

Van het geloof dat het anders moest naar ‘we gaan door, er kan juist zoveel’. Jan Baljeu, algemeen directeur Friesland Lease, is even energiek en overtuigd als vijftien jaar geleden. Het loont om samen op te trekken. In CO2- verlaging, verduurzaming, efficiency, elektrificering van mobiliteit en kostenbesparing. Gesprek met een gedreven koploper.
„Een tijdje terug waren we met een groep ondernemers en bestuurders in Oslo. Het was er zo stil, zo schoon! Een verademing, geweldig. Negentig procent van de auto’s is daar elektrisch en dan ervaar je wat het betekent. Natuurlijk, we zijn lekker op weg. Veertig procent van onze nieuw ingezette leaseauto’s is nu elektrisch. Maar er is nog heel veel te doen voor we zover zijn als in Oslo. Daarom is het zo jammer dat wij de korting op wegenbelasting en overige stimuleringsmaatregelen op bedrijfswagens hebben afgeschaft. Waarom zou je dat proces van vooruitgang onderbreken? Los van het feit dat we hier in anderhalve maand nog 600 wagens (!) moeten uitleveren. Honderden klanten en hier de hele tent op z’n kop.” Het stoort Baljeu dat het beleid niet consistent is. „Je ziet in Oslo gewoon waar het in dezelfde tijd naar toe kan. Natuurlijk wordt dat gesubsidieerd. Ze doen het uit overtuiging en ze houden vol, dat is het verschil.”
Blijf elkaar voeden met enthousiasme Vijftien jaar geleden schafte Jan Baljeu z’n eerste Tesla aan. „Wat doe je nou, dat gaat het natuurlijk nooit worden Jan, zei vrijwel iedereen om me heen. Maar ik vond dat het anders moest en anders kon. De uitstoot moest omlaag, ik zette de stap uit overtuiging. Daar ben ik niets in veranderd: daarom zeg ik zeker op dit moment, laten we doorgaan op de weg om de uitstoot te verlagen. Doe wat je kunt doen, de mogelijkheden zijn er. En in een breder kader, ik geloof onverminderd in verduurzaming. Niet alleen vanwege het milieu, ook sociaal. In je organisatie, als mensen onder elkaar. Ga het gesprek aan, blijf elkaar voeden en zet samen stappen.”
De mogelijkheden zien, energiek aan de slag. „Friesland Lease is in de loop van de jaren steeds meer kenniscentrum geworden, we zijn iedere dag tot in de vezels bezig met wat er kan. Wet- en regelgeving, ontwikkelingen, zeg het maar. Juist omdat beleid niet consistent is, moet je blijven focussen op de mogelijkheden voor je klant.”
„Een mooi voorbeeld”, licht de algemeen directeur van Friesland Lease toe, „is samen werken aan slimme mobiliteitsoplossingen en slim autogebruik. Zo zijn we goed onderweg met EnergievanOns, het collectief van 150 lokale energiecoöperaties. We bouwen een netwerk van elektrische deelauto’s in dorpen en wijken, om het aantal tweede auto’s te verminderen en mobiliteit lokaal slimmer in te richten. Zo’n tweede auto wordt in veel gevallen nauwelijks gebruikt, de stroom voor de elektrische auto’s komt uit het lokale zonnepark. En overstappen naar collectief, draagt breder bij dan alleen aan vermindering van uitstoot. De kunst is om direct meer auto’s neer te zetten, want met één auto biedt je geen alternatief. Ameland is een prachtig voorbeeld. Het is natuurlijk doodzonde als veel bewoners van Ameland nog een extra auto op de wal hebben staan. Zorg ervoor dat daar goed elektrisch vervoer staat, dan werken bewoners, die veelal lid zijn van de energiecoőporatie, graag mee. Slim zijn door lokaal samen te werken.”
Ervaring opdoen en kennis delen „Met de invoering van de emissievrije zones krijgen we steeds meer uitdagingen om het logistiek anders te doen. Met nieuwe alternatieve producten zoals geavanceerde bakfietsen en kleinere elektrische voertuigen krijgen we steeds meer voor elkaar. Wat heb je nodig om dat lokale transport van hub naar binnenstad en daarbinnen elektrisch mogelijk te maken? Het is experimenteren, we hebben al veel ervaring opgedaan. We houden ervan de praktijk met de klant werkbaar te maken en draagvlak te creëren. In de steden merken we dat gemeenten hun beleid graag willen doorzetten, daar waar de landelijke overheid stagneert. In het geheel samenwerken aan slimme oplossingen is de enige mogelijkheid. Het kan, de techniek is er, je moet het met elkaar willen.”
Duurzaamheid heeft ook z’n weerslag op rapportages van steeds meer bedrijven, stelt Jan Baljeu proefondervindelijk vast. „Ook daar geldt: je bent niet alleen. Wij voorzien veel grote klanten van data over hun mobiliteit. De gegevens van een leasevloot en alle individuele wagens worden continue verzameld en geïmporteerd in ons eigen datawarehouse. Daarmee kunnen we de klanten voorzien van realtime rapportages voor o.a. CSRD of Werkgebonden Personenmobiliteit. Voor hun is het niet te doen dat in eigen huis te beheren, maar met onze expertise, moderne dataarchitectuur en onze uiterst beveiligde IT-omgeving, is dit te realiseren zodat onze klanten er hun voordeel mee kan doen.”
Koploper blijven
Slimme mobiliteit vraagt niet alleen om slim laden, zegt Jan Baljeu, „het is een extra mogelijkheid om weer een stap te zetten. „Met 12.000 wagens heb je volume. Als je daar vanuit laadfilosofie anders naar kijkt, kun je aan de slag. Kan dat slimmer zodat het minder bijdraagt aan piekbelasting en netcongestie? Hoe kun thuisoplossingen realiseren die tegelijk deel uitmaken van je arbeidsvoorwaarden?”
Het is voor Jan Baljeu ook het moment om ‘de fiets’ weer op de agenda te zetten. „Ik hoor van veel ondernemers dat de fiscale mogelijkheden voor leasefietsen weg zouden zijn. Doodzonde! Ook daarin is de tijd veranderd, maar wij zien alleen maar stijgende aantallen elektrische leasefietsen Omdat steeds meer werkgevers dit met een echte regeling opnemen in hun arbeidsvoorwaardenpakket . Laat het een uitnodiging zijn, er kan genoeg, dus we helpen je graag!”
Jan Baljeu: „Wat ik geweldig vind is de ervaring dat we hier met z’n allen dat gesprek voeren en mensen mij weer overtuigen. Een gezamenlijk uitje naar Barcelona met het vliegtuig? ‘Gaan we niet meer doen Jan, dat past niet bij wie we zijn’. Ik word daar vrolijk van.” Friesland Lease: al 3 jaar in de top 3 van de beste leasebedrijven op het gebied van klanttevredenheid, koploper in CO2reductie en iedere dag met mensen in verbinding. www.frieslandlease.nl
Nee, deze bijlage gaat niet over politiek Den Haag waar groene investeringen op allerlei manieren worden afgeschaald.
Ook niet over Donald Trump, de nieuwe president van de Verenigde Staten die zijn meest milieuvervuilende vrienden belangrijke posten in zijn kabinet geeft.
Aan de overheid, in binnen- en buitenland, hebben we nu even niet zoveel als het om duurzaamheid gaat. Gelukkig zijn er genoeg ondernemers die niet meewaaien met de steeds veranderende politieke wind.
Kijk eens bij de Sent Waninge Groep in Hoogeveen. Daar hebben ze 2 jaar geleden de knoop doorgehakt om hun wagenpark – 150 vrachtauto’s – te elektrificeren. Niet van de een op de andere dag, maar te beginnen met hun vrachtwagens voor de korte afstanden. Auto voor auto. En terwijl de ontwikkelingen doorgaan, de actieradius van de accu’s stijgt, kunnen straks ook de diesels voor lange afstanden elektrisch worden. Over 10 jaar zijn alle vrachtwagens van de Sent Waninge Groep elektrisch, zegt Anouk Waninge.
Maar ze doen meer. Zo is hun snellaadplein langs de A28 bijna klaar. Niet alleen voor hun eigen wagenpark, maar voor ieder andere elektrische vrachtwagen die op of neer moet naar of vanuit het Noorden. Dat zijn ondernemers waar je nog eens iets aan hebt wanneer je de wereld een stukje beter wilt maken.
Ja maar, bij ons kun je onmogelijk laden ... Nou, die smoes gaat wat de Leeuwarder start-up Evise betreft niet meer op. Je auto opladen op plekken waar amper stroom beschikbaar is, meer voertuigen opladen op één aansluiting: het moet wel heel gek zijn willen de mensen van Evise er niet uitkomen.
Hoe zit het dan met waterstof? We zijn hier toch dé waterstofregio, volgens zetten we alle waterstofprojecten in het oorden op een rij en lichten er drie uit – eentje in elke provincie. Om het ier even op rijden op waterstof te houden. Volgens Edward Doorten Green Planet Mobility in Pesse) loopt waterstof ongeeer 5 jaar achter op elektrische auto’s. Of die chterstand wordt ingelopen, is van meerdere mstandigheden afhankelijk. Bijvoorbeeld hoe nel en in welke mate Europa onafhankelijk il zijn van (Chinese) accu’s. Voor waterstof ijn veel minder grondstoffen nodig als kobalt n lithium. Voor batterijen nog wel.
oorten is, net als de Sent Waninge Groep en eel andere noordelijke ondernemers, een voorploper. Voor een duurzamere wereld en voor ansen. ,,Nederland is een gidsland. Wij kunen hierdoor veel kennis en materiaal gaan erkopen in het buitenland in de toeomst, net zoals we dat doen met ennis over bijvoorbeeld de Deltaet komt goed. eel leesplezier,
AN ROZENDAAL
04
De Sent Waninge Groep elektrificeert auto voor auto Ondanks vele onzekerheden de weg naar de toekomst
07
Miljonairs oké, maar elke miljardair is een beleidsfout
Column Ronald Mulder
08
Dit is waarom Black Friday een hele week duurt Een kijkje bij pakketjesbezorger PostNL
11
De moeizame weg naar duurzaamheid
Column Eelko Huizingh
12
Punaises op de weg naar groen wagenpark ‘Maar we gaan de goede kant op’
16
Waterstofprojecten in Noord-Nederland op een cruciaal kruispunt ‘Nederland is een gidsland
18
NOM werkt aan mooi huis en uitdagende baan voor iedereen Vooruitkijken met 50-jarige ontwikkelingsmaatschappij
24
Je auto laden op alle (on)mogelijke plekken
Plus nog twee afleveringen van de rubriek Start me up
30
Derde generatie Stuy bewondert na 125 jaar opa nog steeds Rubriek De Spiegel
Noordz is een bijlage van Mediahuis Noord
Samenstelling & eindredactie Marja Boonstra, Jan Rozendaal, Roel Snijder, Theo Zandstra Vormgeving Alie Veenhuizen
E-mail bijlagen@mediahuisnoord.nl
Advertenties/branded content Multiplus Media, Drachten T: 06 44 91 12 63 E: s.osinga@multiplusmedia.nl Volg NoordZ ook online op het blog: www.noordz.nl
Hoewel er nog veel vragen zijn, zet de Sent Waninge Groep in Hoogeveen de eerste stappen in het elektrificeren van het wagenpark. ,,Op termijn ook voor lange afstanden.’’
Het snellaadplein voor trucks met een totaal vermogen van 3 megawatt is bijna klaar, de eerste elektrische bus rijdt, er staan drie nieuwe elektrische vrachtwagens klaar en er zijn er nog twee in bestelling.
De Sent Waninge Groep in Hoogeveen koos doelbewust voor de overstap van fossiel naar elektrisch rijden. De overgang vergt geduld en brengt de nodige uitdagingen met zich mee, geeft Anouk Waninge van het projectteam elektrificatie van het transportbedrijf toe. Toch is verduurzaming dé manier om goed voorbereid te zijn op de toekomst, benadrukt de jonge onderneemster.
Ruim 2 jaar geleden hakte de Sent Waninge Groep de knoop door om te kiezen voor elektrificatie van het wagenpark. En daarmee is het bedrijf een van de voorlopers in de transportsector. Het bedrijf is vooral intrinsiek gemotiveerd.
,,We willen praktijkervaring opdoen met het elektrisch rijden. We vinden het belangrijk om toekomstbestendig te kunnen ondernemen en de verduurzaming is daar een belangrijk onderdeel van. De transitie is niet van de één op andere dag gerealiseerd en onderweg komen we voldoende uitdagingen tegen”, steekt Waninge van wal.
ACTIERADIUS
Want hoewel de Sent Waninge Groep veel investeert in de elektrificatie blijven er veel vragen waarop de transporteur nog geen antwoorden heeft. Blijft er voldoende stroom beschikbaar? Kan de actieradius van voertuigen verder omhoog; hoeveel en wanneer? Hoe ontwikkelt de instabiele kilowattuur prijs zich? Hoeveel snelle laadplaatsen komen er in Nederland en waar? Hoeveel bedrijven kiezen voor elektrificatie? Welke rol gaat de Europese wetgeving spelen, waarbij bedrijven verplicht worden om te rapporteren over hun duurzaamheidsprestaties (CSRD)? Zet de Nederlands overheid de zero-emissiezones in binnensteden door? Hoe snel gaan de technologische ontwikkelingen?
Van de drie transportbedrijven Sent Waninge Transport, Transpa Emmen en DGO Express leent vooral de laatste zich op dit moment het beste voor verduurzaming. Door de kortere rijafstanden in met name Noord-Nederland en veel ritjes in de zero-emissiezones in binnensteden gaan de eerste elektrische vrachtwagens binnen de Sent Waninge Groep voor DGO Express op pad. Doel: alle vrachtwagens van dit bedrijf moeten binnen 10 jaar elektrisch zijn.
Het eigen snellaadplein voor trucks aan De Stroom in Hoogeveen is een grote stap in de goede richting, want ‘om elektrisch te kunnen rijden is stroomvoorziening van essentieel belang’, aldus Waninge. En het krijgen van een stroomaansluiting is niet vanzelfsprekend tegenwoordig.
OPLADEN
De aanleg vergt het nodige geduld. ,,Met de huidige krapte op het stroomnet was het best een spannende keuze. Gelukkig hebben we een uitbreiding van onze stroomaansluiting kunnen krijgen. Dat lukt niet iedereen. De voorbereiding voor de aanleg ging langzamer dan verwacht. Maar als de (weers)omstandigheden meezitten hebben we voor de jaarwisseling vijf snelladers van 400 kilowatt, waar vrachtwagens binnen een uurtje kunnen opladen.”
De Sent Waninge Groep is in de jaren 30 van de vorige eeuw opgericht en bestaat uit drie transportbedrijven
1. DGO Express, Hoogeveen: richt zich op fijnmazige distributie, opslag en verhuizingen met als werkgebied Benelux
2. Sent Waninge Transport, Hoogeveen: complete ladingen, op- en overslag met als werkgebied Benelux en Duitsland
3. Transpa Emmen, Erica: geconditioneerd transport (bloemen en planten), verhuur Deense karren met als werkgebied Nederland en Duitsland
Aantal medewerkers 300 Aantal voertuigen 150
Met de komst van de snelladers kan het elektrisch rijden beginnen, maar kunnen ook derden gebruikmaken van hun laadplein. ,,We hebben een ideale locatie aan de A28, waar veel vrachtverkeer langs komt richting Noord-Nederland en andersom. Het biedt andere vervoerders de mogelijkheid om de overstap te maken naar elektrisch rijden. Het is het kip-eiverhaal: als er geen laadmogelijkheden zijn, kies je niet voor elektrisch.”
De overgang van het langeafstandsvervoer is lastiger te voorspellen, legt Waninge uit. ,,Bij Sent Waninge Transport en Transpa Emmen rijden we langere afstanden. Daarvoor is een grotere actieradius nodig, maar met de vooruitgang in de batterijcapaciteit van trucks is het mogelijk op termijn ook voor de lange afstanden volledig elektrische vrachtwagens te zien. Van essentieel belang is dat de beschikbaarheid van stroom toereikend moet zijn”, voegt ze er aan toe.
WATERSTOF
Waarom kiezen voor elektrificatie en niet voor waterstof of hybride rijden? De beide alternatieven zijn wel afgewogen bij het bepalen van hun strategie rondom duurzaamheid, voegt Waninge toe. ,,In de transportsector loopt elektrisch rijden voorop ten opzichte van rijden op waterstof. Technologische ontwikkelingen, kosten en beschikbaarheid zijn daarvoor de belangrijkste factoren. Zo liggen de kosten van een vrachtwagen met een waterstofbrandstofcel ongeveer 5 à 6 keer hoger dan de dieselvariant en 2 keer hoger dan de batterijvariant. Hybride heeft als nadeel dat je daarmee niet een zero-emissie zone in mag en bovendien naar verwachting een tussenoplossing is.”
Op het moment kost een elektrische vrachtwagen zo’n 3,5 ton en dat is drie keer duurder dan een dieselvariant. De actieradius ligt op momenteel op ongeveer 350 kilometer, maar gaat richting de 500 tot 600 kilometer. Veel technologische ontwikkelingen zitten nog in de testfase. Ook de (onzekere) Europese en Nederlandse regelgeving is van invloed of in de (transport)markt meer bedrijven overstappen op elektrisch rijden. ,,Hoe meer auto’s worden verkocht, hoe meer onderzoek er komt. Het is een wisselwerking tussen markt en research and development”, legt Waninge uit.
Het is daarnaast belangrijk dat er een kaart komt met laadplekken in Nederland, maar ook in het buitenland. ,,Waar kun je bijladen onderweg? Onze verzekeraar is bezig met het
faciliteren van een laadpas voor haar leden en daarnaast verwacht ik ook iets vanuit de brancheorganisatie voor transport en logistiek om dit in kaart te brengen. Het ontbreken van dergelijke initiatieven laat zien dat elektrificatie nog in de kinderschoenen staat.”
Wel ziet Waninge bij collega-transporteurs en klanten dat er steeds meer interesse en aandacht komt voor elektrificatie. ,,Zo hebben we contact met potentiële opdrachtgevers. Samen onderzoeken we de mogelijkheden en het blijkt dat die er voldoende zijn. Maar nog niet iedereen is met het onderwerp bezig, voor de één is het meer relevant dan voor de ander. De vraag naar emissievrij transport komt op dit moment nog vooral uit de intrinsieke motivatie van bedrijven voort. We verwachten dat dit het komende jaar zal veranderen als de rapportageverplichting voor de CSRD gaat gelden.’’
HOGE PRIJS
Is elektrisch transport duurder? Dat is een interessante vraag, waarop nog niet een duidelijk antwoord is, aldus Waninge. ,,De stappen die we nemen in de elektrificatie zijn vooruitstrevend en daarvoor betaal je nu een hoge prijs. De initiële kosten kunnen hoger uitvallen, want de technologie wordt continu verder ontwikkeld en er is nog relatief weinig praktijkervaring. Dit neemt niet weg dat we het belangrijk vinden om hierin te investeren en te kiezen voor een duurzame oplossing. Schaalbaarheid kan een positieve impact hebben op de kosten, dus het is ook van belang dat steeds meer bedrijven hiermee aan de slag gaan. We zien hierin ook een rol voor onszelf weggelegd.”
Bovendien speelt de prijs van elektriciteit een cruciale rol in het totale kostenplaatje. ,,De kilowattuurprijs beïnvloedt de kosten van elektrisch transport en deze prijs schommelt meer dan bijvoorbeeld de dieselprijs. Hoe dit de komende jaren zal ontwikkelen moeten we aankijken. We blijven de ontwikkelingen op de energiemarkt nauwlettend volgen omdat dit impact heeft op onze kosten en dus ook die voor onze klanten.”
Wat motiveert de Sent Waninge Groep om de rol van voorloper op het gebied van elektrificatie te zijn? Het gaat er niet zozeer om vooruitstrevend te zijn, maar om duurzaam te ondernemen, benadrukt Waninge. ,,Het heeft impact op onze investeringen en bedrijfsvoering, maar ook van onze mensen wordt het nodige gevraagd.’’
,,Het plannen van elektrisch transport kan door de actieradius complexer zijn en het rijden met een elektrisch voertuig is heel anders dan met een dieselvoertuig. Zo heeft de chauffeur bijvoorbeeld veel meer impact op het verbruik van de auto. Maar ook de collega’s van ICT hebben hierin een rol, omdat data en software voor de elektrificatie ook van groot belang zijn. Al met al willen we hierop voorbereid zijn en iedereen de tijd geven om hierin mee te groeien. Het is een proces dat we met elkaar moeten oppakken.”
Zaak voor het familiebedrijf van Waninge om alle (technologische) ontwikkelingen goed in de gaten te houden en de transitie stapsgewijs aan te pakken. ,,De transitie heeft een lange aanloop en gaat stap voor stap. Het begint ermee dat het thema gaat leven. Zo is het bij onszelf ook gegaan. Als dat lukt dan komt de wens vanzelf. We hebben er vertrouwen in dat het zich goed gaat ontwikkelen.”
Partner in de regio voor betrouwbare installaties voor uw duurzame toekomst. FRL Electra in Dronryp is er voor de zakelijke en particuliere markt bij aanschaf, installatie en onderhoud van elektra en elektrische installaties. Richard van Langen over no-nonsens advies en duurzame stappen.
Van kookplaat tot laadpaal, van stoppenkast tot en met zonnepaneel. Richard van Langen en compagnon van FRL Electra staan klaar om u te helpen met het schakelen in de energietransitie. In bestaande bouw, bij renovatie of verbouwing of bij nieuwbouw. De ervaren en no-nonsens elektra-specialisten zijn de handen-uit-demouwen in de energietransitie. „Veel ondernemers en particulieren willen graag omschakelen, iets betekenen voor hun omgeving en het klimaat. Het is ook begrijpelijk dat veel mensen onzeker zijn. Is het nog wel verstandig om nu zonnepanelen te nemen, kan dat nog wel uit? Kan een warmtepomp bij mij in huis? Is mijn stoppenkast wel toereikend? Zoveel mensen, zoveel vragen. Het is maatwerk. Wat is de vraag, wat is uw situatie thuis of op uw bedrijf?”
Een nuchtere blik op de toekomst Richard en compagnon begonnen in 2021 met hun bedrijf FRL Electra. Ze zijn dan al ervaren monteurs van allerhande elektrische installaties. „Het was een goed moment om voor onszelf te beginnen, zeker omdat je ziet dat veel mensen met vragen zitten in een wereld die schakelt naar elektrisch. Het is natuurlijk een dynamische markt, want er gebeurt van alles. We hebben in de eerste paar jaar vooral veel zonnepanelen op dak gelegd en dat is nu weer wat minder door de enorme onzekerheid. Maar even ter geruststelling: overstappen naar zonnepanelen is nog steeds een prima investering, ook als de saldering een keer verdwijnt. Vergeet niet dat het een prima stap is naar verdere elektrificering, naar minder en duurzamer verbruik. Denk aan warmtepompen en aan opslag van energie, zeker als dat laatste ook voor meer mensen en bedrijven betaalbaar wordt.”
„Hoe dan ook schakelen we steeds meer naar elektrisch. Daarom is het bijvoorbeeld ook wenselijk om ons een keer advies te vragen over de staat van het hart van uw stroomvoorziening, de groepenkast. Niet het eerste waar u misschien
aan denkt. Heeft u nog een stoppenkast? Dan is het zaak daar goed naar te laten kijken. Een moderne groepenkast is namelijk niet alleen veiliger en toekomstbestendiger, maar is ook veel efficiënter in energieverbruik. De moeite waard! Op welk moment en wat dat ook voor u kan betekenen, FRL Electra is er om u te helpen.”
Korte lijnen, eerlijk advies Partner in uitvoering voor een duurzame toekomst voor particulier en bedrijf. Vlot geleverd, betrouwbaar geïnstalleerd. „Het is natuurlijk heel sneu als iemand een besluit neemt tot aanschaf van een installatie en hij een jaar moet wachten. FRL Electra is duidelijk in haar advies en over het moment van levering en installatie.” Het schetst het bedrijf uit Dronrijp: betrouwbaar, korte lijnen, rechtsreeks contact, duidelijkheid, eerlijk advies, adequate levering, service en onderhoud.
Behalve op de Friese particuliere markt, staat FRL Electra op verschillende manieren klaar voor de zakelijke markt. Richard van Langen: „De zakelijke markt is heel divers. We werken veel rechtstreeks in opdracht van ondernemers, ook in de agrarische sector. We doen heel diverse elektra-projecten, van complete zonnedakinstallaties tot en met groepenkasten, aanleg data- en elektranetwerken, camerabeveiliging en het verzorgen van laadpalen. Zeker voor bedrijven geldt dat alles dat met elektra en data te maken heeft, van cruciaal belang is voor de betrouwbaarheid en veiligheid van het bedrijf en haar dienstverlening. Meer digitalisering en automatisering betekent heel vaak ook de noodzaak van aanpassing of uitbreiding van groepenkasten, van bekabeling en netwerken. FRL Electra helpt u bij die aanpassingen met het juiste advies, deskundige installatie en onderhoud, volgens de hoogste normen van veiligheid, efficiency en betrouwbaarheid.”
Samenwerken waar het kan Samenwerken is voor FRL Electra van groot belang, stelt Richard van Langen. „Ook wij kunnen niet alles en je bent altijd onderdeel van een keten waarin specialisten samenwerken. Als we bijvoorbeeld zonnepanelen op dak aanleggen, kan dat consequenties hebben voor dakwerk. Voor dat gespecialiseerde werk is het logisch dat je het overlaat aan een professioneel dakbedekkingsbedrijf, omdat je het beste voor je klant wilt kunnen garanderen. Schoenmaker blijf bij je leest, zeg ik dan ook.”
„Naast dat soort logische samenwerkingen binnen een project, zijn we regelmatig uitvoeringspartner voor grotere bedrijven, zoals bijvoorbeeld Faber Installaties in Oosternijkerk. Wij verzorgen voor hen het plaatsen van de zonnepanelen op het dak en zij verbinden de omvormer met de groepenkast. We voegen onze kennis, ervaring en handen toe waar nodig. Het is mooi als je elkaar kunt helpen om op die manier efficiënt te kunnen werken. FRL Electra staat voor bedrijven klaar, dus neem gerust contact met ons op om te kijken wat onze mogelijkheden zijn.”
Goed moment voor een kennismaking Het werkgebied van FRL Electra ligt pakweg een uur rond Dronrijp. Waar geschakeld moet worden naar duurzame elektra-oplossingen bij bedrijf of particulier, zijn Richard en zijn collega’s in de buurt. Voor maatwerk, een no-nonsens aanpak van helder advies tot en met betrouwbare levering, installatie en onderhoud, neemt u contact op met Richard van Langen. Want goed werk door FRL Electra begint met een persoonlijke kennismaking. www.frlelectra.nl 0517-796066
Onlangs werd de Quote 500, de jaarlijkse lijst van rijkste Nederlanders, weer gepubliceerd. Deze 500 bezitten samen ruim 250 miljard euro; gemiddeld een half miljard per persoon. Of per familie, want er staan veel families op de lijst, wat erop duidt dat de Nederlandse erfbelasting niet veel voorstelt.
Een half miljard euro is 12.500 maal het modale Nederlandse jaarinkomen, dus zelfs voor een familie is dat voldoende om een paar eeuwen comfortabel van te leven. Van de 500 zijn er 52 die minstens het dubbele hebben en zich miljardair mogen noemen.
Wij economen weten ons niet goed raad met dergelijke superrijkdom. Aan de ene kant hebben we er geen problemen mee zolang het geld legaal verdiend is en er min of meer netjes belasting over wordt betaald. Ondernemers als Adriaan Mol (Mollie), Ali Niknam (Bunq) en Jitse Groen (Just Eat Takeaway) hebben een bedrijf opgezet en groot gemaakt, die bedrijven zijn nu veel waard en de aandelen van de oprichters dus ook. Prima.
