GOEDKOPE, MAKKELIJKE PRODUCTEN Buining schreef samen met experts uit de wereld van voeding en gezondheid en transities het boek De Onhoudbare Houdgreep, dat later dit jaar uitkomt. Die titel zegt veel. ,,Je kunt niemand kwalijk nemen dat het systeem is zoals het nu is. Dat is een logisch gevolg van de manier waarop wij als maatschappij na de oorlog te werk zijn gegaan. Het ging toen vooral om het voeden van monden, om het bestrijden van honger.

Dat is een enorm succes geweest. Het aantal calorieën per hectare oogst is reusachtig gegroeid. De voedingsindustrie heeft ontwikkeld waar vraag naar was: lekkere, goedkope, makkelijke producten. Kijk om je heen en je ziet wat de nadelen zijn gebleken. Wereldwijd is overgewicht al een tijdje een groter probleem dan honger. Mensen worden er ziek van.’’

In zijn boek laat Buining zien dat het menselijke lichaam genetisch achterloopt en achter zal blijven lopen op de ontwikkeling van voedingswaren. ,,Jagers-verzamelaars kwamen af en toe

wat fruit tegen, of honing. Meer suiker kregen ze niet binnen. Maar áls ze het vonden, dan aten ze er zo veel mogelijk van. Datzelfde geldt voor vetten. Dat moest naar binnen gewerkt omdat je niet wist wanneer je weer zoiets tegenkwam. Onze smaakpapillen zijn nog steeds dól op zoet en vet, alleen is het nu altijd en overal overvloedig beschikbaar. Dat is een probleem.’’

HET AANBOD MOET VERANDEREN Wij consumenten kunnen niet op tegen die oer-aantrekkingskracht. Dus moet het aanbod veranderen. Te beginnen met het uitbannen van sterk bewerkte ingrediënten. ,,Dat is echt de grootste klap. Als je producten met complete ingrediënten eet, dan krijg je genoeg van alle verschillende voedingsstoffen binnen. Dat lukt de meeste mensen nu bij lange na niet. Bovendien voorkom je dan dat je jezelf vult met lege calorieën, waar je weinig energie en essentiële nutriënten van krijgt en uiteindelijk ziek van wordt.’’

Dit klinkt als een promotieverhaal voor de producten van zijn eigen bedrijf. Maar dat is het niet, zegt Buining. ,,Het is andersom. Ik roep dit al heel lang en heb zelf de handschoen opgepakt om te helpen de verandering teweeg te brengen. TastyBasics is geen miljardenbusiness. De andere kant is wel: als je de cijfers en feiten overziet, dan weet je dat de klassieke manier van voedingproductie geen toekomst heeft.’’

De ondernemer laat zien dat er aan verschillende knoppen gedraaid moet worden om de transitie tot stand te brengen. ,,Het doel zou moeten zijn dat de gezonde optie de logische optie is. Daar zijn we nog een eind vandaan. Het betekent dat de hele keten zich opnieuw moet uitvinden. In de winkel moet het aanbod radicaal anders. Dat betekent dat producenten met gezonde producten moeten komen en ook dat wat op de akkers groeit, moet veranderen. Het gaat niet meer om het aantal calorieën per

We geven meer uit aan ziektekosten dan de handel in voeding

hectare, maar om de concentratie van voedingsstoffen.’’

FINANCIËLE WINST

Buining ontwierp samen met onder anderen André Nijhof, hoogleraar Duurzaam Ondernemen aan Nyenrode Business Universiteit, een roadmap. Daarin staat stap voor stap beschreven wie – van aanbieders en producenten tot overheden – wat moet doen. ,,Voor ondernemers is dit allereerst een kans”, stelt Buining. ,,Ik kan me niet voorstellen dat de overheid het systeem laat zoals het is. Dat kost simpelweg te veel – in financiële én maatschappelijke zin. Dan is de vraag: wacht je als ondernemer af tot ingrijpen onvermijdelijk wordt, of beweeg je alvast mee en neem je verantwoordelijkheid? Dat is zeker nu relevant, nu het aantal mensen dat kiest voor gezonder eten gestaag groeit.”

Volgens Buining staan we aan de vooravond van een onontkoombare transitie. Het huidige systeem, dat in tachtig jaar is opgebouwd, heeft veel opgeleverd: voeding is uniform, goedkoop en ruim beschikbaar. ,,Maar het draait te eenzijdig om financiële winst. Gezondheid telt pas mee als het op korte termijn voelbaar is. Zolang je er niet acuut dood aan gaat of direct ziek van wordt, vinden we het wel best. Dat moet anders. Meer gezonde levensjaren moeten gaan meewegen in alle keuzes die we maken rondom voedsel.’’

Hij trekt een scherpe parallel met de emissieproblematiek in de veehouderij: ,,Begin deze eeuw was al duidelijk dat er bijgestuurd moest worden. De EU drong daar bij Nederland ook op aan. Maar door succesvolle politieke lobby richting Brussel kwam er een uitzonderingspositie – de derogatie – die de urgentie wegnam. Daardoor gebeurde er in het decennium daarna te weinig.

De gevolgen zijn nu voelbaar: de klap voor boeren is daverend. Laten we dat niet herhalen in de voedingssector. Als we erkennen dat ultra-bewerkt voedsel de dood in de pot is, dan kunnen we het systeem samen, met alle spelers in en rond de sector, omvormen. Niet vanuit paniek, maar met visie, coördinatie en innovatie. En dat kan – ik heb er alle vertrouwen in. Juist omdat ik weet hoe creatief en krachtig de voedingsindustrie kan zijn.”

Windesheim: verbeter zorg en ondersteuning voor patiënt, naasten en professional

Begin dit jaar startte aan hogeschool Windesheim het lectoraat Persoonsgerichte Zorg en Ondersteuning. Het is een samenwerking met Isala, Icare, IJsselheem en Carinova. De inzet: hoe maak je de zorg zo persoonsgericht mogelijk voor mensen in een kwetsbare positie, vanuit verpleegkundig perspectief?

Er zijn steeds minder zorgprofessionals in verhouding tot de toename en de complexiteit van zorg- en ondersteuningsvragen. De druk in de zorg loopt op, ook onder professionals, de wachttijden worden langer en er dreigt minder aandacht voor preventie. Het maakt verandering van de organisatie van zorg en ondersteuning in de regio alleen maar urgenter. Maar hoe doe je dat en hoe houd je zorg en ondersteuning persoonsgericht, zeker waar het gaat om kwetsbare cliÎnten en patiÎnten en hun naasten? Samen met de partners zijn dit de vragen die de onderzoekers van het lectoraat, afkomstig uit alle vijf organisaties, willen beantwoorden. Het is lector Myrna Pelgrum- Keurhorst op het lijf geschreven om dit vanuit verpleegkundig perspectief aan te vliegen, als gezondheidswetenschapper met vijftien jaar werkervaring in verpleegkundig onderzoek, onderwijs en het verpleegkundig domein van de geriatrische en palliatieve zorg.

Interprofessioneel samenwerken vanuit patiëntreis

ÑWaar het om gaat, is de zorg zo persoonsgericht en zo naadloos mogelijk te laten aansluiten op het levensverhaal van de patiÎnt en cliÎnt, ook in zijn eigen netwerk. Het is noodzakelijk om het anders te doen in het licht van grote maatschappelijke opgaven als personeelstekorten en toenemende zorg- en ondersteuningsvragen. De zorg is een complex en gefragmenteerd systeem vol specialismen, die tijdelijk of structureel een rol spelen in persoonsgerichte zorg. Hoe kun je met elkaar vanuit verschillende disciplines samenwerken om dat doel van betere zorg en ondersteuning te bereiken? We hebben de neiging om naar iemand als ëpatiÎntí of ëcliÎntí te kijken, in plaats van naar de behoefte van een mens die zorg en/of ondersteuning nodig heeft. Door vanuit het verpleegkundig perspectief naar dat systeem te kijken, zit je dicht bij het persoonlijke verhaal van die mens en kun je de verschillende zorg- en ondersteuningspaden bij elkaar brengen in de reis die iemand maakt. In de kern gaat het om anders met elkaar willen en kunnen te leren samenwerken.î

ÑWat daarbij hoort, is dat we in die betere samenwerking ook kijken naar de professional. Juist in die multidisciplinaire complexiteit rond persoonsgerichte zorg en ondersteuning liggen kansen om het verpleegkundige domein te versterken. In de driehoek van onderwijs, onderzoek en praktijk is heel veel mogelijk. Bij Isala zijn er combi-functies voor verpleegkundig onderzoekers ingebed waarbij ze voor de helft als onderzoeker en voor de helft als verpleegkundige meedraaien. Als we het verpleegkundige domein op alle niveaus aantrekkelijker willen maken ñ en dat is noodzakelijk naar de toekomst ñ dan moeten we zorgen voor een beter ontwikkelingsen carriËreperspectief. Het behouden en aantrekken van mensen voor zorg en ondersteuning draagt in hoge mate bij aan een robuuste regio om in te werken. Dus dit lectoraat wil ook bijdragen aan het promoten van dit mooie vak waar je bij betrokken kunt zijn vanuit praktijk, maar ook vanuit onderwijs en onderzoek.î

Myrna Pelgrum- Keurhorst en Ronald Uittenbroek

De mens als vertrekpunt in zorg en ondersteuning

Het nieuwe lectoraat valt bij hogeschool Windesheim onder het kenniscentrum Gezondheid & Welzijn. Directeur kenniscentrum Ronald Uittenbroek, zelf verpleegkundige van origine: ÑDichter bij jou is niet voor niets het motto van hogeschool Windesheim. De onderzoeksfocus van Myrna en haar collegaís werkt vanuit die gedachte: hoe kun je persoonsgerichte zorg en ondersteuning samen met, en vooral dichtbij, de cliÎnt of patiÎnt en hun naasten inhoud geven? In het huidige zorg- en welzijnslandschap blijkt dat een uitdaging, we, de samenwerkende partners Isala, Icare, Carinova, IJsselheem en Windesheim zien dat het anders moet en ook kan! Juist door wetenschap en praktijk in het lectoraat vanaf nu nauw met elkaar te verbinden, versterken we de noodzakelijke samenwerking en vergroten we de impact voor de regio. Dicht bij de mensen waar het om gaat, willen we veranderen. Dat begint met jezelf en (aankomend) professionals elementaire vragen te stellen als ëwaar zit iemand in zijn levensreis en hoe kunnen we de uitdagingen die we daarin tegenkomen het beste aangaan?í Dat soort denken willen we aan (aankomende) professionals meegeven. Want de mens staat centraal, die is het vertrekpunt bij hoe en wat je -met al die specialismen bij elkaar- moet vormgeven in zorg en ondersteuning. We moeten als professionals beter leren om dat beeld met elkaar scherp te krijgen en te houden. Dat begint met het verbinden van mens tot mens.î

Doen wat werkt

ìEr wordt al ontzettend veel waardevol werk en onderzoek gedaan in het verpleegkundig domein,

maar deze inzichten belanden nog niet altijd optimaal in de praktijken die verder van de onderzoekinfrastructuur af staanî, zegt Myrna Pelgrum-Keurhorst. ìDaarbij is er behoefte om te kijken naar hoe we inzichten zodanig op maat kunnen implementeren dat het op verschillende plekken werkt. Ook kunnen we nog leren beter gebruik te maken van het bestaande, zoals technologie die ons juist kan helpen om warme zorg te leveren.î Ronald Uittenbroek: ìDaarvoor is het belangrijk om vanaf de eerste ontwikkelfase het perspectief van cliÎnt/patiÎnt en professional mee te nemen. Zo werken we aan het laten ontstaan van een ëklikí tussen het sociale waarvoor professionals dit vak zijn ingegaan, en de technologieî

ÑJe hebt ervaringskennis en ervaringsdeskundigen, mensen die zelf de ervaring hebben van een gezondheidsprobleem of behandeling. Zij kunnen en moeten misschien zelfs, een belangrijke rol spelen. Dat netwerk steeds meer inschakelen, kan zowel de professional als de patiÎnt en zín omgeving enorm helpen bij persoonsgerichte zorg en ondersteuning.ì

De komende vier jaar werken hogeschool Windesheim, Isala, Icare, IJsselheem en Carinova samen om vanuit verpleegkundig perspectief de zorg en ondersteuning voor mensen in een kwetsbare positie te verbeteren en het verpleegkundig domein te versterken op alle opleidingsniveaus.

www.windesheim.nl

Slimmer boeren met data: Gallagher zet koers naar de toekomst

Op 31 maart 2025 werd Gallagher Europe officieel onderdeel van de in NieuwZeeland gevestigde Gallagher Group. Met de overname van de aandelen van de familie Dijkstraódie sinds 1978 het merk in Europa heeft opgebouwdóbreekt een nieuw hoofdstuk aan. In ruim vier decennia groeide Gallagher Europe onder hun leiding uit tot een vertrouwde naam in de Europese landbouw. Dankzij hun ondernemersgeest, toewijding en nauwe samenwerking met boeren in heel Europa staat er vandaag een sterk merk met een solide basis.

Een sterke basis, versterkt met slimme innovaties

Gallagher blijft ook in de toekomst zijn bewezen assortiment aan elektrische afrasterings- en weegoplossingen aanbieden. Deze producten vormen het fundament van Gallagher Europe en worden voortdurend verbeterd op basis van inzichten uit de praktijk. Denk aan zonne-energie schrikdraadapparaten, verbeterde stroomgeleiders en robuuste draadloze weegtechnologie.

Tegelijkertijd kijkt Gallagher vooruit met Gallagher Next: een nieuw merk binnen de Gallagher-familie dat zich richt op de toekomst van de landbouw. Gallagher Next omvat innovatieve oplossingen die boeren helpen om hun bedrijf datagedreven aan te sturen, van slimmere monitoring tot virtuele afrastering en individuele diermanagementsystemen. Boeren kunnen daarbij hun eigen tempo bepalen. Wie wil, blijft werken met traditionele oplossingen. Anderen kiezen ervoor om ÈÈn of meerdere datagedreven tools toe te voegen, of geleidelijk een volledig verbonden ecosysteem op te bouwen. Gallagher biedt voor iedere boer, ongeacht schaal of digitale ambitie, de juiste combinatie van oplossingen.

ÑElke boer wil vooruit, maar wel op zijn eigen manier,î zegt Bianca de Haan, Chief Marketing Officer Europe. ÑOf je nu werkt met traditionele producten of de eerste stappen zet richting datagedreven werken, onze oplossingen sluiten aan op wat er dagelijks op het erf gebeurt. Praktisch, doelgericht en ontwikkeld in nauwe samenwerking met boeren zelf.î

De boerderij van de toekomst is datagedreven—maar altijd op maat Boeren staan voor grote uitdagingen: ze moeten meer produceren met minder middelen, terwijl dierenwelzijn, gezondheid en duurzaamheid steeds belangrijker worden. Dat vraagt om betere inzichten en nieuwe werkwijzen. Niet alleen vertrouwen op gevoel, maar sturen op feiten. Op data.

Gallagher gelooft dat de boerderij van de toekomst wordt aangestuurd door dataómaar altijd afgestemd op de situatie van de boer. Niet elke oplossing hoeft verbonden te zijn. Wie

vertrouwde producten zoekt, blijft bij de basis. Wie meer inzicht wil, kiest datatools die aansluiten op specifieke behoeften. Het gaat om flexibiliteit en controle: boeren kiezen zelf wat bij hun bedrijf past.

ÑWe maken technologie eenvoudig en toepasbaar, zonder overbodige complexiteit,î benadrukt Bianca. ÑBoeren moeten erop kunnen vertrouwen dat het werkt en vooral: dat het hen helpt.î

Samen sterker: lokale kennis en wereldwijde innovatie

Door onderdeel te worden van de Gallagher Group krijgt Gallagher Europe toegang tot een wereldwijd netwerk van kennis, technologie en innovatie. Daarmee kan er sneller worden ingespeeld op marktontwikkelingen en ontstaat er een sterker, uniform productaanbod. ÑWe combineren lokale marktkennis met wereldwijde innovatiekracht,î zegt Roald van Noort, interim General Manager Europe. ÑDat stelt ons in staat om technologie toegankelijk te maken voor elke boer, in elke fase van zijn bedrijfsontwikkeling.î

Van wegen naar managen: slimme inzichten, betere resultaten Een sprekend voorbeeld is Gallagherís weegsysteem. Dieren wegen is al decennia een belangrijke indicator voor gezondheid en groei, maar traditionele systemen waren vaak omslachtig of kwetsbaar. Gallagher ontwikkelde in samenwerking met boeren robuuste, draadloze loadbars die gebruiksgemak en inzicht combineren.

ÑWe bouwen voort op wat boeren al doen,î zegt Sarah Adams, General Manager ñ Strategy and New Ventures. ÑEn voegen daar slimme dataanalyse aan toe.î

Door regelmatig te wegen krijgen boeren vroegtijdig zicht op groeiachterstanden of gezondheidsproblemen en kunnen ze direct bijsturen. Daarmee verandert wegen van een handeling achteraf in een strategisch managementinstrument.

Van losse oplossingen naar één geïntegreerd ecosysteem De toekomst van diermanagement ligt in verbonden systemen. Uit gesprekken met boeren blijkt een groeiende behoefte om data te koppelen: van graasgedrag en voeropname tot gewicht en gezondheidsindicatoren. Met Gallagher Next kunnen boeren deze stap zettenmaar wel in hun eigen tempo. Ze kunnen klein beginnen en hun systeem geleidelijk uitbreiden. Een voorbeeld is eShepherd, Gallagherís virtuele afrastering die via een app beheer van graaszones mogelijk maakt. Zo kunnen boeren zones digitaal afsluiten, rotatieplanning optimaliseren en dieren automatisch volgen.

ÑeShepherd maakt precisiebeweiding mogelijk,î zegt Sarah. ÑJe kunt grasland laten herstellen, de voedingswaarde verhogen en tegelijkertijd dierbewegingen monitoren.î

ÑDit wordt de nieuwe standaard,î voegt Roald toe.

