‘WIJ MAKEN 3D-PRINTEN VOOR IEDEREEN BESCHIKBAAR’
JELMER SIEKMANS EN RIANNE RAATJES

PAGINA 11

JELMER SIEKMANS EN RIANNE RAATJES
PAGINA 11
Van de legendarische V8 tot de elektrische opvolger: voor iedere Scania ga je naar Rinsma. Daar hebben ze de passie voor vrachtwagens die je als klant zoekt. En de werkomgeving waar je als monteur thuis kunt voelen. Directeur Remko van Keulen en accountmanager Bonne Hylkema over de kracht van een kleinschalig familiebedrijf in de Friese regio.
Voor een typering van Rinsma hoeven de twee niet lang na te denken. “Familiebedrijf, kleinschalig, afspraak is afspraak, korte lijnen, flexibel en aanspreekbare mensen die begrijpen wat er speelt.” Van Keulen en Hylkema zijn mannen van de vrachtwagen. Ze groeien er allebei in op, houden van de wagens in alle soorten en maten en hebben een passie voor het merk dat al vanaf dag een bij Rinsma hoort. Scania. Rinsma in Berlikum en Drachten is Scania- dealer en garagebedrijf met twee full service werkplaatsen. Ze zijn trots op hun bedrijf en op dat bijzondere Zweedse merk. Waarom? Remko van Keulen: ,,Het is een bedrijf dat uitblinkt in betrouwbaarheid, vrachtwagens ontwikkelt die altijd kwalitatief en innovatief zijn. Zo investeert Scania veel geld in de elektrificatie van zware voertuigen en bouwt het zijn eigen accufabriek voor recyclebare accu’s naast de fabriek.” Bonne Hylkema: ,,Scania is een merk met een sterke traditie en uitstraling; niets voor niets is de V8 al vijftig jaar het trotste boegbeeld. Een diesel die voortdurend wordt aangepast aan de tijd; de nieuwste modellen rijden niet voor niets gewoon op HVO- brandstoffen. Wij omarmen ze allebei, de diesel en de elektrische Scania’s.”
Een mooie mix van klanten en mensen Rinsma bedient met de twee vestigingen in Drachten en Berlikum een mooie en gevarieerde groep klanten.. ,,In Berlikum waar de rijke historie van Rinsma is begonnen, is - inherent aan de regio - veel agrarisch werk, maar ook een hechte gemeenschap van mensen voor wie hun vrachtwagen alles is en die je hier op zaterdagochtend regelmatig aan de koffie treft”, vertelt Remko van Keulen. ,,In Drachten hebben we een 20 jaar geleden op Industrieterrein Azeven een volledig nieuw pand gebouwd. De beide werkplaatsen zijn gecertificeerd voor reparatie aan elektrische trucks.
Drachten en Berlikum hebben zo hun eigen achtergrond, cultuur en klanten. Maar het doel is altijd duidelijk: de klant weer op weg helpen.
Bonne Hylkema: ,,We zijn er voor de klant, omdat we begrijpen dat zijn materieel voor alles gaat. Onze werkplaatsen zijn daarom klantgericht. We hebben allemaal hetzelfde doel voor ogen.”
Remko van Keulen: ,,Degene die hier vandaag bij de receptie zit, weet net zo van de hoed en de rand als iemand die er morgen zit. En wat je niet
weet vraag je aan elkaar; we houden niet van de verwarring door te denken dat iemand het wel weet.”
Afspraak is afspraak geldt voor iedereen Het beste voor de klant, betekent dat je een goede ploeg mensen moet hebben. Wat betekent Rinsma voor de vijftig mensen die er werken? Remko van Keulen: ,,We hebben op beide vestigingen een mooie mix van mensen die langer of korter bij ons werken. De kunst is de kennis en ervaring in huis te houden en te zorgen dat je ook weer nieuwe mensen aantrekt. Goede mensen. En dat zijn mensen die zich hier thuis voelen. Omdat ze de passie voor die vrachtwagens, voor de techniek, in hun bloed hebben. Omdat ze kennis hebben en nieuwsgierig zijn naar de ontwikkelingen in hun vak. Omdat goed werk ook betekent goed geschoold blijven. Dat gaat niet over leeftijd, maar over de intrinsieke motivatie waarmee je je werk doet en hier perspectief vindt. Laatst hebben we iemand aangenomen die het zo naar z’n zin had, dat hij vroeg of zijn vader ook eens mocht komen praten. Inmiddels werken ze hier allebei, tot volle
tevredenheid. Prachtig toch? Dat ontdek je alleen maar door een keer het gesprek met elkaar aan te gaan. En verder moet je nakomen wat je met elkaar afspreekt. Afspraak is afspraak geldt altijd en voor iedereen.”
Wat betekent verduurzaming voor jullie in een wereld die voor het grootste deel uit diesel aangedreven vrachtwagens bestaat? ,,Zoals Bonne net al zei, we omarmen de diesel en die elektrische vrachtwagen, zo is het. Scania ontwikkelt zich als betrouwbaar merk voortdurend, de diesel van nu is een heel andere auto dan de diesel van 30 jaar terug. Iedereen weet dat fossiel over enkele decennia niet meer de norm is. Het is de kunst daar tijdig in mee te gaan, te zorgen dat je bent voorbereid. Daarom hebben we Drachten een paar jaar geleden volledig vernieuwd en doen we dat de komende twee jaar in Berlikum ook. Inmiddels liggen hier zonnepanelen op dak, de komende tijd vernieuwen we het front van ons pand en komen er nieuwe deuren in; daarna vernieuwen we de werkplaats.”
Gezond bedrijf, goed perspectief
Bonne Hylkema: ,,Juist in deze tijd van grote veranderingen weet je dat je dat hele spectrum van diverse wagens, aandrijvingen en technieken moet blijven overzien. Het betekent dat je je in kennis, inzicht en werkplaatsinrichting voortdurend ontwikkelt om je klanten te kunnen bedienen. Dat is wat Rinsma maakt tot wat ze is: een bedrijf voor iedere rijder, iedere klant en iedere wagen.”
Remko van Keulen: ,,De sector heeft een geweldig goed perspectief, juist omdat er veel verandert in die transitie van fossiel naar niet- fossiel. Wij staan er als familiebedrijf goed voor en hebben een prachtige toekomst voor ons. Met goed werk en perspectief voor mensen die zich hier thuis voelen. Spreekt het jou ook aan, kom dan gerust langs.”
Het citaat op de cover ‘Wij maken 3D-printen voor iedereen beschikbaar’ is een gekoesterde wens van Rianne Raatjes en Jelmer Siekmans van de start-up Druckwege in Groningen (pagina 11). Zij maken niet alleen de duurzame grondstoffen voor 3D-printtechniek maar hebben daarnaast de ambitie om elke printamateur met raad en daad bij te staan. „Onze producten zijn aantrekkelijk als je weet hoe je ze moet gebruiken.”
NoordZ is een bijlage van Mediahuis Noord
Samenstelling & eindredactie
Gerda Douma
Jan Rozendaal
Roel Snijder
Theo Zandstra
Vormgeving
Alie Veenhuizen
bijlagen@mediahuisnoord.nl
Advertenties/branded content
Multiplus Media, Drachten
T: 06 44 91 12 63
E: s.osinga@multiplusmedia.nl
Volg NoordZ ook online op het blog www.noordz.nl
Ziggo/Vodafone stuurt de monteurs de laatste stadskilometers met scooters naar de klanten in plaats van met de auto. Bedrijven als Coolblue leveren al langer met de elektrische fiets thuis spullen af en bij Picnic weten ze niet anders dat de bezorgauto elektrisch is. Langzamerhand verandert er heus wel iets maar de enthousiaste Matthias Olthaar is al veel verder. ,,Wie zich nu nog denkt te onderscheiden met dergelijke vormen van duurzaamheid is te laat’’, stelt de lector green economics & process-optimization aan NHL Stenden Hogeschool in Leeuwarden.
Geen vrolijk verhaal heeft hij te vertellen in deze NoordZ. ,,Alle kleine stapjes zijn nodig, maar lang niet genoeg’’, aldus Olthaar, die dramatische prognoses bij de hand heeft: nu is 0,8 procent van het aardoppervlak te warm om te leven en als de opwarming beperkt blijft tot anderhalve graad is dat in 2070 gestegen tot 9 procent. ,,Dat betekent dat 1,5 miljard mensen moeten migreren.’’
Wat hij maar zeggen wil: duurzaamheid is geen optie maar een noodzaak. We moeten onze manier van leven veranderen. In deze NoordZ verzamelen we mensen die daarin hun aandeel proberen te leveren. Neem Resato in Assen dat gelooft in waterstof en het kip-en-eiprobleem probeert te doorbreken door zoveel mogelijk tankstations te bouwen waardoor de drempel verdwijnt voor transportbedrijven om over te
schakelen op trucks die rijden op waterstof. In Assen geloven ze dat de dieselrijders op waterstof overgaan en de benzinerijders op elektrisch.
Een van de bedrijven die in de rubriek Start me up aan bod komen is Happy Cups. De onvermoeibare Lenze Leunge uit Oosterwolde heeft na jarenlang ontwikkelen de eerste fossielvrije, recyclebare, biologisch afbreekbare beker gemaakt. Dus bekers die worden gemaakt van volledig biologisch afbreekbaar plastic maar die ook in de vaatwasser kunnen en dus meerdere keren kunnen worden gebruikt. Als er toch eentje – per ongelijk – in de natuur belandt, is-ie met een jaar opgelost.
Een kijkje op het akkerbouwbedrijf van Geert Lindenhols in Zuidwolde (Drenthe) helpt ook bij de bewustwording hoe om te gaan met land en wat je eet. Efficiënt werken helpt uiteraard ook om het milieu te sparen. Daar levert het Groningse S&S Systems een bijdrage met zijn software die industriële processen doorlicht. Hij belooft dat hij de tijd die productielijnen stilliggen met 50 procent naar beneden krijgt. Eindigen we toch met positief nieuws.
Namens de redactie, veel leesplezier,
Duurzaamheid is geen optie meer, maar noodzaak
Lector Matthias Olthaar heeft geen vrolijk verhaal te vertellen
Meer met minder
Column Ronald Mulder
Simpele oplossing voor veel problemen: efficiënter werken
S&S Systems’ software licht industriële processen door
Start me up
Drie start-ups delen hun idealen in onze vaste rubriek
Vrachtwagenchauffeurs gezocht
Je kunt tegenwoordig ook parttime werken als trucker
Resato in Assen gelooft in de toekomst van waterstof
Zoveel mogelijk tankstations bouwen, dan komen de waterstoftrucks vanzelf
Allergisch voor gezeur en slachtoffergedrag
Ids Schaap van BioValue in de rubriek De Spiegel
Supermarkt ligt vol met nutteloze dingen
Akkerbouwer Geert Lindenhols uit Zuidwolde wil dat consumenten weten wat ze eten
Batterijboegbeeld Moniek Tromp
Groningen is een belangrijk centrum van innovatie aan de oplaadbare batterij
Met een mondvol is Olthaar lector green economics & process-optimization. Samen met studenten, bedrijven en vakgenoten onderzoekt hij hoe ondernemingen met praktische oplossingen hun ecologische voetafdruk kunnen verkleinen. Hoe kun je verspilling van materialen en energie tegengaan? Hoe kun je als bedrijf je maatschappelijke impact op ecologisch én sociaal gebied verbeteren?
De circulaire economie is vandaag de dag een gangbaar begrip. Dat was ruim zeven jaar geleden, toen het lectoraat ontstond, nog wel anders, vertelt Olthaar. ,,Iedereen keek je toen schaapachtig aan bij het horen van die term. Nu kun je er niet meer omheen.”
Het is geen vrolijk verhaal dat Olthaar voor het voetlicht brengt. Volgens het rijksbrede programma Nederland circulair in 2050 moet in 2030 de helft van de economische activiteiten in ons land circulair zijn. Dat gaan we op de huidige manier niet halen, daarover is de wetenschap duidelijk en de lector stellig. ,,Die relatieve vormen van duurzaamheid gaan de planeet niet redden. Alle kleine stapjes zijn nodig, maar lang niet genoeg.”
Uit wetenschappelijk onderzoek, vertelt Olthaar, blijkt klip en klaar dat de opwarming van de aarde een enorme impact op de mensheid gaat hebben. ,,Nu is 0,8 procent van het aardoppervlak te warm om op te leven. Als we de opwarming kunnen beperken tot anderhalve graad, wat sowieso al onwaarschijnlijk is, is dat in 2070 gestegen tot 9 procent. Dat betekent dat anderhalf miljard mensen moeten migreren omdat de plek waar ze wonen te warm wordt. En dat is dus in het gunstigste scenario.”
ONGEMAKKELIJK
Het is een ongemakkelijke boodschap, erkent de lector. ,,Het artikel waarin deze cijfers bekend werden gemaakt, was zó confronterend dat de wetenschappers het eerst niet eens gepubliceerd kregen. Blijkbaar zijn we als mensen heel slecht in staat de ongemakkelijke waarheden onder ogen te zien.”
Intussen stapelt het bewijs zich op: eindeloze economische groei is simpelweg niet
mogelijk op onze planeet. In het deze week verschenen boek Er is leven na de groei –Hoe we onze toekomst realistisch veiligstellen van Paul Schenderling, waaraan Olthaar een bijdrage leverde, wordt de steeds luider klinkende roep om verandering voorzien van een context. Olthaar: ,,In het boek laten we zien waarom het anders moet, hoe dat kan én doen we concrete beleidsvoorstellen, inclusief een doorberekening van de kosten. We laten ook zien dat voor zeker 90 procent van de Nederlanders de welvaart behouden blijft.” Eerder schreef Olthaar samen met Schenderling Hoe handel ik eerlijk
Wat vraagt dit alles van bedrijven? Wat betekent het voor hun strategie? Het begint in elk geval met bewustwording, meent Olthaar. ,,We zagen het tijdens ons onderzoek met studenten en bedrijven: de laatsten waren vaak verrast door de resultaten als het ging om het beeld van hun ecologische voetafdruk. Zelf dachten ze bijvoorbeeld dat het transport van materialen per vliegtuig de grootste boosdoener was, terwijl niet dat van grote betekenis bleek, maar juist de winning van zeldzame aardmetalen.”
Energie-neutraal worden is één, maar het is ook hard nodig om minder materialen te gaan gebruiken, benadrukt de lector. Belangrijkste daarbij: de levensduur van apparaten moet fors verlengd worden. ,,Bedrijven dragen pas echt een steentje bij als ze duurzamere producten gaan maken. Ze moeten voorzien in de noden van mensen, niet behoeftes creëren.”
NOODZAAK
Dat is inmiddels geen kwestie van kiezen meer, zegt Olthaar. Stellig: ,,Duurzaamheid is geen optie, maar een noodzaak. Als je als bedrijf nu nog denkt je hiermee te kunnen onderscheiden, ben je te laat.” Je hebt dan de tijdsgeest gemist, wil hij maar zeggen. ,,Alleen wanneer je op korte termijn je bedrijfsmodel vérgaand verduurzaamt, zoals bijvoorbeeld Gerrard Street, Fairphone of Chocolate Makers, kun je onderscheidend zijn.”
,,De veranderingen gaan straks niet meer geleidelijk, het wordt disruptief. Wie zich verzet tegen de ontwikkelingen, wordt straks ingehaald door de werkelijkheid. De winnaars zullen de bedrijven zijn die nu de feiten onder ogen zien en vol gaan voor duurzaamheid. We moeten binnen de draag-
kracht van de aarde gaan produceren en consumeren.”
De cijfers zijn daarover ook duidelijk: anno nu is per wereldburger 1 hectare aarde beschikbaar. In Nederland alleen al gebruikt een inwoner zes keer zoveel – de impact van de uitstoot van broeikasgassen buiten beschouwing gelaten. Daar gaat dus iets verkeerd, wil Olthaar zeggen. ,,Dan is het leuk als een bezorgbedrijf het laatste kilometertje transport elektrisch doet, maar dat gaat weinig verschil maken.” Het is vaak een beetje rommelen in de marge, vindt hij.
De waan van de dag staat bij veel bedrijven te veel op de voorgrond, stelt de lector. ,,Hoe kom ik de klant tegemoet? Waar vind ik personeel?” Legitieme vragen, maar je moet ook anticiperen op de toekomst, benadrukt hij. ,,Het dringt nog niet echt door wat er nodig is. Als je als bedrijf niet vooruitkijkt, word je echt ingehaald door de werkelijkheid.” Olthaar pleit dan ook voor een omslag. De wetenschap heeft de harde cijfers op tafel gelegd. Nu is het hoog tijd voor de volgende stap: de vertaalslag maken van een wetenschappelijke- naar een maatschappelijke consensus.
Is het dus kommer en kwel voor de toekomst van ons allemaal? ,,Mijn telefoon is oud, ik koop veel tweedehands kleding en reis met het openbaar vervoer. Een smartphone wordt gemiddeld 2,7 jaar gebruikt. Maak daar eens zeven of acht jaar van, hoe veel scheelt dat al niet?”
LEVENSVREUGDE Bovendien, zegt Olthaar mede uit eigen ervaring, kan de bewustwording en daarmee gepaard gaande leefstijl je levensvreugde juist vergroten. ,,Minder spullen bezitten betekent ook meer ruimte voor kwalitatieve groei. Ik ben bijvoorbeeld minder betaald werk gaan doen en heb daardoor tijd en energie voor mijn drie jonge kinderen en mijn vrijwilligerswerk. Wat maakt het leven uiteindelijk de moeite waard? Niemand die op je uitvaart zegt: hij had zo’n groot huis of een dure Rolex.”
We moeten onze manier van leven veranderen, blijft de ongemakkelijke boodschap die de lector onvermoeibaar uitdraagt. ,,Het is eenvoudiger om de oplossing in de techniek te zoeken. Iedereen een elektrische auto en een warmtepomp en alles is opgelost. Maardat alleen gaat ons niet redden.”
Titel Er is leven na de groei Auteur Paul Schenderling e.a.
Uitgever Bot Uitgevers
Prijs 25 euro (272 blz.)
Pakketjes bezorgen per elektrische fiets, in de stad een scooter inzetten en de auto laten staan; bedrijven proberen hun steentje bij te dragen aan een klimaatneutralere samenleving. Maar is dat genoeg? Volstrekt niet, zegt Matthias Olthaar, lector aan NHL Stenden Hogeschool in Leeuwarden. ,,Wie zich nu nog denkt te onderscheiden met dergelijke vormen van duurzaamheid is te laat.”
De waan van de dag staat bij veel bedrijven te veel op de voorgrond
Veenstra|Fritom in Heeg levert logistieke rust. De kunst is hoe je dat vandaag de dag zo optimaal mogelijk doet in de dynamische wereld van logistiek. Noordz vraagt het aan algemeen directeur Wessel Veenstra en commercieel manager Wietze de Vries.
Het familiebedrijf uit 1928 past zich voortdurend aan. Wat bleef, is de basis van het vertrouwde Friese Heeg en het DNA van meedenken. Net als samenwerken: al in 1968 werkt Veenstra samen met collega familiebedrijven Wiersma en Doorenbos en dat resulteert samen in de Fritom Groep van nu, waar het huidige Veenstra|Fritom als werkmaatschappij deel van uitmaakt. Ketensamenwerking wordt steeds belangrijker, logistieke oplossingen vereisen steeds meer maatwerk, digitalisering rukt op en maakt optimale afstemming en duurzamere logistieke oplossingen mogelijk. Nieuwsgierig kijken ze bij Veenstra|Fritom in Heeg en Deventer daarom naar de wereld. Hoe kan wat je nu doet, morgen efficiënter en duurzamer en wat speelt er waar jij als bedrijf van kunt leren?
Lerend vermogen brengt je verder
Wessel Veenstra is opgegroeid in het Friese familiebedrijf en ziet het bedrijf zich continu aanpassen. „Logistieke dienstverlening is en blijft mensenwerk. Het is de kunst om te zorgen dat je op alle plekken in de organisatie de juiste mensen hebt en houdt. Vakmensen, van vrachtwagenchauffeurs tot planners, op iedere plek in de organisatie. Opleiden, trainen en vooral ook coachen speelt een steeds belangrijkere rol, waarbij we kijken naar iemands behoefte: wat heb jij – naast allerlei verplichte bijscholing in je vaknodig om je werk te kunnen blijven doen zodat het ook aan jouw perspectief en mogelijkheden om door te groeien voldoet? Ondernemerschap noem ik: initiatief nemen, vragen stellen, nieuwsgierig zijn, ieder op zijn eigen manier en vanuit z’n eigen rol, functie en beleving. Ruimte en tijd nemen om de wereld in te kijken, na te denken over wat er speelt, omdat het ‘andere’ altijd buiten gebeurt. Als je alleen naar binnen gericht blijft, mis je het waardevolle waar je weer verder mee komt. Het geldt voor ons allemaal, intern voor iedereen die hier werkt, en extern, naar onze klanten. En je moet bereid zijn in de huid van de klant te kruipen om tot de beste oplossing te komen.”
Samen sta je sterker
Een open houding hebben naar de wereld en mensen om je heen, noemt Veenstra’s commercieel manager Wietze de Vries het. Alert zijn op wat er speelt, zoals met duurzaamheid en digitalisering. „Investeren van tijd, geld en aandacht in wat je voelt dat je moet en kunt doen. Als je zoals wij graag langdurig relaties aan wilt
gaan, betekent het dat je daar voortdurend in moet investeren. Veenstra|Fritom heeft transportrelaties die al meer dan 50 jaar teruggaan, zoals met klanten als Lankhorst en Julius van Werf uit Sneek, dat gaat nooit vanzelf. Anderzijds wil je nieuwe relaties aangaan of bestaande samenwerkingen verdiepen en meer inhoud geven. Met Nefit Bosch zijn we al lang onderweg als logistiek ketenpartner en gaandeweg het proces worden we er beter in. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor Auping Nederland, voor wie wij de volledige Supply Chain ontzorgen. Partner zijn is iedere keer weer anders, het is maatwerk. Elkaar leren kennen, tijd nemen, vragen stellen. Op het juiste moment je logistieke kennis en slagkracht met de juiste intentie kunnen inzetten vergt meer dan de kennis en ervaring die je op basis van je historie hebt. Het DNA van Veenstra|Fritom is al die decennia overeind gebleven, de intentie waarmee je doet wat je doet, door voortdurende ontwikkeling van mensen en inzichten, kun je daadwerkelijk verder komen. Want het zijn de mensen die het doen, zij moeten elkaar leren aanvoelen om te begrijpen wat er nodig is om alles naar volledige tevredenheid voor beide partijen te realiseren. Dat betekent ook dat je om je heen moet blijven kijken naar nieuwe mensen, nieuwe technieken en kansen om kennis, inzichten en perspectief aan je organisatie toe te voegen. We transformeren samen met onze klanten mee in de energietransitie, waar wij ook onderdeel van uitmaken. Zo zien wij ook volop kansen in de duurzame verwarmingsindustrie en installatietechniek.”
Ondernemen doe je samen
Het is dan ook geen toeval dat afgelopen mei de transportactiviteiten, met mensen en materieel, van Bosma Logistiek in Heerenveen worden overgenomen. Wietze de Vries: „We werken al jaren samen en met deze stap doen we beide ons voordeel. Het was een intensief proces voor we
uiteindelijk de handtekening hebben gezet. Het vereiste veel van beide kanten om de samenwerking voor iedereen in het hele proces goed te laten landen: voor beide bedrijven, maar vooral voor de klanten en alle medewerkers.” „Daarom word ik er vrolijk van als ik alle chauffeurs nu bij elkaar zie zitten in de kantine en klanten logistieke rust voelen met vertrouwde dienstverlening.” vult Wessel aan.
Serious Gaming als gamechanger Om je heen kijken loont en biedt soms totaal onverwachte, maar beloftevolle kansen, schetst Wessel Veenstra. „Zo is uit een onvermoed gesprekje over gaming een heel mooi initiatief ontstaan dat nu tot wasdom komt. Het gaat niet vanzelf, maar biedt geweldige kansen. Ik had toen geen idee dat wij als logistiek bedrijf ooit iets moois met gaming zouden kunnen doen.” Wietze de Vries: „We zijn in 2018 in contact gekomen met NHL Stenden en hebben er kennis gemaakt met de docenten en studenten serious gaming Inmiddels zijn we jaren verder en is er een samenwerking opgezet als learning community met transportbedrijven, kennisinstellingen en overheden. Onze HRM-afdeling heeft hierdoor nieuwe inzichten en kennis opgedaan, waarmee de werving en selectie gedigitaliseerd is. Nu zijn we bezig met de community ‘Transportplanner van de Toekomst’ en is ook brancheorganisatie Transport & Logistiek Nederland erbij betrokken. Leren van digitale techniek om efficienter en duurzamer te kunnen transporteren en ketens korter te maken.”
Logistieke dienstverlening, laten ze zien bij Veensta|Fritom, is het werk van gemotiveerde en betrokken mensen die belangstellend, nieuwsgierig en ondernemend zijn. Want dat maakt dat je logistieke rust kunt leveren.
www.veenstrafritom.nl
’Kijk, ik vind dat deeltijdwerken ook onzin. Een week heeft 164 uur. Voltijd is, afhankelijk van de sector, 36 tot 40 uur. Ha! Ondernemers en artsen maken makkelijk het dubbele! Maar nu richten we al onze morele pijlen, en inmiddels ook een voltijdbonus, op de mensen die de euvele moed hebben ervoor te kiezen 20 of 24 uur per week te werken? Waarom niet meteen doorpakken? Zo’n vrije zaterdag, die is toch volkomen uit de tijd? Vroeger had je de zaterdag nodig om te winkelen, en om te sporten als je geloof je verbood dat op zondag te doen. Maar geloven doet bijna niemand meer en winkelen kun je tegenwoordig altijd en overal. Een extra werkdag zou het arbeidsaanbod met 20 procent uitbreiden, ruim voldoende om alle 500.000 openstaande vacatures te vervullen. Weg met de personeelstekorten in de zorg, de bouw, het onderwijs. Het nationaal product zou in één klap met 50 miljard euro groeien! Waar wachten we nog op?”
Er is veel mis met bovenstaand pleidooi, maar het allerbelangrijkste is: voor de meerderheid van de werkenden is er nauwelijks een meetbare relatie tussen het aantal gewerkte uren en de geleverde output. Sterker: van de meeste werkenden weten we helemaal niet hoeveel ze produceren. Wat is de productie van een politieagent, een verpleegkundige of een beleidsmedewerker?
In het bedrijfsleven, zeker in de dienstensector, is bijna alle productie teamwerk. De waarde van een individuele bijdrage aan een advertentiecampagne, een computerprogramma of het kwartaalresultaat van een bank is lastig te bepalen; dat is ook een van de redenen dat prestatiebeloning meestal niet werkt.
