NoordZ, Leeuwarder Courant / Dagblad van het Noorden, februari 2025

Page 1


Samen Circulair: passie voor voetbal en voor circulaire economie

Het Abe Lenstra stadion: een prima plek om je passie voor voetbal te delen & een broedplaats voor nieuwe bedrijfsmodellen in de circulaire economie. Genieten, kennis delen, inspireren. Je uitspreken voor een beter klimaat en er samen de schouders onder zetten. Fan Tinken nei Dwaan!

Jaren geleden stond Omrin, als mede-oprichter van de Vereniging Circulair Friesland, aan de basis van een circulaire economie in Friesland. De boodschap om niet langer in afval maar in grondstoffen te denken, moest nog even landen. En in de bedrijfsvoering kreeg het stimuleren van de circulaire economie een centrale plek. Twee jaar geleden zette Steven van der Velde, commercieel directeur van Omrin, met een aantal andere bedrijven uit de regio Heerenveen en de voetbalclub sc Heerenveen een volgende stap: de vorming van de Stichting Samen Circulair Heerenveen. Met als duidelijke visie: sport verbindt naar een beter klimaat.

Opwarming aarde beneden de 2°C Voetbal als drager van de boodschap voor een beter klimaat voor de hele omgeving. Juist omdat zoveel mensen voetbal enthousiast omarmen, juist omdat sc Heerenveen met het Abe Lenstrastadion een metafoor is voor die passie, saamhorigheid, prestatie, een tikje eigenwijs zijn maar altijd doelbewust. Stichting Samen Circulair draagt die boodschap uit vanuit haar skybox: samen met bedrijven concreet bijdragen aan een beter klimaat en een circulaire economie. ÑJe maakt dat tastbaar en concreet door met andere bedrijven uit diezelfde omgeving initiatieven te bedenken in een goede sfeer. Met elkaar kun je op deze manier meer kunt bereiken omdat je de passie voor voetbal deelt en zo elkaar iets gunt. Juist Heerenveen is een prachtige bakermat voor die circulaire economieî, benadrukt Steven van der Velde. ÑDeze regio kent veel ondernemende en innovatieve bedrijven, startups en kennisinstellingen en heeft een uitstekende uitgangspositie voor het creÎren van een circulaire economie. Wat deze ondernemers drijft is die gezamenlijkheid en een concreet doel: lokaal doen wat jij kunt doen om de opwarming van de aarde beneden de 2 graden te houden.î

De boodschap is aangeslagen, het kennisnetwerk onder de naam Stichting Samen Circulair

Heerenveen is sinds 2023 een feit. Inmiddels hebben 22 bedrijven zich verenigd en werken samen met gemeente Heerenveen, Ondernemerskring Heerenveen, Vereniging Circulair Friesland en Freonen fan Fossylfrij Frysl‚n. Het bestuur bestaat uit voorzitter Steven van der Velde (Omrin), Wybe Iedema (Jorritsma Bouw) en Marthijs Roorda van GreenInclusive. De voetbalclub die hun thuis is, hebben ze omarmd. In woorden en in daden: samen kijken ze hoe ze de bedrijfsvoering van sc Heerenveen

Steven van der Velde en Ferry de Haan: ÑSamen voor een beter klimaat, samen voor een circulaire economieî

concreet kunnen verduurzamen en een helpende hand kunnen reiken aan een ieder die aan de sportclub is verbonden, van zakenpartners tot seizoenkaarthouders.

Samen kun je je club verduurzamen Stichting Samen Circulair ondersteunt bovendien actief sc Heerenveen om de meest duurzame voetbalclub van Nederland te worden. Algemeen directeur Ferry de Haan is blij met die concrete steun van ondernemers en bedrijven. ÑHet is mooi als we onze bedrijfsvoering kunnen verduurzamen en de boodschap voor een beter klimaat kunnen helpen uitdragen. De stap naar een duurzame, innovatieve voetbalorganisatie vergt ambitie, en dat is iets wat sporters en ondernemers bindt. Als het gaat om verduurzaming van onze huisvesting, het stadion, doen we dat uiteraard in overleg met de eigenaar, Sportstad Heerenveen, die de afgelopen jaren gelukkig al veel heeft geÔnvesteerd in de verduurzaming van het stadion en alternatieve energieopwekking. Voor al het andere zijn we zelf aan zet, denk bijvoorbeeld aan catering inclusief alle afvalstromen en het vervoer van en naar wedstrijden. De spelersbussen van sc Heerenveen tanken bijvoorbeeld HVO 100 in plaats van de traditionele diesel.î

Steven van der Velde: ìDankzij de partners van Samen Circulair is het unieke initiatief ontwikkeld om het transport in de regio te verduurzamen door gezamenlijk het besluit te nemen om diesel te vervangen voor HVO 100. De partners OG Fuels en Fieten leveren deze duurzame brandstof, gemaakt van reststromen van afval. De uitstoot van Co2 wordt hierdoor met 85% gereduceerdî.

Een ander mooi voorbeeld vormen de duizenden kunststof kuipstoeltjes van het Abe Lenstra stadion. Ferry de Haan: ÑHet is natuurlijk niet zo dat je die zomaar gaat vervangen, maar we kijken nu wel welke stap we straks kunnen zetten. Heerenveen is de bakermat van een aantal

bedrijven die groot zijn in circulaire plastics, dus hoe mooi is het als je daarin met elkaar een nieuw businessmodel zou kunnen ontwikkelen. ÑEen mooie ontwikkeling in de gedachte van de circulaire economie is de transitie van bezit naar gebruikî stelt Steven van der Velde.

En zo beamen ze beiden, is er stof tot nadenken genoeg: hoe kun je concreet een voetbalclub verduurzamen en hoe neem je je supporters en je businesspartners mee in de gedachte van een ëbeter klimaatí. Gezondheid speelt daarin ook een rol, dus catering onder de loep nemen is een logische gedachte. ÑGelukkig hebben we een paar jaar geleden het plastic van bekertjes en bidons al van het veld verbannen, dat is zichtbaar. Je kunt dat ook makkelijk vertalen naar jezelf en je publiek: hoe gaan we eigenlijk om met ons afval? Zo wordt je in je hele bedrijfsvoering steeds meer bewust van wat je kunt veranderen.î

Bewustwording

ÑMet de partners van Samen Circulair wordt daar stap voor stap aan gewerkt. Fietsen naar het trainingsveld is er een van, beter en gezond eten ook. Dat past ook binnen de filosofie van Sportstad en gemeente, dus daar trek je dan samen in op. Een gezondere omgeving, bewustwording van je eigen mensen, je (jeugd)spelers, supporters, seizoenkaarthouders en sponsoren. We hebben een duidelijke maatschappelijke rol en die willen we vaker inzetten om de boodschap van Samen Circulair te vertellen. Zo zorgen we samen met onze partners voor het versnellen van de circulaire economie in onze regio, met onze club als trots podiumî stelt Ferry de Haan.

Voor vragen en meer info: info@samencirculair.frl www.samencirculair.frl

DE WERELD BEWEEGT IN DE GOEDE RICHTING

De wereld beweegt in de goede richting. Dat is de slotzin, een citaat, van een interview met Gert-Jan Euverink in deze Noordz. De hoogleraar producten en processen voor de biotechnologie aan de Rijksuniversiteit Groningen doelt op de biobased ontwikkelingen in het Noorden.

En, stelt hij, dat komt niet omdat de olie dreigt op te raken maar omdat biobased beter is.

Maar vanzelf gaat het allemaal niet. Het begint – onze columnist Eelko Huizingh haalt het geregeld aan – er al mee dat wij mensen niet zo houden van veranderen. En biobased oplossingen zijn ook vaak net iets duurder. Dus blijft de opdracht voor het duurzame alternatief wat in elke gezonde economie geldt: het moet béter zijn dan het alternatief.

Als voorbeeld noemt Euverink bioplastic dat Avantium in Delfzijl maakt dat gassen beter tegenhoudt. Zeer aantrekkelijk om frisdrank in te verpakken omdat zo koolzuur langer in de fles blijft wat een positief effect heeft op smaak en houdbaarheid.

We spraken ook met Loraine Westerneng die als schakel tussen Friese boeren en bouwers de vezelhennep een belangrijke rol geeft als akkergewas en isolatiemateriaal. Inmiddels heeft zij al meer dan honderd agrariërs aan Greeninclusive weten te binden en staan er bouwbedrijven op de wachtlijst. Ook van buiten de provincie is de aandacht groot.

In Zuidbroek hebben de jongens van Prefab Strobouw stro weer een rol gegeven bij het isoleren van woningen en andere gebouwen. Niet op de ouderwetse, wat brandgevaarlijke manier, maar door strovezels tussen wand-, vloer- en dakdelen te spuiten.

bij te dragen aan een uurzamere wereld. Zo zorgen ze bij EPS in Drachten rvoor dat piepschuim kan worden hergebruikt als solatiemateriaal en streven ze bij Interzorg eraar om een nieuwe zorglocatie in Assen

at gaat allemaal niet vanzelf en vraagt als ndernemer veel van je. Ter ondersteuning Noordz af met een nieue serie over leiderschap. Geen cursus, maar rvaringsverhalen over problemen die veel

n de eerste aflevering vertelt Erik Jansen, irecteur/eigenaar van DTL Groep, een erhuurder van onder andere hijskraen en heftrucks, over hoe hij tegen ijn grenzen aanliep; zowel zakelijk ls privé. „Ik vond mezelf heleaal niet leuk. Niet als baas en iet als echtgenoot.’’

ees hoe hij dit heeft angepakt. Met een tip an Erik.

eel leesplezier, AN ROZENDAAL

INHOUD

04

Hennepteelt in Friesland verbindt boeren en bouwers Zonder kunstmest en bestrijdingsmiddelen

06

Prefab Strobouw blaast isoleren met stro nieuw leven in ‘Kijk, dat is een compleet huis’

09

Archiveren en verzamelen suggereert dat je vandaag weet wat je morgen nodig hebt

Column Ronald Mulder

10

Interzorg bouwt circulaire zorglocatie

De kleding wordt op zonne-energie gewassen

12

Biobased economy groeit, maar het blijft lastig Interview hoogleraar Gert-Jan Euverink

16

Oud piepschuim krijgt in Drachten nieuw leven Er valt zeker geld mee te verdienen, maar dat is niet het belangrijkste

18

Mitchel droomt van een eigen boomhuttenpark

Start me up

19

Friese software kan wat oude cookies niet meer doen Start me up

21

Groningers gaan uitdaging aan met Spotify Start me up

23

Erik Jansen gooit de boel om en vindt zichzelf weer leuk

Leiderschap: zo doe je dat (niet)

25

Hoe een oude vrouw jong lijkt

Column Eelko Huizingh

COLOFON

Noordz is een bijlage van Mediahuis Noord

Samenstelling & eindredactie Jan Rozendaal, Marja Boonstra, Gerda Douma, Roel Snijder, Theo Zandstra Vormgeving Alie Veenhuizen E-mail bijlagen@mediahuisnoord.nl

Advertenties/branded content Multiplus Media, Drachten 06-44 91 12 63 s.osinga@multiplusmedia.nl Volg Noordz ook online op het blog: www.noordz.nl

LORAINE WESTERNENG

Friese boeren die vezelhennep telen voor het isolatiemateriaal voor huizen in de regio, gemaakt in een fabriek op eigen bodem.

Dat is hoe Loraine Westerneng schetst waaraan ze werkt als ketencoördinator bij GreenInclusive. „We willen de agrarische sector in Friesland een nieuw perspectief geven.”

TEKST GEERTRUID PEENE

FOTO RENS HOOYENGA

DUURZAME ISOLATIE VERBINDT BOEREN EN BOUWBEDRIJVEN

Door vezelhennep te gebruiken als zowel akkergewas als bouwmateriaal ontstaat er een winwinsituatie, vertelt Loraine Westerneng van GreenInclusive enthousiast. „De bouwsector heeft een enorme verduurzamingsopgave en de agrarische sector kan ook verduurzamen als ze dit soort grondstoffen teelt, omdat hennep op een ecologische manier geteeld kan worden zonder kunstmest en gebruik van bestrijdingsmiddelen.”

Ze begon met het werken aan de bekendheid van hennep bij agrariërs. Hennep past goed bij allerlei agrarische bedrijven, vertelt Westerneng. Zo heeft een boer weinig teeltspecifieke kennis nodig. Een goede bemesting en het op de juiste manier klaarmaken van de grond zijn het belangrijkst. Daarover adviseert GreenInclusive boeren. „Maar na het zaaien kun je niets meer doen. Dan is het gewoon 100 dagen wachten.”

Er zijn veel meer toepassingen voor de sterke hennepvezel, vertelt Westerneng. Die vergen echter meer bewerking en dus meer tijd en geld. Voor nu ligt de focus daarom bij hennep als isolatiemateriaal. Het moet wel een goed en aanlokkelijk alternatief vormen voor bouwbedrijven.

„Het is belangrijk dat de keten van de agrarische sector naar de bouw in balans opschaalt”, legt Westerneng uit. Daarmee kan er inkomensstabiliteit voor de deelnemende agrariërs worden gecreëerd. De hennep moet de komende jaren wel afgezet kunnen worden in de bouw. Die balans bewaken is een van de belangrijkste taken van Westerneng.

„In het begin heb ik heel erg gefocust op zorgen dat de agrarische infrastructuur staat en dat we voldoende grondstoffen hebben”, vertelt Westerneng over haar eerste jaren bij het bedrijf. Al snel moest ze ook afspraken met de bouwsector maken om te zorgen dat de vraag naar hennep ook toenam.

Inmiddels zijn ruim honderd agrariërs aangesloten bij GreenInclusive. „Afgelopen jaar hadden we zelfs een wachtlijst, omdat we de keten in balans willen opschalen en anders krijg je een grondstoffenoverschot.”

De bouwsector is ook enthousiast over de hennep. „Mensen laten weten dat ze het fijn vinden dat ze niet meer met een mondkapje of in een benauwd beschermend pak hoeven te werken.” De gesprekken met de bouwsector leveren ook nuttige inzichten op.

VLIERINGTRAPJE

Het isolatiemateriaal, Hempwool, heeft bijvoorbeeld veel volume. Dat heeft voordelen, zoals dat het langer duurt voordat warmte in de zomer huizen binnendringt. De isolatiematten wegen daardoor echter ook meer. De manier waarop de hennepvezel geleverd wordt, moest daarom worden aangepast.

„Als je een vlieringtrapje op moet met vijf pakken hennep word je niet heel blij als bouwer”, lacht Westerneng.

„Bouwmateriaalproducenten zijn vooral allemaal multinationals die al veel productinnovatie hebben gedaan”, zegt Westerneng.

„Wij proberen dat zelf af te stemmen in een zo kort mogelijke keten, zodat we daar in Friesland ook samen economisch van kunnen profiteren.” We starten nu dus ook met dit soort optimalisaties omdat er meer projecten van de grond komen.”

Een van die nieuwe projecten is een eigen hennepfabriek in Friesland. Afgelopen najaar werd de Friese vezelhennepdeal gesloten die dat mogelijk maakt. Woningcorporaties, overheden en bouwbedrijven legden vast de komende jaren te kiezen voor de vezelhennep uit Friesland. Het gaat om meer dan duizend woningen.

KONINGIN MÁXIMA Westerneng, dochter van een melkveehouder, schuift voor haar werk aan op veel verschillende plekken. „Het ene moment zit je met een agrariër aan tafel en het andere

moment met een gemeente, ministerie, bouwbedrijf of zelfs koningin Máxima.’’ Het gaat haar goed af, haar communicatiestudie en later opgedane ervaring en kennis kan ze op allerlei terreinen inzetten.

Ook buiten de noordelijke provincies wordt de hennepaanpak met interesse gevolgd, zegt Westerneng. Vanuit heel Europa komen vragen over hoe het proces is verlopen en hoe dit gekopieerd kan worden. Die vragen verwelkomt ze, ook van andere regio’s in Nederland. „Met wat wij hier doen gaan we niet de hele bouw in Nederland verduurzamen. Daar heb je veel meer van dit soort bedrijven en initiatieven voor nodig.”

De fabriek staat er nog niet, maar het gaat

‘Hennep kan op ecologische manier worden geteeld zonder kunstmest en gebruik van bestrijdingsmiddelen’

snel, benadrukt Westerneng. Binnenkort hoopt ze bekend te kunnen maken waar hij komt. Uiteindelijk is Friesland de provincie waarop ze zich het meest focust. Daar hecht men aan de culturele en maatschappelijke waarde van het landelijk gebied, legt Westerneng uit.

Maar het opvolgingsperspectief voor boeren is mager, waardoor sommige agrarische bedrijven stoppen. „Daarmee gaat de leefbaarheid in het landelijk gebied achteruit. Door dit soort type teelt kun je daar iets in betekenen. Het wordt interessanter om een agrarisch bedrijf over te nemen.”

Hennepteelt vraagt minder intensieve arbeid, waardoor mensen buiten de deur kunnen werken of een andere tak ernaast kunnen blijven doen. De bij GreenInclusive aangesloten groep agrariërs is dan ook divers. „Akkerbouwers, melkveehouders, stoppende boeren, jonge boeren.”

MEST OP EIGEN GROND „Ik krijg vaak de vraag of melkveehouders nu helemaal op hennepteelt overstappen. Ik hoop juist op meer diversiteit binnen de bedrijven’’, zegt Westerneng. „Je krijgt daardoor verschillende inkomstenstromen, waardoor de economische positie van je bedrijf verbetert en je weer je mest kunt afzetten op je eigen grond.”

„Wet- en regelgeving zijn belangrijk om te kunnen opschalen”, zegt Westerneng. Dat geldt voor zowel de bouw als de boeren. Tegelijkertijd vindt ze dat de Friese vezelhennepdeal aantoont dat plannen ook zo gerealiseerd kunnen worden. ,,Dat is wel een heel mooie kant van dit verhaal.”

De vraag zal namelijk toch wel toenemen, denkt ze. Ze somt de voordelen van biobased bouwen op: het is duurzaam, zorgt voor een gezonder leefklimaat en levert een warmer of juist koeler huis op. Ze twijfelt er niet aan: het is even schakelen om over te stappen op biobased bouwen, maar als de stap eenmaal is gezet? „Dan wil je nooit meer anders!”

KRISTIAN MATERS

Pal naast het treinstation in Zuidbroek rijst een groot oud gebouw op uit de omliggende weilanden. Op de gevel met rode Groninger bakstenen pronkt een plaatje van een biet, maar het met stro bezaaide terrein verraadt wat hier tegenwoordig daadwerkelijk wordt verwerkt.

TEKST GEERTRUID PEENE

FOTO’S HUISMAN MEDIA

PREFAB STROBOUW BLAAST NIEUW LEVEN IN ISOLEREN

In de grote hal zet een aantal medewerkers geroutineerd verschillende dakdelen in elkaar. Compagnons Kristian Maters en Niels Kloppenburg kijken goedkeurend toe. „Wel doorwerken hoor”, manen ze het groepje lachend, terwijl ze zelf het stro van hun kleding kloppen voor ze poseren voor de fotograaf.

Het idee om met stro te gaan werken ontstond ruim 10 jaar geleden. „In 2014 kocht ik een Drentse boerderij, die ik helemaal heb gerenoveerd”, zegt Maters. Hij deed dat met stro als isolatiemateriaal. „Op de ouderwetse manier met hele strobalen, maar al wel met prefabpanelen.”

Zo ontstond het idee om die oude methode van isoleren nieuw leven in te blazen. Eerst deden de twee dat op een locatie in Groningen, sinds kort in Zuidbroek. Kloppenburg en Maters leerden elkaar kennen tijdens hun opleiding. Met de bouw had die weinig te maken, grinnikt Maters. „Landbouwarchitectuur is echt heel iets anders.”

Stro als isolatiemateriaal gebruiken stuit vaak op zorgen over brandgevaar, bevestigt Maters. „Vroeger isoleerde men bijvoorbeeld plafonds met stro en bracht daar een klein stuclaagje op aan. Dat is brandgevaarlijk.”

Prefab Strobouw doet dat anders. Eerst worden wanden, vloeren of dakdelen in elkaar gezet. Vervolgens worden met behulp van de machine de strovezels in de ruimte tussen de platen geblazen. Die stro komt uit Nederland en is van het eigen merk: ThermoStro. Door een stroverwerkersmachine wordt het stro fijngehakt en wordt zoveel mogelijk stof verwijderd. Vervolgens wordt het ingeblazen op het terrein in Zuidbroek.

BLAASMACHINE

In de halflege loods een deur verderop staat de stroblaasmachine. Op de grond ligt een slang met een buis. Maters wijst naar de ronde gaten in de opgestapelde prefabdelen. „Via de gaten wordt de lange buis ingebracht en vervolgens wordt het stro ingeblazen.” Voor de machine ligt een grote bak met de dikke ronde houten schijven. ,,Daarna stoppen we die sjoelschijven terug en plakken we de gaten dicht.”

Het inblaasstro wordt gelijkmatig in de delen verdeeld en wordt onder druk ingeblazen. „Het heeft dan een dichtheid van ongeveer 100 kilo per kubieke meter, waardoor er weinig lucht tussen zit en dat betekent weer dat het niet zo

snel gaat branden. Vergeleken met de oude manier van isoleren met stro is dit veiliger, sneller en beter controleerbaar.”

In het kantoortje op het terrein van het bedrijf hangen ingelijste foto’s waarop eigenaren trots voor hun met stro geïsoleerde woningen poseren. In het begin waren het vooral de mensen die in een duurzaam huis wilden wonen, zegt Maters. Goed geïsoleerd en met natuurlijke materialen. Gaandeweg kloppen er ook anderen bij hen aan.

belanden, waardoor er veel mogelijkheden zijn.

‘Vergeleken met de oude manier van isoleren met stro is dit veiliger, sneller en beter controleerbaar’

Zo was er een Zeeuw die overal in Nederland in Nederland offertes opvroeg. Maters: ,,Hij zei: ‘Het mag wel milieubewust maar het maakt me eigenlijk ook niet zo heel veel uit. Het moet gewoon een beetje duurzaam zijn, maar vooral tegen een mooie prijs’.” Het idee om met stro te isoleren sprak hem wel aan en zo kwam hij uiteindelijk bij Maters en Kloppenburg uit.

BETAALBAARHEID

„Dat was het moment waarop ik dacht nu zitten we op de goede plek.” Maters ziet ook graag klanten verschijnen die juist niet zo bezig zijn met het milieu, maar toch voor duurzaam isoleren kiezen. Inmiddels schat hij in dat ongeveer de helft van de klanten „niet mensen zijn die vanuit hun hart voor stro kiezen, maar van wie het wel duurzaam mag”. Betaalbaarheid speelt een belangrijke rol, maar ook flexibel zijn helpt daarbij zegt Maters. Het inblaasstro kan in de kleinste hoekjes of vreemde vormen

NIELS KLOPPENBURG

„Een rond huis kan ook gewoon”, lacht Kloppenburg. Flexibel zijn betekent volgens hem ook met de klant meebewegen en dingen anders doen dan normaal. Hij wijst naar de stapel kant-en-klare dakdelen die klaarligt voor een woningcorporatie. Ze zien er met het zwarte folie anders uit dan de rest. „Normaal doen we dit niet zo hier, maar je moet ook niet te rigide zijn. Je moet ergens beginnen.” Die houding maakt het volgens hem makkelijker om ook voor grote projecten met hen in zee te gaan, zoals renovatie van socialehuurwoningen.