ÑDe volgende generatie boeren wil sturen op inzicht. En wij maken dat mogelijk.î

Voor elke boer—nu én in de toekomst

Of het nu gaat om een klein familiebedrijf of een grootschalige onderneming, Gallagher biedt oplossingen op maat. Van betrouwbare afrastering tot geavanceerde datatools: elke boer kiest wat nodig is. ÑDe boerderij van de toekomst draait om data, om het individuele dier en om inzicht,î besluit Roald. ÑEn wij staan klaar om boeren daarin te ondersteunenóop h˙n manier, in h˙n tempo.î www.gallagher.eu

Bianca de Haan, Chief Marketing Officer Europe en Roald van Noort, interim General Manager Europe
Sarah Adams, General Manager ñ Strategy and New Ventures

Honderden start-ups zien jaarlijks het levenslicht. Veel daarvan groeien uit tot een stabiele onderneming, sommige stranden vroegtijdig, een heel klein deel verovert de wereld. Wie zijn die starters, wat willen ze, wat doen en laten ze ervoor, waar willen ze heen?

Start Me Up duikt in een wereld vol beloften, onzekerheid, doorzettingskracht, visie en hard werken.

Alexander Impact

Wie Peter Wind, Willemiek Everts en Marc Wiers Dagnino

Wat Bureau voor advies en kennis over impact

Waar Groningen

Waarom Omdat er een manier nodig is om impact te meten

Hoe Door middel van onderzoeken en een eigen meetstandaard

Impact (Van Dale: uitwerking, invloed, effect). Het woord klinkt alom en steeds luider in het kader van het verlichten of oplossen van maatschappelijke problemen. Maar wat betekent dat eigenlijk? In wezen geeft Alexander Impact een antwoord op die vraag. Het jonge Groningse bedrijf onderzoekt hoeveel impact ondernemers en overheden hebben. Het gebruikt bovendien een unieke methode om die impact te meten. En dat is erg handig voor bedrijven die bij beslissingen een afweging moeten maken tussen financiële en maatschappelijke waarde.

,,Onderzoek en kennis waren, zijn en blijven de basis van wat we doen’’, vertelt Peter Wind. Hij runt het bedrijf samen met de andere aandeelhouders, Willemiek Everts en Marc Wiers Dagnino. ,,Zonder inzicht in welke effecten je als organisatie hebt op de maatschappij, kun je geen positieve impact maken. En dat is het doel. Van ons, maar in de eerste plaats van onze opdrachtgevers.’’

DE LASTIGE VRAAG

De lastige vraag is daarbij dikwijls: hoe meet je positieve impact? Met andere woorden: hoe kun je verantwoorden dat investeringen in impact geen weggegooid geld zijn? ,,Dat zie je bijvoorbeeld bij overheden, waar steeds vaker ‘positieve impact’ een eis is, waar het steeds vaker gaat om maatschappelijke waarde van besluiten. Daar zijn wij voor. Wij kunnen dat berekenen en in waarde uitdrukken’’, zegt Willemiek Everts. ,,En zo kunnen ambtenaren of politici zien dat een investering van 1 euro in een project 2 euro oplevert bijvoorbeeld.’’

Aan dat soort kennis en inzicht is veel behoefte, merken ze in Groningen. In een jaar tijd verdubbelde de omzet. Hoewel de bv nog geen twee jaar geleden werd opgericht, werken er inmiddels dertien mensen. Onderzoekers zijn het, strategen en adviseurs. Allemaal bewegen ze zich tussen impactfinanciers aan de ene kant en impactmakers aan de andere kant.

SUBSIDIES DANKZIJ BEREKENINGEN ,,Geld is nooit een doel, het is een middel’’, stelt Dagnino. ,,Door onze onderzoeken en ons meetsysteem stellen we onze opdrachtgevers in staat om dat geld ook echt in te zetten om hun doel te bereiken. Dankzij de berekeningen wordt het mogelijk om subsidies binnen te halen voor projecten die maatschappelijke impact hebben. Maar ook

PETER WIND, WILLEMIEK EVETS EN MARC WIERS DAGNINO

START-UP ZET MAATSCHAPPELIJKE IMPACT OM IN EURO’S

binnen commerciële organisaties komt geld voor het goede doel zo in beweging.’’ Waar Alexander Impact regionaal begon, breidt de klantenkring zich nu uit over het hele land. Wind: ,,De voordelen van wat wij bieden, worden steeds duidelijker. We werken momenteel aan een landelijk gedragen meetstandaard als het gaat om positieve impact. Die bestond nog niet. De eerste pilot is net afgerond. Uiteindelijk krijg je dan dashboards waarmee ondernemers en andere organisaties eenvoudig kunnen zien wat investeringen in projecten opleveren. De standaard brengen we onder in een onafhankelijke stichting, www.meetstandaard.nl, zodat de rest van de wereld er ook gebruik van kan maken.’’

MAKKELIJKER ONDERHANDELEN

Zo’n standaard is geen eenvoudige opgave. Het is een definitiekwestie, maar ook een verzameling van rekensommetjes die de maatschappelijke kosten en baten in cijfers uitdrukken. Heb je dat in handen, dan wordt

het een stuk makkelijker onderhandelen, gelden aanvragen, of besluiten waar je je geld aan uitgeeft. De mensen van Alexander Impact zijn zelf bevlogen. Dat is de belangrijkste reden om er te werken. Door impact inzichtelijk te maken, creëren de Groningers meer impact. Zo zit het. Om het effect nog te vergroten, is de onderneming begin dit jaar opgeknipt in verschillende afdelingen die tonen dat de wens om meer impact te hebben, groot is. Onderzoek blijft van groot belang en de basis van alles. Maar daarnaast is een afdeling opgetrokken rond het geven van trainingen over het inzichtelijk maken van impact. Willemiek Everts daarover: ,,Je kunt beter een hengel geven dan een vis. Wij kunnen dat inzicht geven, maar we halen meer impact als we organisaties leren het zelf te doen.’’

NIET IN ONDERSTE LA De nieuwe afdeling communicatie is ook zo’n voorbeeld van het streven naar meer.

Marc Wiers Dagnino: ,,We willen geen rapporten maken die in de onderste la verdwijnen. Inzicht hebben is één ding, het op de beste manier delen met de mensen die erover gaan, is een tweede. Daar helpen wij ook bij.’’

De meeste projecten die op de bureaus van Alexander Impact (overigens genoemd naar Alexander Fleming, de uitvinder van de penicilline – over impact gesproken) belanden, zijn sociaal-economisch van aard. Dat is de hoek waar de mensen van het bedrijf vooral hun sporen verdienden en landelijk als experts gezien worden. Maar daar hoeft het niet bij te blijven. Impact is overal nodig, ook op het gebied van klimaat en milieu bijvoorbeeld. Wind: ,,Want wanneer je goede beslissingen wilt maken over waar je je (publieke) middelen naartoe brengt, kan je maar beter inzicht hebben in wat de effecten zijn van wat je doet. Dus nee, we sluiten zeker niet uit dat we in die richting verder uitbreiden.’’

TEKST
TAFFIJN
FOTO JAN WILLEM VAN VLIET

Riser Eatcup

Wie Jelte Steur

Waar Oudehaske

Wat ‘Beker’ waarmee onderweg makkelijk gegeten kan worden

Waarom Om het leven lekkerder, eenvoudiger en duurzamer te maken

Hoe Door de ontwikkeling van een gepatenteerd model

TEKST JEAN-PAUL TAFFIJN FOTO SIMON BLEEKER

Als je regelmatig gehaast in de auto je ontbijtje zit te nuttigen, dan ben je op zeker moment wel klaar met dat droge broodje kaas. Zou het niet veel lekkerder zijn om gewoon een bak yoghurt met fruit en muesli te eten? Jazeker! Alleen is dat wat lastig, met zo’n schaaltje en een lepel en zo. Jelte Steur bedacht er wat op. Met zijn Riser Eatcup hap je je ontbijt eenvoudig af. Ook yoghurt, kwark, en alles wat je normaal met een lepel eet, werk je zonder morsen naar binnen.

Steur, die ook freelance productontwikkelaar is, stak jaren aan ontwikkelingstijd in zijn Eatcup, kreeg er een patent op en stichtte er een bedrijf omheen. ,,Nu gaat het erom de markt te bestormen’’, zegt de founder uit Oudehaske. ,,En dat is niet mijn sterkste punt. Ik heb de Eatcup van A tot Z ontworpen, ontwikkeld en gebouwd en nu zoek ik een partner die in wil stappen om het verder te brengen. De gebruikers zijn allemaal enthousiast in ieder geval.’’

IETS BIJDRAGE AAN DE WERELD

De voormalig industrieel ontwerper van Philips kwam op het idee toen hij zijn vrouw hoorde klagen over het karige ontbijtje dat zij ’s ochtends in de auto nuttigde. ,,Ik had toen al besloten dat ik iets voor mezelf wilde doen. Ik wist alleen nog niet wat. Maar hiervan zag ik meteen: dit is een probleem, en ik wil een oplossing vinden. Ik wilde iets bijdragen aan de wereld, en dat doet mijn Eatcup. Het maakt de koop van allerlei pakjes en zakjes bij de benzinepomp overbodig.’’

De Eatcup is een cilinder waar bijvoorbeeld yoghurt in geschept wordt. De siliconen dop gaat erop en hij is totaal lekvrij. Druk op de knop en via een soort blaasbalgidee gaat de

JE EIGEN BAK YOGHURT ACHTER HET STUUR

bodem langzaam omhoog, zodat de yoghurt zich door de siliconenopening perst en je het kunt afhappen. Na afloop zijn de onderdelen simpel in de vaatwasser schoon te maken. ,,Ik kwam op dit ontwerp door naar van die ijsjes te kijken die je omhoog duwt. IJs kan ook prima in de Eatcup trouwens. Toen ben ik aan het experimenteren geslagen. Ik had een hele doos speelgoed en allerlei dingen uit kringloopwinkels. De start was zo’n ballonpompje. Daar ben ik omheen gaan denken.’’

‘IK DEED ALLES ZELF’ Hij fabriceerde met een 3D-printer de eerste

prototypes en ontwikkelde toen een mal voor sommige van de onderdelen. ,,Bij Elzinga en Van der Krieke in Drachten. Geweldig bedrijf. In ruil voor freelance-klussen daar kreeg ik de ruimte om mijn eigen matrijzen de maken en zelf te proefspuiten. Tot en met het programmeren van de robot, deed ik alles zelf. Dat voelde heel goed.’’

Een dag minder werken hielp om zich beter op zijn project te kunnen concentreren, net als coaching voor het opdoen van startupkwaliteiten. Een jaar of zes geleden had Steur een werkend concept klaar. ,,Ik liep beurzen af en zocht bedrijven op die geïnte-

resseerd zouden kunnen zijn. Een Facebooktest leerde dat er markt is voor dit product. Interesse was er ook wel, alleen was ik nog niet toe aan wat er werd gevraagd: een constante productiestroom van serieuze omvang.’’

Dat was toen. In de jaren erna verkocht hij tientallen van zijn eetoplossingen vanuit huis. De onderdelen liggen in dozen klaar voor assemblage. ,,Dit laat me niet los. Ik voel dat dit het moment is om weer vol gas te geven, waar ik de afgelopen jaren druk was met ander werk en mijn kleine kinderen. Het is tijd voor de volgende stap.’’

JELTE STEUR

Elke mening over duurzame tuinbouw telt

Netwerkorganisatie Greenport Noord heeft de afgelopen jaren tal van verbindingen tot stand gebracht in de Noordelijke tuinbouwsector. Ondernemers, overheden, kennisinstellingen en belangenorganisaties werken daardoor gezamenlijk aan duurzame en vitale tuinbouw in Drenthe, Groningen en Friesland. Ook de publieke opinie en de visies van nietgouvernementele organisaties (ngo’s) spelen daarin een rol.

ÑDe partners van Greenport Noord werken aan de uitvoering van het Tuinbouwakkoord, waarbij circulaire tuinbouw de rode draad isíí, zegt voorzitter Inge Bergma-de Vries. ÑGezamenlijk kunnen we gemakkelijker verbinding maken met de tuinbouwsector in de rest van het land, is er structureel contact met overheden en vinden we antwoorden op gezamenlijke uitdagingen. Het Tuinbouwakkoord behelst overigens ook zaken als gezonde voeding, een groene leefomgeving, voldoende en goed opgeleide mensen en internationalisering door marktontwikkeling en Europese samenwerking.íí

Organisatiestructuur

De organisatiestructuur van Greenport Noord is op diverse punten niet gangbaar. Zo is het de enige afdeling van Greenports Nederland die partijen in meerdere provincies verbindt. De andere afdelingen van de landelijke organisatie beperken zich tot ÈÈn provincie, maar in het Noorden zijn de tuinbouwclusters kleiner, waardoor het verstandig is om gezamenlijk op te

trekken. Verder is er bewust gekozen voor holacratie: Waarbij het vooral gaat over het behalen van doelen en niet zo zeer om het creÎren van meer werkîWe willen geen vergadercultuur, maar elkaar in verschillende samenstellingen informeren en inspirereníí, zegt de voorzitter. ÑZo houden we kennissessies over verschillende themaís, waar elke keer andere partijen bij aansluiten. Alle meningen worden gehoord, ook kritische. Vertegenwoordigers van bijvoorbeeld Natuur- en Milieufederaties zijn van harte welkom. We willen allemaal een groen en gezond Europa. Over de weg er naartoe verschillen de meningen, maar we kunnen leren van elkaars standpunten. We hopen dan ook nog vaker in contact te komen met partijen die kunnen bijdragen aan het gezamenlijke doel. Daaronder

vallen ook toeleveranciers van de tuinbouwsector, zoals uitzendbureaus, handel en logistiek.íí

Verhaal delen

De omgeving is eveneens van groot belang voor Greenport Noord. ÑVia de campagne #MooiGroen delen we ons verhaal. Dat is nodig, omdat het beeld over de tuinbouwsector vaak te zwart-wit is. Zo kan biologisch telen of juist heel intensief telen allebei een weg zijn naar de duurzame teelt. Juist die twee stromen naast elkaar zetten en van elkaar willen leren helpt onze sector voorruit. Ook een activistische boodschap over bijvoorbeeld de sierbloementeelt draagt niet bij aan een oplossing. Ook de tuinbouwsector wil in de toekomst telen zonder chemische gewasbeschermingsmiddelen en van het gas af, maar daar is een realistisch tijdpad voor nodig. De sector is een groot vrachtschip die je niet in ÈÈn keer 100% kan draaien. Veranderingen kosten tijd, helemaal als je daarbij de continuÔteit van de bedrijven wilt waarborgen.íí greenportnoord.nl

Voor 8.15 uur op werkdagen besteld, dezelfde dag geleverd (mits product voorradig).

WPA-Robertus is als toeleverancier voor de akkerbouw, veehouderij, bloembollentelers,boomkwekerijen,loonwerkers,hoveniers,retail,gemeentes

Eenvoudig bestellen met behulp van onze vernieuwde bestelapp!

Door de persoonlijke, deskundige advisering en een snelle uitlevering streven

Winschoten
Westerbork
Apeldoorn

IonIQs

Wie Jasper Zuidervaart, Antony Cyril Arulrajan en Christopher Iacò

Wat Technologie om verontreiniging te filteren uit afvalwater vol lithium

Waar Groningen

Waarom Om meer lithium te kunnen produceren, met veel minder vers water

Hoe Door de ontwikkeling van membraantechnologie

TEKST JEAN-PAUL TAFFIJN

Lithium hebben we nodig. Héél veel lithium. De wereld vraagt enorme aantallen accu’s en batterijen. De komende jaren stijgt die vraag nog eens explosief. En al die kritieke metalen en mineralen die daarvoor nodig zijn, moeten uit mijnen komen. Dat zorgt al voor geopolitieke spanningen. Daar komt nog bij dat voor het zuiveren van lithium duizelingwekkende hoeveelheden vers water nodig zijn, waaraan een steeds groter tekort is.

Stap één van elke start-up is: definieer het probleem. Dat kost IonIQs geen moeite. De jonge Groningse onderneming heeft daarnaast ook een antwoord. Ze ontwikkelde een revolutionaire elektromembraantechnologie om verontreinigingen uit met lithium verzadigd afvalwater te halen. Dat stelt de start-up in staat om veel meer lithium te winnen met gebruikmaking van veel minder water.

NU NOG AFVALWATER

Jasper Zuidervaart legt het uit. ,,Voor de toepassing in batterijen moet lithium extreem zuiver zijn. Lithium die wordt gewonnen uit mijnen en ondergrondse zoutmeren bevat nog verschillende verontreinigingen zoals calcium of magnesium, die er door middel van chemisch processen worden uitgehaald. Daarbij ontstaat afvalwater waar nog veel lithium in zit. Wij kunnen daaruit de verontreinigingen filteren, zodat zuiver lithium overblijft én water dat hergebruikt kan worden. Dat gaat nu nog grotendeels als afvalwater weg.’’

Even voor het beeld: voor de accu’s van één elektrische auto is zo’n 1000 kilo lithium nodig. Om dat zuiver genoeg te krijgen, wordt zo’n 2,2 miljoen liter vers water gebruikt. In de praktijk wordt rond een lithiummijn heel veel water onttrokken, wat zorgt voor natuur- en milieuproblemen.

,,Onze technologie draagt wezenlijk bij aan een oplossing van dat grote probleem’’, zegt Zuidervaart. Hij richtte IonIQs op, samen met Antony Cyril Arulrajan. ,,Antony bedacht de membraantechnologie. Ik heb ervaring met innovaties naar de markt te krijgen na een lange internationale carrière bij onder meer Philips. Via via werd ik met Antony in contact gebracht en toen wist ik: dit heeft zo veel potentie, hier wil ik onderdeel van zijn. Vorig jaar schreven we de onderneming in bij de Kamer van Koophandel.’’