Oké, zult u zeggen, maar zelfs als we niet weten wat iemand produceert, dan blijft toch overeind dat hij in meer uren meer kan produceren? Dat is nog maar de vraag. Burn-out is de belangrijkste beroepsziekte van het moment. 15 tot 20 procent van de werknemers kampt met stressgerelateerde klachten op het werk. Het bijbehorende ziekteverzuim kost de werkgevers ruim 3 miljard euro per jaar. Mensen meer uren laten werken zonder iets te veranderen aan de manier waarop we werken, dat is een recept voor ellende.
Helaas weten we nog niet zo heel veel over wat moderne kenniswerkers dan wél productiever maakt. Daarom blijven we sturen op wat we kunnen meten, als de dronkenlap die zijn fietssleuteltje onder de lantaarnpaal zoekt – niet omdat hij het daar verloren is, maar omdat het daar licht is. Meer uren zullen we maken! Voltijd werken, later met pensioen en, o ja, na de middelbare school eerst maar eens een jaartje maatschappelijke dienstplicht, in plaats van backpacken door Azië.
De roep om meer arbeidsaanbod leidt, zoals altijd, af van waar het eigenlijk over zou moeten gaan: hoe krijgen we meer voor elkaar met minder inspanning? Daar is ruimte genoeg voor, vooral bij kenniswerkers. ,,Ons werk is stuk”, stelt Martijn Aslander in zijn nieuwste boek. ,,We noemen ons kenniswerkers, maar we doen maar wat.”
Dat klopt. ICT, dat toch echt staat voor informatie- en communicatietechnologie, heeft er niet toe geleid dat we minder tijd kwijt zijn met vergaderen, overleggen, afstemmen en anderszins elkaar informeren. Integendeel. Zullen we daar eens beginnen? En wedden dat dat ook flink wat burn-outs scheelt? Volgens mij hoeft dan niemand zijn vrije dagen op te geven.
Ronald Mulder is ondernemer en econoom. Man van weinig woorden.
@ronaldmulder
Het klimaat is op de hobbel, de personeelstekorten rijzen de pan uit, de energieprijzen gaan als een raket. Terwijl de paniek toeneemt bestaat er een relatief eenvoudige eerste stap naar een oplossing. Jeroen Kleef van S&S Systems in Groningen weet dat al heel lang.
Tekst Jean-Paul Taffijn Foto Huisman MediaWe moeten besparen op energie en grondstoffen. We moeten op zoek naar mensen die willen werken. We moeten onze footprint drastisch terugbrengen. We moeten van alles om te redden wat er te redden valt. Maar misschien moeten we eerst eens kijken wat we nu meteen kunnen doen, met directe positieve gevolgen.
Wat dan? Efficiënter werken in de industrie. Daarmee fietsen we heel veel gaten tegelijk dicht.
Sterker: door het op de goede manier aan te pakken, besparen we enorm op de CO2uitstoot, gebruiken we veel minder energie, verdienen we meer geld én verkleinen we het personeelstekort significant. ,,We hebben klanten bij wie we de productie hebben verdubbeld met minder machines en tegelijkertijd een forse besparing op de uitstoot hebben gerealiseerd. O, en inhuur van uitzendpersoneel is er niet meer nodig.’’
Dat is het verhaal dat Jeroen Kleef met enige regelmaat vertelt op de bühne. Hij weet ook waarover hij het heeft. De cijfers van de technologie van zijn bedrijf S&S spreken voor zich. ,,De techniek is vooral een hulpmiddel. Dure termen als a.i. en industrie 4.0 klinken lekker, maar daarmee red je het niet. Het is veel meer een andere manier van denken en doen. Maar dat leren wij je.’’
MACHINE ALS KINDJE
Inzicht. Daarmee begint het. De software die Kleef sinds halverwege jaren 90 ontwikkelt, licht industriële processen door. Zo wordt duidelijk waar hiccups zitten. ,,Wij kunnen wat dieper kijken dan andere systemen. Voor zover ik weet, is onze manier om onderlinge verbanden tussen processen te leggen uniek in de wereld.’’
Simpel uitgelegd: gewoon is om in de industrie 2-dimensionaal procesonderdelen te verbinden. S&S doet het multidimensionaal. ,,Het productieproces ligt bijvoorbeeld stil omdat een onderdeel te laat geleverd wordt. Maar dat heeft ook gevolgen voor voorraadbeheer, voor het onderhoud van machines, voor de uitstoot, de productiviteit en veel meer. Onze software kan dat ineens overzichtelijk laten zien.’’
Goed. Dan weet een fabrieksdirecteur op welke momenten de productie niet optimaal verloopt, en ook waaraan het ligt. Vervolgens is het zaak om in actie te komen.
,,Daar komt de menselijke factor in beeld. Die is nog altijd het belangrijkst. Wij hebben een holistische benadering die perfect werkt, mits de mensen bereid zijn te leren en mee te doen. Continu verbeteren noemen we dat. Als we zien dat die wil ontbreekt, dan heeft het geen zin en vertrekken we weer.’’
Dat gaat over de dagelijkse manier van werken. ,,Mijn vrouw werkt in het ziekenhuis met ernstig zieke zuigelingen. Daar liggen baby’tjes te midden van heel veel technologie met piepjes en lichtjes. Een fout van de mensen die er werken heeft desastreuze gevolgen. Zo zouden medewerkers ook met hun machine in een fabriek moeten omgaan. Het is hun kindje, daarvoor moeten ze zorgen. Dat betekent dat de overdracht naar de volgende shift goed moet zijn, netjes, administratie op orde. Je wilt dat een machine zolang mogelijk goed blijft werken en dat het niet aan kleine, vermijdbare foutjes ligt dat-ie stilvalt.’’
DOWNTIME MET HELFT OMLAAG
Het ‘geheim’ is volgens Kleef om niet te sterk te focussen op de handelingen aan en
om een productielijn, maar juist op wat daaromheen en tussenin gebeurt. Dat is waar dingen soms misgaan. Kortom, niet de gevolgen, maar de oorzaken verdienen aandacht. ,,Dat is wat we de mensen leren. In onze trainingen hebben we het vooral over de vraag ‘waarom’. Omdat dat de beste manier is om begrip te kweken en iedereen mee te krijgen.’’ Die manier van denken en doen heeft verstrekkende gevolgen. ,,Wij krijgen de downtime – de tijd dat een productielijn onbedoeld stil ligt – gemiddeld met 50 procent omlaag.’’
Dat betekent dat de productie stijgt en de kosten per gemaakt product dalen, net als de uitstoot en benodigde energie per product. Een goede flow in het proces scheelt bovendien op de energierekening. Maar hoe zit het dan met de druk op het personeel? ,,We weten ongeveer hoeveel tijd mensen op een werkdag bezig zijn met zaken die geen bijdrage leveren aan de dienst of het product. Uit onze poll blijkt dat mensen zelf denken dat dat zo’n 30 procent is. Ik denk dat het te doen is om dat percentage te halveren. Mensen die bezig zijn zich te verbeteren, zien dat alle processen om hen heen beter verlopen, die willen dat. En zie daar: zo verkleinen we het personeelstekort aanzienlijk. Zoveel scheelt dat.’’
Eigenlijk is het vreemd dat we niet met zijn allen al een beetje zo te werk gaan, als je dit zo leest. Daarvoor is wel een verklaring. Want hoewel S&S verschillende bedrijven al jaren helpt besparen en meer verdienen, is de bekendheid nog niet zo heel groot. ,,Ik ben een technoloog, ben vooral bezig geweest om onze software en het hele opleidingssysteem te perfectioneren. Nu ik steeds meer ontdek dat mensen uit de industriële wereld in binnen- en buitenland onder de indruk zijn, realiseer ik me dat we meer de boer op moeten. Daar gaan we nu vol gas mee bezig.’’
Deuren open en weer sluiten. Snel en veilig. Duizenden keren per etmaal. Bij het Bolswarder Ventura Systems weten ze wat het betekent voor miljoenen mensen wereldwijd. Bas de Nooijer over stedelijk vervoer voor mens en pakket, logistieke topsport en Ventura als perspectief voor steeds meer mensen.
„De toekomst van het openbaar vervoer in stedelijk gebied is enorm. Het groeit explosief en de nabije toekomst vraagt alleen maar meer van ons als specialist in toegangsverlening van vrachtauto’s voor elektrisch pakketvervoer en stadsbussen. De wereld stelt ons vragen en in onze deursystemen zit het antwoord. En we hebben steeds meer mensen, kennis, inzicht op steeds meer terreinen nodig om die antwoorden te kunnen geven.”
Marktleider en logistiek specialist
Ventura Systems staat model voor succes en toekomstperspectief. Gestart in 1994 met veel ervaring in treindeuren, specialiseren een paar mensen in het ontwerpen en maken van deuren voor stadsbussen. Vandaag de dag staat Ventura Systems voor ruim 200 mensen in Bolsward en vestigingen in Duitsland, Engeland, de Verenigde Staten, Hong Kong en Australië. Samen zijn ze ieder jaar goed voor zo’n 18.000 deursystemen wereldwijd, het grootste deel geproduceerd in Bolsward, een kleiner aantal in de Verenigde Staten. De naam Ventura vindt je terug in stadsbussen in wereldsteden zoals Sydney, Tokio, Hong Kong, Los Angeles en London met toonaangevende openbaar vervoersnetwerken.
„En gelukkig ook in Bolsward”, voegt Bas de Nooijer er glimlachend aan toe. „Maar de grote aantallen komen natuurlijk vooral uit stedelijke conglomeraties, steden waar miljoenen mensen iedere dag in hoog tempo en in enorme concentraties onderweg zijn en waar het openbaar vervoer van levensbelang is om al die mensen veilig, effectief, efficiënt en duurzaam te vervoeren. Om daar een wezenlijke bijdrage aan te kunnen leveren praat je altijd over maatwerk, technische perfectie, kwaliteit, zekerheid en levensduur. En in toenemende mate ook over kennis om met zowel bus bouwers als met bus vervoerders in de keten van het openbaar vervoer mee te denken.”
Er komt heel wat kijken bij de ontwikkeling, productie, verkoop en aftersales binnen Ventura, vertelt hij. Hij is net terug uit Japan en zonder spoor van vermoeidheid, want het enthousiasme over de mensen en het werk stralen van hem af. „Ventura Systems is een logistieke specialist. We ontwerpen en engineeren al onze producten hier in eigen huis, we werken samen met een paar honderd Europese toeleveranciers, waaronder ook veel partners in Fryslân, die voor ons
onderdelen maken die wij in Bolsward assembleren tot eindproduct. Vervolgens testen we computergestuurd ieder deursysteem tot in de puntjes. Daarna exporteren we dat naar onze opdrachtgevers, de wereldwijde makers van stadsbussen en vrachtauto's. En omdat we op het glas van iedere deur Ventura zetten, zien iedere dag miljoenen mensen over de hele wereld ons product. In Europa, in de Verenigde Staten, Azië, Nieuw-Zeeland en Australië, maar ook landen in Zuid-Amerika. Het maakt ons tot marktleider in toegangsoplossingen voor voertuigen voor openbaar vervoer en stedelijk pakket vervoer. Bolsward is ons hoofdkantoor waar veruit het meeste gebeurt. De fabriek die we in de Verenigde Staten hebben, is een voorwaarde om ook in die markt onze deuren te mogen verkopen binnen de wet- en regelgeving van het land.”
Een fijne wereld, maatschappelijk relevant Marktleider wordt je niet zomaar, het vergt continue inzet, creativiteit en focus op ontwikkeling. „Meedenken met fabrikanten van stadsbussen, of dat nu VDL, Iveco, Mercedes, Volvo, MAN of een van die vele anderen is. Over de beste toegangsoplossing voor een bepaald soort bus, over betere functionaliteit van het voertuig, over de verbetering van de zichtbaarheid van mensen of voertuigen rond de bus, over optimale passagiersruimte, over het zo duurzaam mogelijk omgaan met de beschikbare energie in de bus voor alle systemen, over het verdienmodel van het product in de relatie tot de prijs van het openbaar vervoer. Met openbaar vervoermaatschappijen zoals Arriva hier of de London Transport Authority, met stadsbesturen die je zien als kennispartner. We denken mee over veiligheid, openbaar vervoer voor mensen met welke beperking dan ook, over databeveiliging van persoonsgegevens. We zijn onafhankelijk, geen onderdeel van welke speler dan ook en dat maakt ons acceptabel voor heel veel partijen. En we zijn gedreven om mee te denken over de wereld van morgen, over de betekenis van openbaar vervoer voor een land of regio, over het
toekomstbestendig kunnen maken en houden van openbaar vervoersystemen, veilig, efficiënt, onderhoudsvrij, duurzaam. Werken in de wereld van openbaar vervoer is een fijne wereld. Het is maatschappelijk relevant, de spelers zijn soms groot, maar nog steeds bepaalt de mens het gesprek en de manier van werken, het is heel afwisselend en internationaal. Het vergt ook steeds meer afzonderlijke kennis en steeds verdergaande digitalisering en andere technologie zoals robotica, vision, 3d- printen, steeds meer vernuft om allerlei deelproblemen in een hoogwaardig product te kunnen vatten binnen een bepaalde prijs. Het aantal mensen bij Ventura Systems neemt niet alleen toe in aantallen, maar ook in diversiteit van kennis en niveau. Steeds meer specialisme op een steeds groter worden aantal vakgebieden. Met iedere opdracht groeit ons perspectief en daar ben ik trots op. Het is mooi om bij te dragen aan de wereld om je heen, om groeiende betekenis te kunnen hebben.”
Toekomst voor meer mensen
Ventura opereert in een dynamische wereld die zich in sneltreinvaart ontwikkelt, schetst Bas de Nooijer. „Niet alleen door digitalisering en toenemende technologie, waar wij ook in meegaan. Ook door de snelle opmars van verduurzaming in mobiliteit, de vraag naar meer veiligheid voor de omgeving, het belang van sociale veiligheid, de zoektocht naar zelfrijdende voertuigen. Maar ook door nieuwe spelers in de markt, die specifiek zich richten op elektrificering van stadsdistributie. Zoals bijvoorbeeld Volta Trucks, dat veilige, duurzame trucks ontwikkelt voor stedelijk gebied om pakketten te transporteren. Ook daar ontwikkelen wij producten voor, op basis van wat we al doen. Het maakt dat we een gouden toekomst hebben als innovatief technisch maakbedrijf en logistiek specialist in de regio. Daar hebben we op alle niveaus goede mensen bij nodig, dus in Bolsward ligt voor veel mensen een prachtige toekomst!”
Honderden start-ups zien jaarlijks het levenslicht. Veel daarvan groeien op tot een stabiele onderneming, sommige stranden vroegtijdig, een heel klein deel verovert de wereld. Wij zijn die starters, wat willen ze, wat doen en laten ze ervoor, waar willen ze heen? Start Me Up duikt in een wereld vol beloften, onzekerheid, doorzettingskracht, visie en hard werken.
Wie Jelmer Siekmans en Rianne Raatjes
Wat Resin, vloeibare grondstof voor 3D-prints
Waar Groningen
Waarom om 3D-printen toegankelijker te maken Wanneer sinds 2022
Hoe dankzij creativiteit, marketing en (financiële) steun
Jazeker, Druckwege is uitstekend als een start-up te karakteriseren. Weliswaar gaat het om een herstart van een Duits bedrijf dat al een tijd bestond, de nieuwe aanvliegroute is er typisch één van een start-up: nieuwe ideeën, nieuwe ondernemers, nieuwe manier van handelen. ,,Onze voorgangers waren technische jongens die hun bedrijf er in de avonduren bij deden. Wij hebben volledig commitment’’, zegt Jelmer Siekmans. In Groningen blaast hij het bedrijf nieuw leven in, samen met Rianne Raatjes.
Druckwege is in beperkte kring bekend als leverancier van resin, een materiaal om 3D mee te printen. Vooral in Duitsland maakten aardig wat technische avonturiers gebruik van de vloeistoffen, maar ook specialisten als tandartsen wisten het bedrijf te vinden. Als het aan de twee Groningers ligt, blijft dat vooral zo, maar komt er een grote, nieuwe markt bij: die van de amateur-printers.
MADE IN EUROPE
Siekmans: ,,Wij hebben een hoger doel, namelijk het beschikbaar maken van de techniek voor de massa. Nu nog is het voor een grote groep mensen abracadabra, 3D printen met resin. Wij willen die groep helpen. Met eenvoudige instructievideo’s, met een goed werkende helpdesk, misschien wel met een mooi forum waarop gebruikers elkaar van dienst zijn. Onze belangrijkste producten zijn alleen aantrekkelijk als je weet hoe je ze moet gebruiken. Zo zit het.’’
In het pand op bedrijventerrein Euvelgunne worden de resins gemengd, in flesjes gestopt, van een etiket voorzien en verstuurd. ,,Dat zijn stoffen die onze Duitse voorgangers ook gebruikten. Dat zetten we voort. Maar intussen werken we ook aan manieren om zelf resins te maken, om ervoor te zorgen dat dit helemaal ‘made in Europe’ wordt.’’
De jonge ondernemers gaan verder dan simpel handelen. De Aarde doet serieus mee in hun plannen. Raatjes: ,,We hebben contacten met de Rijksuniversiteit en de Hanzehogeschool om te zien of we de basisstoffen kunnen maken van duurzame, plantaardige grondstoffen. Wij zijn ervan overtuigd dat dat steeds belangrijker wordt, niet alleen voor onze klanten, maar ook voor onszelf.’’
INVESTERING
Raatjes werkt dagelijks aan het vergroten van de klantenkring. Dat doet ze in de ‘Wasaweg
Campus’. In het gebouw waarin IT-bedrijf Bossers & Cnossen huist, zijn meer startups opgenomen. Die helpen elkaar verder, is het idee. Ondersteund door advies (en financiële middelen) van de belangrijkste pandbewoner. ,,Dat is een heel groot voordeel’’, zegt Raatjes. ,,De investering zegt
JELMERSIEKMANS RIANNERAATJES
ons dat mensen erin geloven, net als wij. Afgezien daarvan kunnen we voor advies en ondersteuning altijd hier terecht. Bij Jeroen Bos, maar ook bij de andere startups. Dat 3D-printbedrijf Citoforma hier ook zit, is natuurlijk prachtig.’’ Siekmans en Raatjes werken hard aan de verwezenlij-
king van hun ideaal. Hij bemoeit zich vooral met het product, zij heeft de schone taak de wereld bekend te maken met Druckwege. ,,Dat is een uitdaging, maar wij zijn ervan overtuigd dat het gaat lukken.Iedereen moet kunnen 3D-printen.’’
Wie Lenze en Ina Leunge, Thiemo van der Weij
Wat biologisch afbreekbare, fossielvrije, recyclebare beker
Waar Oosterwolde
Waarom om fossiel plastic te verminderen
Wanneer sinds 2014 (organisch)
Hoe dankzij doorzettingsvermogen, vindingrijkheid en steun
kers. Met hun bedrijf LIMM Recycling laten ze al jaren zien dat hergebruik van koffiebekers gewoon kan. Kartonnen koffiebekers welteverstaan. ,,Wij willen altijd meer. Een echt goede oplossing voor al die plastic bierglazen die je na een festival ziet liggen, is er eigenlijk nog niet. Daar wilde ik wat aan doen, was het idee’’, vertelt Lenze Leunge. Ter indicatie: jaarlijks leveren festivals in Nederland ongeveer 62 miljoen kilo afval op, voornamelijk plastic. Daarvan is niet meer dan 1 procent te recyclen.
VAATWASSERBESTENDIG
en onderzoekers uit het Noorden bij betrokken. Getest werd er dat het een lieve lust is. Koude vloeistoffen, warme vloeistoffen, die moeten allemaal zonder problemen in de beker kunnen. ,,Onze bekers lagen her en der in tuinen, in zoet- en zoutwateraquaria, en op andere plekken om te testen hoe het afbreekproces ging.’’ Intussen moesten de Happy Cups wél vaatwasser bestendig zijn. Dat klinkt als een vrijwel onoverkomelijk probleem. Dat bleek het niet.
hadden ons vooral gericht op festivals. Uit die hoek kregen we in 2017 al de vraag hoe we konden bijdragen aan de vergroening. Toen we de beker klaar hadden, lag alles stil. En daarna waren de centjes een beetje op bij de organisaties. Het is een kwestie van tijd, denk ik. Maar wij moesten onze blik eerst op andere doelgroepen richten.’’
Zoals dat soms gaat, waaide de wind uit onverwachte hoek. Kinderdagverblijven bleken groot fan, zeker toen de start-up besloot felle kleuren toe te voegen. Lenze
Acht jaar lang kostte het heel wat zweet en tranen. Maar het is gelukt. De eerste fossielvrije, recyclebare, biologisch afbreekbare beker heeft het licht gezien. Een huzarenstukje van Lenze Leunge uit Oosterwolde is het, die bleef volhouden waar anderen al afgehaakt zouden zijn. En nu worden de Happy Cups gelanceerd.
Leunge en zijn vrouw Ina zijn geen onbekende in de wereld van verantwoorde be-
Wat nu als er een beker van bioplastic zou zijn die volledig afbreekbaar en recyclebaar is, af te wassen en te hergebruiken? Leunge besloot te gaan experimenteren met PHA, een volledig circulaire, en bio-afbreekbare kunststof. In zijn geval op basis van vooral suiker. ,,Het was echt vallen en opstaan, samen met de spuitgieter. Dan was-ie te zacht, dan te hard, dan was het randje te scherp, van alles. Maar we boekten steeds meer resultaat. Je zag het product beter worden.’’
Met het Biobased Economy Project van de gemeente Ooststellingwerf en daarna het Europese Interreg North Sea Region BIOCAS programma ondersteund door de provincie Friesland, werden er studenten
PHA wordt gevormd door micro-organismen die door bacteriële fermentatie tot stand komen. Als het materiaal terug in de natuur komt, dan zal het door de zelfde bacterie degraderen tot CO2 en mineralen, dus tot voedingstoffen voor de bodem en zee. ,,Mooi is dat ze gewoon in de afwasmachine kunnen want daar zit die bacterie niet’’, aldus Ina Leunge. ,,Kijk, wij willen dat onze bekers gewoon afgewassen en hergebruikt worden. Is er een keer iets kapot, dan kunnen we hem recyclen. In het allerergste geval blijft-ie ergens liggen buiten. En dan verdwijnt hij in pakweg een jaar.’’
SNEL OPSCHALEN Goed, alles gelukt, tijd voor de uitrol, dachten de Leunges en accountmanager Thiemo van der Weij. En toen viel de corona in. ,,We
Leunge: ,,Biologisch pigment, zonder sunblocker en weekmakers. Dat wil zeggen dat de kleur heel langzaam verdwijnt, maar dat past juist wel bij ons duurzame concept, vinden wij.’’
Dat concept slaat aardig aan. Op het Prinsjesfestival in Den Haag kregen de Happy Cups applaus. Festivals in Zwolle en Amsterdam maakten gebruik van duizenden van deze fossielvrije bekers. De geschenkverpakkingen vinden hun weg als relatiegeschenk – al dan niet voorzien van logo’s. ,,En nu gaan we verder de boer op’’, zegt Van der Weij. ,,We hebben verschillende maten en kleuren en hebben bewezen dat het werkt en kan. Onze mallen liggen klaar bij de spuitgieter, dus we kunnen snel opschalen.’’
Wie Jeroen en Wessel
Wat Platform voor contracten scheepvaart Waar Groningen en Eemshaven
Waarom om administratie te versimpelen en te verduurzamen
Wanneer sinds 2019
Hoe dankzij ervaring, ontwikkeling, investeringen en reputatie
De scheepvaart is een wereld die iedereen raakt, maar waarop weinig mensen zicht hebben. Onderzoek wijst uit dat zo’n 98 procent van wat er dagelijks door je handen gaat, op een of andere manier op een schip heeft gezeten. Achter alle vervoersbewegingen over de wereldzeeën gaat een hele wereld schuil vol schippers, makelaars, loodsen, in- en verkopers, rederijen en havenbedrijven. De Groningse start-up Unafix maakt hen het leven wat makkelijker.
,,Contracten liggen onder alle onderlinge afspraken. Dat is een vrij ingewikkeld systeem waaraan veel handwerk te pas komt. Met ons platform digitaliseren we dat werk en automatiseren we het voor een flink deel. Dat scheelt veel tijd, moeite en onzekerheid’’, vertelt Jeroen Wolthuis. Hij begon Unafix een paar jaar geleden samen met zijn co-founder. Om te begrijpen wat het platform betekent, is het goed om eerst te weten hoe de scheepvaartbusiness in elkaar steekt. Wolthuis:
,,Stel, je hebt een lading graan die naar Italië moet. Dan bel je met een makelaar. Die wil weten hoeveel het is, waar het is, wanneer het moet aankomen, et cetera en gaat alles regelen. Dan spreek je een prijs af, onderhandel je over de verdeling van risico’s en kun je aan de slag. De afspraken staan allemaal in een huurovereenkomst van het schip. Die huurovereenkomst moet heen en weer gemaild en gebeld worden naar de verschillende betrokken partijen. Dat is wat een makelaar doet.’’
EIGEN DOSSIER
Of deed misschien. Unafix lost die rompslomp op. Dankzij standaardcontracten die op één plek door de betrokken partijen zijn te zien en zijn aan te passen, gaat alles sneller en gemakkelijker. Bovendien worden eventuele wijzigingen in de contracten bijgehouden en liggen ze vast. Elke klant heeft bij Unafix zijn eigen dossier waarin alles terug te zien is. De partijen krijgen een PDF met het finale contract toegestuurd en klaar is kees.
Het is een manier van werken die in andere sectoren al aardig gewoon is. ,,De scheepvaart is soms vrij conservatief. Mensen zijn gewend op een bepaalde manier te werken en blijven dat graag doen. Maar toch lukt het ons goed om te laten zien welke grote voordelen we bieden.’’
Wolthuis bedacht dit niet zo maar. Jarenlang werkte hij als jurist bij een verzekeringsclub in de mariene wereld. ,,Dan zie je al die dikke contracten regelmatig langskomen. Ik dacht al een paar keer: dit moet toch beter en simpeler kunnen?’’ Dus besloot hij ervoor te gaan. Onmiddellijk had hij zijn medeoprich-
ter Wessel (die het graag bij zijn voornaam houdt) gevonden, een maritieme insider die de potentie van het concept direct zag en sindsdien zijn ervaring en netwerk beschikbaar stelt.
,,We hebben natuurlijk eerst onderzocht of er behoefte is aan zo’n platform. We moesten ook uitleggen dat we niet op de stoel van de scheepsmakelaars gaan zitten. Zij zijn juist onze klanten. De tool is er vooral om hun werk beter en eenvoudiger te maken. We zijn software gaan ontwikkelen en hebben snel een eerste beta-versie geïntroduceerd, vooral om veel feedback te krijgen van early adopters. Dat bleek succesvol, want dankzij deze terugkoppeling konden de verdere ontwikkeling veel gerichter op de marktbehoefte plaatsvinden.’’