‘Het doel van de sociaaldemocratie ‘ is niet dat iedereen arm is, maar dat iedereen rijk is
Aan de andere kant vinden we eigenlijk dat elke miljardair een beleidsfout is. Als een ondernemer binnen de regels miljardair kan worden, dan kloppen de regels niet. Binnen een goed functionerende markt zorgt concurrentie ervoor dat niemand langdurig enorme winsten kan maken - dat is zo’n beetje de kern van het marktliberalisme. Daar komt bij dat miljardairs veel mogelijkheden hebben om regelgeving in hun voordeel bij te buigen - je komt er maar moeilijk weer vanaf, als samenleving.
Om het nog wat te compliceren: de meeste economen vinden ‘normale’ rijkdom en ongelijkheid binnen een samenleving heel wenselijk, zeker als er een ondergrens wordt bewaakt. Zonder een beetje rijkdom is alles grauw en troosteloos, daar zijn genoeg historische voorbeelden van. Allerlei fijne producten, die voor rijke klanten worden ontwikkeld, komen later beschikbaar voor de massa.
Rijke particulieren zijn ook enorm belangrijk als eerste investeerders in startende bedrijven. En het allerbelangrijkste: de drijvende kracht achter alle economische groei is de menselijke drang om vooruit te komen in het leven, dus dat moet je niet onmogelijk maken.
Kortom, wat je zou moeten willen is meer miljonairs, en minder miljardairs. Graag zou ik zien dat de PvdA, als die nog bestaat tenminste, dit als speerpunt in het volgende verkiezingsprogramma opneemt.
Marcel van Dam, die als sociaaldemocraat hypocrisie werd verweten omdat hij op een riant landgoed woonde, placht te zeggen: ,,Het doel van de sociaaldemocratie is niet dat iedereen arm is, maar dat iedereen rijk is.”
Joop den Uyl vond dat arbeiders recht hadden op een auto voor de deur. Eigen woningbezit, nog zo’n links speerpunt uit lang vervlogen tijden. De huidige linkse leiders vertellen ons alleen maar wat arbeiders niet meer mogen (vliegen, hout stoken, vlees eten, elkaar bloemen geven). Dat spreekt niet aan.
Meer miljonairs, minder miljardairs. Iedereen rijk, maar niet te. Ophouden met auto- en huizenbezitters pesten. Een progressieve erfbelasting, maar met een drempel van een paar miljoen - het gaat niet om die afbetaalde Vinex-woning, maar om de echte vermogens. Idem voor de vermogensbelasting.
Dat soort dingen. Maar genoeg gratis advies nu. Anders word ik nooit rijk.
Ronald Mulder is ondernemer en econoom. Man van weinig woorden.
@ronaldmulder
Kerst zal wel de drukste tijd zijn voor pakketbezorger Post NL, toch? Of misschien dan Sinterklaas? Mis. Black Friday brengt veruit de meeste bezorgers op de been. De laatste week van november laat een piek zien die elk jaar hoger wordt.
TEKST JEAN-PAUL TAFFIJN
Waarschuwingen van consumentenorganisaties dat koopjes rond Black Friday eigenlijk ‘koopjes’ zouden moeten heten, milieuclubs die stellen dat ons extreme koopgedrag een zware wissel trekt op de natuur, klimaatactivisten die ons erop wijzen dat het zo niet langer kan. Ondanks dit alles kopen we elk jaar meer met Black Friday. Of beter: rond Black Friday, want het consumeerfeest duurt tegenwoordig meestal een hele week.
Steeds meer van die aankopen worden online gedaan, met als gevolg dat de busjes met bezorgers die dagen af en aan rijden om de spullen op tijd bij de klant te krijgen. Pakketbezorgers doen dat graag natuurlijk, maar zien ook grenzen aan de groei. Op zeker moment is het aantal busjes, vrachtwagens en mensenhanden simpelweg op. Dat probleem is vooral in West-Nederland nijpend, maar ook in het Noorden wordt de uitdaging groter.
STEEDS HEFTIGER
,,Wij merken een toename van ongeveer 40 procent in het aantal pakketjes’’, vertelt Mark Muller. Hij is depotmanager van PostNL in Kolham en Leeuwarden. ,,En inderdaad, het wordt de laatste jaren steeds heftiger. Overigens: de aantallen die we in de coronatijd voor onze kiezen kregen, behoren volgens mij tot het verleden. Dat was helemáál gekkenhuis. Maar het zijn wel extreme pieken. Dit is een logistieke uitdaging waarover we het hele jaar nadenken. En we hebben het er ook met onze klanten over: hoe kunnen we de piek afvlakken, zodat het voor iedereen te behappen blijft?’’
Eén van de meest in het oog springende afspraken tussen bezorgpartijen en klanten hebben de consumenten de laatste jaren gemerkt: de verlenging van Black Friday. Dat het festijn bij de meeste bedrijven –vooral de grote elektronicajongens –inmiddels een week duurt, heeft te maken met die logistieke knoop.
Müller: ,,Het is onmogelijk om al die aankopen op één dag af te handelen. De bedrijven kunnen dan niet garanderen dat de spullen de volgende dag bezorgd worden, en wij kunnen dat ook niet. Door het wat te spreiden is die kans veel groter. Winkels blij, wij blij, consumenten blij. En dan nog zie je dat winkels een waarschuwing afgeven dat de bezorging vanwege grote drukte iets langer kan duren. Dat geldt vooral voor andere delen
van het land. Bij ons in het Noorden kunnen we het meestal nog aan. Maar je weet niet hoe Black Friday zich de komende jaren ontwikkelt.’’
MEER DAN 102.000 PAKKETJES
Even voor het beeld: op een gemiddelde dag verwerken de depots van PostNL in Groningen en Friesland ongeveer 75.000 pakketjes per dag. In de week van Black Friday ligt dat aantal boven de 102.000. In het depot in Hoogeveen worden op piekdagen nog eens zo’n 60.000 pakketten gesorteerd en verzonden. Dat heeft trouwens deels te maken met de voor ons land ‘ongelukkige’ datum, net voor Sinterklaas. Aankopen voor pakjesavond zitten er ook al tussen.
,,Na Sinterklaas dalen de cijfers flink en in de week voor kerst gaat het aantal zendingen weer iets omhoog’’, vertelt Müller. ,,Maar lang niet zo ver als eind november. Rond Pasen is het drukker dan rond kerst.’’ Dat klinkt verrassender dan het eigenlijk is. In het voorjaar krijgen mensen de zomer in de bol. Ze willen nieuwe spullen voor in de tuin, een nieuwe garderobe vol zomerkleren, doen aankopen voor de zomervakantie. Vakantiegeld wordt her en der al overgemaakt, de kinderbijslag komt binnen.
Mark Müller heeft zitting in een landelijke werkgroep van PostNL over de piekperiodes en het omgaan daarmee. ,,We moeten continu nadenken over hoe we die pieken gaan opvangen, hoe we kunnen opschalen.
Dat doen we bijvoorbeeld door extra bezorgdagen in te lassen. Kijk, op officiële feestdagen rijden we niet. Maar vanwege de drukte in het voorjaar hebben we bijvoorbeeld wel een volledige distributiedag gehad op de zondag na Koningsdag. Met specifieke klanten is afgesproken dat we ook op zondag 1 december pakketten bezorgen. Dat kost meer, omdat we onze medewerkers dan een toeslag betalen, maar dat hebben we over voor onze klanten, zodat zij op tijd kunnen leveren.’’
Zijn het in november en december vooral elektronicaconcerns die meer pakketten in omloop brengen, in het voorjaar horen de tuinwinkels tot de hardlopers. ,,Maar in alle piekperioden valt op hoe ongelooflijk veel kleding er wordt verstuurd’’, zegt Müller. ,,We hebben het niet gemeten, maar op het blote oog zou ik zeggen dat het aantal doosjes uit China ook hard toeneemt, van kleren tot gadgets.’’
HELE REIS
Voordat de bezorger met je pakketje aan de deur staat, is er een hele reis afgelegd. Elk doosje zat in verschillende wagens, lag op meerdere rolbanen en voelde diverse mensenhanden. Die reis begint bij de webshop, die het doosje meegeeft aan PostNL (of een andere vervoerder). Het pakket komt ’s avonds op de lopende band in Kolham als het vanuit een noordelijke webshop naar een andere plek in Nederland moet. In de nacht rijden de wagens vanuit Groningen naar andere depots in het land
én komen zendingen voor het Noorden terug. Voor Groningen en Noord-Drenthe arriveren die in Kolham, voor Friesland reizen ze naar Leeuwarden, voor Drenthe en een stuk Overijssel is Hoogeveen de bestemming.
,,Rond 7 uur ‘s ochtends gaan de sorteermachines in onze depots weer aan. De busjes staan aan de docks, die worden via de automatische banen op postcode gevuld. Zijn ze vol, dan kunnen ze weg en komt de volgende bus’’, vertelt de manager. Rond Black Friday zijn dat zeker niet alleen bestelwagens met het eigen logo erop. ,,We rijden zelf in Groningen en Friesland met 250 PostNL-bussen, en daarnaast zo’n 200 bussen van onze bezorgpartners. Vanaf eind november rijden er daarnaast nog eens 50 bussen die we voor die periode huren. En daar komen alle bewegingen vanuit Hoogeveen nog bovenop voor het Noorden.’’
Vergeet niet: Post NL is slechts een van de grote bezorgbedrijven. Honderden bussen van andere vervoerders rijden ook door de noordelijke straten. ,,Dat betekent inderdaad dat er een gevecht om personeel is’’, legt Mark Müller uit. ,,Want iedereen heeft dezelfde piekperiodes en dezelfde behoeftes. Ik moet zeggen dat wij nog goed aan ons personeel kunnen komen. Dat heeft te maken met heel vroeg ermee bezig gaan en met het hebben van goede recruiters en uitzendbureaus.’’
Het is ook leuk werken, in die drukke periodes. Dat vindt de depotmanager althans zelf. ,,Het is iets meer stress en de risico’s zijn dan groter. De banen liggen vol, bij de docks is het een drukte van belang en we werken dan met extra personeel dat minder ervaren is. Ik houd daarvan, om snel in te grijpen als er iets mis dreigt te gaan, maar ook om te vieren dat we de drukke periode weer tot een succes gemaakt hebben.’’
,,Dat vind ik niet alleen. Het klinkt afgezaagd, maar dat we dit écht met zijn allen doen, dat is zo mooi. Op kerstavond worden in Kolham tot 23 uur pakketten aangeleverd. Ik doe dan een oproep onder de medewerkers wie daarna nog wil helpen met het uitwisselen van die pakketten met andere depots. Dat duurt tot 11 uur ’s ochtends op eerste kerstdag. Ik krijg altijd genoeg respons, omdat mensen hart voor de zaak hebben. En ook omdat het gewoon gezellig is en voldoening geeft als het allemaal weer lukt op dat soort bijzondere dagen.’’
De functionaliteit en schoonheid van vorm en duurzaam licht voor het nieuwe Firda. Een unieke opdracht op een bijzondere plek voor Jan Adema van IdFrm: het stadion van Cambuur. Samenwerking aan de basis van duurzaam licht met de nieuwste LED-technologie, gemaakt in Friesland.
„Zo’n omvangrijk nieuwbouwproject zie je zeker in Friesland niet vaak voorbijkomen. Dat je daar dan je steentje aan mag bijdragen, is prachtig. Binnen het nieuwe Cambuurstadion hebben wij het hele lichtproject voor Firda van scratch af met architect en installateur mogen bedenken en uitvoeren. Een machtig mooie klus, LEDverlichting voor 8.000 vierkante meter onderwijs.”
Toen het verzoek kwam, was het antwoord kort. Natuurlijk! Want wie Jan Adema van IdFrm zegt, zegt slimme en duurzame LED- verlichting. Van lichtplan, ontwerp tot en met LED- armaturen en aansturing. Niets voor niets is IdFrm dé expert op het gebied van licht in een omgeving waar gewerkt of gedoceerd wordt. Voor het voormalige Friese Poort en Friesland College, voor NHL Stenden en voor tal van bedrijven verzorgde Jan Adema de afgelopen jaren al maatwerk in LEDtechniek en verlichting.
„Het bijzondere aan deze opdracht was dat het hele gebouw al in aanbouw was en het lichtplan nog bedacht moest worden. Met Alynia Architecten en installateur Pranger Rosier hebben we dat in samenspraak met de opdrachtgever verzorgd. Voor alle ruimten in dit Firda-complex: lokalen, spreekkamers, kantoren, studiezalen, hallen, gangen, centrale ruimten. Wat voor verlichting nodig zou zijn, is vanaf het eerste moment meegenomen in het ontwerp van de constructie en uitvoering. Dat is kostentechnisch van groot belang en draagt enorm bij aan het uiteindelijke resultaat. Het is een prachtige eenheid geworden van vormen en zichtlijnen, met een grote diversiteit in materialen zoals de houten lamellen waarin verlichting is opgenomen. Een deel van het materiaal, bijvoorbeeld de akoestische armaturen , is geproduceerd uit
reststoffen. De grote industrielampen die je in de kantineruimte ziet, zijn een prachtig voorbeeld van circulariteit. Oude armaturen, voorzien van de nieuwste LED-technologie.”
Een opdrachtgever die je ruimte biedt en een budget dat dankzij slimme samenwerking optimaal is benut om zoveel mogelijk duurzaam maatwerk te leveren. Het is de wil om samen iets goeds te maken. Het zijn voorwaarden die een fraai en functioneel resultaat mogelijk maken. Jan Adema benadrukt dat juist de combinatie van ontwerp en functionaliteit het ‘licht’ maakt. „Goed LED-licht versterkt de architectuur van het gebouw en haar functies. Licht draagt bij aan het welzijn van de gebruikers en aan een productieve studie- en onderwijsdag. Het draagt bij aan een betere leerprestatie, omdat je je makkelijker kunt concentreren en meer energie hebt. We hebben in overleg met opdrachtgever, installateur en architect zorgvuldig gekeken naar de functionaliteit en betekenis van alle ruimtes en daar de verlichting op aangepast.”
Gebruik maken van elkaars kennis „In ontwerp en uitvoering speelt beheersing van kosten op de langere termijn natuurlijk een belangrijke rol. Naast de kosten van ontwerp, aanleg en installatie, gaat het met name over energieverbruik, verbruikskosten en onderhoudskosten. De vraag is dus hoe je daar met een slim lichtplan zo veel mogelijk positief aan kunt bijdragen. Dat kan door het juiste lichtontwerp in DIALux en door gebruikmaking van de nieuwste generatie LED. Daardoor bied je je opdrachtgever vooraf inzicht in energieprestaties en langetermijnkosten. Met het juiste advies, plan en ontwerp bied je maximale besparingsmogelijkheden, comfort en flexibiliteit: iedere lamp in dit gebouw is centraal bedienbaar en instelbaar. Een vorm van domotica die aanpasbare sfeer mogelijk maakt en bijdraagt aan het sturen op onnodig verbruik van energie.”
Jan Adema: „Door bij Firda gebruik te maken van onze nieuwste generatie LED-technologie, dragen we bij aan kostenbeheersing in de komende jaren. Omdat deze LED-lampen meer branduren hebben, heb je op termijn lagere onderhoudskosten. Bovendien is de lichtopbrengst hoger tegen gelijke of minder energiekosten. Wat in de breedte aan verduurzaming in het gebouw bijdraagt, is dat we waar mogelijk materialen hebben hergebruikt en het feit dat we onze lichtproducten in eigen huis maken.”
Energieneutraal vastgoed 8.000 Vierkante meter onderwijs, mooi belicht en uitgelicht. Een onderwijslocatie in het nieuwe stadion, van zijn Cambuur. Voor Jan Adema is het een bijzondere plek, want de specialist in licht is voetbalman in hart en nieren en trouw supporter van sc Cambuur. „Als voorzitter de Stichting Supportershome Cambuur ben ik natuurlijk trots op deze omgeving. Kijk om je heen, het is een geweldig stadion, een multifunctioneel maatschappelijk gebouw waar het onderwijs een goede plek heeft gekregen. Wij hebben er ons steentje aan mogen bijdragen en dat vind ik fantastisch.”
Deze Firda-locatie is een voorbeeld stelt Jan Adema, van de stap naar een volledig duurzame en circulaire lichtvoorziening. Door uitgekiend ontwerp draagt LED-licht bij aan gezondheid, welzijn en prestatie. Het maakt goed en effectief lichtcomfort mogelijk tegen lage energiekosten en lage verbruikskosten. Jan Adema: „Dit project is een goed voorbeeld hoe slimme en duurzame LED-technologie bijdraagt aan de verduurzaming naar energieneutraal vastgoed. Het laat vooral ook zien dat je door samenwerking in de regio een optimaal resultaat kunt realiseren in een nieuwgebouwde omgeving.”
idfrm.nl
Verduurzaming wordt veel besproken maar vordert moeizaam. Onlangs schatte het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) de kans dat Nederland het wettelijke klimaatdoel haalt op minder dan 5 procent. Sterker nog, voor meerdere sectoren, zoals industrie, mobiliteit en landbouw, wordt verwacht dat de uitstoot zelfs toeneemt. Waarom komt verduurzaming zo moeizaam van de grond?
Uiteraard zijn er ook tal van duurzame initiatieven en goede voorbeelden. Denk aan elektrische voertuigen, vleesvervangers en warmtepompen. Of aan de Duurzame Dertig, die deze krant organiseert. Ook in het opstellen van doelstellingen voor de lange termijn zijn we goed. Zelfs Shell noemt op haar website als doel voor 2050 ‘netto nul uitstoot’, maar richt zich nu nog even op olie en gas.
Verduurzaming op korte termijn, ook al is het maar een beetje, blijkt veel moeilijker. Zie de recente weerstand van enkele groepen ondernemers tegen de emissievrije zones, ondanks vele jaren praten, ook met en door ondernemers, en een waslijst aan uitzonderingen. Vorige maand nog pleitten Duitse en Franse autofabrikanten voor uitstel van strengere EU uitstootregels.
Aan de andere kant twijfelen nog maar weinigen aan smeltende poolkappen, extremer weer en verlies aan biodiversiteit. Zo wordt het verdwijnen van bloeiende planten in Nederland mede geweten aan een tekort aan insecten. Moest je vroeger na een lange autorit je voorruit schoonboenen vanwege alle dode vliegen, nu is dat ‘gelukkig’ niet meer nodig.
Waarom leidt weten niet tot doen? Over deze vraag is al heel veel geschreven, het antwoord komt neer op barrières op zowel individueel als systeemniveau.
Op individueel niveau speelt, naast onze natuurlijke weerstand tegen verandering, dat wij mensen gewoonte- en sociale dieren zijn. Veel van ons gedrag is automatisch en onbewust, we doen wat we altijd deden en volgen de norm van onze sociale groep. Vinden onze vrienden vegetarisch eten onzin, dan blijven we vleeseters.
Niet-duurzame keuzes leveren op korte termijn vaak ook meer gemak en zijn goedkoper. Met de trein naar Barcelona in plaats van met het vliegtuig, ik heb het nog even nagekeken, duurt drie keer zo lang en is drie keer zo duur, en je loopt ook nog het risico dat een overstap misgaat.
De voordelen van niet-duurzame keuzes zijn zeker, meteen en voor jezelf, terwijl de effecten van duurzame keuzes onzeker, op lange termijn en collectief zijn. Vergelijk dat eens met je vinger in een stopcontact steken: het resultaat (de stroomstoot) krijg je zeker, meteen en zelf. Een geweldige stimulans voor gedragsverandering.
Wellicht maakt een buurman een opmerking over je nietduurzame gedrag, maar het is onwaarschijnlijk dat een bewoner van een onderstromend eilandje in de Stille Zuidzee dat zal doen, en je nog ongeboren achter-achterkleinkinderen al helemaal niet.
Op systeemniveau speelt dat ons economisch mechanisme verduurzaming tegenwerkt. Economen spreken van negatieve externaliteiten. Simpel gezegd: vervuilen is gratis, niet vervuilen kost geld. En dus zijn consumenten en bedrijven een dief van hun eigen portemonnee als ze voor de duurzame optie gaan.
Dat is waarom aandeelhouders Shell liever zien investeren in olie en gas dan in hernieuwbare energie. Het verklaart ook het prijsverschil tussen met de trein of het vliegtuig naar Barcelona.
Vanwege de barrières op individueel en systeemniveau is het noodzakelijk dat de overheid sturend optreedt. Door bepaald gedrag te verbieden, zoals de uitstoot van giftige stoffen. Of door dit te belasten, om duurzame keuzes relatief goedkoper te maken. Of door duurzame keuzes te stimuleren via belastingvoordelen en subsidies of door bij het verlenen van opdrachten te kiezen voor duurzame ondernemers.
Helaas werkt ook ons politieke systeem verduurzaming niet in de hand. In onze democratie krijgt elke regering vier jaar de tijd om zich te verzekeren van een nieuwe regeerperiode. Helaas betaalt verduurzaming zich vaak niet binnen die periode terug.
Daarmee is het gevaar levensgroot dat kortzichtig beleid wordt verkozen boven het aloude ‘regeren is vooruitzien’. We zien het nu voor onze ogen gebeuren, zowel in Nederland als met de herverkiezing van Donald Trump. Hoe voorkomen we dat het de wal is die het schip dwingt te keren?
Dr. Eelko Huizingh werkt bij de vakgroep Innovatiemanagement & Strategie van de Rijksuniversiteit Groningen en is auteur van het boek Innovatiemanagement.
Elektrisch versus benzine of diesel. Iedereen die een auto wil kopen, staat voor deze keuze. Duurdere aanschaf, lager onderhoud en hoe moet het met laden ... help!? Ondertussen wordt van ondernemers groen gedrag verwacht. Tegen welke obstakels lopen zij aan bij het verduurzamen van hun wagenpark?
TEKST FRANK MOLEMA
ILLUSTRATIE GERCO VAN BEEK
Eerst het sombere perspectief. Een elektrische auto is duurder in aanschaf dan een benzineauto. En wie nu nog profiteert van een subsidie en een vrijstelling van de wegenbelasting, heeft straks pech. Deze voordeeltjes verdwijnen. En snel ook.
Over 2 maanden is het al niet meer mogelijk overheidsgeld te ontvangen voor de aankoop van een nieuwe elektrische auto (2950 euro) of een occasion (2000 euro). Ook de belastingkorting gaat, in stapjes, van tafel. Dat is dubbel pech: want het bedrag bestemd voor de staatskas is afhankelijk van het gewicht van de auto. En door de batterij is een stekkerwagen veel zwaarder.
Het is daarom niet gek dat de potentiële koper van een elektrische auto wikt, weegt en uiteindelijk toch besluit af te zien van de aankoop. Misschien toch nog een paar jaartjes uitzingen met een benzinemotor. Of hybride (deels benzine, deels elektrisch), dat is ook een interessante optie.
De scepsis voor elektrisch is terug te zien in de cijfers: het aantal nieuwe elektrische auto’s dat in augustus de Europese showrooms verliet, daalde met 44 procent ten opzichte van dezelfde maand een jaar eerder.
ZAKELIJKE AUTO’S
Dan het positieve perspectief. De prijs van elektrische occasions daalde in oktober naar gemiddeld 32.000 euro, 5765 euro minder dan een jaar geleden. De wagen wordt dus voor een steeds grotere groep betaalbaar. Daarnaast is een opgeladen batterij van een elektrische auto goedkoper dan een volle tank van een benzinemotor en hoeven eigenaren minder euro’s aan onderhoud bij de dealer af te tikken. Op termijn kan de elektrische auto zelfs al goedkoper zijn dan de variant op benzine of diesel.
vloot’ is een van de onderdelen van de Green Deal, het megapakket dat Europa klimaatneutraal moet maken. Vanaf 2035 mag er zelfs geen enkele benzineauto meer verkocht worden, bedoeld om klimaatverandering tegen te gaan.
Bedrijven lijken doordrongen van de opgave. Zo is voor Taxi Dorenbos, met meerdere vestigingen in het Noorden, een elektrische auto ,,de enige optie’’, wanneer een nieuwe wagen wordt aangeschaft. ,,Bedrijfsbeleid’’, zegt adjunct-directeur Rijk van Dijk van de vervoerder. ,,We werken onder meer veel voor de overheid en zij verlangt dit van ons. Uiteindelijk moet het wagenpark rond 2030 voor 100 procent elektrisch zijn.’’
UITDAGING
Dat is een uitdaging, erkent ook Van Dijk. Taxi Dorenbos heeft momenteel zo’n 550 voertuigen. De vloot varieert van reguliere taxi’s, touringcars, busjes en rolstoelbusjes. De aankoop van een elektrische variant is over het algemeen geen probleem voor het bedrijf – de kosten vallen mee in vergelijking met andere typen brandstof – maar de
schoen wringt bij het laden. Dat kost tijd en palen zijn lang niet altijd beschikbaar.
Dorenbos heeft bij haar panden in Assen, Emmen en Groningen zonnepanelen laten aanleggen. Daar zijn laadpalen en kan de vervoerder redelijk uit de voeten. Maar in Friesland ligt er een opgave. Het taxibedrijf is verhuisd van Leeuwarden naar Hurdegaryp. ,,Daar hebben we onvoldoende stroom’’, zegt Van Dijk. ,,Bovendien krijgen we geen prioriteit van de netbeheerder. Je moet gewoon wachten op je beurt.’’
Omdat het net overvol is moeten bedrijven geduld hebben voordat zij aangesloten kunnen worden op het net. Van Dijk: ,,Maar waar moeten we dan laden? Bij Fastned aan de snelweg is de prijs hoog. Je zou bij chauffeurs thuis kunnen opladen, maar niet iedereen heeft een aansluiting. Dan houdt het al snel op.’’
Het leidt ertoe dat Dorenbos voor de Friese vestiging nog geen nieuwe elektrische auto’s aanschaft. Komt er een stekkerwagen
Voor ondernemers lijkt er weinig te kiezen: van hen wordt verwacht dat zij hun wagenpark verduurzamen. Zakelijke auto’s spelen al langer een hoofdrol in de Europese opgave om meer elektrische auto’s op de weg te krijgen. Het ‘vergroenen van de zakelijke Laden blijft voor veel ondernemers een dingetje.
‘We recycle the unrecyclable’
Kan alle plastic die we produceren gerecycled worden? Ja, dat kan, is de overtuiging van Jan Jaap Folmer en Michel Walstock van UPPACT in Farmsum. En het mooie is dat dankzij de unieke UnWastor technologie volledig recyclebare bouwmaterialen worden geproduceerd. In het Chemport Innovation Center wordt binnenkort begonnen met de opbouw van een DEMO fabriek, met een verwerkingscapaciteit van 4000 ton plastic en/of textiel afval per jaar. Het lijkt bijna te mooi om waar te zijn, maar in Australië is het al een beproefde methodiek.
Dat is ook de plek waar Jan Jaap Folmer tegen de UnWastor techniek, een uitvinding van Colin Ross, aan liep. Hij kwam met een prachtig verhaal terug, maar het credo luidde: eerst zien dan geloven. Het contact met de Australiërs was dermate goed dat twee jaar geleden de pilot mixer melter-machine naar Nederland kwam. Folmer:„ We wilden de techniek valideren, verschillende afvalstromen testen en met eigen ogen zien dat het daadwerkelijk werkt.”
2 miljard kilo plastic afval
„We waren zeer verrast dat de machine inderdaad datgene deed wat de eigenaren beloofden en zelfs nog meer”, vertelt Walstock. „We produceren in ons land een enorme berg aan plastic afval, zo’n 2 miljard kilo per jaar, waarvan nog geen 25 procent wordt gerecycled. Hoewel we over het algemeen denken dat alle plastic goed wordt verwerkt, verdwijnt dus een substantieel deel, wat niet voor recycling geschikt is, in de verbrandingsoven of wordt geëxporteerd. Dat kost geld en is slecht voor het milieu. Wij richten ons dan ook vooral op het plastic afval dat in de verbrandingsoven gaat. Hoewel de Unwastor nog niet draait, krijgen we nu al van alle kanten dat ‘niet recyclebare’ plastic aangeboden.”