HET GAAT HARD

Het gaat hard met IonIQs. Begin dit jaar kreeg de start-up een investering van Future Tech Ventures. Intussen werken studenten verder aan de technologie, waarop binnenkort patent

GRONINGERS WINNEN LITHIUM EN BESPAREN WATER

ligt. Zuidervaart bouwt het bedrijf uit, terwijl lithiumexpert Christopher Iacò inmiddels toetrad als derde founder.

,,Dat is een heel belangrijke stap geweest voor IonIQs. Chris heeft veel ervaring in de wereld van lithiummijnen en batterij-industrie, een groot netwerk en hij wilde direct aan boord komen toen hij begreep wat we kunnen en gaan doen. Dat zegt me dat we echt wat goeds in handen hebben’’, aldus Zuidervaart.

De technologie van de start-up draait om een slimme combinatie van membranen die gewoon op de markt beschikbaar zijn. Dat maakt dat je snel kunt doorgroeien, en de kosten

voor de technologie in de hand gehouden kunnen worden. Het geheim van de smid in de combinatie van gebruikte materialen en het elektromagnetische veld waarvan IonIQs gebruik maakt om verontreinigingsdeeltjes naar de membranen te trekken.

DIE ZEECONTAINERS KUNNEN DE WERELD ROND

In het kleine laboratorium op de Groningse Zernikecampus werkt het. Zuidervaart: ,,We doen nu 1 à 2 liter per uur. Volgend jaar schalen we op tot 100 liter en in 2027 gaan we naar 10 kubieke meter per uur. Dat doen we door grote membraanracks achter elkaar te zetten in een container. Die zeecontainers kunnen de wereld rond en bij lithiummijnen geïnstalleerd

worden. Dankzij allerlei sensoren kunnen wij vanaf hier alles monitoren.’’ Hij twijfelt er niet aan dat het een succes wordt. ,,Die containers zijn in wezen geldmachines. Ze zorgen ervoor dat je meer lithium kunt winnen en minder water nodig hebt. De mijnbouwbedrijven zitten hier zeker op te wachten. En de wereld ook.’’

De technologie rond membranen kan meer dan verontreiniging uit ‘lithiumwater’ halen. Zuidervaart: ,,We kunnen dit met meer kritieke metalen en mineralen. We hebben besloten ons eerst te richten op lithium vanwege de grote milieu-impact en de grote economische waarde. Maar daarna volgt er nog veel meer.’’

FOTO JAN WILLEM VAN VLIET
JASPER ZUIDERVAART

Puur, plantaardig lokaal voedsel heeft de toekomst

De aardappel zit in ons noordelijke dna, is altijd dichtbij en is zelfs op zilte grond uitstekend te telen. Bij Greydanus in Heerenveen zit de liefde en de kennis van aardappels en andere groente al vier generaties in de genen. Dick Noteboom over puur, plantaardig, lokaal duurzaam: de gezonde toekomst van een familiebedrijf in aardappelen, groente en fruit.

Greydanus is een familiebedrijf dat in bijna 100 jaar is uitgegroeid van aardappelgroothandel tot importeur, exporteur en leverancier van verse aardappelen, groente, fruit, specialiteiten en delicatessen aan afnemers in de retail, speciaalzaken, foodservice en catering in binnenen buitenland. Greydanus levert zowel onder eigen merken als private label versconcepten en staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid in dagelijks vers eten, van het land tot op het bord.

Wie zich binnen ëversí wil verdiepen in de gezonde toekomst van de aardappel, is bij Greydanus aan het juiste adres. Van het transport vanaf de telers waar Greydanus mee samenwerkt, de opslag en koeling van aardappels in allerlei soorten en maten, de uitgebreide selectie en controle, de verwerking, het verpakken en de distributie naar retail, horeca en foodservice in zoín twee derde van Nederland.

Een rondje Greydanus is een aardappelbeleving, niet voor niets komen regelmatig scholen een kijkje nemen in Heerenveen. Je ziet bij welke boer welke aardappels vandaan komen. Dat koeling van de aardappels hier op natuurlijke, duurzame wijze zonder remmingsmiddelen geschiedt; dankzij beluchting, een klimaatmuur en de opbrengst van een deel van de in totaal 1.000 zonnepanelen liggen ze hier in prima omstandigheden. Het water in de moderne ëwasstratení om de aardappels te wassen wordt dankzij de moderne waterzuiveringsinstallatie voor 98 procent hergebruikt, net als het grootste gedeelte van de aarde en modder uit het schoonmaakproces. Ondertussen investeert Greydanus stevig in verdere automatisering en digitalisering in het verwerkings- en verpakkingsproces met twaalf verpakkingslijnen en rijden de eerste vrachtwagens hybride. Met bijna 100 jaar ervaring en kennis van teelt tot en met consumptie, staat Greydanus model voor de toekomst van ëde aardappelí als lokaal en veelzijdig oerproduct. Een krachtig fundament voor een gezond familiebedrijf dat blijft innoveren, ook in nieuwe aardappelrassen.

Herontdekking van een oerproduct ÑEr is weer meer en vaker aandacht voor de aardappelî, stelt Dick Noteboom, algemeen manager van Greydanus. ÑMensen worden prijsbewuster en zoeken weer vaker hun weg in wat goed en vertrouwd is. De aardappel is een betaalbaar, veelzijdig en voedzaam product en dat besef groeit, ook bij steeds meer jonge mensen. Hoe traditioneel de aardappel ook lijkt, we merken steeds vaker dat de aardappel gezien wordt als een product van nu. En dat is niet verwonderlijk, want in de aandacht voor lokaal, duurzaam voedsel en korte ketens, is de aardappel een sterk voorbeeld: een eerlijk gezond product dat om de hoek wordt verbouwd. Een product dat kan groeien met weinig water en op tal van grondsoorten, dus ook internationaal is er toenemende belangstelling voor de aardappelteelt. En een product dat ook hier steeds duurzamer wordt verbouwd, met alle

aandacht voor de specifieke lokale bodemgesteldheid.î

ÑHet veelzijdige van de aardappel is dat je er zeven dagen in de week iets anders mee kunt doen: koken, bakken, frituren, pureren, stomen, poffen, wokken en klaarmaken in oven en airfryer. De aardappel past in allerlei eetculturen, diÎten en eetstijlen, van klassiek tot vegan. Je kunt er warme gerechten mee maken en ze verwerken in salades en andere koude gerechten. Niet voor niets staat de aardappel in de schijf van vijf van het Voedingscentrum. Daarom ondersteunen wij de aardappel op allerlei manieren. Van de campagne Power to the Pieper, het verbreden van kennis en innovatie en onze steun aan de WKís stamppot- en snertkoken.î

Zilte aardappeltrots van het Wad ÑDe aardappel staat vaker op het menu, niet alleen thuis, maar ook in restaurants, omdat chefkoks hele mooie en verrassende gerechten weten te maken met aardappels. Dat heeft alles te maken met de hernieuwde aandacht voor bijvoorbeeld oude rassen met hun eigen smaak en karakter, zoals de Opperdoezen, maar ook met introducties van nieuwe rassen. De Nola is daar een prachtig voorbeeld van. Het is een aardappel die op Texel door Marc van Rijsselberge is ontwikkeld en wordt bemest met een natuurlijke meststof: biologisch geteelde zeewier uit het Waddengebied. Het is een belangrijke innovatie, want verzilting is een internationaal probleem. Het zoeken naar gewassen die op zilte grond kunnen worden verbouwd, is daarom van groot belang. De Nola doet het goed bij de consument en is verkrijgbaar in een gangbare variant en een biologische. Een zilte aardappel met een verrassende smaak, omdat ze iets zoeter is dan

andere aardappels en iets zouter door de zilte grond, waardoor je eigenlijk geen keukenzout meer hoeft te gebruiken. De ontwikkeling van de Nola is mogelijk geworden door bijdragen van het Waddenfonds en Greydanus is vanaf het begin betrokken geweest. Na het succes van de Nola, is de zilte wortel ontwikkeld, die we ook in ons agfassortiment hebben. De kracht zit in de samenwerking in de keten, van ontwikkeling, bemesting, teelt, afzet, verwerking en bereiding. Wij leveren de zilte Nola in heel Noord-Nederland aan het supermarktkanaal en aan de horeca en de biologische Nola ligt in het hele land bij Ekoplaza.î

Plantaardig en puur van eigen bodem Sinds Klaas Greydanus in 1927 vanuit Marrum met de handel in aardappels op de markt in Leeuwarden begon, is ontwikkeling van het bedrijf leidend geweest. Het familiebedrijf groeide uit tot een belangrijk speler in aardappelen, groente en fruit. De derde generatie, Klaas en Cor Greydanus, werkt samen met Dick Noteboom en de vierde generatie, Jacob en Alissa, aan verdere uitbreiding van het assortiment, zoals de afgelopen jaren met gedroogde peulvruchten onder de naam PeulNatuur en de PuurSapvruchtensappen van eigen bodem. Dick Noteboom: ÑPlantaardig en puur eten van een gezonde bodem wordt steeds belangrijker binnen een duurzaam leef- en voedingspatroon. Weten wat je eet, denken in de kwaliteit en beschikbaarheid van lokaal voedsel en korte ketens, aandacht hebben voor elkaar: het zit in het dna en in de gezonde toekomst van Greydanus.î greydanus.nl

Dick Noteboom

Stalkracht, dé nieuwe JOZ-dealer voor

Noord-Nederland

JOZ produceert al bijna 80 jaar mest- en voeraanschuifsystemen voor veehouders over de hele wereld. Innovatie staat daarbij voorop. Het bedrijf innoveert continu bestaande producten en ontwikkelt nieuwe systemen. Op die manier maakt men het werk in de stal een stukje makkelijker, diervriendelijker en kostenbesparend. Bekende producten van JOZ zijn de mestrobot Barn-E, Nano en de JOZ-Tech, de Moov voeraanschuifrobot en de stikstofkraker Gazoo.

Naast Nederland levert JOZ haar producten naar circa 30 andere landen uit. In Noord-Nederland bedient het bedrijf eveneens een groot aantal klanten. Sales manager Erik Danes kijkt tevreden terug op een recent spannende periode. Niet vanwege JOZ zelf ñ daar gaat het goed mee ñ maar vanwege het faillissement van de Noordelijke dealer Groenoord. Dit bracht de noodzaak met zich mee om snel te schakelen en een nieuwe JOZ-dealer voor Noord-Nederland te vinden. Dat is gelukt, waarbij ook de kundige JOZ-medewerkers van het failliete bedrijf zijn overgenomen. ìHiermee hebben we onze klanten in Noord-Nederland gerust kunnen stellenî, aldus Danes.

Serviceverlening

De nieuwe JOZ-dealer heet ëStalkrachtí, dat opereert vanuit de hoofdlocatie Jupiterweg 32 in

Bekende staloplossingen van JOZ zijn:

Mestrobot Barn-E: De meest krachtige mestrobot voor dichte stalvloeren. De Barn-E schuift de mest niet vooruit, maar raapt deze op en dit wordt vervolgens in de afstort gelost.

Mestrobot Nano: Een compacte en zeer wendbare mestrobot voor roostervloeren of semi-dichte vloeren. De robot is daarbij ook voorzien van straalsproeiers.

Voeraanschuifrobot Moov 2.0: De Moov 2.0 zorgt ervoor dat dieren 24/7 voer kunnen eten, wat tot meer rust in de stal leidt. Dit zorgt voor een hogere voeropname en daardoor een hogere melkproductie.

Leeuwarden (058- 3031330). Met de komst van Stalkracht is de serviceverlening bij klanten in Noord-Nederland gewaarborgd. ìDe serviceverlening is overigens nooit uit de lucht geweestî, vertelt Danes. ìAls klanten een storing hadden, dan gingen de monteurs erheen om het op te lossen. Dat is vooral een compliment naar onze servicemonteurs, die ook in een onzekere situatie zaten.î

Stalkracht focust zich volledig op JOZ-producten, zodat klanten altijd kunnen rekenen op deskundig advies en ondersteuning. Dat doet Danes deugd. ìDe automatisering in stallen gaat onverminderd

door, de verwachting is dat de verkoop van robots de komende jaren sterk toe gaat nemen. Met Stalkracht hebben we nu een bedrijf die onze klanten optimaal kan bedienen met maximale focus.î

Serviceniveau

Renze-Jan Stiemsma van Stalkracht is enthousiast over de eerste weken. ìVanaf dag ÈÈn heeft iedereen er veel zin in, we hebben een hechte ploeg die er tegenaan wil gaan. Gezien de kwaliteit een de brede toepassing van de JOZ robots verwacht ik dat we in de toekomst verder gaan groeien. Dat willen we ook, want groei betekent ook dat we ons serviceniveau op hoog niveau kunnen houden, zoals met onze 24/7 storingsdienst.î

Dat bevestigt vertegenwoordiger Sietze Leenstra. ìHij heeft de dealerloze periode van dichtbij meegemaakt en kijkt met bewondering terug hoe snel er is geschakeld om dit alles binnen enkele weken te realiseren. ìIk weet dat er achter de schermen keihard gewerkt is om dit mogelijk te maken, ons geduld is wat dat betreft beloond. Ik vind dat alle puzzelstukjes nu in elkaar zijn gevallen en we met volle kracht vooruit kunnen.î

Op prijs gesteld

Danes tenslotte:î We hebben bijna 80 jaar ervaring met mest en hoe we dat moeten opruimen. Dat gebeurde vooral conventioneel, maar tegenwoordig steeds meer met robots. JOZ probeert altijd aan te sluiten op de wensen van de klant en daarmee kunnen we een grote markt bedienen. Maar, bovenal ben ik blij dat we voor 100 procent de serviceverlening kunnen blijven verlenen, dat is geborgd door Stalkracht. En het mooie is dat alle servicemonteurs mee zijn gegaan en dat wordt door onze klanten zeer op prijs gesteld.î www.joz.nl

DÈ agrarische makelaar en taxateur van Frysl‚n

ÑWe geloven in een persoonlijke aanpak, waarbij iedereen aan het einde van het traject tevreden terug moet kunnen kijken.î Dat zegt Reitze Sybesma van Agri Vastgoed. ÑWe bieden een totaalpakket, want naast makelaar en taxateur bemiddelen we ook in landelijk vastgoed (Anderz Wonen), zoals woonboerderijen, geven we helderheid en inzicht in de financiering (Ynsigt), zijn we actief in emigratiebegeleiding en adviseren in eventuele onteigeningsprocedures.î

Het stond onlangs nog in de krant: woonboerderijen in landelijk gebied zijn populair. Dat merken ze bij Agri Vastgoed ook, maar Sybesma wil het bericht wel even nuanceren. ÑHet klopt dat er veel belangstelling is en iedereen heeft het er over dat er momenteel veel boerderijen beschikbaar komen, maar dat is echt niet meer dan in het verleden. We zien bijvoorbeeld ook regelmatig overnames door jonge boeren, wat wij een mooie ontwikkeling vinden.î

Emotie

Maar, stopt een boer en er is geen overnamekandidaat, dan moet er een andere bestemming voor de boerderij gevonden worden. ÑDaar komt vaak emotie bij kijkenî, weet Sybesma. ÑEn daar gaan we zorgvuldig mee om. Wij zorgen voor een goede zakelijke afwikkeling en vinden het mooi om dat proces in goede banen te leiden. Is er geen opvolger voor het boerenbedrijf dan komt Anderz Wonen, onderdeel van Agri Vastgoed, in beeld. Saakje van der Valk is makelaar in landelijk wonen en doet daarnaast taxaties. ÑMaatwerk staat bij ons vooropî, legt ze uit. ÑWij zijn niet van de snelle verkoop, het moet vooral zorgvuldig, waarbij we de klant in het hele

proces meenemen. Het liefst schuiven we aan de keukentafel aan. Voordeel is dat wij zowel de boerderij als de grond kunnen verkopen, als totaalpakket, maar ook afzonderlijk. Wij zien inderdaad een toenemende interesse in landelijk wonen.î

Complex

De financiering van de aankoop van een boerderij, al dan niet met grond, is tegenwoordig behoorlijk complex. Reden voor Agri Vastgoed om een paar jaar geleden met het bedrijf Ynsigt te starten. ÑWe zoeken altijd naar de beste financiÎle

ADVERTENTIE

oplossing voor de agrarische ondernemer of andere kopersî, vertelt Johannes Wassenaar. En dat is zelden een standaard oplossing. ÑZo heb je bijvoorbeeld agrariÎrs die stoppen, maar gevoel hebben bij de sector en hun opvolger willen helpen. Daarnaast heb je het bij verkoop niet alleen over financiering, maar ook over allerlei vergunningen en rechten, wat goed geregeld moet worden. Kortom, er komt veel bij kijken, het is vaak een enorme puzzel, waarvoor wij de juiste oplossing zoeken.î

ÑWe zijn onderdeel van het team om de boer heenî, vertelt Sybesma. ÑDaarbij gaan we voor een bestendige relatie en streven we naar een goed resultaat. Binnen Agri Vastgoed zit veel kennis en als we iets niet weten schakelen we bepaalde deskundigheid in. Zie ons daarbij als een spin in het web. Als aan het eind van een traject iedereen er een goed gevoel bij heeft, dan weten we dat we iemand hebben kunnen helpen bij een belangrijke en ingrijpende beslissing en emotionele gebeurtenis. Dat staat bij ons voorop. î www.agrivastgoed.nl www.anderzwonen.nl www.ynsigt.nl

‘Samen zorgen voor optimaal boeren’

Een team gespecialiseerde rundveedierenartsen en paraveterinairen dat graag kennis deelt om het voor boer en dier optimaal te maken. Korte lijnen, goede overdracht, inzetten op preventie, transparant zijn. Denken vanuit de koe en vanuit de boer.