Afgelopen maand volgde de lancering, met groot succes. ,,Vakbladen besteedden er veel aandacht aan, dat helpt enorm. Het aantal registraties dat we direct kregen, overtrof onze verwachtingen. Nu gaan we verder de boer op om ons merk bekend te maken. Wat heel goed is, is dat we al bij een paar serieus grote partijen op de radar staan, ook in het Verenigd Koninkrijk. Dat is belangrijk om te laten zien dat we serieus zijn en goed werk leveren.’’
VAST BEDRAGE De start-up verdient een vast bedrag per contract dat gecompleteerd wordt op het platform. ,,De registratie is het begin. De makelaars die de eerste keer echt gebruikmaken van onze diensten, zien snel in dat
ze flink geholpen zijn en blijven terugkeren, verwachten we.’’
De schaalbaarheid van Unafix trok al verschillende investeerders aan. Daarmee kunnen Wolthuis en de zijnen het gaspedaal flink intrappen. ,,De scheepvaartwereld is een vrij gesloten gemeenschap. Vertrouwen is heel belangrijk. Daarom moeten we snel kantoren openen in de wereld zodat mensen ons in de ogen kunnen kijken.’’
De ontwikkeling gebeurt nu in de Mediacentrale in Groningen. Het eerste ‘verkoopkantoor’ is in de Eemshaven. De rest volgt snel, hoopt Wolthuis. ,,Ik heb er vertrouwen in. We moeten in de bekende hubs komen en bekend raken. Het scheelt zeker dat Wessel en ik allebei bekend zijn in de wereld.’’
Intergas in Coevorden staat op het punt een zelf ontwikkelde hybride warmtepomp te lanceren. In november moet het eerste exemplaar van de Xtend geïnstalleerd worden. De specialist in verwarmingssystemen is sinds 2012 in Nederland marktleider op het gebeid van cv-ketels. ,,Met onze hybride warmtepomp willen we hetzelfde bereiken’’, zegt technisch directeur Peter Cool.
Het bedrijf is enorm aan het versnellen op het gebied van energiezuinige verwarmingssystemen. Cool: ,,We hebben veel tijd gestoken in de ontwikkeling van de Xtend, omdat we het graag meteen goed doen. Daarom zetten we in op data. Het ouderwetse ‘meten is weten’ is voor ons een belangrijk principe. Om een goed verwarmingssysteem te ontwikkelen, moet je weten wat er energetisch in een huis gebeurt.’’ Die data werd onder meer verkregen in het huis van een medewerker, een twee onder een kap-woning die gebouwd werd in 1934. ,,Veel mensen denken dat het geen zin heeft om energiezuinige verwarmingssystemen te plaatsen in een bestaande woning, maar met een prototype van onze hybride warmtepomp hebben we een jaar lang gemeten dat er een flinke energiebesparing gerealiseerd is.’’
Stookseizoen
De bewuste woning heeft op de bovenverdieping moderne dubbele beglazing, op de benedenverdieping is het oude dubbel glas nog niet vervangen. Het huis werd overigens al langer door Intergas als modelwoning gebruikt, want ook het effect van spouwmuurisolatie en radiatorventilatie is gemeten, voordat het prototype van de Xtend geplaatst werd. Cool laat de meetresultaten zien en legt uit dat gekeken is naar het energieverbruik in het stookseizoen, van september tot en met april. ,,Op basis van KNMIdata is te zien dat de buitentemperatuur in die maanden gemiddeld 6 graden is. De meeste mensen willen een binnentemperatuur van zo’n 20 graden, dus het verwarmingssysteem moet een verschil van 14 graden overbruggen. Aanvankelijk was daar in de bewuste woning 85 kWh per etmaal voor nodig. Na spouwmuurisolatie zakte dat naar 55 kWh en met een radiatorventilator was er nog maar 40 kWh nodig om het huis te verwarmen. Nu het prototype van onze hybride
warmtepomp is geïnstalleerd, is het energieverbruik gedaald naar 10 kWh. Wie liever in kuub rekent, kan die getallen delen door 10.’’ Volgens de technisch directeur is het van belang dat consumenten, maar vooral installateurs, zich realiseren dat het afgiftesysteem in orde moet zijn om optimale resultaten te behalen met een warmtepomp. Radiatoren, vloerverwarming of convectoren zijn van grote invloed op het verbruik. Cool: ,Warmtepompen zijn gevoelig voor schommelingen in de watertemperatuur en ook het te veel aan- en uitschakelen is niet goed voor het rendement. Om ervoor te zorgen dat onze hybride warmtepompen optimaal functioneren, hebben we ervoor gezorgd dat we ook na installatie data kunnen verzamelen over de situatie bij een gebruiker thuis.’’ Het binnendeel van de Xtend, de Hybrid Heatpump Control Unit, laat het systeem bovendien op het ideale moment schakelen tussen de warmtepomp en de cv-ketel. In sommige gevallen is het namelijk gunstiger om gebruik te maken van de cv-ketel.
Slimme toestellen
De Xtend hybride warmtepompen van Intergas kunnen op afstand bediend worden. Cool demonstreert dat door met zijn smartphone de QR code op een binnenunit te scannen om contact te maken met het toestel. ,,De webapplicatie vervangt het bedieningspaneel en de handleiding. De gebruiker kan zien hoe zijn
installatie presteert en ook de installateur kan alles snel uitlezen. De verwarming is te bedienen met de smartphone, tablet of laptop en de warmtepomp kan ermee ingesteld worden. Uiteraard wordt de verbinding met het toestel verbroken zodra smartphone, tablet of laptop niet meer in de buurt van het toestel is.’’ De gebruiker kan er ook voor kiezen om via een verbinding met Intergas automatische software-updates te krijgen om doorlopend te profiteren van alle ontwikkelingen die de Xtend de komende jaren doormaakt, waardoor de warmtepomp, die nu al minder geluid produceert dan veel soortgenoten, onder meer fluisterstil moet worden. In 2023 verwacht Intergas bijna 50.000 hybride warmtepompen te kunnen leveren. Aan een tweede versie met zwarte buitenunit wordt eveneens gewerkt. ,,We houden de ontwikkeling graag in eigen hand’’,, zegt Cool. ,,Als je de techniek in huis hebt, kun je je bestemming bepalen. Dat doen we met eigen ontwikkelaars en externe partijen waarmee we een jarenlange relatie hebben. Doordat we elkaar goed kennen, kunnen we snel schakelen. Ontwikkelingen volgen elkaar daardoor nu snel op.’’
www.intergas-verwarming.nl
‘Ook in een bestaande woning is energiebesparing mogelijk’Peter Cool met de buitenunit van de Xtend zoals deze er over ongeveer een jaar uitziet. In het laboratorium van Intergas gaat de ontwikkeling onverminderd door. Foto’s André Weima
Energie besparen kan op veel manieren. Belangrijk is wel dat de energie die je opwekt, zo optimaal mogelijk je huis verwarmt. De keramische tegelspecialisten Rolf Haan en Peter Visser van Julius van der Werf in Sneek weten er alles van. Over het optimum in energie besparen en comfortabel leven.
Zorgvuldig omgaan met een gas en elektra staat inmiddels op ieders netvlies. Hoe kan ik energie besparen is sinds dit jaar de hamvraag. Isoleren is heel effectief, dat weten we. Maar dan? “Ik heb vloerverwarming, maar krijg het niet behaaglijk warm en zie mijn rekening oplopen” is een vaak gehoorde vraag. Hoe zorg je ervoor dat je zo efficient mogelijk omgaat met de energie die je opwekt? Hoe krijg je meer warmte en comfort voor een euro?
Wat is het rendement van uw vloerverwarming?
,,De meest effectieve vloer voor vloerverwarming is een vloer die aan de onderkant zo goed mogelijk isoleert en de warmte naar boven zo goed mogelijk afgeeft”, stelt Rolf Haan, commercieel directeur van tegelgroothandel Julius van der Werf in Sneek. ,,Als je tapijt of parket op een vloerverwarming legt, isoleer je de kostbare warmte en wordt die dus nauwelijks afgegeven aan je kamer. Dat is heel inefficiënt en je ketel blijft doordraaien. Om warmte vrij te geven, kies je het beste voor een tegel. Een keramische tegel is namelijk een perfecte warmtegeleider. Daarom is het jammer dat niet meer aandacht besteedt wordt aan effectieve omzetting van energie in warmte, want zo verspillen we kostbare energie en geld. Het is slecht voor je portemonnee en slecht voor het milieu.”
Voor sommigen is een tegel iets voor badkamer of keuken. Rolf Haan en technisch adviseur Peter Visser genieten van keramische tegels in het hele huis, omdat ze weten wat je ermee kunt. In design, maar veel meer nog omdat ze in belangrijke mate kunnen bijdragen aan effectief verwarmen en koelen in huis. De mogelijkheden van tegels zijn groot, maar je moet het weten, geven ze toe. ,,Als tegelgroothandel werken wij samen met aannemers, bouwbedrijven en installateurs. Er is heel veel informatie in de markt over vloeren, over installaties, over wat het beste is. Er wordt nu veel gesproken over energie besparen, maar nauwelijks gekeken naar rendement. Er worden heel begrijpelijk steeds meer warmtepompen verkocht en
vloerverwarming wordt vaker toegepast, maar daar blijft het bij. Mensen kunnen met de juiste vloer veel energie en geld besparen, als je het totale plaatje van isoleren, verwarmen en koelen zorgvuldig bekijkt. Wij hebben de kennis en ervaring en kunnen je de besparende prestaties van tegelvloeren aantonen. Informeer er naar, daar zijn we voor.”
Energiebesparend comfortabel leven Tegels hebben een lange bestaansgeschiedenis en staan er om bekend dat ze onverslijtbaar zijn. De ontwikkelingen staan bepaald niet stil: tegels zijn verkrijgbaar in (bijna) alle soorten, maten, kleuren en verschijningsvormen. Een tegel met houtlook? Kan gewoon. Binnen en buiten dezelfde prachtige keramische tegel? Geen probleem. Wil je een duurzame en energiebesparende vloer, zodat je kunt verwarmen in de winter en kunt koelen in de zomer? Geen probleem! Bij Julius van der Werf in Sneek en Groningen weten ze alles van tegels. En over de waarde van tegels voor energie-efficiency in huis.
gewicht en snel aan te brengen met een korte verwerkings- en droogtijd en perfect te plannen tijdens de bouw. Daarop monteren we het dunlagige systeem van Schlüter BEKOTEC. Een spanningsarm systeem dat de vloer perfect naar onderen isoleert en de warmte optimaal naar boven afgeeft in combinatie met de keramische tegel die jij wenst. Met dit systeem kun je heel goed gebruikmaken van een lage waterverwarmingstemperatuur en is je binnenklimaat makkelijk en energie- efficient regelbaar. Het is uitermate geschikt voor regeneratieve warmtebronnen zoals een warmtepomp.”
En de laatste tip? ,,Door de lichte constructie van dit systeem is het niet alleen op de begane grond, maar ook ideaal op iedere verdieping te gebruiken, zodat ook werk- of kinderkamers behaaglijk en efficient te verwarmen zijn.”
Ontdek de waarde van tegels
Rolf Haan,,Wil je een goede vloerverwarming, dan heb je te maken met diverse factoren. Wij kiezen op basis van onze kennis voor effectiviteit van warmteafgifte en rendement in energieverbruik. Onze werkwijze gaat over de constructieve voordelen van een geringe vloerdikte (een geringe opbouwhoogte), over de optimale planbaarheid in nieuw- en verbouwprojecten, over bewezen prestaties van gelijkmatige spreiding van warmte en behaaglijk comfortabel verwarmen. Het gaat over ecologische voordelen van lage aanvoertemperaturen van het water, over lage verwarmingskosten en een laag energieverbruik. Wij zorgen er met aannemers en installateurs voor dat ze bij jou thuis just-in-time de perfecte vloer leggen, of het nu gaat om nieuw- of verbouw”, stelt technisch adviseur Peter Visser. En wat is in de ogen van Peter Visser de beste vloer? ,,Een homogene spuitvloer die de gelijkmatige basis vormt voor vloerverwarming. Door z’n beperkte laagdikte is die licht van
De keramische tegelspecialist als installateur? ,,Nee zeker niet”, glimlacht Rolf Haan. ,,Ieder zijn vak, het gaat er om dat je mensen het beste biedt dat er is. Wij dragen onze kennis aan van een natuurlijk duurzaam materiaal als keramische tegels. In de zoektocht van veel mensen naar de meest efficiente manieren om te verwarmen en te koelen, zien ze die tegels nog wel eens over het hoofd. Julius van der Werf doet al 90 jaar in tegels, dus voor ons hebben ze geen geheimen. En hoe meer we in woningen en leefruimten in gebouwen willen besparen, hoe vaker keramische tegels hun waarde zullen bewijzen. In warmteafgifte, in comfort, in koelende werking in de zomer, in de besparing van energie en geluid en in effectief samenspel met vloerverwarming en warmtepomp. Tegels helpen steeds meer mensen geld en energie te besparen. Wij vertellen u hier graag meer over op: www.juliusvanderwerf.nl/ over-ons/duurzaamheid/ ”
www.juliusvanderwerf.nl
Een waterig ochtendzonnetje waagt zich door de wolken en schijnt op de vele tenten en vrachtwagens bij het TT Circuit in Assen. Een groep van pakweg vijftig mensen staat opeengepakt in een tent. Op een podium staan autocoureur Tom Coronel en vlogger/vrachtwagenchauffeur Martijn Kuipers, er vallen termen als ‘gigantische baanzekerheid’ en ‘perfect te combineren met een gezin’. De altijd vrolijke Martijn vertelt honderduit over wat er zo leuk is aan het beroep vrachtwagenchauffeur.
Dat is geen toeval. Want we zijn op de instapdag voor vrachtwagenchauffeurs, georganiseerd door Sectorinstituut Transport en Logistiek (STL). Tom Coronel en Martijn Kuipers maken er reclame voor het beroep trucker. Dat is nodig, want er zijn grote tekorten. Transportbedrijven krijgen de roosters met veel moeite rond en als we in de toekomst nóg meer spullen moeten vervoeren, ontstaat er pas echt een probleem. En dus moeten er snel meer chauffeurs bij.
Dat vindt ook Menno Mekes, manager mobiliteitscentrum van het STL. ,,Transportbedrijven zouden veel meer spullen kunnen vervoeren dan ze nu doen. Als corona iets zichtbaar heeft gemaakt dan is het dat wanneer er voorraden nodig zijn en het stokt ergens in de logistieke keten, het helemaal spaak loopt. Nu valt de pijn nog mee, maar als we niks doen en geen personeel werven met bijvoorbeeld dit soort events, dan hebben we uiteindelijk een probleem.”
LANGE DAGEN EN VEEL VAN HUIS?
Probleem: personeel werven is niet gemakkelijk. Het beroep vrachtwagenchauffeur heeft een imagoprobleem. Het beeld is hardnekkig: de dikke, ongezonde chauffeur die de hele dag zit, lange dagen maakt en veel van huis is. Dat van dat dikke en ongezonde is gemakkelijk te weerleggen, want dat is aan jezelf (vlogger Martijn Kuipers: ,,Ik leg mijn hardloopschoenen gewoon in de cabine!”). Die lange dagen en het weg
zijn van huis vormen voor veel mensen een obstakel.
Ten onrechte, volgens Menno Mekes. ,,Je hebt echt wel de keuze of je inderdaad die lange dagen wil maken, of dat je parttime wil werken. Steeds meer werkgevers worden zich daarvan bewust. Want je kunt wel een chauffeur willen die 6 dagen per week 12 uur per dag voor je werkt, maar dan kun je lang wachten tot je wagen in beweging komt. Aan de ene kant moeten werknemers er bewust van zijn dat het mogelijk is om parttime te werken en aan de andere kant moeten werkgevers die mogelijkheid faciliteren.”
Op de banenmarkt bij het TT Circuit klinkt dit geluid door. De aanwezigen zijn geïnteresseerd in het beroep, maar oriënteren zich ook op het gebied van parttime werken. Zij-instromer Robert Vroom, die nu nog in de technieksector werkt, is zo iemand. ,,Ik heb zoontje van 9 jaar. Als je internationaal gaan rijden als vrachtwagenchauffeur, dan ben je wel veel van huis. Maar ik hoop wat passends te vinden. Daarom ben ik hier ook, om te kijken wat de mogelijkheden zijn.”
JE KOMT NOG EENS ERGENS
Anderen zijn juist enthousiast over die lange dagen. Zoals de 17-jarige Ruben Vink, die de opleiding Transport en Logistiek volgt. Wat hem trekt in het beroep vrachtwagenchauffeur? ,,Ik vind vrachtwagens al mooi sinds ik een kleine jongen was. Je bent als chauffeur lekker bezig, en je komt nog eens ergens op een dag. En je hoeft tenminste niet op een kantoor te zitten.”
Jorny Stil (31) maakte onlangs de overstap van zijn beroep als kok naar die van vrachtwagenchauffeur bij STL. ,,Misschien komt het doordat ik nog in de beginfase zit, maar ik vind eigenlijk alles superleuk. Zo iets groots door kleine straatjes sturen, daar krijg je een kick van.” Aan de lange dagen valt vaak wel een mouw aan te passen, is zijn ervaring. ,,Ik maak weleens lange dagen als ik naar Zeeland moet rijden, bijvoorbeeld. Maar de week erop
wordt dat door de werkplanner gecompenseerd en blijf ik dichter bij huis.”
Het zijn deze enthousiaste mensen die de werkgevers op de instapdag proberen te bereiken, om ze vervolgens zover te krijgen dat ze aan het werk gaan als vrachtwagenchauffeur. Hun strategie over het algemeen: zichtbaar zijn en hun boodschap verkondigen.
,,We proberen van alles’’, vertelt Denise Haanstra, HR-adviseur van Sluyter Logistics, met onder meer een filiaal in Assen.
,,We zijn zichtbaar op sociale media, organiseren banenmarkten en doen online campagnes. Daarbij adverteren we met de boodschap dat het mogelijk is om bij ons parttime te werken. En dat je weliswaar elke dag rijdt, maar wel gewoon thuis bent voor het avondeten.”
FOCUS OP FLEXIBILITEIT
De focus op flexibiliteit is iets dat meer werkgevers doen om mensen te lokken. Zo vertelt Mieke Prins van Hartman Expeditie uit Nieuw-Amsterdam dat ze hun medewerkers veel vrijheid geven qua werktijden. ,,Ze kunnen bij ons kiezen of ze één, twee, drie, vier of vijf dagen werken.” En een ander, niet onbelangrijk lokkertje: ,,Onze wagens zijn luxe, hebben standaard een koelkast, magnetron en een kachel. Tja, die jongens willen ook wat. En de dames trouwens ook.”
Flexibiliteit wordt dus steeds belangrijker, maar waarop de bedrijven ook de nadruk leggen is vrijheid. Jij bent als de machtige chauffeur die overal gaat en staat in zijn bakbeest, er is niemand die je tegenhoudt. Maar dat is best gek, want heb je dan geen schema waaraan je je moet houden?
,,We hebben lang nagedacht of we die boodschap als werkgever zo moeten vertellen”, geeft Menno Mekes toe. ,,Maar het klopt wel: je hebt echt vrijheid als chauffeur. Je bent alleen, mag zelf de afweging maken of je een alternatieve route neemt om de file te ontwijken. En ja, je hebt een route, een schema. Maar in een kantoorbaan heb je ook opdrachten en deadlines, en ben je niet de hele dag onderweg.”
Uit prognoses van het Sectorinstituut Transport en Logistiek blijkt dat het tekort aan vrachtwagenchauffeurs de komende jaren alleen maar toeneemt in de drie noordelijke provincies. Exacte cijfers zijn er niet –omdat de vraag naar vrachtwagenchauffeurs meegroeit met de economische ontwikkeling – maar het gaat in elke provincie om zeker een paar honderd vacatures die in 2025 niet vervuld kunnen worden.
In totaal tellen Drenthe, Friesland en Groningen zo’n 13.000 vrachtwagenchauffeurs, van wie tussen de 12 en 15 procent vrouw is. De gemiddelde leeftijd schommelt rond de 44 jaar. Het gemiddelde salaris ligt om en nabij 33.500 euro bruto per jaar.
Er is een nijpend tekort aan vrachtwagenchauffeurs. Logistieke bedrijven wringen zich in alle bochten om hun werkschema’s rond te krijgen. Wat kunnen zij doen om mensen zover te krijgen om als vrachtwagenchauffeur aan het werk te gaan?
De innovaties in de landbouw gaan onverminderd door en JOZ uit Westwoud speelt daarin een vooraanstaande rol. Dat doet het bedrijf bijvoorbeeld door continu nieuwe software voor haar apparaten te ontwikkelen, waarmee de boer bijvoorbeeld nog pro-actiever wordt geïnformeerd over de gezondheid van de koe.
Verder komt er een nieuwe robot voor roostervloeren, die ook in de kleinste hoekjes van de stal kan komen. En in de drang naar innovatie past ook de overname van Fullwood, eerder dit jaar, producent van onder andere melkrobotmachines. „Met deze overname hebben wij ons productportfolio compleet. De melkveehouder kan nu bij één bedrijf terecht om de stal zo innovatief mogelijk in te richten”, zegt CEO Arend Kuperus.
En dat is volgens hem precies waar deze tijd om vraagt. Neem nu de robot die de boer pro actief gaat informeren over de gezondheid van de koe. „Geen koe is hetzelfde en tot nu toe moest de boer zelf uitzoeken hoe het met elke koe ging. Met deze robot behoort dat tot het verleden. De software maakt via een soort push-syteem duidelijk wat welke koe nodig heeft. Dat gaat de boer veel tijd besparen.”
Robot
Dat geldt ook voor de nieuwe robot voor roostervloeren. Een robot die veel compacter is en daardoor in de kleinste hoekjes van de stal kan komen. “Een wens van veel boeren”, legt Kuperus uit. „Wij zijn daarmee aan de slag gegaan en in het tweede of derde kwartaal van 2023 komt de nieuwe robot op de markt.”
„De ontwikkelingen houden niet op, dat klopt. Er komen steeds weer nieuwe toepassingen, daarom schrijft JOZ het woord innovatie ook met hoofdletters. We willen de veehouder zo goed mogelijk kunnen ontzorgen.”
Stikstofkraker
Actueel in dat verband is uiteraard de stikstofdiscussie, waarvoor JOZ ook een aantal
oplossingen in huis heeft. Zoals bijvoorbeeld de stikstofkraker Gazoo, waarmee de stikstofuitstoot met 80 procent kan worden verminderd en de boer zijn eigen kunstmest kan maken. „Omdat de derogatie er afgaat, biedt dit apparaat grote mogelijkheden”, legt Kuperus uit. „Een koe produceert jaarlijks tussen de 120 en 133 kilo stikstof, waarvan de helft uit ammoniak bestaat. Wanneer je dit voor 80 procent kunt reduceren, zal de stikstofuitstoot significant worden verminderd.” JOZ heeft inmiddels 315 aanvragen voor de Gazoo en Kuperus verwacht dat aan die toenemende vraag voorlopig geen einde komt.
goed vertegenwoordigd in de ons omliggende landen, maar ook in de Verenigde Staten. Door de overname ontstaat er veel synergie voordeel. Ook JOZ doet in robots voor de veehouderij. Kortom, onze portfolio is nu compleet, terwijl we ook veel efficiënter kunnen opereren. In de komende periode zetten we flink in op innovatie, uitbreiding en een hogere productiecapaciteit. Daarmee denken we in 2023 een verdubbeling van het aantal melkrobots te kunnen realiseren.”
Om de stikstof nauwkeurig te kunnen meten, heeft JOZ een speciale sensor ontwikkeld. „Geen stal is gelijk en daarom werkt de RAF code, waarmee tot nu toe vier keer per jaar werd gemeten, ook niet goed. De sensor van JOZ meet per stal en zelfs daarbinnen op verschillende plekken exact wat de stikstofuitstoot is, waardoor de boer veel nauwkeuriger weet wat hij moet doen om dat eventueel te verminderen. Maar, niet alleen de boer heeft daar baat bij. Juist doordat je veel preciezer kunt meten, weet je veel beter waar maatregelen genomen moeten worden. Deze sensor wordt daarmee een handvat voor regelgeving.”
Overname
Eerder dit jaar nam JOZ het oudste melkwinningsbedrijf ter wereld over, namelijk Fullwood, dat gevestigd is in Groot-Brittannië. „Zij produceren melkmachines en robots en zijn
Op de vraag hoe de sector er over 10 jaar uitziet, hoeft Kuperus niet lang na te denken. „Mensen moeten blijven eten, dat staat vast. Wij zijn blij met het rapport van Remkes, omdat er positief gesproken wordt over de sector en er toch perspectief wordt geboden. De Nederlandse landbouw behoort tot de beste ter wereld, we zijn een voorbeeld voor heel veel andere landen. Ik hoop daarom dat we die positie over 10 jaar ook nog hebben en daarvoor is blijven innoveren en groeien van belang, met respect voor het milieu en het klimaat. Niet voor niets heeft JOZ Circular Farming geïntroduceerd, 5 nieuwe productinnovaties die de boer helpen circulair te kunnen boeren, met perspectief op de toekomst. Het gaat om slimmer voeren, instrooien, mest opruimen, mest scheiden en mest filteren. Dat leidt onder andere tot reductie van de stikstofuitstoot. Ik denk dat JOZ daar een vooraanstaande rol in kan spelen en die uitdaging gaan we graag aan.”
www.joz.nl
‘Deze sensor wordt een handvat voor regelgeving’
Kootstertille, vestigingsplaats van een succesvol en mondiaal opererend bedrijf; vijfde plek in de Maak100-ranglijst van Nederland. Hier worden innovatieve hefsystemen voor het zware segment ontwikkeld, geproduceerd en verkocht.
„We zijn wereldwijd marktleider voor hefsystemen die gebruikt worden voor bussen, vrachtwagens en agrarische voertuigen”, zegt Bennie Stapensea, algemeen directeur van Stertil. Ook ontwerpt, produceert en installeert Stertil Dock Products state of the art laad- en docksystemen voor vrachtwagens. De derde productgroep van Stertil is Stokvis Service die er voor zorgt dat technisch apparatuur probleemloos blijft functioneren.
Allemaal producten en diensten waar genoeg over te vertellen is, maar Bennie heeft een ander onderwerp in gedachten.
„Ons succes ontstaat niet zomaar. Daar zit een groep mensen achter, die allemaal vanuit hun eigen rol samenwerken aan mooie projecten. Zij zijn het waar het over moet gaan.”