KOMO-CERTIFICAAT

Tot nu toe gebruikte Prefab Strobouw Europese certificering. „In Duitsland, Frankrijk en Oostenrijk was het al tot in den treure getest, dus die certificaten hebben we lange tijd gebruikt in Nederland.” Maar daarin komt binnenkort verandering, glundert Maters. „Morgen krijgen we het Nederlandse certificaat uitgereikt, dus dat is wel een feestelijk moment.”

Het gaat om het zogeheten KOMO-certificaat dat aangeeft dat het isolatiemateriaal getest en goedgekeurd is op onder meer isolatiewaarde en brandveiligheid. Een proces dat zeker anderhalf jaar geduurd heeft, zegt Maters. Nu dat rond is verwacht hij dat de vraag naar inblaasstro verder zal toenemen. „Een woningbouwvereniging zal toch graag zo veel mogelijk zekerheid willen voor ze honderd daken laat isoleren op deze manier.”

COMPLEET HUIS

Kloppenburg klopt het stro van zijn handen. Het is tijd voor pauze, want hij loopt al de hele dag te hard van stapel. En dat is niet altijd nodig wat betreft de klanten, lacht hij. Tenminste, die denken haast te hebben en worden dan overvallen door de snelheid waarmee de prefabdelen geleverd kunnen worden. Hij wijst naar een compacte stapel in de hoek van de loods. „Kijk, dat is een compleet huis. Dat ligt te wachten tot de opdrachtgevers de fundering klaar hebben.”

Er is gelukkig ruimte genoeg in de loods en het geeft ook nog eens voldoening om de stapel te zien liggen, zegt Maters. ,,Elke keer als ik hier naar binnen loop en een paar daken zie liggen denk ik: zo die dragen weer bij aan een betere wereld.”

‘Denken in circulaire stromen’

De chemiesector moet vergroenen en daar wordt op allerlei manieren hard aan gewerkt. Zoals bijvoorbeeld met het omzetten van koolstofdioxide (CO₂) in bruikbare chemische verbindingen, waardoor de uitstoot van broeikasgassen wordt verminderd en het gebruik van fossiele brandstoffen als grondstof voor allerlei producten kan worden vervangen. Delfzijl heeft de ambitie om het eerste CO₂-neutrale chemiecluster ter wereld te worden.

Diverse bedrijven, kennisinstellingen en overheden in de provincie Groningen houden zich daarmee bezig. Het Chemiepark Delfzijl blijkt een uitgelezen locatie te zijn om deze nieuwe techniek, ook wel CCU (Carbon Capture and Utilization) genoemd, te testen. Wie weet draait de wereld straks op CCU-technologie uit Groningen.

Hoogleraar Biochemie aan de Rijksuniversiteit Groningen Matthias Heinemann, die bovendien ÈÈn van de trekkers is van het groeifondsvoorstel FutureCarbonNL, is enthousiast:Ñ Naast ASML kan dit een volgend paradepaardje worden dat Nederland helpt omhoog te klimmen op de technologieladder. Doen we dat niet, dan worden we straks links en rechts ingehaald en worden we steeds afhankelijker van andere landen.î

Koolstoftransitie

Maaike van Heeren, werkzaam bij Chemport Europe, legt uit wat de koolstoftransitie inhoudt. ÑIn bijna alle producten die we dagelijks gebruiken zitten koolstofatomen, denk aan tandpasta, kleding, verpakkingsmateriaal. Ruim 90 procent van alle producten wordt uit fossiele bronnen gemaakt. Daar willen we vanaf, want daardoor komt er teveel CO₂ in onze atmosfeer en dat is slecht voor het klimaat. Koolstoftransitie betekent dat we producten maken met hernieuwbare koolstofbronnen. Dus, dat we afstappen van fossiele bronnen. Met CCU (Carbon Capture and Utilization) vangen we CO₂ af en hergebruiken we het als grondstof. Dit kan via chemische omzetting, biologische processen en minerale carbonatie.î Het afvangen van CO₂ gebeurt onder andere bij afvalenergiecentrale EEW (Energy from Waste B.V.) in Farmsum, waarover locatiedirecteur Wilfred de Jager verderop in dit artikel meer vertelt. ÑEr gebeurt op dit gebied al van alles in NoordNederlandî, gaat Van Heeren verder. ìOnder de vlag van Chemport Europe brengen we bedrijven, kennisinstellingen en overheden samen, waardoor de transitie kan worden versneld. Dat gebeurt op het gebied van technologie, financiÎn en vergunningen. Duidelijk is dat alle ingrediÎnten om er een succes van te maken, hier aanwezig zijn.î

Het Chemport Innovation Center is de spin in het web. Het is de plek waar bedrijven de techniek uit het laboratorium op grotere schaal verder kunnen testen. ÑWaar mogelijk koppelen we de projecten met aanwezige of nieuwe bedrijven. Er is nog een lange weg te gaan, maar vast staat dat Noord-

Nederland vooruitstrevend bezig is met de koolstoftransitie, waardoor uiteindelijke groene grondstoffen voor de productie van chemische producten kunnen worden gebruikt.î

Afvangen CO₂ EEW is ÈÈn van de bedrijven die al wat langer met de grondstoffentransitie bezig is. Zo wordt de stoom die vrijkomt bij de verbranding van afval door andere bedrijven op het industrieterrein gebruikt. Dit zorgt voor CO₂-reductie bij deze bedrijven. Verder is er een lijn waar slib wordt verwerkt. Daar wordt door de Waterschappen eerst groen gas uitgehaald en het overige slib, dat bij EEW verbrand wordt, zorgt voor warmte die ook 100% groen is en door andere bedrijven wordt benut. ÑDaarnaast gaan we in mei kleinschalig beginnen met het afvangen van CO₂î, zegt locatiedirecteur Wilfred de Jager. ÑDoor rookgassen te wassen, zoals dat heet, bind je de CO₂, waarna dit wordt gestript en je CO₂ hebt gewonnen. Dit product kun je vervolgens gebruiken voor de productie van nieuwe bruikbare chemische moleculen.î

EEW werkt hierbij samen met de Rijksuniversiteit Groningen en het Chemport Innovation Center. ÑHet is de bedoeling dat andere bedrijven gebruik kunnen maken, zodat we uiteindelijk met elkaar groene chemie kunnen realiseren.î De overheid wil CO₂ het liefst onder de grond stoppen, maar daar is De Jager minder enthousiast over dan het hergebruiken. ÑAlleen de opslag van CO₂ zie ik als korte termijn denken. Wij bieden de CO₂ liever aan als grondstof, waardoor het kan worden hergebruikt en je geen gebruik meer hoeft te maken van fossiele koolstofbronnen.î

Grote uitdagingen

Dat de chemische industrie voor grote uitdagingen staat, daar is hoogleraar Biochemie Matthias Heinemann van overtuigd. ÑWe staan

aan de vooravond van een grondstoffentransitie. We moeten onze producten op een andere manier gaan maken, bijvoorbeeld door nog meer te recyclen, maar daaraan zitten grenzen. Studies hebben aangetoond dat we producten duurzamer kunnen maken door koolstofatomen af te vangen, die normaal gesproken de lucht ingaan. De techniek staat nog in de kinderschoenen, maar biedt enorme kansen. Hoe mooi zou het zijn als straks de wereld produceert met CCU-technologie uit Nederland.î

Heinemann is er van overtuigd dat Eemshaven/Delfzijl de ideale plek is om CCUtechnologie toe te passen. ÑEr is ruimte, we kunnen gebruik maken van grote hoeveelheden groene energie, wat nodig is om CO₂ te hergebruiken en Delfzijl wordt niet gedomineerd door grote fossiele spelers. Dat is op zich geen probleem, want de transitie zal waarschijnlijk gedaan moeten worden door innovatieve bedrijven en daar zijn er talloze van in Delfzijl.î

Vooralsnog kent de CCU-technologie nog geen grote toepassingen, oftewel het is nog niet commercieel uit te nutten. ÑEn dat is jammerî, vindt Heinemann. ÑWe moeten in Nederland serieus gaan nadenken hoe ons toekomstig verdienvermogen eruit moet komen te zien. CCU is ÈÈn van technieken waarmee we een voorsprong in de markt kunnen opbouwen en onze chemische industrie de kans bieden om groen te gaan produceren. Daardoor willen bedrijven naar deze regio komen. Hier gebeurt het, omdat we met groene chemie wereldwijd koploper kunnen worden. Dat is waar ik op hoop.î

www.chemport.eu

Maaike van Heeren. Matthias Heinemann. Foto: Reyer Boxem Wilfred de Jager

OVER JAGERS EN VERZAMELAARS COLUMN

Met het verdwijnen van de baan voor het leven en de opkomst van de zelfstandig professional is er in deze eeuw een heel nieuw genre ontstaan binnen de managementliteratuur: dat van de persoonlijke effectiviteit. Natuurlijk waren er al How to Win Friends and Influence People van Dale Carnegie en Think and Grow Rich van Napoleon Hill, maar dat zijn welbeschouwd toch vooral zelfhulpboeken voor verlegen en anderszins onzekere mensen in een wereld die is gericht op geld en uiterlijke schijn.

De nieuwe generatie erkent dat er andere doelen in het leven zijn. Sterker nog: dat succes eruit bestaat verbinding te maken met die persoonlijke, authentieke doelen en drijfveren (’persoonlijk’) en die doelen ook te bereiken (’effectiviteit’). Uiteraard zijn hiervoor, net als bij Carnegie en Hill, eenvoudige recepten. Wil je authentiek en succesvol zijn? Hier, een Gouden Cirkel! Daar, een Creatiespiraal!

Een subgenre binnen de persoonlijke effectiviteit gaat over de vraag hoe om te gaan met de enorme overvloed aan informatie die we tegenwoordig tot ons krijgen. Een agenda volstaat niet meer, we hebben een Getting Things Done-systeem nodig. Bovendien, we kunnen het allemaal niet onthouden of verwerken. Het is te veel. Maar met Persoonlijk Kennismanagement kan je brein wel tien keer zo krachtig worden! Als je alles op de goede manier bewaart, kun je er altijd weer bij. Hier, een handige app!

Alsof je weet wat je morgen nodig hebt

Het is vooral die laatste categorie waarvan ik altijd al jeuk kreeg, al wist ik niet precies waarom. Ik bewaar zelf zo weinig mogelijk. Waarschijnlijk heb ik het nooit meer nodig, en als ik iets één keer kan vinden, kan ik het ook een tweede keer vinden. Google doet mijn kennismanagement. Misschien kwam daar mijn irritatie vandaan: dat ik me aangevallen voelde omdat ik het verkeerd zou doen. (Sukkel! Luilak!)

Maar er was ook het gevoel dat er iets niet klopte. Ik las een onderzoek dat zei dat er twee soorten mensen zijn: pilers en filers. Mensen die alles op een hoop gooien en mensen die alles netjes archiveren. En allebei kunnen ze meestal vinden wat ze zoeken. Hun hersenen werken gewoon anders!

Een ander artikel gebruikte een andere tweedeling: jagers en verzamelaars. Jagers vangen wat ze nodig hebben en verzamelaars, nou ja, die verzamelen.

Ik concludeerde dat mijn irritatie onnodig was. Dit soort kennismanagement was eenvoudig niets voor mij. Ik ben geen filer en geen verzamelaar. Iemand

die bij overlijden een prachtig gevulde wijnkelder nalaat – ik vind het van een grote tragiek.

Stiekem vond ik wel dat mijn methode beter was. Archiveren en verzamelen suggereert dat je vandaag weet wat je morgen nodig hebt, en mijn ervaring is anders. Gelukkig vond ik een managementboek dat mijn opvatting steunt. Het heet Why Greatness Cannot Be Planned, is geschreven door Kenneth O. Stanley en Joel Lehman en is gek genoeg al 10 jaar oud.

De centrale boodschap is dat je, juist door concrete doelen te formuleren, vaak de beste oplossingen mist. In plaats daarvan adviseren ze: laat je plan los, zoek zonder doel, volg wat interessant is en vind de schatten die je niet zocht. Lees het en geniet. Of erger je rot, als je een verzamelaar bent.

Ronald Mulder is ondernemer en econoom. Man van weinig woorden.

@ronaldmulder

MARCEL KEMFERS
ELLY VAN DER WOUDE
,,Kan het slimmer, kan het anders?’’, zo denken ze iedere dag bij Interzorg. ,,Als het niet duurzaam is, dan willen we het duurzaam maken.”

TEKST YKE BREMER

CIRCULAIRE ZORGLOCATIE KORNOELJEHOF: ‘HET KAN ALTIJD SLIMMER’

Dat is de motivatie van Interzorg, stelt directeur InnService Elly van der Woude van de zorgorganisatie voor ouderen in Drenthe, om al jarenlang in te zetten op duurzaamheid. Een mooi voorbeeld in de lange reeks van duurzaamheidsmaatregelen bij Interzorg zijn de unieke plannen voor de circulaire (ver)bouw van locatie Kornoeljehof in Vries.

Circulaire bouw gaat verder dan verduurzaming, benadrukken Marcel Kemfers, manager huisvesting bij Interzorg en Van der Woude, die tevens verantwoordelijk is voor vastgoedvraagstukken. ,,Met het verduurzamen van gebouwen hebben we ruimschoots ervaring. Bijvoorbeeld met het plaatsen van warmtepompen, zonnepanelen en ledverlichting.”

Bij Kornoeljehof ziet Interzorg kansen om voor het eerst ook gebruik te maken van een circulair bouwproces. ,,Hierbij zijn drie speerpunten van belang: wat kunnen we behouden van het bestaande gebouw, hoe kunnen we materialen hergebruiken en zo een ‘tweede leven’ geven en hoe kunnen we biobased bouwmaterialen toepassen”, verduidelijkt Kemfers.

,,Die puzzel laten we los op Kornoeljehof.” Zo wordt onder andere gebruikgemaakt van een materialenscout, die in Nederland op zoek gaat naar materialen die hergebruikt kunnen worden in de Kornoeljehof, zoals bijvoorbeeld raamkozijnen.

Een unicum, aldus Van der Woude. ,,Ik ken geen zorgorganisatie die een circulair gebouw heeft neergezet. De plannen passen bij ons streven om in 2030 de CO2-uitstoot met 61 procent te reduceren.“

,,En we doen het niet omdat het moet, maar omdat we het willen. Binnen Interzorg is er een intrinsieke drive. We zijn al jaren met duurzaamheid bezig. En het motiveert ongelofelijk. Als je als zorgorganisatie een voorbeeldfunctie hebt op het gebied van duurzaamheid dan is er no way back.”

CIRCULAIR BOUWEN

Het belang van samenwerken is heel groot.

Ook bij de circulair bouw werkt Interzorg met partijen – zoals architecten en aannemers – die de ambitie van circulair bouwen begrijpen en omarmen. ,,Want het voortraject kost tijd en energie. Wat kan blijven staan en behouden worden? Welke materialen kun je hergebruiken? Waar haal je die vandaan en waar ga je met nieuwe materialen aan de slag? Zo bouw je samen aan de ambitie een duurzaam en circulair gebouw neer te zetten, waar de cliënt als mens centraal staat, waar het prettig wonen en werken is en waar ook de buurt zich welkom voelt.”

Circulair bouwen kost meer inspanning. Maar dat weerhoudt Interzorg niet, want initiatieven zoals Kornoeljehof zijn nodig om duurzaamheid en circulariteit te stimuleren. ,,Je moet stappen durven zetten. Hoe meer initiatieven, hoe meer er geïnvesteerd wordt in duurzame (bouw)materialen. Dit zorgt er weer voor dat de kosten dalen en zo wordt het steeds aantrekkelijker om duurzaam en circulair bezig te gaan.”

Het Swettehûs in Leeuwarden is een mooi voorbeeld van circulair bouwen, vinden Van der Woude en Kemfers. Het centrale punt van waaruit veertig bruggen worden bediend is niet alleen circulair gebouwd (bijvoorbeeld door hergebruik van hout van dukdalven) maar draagt ook bij aan het werkplezier door de ligging aan het water (wat brugwachters herinnert aan hun oude werkplek).

VERBONDEN AAN DE WIJK

Kornoeljehof is een van de negen locaties van Interzorg in de kop van Drenthe, waar verbinding met de omgeving een belangrijk vertrekpunt is. ,,Voor ons betekent dit dat we zijn verbonden aan de wijk of het dorp en proactief inspelen op de behoeften van cliënten en bewoners”, legt Van der Woude uit

De locaties staan midden in de wijk. ,, Onze zorglocaties zijn beschikbaar voor de samenleving. Waar mensen uit de buurt terecht kunnen om gezond te eten, spelletjes kunnen spelen of naar een theatervoorstelling kunnen gaan.”

Verbinding en zingeving creëren: ook dat is duurzaamheid, vindt Interzorg. ,,We bieden een fijn thuis voor cliënten, maar ondersteu-

nen mensen ook zolang mogelijk thuis te blijven wonen. Met inzet van technologie, maar zeker ook door actief samen te werken met andere zorgaanbieders, welzijnsorganisaties, gemeentelijke instanties, wijkbewoners, naasten, vrijwilligers en vooral de mensen met een ondersteuningsvraag zelf.”

Bijzonder binnen Interzorg is het duurzame Servicecentrum in Assen waar gezond wordt gekookt, met zoveel mogelijk streekgebonden producten. Niet alleen voor de eigen zorglocaties, maar ook voor derden zoals het ziekenhuis Tjongerschans in Heerenveen.

VERWARMD GRONDWATER

Ook wordt er centraal kleding en linnen gewassen op zonne-energie, met weinig chemicaliën en met gebruik van verwarmd grondwater. Het vervoer vindt plaats met elektrische auto’s naar andere externe partijen, zoals Ambulancezorg en Vanboeijen, een zorginstantie voor mensen met een verstandelijke beperking.

De voorbeelden laten zien dat Interzorg breed inzet op verduurzaming van de zorg, aldus Van der Woude en Kemfers. Met vijf thema’s van de Green Deal voor duurzame zorg en de zeventien Sustainable Development Goals (SDG) als leidraad wordt er al jaren hard gewerkt om op allerlei vlakken binnen de zorgorganisatie met duurzaamheid aan de slag te gaan.

DE VIJF GREEN DEAL THEMA’S

1. Een actievere inzet op het woon- en werkgeluk van de cliënten en medewerkers

Bij Interzorg werken mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en er wordt ingezet op werkgeluk van medewerkers.

2. Het vergroten van kennis en bewustwording over verduurzaming Met een MVO-groep (maatschappelijk verantwoord ondernemen), waarin medewerkers zitten uit alle lagen en disciplines binnen Interzorg, wordt de duurzaamheidscampagne op allerlei manieren (zoals via

website, LinkedIn, personeelsmagazine Dichtbij) gepromoot. Zo worden de 1600 medewerkers en 1000 vrijwilligers nauw bij de plannen betrokken.

3. Het verlagen van CO2-uitstoot (zie hierboven)

Behalve duurzaam en circulair bouwen moeten een volledig elektrisch wagenpark in 2027 en het clusteren van leveranciers eveneens bijdragen aan het verlagen van de CO2-uitstoot.

4. Het verminderen van primair grondstoffengebruik

Alle afvalstromen (plastic, gft, papier, maar ook incontinentiemateriaal) worden in kaart gebracht en er wordt nagedacht hoe restafval kan worden verminderd. ,,Zo gebruiken we sensors in het incontinentiemateriaal die aangeven wanneer iemand moet worden verschoond, gebruiken we geen papieren bekertjes en zijn wegwerpjassen vervangen door wasbare jassen.”

5. Het terugbrengen van de milieubelasting door medicatie

Ook wordt het medicatiegebruik onder de loep genomen, waardoor er minder medicijnresten in het water komen. Behalve naar het voorkomen van vervuiling wordt er ook gekeken naar hoe met waterfilters het water zo schoon mogelijk kan worden geloosd.

ECHT SAMEN DOEN

Het is slechts een greep uit de vele duurzaamheidsmaatregelen bij Interzorg. ,,We kijken bij de inkoop ook kritisch naar hoe producten zijn gemaakt. Zo hebben we handdoeken van gerecycled katoen, we gebruiken porseleinen borden en bakjes en hebben stoelen van hergebruikte petflessen”, somt Van der Woude op.

Voor inzet en vernieuwende ideeën kreeg Interzorg het SDG-predicaat uitgereikt. ,,Daar zijn we heel trots op. Onze inspanningen worden opgemerkt en gewaardeerd. Met elkaar willen we zorg dragen voor cliënten, maar ook voor onze omgeving en onze toekomst. Iedereen kan hier op zijn unieke manier aan bijdragen, want verduurzamen doe je echt samen.”

Het olietijdperk houdt op omdat we iets beters hebben

Stro als isolatie, hennep in dashboards, bioplastic als verpakkingsmateriaal. De biobased economie verovert een plaats in onze samenleving, op veel meer plekken dan je ziet. Het gaat langzaam maar zeker.

TEKST JEAN-PAUL TAFFIJN FOTO’S MARJORIE NOË

BIOBASED ECONOMIE GROEIT, MAAR HET BLIJFT LASTIG

Wij mensen houden niet van veranderen. We kiezen graag wat we kennen. Voor het bouwen van een huis gaan we naar de groothandel voor pakken steenwol, pallets bakstenen en bussen purschuim, om maar iets te noemen. Zo ging het altijd, zo werkte het prima. Nu kiezen voor een lastigere route, ligt vaak niet voor de hand. Ook omdat het meestal duurder is.

,,Dat is inderdaad een groot struikelblok voor de biobased economie”, legt Gert-Jan Euverink uit. Hij is hoogleraar Producten en Processen voor de Biotechnologie en onderwijs-directeur van het Engineering and Technology Institute Groningen.

,,De businesscase is vaak lastig voor aanbieders van biobased producten. Je strijdt als relatief kleine, nieuwe markt tegen een op fossiele grondstoffen gebaseerde markt die al decennia werkt aan efficiëntie en schaalvergroting. Op prijs is het meestal niet te winnen.’’

Er zijn meer uitdagingen. Zo zijn biobased grondstoffen vaak (niet of nauwelijks bewerkte) landbouwproducten. Het is heel lastig om daarin een constante kwaliteit te bieden. De opbrengsten verschillen afhankelijk van onder meer de weersomstandigheden, wat het lastig maakt om te voldoen aan minimale afname-eisen.

