Leeuwarder Courant NoordZ, Eindejaarseditie, december 2023

Page 1


‘Hoog tijd dat we alle digitale
wat samen gaan harken.’

initiatieven

De digitalisering in de maatschappij gaat onverminderd door en lijkt met de komst van AI een nieuwe fase in te gaan. Het bijblijven in al die digitale ontwikkelingen is cruciaal voor de verdere ontwikkeling van Noord-Nederland. Mede om die reden ontstonden in de afgelopen jaren diverse initiatieven om bedrijven, organisaties en burgers hierin mee te nemen. Een voorbeeld is het Groningen Digital Business Centre, kortweg GDBC, een kenniscentrum op het gebied van digitaal ondernemen en data analyse van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde van de Rijksuniversiteit Groningen. Het GDBC bundelt wetenschap en praktijk en deelt deze kennis met het bedrijfsleven in Noord-Nederland.

Volgens Bas Baalmans, managing director van het GDBC, heeft dat in de afgelopen zeven jaar tot talloze samenwerkingen tussen onderwijs, onderzoek en bedrijfsleven geleid. Niet alleen op WO-niveau, maar ook het HBO en MBO zijn hierbij aangesloten. „Afhankelijk van de vraag vanuit het bedrijfsleven, kijken we waar een vraag het beste past. De ene keer is dat de RUG, een volgende keer de Hanzehogeschool of Noorderpoort. Doel is te allen tijde dat een bedrijf of organisatie zo goed mogelijk wordt bediend en er geen nee wordt verkocht of naar een andere deur wordt verwezen. Die kennisinstellingen zijn voor de gemiddelde MKB-er toch al veelal veelkoppige monsters haha.”

Samenwerking

Toch schuurt er iets, zo vindt Baalmans. Hij vindt namelijk dat het tijd wordt voor meer samenwerking op digitaal gebied in NoordNederland. „Nog meer samenwerking doel ik dan op. Niet inhoudelijk, want dat gebeurt al volop, maar vooral het organisatorisch bundelen van de krachten. Er zijn veel initiatieven om ondernemers, burgers en organisaties mee te nemen in de digitale ontwikkelingen, maar ik denk dat het tijd wordt om al die digitale initiatieven bij elkaar te brengen, bijeen te harken zeg maar. Om de volgende stap te kunnen zetten.”

Volgens Baalmans is samenwerking cruciaal voor de verdere ontwikkeling en ontsluiting van een digitaal Noord-Nederland. „Langzamerhand zie je die beweging wel ontstaan. Zo komen onderwijs, ondernemers en overheid steeds meer bij elkaar. Zoals bijvoorbeeld in de Universiteit van het Noorden, een kennis- en innovatienetwerk van de Noordelijke onderwijs- en kennisinstellingen.”

Daarnaast noemt hij Samenwerking Noord, een vereniging die publieke en private organisaties en hun medewerkers verbindt rond IT en digitalisering en gelooft dat gezamenlijke kennisdeling bijdraagt aan die samenwerking. „Het zijn voorbeelden van samenwerkingen die ‘Noord-Nederland breed’ actief zijn en initiatieven die in onze regio ontstaan proberen te bundelen en bijeen te brengen.”

Digitale hubs

Een ander voorbeeld is volgens Baalmans het ontstaan van digitale hubs, zoals Ruby in Winschoten. Het GDBC is hier via de Werkplaats Online Ondernemen (WOO) bij betrokken. Ruby is een digitale broedplaats, waarin onderwijs, bedrijfsleven en overheid samenwerken om bedrijven en inwoners te helpen met digitale vaardigheden, met als doel de regionale economie te versterken. „Zo heb je een vergelijkbare IT Hub in Hoogeveen, een innovatiecluster in Drachten en mijn verwachting is dat er in het Niemeyer complex in de stad Groningen hele mooie ontwikkelingen hieromtrent gaan ontstaan in de nabije toekomst.”

„We moeten de eigen agenda’s wat meer los durven te laten en alles meer bijeen brengen naar een gezamenlijke agenda”, gaat Baalmans verder. „Juist in Noord-Nederland moet dat kunnen en is

meer samenwerking ook nodig. De bevolkingsdichtheid is hier lager en de afstanden groter, samenwerking biedt de kans om krachten te bundelen en expertise efficiënter in te zetten.”

Het initiatief daarvoor moet komen van ’boven’. Denk aan CvB’s, colleges en andere bestuurders van kennisinstellingen, provincies, gemeenten en ook een VNO/NCW bijvoorbeeld, vindt Baalmans. „Er wordt wel samengewerkt, er ontstaan digitale hubs, maar er gebeurt volgens mij teveel dubbel op dit moment. Het is te versnipperd en dat leidt nog te vaak tot dubbelingen, inefficiëntie, te weinig voortgang en teveel overhead.”

Eén loket

Ook het GDBC kan daar een prominente rol in gaan spelen. „We hebben veel bereikt, delen kennis en studenten hebben veelvuldig contact met het bedrijfsleven. Dat is positief, maar het kan altijd beter. Veel ondernemers weten nog niet dat ze met hun digitale vraag bij het GDBC terecht kunnen. En mochten wij ze eventueel niet kunnen helpen, dan weten we wie dat wel kan. Daarom zou het goed zijn om naar een één loket functie toe te werken. Dat iedereen weet waar hij met een digitale vraag terecht kan en vandaaruit naar de juiste partij wordt doorverwezen. Dat geldt voor zowel ex- als intern overigens. Hier in de Faculteit Economie en Bedrijfskunde bijvoorbeeld is recent het thema Digital & AI

opgetuigd om interdisciplinair werken tussen de vakgroepen te stimuleren. Tammo Bijmolt heeft toen als directeur GDBC direct gesteld dat we het GDBC en dit thema samen laten gaan om ook hier verspilling en dubbelingen tegen te gaan.”

Artificial Intelligence, kortweg AI, zal in alle lagen van het bedrijfsleven en de maatschappij een rol gaan spelen. Baalmans:„ En dat gaat veel sneller dan we vooraf hadden verwacht. Dat AI leeft blijkt uit de opleidingen, cursussen en evenementen, die allemaal massaal worden bezocht. AI kan een rol gaan spelen bij het oplossen van het tekort aan personeel en het kan helpen processen efficiënter te maken. AI gaat geen mensen vervangen, maar wel mensen die geen AI toepassen. Ook daarom zijn de genoemde digitale ontmoetingsplaatsen zoals straks Niemeyer van belang om alle lagen van de bevolking in die digitale ontwikkelingen mee te nemen. Daar ligt overigens niet alleen een taak voor deze samenwerkingsverbanden op het gebied van digitalisering, maar voor iedereen die het belang van digitale vaardigheden inziet. Het bevordert namelijk niet alleen economische groei, maar ook persoonlijke ontwikkeling en maatschappelijke participatie en dat is in het belang van ons allemaal.” www.rug.nl/gdbc

Bas Baalmans

I NHOUD

04

HOE VERKOOP JE SCHAATSEN ALS

AHET NOOIT MEER VRIEST? VOORWOORD

ls er rond de jaarwisseling een lijstje met Traditionele Familiebedrijven wordt opgesteld, moet Zandstra in Joure daarin een topklassering krijgen. Natuurlijk vanwege het product, de schaatsen. Daarbij komt het aanstaande jubileum: 200 jaar bestaat Zandstra in 2025.

En wat de familie betreft komen daar nog zeker 200 jaar bij. Huh, maar komt er nog wel natuurijs dan?

In het openingsverhaal van deze laatste NoordZ van dit jaar wordt uitgelegd hoe ze daarmee in Joure omgaan: een magazijn vol met schaatsen en wachten op natuurijs dat steeds minder voorkomt. Want dan, als de meute de bevroren sloten, plassen en meren op kan, dan gaat het los in Joure. Binnen de kortste keren is de helft van de jaaromzet binnen en staan winkeliers in de file voor het magazijn. Elke dag zijn ze er klaar voor bij Zandstra.

Wat het familiebedrijf ook tekent, is dat na het plotseling overlijden van Wouter Zandstra in 2019 zijn zus het overnam. Inmiddels zijn het haar dochters die in de bedrijfsleiding zitten, Hanne en Carlijn. Hanne maakte carrière in de luchtvaart en Carlijn is chirurg in het UMCG. En nu is er een schaatsfabriek, waarvan de dagelijkse leiding wordt uitbesteed.

Want ja, ga er maar aanstaan met steeds minder natuurijs. Dan moet je het zoeken in het buitenland of in samenwerking met fabrikanten van skeelers en skates bijvoorbeeld.

Zes noordelijke start-ups gaan vlak na de jaarwisseling ook naar het buitenland voor succes. Ze nemen deel aan CES, de techbeurs in Las Vegas. Vier dagen lang van ’s morgens vroeg tot laat in de avond praten als Brugman met potentiële klanten, investeerders of partijen om mee samen te werken. De zes start-ups vertellen wat ze hopen te vinden tussen de casino’s.

ees ook het verhaal van Betech dat met werknemers uit India en robots robeert de concurrentiepositie in de maakindustrie vereind te houden. Met vestigingen in Hoogeveen, teenwijk en Groningen kijkt de directie van etech met spanning hoe China en de Verenige Staten de komende tijd omgaan met

n zo vliegen de laatste dagen van 2024 oorbij en maken we ons op voor een nieuw

erandering is van alle tijden, constateert olumnist Eelko Huizingh verderop. En e denken altijd dat we juist nú leven in tijden an grote veranderingen. Lees: AI. Achterf blijkt dat meestal wel mee te vallen. us ook in 2025, voorspelt Huizingh, al die technologische revolutie

lle goeds en veel leesplezier, AN ROZENDAAL

Zandstra is altijd klaar voor natuurijs Volgende generatie 200 jaar jong familiebedrijf loopt zich warm tussen de schaatsen

08

Noorderlingen tonen zich tussen de casino’s Zes start-ups naar techbeurs in Las Vegas

11

VVD rekent nog steeds heel goed naar zichzelf toe Column Ronald Mulder

12

Hou de deur dicht voor hackers MKB Cyber Campus helpt ondenemers met online aanvallen

16

Betech: met werknemers uit India en slimmer werken blijven concurreren Zo houdt massaproductie in Noorden stand

18

Winnaars lossen veel beloften in Terugblik op 2024 met voorspelde succesondernemers

21

De sterke leider levert meestal niet

Column Janka Stoker en Harry Garretsen

24

We hebben maar één planeet Hoe de Greenwise Campus in Emmen stug door innoveert

27

Revolutie in 2025?

Column Eelko Huizingh

29

Gids voor muzikanten op Chinese socials Rubriek Start me up

30

Opa en Harnish leiden de weg Rubriek De Spiegel met Lusanne Tehupuring

C OLOFON

Noordz is een bijlage van Mediahuis Noord

Samenstelling & eindredactie Jan Rozendaal, Gerda Douma, Roel Snijder, Theo Zandstra, Janna Zuiderveld Vormgeving Alie Veenhuizen E-mail bijlagen@mediahuisnoord.nl

Advertenties/branded content Multiplus Media, Drachten T: 06 44 91 12 63 E: s.osinga@multiplusmedia.nl

Volg Noordz ook online op het blog: www.noordz.nl

‘Winkeliers staan letterlijk in de file om bij ons pand te komen’

Het klimaat zit niet mee. Waar zijn die mooie schaatswinters gebleven? Als het er nog eens van komt, van zo’n fijn oplopende koorts op natuurijs, dan is Zandstra er klaar voor. Dat is wat de schaatsenfabriek in Joure kenmerkt: born ready.

ZANDSTRA IS ALTIJD KLAAR VOOR NATUURIJS

Rijen dik staan ze opgestapeld in het magazijn: schaatsen. Glijders, noren in veel soorten, ijshockeyschaatsen, modellen voor kunstrijden. Van maat 30 tot en met 50 gerangschikt, klaar om snel uitgeleverd te worden. Klaar om de liefhebber een onvergetelijke herinnering te geven. Nu de vorst nog.

Tweehonderd jaar bestaat familiebedrijf Zandstra komend jaar. Tweehonderd jaar van producten ontwerpen en fabriceren waar consumenten blij van worden. Vooral sinds schaatsen maken de hoofdactiviteit werd, pakweg een eeuw geleden, moet het bedrijf het hebben van vrieskou. ,,Maar daar moeten we hier in de lage landen soms wel even op wachten”, zegt Dick van der Bijl, die er sinds drie en een half jaar directeur is. ,,De energie die loskomt en de geoliede machine die gaat draaien – zelfs al met 1 of 2 ijsdagen – zijn prachtig om mee te maken. Laat staan hoe dat is bij een winter zoals in 1997 of 2021 het geval was.’’

IN DE FILE

In 2021 werd voor het laatst massaal op natuurijs geschaatst. Niet alleen onder het volk breekt dan de gekte uit. Ook bij Zandstra ziet het er heel anders uit dan de sereniteit die er nu heerst. ,,Winkeliers staan letterlijk in de file om bij ons pand te komen’’, vertelt bedrijfsleider Obbe Verwer.

,,We hebben een hele lijst met mensen die we kunnen oproepen om bij te springen. Duizenden schaatsen moeten dan zo snel mogelijk de deur uit. Dán moeten we het verdienen.’’

In zo’n week realiseert Zandstra zomaar de helft van een jaaropbrengst. De rest van het jaar moeten de schaatsen in de schappen van sportwinkels, bouwmarkten en fietsenhandelaren weer aangevuld worden. En dus is er weer veel werk voor de schaatsenmakers. Het effect van de komst van koning Winter is kortom groter dan die paar dagen topdrukte. En het effect als de koning thuisblijft dus ook.

Van der Bijl: ,,Dit is heel anders dan de levensmiddelenindustrie waar ik hiervoor werkte. Je bent aan de ene kant continu bezig met klaar zijn voor als het zo ver is, en aan de andere kant focus je je op de vele andere manieren om tijdens de zachte winters je positie te versterken en om risico’s te spreiden. Maar dat is eigenlijk altijd zo geweest in de historie van Zandstra.’’

FAMILIE-ERFGOED

Als iemand dat weet, dan is het Ineke BuisZandstra. Zij zette het bedrijf van haar broer Wouter Zandstra, die in 2019 plotseling overleed, voort. Kinderen had hij namelijk niet. ,,Voor mij kwam het onverwacht, maar het was wel heel logisch dat ik het bedrijf zou voortzetten en niet verkopen. Ik ben er mee opgegroeid. De zaak zat vroeger bij ons aan huis in Sneek.’’

De continuïteit van de schaatsenfabriek stond bovenaan. Daarom zetten zus Ineke en haar dochter Hanne nog een paar stappen. Kortdurend nam Geert Buis, man van Ineke, het algemeen directeurschap waar, daarna werd directeur Van der Bijl aangetrokken om de dagelijkse leiding over te nemen. En nu is ook de tweede dochter, Carlijn, ingeschakeld om voor het familieerfgoed te zorgen. De dagelijkse leiding ligt bij Van der Bijl en Verwer, de familie is er om te begeleiden en mee te denken bij grote beslissingen, zoals de financiën, pensioenen, verzekeringen en de lange termijnstrategie.

Hanne Buis maakte carrière in de lucht-

vaart, Carlijn Buis is chirurg in het UMCG. Dat lijkt figuurlijk een heel eind van het beslissen over een schaatsfabriek. ,,Toch voelt oom Wouter als heel dichtbij’’, zegt Hanne. ,,Wij kwamen er veel. Ik kan me de drukte nog herinneren als er natuurijs lag. Dan kwamen we chinees of een appeltaart brengen en moesten we snel weer gaan, om niet in de weg te lopen. Toen hij overleed, was de schok en het verdriet groot, maar we beseften al snel: wij moeten het nu gaan doen. Dat lukt alleen met zulke trouwe medewerkers en al die generaties achter je.’’

Het is nogal een verantwoordelijkheid, realiseert ook Carlijn zich. ,,Maar wij zijn echte schaatsgekken en Zandstra maakt een waanzinnig mooi en kwalitatief prachtig product, van eigen bodem! Dat moet gewoon blijven bestaan, nog eens 200 jaar wat ons betreft. Het is geweldig om te zien hoe dat gevoel voor Zandstra zo leeft bij iedereen die erbij betrokken is. We hadden laatst zelfs iemand die er 60 jaar werkte! Die toewijding is goud waard en die warmte voelen wij ook. Natuurlijk is het druk, naast onze banen, maar dit is wat wij willen.’’

COMFORTABEL

Afnemende winters, oplopende kosten. Een schaatsenfabriek is niet meteen een bedrijf voor de kille rekenaar. ,,Zandstra grijpt juist die uitdaging aan, zoals altijd.” Hanne: ,,We hebben bijvoorbeeld maatregelen genomen om kosten te besparen. Zo hebben we recent met pijn in het hart afscheid genomen van de winkel in Sneek en hebben we één van de hallen van de fabriek in Joure te huur aangeboden. Tegelijk kijken we goed naar de inkomstenkant en hebben we onlangs juist ook geïnvesteerd door machines die essentieel zijn in het proces, terug te halen naar Joure.’’

Zandstra is er vooral voor mensen die vertrouwd en comfortabel willen schaatsen en voert naast de eigen productlijnen ook kunst- en ijshockeyschaatsen en handelt in watersportartikelen. Afgezien daarvan legt het bedrijf zich toe op plekken waar wél (natuur)ijs is, zoals Scandinavië en NoordAmerika. Zandstra exporteert naar 31 landen. Verwer: ,,We hebben bijvoorbeeld mooie samenwerkingen met producenten

>>

DICK VAN DER BIJL EN OBBE VERWER

Sportstad: duurzame groei voor vitaal Heerenveen

Sportstad Heerenveen is het kloppende sporthart voor inwoners en bedrijven van Heerenveen en voor tal van topsporters. Het multifunctionele centrum richt zich de komende jaren op vernieuwing en verbreding van activiteiten en op de uitbreiding en verduurzaming van het complex.

In 2005 ontstond Sportstad Heerenveen op initiatief van Gemeente Heerenveen, sc Heerenveen en De Friesland Zorgverzekeraar. In 2017 is De Friesland Zorgverzekeraar als aandeelhouder uitgetreden. Breedtesport, topsport en sportmedische voorzieningen komen samen aan de Abe Lenstra Boulevard. Sportstad is eigenaar van het Abe Lenstra stadion en van de naastgelegen drie zwembaden, sporthallen, buitensportaccommodaties, twee turnhallen en de onderwijsfaciliteit op het complex. Daarnaast is Sportstad energieproducent- en leverancier voor alle huurders in het complex en een aantal omliggende kantoorgebouwen. Het Sportstad complex is een multifunctioneel centrum waar duurzaamheid sinds de bouw van het complex hoog op de agenda staat. Zo is er bij de bouw een ondergronds warmte- en koude opslag netwerk en een warmtekracht koppeling installatie aangelegd, wordt energie opgewekt met 5.200 zonnepanelen en liggen er zonnecollectoren op de daken.

De directie van Sportstad wordt gevormd door Janneke Hoitinga en John van Teijen. Samen sluiten ze een mooi jaar af, dat tekenend is voor de ambities van Sportstad. Afgelopen juli werd een grootschalig batterijopslagsysteem van 2,15 MWh in gebruik genomen en in oktober opende het nieuwe overdekte padelcentrum op het binnenterrein van de inlineskatebaan.

Ontwikkelen binnen eigen grenzen

De komende vijf jaar staat er veel te gebeuren. In hoofdlijnen wordt geïnvesteerd in de uitbreiding en verhoging van de kwaliteit van de accommodaties, op verdere verduurzaming, efficiëntere exploitatie van het complex, gebiedsontwikkeling, verbreding van de inkomsten en verbreding van het sportaanbod.

Het aantal sporten in Sportstad zal verder worden ontwikkeld, zodat het sportaanbod voor inwoners van de gemeente in de breedte toeneemt. Welke nieuwe sportactiviteiten of accommodaties op stapel staan, is nu nog niet exact bekend. Wel staat vast dat Sportstad steviger inzet op meer aantrekkelijk en laagdrempeliger sportaanbod voor meer mensen. Het Sportstadgebied biedt daarnaast volop kansen voor bredere ontwikkeling dan alleen sport. Zo is er rondom het Abe Lenstra stadion nog ruimte voor gebiedsontwikkeling.

Meer bewegen, vitaler leven Sportstad wil zich de komende jaren nadrukkelijk manifesteren als organisator van evenementen. Diversiteit van aanbod staat voorop: het kan gaan om sport, cultuur en zakelijke evenementen en bijeenkomsten. Ruimte daarvoor is er voldoende. De aaneengesloten sporthallen hebben een gezamenlijke oppervlakte van circa 3.000 m2 en ook het Abe Lenstra stadion biedt diverse ruimtes voor de organisatie van bijeenkomsten en evenementen. Sportstad heeft als doelstelling om in de toekomst zowel binnen als buiten meer evenementen in het Sportstadgebied te organiseren. Daarmee wil Sportstad de aantrekkelijkheid en diversiteit van het gebied vergroten en de eigen inkomsten vergroten. Dat laatste past naadloos bij de doelstelling van

Sportstad om het Abe Lenstra stadion in de toekomst, naast de huisvesting van sc Heerenveen, voor meer doeleinden in te zetten en de exploitatie van het stadion te verbeteren. Door in te zetten op een multifunctioneler gebruik van het stadion, is dat mogelijk. Die gedachte van multifunctionele inzetbaarheid van accommodaties past bij Sportstad. Niet voor niets zijn onlangs padelbanen gerealiseerd op het binnenterrein van de bestaande inlineskatebaan en wordt skeeleren en padel nu gecombineerd aangeboden binnen één sportaccommodatie.

De komende jaren wordt verder geïnvesteerd in de kwaliteit en de verbreding van het aanbod. Niet alleen in sportfaciliteiten, maar ook in programma’s die moeten aanzetten tot meer beweging. Het gaat hier om programma’s voor zowel bedrijven als inwoners. Het stimuleren van beweging is ook een belangrijke doelstelling van Gemeente Heerenveen. Meer bewegen en stimuleren van vitaliteit past binnen het verstevigen van de maatschappelijke rol waarop Sportstad de komende jaren inzet. Centraal uitgangspunt daarbij is dat mensen meer gaan bewegen en gezonder gaan leven. Dat vergt een actievere opstelling naar inwoners van de gemeente, een laagdrempeliger aanbod, accommodaties die multidisciplinair zijn in te zetten en innovatieve, digitale concepten om in te kunnen spelen op een wijziging in de behoeften van de verschillende sporters en gebruikers in het complex. Het Athletic Skills Model (ASM) zou daarbij bijvoorbeeld als een uitgangspunt kunnen worden gehanteerd. Dit model voorziet in een brede aanpak van gezonder leven door het stimuleren van motorische ontwikkeling en vitaliteit. De koppeling met de CIOS-opleiding in het Sportstad complex ligt hierbij voor de hand.