Een gezamenlijke missie
„Een mooi product leveren is een gezamenlijke missie en een gezamenlijke verantwoordelijkheid.
We hebben vestigingen over de gehele wereld, maar het hart van het bedrijf zit hier. Productie, sales en ook onze Research & Development afdeling zit in Kootstertille. Iedereen heeft zijn eigen specialiteit, maar door wederzijdse betrokkenheid ontstaat een dynamiek die het werkplezier en de productiviteit vergroot.”
„De rol van de directie is onder meer de basisvoorwaarden creëren. De nieuwbouw is daar een voorbeeld van. Dat is meer aangepast aan de eisen van de moderne tijd. Op gebied van duurzaamheid, maar ook als moderne en prettige werkplek.”
„We hebben oog voor individualiteit en werkomstandigheden. Heeft iemand plannen voor de toekomst? Kun je als bedrijf, met scholing bijvoorbeeld, iemand verder helpen? Hoe zwaar is jouw werk? Kun je dit volhouden tot je 67ste? Moeten we denken aan omscholing? Als directie moet je open staan voor ideeën en er zijn als het nodig is. De deur moet open staan”
Iedereen heeft zijn eigen specialiteit, maar het is de met elkaar betrokken samenwerking die ons succes verklaart.
Fluitend naar je werk
Een mooi voorbeeld hiervan is de kabelassemblage-afdeling. „Kabels zijn een essentieel onderdeel in onze producten. De componenten werden vroeger vervaardigd door een ander bedrijf in het buitenland. Daar ging wel eens wat mis op het gebied van kwaliteit. Kan dat niet beter, is dan de vraag die gaat spelen. Er werd besloten om een kabelassemblage afdeling in Koostertille te gaan beginnen. Marten, een medewerker van de technische dienst, had daar wel ideeën over. ‘Mag ik dat opzetten’, vroeg hij. Hij heeft zijn eigen afdeling ingericht en bemand met mensen die een afstand hebben tot de arbeidsmarkt. De kwaliteit van de componenten
is nu hoger en constant. Bovendien zijn we nu veel flexibeler in het productieproces geworden. Het mooiste is nog wel het plezier wat van de afdeling afstraalt. Marten zegt er zelf over: ‘Ik ga fluitend naar mijn werk en zingend weer naar huis’. Dit is een voorbeeld van de manier waarop wij samen denken en werken bij Stertil.”
„Ik ben er van overtuigd dat we enorm veel talent in de omgeving hebben. Ik ga me inzetten om hieruit te rekruteren. Of je nu high-tech-ingenieur bent, salesmanager of lasser, lange reistijden na en van je werk is niet leuk en gaat ten kosten van tijd die je kunt besteden aan je gezin, je hobby of andere privéaangelegenheden. Er moet een gezonde balans tussen werk en privé zijn.”
Reisje naar Amerika
„Een andere kant”, zegt Bennie, „we zijn een kleine multinational. Bij bepaalde functies zijn dienstreizen naar bijvoorbeeld China of Amerika onderdeel van je werk. Kennismaken met andere culturen, talen en landschappen draagt voor velen bij aan het werkplezier. Ieder vervult zijn taak in het geheel. Het succes is van ons allemaal.”
stertil.com
Ze
Tekst Yke Bremer Foto’s Marcel Jurian de JongOp het moment rijden er 500 van de ruim 8 miljoen auto’s in Nederland op waterstof, aldus de mannen die samen al jaren achter de techniek van Resato zitten. ,,Dat is nog maar een klein aantal, maar dat aantal gaat groeien in de komende jaren. Het grote voordeel van waterstof is dat je de tank binnen vijf minuten vol hebt. Het elektrische laden duurt veel langer en waterstof is door de snelle tanktijd voor particulieren heel aantrekkelijk.
We zeggen vaak dat ‘oude benzinerijders’ veelal elektrisch zullen gaan rijden en dat ‘oude dieselrijders’ voor waterstof zullen kiezen, omdat zij langere afstanden maken en snel tanken voor hen meer tijdwinst oplevert. Maar hoe de verdeelsleutel precies zal uitvallen is afhankelijk van ontwikkelingen in de waterstof- en batterijtechnologie.”
Voor vrachtverkeer ligt de keuze heel anders, aldus de Resatomedewerkers. ,,Voor vrachtwagens is elektrisch rijden geen optie. Goede en vooral lichte accu’s en batterijen zijn er niet. Voor het langeafstandsverkeer is het ondoenlijk om honderden kilo’s aan batterijen mee te nemen en om lange tijden stil te staan bij een elektrische laadpaal. Waterstof als brandstof is voor vrachtwagens een heel goed alternatief om groen te rijden. Het enige afvalproduct van waterstof is waterdamp.”
„Transportbedrijven, maar ook busmaatschappijen en taxiondernemingen, kunnen door voor waterstof te kiezen voorkomen dat ze uren aan de laadpaal moeten staan. De duur van het tanken is vergelijkbaar met die van fossiele brandstoffen, je kunt rijden wanneer je maar wilt en je kunt op een tank waterstof vrijwel dezelfde afstanden afleggen.”
KIP-EN-EI-DILEMMA
Om het kip-en-ei-dilemma (zonder tankstations komen er geen auto’s en andersom) te doorbreken heeft Resato, dat al sinds 1991 gespecialiseerd is in hogedruktechniek, zich vanaf 2015 toegelegd op de ontwikkeling van compacte tankstations waar waterstof getankt kan worden.
,,Zo stimuleer je de transitie naar waterstof. Als je snel en gemakkelijk waterstof kunt tanken
op bepaalde punten, komen er meer voertuigen die op waterstof rijden en als er meer voertuigen komen, stijgt weer het aantal waterstoftankstations”, aldus Boer en Post.
In Groningen, Den Haag, Amsterdam en Doetinchem staan al grote waterstoftankstations en verder heeft Resato er één gebouwd in België en Duitsland. Binnenkort worden er nog drie opgeleverd in Alkmaar, Zeeland en Dordrecht. Bovendien staan er nog vijftien kleine waterstofstationnetjes op verschillende plekken in Nederland, Duitsland en Zweden.
De waterstof (ook wel H2) wordt onder hoge druk in de tank gespoten. ,,Bij auto’s is dat onder een druk van 700 bar en bij vrachtwagens 350 bar. Hierbij komen onze kwaliteiten in de hoge druk techniek van pas.”
OOK OP EUROPEES NIVEAU
De productie op grote schaal van voertuigen op waterstof moet nog komen, leggen Boer en Post uit.
,,Er lopen wel verschillende pilotprojecten, ook op Europees niveau, in de transportsector en bij busmaatschappijen. Het spreekt voor zich dat nieuwe waterstoftechnieken door een lang testtraject moeten en aan veel eisen en normen moeten voldoen, zodat alles veilig gebeurt.”
Resato werkt bij de ontwikkeling van waterstof nauw samen met grote (vracht)autoproducenten.
,,Het is een nieuwe techniek en die kun je niet alleen in de wereld zetten. Samenwerking is heel belangrijk voor ons. Onze netwerken met voertuigbouwers, maar ook met componenten-
leveranciers zijn van groot belang. Iedereen wil zo snel mogelijk zijn tank vullen en daarom wordt er constant onderzoek gedaan naar waterstof. Hierbij werken we nauw samen met bedrijven en onderwijsinstellingen, waarbij we bijzondere aandacht proberen te leggen op het Noorden van Nederland.”
MEER TOEPASSINGEN Hoewel Resato zich als bedrijf vooral toelegt op de waterstoftankstations, zien Boer en Post veel meer mogelijkheden en voordelen van waterstof.
,,Door middel van elektrolyse wordt water gescheiden in waterstof en zuurstof. De waterstofprijs is daardoor wel gekoppeld aan de elektriciteitsprijs en stijgt op het moment enigszins. Toch heeft waterstof veel voordelen. Zo zit je niet met piekmomenten, zoals bij elektrisch rijden, waarbij iedereen tussen 5 en 7 uur de auto aan de laadpaal zet. Je krijgt dan congestie op het elektriciteitsnet. Dat probleem heb je niet bij waterstof.”
Ook zal waterstof een grote rol gaan spelen bij de opslag van energie.
,,Met de netcongestie is het raadzaam om elektriciteit tijdelijk als waterstof op te slaan ondanks het rendementsverlies. Veel elektriciteit kan niet meer opgeslagen of doorgevoerd worden doordat het net overbelast is. Tussentijdse omzetting naar waterstof is dan een heel goede optie. Zo kun je energie van zonne- en windpanelen in piekmomenten tijdelijk opslaan. Het zou jammer zijn dat je deze energie zou verliezen door gebrek aan opslag.”
Een ander voordeel van waterstof is de mogelijkheid om het in bulk te vervoeren, leggen de Resatomedewerkers uit.
,,Waterstof van zonneweides in Australië en Afrika kunnen per schip over de hele wereld worden vervoerd. Elektrische stroom kun je niet per schip vervoeren en zo kunnen we met waterstof het energieverbruik in de wereld op niveau houden. Mensen willen niet minderen, maar willen auto blijven rijden zoals ze gewend zijn. Met een actieradius van 500 tot 1000 kilometer op een tank is waterstof heel aantrekkelijk voor rijders. Het zal in de toekomst een steeds grotere rol gaan spelen.”
geloven in de toekomst van waterstof en hebben de afgelopen jaren verschillende grote en kleinere waterstoftankstations geplaatst in Nederland, België en Duitsland. ,,We richten ons in eerste instantie op de mobiele sector en met name op het langeafstandsvervoer”, aldus Theo Post en Roelof Jan Boer van het bedrijf Resato in Assen.
Elke ondernemer kent ze: de momenten waarop je moeite hebt te ontdekken wat de juiste keuze is. Dan is het handig als je een groot voorbeeld hebt, iemand aan wie je je even kunt spiegelen. Aflevering 27 van De Spiegel: Ids Schaap van BioValue in Sint Nicolaasga.
Zal wel druk zijn met belletjes over biogas de laatste tijd …?
,,We hebben geen gebrek aan interesse inderdaad. Door de hoge energieprijzen bekijken mensen serieus alternatieven. En een biogasinstallatie is zo’n alternatief, hoewel er aardig wat bij komt kijken natuurlijk.’’
Even voor de niet-kenners: wat doet BioValue ook alweer?
,,Build, own, operate. We bouwen en ontwikkelen biogasinstallaties, beheren installaties en baten ze uit. Inmiddels hebben we er vijf in portefeuille, de zesde hebben we deze maand overgenomen. En dan zijn er nog vier projecten in de pijplijn. Dat duurt tegenwoordig wat langer.’’
Hoezo? Geen handjes?
,,Dat is niet ons grootste probleem. Stikstof wel. De vergunningsperiode duurt wel een jaar of vier. Dat heeft te maken met alle bezwaarprocedures. We stoten een beetje stikstof uit, daar slaan bezwaarmakers op aan. Dat juridisch rekken is wel zonde in deze tijd waarin we snel een energietransitie moeten maken. Ons biogas staat voor 79 procent minder CO2-uitstoot dan fossiel gas.’’
Is de aarde jouw grote drijfveer?
,,Ik zag vijftien jaar geleden dat ik in duurzame energie mijn streven naar vergroening én mijn ondernemershart kwijt kan. In 2008 zat ik in een maatschap met mijn vader toen we besloten een biovergister te bouwen. Dat was een nevenactiviteit naast ons werk als
boer, tot ik besloot dat ik puur daarmee verder wilde. Dat mondde in 2017 uit in Agradu, de voorloper van BioValue.’’
Hoe kom je aan die ondernemende geest?
,,Zit in me, geloof ik. Als ik denk: dat moet anders kunnen, dan ga ik ervoor. In mijn studententijd zat ik in een band die naar mijn smaak te weinig geboekt werd. Dus richtte ik een boekingskantoor op. We hoorden daarna vaak: je bent beter in jezelf verkopen dan in muziek maken. Ik heb daarna jarenlang de boekingen voor andere bands geregeld. Dat was mijn bijbaan.’’
Van wie heb je dat afgekeken?
,,Een voorbeeld in die zin heb ik niet. Mijn vuur wordt vooral aangewakkerd door negatieve energie om me heen. Als mensen de moed opgeven, bij de pakken neer gaan zitten, dan denk ik: probeer dan wat anders! Ik ben allergisch voor gezeur en slachtoffergedrag. Je moet je niet druk maken om wat je niet kunt veranderen, voor de rest ben je zelf aan zet.’’
Lijkt me een gezonde instelling. Hoe kom je daaraan?
,,Ik was als kind al iemand die het anders wilde doen, die nieuwe dingen probeerde. In de loop van mijn leven, heb ik van alles meegemaakt. Dat geeft rust en zelfverzekerdheid. Ik ben al twintig jaar ondernemer en heb het allemaal gezien. Financiële ellende, een bijna-faillissement, nare regelgeving, noem maar op. Dat helpt me nu om snel vooruit te gaan.’’
BioValue ontwikkelt biogasinstallaties en exploiteert ze. Het in Sint Nicolaasga gevestigde bedrijf houdt zich daarnaast bezig met het hele proces van restproducten tot en met biogas, inclusief aan- en verkoop. Vorig jaar verwerkte BioValue zo’n 200.000 ton restproducten tot biogas.
Geert Lindenhols uit Zuidwolde maakt zich hard voor een betere bewustwording over gezonde voeding. ,,In Nederland kennen mensen geen smaken meer. Er ligt zoveel bewerkt voedsel in de supermarkt. Dat klopt niet. Ik wil dat consumenten weten wat ze eten.”
Gerrit Boer
Als zoon van een melkveehouder zit het boeren er van jongs af aan in bij Geert Lindenhols uit Zuidwolde bij Hoogeveen. ,,Vanaf dat ik kon praten zei ik dat ik akkerbouwer wilde worden”, zegt Lindenhols lachend. Zo geschiedde. Een standaardboer werd hij allerminst. Hij experimenteert zijn hele boerenbestaan al met duurzame gewassen en nieuwe technieken.
Dat Lindenhols openstaat voor het onbekende wordt direct duidelijk als hij vertelt over de koolzaadolie die hij produceert. ,,De huisarts in Zuidwolde wilde graag een auto rijden op brandstof van koolzaad. Hij kwam naar me toe en ik dacht: waarom niet?”
Hij verdiepte zich in het gele plantje en ontdekte de veelzijdigheid van koolzaad. ,,Koolzaadolie is zoveel gezonder en beter dan andere oliën. Koolzaad is bovendien goed voor de bodem en biodiversiteit. Zo hebben we een enorme honingproductie van de bijen die op de bloemen afkomen. Om de cirkel rond te maken rijden mijn tractors nu ook op koolzaadolie”
STUKJE MOOIER
De akkerbouwer werkt zo duurzaam mogelijk. Deze drive kreeg hij mee van zijn vader. ,,Hij drukte mij op het hart om de wereld een stukje mooier achter te laten.” Volgens Lindenhols wordt er vaak te veel over duurzaamheid gepraat, maar te weinig gedaan. ,,Door dingen te testen en uit te proberen, kun je verder komen. Ik wil best praten maar daarna is het ook een kwestie van doen.”
Dat doen komt onder andere tot uiting in experimenten met collega’s uit de buurt. De boeren kijken op veldjes naar wat er mogelijk is aan nieuwe technieken. Daarnaast zit Lindenhols in diverse samenwerkingsverbanden en geeft hij lezingen en rondleidingen op zijn boerderij.
Lindenhols doet er alles aan om bewustwording te creëren. ,,Ik houd mensen graag een
GEERTLINDENHOLS
spiegel voor. Wat heb je nu eigenlijk echt nodig? Ik wil tastbaar maken voor consumenten wat ervoor nodig is om een product te maken. En wat er precies inzit. Veel mensen realiseren zich dit niet als ze door de supermarkt lopen.”
BEWERKT VOEDSEL 80 procent van wat er in de supermarkt ligt is volgens Lindenhols nutteloos. ,,Het voedt de mens niet. Consumenten laten zich leiden door wat er in de supermarkt ligt. Dat is vaak bewerkt voedsel wat ongezond is voor mens en milieu en daar schieten we met z’n allen niets mee op.”
Sinds de coronacrisis zijn meer mensen bewuster gaan leven merkt Lindenhols. Maar er is volgens de akkerbouwer nog veel winst te behalen met bewustwording over gezonde, duurzame voeding. ,,Om een voorbeeld te geven. Van de veldbonenpasta die ik produceer heeft een mens maar weinig nodig om zich te voeden. Van bewerkte producten zoals vegetarische burgers heb je veel meer nodig
om dezelfde voedingsstoffen binnen te krijgen. Het is gewoon minder voedzaam.”
Lindenhols is er al jarenlang van overtuigd dat lokale productie en consumptie de toekomst heeft. ,,Ik kom net terug uit Oostenrijk. Je ziet dat 98 procent van de producten in de supermarkt daar van Oostenrijkse herkomst is. In Frankrijk is dat ook zo. Mensen zijn trots op hun eigen producten. In Nederland is dit veel
minder het geval. We lopen nog te veel onze portemonnee achterna.”
DONKERE WOLK Hoewel de stikstofplannen bij veel boeren als een donkere wolk boven het hoofd hangt ziet Lindenhols de toekomst positief. We moeten anders leven en dit samen voor elkaar krijgen denkt Lindenhols. ,,Wat er nu bijvoorbeeld gebeurt is dat Nederland heel veel vlees exporteert en vervolgens bewerkt vlees uit het buitenland importeert. Dat klopt niet.”
,,We moeten beter gaan kijken naar wat het kost om te produceren en hoe we hierin kunnen samenwerken”, vervolgt de akkerbouwer. ,,Als alle veehouderijen uit Nederland verdwijnen heb ik ook een probleem. Ik heb de mest immers nodig voor bemesting van mijn akkers.”
Alles hangt met elkaar samen. Ook hier is volgens Lindenhols kennis en begrip van consumenten cruciaal. ,,Ik ben er trots op dat ik boer en dat deel ik graag met anderen.”
Energie is onbetaalbaar geworden voor particulier, mkb’ers, overheden en instellingen. Er is enorm veel werk aan de winkel in korte tijd: besparen, isoleren, monitoren, adviseren en maatregelen uitvoeren. En het moet sneller, want we hebben te lang niets gedaan, zegt energiek ondernemer Martijn van der Harst van Energie Inspectie, specialist in het verduurzamen van vastgoed.
Van keukentafel naar de verkoop van je bedrijf in zeven jaar tijd. Het verhaal van Martijn van der Harst leest als een jongensboek. Tegelijk is hij te nuchter en zeker te ondernemend om stil te blijven staan bij het succes dat hij mag koesteren. „Ik had er geen idee van dat het zo zou gaan. Ik vond het enorm spannend om mijn baan op te zeggen en aan mijn keukentafel voor mezelf te beginnen. Mijn eerste klanten adviseren, ik vond het doodeng. Toen ik begon was het ‘energiebesparing’ geen issue, nu is het van een ongekende urgentie. Maar eerlijk is eerlijk, we hebben te lang niets gedaan aan de noodzaak om energie te besparen en elkaar daarin te motiveren. Wat we nu moeten doen is dus zorgen voor enorme versnelling.”
Martijn van der Harst begint in 2015 zijn bedrijf Energie Inspectie. Hij beklimt spreekwoordelijk de maatschappelijke ladder: hij werkt met een LTS-diploma op zak op de bouwsteiger, behaalt zijn HTS-diploma en studeert daarna Technische Bedrijfskunde. In zijn baan is hij dan verantwoordelijk voor het onderhoud aan vastgoed voor woningbouwcorporaties. In 2008 ontstaat in de markt interesse voor het verduurzamen van vastgoed en voor dat nieuwe vakgebied behaalt hij bij zijn werkgever zijn eerste diploma’s. „Toen ik in 2015 iemand tegenkwam die me vroeg of ik woningen in Friesland in verband met verkoop van een energielabel kon voorzien, zag ik een mogelijkheid. Ik behaalde mijn certificering en begon voor mezelf met opnames en energieadvies. Het bleek al snel een schot in de roos, mijn laptop op de keukentafel werd een kantoor op zolder, ik nam opdrachten en mensen aan en verhuisde naar Crystallic. Het ging hard, zowel op de particuliere als zakelijke markt kwam er heel snel heel veel vraag naar energielabels, naar advies bij verduurzaming, inspecties van energiebesparende maatregelen en het verzorgen van subsidieaanvragen.
Energie Inspectie groeit nog steeds als kool, in 2021 zijn we verhuisd naar het oude Aegongebouw. We werken nu met 40 mensen en dat aantal neemt snel toe, dus we zoeken voortdurend nieuwe mensen. In installatietechniek, bouwkunde en milieutechniek, maar ook mensen met een meer maatschappelijke achtergrond.
Energie Inspectie is een veelzijdig en volwassen bedrijf geworden met een compleet pakket energiediensten. Het verzorgt energielabels voor woningen en voor zakelijk vastgoed van mkb’ers tot woningbouwcorporaties en semioverheden. Het adviseert over verbruik, besparing en verduurzaming tot het uitvoeren van besparende maatregelen, van het monitoren van energieverbruik tot het aanvragen van subsidies, van gebouwinspectie tot het uitvoeren van EED audits, van het opleiden van gespecialiseerde mensen tot het voor klanten berekenen van BENG- normen en het ontzorgen van klanten bij hun wettelijke EML- informatieplicht.
Energieverbruik meten en het nut van besparing aantonen met bijvoorbeeld blowerdoortesten en
thermografisch onderzoek. Energie Inspectie staat voor diversiteit in energiedienstverlening, kennis, ervaring en innovatiekracht. Dat maakt ons uniek.”
gevoeld, nu moeten we in hele korte tijd heel veel doen. Energie is hot topic geworden. Energiebesparing in al z’n facetten komt nu pas echt op gang.”
Meer besparen, meer banen
Nederland voert de Europese Richtlijn
Energielabel Gebouwen al in 2006 in, maar van een verplichting is nog lang geen sprake. Na veel felle discussies in de Tweede Kamer wordt in 2015 het energielabel voor woningen definitief en een boete voor het ontbreken daarvan bij verkoop, verhuur of levering. De timing van Martijn van der Harst voor de start van zijn Energie Inspectie is ideaal, de markt kan niet meer onder het energielabel uit. Toch duurt het nog een paar jaar voor ‘energie’ een hot topic wordt. Martijn van der Harst: „We roepen in Nederland al decennialang dat we moeten besparen, maar we hebben al die tijd vooral achterover geleund en veel te weinig gedaan. Door de oorlog in Oekraïne en de dramatisch gestegen prijzen hebben we alle aandacht voor energie en voelen we nu letterlijk en figuurlijk de enorme urgentie om energie te besparen. De noodzaak om tot actie te komen is jaren niet
Dat ‘het’ echt op gang komt is voor Energie Inspectie een understatement. Het zeven jaar jonge bedrijf heeft in korte tijd zijn naam gevestigd als innovatieve specialist in de verduurzaming van vastgoed. Dat leidt deze zomer tot een deal met Essent. Martijn van der Harst verkoopt 48 % van zijn aandelen in Energie Inspectie aan het energiebedrijf, marktleider binnen Nederland. Eerder nam Essent al de gespecialiseerde dienstverleners EnergieWacht en Klimaatroute over. Martijn van der Harst over de stap om met Essent verder te gaan: „We willen samen de energietransitie in Nederland versnellen. Meer mensen meenemen om minder energie te verbruiken en op termijn kleinschalig op te wekken. Met het delen van onze expertises zijn we veel beter in staat om de noodzakelijke versnelling die nu nodig is, uit te voeren en te blijven focussen op kwaliteit, inhoud en productontwikkeling.
Onze betekenis neemt met deze stap enorm toe”, zegt Van der Harst die de overname ziet als de een machtige mooie jongensdroom. „En ik blijf als ondernemer aan het roer en we blijven in Leeuwarden. Van hieruit bedienen we met name de noordelijke helft van het land. Deze stap betekent ook voor ons een volgende versnelling,
‘De noodzaak is hoog, want energie is onbetaalbaar geworden’
want alleen het komende jaar groeien we door naar minstens tachtig tot honderd mensen.”
Energietransitie schaalbaar maken
De groei is gebaseerd op de toenemende urgentie om klimaatdoelstellingen te behalen. Dat kan in de ogen van Martijn van der Harst alleen maar door voortdurende innovatie en de schaalbaarheid van diensten en producten. „We ontwikkelen voortdurend nieuwe ideeën, opleidingen, producten en samenwerkingen. We bieden interne traineeships op verschillende vlakken, bijvoorbeeld voor EPA- adviseurs en energiecoaches. Daarvoor hebben we ook eigen installateurs in huis, mensen met decennialange ervaring die in plaats van het zware werk te doen, nu bij ons hun kennis op jongeren overdragen en een coachende rol hebben. Zij hebben een enorme toegevoegde waarde. We bieden stages en opleidingsplekken voor verschillende vakgebieden met Van Hall en NHL Stenden. Energie betekent ook inspireren: laten zien wat er kan, mensen enthousiast maken, het verbinden van persoonlijke aan maatschappelijke doelen. We zetten binnen ons bedrijf in op duurzame mobiliteit, samen met onze Friese partners Friesland Lease en OrangeGas. We ontwikkelen in eigen huis softwareapplicaties voor de vastgoedmarkt, onder meer om energielabels veel sneller dan voorheen te kunnen verwerken. In coronatijd hebben we met subsidie van provincie Fryslân eigen software ontwikkeld om vastgoed sneller te kunnen inmeten, zodat de isolerende maatregelen van een object direct bekend zijn. De schaarse experts die de opnames doen, moet je niet vervelen met het administratieve deel; dat moet je softwarematig doen om het proces te versnellen. We zijn in staat om vandaag een opname van vastgoed te doen en morgen het energielabel bij jou op de mat te hebben. Die snelheid en de mogelijkheid van verdere opschaling heb je de komende jaren nodig. Dat is één van de successen van Energie Inspectie: we maken energietransitie schaalbaar. We blijven sleutelen: realtime data doorsturen kan al, maar volgend jaar hebben we de bijbehorende producten voor de energiemarkt ook gereed. Dat is onze kracht. Innovatief, lokaal en regionaal met partners werken en maatschappelijke uitdagingen niet uit de weg gaan, maar concreet oplossen.”