De techniek achter de UnWastor is bijzonder, legt Folmer uit. „In de machine wordt druk uitgeoefend op de plastics dankzij een ronddraaiende cilinder, waarbij de temperatuur tussen de 180 en 220 graden ligt. Daardoor verbrandt het plastic niet, maar wordt het wel zacht, waarbij de diverse plastics dankzij de ronddraaiende cilinder door elkaar worden gemixt. In de ronde trommel zitten gaatjes, waar doorheen de pasta geperst wordt, die vervolgens in mallen wordt gegoten. Daaruit komen robuuste en compacte palen, vierkant en rond, planken, balken en andere bouwmaterialen.”
Hechten
Walstock :„Wanneer je deskundigen die zich bezighouden met het recyclen van kunststof hoort, dan geven ze steevast aan dat verschillende soorten kunststoffen niet goed aan elkaar kunnen hechten. De UnWastor technologie bewijst het tegenovergestelde. Het kunststof wordt onder druk en nét onder de eigen smelt-temperatuur plastisch en is door de UnWastor zo tot een mooie homogene massa te mengen. De polymeren raken daardoor minder beschadigd dan wanneer je kunststof afval op de traditionele manier verwerkt. De hechting is optimaal en je kunt materialen produceren die een lange levensduur hebben en ook weer recyclebaar zijn.”
Van alles mogelijk „Het aantal toepassingen groeit en de markt voor recyclebare producten groeit eveneens”, geeft Folmer aan. “Bedrijven worden tegenwoordig beloond wanneer ze gebruik maken van recyclebare materialen. Het is zeer geschikt voor de business to business markt, maar ook overheden zijn zeer geïnteresseerd. Op termijn kan het zelfs interessant worden voor de consumer markt. Het kan bijvoorbeeld heel goed in tuinen worden toegepast.” Wanneer de fabriek is opgestart, gaat er ook een afdeling R&D opereren. „Daarnaast hebben we bijvoorbeeld contacten met de Hanzehogeschool en NHL Stenden, waar studenten bezig zijn met product ontwerp en klimaat adaptieve toepassingen. Er is van alles mogelijk, dat is duidelijk.”
In eerste instantie gaat het om een DEMO fabriek, dat het hele proces van supply tot productie tot afzet laat zien. „Als het goed loopt gaan we kijken naar opschaling. De verwachting is dat dit al snel aan de orde zal zijn. De aanvoer en productie vormen geen probleem, de afzet
wordt wel een uitdaging, maar ook daar zijn de vooruitzichten goed.” De machine gaat 24/7 draaien en er komen ongeveer 25 mensen in de fabriek te werken, zo is de verwachting. „We denken in het tweede kwartaal van 2025 te kunnen starten”, aldus Folmer.
Milieu als winnaar
De impact van de Unwastor is groot, besluit Walstock, met het milieu als grote winnaar. „Door het plastic afval niet te verbranden, maar tot een nieuw product te verwerken voorkom je CO2 uitstoot, één kilo plastic verwerken zorgt bij ons voor drie kilo CO2 reductie. Het product is bovendien telkens opnieuw recyclebaar en vormt daardoor een minimale belasting voor het milieu. Daarnaast kunnen we ook textiel verwerken, waarvan nu het meeste ook in de verbrandingsoven verdwijnt. Wanneer er voldoende polyester in het textiel zit, kunnen we dat goed met de plastics mengen. Kortom, de UnWastor biedt alle kansen om alle soorten plastic en een groot deel van het textielafval daadwerkelijk te recyclen. Dat is waar de markt al jaren naar op zoek is.”
De ‘UnWastors’ Folmer en Walstock zijn blij dat hun fabriek in Farmsum komt te staan. „In deze regio gebeuren mooie dingen op het gebied van recycling en circulariteit, waarbij bedrijven geen concurrenten zijn, maar complementair aan elkaar. Hier pakt men echt door, niet alleen de bedrijven, maar zeker ook allerlei overheidsinstanties en andere organisaties. Dat heeft ons zeker geholpen bij het realiseren van onze plannen.”
www.uppact.com
bij, dan wordt deze ingezet op een plek waar wel laadruimte is. ‘Vervuilende’ auto’s met een dieselmotor verhuizen dan naar Friesland. ,,We hopen dat we worden geholpen, maar helaas laten de netbeheerders zich lastig sturen. We hopen dat de gemeente ons helpt, hoewel het ook voor hen lastig is.’’
Een ander obstakel is voor Dorenbos het gewicht van de batterij. Dat geldt in het bijzonder voor rolstoelbusjes. Door de batterij komt het gewicht in dergelijke voertuigen boven de 3500 kilo uit. ,,Bestuurders hebben dan een rijbewijs nodig op het niveau van een chauffeur van een touringcar. Bovendien hebben deze wagens een beperkte actieradius. Op dit moment vinden wij ze daarom nog zo niet geschikt voor ons bedrijfsvoering, hoewel we er binnenkort wel mee gaan proefdraaien.”
ACTIERADIUS
De actieradius van stekkerauto’s is in meer situaties een obstakel. Zeker voor ondernemers in Noord-Nederland. De afstand naar de Randstad of dieper het zuiden in bedraagt retour honderden kilometers. Voor veel auto’s is een laadbeurt dan noodzakelijk. Het is een probleem waar ook de accountants en belastingadviseurs van HLB Nannen tegen aanlopen, met vestigingen in Emmen en Groningen.
,,Werknemers die studeren moeten naar Nyenrode in Breukelen’’, zegt Johan Bodde van het bedrijf. ,,Een elektrische auto met een bereik van 350 kilometer vinden de studenten niet prettig, want dat betekent laden in Zwolle. De keuze valt dan sneller op een conventionele auto, puur omdat dat praktischer is.’’
HLB Nannen wil ,,als het kan’’ dat personeel in een elektrische auto stapt. ,,Maar niet ten koste van alles’’, vindt Bodde. Ook hij struikelt over een gebrek aan laadpalen. Als laden niet kan bij het kantoor en ook niet bij de werknemers thuis, dan lopen duurzaamheidsplannen al gauw spaak.
WEGENBELASTING
Een tegenvaller is daarnaast de wegenbelasting, die straks eigenaren van elektrische auto’s in de portemonnee treft. Nu betalen zij hieraan niet mee, maar volgens de laatste berichten moeten zij in 2026 al 75 procent van het totale bedrag aftikken. In de jaren erna loopt dit percentage langzaam op naar 100.
,,Als je duurzaamheid wilt stimuleren, moet je er ook betrouwbaar overheidsbeleid tegenover zetten, maar dat gebeurt niet’’, zegt Bodde balend. ,,Leasekosten stijgen, en daar moet ik mijn werknemers weer mee confronteren. Dat de verkoop van elektrische auto’s nu stagneert, ligt ook aan het overheidsbeleid.’’
‘Vervuilende’ auto’s verhuizen naar Friesland
De weg naar een volledig groen wagenpark ligt dus nog bezaaid met punaises en spijkers. Toch gaat het momenteel lang niet slecht met de ontwikkeling van elektrische auto’s, vindt Rijk van Dijk van Taxi Dorenbos. Hij werpt daarvoor een blik terug in de tijd. Ongeveer 5 jaar geleden was model S van Tesla de enige auto met een acceptabele actieradius. ,,Maar voor ouderen of mensen met een beperking was deze auto te laag. We zien nu al veel meer auto’s die geschikt zijn. We gaan dus de goede kant op.’’
Het nieuws over groene waterstof volgt elkaar in hoog tempo op. De afgelopen jaren is in het Noorden een groot aantal nieuwe projecten van start gegaan. Van een tankstation dat bezoekers van over de hele wereld naar Drenthe trekt tot het verwarmen van een complete jaren 70-woonwijk op groene waterstof. Hoe staat het er eigenlijk voor met de bestaande waterstofprojecten?
TEKST GEERTRUID PEENE
FOTO GERRIT BOER
Op dit moment bevinden de meeste groene waterstofprojecten zich nog in de projectfase. Toch zijn er ook al meerdere projecten gerealiseerd en zelfs al in gebruik genomen. De aanjagers zijn enthousiast over de toepassingen van groene waterstof, al zien ze zich ook geconfronteerd met grote uitdagingen. Waterstof wordt gezien als een van de groene energiedragers van de toekomst, op het gebied van industrie of mobiliteit of juist om energie in op te slaan.
Zo is in Wagenborgen, een wijk in de gemeente Eemsdelta, bijna een hele wijk onlangs overgestapt op waterstof om hun huizen te verwarmen. Het is een project waaraan een jarenlange voorbereiding vooraf ging en waarbij heel veel partijen betrokken zijn geweest, vertelt Cyriel Hamstra, woordvoerder van Enexis.
Enexis voerde de regie. De huizen zijn eigendom van woningcorporatie Groninger Huis. En er is ook een agrarisch bedrijf in het nabijgelegen Siddeburen, Eelshuis Energie, die een grote rol speelt in het project, vertelt Hamstra enthousiast. Bij die boerderij wordt de waterstof door middel van een speciale installatie ‘ingevoed’ in leidingen die naar de wijk leiden.
„Het is de bedoeling dat er uiteindelijk lokaal met een elektrolyser waterstof gemaakt gaat worden”, zegt Hamstra. Voorlopig wordt de waterstof echter nog door energieleverancier Essent in grote cilinders aangevoerd.
WONINGEN VERDUURZAAMD
Behalve allerlei bedrijven, moesten ook de bewoners akkoord gaan met de overstap op waterstof. Het merendeel, 33 huishoudens, doet mee aan het traject. Hun woningen zijn eerst verduurzaamd. Zo zijn er zonnepanelen op de daken gelegd en de huizen zelf zijn geïsoleerd.
„Dat is een jarenlang voorbereidingstraject geweest”, blikt Hamstra terug. „Je moet bijvoorbeeld aan heel veel strenge veiligheidseisen voldoen.” Gassen zijn bijvoorbeeld in principe reukloos. Dat geldt ook voor aardgas, waar een kenmerkende geur aan is toegevoegd, zodat mensen dit kunnen ruiken. „Dezelfde geurstof wordt ook toegevoegd aan waterstof.”
„Het is een grote uitdaging en investering geweest”, zegt Hamstra over het aansluiten van de huizen op een waterstofnetwerk. Toch is het van belang om hierin te investeren, zegt hij. „We vinden het belangrijk om ervaring op te doen en te investeren in innovatie op het gebied van nieuwe manieren van verwarmen. Dat is nodig in de tijd waarin we zijn aanbeland. Niet alles is meer mogelijk op het stroomnet, dus er is innovatie nodig via andere energiebronnen.”
Het levert bovendien ook een schat aan informatie op. ,,We hebben enorm veel ervaring opgedaan bij de totstandkoming van het hele project. Bijvoorbeeld over het hele systeem van invoeding.” Het is daardoor een heel waardevol project voor Enexis als het gaat om kennis en ervaring opdoen.
Hamstra noemt het aansluiten van een complete woonwijk op een groen waterstofsysteem daarin uniek. „Het is niet het enige waterstofproject met woningen, maar wel als het gaat om een complete jaren 70-wijk met zoveel woningen.”
„Dat levert enorm veel kennis op over hoe je zo’n project vormgeeft en samen met alle andere partijen doe je waardevolle informatie op.” Die intensieve samenwerking met veel betrokken partijen is van groot belang. „Er hoeft maar één partij niet mee te werken en dan wordt het heel lastig.”
‘FILE’ ELEKTRICITEITSNET
Duurzame energie opwekken, door middel van bijvoorbeeld wind- of zonne-energie wordt steeds meer toegepast. Dat leidt in sommige gevallen tot problemen voor het elektriciteitsnet. Als er meer afgenomen of teruggeleverd wordt dan het net aankan, ontstaat als het ware een ‘file’, ook wel netcongestie genoemd. Het opslaan van energie in waterstof kan dan een manier zijn om duurzaam opgewekte energie op te slaan.
In Oosterwolde staat sinds ruim twee jaar een waterstoffabriek: Sinnewetterstof. „Daarmee willen we onderzoeken of het maken van waterstof een bijdrage kan leveren aan het oplossen van netcongestie”, vertelt Ceriel Thissen, woordvoerder van Alliander. Het netwerkbedrijf opende samen met GroenLeven de waterstoffabriek in Friesland.
blauwe of grijze waterstof?
De bron die gebruikt wordt om waterstof te verkrijgen bepaalt de duurzaamheid van de waterstof. Groene waterstof is waterstof die geproduceerd is met duurzame energiebronnen, zoals zonne- en windenergie. Daarbij wordt geen CO2 uitgestoten. Grijze waterstof is waterstof die is gemaakt met fossiele energie. Deze manier wordt al langer toegepast in bijvoorbeeld de industrie. Blauwe waterstof is grijze waterstof waarbij de CO2 wordt afgevangen en opgeslagen. Het wordt daarom niet gezien als een duurzame manier, maar wel als een middel om klimaatdoelen te halen en stappen te zetten in de energietransitie.
„In Oosterwolde kan het zonnepark nog wel terugleveren op het netwerk, maar dat is niet meer zo vanzelfsprekend voor andere zonneparken in Nederland”, legt Thissen uit. Het is een probleem waar veel ontwikkelaars tegenaan lopen. Er wordt daarom in heel Nederland naarstig gezocht naar manieren om het netwerk te ontlasten. Een van de oplossingen is het opslaan van energie, zoals in waterstof.
Toch loopt Sinnewetterstof ook tegen problemen aan. „De waterstoffabriek draait nu nog niet zoals we willen”, zegt Thissen. „Door technische problemen zijn we namelijk nog niet op het niveau waar we hadden willen zijn.” Het doel was om jaarlijks 100.000 kilogram waterstof te produceren. „Goed voor zo’n tien miljoen autoritten met personenauto’s.”
RISICO’S
Ondanks de technische problemen is er veel geleerd van de pilot, zegt Thissen. „Bijvoorbeeld hoe je zo’n installatie vestigt of op het gebied van vergunningen. Waterstof
is ook in de bebouwde omgeving nieuw, hoe gaan we om met de risico’s? Dat zijn hele concrete lessen.” Als ander belangrijk punt noemt hij het maken van afspraken over standaarden op het gebied van techniek. „Hoe sluiten we dingen op elkaar aan?”
Uiteindelijk heeft waterstof toekomst, zeker als het gaat over de warmtetransitie, de overgang van kolen en gas, aldus Thissen. ,,We gaan nu kijken of de oorspronkelijke doelstelling nog haalbaar is: leren of dergelijke installaties kunnen bijdragen in het verlichten van de netcongestie.’’
Het gaat om flinke investeringen, maar het uitbreiden van het net kost ook miljarden. De vraag is volgens Thissen ook of dat nodig is. Hij vergelijkt het met een snelweg, waar het in de ochtend- en avondspits druk is, maar de helft van de tijd juist rustig. „Dat is ook zo op het elektriciteitsnet. Dat kunnen we wel uitbreiden naar een figuurlijke zesbaansweg, maar kunnen we dat niet efficiënter doen? Zo kunnen we op de lange termijn ook maatschappelijke kosten besparen.”
Auto’s en vrachtwagens die op waterstof rijden, zullen net als voertuigen die op fossiele brandstoffen rijden, moeten tanken. Daarvoor lopen in Noord-Nederland inmiddels verschillende projecten. Zo zijn er in Groningen al jaren vuilniswagens die op waterstof rijden. In de provincies Groningen en Drenthe rijden tientallen OV-bussen volledig op groene waterstof.
Niet alle projecten komen meteen van de grond. Zo waren er in eerste instantie plannen om vanaf 2024 met waterstoftreinen te gaan rijden in Groningen. Ondanks succesvolle proefritten is dat nog niet gelukt. Geen enkele fabrikant schreef zich in op de aanbesteding voor de waterstoftreinen.
Er zijn ook projecten die wel gestaag doorgroeien. Een van die projecten is Green Planet in Drenthe, een rond tankstation met een met planten begroeid dak, vlak bij de A28. Het tankstation biedt naast waterstof ook andere duurzame brandstoffen aan voor zowel vrachtwagens als personenauto’s.
KOPLOPERS
„Iedere transporteur ziet wel dat de tijden veranderen en dat diesel zijn belangrijkste tijd heeft gehad”, zegt eigenaar Edward Doorten. „Het moment dat je instapt om die verandering in te gaan, daarin zit een verschil. Er zijn koplopers en je hebt transporteurs die pas op het laatst instappen.” Zelf zit Green Planet bij die eerste groep, zegt Doorten, die zijn bedrijf als aanjager bestempelt.
„Wij creëren ecosystemen, en in dat ecosysteem zit enerzijds een watertankstation, maar ook het aanjagen van het gebruik van waterstofpersonenauto’s. Daarvoor zijn we Green Planet Mobility begonnen.” Onder die noemer kunnen
waterstofauto’s gekocht en geleased worden. „Zo proberen we waterstof aan te jagen.”
Dat aanjagen is nodig, merkt Doorten. „Waterstof loopt ongeveer vijf jaar achter op elektrische auto’s.” Dat heeft ook te maken met het gebrek aan keuze tussen verschillende merken bij personenauto’s in vergelijking met elektrische auto’s. „Het is natuurlijk nog altijd de vraag of het op gang komt. Dat moeten we gaan zien de komende jaren.”
Optimistischer klinkt hij over de rol van waterstoftrucks. „Met Green Planet Trucks faciliteren we transportbedrijven. We zijn kampioen in het optuigen van projecten die uiteindelijk voor subsidie in aanmerking komen. Dat doen we als coördinator en penvoerder.”
„Onlangs hebben we een verzoek ingediend bij Subsidieregeling Waterstof in Mobiliteit (SWiM). Daar hebben we voor twaalf transporteurs voor 68 waterstoftrucks subsidies aangevraagd.” Dat gaat om forse bedragen, rekent hij voor. De aanvraag was voor 59 waterstoftrucks met een verbrandingsmotor van 100.000 euro per stuk en negen anderen met een ‘fuel cell’ die 300.000 euro per stuk kosten.
De overheid heeft een belangrijke rol in het stimuleren van het gebruik van waterstof, zegt Doorten. „Zij moet zoveel mogelijk barrières wegnemen. Daarnaast moet het betaalbaar zijn en moet er genoeg groene waterstof beschikbaar zijn.”
Dat wegnemen van hindernissen is een
Waterstofproductie:
Holthausen Energy Points Elektrolyser (Groningen), Sinnewetterstof (Friesland) Brandstof
OG Clean Fuels Assen (Drenthe); Holthausen Energy Points (Groningen); Green Planet (Drenthe)
Mobiliteit & Transport
HRS Busstalling Peizerweg (Groningen) – een waterstofvulpunt voor het OV in Groningen en Drenthe Waterstof OV-bussen Groningen en Drenthe; Elektrische vrachtwagen Baas Blijham (Drenthe); Ecolution, schip op waterstof ter promotie (Groningen); Holthausen Energy Point Tubetrailer (Groningen) – voor de distributie van waterstof naar verschillende projecten en tankstations; Waterstof Electrisch vrachtschip Antonie (Groningen); Waterstof Ground Power Unit Industrie
Battolyser (Groningen) – een installatie die kan werken als elektrolyser, maar ook als een manier om energie juist op te slaan.
Overig
Noodstroom voor een datacentrum (Groningen)
(Bron: Waterstofkaart van MissieH2O.nl)
belangrijk punt, vindt Doorten. Hij ziet dat het gebruik van groene waterstof nog in de kinderschoenen staat en vindt dat het soms onnodig gecompliceerd wordt gemaakt. „Er moeten enorme boekwerken worden ingeleverd voor subsidieaanvragen bijvoorbeeld. Dat is niet alleen veel werk voor de aanvragers, de ondernemers die die boekwerken moeten maken, maar ook voor de kant van de beoordelaars.”
„Het is van veel factoren afhankelijk of waterstof een succes gaat worden”, peinst Doorten. „Ik ben ervan overtuigd dat we niet zonder kunnen, maar de snelheid waarmee dat gaat, dat zullen we nog moeten zien.”
Het hoeft ook niet allemaal van groene waterstof alleen af te hangen, zegt hij. Bij Green Planet is waterstof dan ook niet de enige duurzame brandstof die getankt kan worden. „Wij hebben groene waterstof niet hoger in het vaandel staan dan andere duurzame brandstoffen. Het zijn allemaal opties die we hard nodig hebben om te voldoen aan de doelstellingen die in internationale akkoorden en mondiale akkoorden zijn vastgelegd.”
GRONDSTOFFEN
Die klimaatdoelstellingen hebben een grote impuls gegeven aan het ontwikkelen van de energietransitie in Nederland. Toch ziet Doorten nog een andere ‘gamechanger’ op dit gebied. „De grootste gamechanger op het gebied voor waterstof voor personenwagens, en misschien ook wel voor waterstoftrucks, is misschien niet een klimaatopwarming, maar het debat dat gaat
ontstaan over onafhankelijkheid op het gebied van grondstoffen”, legt hij uit.
China loopt momenteel voorop in het bouwen van batterijen voor bijvoorbeeld elektrische auto’s. „Er kan gezegd worden, bijvoorbeeld vanuit Brussel: ‘Die afhankelijkheid van China willen we niet meer: wij worden de nummer een in waterstof’.”
Een voordeel van waterstof is dat er ook veel minder grondstoffen nodig zijn uit materialen die lastig te krijgen zijn zoals kobalt en lithium. Voor batterijen zijn die wel nodig. Doorten ziet het allemaal als redenen waardoor groene waterstof een grote impuls kan krijgen.
In het Drentse Pesse, waar het tankstation van Green Planet staat, zijn al meerdere buitenlandse delegaties een kijkje komen nemen, meldt het bedrijf online. „Heel veel van die delegaties uit het buitenland zitten nog in de verkennende fase”, zegt Doorten.
„Nederland is een gidsland.” Hij vergelijkt de kennis van Nederland op het gebied van waterstof met de kennis die Nederland heeft op het gebied van waterhuishouding. „Wij kunnen hierdoor veel kennis en materiaal gaan verkopen in het buitenland in de toekomst, net zoals we dat doen met kennis over bijvoorbeeld de Deltawerken.”
De Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij vindt zichzelf na een halve eeuw opnieuw uit om de noordelijke economie succesvol door de transities heen te loodsen. Ging het 50 jaar geleden nog om redden wat er te redden valt, nu gaat het om het uitventen en versterken van de kracht. In aanwezigheid van koningin Máxima vierde de NOM het jubileum afgelopen woensdag in De Nieuwe Kolk in Assen.
TEKST JEAN-PAUL TAFFIJN
FOTO GEERT JOB SEVINK
Een fijn leven. Mooi huis, gezond groen eromheen, uitdagende baan die betekenis geeft. Dat is zo’n beetje de droom die de NOM wil helpen verwezenlijken voor de inwoners van Noord-Nederland. De Ontwikkelingsmaatschappij bestaat precies een halve eeuw en doet haar naam op meerdere manieren eer aan: ze ontwikkelt niet alleen de regio, maar ook zichzelf. Vroeger ging het om economische groei, nu gaat het om brede welvaart.
Werd de NOM in de nasleep van de oliecrisis in 1973 nog in het leven geroepen om ‘te redden wat er te redden valt’, tegenwoordig is ze er vooral om te laten groeien wat goed gaat, om te ondersteunen waar het nodig is en te accelereren waar het kan. ,,Wij willen helpen innovatie te bevorderen. Niet door de koers te bepalen, maar door initiatieven die er zijn verder te helpen.’’ Dat zegt Anne-Wil Lucas, die sinds twee jaar manager Innoveren en Internationaliseren is bij de NOM.
Dat dienstbare is een ontwikkeling die jaren geleden werd ingezet. Directeur Dina Boonstra: ,,Wij zijn er om bedrijven verder te brengen, en dat doen we op een actieve manier. Door het samenbrengen van initiatieven en het opzetten van innovatieprojecten bijvoorbeeld. Maar ook door te investeren in bedrijven. We stellen onszelf steeds de vraag: waar zijn we goed in en hoe worden we nog beter.’’
De agenda van de NOM is wat dat betreft flink uitgebreid. Gechargeerd gezegd werd zij jarenlang vooral gezien als loket om een lening of deelneming aan te vragen, niet zelden als redmiddel. Dat idee moet nog verder op de schop de komende jaren.
Natuurlijk bestaat dat loket nog, maar alleen voor zo ver dat in de missie past. Steeds meer helpt de NOM de noordelijke economie te versterken door projecten en programma’s, en niet enkel door investeringen. Een meer ondernemersgerichte benadering is de missie.
water, smart industry, digitalisering, energie, voeding en ook gezondheid. Dát is waar we – onder meer door middel van investeringen – hard aan willen trekken, omdat we ervan overtuigd zijn dat die deelgebieden belangrijk zijn voor Noord-Nederland.’’
Elk van die sectoren staat voor grote transities. Denk aan energiebesparing, digitalisering en hergebruik van grondstoffen. Alleen door innovaties zijn die majeure veranderingen goed door te komen. En die transities, dat is precies waar de aandacht van de NOM naartoe gaat.
Dina Boonstra: ,,We moeten ons meer concentreren en soms ook meer lef hebben, durven zeggen dat we sommige dingen niet doen, omdat ze niet passen in onze missie. Bedrijven helpen die niet schoon en innovatief zijn bijvoorbeeld. En andersom moeten we soms meer lef tonen om innovaties te helpen die niet direct rendement opleveren, maar wél van belang kunnen zijn in die transities. Bijvoorbeeld door te investeren in risicovolle bedrijven met een missie. Dat is de transitie die wij als organisatie zelf ook door gaan.’’
ZIELIGSTE JONGETJE
Noord-Nederland is al lang niet meer het zieligste jongetje van de klas. Waar vijftig jaar geleden nog werd ingezet op het behoud van werkgelegenheid en leefbaarheid, gaat het nu om het benutten van de kansen, op het uitventen van de kracht en het versterken daarvan. Het Noorden heeft enkele voordelen die nu en in de nabije toekomst uitgespeeld moeten worden. Denk aan de aanwezigheid van veel groene energie, veel biomassa en een relatief grote studentenpopulatie.
andere partijen iets al goed doen, dan is dat ook prima.’‘
Op die manier moeten er clusters ontstaan –ecosystemen – die zichzelf versterken. Dina Boonstra: ,,In mijn eigen afstudeeronderzoek, lang geleden, concludeerde ik al dat beleidsmakers zich vooral moeten richten op bedrijven met eigen R&D. Dat zien we nu ook terug in de ecosystemen waar niet alleen ketens van bedrijven worden gebouwd, maar ook de verbinding met kennisinstellingen worden gelegd.”
WATERTECHNOLOGIE
Marco de Jong vult aan: ,,Wat er in Leeuwarden gebeurt is een goed voorbeeld van waar we naartoe willen. Daar is jaren geleden de durf geweest om te zeggen: we zetten vol in op watertechnologie. Je ziet hoe dat uitpakt. Het ecosysteem daar is écht belangrijk, zeker ook internationaal. Daar wordt getest en geïnnoveerd, maar wordt ook bedrijvigheid aangetrokken. Wil je iets met watertechnologie? Dan moet je in Friesland zijn. Dat ontstaat.’’
De NOM werkt tegenwoordig aan de hand van drie ‘huizen’: innoveren, internationaliseren en investeren. Elk van groot belang om het Noorden een goede toekomst in te leiden, samen een bundeling van kracht die nodig is om de transities te versnellen. Innoveren gaat over het verder helpen van technische en procesmatige innovaties. Bijvoorbeeld door bedrijven samen te laten werken, subsidiegeld te vinden, kennisinstellingen aan te haken. Maar ook door te bekijken hoe complete ecosystemen meer gaan innoveren. Van dat laatste is de door Marco de Jong aangehaalde Water Alliantie een goed voorbeeld.