Het is geen gelijke strijd en dat heeft deels te maken met de prijsopbouw. Zo zou het bijvoorbeeld helemaal niet zo raar zijn om de kosten voor milieu- en klimaatschade

mee te rekenen in fossiele producten. Die betalen we immers als samenleving. Dat zou de balans al heel anders maken. Euverink: ,,Bij biobased grondstoffen hoeft de samenleving dan minder te betalen want er is minder schade. Het verschil zou je dus bij de prijs van de biobased producten kunnen optellen zodat de producent beter uit de kosten kan komen.’’

NIET DE JUISTE WEG

Om biobased een betere kans van slagen te geven, kijken Euverink en de zijnen de laatste jaren anders tegen de ontwikkelingen aan. ,,Het begon ooit als manier om een een-op-een alternatief te vinden voor fossiele producten. Dat klinkt mooi, omdat kopers houden van producten die precies lijken op wat ze kennen. Maar het is niet de juiste weg. Vanwege het prijsverschil bereik je alleen een klein plukje idealisten, maar nooit de grote markt.”

Het label biobased is aantrekkelijk voor particulieren, overheden en bedrijven. Toch is dat maar een kleine groep. Zo klein, dat er meestal geen goede businesscase op te maken valt. En als dat niet lukt, dan is het binnenhalen van investeringen lastig en daarmee de kans om door te groeien naar een onderneming van formaat. En dat is nodig om prijzen te bereiken die kunnen concurreren met de ‘fossiele versie’.

Dus moet het anders, en gaat het anders. Wie zich als producent met biobased bezighoudt zal moeten zoeken naar toegevoegde waarde. In dat geval wil het gros van de markt er wél meer voor betalen. ,,Een voor-

GERT-JAN EUVERINK

Mirjam Marinus Friesland Lease:

„Denk

als klant en zie om naar elkaar!”

Friesland Lease is vooroploper in duurzaamheid: mobiliteit schoner, leuker en vitaler maken. Dat vraagt om enthousiasme, inzet en een tikje eigenwijs zijn. Doe je ding en blijf nadenken, zegt commercieel directeur Mirjam Marinus. „En denk aan een ander.”

Wie gelooft in schoner, duurzaam vervoer, moet geloven in eigen kunnen. Trek je eigen plan, probeer wat werkt, vang tegenslagen op en ga door. Van het omarmen van de eerste elektrische auto’s tot het ontdekken van praktische en concrete mobiliteitsoplossingen. „Wat helpt, is consistent overheidsbeleid”, stelt Mirjam Marinus. „Daar is nu geen sprake van en dat is heel erg jammer. Wie verder kijkt, weet waar het naar toe gaat. Kijk naar Europa, naar de afspraken in Parijs: het wordt duurzamer. Terecht. Kijk om je heen wat er in onze natuur gebeurt. En ja, mijn kinderen wens ik ook een goed leven in een gezonde wereld. Het is doodzonde dat er nu een andere wind waait. Het houdt de koers naar duurzaam echt niet tegen, maar duurzaamheid krijgt wel minder aandacht.

Klant, klant en nog eens klant Friesland Lease kiest voor doorgaan op de ingeslagen weg naar ‘mobiliteit schoner, leuker en vitaler maken’. Vanuit ervaring en de rol die ze heeft als kenniscentrum, wordt voortdurend gewerkt aan vernieuwing. Meer concepten bedenken die schoner vervoer, de elektrische auto, het openbaar vervoer en de fiets omarmen.

„Wat heel erg helpt, is dat we bij werkgevers kunnen uitleggen hoe je bijvoorbeeld werknemers vaker op de fiets krijgt, zonder dat het je geld kost. Financiële prikkels werken om de omslag te maken. Je ziet wat er gebeurt als je dat verandert.”

Blijven geloven in wat je doet. Wat is het succes van Friesland Lease? Mirjam Marinus: „Klantbeleving is waar het voor ons om draait.

Wat is je vraag, wat kunnen wij voor jou betekenen? Meebewegen, meedenken. Daar hameren we altijd op, blijf denken vanuit je klant. Bedenk wat jij zou willen als je in zijn schoenen staat. Wil jij drie minuten in de wacht hangen, een offerte krijgen die niet de juiste gegevens bevat? Wil jij dat ze je vertellen dat het niet kan, terwijl het wel beloofd wordt? De klant is waar het om draait. En onze klanten zijn bedrijven en particulieren.”

Er kan zoveel meer en duurzamer! „Dat betekent ook”, zegt de dochter van een voormalig ondernemende bakker in Drachten, „dat je moet blijven inzetten en inleven om die klant dat te geven wat hem past, waar hij het voordeel van heeft, wat het voor hem aantrekkelijk maakt om te bewegen. Daarom is het zo mooi dat we met Energie VanOns op lokale locaties deelauto’s hebben staan. Lokale energie en gedeeld bezit om het bezit en het gebruik van de tweede auto terug te dringen. Het is win-win en het aantal fossiele auto’s daalt en er komen schone auto’s voor terug. We zien gelukkig ook dat gemeenten zich vol achter initiatieven scharen die mobiliteit schoner maken. Kijk bijvoorbeeld naar milieuzones en initiatieven zoals gedeeld elektrisch pakketvervoer. Het is onze ervaring dat als je het samen oppakt, er heel veel mogelijk is.”

Vitaal en wendbaar Mobiliteit schoner, leuker en vitaler heeft niet alleen betekenis voor dienstverlening naar de klant, zegt Mirjam Marinus. „In de brede zin gaat het om ‘duurzaam’ en hoe vitaal je zelf bent. Daarnaast investeren we in de vitaliteit en

gezondheid van onze mensen. meer fruit op de werkvloer en meer bewegen. We bieden iedereen de gelegenheid zich uitgebreid bij Tigra te laten checken. We zien dat steeds meer medewerkers er gebruik van maken, het stimuleert om mee te doen. Mensen worden door consequent in te zetten op vitaliteit en gezondheid energieker, positiever, wendbaarder en flexibeler. En dan krijgt de fietsclinic die wij organiseren voor klanten, ook een heel andere betekenis. Vitaliteit uitdragen omdat je er in gelooft.

De betekenis van omzien naar elkaar Mirjam Marinus: „Waar ik blij van word, is dat we blijven inzetten op het besef dat we deel uitmaken van een samenleving. Doe dingen voor elkaar. Met kerst geven we geld aan goede doelen in plaats van relatiegeschenken. Met Stichting Present werken we samen door met alle collega’s van Friesland Lease dagdelen te laten helpen als vrijwilliger. We werken samen met Empatec waar we houten fruitschalen laten maken voor klanten, met groene appeltjes van Friesland Lease. Ondernemen zegt Mirjam Marinus, gaat hand in hand met omzien naar de wereld en een ander. „Blijf jezelf, zeg wat je denkt en voelt. Een beetje eerlijkheid kan geen kwaad, als je maar luistert en omziet naar die ander. Inspireer en wees je bewust van wat je doet. En blijf geloven in waar we voor staan: samen maken we mobiliteit schoner, leuker en vitaler!”

www.frieslandlease.nl

Mirjam Marinus

KIJK, DÁN HEB JE EEN GOEDE CASE

beeld? Er is een nieuw type biocellofaan op de markt dat gebruikt wordt voor het verpakken van vers voedsel, zoals groente en fruit. Dit cellofaan ademt beter dan de op olie gebaseerde variant. De producten blijven er langer goed in. Kijk, dán heb je een goede case.’’

Zo zijn er meer voorbeelden. Het bioplastic dat Avantium in Delfzijl maakt houdt gassen beter tegen, en is dus zeer aantrekkelijk in de markt van frisdranken. Koolzuur blijft langer in de fles, en zuurstof in de lucht heeft minder effect op smaak en houdbaarheid. Bij Paques Biomaterials in Emmen lukt het steeds beter om gestructureerd PHA – een natuurlijk gemaakt soort plastic – uit bacteriën te halen. En wel op zo’n manier, dat Paques Biomaterials zelf kan bepalen hoe hard of zacht het materiaal is al naar gelang de wensen van de klant. En zo zijn er meer vindingen, en ongetwijfeld veel meer in aantocht.

ANDERS KIJKEN

Het is een kwestie van een lange adem. ,,De olie-industrie heeft decennia nodig gehad om te komen tot waar we nu zijn. Die ontwikkelingen op grote schaal zijn in biobased pakweg een jaar of 5, 10 bezig. Het gaat om creativiteit en een beetje anders tegen de zaken aankijken, volhouden en doorzetten. En dan moet de markt op zeker moment mee. Dat gaat ook gebeuren, zo leert de geschiedenis. We zijn gewend dat afval weg moet, maar moeten het gaan zien als grondstof.”

Euverink refereert aan de ontwikkelingen die hij zelf van nabij zag. „Op het Winschoterdiep, waar ik als kind vlakbij woonde, waren wij gewend aan enorme schuimkragen. Dat kwam door eiwitrijk afval uit de aardappelzetmeelindustrie. Nu zie je dat die eiwitten juist heel belangrijk zijn geworden voor Avebe, misschien wel meer dan zetmeel. Zo kun je je bedrijf bijdraaien onder druk van de marktvraag en technologische ontwikkeling. Het zou maar zo kunnen dat aardappelen straks vooral geteeld worden vanwege het eiwit en niet alleen voor zetmeel.”

Nog zo’n voorbeeld betreft eveneens eiwitten maar dan uit de melkindustrie. „Bij de productie van kaas ontstaat wei. Dat ging vroeger zo de sloot in of werd als varkensvoer gebruikt. Tegenwoordig is die wei waardevol vanwege de eiwitten die er inzitten. Sterker: er moet kaas worden gemaakt om voldoende wei te kunnen produceren voor die waardevolle eiwitten.”

Dat zijn in wezen biobased ontwikkelingen, waarvan er meer zijn en komen. Soms gaat het om toevalstreffers, soms wordt er gericht naar gezocht. Althans: als daarvoor de ruimte is. ,,Die hebben we hier in Noord-

Nederland nadrukkelijk. We hebben een groot landbouwareaal, veel ruimte en energiebronnen. Dat is ideaal om de biobased economy verder uit de grond te stampen. Soms is er hulp van de overheid nodig om het vliegwiel aan het draaien te krijgen.’’

Dit alles gezegd hebbende, de hamvraag is eigenlijk nog niet gesteld: hebben we wel een biobased economie nodig? Euverink: ,,Een uitspraak die ik ooit heb gehoord van een collega bij DSM is: ‘Het olietijdperk houdt niet op omdat de olie op is, maar omdat we iets beters hebben’. Zo ging het ook met het stenen tijdperk dat ook niet ophield omdat er geen stenen meer waren. Er komt iets anders voor in de plaats. En let wel: biobased is niet nieuw, het is teruggrijpen op hoe het lang geleden al ging, op wat logisch is.’’

Als je goed kijkt, dan weet je: wat we nu allemaal met fossiele bronnen maken kan niet meer. Kijk maar naar de problemen met plastic in de oceanen, met microplastic in het menselijk lichaam ook. De veel beter afbreekbare bioplastics zouden een geweldig alternatief zijn. ,,Maar als je weet hoeveel plastic er nu van olie gemaakt wordt … het gaat vrees ik nooit lukken om dat helemaal biologisch te doen. Maar dat is ook niet erg.’’

Euverink rekent voor dat het grootste probleem voor onze planeet het verbranden van olie is. ,,Dat doen we met 90 procent van de olie. De overige 10 procent gaat naar producten als plastics. Wat we dus moeten doen is dat verbranden stoppen door de overstap op duurzame energie. Als we die overige 10 procent voor een deel gebruiken om recyclebare plastics te maken die naast biomaterialen bestaan, dan komt het helemaal goed.’’

Intussen gaat het denken over de totstandkoming en toepassing van biologische materialen gewoon door. De hoogleraar is uiteraard op de hoogte van de laatste ontwikkelingen.

,,Een van de mooiste en interessantste is dataopslag in DNA. Daarin zit nu het hele leven opgeslagen, maar je kunt er ook foto’s of documenten in kwijt, mits je die voor langere tijd wilt opslaan. Dan implanteer je ze als het ware in bacteriën, die je vervolgens droogt. Moet je je eens voorstellen hoeveel energie voor datacenters dat zou schelen. Dat is typisch het verhaal dat de sector uit moet dragen: het kán biobased én het heeft enorme voordelen. Er zijn kansen, ook om geld te verdienen. De wereld beweegt wat dat betreft in de goede richting.’’

OUD PIEPSCHUIM KRIJGT NIEUW LEVEN

MARTHIJS ROORDA

De noodzaak om zuinig(er) te zijn op beschikbare grondstoffen klinkt steeds luider, ook in Noord-Nederland. We moeten de aarde redden en minder afhankelijk worden van grondstoffen uit het buitenland. Steeds meer bedrijven, groot of klein, nemen dat serieus en gaan ermee aan de slag. Zo ook EPS Nederland in Drachten, dat piepschuim recyclet op een onalledaagse manier.

TEKST JEAN-PAUL TAFFIJN

FOTO’S JILMER POSTMA

Met de inzameling en verwerking van piepschuim valt echt wel geld te verdienen. Zeker. Maar dat is niet het belangrijkste doel. Het jonge bedrijf EPS Nederland in Drachten heeft bovenaan de lijst met pijlers ‘sociaal’ staan. Gevolgd door ‘duurzaam’.

,,Om dat te kunnen waarmaken, moeten we wel winstgevend zijn, de economische wetten gaan echt niet aan ons voorbij’’, vertelt directeur Marthijs Roorda. Hij begon EPS Nederland 9 jaar geleden samen met zijn broer Hendrik.

Hoewel dat mag klinken als een mooi verkooppraatje, lijkt het bij de Drachtsters anders. In de bedrijfshal werken uitsluitend mensen met – voorheen – een afstand tot de arbeidsmarkt. Ze sorteren dagelijks honderden zakken vol piepschuim die binnenkomen, verwijderen stickers en plastic, bedienen machines, draaien volledig mee. Op de vrachtwagens voor inzameling bij klanten doen ze belangrijk werk.

,,Waarschijnlijk zou het winstgevender zijn om geavanceerdere machines in te zetten bij de recycling, of minder mensen op de inzamelroutes te plannen. Maar dat willen we dus niet. We willen een hoog serviceniveau om te voorkomen dat piepschuim alsnog op de afvalberg belandt en we willen al die jongens aan het werk houden.’’

,,We hebben veel aandacht voor de jongere generatie die om wat voor reden dan ook aan de zijlijn is komen te staan. In hen moeten we volop blijven investeren. Desnoods laten we onze machines op halve kracht draaien. Kijk, natuurlijk moet EPS Nederland geld verdienen, maar dat lukt ook. Het één hoeft het ander beslist niet uit te sluiten.’’

LICHTEND VOORBEELD

Zelfs een volledige overname van EPS Nederland, bijna 3 jaar geleden, door de Franse Soprema Group, brengt geen verandering in die visie. Roorda: ,,Wij stonden open voor een overname maar wel onder voorwaarden. Onze sociale manier van werken zou moeten worden verankerd in het beleid. Dat, en dat we in Friesland zouden blijven, hier vervolginvesteringen konden doen om de circulaire economie verder te helpen.’’

,,Dat gedachtegoed paste uitstekend bij de ambities van Soprema, dat volop investeert in het verduurzamen van zijn supply chain. De daaropvolgende samenwerking was zowel voor ons als voor hen een prachtige kans om dit systeem verder uit te bouwen, ook in de rest van Europa. Het is een manier van denken en in Noord-Nederland kunnen we als lichtend voorbeeld fungeren.’’

Dat zijn meer dan holle woorden. Het team van de Roorda’s dat verder wordt gevormd door Loraine Westerneng, Marriel Edzes en Pierre Wouters, probeert ook op andere gebieden een duit in het sociale en duurzame zakje te doen. Stichting Sociaal en Vitaal,

‘Wij hebben met elkaar een gesloten sociaal en duurzaam systeem gecreëerd’

inmiddels beter bekend als de sociale voedseltuin in Nieuwehorne, is een initiatief van hen.

HEILIGE HUISJES ,,Wij hebben ons door heel wat kaders en heilige huisjes moeten beuken, maar het is gelukt. Het concept, waarbij de laagste inkomensgroepen gratis toegang krijgen tot gezonde onbespoten groenten, fruit, aardappelen en kruiden, is uitgebreid naar Drachten, Leeuwarden, Groningen en Drenthe. En steeds meer gemeenten die graag een sociale voedseltuin willen integreren, melden zich, zowel binnen als buiten Friesland. Wij geloven hier heilig in. Mensen die het nodig hebben, krijgen er bijna het jaar rond verse producten, maar moeten er wel voor in beweging komen.’’

Ondernemers praten graag over omzet, winst, ebida en exitstrategie. Sociaal doen en mensen

helpen, laten ze meestal graag aan anderen over. ,,Bevlogen? Zo voel ik het totaal niet. Ik vind wat wij proberen te doen logisch en daarbij: mensen en bedrijven met de mogelijkheden om deze maatschappelijke thema’s aan te pakken, hebben ook de morele verplichting om de handschoen op te pakken, vind ik. Gelukkig denkt ons hele team er zo over.’’

Om de circulaire economie lokaal voort te stuwen, werkt het team van de broers vanuit GreenInclusive – een van hun andere bedrijven – aan verschillende projecten (zie ook elders in deze bijlage). ,,Je moet in de praktijk bezig zijn om impact te kunnen maken. We werken bijvoorbeeld aan het gebruik van Friese vezelhennep als isolatiemateriaal. Dat is niet nieuw, maar lokale ketens vormgeven van grondstof tot eindproduct is dat wel.’’

,,Dat moet industrieel worden aangepakt. We hebben afspraken met boeren over de opbrengst van de geteelde grondstoffen, ze weten van tevoren wat het gaat opleveren. Niet dat gedoe met prijzen achteraf. Je wilt een stabiel inkomensperspectief bieden aan een steeds kwetsbaarder wordende sector. Afnemers hebben we ook, onder meer de Friese woningcorporaties, en tientallen bouw -en renovatiebedrijven. Van groot tot klein. Zo zetten we met de inzet van bedrijven, Friese gemeenten en instellingen, onder aanvoering van Vereniging Circulair Friesland, een hele bio-circulaire deeleconomie op.’’

Terug naar die derde pijler onder de bedrijven van de Roorda’s: winst maken. Dat is nodig voor de eerste twee pijlers. Interessant is dat het voor hen ook andersom werkt. ,,Wij worden over het algemeen wel beloond voor onze werkwijze. Dat is een goede ontwikkeling, vind ik. Bedrijven, overheden en ook particulieren worden zich steeds bewuster van de verandering die juist zij kunnen versnellen met de keuzes die zij maken. Gelukkig maar, want je hebt ‘willers’ en ‘doeners’ nodig om een circulaire en meer sociale economie met elkaar te kunnen vormgeven.’’

AFGEDANKTE ELEKTRONICA Piepschuim dus, daar begonnen we mee. Dat Marthijs en Hendrik Roorda met dat materiaal

bezig zijn, is toeval. Of nee, laat ons zeggen dat het organisch ontstaan is. Met hun start-up Get2Green begonnen ze in 2016 in heel Nederland afgedankte elektronica in te zamelen, omdat ze het groeiende belang zagen.

Marthijs heeft een achtergrond in de afvalverwerking, Hendrik in de engineering. ,,Dat paste perfect samen. Nog steeds’’, zegt Marthijs. ,,Ik kan eigenlijk zelf niet zoveel, ja, praten en ideeën bedenken, maar zonder Hendrik, Loraine, Marriël en Pierre wordt dat allemaal niets. Zij zorgen ervoor dat ik eigenlijk nooit op m’n woorden hoef terug te komen.’’ ,,Pierre leidt alle operationele zaken, Hendrik bedenkt nieuwe technieken, implementeert deze, Loraine doet alle communicatiezaken rondom EPS Nederland, GreenInclusive, Stichting Sociaal en Vitaal en Get2Green en Marriël zorgt ervoor dat wij voorop lopen met circulaire certificeringen, CO2-vastlegging en alles wat daar verder bij komt kijken.’’

Inmiddels komt zo’n 30 procent van die afgedankte elektronica, afkomstig van retailketens zoals Expert, Elektroworld en anderen, in Nederland in het recyclingproces dankzij het Friese bedrijf. ,,Op zeker moment begonnen al die partijen te vragen of we ook iets met die piepschuimverpakkingen konden. Zo is het balletje gaan rollen. We gingen onderzoeken wie gerecycled piepschuim zou kunnen en willen gebruiken en kwamen uit bij een bedrijf dat isolatiemateriaal maakt. Dat was onze eerste klant.’’

EEN MILJOEN ZAKKEN Hendrik Roorda ontwikkelde hiervoor een relatief eenvoudig systeem. Simpel gezegd: piepschuim (EPS) wordt opgehaald, gesorteerd, op specifieke wijze machinaal verwerkt en uiteindelijk geperst. Deze recycleerde grondstoffen worden vervolgens door de Soprema Group gebruikt voor het maken van nieuwe isolatieproducten die teruggaan naar de Nederlandse bouwindustrie.

Inmiddels verwerkt het bedrijf in Drachten zo jaarlijks ongeveer 1 miljoen zakken met piepschuim, dankzij samenwerkingen met heel veel ondernemingen, overheden en instellingen. Marthijs Roorda: ,,Wij garanderen onze partners dat al het door ons ingezamelde piepschuim hoogwaardig wordt hergebruikt. We zijn hiervoor ook als eerste bedrijf in Europa door Kiwa-gecertificeerd.’’

Het concept werkt. De laatste jaren sloten zo’n beetje alle gemeenten in Groningen, Friesland en Drenthe een convenant met EPS Nederland. Zij laten allemaal hun oude piepschuim inzamelen, zodat het materiaal terug kan keren, vooral in de bouw. Roorda: ,,Het is omdenken, samenwerken. Daar staan we voor en we hebben alle partijen nodig om dat te kunnen blijven waarborgen.’’

Te beginnen in Noord-Nederland. Maar daar blijft het wat de broers betreft niet bij. ,,Wij hebben met elkaar een gesloten sociaal en duurzaam systeem gecreëerd, met korte aanvoerlijnen. Het systeem is eenvoudig te kopiëren naar andere landen en regio’s. Dat hoeven wij niet allemaal zelf te doen, maar we helpen wel met het opzetten ervan.’’

Honderden start-ups zien jaarlijks het levenslicht. Veel daarvan groeien op tot een stabiele onderneming, sommige stranden vroegtijdig, een heel klein deel verovert de wereld. Wie zijn die starters, wat willen ze, wat doen en laten ze ervoor, waar willen ze heen? Start Me Up duikt in een wereld vol beloften, onzekerheid, doorzettingskracht, visie en hard werken.

Boomhutbeleving

Wie Mitchel Scheepers

Wat bouw van boomhutten

Waar vanuit Nieuweroord

Waarom om gezinnen mooie herinneringen te geven

Hoe door creatief ontwerpen en kundig met hout bouwen

7jaar oud was Mitchel Scheepers toen hij zijn eerste boomhut bouwde. Samen met zijn vader timmerde hij een mooi platform rond een appelboom bij hun huis in Tsjechië. Een paar jaar later maakte hij er nog één, helemaal op eigen initiatief. Dat gevoel van vrijheid, dat realiseren van een droom liet hem nooit helemaal los. En nu is hij professioneel boomhuttenbouwer, vanuit zijn thuisbasis Nieuweroord, niet ver van Hoogeveen.