„De noodzaak is hoog, want energie is onbetaalbaar geworden. Door de oorlog in Oekraïne is het alleen nog veel sneller gegaan dan ik voorzag. Het probleem is nu dat in hele korte tijd de prijs van energie voor particulier, mkb’er, semioverheden, instellingen, voor iedereen werkelijk, door tot ongekende hoogte is gestegen. Daardoor ontstaat er naast de klimaatcrisis een maatschappelijke crisis en een enorme onzekerheid. Energiearmoede wordt breed, iedereen krijgt er mee te maken. Het zijn niet alleen wij als particulier, ook gemeenten, woningbouwcorporaties en bedrijven, noem maar op. Energielasten overschrijden de huur- en hypotheeklasten, we moeten aan de bak en snel ook. De afgelopen jaren hebben wij al 25.000 huishoudens geholpen met advies en besparende maatregelen; de volgende stap is de versnelling die je alleen kunt bereiken in samenwerking met
gemeenten en provincies. Op dat punt heb ik een duidelijke opvatting: ik vind dat je als overheid je wettelijke en maatschappelijke taken goed en gedegen moet uitoefenen, maar dit soort dienstverlening moet je niet zelf op willen pakken. Wij kunnen als bedrijf dat beter, sneller en effectiever. We hebben de mensen en de middelen en we kunnen vanuit kennis, ervaring en vernieuwingsdrang de noodzakelijke versnelling aanbrengen, wij kunnen opschalen. Dat doen we al met gemeenten buiten Friesland, dus ik zeg, laten we het hier ook doen. Het is succesvol, dus pak de kans om particulieren en bedrijven te helpen met besparen en inzicht geven naar minder verbruik. Het werkt, het helpt, het motiveert en versnelt de energietransitie.”
Ingehaald door actualiteit „Op dit moment zijn we in gesprek met provincie Fryslân en het Leeuwarder Ondernemers Fonds om te kijken of we voor de kleine mkb’ers hetzelfde kunnen doen zoals we elders in het land met particulieren deden: de pilot die we met gemeente Assen doen, is heel effectief. Concreet adviseren en ondersteunen met het uitvoeren van besparende maatregelen. Onze coaches kunnen ter plekke de opnames en het advies doen en de uitvoering van de maatregelen kan met hulp van bijvoorbeeld de gemeente en fixteams die op locatie maatregelen treffen.” Waarom doe je dat elders wel, maar hier in je eigen Friesland nog niet? „Dat komt omdat hier veel kleinere gemeenten zijn, die in de veronderstelling leven dat ze het zelf kunnen. Dat is de mindset hier, we kunnen het zelf, we doen het hier voor elkaar. Ik geloof er echter in dat je juist nu schaalgrootte nodig hebt om het probleem doeltreffender en sneller te kunnen aanpakken om schrijnende toestanden te voorkomen. De goedbedoelde kleinschaligheid is achterhaald door de actualiteit. Daarom is mijn oproep, laten we met elkaar, ieder vanuit zijn expertise, kijken hoe we mensen, bedrijven en instellingen kunnen helpen.”
www.energieinspectie.nl
Waterstof. Wie door mediaberichten, beleidsstukken en opinieartikelen van de laatste jaren struint, kan niet anders dan concluderen dat daar de redding vandaan komt. Vaarwel aardgas, welkom waterstofgas. Zoiets.
Een prachtig streven, en een prima kans voor de noordelijke regio (immers bevorderd tot Hydrogen Valley in Europa). Maar: we redden het er niet mee. We hebben die goeie ouwe accu keihard nodig. Maar dan wel een verbeterde versie. Dat is precies waaraan Moniek Tromp en haar onderzoeksgroep werken in Groningen.
,,Ze moeten langer meegaan en uit duurzamere materialen bestaan. Dat is waar we mee bezig zijn’’, vertelt de hoogleraar Materiaalchemie. ,,Batterijen worden elke dag belangrijker. We hebben ze overal nodig waar energie tijdelijk opgeslagen moet worden. En dat is op steeds meer plekken het geval. Kijk maar naar de problemen die het opwekken van zonne-energie opleveren voor ons stroomnet.’’
IJZER EN LUCHT
Uitdagingen zijn er nog te overwinnen. Dode batterijen moeten in het klein chemisch afval. Grondstoffen als cadmium en lithium zijn vandaag de basis van de meeste batterijen (of accu’s, die termen worden door elkaar gebruikt). Dat is niet wat we willen. Bij het mijnen van die fossiele grondstoffen is het met de mensenrechten dikwijls niet florissant gesteld. En dan is er het probleem van hergebruik van de grondstoffen. Recycling is nog altijd heel moeilijk realiseerbaar.
,,De toekomst? Dat zijn batterijen die bestaan uit grondstoffen die makkelijk te winnen en in grote hoeveelheden aanwezig zijn. Wij zijn nu bezig met een batterij op basis van ijzer en lucht. Als dat gaat lukken, dan hebben we een doorbraak van jewelste. Voor mobiliteit zou zo’n batterij vanwege het gewicht niet erg geschikt zijn. Maar voor de opslag van energie thuis is het ideaal.’’
Om zo’n baanbrekende innovatie te kunnen doen, moet eerst minuscuul onderzocht worden hoe batterijen eigenlijk werken. ,,Wij gebruiken daarvoor röntgen. Tijdens ver-
schillende experimenten zien we zo wat er op detailniveau gebeurt binnenin de batterij. Met die kennis kunnen we vervolgens aan de slag om de kwaliteit van de batterijen te verbeteren. Dat kan een ander metaal zijn, maar ook een andere structuur.’’
In een batterij bewegen ionen van de ene naar de andere kant. Dat gaat niet optimaal, sommige ionen gaan onderweg verloren, en daarmee neemt de capaciteit van een batterij langzaam maar zeker af. ,,Dat noemen we degeneratie en heeft te maken met die structuur. Je wilt de ionen als het ware een gladde, soepele weg bieden. Het is een van onze belangrijkste doelen om die degeneratie tegen te gaan. Hoe langer een batterij meegaat, des te duurzamer zij is. ’’
START-UPS
Om datzelfde doel kijken de onderzoekers ook continu naar de beste materialen om batterijen recyclebaar te maken. In een wereld waarin de batterij belangrijker wordt, en tegelijkertijd de aarde uitgeput raakt, is dat eigenlijk de enige begaanbare weg. ,,Daarom is een batterij op basis van ijzer en lucht ook zo’n aantrekkelijk idee.’’
Dat dit belangrijke onderzoek in Groningen zo’n vlucht neemt, heeft zonder meer te maken met de komst van Moniek Tromp, al is ze zelf bescheiden. Haar wetenschappelijke loopbaan leidde haar van Utrecht via Southampton, München en Amsterdam naar Groningen. Onderweg groeide haar autoriteit op batterijgebied, tot uitdrukking gebracht in een trits aan belangrijke wetenschappelijke adviesposities in Europa.
Ondanks de degeneratie van het gebouw op de Zernike Campus waarin ze huist (de oplevering van het nieuwe Feringa Building laat nog even op zich wachten), is Groningen een goede plek, vindt ze. ,,Materiaalkunde is op een internationaal topniveau hier. De rijksuniversiteit positioneert zich ook op het terrein van energie. En dan heb je nog Chemport Europe waar veel gebeurt op het gebied van ondernemerschap, en zijn er pareltjes aan de slag of op komst. Heel wat start-ups en spin-offs houden zich ermee bezig.’’
Dat weet ze, omdat ze actief wordt betrokken bij de komst van grote en kleinere partijen
die zich met batterijtechnologie bezighouden. Dat is logisch. ,,Wij munten uit in het begrijpen van batterijen. Dat is kennis waar het bedrijfsleven wat mee kan. Ik vind dat wij een taak hebben, meer dan alleen onderzoek doen om het onderzoek doen. Als we kunnen helpen om batterijen op de markt beter, duurzamer te maken, dan moeten we dat doen.’’
ACTIEAGENDA BATTERIJSYSTEMEN
Voor ondernemingen, waaronder grote multinationals, is dat een belangrijk argument om naar Noord-Nederland te komen. Moniek Tromp en de haren onderzoeken graag de nieuwe technologie van die bedrijven. ,,Voor ons interessante onderzoeksonderwerpen, voor de bedrijven nuttige kennis.’’
De onderzoekers van Tromp houden zich niet alleen bezig met revolutionaire, nieuwe technologie. Ze zijn ook druk met het verbeteren van de aloude lithiumbatterij. Dat doen ze onder meer onder de vlag van Battery NL, een samenwerkingsverband tussen bedrijfsleven, onderzoek en onderwijs. Doel: het efficiënter maken van bekende techniek. Samen op naar een betere toekomst. De hoogleraar beschouwt het als een persoonlijke missie om daaraan bij te dragen. Onlangs werd ze uitgeroepen tot batterijboegbeeld van Nederland. Met in haar hand de onlangs gepresenteerde Actieagenda Batterijsystemen.
,,In die rol werk ik aan een inhaalslag om batterijtechnologie in Nederland weer hoger op de agenda te krijgen. We hebben een achterstand opgelopen op het buitenland. Ik ben in wezen het gezicht van bedrijven, overheid en kennisinstituten die het belang van die technologie vertegenwoordigen. We moeten zo snel mogelijk weer aan tafel in Europese gremia waar we de afgelopen jaren afwezig waren.’’
De batterij is terug, náást de waterstoftoepassingen waarop Nederland zo stevig inzet.
,,We hebben het allemaal nodig. Waterstof, verbeterde batterijtechnologie en totaal nieuwe technologie. Het is heel goed dat wij ons dat als Noord-Nederland realiseren en nieuwe bedrijvigheid weten aan te trekken.’’
In Noord-Nederland houden zich tientallen kleinere en grotere bedrijven bezig met batterijtechnologie. De Brits-Koreaanse batterijreus Eurocell lijkt zijn pijlen te hebben gericht op de Eemshaven, net als nog een paar grote jongens. Maar er zijn al meer techbedrijven in het Noorden bezig. MG Energy Systems in Leeuwarden is zo’n bedrijf. MG is gespecialiseerd in het maken van high-end batterijsystemen op basis van lithium-ion. De batterijen met hoge prestaties vinden hun weg in de automotive, de scheepvaart en in off-grid energietoepassingen.
Hoe we in de nabije toekomst ook met energie omgaan, één ding is zeker: de accu wint aan belang. Groningen is een belangrijk centrum van innovatie aan die oplaadbare batterij. Vooral dankzij
,,Als je eenmaal het zout geproefd hebt, wil je niet anders meer.” Zegt Johan Boomsma van Boomsma Shipping, rederij in Sneek. Met negen schepen vervoert het familiebedrijf allerlei soorten droge lading over de wereld. De dagelijkse dynamiek van de zeevaart in het licht van voortdurende vernieuwing en verduurzaming.
Wie de trap neemt naar de kantoren, wordt per trede meer getriggerd door het imponerende aanzicht van 120 meter lange ‘Frisian Sea’. Achter de foto op de meterslange wand straalt het motto van het Sneeker familiebedrijf. ,,Als je nieuwe bestemmingen wilt bereiken, moet je oude koersen opgeven/verlaten.” In 1968 starten de ouders van Johan en Ton Boomsma met hun eerste schip in de binnenvaart. De koers wordt verlegd naar Hamburg met avontuurlijke reizen door de Duitse Bocht. ,,Daar komt het grensverleggende en het geproefde zout vandaan. Mijn vader was ook een van de eersten met radar, omdat hij dan ’s nachts kon doorvaren. Jezelf willen ontwikkelen tekent Boomsma Shipping”, kijkt Johan Boomsma terug. In 1998 volgt een tweede schip. ,,We werden als nieuwe generatie eind jaren negentig partners in het bedrijf. Met mijn vader, Ton en neef Mark Sijbranda waren er drie kapiteins, dus konden we uitbreiden. Ik heb economie gestudeerd en pas later mijn zeevaartdiploma behaald, maar begreep dat we groter moesten om meerdere gezinnen te kunnen onderhouden.” Boomsma Shipping groeit. Nu vaart het met negen schepen, variërend van 2.500 tot 8.500 ton. ,,De wereld is ons werkterrein, maar vooral Noordwest Europa, de Middellandse Zee, Zwarte Zee en Noord- en Zuid Amerika. We varen waar de lading van de klant verlangd wordt en vervoeren alle soorten droge lading, veelal in bulk.”
Kan nieuwbouw nog hier?
In het zog van de financiële crisis na Lehman Brothers, zegt Johan Boomsma, heeft de zeevaart zware jaren gekend die net over leken toen corona
kwam. Vandaag is de dynamiek weer heel anders: de vraag naar transport is wereldwijd explosief gegroeid, de brandstofprijzen geëxplodeerd. ,,De markt is goed, geen misverstand. Naast de brandstofprijzen kennen we stijgende materiaalkosten, wat nieuwbouw van schepen op z’n minst uitdagend maakt. Gelukkig hadden we al een visie op wat we zagen aankomen: fossiele brandstoffen gaan vervangen worden, de druk door regelgeving naar verduurzaming neemt toe. De focus op besparing op brandstof kwam bij ons voort uit kostenoverweging in bedrijfseconomische zin en heel snel besef je dan dat het mooi is dat het duurzaam is. We zijn gaan kijken naar de mogelijkheden van het trimmen van onze schepen: wat doet dat met brandstofverbruik en uitstoot van schadelijke stoffen? We hebben vanuit besparing op de uistoot van schadelijke stoffen ervoor gekozen om een van de schepen uit te rusten met gedeeltelijke windaandrijving door het Ventifoils- systeem van het Groningse Econowind. Dat hebben we geperfectioneerd door ze niet op een vaste plek te zetten, maar flexibel aan dek met zogeheten flatracks. Toen we ervoor kozen, lagen de brandstofprijzen veel lager en was het vooral de wens te verduurzamen, nieuwsgierigheid en lessen leren. Het helpt dat de prijzen van brandstof nu veel hoger liggen: alternatieven worden economisch steeds aantrekkelijker. En geïnspireerd op internationale regelgeving hebben we zogeheten scrubbers geinstalleerd om de zwaveluitstoot te beperken.”
Belang maritieme sector
,,Er zijn in het wereldwijde spel van zeevaart en
scheepsbouw veel zaken waar je mee te dealen hebt. Prijzen voor nieuwe schepen bijvoorbeeld die elders 35 procent lager liggen. Willen wij niet meer aanbesteden in deze noordwest Europese regio? Zeker wel en als dat verschil in prijs 10 tot 15 procent is, gaan we dat aan, zeker omdat schepen van hier langer meegaan. Als het verschil groter wordt, verlies je je concurrentiepositie en houdt het op.”
Is er iets dat het tij kan keren? ,,Ja. Europese industriepolitiek. Het voortouw nemen om gericht te faciliteren omdat je een eerlijk speelveld wilt in een markt die op allerlei manieren negatief beïnvloed wordt. De maritieme sector, van scheepsbouw, scheepsvaart tot alles wat daarmee annex is in infra en waterbouw, maakt substantieel deel uit van ons BNP. Een sector die exceptioneel goed is in ontwikkeling, maar onze maakindustrie is ondertussen grotendeels verdwenen. Nee, we kunnen echt niet alles meer bouwen in dit land of in de regio van Frankrijk tot Duitsland en Denemarken aan toe: het gaat wereldwijd om een vloot van meer dan 50.000 schepen. Maar we zijn een zeevarende natie met een rijke kennis in maken, met enorme kennis en kunde, maar lijken dat vergeten te zijn. Koester het en durf te investeren en te financieren. Het draagt in belangrijke mate bij aan het fundament van dit land.”
Besparing en innovatie stimuleren Internationale regelgeving wordt duurzamer, strenger. Wat betekent dat voor jullie? ,,Je zou willen dat klanten mee betalen aan de hoger wordende prijs voor transport, want dat helpt in het versnellen naar verduurzaming. Vooralsnog weegt return on investment zwaarder dan het bredere belang van duurzaamheid, al wordt het langzaam beter. Afgelopen jaren ging het heel erg over uitstoot en veel te weinig over verbruik, terwijl daar veel in verbeterd kan worden. We weten als sector nog niet welke technieken leidend worden in de zoektocht naar verduurzaming. Vooralsnog is kiezen voor diesel / elektrische aandrijvingen logisch, omdat het je flexibel maakt. Want wat het ook wordt, ammoniak, methanol of waterstof: de elektrische component maakt in belangrijke mate deel uit van de leidende technieken van de toekomst. Daarnaast denk ik dat het afvangen van CO2 een rol gaat spelen, zeker op lijndiensten naar havens met een goede infrastructuur die daarop is ingericht. Voor ons is dat spannender, omdat we op de vrije vaart opereren. Waar ik ook in geloof is de beprijzing van broeikassenuitstoot, zoals het voornemen is in ETS, het Europese Emissions Trading System. De kostenverhoging die daardoor ontstaat, stimuleert besparing en innovatie.”
,,Het gaat om vooruitkijken, lessen leren en grenzen willen verleggen. Daarin schuilt ook de kracht van dit familiebedrijf. Met elkaar werken vanuit dezelfde passie. Zout in je bloed betekent voor mij ook durven doorgaan en weten dat je met die inzet samen meer bereikt.”
boomsmashipping.nl
Met ruim veertig chauffeurs- en transportopleidingen biedt Kreeft Opleidingen in Hoogeveen voldoende mogelijkheden om de transportsector te helpen aan gekwalificeerd personeel. „Er is veel vraag naar chauffeurs en wij zorgen ervoor dat iedereen die in deze sector aan het werk wil, of wil blijven, de juiste opleiding krijgt’’, vertelt directeur Lucas Kreeft.
Kreeft ook veel mogelijkheden voor particulieren.
„Die kan ook gebruikt worden voor de verplichte nascholing van 35 uur. Ons totaalpakket voor die nascholing is dankzij het STAP-budget helemaal gratis. De kosten van de cursus hoeven zelfs niet voorgeschoten te worden, want ze worden rechtstreeks door het UWV aan ons vergoed. Opleidingen voor bijvoorbeeld het vrachtautorijbewijs worden zo bereikbaar. Wie deel wil nemen, kan bij ons een aanmeldbewijs krijgen om aanspraak te maken op het budget. Iedereen die een DAF Euro 6 aanschaft, krijgt een voucher die recht geeft op een kosteloze DAF Driver Training Code 95. Deze kan bij Kreeft Opleidingen ingewisseld worden voor een rijstijltraining Het Nieuwe Rijden, geldend voor zeven uur praktijk.
Locaties
De afdeling chauffeurs- en transportopleidingen is een onderdeel van een opleidingscentrum dat cursussen voor alle rijbewijzen biedt, maar ook opleidingen op het gebied van arbo en veiligheid, personenvervoer en ondernemersopleidingen. Ook de één op één aflevertrainingen van Iveco Driver Academy worden verzorgd door instructeurs van Kreeft Opleidingen. Dat brede aanbod wordt gecombineerd met een passie voor alles wat met vervoer te maken heeft. De chauffeurs- en transportopleidingen worden dan ook verzorgd door trainers die zelf werkzaam zijn geweest in de sector. Lucas Kreeft: „Onze trainers weten waar beroepschauffeurs mee te maken hebben en dat is een belangrijke toevoeging aan elke opleiding. We hebben bovendien voldoende instructeurs waardoor chauffeurs snel aan de cursus kunnen beginnen en ook ’s avonds en op zaterdag bij ons terecht kunnen.’’
Maatwerk
Door maatwerk te leveren, voegt Kreeft Opleidingen iets toe aan de bedrijfsvoering van klanten. „Bedrijven die hun chauffeurs door ons laten opleiden, kunnen een trainingsplan op maat laten maken. Dat plan is niet alleen afgestemd op de wensen van het bedrijf, maar past ook bij de individuele cursist. Chauffeurs kunnen vanwege hun rol in het bedrijf verschillende opleidingsbehoeften hebben. En we vinden dat nascholing nooit saai hoeft te zijn. Elke chauffeur moet regelmatig zijn zogenaamde Code 95 opnieuw behalen, om zijn vakbekwaamheid aan te tonen. Die verplichte nascholing moet voldoen aan de Richtlijn Vakbekwaamheid, maar wij vinden dat de training ook interessant mag zijn.’’
Dat betekent dat chauffeurs in overleg met hun werkgever een persoonlijk trainingsprogramma kan samenstellen. Daarin wordt veel keuze geboden: van schadepreventie tot Het Nieuwe Rijden en van manoeuvreren tot machinist autolaadkraan met hijsfunctie. Het zijn allemaal gecertificeerde nascholingscursussen die meetellen voor de verlenging van de vakbekwaamheid. Kreeft: „De enige eis is dat een chauffeur van de 35 uur nascholing minimaal zeven uur praktijktraining moet volgen. Al onze praktijkonderdelen voldoen daaraan en we breiden het cursusaanbod regelmatig uit. De keuze maakt nascholing een stuk leuker en daardoor efficiënter.’’
Wie als zelfstandige in de transportsector aan de slag wil, kan bij Kreeft Opleidingen de Ondernemersopleiding Beroepsgoederenvervoer volgen, met onderdelen als bedrijfsmanagement en calculatie.
Subsidies
Voor werkgevers biedt het opleidingscentrum niet alleen persoonlijke trainingsplannen, maar ook advies over subsidiemogelijkheden. Zo kan men gebruikmaken van een subsidie van SOOB (Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Beroepsgoederenvervoer). „Daarmee krijgen bedrijven een deel van de opleidingskosten vergoed. De subsidie geldt onder meer voor de verplichte nascholing Code 95, maar ook voor rijbewijs C en E bij C en branchekwalificerende opleidingen.’’ Ook voor andere bedrijfstakken of arbeidsregio’s zijn regelingen beschikbaar. De bij veel mensen bekende STAP-subsidie van maximaal 1000 euro per jaar biedt volgens Lucas
Uiteraard zijn cursisten welkom op de opleidingsen examenlocaties in Hoogeveen, maar er wordt ook les gegeven in Hardenberg, Assen en Drachten. Kreeft verzorgt de opleidingen tevens in-company of op locatie. Daarnaast is het Verkeers Educatie Centrum (VEC) in Drachten onderdeel van Kreeft Opleidingen. Hier worden onder meer slipcursussen en rijvaardigheidstrainingen voor vrachtwagenchauffeurs gegeven, maar er worden ook bedrijfsuitjes verzorgd waarbij het nuttige met het aangename wordt gecombineerd. „Op een terrein van 3 hectare kunnen beroepschauffeurs, maar ook particulieren, zich op een veilige manier bewust worden van situaties die ze moeten voorkomen. Het volledige programma van Kreeft Opleidingen wordt ook in Drachten aangeboden.’’
Overweeg je om chauffeur te worden? Kom naar onze Opendag in Hoogeveen op zaterdag 5 november.
www.kreeftopleidingen.nl
‘Chauffeurs kunnen altijd snel aan een cursus beginnen’Lucas Kreeft
Jan Adema van IdFrm in Leeuwarden is een specialist in goed licht. Ontwerper, adviseur en leverancier. En ontwikkelaar van nieuwe lichttechnologie en technieken. Over de nieuwste generatie LED wordt Jan Adema na 30 jaar in het licht echt vrolijk. ,,Dit zijn de stappen naar grote besparingen en circulariteit.”
,,We zijn volop bezig met de volgende fase van LED. Stel je voor: de eerste generatie LEDlampen bespaarde zo’n 50 tot 70 procent energie. Nu gaan we daar nog eens zo’n 30 procent van afhalen. Nu komen we ergens!” Het enthousiasme van Jan Adema van IdFrm in Leeuwarden is aanstekelijk. En begrijpelijk. ,,Het gaat om de enorme stappen die we maken en kunnen maken. En dan praat ik niet alleen over de hoeveelheden energie die je met deze generatie LED kunt besparen, maar ook met de grondstoffen, met armaturen, met gewicht die je bespaart. Realiseer je alleen dat als we vroeger een fabriekshal of scholencomplex inrichten met een nieuw lichtplan, je zo een halve vrachtwagen nodig had. Nu kom je met je eigen auto. Tegelijk: de hoeveelheid lichtopbrengst die je nu realiseert met deze minieme componenten is werkelijk uniek. We begonnen ooit op 70 Lumen (het meetgetal voor de lichtopbrengst) per watt, dat is nu veelal 140, maar wij zitten met onze nieuwste producten op 215 Lumen per watt. En deze generatie LED gaat ook weer veel langer mee: zo’n 100.000 uur! En het mooie is dat we nu ook echt naar andere armaturen kunnen overstappen. Kijk, dit bedoel ik!”
Meer ontwikkeling, meer besparing Op tafel ligt een eenvoudige armatuur van zo’n anderhalve meter lengte voorzien van LEDstrips. Het blijkt een verrassend lichte constructie. ,,Uit de 3d printer”, lacht Jan Adema. ,,Dat is waar ik vrolijk van word. Want onze nieuwe generaties LED kennen vrijwel geen warmte- afgifte meer. En omdat die strips zo koel blijven, betekent het dat je armaturen van heel andere materialen dan bijvoorbeeld staal kunt maken, bijvoorbeeld zoiets als dit uit een 3d printer gevormd met gerecyclede kunststof. Het is de volgende stap naar volledig hergebruik en circulariteit. Het een maakt ook het ander in de keten mogelijk, dat is het mooie van deze ontwikkeling.”
De lol van het ontwikkelen zit Jan Adema in het bloed. Met zijn grote expertise en ervaring in licht en armaturen ontdekt hij met IdFrm steeds vaker verrassende toepassingen van licht. ,,Zo ontwikkelden we in coronatijd, geïnspireerd door de toename van het thuiswerken, het Direct HeatLight System, een combinatie van infraroodverwarming en LED- licht in een paneel. Duurzaam, effectief en gebruiksvriendelijk in ruimten die niet per se de hele dag gebruikt worden. Nu zitten we middenin een energiecrisis waar veel ondernemers, organisaties en verenigingen veel kritischer moeten kijken naar waar ze kunnen besparen. Daar komt dan nog het wettelijk einde van de TL- buizen vanaf
september 2023 bij. De hamvraag is natuurlijk, wat er kan in jouw situatie. Wat brandt er nu, hoelang brandt de verlichting, wat verbruik je? Gaat het om productieruimte, om kantoren, studieruimte, een collegezaal of een kantine. Wat zijn je service- en onderhoudskosten? Met 100.000 branduren gaat ook dat er weer anders uit zien. Meer lichtopbrengst, minder energieverbruik, minder onderhoud. Het enige voordeel van deze tijd is, dat ik niet meer hoef uit te leggen hoe wezenlijk besparen is, voor het klimaat, onze werk- en leefomgeving en je eigen portemonnee. En al het andere: wat betekent goed licht voor bijvoorbeeld de concentratie van je leerlingen, voor de productiviteit van je mensen, voor hun welzijn en welbevinden, voor de sfeer? Licht doet heel veel binnen de total cost of ownership, om het even zo uit te drukken.”
Licht dat past bij gebruik en budget ,,Neem de tijd voor licht, of de aanleiding nieuwbouw of renovatie is, de noodzaak van besparen of jouw volgende stap in de verduurzaming van bedrijf of organisatie. Licht is een vak en dat is voor mij iets heel anders dan een paar dozen lampen schuiven. Het gaat om goed advies en aansluitend een lichtplan in DIALux waarbij we licht en techniek inzetten dat past bij het gebruik en het budget. Aan de hand daarvan produceren en leveren we de lichtapplicatie.”