‘We moeten ons meer concentreren en soms ook meer lef hebben’
De aanstelling van Marco de Jong als Manager Investeren, bijna drie jaar geleden, past in dat streven. Als oud-ondernemer begrijpt hij de uitdagingen van ondernemers. ,,Ik zag hoe ze vaak ondergesneeuwd raakten in de samenwerking met andere partijen zoals de overheid en het onderwijs. Vanaf deze positie kan ik daar wat aan doen, door naast de ondernemers te gaan staan.’‘
DEELGEBIEDEN
Focus is een sleutelwoord. Marco de Jong legt dat uit. ,,We hebben aandacht voor een aantal gebieden of sectoren waarvan wij denken dat ze het meest kansrijk zijn in het Noorden. Denk aan de groene chemie, aan
Anne-Wil Lucas: ,,Wij zijn er om die voordelen te identificeren en vervolgens te bedenken hoe we daar zo goed mogelijk gebruik van kunnen maken. Door het versterken van de bedrijven die we al hebben, maar ook door het aantrekken van nieuwe bedrijvigheid die in die visie past. Ik denk dat Avantium een goed voorbeeld is. Dat is groene chemie op zijn best, één van de sectoren die wij als zeer kansrijk hebben aangewezen. We hebben hier de ruimte, we hebben kennis en talent én het leven is voor werknemers nog betaalbaar. Zo koppelen we belangrijke voordelen van Noord-Nederland aan een sector die we willen versterken.’’
Dat is de manier waarop de NOM meer en meer te werk gaat. Praten, verbinden, lobbyen, uitventen van wat al goed is, investeren, wijzen op subsidiemogelijkheden. Kortom: dienstverlenend bezig zijn in het belang van de hele regio. Marco de Jong: ,,We hebben een open vizier naar de regio, we zoeken de samenwerking op. Maar als
Zoiets kan in alle sectoren waarop de aandacht van de NOM ligt. Niet in de laatste plaats rond de al eerder genoemde groene chemie. Want ook daarin is Noord-Nederland – met clusters in Delfzijl en Emmen, en steeds meer Heerenveen – voorloper. De innovatieve kracht versnellen is waar het dan om gaat. En om dat te bewerkstelligen werd het cluster Chemport Europe gebouwd.
,,Astron heeft ook de kans zo’n cluster van kennis te worden’’, stelt Dina Boonstra. ,,Als we daar bedrijfsleven omheen kunnen verzamelen dat zich bezighoudt met kunstmatige intelligentie, met data in het algemeen, dan kan dat iets moois worden. Astron zoekt oplossingen voor problemen, maar bouwt ook heel veel kennis op. Dat kan ondernemerschap flink stimuleren.’’
,,Als we de juiste mensen en organisaties weten te koppelen, dan is daar iets moois mogelijk. Denk maar aan een instituut als
Kooy Transport in Heerenveen is onbetwist de geroutineerde specialist in containervervoer over de weg. Van de havens in Rotterdam en Antwerpen tot iedere gewenste locatie van de klant. 24/7 dienstverlening volgens minutieuze planning. Sytze van der Kooy en Hendri Hilberts over een ideaal netwerk met kansen voor bedrijven in het noorden.
Kooy Transport is niet voor iedereen in het noorden een bekende. De containerspecialisten begonnen in 1932 met hun transportbedrijf vanuit Makkum onder de naam H. van der Kooy & zonen. Steeds meer werd de Rotterdamse haven voor Van der Kooy de basis. Daar waar containers worden gelost, zijn ze thuis. Hun kantoor verhuisde zes jaar geleden van Makkum naar Heerenveen, de naam werd afgekort tot Kooy Transport. Heerenveen was al de thuisbasis van een ander familiebedrijf in transport, Niek
Dijkstra Transport. Al 40 jaar specialist in containervervoer tussen de havens van Rotterdam, Amsterdam en Antwerpen naar klanten in het noorden. Dit voorjaar gingen ze samen verder als Kooy Transport.
„Wij zijn hier een relatief onbekende naam, maar al decennia een vertrouwde naam in Rotterdam. Dijkstra is juist al lang de betrouwbare naam en partner voor veel kleine en grote bedrijven in het noorden van Nederland. Beide zijn we familiebedrijven met loyale mensen, gespecialiseerd in zeecontainervervoer over de weg. Wij zochten meer netwerk en een goede uitvalsbasis in het noorden. Containervervoer draait namelijk steeds meer om massa en efficiency en dat hebben we ook nodig om stappen te kunnen zetten naar verduurzaming van transportkilometers. De overname van Niek Dijkstra Transport lag voor de hand. Met die synergie kun je meer klanten beter en duurzamer bedienen”, licht algemeen directeur Sytze van der
Kooy toe. Hij stapte zeventien jaar geleden als vierde generatie in het voormalige Makkumer familiebedrijf.
Doorstroming en kostenbeheersing Afgelopen zomer werden de beide bedrijven samengevoegd aan de Jupiter in Heerenveen. „Dit is zowel ons op- en overslagpunt in het noorden, als ons kantoor met planning en verkoop. En met ons eigen garagebedrijf. We hebben 100 goed uitgeruste wagens voor multi- containervervoer op de weg, werken in totaal met 140 mensen en vervoeren zo’n 60.000 containers per jaar, van 20 tot en met 40 voet. We verzorgen containervervoer inclusief alle dienstverlening van haven tot deur in heel Nederland en naar België en Duitsland.”
„Heerenveen is de ideale hub op de corridor van Rotterdam naar een enorm verzorgingsgebied in het noorden en met veel exporterende bedrijven in de regio. Het stelt ons in staat om containers voor onze klanten zo snel en efficient mogelijk uit de Rotterdamse haven te halen. Het goed inspelen op de tijdslots in de haven is van cruciaal belang voor doorstroming en kostenbeheersing. Hoe langer containers daar staan, hoe kostbaarder het wordt. De route RotterdamHeereenveen is uitstekend te plannen en zo krijgen we hier in twee shifts, overdag en ’s nachts, de containers binnen. Hier lossen we de containers, de wagens gaan retour naar Rotterdam met lege containers en vanaf deze hub
gaan de containers met andere wagens van Kooy Transport op het gewenste moment naar de klant in de noordelijke regio. We hebben daarmee twee vervoersstromen met op- en overslag in het noorden en die maken ons containertransport efficiënt.”
Elektrificatie transport
„Deze situatie maakt het mogelijk dat we onze transportkilometers kunnen verduurzamen. De grootste stap die we daarin kunt zetten, is het elektrificeren van onze vaste route RotterdamHeerenveen en retour. Het is vast traject over langere afstand die daarmee geschikt is voor elektrisch vervoer. De actieradius van die wagens is zo’n 500 tot 600 kilometer en dus kun je met een volle accu op en neer. De laatst mijl zoals wij het noemen, dus het verzorgen van het vervoer van de hub in Heerenveen naar onze klant, doen we voorlopig nog met brandstofwagens, die we straks al wel laten rijden op HVO- brandstof. In een volgende fase kun je die ook elektrificeren. De markt van elektrisch vervoer is dan ook weer een paar stappen verder met een grotere actieradius en lagere aanschafkosten.”
Wanneer start jullie elektrische pendel Rotterdam-Heerenveen? Sytze van der Kooy: „Het lag in onze bedoeling er in de loop van het eerste kwartaal komend jaar, 2025, mee te beginnen. Helaas heeft de netbeheerder daar een stokje voor gestoken. Vanwege hun prioriteiten, hebben ze ons helaas laten weten dat onze noodzakelijke aansluiting pas in het derde kwartaal van 2026 gerealiseerd kan worden. Gelukkig wisten we het tijdig, zodat we nog niet over waren gegaan tot aanschaf van de wagens.”
Meer kansen in het noorden
Wie zijn jullie klanten? „Dat zijn alle bedrijven die van zeecontainers gebruikmaken. En dan bedoel ik de klant die misschien een keer per kwartaal of per jaar een container binnenkrijgt tot grote multinationale bedrijven die dagelijks meerdere containers ontvangen”, stelt Hendri Hilberts, directeur operations & sales bij Kooy Transport. „Dat is juist zo mooi aan de samenvoeging. Door de bundeling is een veel fijnmaziger en beter planbare containerinfrastructuur voor onze klanten in deze regio ontstaan. Door meer massa kun je veel makkelijker voldoen aan de individuele klantwens, of dat nu om een enkele of een serie containers gaat. Het levert speelruimte op. Zeecontainervervoer is een specialisme, een complex, kapitaalintensief spel dat je moet begrijpen en moet leren spelen om het goed, efficient en betaalbaar te kunnen. Door de bundeling van Kooy en Dijkstra in Kooy Transport ontstaan er voor meer bedrijven in het noorden betere kansen voor zeecontainervervoer.”
www.kooytransport.nl
Conigron, waar enorme stappen gezet worden op het gebied van totaal nieuwe computers. Dat zijn typisch organisaties en kennis die gekoppeld kunnen worden met bedrijven.’’
PROEFTUINEN
In het focusgebied voeding zijn deze ontwikkelingen gaande, bijvoorbeeld rond de verwaarding van vaak eiwitrijke reststromen. De energiesector werkt, ondersteund door de NOM, aan oplossingen op het gebied van distributie en opslag van groene energie. Voor de pijler gezondheid lopen veel initiatieven, net als rond recycling van producten.
Proeftuinen zijn het soms, een term die de laatste jaren vaak op het Noorden werd geplakt, vooral door het Noorden zelf. Dina Boonstra: ,,Dat is ook belangrijk, maar we willen meer. Ja, je probeert bij ons je innovaties op grotere schaal uit, maar we helpen je
NOM werkt aan mooi huis en uitdagende baan voor iedereen
ook verder. Zodat je hier écht kunt ondernemen.’’
Dit gaat al lang niet meer alleen over het uitgeven van leningen en investeringen. Dit gaat over initiatief nemen, kansen zien en aanwakkeren. Dit gaat over faciliteren van bedrijven, maar ook van ecosystemen, van de hele regio. Een prachtig toekomstbeeld, waarin gezonde mensen lekker wonen en een uitdagende baan hebben. Maar is het haalbaar?
Anne-Wil Lucas denkt van wel. ,,Ik ben mijn hele carrière al bezig met start-ups en innovatie, omdat juist daar economie en ecologie bij elkaar komen. En dat is precies waar de NOM ook mee bezig is. Wat echt anders is in het Noorden, is dat we gewend zijn om te ontwikkelen in balans met onze omgeving. We zijn trots op onze natuur en cultuur. We kunnen de wereld tonen dat het kan, eengezonde economie in een gezonde omgeving. Brede welvaart. Wij bouwen hier aan oplossingen voor problemen in het Noorden, in Nederland, in de hele wereld.’‘
Transportspecialist Van ’t Blik in Akkrum en Heerenveen richt zich steeds meer op hulp bij pieken en pech. Geralt van ’t Blik over 24/7 betrouwbare dienstverlening in de dynamische transportwereld.
De naam Van ’t Blik staat al sinds 1971 garant voor een brede ervaring in transport. Met een veelzijdige eigen transportservice, twee eigen werkplaatsen in Heerenveen en Akkrum en Straal- & Conserveringsbedrijf Akkrum levert Van ’t Blik een breed pakket aan diensten. Van transport, onderhoud, reparaties en keuringen aan trucks en trailers tot het opbouwen van hydrauliek installaties.
Het bedrijf van Geralt van ’t Blik specialiseert zich binnen de transportsector steeds verder in het bieden van hulp bij pieken en bij pech, van regionaal tot internationaal. ,,Hoe goed en regelmatig je truck of trailer ook onderhouden is,
pech overkomt je soms. En dan wil je heel graag snel, deskundig en veilig geholpen worden. Onze nooddienst is 24/7 en 365 dagen per jaar bereikbaar. De eerste zorg, zeker bij pech in het buitenland, is dat je veilig staat. Wij zorgen voor de rest, voor vervanging, reparatie of repatriëring van truck of trailer. Het gaat er immers om dat iemand zo snel mogelijk met de lading weer verder kan.”
Naast hulp bij pech, ontzorgt Van ’t Blik bij de steeds vaker voorkomende pieken in transport. Geralt van ’t Blik: ,,De markt wordt steeds dynamischer, het is steeds lastiger voor transporteurs om pieken en dalen in vraag en aanbod in te schatten. Daarvoor hebben wij een uitgebreide eigen verhuurvloot van trekkers en trailers, geschikt voor alle soorten van transport. Dankzij onze samenwerking in European Trucken Trailer Rental hebben veel materieel beschikbaar en zijn we in staat om iedere gewenste trekker of oplegger voor kortere of langere tijd te leveren. Full service verhuur van materiaal en verzekering tot en met reparatie en onderhoud.”
Materiaal genoeg. Hoe zit het met voldoende mensen? ,,Gelukkig hebben naast het huidige team weer een mooie aanwas van enthousiaste
Geralt van ’t Blik
jongens uit de buurt, die een opleiding volgen en hier graag ervaring willen opdoen. Bij ons leren ze niet alleen een vak in de werkplaats. Ze krijgen hier ook de gelegenheid om op eigen terrein te leren manoeuvreren met trekkers en opleggers. Het is fijn om te weten dat onze service dus ook in de toekomst gewaarborgd is. Dat houdt ons flexibel en tegelijk kun je je klanten tijdig ontzorgen. Dus bel ons gerust bij pieken en pech in transport!”
trucktrailercare.nl
ADVERTENTIE
‘Het stroomnet zit vol’ is een veel gehoorde kreet. Ja, het net zit vol. Kan er dan niets meer? Jazeker wel, zeggen de creatieve techneuten van Dutch Energy Group. Kijk vooral naar wat er wel kan, stelt Jeroen Veenema.
Waar een wil is, blijkt vaak een weg. Het stroomnet hebben we nu eenmaal aangelegd als een kerstboom met hoog-, midden- en laagspanning. ”Als je dan aan het laatste twijgje heel veel wilt ophangen, gaat het snel mis. Zeker omdat alles op piekniveau is aangelegd; als iedereen tegelijk piekt, kan het net het snel niet meer aan en dat is wat nu gebeurt”, stelt Jeroen Veenema van Dutch Energy Group in Sneek. “Dus is het zaak te kijken wat daarbinnen wel kan, want dat geheel van spanning moet in balans blijven. Wil jij met je bedrijf uitbreiden, nieuwbouwen of overschakelen naar elektrificatie,
dan is het zaak dat zorgvuldig in kaart te brengen. Wat is de situatie, wat verbruik je wanneer, wat zijn de pieken. Wat is je wens? Wat kun je van het net halen, wat zou je moeten toevoegen? Dat zet je allemaal in een model, zodat je ziet waar problemen ontstaan en waar welke oplossingen kunnen bijdragen. Vanuit inzicht met data slimme dingen doen: wat kan er wel?”.
Flexibele prikbox “Zo hebben we voor Sijperda Verhuur bij de nieuwbouw in Heerenveen oplossingen bedacht met een gedeelte panelen op dak en met eigen opslag. Voor Hoekstra Sneek maakten we de eerste stap mogelijk naar 4 elektrische vrachtwagens, die we laden via onze zelf ontworpen flexibele prikbox, die vanuit het net of vanuit panelen extra capaciteit op een gewenst moment kan leveren. Voor Van der Meulen Woudsend dachten we mee in het helpen naar elektrificatie van de baggerschepen in kwetsbare natuurgebieden door mobiele opslag aan boord. En we zijn hier op de gezamenlijke bedrijventerreinen De Hemmen en met de gemeente aan het inventariseren wat de mogelijkheden zijn. Wie heeft stroom over en wil terug in contract, wie heeft stroom over en wil doorleveren aan z’n buurman, wie heeft plannen voor uitbreiding of elektrificatie? Als je dat inzichtelijk hebt, kun je lokaal al veel helpen oplossen.”
Scope 12 keuringen
Creatief stappen zetten naar duurzame energieoplossingen. Opwekking, opslag, conversie, van ontwerp tot realisatie en hulp bij exploitatie. Het zo doen dat het veilig en bedrijfszeker is. Hiervoor is zusteronderneming Dutch Energy Inspection in het leven geroepen, zij verzorgen de Scope 12 keuringen, de verplichte keuringen aan allerhande technische installaties, zoals pv- installaties op daken en zonneparken. Dutch Energy Group, passie voor duurzame oplossingen, creatief, bedrijfszeker en veilig. Voel jij, met de juiste papieren, je daar in thuis? Er is ruimte voor groei en vakmensen met passie bij Dutch Energy Group en Dutch Energy Inspection. dutchenergygroup.com
Dat zegt Paul Pot, CEO van de Port of Harlingen. De enige zeehaven van Fryslân staat voor grote uitdagingen, zoals de energietransitie, de vraagstukken rondom natuur, milieu en de Waddenzee, duurzaamheid, de Tjerk Hidde sluis, de toekomstbestendigheid van de haven, de samenwerking met het achterland en de 7 binnenhavens in Friesland, de bereikbaarheid over de Waddenzee. Kortom, er is genoeg te doen, weet ook wethouder Paul Schoute van de gemeente Harlingen. „Naast bovengenoemde uitdagingen kijken wij ook naar de structuur waarin de haven functioneert. De gemeente Harlingen is enig aandeelhouder, daar maak ik me wel eens zorgen over.”
Het is alweer 6 jaar geleden dat de haven van Harlingen verzelfstandigde tot N.V. Port of Harlingen. Eén van de doelen van de verzelfstandiging was om de organisatie achter de haven slagvaardiger te laten opereren en de winstgevendheid te verbeteren. Dat is gelukt, de financiën zijn op orde en de toekomst ziet er positief uit. Sterker nog, Harlingen ligt gunstig ten opzichte van Scandinavië, de Baltische Staten en Engeland en heeft daarom veel potentie. Toch zijn er zorgen bij wethouder Schoute. „Mijn overtuiging is dat we binnen de huidige constructie kwetsbaar zijn. Daarmee bedoel ik dat het de vraag is of we alle ambities die we hebben waar kunnen maken. Misschien moeten we wel toewerken naar een Fries Havenbedrijf, waarbij we veel meer gaan samenwerken met alle havens in Friesland en andere stakeholders. We hebben elkaar nodig en kunnen elkaar alleen maar versterken. Maar, dat moet de politiek ook willen.”
Paul Pot is het daar mee eens. „Het gaat om de toekomstbestendigheid van de haven van Harlingen, als belangrijke schakel voor Friesland en het achterland. En het gaat ook om de toekomst van de zeven binnenhavens, die een wezenlijke rol spelen binnen het vervoer over water. We staan aan de vooravond van grote veranderingen. Door de krachten te bundelen kunnen we een belangrijke rol spelen in de overgang naar een circulaire economie en daarin past nadrukkelijk de modal shift van vervoer over de weg naar vervoer over water.”
Er wordt waar mogelijk al samengewerkt, maar voordat een Fries Havenbedrijf operationeel wordt, zijn we jaren verder. „Het zou een voorstelbaar eindscenario kunnen zijn”, geeft Schoute aan. „We moeten in elk geval het gesprek aangaan, ook met de provincie en met andere gemeenten. Want, alleen blijven opereren, maakt de positie van Harlingen en ook van de andere havens niet krachtiger.”
Waddenzee
Pot en Schoute noemen de Waddenzee, het Unesco Werelderfgoed voor de deur, wat allerlei gevolgen heeft. Schoute:„ Wij willen waar mogelijk rekening houden met de Waddenzee, dat spreekt voor zich. Maar, er ligt nu een stapeling aan juridische procedures en MER rapportages. Er wordt gewerkt aan een beleidskader natuur, maar ik vind dat we tegelijk ook een sociaal economische analyse moeten maken. Dus ja, we staan voor verbetering van de natuur, maar hier leven, werken en wonen ook mensen, in een gebied dat in economisch opzicht niet sterk is.”
„Als er onduidelijkheid is, gaan bedrijven niet investeren”, gaat Pot verder. „Men wil wel, maar dan moet er zekerheid zijn dat men in de toekomst ook vooruit kan. Ook daarin is gezamenlijk optrekken van belang.”
Er zijn forse investeringen in de haven nodig. De havenmonding moet breder, de sluis moet worden aangepakt in verband met de zeespiegelstijging en de zoutindringing, er zijn nautische uitdagingen, de dijken moeten worden opgehoogd. „Waar mogelijk moeten we werkzaamheden gaan koppelen”, vindt Pot. „Dus, als de schop in de grond gaat, pak het dan meteen goed aan. De kans is er nu, anders moeten we weer 50 jaar wachten en stilstaan is achteruit gaan.”
Garnalenhaven/visserij Kortom, voldoende uitdagingen voor de zeehaven die floreert en groeit. Zo is Harlingen bijvoorbeeld uitgegroeid tot de grootste garnalenhaven van Nederland en de thuishaven van de Noordzeevissers van Urk. De garnalen die worden aangevoerd, gaan niet alleen naar binnenlandse verwerkers, maar ook naar België en Duitsland. Door haar ligging en moderne haveninfrastructuur heeft Harlingen een sterke positie in de visserijsector verworven en weten te behouden.
Profiteren
Op de vraag waar de haven van Harlingen over 5 jaar staat, antwoordt Pot:„ Dan staan we er goed
voor en hebben meerdere nieuwe bedrijven zich hier gevestigd. De werkgelegenheid neemt dan ook toe. Maar, investeren we niet in de haven, dan gaat de belangrijke functie die Harlingen nu vervult voor Friesland en het achterland langzamerhand achteruit. Er zit veel potentie in de haven en als we het goed aanpakken, dan kan iedereen daarvan profiteren.”
Schoute hoopt dat over 5 jaar het Fries Havennetwerk sterk ontwikkeld is en dat er op termijn een Fries Havenbedrijf wordt opgericht. „Het is noodzakelijk om de handen ineen te slaan, om een goede toekomst voor de haveneconomie en het vervoer over water te kunnen blijven garanderen en te stimuleren.”
De provincie Fryslân komt uiterlijk eind volgend jaar met een Havenvisie, waarin ook de situatie van de haven van Harlingen aan de orde komt. Daarin zal een scenario worden geschetst hoe het verder moet met de havens in Friesland.
www.portofharlingen.nl www.harlingen.nl
Honderden start-ups zien jaarlijks het levenslicht. Veel daarvan groeien op tot een stabiele onderneming, sommige stranden vroegtijdig, een klein deel verovert de wereld. Wie zijn die starters, wat willen ze, wat doen en laten ze ervoor, waar willen ze heen? Start Me Up duikt in een wereld vol beloften, onzekerheid, doorzettingskracht, visie en hard werken.
Wie Rik Westera
Wat inrichtingen voor bestelwagens
Waar Hoogeveen
Waarom opdat vakmensen netter en efficiënter kunnen werken
Hoe door levering van op maat en smaak gemaakte inrichtingen
Waar word je als vakmens écht blij van? Van een strak opgeruimde bedrijfsbus. Zodat je altijd weet waar je gereedschap hangt en ligt, en al je apparaten en machines eenvoudig te pakken zijn. Lekker efficiënt, lekker opgeruimd. Rik Westera zorgt daarvoor. Zijn start-up Nettebus.nl in Hoogeveen zorgt al 3 jaar voor blije vaklui.
In een strak en opgeruimd pand – een uithangbord voor zijn nette missie – richt de 27-jarige vooral nieuwe bedrijfsbussen in. Die komen van de dealer en komen via de bestickeraar bij hem. ,,Wat ik inbouw? Dat hangt helemaal van de klant af. Dat is het mooie van hoe ik het aanpak. Ik wil eerst precies weten wat de beste oplossing is.’’
ALLES VIA DEUR BEREIKBAAR
Daarvoor gaat Westera niet over één nacht ijs. Hij heeft altijd vooraf een uitgebreid gesprek. ,,Daar vind ik uit hoe mijn klant werkt, wat hij belangrijk vindt, waar hij dagelijks tegenaan loopt. Laatst bouwde ik voor een woningbouwvereniging een serie bussen om. Veel van die mannen hebben last van hun knieën, ontdekte ik. Dan maak ik de inrichting zo, dat ze niet of nauwelijks de bus in hoeven te stappen. Alle gereedschappen zijn via achter- en zijdeur bereikbaar.’’
Zo vroeg mogelijk betrokken worden. Dat is wat Nettebus wil. ,,Ja, het liefst denk ik zelfs mee met het type bus dat wordt gekocht. Ik werk het liefst andersom: je hebt voor je werk als vakmens gereedschappen nodig op locatie. Hoe neem je die zo goed mogelijk mee? Dat is mijn uitgangspunt. Daar bouw je de inrichting omheen en kies je bij voorkeur een type wagen bij.’’
DE GROEI ZIT ER FLINK IN
Door middel van een 3D-programma kan Westera zijn klanten exact meenemen in wat kan en moet. Vervolgens laat hij zijn leverancier kasten, laden en ophangsystemen op maat maken. ,,Ik werk samen met A&S Vancare in Kolham. Daar worden de inrichtingen geassembleerd en worden ook de vloer- en wanddelen gefreesd.
Vervolgens komt dat allemaal naar Hoogeveen, waar alles in de bestelbussen wordt gebouwd.’’
Het gaat goed met Nettebus. De groei zit er flink in. ,,Dat moet ook. De eerste 5 jaar zijn belangrijk. Zo lang gaan leasecontracten van bestelbussen mee. De inrichtingen die wij maken, hebben een veel langere levensduur. Omdat alles modulair is, kunnen we de inrichting na 5 jaar veranderen en in een nieuwe bus zetten. Dan heb je dus terugkerende klanten.’’
Klantbeleving en klanttevredenheid zijn extreem belangrijk voor Westera. Dat zit in zijn bloed. In 2019 opende hij zijn eigen paintball- en lasergame-arena bij het voetbalstadion in Emmen. ,,Heel leuk, vooral het contact met blije mensen. Maar ik ben ook technisch, en dat deel begon ik steeds meer te missen. Daarom heb ik dat bedrijf dit jaar verkocht, zodat ik me volledig kan toeleggen op bedrijfswageninrichting.’’
‘Een vakman maakt een foto van zijn inrichting en het algoritme vertelt meteen of en wat er beter en efficiënter kan’
Ook die wereld was hem niet volledig onbekend. Het autobedrijf van zijn vader zit een pand verderop. ,,Als kind liep ik daar veel rond. Toen al vond ik de inrichting van bedrijfswagens het leukst. Het was toen iets wat er bij gedaan werd. De volledige focus die ik er nu op heb, werkt beter.’’
MOGELIJKHEDEN VAN AI
Veel doet Westera nu zelf, vaak schakelt hij hulp in van zelfstandige techneuten. Maar hij kan wel wat meer gebruiken. ,,Ik wil me ook met andere dingen bezighouden. Online vind ik extreem belangrijk. Daar is veel te winnen, omdat veel concurrenten daar niet veel tijd in steken. En ook de mogelijkheden van AI verken ik. Een vakman maakt een foto van zijn inrichting en het algoritme vertelt meteen of en wat er beter en efficiënter kan. Dat bekijk ik nu, maar er zijn veel meer mogelijkheden. Dat is gewoon prachtig, om met nieuwe dingen bezig te zijn waarvan mensen blij worden.’’
Evise
Wie Riko Kruit en Dana Ondrušková
Wat lokaal en onafhankelijk (snel)laden
Waar Leeuwarden
Waarom omdat er betere oplossingen zijn voor het laden van elektrische voertuigen Hoe door het ontwikkelen van slimme laadsystemen
TEKST JEAN-PAUL TAFFIJN
FOTO JACOB VAN ESSEN
Je auto opladen op locaties waar amper stroom beschikbaar is, meer voertuigen opladen op één aansluiting en elektrisch materieel opladen op plekken waar de experts zeggen dat het niet kan. Dat is grof gezegd wat Evise doet. De start-up in Leeuwarden leeft van het oplossen van ingewikkelde puzzels, met blije klanten als gevolg.
,,Een voorbeeld? We kregen laatst een belletje van een ondernemer die veel geld had geïnvesteerd in een grotere aansluiting om zijn nieuw aangeschafte vrachtwagens te kunnen opladen. Maar toen kreeg hij van de netbeheerder doodleuk een mailtje waarin werd aangegeven dat die aansluiting er de komende jaren tóch niet ging komen. Die man zat echt met zijn handen in het haar. En dan gaan onze handen jeuken. We hebben die ondernemer geholpen door slim om te gaan met het kleine vermogen van de aansluiting, prioriteiten te stellen in verbruik en de inzet van zijn vrachtwagens zo te plannen dat alles net allemaal past. Met een beetje wil, innovatieve producten en slimme aansturing is best wel veel mogelijk.’’