Op heel wat plekken in Nederland staan inmiddels bouwsels van zijn hand, fantasierijke en prachtig gevormde paleisjes van hout. Bij particulieren en ook steeds meer bij scholen. ,,Mensen hebben een romantisch jongensboekidee bij een boomhut. Het maakt iets los, het doet denken aan de kindertijd denk ik ook vaak.’’ Scheepers leerde het vak van boomhutbouwer Antoinette Blok, die op haar beurt haar kennis opdeed bij de Amerikaan Pete Nelson, bekend van tv-programma Treehouse Master. Zijn stage voelde als een droom.

HIER HEB JE GENOEG BOMEN ,,Nou, mijn échte droom is het realiseren van een eigen boomhuttenpark, waar gezinnen samenkomen en de mooiste herinneringen maken voor het leven en dat ook nog eens in de prachtige natuur. Dat is een van de redenen waarom we naar Drenthe zijn gekomen. Hier heb je genoeg bomen. Het is wel lastig om een terrein te vinden waar het zou kunnen”, zegt Scheepers. Eigenlijk zoekt hij dat gevoel van buiten zijn, van de natuur opzoeken dat hij uit zijn jeugd in Tsjechië kent. Dat buitenlandse woonavontuur kwam destijds pardoes tot een eind toen zijn vader plotseling overleed.

Na een lastige tijd landde het gezin in NoordHolland, waar Scheepers naar het vmbo ging. ,,Ik moest echt weer Nederlands leren. Spreken kon ik wel, maar schrijven en lezen deden we minder. Ik realiseerde me toen al wel dat met hout werken mijn passie was. Ik koos voor de richting fijnhoutbewerking. Niet omdat ik toen al wist dat ik daarmee verder wilde, meer omdat me dat leuk leek.’’

Na een jaar mbo-verpleegkunde, wist hij dat zeker. ,,Het ging kriebelen, ik zat te veel binnen, wilde weer echt iets maken.’’ De opleiding tot meubelmaker in Amsterdam leek het antwoord. Prachtig, maar te weinig natuur en buitenlucht. ,,Maar ik heb er heel veel geleerd en lol gehad en pas dat regelmatig toe.’’

VOLLEDIG GEÏSOLEERDE BOOMHUT

Zijn stage en later werk bij Antoinette Blok maakte alles duidelijk. ,,Ik ben altijd vrij

MITCHEL SCHEEPERS

BOOMHUTTEN ALS CREATIEVE DROMEN

ondernemend geweest. Op school deed ik er op de houtbewerkingsmachines al klussen bij waarmee ik wat verdiende. Ik vond het altijd fijn om alles zelf te regelen en uit te denken. Daarom besloot ik voor mezelf te gaan, in samenspraak met Antoinette. Zij heeft me een vliegende start gegeven door mijn eerste opdrachten te leveren.’’

Dat was een paar jaar geleden. Intussen heeft Scheepers zijn eigen stijl ontdekt. „Ik gebruik voor particulieren veel douglashout bijvoorbeeld, en mijn vormen worden steeds herkenbaarder. Heel eerlijk? Bij alles wat ik bouw, heb ik mijn eigen droom voor ogen. Dan denk ik: hé, deze techniek kan ik straks

in mijn eigen park toepassen. Of, dat is een leuk idee, moet ik onthouden. Komend voorjaar bouw ik mijn eerste volledig geïsoleerde boomhut bijvoorbeeld. Dan kom je toch wel langzaam richting het einddoel.’’

EEN DAG OF 40 ZOET

Particulieren waren zijn eerste klanten. „En toen belde er ineens een basisschool in Den Haag. Die klus heb ik opgepakt samen met een bouwer die ik nog kende. Dat is toch wel wat anders, zo’n openbare boomhut. Je hebt veel meer regels, vooral omtrent veiligheid. Maar prachtig om te doen. Heel gaaf om die kinderen te zien genieten in de buitenlucht.’’ Meer scholen volgden, net als bedrijven.

Mitchel Scheepers geniet van alles. Met een grote boomhut is hij een dag of 40 zoet. ,,En daar komt de teken- en uitwerktijd bij. Ik ga bijna altijd van tevoren bij de mensen langs om samen tot het mooiste ontwerp te komen. Dat moment dat je voor het eerst met je klant op een platform staat en hoort: ‘Hé, zo heb ik mijn tuin nooit gezien’, is geweldig.’’

En in zijn eigen tuin? Staat ook een boomhut in wording. ,,Voor de kids. Die doen hetzelfde als wat ik met mijn vader deed: je creativiteit de vrije loop laten en mooie dingen verzinnen. Samen herinneringen maken’’

TEKST JEAN-PAUL TAFFIJN

FRIESE SOFTWARE KAN WAT OUDE COOKIES NIET MEER DOEN

Taggrs

Wie Niels Olivier, Jorjan Jorritsma, Steven Hooisma en Niek Schlepers

Wat software voor meer en betere gebruikersgegevens

Waar Heerenveen

Waarom omdat er een alternatief moest

komen voor afnemende cookies

Hoe door de ontwikkeling van Service Side

Tracking

TEKST JEAN-PAUL TAFFIJN

FOTO NIELS DE VRIES

Het gebruik van zogeheten third party cookies neemt in rap tempo af, dus het wordt voor bedrijven steeds lastiger om goede data over het gebruik van websites te krijgen.Third party cookies, cookies van derden, worden geplaatst door bedrijven die niet direct betrokken zijn bij de organisatie. Dat ze verdwijnen is goed voor de internetprivacy, slecht voor de marketing strategie.

TAGGRS ontwikkelde software om dat pro-

NIEK SCHLEPERS

JORJAN JORRITSMA

NIELS OLIVIER

STEVEN HOOISMA

bleem het hoofd te bieden. En daar zit de markt op te wachten. De tech-startup groeit vanuit Heerenveen razendsnel.

In wezen ontstond het bedrijf vanuit een eigen uitdaging van twee van de oprichters, oud-schaatstalenten Niels Olivier en Jorjan Jorritsma. Hun online marketingbedrijf liep steeds vaker tegen het probleem aan dat gegevens van gebruikers steeds minder bruikbaar bleken. Grote techbedrijven en providers gaan in toenemende mate het gebruik van third party cookies tegen.

GERICHTE MARKETING STEEDS MOEILIJKER

Met als gevolg dat gerichte marketing steeds moeilijker wordt. De meeste mensen kennen dit wel: als je een barbecue hebt gekocht, blijf je maar lastiggevallen worden met meer aanbiedingen voor barbecues, terwijl je meer zou hebben aan een kookschort, of een accessoireset. Dat komt doordat bestaande trackers ergens het spoor bijster raken, uit gebrek aan de goede data.

Dus bedachten de Friezen dat dat probleem met technologie op te lossen moest zijn. ,,Dat was bijna 2 jaar geleden’’, vertelt Niek Schlepers, die destijds samen met Steven Hooisma een softwarebedrijf had, in hetzelfde kantoor. Samen staken ze driekwart jaar in het ontwikkelen van software, die daarna onmiddellijk een schot in de roos bleek.

,,We maken gebruik van een ander soort cookie, een first party cookie. Onze klanten koppelen onze software aan hun website –een webshop vaak – en die toont de gegevens van hun klanten.’’

BLIJVEN ZIEN WAT ER GEKOCHT IS ,,Omdat de cookies van de website-eigenaar zelf zijn, worden ze niet geblokkeerd. Zo kunnen ze blijven zien wat er gekocht is, maar ook op welke momenten winkelwagentjes niet werden afgerekend bijvoorbeeld, waar in de klantreis twijfel zat, welke doelgroep aantrekkelijk is en meer. In het verleden hadden Google en Meta de volledige controle over jouw websitedata, wij draaien dat om. Met onze oplossing verzamel je zelf de data en beslis jij wat ermee gedaan wordt. Daardoor is het privacyvriendelijker.’’

Dat is goud waard, zo blijkt. In korte tijd wordt de Friese software al gebruikt op meer dan 7000 websites over de hele wereld. Meer dan 500 marketingbureaus maken daarnaast gebruik van het product van TAGGRS. Het team groeide in een paar maanden van vier naar achttien medewerkers; en er is ruimte voor meer mensen.

,,We zoeken de beste developers van het Noorden, omdat we iets ‘on-Noordelijks’ aan het neerzetten zijn. We werken al samen met de grootste partijen ter wereld, zoals Google en Facebook.’’

Onlangs haalden de jonge ondernemers 2 miljoen euro aan groeigeld op. Schlepers: ,,We willen snel groeien, voorop blijven lopen. Momenteel zijn er maar drie partijen in de wereld die soortgelijke oplossingen bieden. We willen dus snel doorontwikkelen. Naarmate browsers steeds vaker cookies weren en ook consumenten ze afwijzen, worden wij steeds harder nodig. Daarom werken we aan een zo toegankelijk mogelijk platform, waar iedere marketeer gebruik van kan maken.’’

TAGGRS biedt verschillende abonnementsvormen, van gratis tot en met een paar honderd euro per maand. ,,Met het gratis abonnement kunnen bedrijven onze technologie testen. Naarmate ze meer betalen, krijgen ze meer ondersteuning en advies.’’ Dat ze iets moois in handen hadden, zagen de ondernemers wel. Dat het zo goud was, komt ook voor hen als een verrassing. ,,Dat hoop je vooral natuurlijk, maar we zijn klaar om snel op te schalen.’’

,,We zijn inmiddels serieus bezig met een ander pand. Waar? In Heerenveen. We blijven hier, in ieder geval ons hoofdkwartier. Qua medewerkers zijn we op het Noorden gefocust. We willen laten zien dat met het talent uit de regio en de no nonsensementaliteit in het Noorden veel mogelijk is.’’

Van Technisch uitzendbureau naar totale HR-dienstverlener

Van uitzendbureau in de scheepbouw en metaal industrie naar dienstverlener in uitzenden, detacheren, werving en selectie, zzp-bemiddeling, arbodienstverlening en HR-diensten. Alertec groeit vanuit Drachten gestaag. Algemeen directeur Johan Nijp aan het woord over gebrek aan vakmensen en kansen voor dienstverlening aan het mkb.

Van uitzendkracht in de scheepsbouw naar algemeen directeur. Johan Nijp werkt al twintig jaar voor Alertec Group, het uitzendbureau dat in 2003 door AndrÈ en Herma Hamstra werd opgericht. Twee mannen van de werkvloer, die samen met hun team verantwoordelijk zijn voor de gestage groei en verbreding die nog niet ten einde lijkt.

De groep omvat Alertec Uitzendbureau, Alertec Bouw en Alertec ZZP, D-Jobs Uitzendburo, DJobs Select, Alertec Arbo en Intens Detachering en Dienstverlening. Van metaal tot en met zorg, horeca en techniek. Eind 2024 werd er een participatie gedaan van eenvijftig procent in Vaktec in Groningen, een uitzendspecialist in de leidingbouw en chemiesector.

Johan Nijp: ÑVan gespecialiseerde uitzender in de scheepsbouw en metaal hebben we ons steeds verder verbreed. De vraag nam toe en we zagen kansen om in meer sectoren te doen waar we goed in waren, naast metaal en techniek, ook de bouw en de zorg. Heel dicht op bedrijven zitten die je kunt helpen met waar jij goed in bent. Zorg voor de juiste mensen en laat zien dat je begrijpt wie en wat zoekt. En ga mee met de tijd, de wereld verandert in heel snel tempo. Dat is waar we met name in coronatijd over hebben nagedacht: wat is onze rol, waar liggen kansen, hoe kunnen we blijven bijdragen? We waren in de loop van de jaren gegroeid van regionale uitzender naar een landelijk opererend uitzendbedrijf. We hebben zoín 450, 500 mensen in het noorden werken en ongeveer 600 elders in het land, tot de Rotterdamse Maasvlakte aan toe. Met in Drachten ons hoofdkantoor met alle centrale diensten.î

ÑWe stonden er goed voor, een gezond bedrijf. In de corona tijd hebben we een dip gehad m.b.t. omzetdaling, maar omdat we voldoende spek op onze botten hadden hebben we daarom geinvesteerd in automatisering en digitalisering. Het is nodig om verder te groeien. We stelden ook vast dat de markt verder veranderde, dat steeds meer mensen als zelfstandige aan de slag waren gegaan en de vraag naar dienstverlening toenam.î

ÑWe hebben in de loop van de jaren een Europees partnernetwerk opgezet, waarin we over en weer personeel uit verschillende landen opleiden en begeleiden bij opdrachten en bijbehorende dienstverlening. Vooral in de metaal en scheepsbouw zijn veel vakmensen afwisselend in meerdere landen aan de slag, mede gedreven door wet- en regelgeving. Als gecertificeerde partner zorgen we niet alleen voor kwalitatief goede vakmensen bij opdrachtgevers, maar ook dat alles daarom heen goed en fatsoenlijk is geregeld conform wet- en regelgeving.

Uitzender breidt uit met personeelszaken ÑNiet alleen de vraag naar specialisten neemt toe, ook de druk, door aangescherpte wet- en regelgeving vanuit de overheid. Dat is heel spijtig en slecht voor de toch al zo krappe arbeidsmarkt in ons land, zeker in sectoren die economisch van wezenlijk belang zijn. Natuurlijk moeten we toe naar meer balans in de markt. Door het zo te

doen, werkt het alleen meer krapte in de hand: er is een enorme vraag. Als je voor vakmensen het werken hier lastiger maakt, gaan ze buiten Nederland aan de slag. Ik pleit ervoor dat we daarin zorgvuldiger te zijn: bouw het langzamer af en maak een meer jarenplan om meer balans te creÎren op de arbeidsmarkt.

Door het te snel te willen veranderen jaag je mensen de grens over en wordt het probleem voor Nederlandse bedrijven alleen maar groter. Koester je vakmensen!î

ÑMet de groei in meer labels voor meer bedrijfstakken, constateerden we dat Alertec allerlei specialismen in huis heeft, waar het mkb vaak om zit te springen. Als uitzender en detacheerder van honderden mensen heb je iedere dag te maken met wet- en regelgeving, juridische zaken en personeelszaken zoals verzuim en arbo. We werden vaker gebeld door kleinere bedrijven: kunnen jullie ons daarmee helpen? Zij hebben in toenemende mate moeite dat zelf te doen. Ze kunnen zich geen specialist op het gebied van zowel arbo als HR veroorloven, dus wordt het vaak gecombineerd met ander werk. Die patstelling hebben we omgezet naar nieuwe dienstverlening en met pilots uitgeprobeerd. Het werkt dubbel: door het aan ons uit te besteden is ëarboí bij bedrijven goed geregeld en tegen lagere kosten, omdat we heel exact de verschillende kosten op ieder moment inzichtelijk kunnen maken. Ook zijn onze reintegratietrajecten zeer interessant, omdat wij gebruik maken van ons brede netwerk en zoín twintig re-integratieplekken beschikbaar hebben. Daarvoor bieden wij het mkb nu: Alertec Arbo (ziekteverzuimbegeleiding).

Faciliteren van vakmensen en bedrijven ÑOplossingen bieden aan je klant, dat is onze kracht. Daarom zijn we ook weer gaan investeren in het zelf opleiden van vakmensen en hebben we de praktijkschool nieuw leven ingeblazen onder de naam Alertec Werken & Leren. Er lopen veel vakmensen rond, die buiten hun vak zijn gaan werken. Daar zit een groot potentieel voor bedrijven. Wij hebben zelf veel vakmensen in dienst en een aantal van hen is nu praktijkbegeleider. Mensen die richting hun pensioen gaan, maar gedreven zijn om hun ervaring, kennis en kunde over te dragen. Die koppelen we met een of meer leerlingen aan een bedrijf. Het mes snijdt aan twee kanten, we hebben al diverse leerlingen aan een baan in hun oude vak geholpen. Het succes en de vraag is duidelijk, bedrijven staan in de rij om mee te doen.î

Door gezamenlijke kennisdeling bouwen we aan het personeel van de toekomst! De komende tijd wordt gebruikt om die nieuwe diensten van Alertec goed in de markt te zetten. Tegelijk: de groei is zeker nog niet ten einde, zegt Johan Nijp. ÑWe zien het bij de groeiende vraag naar werving en selectie bij D-jobs en in de toenemende samenwerking binnen onze labels met opdrachtgevers en andere uitzendbureaus. En aan de groeiende behoefte in een toenemend aantal sectoren aan gedreven vakmensen, waar je goed voor moet zorgen. Dat invullen en faciliteren is ons op het lijf geschreven.î

www.alertecgroup.nl

Johan Nijp

SmartLabel

Wie Johannes Oudekerk en Joost Rohde

Wat platform voor muziekartiesten

Waar Groningen

Waarom omdat er een alternatief moest komen voor streamingsdiensten

Hoe door de ontwikkeling van een eerlijker platform

TEKST JEAN-PAUL TAFFIJN

FOTO GEERT JOB SEVINK

Het wordt muziekartiesten niet gemakkelijk gemaakt. En al helemaal niet overzichtelijk. Hun liedjes worden gestreamd en daar houden ze een paar centen aan over. Maar hoeveel, en waarop die vergoeding gebaseerd is, weet bijna niemand. En dan geldt ook: áls je al gestreamd wordt. Want hoe de algoritmes werken die ervoor zorgen dat je in luisterlijstjes komt, is ook ondoorgrondelijk. Het Groningse SmartLabel doet daar wat aan. Op alle fronten. Het legt de macht terug bij de artiest.

„Ons systeem is simpel”, legt Johannes Oudekerk uit. ,,De luisteraar betaalt rechtstreeks aan de artiest, voor elk nummer dat-ie afspeelt. En de artiest bepaalt hoeveel dat kost. Wij zitten daar helemaal niet tussen, we krijgen er ook geen deel van of zo. Wij faciliteren alleen dat het kan. In onze ogen is dat een veel eerlijker systeem dan hoe het nu met streamingdiensten gaat.’’

GEEN MUZIKANT HEEFT DAT GOED GEREGELD

Wat is dan het verdienmodel, zul je je afvragen. Nou, die zit in de toegevoegde waarde. Het gebruik van het platform is gratis voor artiest en fan. De crux zit hem in de vele extra mogelijkheden die SmartLabel de artiest biedt. Directe communicatie, informatie, promotie en meer. De artiest krijgt waardevolle data over zijn volgers en luisteraars en kan daar zijn voordeel mee doen. En voor die dienst vraagt de start-up geld.

I.P.(intellectueel eigendom)-expert Oudekerk begon SmartLabel samen met IT-ondernemer Joost Rohde uit onvrede en verbazing over waar (beginnende) artiesten tegenaanlopen. Rohde: ,,Ons eerste idee was om de rechten van muzieknummers beter vast te leggen, op de blockchain. Dat wilden we gemakkelijk maken, omdat we zagen dat bijna geen muzikant dat goed geregeld heeft. Dat hebben we inmiddels voor elkaar.’’

Oudekerk was zelf manager van bands én komt uit een muzikaal gezin. Hem viel hetzelfde op. ,,Daar komt nog bij dat muzikanten geen juristen zijn. Hoe ze geld moeten ophalen voor het gebruik van hun nummers, weten ze vaak niet. Dat doen wij ook voor ze. Dat was eigenlijk de eerste verbreding van ons idee.’’

Daar bleef het niet bij. Want zou het ook niet fijn zijn om een beter alternatief voor Spotify en Apple Music te hebben? Niet voor niets komen grote artiesten regelmatig in het geweer tegen die grote platforms. Rohde en Oudekerk bedachten een nieuwe dienst, die eerlijker is. TraXs heet die. Steeds meer artiesten maken er inmiddels gebruik van. Daarop kun je de muziek streamen van artiesten die zich bij de Groningers hebben aangesloten, maar ook van alle andere artiesten die je op de bekende diensten vindt, aangesloten dankzij een contract met YouTube Music.

De bouw van het platform moet binnen een jaar klaar zijn, zodat iedereen er gebruik van

GRONINGERS GAAN

AAN MET SPOTIFY

kan maken. ,,Dit is een puzzel. We schrijven een indrukwekkende code die nog niet bestond om dit voor elkaar te krijgen’’, vertelt Reinier de la Parra, die sinds anderhalf jaar onderdeel is van de start-up. Hij ontwikkelt de software. ,,De betaling, de koppeling met blockchain, het platform, dat is best ingewikkeld en kost veel tijd om te bouwen. Maar het werkt gewoon al. De komende maanden gaan we het perfectioneren.’’

Bijzonder aan het platform van SmartLabel is dat de code eronder open source is. Dat wil

zeggen dat iedereen het mag gebruiken. Een bewuste keus, zegt Joost Rohde. ,,Kijk, dat geeft andere ontwikkelaars de kans om applicaties te maken die op ons platform passen. Op die manier kunnen we artiesten en luisteraars steeds meer bieden. En dat is het idee. Wij willen voor artiesten een platform zijn waar ze alles vinden. Van het vastleggen van rechten en het uitbetalen van royalty tot de interactie met fans en het pluggen van liedjes.’’

KOST ZE NIETS

Dat er een markt is voor dit ‘alternatief voor

Spotify’, daarover heeft Johannes Oudekerk geen twijfel. ,,Ik ontmoet overal in de wereld artiesten en producers op musictechbijeenkomsten. Het enthousiasme voor ons platform is groot, net als het vertrouwen erin.

Niet voor niets hebben we al een paar grote artiesten vastgelegd als ambassadeur. Het goede is dat artiesten niets te verliezen hebben als ze zich aansluiten bij ons. Kost ze niets, maar ze krijgen wel de kans een relatie met hun fanbase op te bouwen.’’

Gratis tip voor ondernemers van Erik

,,Je kunt altijd honderd redenen bedenken om dingen níet te doen. Maar dat is in wezen een strijd van je hoofd tegen dat gevoel in je buik. Stel jezelf de vraag: ‘Als ik als leider niet de macht heb om een cultuur te veranderen, wie heeft die dan wel?’’’

Erik Jansen is vanuit Leeuwarden directeur-eigenaar van DTL Groep BV, Bultena Verhuur BV, Siderius Heftrucks BV en Bultena Tillemans Verhuur BV

Dit zegt Peter

„Echt leiderschap begint met jezelf onder ogen zien. Erik ontdekte dat zijn bedrijf pas kon groeien toen hij de moed had om te veranderen – niet door harder te werken, maar door bewuster te leiden. Dus stel jezelf zo nu en dan eens de vraag: ‘Ben ik nu de leider die mijn medewerkers en mijn gezin verdienen?’”

Peter Scherjon begeleidt ondernemers vanuit Hartman & Hartman

LEIDERSCHAP EN ONDERNEMEN

Ondernemen is vallen en opstaan, uithuilen en aanpakken. Het is leiderschap tonen en benaderbaar zijn, focus houden en uitzoomen. Elke ondernemer is uniek, alle ondernemers hebben te maken met gelijksoortige uitdagingen. In de serie Leiderschap en Ondernemen zoeken we de steentjes in de schoenen en de schatten die eronder verborgen liggen.