ÑWe willen melkvee laten gedijen en rendabel boeren begint met gezonde koeien die lang meegaan. Dat is waar we vanuit onze kennis voor staan. We hebben allemaal een agrarische achtergrond en kennen de sector.î Naast Folkert Postma en Ninke-Maike van de Water maken nog vier gespecialiseerde rundveedierenartsen en zes paraveterinairen deel uit van het team dat in een breed gebied rond Wolvega werkt. 95 Procent van hun klanten is melkveehouder, de andere klanten zijn schapen- en geitenhouders. Rundveedierenartsen Wolvega is een deskundig en enthousiast team met een hoge mate van expertise zoals klauwgezondheid, vruchtbaarheid, voeding, jongvee, uiergezondheid, chirurgie en mineralen.

‘Kijken, luisteren, data analyseren en zorgen dat alle informatie over een bedrijf samenkomt’

ÑWat wij belangrijk vinden is dat het lekker loopt op de bedrijven. Dat is waar we voor staan. Los nog even van de manier waarop we werken: betrokken en samen met de veehouder, via korte lijnen en vanuit maatwerk, omdat ieder bedrijf en iedere veestapel uniek is.î

Maatwerk en ontzorgen Folkert Postma, rundveedierenarts en specialist voeding & transitie: ÑMet de veehouder kijk je samen naar het bedrijf, naar data van productie, uiergezondheid en vruchtbaarheid, maar het belangrijkste is kijken naar de koeien. Hoe zien ze er uit, hoe is de mest, hoe is de vulling, hoe zijn de klauwen. Als de resultaten achterblijven zoeken we oorzaken en oplossingen. Een optimale veestapel, begint met koeien gezond te houden. Dat betekent vooral kijken, luisteren, data analyseren en zorgen dat alle informatie over een

bedrijf samenkomt. Bij ons in het team, maar ook bij andere erfbetreders. Daardoor kun je met de veehouder adequaat handelen in het belang van gezonde koeien.î

Ninke-Maike van de Water, rundveedierenarts en specialist klauwgezondheid: ÑIeder bedrijf is uniek en dus is dierengezondheid maatwerk. Het is prachtig om te sparren met de veehouders over hoe de koeien functioneren. Het mooie is hoe iedereen het op zijn of haar manier doet. We hebben veel jonge enthousiaste veehouders of potentiÎle opvolgers in onze praktijk, wat veel verschillende dynamieken en veranderingen op een bedrijf geeft. Het is mooi om in dit samenspel betrokken te zijn. î

Een band op het erf en in de stal opbouwen om iets moois tot stand te brengen, inzicht en kennis delen om de boer optimaal te laten boeren. Het boerenbedrijf begeleiden, een ervaren partner zijn in diergezondheid en een medicijnbus die iedere drie weken producten en materialen op het erf brengt. Administratief 100% kloppend zijn, zodat boeren bij controles zich geen zorgen hoeven te maken. Ontzorgen waar het kan.

Rundveedierenartsen Wolvega wil dat het lekker loopt op de bedrijven, door te denken vanuit de koe en vanuit de boer.

rundveedierenartsenwolvega.nl

Reitze Sybesma, Chris Rijpma, Saakje van der Valk, Sybren Zeldenrust, Johannes Wassenaar en Eelke Turkstra.
Ninke-Maike van de Water

Rinagro: met juiste bacteriën veel problemen de baas

Rinze Joustra van Rinagro Smart Farming is bezorgd over de huidig ontwikkeling van uitstoot, van ammoniak, methaan en zwavelwaterstofverbindingen, deze nemen alleen maar toe. Met name door de zogenaamde technische oplossingen word het probleem niet bij de bron aangepakt „Wij kunnen de balans herstellen met onze gepatenteerde producten: ze maken bodemleven op korte termijn weer mogelijk!”

Rinze Joustra heeft een heldere missie: agrarische ondernemers helpen om een maximaal rendement te halen uit hun organische mest en zo een bijdrage leveren aan duurzaam landbouwbeleid met minder emissies van broeikasgassen. Rinagro Smart Farming levert producten die in Nederland, Duitsland, de VS en China gepatenteerd zijn. Enkele voordelen: het veranderde bodemleven voorkomt stikstofverliezen door het tegengaan van denitrificatie, daling van kunstmestverbruik, vermindering geur- en emissies, hogere voederwaarde van gras dankzij mÈÈr ruw eiwit, stijging van de Onbestendig Eiwit Balans en een hoger aandeel Darm Verteerbaar Eiwit, kostprijsverlaging in akkerbouw en dierhouderij en geen uitspoeling van stikstof. Wel internationaal gepatenteerd en toch staat Rinagroís toevoegmiddel AgriMestMix niet op de RAV-lijst. ÑBij wetenschappers slaan onze bevindingen niet aan. Maar honderden boeren in binnen- en buitenland bewijzen iedere dag dat het werkt.î

Rinze Joustra: ÑMestkelders zijn doorgaans een omgeving vol rottende bacteriÎn, die leven zonder zuurstof. Zodra je lucht toevoegt b.v. bij het mixen van de mest ontstaan schadelijke gassen zoals ammoniak, methaan en zwavelwaterstofverbindingen. Onze mix met bacteriÎn doet exact het tegenovergestelde en bindt stikstof organisch in eiwitten. Daardoor wordt stikstofverlies via gassen en uitspoeling voorkomen. In feite is het de omkering van een proces: van rotting naar rijping, van dood naar leven. Door de vertering van organisch materiaal, blijven de nutriÎnten in de mest of in de compost en is groei mogelijk.î Een recent vierjarig onderzoek van Wageningen bevestigd deze resultaten.

Melk met meer eiwit en een lager ureum ÑIn het huidige landbouwsysteem met dichte mestkelders en stalvloeren en het gebruik van de huidige drijfmest, komen rottende bacterien uiteindelijk in aanraking met lucht. Daardoor

ontstaan de schadelijke gassen, in bodem en via uitspoeling ook in oppervlaktewater. Op deze manier breken we biochemische processen af in plaats ze te stimuleren. Je zorgt voor een afstervende omgeving in de bodem. Keer het proces om: stuur op leven. Met onze bacteriÎn voor mest- en bodembehandeling zorg je ervoor dat bacteriÎn actief de stikstof vastleggen in eiwitten. Die worden in de vorm van aminozuren uitgewisseld en vormen zo een belangrijke bouwsteen voor eiwit in gras. Het gras krijgt daardoor een hogere voedingswaarde. Het gevolg is gezonder vee, dat meer melk produceert met een hoger melkeiwitgehalte, maar een lager ureumgehalte.î

Joustra heeft zijn producten zoals AgriMestMix zelf ontwikkeld. Op dit moment werkt zoín tien tot vijftien procent van de boeren in Nederland, Duitsland en Denemarken met zijn gepatenteerde vinding. ÑHet is een uniek mineralenmengsel. Het helpt in mest en bodem belangrijke biochemische processen op gang, het stimuleert de groei van micro-organismen waardoor stikstof behouden blijft en drijfmest met bodem verbetert. De gebonden ammoniumstikstof komt voor het gewas eerder en gelijkmatiger vrij en werkt effectiever. En er vindt geen uitspoeling meer plaats in het najaar van de kostbare nitraatstikstof.î De unieke gepatenteerde bacteriecultuur van Rinagro Smart Farming is een eigen vinding, die volgens Rinze Joustra voor een verlaging zorgt van emissies, voor een betere werking in de bodem, een sterkere beworteling en een betere groei van gras.

Omdat onze bacteriÎn belangrijke mineralen vrijmaken voor planten zodat zij deze kunnen opnemen, waardoor ze weer in de juiste verhoudingen terug keren in onze gewassen. Voor volkstuinen belangrijk en voor meer smaak aan groenten enz.

Behandelen van digestaat uit vergisters van belang Joustra waarschuwt voor grotere problemen als we doorgaan op de ingeslagen weg. ÑMet

injecteren van drijfmest uit mestkelders met een rotte leefomgeving komen we nooit uit de huidige stikstofproblematiek. Door de mest te injecteren in de bodem, krijg je hetzelfde proces als bij het mixen in de mestopslag. De anaerobe bacteriÎn komen in aanraking met lucht en produceren daardoor gas en vergassen de bodem. Daardoor verdwijnt langzaam het leven uit de bodem, ze sterft feitelijk verder af. Het is een negatieve omgeving waarin steeds minder leven mogelijk is en daardoor steeds meer vatbaar wordt voor ziekteverwekkers. Ik kom regelmatig in Denemarken, waar je het probleem ziet verergeren omdat er veel mest in de vorm van digestaat uit vergisters komt. Dat digestaat is nu juist zieke mest, die in toenemende mate veroorzaker is van salmonella uitbraak.î

Met Rinagro brengt Joustra producten met bacteriecultuur op de markt, die zorgen voor leven en groei in de bodem. De twee hoofdproducten zijn AgriMestMix en Compost-O. ÑHet principe van deze bacterietoevoeging werkt in brede zin, zowel bij het verbeteren van mest als bij composteren, op grote schaal zoals met bermgrassen of op kleine schaal bij huishoudens in de composthoop. We hebben de afgelopen jaren uitgebreide proeven gedaan met bermgrassen zonder beluchting in de gemeente Leeuwarden. Door toevoeging van onze bacteriecultuur verbetert en versnelt het proces. De uitkomst is dat het behandelde bermgras als gemineraliseerde bemesting kan worden ingezet, zonder dat er sprake is van uitspoeling van kostbare nitraat. Toevoeging van Compost-O levert een gezonder, beter product op in kortere tijd.î

Leven van een gezonde bodem Jaren werkte Joustra met Rinagro Smart Farming vanuit Piaam; zeven jaar geleden kocht hij een locatie aan de Bredijk in Leeuwarden. Er was meer ruimte nodig voor laboratoriumonderzoek en het testen van producten. Bovendien brengt het Rinagro als innovatief bedrijf in het effectiever gebruik van eiwitten, ook letterlijk dichter bij kennisinstellingen zoals Van Hall Larenstein en de samenwerkende partners in het Dutch Dairy Centre en de Water Alliance. Aangemoedigd door het succes van zijn bacterieculturen op een gezond bodemleven en het bijdragen aan verlaging van emissie, wil Rinze Joustra opschalen.

ÑOp dit moment is onze productie nog lokaal en deels handmatig. We richten ons de komende tijd op de mogelijkheden die productie te automatiseren, zodat we nationaal en internationaal verder kunnen groeien. Onderzoek en praktijk leren dat onze bacteriecultuur positief bijdraagt aan beter en gezonder bodemleven. Waar balans is in de processen, is leven mogelijk en daardoor groei. Dat biedt perspectief voor melkveehouders, varkenshouders, paardenhouders, akkerbouwers en volkstuinen iedereen die baat heeft bij een gezonde bodem.î rinagro-smart-farming.nl

Rinze Joustra

ëDe oplossing van het ammoniakprobleem is eenvoudigí

Kabinetten verkeren chronisch in crises vanwege de ëstikstof-problematiekí. ÑMaar, er is geen stikstofprobleem; er is een ammoniak emissie probleemî, betoogt Herman de Boer. ÑAmmoniak bevat weliswaar een stikstofatoom, maar stikstof is geen ammoniak.î

ÑDe oplossing voor het ammoniak probleem is relatief eenvoudig.î Dat zegt Prof. Dr. Herman de Boer, gepensioneerd biochemicus en nog altijd actief in zijn vakgebied. Als er ergens een probleem opdoemt dat raakvlakken heeft met zijn vakgebied, zoekt hij graag naar een oplossing. Het ammoniak emissie probleem, is daar een goed voorbeeld van. ÑDe oplossing die goed werkt zorgt niet alleen voor veel minder ammoniakuitstoot, het draagt ook bij aan dierenwelzijn, gezondheid, vermindering van antibiotica gebruik, hygiÎne van de melkwinning en koe comfort.î

Vooropgesteld, Herman de Boer is volledig onafhankelijk en wordt door geen enkele commerciÎle partij financieel ondersteund. ÑIk word door niemand betaald om dit te vertellen.î Zijn verhaal is louter en alleen gebaseerd op eigen onderzoek van de wetenschappelijke literatuur. Daarvoor gaan we eerst terug naar de jaren zestig, toen volgens hem het probleem met ammoniak is ontstaan. ÑDat had te maken met de komst van de ligboxenstallen. Vanaf toen stonden de koeien op betonvloeren. Dat was dus ook de plek waar de koeien gingen poepen en plassen, omdat ze geen andere keuze hadden. En daar ontstond het probleem; een probleem waar een onderzoeker van WUR in de jaren zestig al voor had gewaarschuwd. In plas zit heel veel ureum, een stof dat uit zichzelf nooit kapot gaat. Maar, doordat de plas werd vermengd met de poep van de koeien wordt het ureum meteen gesplitst in ammoniak en CO₂. Dat splitsen kan uitsluitend gedaan worden door het enzym dat urease heet en dat overvloedig aanwezig is in mestbacteriÎn. In urine zelf zit geen urease en ureum in urine wordt dan ook niet afgebroken. Afbraak kan pas als urine en poep bij elkaar komen. De ureum splitsing begint dan meteen, in seconden, is niet te stoppen en is voltooid in een paar uur. Dit is ook het geval voor persen die drijfmest scheiden in een dunne en dikke fractie. Ureum splitsende bacteriÎn, hun enzymen en de ureum blijven in beide fracties en worden niet van elkaar gescheiden en daarom is het een illusie te denken dat deze persen ammoniak emissie reductie geven.î

Mestkelder

Het mest- en urinemengsel op stalvloeren wordt een paar keer per dag naar de put geschoven met mestschuivers en mestrobots, maar de splitsing is dan al voltooid, voordat de drijfmest de mestkelder bereikt ÑIedereen vond ligboxenstallen in de jaren zestig prachtig en het bespaarde de boer veel tijd en inspanning, omdat het mengsel verpompbaar was en gemakkelijk op het land uitgereden kon worden. Ammoniak emissie was in die tijd nog geen probleem. Maar al snel moest men erkennen dat dit niet de meest ideale oplossing was, dus werden tientallen

Prof. Dr. Herman de Boer is emeritushoogleraar Medische Biotechnologie, Universiteit van Leiden, en oprichter van het eerste biotechnologiebedrijf in Nederland, Pharming bv, bekend van ís werelds eerste genetisch gemodificeerde stier Herman. Hij is opgegroeid op een melkveehouderij in Zuidwest-Friesland en oprichter van een vijftal biotechnologiebedrijven. Voor meer biochemie van mest, urine, urease en ammoniak, zie www.boerenbiochemie.nl

andere vloertypen ontwikkeld. Vloeren met gaatjes, hellingen, gootjes of sleuven waar de dunne fractie (dat is dus urine vervuild met mestbacteriÎn) doorheen kon sijpelen. Microbiologisch maakt dat allemaal niets uit, want het ureum splitsingsproces vond nu niet alleen op, maar ook in en onder de roosters plaats. In de afgelopen decennia zijn al die dure vloeren aan veehouders verkocht, ieder met alsmaar sterkere ammoniakreductie claims en bijbehorende RAV waarden (Regeling Ammoniak en Veehouderij). RAV waarden die dan later weer betwist en soms zelfs afgekeurd werden door juristen. Weer later kwamen de mestrobots met schuivers of met roterende borstels. Dit zijn de facto mest- en urinemengers die juist bevorderlijk zijn voor het ureum splitsingsproces.î

Proces veranderen

ÑWil je echt fundamenteel iets aan deze situatie doen, dan moet je het proces veranderen en dat gebeurt alsmaar nietî, gaat De Boer verder. In dat kader ziet hij ook geen oplossing in de mestvergistingssystemen. ÑDaarvoor moet dagverse mest worden aangevoerd en dat betekent dat de vloeren in de stallen weer afgedicht moeten worden. Dan zijn we terug bij af en doe je niets aan de ammoniakuitstoot. Integendeel, de bovengrondse vorming van ammoniak gaat gewoon door. BacteriÎn wachten niet, die gaan meteen aan het werk.î Anaerobe koeienmestvergisting is daarom een ammoniakale vergissing (zie www.boerenbiochemie.nl).

Zandstallen en koeientoiletten

Om de uitstoot van ammoniak tot een minimum terug te brengen, is het noodzakelijk om de poep en plas van de koe nooit bij elkaar te laten komen. ÑEn dat kanî, aldus De Boer. ÑHoe? Door de koeien in ruime zandstallen te laten verblijven. Ze staan of liggen op zand en omdat koeien nooit tegelijk poepen en plassen en ook nooit op dezelfde plek, tenzij ze niet anders kunnen, zoals in ligboxenstallen, ontstaat een situatie waarbij de poep op het zand blijft liggen en de plas door het zand sijpelt. Vervolgens komt het terecht in een onderliggend drainage systeem dat in verbinding staat met een opslagput.î De urine ureum blijft daardoor intact en er is vrijwel geen ammoniak emissie. Dit systeem is bovendien goedkoper dan de bouw van ligboxenstallen met kostbare vloeren en dure drijfmestputten en drijfmest verwerkingssystemen, om nog maar niet te spreken over dure milieuonvriendelijke drijfmesttransporten naar elders, vaak naar het buitenland. Omdat urine, die niet met mest vervuild is, geen fosfaat bevat is meststoffensturing op N, P, en K, door veehouders gemakkelijker. Met drijfmest aanwending is dat onmogelijk.î

De poep die op het zand valt is met een eenvoudige en te robotiseren machine op te rapen en kan na buitenopslag, en eventuele warme compostering, als vaste mest op het land worden verspreid. ÑOmdat er geen ureum in deze mest zit, is het geurloos en fijn van structuur. Dat is goed voor de bodem, het micro-bodemleven, de wormen, de vogels, de natuur en, last but not least, voor de publieke perceptie van de melkveehouders.î

Enorme energie slurpende mestinjectie-machines zijn dan niet meer nodig. Dat alleen al is goed voor de bodem en het bodemleven. Ook de urine,

Herman de Boer

wat niet in contact is geweest met de poep, kan vervolgens op het land worden verspreid, goed gedoseerd en passend bij gewas en groeistadium. Urine ureum is een perfecte stikstofbron voor planten, vooral ook omdat het van nature verdund is tot een concentratie die redelijk goed overeenkomt met wat optimaal is voor opname door plantenwortels.