Sportcampus voor de vitale stad Voor wat betreft de vastgoedportefeuille van Sportstad staat energiebesparing- en

verduurzaming van het complex de komende jaren hoog op de agenda. Sportstad heeft de ambitie om het energieverbruik met minimaal 25 procent te verlagen voor 2030. Daarnaast wil ze het verbruik van gas de komende jaren sterk verlagen en zelf meer duurzame energie opwekken. Dat kan door in te zetten op verdere elektrificatie binnen het Sportstad complex en te investeren in aanvullende installaties waarmee zelf energie kan worden opgewekt. Het uitgangspunt naar 2030 is overzichtelijk: minder verbruiken, meer zelf opwekken.

De doelstellingen op het gebied van energiebesparing en verduurzaming passen binnen de overkoepelende doelstelling van Sportstad om het complex zo efficiënt mogelijk te exploiteren. Niet alleen door meer sportaanbod, door het organiseren van evenementen en multifunctioneler gebruik van accommodaties maar ook nadrukkelijk door de (energie)kosten van de accommodaties te verlagen. Na twintig jaar Sportstad is een volgende fase aangebroken in het voortbestaan van Sportstad. Door de komende jaren in te zetten op een breder en laagdrempeliger sport- en bewegingsaanbod, hoopt Sportstad haar functie te kunnen versterken en moet het op de langere termijn leiden tot een nog breder en steviger fundament van de huidige sportcampus. Het hart van sport en beweging van de vitale stad Heerenveen. www.sportstad.nl

Janneke Hoitinga en John van Teijen

‘IN JANUARI GAAT HET VRIEZEN. EN ANDERS IN FEBRUARI. HET MOMENT KOMT WEER, DAT WEET IK ZEKER’

van langlaufschoenen en -bindingen. Je kunt die schoenen zo op onze ijzers klikken en op avonturentocht gaan. Daarnaast zien we dat ook steeds meer verhuurders van schaatsen in ijshallen overstappen op Zandstra’s. Zandstra-schaatsen zijn gekend vanwege hun comfort en kwaliteit.’’

Ineke Buis-Zandstra herkent dat nadenken over nieuwe markten. ,,Mijn broer kwam regelmatig met innovaties. De belangrijkste is misschien wel de ‘comfortnoor’, een schaats waar je lekker op staat, zonder dat je enkel naar binnen klapt. En je hebt ook nog warme voeten. Toen ik lang geleden de prototypes een keer mee mocht en er een toertocht mee ging schaatsen, werd ik continu gestopt. Iedereen wilde weten hoe ik aan die schaatsen kwam.’’ Vanuit datzelfde streven naar comfort en gemak, ontwikkelde Wouter Zandstra voor kinderen de Easy Glider, een onderbindschaats die eenvoudig uit- en aan te trekken is.

GEPERFECTIONEERD

De klapschaats is door Zandstra geperfectioneerd voor de amateurschaatser, met de mogelijkheid om de schaats in een handomdraai ook weer vast te zetten. Wouter Zandstra was voorloper op het gebied van skeelers. ,,Daar sjeesden wij ’s zomers mee door de fabriek’’, herinnert Carlijn zich.

En intussen blijft juist met deze instelling de hoop op zo’n prachtige Nederlandse winter levend. Obbe Verwer is overtuigd. Hij heeft meer dan 40 dienstjaren bij Zandstra als basis van die overtuiging: ,,In januari gaat het vriezen. En anders in februari. Het moment komt weer, dat weet ik zeker. We hebben wel vaker van die dalen van een paar jaar gehad. Des te hoger zijn de pieken als het dan wel winter is.’’ Twee keer per jaar heeft het personeel van de fabriek een feestelijke halfjaarafsluiting. ,,’t Mooiste is als die in de winter niet door kan gaan.’’

De eigenaren delen vertrouwen in de toekomst. Hanne: ,,We hebben tijd en wij zijn een heel eind met het toekomstbestendig maken van Zandstra, al zou het zeer welkom zijn als het weer even flink vriest.’’ Carlijn vult aan: ,,Het blijven innoveren en versterken van onze nationale en internationale positie zijn andere belangrijke pijlers waarop wordt gefocust.”

In letterlijke zin gebeurt al wat eeuwenlang gebeurt: de nieuwe generatie kruipt het bedrijf binnen. Alle vier kleinkinderen zijn échte schaatsers. Ze lopen, glijden en rollen inmiddels ook regelmatig door de fabriek. Dozen vouwen, zich verwonderen over ál die schaatsen. Nieuwe herinneringen maken.

De Beer-O-Meter van SG Papertronics. FOTO: MARJORIE NOË
De Nuwa Pen.
Niclas Bertelsen, Tom Theuer, en Moritz Angermann (vanaf links) hopen nieuwe klanten en potentiële partners voor hun modulaire toetsenbord te ontmoeten in Las Vegas. FOTO: CORNÉ SPARIDAENS
Marc Tuinier

In de tweede week van januari is het weer zover. Dan is de CES in Las Vegas, ‘the most powerful tech event in the world’. Op de beurs tonen 4300 standhouders – waaronder 1000 start-ups –hun innovatieve technologie. Het Noord-Nederlandse aandeel is komende editie groot. Zes bedrijven bereiden zich nu voor op de beurs die life changing kan zijn.

NOORDERLINGEN TONEN

ZICH TUSSEN DE CASINO’S

Vier dagen lang, van ’s ochtends tot een eind in de avond praten als Brugman. En daarna even lekker een afzakkertje pakken. Wie meedoet op de Consumer Electronics Show (CES), komt afgemat terug. Zo veel is zeker. Onzeker is hoeveel klanten, leads, partnerships, media-aandacht en algehele interesse dat heeft opgeleverd. De zes noordelijke partijen die gaan, doen er in ieder geval alles aan.

Dick van Waes kent het klappen van de zweep. De CEO van Sencure in Roden gaat al voor de derde keer mee. ,,Ons product is nog net niet commercieel beschikbaar, dus wij zijn altijd op zoek naar bedrijven die er al mee willen testen of ermee een prototype willen maken. Vorig jaar zijn er echt partnerships ontstaan op de beurs, die nu nog lopen. Mijn doel voor januari is dat ik met vijf serieuze leads terugkeer.’’

Sencure maakt chips die elektrofysiologische metingen aan het lichaam kunnen doen. Denk aan hartritme, spierspanning, ademhaling en hersenactiviteit. De minuscule chip moet een uitkomst zijn in de gezondheidszorg, maar kan ook zijn nut hebben in de consumentenmarkt, ontdekte Van Waes. ,,We bekijken met een partij naar het precies in beeld brengen van de spierbewegingen in de hand, waarmee een perfecte terugkoppeling in videogames kan worden gemaakt. Aan zoiets hadden we zelf nooit gedacht, maar door beurzen als CES ontmoet je ondernemers die het wél bedenken.’’

BIERKWALITEIT

In één van de vele hallen op de schier onmetelijke beurs in Las Vegas staat het Nederlandse paviljoen. Daarin laten start-ups van eigen bodem zien waartoe ze in staat zijn, meestal uitgenodigd voor de handelsmissie van RVO. Zo ook SG Papertronics uit Groningen. De start-up werd bekend met de Beer-o-Meter, een testopstelling waarmee de kwaliteit van bier gemeten kan worden en het brouwproces geoptimaliseerd, zonder een heel laboratorium nodig te hebben. ,,De Noord-Amerikaanse markt is interessant voor ons’’, legt COO Diederik

Roke uit. ,,Op de beurs willen we vooral spreken met distributeurs van meetapparatuur voor brouwers.’’ De start-up denkt al verder dan bierbrouwerijen. Mobiel nauwkeurig kunnen meten, biedt voor meer sectoren een uitkomst. Roke: ,,We ontwikkelen inmiddels testen die inzicht geven in de bodemkwaliteit, zodat agrariërs gerichter kunnen bemesten om bodemuitputting en overbemesting tegen te gaan. We hopen op de beurs partners te vinden die onze oplossing verder helpen ontwikkelen.’’

In datzelfde Oranje-paviljoen laat ook YourStoryz van zich horen. De start-up is weliswaar gevestigd in het Duitse Hohenbrunn, maar Groninger John Wittmaekers (Concept7) is mede-eigenaar. ,,Het is een platform en app waarmee gebruikers gemakkelijk videoverhalen kunnen maken, bewerken en delen. Videostorytelling met de smartphone wordt zo eenvoudig.’’

Wittmaekers is al bekend met de kracht van de CES. ,,Vorig jaar stonden we er ook en dat was een groot succes. Ik twijfel er niet aan dat we ook dit keer mooie contracten kunnen ondertekenen op de beurs. Afgezien daarvan doen we ook nieuwe ideeën op voor de verdere ontwikkeling van de app. We hebben al aardig wat afspraken in de agenda tijdens die dagen.’’

HOLOGRAM

Hihaho uit Assen houdt zich ook bezig met videocontent, maar op een heel andere manier. De onderneming heeft een platform gebouwd waarmee gewone video’s kunnen worden omgezet in een volledig interactieve ervaring. En dat maakt onderwijzen en leren een stuk effectiever. CEO Mark Visser: ,,Ons platform wordt al wereldwijd gebruikt, maar we zijn op zoek naar partners in Noord-Amerika om sneller uit te kunnen breiden.’’

Visser is al een tijdje bezig met de voorbereiding op de CES. ,,We kijken alvast naar interessante partners en laten een hologram maken om meer aandacht te trekken. De beurs is voor ons geslaagd als we ons partnernetwerk kunnen uitbreiden

en vooral partijen treffen die waarde kunnen toevoegen aan ons platform. Afgezien daarvan denk ik dat het ook leuk en nuttig is om met de Nederlandse partijen zo’n mooie ervaring op te doen. Dat kan ook veel opleveren.’’

TOETSENBORD

Die mening is Niclas Bertelsen ook toegedaan. Zijn start-up Naya in Groningen deed van zich spreken, vanwege één van de meest succesvolle crowdfundingcampagnes in Nederland ooit. In 5 minuten was het doel bereikt. Het modulaire toetsenbord van de start-up, de Create, is inmiddels in pre-order te bestellen. ,,Die laten we op de beurs in de eerste volledige demo zien om zo in contact te komen met retailers en distributeurs, grote klanten en partners.’’

Als het een beetje meezit, kan Bertelsen direct aan verkoop denken. ,,Maar de aandacht die we in de media hopen te krijgen, is ook belangrijk, net als de mening van belangrijke influencers. Daar werken we nu al aan, aan het vergroten van ons netwerk en het alvast benaderen van potentiële klanten en partners. Die hopen we in las Vegas te ontmoeten.’’

SMARTPEN

Marc Tuinier heeft daar ervaring mee. Zijn Nuwa Pen kreeg op de vorige CES veel aandacht. ,,Daar werd toen naar aanleiding van de beurs over geschreven in de grote Amerikaanse kranten. Toen was het een prototype, dit keer is de Nuwa Pen klaar voor gebruik. Dat willen we de bezoekers zo veel en goed mogelijk laten ervaren. Vooral een pitch van 30 seconden is heel belangrijk. Die bereiden we goed voor.’’

De smartpen van de Groningse start-up maakt een digitale kopie van je handschrift, op elk papier. De app zet dat vervolgens om naar getypte tekst, zodat je notities eenvoudig te doorzoeken of te delen zijn. ,,Dankzij de CES van 2024 hebben we anderhalf miljoen dollar opgehaald bij Amerikaanse investeerders. Dit keer zoeken we nieuwe investeringen, maar ook waardevolle industriële contacten om de Pen succesvol op de markt te kunnen brengen.’’

Sabine Stuiver van Hydraloop: ,,Je kunt onze wereldwijde bekendheid niet los zien van de CES.’’

Gratis tips van een winnaar

Wat de CES precies kan betekenen, weet Sabine Stuiver. Haar bedrijf Hydraloop schoot als een komeet omhoog de afgelopen jaren. De start-up in Leeuwarden die een revolutionaire manier van waterrecycling bedacht, geniet steeds meer bekendheid over de hele wereld. En die giant leap begon misschien wel in Las Vegas. In 2020 werd Hydraloop tijdens de CES uitgeroepen tot ‘Best of the best’ en sleepte ook nog de prijzen voor beste start-up en beste duurzame technologie in de wacht. Dat succes deed het bedrijf in 2023 dunnetjes over met meer prijzen op de beurs.

,,Dat leverde ons ongelooflijk veel publiciteit op, gevolgd door aanvragen van potentiële klanten en partners. Ja, de telefoon stond echt roodgloeiend. We waren sowieso al goed op weg, maar de CES in 2020 heeft ons echt een duwtje in de rug gegeven. Toen ik in 2023 terugkwam in Las Vegas, merkte ik dat wij al een beetje bekend waren, dat mensen die zaken wilden doen gericht naar ons toekwamen. Je kunt onze wereldwijde bekendheid niet los zien van de CES. Het heeft ons contacten opgeleverd, klanten en partners met wie we nu nog samenwerken.’’ Zoiets wil elke beursganger wel. Een goede voorbereiding is het halve werk, zegt Sabine Stuiver. ,,De cursus die de Nederlandse delegatie geeft, is heel nuttig. Die gaat over hoe je je moet presenteren aan investeerders in Amerika, hoe je een goede pitch voorbereidt. Dat is daar toch nèt anders. Het is ook heel belangrijk om op tijd je online aanmelding compleet te maken. Filmpjes, logo’s, dat soort dingen: doe het op tijd! Essentieel voor je zichtbaarheid, want dat is waar bezoekers – je potentiële klanten dus – op scannen.’’

En dan is het handig om je te realiseren hoe groot(s) de CES is. ,,Dit is anders dan elke andere beurs die je kent. De hallen zijn enorm, de afstanden ertussen ook. Bekijk dus van tevoren goed met wie je wil spreken. En houd er ook rekening mee dat mensen gericht op jou afkomen. Iedere bezoeker is een potentiële partner of klant. En let op: aan Amerikanen zie je niet wie welke functie heeft. Iedereen is heel casual gekleed. Je moet dus van ’s ochtends tot ’s avonds scherp zijn.’’

FOTO: NIELS WESTRA

ADVERTENTIE

Challenges als platform voor innovatieve samenwerking

Om het vestigingsklimaat in NoordNederland te versterken en duurzame groei te stimuleren, zijn challenges een effectief middel. Een waardevolle challenge verbindt bedrijven met concrete vraagstukken aan startups en biedt hen kansen, zoals toegang tot launching customers (de eerste klanten). Daarnaast dragen challenges bij aan belangrijke transities en versterken ze het regionale innovatie- en vestigingsklimaat. Ze vormen een platform voor samenwerking, kennisuitwisseling en innovatie.

‘Wij vinden oplossingen voor de innovatie-uitdagingen van Noord-Nederland. Onze missie: de stroefste vraagstukken opgelost - én gerealiseerd.’

NOM als koploper in kennisacquisitie De NOM begeleidt al 50 jaar internationale bedrijven die zich in Noord-Nederland willen vestigen. De NOM richt zich ook op deeptech startups, die als solution providers gaten in het ecosysteem vullen en oplossingen bieden voor vraagstukken van gevestigde bedrijven. Met haar brede dienstverlening (investeringen, netwerk, accelerator programma’s, hulp bij locatiekeuze) kan de NOM een totaaloplossing bieden aan deze startups, en actief zoeken naar technologieën die de regio versterken.

Veel deeptech startups zijn nog niet toe aan internationalisering, maar zoeken naar launching customers. Tegelijkertijd zoeken regionale bedrijven naar partners met ontbrekende technologieën en kennis. Door over grenzen heen samen te werken en slimme oplossingen aan te trekken, speelt de NOM een leidende rol in kennisacquisitie. Dit soort samenwerkingen biedt internationale startups bovendien een goede reden om zich later in Noord-Nederland te vestigen.

Géén probleem. Gáát gebeuren.

Leidend in noordelijke innovatieuitdagingen. Van challenge naar solution. Onmogelijke uitdaging? Bestaat niet. ChallengeBase pakt de regie op complexe kwesties en legt de verbinding met inventieve oplossers. Dat maakt ons de brug tussen innovatieproblemen en slimme oplossingen - met oog op kwaliteit en écht resultaat. Wij begeleiden juist die kwesties waar je wel over nadenkt, maar nog geen oplossing voor hebt. Samen ontwerpen we een challenge die we uitzetten in ons netwerk van startups en gevestigde innovatieve bedrijven. Maar: onze inzet stopt daar niet. Wij blijven naast je staan tot de gewenste uitkomst bereikt is. Dat is doorgaan tot de eindstreep. Zo bouwt ChallengeBase duurzame langetermijnrelaties, gunstig voor beide partijen, voor nieuwe kansen, voor het vestigingsklimaat - en voor onze gezamenlijke noordelijke trots: de TopDutch regio.

Wij zijn klaar voor de challenge, ben jij dat ook?

• Ben je ondernemer of werk je voor een (semi-)overheidsorganisatie in Drenthe, Groningen of Friesland?

• Heb je een innovatievraagstuk op het gebied van circulariteit, gezondheid, energietransitie of digitalisering?

• Heb je al gezocht naar een oplossing, maar is deze niet te vinden in de markt?

• Heb je denkkracht en tijd beschikbaar om het tijdens het challenge proces betrokken te zijn?

• Heb je een realistisch innovatiebudget beschikbaar om de oplossing te ontwikkelen en implementeren?

Vijf keer JA? Dan ben je klaar voor de challenge!

ChallengeBase gaat live op 15 januari 2025 tijdens de MXT conferentie – Move Forward with Tech. Vanaf dat moment is onze website bereikbaar om challenges én oplossingen in te dienen. Maar, we maken nu al graag kennis! Heb je een innovatievraagstuk dat opgelost moet worden?

Neem contact op met Fleur Mulder, programmamanager van ChallengeBase, om de opties te verkennen.

begin met innoveren

Realistische innovaties voor de meest taaie uitdagingen. Die vinden wij. En dat zonder gedoe – met kennis van zaken. Daar krijgen wij nou écht energie van.

blijf tot de slotsom

Wie heeft er nou zin in een product op de plank? Wij houden de regie tot een daadwerkelijke uitkomst. Geen halve maatregelen, maar een échte oplossing.

bouw aan het Noorden

Probleemhouders en solution providers opereren praktisch naast elkaar. Ja, écht. Noord-Nederland is een innovatiehub. Wij verbinden: voor groei van ecosysteem, resultaat én de regio.

Reserveer je ChallengeBase kennismaking én een kop koffie met Fleur Mulder, programmamanager ChallengeBase

� 06 55 22 04 35 � mulder@nom.nl

ChallengeBase is powered by

RONALD MULDER

EEN RAAR JAAR

Het is een goede gewoonte om in december terug te blikken op het aflopende jaar, maar dit jaar lukt het me niet. Ik heb geen idee wat er is gebeurd, in 2024, op economisch gebied. Ik kan me er niets van herinneren. Heb ik er iets over gelezen? Tussen al het nieuws over de Amerikaanse verkiezingen enerzijds en de ‘asielcrisis’ anderzijds moet toch ook af en toe iets hebben gestaan over hoe we in de toekomst onze welvaart denken te behouden?

Als ik de kranten van de laatste week doorblader, lees ik over stakingen en inflatie. En dat de Nederlandse begroting als enige is afgekeurd door Europa. Investeringen in infrastructuur staan op een laag pitje. Toezeggingen over de Lelylijn en de Nedersaksenlijn lijken te worden teruggedraaid.

Er is nog geen begin van een oplossing in zicht voor de mestproblematiek in de landbouw. De Nederlandse export dreigt ernstig te worden geraakt door toenemend protectionisme, maar tevergeefs zoek ik naar de plannen om daarmee om te gaan. Verder hebben we een woningtekort, een personeelstekort, wachtlijsten in de GGZ en 30.000 daklozen (plus een onbekend aantal minderjarigen).

Ik wil mijn vingers in mijn oren doen en heel hard lalala roepen zodra ik een van die types op televisie zie

Op al deze punten staan we er minder goed voor dan een jaar geleden. Er moet dit jaar wel een of andere economische ramp hebben plaatsgevonden. Een kredietcrisis of iets dergelijks. Iets met de energievoorziening misschien, of een pandemie. Maar hoe hard ik ook graaf in mijn geheugen: niets van dat alles komt bovendrijven.

Ik besluit het over een andere boeg te gooien, en de Rijksbegroting op te zoeken. De oorzaak schiet me nog wel te binnen, nu eerst eens kijken wat we aan de gevolgen gaan doen. Maar dat valt ook niet mee. Aan de ene kant miljardenbezuinigingen, onder andere op onderwijs en wetenschappen, en aan de andere kant een heilig geloof dat ‘innovatie’ ons uit de problemen gaat helpen.

O ja, en tegelijk gaat er extra geld naar vastgoedbaasjes (verlaging overdrachtsbelasting voor niet-zelfbewoning, 106 miljoen euro per jaar), private equity (verhogen renteaftrek voor bedrijven, 426 miljoen euro per jaar) en de hogere inkomens (verhoging hypotheekrenteaftrek, circa 400 miljoen euro per jaar). Ik frons mijn wenkbrauwen. Wacht eens.

Wat is dit voor VVD-begroting? Rutte was toch weg? Was er niet …

Ineens begon het me te dagen. Dat was er gebeurd, in 2024. Halverwege het jaar was een nieuw kabinet aangetreden. Drie van de vier regeringspartijen hadden hun verkiezingsprogramma niet eens laten doorrekenen, zo oninteressant vonden ze de economie en de overheidsfinanciën. Ze waren vooral tegen dingen, niet zo zeer ergens vóór.

Geen van drieën had regeringservaring. En de vierde regeringspartij was de VVD, die al dertig jaar vrijwel onafgebroken aan de macht is, het spel uitstekend beheerst, en ook heel goed kan rekenen, vooral naar zichzelf toe. Zo bezien was de begroting goed te begrijpen.

Het is verdringing, natuurlijk. Ik was het niet vergeten; ik wil het gewoon niet weten. Ik wil mijn vingers in mijn oren doen en heel hard lalala roepen zodra ik een van die types op televisie zie. Is dat raar?