VEEL MINDER ENERGIEVERLIES
,,Op dit moment kunnen we bijvoorbeeld een plug & play laadsysteem leveren dat simpel aan een krachtstroomaansluiting kan worden aangesloten. Je stopt de 3x63A-stekker in de lader en je kunt dan met 160 kW snelladen en je gebruikt maar 40 kW van het net. De accu is geïntegreerd in de laadpaal en voor de technische lezers: deze kan vanuit de batterij direct DC-DC hoog vermogen geven zonder dat je nog een keer extra moet omvormen. Daar onderscheiden we ons van de concurrentie en hebben we dus veel minder energieverlies in de gehele keten. Maar we sturen het geheel ook slim aan met een Energie Management Systeem. Is er opbrengst van de zonnepanelen? Dan hoef je niet af te schakelen, maar zorgt het systeem dat de batterij van de laadpaal wordt gevoed. De opgeslagen energie kun je dan op een ander moment weer gebruiken om je elektrische voertuigen op te laden.’’
Riko Kruit smult ervan, van dit soort uitdagingen. Door zijn niet conventionele denkwijze lukt het om goede laadmogelijkheden te bieden daar waar dat in eerste instantie onlogisch lijkt. ,,Ik kom net van een bedrijf in Drachten waar we twee batterij geïntegreerde snelladers hebben geplaatst voor vrachtwagens. Door er een slim energiemanagementsysteem tussen te zetten, regelen we dat de werkplaats altijd stroom genoeg heeft, maar dat alles wat te veel opgewekt wordt, direct de accu van de laadpaal ingaat. Zie dat maar als het
buffervat. En zo is er altijd ruimte om trucks op te laden.’’
PRACHTIGE OPLOSSING
Hij denkt erover na vanuit zijn kantoor in het Energie Kenniscentrum in Leeuwarden. Met uitzicht op een wereld vol kansen. Soms verrassend dichtbij. ,,We beginnen nu een project om biogas om te zetten in energie die direct naar de laadpaal leidt. Dat doen we daar verderop. Ja, als het lukt, dan hebben we een prachtige oplossing voor de agrarische sector, die ook moet
gaan elektrificeren en tegen dezelfde uitdagingen aan zal lopen als waar de transportwereld nu tegenaan loopt.’’
Kruit richtte Evise 2 jaar geleden op samen met Dana Ondrušková. De twee hebben een duidelijke droom: een netwerk van ‘off-grid’ (snel)laders in Friesland en Groningen. De benodigde stroom moet dan hyperlokaal worden opgewekt via wind, zon, biogas, en wie weet in de toekomst ook andere duurzame bronnen. Daarmee doen ze het. De gegenereerde
energie wordt via een accu geleid naar de laadpaal, die daardoor niet alleen het elektriciteitsnet onbelast laat, maar ook nog eens mobiel is.
De wereld heeft steeds meer stroom nodig. Kan niet anders. Maar het vergt nogal wat om al dat gebruik in goede banen te leiden. Kruit: ,,Zo zijn we ooit begonnen: met de vaststelling dat het aantal laadplekken nooit het groeiende aantal elektrische auto’s kan bijbenen.’’ Kruit begon jaren geleden met een Spaanse partner Evoltify, een start-up die met mobiele laadpalen elektrische auto’s voorzag van energie onder het motto ‘breng de laadpaal naar de auto in plaats van de auto naar de laadpaal’. ,,Op grote parkeerterreinen ging dat prima, maar in de basis was het te veel logistiek om overal die zware batterijen heen te duwen en weer op te halen om ze ergens anders op te laden. Wat dat betreft is Evise een beter idee.’’
VIER TRUCKS LADEN OP ÉÉN PAAL
Behalve snelladen op een kleine aansluiting heeft de Friese start-up ook oplossingen voor efficiënter snelladen met veel laadpalen naast elkaar. ,,De Charge Multiplier noemen we dat, vooral interessant voor bedrijven met een grotere vloot van elektrische voertuigen die wel vermogen beschikbaar hebben, maar niet willen investeren in tientallen dure snelladers. Charge Multiplier zorgt ervoor dat, op basis van een te bepalen planning en prioriteit, de voertuigen om beurten worden geladen door dezelfde laadpaal, maar via een andere stekker.’’
Denk bijvoorbeeld aan een transportbedrijf met vier elektrische vrachtwagens. Als die elke ochtend opgeladen klaar moeten staan voor de werkdag, dan moeten al deze vrachtwagens allemaal aan een eigen laadpaal, die allemaal apart zijn aangelegd, aparte voedingskabels en aansluiting in de meterkast. Met Charge Multiplier heb je maar één laadpaal, één voedingskabel naar de laadpaal en één aansluiting. ,,We koppelen daar alleen meerdere stekkers aan en sturen dat slim aan. Geen gedoe met rangeren ofzo.’’
Zo draagt Evise op eigen wijze bij aan de transitie naar elektrisch vervoer. Grote bedrijven tonen interesse, zeker ook in de laadunits die mobiel zijn en gebruikmaken van lokale energie. ,,Dat zou ik het allermooist vinden’’, zegt Kruit. ,,Dat onze laadpalen een netwerk vormen en een oplossing bieden in alle buurten. Misschien zelfs dat lokale producenten van biogas hun lokale energie lokaal kunnen verkopen door middel van onze laadpalen en dat er dan hele rijen vrachtwagens staan te laden via Charge Multiplier. Dat is de droom!’’
De eerste fase van het project Wunderline nadert haar voltooiing; naar verwachting medio 2025 moet de treinreiziger de afstand Groningen – Bremen en vice versa in 2 uur en 26 minuten kunnen afleggen. De Wunderline is echter veel meer dan alleen sneller reizen per spoor. De provincie Groningen, Land Niedersachsen, Bremen en aangrenzende gemeenten in Nederland en Duitsland werken er gezamenlijk ook aan dat de reiziger van deur tot deur comfortabeler kan reizen. Dat betekent onder andere dat er is geïnvesteerd in de uitstraling en toegankelijkheid van de stations en de infrastructuur daar omheen. Kortom, de Wunderline zorgt voor sneller, beter en makkelijker reizen met de trein.
De Wunderline kent een geschiedenis die in 2012 begon met als wens het verbeteren van de spoorlijn tussen Groningen en Bremen. Reizen per spoor naar buurland Duitsland was in die jaren geen pretje en kostte veel tijd. Dat moest anders, zo vonden de initiatiefnemers van het eerste uur. De samenwerking tussen de diverse partijen in beide landen werd voortvarend opgepakt, totdat eind 2015 de Friesenbrücke, essentieel voor de verbinding tussen Groningen en Bremen, kapot werd gevaren. Dat zorgde voor een vertraging van de plannen.
Comfortabel reizen van deur tot deur De werkzaamheden lagen echter niet stil. Naast het spoor voorziet het project Wunderline ook in een verbetering van de zogenaamde ketenmobiliteit. Om te zorgen dat inwoners woonachtig in de regio’s waardoor de spoorlijn loopt, deze gemakkelijk en comfortabel kunnen bereiken. Denk aan voldoende parkeerplaatsen, fietsenstallingen, maar ook toegankelijke infrastructuur. Alle aangrenzende gemeenten gingen daarmee aan de slag, om op die manier de Wunderline zo goed mogelijk bereikbaar te maken. Verder worden er twee nieuwe stations gebouwd, in Bunde en Ihrhove, om zo ook die regio goed te ontsluiten. Want met de Wunderline moet de bereikbaarheid van de regio ook beter worden.
Vanuit het oogpunt van duurzaamheid, economie en brede welvaart wordt het reizen per spoor ook in de provincie Groningen belangrijk gevonden. Niet voor niets wordt naast de Wunderline ook ingezet op de Lelylijn en de Nedersaksenlijn. Ook die laatste lijn profiteert van de Wunderline. „Waar mogelijk willen we synergie-effecten
Friesenbrücke: Technologisch hoogstandje in Europa
De Friesenbrücke is een indrukwekkende spoorbrug in Duitsland die enkelspoor verkeer ondersteunt met een maximale snelheid van 120 km/u. De brug ligt over de rivier de Eems, in de buurt van Weener, Nedersaksen. Dit project is bijzonder omdat het bij voltooiing de grootste draai-/hefbrug van Europa zal zijn. De brug kan op ingenieuze wijze draaien en heffen om schepen veilig door te laten, wat haar tot een technologisch hoogstandje maakt. Deze brug is een cruciale schakel voor treinverbindingen en het grensoverschrijdend vervoer in de regio. De herbouw is in volle gang na de aanvaring in 2015 en zal bij voltooiing een van de meest geavanceerde infrastructuurwerken in Europa zijn.
realiseren: de recente werkzaamheden tussen Hoogezand - Zuidbroek zijn daarvan een mooi voorbeeld en komen ook de Nedersaksenlijn ten goede”, legt Wunderline-projectleider Thijs Zondag uit.
Hij benadrukt verder dat ook de economie baat heeft bij goede verbindingen per spoor. Daarbij doelt hij bijvoorbeeld op het woon-werkverkeer, maar ook dat bedrijven aan beide zijden van de grens elkaar beter weten te vinden. Nu al zie je overal grensoverschrijdende samenwerking ontstaan, een goede en snelle treinverbinding speelt daarin een belangrijke rol.
Op de kaart
Op een groot deel van het traject richting Bremen en vanuit Bremen richting Groningen kon de trein bijna 10 jaar niet rijden vanwege de beschadigde Friesenbrücke. Volgens projectleider Zondag was er één voordeel dat de Friesenbrücke eruit lag. „De kapotte brug heeft het project Wunderline echt op de kaart gezet, vooral ook in Berlijn. Gevolg was natuurlijk dat er tien jaar lang
Gedeputeerde Johan Hamster: „Wunderline en Friesenbrücke zijn de langverwachte grensoverschrijdende verbindingen tussen Duitsland en Nederland. Een belangrijke ontwikkeling voor de hele regio, en dus voor de inwoners van onze provincie Groningen en alle gemeenten langs deze spoorlijn. Ik ben blij dat beide landen hiermee ook een betere aansluiting krijgen op het Europese spoornetwerk richting Amsterdam en Kopenhagen. Dit betekent dat mensen in Groningen en Noord-Duitsland in de toekomst niet alleen sneller en comfortabeler kunnen reizen tussen Bremen en Groningen, maar ook verder weg gelegen bestemmingen makkelijker per trein kunnen bereiken."
Overstappen
De Wunderline is een schakel tussen het regionale en internationale treinverkeer. Zo kun je vanuit station Leer overstappen op interessante bestemmingen, zoals Berlijn. Vanuit Bremen kun je verder reizen richting Scandinavië. En daarmee sorteert de Wunderline voor op de aanleg van de Lelylijn, die Nederland rechtstreeks met Scandinavië gaat verbinden. Grensoverschrijdend spoor staat hoog op de agenda van de EU; zeker binnen Europa moet reizen per spoor de toekomst worden.
Staatssecretaris
Niedersachsen
Frank Doods: „De Wunderline en de bouw van de nieuwe
Friesenbrücke zullen het spoor niet alleen aantrekkelijker maken voor mensen: het is de langverwachte opheffing van een missing link in een transEuropese spoorverbinding tussen Duitsland en Nederland. Dit project brengt Europa dichter bij elkaar. De Wunderline is een goed alternatief voor de auto en we leveren een bijdrage aan klimaatneutraliteit: tot nu toe was er geen mogelijkheid voor fietsers en voetgangers om de Eems over te steken binnen een straal van meer dan zes kilometer. Samen met de heropening en modernisering van de stations langs de Wunderline creëren we belangrijke bouwstenen voor de mobiliteitstransitie."
geen treinverkeer mogelijk was en de komst van de Wunderline veel langer duurt dan in 2012 gedacht.”
Uitdaging
En daarmee stipt hij meteen een enorme uitdaging aan, want de reiziger moet terug de trein in, op een lijn die 10 jaar lang niet heeft gefunctioneerd. De kortere reistijd, het comfortabel reizen, de goede toegankelijkheid van de stations, de mogelijkheden om vanuit Leer en Bremen internationaal verder te reizen, de snellere verbinding tussen Nederland en Duitsland; het zijn maar enkele voordelen die de Wunderline biedt.
Dat moeten studenten, werknemers, toeristen en dagjesmensen gaan ontdekken. De 2 uur en 26 minuten die de reis van Groningen naar Bremen duurt, levert ten opzichte van vroeger 17 minuten winst op. Dat klinkt als weinig, maar spoorse investeringen gaan veelal over seconden of enkele minuten reistijdwinst. Dan is 17 minuten erg veel. Thijs Zondag:„ De trein wordt steeds belangrijker in de mobiliteitsvraag van de burger, daar spelen we met de Wunderline op in. Op dit moment doen we er alles aan om de mensen te stimuleren de trein te pakken, zoals met een binnenkort te starten campagne, we denken dan ook dat het een groot succes wordt.”
www.wunderline.nl
Wie Nout Knabben en René van Doren
Wat verduurzaming kledingindustrie
Waar Groningen en Amsterdam
Waarom omdat kledingmerken hulp nodig hebben bij verduurzaming Hoe door het ontwikkelen van inzichtelijke dashboards en het geven van advies
Bergen vol gedumpte kleren in de Chileense woestijn. Slechte omstandigheden voor mens, natuur en klimaat. Dat er iets grondig mis is aan de manier waarop onze broeken en truien tot stand komen, weet iedereen inmiddels. Maar wat doe je eraan? Nou, je zou de kledingmerken kunnen ondersteunen bij de verduurzaming van hun productieproces. Dat is precies wat Manufy doet. Het helpt merken met hun broodnodige circulaire missie.
,,We zijn een one stop shop voor kledingmerken’’, vertelt Amsterdammer Nout Knabben. Hij richtte het bedrijf op samen met René van Doren uit Haren. ,,We kunnen op alle terreinen ondersteunen. Vooral de grote merken hebben sustainability managers in dienst, maar die hebben vaak alle moeite om te achterhalen waar en hoe ze het beste aan de slag moeten. Wij kunnen daarbij helpen.”
WAT TE DOEN OM DUURZAMER TE WORDEN?
Misschien moeten de merken kijken naar andere materialen, misschien moeten ze mikken op een reparatieservice. Het kan ook dat ze aan de slag moeten met hun marketing, of dat ze op zoek moeten naar nieuwe productielocaties, aan de verpakking moeten sleutelen, of productpaspoorten moeten toevoegen – en zo zijn er nog veel meer knoppen om aan te draaien. Maar weet het paneel met al die draaiknoppen maar eens te vinden ... Daar heeft Manufy wat op bedacht.
,,We hebben een dashboard gemaakt, dat we zelf graag de roadmap to circularity noemen”, legt René van Doren uit. ,,Daarop zien onze klanten wat ze kunnen doen om duurzamer te worden en meteen ook wat het direct kost en wat het oplevert in de vorm van impact. Daar zit een heel rekenmodel achter. Zo hebben onze klanten in een oogopslag een overzicht op basis waarvan ze goede besluiten kunnen nemen, die ook in het hele bedrijf uit te leggen zijn. Zoiets bestond eigenlijk nog niet.”
DE PUDDINGFABRIEK
Vanuit bedrijfsverzamelgebouw de Puddingfabriek in Groningen wordt de technologie ontwikkeld. De experts op het gebied van kledingproductie zitten in Amsterdam. Zij zijn de adviseurs die de kledingmerken op weg helpen. Knabben: ,,Kennis is essentieel. Dit is een vrij lastige wereld, waarin dingen soms radicaal anders moeten, maar waar de merken ook met kleinere stappen vooruit kunnen. Wij laten zien hoe.’’
Manufy bestaat nog maar vanaf februari en toch staat de start-up aan de vooravond van een nieuwe investeringsronde; er wordt
gemikt op een flinke scale-up na de zomer van volgend jaar. Sinds een paar maanden loopt er een pilot met het dashboard bij bekende merken als O’Neill, Profuomo en By-Bar. Het enthousiasme is groot, zeggen de founders. Vooral omdat de weg naar circulariteit zo kwantificeerbaar gemaakt is.
En dat is een belangrijke shift van het bedrijf, dat eigenlijk al wat langer bestaat, maar na een faillissement vorige winter een doorstart maakte. Oorspronkelijk had Manufy een iets simpelere missie: het wilde een platform zijn om kledingmerken en Europese kledingproducenten met elkaar te verbinden. Dat bleek geen heilzame route.
GELOOF IN MISSIE BLIJFT
Van Doren: ,,We ontdekten dat producenten en merken ons platform één keer gebruikten en daarna onderling zaken gingen doen. Belangrijker was dat we zelf
‘We ontdekten dat producenten en merken ons platform één keer gebruikten en daarna onderling zaken gingen doen’
steeds meer overtuigd raakten van het belang om de manier waarop kleren gemaakt worden radicaal te veranderen. En dat lukte ons als platform niet genoeg. Daarom hebben we het over een heel andere boeg gegooid.’’
Toch bleek een faillissement onafwendbaar. ,,We hebben een grote strategische wijziging doorgevoerd, maar daar moesten we alle dik dertig partijen die achter ons stonden, in mee krijgen. Dat lukte op één na. Na de doorstart hebben we de steun van de andere partijen nog steeds. Dat zegt veel over het geloof in onze missie.’’
Manufy gelooft in een circulaire kledingtoekomst. Zoveel is duidelijk. Nout Knabben: ,,De regelgeving gaat die kant op, consumenten eisen het ook steeds meer. Kledingmerken hebben geen keus. Wij bieden ze wat ze nodig hebben.’’
Innovatieve ontwikkelingen in de agrarische sector staan nooit stil. Neem nu de Gazoo, in de wandelgangen ook wel de stikstofkraker genoemd. Een uitvinding van JOZ in het Noord-Hollandse Westwoud, een bedrijf dat al jarenlang gespecialiseerd is in innovatieve oplossingen die goed zijn voor het vee en de agrariër. De Gazoo pakt twee grote actuele problemen aan: derogatie en emissiereductie. “De Gazoo draagt bij aan circulaire landbouw, daar willen we met elkaar naartoe”, zegt Erwin Dirkse, business unit manager Gazoo bij JOZ.
JOZ bestaat uit drie business units: Fullwood melkrobots, JOZ mestrobots en de Gazoo. „Wij streven ernaar dat veehouders slimmer en sneller kunnen werken met onze producten”, zegt Dirkse. “Onze producten maken zwaar en tijdrovend werk overbodig en tegelijkertijd zorgt dit voor een comfortabelere stal voor de dieren.”
Bestaand proces
De werkwijze van de Gazoo is gebaseerd op een bestaand proces dat al jarenlang in de industrie wordt toegepast en waarmee afvalwater wordt gezuiverd. Ruim 4 jaar geleden begon JOZ met de ontwikkeling van de Gazoo, waarbij de werkwijze in de industrie niet één op één kon worden overgenomen. „De Gazoo bewerkt de dunne fractie van mest, daarin zitten stoffen die het geheel al snel zouden verstoppen.” Na vele prototypes en verbeteringen kwam 2 jaar geleden de Gazoo definitief op de markt. Er staan er nu zo’n 10 bij diverse agrariërs, Dirkse verwacht dat de markt volgend jaar echt los gaat komen. Dat heeft te maken met wetgeving vanuit Brussel.
„Daar is men momenteel bezig met het opstellen van wet- en regelgeving, waarna dit naar de nationale overheden gaat, die het vertalen naar hun situatie. De urgentie is duidelijk, dus wij verwachten dat hier snel meer duidelijkheid over komt.”
Kwetsbare gebieden
De Gazoo is een optimale emissiebestrijder, weet Dirkse. „Zeker in kwetsbare gebieden is dat van belang, maar ook elders. Je produceert je eigen ‘kunstmest’, je hoeft weinig tot geen mest meer af te voeren én krijgt controle over de stikstof uitstoot van je melkveebedrijf. De stikstofkraker Gazoo is in staat om meer dan 80% van de minerale stikstof uit mest te halen en om te zetten in Biogrow, een meststof dat het gebruik van kunstmest kan vervangen.”
Ook is de Stikstofkraker Gazoo in staat om de Dierlijke Stikstof om te zetten naar RENUREstikstof. Dat ook als een kunstmest vervanger dient. Op deze manier draagt de Gazoo bij aan
circulaire landbouw, wat bijdraagt aan een gezonde agrarische sector.”
Gesloten systeem
Hoe werkt de Gazoo? Vooropgesteld, de Gazoo is een gesloten systeem. De ontlasting van de koe, vast en vloeibaar, wordt via de vloer in de stal afgevoerd naar een mestkelder. De drijfmest wordt vervolgens naar een voorportaal van de Gazoo getransporteerd, waar het door een zogenaamde mestscheider gaat, dit is een vijzelpers die het droge en het natte gedeelte scheidt. De vaste fractie, die niet ruikt en vol mineralen zit, kan in de stal gebruikt worden als Biobedding of over het land worden uitgereden. De dunne, vloeibare fractie wordt vervolgens gezeefd en gefilterd, waarna het naar de Gazoo gaat. Daar wordt de substantie rondgepompt over plastic rekken, waarna het in een bak valt. Daar wordt een chemische stof, namelijk natronloog, toegevoegd, waardoor de zuurgraad omhoog gaat. Dit zorgt er voor dat de ammoniak van vloeibaar naar gasvormig gaat. Die lucht wordt gewassen
met water, waardoor de ammoniak oplost. Dankzij de toevoeging van zwavelzuur of salpeterzuur ontstaat er vervolgens een verbinding en dat is de kunstmestvervanger. „Als de wetgeving erdoor komt, mag dit in de toekomst over het land worden uitgereden, waardoor het gebruik van kunstmest niet meer nodig is.”
Het gebruik van eigen mest heeft veel voordelen, weet Dirkse. „Niet alleen wordt het gebruik van kunstmest, wat schadelijke gevolgen heeft voor het water, voorkomen, eigen geproduceerde mest zit vol mineralen en dat is veel beter voor de grond. Bovendien scheelt het dat de boer dankzij de Gazoo geen mest meer hoeft af te voeren.” Hij denkt dat in het meest gunstige geval de investering in de Gazoo in drie jaar is terugverdiend, “en dan neem ik de subsidie op de aanschaf nog niet eens mee.”
De Gazoo is ideaal voor boerenbedrijven vanaf circa 150 koeien. „Maar, met subsidie is de Gazoo ook bij 120 koeien rendabel”, legt Dirkse uit. „Ja, boeren kunnen ook samen een Gazoo aanschaffen, alleen zit je dan wel met de mestboekhouding. Ik weet dat boeren er mee bezig zijn en denk dat dit in de toekomst wel verder uitgewerkt gaat worden.”
Calculatieprogramma
Nederland telt op dit moment tussen de 13.000 en 14.000 melkveehouders. Dirkse verwacht dat dit aantal af gaat nemen naar 9.000 à 10.000.
„De helft daarvan is te klein voor de Gazoo, de andere helft zal iets aan het mestprobleem en de stikstofuitstoot moeten doen. Ik schat in dat we komende jaren nog vele orders tegemoet kunnen zien. Al was het alleen maar omdat het afvoeren van mest veel geld kost en we met elkaar ook iets aan de stikstofuitstoot moeten doen.” JOZ heeft een calculatieprogramma ontwikkeld, waarmee geïnteresseerde agrariërs kunnen zien of de aanschaf van de Gazoo interessant is of niet. Inmiddels is ook de interesse in het buitenland losgekomen. „Dat klopt en de eerst contacten zijn er ook al”, geeft Dirkse aan. „Maar, we willen de Gazoo eerst in eigen land goed van de grond krijgen. Dat het zodanig robuust is dat we onze buitenlandse klanten ook referenties kunnen laten zien. Daarnaast willen we tegen die tijd onze verkoop- en serviceorganisatie goed op poten hebben gezet en daar zijn we inmiddels druk mee bezig.”
Overheid
Kortom, de toekomst ziet er voor de Gazoo goed uit, mits de wet- en regelgeving erdoor komt. De Gazoo kan dus het stikstofprobleem in de agrarische sector oplossen, is de overtuiging van Dirkse.
Het is niet voor niets dat JOZ inmiddels door de overheid benaderd is met de vraag of de Gazoo een oplossing kan bieden voor de emissie uitstoot. „Daar zijn wij van overtuigd. Bij alles wat we doen streven we naar een gezonde en toekomstbestendige agrarische sector,
ondersteunt door automatisering en innovatie. Want, dat de agrarische sector moet blijven, is duidelijk. Al was het alleen maar vanwege de voedselzekerheid. JOZ is er klaar voor.”
www.joz.nl
DE SPIEGEL
Elke ondernemer kent ze: van die momenten waarop je moeite hebt te ontdekken wat de juiste keuze is. In zo’n geval is het handig als je een groot voorbeeld hebt, iemand die je inspireert, die heeft laten zien hoe het kan of moet, iemand aan wie je je even kunt spiegelen.
TEKST JEAN-PAUL TAFFIJN
FOTO’S FOTO: JILMER POSTMA
De Spiegel gaat over grote voorbeelden en inspiratiebronnen. Vandaag aflevering 40: Emile Stuy, commercieel directeur en mede-eigenaar van Anker Stuy Coatings in Terwispel.
Jullie bestaan als familiebedrijf al 125 jaar. Tijd voor een feestje? ,,Jazeker. Dat hebben we binnenkort, met allerlei verrassingen. Kan ik dus helaas niet zo veel over zeggen. Maar het is absoluut een feestje waard. Mijn opa begon Stuy Verven in 1946 in Gorredijk. In de jaren 60 nam hij het oudere drukinkt- en verffabriek ’t Anker uit Steenwijk over. Dat verklaart die 125 jaar.’’
Ah juist. Ken je dat gezegde van generaties in familiebedrijven? De eerste bouwt het op, de tweede bouwt het uit, de derde breekt het af… ,,Weleens van gehoord ja. Maar dat gaat ons niet gebeuren. Mijn broer Armand, mijn oom Rob en ik vormen nu de directie en zijn inderdaad de derde generatie. Rob werkte ook al samen met mijn vader, die in 2020 afscheid nam. Afgezien daarvan hebben wij een heldere visie en zijn we vast van plan het bedrijf verder uit te breiden en succesvol de toekomst in te loodsen. Duurzamer en internationaler.’’
Hebben Armand en jij veel ruzie gehad over de taakverdeling?
,,We zijn broers hè, dus woorden zijn er af en toe. Maar nee, gekheid. Armand werd al klaargestoomd om algemeen directeur te worden toen mijn vader er nog zat. De rol van commercieel directeur past mij beter. Ik zou absoluut niet willen ruilen. En hij ook niet.’’
Stond het in de sterren geschreven dat jij in dienst zou treden bij het familiebedrijf? ,,Ik heb er nooit iets tegen gehad of zo,
maar ik was meer bezig de wereld te ontdekken. Tussen 2006 en 2010 woonde ik in Barcelona als exportmanager. Ik hield van het leven daar. Toen ik in de crisis mijn baan verloor, ging ik zelfs in de horeca aan de slag, om maar te kunnen blijven. Maar na een jaar besloot ik terug te keren. En toen gaf mijn vader me de kans te gaan onderzoeken welke internationale mogelijkheden er lagen voor Anker Stuy. Precies wat ik wilde.’’
Hoe ongemakkelijk is het om als zoon van de baas aan het werk te gaan? ,,Elke vakantie waren mijn broer en ik al in de zaak bezig, al toen we jongetjes waren. Armand deed eerst de hotelschool, maar dat was het niet voor hem. Hij trad op zeker moment in dienst hier en heeft zich helemaal omhoog gewerkt, van een werkleertraject via commerciële functies tot algemeen directeur. Dat ging niet vanzelf hoor.