Gezonder

ÑEen ander voordeel van de zandstal is dat koeien veel gezonder zijn en blijven, omdat de kans op hoef- en uierinfecties veel kleiner is en dat helpt bij vermindering van het antibiotica gebruik. Dit stalsysteem bevordert het dierenwelzijn en het koecomfort en dat wordt, maatschappelijk gezien, ook steeds belangrijker.î

Een tweede oplossing voor het probleem is toepassing van koeientoiletten, al dan niet in combinatie met zandstallen. Met dit systeem worden koeien beloond in een toiletschotel te urineren en elders hun poep te deponeren. Koeien kun je gemakkelijker zindelijk maken dan peuters, is de conclusie van gedragsonderzoekers. Daarvoor moeten wel voorzieningen in de stal geÔnstalleerd worden; voorzieningen die er al zijn, maar nog verder doorontwikkeld kunnen worden. Robotmelken werd in de jaren negentig onmogelijk geacht. Dat denkt men nu ten onrechte ook van de eerste generatie koeientoiletten. Aan het gemakkelijk aan te leren gedrag van de koeien zal niet liggen.

Bekend

De visie van De Boer om het ammoniakprobleem op te lossen klinkt bijna te mooi om waar te zijn. ÑAlles wat ik vertel is al bekendî, zegt hij, Ñmaar je hoort politici, boeren en bestuurders er nooit over. Er zit een enorm gat tussen de biochemische wetenschap en werkelijkheid enerzijds en boeren, politici en juristen anderzijds. Ik probeer een bijdrage te leveren om dat gat te dichten. Alleen op basis van, wat ik boerenbiochemie noem, kan het decennia oude ammoniakemissieprobleem nu echt aangepakt worden. Het is mijns inziens de enige manier om de ammoniakuitstoot voorgoed te tackelen.î

www.boerenbiochemie.nl

Buiten de gebaande paden voor nog sneller en slimmer geneesmiddelenonderzoek

Hoe kun je nieuwe medicijnen sneller én slimmer testen, zonder dat de veiligheid of kwaliteit in het geding komt? Die vraag vormde voor ICON de aanleiding om in 2022 een nieuwe onderzoeksunit op te zetten in samenwerking met het UMCG. Het doel: geneesmiddelenonderzoek doen bij patiënten en complexe handelingen kunnen uitvoeren in een veilige omgeving – iets wat in vroege fases van geneesmiddelenonderzoek steeds belangrijker wordt.

De vroege fase van medicijnontwikkeling ñ waarin vooral de veiligheid en dosering van een nieuw geneesmiddel worden onderzocht ñ is van oudsher het specialisme van ICON in Nederland. Maar deze fase krijgt een steeds complexer karakter. Vanuit de farmaceutische industrie groeit de wens om al in een zo vroeg mogelijk ontwikkelstadium niet alleen de veiligheid te toetsen, maar ook eerste signalen van werkzaamheid bij patiÎnten te verzamelen. Dat vraagt om een andere manier van denken en werken.

ìDaarop inspelen vraagt om snelheid, medische expertise, flexibiliteit en lef,î vertelt Emma Meijer, directeur Clinical Operations. ìWe combineren steeds vaker meerdere doelen binnen ÈÈn onderzoek. Denk aan doseringsonderzoek bij gezonde deelnemers, gecombineerd met een kleine patiÎntengroep waarin we alvast kijken of het middel ook daadwerkelijk het gewenste effect heeft. Hierbij is het belangrijk dat we snel kunnen schakelen tussen disciplines en protocollen op maat kunnen ontwikkelen. Dit is geen standaardwerk ñ het is elke keer een puzzel. En dat maakt het juist interessant.î

Slimme combinaties, snellere inzichten De unieke combinatie van technologische faciliteiten, 40 jaar opgebouwde kennis, medische expertise en toegang tot diverse patiÎntengroepen - allemaal onder ÈÈn dak - is wat ICON onderscheidt van andere medicijnonderzoekers.

ìDe combinatie van zorg en onderzoek in ÈÈn omgeving maakt het mogelijk om patiÎnten op een veilige Èn efficiÎnte manier in te sluiten in vroege fase onderzoekî zegt Paula Kopschina Feltes. Met haar brede achtergrond als nucleair wetenschapper en tevens apotheker maakt zij deel uit van het inrichtingsteam van de unit. Ze draagt de treffende functietitel ëSolutions Architectí.

ìWe denken in oplossingen, altijd out of the box In een van onze onderzoeken moesten we bijvoorbeeld ruim 240 MRI-scans uitvoeren bij zestig deelnemers. Normaal zou je daar maanden voor nodig hebben, maar in overleg met het UMCG konden wij de scanners ës avonds en in het weekend gebruiken - juist op momenten dat ze anders ongebruikt zouden blijven. Dat gaf ons niet alleen snelheid, maar leverde ook waardevolle data en tijdswinst op ñ voor ons, voor het ziekenhuis Èn voor de patiÎnt.î De innovatieve samenwerking gaat veel verder. Zelfs gezamenlijk Europese subsidie aanvragen blijkt succesvol, mede omdat beide partijen hun expertise bundelen om de zorg voor patiÎnten te verbeteren.

Innovatief onderzoek met impact Door al in een vroeg stadium ook patiÎntenonderzoek op te nemen, kan ICON veel sneller bepalen of een nieuw middel kans van slagen heeft. Dat betekent ook: sneller stoppen als iets niet werkt. Voor medicijnontwikkelaars is dat cruciaal: het verlaagt risicoís en versnelt innovatie.

En als het wÈl werkt? Dan maakt ICON het verschil. Onderzoek kan zowel nieuwe diagnostische methoden opleveren als behandelingen verbeteren. Dit sluit perfect aan bij de jarenlange ervaring Èn de flexibele, creatieve mindset die ICON al in onderzoek met gezonde deelnemers heeft opgebouwd.

De drive zit diep Voor veel medewerkers bij ICON is die maatschappelijke bijdrage een belangrijke motivatie. ìWe hebben natuurlijk een commerciÎle opdracht, maar we doen dit vooral omdat we het vak inhoudelijk interessant vinden,î zegt Kopschina Feltes. ìMensen hier houden van wetenschap, puzzels oplossen, uitdagingen, van betekenis zijn.î

Of, zoals Emma Meijer het samenvat: ìWe vernieuwen niet om het vernieuwen. We vernieuwen omdat het beter is voor de patiÎnt.î

www.geneesmiddelenonderzoek.nl www.iconplc.com

Paula Kopschina Feltes en Emma Meijer

ëDe industrie slimmer, efficiÎnter, veiliger en duurzamer makení

Toonaangevend in industriÎle automatisering, van agro-food en water en infra tot en met chemie. Batenburg Beenen in Heerenveen is een autoriteit op haar gebied. Een innovatief bedrijf waar data intelligentie, cyber security, robotics en vision bijdragen aan bedrijfszekere, kostenefficiÎnte oplossingen.

Personeelskrapte, energie en waterbesparing, netcongestie, elektrificering van productieprocessen, veiligheid, voedselzekerheid.

Grote themaís zijn bij Batenburg Beenen vaak aanleiding voor het werk. Nadenken over oplossingen in industriÎle automatisering. Bedrijfszeker, veilig, betrouwbaar. Hoe kun je voor een melkfabriek zorgen voor de reductie van energie, warmte en water en tegelijk de productie van meer specifieke en strikt van elkaar gescheiden melkproduct- en batchstromen regelen? Hoe kun je zorgen dat er minder vaak een te hoog geladen vrachtschip tegen een brug vaart? Een dijk door middel geautomatiseerd ontdoen van onkruid, zodat de sterkte van de dijk niet wordt aangetast?

IndustriÎle automatisering in de praktijk, oplossingen bedenken en leveren, complexe vraagstukken omzetten in bedrijfszekere oplossingen. Het is voor Alex van Dalen en zín collegaís van Batenburg Beenen in Heerenveen dagelijks werk. Met meer dan 100 jaar ervaring, begint het denken in oplossingen steeds vaker in de ogenschijnlijk speelse omgeving op de bovenverdieping in Heerenveen, waar robotics en vision worden ingezet om te kijken hoe het efficienter en duurzamer kan. En met een eigen R&D Talent Center is er altijd plek waar studenten goed begeleid stage kunnen lopen om in de praktijk van alledag impact te kunnen maken met innovaties.

ëData intelligentie is bij veel van die oplossingen van wezenlijk belang, omdat handmatig analyseren van processen voor het verkrijgen van inzicht voor verbeteringen en besluiten door foutgevoeligheid niet betrouwbaar meer isí

Het vereist een hoge mate van creativiteit, kennis en inzicht in data en samenwerking tussen ontwerpers, engineers, techneuten, installateurs en monteurs. Data intelligentie is bij veel van die oplossingen van wezenlijk belang, omdat handmatig analyseren van processen voor het verkrijgen van inzicht voor verbeteringen en besluiten door foutgevoeligheid niet betrouwbaar meer is. Real time informatie biedt steeds vaker inzicht in de oorzaken van problemen, in het voorkomen van onderhoud, maakt voorspellend onderhoud mogelijk en optimaliseert processen.

Batenburg Beenen is als partner in complexe materies de specialist in besturingsinstallaties, het ontwerpen van netwerken, het verzorgen van de koppelingen tussen informatietechnologie en operationele procestechnologie en het weerbaar maken van bedrijfsnetwerken tegen cyberaanvallen. Van het leveren van maatproducten tot en met kwalitatief onderhoud. Membraanfiltratie en reversed osmose Alex van Dalen: ÑDe wereld verandert in hoog tempo. Neem alleen de zuivelfabrieken hier in het noorden, die we allemaal tot klant hebben.

Voedselzekerheid, hygiÎne, leveringszekerheid, product- en merkbetrouwbaarheid, traceerbaarheid, flexibiliteit in productie, verduurzaming, kostenverlaging, het speelt een steeds grotere rol in al die fabrieken. Onze rol als ervaren system integrator zit in het ondersteunen van al die facetten, door vanuit jarenlange kennis betrouwbare oplossingen te bieden bij water- en energiemanagement, bij bewaken van veiligheid en hygiÎne, bij het maken en optimaliseren van batch-, continu- of discrete besturingsinstallaties of het automatisch reinigen van tanks, leidingen en installaties.î

ÑBinnen zuivelfabrieken zorgen we voor de automatisering die nodig is om in productie om te schakelen van gas naar elektriciteit, of voor het hergebruiken van water, het toepassen van membraanfiltratie, of het indampen van water met behulp van reversed osmose waardoor je enorm veel water kunt besparen. Alles wat te maken heeft met de automatisering van die complexe processen in de food & beverage doet Batenburg Beenen: ontwerpen, maken, installeren, onderhouden en monitoren.î

Volledig geautomatiseerd onkruid verwijderen

Naast industriele automatisering van complexe fabrieksprocessen, helpt het bedrijf ook te automatiseren in het veld of op de dijk of op het water. Zo wordt in de Noordoostpolder al jaren gewerkt aan geautomatiseerd onkruid wieden in de biologische landbouw. Want hoe krijg je handmatig het onkruid tussen velden vol jonge, ontkiemende gewassen uit de grond als er geen mensen zijn om dat werk te doen? Alex van Dalen: ÑMet Andela Techniek & Innovatie hebben we vanaf het eerste moment meegedacht in de succesvolle ontwikkeling en bouw van een volledig gerobotiseerde en autonoom rijdende wiedmachine. Die detecteert bij tal van gewassen en onder alle veldomstandigheden verschillende soorten onkruiden met behulp van AI en verwijdert ze daarna door middel van verhitting.

De machine is lichtongevoelig en daardoor 24/7 inzetbaar. Zelfsturend, zelfrijdend, geheel geautomatiseerd.î

ÑIn de polder rijden meerdere uitvoeringen rond en de eerste machines worden straks naar Duitsland geleverd. De besparingen zijn enorm: je hebt geen mensen meer nodig voor dit uiterst secure arbeidsintensieve werk, maar je ook geen voorzieningen, zoals huisvesting. Zo zie je dat het probleem van een tekort aan mensen, kan leiden tot nieuwe kansen.î

Batenburg Beenen denkt vanuit diezelfde gedachte mee voor het Wetterskip in dijkonderhoud. ÑKilometers en kilometers dijk langs onze kust wordt nu nog ieder voorjaar door mensen geÔnspecteerd op onkruid tussen het gras, dat daarna handmatig wordt verwijderd. Dat onkruid verdringt uiteindelijk het gras, waardoor de sterkte van het dijklichaam wordt aangetast. Op dit moment zijn we bezig met de ontwikkeling van een zelfrijdende robot, die dat geheel geautomatiseerd kan gaan uitvoeren. Het enige dat de mens nog hoeft te doen, is het apparaat de volgende dag aan de andere kant van het hek op een nieuw dijktracÈ neer te zetten.î

Een slim oog om enorme schade te voorkomen Langs het water is het bedrijf ook actief. Sinds kort test Rijkswaterstaat op de vaarroute Lemmer-Delfzijl een door Batenburg Beenen ontwikkeld waarschuwingssysteem bij te hoge belading van vrachtschepen. Het alarmeert tijdig de betreffende schipper, zodat die niet onbedoeld daardoor een brug vernield. Het voorkomt enorme brugschade en enorme verliezen wegens het moeten omrijden. Alex van Dalen: ÑHet is heel een goed voorbeeld van samenwerken met opdrachtgever en leveranciers om een te vaak voorkomend probleem effectief op te lossen. Betrouwbaarheid waar het van groot maatschappelijk en economisch belang is. Bijdragen waar mogelijk, dat is wat we willen.î batenburg-industrialautomation.nl

Alex van Dalen

ëDurven te delen om met elkaar beter te worden!í

Tijdens het interview noemt Joost de Boer ineens het woord ëKIEKí, wat binnen NPAL staat voor ëKijken In Elkaars Keukení. Dat is precies waar het bij deze community om draait. NPAL heeft tot doel de prestaties van fabrieken en hun belangrijkste partners te verbeteren door continuous improvement, educatie en kennisdeling tussen de 220 deelnemers uit 105 aangesloten bedrijven (~25.000 fte) te bevorderen.

Daarbij staan 4 productiefactoren centraal: Kapitaal, Arbeid, Natuur en Ondernemerschap (KANO). ÑWat je binnen NPAL hoort, ziet en/of leert moet je de volgende dag binnen je eigen fabriek/bedrijf kunnen toepassen of in gang kunnen zettenî, geeft De Boer aan.

Van de IJssel tot aan het Wad, dat is de regio waar NPAL zich op richt. In een snel veranderende wereld komen er veel bedreigingen, maar ook veel kansen op de deelnemers af. Onlangs presenteerde NPAL het nieuwe NPAL Kompas 2025-2030, een routekaart voor de komende 5 jaar, gericht op het verbeteren van de productiviteit van de deelnemers. De Boer noemt NPAL een krachtige community die zich richt op kennisdeling en samenwerking om productiviteitsverbetering te realiseren, waardoor uiteindelijk een krachtige regio ontstaat. ÑWantî, zegt De Boer, Ñalleen door samen te werken, kennis te delen en elkaar te versterken, kunnen we als regio voorop lopen, kunnen we werken aan een sterkere concurrentiepositie van de regio.î

Hij vergelijkt NPAL graag met een sportclub met teams. ÑJe betaalt contributie, maar moet zelf ook trainen om resultaat te behalen. NPAL verbindt de deelnemende fabrieken/bedrijven, faciliteert samenwerking en zorgt ervoor dat goede ideeÎn worden omgezet in actie.î Zij doet dit vanuit het idee dat bedrijven die samenwerken en investeren in mensen, technologie en duurzaamheid de winnaars van morgen zijn. ÑBedrijven die afwachten gaan het moeilijk krijgen.î

Clusters

Binnen NPAL zijn 11 clusters actief, waar de 220 deelnemers uit de 105 aangesloten fabrieken binnen hun vakgebied actief kunnen zijn. Voorbeelden van clusters zijn Factory Energy, Smart Factory, Health & Safety en Cyber Security. ÑElk cluster vormt een zelfstandige coalitie waarbinnen deskundige medewerkers op een bepaald vakgebied samen willen werken aan een specifiek onderwerp. Kijken in elkaars keuken is daar onderdeel van, je leert van elkaar. Verder worden er best en worst practices besproken en kunnen er ook andere deskundige partijen

gevraagd worden een bijdrage te leveren. Adviezen worden altijd in een vertrouwde sfeer gegeven, het verbaast ons hoe open deelnemers naar elkaar zijn. Door in elkaars keuken te kijken, krijg je kennis van processen bij andere bedrijven en kun je verbetertips uit de praktijk halen voor je eigen processen. Is informatie concurrentiegevoelig, dan deel je dat uiteraard niet, maar daar lopen we niet of nauwelijks tegenaan.î

NPAL App

Elk Cluster wordt begeleid door een Cluster Manager en een Expert, waarbij de manager coached en de expert traint op themaís en inhoud. ÑDaarnaast faciliteren zij de samenwerking tussen de bedrijven, kennisinstellingen, onderwijs en overheden. Verder bewaken ze de voortgang, organiseren bijeenkomsten en stimuleren kennisdeling en continue verbetering. Zo werden

er in 2024 69 bijeenkomsten georganiseerd.î

Daarnaast is er de NPAL App, een afgeschermde omgeving waarbinnen deelnemers veelvuldig contact en overleg met elkaar hebben. De Boer:Ñ Op de NPAL App zien we heel veel traffic, wel 500 raadplegingen per week. Het is in feite de ultieme manier van kennisdeling tussen de bedrijven. Zo zien we bijvoorbeeld veel vragen voorbij komen, waar meestal snel op wordt gereageerd. Zie het als een lerende online omgeving die je in je broekzak hebt.î

Uitdagingen

Terug naar het NPAL Kompas dat onlangs werd gepresenteerd. De fabrieken en hun partners staan voor grote uitdagingen, zoals digitalisering, personeelstekorten en verduurzaming. In het Kompas zijn daarom 12 opgaven opgenomen waaraan in de komende 5 jaar gewerkt gaat worden. Denk bijvoorbeeld aan het inzetten op automatisering en robotisering, aantrekken en behouden van talent, omgaan met schaarste van energie, water en grondstoffen en investeren in visie, lef en wendbaarheid. ÑWe richten ons specifiek op de opgaven waar de komende jaren het grootste effect op de productiviteitsontwikkeling kan worden gerealiseerd. We streven ernaar dat alle Clusters in hun jaarplannen inzichtelijk gaan maken hoe ze willen bijdragen aan de verschillende opgaven. Het kompas geeft richting, prioriteiten en concrete handvatten.î

De Boer tenslotte: ÑUiteindelijk moet dit leiden tot fitte fabrieken en hun partners, die zorgen voor goede banen, dus salarissen, een tevreden overheid in termen van compliance en belastingen en daarmee een grote bijdrage leveren aan de maatschappelijke uitdagingen van deze tijd. En dat alles is goed voor iedereen in onze hele regio!î www.npal.nl/kompas.