@ronaldmulder

Ronald Mulder is ondernemer en econoom. Man van weinig woorden.
NIENKE HOEKSMA EN ERIK MIEDEMA

Cyberaanvallen komen steeds vaker voor. Dat overkomt niet alleen grote bedrijven, zoals de Groninger havens, luchthaven Eelde of ziekenhuizen. Steeds vaker openen hackers ook de aanval op kleinere ondernemers. Zijn ondernemers in Noord-Nederland hier wel op voorbereid? Kun je je hier eigenlijk wel op voorbereiden?

TEKST GEERTRUID

HOU DE DEUR DICHT

VOOR HACKERS

Wekelijks komen op de MKB Cyber Campus in Leeuwarden ondernemers langs om te werken aan hun digitale weerbaarheid. „Het zijn juist de kleine ondernemers die nu op de korrel worden genomen door hackers”, zegt Nienke Hoeksma, directeur van de MKB Cyber Campus. Van de ‘recepten’ van aardappeltelers tot de kleine supermarkt op de hoek: iedereen loopt een risico dat hackers gegevens zullen stelen.

Vaak zijn de kleinere bedrijven het slachtoffer van commerciële hackers die lukraak pogingen doen om ergens binnen te komen. Toch moeten ondernemers zich ook zorgen maken om de spanningen die er wereldwijd zijn, benadrukt Erik Miedema, eveneens directeur van de MKB Cyber Campus. Wie onrust wil veroorzaken in Nederland kan dat bijvoorbeeld doen door de voedselsector of logistiek aan te vallen, legt Miedema uit. Sectoren waarin veel kleinere ondernemers werkzaam zijn.

SCHANDE

Waar ondernemers eerder vaak twijfelden of ze daadwerkelijk risico liepen, is dat bewustzijn er inmiddels wel, zeggen Hoeksma en Miedema. „Wekelijks is er op de bijeenkomst met ondernemers wel iemand die al gehackt is”, zegt Hoeksma. Soms heeft zo’n ondernemer ook daadwerkelijk hackers moeten betalen. De twee juichen het toe dat ondernemers die ervaringen delen. ,,Die verhalen hebben veel meer impact dan wat wij vertellen”, zegt Miedema.

„We moeten af van de schande, want het kan iedereen overkomen”, zegt Hoeksma. ,,Net als er bij iedereen kan worden ingebroken.” Dat beaamt Miedema. „Maar je moet niet de deur open laten staan, dan zeggen we toch ook: dat was misschien niet zo handig.”

De deuren en ramen van een bedrijf nalopen en wijzen op zwakke plekken, dat is eigenlijk

waar het bij de campus in Leeuwarden allemaal om draait. Eerst wordt in kaart gebracht welke apparatuur een ondernemer gebruikt. „We zien namelijk vaak dat ondernemers ook onbewust onbekwaam zijn”, zegt Hoeksma.

WEERBAARHEID

Daarnaast staat cybersecurity simpelweg niet hoog op het prioriteitenlijstje van veel ondernemers en dat is logisch, zegt Hoeksma. „Je denkt als ondernemer aan het einde van de dag niet: ik heb al mijn bestellingen doorgegeven, dan ga ik nu eerst nog even met mijn digitale weerbaarheid aan de slag.”

„Vaak is er ook de aanname dat de IT-leverancier het allemaal wel goed geregeld heeft”, zegt Hoeksma. ,,Dat kan, maar dan nog moet je wel vragen of dat ook zo is.” Om de juiste vragen te stellen geven ze ondernemers een lijst met vragen mee om voor te leggen aan hun IT-leverancier.

Ook als alle stappen doorlopen zijn, kan het zijn dat er iets over het hoofd gezien wordt. „We bieden ook een dienst aan waarbij onze ethische hackers rücksichtslos binnen proberen te komen. Dan zie je of er nog

‘In het weerbaarder maken van burgers is dus nog wel wat te winnen’

poortjes dichtgezet moeten worden”, zegt Miedema.

Ook het besef dat iedereen binnen een bedrijf verantwoordelijk is voor de digitale weerbaarheid is belangrijk, zegt Hoeksma. ,,Sommige bedrijven nemen heel rigide maatregelen en dan bedenken medewerkers juist weer geitenpaadjes”, lacht Miedema. Het is daarna belangrijk om ook de vervolgstappen te nemen en met onze aanbevelingen iets te doen, zegt Miedema. „Het is makkelijk om te zeggen: bedankt en tot de volgende keer.” Dat gebeurt soms, merkten de twee. „Het verdween nog net niet direct in de la”, zegt Miedema. Ze begrijpen het wel. „Ze denken: volgend jaar wordt echt het jaar dat we de cybersecurity in mijn bedrijf gaan aanpakken.”

KLEINE STAPPEN

Het klinkt misschien ook te vaak als een heel grote kwestie, denken de twee. Het niet beschermen van je bedrijf kan grote gevolgen hebben, maar soms zijn er maar een paar kleine stappen nodig om bedrijven beter te beschermen, benadrukken ze. „Soms zijn het maar twee of drie stappen: een goed wachtwoordbeleid en een back-up maken. Zet die dan af en toe ook terug om te testen of het werkt”, zegt Miedema.

De MKB Cyber Campus richt zich ook op brancheniveau op cybersecurity. Als je iets wilt veranderen moet je dat vaak op brancheniveau aanpakken, legt Miedema. Hij noemt daarbij een voorbeeld van melkrobots, die slechts door enkele leveranciers worden geleverd aan ondernemers in de agrarische sector. Die melkrobots krijgen een standaard wachtwoord mee van de leverancier, waardoor veel mensen de wachtwoorden kennen. Dat vormt een potentieel gevaar. „Als je dit snel wilt aanpakken moet het wachtwoordenbeleid bij de leverancier aangepast worden. Dan moet je niet alle boeren individueel benaderen.”

De branche waarin een ondernemer functioneert is heel bepalend voor de manier waarop ondernemers omgaan met cybersecurity merkten de twee. „De situatie in de agrarische sector is heel anders dan die voor een makelaar.” Het loont dus om afspraken te maken die voor de hele branche gelden. Daarin trekken ze ook samen op met andere regio’s. „In Noord-Nederland zijn we relatief groot in de transport- en logistieksector. Een smart-industrie-bedrijf verwijzen we juist weer door.”

RUMOER

„Nederland moet zich door al het rumoer in de wereld beter gaan voorbereiden. Daar zijn we nog heel laconiek in”, zegt Miedema. „De Nederlandse overheid doet veel aan cybersecurity, maar de regionale aanpak is heel belangrijk”, aldus Hoeksma.

„Steeds meer bedrijven, maar ook hun toeleveranciers moeten zich houden aan wetgeving op het gebied van cyberveiligheid”, zegt Miedema. Op zowel Europees als nationaal niveau komen er namelijk nieuwe richtlijnen bij om te zorgen voor een betere cyberveiligheid. Binnenkort gaat er ook in Nederland een nieuwe wet in de NIS-2. Die richtlijn focust zich op kritieke organisaties en sectoren, waarvan de uitval direct grote maatschappelijke en economische gevolgen hebben.

In Noord-Nederland werken de bedrijven steeds beter samen, ziet Miedema. „En er zijn geen twintig programma’s, maar er is juist één programma.” Toch merkt hij dat het belang van cybersecurity nog niet overal is doorgedrongen.

„De provincie Friesland heeft beleid geschreven voor de komende jaren waarin de woorden digitaal en cyber niet voorkomen”, zegt Miedema. Het verbaast hem en baart hem zorgen. „In het weerbaarder maken van burgers is dus nog wel wat te winnen.”

‘We

zien de kijk op digitale opslag veranderen’

Weet jij waar je data staat? Weet je met wie je op het gebied van data zaken doet? Bij wie je terecht kunt als de ICT niet meer werkt? De gemiddelde ondernemer is er niet mee bezig, maar zou dat wel moeten zijn, vinden ze bij CJ2 in Groningen. Het bedrijf zorgt er al ruim 20 jaar voor dat bedrijven zorgeloos kunnen ondernemen en dat data veilig in Nederlandse datacenters wordt opgeslagen. Daarnaast biedt CJ2 flexibele infrastructuur op maat, afgestemd op jouw bedrijf.

„De thema’s veiligheid en privacy spelen een steeds grotere rol in de digitale wereld, dat kunnen we de laatste tijd goed merken”, zegt Jeroen Oldenhof van CJ2. „Wij zijn een lokaal alternatief voor de grote partijen waar je, meestal in de cloud, data kunt opslaan. Sterker nog, het werd op een gegeven moment vanzelfsprekend om dat te doen. Zelfs de Nederlandse overheid kiest daar bewust voor. En ja, daar vinden wij wat van. We snappen het gemak waarmee dit gebeurt niet. Vaak zijn dit namelijk buitenlandse bedrijven en weet je niet wat er met de data gebeurt, wie erbij kan en voor welke doeleinden het kan worden gebruikt. Kortom, zonder kritisch na te denken vertrouwen we vaak cruciale data toe aan een partner waarbij we denken dat het veilig is.”

Veilig opgeslagen CJ2 pakt het anders aan. Het bedrijf biedt betrouwbare, flexibele en klantgerichte IToplossingen, die aansluiten bij de behoeften van elk bedrijf. CJ2 heeft een jarenlange expertise in hosting, databeheer en cybersecurity opgebouwd, waardoor het een garantie biedt voor optimale ITprestaties in een veilige digitale omgeving. Het bedrijf beschikt over 3 datacenters in NoordNederland, Groningen, Hoogkerk en de toren in Hoogersmilde, waar data van klanten veilig wordt opgeslagen. Salesmanager Daniël Stalman: „We nemen regelmatig klanten mee naar een datacenter en laten hem of haar zien waar de data

staat opgeslagen. Daar kunnen we open over zijn, omdat wij er van overtuigd zijn dat dit de veiligste manier is om data op te slaan.”

En dat blijkt, alles wat nodig is om de datacenters te laten functioneren is dubbel uitgevoerd. Denk aan de spanningsvoorziening, er zijn 2 volwaardige voedingen, waardoor de kans op uitval minimaal is. Datzelfde geldt voor het netwerk en de koeling. „En we hebben meerdere datacenter locaties, zodat er altijd een back-up is”, voegt Oldenhof toe.

Daarnaast is CJ2 ISO27001 en NEN7510 gecertificeerd, daarmee toont het bedrijf aan in alle lagen van de bedrijfsvoering veilig en zorgvuldig met de gegevens van haar klanten om te gaan. „NEN7510 is met name gericht op de zorg, waarbij persoonsgegevens en medische informatie optimaal beveiligd moet zijn”, zegt Stalman.

Duurzaamheid

„Datacenters hebben een bepaalde naam wanneer het op duurzaamheid aankomt en dat is deels terecht”, legt Stalman uit. „Maar, wij hebben een kleine tweeduizend klanten. Als die allemaal op hun eigen kantoor over een server zouden beschikken, dan vraagt dat bij elkaar opgeteld ook heel veel stroom, wat leidt tot meer uitstoot. Hoe duurzaam is dat? De datacenters gaan juist heel efficiënt met de verbruikte stroom om en innoveren ook volop. Zo gaat de restwarmte van

Jeroen Oldenhof en Daniël Stalman

één van onze datacenters naar Warmtestad, dat 10.000 woningen in de stad Groningen verwarmt. Dus ja, datacenters verbruiken stroom, maar daar gaan we zo goed mogelijk mee om.”

Het onzichtbare werkt

Het wekt geen bevreemding dat vooral ICT afdelingen van bedrijven klant zijn bij CJ2. Oldenhof:„ We zorgen ervoor dat de ICT bij een bedrijf werkt. We kennen onze klanten en zijn 24/7 bereikbaar. Dus, als je belt dan weten we snel wat er speelt en kunnen we het oplossen. We gaan voor de lange termijn relatie, klanten kunnen er op vertrouwen dat de ICT bij ons in goede handen is. We zorgen ervoor dat het onzichtbare deel van ICT werkt en dat de klant zich daar geen zorgen over hoeft te maken.”

Kritisch zijn

„We hebben onze eigen technische oplossingen in huis, zodat we zelf aan de knoppen kunnen draaien”, besluit Oldenhof. „We verschuilen ons dus niet achter derden, wat we leveren is onze eigen techniek. Dat betekent dat we altijd kritisch zijn op diensten die we willen bieden. Dat maakt CJ2 tot een ideale partner voor zowel kleine als grote bedrijven. Klanten zijn altijd verzekerd van innovatieve technologie, open communicatie, persoonlijk contact en een team dat echt meedenkt.”

www.cj2.nl

Frisia Zout: ruimte voor jouw groei en ontwikkeling

Frisia Zout in Harlingen produceert ieder jaar 1,2 miljoen kilo hoogwaardig zout. Er werken 135 mensen in uiteenlopende processen. Het is een bedrijf waar mensen zich kunnen ontwikkelen. Dat ervaart ook Daniëlle Kootstra. Na twee jaar maakt ze de stap van procesoperator naar veiligheidskundige.

Het zijn indrukwekkende hoeveelheden zout en machines bij Frisia Zout in Harlingen. Jaarlijks produceert deze modernste fabriek van Europa 1,2 miljoen zout. Het zout wordt gewonnen uit de aarde drie kilometer verderop. De fabriek in de Harlinger haven verwerkt dat voor verschillende hoogwaardige doeleinden. Naast zout voor de voedings- en chemische industrie, wordt er zout in blokken geproduceerd voor waterontharding. En als de nood aan de man is, wordt een klein deel van de productie ingezet voor strooizout. Bij Frisia Zout werken 135 mensen, in de vijfploegendienst als operator of heftruckchauffeur of in dagdienst bij de technische dient of op kantoor. De meeste van hen wonen in de omgeving, in Harlingen, Waadhoeke of Leeuwarden. Daniëlle Kootstra (26 jaar) is een van hen. Ze woont in Leeuwarden, werkt twee jaar bij Frisia Zout en is net begonnen in haar nieuwe functie.

Daniëlle begon na haar middelbare school aan de opleiding fysiotherapie in Groningen, maar zag zichzelf niet haar leven in dat vak en stopte met studeren. Dan maar eerst aan het werk, dacht ze, en ging in Drachten aan de slag als mechanisch operator, want techniek leek haar wel wat. Dat was thuis al zo, ze hielp regelmatig haar vader, die in de installatietechniek werkt. Toen ze in Drachten als uitzendkracht fors terug moest in uren, werd het tijd voor wat anders. Het uitzendburo hielp haar snel verder. „Zij waren enthousiast over me en belden met Frisia Zout, en zij waren blij dat ik aan de slag wilde als operator. Sjonge, wat een andere wereld, dacht ik toen ik hier voor het eerst rondliep, zo groot en indrukwekkend. Ik ben meteen via Frisia met de opleiding procesoperator begonnen. In het begin moest ik wel even wennen hoor, vooral het op hoogte werken vond ik in het begin wel een beetje eng.”

Een heerlijke baan „Al snel had ik het hier naar mijn zin en leerde ik mijn weg te ontdekken binnen het bedrijf en onze processen. Als operator bewaakte ik met m’n collega’s de verschillende productieprocessen, deed inspecties en zorgde voor klein onderhoud en schoonmaak. We werken er in een vijfploegendienst en die is hier zo georganiseerd dat je lekker veel tijd hebt voor jezelf. De afgelopen twee jaar heb ik zo heel veel geleerd over ons productieproces. Ik ontdekte ook dat er veel ruimte was voor mijn invulling van het werk. Naast alles wat er gewoon iedere dag moet gebeuren, leerde ik om me heen kijken naar wat er misschien anders kon. Konden we in de processen misschien dingen verbeteren, eenvoudiger maken, zorgen voor een schonere werkomgeving, voor minder afval? Zo zijn we steeds meer dingen gaan vastleggen, gaan standaardiseren, controlelijsten gaan maken. Er was aandacht voor wat ik zag en bedacht en zo ben ik gegroeid in de verbreding van mijn rol als procesoperator. Juist die vrijheid, de ruimte die je hebt om je werk op jouw manier in te vullen, het heerlijk buiten zijn een deel van je tijd, ik vond het echt geweldig.”

En toch ben je net begonnen in een nieuwe functie? Daniëlle straalt: „Ik was gewoon heel enthousiast over wat ik allemaal zag aan mogelijkheden in onze processen. Mijn collega die over veiligheid gaat kon wel iemand erbij gebruiken, en toen hebben ze me gevraagd of ik dat wilde doen. Ik ben net twee weken geleden begonnen, dus het is nu nog nieuw, ik moet zelfs weer even wennen aan de dagdiensten. In het nieuwe jaar begin ik weer met een opleiding, Middelbare Veiligheidskunde. Die is gericht op het inventariseren en zorgvuldig aanpakken van

Daniëlle Kootstra

risico’s, het zorgen voor gezondheid en een optimale veiligheid. Dat vind ik leuk, juist omdat ik zie er de afgelopen paar jaar binnen Frisia Zout meer aandacht is gekomen voor het verbeteren van processen en een veilige werkomgeving.”

Ruimte voor ontwikkeling „Ik ben begonnen met de aanpak van incidentmeldingen. Dan kun je denken aan kleine of bijna- ongelukken met bijvoorbeeld heftrucks in de werkomgeving. We kijken zorgvuldig wat het incident is en wat we direct of op termijn kunnen verbeteren. Dat kan gaan over bewustwording of opleiding, maar ook verbetering van de rij- of rijbaanvoorschriften of bewegwijzering. Ik merk nu al dat ik heel veel heb aan mijn twee jaar als procesoperator. Ik ken de mensen, begrijp de processen en zie waar we iets kunnen verbeteren. Veiligheid is enorm belangrijk en ik vind het fijn als ik daaraan kan bijdragen. Als er bijvoorbeeld op werkvloeren teveel zout achterblijft wordt het sneller glad. Daar met elkaar iets aan doen, is heel leuk.”

De ruimte en vrijheid hebben om mogelijkheden binnen je functie en binnen Frisia Zout te ontdekken. Samen kijken welke mogelijkheden er voor jou zijn. Daniëlle groeide na twee jaar door van procesoperator naar veiligheidskundige. „Ik heb sterk het gevoel dat dat bij Frisia Zout hoort: eigenaarschap bij het bedrijf. Straks begin ik in twee jaar aan mijn tweede opleiding. Als je begint als operator, kun je ontdekken wat hier kan. Veel collega’s van me zijn net als ik als operator begonnen. Zo leer je het bedrijf kennen en ontdekken hoe jij je binnen Frisia Zout kunt ontwikkelen.”

frisiazoutharlingen.nl

WIM VAN DE BELD

Hoe houdt Betech zijn hoofd boven water in de economische wereldvijver? De massaproducent van minuscule stalen en kunststoffen onderdeeltjes heeft te maken met een constant veranderende internationale markt. En vooral ook met binnenlandse bedreigingen, aldus directeur Wim van de Beld.

TEKST YKE BREMER

FOTO GERRIT BOER

MET SLIMMER WERKEN BLIJVEN CONCURREREN

Voor Betech was 2024 een uitdagend jaar, geeft Van de Beld toe. Gelukkig ziet 2025 er beter uit, want Betech heeft een paar mooie, nieuwe projecten weten binnen te slepen.

Toch zijn er een paar storende factoren, zoals de stagnatie van de productie van elektrische auto’s, terugloop in de woningbouw en een dalende productie van warmtepompen en zonnepanelen. Markten waarvoor Betech met vestigingen in Hoogeveen, Groningen en Steenwijk veel werk verricht.

Daar komen nog eens de binnenlandse problemen van het groeiende personeelstekort, de stijgende lonen en de mogelijke verdere arbeidstijdverkorting bij. ,,Dat zijn allemaal punten van aandacht waar we steeds meer mee te maken krijgen.”

KENNISMIGRANTEN UIT INDIA

Met name het tekort aan goed opgeleid technisch personeel in Nederland is zorg nummer één, legt Van de Beld uit. Het bedrijf, dat ‘minuscule boutjes, moertjes en nippeltjes maakt in grote aantallen’, kijkt daarom over de grenzen en haalt jongvolwassen kennismigranten uit India om het bedrijf draaiende te houden.

Zonder deze mensen had ons bedrijf een sombere toekomst, geeft de directeur van Betech toe. ,,In Nederland krijg je geen mensen. Sinds een paar jaar halen we universitair geschoold personeel uit India. We zorgen er voor dat hun paspoort, rijbewijs en diploma’s worden omgezet, betalen de overtocht en regelen een woning. Na een half jaar kijken we of het werk wederzijds goed voldoet en dan kan de familie eventueel overkomen. Eén werknemer heeft zijn vrouw al laten overkomen, heeft een kindje gekregen en hier een huis gekocht.”

Via LinkedIn zocht Betech contact met de potentiële werknemers in India. ,,Voordeel is dat ze in India allemaal goed Engels spreken. Verder zijn er veel technische

bedrijven, die ons soort werk doen in de maakindustrie. Het toekomstperspectief in India is een stuk slechter, terwijl ze bij ons veel kansen krijgen. Het is een win-win situatie.”

Ondertussen werken er al zes Indiërs in de Betech-vestiging in Hoogeveen, waar in totaal zo’n zestig werknemers rondlopen. ,,Het is een groot succes. Als het eerste spreekwoordelijke schaap over de dam is, volgen er meer. We kunnen kiezen uit een grote poule mensen. Natuurlijk willen we wel een gezonde mix houden tussen Nederlanders en buitenlanders.’’

HELEMAAL NORMAAL WORDT HET NOOIT MEER

In en na de coronatijd is er veel veranderd, gaat Van de Beld verder. Met dichte grenzen en het vastlopen van een enorm containerschip in het Suezkanaal bleek dat de aanvoer vanuit lageloonlanden in Azië –maar ook andere werelddelen – heel moeizaam werd. Daar komen de Houthi-aanvallen van de laatste jaren op vrachtschepen in de Rode Zee bij, waardoor de containerschepen besluiten om verder om te varen. De kosten voor het transport worden hierdoor alleen maar hoger. De zoektocht naar producenten in Europa nam een vlucht.