Bij mij is dat vergelijkbaar, hoewel ik wel veel ruimte kreeg om dingen uit te zoeken. Ik heb een paar keer mijn neus gestoten, maar bracht het bedrijf wel verder. Hij had daar vertrouwen in.’’
En toen zaten jullie met je vader om tafel… ,,Dat was een bijzonder en raar moment, midden in de coronacrisis. We zaten op kantoor met mondkapjes op, tekenden de papieren met de notaris, en gingen snel weer naar buiten. Vanaf toen gingen we met zijn drieën verder.’’
Is hij nog veel betrokken? ,,Nee, eigenlijk helemaal niet. Dat vind ik een teken van groot vertrouwen, als ik er achteraf naar kijk. Hij geloofde dat het goed was. Zo is hij ook wel. Hij liet ons behoorlijk vrij, maar zorgde er wel voor dat we zelf eigen boontjes dopten.’’
Hoe bedoel je? ,,We hadden altijd baantjes, en niet alleen in de verffabriek. Ik werkte in de kroeg in Gorredijk en ’s avonds bij de bloemengroothandel. En bij mijn opa moesten we regelmatig de auto poetsen.’’
Hoe hebben die voorbeelden jou gevormd? ,,Ik heb gezien dat het allemaal niet vanzelf gaat, dat je er hard voor moet werken. Veel respect voor mijn opa die alles vanaf niets heeft opgebouwd. Zoiets hebben we in Engeland gedaan, waar we een vestiging hebben geopend. Dan zie je wat er allemaal bij komt kijken, en dan moet ik weleens aan mijn opa denken ja.’’
En je vader? ,,Die werkte ook keihard, maar dat vertrouwen dat hij in ons stelde, dat is nu ook mijn belangrijkste instrument, denk ik. Je kunt met klanten en partners nog zo veel op papier zetten, als je geen vertrouwen in elkaar hebt, komt er niets van terecht.’’
Biobased bouwen voor de toekomst. BTF Prefab in Wolvega zet de toon in de energietransitie met prefab houtskeletbouw en een scherp oog voor duurzaamheid en toekomstbestendigheid. Het team van zo’n 35 vakmensen ontwerpt en produceert prefab houtconstructies zoals dakelementen, binnen- en buitenwanden en vloeren. Commercieel directeur Patrick Looper en operationeel directeur Eelke Buis zien dan ook veel ruimte voor groei.
Biobased bouwen: bouwen voor de toekomst BTF Prefab richt zich graag op een duurzame toekomst. Looper: “In 2050 moet de economie volledig circulair zijn, met prefab-bouw leveren we daaraan al een flinke bijdrage. Veertig procent van de gebruikte materialen is biobased; afkomstig van natuurlijke bronnen in plaats van fossiele grondstoffen. Biobased gaat de nieuwe norm worden en wij denken dat het in 2030 al de standaard zal zijn. We vinden het leuk en uitdagend om daarin voorop te lopen.”
Voordelen van prefab houtskeletbouw Naast de duurzaamheidsvoordelen biedt prefab houtskeletbouw ook praktische voordelen. De onderdelen worden op maat gemaakt in de fabriek, waardoor er minder kans is op fouten dan bij traditionele bouw. Bovendien zorgt de efficiënte productie voor snellere bouwtijden en lagere kosten. Buis: „Onze manier van werken is daardoor ook een stuk goedkoper dan via de traditionele bouwmethodes. Alle onderdelen worden in onze eigen moderne productiehal gemaakt en dat zorgt voor snel en efficiënt bouwen: al onze onderdelen zijn optimaal voorbereid voor plaatsing op de bouwplaats.”
Aangenaam wonen en werken
BTF Prefab heeft alle certificeringen in huis die nodig zijn om woningen en andere gebouwen te bouwen. Bouwen met hout en varianten daarop zorgt volgens Looper voor aangenaam wonen en werken, zowel in de zomer als winter: “Dat heeft met isolatiewaarden te maken, zo moet een woning bijvoorbeeld ‘damp-open’ en luchtdicht zijn.”
‘Alle onderdelen worden in onze eigen moderne productiehal gemaakt en dat zorgt voor snel en efficiënt bouwen’
Een toekomst vol groei
BTF Prefab wil doorgroeien en onderstreept dat met de nieuwe, state-of-the-art fabriekshal in Wolvega. Looper: “Daar bouwen we alle prefab houtskelet-elementen tot op de millimeter nauwkeurig. Met onze nieuwe hal kunnen we de productie tot wel drie keer opschalen, met oog op
verdere groei naar meer seriematige bouw.” Vanuit de expertise in houtskeletbouw weten klanten uit het hele land BTF Prefab al te vinden. Bouwen aan je toekomst: werken bij BTF Prefab Ook medewerkers voelen zich aangetrokken tot de groei van het bedrijf en meer collega’s zijn welkom. Buis: “Ook ons team willen we graag opschalen. Je komt bij BTF Prefab in een fijn bedrijf terecht met een professionele en informele cultuur, korte lijnen en volop kansen om jezelf te blijven ontwikkelen. Een open instelling vinden we het belangrijkst, werkervaring in houtskeletbouw is niet nodig. Iedereen kan het bij ons leren met onze interne opleiding.”
Meegroeien met BTF Prefab? Of je nu aannemer, projectontwikkelaar of particuliere bouwer bent, BTF Prefab levert prefab houtskeletbouwelementen op maat voor jouw project. Meer informatie? Neem contact op met BTF Prefab. www.btfprefab.nl
Doen is het motto bij het zetten van duurzame stappen bij de Dokkumer Vlaggen Centrale. Inspirator Henny Atsma over vakmanschap, het familiebedrijf, hennep en vlas, korte ketens, waarde uit afval en blijven investeren in regionale impact.
Een bezoek aan DVC in Dokkum kan niet zonder een rondgang door de drukkerijen. Het begint met tientallen meters doek dat gevat in een raam, omhoog gaat en weer naar beneden, verf erop en lange rakels die de verf beheerst gelijkmatig door het zorgvuldig strak gespannen raam persen op onderliggende doek. Even verder wordt digitaal gedrukt, een heel ander proces. Dat lijkt een andere wereld, maar bij DVC gaat drukken over gedeelde kennis. De drukkers doen hun werk met precisie en plezier, ze kennen het klappen van de zweep. „Het is een enorme hoeveelheid kennis die in de loop van de jaren is opgebouwd. Van technieken, samenstelling, kwaliteit en levensduur van verfstoffen en de echtheid van blijvende kleuren in weer en wind op uiteenlopende soorten doek. Die kennis vormt onze basis van het bedrukken, met welke techniek we dat ook doen. Het stelt ons in staat om te experimenteren met duurzamere doeksoorten zoals bijvoorbeeld hennep en vlas. Want pas als een nieuw doek het stempel van goedkeuring krijgt, omdat het op de gewenste wijze bedrukt en geproduceerd kan worden, dan kunnen we opschalen van experiment en kleine oplages naar volume en serieproductie.”
Een groene promotiebranche De stap van nu naar ‘een groene promotiebranche’ is fors, erkent Henny Atsma: „Er is veel in het proces van vlaggen, doeken en signing dat duurzamer moet. Tegelijk zijn we een familiebedrijf met een historie, met kennis, kwaliteit en kracht en met veel werkgelegenheid en betekenis voor de regio. Toekomstperspectief zit in ons dna, de kunst is om dat wat we al heel lang doen, om te vormen naar duurzaam perspectief voor mens, milieu en omgeving. Dat dus gaat over minder fossiele materialen en processen, grondstoffen maken dichterbij huis, over welzijn, gezondheid en perspectief van mensen, minder en schoner transport, verkorten van ketens, alternatieve energie, hergebruik van materialen, waardecreatie uit afval en over meer en beter samenwerken met je omgeving vanuit een open houding. Vergroenen gaat over ons bedrijf. Dat is de uitdaging waar wij voor kiezen.” Nieuwsgierig naar het onbekende
„Onze stip op de horizon is een groene promotiebranche. De weg daarnaartoe betekent voor ons vooral doen. Als familiebedrijf willen we dat het blijft wapperen, dus zijn we bereid zijn de stappen te zetten die we kunnen, we willen leren en doen. Dat betekent bijvoorbeeld dat we zoeken naar alternatieven voor verschillende verfsoorten en dat we de mogelijkheden onderzoeken van alternatieve doeksoorten voor veel gebruikt polyesterdoek. En gelukkig maken we al gebruik van doeksoorten die minder milieubelastend zijn dan het ouderwetse katoen, want veel van wat je hier bedrukt ziet worden, is van gerecyclede petmateriaal. Maar om tot meer nieuwe doeksoorten van bijvoorbeeld vlas en hennep te komen, moet je samenwerken en experimenteren in de keten, van boeren tot verwerkers en makers zoals DVC.” „Dat vergt eerlijkheid en transparantie, open zijn
naar elkaar, de keten. Dit doet DVC niet alleen. Dus hoe graag wil jij investeren in een duurzame toekomst voor onze regio? Wat kan hier groeien waarmee wij goede producten kunnen maken, hoe en waar in de regio verwerk je een plant tot hoogwaardig product, hoe en waarmee kunnen wij het dan bedrukken? De eerste keer dat we hennep op onze zeefdruktafels hadden, bleek dat we er nog lang niet waren. Groen betekent experimenteren, leren van fouten, blijven proberen. We hebben elkaar nodig, in de keten buiten DVC en hier binnen. Het gaat over openstaan voor verandering, nieuwsgierig zijn naar het onbekende, bereid zijn te kijken naar de mogelijkheden van een mogelijk nieuw product, alert zijn op wat duurzamer kan en van daaruit verder denken en doen.”
Waardecreatie
„Het helpt enorm dat we kennis en inzicht hebben van het bedrukken en maken van kwaliteitsproducten. We willen het perfecte product maken en soms is het goed dat even los te laten als je ruimte wil bieden aan vernieuwing. Dit tasje is een mooi voorbeeld. Op een gegeven moment zeiden we tegen elkaar: kunnen we iets met het snijafval van vlaggen en doeken? Kan het, werkt het? Past het in het productieproces? Vragen stellen en experimenteren. Gooien we het weg of willen we er iets mee? Het belangrijkste: gewoon gaan doen, probeer het maar. Het leuke is dat er vervolgens veel enthousiasme is ontstaan over wat we met ‘afval’ kunnen. Door dat met elkaar uit te proberen, neemt het eigenaarschap
over verduurzaming, over het proces van vernieuwing toe. Dit is een voorbeeld van waardecreatie uit afval. Vanuit vragen stellen naar bewustwording, van willen naar doen en maken waar belangstelling voor is. Klanten waarderen het en je hebt een prachtig aanknopingspunt om over ‘groener’ te praten. Zo leg je verduurzaming op tafel, maak je het tastbaar en neem je elkaar mee in mogelijkheden. Want bedenk dat wat wij doen, is zorgen dat de klant zichtbaar blijft. Daar blijven we doen en graag op een veel groenere manier.”
Missie naar toekomstige generaties „Wat we doen heeft ook invloed op werkgelegenheid in de omgeving. DVC heeft niet alleen vakmensen in huis, maar ook in deze omgeving. We hebben 40 mensen die thuis veel confectiewerk doen voor onze vlaggen en doeken. Het zijn doeners, die allemaal hun eigen ritme en motivatie hebben om het zo te willen. Ze zijn voor ons een belangrijke schakel. In de stappen naar verduurzaming willen we dat niet alleen behouden, maar graag meer betekenis geven. Bijdragen aan kennis, zodat ook zij zich kunnen blijven ontwikkelen, want dit familiebedrijf zijn we samen. Het vergroenen van de promotiebranche vraagt om moed en lef, om een eerlijke en open houding tegen elkaar. Dat is perspectief. DVC heeft een missie: betekenis hebben voor toekomstige generaties in een gezondere leefwereld in deze regio.”
dvc.nl
Onlangs heeft Ausma Vorkheftrucks 3x een Bobcat DV160S-9 verkocht. De dieselvorkheftrucks van 10 tot 25 ton uit de 9-serie vormen het hoogtepunt van ons aanbod en leveren rotsvaste prestaties in een sterk, degelijk chassis met veel verschillende veiligheidskenmerken.
Een volledige cabine garandeert optimaal zicht terwijl superieure ergonomie de bestuurder ongeëvenaard comfort biedt en voor maximale productiviteit zorgt. Twee van de heftrucks zijn nog te bewonderen bij Ausma Vorkheftrucks in Heerenveen.
Tot en met 31-12-2024 kunt u profiteren van 0% rente op een financiering van een nieuwe Bobcat uit de gehele range. Hierover kunnen wij u meer vertellen. Tevens bent bij Ausma Vorkheftrucks aan het juiste adres voor het keuren van uw heftruck of het behalen van uw heftruckcertificaat.
www.ausma-vorkheftrucks.nl 0513-468080
exclusief wonen in oldeberkoop
Hoewel de term ‘nieuwbouw’ positieve associaties oproept zoals zorgeloos, onderhoudsvriendelijk, comfortabel en energieneutraal, schiet deze term bij bouwplan ‘Prins op de Bult’ duidelijk tekort. Want met de monumentale architectuur, de prachtige bouwkundige details en hoogwaardige bouwmaterialen laat dit plan zich namelijk met
geen enkel nieuwbouwplan vergelijken. De ligging tussen de imposante bomen en het groen van een eigen park, maar te midden van de historische dorpskern van Oldeberkoop met haar vele (Rijks)monumenten, is van ongekende allure. Daarom spreken we hier dan ook liever van een nieuwgebouwd ‘monument voor de toekomst’.
“Bouwplan ‘Prins op de Bult’ is een sprekend voorbeeld van onze bevlogen voorliefde voor bouwkundig vakwerk”
6 zeer exclusieve appartementen en 1 unieke woonvilla. Meer informatie Makelaardij Hoekstra
Kijk op www.prinsopdebult.nl voor meer informatie.
058-2337382 | nieuwbouw@makelaardijhoekstra.nl
Een kleine windmolen is een ideale en duurzame investering om een stap dichter bij de onafhankelijkheid van het stroomnetwerk te komen. Met name in de agrarische sector, maar ook op bedrijventerreinen en rondom dorpen zien we steeds vaker kleine windmolens staan. Dat kan een windmolen van Hulst Wind Energy in het Groningse Oldenzijl zijn. Het bedrijf brengt twee typen windmolens op de markt: de Logic 15 en de Logic 25. „Het mooie is dat onze windmolens nagenoeg geen invloed hebben op het net, dat steeds voller raakt”, zegt vertegenwoordiger Rudi Groenendal.
Dat heeft te maken met het feit dat de windmolen van Hulst Energy Systems een relatief laag piekvermogen van 25 kilowatt heeft. „Heb je bijvoorbeeld 200 zonnepanelen op je dak liggen, dan is er sprake van een piekvermogen van 80 kilowatt, waar de hele buurt en het stroomnet last van kan hebben. Onze windmolens zijn vooral bedoeld voor eigen gebruik, vandaar dat een piekvermogen van 25 kilowatt voldoende is.
Laag windgebied
In tegenstelling tot wat we misschien denken is Nederland een laag windgebied, wat inhoudt dat de wind in ons land over het algemeen niet hard waait. Groenendal:„ Een windmolen die in de provincie Groningen staat wekt gemiddeld zo’n 60.000 kWh op, terwijl dezelfde molen bovenin Denemarken het dubbele opwekt. Provincies als Drenthe en Overijssel zijn in mindere mate geschikt voor windmolens, tenzij we de ashoogte kunnen opvoeren. Zo mag in de provincie Groningen een kleine windmolen maximaal 15 meter zijn, hoewel er stemmen in de politiek opgaan om dit te verhogen naar 20 meter. In Drenthe loopt nu een pilot met molens van 25 meter. Men dacht aanvankelijk dat dit te hoog zou zijn, maar dat valt in de praktijk wel mee.” Het beleid voor het plaatsen van kleine
windmolens is niet overal in ons land hetzelfde. „De politiek bepaalt, dat snap ik. Echter, we moeten wel verduurzamen, zelfvoorzienend worden en daarin moet nog heel veel gebeuren. Onze windmolens zijn een praktische, nette en schone oplossing voor veel agrariërs, bedrijven en dorpscorporaties.”
Stil
Waar Hulst Energy Systems de windmolens voorheen importeerde uit Denemarken, daar assembleert het bedrijf de windmolens inmiddels zelf. Dat gebeurt in Oldenzijl, waarna de windmolens naar de eindbestemming worden gebracht. „Omdat we nu alles in eigen beheer doen, kunnen we efficiënter werken.” De windmolens van Hulst Energy Systems onderscheiden zich doordat ze stil zijn, een hoog rendement hebben en hydraulisch kantelbaar zijn, wat handig is omdat de molens wettelijk één keer per jaar onderhouden moeten worden. Groenendal durft te stellen dat de windmolen van Hulst Energy Systems de stilste van het land is. „Dat heeft met de constructie en de behuizing te maken”, legt hij uit. „Onze molens draaien met een vast toerental van 44 omwentelingen per minuut. Molens met een variabel toerental produceren meer geluid, doordat je dan de
ISDE
Ter stimulering voor de aanschaf van kleine windmolens, verhoogd de RVO in 2025 de ISDE subsidie van 66 euro naar 140 euro per vierkante meter rotor oppervlakte. Dit houdt in dat kleinverbruikers voor een Logic windmolen € 21.500,- tot € 28.000,- ISDE subsidie kunnen ontvangen.
generator vrijwel continu hoort.” Hulst Energy Systems kan aan de hand van langjarige weergemiddelden, de opbrengst van een windmolen redelijk nauwkeurig voorspellen.
Ook voor de slagschaduw heeft Hulst Energy Systems een oplossing. Groenedal:„ Dat kunnen we sturen met sensoren die zijn aangebracht, waardoor eventuele overlast tot een minimum kan worden beperkt.” Hij is blij met het feit dat de provincie Groningen heeft besloten dat de molens voortaan 20 meter hoog mogen worden. „De windmolen gaat dan nog efficiënter draaien, waardoor je er in de buurt van gebouwen of bijvoorbeeld een dorp minder last van hebt.” Groenendal zou het toejuichen als windmolens voortaan ook buiten het zogenaamde bouwblok geplaatst mogen worden. „Dan biedt je initiatiefnemers, zoals dorpscorporaties, veel meer mogelijkheden.”
Naast de 25 kilowatt windmolen komt er volgend jaar een 15 kilowatt windmolen in het programma van Hulst Energy Systems. „Deze windmolen wordt momenteel in Denemarken getest. Als het officiële rapport, waarin bijvoorbeeld geluid, opbrengst en duurzaamheid is vastgelegd, kunnen ze geplaatst worden. Deze molen is erg geschikt om te plaatsen bij bedrijven die al zonnepanelen hebben, maar in de winter nog stroom tekort hebben. Zeker ook omdat de salderingsregeling in 2027 verdwijnt.”
Aannemer
Kleine windmolens kunnen interessant worden voor een nieuwe groep klanten. Groenendal:„ We zijn in gesprek met aannemers die grote projecten onder handen hebben en CO₂-neutraal moeten werken. Hiervoor hebben we een speciaal mobiel platform ontwikkeld. Door op dit platform een windmolen te plaatsen kan zo’n aannemer aan de duurzaamheidseisen voldoen, waarbij de windmolen ook nog eens verplaatsbaar is. Wij denken dat daar een markt voor is.”
Groenendal denkt dat de markt voor kleine windmolens nog behoorlijk kan groeien. „Het net raakt vol en onze windmolen heeft daar nagenoeg geen invloed op. Het is derhalve ideaal voor partijen die zelfvoorzienend en CO₂-neutraal willen worden, die ontwikkeling is niet meer te stoppen, ook omdat olie en gas steeds duurder worden. Daarnaast zal de stroomprijs ook door de netcongestie enorm stijgen. Ja, een windmolen is een investering, maar je weet ook je stroomprijs voor de komende 25 jaar.” www.hulstwindenergy.com
De energietransitie is complex en uitdagend, maar we zetten goede stappen. Tegelijk zien we dat er nog veel moet gebeuren om gestelde doelen te halen. AIMZ, opgericht in 2020, zet zich in om een essentiële bijdrage te leveren aan de versnelling van de energietransitie door technologie te ontwikkelen die het energiegebruik optimaliseert. Piet Jan Bloem, mede-oprichter van het bedrijf, legt uit hoe AIMZ werkt aan een toekomst waarin elk gebouw slim en duurzaam kan samenwerken. Met Kunstmatige Intelligentie (AI) als sleutelfactor.
De kracht van intelligentie
‘Als je echt duurzaam wilt worden, moet je kunstmatige intelligentie toevoegen. Met mijn brede technische achtergrond en ruime ervaring in het efficiënt bouwen van onder andere datacentra had ik al geruime tijd de wens om een significante bijdrage te leveren aan de energietransitie. Het was voor mij echter belangrijk om goed voorbereid te werk te gaan. Na uitgebreid marktonderzoek naar de ontwikkelingen op het gebied van verduurzaming ontdekte ik dat al deze innovaties intelligentie nodig hebben om optimaal te functioneren.’
De oprichting van AIMZ
‘In 2020 hebben we AIMZ opgericht met als doel de energietransitie te versnellen en energiezekerheid te bevorderen. We begonnen bij gebouwen en ontwikkelden een slimme tool die eenvoudig kan worden geïnstalleerd in bestaande klimaatsystemen. Deze tool verzamelt data om direct mogelijkheden te identificeren voor het verbeteren van energiegebruik en klimaatbeheersing. Dankzij kunstmatige intelligentie (AI) optimaliseert het systeem zichzelf continu. Binnen een halve dag is de tool geïnstalleerd en begint deze automatisch energie te besparen, het comfort in het gebouw te verhogen en de kosten te verlagen.’
Van gebouwen naar netwerken
AIMZ wil verder gaan dan de verduurzaming van enkelvoudige gebouwen. Het doel is om een netwerk van slimme gebouwen te creëren die met elkaar kunnen communiceren en samenwerken.
Bloem: “Onze unieke software is toepasbaar op
elk gebouw van minimaal 2500 m², met als uiteindelijke doel dat gebouwen onderling op intelligente wijze gaan samenwerken. Er wordt veel gesproken over energiehubs, lokale samenwerkingen tussen energiegebruikers enproducenten. Wij beschouwen elk gebouw als een hub die zowel energie kan opwekken als efficiënt kan benutten. Als gebouwen op grote schaal samenwerken, ontstaat een netwerk dat de verduurzaming versnelt”
‘Het is juist de combinatie van menselijke kennis en kunstmatige intelligentie die de energietransitie versnelt’
Samenwerking tussen mens en machine Een vaak gehoorde bezorgdheid over kunstmatige intelligentie is dat technologie de rol van de mens zou overnemen. Bloem begrijpt deze scepsis, maar benadrukt dat de kracht van AIMZ schuilt in de samenwerking tussen mens en machine. "Onze technologie werkt op de achtergrond en ondersteunt de gebruiker door automatisch energie te beheren, zodat de focus op andere taken blijft. Het is juist de combinatie van menselijke kennis en kunstmatige intelligentie die de energietransitie versnelt", zegt hij.
Scepsis en onzekerheid
Hoewel kunstmatige intelligentie soms als ongrijpbaar of zelfs bedreigend wordt ervaren, is Bloem ervan overtuigd dat de voordelen groot
zijn. "AI kan een belangrijke rol spelen in de verduurzaming van Nederland", legt hij uit. "Terwijl zonnepanelen en warmtepompen zichtbaar zijn, werkt AIMZ onopgemerkt op de achtergrond en is dus niet zichtbaar."
Bloem begrijpt de zorgen rondom AI. "Het is een technologie die zowel kansen als risico's met zich meebrengt. De grote uitdaging is niet de technologie zelf, maar hoe we deze toepassen. Het is de mens die bepaalt hoe AI wordt ingezet, en met dat in het achterhoofd kunnen we veel doen om de risico’s te beperken."
Toekomstvisie
De toekomst van AIMZ is ambitieus. Bloem hoopt dat binnen vijf jaar elk gebouw in Nederland gebruik maakt van slimme technologie om energie te besparen, het comfort te verbeteren en bij te dragen aan een netwerk van samenwerkende gebouwen. “Dat lijkt misschien onrealistisch, maar dat zeiden ze in de jaren negentig ook van mobiele telefonie. Ik verwacht dat artificial intelligence een steeds grotere rol gaat innemen in de energietransitie, en dat het uiteindelijk een onmisbaar element wordt. Het hoeft niet allemaal AIMZ te zijn. Wél wil ik dat wij daar een grote bijdrage aan leveren. Ik geloof écht dat dit haalbaar is—niets staat ons in de weg. Gebouwen hoeven niet aangepast te worden om intelligentie toe te voegen; de infrastructuur is al aanwezig, nu is alleen het bewustzijn nog nodig. “De energietransitie is nu, en AI is de sleutel.” www.aimz.nl
Het gaat goed met de economische ontwikkelingen in de gemeente Westerkwartier. Zo goed zelfs dat de gemeente plannen ontwikkeld om de bedrijventerreinen langs de A7 verder uit te breiden. „Er is een wachtlijst van bedrijven die zich daar willen vestigen”, legt wethouder economische zaken Richard Lamberst uit. Het tekent de toenemende populariteit van het Westerkwartier als vestigingsgemeente, centraal liggend in Noord-Nederland. Door de wethouder ook wel de economische draaischijf van Noord-Nederland genoemd.
„De gemeente Groningen zit qua beschikbare bedrijfsruimte zo goed als vol. Hier is nog voldoende ruimte, kunnen we uitbreiden, zitten we qua infrastructuur goed en dat biedt kansen”, legt Lamberst uit. In dat kader spreekt hij van een economische zone langs de A7, waarbij de kerndorpen Leek en Marum centraal staan. „Langs de A7 liggen ook natuurgebieden, dus we moeten daar wel zorgvuldig mee omgaan. Maar, dan nog blijft er voldoende ruimte over voor bedrijvigheid, waarbij we ‘verdozing’ van het landschap willen voorkomen.”
Ontsluiting
Lamberst verwacht dat over 3 à 4 jaar bedrijvenpark Leeksterveld fase 2 vol zit. Daarom worden er nu al plannen gemaakt voor een vervolg. „Op één van de twee zonneparken zit al de bestemming bedrijventerrein, het ligt voor de hand om dat gebied ook als zodanig te ontwikkelen. Wellicht dat het andere zonnepark op lange termijn ook als bedrijventerrein kan worden ontwikkeld. Wel moeten we daarbij oog hebben voor de ontsluiting. Wanneer je ergens bedrijven vestigt moet je er ook voor zorgen dat medewerkers en klanten er makkelijk kunnen komen.”
Dat speelt natuurlijk ook bij de huidige bedrijvenparken ten noorden en zuiden van de A7 bij Leek. Daar loopt het in de spits regelmatig vast en dat is reden voor de gemeente om in te zetten op het verder optimaliseren van de twee rotondes. „Dat gaat uiteraard in overleg met de provincie en Rijkswaterstaat”, geeft Lamberst aan. „Maar, dat er wat moet gebeuren is ons wel duidelijk geworden in gesprekken die we met ondernemers hebben.”
Visie bedrijventerreinen
Onlangs werd in de Raad van de gemeente Westerkwartier de visie „Ruimte voor ondernemen” vastgesteld. Daarin is onder andere vastgelegd dat de gemeente de oudere bedrijventerreinen toekomstbestendig wil maken. „Daarbij gaat het onder meer om verduurzamen
door bijvoorbeeld meer groen aan te leggen. Dat voorkomt hittestress en maakt het voor medewerkers aantrekkelijker om in de pauzes een rondje te lopen. Dat dit werkt zien we ook op de modernere terreinen.”
„Daarnaast streven we ernaar dat met name de zwaardere industrie daar komt waar het hoort, dus richting A7”, gaat Lamberst verder. „Kijk, in het verleden is Leek over de bedrijventerreinen heen gegroeid, waardoor inwoners nu te dicht bij bepaalde bedrijven wonen. Daar willen we iets aan doen, door bedrijven op een betere plek ontwikkelperspectief te bieden. Wij zijn een ondernemersvriendelijke gemeente, dus daarin past geen dwang. We beseffen daarom ook dat deze processen nog jaren gaan duren. Maar, de intentie is er, dat moet duidelijk zijn.”