Met goed licht samen stappen zetten naar energietransitie en circulariteit. Het komt door de jaren heen steeds vaker terug in het betoog van Jan Adema. ,,We zijn al jaren bezig met energietransitie, maar het mooie is dat je met iedere ontwikkeling weer dichterbij enorme besparingen komt. Je weet: wat je niet verbruikt, hoef je niet te besparen, maar ook niet te maken, niet te monteren, niet te vervoeren. In de ontwikkeling naar goed licht valt dus heel veel te besparen, veel meer dan energie en kosten alleen. En: wij produceren onze producten gewoon hier om de hoek. Lokaal licht zogezegd. En dat is niet alleen telkens weer een stapje naar meer werkgelegenheid, maar lokaal produceren kost ook weer minder in transport, in brandstoffen, in uitstoot en noem maar op.”
Goed licht in bedrijfsruimten, stelt Jan Adema, is vooral een kwestie van luisteren en samen aan uitdagingen werken. ,,En het moet je natuurlijk gegund worden. Wat ik daarom ook bijzonder vind, is dat we bij Mediahuis Noord op de eerste etage een compleet nieuw lichtplan mochten ontwerpen en leveren. Dat maakt me trots en blij: gewoon lokaal met elkaar mooie dingen doen die er toe doen.”
idfrm.nl
‘Neem de tijd voor licht, of de aanleiding nieuwbouw of renovatie is, de noodzaak van besparen of jouw volgende stap in de verduurzaming van bedrijf of organisatie’Jan Adema
In Nieuw-Buinen ligt één van de grootste zonneparken van Nederland, genaamd Vloeivelden Hollandia. Een gezamenlijk initiatief van Solarfields en Avitec. Het gaat om maar liefst 300.000 zonnepanelen met een totaalvermogen van 120 megawattpiek (MWp).
Omdat een deel van de opgewekte stroom niet op het net kan worden gebracht, bedachten de initiatiefnemers, Solarfields en Avitec, met Repowered als adviserende partij, een oplossing, namelijk de bouw van een waterstofinstallatie. „We gaan hier groene waterstof produceren, uit lokaal geproduceerde zonnestroom, dat is uniek in Nederland”, zegt Jeroen Jansen van Repowered.
„We hebben een conceptsysteem ontwikkeld voor directe productie van waterstof vanuit zonnestroom door elektrolyse”, legt Jansen uit. Elektrolyse is het proces waarin water wordt gesplitst in waterstof en zuurstof, door middel van elektriciteit. „Om even een indruk te geven: Nederland heeft in totaal nu zo’n 5 megawatt productiecapaciteit voor groene waterstof, waarvan het grootste losstaande project zo’n 1,5 megawatt omvat. De elektrolyser die bij het zonnepark in Nieuw-Buinen komt heeft maar liefst 5 megawatt productiecapaciteit, gelijk aan de totale capaciteit in heel het land én ruim 3 keer groter dan de grootste installatie op dit moment. Daarmee kan circa 300.000 kilo waterstof per jaar worden geproduceerd.”
Groene waterstof
Het vergunningentraject is in gevorderd stadium en bevindt zich in een afrondende fase. De onherroepelijke vergunning wordt eind oktober verwacht. „Als alles volgens plan verloopt, denken we begin 2024 groene waterstof te kunnen produceren”, geeft Jansen aan. De eerste potentiële afnemers van de waterstof zijn er al. Jansen: „We mikken vooral op de mobiliteitsmarkt, daar zien we op de korte termijn al een echte vraag ontstaan naar groene waterstof.”
Wat het project in Nieuw-Buinen uniek maakt is volgens Jansen het feit dat de elektrolyser direct aan het zonnepark wordt verbonden. Met deze directe verbinding wordt alleen waterstof geproduceerd als het zonnepark ook stroom produceert, dit maakt het 100% groene waterstof. „Een gedeelte van de stroom van het zonnepark kan niet aan het net geleverd worden. Met behulp van de waterstofinstallatie kan een groot gedeelte van deze overtollige stroom wél effectief gebruikt worden. Dat maakt dit project ook interessant als voorbeeld voor andere zonneparken in
Zonnepark Vloeivelden Hollandia Nieuw Buinen is een initiatief van Avitec en Solarfields. Het unieke van dit project is dat de grond dubbel wordt gebruikt. Niet alleen voor de zonnepanelen, maar ook voor de opslag van proceswater van Royal Avebe. De zonnepanelen zijn landschappelijk ingepast binnen de bestaande dijklichamen van de vloeivelden, waardoor de zonnepanelen niet zichtbaar zijn voor de omgeving.
congestiegebieden. De congestie op het elektriciteitsnet is groot, waardoor je in de toekomst steeds vaker het probleem krijgt dat opgewekte stroom niet op het net kan. Dit project biedt een mogelijke oplossing.” Goedkoop is deze oplossing vooralsnog niet. Jansen: „Projecten zoals deze zijn nog sterk afhankelijk van subsidies, voornamelijk door de zeer kostbare installatie-componenten, die de totale investeringskosten van het project erg hoog maken.”
Het project in Nieuw-Buinen heeft volgens Jansen louter voordelen. „Ten eerste wordt het net minder belast en daarnaast komt er groene waterstof beschikbaar in de regio, waarin toch al veel gebeurt op het gebied van waterstof. Sterker nog, Noord-Nederland wordt niet voor niets gezien als dé waterstofregio van Nederland, een regio waar men met vele ontwikkelingen voorop loopt in de markt. We willen koploper zijn en blijven en dit project draagt daaraan bij.”
Serieus alternatief
Zoals aangegeven wordt het project begin 2024 operationeel. Jansen denkt dat waterstof een serieus alternatief is voor de fossiele brandstoffen die we nu nog veelvuldig gebruiken. „Zware vrachtwagens bijvoorbeeld zijn moeilijk te elektrificeren, maar met waterstof kunnen deze voertuigen prima vooruit, omdat dit per energieeenheid veel lichter is dan bijvoorbeeld diesel. Lastig is nog wel dat er op dit moment te weinig stations zijn waar je waterstof kunt tanken, daarbij is er vrijwel geen groene waterstof beschikbaar. Om groene waterstof in de mobiliteit een succes te laten worden, moeten zowel
productielocaties als tankstations worden gerealiseerd.”
Waterstof kan ook voor diverse noordelijke industriële bedrijven van toegevoegde waarde zijn, bijvoorbeeld in de chemie en in processen waar hoge temperaturen nodig zijn. Het geeft dan extra waarde wanneer die waterstof in het noorden is opgewekt.
Brandstof van de toekomst
Eén van de partners in het project, namelijk Avitec, heeft inmiddels tractoren aangeschaft die op waterstof rijden. „Het is mooi dat dit bedrijf, actief in infrastructurele sector, nu al heeft besloten deels op waterstof over te schakelen. Het is voor zwaardere voertuigen de brandstof van de toekomst, daar ben ik van overtuigd.” Het vervangen van fossiele brandstoffen is volgens Jansen dan ook een ‘en-en’ verhaal. „Met alleen elektrificeren komen we er niet. Sommige processen kunnen nou eenmaal moeilijk geëlektrificeerd worden, daarnaast is de exponentiële toename in elektriciteitsvraag niet of nauwelijks bij te houden door het uitbreiden van infrastructuur. Differentiëren tussen het gebruik van elektronen en groene moleculen (zoals waterstof), zorgt voor een betere spreiding van de toenemende vraag naar duurzame alternatieven. Kortom, we hebben alle alternatieve bronnen nodig om uiteindelijk van fossiel af te komen. Dat waterstof daarin een belangrijke rol gaat spelen, staat voor ons vast.”
www.avitec.nl
www.solarfields.nl
www.repowered.nl
‘We willen koploper zijn en blijven en dit project draagt daaraan bij’Jeroen Jansen voor het zonnepark in Nieuw-Buinen
Dat is waar men zich bij LCW in Groningen, gespecialiseerd in transport, opslag en distributie, mee bezig houdt. Ook de transportsector moet mee in de energietransitie en daar is LCW vroegtijdig mee begonnen. Niet voor niets heeft het familiebedrijf een Lean and Green Star behaald, wat betekent dat men minimaal 20 % op de CO2 uitstoot heeft bespaard. „Ik durf wel te stellen dat wij voorop lopen in de energietransitie”, zegt directeur Jakob Vonck.
De transitie brengt vele nieuwe aspecten met zich mee, „en dat zorgt voor een andere dimensie binnen ons bedrijf”, aldus Vonck. „Het is niet alleen leuk om er mee bezig te zijn, we merken ook dat het bij onze medewerkers leeft.”
Efficiënter werken
Dat beeld van transitie bestaat al sinds de fusie van de drie Hoogkerker transportbedrijven Gorter, Liewes en Vonck in 2003, waar LCW uit voortkwam. Zes jaar later volgde de verhuizing naar bedrijventerrein Westpoort en dat was nodig ook, want het bedrijf groeide op de 3 locaties uit haar jasje. „Dankzij de nieuwe vestiging konden we veel efficiënter gaan werken”, zegt Vonck. „Zo hebben we hier de ruimte om de vrachtwagens onder dak te laden en te lossen, dat maakt het werken voor onze medewerkers veel aantrekkelijker. We zijn een sociaal bedrijf en vinden het belangrijk dat medewerkers hun werk op een prettige manier kunnen doen.”
Daarin past ook het werven van parttimers.
Vonck:„ Niet iedereen wil meer volledig werken, daar spelen wij op in, waardoor we een aantal vacatures toch kunnen invullen. Zo hebben we ook parttimers aan het werk, die het heerlijk vinden om elke week nog een paar dagen een vracht weg te brengen. Ja, we zijn wat dat betreft flexibel, daar ontkom je niet aan. Je moet anders durven denken, buiten de gebaande paden.”
Hubs
Dat doet LCW bijvoorbeeld ook rond de toekomstige hubs, die rond de grote steden worden aangelegd. „Daar experimenten wij al mee. Vanaf 2030 mag je alleen nog met emissievrije auto’s de steden in. Dat betekent dat
er rond de steden hubs gaan ontstaan, waar producten worden verzameld die vervolgens emissievrij verder worden vervoerd. Wij hebben nu een bouwhub ingericht, voor één bouwonderneming. Verschillende leveranciers brengen hun spullen, bedoeld voor deze ondernemer, naar ons toe, waarna wij precies datgene leveren waar hij in een bepaalde week mee aan de slag moet. Dat is niet alleen efficiënter, het zorgt ook voor veel minder overlast. Een ontwikkeling die onomkeerbaar is. We hopen dat in de nabije toekomst meerdere klanten gaan aansluiten. En het mooie is dat wij daar, met 23.000 vierkante meter opslag, voldoende ruimte voor hebben.”
Elektrificatie
LCW is naast de hub ook bezig met de elektrificatie van het wagenpark. „Dat doen we naast de Lean and Green Star die we hebben behaald”, legt Vonck uit. „We hebben die award gekregen omdat we minder met lege kilometers zijn gaan rijden, de vrachtwagens meer bij de standplaats van de chauffeurs parkeerden en het nieuwe rijden hebben ingevoerd, waarbij we onze chauffeurs ook gingen coachen en monitoren. Dat leidde tot een vermindering van de CO2 uitstoot van 25 procent, waarmee we ruimschoots de eerste award hadden behaald. We zijn nu met de volgende fase bezig, waarbij we nog minder CO2 gaan uitstoten.”
Synchroon daaraan loopt het elektrificeren van het wagenpark. „Daar komen we een aantal uitdagingen tegen, zoals duurdere voertuigen, de huidige stroomprijs en voor het laden op het eigen terrein heb je een grote aansluiting nodig.
De meeste uitdagingen hebben we inmiddels getackeld. Drie jaar geleden hebben we 2.500 zonnepanelen geplaatst, waardoor we over onze eigen energie beschikken. Daarnaast komt er een accu waarmee we de opgewekte stroom van overdag kunnen vasthouden, waardoor we ’s nachts de vrachtauto’s kunnen laden. Bovendien kunnen we hierdoor eventueel slim stroom inkopen, bijvoorbeeld wanneer de prijs extreem laag ligt. Alleen de aanschaf van een elektrische vrachtauto is nog duur, maar ook daar is de verwachting dat de prijzen gaan dalen.”
Doorslaggevend voor het slagen van deze energietransitie is volgens Vonck het feit dat iedereen moet voldoen aan de eisen die de overheid neerlegt en deze ook handhaaft. Want, pas als er sprake is van een level playing field, heeft dit een kans van slagen. „Het ziet er goed uit. Je komt straks bijvoorbeeld de grote steden niet meer in. Het mechanisme zal ervoor zorgen dat bedrijven die niet investeren, straks niet meer mee kunnen. Bovendien worden dieselvoertuigen steeds duurder, dus het kantelpunt komt steeds dichterbij. De elektrificatie komt nu echt op gang en LCW heeft daar een voorsprong in opgebouwd. Op CO2 besparen levert dus echt geld op. Het gaat gewoon gebeuren en als transportbedrijf vinden wij het prachtig om nu al met die toekomst bezig te zijn.”
www.lcw.nl
‘De elektrificatie komt nu echt op gang’Foto: Jan Buwalda
„Wij zijn techneuten die de installateurs graag helpen met het technische denkwerk”, zegt Wiebe de Vries, vestigingsleider en manager afdeling Klimaat bij ThermoNoord. „De tijd van ‘doe mij maar een cv-ketel’ is echt wel verleden tijd. Er zijn tegenwoordig zoveel mogelijkheden om je huis te verwarmen. One size fits al, vergeet dat maar. Met welke configuratie sla je echt een slag met duurzaam en goedkoper energieverbruik? Een toegespitste kosten-batenanalyse vraagt know how. Niet elk installatiebedrijf heeft dat in huis. Wij hebben dat wel en maken de berekeningen en installatietekeningen. Wij zijn de groothandel, met A-merken en met die extra service.”
„Grotere installatiebedrijven hebben hun eigen mensen hiervoor, maar die bedrijven helpen we dan op een andere manier. Dat zit dan, bijvoorbeeld, in het logistieke vraagstuk: ‘Kun je op het bouwterrein 20 zware warmtepompen afleveren in de woning?’ Ook dat is helpen. Iedere installateur heeft zo zijn wensen. Je kijkt wat iemand nodig heeft en daarmee help je. Daarin zien wij onze meerwaarde en daar zijn we goed in.
Passend advies
„Mensen zien de gasprijzen stijgen en denken dan: Ik wil een warmtepomp. Alleen zo simpel is het niet. Hoe leef je? Wat verbruik je? Ga je elke dag in bad, dan vraag je iets van je installatie en boilercapaciteit en is misschien een zonneboiler interessanter.”
„Nadat we het plaatje van verbruik kennen, maken we een analyse van het huis. Wat is de isolatiewaarde van je huis en op welke wijze wil je of kun je verwarmen. Wat vraagt je woning. Ook belangrijk is je ventilatiesysteem. Het eenvoudigst is om je ventilatielucht naar buiten te blazen maar slimmer is het om te werken met een WTW installatie waarbij de energie uit de warme ‘afval’lucht wordt gebruikt. Voor een WTW installatie moet je we de ventilatiekanalen aanpassen, dus dat heeft wel een gevolg voor je installatie. Er zijn heel veel zaken waar je rekening mee moet houden. Uiteindelijk komt daar een duurzaam, maar vooral ook, haalbaar advies uit.”
Duurzaamheidscentrum om te helpen
„Zelfs al heb je het ideale plaatje rond”, legt Wiebe uit, „uiteindelijk moet een gebruiker er zich ook goed bij voelen. Een boiler van 400 liter is misschien wel dé oplossing; het beantwoordt aan de warmwatervraag, het geeft het hoogste rendement en het past. Alleen, gebruikers kunnen vaak niet goed inschatten wat het in de praktijk betekent. Mede daarom zijn we ons pand aan het verbouwen, verduurzamen natuurlijk, maar ook creëren we een grote showroom waar al die mooie duurzame verwarmingsoplossingen in komen te staan. Nu zie je wat het is en kun je concreet installatietips geven. Bijkomend voordeel is dat een installateur een eindgebruiker mee kan nemen. Een 500 liter boiler is echt wel groot, even in het echt zien voorkomt verrassingen achteraf. Heeft een installateur vragen, dan kan hij direct uitleg krijgen of een berekening laten maken. Dat is ook een manier waarop we kunnen helpen. Het nieuwe duurzaamheidscentrum gaat begin 2023 open en is uniek voor Noord Nederland.”
Tips voor een lagere energierekening
„Wie nu iets wil doen tegen een hoge energierekening, moet bezuinigen. Wat je niet verbruikt, hoef je niet op te wekken en is meteen een besparing. Ga ‘camping douchen’, kouder en korter, zet de verwarming niet te hoog en zorg voor een lage aanvoertemperatuur van de CV
ketel, zorg dat de radiatoren goed zijn ontlucht en zijn ingeregeld. Al deze zaken kosten eigen alleen maar een inspanning terwijl je daar al redelijk wat mee kunt besparen.”
„Wil je het groter aanpakken, houdt dan rekening met lange levertijden voor warmtepompen, boilers en omvormers door een tekort aan componenten/grondstoffen zijn de levertijden helaas erg lang, sommige modellen hebben een levertijd van driekwart jaar.”
„Een woning daadwerkelijk verduurzamen vraagt wel om een behoorlijke investering omdat veelal de bestaande radiatoren of vloerverwarming moet worden vervangen voor toepassing op een warmtepompinstallatie. Door de gedane investering zakt meteen de maandelijkse energietermijn en een energiezuinige woning heeft qua verkoop een enorme meerwaarde. We zien dan ook vaak dat de gedane investering om een bestaande woning te verduurzamen eigenlijk altijd terug komt in de woningwaarde. Dus investering in duurzaamheid is gewoon een slimme set en je houdt je woning courant.” www.thermonoord.nl
Duurzaamheid is in een stroomversnelling gekomen. Juist ook in de installatiebranche. Op allerlei gebieden vinden razendsnel innovaties plaats om energieneutraal en circulair te kunnen produceren. Nieuwbouwwoningen worden standaard gasloos opgeleverd. „Toch staat duurzaamheid nog in de kinderschoenen”, zegt Marijn Douma, bedrijfsleider Breman Drachten. „Nu de eerste snelle stappen voorwaarts zijn gezet, komt het moment van bezinnen.
Er gaat veel goed en met dat wat we geleerd hebben moeten we onze werkwijzen en techniek kritisch analyseren en ook meer maatwerkgericht gaan uitrekenen wat de opbrengsten zijn. Met de kennis die dat oplevert kunnen we weer nieuwe stappen zetten. En dat is nodig. Want, als je duurzaamheid echt centraal stelt, dan komt daar heel veel bij kijken. En dat gaat niet alleen over de techniek.” Waar moeten we dan aan denken?
Logistiek
„We weten al dat iets wat klein lijkt, toch grote duurzame impact kan hebben. Het was jaren geleden nog normaal dat de installateurs de spullen in de vrachtauto zetten en naar de bouwplaats reden. Nu wordt berekend wat de meest efficiënte en besparende logistieke beweging is. Kan een leverancier niet rechtstreeks naar de bouwplaats rijden en daar het apparatuur stallen? Voor Drachten alleen al hadden we 30 bussen met aanhangers rijden. Dat brengen we met slimme logistiek terug tot 10 en, op den duur, allemaal elektrisch.”
„Voorheen namen we makkelijk een klus in Noord-Holland aan, bijvoorbeeld. Op de Afsluitdijk kun je dan zwaaien naar installateurs die naar Friesland rijden. Onzin natuurlijk. Dat moet je afstemmen met elkaar. We denken en werken nu veel meer regionaal. Ook zo bespaar je kilometers.”
Circulariteit
„Circulariteit is een belangrijk factor in duurzaam installeren. Wat we installeren moet zoveel mogelijk herbruikbaar zijn. Ook daarin vindt innovatie plaats, zoals zonnepanelen die makkelijker recyclebaar zijn.”
„Installaties moeten recyclebaar zijn en het liefst van gerecycled materiaal. Dat is werkelijk circulair produceren. Een ketel installeren, van
gerecycled materiaal, die klaar is om met een extra module een hybride warmtepomp te worden in de toekomst, combineert beide vormen van circulair produceren.”
Waterstof als oplossing De warmtepomp in nieuwbouwhuizen is de standaard, maar voor bestaande bouw is dat maar zelden een goede oplossing. Toch moeten we van het gas af. Het alternatief ‘waterstof’ komt dan onder de aandacht. Waterstof kan in het bestaande gasnetwerk gebruikt worden. „Het erover hebben is leuk, maar hoe zit dat nu precies met waterstof en werkt dat wel? We zijn als installateursbedrijf ingestapt in een pilot met de naam H2@Home in samenwerking met TU Delft. Het project leert ons hoe we veilig en kosteneffectief waterstof kunnen toepassen in bestaande woningen. Wat vraagt deze toepassing van onze apparatuur en van onze installateurs? De bewoners zijn ook enthousiast over het project? Het project loopt al bijna een half jaar en de bewoners zijn enthousiast. Breman heeft onder meer veiligheid en samenwerking hoog in het vaandel staan. Dit project leert ons daar veel over. Wat we vooral ondervinden is dat waterstof toepassen niet kan zonder goede samenwerking tussen de verschillende partners.”
Continu meten en verbeteren
„Een ander speerpunt is monitoring. Met digitale monitoring en analyse krijg je belangrijke informatie die helpen duurzaam en kostenbesparend te zijn. Een simpel voorbeeld: een bepaald soort filter werd vroeger om het half jaar vervangen. Nu kunnen we met digitaal meetapparatuur voorspellen wanneer een filter écht vervangen moet worden. Bij de één
inderdaad na zes maanden en bij een ander pas na een jaar. Dat scheelt al, maar de volgende stap is natuurlijk: wat verklaart dat verschil in levensduur? Welke variabelen moeten we bijstellen om de gebruiksduur van alle filters te verlengen. Dat is kennis en in het kader van samenwerken willen we die kennis ook weer delen. Dit lijkt een kleine stap, maar heeft een grote impact door de kwantiteit en omdat de techniek op alle mechanieken inzetbaar is.”
moeten
Warmte recyclen
Volgens Marijn kan er nog veel winst gemaakt worden in het recyclen van warmte. „Kijk eens hoe heet asfalt wordt in de zomer. Als je die warmte nu eens op kunt slaan en om kunt zetten in een bruikbare energievorm. Als je met veel mensen in een ruimte bent, dan wordt het gauw te warm. Ook dat is energie waar je iets mee zou kunnen doen. Stel je bouwt een appartement op een kantoor, dan kan die warmte zo gebruikt worden om een woonruimte mee te verwarmen. Er lekt nog veel energie weg op verschillende plekken. We zijn nog lang niet op het ultieme rendement. Is dat jammer? Nee, dat is hoopvol.” www.breman.nl
‘Installaties
recyclebaar zijn en het liefst van gerecycled materiaal. Dat is werkelijk circulair produceren’
„Ondernemers zitten te wachten op directe levering van bedrijfswagens, wij hebben ze op voorraad.” Dat zegt Wilco Roetert Steenbruggen van Wensink Mercedes-Benz Bedrijfswagens. Levertijden zijn ook in de bedrijfswagenbranche een issue. Wensink heeft met name van het model Vito een groot aantal bedrijfswagens op voorraad, waardoor de klant direct bediend kan worden. „En daarmee maken we onze naam van mobiliteitsoplosser wederom waar”, geeft Wilco aan.
Dat is precies waar Mercedes-Benz Wensink bekend om wil staan. „Het merk Mercedes-Benz staat van huis uit voor kwaliteit, degelijkheid en comfort. Dat vinden ondernemers belangrijk. Immers, hun medewerkers brengen vaak een groot deel van de dag in een bedrijfswagen door en dan mag het aan bovengenoemde elementen niet ontbreken. Vanuit die gedachte ontwikkelt, ontwerpt en produceert Mercedes-Benz haar bedrijfswagens, waar we naast de Vito het model Citan en de Sprinter hebben.”
In het verlengde daarvan zijn inmiddels ook de eVans, de eVito en de eSprinter op de markt. „We merken dat de ondernemer in toenemende mate belangstelling heeft voor de elektrische bedrijfswagen, al was het alleen maar vanwege de milieuzones en andere eisen die steeds vaker worden gesteld.”
Dichtbij
Wensink staat met haar vestigingen dichtbij de klant. „We hebben vestigingen in Drachten, Heerenveen, Leeuwarden en Groningen. Een bewuste keuze. Op alle vestigingen kunnen we het mobiliteitsvraagstuk van onze klanten oplossen. We bieden dan ook meer dan alleen de verkoop van een bedrijfswagen. Denk aan onderhoud en reparatie, maar ook aan leasing, verzekeringen en de mogelijkheid tot financiering. Een compleet pakket waarmee we de ondernemer kunnen ontzorgen, altijd afgestemd op en passend bij zijn of haar wensen en eisen. Uiteraard speelt daarin de prijs per kilometer een belangrijke rol, maar dat zit bij Mercedes-Benz wel goed.”
goed mogelijk in te spelen op de behoeften van de klant. „Daarom bieden we totaalpakketten waar echt alles in zit wat de ondernemer nodig heeft. Dat kun je inderdaad meedenken met de klant noemen. Een ondernemer die een nieuwe of gebruikte bedrijfswagen nodig heeft, wil niet wachten. Wensink zorgt ervoor dat de ondernemer zo snel mogelijk op pad kan.”
Occasion
Inbouw
Een ander aspect waarvoor de klant bij Wensink aan het juiste adres is, is de inbouw en/of inrichting van een bedrijfswagen. „Onze mobiliteitsadviseur staat de klant daarin bij en adviseert wat er nodig is. Onze deskundige monteurs verzorgen vervolgens de inbouwwerkzaamheden, waarbij de klant van alle gemakken wordt voorzien.”
Niet wachten
Er komt veel op de ondernemer af en het doel van Wensink is om op het gebied van mobiliteit zo
Wie niet direct op zoek is naar een nieuwe bedrijfswagen van Mercedes-Benz, kan bij Wensink ook terecht voor een occasion. „Deze bedrijfswagens verkopen we onder de naam Mercedes-Benz Certified”, legt Wilco uit. „Dit houdt in dat de occasion op alle onderdelen gecontroleerd is, waardoor de betrouwbaarheid die men van ons gewend is gegarandeerd kan worden. De klant kiest voor zekerheid wanneer het op de bedrijfswagen aankomt, onze occasions van Citan, Vito en Sprinter voldoen daar aan. Bovendien hebben we ook deze occasions ruimschoots op voorraad, zodat de klant er snel over kan beschikken.”