Ook Betech merkte de toenemende vraag. In het post-coronatijdperk is de markt weer

Maximaal 80 millimeter groot

Betech is specialist in massa metaal draaiwerk en het draaien, frezen en spuitgieten van kunststof. Het massa draaiwerk vindt plaats in de vestiging in Hoogeveen, het spuitgieten in Steenwijk en het kunststof bewerken in Groningen. De producten zijn minimaal 1 millimeter tot maximaal 80 millimeter groot. De productieaantallen beginnen zo ongeveer bij 5000 stuks tot een paar miljoen per specifiek product. Grofweg worden er per jaar bij Betech zo’n 500 verschillende producten gemaakt met een totaal van 90 miljoen stuks.

enigszins genormaliseerd, aldus Van de Beld. ,,Maar helemaal normaal wordt het nooit weer. Grote bedrijven kiezen voor een spreidingsbeleid en kopen deels in Europa en deels in Azië in om leveringsproblemen zoals in de coronatijd te voorkomen.”

De directeur ziet zelfs een tendens bij bedrijven om steeds meer in Europa te laten produceren. Met name de flexibiliteit van Europese leveranciers is groter. ,,Ze kunnen gemakkelijker meedeinen op de grillen van de markt.”

IMPORTHEFFINGEN OP PRODUCTEN UIT CHINA

De Europese importheffingen op producten vanuit China die er aan zitten te komen op onder andere elektrische auto’s kunnen alleen maar verdere voordelen opleveren voor de concurrentiepositie van bedrijven zoals Betech. ,,De heffing bedraagt iets van 15 of 20 procent en dat zijn precies de marges die voor ons een groot verschil kunnen maken.”

Near shoring – het dichtbij inkopen om de CO2 voetdruk te verminderen – werkt eveneens in het voordeel van Europese bedrijven, vindt Van de Beld. ,,In Europa worden bedrijven gestimuleerd om duurzamer te produceren. Lange transportroutes passen niet in dat beeld. Ondernemingen zoals Betech met een milieucertificaat, die bijvoorbeeld afvalstoffen hergebruiken en zelf energie opwekken, komen zo beter in de markt te staan.”

Mocht Trump zijn voorspelling van een toenemende isolationistische politiek in de Verenigde Staten doorzetten dan heeft Betech daar weinig last. ,,Het is voor ons van geen belang, maar misschien wel voor onze klanten. Door de claimcultuur in Amerika sluiten verzekeringsmaatschappijen leveringen aan dit land voor ons uit. ”

EENVOUDIG WERK ROBOTISEREN

Maar er moet meer gebeuren om de concurrentiepositie te behouden. Zo is Betech constant bezig om eenvoudige

werkzaamheden verder te robotiseren.

Ook wordt er veel geld geïnvesteerd in een eigen softwareplatform dat meer inzicht biedt in de productie op basis van statistieken. ,,Heel concreet berekent het platform bijvoorbeeld hoe lang een machine nog met een bepaald boortje kan werken en wanneer die stuk gaat.”

Door dit voorspellende werk kan één man tot wel vijftien machines alleen bedienen en 24/7 laten draaien. De werknemer werkt overdag, maar de machines produceren rond de klok door. ,,Dit kan doordat de medewerker een melding krijgt als een boortje moet worden vervangen, waarvan voorspeld wordt dat ie het in de nacht zal begeven. Of dat een machinemotor dreigt warm te lopen.”

Ondanks de hogere lonen in Europa kan Betech zo toch concurreren met lageloonlanden. ,,In die landen staat dag en nacht een werknemer bij de machine. Het loon is misschien maar 5 euro per uur, maar dat moet je wel keer 24 vermenigvuldigen. Terwijl bij ons een duurdere werknemer maar acht uur lang meerdere machines kan bedienen.”

Het softwareplatform is ondergebracht in een coöperatie en zonder winstoogmerk beschikbaar gesteld aan andere maakbedrijven. ,,Iedereen kan lid worden van de coöperatie. Er zit geen verdienmodel achter. We hopen het systeem samen verder te optimaliseren, waardoor we slimmer en met minder fouten kunnen werken. Samen staan we sterker’’, aldus Van de Beld.

Klanten, inkopers, toeleveranciers: iedereen kan gekoppeld worden aan het sofwareplatform. ,,Hierdoor kun je nog efficiënter werken. Leveranciers zien zelf wanneer onze voorraden opraken en ze weer materialen moeten aanleveren. Het versterkt onze concurrentiepositie nog verder. We hebben ondertussen al 500.000 euro in het nieuwe systeem gestopt, maar dat gaat het op de lange termijn zeker terugverdienen.”

Judith Le Fevre van Ferr-tech. FOTO GERRIT BOER

Een jaar geleden werd door onze experts voorspeld dat zij de ‘winnaars van 2024’ zouden zijn. Tijd om de vinger aan de pols te leggen. Hebben zij het bijna afgelopen jaar hun belofte ingelost? We vroegen de slagers hun eigen vlees te keuren.

WINNAARS LOSSEN VEEL BELOFTEN IN

KLIPPA

De Groningse scale-up die administratie automatiseert, bestaat komend jaar 10 jaar. Groeicijfers zijn vrijwel al die jaren doodnormaal voor Klippa. En ja, ook 2024 was zo’n jaar, vertelt founder Yeelen Knegtering. ,,We zijn weer hard gegroeid inderdaad. Vooral in Duitsland hebben we onze vleugels verder uitgeslagen. Ook in de Verenigde Staten hebben we veel nieuwe klanten gekregen.’’ En dat is precies wat Knegtering een jaar geleden voorspelde.

Dochterbedrijf Data North, dat zich richt op kennis, implementatie en educatie bij het gebruik van AI voor het digitaliseren en organiseren van werkprocessen, groeide ook flink. ,,Er werken nu twaalf man, dat gaat meer dan goed. Dat moet ook, want in de dynamische wereld van AI gaat alles snel. Kansen doemen overal op, uitdagingen presenteren zich ook rap. Dat is heel leuk.’’

Voor het jubileumjaar verwacht de founder dat de groei doorzet. Hij verwacht veel van uitbreiding in Frankrijk, én in specifieke sectoren. ,,We zijn hard bezig om groter te worden in de overheid en de zorg. Omdat we al een tijd aan de weg timmeren, hebben we de juiste referenties en certificaten. Het zijn sectoren die iets meer van de lange adem zijn, maar als je er tussenkomt, dan ben je ook binnen. Wat dat betreft is komend jaar belangrijk.’’

FERR-TECH

De biochemie-start-up Ferr-tech verovert vanuit Meppel snel gebied. Het bedrijf gebruikt ferraat voor het reinigen van afvalwater. Medeoprichter Judith Le Fèvre voorspelde een jaar geleden dat de omzet in 2024 zou vervijfvoudigen. ,,Dat was nèt iets te optimistisch. Zoals het in een start-up wel vaker gaat: dingen duren net iets langer dan je hoopt. Die exponentiële groei verwacht ik komend jaar.’’

Niet dat afgelopen jaar slecht was. De omzet groeide alsnog met 30 procent. ,,We hebben projecten opgezet bij grote parttijen als Friesland-Campina en draaien veel pilots. De validatietrajecten nemen wat meer tijd en daardoor laten repeterende omzet en klanten ook iets langer op zich wachten.’’

Is dat erg? Ferr-tech vindt van niet. ,,We zijn nu nog beter voorbereid op de grote groei. De software is verder, de processen zijn optimaal, de productiecapaciteit is op orde en de mensen zijn er klaar voor. Je ziet dat de industrie, die lang gewend was aan andere systemen om afvalwater te reinigen, onze oplossing steeds meer omarmt. We vieren in 2025 onze eerste lustrum, en ik denk dat het in alle opzichten een bijzonder jaar wordt.’’

SUSPHOS

Marissa de Boer heeft bijzondere gaven. Wat de oprichter van SusPhos in Leeuwarden een jaar geleden had voorspeld, is precies uitgekomen. Zij noemde 2024 ‘een beslissingsjaar’ voor de start-up die fosfaten uit afvalwater haalt. ,,Een jaar lijkt lang geleden. We leven nu in een andere werkelijkheid. Toen wílden we bezig met het ontwerpen van een eigen fabriek, nu zijn we dat echt aan het doen.’’

Afgelopen februari sloot SusPhos een overeenkomst voor de bouw van een eerste circulaire fosfaatfabriek samen met SNB, de grootste slibverwerker van Nederland. Met SNB en ingenieursbureau Bilfinger Engineering wordt de fabriek nu ontworpen. ,,Dat is een geweldige stap.’’

De fabriek komt op het terrein van SNB op de Moerdijk. De schop zou komend jaar al wel eens de grond in kunnen gaan.

Nog voordat de fabriek er staat, is er al interesse vanuit het buitenland. ,,Dan komt er nog een extra slinger aan uitbreiding over de grens. Terugkijkend

zijn we nu een heel ander bedrijf dan een jaar geleden.’’

VALTES

De Beiler mantelzorg-start-up Valtes maakte afgelopen jaar grote stappen, nadat het eind 2023 al genoemd werd als mogelijke ‘winnaar van 2024’. Dat winnen lukte bijvoorbeeld door het binnenslepen van de Noord-Nederlandse

Zorginnovatie-award. Belangrijker vindt medeoprichter Erjen Derks dat het thema beter op de kaart is komen te staan. ,,Daar heeft Valtes zeker een bijdrage aan geleverd.’’

De start-up bouwt een app waarmee mantelzorgen gemakkelijker en efficiënter wordt. En dat is broodnodig in een tijd waarin steeds meer hulpbehoevende mensen van steeds minder mantelzorgers afhankelijk zijn. ,,Inmiddels hebben we tussen de 6- en 7000 actieve gebruikers. We hebben meer gemeenten aangehaakt en meer zorgaanbieders.’’

Behalve aan de app, werkt Valtes aan sensortechnologie die kan vertellen hoe het met mensen gaat die mantelzorg nodig hebben. Zodat gericht en snel hulp geboden kan worden. ,,Dat ziet er veelbelovend uit. We draaien er al pilots mee binnen organisaties en bij mensen thuis. Ik verwacht dat ons product in de loop van komend jaar voor iedereen te koop is. Ik ben te veel Drent om te zeggen dat we in 2025 ‘een winnaar’ zijn, maar knallen, dat gaan we zeker.’’

Yeelen Knegtering van Klippa, hier met Jort Kelder. FOTO GUIDO HANSMAN
Marissa de Boer van SusPhos. FOTO JAAP SCHAAF
Erjen Derks van Valtes. FOTO PETER WASSING

Ausma & Bobcat: specialisten in intern transport

Ausma Vorkheftrucks in Heerenveen is een begrip in Noord-Nederland op het gebied van intern transport: verkoop, verhuur, service en onderhoud. Het bedrijf is importeur van Bobcat en leverancier van Eureka veeg-en schrobmachines. Henk Graafstra: „Doe wat je zegt, zeg wat je doet.” De klant is koning en service is key.

De oorsprong van het bedrijf ligt in het Drentse Roden en gaat terug tot 1986. Door de jaren heen is het bedrijf uitgegroeid tot een van de grootste leveranciers van heftrucks in Nederland. Sinds 2010 is Ausma gevestigd in Heerenveen, een zichtlocatie inclusief opvallend hoge showroom langs de A32 op het IBF-bedrijventerrein. Boven de grote rivieren heeft het bedrijf zeven dealers, dus Ausma is eigenlijk altijd in de buurt.

Samen met 25 medewerkers bestrijkt Ausma Vorkheftrucks alle noordelijke provincies, inclusief de Waddeneilanden. Alles bij Ausma draait om interne transportmiddelen: verkoop, verhuur, service en onderhoud. Voor iedere branche, van transport, landbouw, food, bouw en metaal tot en met detailhandel en fabrieken. Ausma heeft de focus op kwaliteit en veiligheid en is daarom naast heftrucks ook leverancier van Eureka veeg- en schrobmachines. Zoals expert intern transport Martin Buitenga het zegt: „Een schone werkvloer wordt steeds belangrijker, want alles wat rondslingert op de vloer, kan de wielen van een intern transportmiddel blokkeren of schade veroorzaken. De Eureka veegmachines hebben een uniek filtersysteem dat zorgt voor stofvrij vegen en een schone vloer.”

Ausma is importeur van Bobcat, dat tegenwoordig in opvallende zwart-wit geleverd word. Martin Buitenga: „We zijn heel blij met Bobcat, dat voorheen als Doosan door ons werd geleverd. De ontvangst van Bobcat in de markt is heel goed, iedereen kent het merk, van oudsher van de schrankladers. Wij leveren alle interne transportmiddelen van het merk, dus heftrucks (elektrisch, diesel, lpg), pallettrucks, stapelaars, verreikers en hoogwerkers. Naast het nieuwe aanbod van Bobcat, heeft Ausma een omvangrijk aanbod gebruikt, van verschillende merken zoals Komatsu en Linde. Voor alle gebruikte machines geldt, dat ze volledig gereviseerd zijn en voorzien van een veiligheidskeuring. Voor nieuwe en gebruikte transportmiddelen, geldt dat we verkopen en verhuren. Dat laatste voor zowel de korte termijn van een halve dag als de lange termijn.”

Kwaliteit telt, altijd Onderhoud en service worden steeds belangrijker, stelt Henk Graafstra. Ausma heeft daarvoor eigen transport en zeven onderhoudsbussen op de weg en een uitgebreide werkplaats en voorraad. Of het nu gaat om het uitleveren van een verhuurmachine of het leveren van een gebruikte heftruck, alles wordt door Ausma tot in de puntjes verzorgd. Een blik in de werkplaats leert dat alles voorhanden is, inclusief een eigen spuitcabine. Henk Graafstra: „Wat we doen, doen we goed, kwaliteit telt. Veiligheid is essentieel, gelukkig merken we het bij steeds meer bedrijven. Goed en preventief onderhoud, periodieke keuringen, service-contracten, we doen het allemaal. We hebben goed opgeleide mensen, de werkplaatsen zijn modern uitgerust, we hebben een uitgebreid onderdelenpakket en doen al het onderhoud in eigen beheer. Door ervaring en kennis van de markt en onze klanten, kunnen we bovendien snel schakelen. Repareren op locatie, tijdelijke vervanging, transport heen en weer met eigen vervoer: het werk bij de klant kan doorgaan, wij doen de rest. Om klanten te ontzorgen op locatie, bieden we servicecontracten die onze eigen buitendienst verzorgd, met een 24-uurs service en inclusief keuringen voor veilig en goed werkend materieel.”

Elektrisch, efficiënter, veiliger „Met het toenemend aantal elektrische heftrucks en steeds meer andere elektrische apparatuur, wordt ook daarin de veiligheid steeds belangrijker. Daarom wordt alle elektrische apparatuur en laders voorzien van de verplichte NEN-3140 keuring, stelt expert intern transport Quinten Groenewold. Ausma ziet de toename in elektrificatie de afgelopen jaren steeds verder toenemen. Zeker in het zwaardere segment van heftrucks boven de vier ton, is die toename duidelijk zichtbaar. „Zeker door het toenemend

gebruik van lithiumbatterijen, zie je de belangstelling toenemen. De batterijen zijn onderhoudsarmer en de klant wordt flexibeler, doordat de batterijen tussentijds bijgaleden kunnen worden. Voor steeds meer bedrijven zijn ze interessant en daarom hebben we altijd ook zwaardere nieuwe Bobcats op voorraad.”

Specialisten die van hun vak houden Quinten Groenewold: „Met de nieuwe elektrische Bobcats wordt veiligheid naar een hoger niveau getild. Met functies zoals het Guardian Stability System (GSS) en het Operator Sensing System (OSS) verminderen ze het risico op ongelukken. Niet voor niets adviseren wij een aantal van die systemen standaard te monteren, omdat het de veiligheid op de werkvloer en het bedieningsgemak sterk verhoogt.”

Ervaren mensen in een no-nonsens bedrijf met korte lijnen waar de klant centraal staat en service de sleutel is voor klanttevredenheid. Henk Graafstra: „Je moet gewoon blijven nadenken en samenwerken. We kennen de markt, we kennen onze klanten. We houden van ons vak, we schakelen snel en blijven nuchter.” Nieuw, gebruikt, onderhoud, service , keuring en opleiding: voor alles op het gebied van interne transportmiddelen ga je naar Ausma Vorkheftrucks in Heerenveen.

Voor het behalen van het heftruck certificaat/rijbewijs kunt u vanaf nu ook terecht bij Ausma vorkheftrucks, kijk voor meer informatie op de site www.ausma-vorkheftrucks.nl Of bel: 0513 468080

Vlnr Henk Graafstra - Quinten Groenewold en Martin Buitenga

JANKA STOKER EN HARRY GARRETSEN

DE STERKE LEIDER LEVERT MEESTAL NIET

Donald Trumps zege is inmiddels oud nieuws, maar de talrijke duiders zijn nog volop aan het nakaarten over de uitslag. Wat maakte dat hij won? Waarom zaten de polls er net zo als in 2016 weer naast?

Gelijk voetbalanalisten die na afloop altijd precies weten hoe de wedstrijdvork in de steel zat, heeft ontleding van de strijd tussen Trump en Kamala Harris een hoog ‘wijsheid achteraf’ gehalte. Als Harris had gewonnen waren er ongetwijfeld ook legio Amerika-kenners die haar zege als volstrekt logisch zouden hebben gepresenteerd.

Natuurlijk, veel van de redenen die worden genoemd voor Trumps winst snijden hout: de bovengemiddeld hoge inflatie tijdens de Joe Biden/Kamala Harris-jaren, zorgen over migratie, kritiek op het buitenlandbeleid van de zittende regering en te veel nadruk op de wensen en het denken van de hoger opgeleiden in de Harris-campagne hebben waarschijnlijk allemaal een rol gespeeld.

Maar wie alleen kijkt naar de uitslag van de Amerikaanse verkiezingen, mist mogelijk dat de zege van Trump past in een breder patroon. De afgelopen jaren doen (zelfverklaarde) sterke leiders zoals Trump - maar denk recent ook aan Javier Milei in Argentinië of Herbert Kickl in Oostenrijk - het overal ter wereld goed bij de stembus. Let op, we hebben het hier niet of niet in de eerste plaats over autocratische of dictatoriale regimes, maar over democratieën waarin sterke leiders komen bovendrijven.

Hoewel wereldwijd nog steeds de meeste mensen positief denken over democratieën, laat een recent rapport van de VN zien dat er een gestage toename is in het aantal ondervraagden dat leiders waardeert die de democratie mogelijk ondermijnen. Voor het eerst steunt meer dan de helft van de wereldbevolking dergelijke leiders.

Aanverwant onderzoek van het PEW Research Center in Washington leert dat internationaal de steun voor ‘sterke leiders die beslissingen (denken te) kunnen nemen zonder inmenging van het parlement of de rechtbanken’ gemiddeld 31 procent is – waarbij dit cijfer varieert tussen landen (lager in

de rijkste landen) en tussen groepen burgers (hoger bij lager opgeleiden en burgers met ‘rechtse’ ideeën).

Maar de sterke leider die zonder ‘hinderlijke’ inmenging van het parlement of andere gevestigde instituties beslissingen kan nemen, wordt over de hele linie overal populairder.

De vervolgvraag is waarom kiezers voor dit type politiek leider vallen. Dat heeft alles te maken met onzekerheid, zo blijkt uit onderzoek. Kiezers met een grotere mate van economische (bestaans)onzekerheid blijken vaker sterke leiders te steunen. Ook politieke onzekerheid, in de vorm van het ervaren onvermogen om zelf (nog) politieke processen en uitkomsten te kunnen beïnvloeden, doet de wens naar autoritaire leiders toenemen.

Of het nu economische, politieke of individuele onzekerheid betreft, de verleiding die van dergelijke leiders uitgaat is in de kern steeds gelijk: ze bieden met hun resolute gedrag en de beloofde eenduidige, panklare oplossingen hun volgers structuur en hernieuwde controle over hun bestaan. Daarbij past ook het frame dat ‘vroeger alles beter was’, zoals Make America Great Again van Trump, of de fameuze slogan van aanhangers van Brexit, Take Back Control.

Helaas maken sterke leiders hun grote belofte dat het door hen weer beter zal gaan, zelden tot nooit waar. De cijfers tonen aan dat in autocratische, oftewel niet-democratische regimes, dergelijke machthebbers slecht zijn voor de economische groei van een land; democratieën zijn over de hele linie beter voor de welvaart van een land.

Maar ook binnen democratieën leveren die sterke leiders niet. Recent onderzoek van de Duitse econoom Michael Funke en collega’s in Hamburg naar de effectiviteit van populistische regimes sinds 1900, laat zien dat de economische kosten hoog zijn: vergeleken met niet-populistische landen is het BBP per hoofd van de bevolking na 15 jaar populistisch bewind een fikse 10 procent lager.

Gemiddeld genomen zijn kiezers beduidend slechter af met democratisch gekozen ‘sterke’ leiders. Of Trump zijn kiezers ook gaat teleurstellen staat natuurlijk nog te bezien, maar de voortekenen zijn - niet alleen voor Amerikaanse maar ook voor de Nederlandse economie ongunstig. Het is een treurigstemmende conclusie: de sterke leider levert meestal niet, maar beleeft juist in turbulente tijden, waarin leiderschap wél het verschil kan en zelfs zou moeten maken, hoogtijdagen.

Trump maakte in een interview met het Amerkaanse opinieblad Time eerder dit jaar een veelbetekenende opmerking (als ‘grap’?) over het beëindigen van de democratie in de VS. Op de vraag of hij niet dacht dat dit Amerikanen tegen de borst zou stuiten, zei Trump: ‘Nee. Het tegenovergestelde (…) Ik denk dat veel mensen het leuk vinden.’ Daar heeft hij misschien wel gelijk in.

Het Britse magazine The Economist beschreef dit fenomeen onlangs als de anti-stem richting gevestigde instituties en partijen. Sterke leiders bieden op dit moment kiezers een aantrekkelijk vehikel om de bestaande orde af te breken en te dromen van een door die leider beloofde terugkeer naar de zekerheid van vroeger. Wat dat burgers uiteindelijk echt oplevert is niet minder maar juist meer onzekerheid, waarvan helaas akte.

Janka Stoker is hoogleraar Leiderschap en Organisatieverandering aan de Rijksuniversiteit Groningen en Harry Garretsen is hoogleraar International Economics & Business, samen vormen samen de directie van het expertisecentrum van de Rijksuniversiteit Groningen op het gebied van leiderschap. Zij schrijven op regelmatige basis voor NoordZ over leiderschapskwesties.