Niet op slot
Naast de grotere bedrijventerreinen beschikt de gemeente Westerkwartier over talloze kleinere terreinen waar bedrijven actief zijn, wat heet. „De gemeente Westerkwartier bestaat uit 41 dorpen, waarvan 12 dorpen in totaal 22 bedrijventerreinen tellen. Er wordt wel eens gezegd, onterecht vind ik, dat we de ontwikkeling van bedrijventerreinen op slot zetten. Dat doen we niet. Wel inventariseren we wat de vraag is, waar ruimte is en waar bedrijven vandaan komen. En is er vraag naar uitbreiding, dan willen we meedenken. Dat is namelijk niet alleen goed voor de ondernemers, maar ook voor de leefbaarheid in de dorpen. Maar, de behoefte moet er zijn en het moet kunnen.”
Lamberst noemt het aantrekkelijk voor bedrijven wanneer er een goed ondernemersklimaat in de gemeente heerst. „De deur staat bij mij altijd open en het is ja, mits en niet nee, tenzij. We vinden het belangrijk dat ondernemers het hier naar hun zin hebben en er trots op zijn om vanuit het Westerkwartier te opereren.”
Samen optrekken Om feeling te houden met ondernemend
Westerkwartier bezoekt en spreekt de wethouder veel ondernemers. „Dat vinden we belangrijk, want we willen weten wat er speelt. Zo horen we regelmatig dat de arbeidsmarkt krap is, maar horen we ook de specifieke problemen waar ondernemers tegenaan lopen. Waar mogelijk proberen we mee te denken. Zo willen we samen optrekken om in het Westerkwartier een goed ondernemersklimaat te realiseren.”
En ja, in dat kader wordt er ook al voorzichtig nagedacht over de komst van de Lelylijn, waarvoor de A7 zone in beeld is. „De Lelylijn biedt kansen voor onze regio, dat is duidelijk. Maar, zonder station is dat ondenkbaar, dus daar gaan we voor.” Tenslotte zou het de wethouder een deugd zijn wanneer de provincie Groningen haar belofte van snel internet voor iedereen, ook in de buitengebieden, gestand gaat doen. „Boter bij de visch, zou ik zeggen. Het is een belofte uit 2016 en de inwoners en ondernemers, met name in de buitengebieden, zitten er op te wachten.”
www.westerkwartier.nl
De Makelaarontzorger uit Assen groeit snel en gestructureerd, dankzij moderne apparatuur, goed geschoolde medewerkers en samenwerkingsverbanden met andere bedrijven. Ook op het gebied van duurzaamheid en de energietransitie bereikt het mooie resultaten. De Makelaarontzorger: Efficiënt samenwerken is duurzaam groeien.
Miranda Drenth legt uit: „Wij zijn een voorstander van samenwerken. Zo zijn wij onlangs een partnerschap aangegaan met een isolatiebedrijf, die isoleert wanden, vloeren en daken van woningen. Nadat onze 3D laserscanner haar werk heeft gedaan, maken we er extreem nauwkeurige plattegronden en meetrapporten van. De vierkante meters en kubieke meters zijn immers al uitgerekend en kunnen nu ook worden gebruikt om een offerte te maken voor vloer- en gevelisolatie. Betere isolatie levert een betere energielabel op. Dus een hogere verkoopprijs voor de verkopers, dan wel een hogere hypotheek voor de kopers, als ze gaan verduurzamen.
Het bedrijf levert kwaliteit op het gebied van woningfotografie, hoogtefotografie, dronefoto’s en -video’s, 3D virtuele tours, 3D laserscans, plattegronden, meetrapporten, artist impressions, energielabels, woningvideo’s, woningteksten en woningwebsites.
„Tevens gaat De Makelaarontzorger binnenkort een partnerschap aan met een schoonmaak-, meubelopslag- en verhuisbedrijf aan. We willen verkopers van woningen ook ontzorgen”. Het klantenbestand van de Makelaarontzorger groeit ook buiten de makelaardij, omdat het bedrijf in te schakelen is voor vele doeleinden. Naast makelaars, hebben ook projectontwikkelaars, woningbouwcorporaties en bouwbedrijven interesse getoond om samen te werken of zich te laten ontzorgen. Dat heeft met name te maken met de allernieuwste investering, de Leica 3Dlaserscanner.
Multi inzetbaar voor verduurzaming, 3D-modellen en renovatie
De data van de 3D laserscanner wordt ook gebruikt om te kunnen zien waar verduurzaamd en gerenoveerd kan worden. Omdat de data extreem accuraat is, kunnen leidingen, buizen, installaties, deuren, goten en dergelijke al prefab op maat gemaakt worden, waarna ze vervolgens op de juiste plek geplaatst kunnen worden. Renovatiewoonwijken kunnen op deze manier snel en nauwkeurig worden ingescand en gedocumenteerd. Dat levert enorme tijds- en kostenbesparingen op voor bouwbedrijven, woningbouwcoöperaties en klanten. Dezelfde data kan ook worden omgezet naar een 3D-model. „Stel dat een klant nieuwe machines in zijn fabriek wil hebben staan, maar niet weet of alles past. Onze experts maken dan een levensechte virtuele inrichting naar wens van de klant.”
„Ook in aardbevingsgebieden kunnen we met de 3D laserscanner uiterst nauwkeurig een nulmeting doen van een gebouw zodat zelfs kleine aardbevingsschade na een beving goed te zien is. De Matterport Pro3 kan vervolgens ingezet worden om een virtuele tour te maken. Deze link sturen we door naar de klant.”
Door middel van een ‘mattertag’ kan de klant op elke plek van de wereld opmerkingen plaatsen, rapportages, en documentatie toevoegen bij elke schuur of beschadiging. De link kan vervolgens weer gedeeld worden met de reparateur, stukadoor, loodgieter, etcetera. Dat is een uiterst efficiënte manier van samenwerken, waarbij iedereen veel tijd en kosten bespaart.
Drenth: „Mijn HTS-Bouwkunde, jarenlange bouwervaring in het veld zelf en als calculator bij grote bouwbedrijven, komt goed van pas. Het is een perfecte combinatie met De Makelaarontzorger.”
Korte lijnen en gemotiveerd team Drenth krijgt ook aanvragen uit andere delen van het land dan het Noorden, omdat ze zo goed en accuraat werkt, in vergelijking met grotere iets meer bureaucratisch ingestelde concurrenten. „Het is dus alle hens aan dek, maar ik heb een goed, hecht en betrouwbaar team om me heen. In ons portaal uploaden de Ontzorgers hun opdrachten. Alle acties worden gebundeld en gecheckt.” Miranda mailt alle input als één pakket naar de opdrachtgever. „Ons voordeel is bovendien dat wij korte lijnen hebben en over een gemotiveerd en toegewijd team beschikken.” „Door de groei zijn we op zoek naar stagiaires, studenten bouwkunde, fotografen en een dronepiloot. Iedereen die zich aansluit bij De Makelaarontzorger krijgt ook de benodigde cursussen en opleidingen, dus dat is mooi meegenomen.”
Vernieuwend en afwisselend
In 2007 rondde ze de fotovakschool in Apeldoorn af en ging ze verder als professioneel fotograaf. Omdat ze houdt van afwisseling en doorgroeien werd ze in 2016 de allereerste vrouwelijke dronefotograaf van Nederland. In 2023 startte ze haar bedrijf Makelaarontzorger, waarin ze samenwerkt met freelancers, die in opdracht van haar aan de slag gaan voor de makelaars en andere bedrijven.
Op dit moment is het werkgebied van De Makelaarontzorger Drenthe, Groningen tot net over de grens met Friesland. Dat gebied is goed te ontzorgen vanuit het kantoor in Assen, in combinatie met de freelance medewerkers die her en der verspreid wonen en inzetbaar zijn. „Als er eventjes niemand beschikbaar is, stap ik zelf in de auto om de klus te doen”, zegt ze. Op de website van het bedrijf worden alle mogelijkheden overzichtelijk gepresenteerd. demakelaarontzorger.nl
De Smidse in Sneek levert, installeert en onderhoudt kachels, haarden, schouwen, en rookkanalen. Vakmensen, kennis, kwaliteit en persoonlijk advies op één adres. Een kachelspeciaalzaak met een showroom waar je vrolijk wordt en leert wat mogelijk is.
De Smidse is een zaak van vakmensen en van liefhebbers. Ze bestaat al bijna 40 jaar en is gevestigd aan de Schoenmakerstraat in Sneek met een mooie showroom. Cor van Wieren en Thijs Jellema staan garant voor kwaliteit, samen met een deskundig team van vertrouwde vakmensen. „Persoonlijk advies, service en onderhoud worden steeds belangrijker. Wat de wensen ook zijn, wat we ook adviseren, we komen altijd thuis kijken wat de situatie is. Ieder huis, iedere thuissituatie is anders. Wat wil iemand en past dat ook? Gaat die wens over een houtkachel, of over anders verwarmen, bijvoorbeeld door de koppeling te maken met een warmtepomp of de koppeling aan je CV?”
„Wat is het beste in jouw situatie, heb je een nieuw, bestaand of monumentaal huis, wat is je huidige energieverbruik, hoe wil je en kun je jouw huis verwarmen, wat is het rendement, comfort en energieverbruik? We hebben ons als kachelspeciaalzaak in de loop van de jaren gespecialiseerd in duurzaam verwarmen en kunnen een totaaloplossing bieden. Vanuit onze kennis en de kwaliteitsmerken die we vertegenwoordigen kunnen we gericht adviseren. Advies is maatwerk en begint in de showroom, daarna kijk je samen wat het bij iemand thuis betekent. Wat we adviseren, leveren en installeren doen we altijd zelf met onze eigen mensen. En omdat we geloven in wat we doen, willen we de kachel en de installatie ook graag planmatig, voor onze klanten die hun kachel bij ons hebben gekocht, blijven onderhouden. Ook dat doen we met onze eigen vakbekwame mensen. Op die manier weten wat dat het goed zit en houden we aantoonbare controle op kwaliteit en veiligheid.”
Plezier beleven
Cor van Wieren en Thijs Jellema zijn als vakmannen trots op wat ze voor hun klanten
mogen betekenen. Ontzorgen door maatwerk en kwaliteit te leveren. Met zorg en aandacht vanuit kennis over veiligheid, wettelijke normen en optimaal verbruik en comfort. „We zijn trots op wat we doen en daar verbinden we graag onze naam De Smidse aan. Daarom is het voor ons zo belangrijk om alles in eigen hand hebben. We besteden geen werk uit. We staan voor wie we zijn en wat we doen. Onze klanten kunnen rekenen op onze zorg en aandacht. We weten van iedere klant wat we wanneer hebben geleverd, wat de status is van het product en de installatie en we laten weten wanneer we op welke termijn langs komen voor planmatig onderhoud. Daarmee kunnen we veiligheid aan het product en de installatie waarborgen. Zo zorgen we ervoor dat de klant optimaal van de kachel of haard kan profiteren en zo efficient mogelijk kan stoken en gelijkmatig leert verwarmen. Zoveel mogelijk plezier beleven aan sfeer en warmte.”
Zelf doen of ontzorgd worden
Daar ligt toch ook een rol voor de klant? „Ja, natuurlijk, en dat is ook waarom je die relatie met je klanten wilt. Leren wat een klant wenst, kijken of dat toepasbaar is, zorgen voor correcte levering en installatie. Wij zorgen voor de levering en installatie van een goed, veilig product en daarna leren we je er ook mee om te gaan. Welk hout kies je, hoe stook je, hoe zit het met de noodzaak van voldoende temperatuur, hoe kun je meer rendement halen uit je nieuwe kachel of haard?
Het mooie is dat dat eigenlijk al direct in de showroom begint. Want het is wat de klant wil en zoekt: in welke mate wil hij ontzorgt worden met de aanschaf en gebruik van een haard? Wil hij zelf stoken of wil je dat je kachel voor jou de temperatuur en luchttoevoer registreert en regelt? Jouw een seintje geeft als er hout in moet? Het kan allemaal. En vanuit de wensen en keuzes die dan op tafel liggen, weet je hoe je verder kunt.
Daarbij hoort hoe je veilig en verantwoord kunt blijven stoken. Daar wordt heel veel over gesproken. Wij hebben er alle vertrouwen dat je kunt blijven stoken, zeker met de juiste stookmethode en een moderne kachel van De Smidse.”
De kracht van technologie
„We merken ook dat mensen het fijn vinden om binnen hun wensen te leren wat er mogelijk is, hoe ze iets het beste kunnen doen. Als je 5,6 jaar geleden over verantwoorde stookmethoden begon, keken de meeste mensen je raar aan. Nu is wat met verantwoord stoken te maken heeft, voor de liefhebber van sfeer gewoon geworden.
Mensen zijn bereid zich te verdiepen, ze hebben veel meer kennis gekregen en zijn nieuwsgierig naar de mogelijkheden. En wat daar natuurlijk in hoge mate aan bijdraagt, is dat iedere kachel die je bij De Smidse koopt, een veel efficiëntere, schoner verbrandende kachel is dan welke kachel van 10, 20 jaar geleden dan ook. De technieken en de gebruikte technologie zijn zo sterk verbeterd, dat kun je je nauwelijks voorstellen. Daar kijken wij als liefhebbers en vakmensen voortdurend naar: welke stappen in verbetering van verwarming, sfeer, efficiency, uitstoot en comfort worden er gezet?”
Showroom vol sfeer
De showroom van De Smidse aan de Schoenmakerstraat is de belichaming van die vooruitgang. Techniek vertaald in een behaaglijke sfeer, de beleving die je verwacht bij professionals in kachels en haarden. Er wordt gestookt, want Thijs Jellema en Cor van Wieren laten graag zien wat hun kachels en haarden kunnen. Want hoezeer technologie bijdraagt aan effectief verwarmen met hout, pellets gas, stroom of bioethanol, het begint allemaal met het gevoel en het enthousiasme voor vuur en kachel. “Op naar de showroom en laat u overtuigen dat we nog lang kunnen genieten van een verantwoord vuur!
Want er gaat niets boven het ervaren van de unieke sfeer van een goede kachel.”
www.desmidse.nl
Van administratie en controle tot inspiratie en dromen. Waarde toevoegen als accountants- en advieskantoor kan alleen als je zelf toekomstbestendig bent. Theo Vrieswijk van Bentacera vertelt over de impact van verandering op ondernemen en bewuster sturen.
„Met wat te doen en hoe we dat doen, willen we onderscheidend, inspirerend en van groeiende betekenis zijn in het noorden”, stelt Theo Vrieswijk, partner bij Bentacera en strategisch gesprekspartner voor toekomstbestendig ondernemen. Met bijna 400 medewerkers en zeven kantoren is Bentacera hét accountants- en advieskantoor van het noorden. Net als andere bedrijven is ze zich bewust van de vele veranderingen in de wereld. Niet voor niets is Bentacera partner in Zero CO2, platform voor duurzaam ondernemen.
Ontwikkeling naar verandering
Wat is het verschil tussen wat jullie deden en straks gaan doen? Theo Vrieswijk: „In de kern draait het voor ondernemers en ondernemingen steeds meer om ‘duurzaam’. Kijk naar de Green Deal van de Europese Unie, naar eisen voor klimaatrapportages voor grote bedrijven. Denk aan de SDG’s, de zeventien duurzame doelen die de Verenigde Naties hanteert als internationaal, uniform model in het streven om de wereld gezonder, leefbaarder en duurzamer te maken. Het geeft richting aan waar de wereld naar toe gaat. In dat handelen geeft Bentacera de voorkeur aan ‘toekomstbestendig’ ondernemen boven ‘duurzaam’.
Om van binnen naar buiten te gaan: wat betekent het voor Bentacera zelf? Theo Vrieswijk: „Ook Bentacera ontwikkelt zich, net als iedere andere onderneming. In de kern zijn en blijven we een accountants- en advieskantoor, die naast advisering, de administraties verzorgt en op orde brengt, controles uitvoert en jaarrekeningen opmaakt. Natuurlijk blijven we kijken naar wat wet- en regelgeving betekent voor de ondernemer en voor zijn onderneming, of dat nu op klimaatgebied is of op fiscaal gebied. Maar door de versnelling van technologische kennis en mogelijkheden komt er steeds meer ruimte bij onze mensen om ondernemers strategisch en toekomstgericht te adviseren en te begeleiden bij langetermijndoelen.”
Toekomstbestendig ondernemen Wat betekent dat voor jullie klanten? „We zien dat er tot nu vooral heel erg gedacht en gestuurd wordt op de klimaat- en milieukant van ‘duurzaam ondernemen’. Voor Bentacera is het de uitdaging om ‘duurzaam’ in bredere context onder de aandacht te brengen, niet alleen in onze organisatie, maar ook bij onze klanten. Dat doen we naar onze klanten door ze niet alleen – zoals we gewend zijn – te adviseren in wat er nu of straks van ze verwacht wordt op het gebied van wet- en regelgeving. Bentacera wil daarin verder gaan. Vooruitstrevender zijn, een progressieve visie hebben op ondernemerschap. Dat zit inhoudelijk in het advies dat we geven, maar ook in onze opstelling: we willen duurzame verandering en groei stimuleren. Sturen op toekomstbestendig ondernemen.”
„Dat kan bijvoorbeeld al door uitdagingen van nieuwe wet- en regelgeving te zien als kansen.
Hoe kun je iets dat je als verplichting op je af ziet komen, omzetten in een kans? Ga je, wellicht met tegenzin, aan een milieurapportage beginnen of voeg je samen met ons daar je eigen verhaal aan toe? Bentacera wil meedenken in het uitdiepen van jouw verhaal als ondernemer of onderneming. Door dat in de context van maatschappelijke ontwikkeling te doen, laat je zien waar je voor wilt staan met je bedrijf. In economisch, maar ook in sociaal opzicht, naar misschien wel nieuwe medewerkers en naar je omgeving. Het helpt je bedrijf naar buiten zichtbaar te maken, ook als aantrekkelijke werkgever en een bedrijf waar de omgeving trots op kan zijn. We willen als strategisch partner met ondernemers bouwen aan hun duurzame positie.”
Focus op het toevoegen van waarde Is dat niet erg ver weg van de dagelijkse drukte van ondernemers? „Misschien lijkt dat op het eerste gezicht zo. Maar veranderingen gaan snel, nog los van complexe factoren als de arbeidsmarkt. Veel van ons herkennen ook dat je soms even wegdroomt, een beeld hebt van later, van heel anders. Een stip op de horizon. Dat dromen is juist mooi, wij doen dat ook. Om dat samen met ondernemers te doen is juist heel inspirerend. Sparren over het onbekende, over wat je denkt dat zou kunnen. Ieder vanuit zijn eigen rol, kennis en gedrevenheid. Met elkaar dromen leren definiëren en een visie maken die leidt tot actie en strategische planning. Als je daarop leert focussen, word je sterker als ondernemer en daarmee versterk je je bedrijf.”
„Neem de ondernemer die denkt aan het moment over zeven jaar als hij zijn bedrijf wil verkopen en wat hij daarna zelf wil gaan doen. Het grote genieten. Hoe bereik je dat, wat moet er in de
komende jaren nog gebeuren. Is daar alles in de onderneming al op ingericht, administratief, financieel, in de zin van mogelijke opvolging of zeggenschap? Heb je je risico’s geminimaliseerd? Wat betekent dat proces voor je onderneming en wat betekent het voor jou als ondernemer?”
Waarde toevoegen aan je omgeving Theo Vrieswijk: „Als accountants en adviseurs krijgen we steeds meer ruimte om zowel strategisch als concreet inhoudelijk te sparren met ondernemers. Bentacera wil betekenisvol zijn, voor haar eigen mensen, voor haar klanten en haar omgeving. Daarmee voegen we samen waarde toe aan het noorden, ons woon-, werk- en leefgebied. Het vereist soms moed en lef om toekomstbestendige keuzes te maken. Soms een stapje achteruit of een andere kant op om uiteindelijk weer voorwaarts te gaan. Bentacera wil vooruitstrevend zijn, vernieuwen. Meer doen dan van ons verwacht wordt. Daarom blijven we investeren in mensen, kennis en perspectief, in onderwijs en ontwikkeling. Want alleen als we bewust adviseren en met elkaar kiezen voor een toekomstbestendige regio, kunnen we ook voor volgende generaties waarde toevoegen.”
Moet - of wil - je binnenkort voldoen aan bepaalde wetgeving op het gebied van duurzaamheid en/of wil je stappen zetten naar toekomstbestendig ondernemen? Neem dan contact op. Bentacera helpt je graag verder.
Kijk voor meer info op www.bentacera.nl/expertise/toekomstbestendigondernemen
Energietransitie is overal en leeft ook lokaal in wijk of dorp. Steeds meer initiatieven zetten zich met enthousiasme in om hun eigen omgeving duurzamer en leefbaarder te maken. Hoe kun je zo goed mogelijk het initiatief dat aan de slag wil met verduurzaming versterken? Richt, Klaas en Marjan laten je graag kennismaken met Foar Elkoar; Samenwerken aan een duurzaam Fryslân.
Samen de energietransitie lokaal vorm en inhoud geven. Met elkaar, voor elkaar. Dat is het doel van Foar Elkoar, een samenwerking van Energieteam Fryslân, de Friese Milieu Federatie en het Provinciaal Energietransitie Bureau (PEB). „Samen zorgen we voor procesbegeleiding, kennisontwikkeling, materialen en geld. We begeleiden deze initiatieven zó dat het sterke succesvolle initiatieven worden, die de verbinding zijn tussen bewoners, overheid en bedrijven. Zij dragen bij aan participatie en realisatie ”, legt Marjan Faber uit.
Terug naar waar energietransitie in Fryslân begint: lokaal, in het dorp of in de wijk of juist vanuit een visie bij gemeenten. Bij initiatieven begint het vaak met enthousiasme en gedrevenheid, maar vaak is het ook een zoektocht. „Het start met een idee of een droom van een paar mensen die elkaar vinden op een onderwerp als besparen of duurzame opwek, maar hoe dit idee te realiseren en te starten is dan een volgende.” vertelt Marjan Faber, bestuurslid Energieteam Fryslân.
„En gemeenten hebben veel te organiseren rondom de energietransitie en niet altijd genoeg menskracht om alle initiatieven in het proces te begeleiden. Wij pakken de begeleiding dan op en helpen met het werkelijk in actie komen. Uiteindelijk dragen alle besparings- en isolatieacties bij om straks bijvoorbeeld warmtenetten goed samen te kunnen realiseren.” “Verbinden, versterken, organisatiekracht ontwikkelen, begeleiden en waar mogelijk bestendigen dat is wat we doen als Energieteam Fryslân” vult Klaas Bijlsma, procesbegeleider regio Noord aan.
Realiseer je droom Energieteam Fryslân heeft al veel lokale initiatieven begeleid. Initiatieven zijn de motor van de lokale beweging, maar om in beweging te komen en te blijven hebben ze wel brandstof en begeleiding nodig. Richt Fokkens, procesbegeleider Zuid Fryslân legt uit “Ze willen professionaliseren, maar opleidingen tot energiecoach en adviseur zijn niet gratis. Ze willen wel met tochtstrips en ledlampen op pad, maar die moeten ingekocht worden en als ze als initiatief verder willen professionaliseren is een
rechtsvorm fijn, maar een stichting of coöperatie oprichten moet gedaan worden bij een notaris. Kortom geld helpt het mogelijk maken. Vanuit die ervaring schreven Richt en Marjan eind 2023 een plan namens FMF, PEB en Energieteam Fryslân en dienden dit in bij de landelijke Energie Bespaarcoalitie. Een plan om initiatieven te ondersteunen met ontwikkeling, activiteiten, middelen en promotie.
“Wij vinden samenwerking belangrijk, dat stimuleren we bij initiatieven; zoek anderen die met je willen samenwerken, doe dat waar je goed in bent en zoek een ander erbij die iets anders kan.” vertelt Marjan. “Dat doen we zelf ook, er was al een sterke samenwerking tussen Energieteam Fryslân en PEB en FMF past daar helemaal bij.” De FMF vindt het belangrijk dat initiatieven zich inzetten voor een mooi en duurzaam Fryslân, Stichting PEB zet zich in om deskundigheid te ontwikkelen, dus goed opgeleide energiecoach, adviseurs en waterzijdig inregelaars en Energieteam Fryslân helpt initiatieven in het goed op de rit krijgen van het initiatief.
Maatschappelijk kapitaal: Anderen helpen maakt gelukkig
De subsidie van € 750.000 werd toegekend vanuit het ministerie van Binnenlandse Zaken om lokale initiatieven in Friesland te versterken. Inmiddels zijn 28 initiatieven actief en zijn er 90 vrijwilligers opgeleid tot energiecoach, energieadviseur en waterzijdig inregelaar. „Vrijwilligers vinden het fijn om zich te ontwikkelen en om daarna anderen te helpen, dat maakt uiteindelijk heel gelukkig," zegt Richt Fokkens, procesbegeleider en energiecoördinator Zuid. "Voor elk bezocht huishouden krijgt het initiatief een vergoeding. De vergoeding stimuleert initiatieven en vrijwilligers om aan de slag te gaan, en vaak gebruiken ze de vergoeding om nieuwe duurzame projecten op te zetten. Zo ontstaat er een circulaire geldstroom."
Van de vraag 'hoe en waar beginnen we?' tot het inzichtelijk maken van het proces van organisatie en communicatie met bewoners. "We kijken wat ze nodig hebben aan begeleiding, kennis of middelen om actie te ondernemen en verder te groeien," vertelt Richt. De kracht zit hem in het lokale initiatief, mensen moeten zelf willen
starten. Wij zijn er om ze daarna te ondersteunen.”
Een voorbeeld is Waarm Tsjerkwert, waar vrijwilligers in actie zijn als energiecoach, energieadviseur en waterzijdig inregelaars. De energiecoaches helpen bewoners met energiebesparende maatregelen, de energieadviseurs geven advies over het verduurzamen van woningen, en de waterzijdig inregelaars zorgen ervoor dat CV-installaties optimaal functioneren om energie te besparen. Ondertussen werken ze aan aquatermie. Hier zie je dat korte termijn toewerkt naar de plannen voor de lange termijn.
Een ander voorbeeld: De energietafel van Ingwierrum schreef een visie “Energieneutraal in 2035” en het bleef niet bij het schrijven. Ze startten met een fixactie, belden bij alle 240 huizen aan, hielpen 80 huishoudens met kleine besparende maatregelen, organiseerden een isolatieactie met bewonersavonden. De gemeente ondersteunde het initiatief met energieadviezen en subsidiebegeleiding. Intussen zijn er al 90 isolerende maatregelen, zoals dak-, spouwmuuren vloerisolatie uitgevoerd en warmtepompen geïnstalleerd door lokale bedrijven. Hier zie je dat zo’n initiatief de verbinding is tussen overheid, bewoner en bedrijf.
Foar elkoar; winstgevend investeren Zoals initiatieven het “foar elkoar” doen, zo doen wij het ook. Bij Foar-Elkoar.frl komen verschillende partijen samen, leren we van elkaar en delen we onze kennis. Dit maakt het mogelijk voor ieder initiatief om concreet aan de slag te gaan met energiebesparing. Foar Elkoar ondersteunt op diverse manieren: van praktische hulp bij isolatie en besparing, procesbegeleiding, kennis, communicatie en opleidingen. Zoals Marjan Faber het zegt: „De energietransitie doen we met en voor elkaar. Investeer in maatschappelijk kapitaal, want de echte winst zit in het samen Foar Elkoar bezig zijn. Door samen te werken bouwen we aan een betere en duurzamere toekomst in jouw dorp of wijk. Dat is Foar-elkoar.frl”. foar-elkoar.frl
„Het is een algemeen beeld dat het wat minder gaat met de economie, dat leidt onder andere tot meer faillissementen”. Dat zegt Hennie van Braak van Van Braak Accountants. De accountant, met 10 vestigingen in Nederland, krijgt veel vragen van ondernemers hoe ze moeten anticiperen op de huidige situatie. „Dat is per bedrijf anders, zeker omdat het niet in alle branches goed of juist slecht gaat.”