Wensink staat al meer dan 35 jaar bekend als een meedenkende mobiliteitspartner, die gevraagd en ongevraagd met oplossingen komt, waar de klant mee vooruit kan. „We zijn professionals, die met passie werken, innovatief en trots zijn en samen met de klant op weg zijn naar een duurzame toekomst. Dat is Wensink.”
www.wensink.nl
‘Op alle vestigingen kunnen we het mobiliteitsvraagstuk van onze klanten oplossen’
Gronings opleidingsinstituut biedt werkenden het logisch alternatief
Met een aandeel van meer dan 90 procent is de Academy of Logistics (AoL) de absolute marktleider in Nederland op het gebied van E-Log-opleidingen voor werkenden. Het is een door de European Logistics Association (EU-orgaan ELA) geïnitieerde en ontwikkelde managementopleiding voor logistici die uit drie niveaus bestaat. „98 procent van onze E-Log-cursisten kiest voor European Senior Logistician, ES-Log”, vertelt directeur Henk Bouwman van de in de stad Groningen gevestigde AoL.
„E-Log is een opleiding op hbo+/hbo4-niveau voor werkenden en gericht op tactisch logistiek management.” Aan ES-Log-gediplomeerden is volgens Bouwman een schreeuwend tekort. Uitgedrukt in getallen gaat het, aldus hem, om duizenden mensen. „Niet alleen in de transport en logistiek is de behoefte daaraan groot, maar bij allerlei soorten ondernemingen zoals: overheden, productiebedrijven, nutsbedrijven en ziekenhuizen. De vraag neemt alleen maar toe. Zelfs vanuit de ons omringende landen proberen ze in Nederland mensen met een ES-Log opleiding te werven.”
Twee groepen: afgestudeerde mbo’ers en werkenden in de logistiek
„De meesten hebben een mbo-diploma in een logistieke richting afgerond of een hbo in een andere richting en willen met ES-Log hun carrière een boost geven. Het gaat daarnaast veelal om mensen die leiding geven aan een afdeling. De opleiding bestaat uit beroepsgerichte modules zonder algemene vakken, die heel de supply chain beslaan. Voor het diploma moeten de cursisten zes modules halen; waarbij een module 12 college-avonden in beslag neemt. De meesten doen dat in twee of drie jaar. In de opleiding veranderen zij van logistici in supply-chainers. In plaats van ervoor te zorgen dat hun schakel, discipline of afdeling zo goed mogelijk presteert, spannen zij zich nu in voor de best denkbare prestatie van héél de keten: optimale ketensamenwerking.”
‘Veel bedrijven hebben keihard logistieke kennis nodig’
Als aan Henk Bouwman wordt gevraagd waarom ES-Log-opleiding zo gewild is, volgt een uitgebreid betoog. Duidelijke taal schuwt de Groninger daarbij niet. Hij noemt opgeleide ESLog’ers de praktisch én theoretisch opgeleide topsporters van hun vakgebied en omschrijft de ES-Log-gediplomeerde supply-chainers als volgt: „Zij staan boven de keten, zijn regisseurs. Ze verleggen grenzen, verkennen nieuwe mogelijkheden en pakken kansen. Je ziet ze, kort door de bocht gezegd, op twee niveaus de lijnen uitzetten, op tactisch en strategisch niveau.”
Dat Bouwman lovend over een opleiding is die zijn eigen instituut aanbiedt, is natuurlijk niet verwonderlijk. Maar alleen staat hij daarin bepaalt niet. Hoogleraar Jack van der Veen, die op de Nyenrode Business Universiteit de evofenedex leerstoel supply-chainmanagement bekleedt, deelt bijvoorbeeld zijn mening. „De ELogopleidingen leiden precies tot dat op wat organisaties nodig hebben: gekwalificeerde logistiekers”, zegt Van der Veen. “Ik vind dat die opleidingen grosso modo heel goed in elkaar zitten en zeer waardevol zijn voor de deelnemers. Meer mensen zouden er mijns inziens aan moeten deelnemen. Daar zou de logistieke sector echt beter van worden. Ze bieden een uitstekende aanvulling op de bestaande hbo- en woopleidingen.”
Het gebrek aan bekendheid bij afgestudeerde mbo’ers en werkenden in de bedrijfstak ziet Bouwman als één van de belangrijkste oorzaken van het door hem geconstateerde grote tekort aan ES-Log-gediplomeerden. Daarnaast is de bereidheid om hierin te investeren bij een deel van de bedrijven te laag, vindt hij. „Doodzonde, want die investering verdien je dubbel en dwars terug. Zeker als je ziet, dat fiscale voordelen en subsidies vanuit de overheid en branches de scholing sterk stimuleren. In de huidige snel veranderde wereld moet je als organisatie continu mee bewegen en ervoor zorgen dat je logistiek- en supply-chainmanagement zich blijven ontwikkelen en bijblijven. Kennis, die je niet hebt, kun je immers niet gebruiken”, aldus Bouwman. Van der Veen ziet nog een andere oorzaak: „Veel mensen die in de logistiek werken zijn van het type druk-druk-druk en hebben al snel zoiets van laten-we-het-vooral-praktisch houden. Mooie eigenschappen, maar op de lange termijn kom je daar niet veel verder mee. Het idee van leven lang leren, of leven lang ontwikkelen, staat in alle beleidstukken, maar is nog onvoldoende geland in de sector.”
www.academy-of-logistics.com
‘In de huidige snel veranderde wereld moet je als organisatie continu mee bewegen’Henk Bouwman
Een jaar geleden vertelde Jurrien Pinkster in deze krant al over zijn jonge bedrijf dat een vliegende start had gemaakt. Inmiddels is het aantal busjes van JuMa Transport verdubbeld en het aantal medewerkers maar liefst verviervoudigd. Bovendien is er in de tussentijd een tankstation overgenomen.
De zaken gaan overduidelijk nog steeds voorspoedig, maar het Avia Express tankstation aan de Schoonloërweg in Elp gaf Jurrien en zijn vrouw Mariska wel kopzorgen. ,,We wisten dat er werk aan de winkel was om er weer een mooi bedrijf van te maken, maar we zagen vooral kansen. Helaas bleek er iets meer voor nodig om het tankstation op te knappen, maar inmiddels merken we dat het vertrouwen van vaste klanten terugkomt en de klantenkring groeit.’’
Kansen verzilveren
De overname illustreert hoe de ondernemer tegen het ondernemerschap aankijkt. Pinkster vertrouwt op zijn gevoel en is niet bang om zijn handen vuil te maken bij het verzilveren van kansen. De standaard van de dienstverlening ligt bovendien hoog: met een tankstation in slechte staat wilde hij niet starten. ,,We hebben bij wijze van spreken in een week tijd acht dagen schoongemaakt en dankzij Avia veel vervangen, zoals deuren en zonwering. Buiten is geschilderd en we hebben nieuwe koelkasten en een nieuwe koffiemachine aangeschaft. In de shop is een Bakery ingericht met verse broodjes. Al die veranderingen worden goed ontvangen. Klanten blijven met plezier wat langer in de shop voor een kop koffie en beroepschauffeurs brengen graag hun pauze bij ons door. Het heeft tijd nodig, maar we doen er alles aan om te laten weten dat de Avia Express in Elp nu een bezoekje waard is. De ligging is uitstekend, want de Schoonloërweg is voor veel automobilisten een sluiproute. Daarom waren we meteen geïnteresseerd toen de kans van overname op ons pad kwam. Dankzij de campings in de buurt komen er in de zomer ook veel kampeerders. Daarom verkopen we in de shop ook zaken als shampoo en tandenborstels.’’
factuur te kunnen bestellen. Daar kunnen we meteen een mooi spaarsysteem aan koppelen.’’ Mariska werkt veel in de shop van de Avia Express, maar gaat binnenkort voor een aantal dagdelen terug naar haar oude werkgever. Ze hoopt haar werkzaamheden binnenkort over te kunnen dragen aan iemand die zin heeft om de verantwoordelijkheid voor de shop te dragen.
Vanuit passie
ik binnen een jaar twintig chauffeurs en vijftien busjes had.’’
De ondernemersgeest draait overduidelijk alweer op volle toeren, na een periode van investeren en klussen. De investeringen betreffen vooral de carwash, die aan onderhoud toe was. ,,Met actiedagen en koffie tijdens het wachten willen we klanten opnieuw laten kennismaken met de carwash’’, vertelt Pinkster. ,,En ik wil er nog dit jaar voor zorgen dat bedrijven bij de Bakery kunnen bestellen. Ondernemers in de buurt vinden het ongetwijfeld prettig om broodjes op
JuMa Transport vraagt ondertussen nog volop aandacht, want het bedrijf dijt zoals gezegd in razend tempo uit. Let wel: het transportbedrijf werd opgericht in december 2020. Het bestaat dus nog geen twee jaar en is bovendien opgericht in het eerste coronajaar. Het succes heeft Jurrien Pinkster zelf ook verrast. Hij was jarenlang beroepschauffeur en heeft op vrachtwagens en touringcars gereden. ,,Transport is mijn passie en toen mijn chauffeurswerk door corona stopte, besloot ik voor mezelf te beginnen. Het idee was dat ik de enige chauffeur zou blijven van een klein transportbedrijf, maar er was zoveel vraag naar pakketbezorging en andere koeriersdiensten dat
Na een paar maanden vond hij een bedrijfspand in Wijster, waardoor hij niet meer vanuit huis hoefde te werken, inmiddels zoekt hij naar een ander pand en is er mogelijk een tweede vestiging nodig voor elektrische busjes die vanwege de actieradius niet te ver van de milieuzone in de binnenstad van Groningen gestationeerd mogen zijn.
De chauffeurs van JuMa Transport rijden dag en nacht voor uiteenlopende klanten in het hele land. ,,We hebben een paar klanten waarvoor tien chauffeurs dagelijks op pad zijn, dus inmiddels hebben we ruim veertig medewerkers en 31 busjes. Er zijn plannen om daar vrachtwagens en elektrische busjes aan toe te voegen. Een taxivergunning heb ik ook aangevraagd, dat kan altijd van pas komen. ’’ www.jumatransport.nl
‘De veranderingen bij Avia Express worden goed ontvangen’Jurrien en Mariska Pinkster
Een uniek bedrijf in transport en warehousing: Boonstra Transport in Haulerwijk. Wie de tijd neemt voor een gesprek en bezoek, begrijpt wat de Boonstra’s bedoelen. Een transportbedrijf dat z’n omgeving trouw bleef. Over zonnepanelen, de beste werkplaats van de omgeving, nee leren zeggen en arbeidsmoraal.
Ze werden bij een grote klant wel de ‘Brothers No’ genoemd vanwege hun stelselmatige weigering mee te gaan in de verzochte neerwaartse prijsspiraal. Nee, met die aandeelhouderswaarde hebben ze niets. „Het gaat om de kwaliteit van je dienstverlening.” Daarom hebben ze des te meer met hun eigen mensen, zo’n 160 in totaal, de meesten uit de nabije omgeving. En willen ze graag klanten waar je een goede, gezonde, lange relatie mee hebt. De Boonstra’s zijn een familiebedrijf, waar “we altijd bezig zijn met toekomstbestendig blijven.” Met de puntjes op de i, want het bedrijf is gecertificeerd volgens ISO norm 9001:2015 en GMP+ B3 & B4.
„Transport is gewoon werken en dat is wat we doen, onze drive is er toe doen op de lange termijn. Daarom is het geweldig mooi dat de volgende generatie nu mee aan het stuur zit bij strategische beslissingen als onderdeel van een proces van geleidelijkheid. Dat zij doorgaan met het bedrijf, geeft ons nu ook weer energie, we zijn nog steeds ambitieus.” Feike en Willem Boonstra zitten gebroederlijk naast elkaar aan tafel in Haulerwijk. Feike algemeen directeur, Willem commercieel directeur. Met neef Feike zijn zij de huidige eigenaren die het stokje straks met een gerust hart doorgeven aan een volgend driemanschap. Geruststellend, zeggen de broers met lichte trots. Niet dat het een gespreid bedje is, want dat is het nooit. Daarvoor is de wereld te veel en te vaak in beroering en hebben externe factoren altijd invloed, soms meer dan je wilt.
„Wat we wel kunnen en hebben gedaan, is kritisch blijven kijken en nadenken over de stappen die je wilt zetten. Door de keuzes die we hebben gemaakt, staan we er goed voor. Het bedrijf is uniek, dat durf ik wel te zeggen”, stelt Willem Boonstra.
Van aluminiumschroot tot sierteelt en beveiligd transport Wat het bedrijf uniek maakt naast haar locatie Haulerwijk, is een mooie lijst. „In de enorme diversiteit van wat we vervoeren. We zijn al jaren
een van de grootste aluminiumschrootvervoerders van Europa. We zijn dat gaan doen na jaren huisvervoerder geweest te zijn van Aldel dat failliet ging. Iedereen had in het gat van dat specifieke grondstofvervoer kunnen stappen, maar wij hebben het aangedurfd en er ook speciale lichtgewicht containers voor ontwikkeld. We zijn ook groot in vervoer van sierteelt producten met vrachtwagens die voorzien zijn van klimaat gecontroleerde laadruimten. En een van de grootsten in Europa voor beveiligd transport volgens de TAPA TSR-1 norm, de hoogste graad van veiligheid. En sinds dit voorjaar zijn we ook een van de grootste vervoerders van levend pluimvee in Nederland. Maar wat we ook vervoeren, bij ons geldt altijd : kwaliteit boven prijs. Dat is waar Boonstra voor staat, waar we met z’n allen ieder dag aan werken en waarbij het geld het gereedschap voor de zaak is”, zegt Willem Boonstra.
„In 2019 hebben we de meest moderne en best geoutilleerde werkplaats met wasstraat van de regio gebouwd, 2.000 vierkante meter groot, voor al het onderhoud aan zwaar materieel en bijbehorende apk, tachograaf en laadklepkeuringen en eigen bandenservice. Wij willen dat ons materieel altijd in de best mogelijke staat verkeerd, dat we flexibel zijn en zelfstandig blijven opereren. We hebben een paar jaar om ons heen gekeken en het beste van die inzichten gebundeld. Sinds we deze werkplaats hebben, werken we ook aan materieel van derden. Energie komt van onze eigen zonnepanelen, we gebruiken bronwater dat we zuiveren in plaats van kostbaar leidingwater te gebruiken en de vloeren hebben vloerverwarming. Daarnaast zit onze wasstraat waar we twee vrachtwagens tegelijk kunnen wassen. De verdieping is ons opleidingscentrum, want we zijn ook erkend leerbedrijf.”
„Wat ons uniek maakt naast het diverse transport, is de verwarmde vloer in onze klimaat neutrale warehousing”, stelt Feike Boonstra, „Dat idee
kwam voort uit een bestaande klantrelatie. Van de investering hebben we zeker geen spijt, want een verwarmde warehousingvloer is nog steeds bijzonder.” Ook die verwarmde vloer wordt voorzien van eigen opgewekte energie, want sinds 2020 liggen alle daken van Boonstra vol met zonnepanelen. „We gebruiken er zelf tien procent van, de rest gaat naar het net. En dat het nu in deze rare tijd extra oplevert door de hoge prijzen voor energie, zien we dan maar als prettige extra beloning.”
Haulerwijk, de beste basis
De hoge prijzen baren nog geen zorgen? Feike Boonstra: „Vrolijk wordt je er niet van, want we verbruiken jaarlijks zo’n vier miljoen liter brandstof met onze 110 trekkende eenheden. Het loont dat we al jaren met de schoonste variant rijden, Euro 6, de CO2 gecompenseerd EN590 diesel. Dat is een vrijwillige keuze, die alles zegt over onze visie op milieu, (data)veiligheid en ondernemerschap. We willen onze milieuprestaties voortdurend verbeteren door een duidelijke focus op techniek en gedrag. Voor 2024 vervangen we in elk geval 34 trekkende eenheden, de eerste wordt straks met 10 maanden vertraging geleverd. Maar de kans is groot dat we een aantal wagens versneld vervangen en dat komt dan door die hoge brandstofprijs: je kunt daardoor eerder dan voorzien je wagens vervangen door nog weer schonere varianten.”
Maar de basis, stellen ze samen vast, is dat je het met elkaar doet, met al die mensen. „Het is een machtig mooi bedrijf met machtig mooie mensen. Het is niet altijd vanzelf gegaan, maar we doen het wel met elkaar en met plezier. Daarom zijn we hier nooit weggegaan, we zijn trouw aan onze omgeving. De arbeidsmoraal in deze omgeving is de beste die je kunt hebben, werken is hier heel gewoon. Wat wil je nog meer in een wereld waarin mensen het verschil in kwaliteit van dienstverlening maken?”
www.boonstra.eu
EnTranCe – Centre of Expertise Energy draagt bij aan robuuste, duurzame energievoorziening door een lerende, praktijkgerichte kennisgemeenschap te zijn. De proeftuin is onderdeel van Hanzehogeschool Groningen en de deuren staan er (bijna) altijd open. Een blik naar de wereld van open innovatie waar het ongewone gewoon is. Samen werken aan verandering.
meer sociale professionaliteit, ziet Marcel Koenis als een belangrijke opgave voor EnTranCe. Hoe ziet Klaas Holtman van Bedrijvenvereniging West dat? „We zijn veelvuldig partner van EnTranCe zeg ik wel eens. Als onderdeel van bedrijventerrein Zernike; omdat we de Energy Barn steunen, hun Barn Talks onder onze leden propageren en omdat we kennispartner zijn in gesprekken om netcongestie op bedrijventerreinen op te lossen. Ik ervaar EnTranCe als deel van een krachtig netwerk en zou graag willen dat de verbinding met ambtelijk en bestuurlijk Groningen nog sterker wordt. Zorg dat je vaker aan tafel zit: je hebt de kennis om verbinder te zijn naar een deels onbekende toekomst. In de toegenomen reuring van de afgelopen jaren mis ik wel eens het brede publiek en het ongedwongen aspect: energietransitie mag ook gewoon leuk zijn. Tegelijk, ik vind het prachtig wat er gebeurt, EnTranCe is fundamenteel partner in de vernieuwing rond energietransitie.”
Inspireren
Actueler dan dit moment wordt het niet, erkent Marcel Koenis, directeur business development van EnTranCe. „De noodzaak van energietransitie wordt voor velen voelbaar. We merken aan alles dat er een systeem is dat niet snel verduurzaamt, vastloopt en pijnlijk duidelijk maakt dat velen, burgers en bedrijven in elk geval niet aan de bal zijn. Met het steeds groter wordende netwerk van studenten, docenten, bedrijven en overheden kijken we in EnTranCe vanuit allerlei invalshoeken naar de energietransitie. En hoewel die met een snelle oogopslag, ook hier, heel technisch lijkt, is die transitie naar niet fossiele energie en andere energiedragers en mogelijkheden voor opslag vooral een sociale, economische en juridische transitie. Hoe kunnen jij en ik bijdragen aan die transitie, welke regels en wetten moeten worden veranderd, wat is de invloed ervan op onze arbeidsmarkt en op ons leven en de economie? We moeten leren denken vanuit het belang van eindgebruikers en daarvoor moet het ongewone gewoon worden. We zijn zo gewend te denken vanuit het heersende systeem, dat we nauwelijks in staat lijken anders te kunnen denken en doen. Juist nieuwe denkwijzen en ongewone vragen en inzichten zijn nodig om uiteindelijk als gebruiker grip te krijgen op verduurzaming van onze energie, opwekking, verbruik, opslag, levering en verkoop.”
We maken een rondgang door de gebouwen, langs diverse fascinerende test- en onderzoeksfaciliteiten en ontwaren waarom de Waterstofstraat haar naam eer aan doet. „We zijn een unieke proeftuin op energiegebied, niet in het minst omdat we vanaf dag één essentiële vergunningen hebben op veiligheidsgebied. Iedereen die hier wil onderzoeken of testen, kan dat doen. Dat schept unieke mogelijkheden voor bedrijven en instellingen en scheelt heel veel geld en tijd”, vertelt Marcel Koenis.
Prijs voor baanbrekers
Zijn stelling wordt beaamd door Niels Schenk van BioBTX, die als start-up jaren geleden met z’n neus in de boter viel en sindsdien partner is van
EnTranCe. „Het was precies wat wij nodig hadden toen we wilden opschalen vanuit het laboratorium. Niet alleen ruimte voor onze pilotplant, maar ook alle benodigde en tijdrovende vergunningen en zo konden we heel snel aan de slag. In de loop van de tijd ontdek je de waarde van een krachtig netwerk dat hier bij elkaar komt. We hebben er veel aan te danken; ook aan hele goede jonge en creatieve mensen die we hier hebben ontmoet en een stuwende factor voor ons bedrijf zijn.” BioBTX mag zich leider in hernieuwbare en circulaire aromaten noemen. Dankzij haar technologie kunnen end-of-life plastics en biomassa worden omgezet naar circulaire bouwstenen voor de chemisch industrie wereldwijd. „Daarmee dragen we in hoge mate bij aan het verbeteren van de wereld. Voor Groningen kan het betekenen dat ze er een fundamentele maakindustrie op duurzame wijze bij krijgt. Onze volgende stap is de bouw van de fabriek in Delfzijl, waarmee we vol in voorbereiding zijn. Echt, wat we doen, is gaaf.” Daarmee won BioBTX afgelopen zomer de EnTranCe Award, prijs voor baanbrekers in de energietransitie. „Een geweldige erkenning”, stelt Niels Schenk. „Met die 100.000 euro kunnen wij ons werk en ons bedrijf voor een breed publiek zichtbaar maken.”
De EnTranCe Award is een van de middelen die EnTranCe inzet om de energietransitie te versnellen, vertelt Laura van der Velde, marketing- en communicatieadviseur bij EnTranCe. „Iedereen is bij ons welkom, we zijn dé locatie van de energietransitie en innovatie. En een ontmoetingsplaats, want naast al het onderzoek dat we doen en de technische faciliteiten die we bieden, organiseren we inspirerende bijeenkomsten zoals onze maandelijkse Barn Talks en ons jaarlijkse festival New Energy Forum. We zorgen voor reuring rond energietransitie, inhoud gekoppeld aan sociale ontmoeting.”
Bestuurlijk lef
Zoeken naar meer bestuurlijk lef in de energietransitie om echt te kunnen vernieuwen en
Om dat nader maatschappelijk te onderzoeken, is EnTranCe gestart met een Lifelines- achtig onderzoek onder de noemer Energysense. Hoe kun je mensen die geconfronteerd worden met energiearmoede mee laten doen in transitie is een achterliggende vraag. Voorlopig doen 1.600 huishoudens mee. Marcel Koenis: „We monitoren gebruik en gedrag en leren wat er dagelijks gebeurt bij mensen in huis. De volgende stap is die vraag uit te breiden naar bedrijventerreinen. De wereld om je heen meenemen, betekent zo concreet mogelijk samenwerken met heel diverse partners en ze vanuit onderzoek inspireren om te veranderen.”
Mensen en duurzame dilemma’s
Anna Pek van Witteveen+Bos zit als adviseur energietransitie dagelijks op EnTranCe. Het eerste contact ontstond nadat het ingenieurs- en adviesbureau werd gevraagd om een analyse te maken van de EnTranCe waterstofinstallatie. De experts van Witteveen+Bos raakten zo enthousiast dat ze besloten om ook kantoor te gaan houden op deze inspirerende locatie. „Wat ons hier heel goed bevalt, is de uitwisseling van kennis met bedrijven en het onderwijs. Zeker door de combinatie met de technische testomgeving, waar we veel gebruik van maken, en de Energy Barn waar we symposia kunnen houden. Met EnTranCe onderzoeken we nu bijvoorbeeld hoe we het participatieproces in de warmtetransitie zo optimaal mogelijk vorm kunnen geven. Om nog meer partijen te betrekken bij de energietransitie organiseren we 15 november het symposium Duurzame Dilemma’s. Ook omdat je kan zeggen dat de energietransitie nog maar net is gestart. Ik hoop dat EnTranCe aan betekenis wint en veel nieuwe mensen in dit fascinerende werkveld mag opleiden. In de nabije toekomst zijn deze professionals heel hard nodig.”
Proeftuin, kenniscentrum, inspiratietheater, onderzoeksfaciliteit, vestigingsplaats voor startups, creatieve energie- hotspot, sociale ontmoetingsplaats naar verandering: EnTranCe –Centre of Expertise Energy. Power to all people.
www.en-tran-ce.org
De Subcoal® Production locatie in Farmsum, onderdeel van de N+P Group, die eind vorig jaar na een gehele vernieuwing werd heropend, draait op volle toeren. Hier worden alternatieve brandstoffen geproduceerd uit niet recyclebare afvalstromen. Echter, de drempel vanwege de Nederlandse wet- en regelgeving is dermate hoog, dat deze in Nederland zelf nog steeds niet gebruikt kunnen/mogen worden. Alternatieve brandstoffen kunnen bijvoorbeeld dienen als alternatief voor steenkool. In andere landen van Europa vinden N+P’s Subcoal® producten wel gretig aftrek.
„We zitten op 20 kilometer van de Eemscentrale waar inmiddels vanwege de energiecrisis alsnog steenkool mag worden verbrand. Terwijl aan het begin van het jaar door de overheid nog werd aangestuurd op gedwongen sluiting. Ons product, dat aantoonbaar minder CO₂ uitstoot, wordt echter nog steeds niet meegenomen in de zoektocht naar oplossingen voor zowel CO₂- als energievraagstukken. Dat is teleurstellend”, zegt CDO Lars Jennissen.
„Natuurlijk is het een spannende tijd. Ook wij hebben te maken met sterk gestegen energielasten, die moeten we doorberekenen, maar tot nu toe is de klant bereid dat te betalen. Dat heeft vooral te maken met het feit dat ons product significante waarde heeft voor de klant. Dat is voor ons de bevestiging dat we een zeer waardevolle oplossing hebben voor het vervangen van dure en vervuilende fossiele brandstoffen.”
Schoner productieproces
Dat heeft vooral met het CO₂ besparingspotentieel van Subcoal® te maken. Veel afval dat we produceren kan worden gerecycled, maar dat geldt lang niet voor alles. Sterker nog, al is het aandeel recycling sterk toegenomen in de afgelopen jaren, het percentage dat daadwerkelijk kan worden hergebruikt is nog steeds maar een deel van de gehele afvalberg. In plaats van de rest van dit afval onder de grond te stoppen, zoals vandaag de dag in veel landen nog gebruikelijk is, te verschepen of te verbranden, maakt de fabriek in Farmsum er in de vorm van Subcoal® alternatieve brandstof pellets van. Deze worden onder andere gebruikt door de kalk- en cementindustrie, maar ook andere industrieën, zoals staalfabrieken en energiecentrales, zien het enorme potentieel in de strijd tegen torenhoge energiekosten. In de chemie worden inmiddels talloze initiatieven opgestart rondom ‘waste to chemicals’, oftewel afval omzetten naar bijvoorbeeld vliegtuigbrandstof. „Dankzij ons product kunnen deze grote industrieën een schoner productieproces realiseren. Van elke ton ingezette alternatieve brandstof is de besparing CO₂ uitstoot ten opzichte van fossiele brandstof
1,3 ton. Die besparing is dermate significant dat er zelfs industrieën zijn die zonder deze alternatieven geen bestaansrecht meer zouden hebben. En dat worden er steeds meer, mede als gevolg van de enorme prijsstijging van energie en CO₂ belasting.”