ERIK JANSEN GOOIDE DE BOEL OM EN VINDT ZICHZELF WEER LEUK

TEKST JEAN-PAUL TAFFIJN FOTO MARCHJE ANDRINGA

‘We hebben je gezien en komen er zo aan. Pak vast een kopje koffie.’

Op de glazen deur van het gloednieuwe pand in Leeuwarden staat deze tekst. De enorme muur in de showroom vol heftrucks, rupskranen en verreikers is beschreven met mooie teksten, over het leven veelal. Allemaal van medewerkers. Dit is geen typisch pand voor een bedrijf dat aan verhuren en verkopen van werkmaterieel doet denken. En dat is heel bewust.

Directeur-eigenaar Erik Jansen heeft de wasverzachter er de afgelopen jaren op losgelaten. Niet alleen op zijn bedrijven, maar ook op zichzelf. Of, zoals hij het zelf graag zegt: hard schreven we vroeger met een D, maar tegenwoordig met een T. Pas op dat je het niet verwart met soft. Dit is een duidelijke koers naar een betere beleving voor medewerkers en klanten, waar ruimte is voor contact en verbinding. En ja, dat werpt vruchten af. ,,We groeien in omzet, maar belangrijker vind ik dat het werk, de sfeer en het leven leuker zijn geworden.’’

Mensen die Jansen kennen van pakweg 10 jaar geleden zullen zich afvragen wat hier gebeurd is. Het is een ontwikkeling, waarvan de noodzaak wordt gesymboliseerd met een broodtrommeltje. ,,Mijn vrouw stond op een ochtend na de kerstvakantie –waarin ik 2 weken ziek was geweest – bij de deur om me uit te zwaaien en me mijn brood mee te geven. ‘Tot volgend jaar’, zei ze. Dat kwam binnen. Ik heb het niet droog gehouden. Onderweg naar het werk realiseerde ik me van alles. Dat het altijd om mij ging, dat ik mijn geluk uit mijn werk haalde. Ik deed lang niet alles eraan om

mijn gezin bijeen te houden. Dat we nog samen zijn, komt door haar liefde.’’

Jansen trapte in de val die zoveel ondernemers voor zichzelf opzetten. Gaan, groeien, doorbeuken, niet achteromkijken, werken, werken, werken. Gevoel uitschakelen. ,,Ik had toen nog niet eens een eigen bedrijf. Ik was servicemanager bij een grote vuilverwerker. Maar ik wilde eigenlijk altijd al iets voor mezelf.’’ Dat moment kwam toen hij dik 17 jaar geleden Bultena Verreikerverhuur overnam, en 2 jaar later Siderius Heftrucks BV. Daarna volgde nog zeven overnames, verspreid over het land.

,,In het begin was het rustig. Ik was veel meer thuis dan ik ooit geweest was. Maar ik begon me op het werk te vervelen. Daarom stond ik open voor die groei.’’ Hij had zijn vrouw nog zo beloofd dat hij zich niet aan dezelfde steen zou stoten. Maar deed het toch. ,,10 jaar geleden stond ik voor de spiegel. Eindelijk, zou je zeggen. Ik woog 120 kilo van het slechte eten langs de weg. Ik voelde me helemaal niet fit, was 100 uur per week aan het werk. Alweer. Intussen draaide mijn MT vast. Er werd gescholden en getierd. Ik was gekomen waar ik niet wilde zijn. En intussen maar de façade overeind houden. Ik had succes toch? Met ondernemers gaat het altijd goed. Onzin. Op het werk voelde het niet goed, thuis was ik veel te weinig. Maar geef het maar eens toe allemaal.’’

Dat we nog samen zijn, komt door haar liefde

Dat deed hij. ,,Ik had een teamcoach ingeschakeld voor mijn MT. Niet voor mij natuurlijk. Aan mij mankeert niks. Dacht ik. Toch nam hij me een keer mee wandelen en vroeg: ‘Wat is voor jou het belangrijkst?’ Makkie toch? Ik begon vanuit mijn hoofd allemaal antwoorden te geven, op zoek naar wat hij wilde horen. Ik raakte gefrustreerd dat ik er niet uitkwam. Toen zei hij: ‘Nee Erik, volgens mij is het antwoord ik’ Dat hakte er in. Vervolgens vroeg hij me naar mezelf te kijken zoals ik naar andere mensen kijk. Dat was slikken en breken. Ik vond mezelf helemaal niet leuk. Niet als baas en niet als echtgenoot. Ik realiseerde me dat ík moest veranderen als ik thuis en in mijn bedrijf vooruit wilde.’’

Verbinding is het toverwoord. Die was weg. Met zijn medewerkers, met zijn vrouw. Met hemzelf, met zijn gevoel. Dus is hij de verbinding weer gaan zoeken. ,,Toen heb ik voor het eerst van mijn leven iemand ontslagen. Ik wilde het bedrijf dat bij mij past, waar ik zou willen werken. Dat betekent investeren in de mensen, in de werkomgeving, in de teams. Samen hebben we onze kernwaarden opgesteld en daar leven we als bedrijf naar. Ik voel me niet meer de baas, het alfamannetje. Het bedrijf is nu echt van ons allemaal. Dat merken onze klanten natuurlijk ook. Zij hebben écht contact met ons, échte verbinding.’’

Die keuze betekent alles. Thuis is het leven veel mooier, het bedrijf groeit in alle opzichten, serieuze knopen worden doorgehakt. ,,We zijn zachter geworden, maar vooral voor elkaar. Op de feiten kunnen we hard zijn, we spreken elkaar heus aan op van alles. Afspraak is afspraak. Maar spelen op de man is er niet meer bij. Ik ben allergisch geworden voor de uitspraak ‘zo ben ik nou eenmaal’. Dan geef je het op. Je kunt beter vragen ‘Wie wil ik zijn?’ Dat is waar het om gaat.’’

ERIK JANSEN

Stappen naar circulair: oogsten voor het bouwen

In Gorredijk vervangt Elkien 36 verouderde woningen door 40 bijna energie neutrale woningen. Lont is een van de vaste bouwpartners van Elkien. Zij realiseren deze wijkvernieuwing. Maar voordat je nieuw kunt bouwen, moeten de oude woningen eerst plaats maken. En wat doen we met de materialen die daarbij vrijkomen. Is het slopen of oogsten? Inspiratie uit de bouwkeet.

Half januari vertrokken de laatste bewoners uit de Geert van der Zwaagstrjitte en de Rindert van Zinderen Bakkerstrjitte in Gorredijk. Ze lieten 36 woningen achter die 70 jaar geleden zijn gebouwd en waarvoor in ketensamenwerking door Elkien en Lont een nieuw plan is ontwikkeld. ÑDeze woningen hadden echt het einde van hun levensduur bereikt. De woningen hadden een ouderwetse indeling. En wat je nu ook zou doen om ze naar de eisen van deze tijd te tillen, groter worden ze er niet van. In overleg met de bewoners en de gemeente is gekozen voor nieuwbouw. Fijne comfortabele woningen die weer decennialang mee kunnenî, licht Martijn Rijpstra van Elkien toe. Als alles volgens planning verloopt, kunnen de bewoners in het laatste kwartaal van 2026 in hun nieuwe thuis gaan wonen.

Hoe kun je 40 nieuwe woningen bouwen op de plek waar eerder 36 woningen stonden? Martijn Rijpstra: ÑWe maken gebruik van het bestaande stratenplan. Die breiden we uit met een nieuwe lus in de weg. We zorgen voor meer rust en ruimte rondom de woningen. Er is meer openbaar groen. Zo ontstaat een hechte buurt met licht en ruimte en comfortabele woningen voor een- en tweepersoonshuishoudens en kleine gezinnen.î

Het hoogst haalbare

Toen de laatste bewoners vertrokken, werd het tijd voor het verwijderen van wat er nu nog heel even staat. Anders gezegd: circulaire sloop.

Hoofdaannemer Lont werkt daarvoor samen met TN Slopen & Saneren. Wat TN doet, is alle 36 huizen stuk voor stuk ontmantelen. CV-ketels, keukens, binnendeuren inclusief kozijn, duizenden dakpannen en zelfs de panlatten, buitendeuren en ramen compleet met hun kozijn. Dat is inderdaad iets heel anders dan met de sloophamer te keer gaan en het in de container gooien, benadrukt Tjitte Noppert, die verantwoordelijk is voor dat zorgvuldige sloop- en demontageproces. ÑOns circulaire sloopwerk wordt daarom gedurende ieder project getoetst door Normec, een gecertificeerde instelling.î

ÑJe kijkt wat het hoogst haalbare is: het liefst demonteer je alles en gebruik je dat weer in de nieuwe woning. Dat is alleen bijna onmogelijk door de voorschriften voor hedendaagse materialen, maatvoering en de wet- en regelgeving rond het Bouwbesluit. We stellen nu hele andere eisen aan bijvoorbeeld de hoogte en breedte van een deur en vergaande eisen aan het glas in een nieuwbouwwoning. Maar je kunt het als particulier in je eigen verbouwing of aanbouw prima hergebruiken. Alles wat hier door ons wordt verwijderd, krijgt allemaal weer een plek. En wat je niet als product kunt hergebruiken, laten we verwerken tot nieuw product, zoals bijvoorbeeld de gipsplaten. Dat wordt gewoon weer nieuw gips.î

Bewustwording

ÑWeet je wat mooi is? Met uitzondering van het asbest uit de woningen, komt hier nul afval vandaan. Alles wordt hergebruikt, krijgt een nieuwe bestemming of wordt verwerkt tot eenzelfde nieuw product. Dat is echt een heel

Haije Wierda, Tjitte Noppert en Martijn Rijpstra

groot verschil met een aantal jaren geleden. We hebben met elkaar grote stappen gezet naar circulariteit, naar hergebruik en besparing op grondstoffen. Het is mooi dat we die gelegenheid hier krijgen. Wij willen als circulair sloop- en demontagebedrijf graag voorop lopen en Elkien stimuleert dat.î

Zo bestaat een ësloopwoningí gewoon weer uit producten en grondstoffen. Het past bij de ambitie van Elkien om te bouwen aan een betere wereld. Bewust omgaan met wat er al is, afvalstromen verminderen, materialen hergebruiken, minder grondstof gebruiken. Zo wordt slopen oogsten: ÑHet beton bijvoorbeeld dat we bij sloop en renovatie verzamelen, krijgt altijd weer een bestemming. Als granulaat voor een fietspad of als onderdeel van grind. Het wordt altijd weer ingezet in de buurt van waar het ook vandaan haalden. Het is bewustwording. Kijken naar de mogelijkheden en doen. Daarvoor heb je partners nodig die er ook zo in staan, die dat begrijpen en intrinsiek gemotiveerd zijn om concreet bij te dragen.î

Draagkracht en kansen

Een van die partners is Lont, de bewuste bouwer, die hoofdaannemer is voor dit project in Gorredijk. Haije Wierda: ÑHet start met een visie hoe je naar de wereld kijkt. Je moet vooral vertrouwen hebben in elkaar. Het leert je heel veel, het maakt je bewust van wat je eigenlijk in handen hebt, zoveel materiaal en grondstof. Dat is een belangrijke trigger richting circulaire bouw als onderdeel van een circulaire economie. Het is belangrijk dat we als bouwketen nog

nauwkeuriger leren kijken naar het proces en de mogelijkheden; ik denk dat je in de regio de samenwerking moet verbreden om nog meer draagkracht en kansen te krijgen voor de versnelling naar circulair. Hier zie je wat er mogelijk is: het inspireert, het zet aan tot denken en actie.î

Aan actie bij de sloopbedrijven blijkt geen gebrek. Al dertien bedrijven uit de sector, waaronder TN Slopen & Saneren, hebben zich verenigd in coˆperatie Insert. Zo maken ze nog meer hergebruik van materialen mogelijk. Tjitte Noppert: ÑHet gaat er om dat materialen en producten weer een plek vinden. Een ook dat je van elkaar weet welke voorraad aan materialen je hebt. Het toont aan dat we grote stappen zetten in de hele keten zoals Haije net zegt. Deze projecten tonen aan dat er veel kan als je het samen doet.î Martijn Rijpstra: Bij Elkien kijken we niet alleen naar vandaag maar ook naar de toekomst. We zijn er voor de huidige bewoners en voor de generaties die na ons komen. Daarbij kijken we niet alleen naar de behoefte van onze bewoners maar ook naar de toekomst van de planeet. Daar is dit nieuwbouw project in Gorredijk een prachtig voorbeeld van!î

www.tnslopenensaneren.nl www.lont.nl www.elkien.nl

COLUMN

INNOVATIE: HOE EEN OUDE VROUW JONG LIJKT

Mensen zoeken altijd naar duidelijkheid. Liefst gewoon zwart of wit. Zwart-witdenken is heerlijk, want alles wat je tegenkomt is goed of fout, eenvoudiger kan het leven niet worden. Zwart-witdenken staat op gespannen voet met innovatie, want innovatie vergroot juist onze keuzemogelijkheden. Innovatie zit zelf ook vol paradoxen, innerlijke tegenstrijdigheden die toch kloppen. Zaken die niet gelijktijdig waar kunnen zijn, maar dat wel zijn. Denk aan een oude vrouw die jong lijkt. Of een jonge vrouw die oud lijkt.

Voor zwart-witdenkers bestaan slechts twee kleuren en innovatie verpest die eenvoudige werkelijkheid. Dat begint al direct bij de extremen wit en zwart. Kijk maar eens in een verfwinkel, je vindt er crèmewit, zuiverwit, verkeerswit, signaalwit en parelwit. Voor de doehetzelvers onder ons: elke witomschrijving correspondeert met een ander RAL-nummer. Elders vind ik nog ivoorwit, sneeuwwit en vuilwit, en nog een tiental andere witomschrijvingen.

Volgens de website van Jumbo bestaat hun assortiment ‘frisdrank en sappen’ uit 1193 (!) producten. En dat geldt eigenlijk voor alles. Een tijdje geleden zochten wij nieuwe deurklinken en ook daar is het aantal varianten overweldigend. Want elke fabrikant weet het beter en biedt een deurklink voor elke klantwens. Met als resultaat deurklinken in alle mogelijke kleuren, vormen, maten en materialen. Ook hier is innovatie de schuldige, want dat stimuleert aanbieders elk product steeds weer te verbeteren. En zo wordt elke keuze een probleem.

Innovatie predikt trouwens niet alleen verbeteren maar ook vernieuwen. Het advies is dan juist tegengesteld: vergeet je oude product, maak iets geheel nieuws. En dus bedenken andere bedrijven deuren met sensors die automatisch openen en waarmee deurklinken overbodig worden.

Ook in de omgang met klanten vinden we een innovatieparadox. Het zijn klanten die betalen voor innovaties en dus is het logisch om altijd goed naar klanten te luisteren. De directeur van het succesvolle Groningse bedrijf Klippa zei ooit: ‘Het is nog nooit voorgekomen dat we zelf iets bedacht hebben’. Alle innovaties van Klippa worden bedacht door klanten.

Maar Steve Jobs werd beroemd met zijn uitspraak dat klanten helemaal niet weten wat ze willen. Hij stelde vast dat niemand Apple ooit had gevraagd om één apparaat waarmee je kunt bellen, muziek luisteren, foto’s maken, nieuws lezen, notities maken en nog duizend andere dingen. Nog verder terug in de tijd zei Henry Ford, oprichter van het automerk: ‘Als ik mensen had gevraagd wat ze willen, hadden ze gezegd een sneller paard’.

Een paradox vinden we ook bij advies over hoe je moet innoveren. Innoveren is te belangrijk om aan het toeval over te laten en kost vaak veel tijd en geld. Pak het dus doordacht aan. Stel je doel vast en werk daar stap voor stap naartoe. Anderen zijn echter voorstan-

der van een soort flierefluiteraanpak: begin gewoon ergens en zie maar waar het schip strandt. In de praktijk boeken bedrijven soms succes met een planmatige aanpak en soms door opportunistisch te handelen.

Al deze (en andere) paradoxen maken innovatie tot een veelkoppig monster. Vol tegenstrijdigheden die allemaal waar zijn. Zoals de bekende tekening van een oude vrouw waarin je ook een jonge vrouw kunt zien (of andersom). Zie je het plaatje voor het eerst (zoek op internet ‘optische illusie vrouw’) en heb je vastgesteld dat het een oude of jonge vrouw is, dan is het lastig om de andere vrouw te zien. Creatieve mensen zijn in staat snel te switchen tussen beide interpretaties van de tekening. Voor hen is de wereld niet of zwart of wit, maar beide tegelijk, afhankelijk van hoe je kijkt.

Het is niet verwonderlijk dat innovatie gebaat is bij het afwisselend kunnen zien van geheel verschillende ‘waarheden’, want zo werkt succesvol innoveren. Het resultaat zijn smartphones en auto’s, meer dan duizend soorten frisdrank en veel te veel deurklinken. En zo maakt innovatie onze wereld niet eenvoudiger

Dr. Eelko Huizingh werkt bij de vakgroep Innovatiemanagement & Strategie van de Rijksuniversiteit Groningen en is auteur van het boek Innovatiemanagement

Noardling: Sinds 2025, maar wel meer dan 250 jaar ervaring…

„Noardling staat voor vakmanschap en innovatie in watertechnologie.” Dat zegt Grada van der Schoot, hoofd sales en marketing bij Noardling. „We zijn de bundeling van drie sterke namen in de watertechnologie: Landustrie, Hubert en Desah. Samen combineren we meer dan 250 jaar kennis en ervaring in waterinname, waterbehandeling en afvalwaterzuivering. Hier in Sneek bedenken en maken we praktische oplossingen die wereldwijd worden ingezet.”

Duurzaamheid als standaard Noardling zet vol in op duurzaamheid. ÑOnze producten hebben een lange levensduur en minimaliseren de impact op het milieu,î vertelt Van der Schoot. ÑWe winnen energie en grondstoffen terug uit afvalwater en ontwikkelen waterkrachtoplossingen voor duurzame energieopwekking. Dit is geen toekomstmuziek, we passen deze technologieÎn nu al toe.î Die duurzame aanpak is niet alleen terug te vinden in de producten van Noardling, maar ook in de manier waarop het familiebedrijf wordt geleid onder leiding van CEO Johan Langius. ÑWe hebben de tijd genomen om de bestaande bedrijven op een goede manier samen te voegen tot Noardling. Een belangrijke voorwaarde vanuit de familie was dat het werk van 220 mensen behouden zou blijven. Met deze stap is Hubert vanuit Stavoren weer terug in Sneek, waar het bedrijf 36 jaar geleden al produceerde. De bundeling van vakmanschap en kennis in Noardling is essentieel voor de borging van onze kennis en ervaring naar de toekomst toeî, vertelt Van der Schoot. ÑDoor deze stap kunnen we bestaande en nieuwe klanten beter bedienen en onze marktpositie uitbreiden in zowel binnen- als buitenland, met name in Europa, het MiddenOosten, Noord-Afrika en Amerika.î

‘De bundeling van vakmanschap en kennis in Noardling is essentieel voor de borging van onze kennis en ervaring naar de toekomst toe’

Reina Wondaal, HR-manager bij Noardling, vult aan: ÑIedereen die hier werkt, draagt bij aan de slimme en duurzame innovaties die wereldwijd worden ingezet. Dat doen we zonder poespas, maar met een nuchtere aanpak die past bij onze identiteit.î

Van aanvraag tot oplevering Wanneer een klant bij Noardling een aanvraag indient, kan dat variÎren van een waterzuivering tot een fabriek die een grote hoeveelheid schoon

water nodig heeft. De producten die Noardling maakt zijn divers: van pompen en beluchters tot vijzels en filters voor grote hoeveelheden water. De sales engineers werken nauw samen met de klant om een passende technische oplossing te bieden, waarna engineering het ontwerp in detail uitwerkt. Vervolgens zorgen werkvoorbereiding en inkoop ervoor dat alle materialen beschikbaar zijn. In de grote productiehallen worden de onderdelen bewerkt, gelast, geassembleerd, gestraald en gespoten, tot het eindproduct gereed is voor transport. Op locatie worden de systemen geÔnstalleerd en gemonteerd door onze eigen monteurs, altijd onder de nauwgezette begeleiding van de projectleiders. Ook na oplevering blijft Noardling betrokken door service en onderhoud te bieden. ÑDit kunnen filters zijn voor kerncentrales, vijzels voor Amerika, beluchters voor het Midden-Oosten, ruimerbruggen voor de rioolwaterzuiveringsinstallatie in Birdaard of pompen voor gemeenten,î licht Van der Schoot toe.

Samen bouwen aan de toekomst in watertechnologie

Volgens Van der Schoot is vakmanschap de ruggengraat van Noardling: ÑOnze producten worden niet alleen ontworpen, maar ook hier in Sneek geproduceerd. Van lassers en monteurs tot engineers en projectleiders: iedereen heeft een essentiÎle rol in het proces.î

Wondaal benadrukt het belang van kennisdeling:

ÑIedereen die hier start, werkt eerst een paar dagen in de productie. Zo leer je meteen door wie en hoe onze producten worden gemaakt en waarom vakmanschap bij ons zo belangrijk is.î

Met 220 vakmensen onder ÈÈn dak die hoogwaardige producten ontwikkelen en maken voor de wereldwijde watertechnologie. ÑEn er is volop ruimte voor groeiî, zegt Van der Schoot.

ÑTerwijl we het afgelopen jaar druk waren met de integratie van de bedrijven, kregen we een enorme boost aan nieuwe opdrachten. Dat toont onze potentie en het vermogen van al onze mensen om ook in een periode van verandering kwaliteit te blijven leveren.î

‘Waterbeheer, afvalwaterzuivering, hergebruik van grondstoffen en duurzame energieopwekking zijn cruciale thema’s. Met Noardling leveren we een directe bijdrage aan deze uitdagingen’

Watertechnologie voor de toekomst De vraag naar innovatieve watertechnologie groeit

wereldwijd. ÑOnze expertise wordt steeds belangrijker,î legt Van der Schoot uit. ÑWaterbeheer, afvalwaterzuivering, hergebruik van grondstoffen en duurzame energieopwekking zijn cruciale themaís. Met Noardling leveren we een directe bijdrage aan deze uitdagingen.î

Wondaal vult aan: ÑWe willen niet alleen producten leveren, maar ook een werkplek bieden waar mensen met trots kunnen werken. Bij Noardling draait het niet alleen om technologie, maar vooral om de mensen die het mogelijk maken.î

GeÔnteresseerd in een toekomst bij Noardling? Kijk op www.noardling.nl/werken-bij/ en ontdek hoe jij als vakmens kunt bijdragen aan innovatieve en duurzame watertechnologie. www.noardling.nl/werken-bij/

Grada van der Schoot en Reina Wondaal

‘Bijdragen aan het verminderen van CO₂ uitstoot’

Het produceren van hoogwaardige, milieuvriendelijke en efficiënte toevoegingen voor verschillende industriële markten, landbouw, food en medische sector. Dat is waar Kisuma, sinds 1999 gevestigd in Veendam, zich mee bezighoudt. Deze magnesiumverbindingen zorgen ervoor dat afnemers kunnen innoveren en transformeren op het gebied van duurzaamheid en betere producten.