Thuis in Friesland, klimaatbewust bouwen

Van Wijnen Gorredijk, een veelzijdige en betrokken bouwer in de regio. Van Wijnen bouwt aan betere, leefbare en duurzame buurten. Van het renoveren van woningen tot het ontwikkelen van wijken en het bouwen van zorginstellingen, scholen, winkels en fabrieken. Joan Veenstra, directeur Van Wijnen Gorredijk over het bedrijf dat landelijk centraal verbonden, maar lokaal dichtbij is. Slagkracht, ondernemerschap, kennis van de lokale markt, betrokken zijn en altijd gericht op de toekomst.

Ontwikkelen, bouwen, renoveren, transformeren en beheren van vastgoed, dat doet Van Wijnen. Joan Veenstra: „We kunnen onze klanten met een breed aanbod van dienst zijn. We bouwen zowel maatwerk als gedigitaliseerde fabrieksmatige woningen. De fabriek is een belangrijke stap in de manier waarop we naar bouwen kijken. In deze tijd van woningnood, schaarste aan grondstoffen en mankracht, fors gestegen bouwkosten en het toenemende belang van circulariteit en energieneutraliteit, hebben we de mogelijkheid om anders te bouwen.”

Aansprekende variatie in projecten

De afgelopen jaren is Van Wijnen Gorredijk in toenemende mate zichtbaar in de regio, constateert Veenstra. Zelf geboren en getogen in Gorredijk, werkt hij met een betrokken ploeg van zo’n tachtig mensen en tal van onderaannemers aan een brede range projecten voor wonen, werken, leren, zorg en recreëren in de regio. Zoals de onderwijsfaciliteit van Firda in het nieuwe Cambuurstadion in Leeuwarden, de nieuwbouw en verbouw van ziekenhuis Nij Smellinghe in Drachten, het gemeentehuis in Joure, de nieuwbouw van twee nieuwe Jumbo supermarkten in Sneek met bovengelegen appartementen en de transformatie van het voormalige kantoor van Alliander in de Leeuwarder wijk Camminghaburen. Veenstra: „In Camminghaburen laten we de breedte zien van ons vakmanschap. We transformeren een gedateerd kantoorpand naar toekomstbestendige woningbouw en ontwikkelen en verduurzamen de omgeving door nieuwe woningen aan de buurt toe te voegen. Het gaat zowel om maatwerk woningen als in de fabriek geproduceerde woningen.”

Op tal van locaties in Friesland werkt Van Wijnen Gorredijk aan verbetering en totstandkoming van woningbouw, vertelt Joan Veenstra. „Woningbouw omvat voor ons vastgoedbeheer, onderhoud en renovatie tot en met nieuwbouw, voor verhuur en verkoop. Zo zorgen we ieder jaar weer voor verschillende woningbouwcorporaties voor het energetisch verbeteren van een deel van hun woningbestand. We realiseren nieuwe woningen voor particulieren tot en met gevarieerde woonwijken zoals Nij Loevestein in Gorredijk. We kunnen heel gevarieerd bouwen dankzij onze woonoplossingen Fijn Wonen, Wij Wonen en Vrij Wonen. Dat maakt Van Wijnen:

we zijn landelijk en centraal verbonden, beschikken over veel kennis en innovatiekracht in de organisatie, we zijn stabiel en krachtig dankzij onze eigenaar HAL Investments en we zijn ondernemend en dichtbij met regionale vakmensen en mooie producten.”

Sneller, goedkoper en schoner „Verduurzaming van de bouw is wezenlijk, het moet naar circulair”, vertelt Joan Veenstra. „Dat speelt voor ons in het hele bouwproces en op iedere projectlocatie. Doe wat je kunt doen, vooral dat. Het is wennen, nadenken en leren hoe iets anders kan. Niet iets weggooien, maar nadenken hoe en wat je kunt hergebruiken. Nadenken over materiaalgebruik: kan het met minder CO2uitstoot en kan het anders, schoner, duurzamer? Hennep als duurzaam isolatiemateriaal is daar een mooi voorbeeld van. In een brede lokale aanpak hebben we in het afgelopen jaar in de keten grote stappen gezet met hennepteelt in de regio. Van productie, de verwerking en het gebruik van hennep als duurzaam isolatiemateriaal. We hebben het gebruikt in het Cambuurstadion, we passen het toe in woningbouw, in nieuwbouw en bij grootschalig onderhoud. Deze regionale aanpak in de keten maakt verduurzaming heel concreet, tastbaar en zichtbaar.”

Joan Veenstra: „Je ziet de afgelopen paar jaar verduurzaming betekenis en inhoud krijgen. Het vergt een andere manier van denken en het is een kwestie van doen. Het zou enorm helpen als we de komende jaren stappen zetten naar meer registratie, normering en effectief prijsbeleid.”

Betrokken en dichtbij Bewuster en meer circulair bouwen, bijdragen aan het ontwikkelen van duurzamere materialen en een digitaal aangestuurde woningfabriek. De bouw verandert onmiskenbaar. Hoe zit dat met de mensen in de bouw? Joan Veenstra: „Je ziet de

omslag in het denken, in bewustwording. Jongere generaties denken ook anders. We gaan mee in een nieuwe balans tussen werk en privé. We leiden mensen op, van nieuwe en jonge vakkrachten in de bouw tot en met het omscholen naar het mooie vak van bijvoorbeeld calculator. Bij bewustwording hoort ook dat we als bouwsector beter zichtbaar zijn en aantrekkelijk blijven voor mensen om in de bouw te werken. Voor ons betekent het ook dat we onze maatschappelijke rol nemen, door bijvoorbeeld het geven van lessen op scholen, het meewerken aan de Baas van Morgen en het ondersteunen van verenigingen in de regio. Maar ook dat we maatschappelijke projecten verbinden aan onze bouwprojecten, zoals bijvoorbeeld het meewerken aan de Skjin Wetter opruimactie in gemeente De Fryske Marren als onderdeel van het bouwproject Gemeentehuis Joure. Of samen met de leerlingen van MFA De Tynje vogelhuisjes maken, die geproduceerd waren door Stichting Maatwurk uit Gorredijk.”

„Onlangs hebben we in het nieuwe padelcentrum van Sportstad in Heerenveen onze eigen Van Wijnen-padelbaan in gebruik genomen. Die is beschikbaar voor onze mensen wanneer zij het willen. Ik zie nu al dat steeds meer collega's daar gebruik van maken. Het past in wie we zijn, versterkt het teamgevoel en hoe we kijken naar elkaar en willen bijdragen aan onze omgeving. Van Wijnen Gorredijk bestaat uit een mooie ploeg mensen met een sterk teamgevoel, we zijn in de breedte lokaal betrokken. En we zijn een flexibele bouwclub die klein genoeg is om te kunnen ondernemen in regionale projecten en groot genoeg is om de uitdagingen van de bouw aan te gaan .”

www.vanwijnen.nl

Nieuwbouw Firda Leeuwarden

Omnyacc: de keus voor lokaal ondernemerschap

Omnyacc in Leeuwarden groeit. De combinatie van een brede adviesorganisatie en sterk lokaal ondernemerschap werpt zijn vruchten af. Het biedt meer adviesmogelijkheden en een breder perspectief om talent vast te houden en door te ontwikkelen. De volgende stap lonkt. Vier specialisten van het ondernemersloket van Omnyacc Leeuwarden vertellen over het vinden van balans en het maken van keuzes.

Bij Omnyacc draait het om meer bieden dan alleen traditionele accountancy en advies. Het kantoor heeft ook gespecialiseerde kennis in huis op het gebied van arbo, pensioenen, familyoffice zaken, strategisch advies en begeleiding bij bedrijfsovernames. Dat is Omnyacc: hét loket voor ondernemers.

Tegelijkertijd blijft Omnyacc Leeuwarden investeren in haar controlepraktijk. Deze focus heeft geleid tot een groeiend aantal grotere mkbbedrijven als klant. Hierdoor plukt Omnyacc Leeuwarden de vruchten van haar inzet op excellentie binnen het eigen vakgebied. Het onderscheidend vermogen van Omnyacc zit echter niet alleen in de dienstverlening aan ondernemers, maar ook in de aanpak en organisatie. "Onze klanten profiteren van de benodigde schaalgrootte, terwijl we lokaal georganiseerd zijn. Het ondernemerschap dat iedere vestiging van Omnyacc kenmerkt, vertaalt zich in focus, korte lijnen en betrokken mensen. We werken op een manier die ondernemers begrijpen," aldus Marco Keizer, belastingadviseur en partner bij Omnyacc Leeuwarden.

Registeraccountant in de regio Korte lijnen, snel schakelen en een breed dienstenpakket. Antwoord willen en kunnen geven op alle vragen waarmee ondernemers aankloppen. Door naast het brede dienstenpakket sterk in te zetten op de controlepraktijk, is Omnyacc Leeuwarden gestaag gegroeid naar ruim 65 mensen.

Registeraccountant Mathijs de Groot maakte na jaren bij een landelijk accountantskantoor de overstap naar Omnyacc Leeuwarden: „Als registeraccountant in de regio komt voor mij het beste samen. Onze aanpak in de controlepraktijk, met sterke teams vanuit drie kantoren, werkt uitstekend. Wij zitten niet alleen letterlijk dichtbij de klant, maar zijn als specialisten uit verschillende disciplines veel meer betrokken bij de ondernemer en zijn bedrijf. Die ruimte voor inhoudelijke focus en persoonlijke betrokkenheid geeft mij veel voldoening. Onze platte organisatie zonder bureaucratie betekent korte lijnen tussen de klant en ons als specialisten, en bied ons meer vrijheid en verantwoordelijkheid. Mkbondernemers herkennen dit en voelen zich thuis bij onze organisatie en werkwijze.”

Chris van Buiten, registeraccountant en partner bij Omnyacc Leeuwarden, kan het beamen. Hij maakte al jaren geleden de overstap van ‘landelijk’ naar Omnyacc: „Onze controlepraktijk is misschien wel het best bewaarde geheim van Friesland.”

Als registeraccountant in de regio haalt Mathijs de Groot nu zijn hart op. Gedreven door de inhoud profiteert hij van de schaalgrootte die Omnyacc biedt, terwijl hij in Leeuwarden de vrijheid heeft om zelfstandig keuzes te maken voor zijn klanten. Bovendien werkt hij in een

bedrijf waar geen ‘muurtjes’ tussen afdelingen bestaan. „We hebben onze vaste klanten, die hun eigen aanspreekpunt hebben. Het is overzichtelijk en efficiënt. De balans die we hebben, door de manier waarop we vanuit lokaal ondernemerschap zijn georganiseerd en door de investering in goede teams van specialisten, zorgt voor een gezonde balans tussen werk en privé. Gewoon zonder overuren je werk plezierig en goed kunnen doen, is erg prettig en het komt de klant altijd ten goede.”

Omnyacc Leeuwarden is de meest noordelijke vestiging van Omnyacc, waar in totaal zo’n 300 mensen werken, verspreid over acht kantoren. Het succes van lokaal ondernemerschap in accountancy en adviesdiensten heeft volgens Omnyacc Leeuwarden de toekomst. „Dat betekent ook dat we daar willen zijn waar de specialisten van straks al zijn. Groningen is in dat opzicht een logische stap,” zegt Harold Steunebrink, partner en pensioen- en HRM-adviseur bij Omnyacc Leeuwarden. „De toekomst zal ook voor accountancy en dienstverlening betekenen dat technologie, zoals AI, een nog grotere rol gaat spelen. Daardoor groeit het aantal specialisten in een grote diversiteit aan vakgebieden. Die mensen hebben we nodig om het loket voor ondernemers te zijn zoals we dat willen zijn. Relevant blijven voor je klanten, betekent relevant blijven voor je mensen. De wereld wordt complexer en kennis wordt steeds belangrijker. Wij geloven in dichtbij, betrokkenheid bij ondernemers én elkaar en in

persoonlijke relaties. We stimuleren verantwoordelijkheid en bieden de vrijheid om je te ontwikkelen. De vraag is: wat wil en kun je betekenen in jouw vakgebied, of dat nu accountancy, HRM of fiscaliteit is? Excelleren in de vakgebieden die Omnyacc biedt, vraagt om een stap naar die toekomstige specialisten. Groningen is daarom, naast Leeuwarden, een logische keuze om ons op te richten.”

Omnyacc Leeuwarden is hét loket voor ondernemers. Van accountancy, audit, fiscaliteit, arbeidsrecht, salarisadministratie, verzekeringen en pensioen tot HRM. Het is een plek waar betrokken specialisten hun passie kunnen volgen en waar volop ruimte is om je verder te ontwikkelen en te specialiseren. Een bedrijf dat draait op ondernemerschap en initiatief. Het bied een werkomgeving waarin je wordt opgeleid, perspectief hebt en samenwerkt in een platte organisatie. Met een combinatie van flexibiliteit en een scherpe focus op inhoud kun jij samen met je collega’s het verschil maken voor ondernemers. Ze staan voor betrokkenheid, een gezonde werkprivébalans en ruimte voor ontspanning. Omnyacc Leeuwarden nodigt je uit om jouw rol te pakken en zelf de regie te nemen over jouw toekomst. omnyacc.nl

Mathijs de Groot, Harold Steunebrink, Marco Keizer en Chris van Buiten

In de voormalige busremise in Emmen bruist het van de ideeën en innovaties. Sinds eind vorig jaar huist de Greenwise Campus in het pand. Daar werken onderzoekers, studenten en bedrijven samen aan allerlei innovatieve en duurzame oplossingen, waaronder circulaire plastics.

VINCENT VOET EN RUDY FOLKERSMA

PLANEET SCHREEUWT OM HERGEBRUIK PLASTIC

TEKST GEERTRUID PEENE FOTO’S BOUDEWIJN BENTING

Dat de verschillende partijen die bezig zijn met circulaire plastics bij elkaar kunnen komen is belangrijk, zegt Cor Kamminga, portfoliomanager bedrijven bij Greenwise. „Het levert meer op als je fysiek bij elkaar zit.”

Dat beamen ook Vincent Voet en Rudy Folkersma, beiden lector Circular Plastics aan de NHL Stenden. „We zijn steeds vaker hier op de campus te vinden”, zegt Voet. Hij verwacht dat dit nog verder zal toenemen naarmate de campus groeit. Binnenkort zullen er namelijk ook laboratoria te vinden zijn in het gebouw.

„We werken bijvoorbeeld samen met een bedrijf dat polymeren maakt uit reststromen”, zegt Voet. Micro-organismen die in afvalwater zitten kunnen biopolymeren maken. „Deze polymeren kunnen uiteindelijk ook weer afbreken als ze in de natuur terechtkomen. We onderzoeken daarom onder welke omstandigheden dat gebeurt.”

De laboratoria zijn er nog niet, maar voorbeelden van gerecycled plastic wel. Vlak bij de ingang zijn bijvoorbeeld kleurrijke 3D-geprinte bloemen van gerecycled plastic te vinden, een aandenken aan een bloemenweide met duizenden plastic bloemen op Koningsdag dit jaar. Ook de stoelen zijn van gerecycled plastic en Folkersma tovert uit het niets een paar staaltjes tapijt van gerecycled materiaal tevoorschijn.

Het is niet alleen belangrijk om te zoeken naar nieuwe bio-plastics: ook het oude plastic wat er al is kan opnieuw worden gebruikt. „Er is al veel afval dat eigenlijk waardevolle grondstoffen bevat”, lacht Voet. „Vaak kijken we nu naar het eind van de keten en zijn we daar problemen aan het verhelpen die aan het begin van de keten zijn veroorzaakt. Daarom richten wij ons ook op circulair design. Dat is noodzakelijk om de kringloop te sluiten.”

Het recyclen van plastics kent nog veel uitdagingen. In sommige gevallen is het recyclen eenvoudig, zoals bij frisdrankflessen. „Frisdrankflessen kun je chemisch recyclen”, legt Folkersma uit.

„Door een chemisch proces krijg je de oorspronkelijke uitgangsstoffen en kun je weer nieuwe PET produceren om flessen te maken.” Het inleveren van flessen in ruil voor statiegeld wordt daarnaast ook door consumenten omarmd.

Plastic wordt veel gebruikt als verpakkingsmateriaal. „Daar worden niet alleen heel veel verschillende plastics voor gebruikt, maar vaak zijn ze na afloop ook vervuild”, zegt Folkersma. Dat maakt het scheiden en opnieuw gebruiken een uitdaging.

FAILLISSEMENTEN MAKEN KOPSCHUW

„Het eigenaarschap en verdienmodel van de ideeën vormen nog een zoektocht”, zegt Kamminga. Het op kleinere schaal uittesten en dat initiëren is binnen onderzoeksbudgetten vaak wel te realiseren volgens hem. „Maar als je de stap wilt zetten naar productie, dan heb je voor langere tijd productie nodig op grotere schaal.”

Er is heel veel wet- en regelgeving op het gebied van circulariteit, vooral rondom plasticstromen, zegt Kamminga. Die wetgeving kan niet snel worden aangepast om nieuwe dingen op grotere schaal uit te rollen. „Voor ondernemers leidt dat tot onzekerheid. Kan ik wel een boterham

hiermee verdienen en er ook rendement uit halen?”

„We hebben het veel over circulaire plastics, maar qua opschaling staat het aan het begin”, zegt Kamminga. „De afgelopen tijd waren er behoorlijk wat faillissementen, ook bij bedrijven die zich bezighouden met plasticrecycling. Dat heeft best veel impact en maakt zowel ondernemers als financiers kopschuw om daarmee aan de slag te gaan.”

DE POLITIEK IS TE LAAT Internationaal gezien botsen verschillende landen als het gaat om afspraken maken over het gebruik van plastic. Eerder deze maand lukte het op een VN-top in Zuid-Korea niet om tot een plastic-akkoord te komen, hoewel veel landen dat wel willen. Een aantal olieproducerende landen lag dwars.

Toch is dat geen signaal om ontmoedigd te raken, vinden de pioniers bij de Greenwise Campus. „Het laat zien dat de circulaire industrie ook echt terrein wint”, zegt Kamminga. ,,Als iets echt impact dreigt te hebben, dan voelen ze zich sneller aangevallen. Dat is nu zichtbaar bij de olieproducerende landen.”

„In Nederland zijn we voorlopers op het

gebied van het recyclen van plastics. Toch kan dat nog niet concurreren met virgin plastics”, zegt Folkersma. „Er wordt gezegd dat de voorlopers te vroeg zijn en dat de tijd er nog niet rijp voor is. Het probleem is echter dat de politiek te laat is. Het moet sneller. We hebben maar één planeet.”

Dat het internationaal lastig is om harde afspraken te maken, betekent niet er geen internationale samenwerking is. Ook de impact van de Greenwise Campus reikt verder dan het Noorden, vertelt Voet. Soms worden er in Emmen inzichten opgedaan die misschien niet direct toepasbaar zijn. „Kennis is onze handel, dat delen we met een specifiek bedrijf of we schrijven er een artikel over zodat het voor iedereen beschikbaar is. Anderen kunnen het dan zelf verder ontwikkelen.”

50 PROCENT GERECYCLED

„Het is ook een manier waarop je als Europa kunt concurreren”, zegt Folkersma. Vanuit economische perspectief alleen al is dat volgens de lectoren de moeite waard. „Voor als de olie opraakt of als de prijs omhoog gaat. Dan heb je alles al klaarliggen”, zegt Voet.

„Willen we een stap voorwaarts maken, dan ligt er een grote verantwoordelijkheid bij de Europese Unie en daarnaast bij de landelijke overheid”, zegt Kamminga.

Ideeën daarvoor hebben ze genoeg. „Je zou kunnen werken met een CO2-taks waarbij olie-gebaseerde kunststoffen meer worden belast dan bio-gebaseerde of gerecyclede kunststoffen”, zegt Folkersma. „Of regels maken op het gebied van recyclaat in kunststofproducten. Bijvoorbeeld dat 50 procent daarvan gerecycled moet zijn. Dat is een begin”, vult Voet aan.

Veel tijd gaat dan ook naar het zoeken van subsidies om de ideeën samen verder door te kunnen ontwikkelen, zegt Kamminga. „We zijn daarnaast aan het werken aan de samenwerking met andere regio’s, ook binnen Europa.”

„We willen ook een broedplaats zijn en het ontstaan van start-ups stimuleren op het moment dat studenten goede plannen hebben”, zegt Folkersma. Samen lopen ze graag voorop, maar desondanks hopen dat de rest zich snel aansluit. Want nogmaals: „We hebben maar één planeet.” Cor Kamminga, portfoliomanager bedrijven bij Greenwise.

‘Accountant moet veel meer naast de ondernemer staan’

„Een jaar met heel veel dimensies.” Zo kijkt Arjen van Braak van Van Braak Accountants terug op 2024. „We denken positiever over de economie, dan dat die in werkelijkheid is. Wat dat betreft houden we onszelf een beetje voor de gek.” Hij kijkt daarbij vooral naar de situatie waarin veel MKB-bedrijven zich bevinden. 2024 werd gekenmerkt door een tekort aan personeel, hoge lasten en een productiviteitsgroei die vrijwel tot stilstand kwam, waardoor de concurrentiepositie en winstgevendheid van veel bedrijven onder druk staat.

Biedt 2025 dan betere vooruitzichten? Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek, dat onderzoek deed naar de verwachtingen van het midden- en kleinbedrijf, gaan ondernemers weliswaar meer personeel aannemen en meer investeren. Maar, deze verwachtingen zijn minder positief dan een jaar geleden. Verder blijft het ondernemersvertrouwen onveranderd licht negatief. Dat hoort Arjen van Braak ook wanneer hij ondernemers bezoekt. „Je ziet nu al dat het overal wat minder druk wordt, waardoor dit jaar bijvoorbeeld veel winkelketens zijn omgevallen. Ondernemers hebben daarnaast te maken met een toenemende regeldruk, die het ondernemen er niet gemakkelijker op maakt.”

Verder wijst hij op de loonsverhogingen in 2024. „We denken met elkaar dat we rijker worden, maar in feite worden we steeds armer. We kunnen eigenlijk steeds minder doen met ons geld. Dat heeft vooral met inflatie te maken, maar ook allerlei andere dagelijkse zaken die steeds duurder worden. En dan heb ik het nog niet over klimaatmaatregelen die veel geld kosten, maar die onze concurrentiepositie ten opzichte van andere landen er niet beter op maakt. Eigenlijk prijzen we onszelf uit de markt, het is niet voor niets dat wij veel bezorgde ondernemers spreken.”