Volgens Van Braak zien veel ondernemers hun bedrijf nog als hobby. „Dat is op zich niet erg, maar er zal toch ook winst gemaakt moeten worden. Zeker in tijden dat het wat minder gaat, blijkt eens te meer dat de structuur van je bedrijf goed in elkaar moet zitten. Zorg daarom altijd dat je een rijke ‘moeder’ hebt, waar de dochter BV’s wel wat minder vet op de ribben mogen hebben.”
Stijgende kosten
Van Braak denkt dat veel ondernemers moeite hebben de almaar stijgende kosten op te vangen. „Energie, huur, personeelskosten, allemaal lasten die blijven stijgen. Voeg daarbij de nog altijd toenemende regeldruk, waar met name het MKB last van heeft en het tekort aan vakkrachten en je begrijpt dat diverse ondernemers moeite hebben om overeind te blijven.” Ook denkt hij dat sommige ondernemers te hoge privébedragen uit hun bedrijf halen. „De meeste ondernemers boeken iedere maand een vast bedrag vanuit hun bedrijf naar privé over, maar als allerlei lasten stijgen moet je wel oog houden voor het feit of die privé onttrekkingen nog wel kunnen. Wij adviseren meestal om de zakelijke rekening zo weinig mogelijk te gebruiken voor privé aangelegenheden.”
Naast alle macro economische tegenwind blijkt in de praktijk ook dat het voor bedrijven steeds moeilijker wordt om een lening af te sluiten bij een reguliere bank. Van Braak:„ Dat klopt, steeds vaker komt een bedrijfslening buiten de bank om tot stand. Denk aan crowdfunding, particuliere
leningen of financieringsmaatschappijen die geen bankinstelling zijn. Deze ontwikkeling verbaast me wel. Banken zijn van oudsher toch opgericht om het bedrijfsleven bij te staan, maar blijkbaar verdienen ze te weinig aan een financiering en kiezen ze liever voor andere verdienmodellen. Ik vind dat een verkeerde ontwikkeling, maar gelukkig remt dat het bedrijfsleven niet. Zij zoeken en vinden andere wegen om hun financieringsbehoefte in te vullen.”
‘We zien nu al dat ZZP’ers gaan samenwerken en zich verenigen in een VOF of een BV.” Het is afwachten hoe zich dat verder gaat ontwikkelen’
ZZP en wet- en regelgeving Ook de ZZP’er, waarvan er zo’n 1,6 miljoen zijn in Nederland, ondervindt economische tegenwind. Niet zozeer vanwege een haperende economie, maar veel meer door de veranderende wet- en regelgeving die er op 1 januari a.s. aan zit te komen. De regels worden strenger en de Belastingdienst zal er beter op toezien of een ZZP’er inderdaad een ZZP’er is of min of meer in verkapte loondienst is. Zeker bedrijven zijn huiverig voor eventuele gevolgen en zeggen hun contracten met ZZP’ers op. Ook nemen bedrijven ZZP’ers in dienst. Volgens Van Braak zullen er echter veel ZZP’ers op de oude voet doorgaan. „Ze zijn creatief genoeg om te kunnen voldoen aan de
nieuwe wet- en regelgeving. De meeste ZZP’ers willen ZZP’er blijven, niet alleen vanwege de vrijheid, maar ook vanwege het feit dat ze als ZZP’er meer verdienen dan in loondienst. We zien nu al dat ZZP’ers gaan samenwerken en zich verenigen in een VOF of een BV.” Het is afwachten hoe zich dat verder gaat ontwikkelen.
BOR
Vooralsnog adviseert Van Braak de ondernemer om nog het nodige te gaan regelen voordat 2025 aanbreekt. „Denk bijvoorbeeld aan schenkingen. Voor de Bedrijfs Opvolgingsregeling geldt dat deze wordt aangepast vanaf 2025 en nog steeds erg interessant is. De moeite van het overwegen waard. Ook kun je schenken aan kinderen, zonder dat je daadwerkelijk een bedrag uitbetaald. Tot en met een schenking van 150.000 euro betaal je 10 procent belasting. Keer je niet uit, maar neem je als ouder de schuld op je, dan betaal je jaarlijks 6 procent, waarbij de hoofdsom opeisbaar is als vader en moeder zijn overleden. Verder zou je de premie AOV voor het jaar 2025 nog dit jaar kunnen betalen, in plaats van volgend jaar. En kijk tenslotte naar je (levens)testament, of alles nog klopt. Wij komen nog te vaak tegen dat een klant er te laat achter komt dat er zaken in staan, die niet meer actueel zijn, met gevolgen die hij of zij niet wenste.”
www.vanbraakaccountants.nl
‘De
Toeval bestaat niet. Maar als je naar het verhaal van Piet Wierenga luistert, zou je bijna denken van wel. Het ontstaan van zijn bedrijf No Limit Ships is daar het bewijs van. De Groninger scheepswerf bouwt zeewaardige motorjachten die de klant snel, veilig en comfortabel naar elke plek op de wereld kunnen brengen. Zowel bedrijven als particulieren kopen de stoere motorjachten, voor verschillende doeleinden. En dan te bedenken dat No Limit Ships vanuit een hobby ontstond.
Het begon allemaal in 1996. Piet Wierenga, destijds werkzaam als aannemer, was bevriend met jachtontwerper Evert Stel. De twee gingen op vaartrip naar De Waddeneilanden, waar slecht weer hen noopte om aan te meren op Vlieland. Turend over de Waddenzee zagen ze in de verte ineens een reddingsboot van de KNRM opdoemen uit de onstuimige golven.
Piet en Evert keken elkaar aan en wisten dat een gezamenlijke droom was geboren: het ontwikkelen van een extreem zeewaardig schip. „Het moest zo duurzaam, betrouwbaar en veilig worden, dat het onder alle omstandigheden comfortabel uit zou kunnen varen”, legt Piet uit. „Hoe dan ook, waar dan ook en wanneer dan ook.”
Ideale motorjacht
Na enkele dagen meevaren met de KNRM begon een periode van tekenen, rekenen en testen. Het doel? Een V-bodem over de hele romplengte én genoeg vermogen om de snelheid erin te brengen. Het kostte bloed, zweet en tranen om die combinatie mogelijk te maken op een stalen jacht. Drie jaren van trial & error gingen vooraf aan de doop van hun demomodel Meander. Maar eenmaal te water gelaten, meldde een nieuwe eigenaar zich razendsnel.
„De GasUnie wilde een pilot met het demomodel draaien als wachtschip op de Eems”, legt Piet uit. „Nadat Rijkswaterstaat tevreden vaststelde dat het ‘de boot was, die bij slecht weer het laatst naar binnen ging’, voeren onze No Limits in de beroepsmarkt al snel de wereld over. Van Abu Dhabi tot Siberië leverden we schepen af aan baggermaatschappijen, surveybedrijven en overheden.”
Toeval bestaat niet. Maar als je naar het verhaal van Piet Wierenga luistert, zou je bijna denken van wel. Het ontstaan van zijn bedrijf No Limit Ships is daar het bewijs van. De Groninger scheepswerf bouwt zeewaardige motorjachten die de klant snel, veilig en comfortabel naar elke plek op de wereld kunnen brengen. Zowel bedrijven als particulieren kopen de stoere motorjachten, voor verschillende doeleinden. En dan te bedenken dat No Limit Ships vanuit een hobby ontstond.
Het waren ervaringen waardoor de werf haar demomodel succesvol kon doorontwikkelen. „Om ons volledig te kunnen richten op ons oorspronkelijke doel: dromen waarmaken van avonturiers onder de pleziervaarders”, aldus Piet. „En dat is nu precies wat we doen met de verschillende No Limit-modellen. Die varen de wereld over en bezorgen onze klanten prachtige reizen, onvergetelijke momenten en dierbare herinneringen.”
BS-modellen
Anno 2024 bouwt de werf óók de BS, oftewel de Blauwe Stad. Deze lijn bestaat uit twee luxe toerslepers voor de particuliere markt. „Ideale
schepen voor heerlijke dag-, weekend- of weektochten”, benadrukt Piet. „De Blauwe Stadmodellen hebben het CE-C keurmerk en zijn daarom zeker ook geschikt voor kustwateren. Ze hebben alleen handzamere afmetingen, lagere doorvaarthoogten en geringere diepgangen dan de No Limits.”
Hoewel de No Limit- en BS-modellen dus van elkaar verschillen, hebben ze één duidelijke gemene deler: kwaliteit. „Vakmanschap staat bij ons voorop”, legt Piet uit. „Dat zeggen we niet zomaar. Het blijkt telkens weer uit de reacties die we van onze klanten krijgen. Ze zijn zonder uitzondering super tevreden over de prestaties, uitstraling en afwerking van onze motorjachten. ‘Er is eigenlijk niets vergelijkbaars te koop’, krijgen we vaak te horen. Als je van glitter en glamour houdt, moet je niet bij ons zijn. Zoek je echte kwaliteit en degelijkheid? Dan ben je bij No Limit Ships aan het juiste adres.”
Zonnige toekomst Piet kijkt vol optimisme naar de toekomst. „De markt voor stoere en fraai afgewerkte motorjachten groeit. Kwaliteit en vakmanschap staan daarbij voorop.” En ook met de opvolging zit het goed. Zoons Peter en Bart zijn beiden werkzaam bij No Limit Ships. „Ja, ik denk dat ze op termijn de werf wel willen overnemen”, besluit Piet met een glimlach.
No Limit Shipyards is gevestigd aan de Stockholmstraat in Groningen, op één van de landtongen waarvoor de gemeente aanvankelijk andere plannen had. „Men heeft zich vergist in het aantal bedrijven dat hier is gevestigd en van essentieel belang is voor de watersport in de provincie Groningen. Daarom wil men wil dit gebied beschikbaar houden voor watergebonden bedrijvigheid.” www.nolimitships.com
‘We
Een traditioneel familiebedrijf in de transportwereld, dat is Transportbedrijf H.Kamphuis en Zonen in Veendam. Het begon in de vorige eeuw aan de Middenweg waar opa Kamphuis startte met het vervoeren van diverse producten en inmiddels voert kleinzoon Henk de directie over het transportbedrijf. De onderneming vervoert vooral agrarische producten, maar ook varkens en industriële producten. Flexibiliteit staat bij het bedrijf voorop. „Zeker in de agrarische sector moet je flexibel zijn, zo heb je bijvoorbeeld met oogsten te maken en dan wordt er van je verwacht dat je met de opdrachtgever meedenkt”, zegt Henk Kamphuis.
Dankzij de flexibele inzet van de chauffeurs kan H.Kamphuis en Zonen op zeer korte termijn opdrachten uitvoeren en dat is in de huidige markt zeer welkom. Het transportbedrijf heeft daarnaast diverse vaste opdrachtgevers, met name in de agrarische sector. Momenteel heeft men het druk met de oogst. „We rijden bijvoorbeeld pootaardappelen voor Averis, een dochterbedrijf van Avebe. Dat begint in november en loopt door tot het einde van het jaar. En vanaf maart tot en met eind mei moeten we de pootaardappelen weer op de plaats van bestemming brengen. Daarvoor hebben we continu drie à vier vrachtauto’s op de weg.” Het transportbedrijf beschikt over een eigen gekoelde opslagruimte voor de pootaardappelen.
Daarnaast heeft het transportbedrijf een containerauto met een haakarmsysteem, waarmee diverse producten kunnen worden vervoerd. „Deze auto wordt voor verschillende opdrachtgevers ingezet. Tenslotte hebben we een zogenaamde walking floor auto, waarmee we zaagsel en houtkrullen voor de bio installaties vervoeren.”
Erkend veevervoerder
Veevervoer is altijd een belangrijk onderdeel geweest van H.Kamphuis en Zonen. Vroeger werd er wekelijks naar de veemarkt in Groningen en Leeuwarden gereden, maar sinds het uitbreken van de MKZ crisis in 2000 behoort dat tot het verleden. Het bedrijf heeft zich daarna verder gespecialiseerd in het vervoer van varkens,
Kamphuis is een erkend veevervoerder en de meeste chauffeurs hebben het diploma Dierwaardig Vervoer behaald. Daarnaast is het bedrijf in het bezit van de certificaten QLT en R&O.
Kwaliteit
Kamphuis zoekt vooral naar continuïteit. „We willen met een relatief kleine groep chauffeurs kwaliteit leveren en bovendien wil ik het kunnen blijven overzien. Ik vind het prettig als ik zelf ook nog eens zo af en toe op de vrachtwagen kan”, geeft Henk aan. Zijn zoon Gert-Jan is één van de chauffeurs en hij heeft aangegeven dat hij op termijn het bedrijf wel zou willen overnemen.”
Of dat er van komt weet Henk nog niet. „Er komen roerige tijden aan voor de transportbranche. CO2, elektrificatie, vergroening, de eisen nemen alleen maar toe en je moet je afvragen of dat haalbaar is. De aanschaf van een elektrische vrachtwagen ligt tussen de 360.000 en 400.000 euro, het dubbele van een Euro 6 wagen. En dan is de restwaarde van zo’n elektrische truck nog niet eens bekend. Dat geeft onzekerheid. Kijk, als een opdrachtgever erop staat dat je elektrisch gaat rijden, dan heb je geen keuze, maar volgens mij is het nog lang niet zover. Een goed netwerk om op te kunnen laden is er bijvoorbeeld ook nog niet. Zou je bijvoorbeeld drie keer per dag op moeten laden, dan kan dat helemaal niet.” Henk denkt dat elektrisch meer kansen heeft in de steden. „In dat geval rijd je met de
vrachtwagens naar de randen van een stad en worden de goederen in hubs overgeslagen, waarna de vracht met elektrische auto’s de stad wordt ingereden. Daarvoor zou elektrisch een mooie oplossing zijn, maar over lange afstanden zie ik het voorlopig niet gebeuren.”
Chauffeurs
Intussen is er op de markt bijna overal een tekort aan vrachtwagens en chauffeurs. „Daardoor hebben wij bijvoorbeeld in de zomerperiode behoorlijk doorgedraaid”, geeft Henk aan. „Gelukkig zijn onze chauffeurs trouw. Ja, er is laatst iemand weggegaan, maar ik heb alweer een nieuwe chauffeur kunnen aantrekken. Hij begint binnenkort, maar moet begin december nog afrijden. Hij wil hier graag aan het werk, omdat hij rijden met varkens leuk vindt.”
Terug naar zoon Gert-Jan. „Of het interessant wordt om dit bedrijf op termijn over te nemen, zal de tijd uitwijzen”, zegt Henk. „Het was ooit mijn droom om dat te doen en die droom is uitgekomen. Dat gun ik Gert-Jan ook, maar met name voor kleinere transportbedrijven is de toekomst onzeker. We moeten tegen die tijd maar eens kijken wat de mogelijkheden zijn.”
Vooralsnog is er van zorg geen sprake, het is druk bij transportbedrijf H.Kamphuis en Zonen en dat zal voorlopig nog wel even zo blijven. www.kamphuistransport.nl
‘Specialist
Continu vooruitkijken naar ontwikkelingen in de markt en daarop anticiperen, dat is wat ze bij Wagenborg Nedlift doen. Nu nog gevestigd in Groningen, maar medio 2026 verhuist het bedrijf naar Sappemeer, waar het zich vestigt op het voormalige terrein van de NAM. Voorheen was dat een grote opdrachtgever van Wagenborg Nedlift, maar inmiddels is het bedrijf, dat kranen verhuurt en gespecialiseerd is in zwaar transport, hijswerk en engineering, actief in meerdere marktsegmenten, vooral in de chemie en industrie.
Wagenborg Nedlift is vertegenwoordigd in de regio’s Noord-, Oost- en Zuid-Nederland en Duitsland. Commercieel directeur Johan Dorgelo spreekt van uitdagende tijden. „We zitten volop in de energietransitie, niet alleen bij onze klanten, maar ook intern”, legt hij uit. „Dat zagen we een aantal jaren geleden al aankomen en daar hebben we vroegtijdig op ingespeeld. Zo hebben we inmiddels onze eerste hybride mobiele kraan aangeschaft. Die kan de hele dag elektrisch draaien, maar moet ’s avonds natuurlijk wel worden opgeladen. Dat betekent dat je standplaatsen moet aanpassen, maar ook de werkplaatsen voor reparatie, je moet mensen scholen, enzovoort. Werken met kranen op elektriciteit is echt anders.”
Balanceren
Dorgelo ziet dat de elektrificatie in de branche niet snel gaat. „Niet alleen is de vraag naar elektrische kranen wereldwijd enorm, waardoor je met lange wachttijden te maken hebt, je moet als bedrijf ook altijd kijken of je de hoge investeringskosten op een redelijke termijn terug kunt verdienen. Klanten vragen wel naar elektrische kranen, maar kunnen de extra investering hiervoor nog niet altijd doorberekenen. Dat betekent voor ons dat we
constant aan het balanceren zijn tussen wat rendabel is of toch nog even moet wachten. We willen graag ons wagenpark verder elektrificeren, maar weten ook al zeker dat we de doelstellingen van 2030 niet gaan halen. En dat is jammer.”
Dat neemt niet weg dat Wagenborg Nedlift er alles aan doet om de CO2-footprint tot een minimum te beperken. „We hebben bijvoorbeeld 25 kranen met het ECO-drive en ECOmodesysteem, daarin zitten Euro6 motoren, die met HVO 100 brandstof een beperkte CO2 uitstoot hebben en minimaal geluid produceren.”
Duurzaamheidseisen
We bouwen in Sappemeer een nieuw pand met een nieuwe werkplaats, dat aan alle duurzaamheidseisen voldoet. „Dat wordt een groot verschil met ons huidige kantoor in Groningen, hier kunnen we eigenlijk niet verder. Dit pand is verouderd. Bovendien kunnen we vanuit Sappemeer sneller naar Delfzijl, ZuidoostDrenthe en de rest van Nederland. We zitten namelijk dichtbij goede uitvalswegen.” Na Sappemeer zullen ook de vestigingen in Geleen, Hengelo en Duitsland (Hörstel-Dreierwalde) onder handen worden genomen.
Klantoplossingen
Wagenborg Nedlift onderscheidt zich in klantoplossingen. Het bedrijf heeft een groot aantal engineers in dienst, die niets anders doen dan tekenen en berekenen om te komen tot slimme en veilige oplossingen op basis van de klantvraag. Dat kan gaan om het vervoeren van een transformator van 400 ton van plek A naar B, maar ook om ingewikkelde hijsopdrachten. „Het DNA van Wagenborg Nedlift zit hem in onze
medewerkers”, zegt Dorgelo. „Zij zijn vaak al vele jaren aan Wagenborg Nedlift verbonden, kennen de klanten en denken graag mee. Door de jarenlange samenwerking kennen we de locaties van onze klanten goed en daardoor hebben we vaak een voorsprong.”
„Daarnaast helpt de hands on mentaliteit die heerst bij Wagenborg Nedlift”, gaat Dorgelo verder. „We zijn een bedrijf van aanpakkers en dat levert ook veel werk op buiten de regio’s waar we normaal gesproken actief zijn. En nee, we hebben niet meteen voor elke klantvraag een antwoord. Maar, we denken wel altijd mee, laten onze engineers ernaar kijken en uiteindelijk komen we tot een aanpak die voor onze klant interessant is. En die bovenal veilig is, want daar begint het mee, altijd. Bij alles wat we doen willen we geen enkel risico lopen.”
Genieten
Klanten leggen hun vraag vaak bij meerdere potentiële opdrachtgevers neer en wie de oplossing heeft gaat het werk uiteindelijk doen. „Met sommige trajecten zijn we wel een jaar bezig, maar als we de klus dan mogen doen en het wordt tot een goed einde gebracht, dan betekent dat de nodige adrenaline voor onze mensen. Het is dan genieten als het werk lukt zoals je het van tevoren bedacht hebt.”
Wagenborg Nedlift beschikt over een goed gevulde orderportefeuille en als de voortekenen niet bedriegen blijft dat voorlopig zo. Dorgelo: „Het werk is niet onze zorg, wel het personeel, dat wordt een uitdaging. Je moet voldoende mensen in dienst houden, die kennis hebben van het werk en van onze klanten. Dat hebben we nu en dat willen we graag zo houden. Ja, we zijn positief gestemd, omdat we op tijd zijn meegegaan met de ontwikkelingen in de markt. Wagenborg Nedlift is wat dat betreft trendsetter en daarom willen mensen graag voor ons werken.” www.wagenborgnedlift.nl
Waterstof is dé schone brandstof van de toekomst, niet alleen voor de industrie, maar zeker ook in mobiliteit. Maar, er is nog wel een weg te gaan om de transitie naar waterstofmobiliteit mogelijk te maken. Eén van de voorwaarden is dat er voldoende waterstofprofessionals beschikbaar zijn en dat is de reden dat 9 organisaties tijdens de Promotiedagen in Groningen begin november de samenwerkingsovereenkomst voor de H₂ Academy ondertekenden. Dean Patrick Brouns is positief over de kansen van waterstof:„ Het is een kwestie van tijd dat het los gaat komen.”
Daarmee doelt hij vooral op een besluit van de Europese Unie over de nieuwe infrastructuurverordening voor alternatieve brandstoffen, kortweg AFIR. „Deze verordening stelt verplichte doelstellingen vast voor de uitrol van tankstations voor elektrisch opladen en het tanken van waterstof binnen de Europese Unie”, vertelt Brouns. “Het komt er op neer dat er uiterlijk in 2030 in alle stedelijke knooppunten en op elke 200 kilometer van het zogenaamde TENT-kernwegennetwerk in de Europese Unie een waterstoftankstation moet staan. Daardoor kunnen waterstofauto’s uiterlijk in 2030 in de hele EU terecht om waterstof te tanken.”
Resato Hydrogen Technology, oprichter van de H₂ Academy, produceert tankstations die aan alle eisen van de EU voldoen. „Waar het bedrijf voorheen opdrachten voor de bouw van één waterstoftankstation kreeg, komen er nu orders voor series binnen. Dat heeft onder andere met de EU-richtlijn te maken.”
Waterstofeconomie
En dus zijn er veel mensen nodig die aan het werk willen in de waterstofeconomie. Reden voor Resato Hydrogen Technology om het initiatief te nemen voor de oprichting van de H₂ Academy. Doel is het bundelen, ontwikkelen en innoveren van waterstofkennis. Door de samenwerking tussen de beste kennis- en onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven wordt ruimte gecreëerd voor praktijkgerichte innovatie, kennisontwikkeling en scholing binnen de waterstofindustrie. Het kenniscentrum biedt huidige medewerkers in de waterstofindustrie de mogelijkheid om zich maximaal te ontwikkelen, ondersteunt de instroom van nieuwe talenten en leidt externe partijen op tot waterstofexperts.
Brouns roemt het enthousiasme bij de partners, waardoor de Academy in 4 maanden van de
De partners die tot nu toe deelnemen
aan de H₂ Academy:
Noorderpoort
Terra Drenthe
Entrance
Hanzehogeschool
Stevast Techniek
Resato Hydrogen Technology
Rijksuniversiteit Groningen
Greenwise Campus
New Energy Business School
grond kwam. „Eén van de partners Stevast Techniek draait al een programma voor monteurs van Resato, dat samen met de Academy tot stand is gekomen en onder auspiciën van de Academy wordt uitgevoerd”, zegt Brouns. „Verder zijn we bezig met het ontwikkelen van allerlei modules, worden engineers bijgeschoold en ontwikkelen we boardingsprogramma’s voor nieuwe medewerkers.”
Nieuwe partners welkom
Hij geeft aan dat nieuwe partners die zich willen aansluiten van harte welkom zijn. „We willen met elkaar zoveel mogelijk kennis op het gebied van de waterstofeconomie ontsluiten, we zijn daarom altijd op zoek naar nieuwe partners.”
De H₂ Academy, waar zowel hybride als op een vaste locatie kennis kan worden gedeeld, en het onderwijs kan worden gevolgd. „We hebben het pand DeAdmiraal in Assen langs de A28 verworven, daar komt de H₂ Academy”, vertelt Brouns.
Het is volgens Brouns niet de vraag of maar wanneer we meer waterstofvoertuigen op de wegen gaan zien. „Waterstof, bij voorkeur groen, is veelbelovend en is een schone en duurzame oplossing voor vervoer. En dan denk ik niet alleen aan de particuliere markt, maar zeker ook aan het bedrijfsleven, met name transportbedrijven.
Over Resato Hydrogen Technology
Als Nederlandse marktleider staat Resato Hydrogen Technology aan de voorhoede van duurzame waterstofinfrastructuur. Met meer dan 30 jaar expertise in hogedruktechnologie weerspiegelen hun tankoplossingen voor vrachtwagens, bussen en auto’s op 350 of 700 bar een toewijding aan excellentie. Met meer dan 55 openbare en private waterstoftankstations in heel Europa is Resato een betrouwbare partner in het bevorderen van duurzame business. De focus op duurzaamheid, veiligheid en efficiëntie brengt ons dichter bij een groenere toekomst, waarin emissievrij rijden wordt gestimuleerd.
Zij lopen tegen de dilemma’s van elektrisch rijden aan, waterstof is wat dat betreft veel interessanter. Ik denk dat het een kwestie van tijd is voordat het los gaat komen.”
Meer informatie over Resato Hydrogen Technology vindt u op: www.resato-hydrogen.com
Wiezijnwij?
DamstraDuurzaam isjarenlang actief binnendeduurzame installatietechniek.Damstra Duurzaamisgespecialiseerdin verduurzamingvoorzowel particulierenalszakelijkeklanten.
Onzemissie: Menseninstaatstellen comfortabel tewonen,werkenen levenineenduurzaamklimaatvan licht,lucht,waterenwarmte.
DamstraDuurzaam,gevestigdin Driezum,bedientklantendoor heel Noord-Nederland. Ofhetnugaatom een kleinschaligeinstallatieofeen grootzakelijkproject,wijstaanaltijd vooruklaarmetadvies, hoogwaardigeproducteneneen snelleservice.Wijnodigenugraag uitomsamenmetonsdestapnaar eenduurzametoekomsttezetten.
Samenopwegnaareenduurzametoekomst!
Onsaanbod
DamstraDuurzaambiedteen ruim assortimentmetdiverse laadpalen en snelladers
DamstraDuurzaamis gespecialiseerdinhetplaatsen van zonnepanelen voorzowel kleinealsgroteprojecten.
DamstraDuurzaamiseen gecertificeerdeinstallateurvoor warmtepompen
DamstraDuurzaaminstalleert aircosystemen voor hetkoelen enverwarmenvanuwgebouw.
DamstraDuurzaaminstalleert (thuis)accu’s omstroommee opteslaan.
Alsspecialistindeduurzame installatietechniek richtDamstra Duurzaamzichopinnovatieve oplossingendiebijdragenaaneen comfortabelenduurzaamleven.Wij helpenonzeklantenomeen toekomstbestendigekeuzete makendoor woningenen bedrijfsruimtes teverduurzamen methoogwaardigeproductenzoals zonnepanelen, laadpalen, warmtepompen,accu’s,LEDverlichting,airco’senEnergie ManagementSystemen(EMS).
Verduurzaam je woningen bespaar!
Waaromkiezenvoor Damstra Duurzaam?
Onzemonteurszijnervaren vakmensen.
Wedenkengraagmetumee. Westaanaltijdensnelvooru klaar.
Webiedenoplossingsgerichte diensten.
Onzeproductencombineren kwaliteit meteenscherpe prijs.
Persoonlijkeservicestaatbij ons voorop.
Neemvandaag nog contactmet onsop!
Meerinformatieontvangen of eenafspraakmaken?
088-8225050
info@damstra-duurzaam.nl www.damstra.nl
Kolkensloane 4 9114AGDriezum