Directeur Joost de Boer NPAL Animatie
Kompas
Film
App
Regio

Tromp: maatwerk in mineralen voor dieren

Tromp in Leeuwarden ontwikkelt en produceert premixen, mineralenmengsels en likstenen op maat. De producten worden via veevoederfabrikanten, fouragehandel en distributeurs aan de boer geleverd. De kracht is betaalbaar maatwerk: de beste mengsels voor het dier op basis van de vraag en de wens van de boer.

Wiebe Tromp is voedingsmiddelentechnoloog en bedrijfskundige en nam in 2003 het familiebedrijf uit 1937 over. Zijn passie ligt in het bedenken en maken van de beste mineralenmengsels en likstenen om de gezondheid van de koe te verbeteren. ÑHoe beter het eten voor de koe in balans is, hoe beter de gezondheid van de koe, hoe beter de melkproductie en de kwaliteit van de melk. En daarmee lever je dan weer een bijdrage aan de gezondheid van de mens. Iedere boer heeft zo zijn wensen voor de beste samenstelling en daar ligt onze kracht: het in overleg samenstellen van betaalbaar maatwerk in mineralen, sporenelementen en vitaminen voor melkgevende koeien, droogstaande koeien, jongvee of vleesvee en voor bijvoorbeeld geiten, schapen en paarden.î

Tromp bv is gevestigd op het Leeuwarder industrieterrein De Zwette langs het Van Harinxmakanaal. In de loop van de jaren is er stevig geÔnvesteerd in modernisering en uitbreiding. Het werk is nog niet klaar, vertelt Wiebe Tromp. ÑWe hebben een bestaande, moderne fabriek uit het oosten van Duitsland overgenomen. Die is daar ontmanteld en wordt hier weer volledig opgebouwd. Het wordt een sterk geautomatiseerd bedrijf, waarmee we allerlei grondstoffen behandelen, zodat ze veilig en bedrijfszeker gebruikt kunnen worden. Onze positie in de keten wordt daarmee verstevigd en daarmee ons bedrijf, waarbij we vooral inzetten op kwaliteitsbewaking en optimalisering van het productieproces. We hopen na de zomer proef te draaien.î

Het beleven van de wereld van mineralen ÑDe voorbije jaren hebben we geÔnvesteerd in de verbetering van machines, processen en producten en hebben we belangrijke stappen in automatisering gezet, zoals het receptenbeheer en

tracking en tracing van de grondstoffen. Vervolgens hebben we ingezet op de professionalisering van onszelf, van ons team van vijftien mensen en de interne structuren en organisatie. Het was een belangrijke stap om ook in onszelf te investeren, om ontwikkeling en perspectief voor ieder ruimte te geven. We zijn van korte lijnen en het nemen van verantwoordelijkheid: als je een goed idee hebt, moet je het vooral aandragen. De betrokkenheid binnen Tromp is groot. Nu wordt het tijd om onze huisvesting verder op orde te brengen. Voor onszelf en om onze bezoekers beter van dienst te kunnen zijn met rondleidingen en het laten beleven van de wereld van mineralen.î

Positieve reacties Hij komt daarmee op een belangrijk punt: deel de kennis over je vak, vertel en laat zien wat je doet in de sector, zodat ook consumenten begrijpen wat er in ons voedsel zit en waarom dat zo is. Wiebe Tromp legt het graag uit op zijn bedrijf, waar zoín 150 tot 200 grondstoffen voor al de mengsels van overal ter wereld bij elkaar komen in Leeuwarden. Aan de hand van de waarde van die stoffen voor ieder dier, vertelt Wiebe Tromp zijn verhaal. Om uit te leggen waarom veruit de meeste dieren de toevoeging van mineralen en vitaminen nodig hebben, omdat het niet genoeg deel uitmaakt van het grasland dat de basis van hun eten is. Dat ze het nodig hebben voor het verteren van voedsel, voor hun vruchtbaarheid, voor lichaamseigen processen, voor hun klauwgezondheid. Het is zijn bedrijf dat al die essentiÎle stoffen in de vorm van mengsels levert en die toegevoegd worden naast het gras en ander voer dat de koeien eten. Hij vertelde zijn verhaal eind oktober 2024 ook in tv-programma Keuringsdienst van Waarde. Bijvoorbeeld hoe de bacteriÎn in de koe de vitamine B-12 aanmaken,

met behulp van toegediende kobaltcarbonaat, die standaard deel uitmaakt van een Trompmineralenmengsel. ÑHet leverde me veel positieve reacties op, uit de sector en van consumenten. Het helpt als we ons verhaal vertellen op een duidelijke manier. We dragen bij aan gezonde voeding en daarmee aan de gezondheid van dieren. Dat laat ik graag zien, we kunnen wel een beetje begrip over en weer gebruiken.î

Het maakt het familiebedrijf in mineralenmengsels en likstenen zichtbaarder. Inmiddels heeft Tromp een nieuwe website en zet het bedrijf stappen op LinkedIn om kennis en inzicht breder te delen. Wiebe Tromp is er blij mee. De beste mengsels maken voor iedere boer en ieder dier. Gewoon in Leeuwarden.

https://trompbv.nl/over-ons/

Wiebe Tromp

Bijlsma Hercules, innovatief in wereldwijde aardappelverwerking

Bijlsma Hercules is specialist op logistiek gebied voor het verwerken van landbouwgewassen in meer dan 75 landen. Het innovatieve Franeker familiebedrijf levert machines om aardappels, uien, wortelen en andere knolvormige gewassen te verwerken en te sorteren.

Wereldwijd groeit de bevolking en stijgt de welvaart. Toch zijn er steeds minder mensen beschikbaar voor het werk dat moet worden gedaan in de landbouw, die door klimaatverandering steeds meer wisselende omstandigheden kent. Met de stijgende welvaart, stijgt ook de aardappel- en aardappelproductenconsumptie. De aardappelproductie stijgt volgens de Nederlandse Aardappel Organisatie NOA van 380 miljoen ton nu naar zoín 500 miljoen ton in 2050. De vooruitzichten voor Bijlsma Hercules uit Franeker zijn goed. Algemeen directeur Jan Bijlsma: ÑEen kwestie van alert blijven op ontwikkeling en innovatie. Het vergt steeds meer kennis om steeds verder geautomatiseerde machines te bedenken en te maken om akkerbouwers en verwerkers te ondersteunen. Er zijn, overal ter wereld, minder handen beschikbaar voor het werk en tegelijk wordt op meer plekken vooral meer aardappel verbouwd, die vervolgens veilig en bedrijfszeker gesorteerd en verwerkt moet worden.î

De omstandigheden waaronder dat gebeurd, lopen heel sterk uiteen, vertelt directeur Jan Bijlsma. ÑWe leveren en installeren onze machines op de kleigronden hier om de hoek, maar net zo makkelijk in de afgelegen binnenlanden van Peru, Afrika en China. Soms plaats je ze in een hal waar alle ruimte is voor de machines, maar in negentig procent moet je het doen met de beperkte ruimte die er bij de klant is. 3-D ontwerpprogrammaís zijn een uitkomst. Niet alleen om foutloos te kunnen produceren en slim te kunnen verpakken voor transport, maar ook om de ruimte waar de machine of installatie moet komen, zo efficient mogelijk te benutten en bij installatie niet voor verrassingen te staan. Bijlsma Hercules is toonaangevend specialist in dat maatwerk, van engineering tot productie en installatie. We maken kwaliteit met een lange levensduur: wat wij maken moet in alle omstandigheden altijd zín werk doen.î

sorteermachine tot en met industriÎle verwerkingsinstallatie, Bijlsma Hercules ontwerpt en maakt het.

Specifieker en slimmer

Van eenvoud tot complexiteit Bijlsma Hercules is een familiebedrijf dat zich vanaf 1938 als hoefsmederij middenin een belangrijk aardappelteeltgebied heeft ontwikkeld. Met de toenemende behoefte naar mechanisatie, steeg de vraag naar landbouwmachines. De hoefsmid voldeed aan de vraag en wordt producent van standaardmachines zoals kippers en kunstmeststrooiers. Enkele decennia geleden schakelde Bijlsma Hercules over naar maatwerk in verwerkingslogistiek en groeit ze uit naar een toonaangevend fabrikant van klantspecifieke machines en installaties voor het lossen en storten, sorteren en verpakken van aardappels, uien, wortelen en andere knolvormige gewassen, voor de agrarische sector en de aanverwante industrie.

Bij de vraag welke machine Bijlsma levert, spelen veel afwegingen. Welk specifiek gewas van welke bodem moet waar worden verwerkt, in welke mate moet een gewas beoordeeld en geÔnspecteerd, welke logistiek is mogelijk en vereist om al die aardappels en andere gewassen veilig, snel en procesmatig te transporteren en zo duurzaam mogelijk te verwerken en te verpakken? Wat met andere woorden, moet er gebeuren met het gewas om vanaf de akker in de supermarkt te komen? Van eenvoudige

Om haar assortiment te kunnen leveren, is Franeker voor 70 vaste mensen en een flexibele schil de thuisbasis. Jan Bijlsma: ÑIn kennis, ontwerp, engineering en verkoop zijn we de afgelopen jaren sterk gegroeid, onze productie is steeds klantspecifieker en tegelijk meer flexibel geworden. We kunnen alles in eigen huis, maar feitelijk besteden we het meeste plaat- snijwerk in de omgeving uit. De montage, de technische en veiligheidscontrole vinden altijd plaats in eigen huis en van hieruit wordt alles zo efficient mogelijk verpakt en gaat alles op transport om het op locatie te installeren.î

ÑActualiteit en kennisontwikkeling worden voor ons steeds belangrijker. Door klimaatverandering veranderen weers- en bodemomstandigheden, marktontwikkelingen volgen elkaar sneller op, het personeel schaarser en de noodzaak van voedselveiligheid- en zekerheid voor meer mensen neemt toe. Daardoor stijgt de noodzaak voor meer efficiency, automatisering en digitalisering. Daar moeten wij met onze machines en installaties in mee. Tegelijk, omdat we ontwerpen voor zoveel diverse omstandigheden, wordt de productrange breder: wat is waar nodig, wat past waar? Dat specifieke, voor die ene klant onder zijn lokale omstandigheden in zijn omgeving wordt steeds belangrijker.î

ÑHoe kun je een gewas onder bepaalde en wisselende omstandigheden zo goed, makkelijk, snel en veilig verwerken en onder welke omstandigheden moet een machine door ons worden geinstalleerd? Aardappels worden steeds vaker binnen verwerkt, maar het is een door de

natuur geleverd product, daar moet alles wat we bedenken op ingericht en geproduceerd zijn. Robuust, kwaliteit, betrouwbaar. Ons leveringsprogramma is uitgebreid en dus is het noodzakelijk om slim te ontwerpen, zodat je efficient kunt produceren, zodat je in je assortiment met steeds meer technische knowhow ook onderdelen van gespecialiseerde partners kunt toevoegen. We zijn immers geen technologiebedrijf dat AI of sensortechniek fabriceert, maar je moet wel steeds vaker klantspecifieke technologie en automatisering integreren in je machines en installaties.î

Kansen in veranderende markten Jan Bijlsma: ÑMarktontwikkelingen volgen elkaar snel op, markten worden diverser. De behoefte aan meer en diverse producten groeit met de toename van wereldwijde welvaart. Een mooi voorbeeld is het toegenomen aantal aardappelrassen en soorten. Zo zijn er zelfs producenten die volledig inzetten op een brede range van alleen kleine aardappels. Naast meer specifieke marktontwikkelingen vanuit toenemende welvaart, komt in algemene zin de toename van de wereldwijde aardappelproductie voort uit klimaatverandering, omdat de aardappel weinig water nodig heeft om te groeien. Dat geeft ons, zeker omdat we aan het begin van de sorteeren verwerkingsketen zitten, de mogelijkheid daar op in te spelen. Meer aardappels, betekent meer verwerking en meer klantspecifieke oplossingen. We zitten van oudsher dicht op de ontwikkeling van de aardappel, de kennis en exportkracht van het Nederlandse pootgoed en de aardappelhandel. Wij hebben de kennis en ervaring van het verwerken. Het blijft voor Bijlsma Hercules dus een kwestie van alert zijn: wat staat waar te gebeuren en wat kunnen wij daarmee?î www.bijlsmahercules.nl

Jan Bijlsma

ëAccountant moet veel meer naast de ondernemer staaní

ÑEen jaar met heel veel dimensies.î Zo kijkt Arjen van Braak van Van Braak Accountants terug op 2024. ÑWe denken positiever over de economie, dan dat die in werkelijkheid is. Wat dat betreft houden we onszelf een beetje voor de gek.î Hij kijkt daarbij vooral naar de situatie waarin veel MKB-bedrijven zich bevinden. 2024 werd gekenmerkt door een tekort aan personeel, hoge lasten en een productiviteitsgroei die vrijwel tot stilstand kwam, waardoor de concurrentiepositie en winstgevendheid van veel bedrijven onder druk staat.

Biedt 2025 dan betere vooruitzichten? Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek, dat onderzoek deed naar de verwachtingen van het midden- en kleinbedrijf, gaan ondernemers weliswaar meer personeel aannemen en meer investeren. Maar, deze verwachtingen zijn minder positief dan een jaar geleden. Verder blijft het ondernemersvertrouwen onveranderd licht negatief. Dat hoort Arjen van Braak ook wanneer hij ondernemers bezoekt. ÑJe ziet nu al dat het overal wat minder druk wordt, waardoor dit jaar bijvoorbeeld veel winkelketens zijn omgevallen. Ondernemers hebben daarnaast te maken met een toenemende regeldruk, die het ondernemen er niet gemakkelijker op maakt.î

Verder wijst hij op de loonsverhogingen in 2024. ÑWe denken met elkaar dat we rijker worden, maar in feite worden we steeds armer. We kunnen eigenlijk steeds minder doen met ons geld. Dat heeft vooral met inflatie te maken, maar ook allerlei andere dagelijkse zaken die steeds duurder worden. En dan heb ik het nog niet over klimaatmaatregelen die veel geld kosten, maar die onze concurrentiepositie ten opzichte van andere landen er niet beter op maakt. Eigenlijk prijzen we onszelf uit de markt, het is niet voor niets dat wij veel bezorgde ondernemers spreken.î

Krapte arbeidsmarkt

Dat wordt onderschreven door het aantal kleine ondernemers dat overweegt te stoppen. Uit onderzoek blijkt dat 1 op de 3 kleine ondernemers overweegt om te stoppen met het bedrijf of het te verkopen. Als redenen worden toenemende regeldruk, financiÎle instabiliteit en lagere winst gegeven. ÑEn daar komt nog bij dat goede medewerkers worden weggekocht door de grotere ondernemingen. Door de krapte op de arbeidsmarkt zijn die niet zo gemakkelijk te vervangen.î De krapte is een niet te onderschatten oorzaak van de geringe groei van de economie. ÑHet is niet voor niets dat talloze restaurants dit jaar met kerst niet open zijn, omdat ze gewoon onvoldoende personeel hebben.î

ÑWij zijn als accountant veel onderweg en komen dan de meest vreemde zaken tegenî, gaat Van Braak verder. ÑZo verbaas ik me er altijd over hoe slecht ondernemers bepaalde zaken hebben geregeld. En ja, daar mag hij zijn accountant op afrekenen.î Als voorbeeld noemt hij een bedrijf waarbij een werknemer die bij het moederbedrijf op papier stond, werkzaamheden ging verrichten voor een dochterbedrijf. ÑDaar ontstond vervolgens een calamiteit, maar toen de ondernemer zijn verzekering wilde inschakelen, bleek deze niet uit te keren, omdat het bij het dochterbedrijf gebeurd was. En daar was de betreffende medewerker niet voor verzekerd. Kortom, denk erom dat je WA-verzekeringen op orde zijn. Wij komen veel te vaak tegen dat dit niet het geval is.î

Tips En zo heeft Van Braak nog wel meer tips, zo aan het einde van het jaar. ÑZorg ervoor dat er nog dit jaar interim dividend, dat is een tussentijdse uitkering aan aandeelhouders, wordt uitgekeerd. Dat de moeder BV meer vorderingen op de

dochter BVís krijgt, waardoor de financiÎle betrokkenheid en controle toeneemt, dat geeft meer zekerheid. Doe vanuit de moeder BV een dividend uitkering van maximaal 134.000 euro aan de directeur-grootaandeelhouder. Zorg ervoor dat in deze maand de premie arbeidsongeschiktheidsverzekering voor 2025 betaald wordt.î

Verder heeft Van Braak nog een aantal tips voor de directeur-grootaandeelhouder met kinderen. ÑZorg er op tijd voor dat de moeder BV wordt gesplitst in meerdere BVís en maak tijdig een familiestatuut, waarin staat beschreven hoe je kinderen in de toekomst om dienen te gaan met aandelen die hen geschonken zijn of die ze hebben geÎrfd.î

Wachtwoorden

ÑTenslotte: leg je wachtwoorden vast, ook in je

directe omgeving, er kan altijd iets gebeuren waardoor je deze snel nodig hebt. Daarnaast adviseer ik altijd om het testament en het levenstestament te toetsen. En zorg dat je verzekeringen op orde zijn en hoog genoeg zijn om eventuele schade te dekken. Daarbij is het ook van belang dat de tenaamstelling in orde is.î Bij dit alles kan de accountant een rol spelen. Sterker nog, Van Braak vindt het de taak van de accountant om de klanten op zaken te wijzen die er te doen. ÑNiet voor niets horen wij regelmatig van nieuwe klanten: ëwaarom wist ik dat niet eerderí. Dat is de manier waarop Van Braak Accountants wil opereren.î www.vanbraakaccountants.nl

06-22996506 06-53734363

Arjen van Braak, accountant

Van 100 gulden naar 40.000 vierkante meter tuinbeleving

Een familiebedrijf in groen. Meer dan groen. Bovenal: de beleving van een indrukwekkend assortiment bomen, struiken en planten. Tuincentrum Tuin! in Zwaagwesteinde van de familie Feenstra is het grootste tuincentrum van het noorden en bestaat 35 jaar.