Krapte arbeidsmarkt

Dat wordt onderschreven door het aantal kleine ondernemers dat overweegt te stoppen. Uit onderzoek blijkt dat 1 op de 3 kleine ondernemers overweegt om te stoppen met het bedrijf of het te verkopen. Als redenen worden toenemende regeldruk, financiële instabiliteit en lagere winst gegeven. „En daar komt nog bij dat goede medewerkers worden weggekocht door de grotere ondernemingen. Door de krapte op de arbeidsmarkt zijn die niet zo gemakkelijk te vervangen.” De krapte is een niet te onderschatten oorzaak van de geringe groei van de economie. „Het is niet voor niets dat talloze restaurants dit jaar met kerst niet open zijn, omdat ze gewoon onvoldoende personeel hebben.”

„Wij zijn als accountant veel onderweg en komen dan de meest vreemde zaken tegen”, gaat Van Braak verder. „Zo verbaas ik me er altijd over hoe slecht ondernemers bepaalde zaken hebben geregeld. En ja, daar mag hij zijn accountant op afrekenen.” Als voorbeeld noemt hij een bedrijf waarbij een werknemer die bij het moederbedrijf op papier stond, werkzaamheden ging verrichten voor een dochterbedrijf. „Daar ontstond vervolgens een calamiteit, maar toen de ondernemer zijn verzekering wilde inschakelen, bleek deze niet uit te keren, omdat het bij het dochterbedrijf gebeurd was. En daar was de betreffende medewerker niet voor verzekerd. Kortom, denk erom dat je WA-verzekeringen op orde zijn. Wij komen veel te vaak tegen dat dit niet het geval is.”

Tips

En zo heeft Van Braak nog wel meer tips, zo aan het einde van het jaar. „Zorg ervoor dat er nog dit jaar interim dividend, dat is een tussentijdse uitkering aan aandeelhouders, wordt uitgekeerd. Dat de moeder BV meer vorderingen op de

dochter BV’s krijgt, waardoor de financiële betrokkenheid en controle toeneemt, dat geeft meer zekerheid. Doe vanuit de moeder BV een dividend uitkering van maximaal 134.000 euro aan de directeur-grootaandeelhouder. Zorg ervoor dat in deze maand de premie arbeidsongeschiktheidsverzekering voor 2025 betaald wordt.”

Verder heeft Van Braak nog een aantal tips voor de directeur-grootaandeelhouder met kinderen. „Zorg er op tijd voor dat de moeder BV wordt gesplitst in meerdere BV’s en maak tijdig een familiestatuut, waarin staat beschreven hoe je kinderen in de toekomst om dienen te gaan met aandelen die hen geschonken zijn of die ze hebben geërfd.”

Wachtwoorden

„Tenslotte: leg je wachtwoorden vast, ook in je

directe omgeving, er kan altijd iets gebeuren waardoor je deze snel nodig hebt. Daarnaast adviseer ik altijd om het testament en het levenstestament te toetsen. En zorg dat je verzekeringen op orde zijn en hoog genoeg zijn om eventuele schade te dekken. Daarbij is het ook van belang dat de tenaamstelling in orde is.”

Bij dit alles kan de accountant een rol spelen. Sterker nog, Van Braak vindt het de taak van de accountant om de klanten op zaken te wijzen die er te doen. „Niet voor niets horen wij regelmatig van nieuwe klanten: ‘waarom wist ik dat niet eerder’. Dat is de manier waarop Van Braak Accountants wil opereren.”

www.vanbraakaccountants.nl

06-22996506

06-53734363

Arjen van Braak, accountant

EELKO HUIZINGH

REVOLUTIE IN 2025?

Verandering is van alle tijden. Ook het idee dat we juist nu leven in tijden van grote verandering is van alle tijden. Het grappige is dat we de neiging hebben technologische veranderingen op korte termijn te overschatten en die op lange termijn te onderschatten. Dat gebeurde in het verleden met de opkomst van internet, het gebeurt nu weer met AI, kunstmatige intelligentie.

Bij de geboorte van nieuwe technologie voorspellen visionairs en goeroes revoluties. Niets zal meer hetzelfde blijven. Bij de opkomst van internet werd gedacht dat we alles wat online kon, binnenkort ook online zouden doen. En dat valt vervolgens tegen. Niet per se omdat iets toch niet mogelijk blijkt: de coronaperiode leerde ons dat we heel veel online kunnen.

Maar corona leerde ons ook dat we heel veel liever niet online doen. Denk aan onderwijs, werkoverleggen en tijd doorbrengen met familie en vrienden tot en met begrafenissen.

Toch kun je de invloed van internet moeilijk overschatten. Denk aan hoe we werken en de vervagende grenzen tussen werk en privé, of aan hoe we met elkaar communiceren, ons vermaken en aankopen doen. Alleen al in de eerste helft van dit jaar kocht meer dan 80 procent van de Nederlanders iets online, een record. Of denk aan Blokker, Bristol, Esprit, Handyman, Perry Sport en Big Bazar: al deze winkelketens gingen recentelijk over de kop.

Maar toch, technologische revoluties worden bijna net zo vaak voorspeld als dat ze uitblijven. Recente voorbeelden zijn blockchain, robots en internet of things. De redenen zijn divers en betreffen onder meer kinderziekten, gebrek aan kennis en praktisch bruikbare hulpmiddelen, te weinig aandacht voor de context van toepassingen en overschatting van de snelheid waarmee veranderingen plaatsvinden.

Na de hype volgt bezinning. We realiseren ons het gat tussen visioen en werkelijkheid, maar ook dat de nieuwe technologie in sommige situaties heel bruikbaar is. Het is de fase van vervanging. Zo zijn email en informatie opzoeken heel eenvoudige internettoepassingen maar ze zorgden er wel voor dat steeds meer mensen en bedrijven online kwamen. We gebruiken de nieuwe technologie dan waar deze aantoonbaar beter is dan een oude technologie.

Dit is ook de fase waarin AI zich nu bevindt. Gekeken over de gehele economie heeft AI nog nauwelijks invloed. Maar in specifieke situaties is de impact groot. Denk aan vertalers en schrijvers van marketingteksten of aan onderwijs en juridische dienstverlening. Ook acteurs die de eindjes aan elkaar konden knopen door reclameboodschappen in te spreken merken dat hun broodwinning in rap tempo verdwijnt.

Pas op lange termijn heeft nieuwe technologie een transformerend effect. Dan zorgt het voor onvoorziene effecten. Zo zorgde de pil niet alleen voor geboortebeperking maar ook voor emancipatie van de vrouw. Globalisering leverde ons enorme welvaartsgroei maar ook corona.

De auto maakte niet alleen sneller vervoer mogelijk, maar ook dat ik nu ruim 30 kilometer van mijn werk kan wonen.

Kijk je over langere tijd dan zijn de veranderingen altijd groter. Neem supermarkten. Precies 50 jaar geleden werd de eerste streepjescode in een Amerikaanse supermarkt gescand, van recenter datum zijn zelfscankassa’s, betalen met je telefoon en online bestellen. Hierdoor hebben supermarkten minder personeel, veel minder contant geld en nu ook bezorgdiensten.

De enige constante is verandering. Hoewel iedereen dat weet, is verzet tegen verandering ook van alle tijden. We danken daar zelfs het woord sabotage aan. Dit is afgeleid van het Franse woord voor klompen, les sabots. Opstandige arbeiders die ruim een eeuw geleden overbodig dreigden te worden door mechanisatie, blokkeerden de duivelse machines door er een klomp in te gooien.

Het mocht niet baten.

Verzet tegen onvermijdelijke verandering is als een Don Quichot vechten tegen windmolens. Dit geldt ook

Dr. Eelko Huizingh werkt bij de vakgroep Innovatiemanagement & Strategie van de Rijksuniversiteit Groningen en is auteur van het boek ‘Innovatiemanagement’.

Digitale Innovatiehub Gasunie: Bedrijven en studenten werken samen aan innovatieve oplossingen

Gasunie staat voor enorme uitdagingen in de energietransitie. Daarin wil het bedrijf haar medewerkers zo goed mogelijk ondersteunen met de meest geavanceerde tools. Dat was de reden om het project New Tech Lab, onderdeel van de Digitale Innovatie Hub van Gasunie, op te zetten. New Tech Lab zit in de learning community van de Digital Society Hub van de Hanze. Zo ontstaat een omgeving waarin studenten en medewerkers van Gasunie worden aangemoedigd om samen te werken en innovatieve oplossingen te bedenken.

„Op deze manier koppelen we vraagstukken uit onze business aan studenten. De eerste resultaten zijn veelbelovend”, zegt Bregje Reitsma, projectmanager en eindverantwoordelijk voor New Tech Lab. „We zijn anderhalf jaar geleden met New Tech Lab gestart, waarbij het draait om samen leren en experimenteren”, gaat ze verder. „Natuurlijk moest het idee eerst landen binnen de organisatie, maar al snel kwamen de eerste vragen binnen. Die worden vervolgens door ons in een opdracht omgezet, waarna studenten er mee aan de slag kunnen.”

„Voorbeelden van vraagstukken die we onderzoeken zijn bijvoorbeeld: welke kansen er zijn voor VR en/of AR in de onboarding van technici? Een beginnend technicus bij Gasunie loopt zo’n vijf jaar met een ervaren technicus mee. Met behulp van een VR of AR bril kan de inwerktijd wellicht worden verkort.”

Verbinden

Andere vraagstukken zijn: Kan generatieve AI helpen met onze werkprocessen? Welke kansen biedt robotica en kunnen we misschien gamification inzetten? „We zien dat studenten vaak net even anders tegen vraagstukken aankijken, noem het creatiever, en vervolgens met

verrassende oplossingen komen.” Verder worden er regelmatig congressen, hackatons en challenges georganiseerd. “Waar mogelijk willen we professionals en studenten verbinden.”

Coördinator Caro Jongert zorgt dat de Digitale Innovatie Hub goed functioneert. „Zowel intern als extern probeer ik verbindingen te leggen. Dat was in het begin wel lastig. Er zijn verschillende manieren waarop je kunt innoveren, de manier waarop wij het hebben georganiseerd is wel nieuw. We zijn op een gegeven moment gewoon begonnen en het ene project gaat ook beter dan het andere. Het heeft tijd nodig.”

Uitdaging De energietransitie van aardgas naar toekomstige energiebronnen zorgt voor een grote uitdaging binnen Gasunie en een enorme hoeveelheid werk. „Met behulp van de Digitale Innovatie Hub van Gasunie willen we al het werk dat moet gebeuren behapbaar maken. De ideeën over hoe we dat moeten organiseren zijn er, maar de uitvoering is nog wel ingewikkeld. Innovatie hoeft niet per se iets nieuws te zijn. Soms is het een kwestie van het toepassen en/of combineren van technische ideeën en dat gaan uitvoeren. Kortom, we brengen het idee naar de realiteit, dat is wat we willen faciliteren.”

New Tech Lab is een living lab; een fysieke en virtuele plek waar onderzoek, onderwijs en praktijkgerichte bedrijven samenwerken aan complexe vraagstukken uit het werkveld of de samenleving.

Veiligheid

Bij alles wat Gasunie doet blijft veiligheid voorop staan. „Dat willen we te allen tijde kunnen borgen”, zegt Caro. Dat is niet zo vreemd. Immers, Gasunie werkt met aardgas en inmiddels ook met waterstof. Dat brengt bij onjuist gebruik grote risico’s met zich mee. Het bedrijf wil incidenten, denk aan lekkages, explosies of schade aan het milieu voorkomen, voor de eigen medewerkers, maar zeker ook voor inwoners en de omgeving. „Daarom vormt veiligheid binnen Gasunie de basis voor een duurzame en betrouwbare energievoorziening.” Ook daarbij speelt de Innovatie Hub een rol. Zo wordt bijvoorbeeld onderzoek gedaan naar de inzet van een robothond die lekkages of andere afwijkingen kan opsporen.

Samenwerken

De roep en vraag om verbinding tussen allerlei organisaties op het gebied van innovatie neemt toe. „Om de energietransitie waar te maken, moeten we veel meer samenwerken”, gaat Caro verder. „Dat brengen we al in de praktijk. Zo hebben we onlangs een projectgroep met diverse netbeheerders en hogescholen opgezet. Die samenwerking zie je ook met collega bedrijven in Europa terug. We zijn veelal met dezelfde dingen bezig en het is niet verstandig om het wiel opnieuw uit te vinden.”

Dat er voor de energietransitie veel technici nodig zijn behoeft geen nader betoog. „Ook om die reden kan New Tech Hub van pas komen”, zegt Bregje. „Ten eerste omdat het aantal technici dat in de toekomst beschikbaar is relatief beperkt is, maar we willen het werkpakket voor de mensen die we wel beschikbaar zijn ook beheersbaar houden.”

„We leren van elkaar en zetten veel in beweging”, besluit Caro. „Dat is nodig, want er is veel te doen om de uitdagingen van de toekomst te kunnen tackelen. Dat willen we zoveel mogelijk samen doen, omdat de kans op succes dan het grootst is.”

www.gasunie.nl

Caro Jongert en Bregje Reitsma

Honderden start-ups zien jaarlijks het levenslicht. Veel daarvan groeien op tot een stabiele onderneming, sommige stranden vroegtijdig, een heel klein deel verovert de wereld. Wie zijn die starters, wat willen ze, wat doen en laten ze ervoor, waar willen ze heen? Start Me Up duikt in een wereld vol beloften, onzekerheid, doorzettingskracht, visie en hard werken.

G2C (Gateway to China)

Een geweldig dancefeest, bovenop de Chinese Muur. Die ervaring in 2014 ligt aan de basis van de Groningse start-up Gateway to China (G2C). ,,Ik werd meteen verliefd op de ontluikende underground- scene daar. Het is anders. Ze willen dansen op nieuwe muziek en leren hoe dat het beste gaat’’, vertelt Merlijn Poolman. De huidige Nachtburgemeester van Groningen liet zijn ‘pure ervaring’ een paar jaar voor wat ze was.

Tot het Amsterdam Dance Event van 2017. Daar had hij zijn eigen event met een Chinees tintje. Om Nederland – en de rest van de wereld – ook kennis te laten maken met de scene in China. Een brug slaan, daar ging het om tijdens het event in twee conferentiezalen, dat hij organiseerde samen met het aan de Rijksuniversiteit verbonden Confucius Institute in Groningen.

TRITS AAN SOCIALS ,,Ik raakte geïnteresseerd in hoe het werkt in China. Facebook en Instagram mogen er officieel niet, dus ik vroeg me af: hoe houden die artiesten hun publiek dan op de hoogte. En hoe worden artiesten überhaupt gevonden? En nog specifieker: hoe kunnen artiesten van hier daar een publiek opbouwen?’’

Poolman zocht het uit en werkte vanaf 2018 voor steeds meer artiesten. Waar insta tegenwoordig het belangrijkste kanaal is voor dj’s hier, bestaat er in China een trits aan socials die daarvoor gebruikt worden. Afhankelijk van de artiest, het type publiek en meer. Poolman: ,,Hartstikke lastig om daar als buitenstaander wijs uit te worden. Je zit met verschillende simkaarten en accounts, andere regels. En áls je dan snapt hoe het werkt, dan blijkt dat je voor al die sites een verificatie nodig hebt. Je moet bewijzen dat jij het bent, vaak door middel van paspoortgegevens in combinatie met een foto. Dat is veel gedoe, en kan best eng lijken. Maar dat is het niet als je weet hoe het gaat.’’

G2C biedt westerse artiesten een geheel verzorgde vlucht door Chinese socials. ,,We openen de accounts, regelen de verificatie en doen ook posts. Dat is meer dan knippen en plakken van insta. In China houden mensen van een specifiek op hen gerichte stroom berichten en foto’s.’’ Dat leverde Poolman, mede dankzij zijn Chinese contacten, op een zeker moment 37 te beheren profielen van artiesten op.

CORONA

En toen brak corona uit. ,,Het brokkelde snel af, omdat het onmogelijk was om op te treden in China. En dat is toch het doel achter al dat

GIDS VOOR MUZIKANTEN OP CHINESE SOCIALS

verkeer op de Chinese socials. Een handvol artiesten bleef wel en die zijn er nu nog steeds. We hebben hun account steeds bijgehouden.’’

Hoe nu verder? Hij vond de antwoorden in 2021 bij Ricky Zhou. ,,Ik kende haar nog van dat festival in 2014. Zij is supergoed met tech en ik helemaal niet. Maar ze kon me prima uitleggen hoe het verder kan in China. En toen hebben we besloten samen dit bedrijf uit te bouwen, om de Chinese markt weer te openen voor Westerse artiesten.’’

Inmiddels zit het aantal westerse muzikanten dat G2C vertegenwoordigt al weer in de

dubbele cijfers. De start-up wil meer doen. ,,We hebben nu deals voor merchandise bijvoorbeeld. Die laten we ter plekke maken en bezorgen bij festivals waar onze artiesten optreden of via de post. En zo zijn we met meer bezig. We zoeken eigenlijk naar manieren om kennis van elkaars cultuur uit wisselen.’’

DANSSCENE

Het is bijna tijd om nog wat extra financiering op te halen voor een technologische slag aan het bedrijf. Poolman: ,,Wat we nu bieden is full-service, betaald in de vorm van een maandabonnement. Dat is voor artiesten die

al wat langer bezig zijn en enige bekendheid genieten. We werken nu aan een lightversie. We zorgen dat je op de Chinese socials kunt, maar je doet zelf je posts. Voor beginnende dj’s die nog een publiek moeten opbouwen, is dat een goede vorm, denken wij.’’

De dancescene van China groeit en bloeit, merkt G2C. En artiesten uit het Westen zijn gevraagd, zeker ook uit Nederland. ,,In elke stroming in dit genre is Nederland goed vertegenwoordigd. Dat weten ze in China ook. Ik houd enorm van de sfeer daar en kan niet wachten om er weer heen te gaan. Dat zou al mijn zeventiende keer worden.’’

MERLIJN POOLMAN
Wie Merlijn Poolman en Ricky Zhou
Wat Online exposure voor artiesten in China
Waar Groningen
Waarom Omdat Westerse artiesten lastig hun weg vinden op Chinese socials
Hoe Dankzij kennis van de Chinese sites en door gerichte berichtgeving

Enatom

De in Groningen gevestigde startup Enatom ontwikkelde een digitale snijzaal. Met fotorealistische 3D-modellen van het menselijk lichaam, die rondom te bekijken zijn, helpt het geneeskundestudenten wereldwijd. Dankzij toepassingen met Virtual- en Augmented Reality is Enatom ook een steun voor artsen die daarmee direct en overal toegang hebben tot anatomische kennis.

DE SPIEGEL

Elke ondernemer kent ze: van die momenten waarop je moeite hebt te ontdekken wat de juiste keuze is. In zo’n geval is het handig als je een groot voorbeeld hebt, iemand die je inspireert, die heeft laten zien hoe het kan of moet, iemand aan wie je je even kunt spiegelen.

TEKST JEAN-PAUL TAFFIJN FOTO’S JAN WILLEM VAN VLIET

OPA EN HARNISH LEIDEN DE WEG

De Spiegel gaat over grote voorbeelden en inspiratiebronnen. Vandaag aflevering 41: Lusanne Tehupuring, CEO van Enatom in Groningen.

Enatom maakt de snijzaal digitaal beschikbaar voor de wereld. Hoe kom je daar eigenlijk terecht? ,,Stefan Vogelzang en Fabian Debats, de oprichters, vroegen me twee jaar geleden. Zij zijn heel goed in beeld en technologie, maar misten de onderwijskant een beetje. En ik heb jarenlang bij Noordhoff gewerkt en bij verschillende hogescholen.’’

O ja? De meeste mensen kennen je vooral van Founded, denk ik. Heb je een onderwijsachtergrond? ,,Dat niet. Ik heb Management Economie en Recht gestudeerd aan de Hanze en mijn marketing master gedaan in Melbourne. Ik kwam daarna vooral op marketingposities terecht. Mijn vader was trouwens wel docent, in Sint Annaparochie. Founded in Groningen deed ik als zelfstandige. Dat kwam een beetje toevallig tot stand, toen ik Lian de Boer sprak. Zij zocht iemand die het stokje van Koen Atema wilde overnemen. Zo is het gegaan.’’

Is dat typisch voor jou? Dat dingen je soms lijken te overkomen?

,,Misschien wel. Ik probeer altijd wel in contact te komen met mensen die me verder kunnen helpen. En ik probeer altijd open te staan voor kansen en er het beste van te maken.’’

Heb je dat jezelf aangeleerd?

,,Het is een familieding bij ons, doet me denken aan mijn opa, Jacob. Hij kwam als voormalig KNIL-soldaat terecht in Schattenberg, Westerbork. Hij zei altijd tegen mijn vader: je bent nu hier, maak er wat van, doe een goede opleiding. Dat was soms een instelling die tegen de stroom in roeien was, omdat andere bewoners van Schattenberg op het standpunt stonden dat ze hier even waren en snel terug zouden gaan. Maar hij heeft het altijd vastgehouden, dat idee dat je nu en hier kansen moet pakken. Heel bijzonder. Niet voor niets heb ik mijn zoon James naar hem vernoemd.’’

En die instelling zit dus ook nog in jou… ,,Dat en ook dat diepgewortelde streven naar kansengelijkheid. Dat heb ik heel erg. Dat is een belangrijke reden waarom Enatom me zo aanspreekt. Meer dan de helft van de geneeskundestudenten wereldwijd heeft geen toegang tot goed onderwijs. Snijzalen zoals wij die kennen zijn er lang niet overal. Dankzij onze digitale snijzaal krijgen die studenten betere kansen om goede dokters te worden.’’

Dan moet je de start-up wel goed grootbrengen natuurlijk… Ben jij een ondernemer? ,,Wat is een ondernemer? Ik heb wel een ondernemende geest, ik bedenk graag nieuwe dingen, wil dingen veranderen, beter maken. Maar dat kan net zo goed in een grote organisatie, denk ik. Vanwege het achterliggende ideaal vind ik het wel heel fijn om aan Enatom te bouwen.’’

Dat gaat goed. Hoe houd jij het overzicht als er zo veel gebeurt? ,,Daar heb ik hulp bij, van Verne Harnish (een Amerikaanse ondernemer, bijnaam

‘Growth Guy’, red.) Hij is – naast mijn opa –echt een voorbeeld voor me. En dat geldt denk ik voor veel ondernemers die in deze fase zitten. Vooral zijn boek Scaling Up is bekend. Daarin stelt hij dat vier dingen echt belangrijk zijn: mensen, strategie, uitvoering en omzet. Die moet je op orde hebben en daar moet je op gefocust zijn. Dat helpt mij, als er altijd zó veel gaande is in het bedrijf. Je moet eigenlijk altijd bezig zijn met het behalen van je doelen.’’