Kisuma maakt deel uit van een bedrijf dat actief is over de hele wereld. In Veendam werken circa 120 medewerkers. De meesten komen uit de omgeving, maar ook promovendi van de RUG en Hogeschool weten hun weg te vinden naar Kisuma.

Verduurzaming

Het bedrijf zoekt continu naar manieren om zijn productieprocessen efficiÎnter en milieuvriendelijker te maken. Zo was er in de afgelopen 5 jaar sprake van 39% minder afval, werd er 20% minder water per ton product gebruikt, werd er 21% minder gas gebruikt en was er sprake van 21% minder CO₂ uitstoot. ÑOnze verduurzaming is daarmee nog lang niet ten eindeî, geeft Philip Mulders, Commercial and Business Development, aan. ÑZo willen we binnen onze hele keten in 2035 CO₂ neutraal produceren.î

Daarvoor wil Kisuma een grote elektrische boiler aanschaffen. Mulders:Ñ Het voorbereidende werk is inmiddels gedaan, het wachten is nu op de vergunningen en dat duurt lang. Het voordeel van deze boiler is dat we bij gunstige omstandigheden, bijvoorbeeld veel wind, op elektriciteit kunnen produceren in plaats van op gas. Dat biedt ons, en andere bedrijven in de omgeving, meer flexibiliteit en is bovendien beter voor het milieu.î

Europese partners

Klimaatverandering en uitdagingen waarmee ons milieu wordt geconfronteerd krijgen dus veel aandacht binnen het bedrijf, niet alleen intern, maar zeker ook daarbuiten. Zo doet Kisuma

Een deel van de medewerkers van R&D bij Kisuma, met links Philip Mulders.

samen met TNO onderzoek naar een manier om de CO₂ uitstoot bij bedrijven te verminderen. Mulders: ÑWe werken op dit gebied nauw samen met diverse Europese partners in een aantal door de EU HORIZON gesubsidieerde CO₂reductieprojecten, zoals STEPWISE, FReSMe en INITIATE. Hiervoor heeft Kisuma een essentieel onderdeel ontwikkeld en geproduceerd, namelijk een soort tablet, die in de door TNO ontwikkelde Sorption Enhanced Water Gas Shift technologie (SEWGS) wordt toegepast. SEWGS vangt CO₂ en waterstof op. En daarmee kun je nieuwe producten maken. Het is een oplossing om de CO₂ voetafdruk van grote bedrijven, zoals bijvoorbeeld in de staalindustrie, chemische sector, raffinage, kunstmestproductie en elektriciteitscentrales te verkleinen.î De SEWGS-methode is inmiddels succesvol getest bij het Zweedse staalbedrijf SSAB.

ÑDankzij deze ontwikkelingen kan afgevangen waterstof en CO₂ nuttig worden gebruikt, bijvoorbeeld om methanol te produceren. Er zijn inmiddels schepen die varen op methanol. Maar, je kunt er ook ammonia of ureum van maken. Dat laatste wordt gebruikt bij de productie van kunstmest.î

Vergroenen

Het afvangen van CO₂ wordt steeds belangrijker. Nu al betalen grote industriÎle bedrijven voor hun CO₂ uitstoot via het Europese emissiehandelssysteem en de nationale CO₂ heffing. Ze moeten emissierechten kopen. Bedrijven kunnen deze kosten verlagen door te investeren in schonere technologieÎn. Ze hebben

er dus alle belang bij om de CO₂ uitstoot tot een minimum te beperken.

Nieuwe fabriek

Terug naar de SEWGS-methode. Mulders:Ñ We hopen binnen afzienbare tijd de eerste commerciÎle overeenkomst te kunnen tekenen. Daarvoor zal rond die tijd dan eventueel een nieuwe fabriek in Veendam gebouwd moeten worden om aan de vraag naar de ëtablettení te kunnen voldoen. Ook daarvoor moeten de benodigde vergunningen worden aangevraagd en daarbij is de medewerking van andere partijen gewenst.î

ÑOns doel is om de markt goed te bedienen en dan heb je het over een wereldwijde markt. We bevinden ons op een snijpunt. De technologie is zo goed als uitontwikkeld. We staan nu aan de vooravond van het bouwen van een ëfirst of a kind plantí. Maar, wanneer gaan we die deal sluiten en hoe lang hebben we dan nodig om de fabriek te bouwen? Dat is het dilemma waar we nu voor staan.î

Dat er urgentie is in de markt behoeft geen nader betoog. ÑIedereen is er van overtuigd dat we met elkaar moeten blijven produceren, maar dat dit niet ten koste mag gaan van het milieu. Dat zorgt ervoor dat de ontwikkelingen nu heel snel gaan en daarin kan Kisuma een cruciale rol spelen. Wij zien wat dat betreft een mooie toekomst in het ontwikkelen van oplossingen die nog betere duurzame resultaten mogelijk maken.î www.kisuma.com

Natte teelt in veenweidegebied biedt kansen voor mens, natuur en klimaat

Biosintrum in Oosterwolde is het kennis- en innovatiecentrum dat zich bezighoudt met het stimuleren van duurzame innovaties die een bijdrage kunnen leveren aan de biobased economy. Daarvoor worden, in samenwerking met bedrijven, onderzoekers en onderwijsinstellingen, regelmatig projecten opgezet die daar een bijdrage aan kunnen leveren. Een voorbeeld is de teelt van Lisdodde in de Friese veenweidegebieden, dat als isolatiemateriaal kan worden gebruikt.

In het veenweidegebied Hegewarren is een fieldlab van 10 hectare gecreÎerd. Daar wordt geÎxperimenteerd met natte teelten, zoals de Lisdodde. Een oud-Hollands gewas dat van oorsprong vooral in sloten groeit. Iedereen kent wel de ërietsigarení die in de slootkant groeien. ìOm het veenweidegebied zoals we dat in Friesland kennen te beschermen en bodemdaling te voorkomen, moet het waterpeil omhoog. Op de vernatte percelen zal het peil te hoog zijn voor de melkveehouderij en te laag voor een gezonde bodemî, zegt Petra Boorsma, directeur van Biosintrum. ÑDaarom zijn we op zoek gegaan naar een toepassing waarmee boeren deze gebieden toch kunnen gebruiken. Zie het als een combinatie van eeuwenoude kennis en nieuwe technologie. Samen met allerlei partners, zoals Stichting Veen Innovatie Polder Hegewarren, experimenteren we op deze proefvelden.î

Het project in Hegewarren startte in het seizoen 2023-2024 en op 6 januari jl. vond de eerste oogst plaats. ÑEn die is geslaagdî, geeft Petra aan. ÑDe Lisdodde wordt nu gedroogd, waarna het in productie wordt gebracht en er isolatiemateriaal van wordt gemaakt.î Nederland telt circa 200.000 hectare veenweidegebied, waarvan 40% in Friesland ligt. ìMet 50 hectare Lisdodde kunnen we een serieuze productiestraat beginnen.î

Voordelen

Biobased isolatiemateriaal draagt bij aan een circulaire economie, waar we met zín allen naartoe moeten, maar het project biedt nog veel meer voordelen. ÑDoor veenweidegebieden te vernatten en Lisdodde te verbouwen hou je meer CO₂ vast en voorkom je verdere bodemdaling. Daarnaast draagt het bij aan het verbeteren van het waterbergend vermogen en door het waterpeil te verhogen zorgt het voor tegendruk in gebieden waar verzilting optreedt. Daarnaast zorgt natte teelt een waterfilterend effect, waardoor oppervlaktewater schoner wordt. Bovendien ontstaat er meer biodiversiteit, dus je raakt heel veel diensten, waar bovendien een product uit

wordt gemaakt, dat uiteindelijk veel meer waard is dan we in de gaten hebben.î

Dat dit project tot de verbeelding spreekt, blijkt uit de reacties. ÑOp de MBOís wordt in april met het keuzedeel natte teelt voor professionals gestart, DijkstraDraisma, ÈÈn van de deelnemende partners, kan de isolatie al dit jaar in woningen toepassen en boeren zijn geÔnteresseerd en vragen wanneer ze kunnen starten en hoe ze dat moeten doen. Natte teelt is echt een andere manier van telen, we moeten nog leren hoe we dat op de beste manier kunnen toepassen. Meer velden waarop we Lisdodde kunnen verbouwen zou daarom interessant zijn.î

Kip en ei

Zoals met meer projecten waarin geÎxperimenteerd wordt met nieuwe

businessmodellen, is isolatie gemaakt van Lisdodde duurder dan regulier isolatiemateriaal. ÑHet kip en ei verhaalî, zegt Petra. ÑAlle bijkomende voordelen van deze teelt zijn nog niet vertaald in geld. Zou je dat wel doen, dan heb je al een verdienmodel voor boeren. De hogere prijs wentelen we nu nog af op de maatschappij, daar zit de crux.î

Wat haar deugd doet is het feit dat boeren zich melden, de meerwaarde zien van nieuwe teelten en beseffen dat ze naar een ander systeem van boeren moeten. ÑDie ontwikkelingen gaan de laatste tijd erg snel. Men zoekt naar alternatieven, bijvoorbeeld in combinatie met landschapsbeheer.î

Samenwerking

Bij het project in Hegewarren wordt samengewerkt met natuurorganisaties. ÑEn die zijn streng voor onsî, geeft Petra aan. ÑZo blijkt dat ganzen de Lisdodde lekker vinden. We zoeken nu naar een gansvriendelijke manier om die dieren op afstand te houden. Daar zijn we druk mee bezig.î

ÑNaar 50 hectare opschalen zit wel in mín hoofd, maar we moeten eerlijk zijn: het gaat met horten en stoten en het kost tijd. Dat is niet erg, het belangrijkste is dat we zijn begonnen en de eerste oogst een succes was. We moeten nu de processen efficiÎnter maken en hoe beter dat lukt, des te makkelijker is het om uit te breiden. Vast staat dat we waar mogelijk af moeten van de monoculturen. We moeten toe naar meer gemengde bedrijven, daarom is dit project ook interessant voor de nieuwe generatie boeren, die daar nu al volop mee bezig is.î www.biosintrum.nl

‘Samen op weg naar Zero Waste’

Met PreZero naar Zero Waste. Minder weggooien, meer hergebruiken en met elkaar de grondstoffen van de aarde sparen. Dat is het doel van afval- en recyclingbedrijf PreZero, dat diverse vestigingen in Noord-Nederland heeft. „We richten ons al jarenlang op het verminderen van afval en het bevorderen van een circulaire economie”, vertelt regiodirecteur Dennis van Klinken.

PreZero helpt organisaties en bedrijven met afvalmanagement en recycling. Met het zetten van stappen op weg naar Zero Waste. Samenwerking speelt daarin een belangrijke rol. Van Klinken: ÑDat doen we bijvoorbeeld door samen met bedrijven en gemeenten waar we afval inzamelen te zoeken naar oplossingen waarbij we afval zo goed mogelijk als grondstof voor nieuwe producten kunnen inzetten.î

Om dichter bij de klant te staan, heeft PreZero onlangs de organisatiestructuur aangepast. Van Klinken: îWe zijn van rayons naar vier landelijk opererende regioís gegaan. Daardoor kunnen we sneller schakelen. We proberen waar mogelijk de verbinding te zoeken, zodat circulaire initiatieven nog beter van de grond komen.î

Kringlopen sluiten

Bij alle afvalsoorten die PreZero inzamelt, wordt gekeken of we het opnieuw kunnen gebruiken. Als voorbeeld noemt Van Klinken de verwerking van hout: ÑAfgedankt hout heeft de enorme potentie om een tweede leven te vinden als spaanplaatmateriaal in nieuwe producten zoals keukens, kasten en bedden. Maar dan is het wel belangrijk dat afvalhout zorgvuldig wordt ingezameld en verwerkt tot nieuwe grondstof. Dat kan alleen door intensieve samenwerking en hoge kwaliteitseisen. Wij brengen partijen bij elkaar, zodat we die kringlopen ook echt kunnen sluiten en er geen waardevolle grondstoffen verloren gaan.î

En daar blijft het niet bij. Zo neemt PreZero bijvoorbeeld oude CV-ketels in ontvangst die vervolgens handmatig worden gedemonteerd (volgens de strenge Weeelabex normering). Met als resultaat: meerdere herbruikbare afvalstromen. ÑDat biedt andere partijen de kans om bepaalde onderdelen weer opnieuw te gebruikenî, geeft Van Klinken aan. ÑRe-use dus. Producten krijgen daardoor een langere levensduur. Dit doen we bij steeds meer apparaten en materialen, zoals bijvoorbeeld dakramen, die we ook handmatig uit elkaar halen. Daarbij werken we samen met zowel producenten

als gebruikers. Met elkaar zorgen we ervoor dat materialen terugkeren in het economisch systeem.î

Vooroplopen

Van Klinken geeft aan dat PreZero daarin geholpen wordt door wet- en regelgeving. ÑDaarin staat bijvoorbeeld dat bedrijven voor sommige producten verplicht zijn deze zo te produceren dat die gerepareerd kunnen worden. En dat is duurzaam, want zo hergebruiken we steeds meer apparaten Èn losse onderdelen. Ik verwacht dat die markt, het terugbrengen van materialen in de keten, alleen maar gaat groeien. Ik vind het mooi om te zien dat PreZero daarin vooroploopt.î

Waar PreZero volgens Van Klinken ook in vooroploopt is de manier van werken. Ook daar klinkt het duurzame karakter van het bedrijf door. ÑWaar ik trots op ben, is dat we op

verschillende locaties werk bieden aan medewerkers met een afstand tot de arbeidsmarkt. Door deze medewerkers kennis te laten maken met het ons werk, hopen we dat ze op termijn doorgroeien. Dit doen we onder andere in samenwerking met een groot Regionaal Opleidingscentrum (ROC) waar de medewerkers een opleiding volgen. Het vraagt om extra begeleiding en aandacht, maar we krijgen er veel voor terug.î

Meerwaarde

De aanpak van PreZero maakt potentiÎle klanten nieuwsgierig, zo ervaart Van Klinken. ÑBij elk bedrijf komt afval vrij. Denk aan papier, koffieprut en glas. Maar ook aan bouw- en sloopafval of hout. Wij helpen en ontzorgen organisaties met hun afvalinzameling. Maar bedrijven zijn vaak ook benieuwd wat we nog meer voor ze kunnen betekenen op weg naar Zero Waste. En daar denken wij graag over mee. Kun je als bedrijf of ondernemer bijvoorbeeld nog slimmer inkopen, valt er nog wat te winnen op het scheiden van afval en kun je medewerkers daarin nog meer motiveren? Of kun je nog iets meer circulair gaan werken? Dus meer inzetten op verlengen van de levensduur van producten of zelfs het helemaal voorkomen van het gebruik ervan?î

ÑHet invullen van onze Zero Waste scan een goed begin is voor een bedrijf op weg naar Zero Wasteî, geeft Van Klinken aan. ÑDat geeft al snel een beeld van de kansen en waar de prioriteiten voor een organisatie liggen. Het helpt om te zien waar je al goed in bent en waar je misschien nog wat meer aandacht aan moet besteden. Wil je na de scan aan de slag met een eerste stap, dan staan onze Zero Waste Adviseurs klaar om je daarbij te begeleiden.î

www.prezero.nl

Dennis van Klinken

Dokwurk, verbinder naar een kansrijke en inclusieve regio

Op zaterdag 1 maart houdt Dokwurk Open Huis om de realisatie van de nieuwbouw te vieren. Een mooi moment voor een inkijkje bij het sociaal ontwikkelbedrijf van Dantumadiel en Noardeast-Fryslân. Kansen en mogelijkheden creëren voor mensen zodat iedereen meedoet, zeggen Jan Knol en Sandra Tokmetzis.

Met de tweede fase nieuwbouw is het nieuwe complex van Dokwurk aan de Hendoweg gereed. Een royale, lichte werk- en ontwikkelomgeving met een gemoedelijke sfeer. Alles wat nodig is voor mensen om zich te leren ontwikkelen, om te integreren en te groeien is aanwezig. Deels binnen de muren van Dokwurk, deels daarbuiten. ÑVeel van onze mensen vinden werk in productie, groenonderhoud, montage, horeca of schoonmaak. Dat kan hier zijn in de veilige omgeving van Dokwurk, maar ook bij bedrijven en organisaties waar we mee samenwerken. Wij zijn erop ingericht om mensen te helpen hun weg te vinden naar werk en ontwikkelingî, stelt scheidend directeur Jan Knol, die Dokwurk na zeven jaar gaat verlaten. ÑDe realisatie van de nieuwbouw is een mooi moment het stokje over te geven.î

Verbinder in een krachtige regio Als sociaal ontwikkelbedrijf loopt Dokwurk voorop, stelt Jan Knol. Niet alleen door alles onder een modern dak te hebben, maar vooral in het herkennen en faciliteren van kansen van mensen. ÑEen inclusieve samenleving vereist dat je iedereen een plek biedt en kansen geeft. Daar hebben we als samenleving volgens mij nog veel te weinig aandacht voor. Als je kijkt hoeveel mensen we in onze maatschappij langs de zijlijn laten staan, denk ik, hoe is het mogelijk? Overal zijn medewerkers te kort, hoor ik iedere dag. Een deel van dat tekort is oplosbaar: bel ons en we laten je het zien. Maar meer mensen een plek en perspectief bieden vergt tijd, kennis en maatwerk. Veel mensen die wij helpen in hun ontwikkeling, hebben veel meer nodig dan kennis of een papiertje dat naar werk leidt. Ik ben er trots op dat we met Dokwurk die mensen kunnen helpen, ongeacht wie ze zijn en wat ze kunnen. Wij bieden perspectief, of dat nu betaald of onbetaald werk is, opleiding, een ontwikkel- en leertraject, taalcursus, inburgering of re-integratie. Iedere dag concreet aan de slag om iedereen mee te laten doen, dat is wat wij doen. In een prachtig pand en samen met partners in de regio.î

ÑDankzij de nieuwbouw zijn we goed zichtbaar en kunnen we onze verbindende rol uitdragen om leren en werken pasbaar te maken en de regio te ontzorgen. Met Dokwurk, gemeenten en bedrijven zijn we in staat om maatschappelijke problemen op te lossen. Wat we doen, is zoveel meer dan ëwerkí bieden. Hier komen integreren, leren, werken, zorg, onderwijs en multi-problematiek samen. Niet wegkijken: het gaat er om wat we met elkaar voor ieder mens kunnen doen om zowel elkaar en de regio sociaal en economisch perspectief te bieden.î

Betekenis is hoe je met elkaar omgaat Als manager ontwikkeling van Dokwurk is het Sandra Tokmetzis op het lijf geschreven. Hoe zorg je er concreet voor dat al die mensen naar Dokwurk komen, zich ontwikkelen en hun weg vinden, binnen Dokwurk of daarbuiten? Hoe zorgen wij ervoor dat ook die mensen die- om welke reden dan ook nog niet kunnen meedoenook gezien worden? Ook daar zet Dokwurk zich voor in. Hoe zorgen we ervoor dat bedrijven inzicht krijgen in de mogelijkheden, die er zijn als het gaat om nog onbenut arbeidspotentieel en de begeleiding en regelingen die daarbij helpend kunnen zijn? îIeder mens hecht aan zín identiteit en heeft redenen waarom hij doet zoals hij of zij doet, vanuit gewoonte, achtergrond, opvoeding, cultuur en taal. Soms loopt het leven anders dan je had gehoopt of zijn de gebaande paden best nog ingewikkeld te bewandelen. Uiteindelijk wil elk mens meedoen, betekenis hebben en ertoe doenî.

ÑDe afgelopen jaren hebben heel veel mensen hun weg gevonden naar Dokwurk. We helpen ze bij het verkrijgen van structuur, het opdoen van ervaringen, bij het aanleren van werknemers- en

Tijdens de open dag a.s. zaterdag 1 maart van 10.00 ñ 14.00 uur is iedereen welkom voor een exclusief kijkje achter de schermen bij Dokwurk aan de Hendoweg 26, 9101 PC Dokkum.

vakvaardigheden en het zetten van kleine en grote stappen in hun ontwikkeling. Dit doen wij o.a. met een diversiteit aan leer- en ontwikkeltrajecten, stages, met inzetbaarheid naar werk, binnen Dokwurk of bij onze partners waarbij iedereen de benodigde begeleiding en coaching ontvangt. We hebben binnen Dokwurk geweldige mensen, moderne leer- en werkmogelijkheden en faciliteiten, kijk hier om je heen. Stap voor stap hebben we steeds meer mensen de weg laten ontdekken naar werk, onderwijs of een andere vorm van participatieî.

Stappen zetten naar inclusief ÑTegelijk: de complexiteit van wat we moeten doen om echt iedereen perspectief te bieden en mee te laten doen, neemt steeds verder toe en vereist meer maatwerk en een nog betere samenwerking. Niet voor niets staat in onze missie dat perspectief voor mensen gaat over werk, vrijwilligerswerk of ontwikkelkansen. De kans tot duurzame inzetbaarheid, kun je op veel manieren invullen.

Eerlijk is eerlijk, er is een groep mensen die niet aan betaald werk komt. De vraag is hoe we ze dan wel zicht geven op meedoen, perspectief en onafhankelijkheid. Hoe je ook kunt bijdragen aan de maatschappij. Meer dan ooit moet je daarvoor lokaal en regionaal samenwerken. Begrijp me niet verkeerd: we zijn en worden geen welzijnswerkers of hulpverleners. Maar de complexiteit van de problemen waar veel mensen mee te maken hebben, vereist dat we met elkaar echt meer stappen moeten zetten voor we een ëinclusieve samenlevingí zijn. De vraag is wat jij, ieder van ons, daaraan bij kunt dragen.î

ÑDat begint met ieders eigen verantwoordelijkheid, als mens die aanklopt bij Dokwurk, maar ook als bedrijf of organisatie die mensen zoeken. We leven in een krachtige, nuchtere regio, waar we hechten aan identiteit en inzet. Dokwurk heeft veel te bieden, maar als je verder wilt komen moet je ook zelf in beweging komen. Zoals we bij Dokwurk tegen onze mensen zeggen: wij kunnen de keuzes die jij maakt niet veranderen. Dat doe je zelf. We kunnen wel vragen wat je nodig hebt om je te helpen te ondersteunen en te begeleiden naar een volgende stap. Uiteindelijk houd je wel zelf de regie over je leven. Duidelijk zijn naar elkaar en denken vanuit het vertrouwen in de ander. Samen bouwen aan perspectief in de regio door iedereen ruimte te geven echt mee te doen, dat is waar Dokwurk voor staat.î Midden in de samenleving, net eamelje, gewoan dwaan! www.dokwurk.nl

Jan Knol en Sandra Tokmetzis

Grootverbruikers in beweging: zwembaden van gas af

Steeds meer bestaande, energie-intensieve gebouwen willen van het gas af. Zo ook Subtropisch Zwembad Swimfun in Joure en Zwemkasteel Nienoord in Leek. De twee zwembaden hadden soortgelijke problemen: verouderde technische installaties en een hoge energierekening. Dit bracht de exploitatie van de zwembaden in gevaar.