De voormalige doorgaande weg is nu eigen oprit van Tuincentrum Tuin!, gelegen pal naast de Centrale As. Met de afslag begint het feest van groenbeleving. De nog nietsvermoedende bezoeker rijdt verder langs fraai opgestelde olijfbomen en magnoliaís van formaat. Een paar honderd meter verder is de parkeerplaats. Welkom bij Tuin! Verzorgd, compleet en met vriendelijke mensen die je graag helpen. Wie zín ogen binnen de kost heeft gegeven, kan door naar buiten. Want als je wilt weten hoe omvangrijk en divers het assortiment bomen, struiken en planten is bij tuincentrum Tuin! dan moet je gewoon naar buiten.

Voor 100 gulden grond en stekjes Aafke Feenstra: ÑOnze vader is 35 jaar geleden met 100 gulden begonnen. Hij zat in de zorg, hij was zoals dat heette broeder, maar wel eentje met groene handen. Van die 100 gulden kocht hij potgrond en stekjes. Die splitste hij, potte ze op, liet ze groeien en zette ze op een kar voor het huis. Dat sloeg aan, er werden plantjes verkocht. Het werden er steeds meer en er kwam een stukje grond naast huis, toen een schuur en zo ging hij samen met mijn moeder door. Tien jaar later kwam dit complex, de voormalige viskwekerij te koop. Daarna ging het hard, want hier hadden we alle ruimte.î

Toen de plannen voor de Centrale As op tafel lagen, voelde het even spannend, want de Feenstraís zaten met hun tuincentrum mooi aan de doorgaande weg tussen de dorpen. Hoe zou het komen? ÑMet wat ruilen van grond, kwam het goed. Al snel bleek dat veel meer klanten ons makkelijk wisten te vinden. We waren makkelijk bereikbaar via de Centrale Asî, vult Sjoerd Feenstra aan. ÑWe kregen steeds meer klanten uit een grote regio in het noorden, Groningen, Assen, Hoogeveen, Zwolle.î

De kracht van clicks en bricks

Broer Sjoerd en zus Aafke Feenstra kijken met trots en plezier terug naar wat hun ouders hebben opgezet. Die 100 gulden van toen is een sfeervol tuincentrum geworden met een omvang van 40.000 vierkante meter, waarvan 8.000 meter overdekt. De slogan ëmeer dan groení is een understatement. Sjoerd Feenstra: ÑHet is zoals ze dat noemen, de combinatie van clicks en bricks. We zijn online heel groot, we importeren zelf mediterrane bomen en we hebben onze winkel en het grote buitenterrein. Het grote assortiment online op bijvoorbeeld goedkopeolijfbomen.nl met 4.000 artikelen, is in werkelijkheid in Zwaagwesteinde nog meer. Dat kan omdat we zelf importeren uit Spanje en ItaliÎ en omdat we hier heel veel bomen, struiken, planten, in een grote diversiteit van alle soorten en maten uit kunnen stallen. Mensen hebben wensen, bij ons kunnen ze kiezen.ì

In Zwaagwesteinde wordt de online verwachting fysiek waargemaakt. Zet de stappenteller maar

Sjoerd en Aafke Feenstra

aan, want wie een volledig beeld wil krijgen van Tuin!, mag er de tijd voor nemen. Tot in de puntjes verzorgd beleef je de passie voor groen van 35 jaar Feenstra. De tijd hadden ze mee, zeker. De afgelopen decennia is alles wat met tuin, groen en groenbeleving te maken heeft, enorm veranderd. 365 dagen per jaar, alle seizoenen en momenten. Van aanleg en onderhoud van tuinen, van kamerplant tot potten, van tuinmeubilair tot BBQ, kassen, fruitbomen en alles voor de moestuin, van dierbenodigdheden en zaden, van Pasen naar Kerst tot de bloembollen weer op tijd in de grond. Tuincentra zijn een begrip geworden. De kunst, zo blijkt bij de Feenstraís, is die groenbeleving te maken tot iets dat van jezelf. Een tuincentrum waar het persoonlijke en de aandacht, het contact en de kwaliteit telt. Het is de kracht van het zelfstandige familiebedrijf van de Feenstraís in Zwaagwesteinde, waar mensen niet voor niets graag werken. Dus mocht het u iets lijken, de Feenstraís kunnen nog een paar goede handen gebruiken, ook voor het werk buiten.

Sjoerd en Aafke groeien op tussen het groen en stappen in het bedrijf. Van vrije uurtjes door de week en op zaterdag naar ondernemen met je ouders. Die zetten na 35 jaar langzamerhand een stapje terug. Het wordt tijd voor iets meer rust en genieten. ÑMaar ze zijn er nog iedere dag hoor, ze vinden het hier nog veel te mooi.î

Beleven wat groeit en bloeit ÑWe zijn opgegroeid in dit vak. We hebben de handel met de paplepel ingegoten gekregen, we hebben geleerd waar de pieken in de seizoenen liggen. Wat Kerst betekent, nog steeds de drukste periode van het jaar, want onze Kerstshow behoort tot de grootste van het noorden. Het leven in het ritme, de seizoenen en de momenten van het jaar, dat begint met de grote schoonmaak en het gereed maken voor een nieuwe lente. We zijn het gewend en zijn er trots op dit te laten zien, het met klanten te delen. Ik zeg het vaak tegen mensen als ze bellen voor een plant of struik. ëHebben jullie die of dat ook in die en die grootteí? Dan zeg ik, kom langs, kom kijken. Beleven wat hier staat, je weg vinden en je keuze makenî, vertelt Aafke als we buiten zijn en we ons oog laten gaan over honderden meters bomen en planten, keurig rij naast rij geplant met bij ieder exemplaar het automatische druppelsysteem. Je weg vinden in een vormgegeven stuk natuur, waar nestkasten ook vogels een onderkomen biedt. Het is de persoonlijke beleving van het indrukwekkende en verzorgde aanbod dat Tuin! onderscheidt. Wie in Zwaagwesteinde de tijd neemt, ziet de kwaliteit, zorg, aandacht en liefde voor wat groeit en bloeit en het leven in en om ons huis kleur geeft.

www.tuincentrumtuin.nl

Uniek concept Poiesz ouderen doelgroep: bezorgen van maaltijden en boodschappen

Poiesz gaat onder haar eigen naam maaltijden en boodschappen bezorgen. Poiesz Maaltijdgemak betekent daarom dubbel genieten voor de maaltijdklanten van het huidige Van Smaak. Naamsverandering en uitbreiding van de service betekenen nog meer onderscheid voor het Friese familiebedrijf.

Van Smaak maaltijden is al meer dan vijftig jaar een bekende aanbieder van maaltijden aan ouderen en zorginstellingen in Friesland, Groningen, Drenthe, Noord-Holland en een deel van Overijssel. Het bedrijf uit Drachten maakte bij een groeiende groep klanten naam met kwaliteit in gekoelde, warme en dieetmaaltijden.

Supermarkt en familiebedrijf Poiesz met het hoofdkantoor in Sneek nam in maart 2018 de aandelen van de maaltijdmaker over en werkt er sindsdien nauw mee samen. Nu is het tijd voor de volgende stap. Het merk Van Smaak verdwijnt. Vanaf 5 mei bezorgen wij de maaltijden aan huis onder de naam Poiesz Maaltijdgemak.

Maaltijdklanten kunnen vanaf dan ook online hun

boodschappen bestellen, die met de maaltijd mee eenmaal per week thuis worden bezorgd.

‘Er is in de maatschappij een groeiende behoefte aan gemak en thuis leveren van online bestelde producten en diensten’

Een unieke combinatie

„Er is in de maatschappij een groeiende behoefte aan gemak en thuis leveren van online bestelde producten en diensten. Die behoefte neemt ook toe bij de doelgroep die Van Smaak bedient met

haar maaltijden. We werken als bedrijven nu zeven jaar samen, de synergie werd ook voor onszelf steeds duidelijker. De kant-en-klaar maaltijden die wij onder de naam Noordertrots in het schap hebben liggen, worden bijvoorbeeld ook bij Van Smaak in Drachten gemaakt. Die samenwerking in de afgelopen jaren maakt het nu mogelijk om de volgende stap te zetten, het combineren van waar we beiden goed in zijn”, legt Hoofd Marketing & Communicatie van Poiesz, Jan Hoitema uit. „We voegen met de combinatie van maaltijden en boodschappen iets unieks toe in de markt en daar zijn we als familiebedrijf trots op. Wat we doen, doen we weloverwogen en op deze manier

Marrit van der Sluis en Jan Hoitema

voegen we iets bijzonders toe voor een kwetsbare groep mensen, waarvan er veel ook al vertrouwd zijn met de naam en service van onze lokale supermarkten.î

‘De maaltijd en de bezorging van de maaltijd betekent veel meer voor deze doelgroep dan dat er alleen eten wordt bezorgd’

Het familiebedrijf gaat niet over een nacht ijs. ÑDe maaltijd en de bezorging van de maaltijd betekent veel meer voor deze doelgroep dan dat er alleen eten wordt bezorgd. Allereerst is voor hen de maaltijd een onderdeel van gewoonten en structuur, een moment op de dag waar je voor gaat zitten en naar uitkijkt. Daarnaast is de maaltijd zorgvuldig samengesteld, vaak aan de hand van dieetwensen en rekening houdend met mensen van een hogere leeftijd en met een of meer specifieke gezondheidsklachten. Voor de hand liggend is bijvoorbeeld het zoutgebruik, daar zijn we zeer terughoudend in. De maaltijden die we leveren zijn dus veelal maatwerkî, vertelt productmanager Marrit van der Sluis. ÑEn daarnaast is de bezorging voor hen een sociaal gegeven op een vast moment. Onze klanten en onze bezorgers kennen elkaar, ze maken vaak even een praatje, er is aandacht, het is heel vertrouwd: de bezorger is voor onze klanten en ons een hele belangrijke schakel. Bovendien bestelt een deel van de doelgroep nog via papier en ze kunnen altijd bellen met de mensen van onze klantenservice. Dat zijn allemaal zaken waar je heel zorgvuldig mee moet omgaan: verandering moet geleidelijk gaan, stap voor stap.î

Poiesz, in het hart van het Noorden

Op 19 april 1923 openen Lodewijk Poiesz en zijn vrouw Wietske een groentezaak van 12 m2 aan de Havenstraat in Sneek. Nu telt het familiebedrijf 81 winkels in het Noorden. Voor Poiesz is het Noorden een bijzonder stukje Nederland. Met haar weidse natuur, rijke cultuur en eigen gebruiken en taal. Dat vertaalt zich in Poiesz, omdat het familiebedrijf het alledaagse bijzonder wil maken, ook het winkelen. Vrijwel alles van de Schijf van Vijf voor Poiesz wordt geteeld, geproduceerd en geoogst in het noorden. Vers van dichtbij en dat scheelt ook heel veel transportkilometers.

De smaak van het Noorden

Als familiebedrijf houdt Poiesz zo goed mogelijk rekening met elke wens, portemonnee en smaak. Daarom heeft het van A-merk tot huismerken zoals Gíwoon. Voordat we iets in het assortiment opnemen stellen we ons altijd de vraag: ìWaarmee zouden we jou een plezier

Vertrouwde bezorgers in een nieuw jasje

Met de nieuwe naam komen de vertrouwde bezorgers in een Poiesz- jasje. Anders, maar toch ook vertrouwd, omdat de huiskleuren van zowel Van Smaak als Poiesz oranje en groen zijn. Ook blijft het mogelijk om te bestellen via de papieren menukaart, legt Marrit van der Sluis uit. ÑEn mensen kunnen nog steeds hun warme maaltijd bestellen, die dan iedere dag wordt bezorgd. De grootste stap die we zetten voor onze klanten, is dat zij nu ook hun boodschappen kunnen bestellen op hetzelfde moment. We hebben gekozen voor een afgebakend assortiment van

doen?î Daarom verkopen we niet alles, maar vooral dat wat de mensen in het Noorden wensen. Dit varieert van nuttig en goedkoop tot lekker vers of luxe. Ook nemen we steeds meer specialiteiten in ons assortiment op die de smaak van het Noorden vertegenwoordigen. Unieke producten die per seizoen kunnen wisselen en alleen bij Poiesz verkrijgbaar zijn. Lekker eten & boodschappen doen: Poiesz Maaltijdgemak

Warm eten. HÈt moment van de dag waar iedereen naar uitkijkt. Maar niet iedereen is altijd in de gelegen of door omstandigheden niet in staat om zelf te koken. Voor die momenten biedt Poiesz Maaltijdgemak ñ voorheen Van Smaak- uitkomst met warme maaltijden, koelverse maaltijden, diepvriesmaaltijden en dieetmaaltijden. Vanaf nu breidt Poiesz haar service uit en gaat ze zowel maaltijden als boodschappen bezorgen. MET POIESZ MAALTIJDGEMAK

500 dagelijkse boodschappen; zorgvuldig samengesteld voor deze doelgroep. Dat is waar we mee beginnen.î

De tijd nemen om betrouwbaar te blijven

Maaltijd- en boodschappengemak: dat klinkt naar een heel fijn idee voor veel meer mensen. Gaan jullie het concept Maaltijdgemak uitbreiden? Jan

Hoitema: ÑWat heel erg belangrijk is in het hele proces van samenvoegen van maaltijden en boodschappen bezorgen, is dat het heel zorgvuldig moet zijn.

Maar daar stopt het niet, het vormt juist het begin van het verder uitrollen van de combinatie van maaltijden en boodschappen en het toegankelijk maken voor een bredere en jongere doelgroep. Dat vraagt een andere type maaltijd en een ander assortiment boodschappen. De unieke combinatie van een supermarkt en een veelzijdige keuken maakt het mogelijk dat we kunnen bieden wat verschillende doelgroepen nodig hebben. Kwaliteit staat voor ons bovenaan. We doen een belofte, we staan voor wat we beloven. In ruim 100 jaar hebben we als supermarktbedrijf met ruim tachtig heel lokale winkels naamgemaakt en dat doen we vanaf nu ook met Poiesz Maaltijdgemak.î www.poiesz-maaltijdgemak.nl

TECHNISCH TALENT GEZOCHT!

Ben jij klaar voor een baan waarin techniek n duurzaamheid samenkomen, en je volop ruimte hebt om je door te ontwikkelen?

■H oofd Operator

■Hoofd Technische Dienst

■Medewerker Technische Dienst

■HSE-Q Coördinator

■Operator - Ploegendienst

■Verlader Agri & Utiliteit Vakmanschap Beste materieel

Bij N+P in Farmsum zoeken

Al 25 jaar dÈ specialist in dak- en gevelsystemen

Dankzij onze expertise, hoogwaardige materialen en sterke klantrelaties leveren wij altijd maatwerkoplossingen voor zowel renovatie als nieuwbouw. Voor agrariÎrs die kiezen

ëIk wil vertellen dat je met doorzetten echt iets kunt bereikení

Een vakman met ambitie en gepaste trots. Van buiten spelen en bootje varen op het Abbegaaster Ketting tot ondernemer en mede-eigenaar van maakbedrijf Berco RVS in IJlst. Volg je hart en zet door. Feite van der Veen over ambities en het welkome zetje van de leerkracht van de basisschool. Als je echt wilt, kun je veel bereiken.