Onderwijsgelijkheid creëren dus? ,,Precies. Bij elke beslissing die je neemt, zou je moeten denken: brengt dit besluit dat doel dichterbij? Maar Harnish’ lessen zijn op meer gebieden toepasbaar. Thuis bijvoorbeeld. Daar ben je ook samen bezig om iets te bereiken. Ik lees vaak terug in het boek, of pak de tabelletjes erbij. Het is voor mij echt een leidraad.’’

Opa en Harnish leiden de weg… ,,Zo is het wel een beetje. Opa wakkerde het vuur aan, Harnish vertelt me hoe ik het moet aanhouden.’’

LUSANNE TEHUPURING
‘Dit is wat de

wereld nodig heeft’

De energietransitie zorgt voor een gigantische uitdaging. Eén van de gevolgen is dat voor 2050 1 op de 3 straten opengebroken moet worden om de noodzakelijke bekabeling aan te leggen. In totaal gaat het om 60.000 tot 80.000 kilometer aan kabels. Daarnaast moeten er nog eens 50.000 extra elektriciteitshuisjes geplaatst worden. Dat dit voor overlast gaat zorgen behoeft geen nader betoog. Maar, die overlast kan tot een minimum worden beperkt, met dank aan de data en AI gedreven totaaloplossing van AI-InfraSolutions. Dit zorgt voor meer inzicht maar daarnaast ook voor een meer veilige, duurzame en kostenefficiënte manier van werken.

AI-InfraSolutions, gevestigd in Eelde, maakt gebruik van AI om maximale waarde uit geodata te halen. Het bedrijf heeft het hele proces in eigen huis. Dat begint met de Mobile Mapping auto’s, die dag in dag uit alle infrastructuur in Nederland in kaart brengen. De verzamelde data worden vervolgens verrijkt met AI, waarbij informatie vanuit de lucht, drones en satellieten wordt toegevoegd, inclusief historische data. Vervolgens kunnen klanten vanuit een 3D studio de voor hen geschikte informatie halen. „Overheden, domeinexperts, aannemers en ingenieursbureau's, hebben zo alles bij de hand om tot de beste beslissingen te komen”, zegt directeur Jeroen Zanen. „Dat kunnen ze niet alleen gebruiken bij de aanleg van kabels, maar bijvoorbeeld ook bij het onderhoud van bovengrondse infrastructuur, waarbij je veel betere informatie tot je beschikking hebt en op basis daarvan de juiste beslissingen kunt nemen.”

Effectief

Bij de aanleg van bijvoorbeeld elektriciteitskabels, maar ook van andere ondergrondse infrastructuur, is de beste aanlegroute van belang. Het is belangrijk om dit van tevoren zo goed mogelijk in beeld te hebben, dat kan met de geodata van AI-InfraSolutions. „Elke onvoorziene obstakel, zoals bijvoorbeeld boomwortels, een lichtmast, gasleidingen, een niet verwachte grondsoort, veel stenen in de grond of andere kabels die al in de grond liggen, kan zorgen voor een vertraagde planning en uitvoering en dus meer kosten”, legt Zanen uit. „Bovendien leidt vertraging tot meer overlast voor de buurt. Allemaal zaken die je als opdrachtgever niet wilt. Onze oplossing is effectief en voorkomt onaangename verrassingen. Onvoorziene omstandigheden, ongelukken tijdens het graven, faalkosten en claims behoren daarmee tot het verleden. De klant is altijd verzekerd van actuele, betrouwbare en verifieerbare informatie voor vele toepassingen.”

Draagkracht

De geodata van AI-InfraSolutions kan daarnaast voor beter omgevingsmanagement zorgen. Als voorbeeld noemt Zanen de 50.000 transformatorhuisjes die geplaatst moeten worden. „Nu al hoor je dat mensen ontevreden zijn over de plaats waar de eerste huisjes zijn neergezet. Goed overleg tussen de lokale overheid, aannemer en lokale bewoners is van groot belang voor de gewenste draagkracht. Met behulp van onze geodata visualiseren wij in onze 3D studio de impact van de plek waar een huisje wordt geplaatst. Bewoners kunnen meerdere locaties beoordelen en de in hun ogen beste plek als gewenst aangeven. Daar kan bij de aanleg dan rekening mee worden gehouden, wat leidt tot tevreden omwonenden.”

Actualiseren

Tot nu toe werd bij de aanleg van kabels, leidingen en dergelijke gebruik gemaakt van tekeningen, die meestal niet actueel zijn. Zanen:„ Uit onderzoek blijkt dat in 70 procent van de gevallen de eerste ontwerpen ergens afwijken van de actuele situatie. Je begrijpt dat dit tot vervelende situaties kan leiden. Je wilt als

uitvoerder geen eigen interpretatie, want dan maak je fouten en/of krijg je graafschade. Het actualiseren van de informatie tussen ontwerp en de daadwerkelijke aanleg is daarom van essentieel belang en onze aanpak gaat daarbij helpen.”

Opslag

Alle gegevens die worden verzameld liggen opgeslagen in Nederlandse datacentra, waar niemand bij kan. „Dat vinden we van essentieel belang, data die cruciaal is voor ons land moet je niet in het buitenland opslaan. Je ziet dat overheden, maar ook het bedrijfsleven daar steeds meer van overtuigd raakt. De keuze van AIInfraSolutions om deze cruciale data in Nederland op te slaan, was dan ook snel genomen. Zo hoort Nederlandse data in Nederland te staan, Duitse data in Duitsland, enzovoort. Daarnaast worden personen en voertuigen altijd geautomatiseerd geblurd.”

Milieu

Bij alles wat AI-InfraSolutions doet staat het milieu voorop. „Elke keer als er een auto gaat rijden en dat zijn er dagelijks vele, planten we een boom in Nederland”, geeft Zanen als voorbeeld. „We zijn niet voor niets ISO14001 gecertificeerd, waarin is vastgelegd dat we de invloed die we op het milieu en de impact daarvan hebben, elke dag verder willen optimaliseren. Daarbij hoort ook hoe we de data bewaren. Dat vraagt veel energie, maar dat willen we tot een minimum beperken. Data die niet meer nodig is, wordt weggegooid.” „Met onze geodata oplossing brengen we de professional naar een nieuw niveau”, besluit Zanen. „Ze kunnen veel meer kwaliteit leveren en de vaak complexe besluitvorming beter aan mensen uitleggen op basis van inzichten die kloppen. Daardoor wordt de beleving heel anders en kan dit bijdragen aan meer begrip, waarbij er minder misgaat. Uiteindelijk leidt onze geodata tot minder verspilling, duurzamer werken, data gedreven onderhoud en een veiligere leefomgeving.”

www.ai-infrasolutions.com

Digitaliseren: eenvoudiger dan je denkt, lucratiever dan verwacht

Noord-Nederland staat op een kruispunt. Innovatieve bedrijven, sterke ecosystemen en ruimte om te groeien bieden kansen, maar uitdagingen zoals arbeidskrapte, stijgende kosten en de noodzaak tot innovatie drukken steeds zwaarder. Voor veel ondernemers blijft de vraag: hoe maak je de stap naar een toekomst waarin digitalisering niet alleen helpt overleven, maar ook groeien? EDIH NN (European Digital Innovation Hub Noord-Nederland) helpt bedrijven in Groningen, Friesland en Drenthe met die transformatie.

De gevaren van stilstand

Veel bedrijven blijven hangen in de waan van de dag. Digitalisering voelt vaak ongrijpbaar en complex, maar dat maakt het risico van stilstand des te groter. “Dit is hét moment om door te pakken,” benadrukt Christian van der Nat, namens EDIH NN. “We maken het ondernemers makkelijk om de eerste stappen te zetten. Van een kennismakingsgesprek tot toegang tot financiering en trainingen – wij laten zien wat er mogelijk is.”

EDIH NN biedt ondernemers een breed scala aan ondersteuning:

ï Adviesgesprekken: Wat heb je nu, waar wil je heen, en hoe kom je daar?

ï Assessments: Scans voor digitale volwassenheid, AI en cybersecurity.

ï Testomgevingen: Probeer technologieën voordat je investeert.

ï Financieringsadvies: Hulp bij het vinden van funding.

ï Trainingen: Workshops en opleidingen via de Smart Makers Academie Noord.

Kleine stappen, grote impact Digitalisering roept beelden op van grote investeringen en ingewikkelde trajecten. Toch

begint het vaak klein. Denk aan procesautomatisering, data-analyse voor efficiëntere planning, of slimme tools voor een betere klantervaring.

Serge de Mul, directeur van Comforest in Assen, ziet direct de voordelen: “We verduurzamen kantoorvastgoed met slimme AI-oplossingen waarmee we tot 75% energie besparen. Via EDIH NN werken we aan kennis en netwerk om die technologie verder te verbeteren.”

Ook Jan-Drik van der Tol, mede-eigenaar van Vector Machines in Heerenveen, maakt stappen dankzij EDIH NN. “Ze helpen onze plannen scherp te krijgen en ondersteunen bij de uitvoering. Dankzij hun netwerk en financieringshulp kunnen we sneller groeien en onze machines klaarmaken voor de internationale markt.”

Samenwerken aan innovatie

Een van de unieke aspecten van EDIH NN is het stimuleren van samenwerkingen. Het project FerryGo! in Friesland, gericht op autonoom varen, laat zien hoe bedrijven met elkaar verbonden worden om innovaties te realiseren.

Ook grensoverschrijdende initiatieven, zoals een

Interreg-project met Neolooks, bewijzen wat er mogelijk is.

“Ondernemers signaleren vaak uitdagingen waar ze zelf geen directe oplossing voor hebben,” vertelt Leo van der Burg, manager Innovatiemakelaars bij EDIH NN. “Via ons netwerk brengen we bedrijven, kennisinstellingen en solution providers bij elkaar. Die verbinding kan de sleutel zijn om een idee van de grond te krijgen of een innovatie te realiseren.” Pak 2025 met beide handen aan De digitalisering in Noord-Nederland versnelt. Technologie maakt bedrijven efficiënter, opent deuren naar nieuwe markten en biedt kansen voor nieuwe verdienmodellen.

“Nu is de tijd om stappen te zetten,” aldus Christian. “Met onze kosteloze en vrijblijvende diensten hebben ondernemers niets te verliezen en alles te winnen.”

Wil je weten hoe EDIH NN jouw bedrijf kan helpen? Ga naar www.edih-nn.nl om de mogelijkheden te ontdekken en direct met de juiste persoon in contact te komen.

ADVERTENTIE

‘Bouwen

moet plezierig zijn’

De meeste mensen kennen Avitec uit Nieuw-Buinen als aannemersbedrijf in de grond-, weg- en waterbouw. Minder bekend is Avitec Bouw, het bouwbedrijf waarvan Henri Kuhl samen met Ben Timmermans eigenaar is. “Vijf jaar geleden ontstond het idee. We hebben wat krabbels op de achterkant van een bierviltje gezet en hieruit is Avitec Bouw ontstaan. Met succes, want vijf jaar later kunnen we tevreden concluderen dat we het behoorlijk druk hebben en dat we mooie projecten realiseren”.

Partner in bouw

Avitec Bouw is partner in bouw en dat van A tot Z. Van ontwerp en projectbegeleiding tot uitvoering van utiliteits- en woningbouw en daarnaast ook onderhoud en beheer. De opdrachtportefeuille is goed gevuld met projecten op het gebied van nieuwbouw, verbouw, renovatie en onderhoud. Avitec Bouw staat voor maatwerk oplossingen, voor gedrevenheid en fanatisme. ‘’De bouw mag niet stilstaan en dat geldt ook voor ons bedrijf. We hechten veel waarde aan de ontwikkeling van onze organisatie en onze mensen’’, zegt Kuhl, die onderkent dat zijn team het naar de zin moet hebben. ‘’Ze moeten het hier goed hebben. Dan stralen ze ook iets uit en dat vinden we belangrijk. Wij zeggen dat bouwen plezier moet geven en zeker geen stress, zowel voor de opdrachtgever als voor onze collega’s. We werken hard, maar vergeten zeker niet om zo nu en dan ook samen leuke dingen te doen. Het bedrijf groeit maar behoudt in alles de sfeer van een familiebedrijf”.

Korte lijntjes

Als geen ander is Avitec Bouw in staat te ontzorgen. ‘’Daarnaast zijn we vooruitstrevend. Zo doen we ook projectontwikkeling. Op dat gebied onderscheiden we ons van andere

bouwbedrijven. We denken van A tot Z mee met de klant en kunnen uiteraard gebruik maken van de kennis en kunde van Avitec Infra & Milieu. We kunnen heel snel schakelen, de lijnen zijn kort. Hier in Nieuw-Buinen vind je dus écht alles onder één dak’’, zegt Kuhl, die onverminderd ambitieus blijft en ook de komende jaren met zijn bedrijf aan de weg wil blijven timmeren. ‘’Ik ben een streber. Gedreven. Dat geldt ook voor onze medewerkers. Wat een ander kan, kunnen wij ook. We zijn een stel fanatiekelingen met veel vakkennis en willen ons steeds verbeteren. Dat alles vanuit onze gezamenlijke passie; bouwen. Als je iets gebouwd hebt en je rijdt er later langs, dan moet je zoiets hebben van ‘dat hebben wij gebouwd!’ Een gevoel van trots. Dat maakt dit vak het mooiste wat er is.’’

Veelzijdig

Hoewel Avitec Bouw de afgelopen vijf jaar gestaag is gegroeid, is het familiegevoel gebleven. ‘’We hechten geen waarde aan titels. We streven allemaal hetzelfde doel na. Ik heb dan wel de leiding, ik draag ook graag mijn steentje bij aan de uitvoering en werkvoorbereiding. Daarnaast ben ik samen met onze uitvoerder en leermeesters verantwoordelijk voor de

begeleiding van onze leerlingen. Samen zijn we veelzijdig en werken we aan mooie projecten; van seriematige woningen en appartementen tot het verzorgen van grote transformaties en alles wat daar tussenin zit. Werken bij Avitec Bouw betekent voor onze collega’s werken met veel afwisseling, omdat we heel veel verschillende projecten doen. Personeel? We voegen graag goede timmermannen toe aan ons team!’’

Avitec Bouw is gevestigd aan het Zuiderdiep 34 in Nieuw-Buinen. Telefoon: 0599-212170. Zie ook www.bouw.avitec.nl. Voor informatie over de vacature voor de functie Timmerman, kijk op: www. avitec.nl/vacatures/timmerman-bouw/

Henri Kuhl

Countus: vertrouwen in kracht en kansen van het landelijk gebied

Geworteld in de landbouw en het landelijk gebied in Noord-Nederland. Honderd jaar boekhouden, administratie, controle en advies voor agrarische bedrijven en mkb’ers. Dat dna en die kennis bepalen het vertrouwen van Countus accountants en adviseurs in de kracht en kansen van het landelijk gebied.

„De afgelopen jaren is de complexiteit rond de agrarische sector en het landelijk gebied enorm toegenomen. Stikstof, regelgeving, acceptatie, krimp van de veestapel, ruimte voor energievoorziening, woningbouw en behoefte aan groen en recreatie…zeg het maar. Deels leidt dat tot een verhard debat en negatieve sfeer, die niet bepaald oplossingsgericht lijkt. Het helpt niet dat de overheid niet consistent is naar de toekomst, noch er in slaagt de enorme regeldruk te verlagen.”

„In die dynamiek van verandering en onzekerheid zijn wij specialisten die ondernemers bijstaan. Wij kijken met een open blik en vanuit mogelijkheden naar het landelijke gebied en naar iedereen die daar onderneemt, naar agrariërs en mkb’ers. We zijn geworteld in het landelijk gebied, dat is ons dna. We hebben de kennis en veel lange, persoonlijke relaties. Met ondernemers, met hun families. Met hun waarden en cultuur. We zijn gewend in cijfers te denken, maar altijd vanuit de verbinding naar de mensen om wie het gaat. Focus op zowel de inhoud als op de mensen, want sociale impact wordt nog vaak onderschat. Vanuit dat dna en omdat we gewend zijn van buiten naar binnen te kijken, hebben wij er alle vertrouwen in dat er heel veel kansen liggen in het landelijk gebied. De kracht om die te benutten zit in heel veel ondernemers. Die staan we graag met advies terzijde”, stelt Henk Lassche, voorzitter van de directie van Countus accountants en adviseurs.

Maatwerk in mogelijkheden Dit jaar vierden de generalisten en specialisten van Countus hun honderdjarig bestaan. Zeker in het noorden groeit het bedrijf stevig. Zo trad afgelopen jaar ook Alan accountants in Leek met 45 mensen toe tot de organisatie. Inmiddels werken zo’n 250 mensen van Countus in het noorden; Drenthe, Fryslân en Groningen. Bij uitstek een regio waar het landelijk gebied van grote betekenis is en waar Countus kansen ziet. Die worden ook benadrukt door senior fiscalist Wouter Koers en branchespecialist Melkvee Rick Hoksbergen.

Rick Hoksbergen: „Aan de ene kant zie ik de mens, zijn familie en zijn bedrijf, aan de andere kant van het spectrum de wet- en regelgeving en de dynamiek van omgevingsfactoren. Daartussen zie ik het verdienmiddel en het vermogen. De invloed van regelgeving en omgeving wordt steeds groter en diverser. Daar kun en mag je van alles van vinden; toch is het een gegeven. En juist in en met die omgeving kun je kansen creëren, die misschien niet binnen de oorsprong van je bedrijf of jouw gedachten liggen. Het is maatwerk en het hangt af van jouw specifieke omstandigheden en van wat er speelt in je omgeving. De kunst is meer van buiten te kijken naar die mogelijkheden. Dat is ook waarom we met een team van generalisten en specialisten kijken naar wat er speelt: wat past hier wel en niet, waar liggen wensen, waar liggen kansen en wat is er voor nodig daar stappen in te zetten?”

Schaalvergroting en samenwerking Wouter Koers: „Ieders financiële situatie is anders, maar we zien regelmatig dat lang niet alle mogelijkheden benut worden, fiscaal en op gebied van subsidies. Vergroening is een koers die is ingezet en dus ook ten volle benut kan worden. In het hele complexe spel van mogelijkheden in jouw situatie, wat jij en wat jouw familie wil, blijkt er vaak meer mogelijk. Zeker als je kijkt wat jouw omgeving specifiek aan kansen biedt.”

Rick Hoksbergen: „Wat jij met jouw bedrijf hebt te bieden is niet alleen je vakkennis, het gaat ook om vee, gebouwen, land, natuurbelasting, alles in relatie tot alle vraagstukken die spelen in je omgeving. Om je heen zie je waar het toe leidt: tot schaalvergroting. En dat op haar beurt biedt juist weer kansen voor samenwerking en andere invulling van werk op het bedrijf. De boer is gewend alles zelf te doen, maar door schaalvergroting ontstaan juist kansen voor meer specialismen op het bedrijf. Denken in kansen voor ontwikkeling: wat kan samenwerking, schaalvergroting, veestapelverkleining of diversificatie van bedrijfsactiviteiten mij en mijn bedrijf brengen? Zet zelf stappen is mijn devies, je hoeft niet te wachten tot een ander jouw perspectief bepaalt.”

Dynamiek en onzekerheid vergen ondernemerschap Wouter Koers: „Binnen al die maatschappelijke ontwikkelingen je bedrijf anders positioneren en

anders gebruikmaken van bedrijfsmiddelen en vermogen, kan fiscaal aantrekkelijk zijn. In bijna alle gevallen is het zaak daar de kinderen bij te betrekken, want het zijn toekomstgerichte kansen. Niet zelden worden je mogelijkheden in toenemende mate fiscaal bepaald door het gebied waar je je bedrijf uitoefent. Wat kan in jouw gebied, wat elders niet of veel geringer speelt? Zit je in het veenweidegebied, dan biedt dat bijvoorbeeld heel andere mogelijkheden dan de Friese Wouden.”

„Het gaat om in -en uitzoomen vanuit die complexiteit op jouw situatie”, stelt Henk Lassche. „Dat is ons werk: vanuit kennis en ervaring in het landelijk gebied met een team van specialisten de kansen van die dynamiek voor jouw toekomst onderzoeken. De kracht zit in de mensen die dat herkennen, geloven in het ondernemerschap als onderscheidende factor. Steeds vaker geldt dat balans bepalend is: ben je in staat om jouw bedrijf, exploitatie en bezit in balans te brengen met je omgeving? Dat vergt tijd en een open blik, je zult er vaker van bovenaf en met andere expertises naar moeten kijken. Countus kan als groene adviseur en accountant, met betrokken medewerkers vanuit een kantoor dichtbij, daar aan bijdragen.”

www.countus.nl

Rick Hoksbergen, Wouter Koers en Henk Lassche

Zekerheid en ruimte voor kansen bij groeiende ijsmaker

IJsmaker Holiday Ice in Sint Nyk groeit onverminderd door. Meer ijs betekent ook investeren in de vervanging van productielijnen. En in nieuwe collega’s. Ben jij dat? Jan Jonkman en Marcel Minkes vertellen je over afwisselend werk met fijne collega’s in een veelzijdig bedrijf.

Zestien jaar werkt hij inmiddels voor Holiday Ice. Jan Jonkman, monteur Technische Dienst, 59 jaar. Hij is handig met draadjes, zeggen z’n collega’s. „Daar ben ik altijd mee bezig, het leukste dat er is”, zegt Jan. „We groeien hard, gemiddeld met zo’n tien procent per jaar, we produceren continu en dus moeten de machines draaien. Ik vind het prachtig om problemen op te lossen. Dat doe ik al jaren, het verveelt nooit. Iedere dag is het anders. Kijk, ik ben van huis uit handig met draadjes, met de elektrotechniek, maar het mechanische heb ik allemaal hier geleerd. Gewoon in de praktijk, met en van collega’s. Dat heb je nodig, want we doen veel troubleshooting op de vloer. Ga maar na, we maken 180 soorten ijsjes en 400 verschillende producten, het is veel maatwerk en afwisseling. Is er ergens een probleem in de productie, stagneert er iets? Dan bellen ze ons en wij lossen het op. Heerlijk werk, iedere dag wat anders.”