Zwembadspecialist Hellebrekers vernieuwde de installaties en realiseerde milieuvriendelijke accommodaties die volledig op duurzame energie kunnen draaien.

„Bij de zwembaden in Joure en Leek werd vooral veel gas verbruikt voor de verwarming van het water en de lucht,” vertelt Jan Hanenburg, technisch adviseur bij Hellebrekers in Heerenveen. Door de verduurzaming van de technische installaties wordt nu veel minder energie verbruikt, een deel van de benodigde energie wordt zelf opgewekt door zonnepanelen.

„Dat scheelt enorm in de energiekosten,” aldus

Hanenburg. „Bovendien zijn deze ontwikkelingen in lijn met de Europese richtlijnen voor energieprestaties van gebouwen.”

Swimfun in Joure dateert uit 1987. Gemeente de Fryske Marren wil het sportcomplex waar Swimfun onderdeel van is, gasloos maken. Bij de warmteopwekking voor de verwarming van de ruimten, luchtbehandeling en zwemwater werd in Joure gebruik gemaakt van twee gasgestookte cvketels. Hellebrekers realiseerde een hybride verwarmingssysteem, waarbij één van de gasketels nu alleen wordt ingeschakeld om bij lagere buitentemperaturen en piekvraag de benodigde warmte aan te vullen. Hanenburg: „De warmtepompen vormen de primaire warmteopwekkers voor het sportcomplex.”

Zwemkasteel Nienoord werd geopend in 1994. Ook Gemeente Westerkwartier wilde van het gas af. Om dat doel te bereiken bracht Hellebrekers onder meer PV-panelen aan. Het bedrijf realiseerde nieuwe warmte-koude opwekking met twee grote en vier kleine warmtepompen. Warmtewisselaars voor het CV-water en het zwemwater werden vervangen, en er kwamen

twee nieuwe luchtbehandelingskasten. „Voor de aansturing van alle warmteopwekking en luchtbehandeling verzorgden we ook de regeltechniek,” voegt Hanenburg toe.

De warmtepompen van de twee zwembaden worden gevoed door zonne-energie, dat vereist een verzwaring van de elektriciteitsaansluiting. Om overbelasting van het stroomnet te voorkomen, regelde Hellebrekers dat de baden gefaseerd van het gas af gaan. In Leek gaat dit voor de zomer gebeuren. Dat is uniek: het bad bewijst dan als één van de eerste dat het technisch haalbaar is om een bestaand gebouw volledig op warmtepompen te laten draaien.

Hanenburg lacht trots: „Het is toch fantastisch, dat je op deze manier kunt bijdragen aan het openhouden van bestaande gebouwen met zo’n belangrijke maatschappelijke functie!” Meer weten over de verduurzaming van Swimfun? Scan de QR-code voor de video met details.

www.hellebrekers.nl

PROFITEER VAN FINANCIERING TEGEN 0% RENTE

Onlangs heeft Ausma Vorkheftrucks 3x een Bobcat DV160S-9 verkocht. De dieselvorkheftrucks van 10 tot 25 ton uit de 9-serie vormen het hoogtepunt van ons aanbod en leveren rotsvaste prestaties in een sterk, degelijk chassis met veel verschillende veiligheidskenmerken.

Een volledige cabine garandeert optimaal zicht terwijl superieure ergonomie de bestuurder ongeëvenaard comfort biedt en voor maximale productiviteit zorgt. Twee van de heftrucks zijn nog te bewonderen bij Ausma Vorkheftrucks in Heerenveen.

Tot en met 31-12-2024 kunt u profiteren van 0% rente op een financiering van een nieuwe Bobcat uit de gehele range. Hierover kunnen wij u meer vertellen. Tevens bent bij Ausma Vorkheftrucks aan het juiste adres voor het keuren van uw heftruck of het behalen van uw heftruckcertificaat.

Jan Hanenburg met zijn team voor vestiging Hellebrekers Heerenveen

Duurzaam waarde blijven toevoegen als logistiek dienstverlener

Veenstra|Fritom in Heeg is als zelfstandig bedrijf onderdeel van de Fritom Group, de Friese Transportontwikkelingsmaatschappij. De basis werd gelegd door drie Friese familiebedrijven in transport: Veenstra uit Heeg en Wiersma en Doorenbos uit Bolsward. Samenwerken zit in het bloed, net als duurzaamheid.

Fritom Group staat voor stabiliteit en duurzame bedrijfsvoering. De kracht zit in de combinatie van de kennis, de continuÔteit van de groep met de flexibele, betrokken, zelfstandige werkmaatschappijen zoals Veenstra|Fritom. Wat in 1971 begon met een samenwerking in rijdende melkontvangst onder de naam Melkweg|Fritom is uitgegroeid naar een groep van logistieke dienstverleners met zeven vestigingen in Sneek, Bolsward, Heeg, Veendam, Rotterdam, Zwolle en Uden, met in totaal 700 medewerkers.

Wessel R. Veenstra, algemeen directeur Veenstra|Fritom legt uit hoe samenwerking Fritom versterkt: ÑDe werkmaatschappijen, zoals wij in Heeg, hebben de kennis en kunde van logistieke dienstverlening in ons DNA en zijn verantwoordelijk voor resultaat en rendement. Als Fritom Group sturen we op het geheel van financiÎn, riskmanagement, juridische zaken, business development, IT en R&D.

ÑAls verlengstuk van onze klant zijn wij, als professioneel logistiek dienstverlener, in staat onze footprint binnen de supply chain te verantwoorden. Ons Fritom Energie Transitieteam zorgt voor verbreding van de kennis en het aanjagen van initiatieven.î

ÑWe leggen onze investeringen voor de lange termijn inmiddels geheel langs de lat van duurzaamheid. De afgelopen jaren hebben we onder andere geÔnvesteerd in zonnepanelen en warmtepompen voor de verwarming van onze gebouwen. De interne transportmiddelen zijn uitgerust met wisselbatterijen die overdag opgeladen worden door onze eigen zonnepanelen.î

ÑEigenlijk zijn we al tien jaar bezig om duurzaamheid leidend te maken binnen al onze processen met een focus op uitstootreductie. Goed en optimaal transport gaat over innovatie. Technisch vormen modern materieel, alternatieve brandstoffen, bandenbeleid, allen afgestemd met onze leveranciers, de kern. Moderne wagens hebben schonere motoren en hoe beter een wagen rolt, hoe minder weerstand, hoe lager de uitstoot. Voeg daarbij dat je keuzes kunt maken in je brandstof om je CO2-uistoot te beperken, bijvoorbeeld met het vervangen van diesel door HVO.î

Operationeel Manager Miquel Wiegmink van Veenstra|Fritom is in Heeg niet alleen aanspreekpunt. Hij is binnen brancheorganisatie TLN een van de ambassadeurs om een duurzame visie op mens en milieu binnen transport breder uit te dragen. Een gedreven transitiedenker, die lean en green in zín aderen lijkt te hebben. En dat loont, want Veenstra|Fritom is er in geslaagd als tweede transporteur in Nederland in eenmaal de stap van de 1e naar de 3e ster te behalen in het Europese Lean & Green programma. Om maar aan te geven, benadrukt Wiegmink, dat mvobeleid al jaren binnen het bedrijf verankerd is.

ÑBinnen ons uitvoerend model van groupage en distributie is het echter de kunst om te kijken naar de mogelijkheden op klantniveau. Wij rijden voor vele klanten en het is gelukt middels data ieder separaat optimaal inzicht te kunnen bieden. Het door ons in eigen beheer ontwikkelde en gevalideerde CO2-dashboard, welke voldoet aan de ISO 14083 normering, biedt de mogelijkheid de uitstoot per zending per klant te berekenen. Data geeft inzicht: we hebben aangetoond dat we dertig procent uitstoot hebben gereduceerd op onze transportinspanningen, een belangrijke graadmeter voor die 3e Lean & Green ster.î

ÑOns doel is om mee te bewegen, te onderzoeken, te testen, te leren, om op het juiste moment de juiste investering te doen. Al deze inspanningen en coˆrdinatie op het gebied van CO2-reductie dragen er zorg voor dat Veenstra|Fritom ruimschoots voor 2030 voldoet aan alle eisen. Zo zijn we gereed voor de toekomst.î

Dat gezegd hebbende: waar zijn jullie elektrische vrachtwagens? ÑEr rijdt er eentje rondî, zegt Wessel Veenstra. ÑWe zijn daar nuchter in op basis van al het onderzoek dat we Fritom-breed hebben uitgevoerd. De actieradius is de beperking, los van eventuele lokale beperkingen in je stroomvoorziening. We hebben hier nu ÈÈn elektrische Volvo in ons huidige wagenpark met een actieradius van 350 kilometer.

Voor nu is dat goed, naar de toekomst zullen we hierin verder opschalen. In de regio Friesland voldoet hij prima en we leren veel over wat zoín truck doet en betekent. Zoín elektrische vrachtwagen is een technisch complex geheel en volstrekt iets anders dan jouw luxe auto, die je in 20 minuten kunt opladen.î

Los van onzekerheden over tijdig kunnen laden en de prijs van elektriciteit is de bereidheid van de klant en uiteindelijk de consument om deze duurzame investeringen te kunnen blijven dragen. Daarnaast speelt de vraag wat de toekomst wordt. Het is nog niet zolang geleden dat waterstof favoriet leek te worden voor de lange afstanden.

ÑGrip krijgen op transities met vraagstukken van elektrificering en energieopwekking en tegelijk duurzaam waarde blijven toevoegen als logistiek dienstverlener, vraagt om veel meer dan technische kennis, energie en materieelî, stellen Wiegmink en Veenstra. ÑIn de kern draait transitie in je hele organisatie om mensen. Bij al die stappen en de versnelling naar een nieuw tijdperk met nieuwe vakgebieden, ook binnen ons bedrijf, heb je daarom de juiste, enthousiaste mensen nodig.î

www.veenstrafritom.nl

Wessel R. Veenstra en Miquel Wiegmink

Samenwerken om te attenderen op potentieel van doelgroep

Menso en EMCO-groep zien de krapte op de arbeidsmarkt als een uitgelezen kans om werkgevers te attenderen op het potentieel van de doelgroep waarvoor zij zich inzetten. De organisaties in Emmen werken steeds nauwer samen om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te begeleiden naar passend werk.

Jarenlang werkten Menso en EMCO-groep afzonderlijk aan die opdracht, tegenwoordig doen ze dat steeds meer samen op de locatie aan de Abeltasmanstraat in Emmen onder de vlag van AT7. Heidy Postma is directeur van beide organisaties en leidt de transitie die een toekomstbestendige werkwijze en meer samenwerking met werkgevers moet opleveren. ÑDie transitie staat in het teken van het samensmelten van twee identiteiten, het vergroten van de verbinding met bedrijven en de focus op ontwikkeling. We geloven in de ontwikkelkracht van deelnemers, ook nadat ze regulier werk hebben gevonden, wat in de praktijk betekent dat wij mensen blijven ondersteunen nadat ze via ons een baan hebben gevonden. Zo kunnen we meer mensen werkgeluk bieden en hun potentieel duurzaam inzetten voor bedrijven.íí Menso is gespecialiseerd in de begeleiding van diverse doelgroepen naar werk, maar is zelf geen werkgever. EMCO-groep daarentegen biedt 1500 mensen werk. De expertise en infrastructuur van beide organisaties versterken elkaar.

Werkgeluk

Volgens Postma is werk belangrijker dan veel mensen denken. ÑWerk maakt mensen gelukkiger, vooral als het past bij je talenten, je gewaardeerd wordt en omringd bent door leuke collegaís. Ook arbeidsmatige dagbesteding van een paar uur per week kan al veel verschil maken als je vanwege werkloosheid in een isolement bent beland. Deelnemers die op den duur toe zijn aan meer uitdaging, kunnen zich verder ontwikkelen onder begeleiding van onze jobcoaches. Zo kan een eerste werkplek een springplank zijn naar een reguliere baan. We bieden verschillende tijdelijke en permanente trajecten, voor mensen met en zonder arbeidsbeperking en met verschillende achtergronden.íí

ëWerk maakt mensen gelukkigerí

Leerlijnen

Een goed voorbeeld zijn de Leerlijnen Groen en Hout, waarmee werkzoekenden al werkend een nieuw vak leren. Dit jaar worden daar de Leerlijnen Horeca en Metaal aan toegevoegd.

Arno Vos (48) volgt de Leerlijn Hout en voelt zich op zijn plek in de werkplaats. ÑIk heb bij EMCOgroep een contract voor 32 uur en ben daardoor uit de bijstand. Eerder heb ik opleidingen gevolgd op het gebied van tuinbouw en dierverzorging, maar door domme pech ben ik verschillende banen kwijtgeraakt. Vanuit de bijstand werkte ik in een kringloopwinkel, totdat ik de leerlijn Hout van Menso zag. Als kind was ik al geÔnteresseerd in klussen en ik vind het leuk om nu meer te leren over het werken met hout. We werken in een kleine groep, wat in verband met mijn autisme wel prettig is. Ik heb nu meer regelmaat, meer inkomen en collegaís. De Leerlijn Hout levert me een diploma op, wat mijn kans op een leuke baan vergroot.íí

Schoonmaak

Laila Ulumey (47) heeft via het Banenplan ëAT7 werktí een tijdelijke baan als schoonmaker. Dat betekent dat ze een contract heeft bij de EMCOgroep en jobcoaching krijgt vanuit Menso. Ruim 60 procent van de werknemers met een dergelijk contract maakt de stap naar regulier werk. Laila vluchtte 25 jaar geleden uit Afghanistan, waar ze werkzaam was als verpleegkundige in een

ziekenhuis. In Nederland werkte ze aanvankelijk in de thuiszorg. ÑDe Nederlandse taal vind ik nog best moeilijk. Spreken en verstaan gaat goed, maar de rest vind ik lastiger. Omdat ik daardoor nog niet verder kon in de zorg, werk ik nu met veel plezier in de schoonmaak. Ik houd absoluut niet van stilzitten en ik heb leuke collegaís. Ik zou graag een vaste aanstelling willen als schoonmaker, zodat ik meer stabiliteit heb en mij verder kan ontwikkelen. Ondertussen doe ik ook mijn best om mijn rijbewijs te halen.íí

Heidy Postma: ÑGraag ontdekken we samen met werkgevers welke mogelijkheden er zijn om samen te werken. IdeeÎn voor ontwikkeltrajecten of concrete opdrachten voor onze verschillende afdelingen bespreken we graag. We gaan zelf actief op zoek naar potentiÎle samenwerkingen, maar staan zeker ook open voor partijen die in het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen met ons contact opnemen.íí emco-groep.nl menso-emmen.nl

Heidy Postma, directeur van Menso en EMCO-groep.
Arno Vos leert graag meer over het werken met hout.Laila Ulumey houdt niet van stilzitten en werkt nu al schoonmaker.

Miedema Groep: biobased en circulair bouwen naar volgende fase

Een familiebedrijf in hout- en bouwmaterialen. Overtuigd van de stap naar biobased en circulair bouwen. Algemeen directeur Gerda van der Singel van Miedema Groep over de inspiratie en gedeelde ambitie voor de transitie in de bouw. ÑWe zijn aangeland in de volgende fase.î

De Leeuwarder Miedema Groep is als bouw- en houtpartner al meer dan 100 jaar gewend aan verandering. De huidige transitie van traditioneel naar biobased en circulair bouwen is voor Gerda van der Singel dan ook volstrekt vanzelfsprekend. ÑAls familiebedrijf zijn we gewend keuzes te maken, nieuwsgierig te zijn naar nieuwe ontwikkelingen en samen met anderen verandering in beweging te zetten. Tegelijkertijd gaan we er nuchter en zelfbewust mee om. Voor ons is ook deze stap een kwestie van een gezonde duurzame toekomst, die bepaald wordt door samenwerken, kennis delen, het vertrouwen hebben in elkaar dat je dezelfde kant op gaat. Niet bang zijn om te pionieren, ervaringen opdoen en kijken waar je concreet stappen kunt zetten. Niet alles zal lukken, maar je leert er veel van en weet dan beter wat er juist wel kan.î

ÑWe zijn gepokt en gemazeld in het mooiste natuurproduct dat ik ken, hout. Van handel tot en met toepassing en verwerking. We zijn gewend aan de dynamiek dat de natuur je iets geeft, dat het soms weerbarstig is en zín tijd neemt. Wat dat betreft is biobased bouwen niet nieuw voor wie met hout werkt. Waar het lastig wordt, is dat in de traditionele bouwgroothandel in fossiele bouwen houtproducten een heel ander mechanisme geldt: prijs, en niet zelden het streven naar de laagste prijs. Met biobased bouwen concurreren we op die laagste prijs-markt, maar de transitieproducten gedragen zich als hout: wat is er beschikbaar, wat komt er van het land? De hele omslag is dus veel meer dan alleen maar materiaal- en productverandering: het is veel complexer. Het kost tijd om daar bewust stappen in te zetten.î

ëEr is een keten ontstaan, van boer en teler tot en met bouwleverancier, en we hebben voldoende voorraadí

Circulair is al de norm

ÑBiobased bouwen is geland in de keten, zeker hier in de regio. Er zijn talloze initiatieven die succesvol zijn, concrete voorbeelden waarin je ziet dat biobased bouwen kansrijk is. Het ontwikkelingstempo is hoog. Kijk hoeveel er in relatief korte tijd is gebeurd op het gebied van natuurlijke isolatiematerialen als vlas en hennep. Van ëhoutí is biobased bouwen verbreed naar een assortiment van allerlei materialen en producten en de kennis over toepasbaarheid groeit snel. Er is een keten ontstaan, van boer en teler tot en met bouwleverancier, en we hebben voldoende voorraad. Nu is het tijd dat samen te voegen, zodat er opgeschaald kan worden. En dat moet, want de keuze is al gemaakt door de overheid die circulair bouwen al als norm stelt.î

ÑHet is prachtig om te zien wat dat betekent, ook voor Miedema. Tegelijk, we leveren ook traditionele materialen, want we zijn ook ëgewooní

een bedrijf dat de markt bedient, en inspeelt op de vraag en wens van de klant. We bewegen mee vanuit de vraag wat nodig is en van wat er kan. In die keuzes binnen dat brede spectrum moeten we elkaar niet afserveren. Het gaat er niet om wat voor de b¸hne telt, maar om de intrinsieke motivatie waarom je een bepaalde kant op wilt en kunt. Accepteer dat het tijd kost. Doe wat mogelijk is, maar in jouw tempo. Geef elkaar ruimte, maar laat het niet na te inspireren, wees bereid je kennis en enthousiasme te delen.î

Geen Scandinavië

Gerda van der Singel, opgegroeid als landbouwdochter met inmiddels een hart voor hout: ÑInitiatieven bijvoorbeeld om te kijken wat je met Nederlands hout kunt. Ik vind dat fascinerend, we denken en doen mee in initiatieven. Kijk, we zijn geen ScandinaviÎ, we hebben een ander klimaat en bovendien veel minder oppervlak, maar dat betekent niet dat er niets kan in de Nederlandse houtteelt. De vraag is wat hier wil groeien, hoe je het verwerkt en wat je ervan kunt maken. Miedema werkt daar graag aan mee, juist vanwege de kennis in handel, toepassing en verwerking van allerlei soorten hout. Wat in Nederland kan, zal beperkt zijn denk ik, maar misschien wel heel zinvol in de brede context van landbouw, uitstoot en als onderdeel van een verdienmodel. Dus, onderzoek het en kijk waar het past in onze economie. En doe het, er is zoveel kennis over hout, teelt en grond!î

CO2 verrekenen

Wat betekent die opschaling van biobased bouwen? ÑLos even van praktische zaken als de extra ruimte die we nodig hebben, want de opslag van natuurlijke isolatiematerialen vergt meer

van der Singel

ruimte dan de opslag van traditionele isolatiematerialen. Het gaat in hoofdlijnen om het verdienmodel voor de keten. En dat heeft weer alles te maken met hoe we straks de beprijzing van CO2 berekenen.î

ÑAan de ene kant heb je negatieve klimaat- en omgevingsinvloeden bij fossiele bouwproducten die niet worden meegenomen in de prijs. Aan de andere kant wordt een positieve CO2 opname tijdens de groei van hout niet meegenomen. De verrekening van CO2-uitstoot en andere milieukosten zal verdisconteerd moeten worden in de rekenregels. Pas dan belanden we echt in de volgende fase en wordt de noodzakelijke transitie breed zichtbaar en voelbaar: dan ontstaat er het verdienmodel dat gedreven is door circulariteit.

Daarbinnen was het natuurlijk geweldig dat we vorig jaar als groep bedrijven binnen Circulair Friesland koningin M·xima mochten ontvangen om onze visie op een gezonde toekomst te duiden. Zoín bezoek is een prachtig duwtje in de rug!î ÑHet is wat je nodig hebt: veranderingen brengen veel teweeg en tegelijk heb je behoefte aan zekerheden: waar ga je naartoe, waar kun je beleid op baseren? Het is ook wat ons past en bij ons hoort als familiebedrijf, omdat we onze visie stoelen op de lange termijn van volgende generaties. De stap naar een circulaire bouwketen is voor ons daarom een hele inspirerende en mooie uitdaging.î

www.miedemagroep.nl

Gerda

De Makelaarontzorger: Efficiënt ontzorgen

voor makelaars, verkopers

en kopers

Portaal

Makelaars in Noord-Nederland maken graag gebruik van de diensten die de Makelaarontzorger aanbiedt om woningen en bedrijfspanden optimaal te presenteren. Oprichter en eigenaar Miranda Drenth en de groep zelfstandige professionals waarmee ze samenwerkt, bereikt daarmee inmiddels ook woningkopers, -verkopers en ondernemers in andere sectoren.

Het dienstenpakket bestaat uit woningfotografie, hoogtefotografie, dronefotoís en -videoís, 3D virtuele tours, 3D laserscans, plattegronden, meetrapporten, artist impressions, energielabels, woningvideoís, woningteksten en woningwebsites. Via een hypermodern en gebruiksvriendelijk portaal, dat Miranda Drenth zelf bedacht en liet ontwikkelen door een programmeur, kunnen makelaars eenvoudig in een paar stappen een bestelling plaatsen. Naast het invoeren van het adres, kiest de makelaars voor een losse dienst, een bestaand dienstenpakket of een pakket op maat. De Ontzorgers die voor de Makelaarontzorger werken, zoals fotografen, inmeters, EPA-adviseurs en tekenaars, gaan aan de slag, kunnen in het portaal aangeven hoe de opdracht vordert en uploaden ze hun opdrachten. Dit wordt gecheckt en in ÈÈn map naar de makelaar gestuurd.