ÑIk wil een voorbeeld zijn voor jonge mensen en voor hun ouders. Ook van nul af aan kun je toch iets bereiken. Bij mij was het zeker niet vanzelfsprekend. Thuis hadden we het niet breed, mijn moeder was alleen en geld was er niet, studeren lag niet voor de hand, een eigen bedrijf zeker niet. Maar die leerkracht op de lagere school in het dorp pikte me er uit. Hij zag iets in me, al wist ik toen niet precies wat. Maar hij heeft me bijgebracht dat ik verder kon komen en in de richting van de techniek gestuurd. Dat besef kwam pas later hoor, maar het is oh zo belangrijk geweest. Het was een duwtje in de juiste richting. Na de lagere school in het dorp, de Havo en MTS in Sneek, lekker op de fiets. Op de MTS leerde ik dingen maken en dat vond ik prachtig! Iets zien dat jij hebt gemaakt, iets bouwen dat daarna gebruikt wordt: het is het mooiste dat er is.î

Van leergierig jongetje naar ondernemer Feite van der Veen van Berco RVS in IJlst doet deze keer zijn eigen verhaal. Iets bereiken door met je handen te werken. Doen wat jij wilt doen, maar wel altijd doorzetten. ÑDe HTS in Groningen ben ik in deeltijd gaan doen, naast mijn baan; er moest geld op de plank komen, want we woonden net samen.î Al die tijd speelde het in zín hoofd: ìIk wil iets voor mezelf.î Dat wordt werkelijkheid als hij samen met Oscar Poelstra Machine- en Apparatenfabriek Berco BV kan overnemen. ÑIk ben hier in 2012 begonnen als tekenaar, vertelt Feite. Oud eigenaar de Boer vond tekenen en ontwerpen een mooie aanvulling op de werkzaamheden van Berco, wat daarvoor altijd werd uitbesteed. Al snel, begin 2013, konden we een aandeel krijgen in het bedrijf en is de overname, die verliep in delen, een feit. Voor mijn

gevoel veranderde er op dat moment niets, ik heb nooit zoiets gehad van, goh, ik ben nu ondernemer. Ik deed wat ik leuk vond en volgde mín gevoel. Een eigen teken- en engineering afdeling bleek een goede stap. Er kwam meer werk en daardoor dus groei en eigenlijk is dat al die jaren doorgegaan.î De laatste jaren is het bedrijf stevig gegroeid in omvang en productiecapaciteit. Sinds 2015 zijn Poelstra en van der Veen samen eigenaar van Berco RVS in IJlst. Poelstra is chef van de productie en de werkplaats, Feite van der Veen doet o.a. alle verkoop en heeft de algemene leiding. Beiden doen ze waar ze zich thuis bij voelen.

‘Nooit vergeten waar je vandaan komt’ Is het Berco van 2025 een ander bedrijf dan het bedrijf waar je in 2012 begon? ÑIn wezen niet. We waren en zijn een bedrijf waar vakmensen met plezier en passie werken met RVS en aluminium. Jazeker, we zijn veel groter geworden, maar in de kern zijn we nog steeds dat Berco van toen: we maken kleine stripjes in aluminium of rvs van een paar euro tot tanks en machines van een paar ton. Van groot tot klein en dat blijven we doen. Voor mij is het belangrijk om nooit vergeten waar je vandaan komt, te beseffen wie je bent en waarvoor je het doet. Dit is wie we zijn, flexibel en snel te bereiken. Iedereen kan hier binnenlopen. Op zaterdag lopen hier een paar jonge jongens rond die het in de werkplaats naar hun zin hebben, die het leuk vinden een vak te leren. Dat vind ik machtig mooi om te zien. En we moeten dat ook doen, vind ik: een plek bieden aan enthousiaste jonge mensen, kennis overdragen, bereid zijn te helpen. Hier in de werkplaats maar ook op scholen. Als we willen dat er straks nog

Feite van der Veen

mensen zijn die dit werk doen, moeten wij ze stimuleren. We houden doe-dagen, ik geef gastlessen. Mensen helpen en prikkelen om te doen waar ze goed in zijn, een beetje sturen als iemand ergens goed in is: ik mis dat in het huidige onderwijs. Dat is jammer, want de ogen van een leerkracht zien veel: juist die kan jonge mensen op weg helpen.î

Volg je hart

Jullie hebben een mooi bedrijf, het gaat goed. Voel je je nu ondernemer? ÑIk doe wat ik wil doen, ik ben analytisch ingesteld, houd ervan snel te schakelen en problemen op te lossen. Je leert verantwoordelijkheid te nemen voor wie je bent en wat je doet. Blijf bij jezelf, dat werkt het best. Het zijn nu wel andere tijden, het is niet meer zo dat je binnen een aantal jaar ìbinnen looptî, ondernemen blijft ook gewoon keihard werken en scherp blijven. Uitdagingen niet uit de weg gaan. Maar ook goed zijn voor je personeel, die vakmensen die al dat bijzonders maken, en het leuk hebben met elkaar. Het gaat niet alleen om de winst onderaan de streep. Maar op de vraag of ik me ondernemer voel kan ik volmondig Ja antwoorden.

Feite van der Veen: ÑIk ben blij dat ik toen de stap heb gezet voor mezelf te beginnen. Dat is waar het om gaat: een stap zetten. Doen waar jij je goed bij voelt. Maak keuzes, leer ambitieus te zijn en door te zetten. Er is zoveel mogelijk, als jij dat maar wilt! En als jij mooie dingen wilt gaan maken, dan moet je dat vooral doen. Volg je hart!î berco-rvs.nl

WERKEN IN DE AGRARISCHE SECTOR

Bij AB Vakwerk werk je aan een kleurrijke toekomst in de agrarische sector.

Je kunt direct, en voor langere tijd, bij ons aan de slag.

Starter in de agri?

Volg dan onze Agri Vakschool!

AB Vakwerk betaalt jouw scholing én omscholing.

Waar ligt jouw toekomst?

Snel aan de slag

Gratis bijscholen en omscholen

Zekerheid van werk

Kijk op abvakwerk.nl/agri

Voor vakmensen die vooruit willen.

Robotisering door mannen met melkwinning in het dna

Mechanisatie in de stal betekent steeds vaker robotisering. Wynsma Mechanisatie en ASP Noard zijn de Friese dealers van DeLaval. Mannen met melkwinning in het dna.

Frans Bos en Harmen Jan Wijnsma zijn eigenaren van Wynsma Mechanisatie in Leeuwarden, familiebedrijf in landbouwmechanisatie sinds 1963, DeLavaldealer van het eerste uur. De eerste Friese melkrobot installeerden ze in 2004. Wynsma Mechanisatie bestrijkt de noordelijke helft van de Friese regio. ASP Noard van Sjoerd Koopmans en Pieter van der Meulen neemt de zuidelijke helft voor haar rekening.

ÑAls eigenaar van het bedrijf hebben we zelf het contact met de veehouder en we hebben een sterke serviceorganisatieî, zegt Frans Bos over Wynsma Mechanisatie en collega-dealer ASP Noard. ÑOok na de installatie en opleveringen kijken we mee in de data van de veehouder om te kijken of ít draait zoals het moet. De afgelopen jaren is de omzet sterk toegenomen, de vraag naar melkrobots is groot. Hoe fascinerend de mogelijkheden van onze automatisering en melkrobots ook zijn, het persoonlijke is onze drijfveer. De melkrobot voorziet de veehouder elke seconde van nieuwe data, samen met wereldwijde gegevens en Artificial Intelligence worden voorspellingen en analyses gemaakt die we als dealer omzetten in concrete acties voor de veehouder. Ondersteun de veehouder waar het kan, denk mee op het erf en in de stal, denk

vanuit de koeien. Het begint met een plan voor de stal vanuit de looplijnen van de koe.î Wynsma Mechanisatie en ASP Noard zien dat ook ëígrotere bedrijveníí kiezen voor robot melken. Hierin hebben ze haar waarde al bewezen. De oorsprong van DeLaval gaat terug tot 1883. Inmiddels is het Zweedse bedrijf wereldwijd marktleider, met speciale aandacht voor

Nederland. Frans Bos: ÑOnlangs hebben we aan Zweden nog mogen uitleggen, wat de kracht is van melkwinning in Friesland en hoe we hier omgaan met robotisering. Hoe we kennis delen met de veehouders, ze meenemen in innovaties, hoe je efficiency optimaliseert, hoe een melkrobot bijdraagt aan bedrijfsvoering en wat het doet met de tijd en de flexibiliteit van de veehouder. Steeds meer veehouders kiezen voor melkrobots van DeLaval, omdat ze vertrouwen hebben in de bewezen waarde van zowel het product als de dealerorganisaties.î

ÑDe technologie van DeLaval sluit aan op het natuurlijk gedrag van de koe, die het liefst zicht heeft op en contact wil houden met de koppel. De melkrobots zijn uniek in hun voorbehandeling met water en lucht om de melkafgifte te stimuleren. De nieuwe melkrobot, de V300 heeft een 3d-camera, werkt met AI en is zelflerend. De eerste keer help je de koe naar de robot, daarna optimaliseert hij automatisch de beste aansluiting per speen. Zo snel mogelijk naar het beste rendement.î

www.wynsmamechanisatie.nl www.aspnoard.nl

ADVERTENTIE

Jan Castelein: robot als schakel in bedrijfsopvolging

Robots die een bepalende rol zijn in de keuze voor bedrijfsopvolging. Jan Castelein van het gelijknamige bedrijf maakt ít mee. Net als melkveebedrijf Jansma in Oosterzee. Want daar hebben Jan en Kees Castelein de Boumatic/SAC Gemini UP geinstalleerd voor Jacob, Margriet en Siert Jansma.

Jacob Jansma: ÑNee, met melken had Siert helemaal niets.î Siert volgt ondertussen zijn app en het grote scherm naast hem en attendeert zín vader op een paar gegevens. Hun nieuwe Boumatic/SAC Gemini Up draait sinds 8 april. Gekozen omdat de robot uniek is: hij melkt door de achterpoten, wat hem heel geschikt maakt voor onze Jerseys. En de Gemini UP heeft een slim detectiesysteem waardoor hij geschikt is voor meerdere rassen tegelijk. Het is een dubbele box waar twee koeien tegelijk kunnen worden gemolken, met een capaciteit van 110 koeien. We hebben nog een deel Holsteins, dus dat maakt het ideaal. Jacob Jansma. ÑWe waren er sinds de zomer van vorig jaar mee bezig. Ik hou van melken, maar fysiek begin ik het te merken. We zijn gaan inventariseren, offertes gaan opvragen. Op het laatste moment kwam Kees binnen met een folder van SAC. Toen ging het snel, want die bleek perfect voor ons. Siert verdiepte zich er in en toen kwam alles bij elkaar: hij zag er zijn toekomst in.î

Vlnr: Jacob, Magriet, Siert, Kees en Jan

Uitgerekend zoon Kees Castelein bracht de folder, want hij had net besloten het mechanisatie- en servicebedrijf van zín vader te willen overnemen. Hij zag perspectief in de krachtige combinatie van de robots van het Deense SAC, dat onderdeel was geworden van het Amerikaanse Boumatic. De Boumatic/SAC Gemini UP paste perfect in Oosterzee. Jacob Jansma: ÑEen hele goede prijskwaliteitverhouding, melken door de achterbenen, een zij-aan-zij opstelling voor twee koeien tegelijk en zo te plaatsen zonder extra vloer of zolder, weinig bijkomend werk.î Toen het

besluit was genomen voor Kerst, ging het vlot. Jan Castelein: ÑDe Gemini UP wordt in Emmeloord samengesteld, we hebben alle medewerking vanuit hun kenniscentrum gekregen en wij kunnen het installatiewerk in eigen beheer doen.î

Het besluit van zín ouders om te investeren in een robot, gaf voor Siert de doorslag. Zijn ogen glimmen, een eerder onvermoede passie is doorgebroken. Met het wegvallen van dat verplichtende ritme van het melken en het fysieke ongemak dat hij bij zijn vader zag, is zijn liefde voor koeien en een leven op het erf boven gekomen. Hij ziet toekomst op het erf, die hij eerder niet zag. ÑIk kan veel meer doen zoals ik het wil, mijn planning, je bent veel flexibeler.î

Jacob: ÑMet melken had hij nooit wat, maar wel met techniek, voelt aan hoe het werkt. Nu volgt hij iedere koe, weet na een week al hoe hij gegevens kan interpreteren, waar ik nog moet wennen.î Jan Castelein geniet. De Boumatic/SAC-robot biedt mens en bedrijf perspectief.

jancastelein.nl

Scherjon: zuivel maken waar de koeien zijn

Scherjon Dairy Equipment in Surhuisterveen is ontwerper, ontwikkelaar en producent van state-of-art zuivelapparatuur voor kleine en middelgrote kaasmakerijen. Perspectief door innovatie op eigen erf. Kansen voor ondernemende boeren in het noorden.

Vader Hielke en zoon Johannes Scherjon zijn professionals in het ontwikkelen en produceren van kleinschalige zuivelapparatuur. Voor de individuele boer of een samenwerking van lokale ondernemers die graag regie nemen en meewillen in de duurzame verwerking van melk. Verwar de Scherjonís niet met het romantische beeld dat nog wel eens getoond wordt in ambachtelijke melkveehouderij.

ÑWe komen uit de industrie, denken in techniek, technologie, besturing, rendement en 3D ontwerpsoftware. Onze producten voldoen aan normering, certificering en HACCP-, GMP- en EHEDG-richtlijnen. Het uitgangspunt is productiezekerheid en voedselveiligheid. We kennen de zuivelindustrie van binnenuit en maken diezelfde state-of-art kwaliteitsapparatuur, maar dan als kleinschalige en schaalbare maatwerkoplossingen op eigen erfî, licht Hielke Scherjon toe. ÑMet andere woorden, wat we bedenken kan meegroeien met het volume. Dus als je door samenwerking groeit, kunnen we je huidige machine opschalen.î

Kansen voor de boer Scherjon Dairy Equipment is internationaal actief in zoín twintig landen in (Oost-)Europa, Afrika en Noord-Amerika. De inzet: zuivel maken waar de koe is. De Scherjoní s zijn ontwerpers en ontwikkelaars, die samenwerken met lokale partners voor de productie van hun zuivelapparatuur. In het huidige sombere klimaat en gebrek aan perspectief liggen ook voor NoordNederlandse boeren kansen, meent Hielke Scherjon: ÑJe kunt als boer je verdienmodel op eigen erf uitbreiden door van eigen melk zuivelproducten en nog beter kaas te maken. Of dat te doen met collegaís die ook graag een stap zetten naar regie en verduurzaming. De grote zuivelfabrieken blijven bestaan, die richten zich op grote volumes en massaproducten. Daartussen ligt perspectief voor de individuele boer.î

ÑWant als je bijzondere en duurzamer geproduceerde kaas wilt hebben, dan zul je het zelf moeten maken. Dat is niet alleen smaakvoller, omdat je met volle melk kunt produceren, maar ook duurzamer omdat je dichtbij de koe produceert waardoor je veel minder transport hebt. Daarnaast investeer je in een extra verdienmodel naast de huidige melkstroom die wordt geleverd aan de grote coˆperaties. Het biedt ook een herkenbaar en eerlijk verhaal voor betrokken consumenten, die jou als lokale boer graag wat gunnen. Denken in korte ketens loont. Met het proces van kaasmaken voeg je waarde en innovatie toe. En het biedt je mogelijkheden om verder te verduurzamen, bijvoorbeeld door gebruik te maken van de terugwinning van restwarmte. Het is de ideale combinatie van de passie voor ambacht met technologische innovatie.î

Uniek: wei-ricotta van Terschelling Een voorbeeld van een lokale kaasmaker die kwaliteitszuivel produceert met Scherjonís Dairy Equipment is Kaasboerderij De Deelen bij het gelijknamige natuurgebied bij Tijnje. En op Terschelling wordt inmiddels druk gewerkt aan een hypermoderne nieuwe kaasmakerij voor de twee biologische boeren van het eiland, met daarnaast een deel van de melk van de gangbare boeren. ÑHet afvoeren van de wei als overtollig afval werd een knellend probleem, omdat het met vrachtwagens per boot van het eiland naar de vaste wal moet. Een kostbare zaak en feitelijk zonde, want je gooit waarde weg. Ik ben er trots op dat we erin zijn geslaagd om een machine te ontwikkelen die de grondstof wei kan omzetten naar een ricotta. Alle vaste stoffen worden gefiltreerd waardoor er water overblijft. Hiermee maken we de kaasmakerij circulair en dragen we bij aan duurzaamheid en efficiÎntie. Een uniek proces en een primeur in zuivelland. Het water dat je daarbij overhoudt, kunnen we dankzij een proces van reversed osmose hergebruiken, dus het is ook een stap richting circulariteit. Zo maken ze straks een bijzonder product op hun eigen

Terschelling. Het versterkt hun verdienmodel, de kaasmakerij draagt bij aan de leefbaarheid en recreatie op het eiland en het scheelt een enorme afvalstroom en veel geld. Het project is opgezet met steun van het Waddenfonds en de provincie Frysl‚n. Dit najaar gaan we testen en komend jaar is de ricotta-kaasmakerij in productie.î

Je eigen kazen en smaken ÑOp wie richten jullie je met zoín kaasmakerij of een andere vorm van zuivelproductie in eigen beheer?î Johannes Scherjon: ÑOnze maatwerkoplossingen zijn bedoeld voor een volume van 2000 tot 100.000 liter, dus voor kleine en middelgrote bedrijven of een samenwerking van een aantal lokale boeren. Daarmee is het een heel geschikte oplossing voor bedrijven in het noorden, zoals de recent geplaatste machinelijn bij de agrarische ondernemer van Kaasmakerij De Kiefte in Holtheme. We kennen het boerenerf, we snappen wat er nodig is om te komen van koe tot zuivel. Samen met de boer kijken we welke productiemogelijkheden er zijn die passen in zijn of haar situatie en ontwerpen een maatwerkoplossing met gewenste apparatuur. Elke boer en elke kaasmakerij kan daarmee zijn eigen draai aan het proces geven, om eigen unieke kazen en smaken te creÎren. Wij faciliteren dat, van idee en ontwerp tot maatwerkapparatuur, de ingebruikname en volledige service.î

Scherjon Dairy Equipment: innovatieve techneuten die het proces van zuivel en kaas maken op het eigen erf of in eigen beheer steeds verder perfectioneren. De vraag hoe het wel kan, leidt tot perfectie in maatwerk. Maak zuivelproductie in eigen beheer zo kwalitatief, efficiÎnt en duurzaam mogelijk, zodat het past bij de boer en bijdraagt aan een duurzaam verdienmodel.

www.scherjon.eu

Hielke en Johannes Scherjon

Zeedijk mayonaise

Het fenomeen uit Amsterdam et kerrie en kruiden

Oliehoorn maakt het lekkerder! Scanreceptvoor !

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.