Een hele puzzel

En hoe zit het met die nieuwe machine waar je nu mee bezig bent? Jan Jonkman: „Dat is echt een uitdaging hoor. We gaan een complete productielijn vervangen. We hebben nu de eerste machine staan en die pas ik aan aan onze standaard. Ik heb geen verstand van robots, maar ik kan wel vertellen wat de machine voor ons moet kunnen om ijsjes op stokjes perfect te kunnen maken. Vanuit een algemene basis, maken we een Holiday Ice-machine met hulp van de engineers en de fabrikant. Een hele puzzel, maar daar heb ik juist lol in. Na een voorbereiding van bijna twee jaar, is het bijna zover. Het wordt even spannend als we in week zes van het nieuwe jaar de stroom erop zetten, maar dat is de uitdaging.

“Het vak leer je hier wel”

Wat zeg jij tegen mensen die graag jouw nieuwe collega willen worden? „Als je er lol in hebt te

weten hoe iets kan, dan heb je het hier prima. Heb je interesse, ben je nieuwsgierig, wil je weten waarom iets werkt of juist niet werkt? Je moet er gewoon zin in hebben, de lol zien van mechanica en elektrotechniek. Waar je nu werkt maakt ons niet uit, je leert het vak hier wel. We zijn gewend om mensen op te leiden, dus met een beetje technisch gevoel, zit je hier goed. Je moet het gewoon in je hebben!”

“Voor mij viel het hier op z’n plek”

Na jaren eigen baas met een winkel, stopte Marcel Minkes (48 jaar) ermee. Nu werkt hij alweer zes jaar op de afdeling Verkoop binnendienst. „Door

de onzekere tijden in de detailhandel was de lol er wel af, ik had een jong gezin en wilde graag weer zekerheid. Na enkele loopbaangesprekken kwam dit op mijn pad. Want verkoop vind ik leuk, met andere mensen werken ook. Holiday Ice is een heel stabiel en gezond bedrijf, ik heb hier de zekerheid gevonden die ik zocht. Goeie collega’s, fijne sfeer, werken in een leuk team met veel afwisseling. Voor mij is hier alles op z’n plek gevallen.”

„In de afgelopen zes jaar heb ik mezelf goed kunnen ontwikkelen. Doordat het bedrijf groeit, breiden functies zich uit en ik ben meegegroeid. Ik doe het klantcontact met verschillende grote klanten, onder meer in Engeland en Nederland. Vanaf het moment dat contracten met klanten zijn gesloten, ligt het bij ons. Wij waken over het voorraadbeheer, houden contact met productie en planning en zorgen ervoor dat onze klanten gedurende het seizoen voortdurend over voldoende ijsjes beschikken. Ik vind het mooi om mijn klanten te ontzorgen en ben als het ware hun ambassadeur binnen Holiday Ice.”

„In de loop der jaren is mijn werk steeds verder uitgebreid. Ik word bijvoorbeeld steeds meer betrokken bij het ontwikkelingsproces van nieuwe artikelen voor mijn klanten. Van het versturen van de monsters van de nieuw ontwikkelde ijsjes tot de uiteindelijke instroom in de winkels.

„Als jij openstaat voor ontwikkeling, krijg je hier de kans om dat te doen. Jezelf laten zien. Als je dat doet, kun je bij Holiday Ice doorgroeien.”

www.werkenbijholidayice.nl

Jan Jonkman
Marcel Minkes

Noordelijke medicijnproductie ICON: Een wereldwijd voorbeeld

ICON staat wereldwijd bekend om geneesmiddelenonderzoek, zoals ook blijkt uit de prominente slogan op de gevels van de locaties in Assen en Groningen. Maar ICON doet meer dan onderzoek alleen. Steeds vaker werkt het bedrijf met geneesmiddelen die het zelf produceert: inmiddels is dat voor meer dan twee derde van de onderzoeken het geval.

Op de bovenste verdieping van het onderzoekcentrum van ICON aan de Van Swietenlaan in Groningen heerst een serene rust. Het echte werk gebeurt er achter speciaal glas, in ruimtes waarin stofdeeltjes amper voorkomen, door specialisten die een hele tijd nodig gehad hebben om hun steriele pakken aan te krijgen. Hier worden dagelijks geneesmiddelen gemaakt, in heel veel soorten en maten.

„Deze faciliteit is uniek,” zegt Arjen Akkerman, directeur van de afdeling Chemistry, Manufacturing & Control (CMC). Hij is verantwoordelijk voor de medicijnproductie binnen ICON, niet alleen in Nederland maar ook daarbuiten. „Het model dat we hier in twintig jaar hebben opgebouwd, heeft de interesse gewekt van onze klinieken in de VS. Onder mijn supervisie zijn zij daar ook gestart met eigen medicijnproductie. Sinds begin dit jaar vormen al deze productieplekken samen een aparte groep binnen ICON, die ik mag leiden.”

Medicijnproductie als strategisch voordeel Volgens de Europese regelgeving is ICON een medicijnproducent. Toch is er een belangrijk verschil met grote farmaceuten: ICON’s vergunning beperkt zich tot de productie van geneesmiddelen voor klinisch onderzoek. Akkerman legt uit: „We maken medicijnen voor de onderzoeken die wij uitvoeren, vaak in opdracht van farmaceuten. Maar we produceren ook voor derden, zoals ziekenhuizen die klinisch onderzoek doen.”

Deze productiemogelijkheden bieden ICON een strategisch voordeel. „Onze klanten hoeven geen pillen meer aan te leveren, maar alleen de grondstoffen. Wij maken daar medicijnen van en kunnen zo sneller en kostenefficiënter werken,” zegt Akkerman. „Onze flexibele aanpak kan al snel een jaar tijdswinst opleveren in de ontwikkeling van een geneesmiddel.”

‘Onze flexibele aanpak kan al snel een jaar tijdswinst opleveren in de ontwikkeling van een geneesmiddel’

De voordelen zijn duidelijk: doordat ICON de geneesmiddelen binnen de hoogste kwaliteitseisen zelf snel produceert, kan er op elk moment in een onderzoek worden bijgestuurd. Bijvoorbeeld in hulpstoffen die de werking van een actieve stof ondersteunen. „We kunnen snel varianten produceren en direct testen of aanpassingen nodig zijn. Hierdoor leveren we veel meer nauwkeurige data over een werkzame stof. Er hoeven niet steeds grote hoeveelheden pillen geproduceerd en van de farmaceut naar ons vervoerd te worden. Dit verkort de ontwikkeltijd en verhoogt de betrouwbaarheid van onderzoeksresultaten.”

Strenge eisen en expertise

De medicijnproductie bij ICON voldoet aan extreem hoge standaarden. In Europa zijn er maar een paar partijen die dit kunnen en mogen. De moeilijkheidsgraad is hoog. Neem alleen al de eisen die worden gesteld aan de productieruimte. Akkerman verduidelijkt: „In gewone lucht zweven in een kubieke voet, ongeveer ter grootte van een basketbal, tussen de 20 en 30 miljoen deeltjes. In onze productieruimte zijn dat er maximaal honderd in diezelfde kubieke voet.”

Deze hoogwaardige omgeving vereist niet alleen gespecialiseerde apparatuur maar ook grondige training van onderzoekers en laboranten. „De eisen zijn zwaar, en dat vraagt om gedetailleerde procedures en een sterk team van experts,” aldus Akkerman.

Twintig jaar innovatie ICON zette al vroeg in op eigen medicijnproductie. Arjen Akkerman hoorde bij de pioniers op dit gebied. „De Europese regels gingen strenger worden. Dat zagen we wel aankomen. Dus hebben we toen meteen ingezet op het professioneel en kundig aanpakken van de productie. Dat was in 2004, we begonnen toen met vier man”, vertelt Akkerman. „Inmiddels bestaat het team uit 45 mensen.”

In die begintijd werden er op kleine schaal medicijnen gemaakt, op een manier die meer weg had van een apotheekbereiding. Deze medicijnen waren maar kort houdbaar en moesten dus snel toegediend worden. Inmiddels zijn het

complexere medicijnen voor onderzoek en gaan de geneesmiddelen veel langer mee, waarmee de mogelijkheden flink vergroot zijn. ICON kan nu wereldwijd voor verschillende klinische onderzoeksplekken geneesmiddelen maken. Wereldwijd impact

Met de uitbreiding naar internationale locaties, zoals de VS, speelt ICON een steeds grotere rol in de wereldwijde ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen. Het unieke model waarin onderzoek en productie samenkomen, stelt ICON in staat om sneller, betrouwbaarder en kostenefficiënter te werken: een aanpak die wereldwijd de standaard zet.

Met twintig jaar ervaring en een toegewijd team in Nederland blijft ICON een pionier in de combinatie van onderzoek en medicijnproductie. „Onze missie is helder,” concludeert Akkerman. „We helpen onze klanten niet alleen sneller nieuwe geneesmiddelen te ontwikkelen, maar dragen ook bij aan een gezondere toekomst voor iedereen.”

Akkerman kijkt met trots terug op de afgelopen twee decennia. „Ik ben ooit als apotheker bij ICON begonnen, en hoewel we nu een productieunit zijn, voel ik me nog steeds apotheker. Het blijft fantastisch om bij te dragen aan de ontwikkeling van geneesmiddelen die uiteindelijk mensenlevens verbeteren.”

www.geneesmiddelenonderzoek.nl

Arjen Akkerman

‘Energiepartner voor de mobiliteitsbranche’

AVIA Weghorst is leverancier van brandstoffen voor tankstations en groothandels in industrie, landbouw en transport. Ze levert oplossingen op maat. „Iedereen mobiel houden, „zeggen Jeroen de Boer en Jarno Bloemert. Van het maken, blenden en leveren van brandstof tot en met de vergunning en installatie van laadpaal en laadpleinen.

Meebewegen en nieuwsgierig zijn, iedere transitie weer. Van kolen en turf naar elektrisch vervoer. Als familiebedrijf in brandstoffen begrijpen ze bij AVIA Weghorst al 90 jaar wat er nodig is om vooruit te blijven komen. Jeroen de Boer en Jarno Bloemert zijn voor bedrijven in Noord-Nederland het aanspreekpunt. „We zijn energiepartner voor de mobiliteitsbranche”, stellen beide accountmanagers. „De vraag is altijd hoe we je kunnen helpen om nu en straks vooruit te blijven komen. Dat kan gaan over het leveren van brandstof en over de vraag hoe je de transitie maakt van bijvoorbeeld rijden op diesel naar elektrisch rijden. Wat daarvoor nodig is, heeft AVIA Weghorst in huis. We zijn een bedrijf met korte lijnen en ambitie, gedreven vanuit persoonlijke relaties om iedere klant op weg te helpen en te houden. Dat doen we met 130 eigen tankstations. Met onze groothandel die iedere denkbare brandstof op maat op locatie levert. Met AVIA VOLT dat inventariseert, adviseert en elektrische laadoplossingen installeert. Met een excellent servicenetwerk en persoonlijk contact. Door mee te denken in wat er nodig is voor de mobiliteit van jouw bedrijf, nu en straks.”

Partner in mobiliteit

„Wat is jouw doel?” begint Jeroen de Boer het gesprek. „Waar sta je nu, en waar wil je naartoe?” „Bij AVIA Weghorst zijn we meer dan alleen een betrouwbare brandstofleverancier. We denken met onze klanten mee en helpen ze richting de toekomst. Als leverancier én adviseur luisteren we naar de behoeften, uitdagingen en ambities van onze klanten.

Uiteraard draait het in eerste instantie om vragen als: welke brandstof heb je nodig, wanneer, en tegen welke prijs? Maar daar stopt het niet.

Brandstoffen zijn onze specialiteit. We hebben kennis over de samenstelling en het mengen van brandstoffen op ons eigen depot, en weten daardoor wat in iedere situatie de beste keuze is. Dat is waar denken in transitie begint: bewustwording”.

„We prikkelen klanten met vragen zoals: Wat tank je eigenlijk? Weet je wat er in een brandstof zit en hoe dat je motor beïnvloedt? Hoe efficiënt is je huidige brandstof? Hoe ga je om met milieuzones, regelgeving en de toekomstige impact op jouw bedrijf? Samen onderzoeken we welke stappen mogelijk zijn om milieubelasting te verminderen, met je huidige wagenpark.

„HVO-brandstoffen bijvoorbeeld, kunnen de CO₂uitstoot met 6 tot wel 90 procent reduceren. Steeds vaker speelt regelgeving een doorslaggevende rol in brandstofkeuzes. De vraag is dus wat jouw behoefte is en wat in jouw situatie het slimste is om te doen. Als partner in mobiliteit voor industrie, landbouw en transport zijn we dat gewend: hoogwaardige brandstoffen maken, mengen en leveren voor kleine en grote klanten en voor ieder gewenst doel op het gewenste moment.”

Tussenstappen in transitie

„Veel bedrijven vragen zich af hoe ze de energietransitie moeten aanpakken en wat dit voor hen betekent,” vertellen Jarno Bloemert en Jeroen de Boer. „Ze hebben behoefte aan een helder plan en praktische tussenstappen in die transitie. Het is niet nodig – en vaak ook niet haalbaar – om direct over te stappen van fossiele brandstoffen naar volledig elektrisch rijden. En dat hoeft ook niet. De vraag is: wat kan er wél? Samen met onze klanten ontwikkelen we een

strategisch meerjarenplan met een energiemix die aansluit bij hun behoeften en doelstellingen. We denken mee over hoe bedrijven zich kunnen aanpassen aan veranderende wet- en regelgeving, wat hun positie in de keten vraagt, en hoe ze die omschakeling betaalbaar kunnen maken. Ons uitgangspunt is altijd het einddoel: waar wil je naartoe? Met onze onafhankelijkheid en expertise kijken we met een open blik naar de toekomst van het bedrijf. Of het nu gaat om het inzetten van de juiste HVO-mix als tussenoplossing of het plannen van schaalbare laadoplossingen voor de lange termijn, we helpen bedrijven stap voor stap vooruit te komen”.

Quickscan voor laad- en stroombehoefte „De transitie naar elektrisch vervoer gaat snel,” legt Jarno Bloemert uit. „Met AVIA VOLT helpen we bedrijven in heel Nederland om de juiste stappen te zetten. Waar kun jij beginnen? Welke beslissingen zorgen ervoor dat je klaar bent voor de toekomst? Omdat het vaak om grote investeringen gaat, is een goed doordacht plan essentieel. We beginnen met een quickscan om inzicht te geven in jouw toekomstige laad- en stroombehoefte. Daarna kijken we wat je kunt doen om daar te komen. We adviseren op basis van routes, voertuigen en stilstandtijden over de netverzwaringen, over investeringen in wat je zelf en op welke manier aan energie kunt opwekken en hoe je slim kunt laden. Hoe maak je met jouw bedrijf de moeiteloze overstap naar elektrisch vervoer? Alles wat daarvoor nodig is, is ons werk. Van vergunning tot en met installatie, schaalbaar naar jouw behoefte.”

Samenwerken is een van de pijlers om vooruit te blijven komen. AVIA Weghorst realiseert projecten voor elektrisch vervoer van Groningen tot Maastricht. Voor kleine en grote bedrijven, maar ook in samenwerkingen op bedrijventerreinen. Jarno Bloemert: „Steeds vaker zie je dat samenwerking met je buren of andere bedrijven tot oplossingen leidt. Ons doel is het blijven faciliteren van mobiliteit. Daarin trekken we op met iedereen die stappen wil zetten.” AVIA Weghorst: brandstofleverancier en energiepartner voor wie mobiel wil blijven. www.aviaweghorst.nl

Jeroen de Boer en Jarno Bloemert

Maatwerk in ontwerp en uitvoering

Binnen 10 jaar is de WellGear Group, gevestigd in Westerbork, uitgegroeid tot een toonaangevend bedrijf op het gebied van onderhoud en ontmanteling van boorgaten. Het bedrijf mag met recht pionier op dit gebied worden genoemd. WellGear streeft bij haar activiteiten naar efficiency, veiligheid en een minimale impact op het milieu en daar slaagt het bedrijf goed in. „Dat kunnen we omdat we het hele proces, van ontwerp tot uiteindelijke uitvoering, in eigen hand hebben”, zegt Harry Venema, directeur Decommissioning and Reuse.

Bij het onderhoud van boorgaten gaat het vooral om de uitwisseling van productiebuizen. „Deze buizen hebben een bepaalde levensduur en moeten op een gegeven moment vervangen worden”, zegt projectmanager Thomas Schreuder. „Daarnaast houden we ons binnen WellGear bezig met productieverbetering, waarbij we kleinere buizen aanbrengen, die er voor zorgen dat de snelheid van het productieproces blijft gewaarborgd. Tijdens deze werkzaamheden zorgen we ervoor dat de productie op gang kan blijven, dat is wat de klant graag wil.”

Veiligheid en efficiency

Het begon allemaal in 2015 en al snel ontwikkelde

WellGear eigen installaties die gas-, olie-, zout- en geothermieputten kunnen afsluiten. De eerste installatie werd in 2017 op zee ingezet. Veel opzien baarde de opdracht die WellGear onlangs van de NAM kreeg, om 800 boorgaten in het Groningenveld te ontmantelen, lees af te sluiten.

„Veiligheid en efficiency staan bij ons voorop, we denken mee met de klant”, legt Schreuder uit.

„Onze installaties zijn bijvoorbeeld modulair gemaakt en we kunnen de installatie, door ons ook wel de Hydraulic Workover Unit genoemd, binnen 24 uur opbouwen. Dat spreekt klanten aan.” Venema:„ Bij sommige boorgaten zijn we maar een week bezig, dan wil je niet dat het opbouwen van een installatie drie dagen kost en het afbreken nog eens drie dagen.”

De groei zit er goed in bij WellGear, dat blijkt bijvoorbeeld aan het aantal installaties waarover

het bedrijf inmiddels beschikt. „Er zijn op dit moment veertien operationeel”, vertelt Schreuder. „Elk jaar komen er ongeveer vier nieuwe installaties bij.” Dat is nodig omdat de vraag om boorputten wereldwijd af te sluiten sterk toeneemt. „Het streven naar continue verbetering van de installaties, is sterk verankerd binnen ons bedrijf. Dat kan in hele kleine dingen zitten en draagt vaak bij aan meer efficiency en nog meer veiligheid.”

Innovatie

Innovatie van equipment en systemen staat hoog in het vaandel bij WellGear, meldt Schreuder. „We ontwerpen en bouwen onze eigen units en equipment, zodat we ze steeds efficiënter en veiliger kunnen maken. Maatwerk in ontwerp en uitvoering is wat WellGear uniek in de markt maakt. Wat wij in de uitvoering in verschillende delen van de wereld leren, passen we weer toe in de ontwerpen van ons nieuwe equipment. Zo zijn we er zeker van dat we met de beste units aan het werk zijn, die je maar kunt bedenken. Onze klanten en onze collega’s die er mee moeten werken, stellen dat erg op prijs.”

Maatwerk

Venema: „We doen zowel de engineering, het zelf fabriceren van de installaties als de uitvoering van het werk. De klant heeft een bepaalde opdracht en wij kijken welk pakket daarbij past of passen het daarop aan. Dat is elke keer weer anders. Hoewel er enkele grote spelers op de markt zijn, kunnen

wij ons juist daarin onderscheiden. Wij bieden maatwerk. Daarnaast hebben we een platte organisatie en kunnen snel beslissingen nemen. Dat krijg je met ondernemende eigenaren, Sigo Tjeerdsma en Sven Heijwegen, als zij ergens in geloven dan gaan ze ervoor.”

Elektrificatie

Het grootste risico bij het werk dat WellGear doet, zit hem in ‘kritische buren’, zoals Schreuder het noemt. „En dat bedoel ik niet negatief, integendeel. Wij vinden namelijk dat het onze plicht is om de overlast van een ontmanteling tot een minimum te beperken. Daarvoor is elektrificatie het toverwoord. Onze industrie is van oudsher diesel gedreven, maar dat kom je bij ons niet of nauwelijks tegen. Onze equipment is elektrisch aangedreven, op de transportbewegingen na. Ook dat is uniek.” In beginsel trof WellGear ongeloof toen men zei de ontmanteling elektrisch te kunnen uitvoeren. Immers, op boorplatforms is normaal gesproken geen elektriciteit. Venema:„ We hebben veel van ons equipment geëlektrificeerd, waarmee we aan de slag kunnen. De volgende stap die we voor ogen hebben is met waterstof elektriciteit op onze werkplek te genereren, zodat de hele operatie zero emission wordt. Dat is ook nodig, omdat we soms in Natura 2000 gebieden actief zijn, daar mag sowieso geen uitstoot plaatsvinden. Kortom, we organiseren alles om de klus heen en dat vragen we ook van onze suppliers, ook zij moeten elektrisch werken.”

Vertrouwen

WellGear gaat in 2025 al de eerste testen met waterstof doen. „We willen laten zien dat het kan, dat het betrouwbaar en veilig is”, zegt Schreuder. „In Nederland moet het schoon, maar zeker ook in andere gebieden op de wereld waar we actief zijn. Met onze manier van werken hebben we inmiddels het vertrouwen van onze klanten gewonnen. Voorheen werd ons precies verteld wat we moesten doen, nu wordt er gezegd: WellGear, we hebben een put, ruim hem maar op. Winningsbedrijven willen ontzorgd worden, dat doen wij.”

Met de 800 putten in Nederland kan WellGear voorlopig wel even vooruit. Maar, ook daarbuiten is er veel te doen. Niet voor niets bouwt WellGear een nieuw kantoor inclusief werkplaats langs de A28 bij Assen. „Het is een wens om kantoor en werkplaats bij elkaar te brengen, zodat de synergie binnen ons bedrijf nog sterker wordt”, besluit Venema. „Op dit moment werken er 360 mensen bij WellGear, dat gaat volgend jaar over de 400. En het mooie is dat we de mensen kunnen vinden, dat heeft denk ik te maken met het werk dat we doen. Dat spreekt aan. Mensen voelen zich trots om voor WellGear te werken, dat stralen ze uit. Eén team, één taak, waar ook ter wereld.”

www.wellgeargroup.com

Harry Venema en Thomas Schreuder

Logistiek teamleider

Logistiekteamleider

Logistiek medewerker | 5 ploegen

Logistiekmedewerker|5ploegen

Machinebediende | 5 ploegen

Machinebediende|5ploegen

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
Leeuwarder Courant NoordZ, Eindejaarseditie, december 2023 by Multiplus media - Issuu