Nauwkeurige laserscanner

Ten aanzien van technische ontwikkelingen loopt Miranda Drenth graag voorop, zodat ze opdrachtgevers iets extraís kan bieden. De Leica 3D-laserscanner is daar een goed voorbeeld van. ÑMet deze exclusieve laserscanner kunnen we woningen en bedrijfspanden extreem snel en zeer nauwkeurig inmeten. Aan de hand van een zogenaamde puntenwolk met miljoenen datapunten maakt een tekenaar gedetailleerde 2D en 3D plattegronden en meetrapporten. ìWe meten niet alleen de binnen-, maar ook en buitenzijde van elk object, wat een zeer complete meting oplevert. Daarmee onderscheiden we ons van anderen.î

Verkopers en kopers ontzorgen

De Makelaarontzorger groeit dankzij de kansen die Miranda Drenth ziet en haar voorliefde voor efficiÎnt samenwerken. ,,Op de Promotiedagen in Groningen kwam ik in contact met mijn huidige samenwerkingspartners. Het opende daarmee mogelijkheden om naast makelaars, ook verkopers en kopers van woningen te gaan ontzorgen. Een isolatie-, schoonmaak-, meubelverhuur- en verhuisbedrijf toonden direct al interesse. ìEen voorbeeld van efficiÎnt

samenwerken; Doordat de afmetingen door ons al zijn uitgerekend, kunnen we eenvoudig een vrijblijvende offerte maken voor het verduurzamen van de woning, nieuwe kopers informeren over diverse mogelijkheden en subsidies. Het levert een beter energielabel op en meer mogelijkheden voor een hogere hypotheek. Onze EPA-adviseur kan daarvoor een maatwerkadvies geven.î

Verkopers en kopers kunnen ook ontzorgd worden door onze samenwerking met het schoonmaak- en verhuisbedrijf. ìZo hebben we mensen geholpen die het huis van hun ouders moesten ontruimen. Ze wonen niet in de buurt en hebben het druk, maar dankzij ons hoefden ze allen maar met post-its in drie kleuren aan te geven welke spullen verhuisd, verkocht, naar de stort of naar de opslag gebracht konden worden. Daarna hebben wij alles geregeld. Het schoonmaakbedrijf heeft de woning schoon en netjes opgeleverd.íí Een groot hoveniersbedrijf werkt inmiddels al samen met De Makelaarontzorger. Met behulp van de in kaart gebrachte tuin met de geavanceerder 3D laserscanner, kan voor de kopers eenvoudig een vrijblijvende offerte voor een tuinplan gemaakt worden.

We merken dat er naast makelaars, ook vanuit verkopers en kopers behoefte is aan ontzorgen. Niet alleen tijdens de verhuizing, maar ook erna. Met onze samenwerkingspartners gaan we in de toekomst meer adviseren over verduurzaming, hypotheken, verbouwingen, subsidies, woninginrichting, tuinen, etcetera.

Dat betekent groei

De groei maakt uitbreiding van het team noodzakelijk. Miranda Drenth prijst zich gelukkig

met een hecht team van zelfstandige specialisten, maar biedt ook graag kansen aan stagiairs en mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. ,,Het stoort me dat er talentvolle mensen zijn die om verschillende redenen moeilijk een baan kunnen vinden. Als zoín talent past bij het aanbod van De Makelaarontzorger, dan geef ik dat graag een kans. Ondersteuning op kantoor is welkom, onder meer voor het controleren van plattegronden, het verzorgen van de planning en de marketing.íí Zelf is Miranda het toonbeeld van iemand die verschillende talenten op verschillende manieren heeft ingezet. Ze was jarenlang stukadoor en timmervrouw, studeerde HTS Bouwkunde, werkte daarna als calculator bij bouwbedrijven en sinds 2007 succesvol fotograaf. ,,Al die interesses en ervaring pas ik toe in mijn huidige bedrijf. Ik bied anderen daarom ook graag een leuke werkplek met opleidingsmogelijkheden.î

Het werkgebied van De Makelaarontzorger Drenthe, Groningen tot net over de grens met Friesland. Dat gebied is goed te ontzorgen vanuit het kantoor in Assen, in combinatie met de freelance medewerkers en straks ook stagiaires en personeel die her en der verspreid wonen en inzetbaar zijn.

ìWe staan inmiddels bekend om de hoge kwaliteit, flexibiliteit, uitstekende service van ontzorgen en daar zijn we trots opî, aldus Miranda Drenth.

demakelaarontzorger.nl

Miranda Drenth

Een duurzamer binnenklimaat begint in Sappemeer

Bij de Nijburg Industry Group draait alles om het perfecte binnenklimaat. Hoe gezonder het binnen is, hoe beter voor mens en milieu. De kunst is hoe dat het beste kan. Hoe ga je om met de gezondheid en veiligheid van je mensen en de krapte op de arbeidsmarkt?

Een kijkje in de keuken bij Alex Walraven, directeur divisie Installatie van de Nijburg Industry Group in Sappemeer.

De Nijburg Industry Group met hoofdkantoor in Westerbroek is een Nederlands familiebedrijf met een eigen 22.500 vierkante meter grote productiefaciliteit in Sappemeer. Ze is gespecialiseerd in het produceren, leveren en installeren van totaaloplossingen voor een gezond en comfortabel binnenklimaat. Om het assortiment compleet te maken, nam Nijburg het afgelopen jaar familiebedrijf Jenti over in het centraal gelegen Gorinchem, gespecialiseerd in kunststof luchtkanalen. Nijburg levert installaties voor binnenklimaat van klein tot groot. Installaties van 1.000 euro om de hoek tot nationale en internationale projecten met een miljoenenomvang. Het behoort inmiddels tot de landelijke top drie bedrijven in de sector. De afgelopen jaren heeft Nijburg ettelijke miljoenen geÔnvesteerd in de uitbreiding, stroomlijning en digitalisering van haar productielocatie in Sappemeer. Alex Walraven: ÑWe zijn natuurlijk al uniek met onze eigen Nederlandse productielocatie. Wij geloven in eigen beheer, in zelfstandigheid. Tegelijk zien we de arbeidsmarkt en de wereld om ons heen veranderen. De vraag is hoe je in Nederland met onze toenemende omzet de gewenste of betere kwaliteit op duurzame wijze kunt blijven produceren en installeren met hetzelfde aantal mensen.î

Het korte antwoord: doe het slimmer. Achter de directeur divisie installatie, hangen een aantal tegeltjes met prachtige wijsheden. ëEen goede manager geeft geen antwoord, maar inzicht.í Alex Walraven werkt het grootste deel van zijn werkzame leven bij Nijburg. Een opgeruimd mens, begonnen in 1989 als tekenaar en gegroeid naar een nieuwsgierig vakman die vraagt en onderzoekt of iets anders, beter, veiliger en efficienter kan. ÑHeb je het al geprobeerdî is een favoriete vraag. ëNeeí is het vaak snel gegeven antwoord. Alex Walraven: ÑElkaar prikkelen op de vrijheid om verantwoordelijkheid te nemen voor je eigen werk, blijkt prima te werken. Dan ontstaat snel de lol om samen processen en het eigen werk te verbeteren. Hoe kan het werk makkelijker, het productie of doorloopproces efficienter, het geheel veiliger en beter voor onszelf, voor de mensen die het doen?î

Prefab aan de basis van beter ÑAls we veilig, vrolijk en gezond willen blijven kunnen werken, moesten we bereid zijn dingen anders te doen. Want: als je doet wat je deed, krijg je wat je altijd al kreeg. In hoofdlijnen komt het erop neer dat we de afgelopen jaren niet alleen geld hebben geÔnvesteerd in uitbreiding en modernisering van onze productie en opslagcapaciteit en in de vergaande digitalisering van de fabriek, maar vooral ook in het stroomlijnen van al onze processen, van werkplaats tot en met transport en bouwlocatie. Een van de belangrijkste veranderingen naar slimmer en beter is de keuze voor prefab: vrijwel alles dat voor welk project waar ook nodig is, wordt hier prefab gemaakt en per deelorder

Links Alex Walraven

verpakt op transportkarren en in de vrachtwagen gezet. Die stap naar prefab en standaardisatie, maakte uitbreiding en digitalisering van het productieproces noodzakelijk, bijvoorbeeld met 24/7 data-gestuurde lasersnijders. Het heeft grote voordelen: wat we installeren wordt hier in geconditioneerde omstandigheden tot in detail gemaakt of voorbereid, we verkorten de bouw- en installatietijd en hebben vrijwel geen afval meer op de bouw. Die verschuiving van bouwtijd naar voorbereiding en prefabricage is essentieel. Het is niet alleen voor ons als installateur goed om zo weinig mogelijk bouwtijd te hebben, maar ook voor je opdrachtgever en andere partners op de bouw. Het komt simpelweg het hele bouwproces ten goede.î

Ieder dag voldoening

Het is omgekeerd denken, legt Alex Walraven uit. ÑAls je weet hoe het op de bouw gaat, weet je dat het daar een enorme dynamiek is van allerlei bedrijven die elkaar in de weg zitten. Weinig ruimte, veel wachttijd. Ook bij ons was dat zo. We leveren heel veel volume met al die luchtkanalen en die gingen per bundel of per stuk in de vrachtwagen. Soms duurde het acht uur om te lossen met zes man. Doodzonde, het zijn monteurs die lopen te sjouwen. Loodzwaar, tijdrovend. Dat hele proces hebben we letterlijk in beeld gebracht, gefilmd. Aan elkaar laten zien. Kan het anders? De eerste suggesties kwamen van de mensen die het in beeld brachten. Nu hebben we het hele proces zo ingericht dat we alles voor een deelproject leveren op dichte karren, compleet met aanwijzing van de inhoud in icoontjes. Ze kunnen als treintje achter elkaar het werk op, zo achter een hoogwerker of rolsteiger.

Lossen op locatie duurt amper twintig minuten met twee man. De monteurs monteren, dat is hun vak, wat ze willen, waar ze goed in zijn en wat iedere dag voldoening geeft.î

ÑDoor consequent in te zetten op een compleet digitaal proces van ontwerp tot en met installatie, maak je het niet alleen voor iedereen veel makkelijker. Het is slimmer, efficiÎnter en sluit aan op de wet kwaliteitsborging in de bouw. Daarnaast geeft het inzicht waar je mee bezigt bent. We maken ook op de bouw overal fotoís van: je deelt wat je installeert, aflevert en wat je aan afwijking tegenkomt. Het geeft inzicht aan ontwerpers, de mensen in de werkplaats en aan de monteurs. Zij kunnen ook alles wat nodig is bij reparaties of vervanging, op hun I-pad bestellen. Geen losse briefjes meer, geen gekrabbel op een tekening, niet meer heen en weer rijden om even iets te halen. Met QR-codes op producten: herkenbaar en herleidbaar. Die investeringen in productie en processen brengen waar we op hadden gehoopt, een omkering in denken en leren van elkaar. En zo kom je iedere keer weer een stapje verder naar makkelijker, veiliger, beter, duurzamer.î

De investeringen in Sappemeer maken voor Nijburg de volgende stap mogelijk. Door verdere samenwerking met partners het binnenklimaat van gebouwen verder verduurzamen aan de hand van sensor- en datatechniek. Optimalisatie voor mens en milieu: minder energieverbruik, minder uitstoot en een gezonder binnenklimaat voor meer mensen. nijburg.nl

ëAccountant moet veel meer naast de ondernemer staaní

ÑEen jaar met heel veel dimensies.î Zo kijkt Arjen van Braak van Van Braak Accountants terug op 2024. ÑWe denken positiever over de economie, dan dat die in werkelijkheid is. Wat dat betreft houden we onszelf een beetje voor de gek.î Hij kijkt daarbij vooral naar de situatie waarin veel MKB-bedrijven zich bevinden. 2024 werd gekenmerkt door een tekort aan personeel, hoge lasten en een productiviteitsgroei die vrijwel tot stilstand kwam, waardoor de concurrentiepositie en winstgevendheid van veel bedrijven onder druk staat.

Biedt 2025 dan betere vooruitzichten? Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek, dat onderzoek deed naar de verwachtingen van het midden- en kleinbedrijf, gaan ondernemers weliswaar meer personeel aannemen en meer investeren. Maar, deze verwachtingen zijn minder positief dan een jaar geleden. Verder blijft het ondernemersvertrouwen onveranderd licht negatief. Dat hoort Arjen van Braak ook wanneer hij ondernemers bezoekt. ÑJe ziet nu al dat het overal wat minder druk wordt, waardoor dit jaar bijvoorbeeld veel winkelketens zijn omgevallen. Ondernemers hebben daarnaast te maken met een toenemende regeldruk, die het ondernemen er niet gemakkelijker op maakt.î

Verder wijst hij op de loonsverhogingen in 2024. ÑWe denken met elkaar dat we rijker worden, maar in feite worden we steeds armer. We kunnen eigenlijk steeds minder doen met ons geld. Dat heeft vooral met inflatie te maken, maar ook allerlei andere dagelijkse zaken die steeds duurder worden. En dan heb ik het nog niet over klimaatmaatregelen die veel geld kosten, maar die onze concurrentiepositie ten opzichte van andere landen er niet beter op maakt. Eigenlijk prijzen we onszelf uit de markt, het is niet voor niets dat wij veel bezorgde ondernemers spreken.î

Krapte arbeidsmarkt

Dat wordt onderschreven door het aantal kleine ondernemers dat overweegt te stoppen. Uit onderzoek blijkt dat 1 op de 3 kleine ondernemers overweegt om te stoppen met het bedrijf of het te verkopen. Als redenen worden toenemende regeldruk, financiÎle instabiliteit en lagere winst gegeven. ÑEn daar komt nog bij dat goede medewerkers worden weggekocht door de grotere ondernemingen. Door de krapte op de arbeidsmarkt zijn die niet zo gemakkelijk te vervangen.î De krapte is een niet te onderschatten oorzaak van de geringe groei van de economie. ÑHet is niet voor niets dat talloze restaurants dit jaar met kerst niet open zijn, omdat ze gewoon onvoldoende personeel hebben.î

ÑWij zijn als accountant veel onderweg en komen dan de meest vreemde zaken tegenî, gaat Van Braak verder. ÑZo verbaas ik me er altijd over hoe slecht ondernemers bepaalde zaken hebben geregeld. En ja, daar mag hij zijn accountant op afrekenen.î Als voorbeeld noemt hij een bedrijf waarbij een werknemer die bij het moederbedrijf op papier stond, werkzaamheden ging verrichten voor een dochterbedrijf. ÑDaar ontstond vervolgens een calamiteit, maar toen de ondernemer zijn verzekering wilde inschakelen, bleek deze niet uit te keren, omdat het bij het dochterbedrijf gebeurd was. En daar was de betreffende medewerker niet voor verzekerd. Kortom, denk erom dat je WA-verzekeringen op orde zijn. Wij komen veel te vaak tegen dat dit niet het geval is.î

Tips En zo heeft Van Braak nog wel meer tips, zo aan het einde van het jaar. ÑZorg ervoor dat er nog dit jaar interim dividend, dat is een tussentijdse uitkering aan aandeelhouders, wordt uitgekeerd. Dat de moeder BV meer vorderingen op de

dochter BVís krijgt, waardoor de financiÎle betrokkenheid en controle toeneemt, dat geeft meer zekerheid. Doe vanuit de moeder BV een dividend uitkering van maximaal 134.000 euro aan de directeur-grootaandeelhouder. Zorg ervoor dat in deze maand de premie arbeidsongeschiktheidsverzekering voor 2025 betaald wordt.î

Verder heeft Van Braak nog een aantal tips voor de directeur-grootaandeelhouder met kinderen. ÑZorg er op tijd voor dat de moeder BV wordt gesplitst in meerdere BVís en maak tijdig een familiestatuut, waarin staat beschreven hoe je kinderen in de toekomst om dienen te gaan met aandelen die hen geschonken zijn of die ze hebben geÎrfd.î

Wachtwoorden

ÑTenslotte: leg je wachtwoorden vast, ook in je

directe omgeving, er kan altijd iets gebeuren waardoor je deze snel nodig hebt. Daarnaast adviseer ik altijd om het testament en het levenstestament te toetsen. En zorg dat je verzekeringen op orde zijn en hoog genoeg zijn om eventuele schade te dekken. Daarbij is het ook van belang dat de tenaamstelling in orde is.î Bij dit alles kan de accountant een rol spelen. Sterker nog, Van Braak vindt het de taak van de accountant om de klanten op zaken te wijzen die er te doen. ÑNiet voor niets horen wij regelmatig van nieuwe klanten: ëwaarom wist ik dat niet eerderí. Dat is de manier waarop Van Braak Accountants wil opereren.î www.vanbraakaccountants.nl

06-22996506 06-53734363

Arjen van Braak, accountant

Vakmensen en klanten van DW Bouw lyrisch over biobased bouw

Waar een bescheiden bouwbedrijf groot in kan zijn. DW Bouw in Nieuwehorne is een Friese koploper in biobased bouwen. Mooi en mens- en milieuvriendelijk, voor bouwer en bewoner. Doener in duurzaamheid Werner Valk over keuzes, samenwerken, natuurlijke materialen en kennisdeling.

Wat begon met de stap vader en zoon naar een eigen bedrijf, is nu een bouwbedrijf van een man of tien. Lekker lokaal aan de Schoterlandseweg in Nieuwehorne. Bouwen in een straal van zoín vijfentwintig kilometer om huis, van onderhoud, renovatie en een dakkapel tot verbouwing van een woonboerderij en de nieuwbouw van woonhuizen op vrije kavels. ÑWe zijn een allround bouw- en aannemingsbedrijf dat de keuze heeft gemaakt voor biobased bouwî, stelt Werner Valk, samen met zín vader Dick eigenaar van het bedrijf. ÑMín vader is de praktijkman die alles regelt op de bouw, ik doe de communicatie, planning en inkoop.î Korte lijnen, vakmensen, kennis en kunde onder ÈÈn dak: kwaliteit in biobased bouwen.

ÑWe zijn in omvang een bescheiden bedrijf, dat met het oog op de toekomst bewust heeft gekozen voor biobased bouwen. We hebben veel contact met Green Inclusive, een inspirerende goede club. En als bouwers zijn wij doeners in deze circulaire beweging, die de behoefte voelen om de daad bij het woord te voegen. Laten zien wat er kan als je biobased gaat bouwen in plaats van traditioneel. Toen zijn we aan een reis begonnen, want het is leren in de praktijk en veel meer samenwerken en kennisdelen dan je misschien gewend was. Het mooie is dat we met onze ervaring uit de praktijk ook weer kennis kunnen delen met bijvoorbeeld leveranciers.î

Beter, gezonder, mooier ÑDe stap van traditioneel naar biobased bouwen betekent afscheid nemen van fossiele bouwmaterialen en overgaan naar het gebruik van natuurlijke en hernieuwbare materialen. Voor DW Bouw zijn daarvoor drie goede redenen. In de eerste plaats vanuit duurzaamheid, omdat je door het gebruik van hernieuwbare grondstoffen direct bijdraagt aan de vermindering van de CO2voetafdruk. In de tweede plaats de gezondheid, want je krijgt een beter binnenklimaat als je natuurlijke materialen gebuikt, die die vocht reguleren en luchtzuiverende eigenschappen hebben. In de derde plaats, is het esthetisch. Je huis krijgt een unieke, warme en natuurlijke uitstraling en draagt positief bij aan je omgeving. Door je huis biobased te laten ontwerpen en bouwen draag je bij aan wezenlijke innovatie en omslag in de bouw. Zonder opdrachtgevers die de keuze maken, blijft het anders nog heel lang bij het oude fossiele bouwen.î

ÑWe hebben het duurzame bouwen binnen ons bedrijf omarmd. Dat is een proces, waarin je veel leert. Je krijgt te maken met nieuwe materialen die je moet leren toepassen, die zich moeten bewijzen in de praktijk. En die moet je weer combineren in een geheel, dus je hebt tijd en geduld van elkaar nodig om te leren en om ervaring op te doen. Je begint met elkaar aan een reis, waarin je elkaar nodig hebt om verder te komen. Wat betekent het als een fossiel materiaal of product vervangt door een natuurlijk materiaal, hoe zit het met regelgeving, hoe verhouden materialen zich bij vocht, warmte en koude; is er voldoende voorraad van nieuwe materialen, waar kun je terecht voor advies, met wie kun je kennis delen? Daarom kiezen we er ook voor om in nieuwbouwprojecten met een bouwteam te

werken, waarin alle disciplines zitten. Kennis delen op de bouwplaats werpt direct zín vruchten af en komt het resultaat ten goede.î

Ook de bank gaat mee in biobased ÑDe afgelopen jaren is biobased bouwen steeds gewoner geworden, bij meer opdrachtgevers, bij architecten, leveranciers en bij overheden, financiers en banken. Stap voor stap krijgt het een plek in de keten. Een prachtig voorbeeld daarvan is onze modelwoning die we vanuit de Friese ketenaanpak biobased bouwen met partners hebben gerealiseerd in Nieuwehorne. Het laat zien wat er nu al kan in hernieuwbare grondstoffen als hout, vezelhennep en een groen dak en wat dat doet met binnenklimaat, energievoorziening en waterhuishouding. Het is een woning die anders voelt, die mensen anders beleven. Van hout weten we natuurlijk al heel veel, maar isolatiemateriaal bijvoorbeeld was heel lang een dingetje. Met de doorbraak bij Green

Inclusive naar grootschaliger productie en verwerking van vezelhennep in Friesland, is daar met lokale landbouwers een hele mooie stap in gezet. Als dan ook een gemeente zoals Heerenveen, de Rabobank en grote leveranciers als Miedema er achter gaan staan, dan kun je samen concrete stappen zetten. ëí Je krijgt nu zelfs rentekorting op je hypotheek als huis bestaat uit

Biobased materialen. î

Vakmensen zijn lyrisch

ÑMet de focus op samenwerking vanuit een

gedeelde visie en de passie voor duurzaamheid kunnen we bijdragen aan verandering in de bouw. Als er nu wordt opgeschaald, gaat het hard, omdat er dan een groter volume komt en daarmee betere prijzen. Nu zijn veel fossiele materialen nog goedkoper en voor de echte omslag moet daar verandering in komen. We zien de vraag en het enthousiasme toenemen. Bij DW Bouw is het aandeel Biobased al boven de 75% en steeds meer mensen worden nieuwsgieriger in deze manier van bouwen.î

ÑWeet je wat geweldig is?î, zegt Werner Valk. ÑBiobased bouwen vereist weer veel meer vakmanschap van onze mannen en juist dat vinden ze heerlijk. Het is bijna ouderwets, behalve dan dat we ieder huis grotendeels onder gecontroleerde omstandigheden in onze werkplaats kunnen maken en het daarna op de bouwplaats in elkaar zetten. De materialen waar we nu mee werken, zijn natuurlijk en dus veel vriendelijker en fijner voor iedereen die er mee werkt. Niet alleen onze klanten, maar ook onze mensen zijn er lyrisch over: biobased bouwen doet ons goed in veel opzichten.î

www.dw-bouw.nl

Dick en Werner Valk

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.