„Op deze manier is Subcoal® complementair aan het afvalsysteem en bieden we een oplossing voor afval waar voorheen niemand iets mee kon”, legt manager marketing en communicatie Jonathan Lucas uit. „Het verbaast ons dan ook dat de politiek in Nederland nog steeds voornamelijk naar zon- en windparken kijkt als alternatief. Voor ons maakt het geen verschil, onze producten gaan tot nu toe volledig naar buitenlandse afnemers. Echter, de ‘waarom’ vraag wordt wel steeds prangender. Volgens ons is dit het moment om te kijken waar we als land staan en hoe we verder moeten. Meer toekomstvisie in plaats van korte termijn handelen. Wij zijn ervan overtuigd dat Subcoal® een onderdeel van de oplossing is.”
Minimum beperken Jennissen wijdt de huidige situatie vooral aan onwetendheid. „Het idee leeft nog altijd dat restafval verbranden slecht is voor het milieu. Dat klopt wanneer je het niet onder de juiste omstandigheden doet. De industrieën aan wie wij leveren doen dat wel. Het proces is zodanig ingericht, met de juiste verbrandingstemperatuur en voorzorgsmaatregelen, dat het aan alle strenge emissie eisen voldoet. Deze worden in heel Europa op dezelfde manier vastgesteld en nauwkeurig gemonitord. Bovendien moet iedereen zich bedenken dat bij alles wat we verbranden, hout, gas, steenkool of Subcoal®, er altijd iets vrijkomt. Het is uiteraard wel van belang om de impact op het milieu en klimaat tot een minimum te beperken.”
De N+P Group merkt dat het draagvlak voor het gebruik van alternatieven toeneemt, maar tot een doorbraak in Den Haag is het nog altijd niet gekomen. Dat betekent niet dat men bij N+P stil zit, integendeel. Zo vonden er in het afgelopen jaar twee grote acquisities van sorteerinstallaties plaats, één daarvan bevindt zich in Rotterdam, de
andere betreft een van de grootste sorteerinstallaties van Engeland. Beide sorteerinstallaties voor plastic afval (PMD’s) beschikken over een enorme verwerkingscapaciteit van samen bijna 450.000 ton. „We houden ons niet alleen bezig met de productie van alternatieve brandstoffen, ook aan de voorkant van het proces willen wij een rol spelen in het zo optimaal mogelijk sorteren en hergebruiken van afvalstromen”, legt Lucas uit. „Om een beeld te schetsen van de omvang van beide sorteerinstallaties: het verwerkte aantal tonnen afval betreft het equivalent van de hele plastic afvalstroom in Nederland. Dat zijn enorme aantallen, waarmee we een grote bijdrage leveren aan een circulaire economie, waarin recycling en het optimaal (her)gebruik maken van beschikbare materialen en grondstoffen noodzakelijker is dan ooit tevoren.”
Tegenstrijdigheid
Vanwege de energiecrisis en door Corona is de afvalstroom in Nederland zodanig ingekrompen, dat daarvoor gebouwde en door de overheid goedgekeurde afvalverbranders inmiddels afval uit andere landen moeten importeren om de ovens te kunnen laten branden. In deze centrales wordt middels afvalverbranding een deel van de energie-inhoud teruggewonnen als elektriciteit en warmte. Jennissen: „Zo’n 20 procent van de hernieuwbare energie die we produceren in Nederland is afkomstig van afvalverbranders. Door het tekort aan afval moeten ze nu afval importeren uit andere landen, zoals Italië, waar overschotten zijn, terwijl ons product daar ook geschikt voor zou zijn. Intussen exporteren wij onze alternatieve brandstoffen naar landen als Duitsland, Oostenrijk en Tsjechië, waar een cementfabriek en een staalproducent graag gebruik maken van onze Subcoal® producten en de lokale overheden dit ook omarmen. Daar zit een tegenstrijdigheid in die ik niet kan verklaren. We hebben momenteel met verschillende uitdagingen te maken die we niet met elkaar aan het oplossen zijn.”
„De energiebehoefte is enorm en blijft stijgen, terwijl de kosten en de impact daarvan op het klimaat toenemen. Naast dat er wordt gekeken naar oplossingen zoals zonne- en windenergie, hebben wij ook één van de oplossingen in huis”, vervolgt Jennissen. „Het is niet voor niets dat we regelmatig buitenlandse delegaties in Farmsum over de vloer krijgen. Ze zijn steeds opnieuw onder de indruk van de manier waarop wij afval om weten te zetten in een waardevol product. Hoe we stromen nog verder uitsorteren en opschonen en hoe we deze opwerken tot een fossiele brandstofvervanger. Subcoal® is een oplossing voor het afval waar men geen waarde meer in ziet, wat we niet kwijt kunnen, maar wel bijdraagt aan de energievoorziening. Mondjesmaat zien we wel enige beweging in ons land. We krijgen aanvragen om uit te leggen hoe ons product tot stand komt en hoe dit kan bijdragen aan CO₂-reductie, men wil het beter kunnen snappen. Maar, er moet wel een keer een klap op gegeven worden, anders blijft het bij praten. Terwijl we in de toekomst toch ook in ons land moeten gaan inzien hoe waardevol afval kan zijn.”
www.npgroup.com
Wat ooit begon met het meten van de akoestiek in de badkamer van Victor Peutz, is uitgegroeid tot een internationaal opererend bedrijf. Peutz doet onderzoek naar onder andere lawaaibeheersing, milieutechnologie, akoestiek, bouwfysica, geveltechniek en energiezuinig en duurzaam maken van nieuwe en bestaande gebouwen. Zij doet dit in opdracht van allerlei instanties, organisaties, bedrijfsleven en overheid.
In het Limburgse Mook beschikt Peutz over vier moderne laboratoria, waar op schaal allerlei testen kunnen worden gedaan. Alle Nederlandse vestigingen (Haren, Mook, Eindhoven en Zoetermeer) maken hier gebruik van. „Alle research onderzoeken die we doen, leiden tot een advies dat altijd wordt ondersteund door eigen laboratoriumonderzoek”, zegt directeur Ferry Koopmans. „Dat is belangrijk voor ons en voor onze opdrachtgevers.”
Zonnepanelen
Op dit moment is de energietransitie zeer actueel. Het bedrijfsleven is versneld op zoek naar maatregelen die het gebruik van energie kunnen beperken. Veel bedrijven willen bijvoorbeeld zonnepanelen op hun bedrijfsgebouw of kantoor. Peutz onderzoekt de windbelasting op de daken door zonnepanelen en de mogelijkheden om dit zoveel mogelijk te beperken. „Zeker op bestaande gebouwen en kantoren is dat een issue”, geeft Marcel van Uffelen aan, die daar onderzoek naar doet. „Naast de belasting heb je ook te maken met allerlei obstakels, waar rekening mee gehouden moet worden. Daarom testen we de windbelasting op zonnepanelen. Ze moeten uiteraard niet van het dak waaien. We testen dit in onze windtunnel, waar we exact op schaal kunnen meten welke belasting de zonnepanelen aankunnen en wat er voor nodig is om ze op hun plek te houden.”
Van Uffelen: „Voor windturbines meten we met een gecertificeerde meetmethode het geluid en of het toepasbaar is in de omgeving waarin de windturbine geplaatst wordt. We doen bijvoorbeeld ook onderwatermetingen bij windparken op zee. Opdrachtgevers willen de verstoring onder water tot een minimum beperken en moeten aan allerlei regels en voorwaarden voldoen.”
kunnen helpen.”
Er zijn allerlei innovatieve onderzoeken gaande, zoals naar waterstof aangedreven schepen. „We kijken bijvoorbeeld naar de stabiliteit van een schip, maar ook naar de vraag waar de grote tanks het beste geplaatst kunnen worden. En wat gebeurt er als een tank te heet wordt en er waterstof moet worden afgevoerd? Dat zijn behoorlijke vraagstukken, waarvoor wij een oplossing zoeken.”
fossiele brandstoffen, maar ook aanpassingen die geluidoverlast verminderen, de luchtkwaliteit verbeteren en het licht optimaliseren.”
Laboratoria
Elektriciteitsnet
Collega Gert Lassche is nauw betrokken bij vraagstukken rondom de energietransitie. „Door alle duurzame initiatieven raakt het elektriciteitsnet vol. Met het plaatsen van extra transformatorstations kunnen we daar iets aan doen, maar deze veroorzaken geluid en daardoor kun je ze niet overal plaatsen. Het moet inpasbaar zijn en daar doen wij onderzoek naar. Net zoals we kijken naar de gevolgen van nieuwe energiebronnen, zoals bodemwarmte, het gebruik van accu’s, waterstofproductie enzovoort. Initiatiefnemers moeten daarvoor aan allerlei eisen en regels voldoen.”
„Wij zijn al langer met de energietransitie bezig, maar we zien dat alle lijntjes rondom de energietransitie nu samen komen”, gaat Koopmans verder. „Daarom hebben we binnen onze organisatie een innovatieagenda voor de energietransitie opgesteld, waardoor er interne programma’s zijn gestart, er budget vrij is gemaakt en we klanten goed, accuraat en snel
Verschillende disciplines in huis
Van het meten van de akoestiek in een concertzaal tot en met het ontwikkelen van concepten voor woonwijken; Peutz onderzoekt het allemaal. Lassche:„ Wat betekent het wanneer je een woonwijk ontwikkelt, waarin iedereen nul op de meter heeft en er alleen elektrische auto’s rijden? Als je dat wilt onderzoeken heb je een projectorganisatie nodig die de verschillende disciplines in huis heeft en dat is bij Peutz het geval.”
Het verduurzamen van gebouwen is momenteel zeer actueel, merken ze bij Peutz. „Ondernemers willen bijvoorbeeld het BREEAM-label voor een gebouw of kantoor behalen”, legt Lassche uit.
“Dat is een keurmerk die de mate van duurzaamheid van een gebouw of gebied aangeeft. Daardoor is het mogelijk de duurzaamheid concreet en meetbaar te maken en kunnen maatregelen genomen worden die bijvoorbeeld leiden tot minder gebruik van
De breedte van de diensten en de eigen laboratoriumfaciliteiten geven Peutz een voorsprong in de markt. Koopmans:„ We hadden al vroeg in de gaten dat je adviezen die je geeft vooraf op schaal moet kunnen testen. Onze laboratoria staan garant voor de toegevoegde waarde en ze bieden ons tevens de kans tot verdere kennisontwikkeling. En natuurlijk testen we ook op locatie, waar verschillende metingen plaatsvinden.” Het gebruik van artificial intelligence, kortweg AI, is binnen Peutz gemeengoed. „Dankzij AI kunnen we bijvoorbeeld in gebouwen de klimaatbeheersing optimaliseren, waardoor je zo efficiënt mogelijk kunt koelen en verwarmen. Daar is veel vraag naar.”
„Er komt veel op de ondernemer af”, besluit Koopmans. „Peutz neemt de ondernemer bij de hand en helpt hem op weg naar oplossingen. Zo zijn we adviseur van en onderzoeker voor het bedrijfsleven en sparringpartner van de overheid. Om dat te kunnen doen, moet je het hele speelveld begrijpen. Dat is bij Peutz in vertrouwde handen.”
www.peutz.nl
www.werkenbijpeutz.nl
‘Onze laboratoria staan garant voor toegevoegde waarde’
‘WeFerry Koopmans (l), Gert Lassche (m) en Marcel van Uffelen bij een maquette van het Olympisch Stadion in Amsterdam, waar op schaal proeven worden gedaan.
AVIA Weghorst richt zich op het ontzorgen van haar klanten. Van allerlei fossiele brandstoffen tot en met hypermoderne laadpleinen. Met de AVIA Card in je zak kun je gerust op weg, in Nederland en in Europa. Maak kennis met een familiebedrijf dat klaar is voor vandaag en voor de toekomst.
Een familiebedrijf waar transities in de genen zitten. Een bedrijf met korte lijnen, waar het persoonlijke telt. Aandacht voor elkaar en voor de klant, van klein tot groot. Weghorst begon negentig jaar geleden als verkoper aan de deur van turf en kolen, na de Tweede Wereldoorlog ging dit over op vloeibare verwarmingsbrandstoffen. In de jaren zestig wordt er aardgas in Slochteren gevonden en langzaamaan worden huishoudens aangesloten op aardgas. Door deze verandering gaat Weghorst zich op vloeibare motorbrandstoffen richten. Met Niek Weghorst aan het roer als vierde generatie, kiest het bedrijf vijf jaar geleden voor de volgende stap, de rol als transitiepartner en focus op niet fossiel vervoer. In 2016 onderstreept het landelijk opererende bedrijf uit Enschede zijn groei- ambities met de overname van 33 tankstations in Friesland, Groningen, Drenthe en Overijssel van ODN. Daarmee kwam het aantal tankstations landelijk op 365 AVIA stations, waarvan er 140 van Weghorst zijn. De strategie past in het kunnen aanbieden van iedere denkbare oplossing voor wegtransport. Dat gebeurt door te blijven voorzien in fossiele brandstoffen, gebaseerd op de 8 miljoen liter voorraad op het eigen depot in Enschede, voor retail en groothandel. En door fors te investeren in niet- fossiele oplossingen, zoals diverse soorten biobrandstoffen en oplossingen voor elektrisch laden. Dat doet AVIA Weghorst met AVIA Volt, eigen modulaire laadsystemen voor thuis, voor VVE’s en natuurlijk voor bedrijven. Leonie Kamp, verantwoordelijk bij AVIA Weghorst voor marketing & retail: ,,We zijn een klassieke brandstoffenleverancier, met een onbegrensde nieuwsgierigheid naar het nieuwe. We zijn gewend om te schakelen en blijven gefocust op het bieden van oplossingen om transport en mobiliteit mogelijk te maken. Wat elektrisch vervoer betreft moet dat vooral moeiteloos zijn. Klanten ontzorgen met slimme, eenvoudige laad- en gebruiksoplossingen.”
Dat niet iedereen al toe is aan de transitie van fossiel naar elektrisch, begrijpen ze bij AVIA Weghorst heel goed. ,,Dat hoeft ook niet. Het gaat er om elkaar mee te nemen in wat er kan en in wat er komt. Iedereen volgt zijn eigen pad”, stellen accountmanagers Jeroen de Boer en Jarno Bloemert. De Boer neemt in het noorden de klanten boven de A7 voor zijn rekening, Bloemert de klanten beneden de A7. Accountmanagers die trots zijn op het familiebedrijf waar ze voor werken. Gepassioneerd naar klanten. “We willen meedenken en daarom kunnen ze altijd bellen, wanneer het ook is. We zijn er voor elkaar, we
lossen op wat opgelost moet worden en hebben een luisterend oor als je wat kwijt wilt.”
Klein beginnen ,,AVIA Weghorst is er voor al haar klanten. Energietransitie is vooral een kwestie van rustig blijven en nadenken. Consumenten kiezen steeds vaker voor elektrisch, maar voor goederenvervoer is dat nog lang niet zo. Wij bieden als transitiepartner een energiemix waarmee onze klanten snel effectieve stappen kunnen zetten, passend bij hun eigen behoefte en de middelen die op dat moment beschikbaar zijn. Je kunt al verduurzamen zonder grote investeringen in je wagenpark te hoeven doen, enkel en alleen door te kiezen voor duurzamere brandstof zoals bijvoorbeeld HVO. Met HVO100 kan er al een Co2 reductie van 90% behaalt worden met het bestaande wagenpark. Wij merken dat er veel onduidelijkheid is en onzekerheid, nog los van de beschikbaarheid van betaalbare alternatieven in wegtransport. Die onzekerheid wordt versterkt door de situatie in Oekraine en het wachten op duidelijkheid van overheden. Zetten zij in op all electric, hoe gaat het met milieuzones, met binnensteden, wat gebeurt er in andere landen?
Welke rol gaat waterstof spelen? Met name bij bedrijven zie je een afwachtende houding en dat komt ook doordat kennis en capaciteit om er mee aan de slag te gaan vaak ontbreekt. Daar ligt een belangrijke rol voor ons als transitiepartner. We zijn thuis in mobiliteit en kennen het belang van het wegtransport, begrijpen waar klanten tegenaan lopen en hebben de kennis in huis. Samen met de klant bekijken we welke energiemix op maat bij de organisatie past, niet alleen voor de korte, maar ook voor de lange termijn.”
Jullie zijn met AVIA al een aantal jaren bezig met de omschakeling naar het mogelijk maken van elektrisch vervoer. Kun je dat eens toelichten?
Leonie Kamp: ,,We bieden producten en diensten die zijn gericht op het massaal kunnen omschakelen naar elektrisch laden. Publiek,
particulier en zakelijk. Van snelladen onderweg, een laadvoorziening voor thuis, een mobiele lader voor op de bouwplaats, onder de vlag van AVIA Volt bieden we het allemaal aan. We ontzorgen onze klanten in het gehele traject, van mogelijke vergunningaanvraag tot plaatsing en onderhoud. De AVIA Volt laders hebben een uniek design, zijn schaalbaar en voorzien van innovatieve elektronica, zoals dynamic charging. Met AVIA Volt zetten we de nieuwe standaard op het gebied van EV mobiliteit met moeiteloos laadgemak en complete dienstverlening. Naast onze eigen laaden tankstations hebben we nationaal en internationaal goede afspraken met partners. Daardoor kun je met je AVIA Card probleemloos laden bij 380.000 laadstations in Europa. Het voordeel van het netwerk waar we in werken is dat we voorin mobiliteitsontwikkelingen zitten, of het nu gaat om elektrisch rijden of om de mogelijkheden van waterstof.”
Samen maak je het mogelijk Jarno Bloemert: ,,Dat is de kracht naar onze klanten: we bieden oplossingen en maatwerk. Want de klant wil zich geen zorgen maken. Hij wil blijven rijden en wij voorzien hem vanuit een nuchtere blik met wat passend is voor hem of haar, we denken vanuit een total cost of ownership. We maken overstappen naar elektrisch mogelijk, in ieder detail. We zitten volop in die transitie, we weten wat er past en kan, van aansluiting op het net tot moeiteloos rijden door Europa.” Jeroen de Boer: ,,We zijn heel effectief in wat we doen en betrouwbaar in wat we beloven: afspraak is afspraak.”
Waar energietransitie ook toe leidt, AVIA Weghorst neemt er haar verantwoordelijkheid in. Leonie Kamp: ,,We dragen actief bij aan verbetering van klimaat en omgeving vanuit kennis en ervaring, met alle nieuwgierigheid en creativiteit die we in ons hebben. Samen maken we stappen in energietransitie mogelijk.”
www.aviaweghorst.nl
De hoogste toren van Fryslân is een centraal gelegen herkenningspunt. Vijf jaar geleden nam ViaData uit Heerenveen de eerste verdiepingen in gebruik als datacenter. De capaciteit wordt nu sterk uitgebreid. „Door de versnelde aanleg van Glasvezel van Delta in Fryslân stijgt de behoefte aan veilige cloud en serverruimte.”
garanderen en het geeft rust in je organisatie. En daar zijn de afgelopen paar jaar nog een paar zaken bij gekomen.”
„Het begint op steeds meer bedrijventerreinen en werkomgevingen te knellen in de energievoorziening. Meer mensen en bedrijven willen verduurzamen, rijden bijvoorbeeld met elektrische auto’s, maar lopen steeds vaker tegen ‘netcongestie’ aan. Als je ook nog je eigen datadiensten in eigen huis hebt, is dat nog veel vervelender. Verhuis je je ICT- infrastructuur en je datadiensten, dan bespaar je enorm in de energiebehoefte van je bedrijf en kun je de beschikbare energie anders inzetten, bijvoorbeeld voor het weer optimaal gebruiken van je laadpalen. Die netcongestie is een serieus probleem aan het worden op steeds meer plekken, dus steeds meer bedrijven en organisaties lopen er tegenaan.”
Kijk, daar zit onze cloud!
Negentien verdiepingen omvat het 118 meter iconische betonnen bouwwerk uit 1972, drie meter meer dan de Achmeatoren in Leeuwarden. De centraal in Fryslân gelegen toren is nog steeds relevant, want ze maakt deel uit van het Nederlandse noodnetwerk voor straalverbindingen voor communicatie, dat in geval van welke calamiteit dan ook, perfect moet functioneren om ons allemaal 24/7 te kunnen informeren. En dat heeft grote voordelen voor gebruikers van de toren. Als de stroomvoorziening uitvalt, schakelt de toren automatisch over naar haar noodvoorziening. In geval van alarmering, door wat dan ook, staan binnen een paar seconden de hulpdiensten letterlijk op de stoep. Geen wonder dat de toegangsverlening en het bewakingsprotocol voor zowel het afgesloten terrein als de toren van het hoogste niveau zijn.
Natuurlijke koeling (Free-air) en minder energieverbruik
Als je in die omgeving je kostbare en vitale bedrijfs- of overheidsdata onderbrengt, dan is de zaak extreem goed beveiligd. Dat ViaData vijf jaar geleden besloot deze zichtlocatie te gaan gebruiken als datacenter, lag voor de hand, blikt Robert Procee van ViaData terug. „Deze toren kunnen gebruiken als Tier 3- datacenter heeft grote voordelen, naast het feit dat de toren deel uitmaakt van de Nederlandse noodstroomvoorziening. Omdat we op hoogte zitten met onze vloeren, maken we gebruik van natuurlijke koeling via wind die er altijd is. Zelfs afgelopen zomer toen het gedurende een aantal weken extreem heet was, hebben we uiteindelijk niet meer dan 26 uur de airco’s aangehad. Constante temperatuur is van wezenlijk belang en
als je die koeling via een hoofdzakelijk natuurlijk proces kunt doen, bespaart dat veel geld voor de klant. Wij gebruiken 100 procent groene energie en besparen 40 procent op de normaal benodigde energie van datacenters.”
De classificatie Tier 3 van het datacenter heeft te maken met de zekerheid naar de klant, die daardoor weet dat vervanging en onderhoud aan apparatuur zonder uitval kan plaatsvinden. En hoewel ‘Spannenburg’ vooral een hoge indrukwekkende betonnen kolos is waar je nergens een state-of-art datacenter vermoedt, is het binnen adembenemend modern „Groter kan het contrast niet zijn”, vertelt Robert Procée verwijzend naar een paar PTT- museumstukken die staan opgesteld in de glazen reportagering. „Die apparatuur was toen het summum van telecommunicatie en je ziet hoe het nu is.” ViaData nam vijf jaar geleden de eerste twee verdiepingen in gebruik, de afgelopen maanden is fors geïnvesteerd in uitbreiding van de server- en cloudruimte op een volgende verdieping.
De afgelopen jaren is de vraag naar dataruimte in de cloud en naar serverruimte explosief gestegen, legt accountmanager Yannick Hoogeveen van ViaData uit. „Corona heeft een vlucht betekent in het op afstand kunnen werken. Het is snel gegaan en we zijn er snel aan gewend, maar het betekende wel een toename van de behoefte aan goede, snelle en veilige internetverbindingen. Daarnaast zag je al steeds vaker bedrijven uitwijken naar externe datacenters, in plaats van zelf weer te investeren in nieuwe datainfrastructuur in eigen huis. Het is goedkoper om elders je data onder te brengen, de veiligheid is te
„Wat enorm scheelt is dat Delta op dit moment grootschalig investeert in de aanleg en aansluiting op huisnummerniveau van een supersnel en stabiel internetnetwerk, vooral in het landelijk gebied, in dorpen, maar ook op bedrijventerreinen. Daardoor is er een extra reden bijgekomen om juist nu met een gerust hart je diensten extern onder te brengen: de kwaliteit van de internetverbindingen in heel Fryslân neemt heel snel toe. Samen met Delta heeft ViaData dan ook een propositie neergezet, waarbij het applicatielandschap volledig geoutsourced kan worden. Stretch je netwerk alsof de servers nog op locatie staan. Door deze oplossing kunnen we iedere legacy applicatie ook ontsluiten, wat voorheen een bottleneck was om niet volledig naar de Cloud te gaan. Er is feitelijk dan geen argument meer om je af te vragen of het elders onderbrengen wel zo slim is. Meer dan ooit is dat moment gekomen en wij hebben op die verwachte toename geïnvesteerd met de uitbreiding van dataruimte in de ViaData Toren, waar we nu alle kabelaanbieders tot op alle verdiepingen van de hele toren hebben, KPN, Ziggo en Delta. Een ideale situatie: een hypermodern datacenter in een extreem beveiligde omgeving met een volstrekt zekere energietoevoer. Door de hoogte van ons datacenter hebben we minder energie nodig om te koelen en de energie die wij gebruiken is groen.”
En als de vraag zo extreem blijft, is er dan nog ruimte genoeg? „Ja, maak je daarover geen zorgen. Voordat we alleen al deze verdieping vol hebben, zijn we een hele tijd verder en dan nog hebben we een aantal verdiepingen te gaan, die staan nu nog leeg”, vult Robert Procée geruststellend aan. „We zijn er klaar voor. En wat voor onze klanten leuk blijft, is dat ze hier altijd in de toren terechtkunnen, even lekker in alle rust werken als je wilt en genieten van het uitzicht en afwisselende weersomstandigheden. En hoe mooi is het dat je gewoon vanuit je kantoor kilometers verderop in Fryslân jouw eigen cloud kunt aanwijzen?”
www.viadata.nl
Dat je van organisch afval gas kunt maken, is bekend. U heeft vast wel eens gehoord van boeren die hun mest vergisten en op die wijze gas produceren. Aan organisch afval is geen gebrek in Nederland. Denk maar eens aan de misoogsten door de te droge zomers. Of, denk aan het snijafval van de groentes voordat ze in de winkel komen.
„Je kunt met het gas dat vrijkomt bij vergisting van organisch afval elektriciteit opwekken, maar het is nog niet geschikt voor de cv-ketel”, zegt Theo Zuijdwijk, CEO van DMT ET. „Ons bedrijf ontwerpt en levert installaties die die laatste stap naar universeel bruikbaar groengas wel mogelijk maakt.”
Green Deal
Theo is tijdens zijn carrière in veel gebieden van de wereld geweest en heeft voor de grotere bekende bedrijven gewerkt. „Bij een aantal van die bedrijven kun je ethische vragen stellen”, zegt Theo, „maar ik ben gaan inzien dat er een verandering in ons denken moet komen. Als je de aarde leefbaar wilt houden voor onze en toekomstige generaties, moet het roer om. Gelukkig is de energietransitie ingezet. Ik ben bevoorrecht dat ik met dit werk en met dit bedrijf, dat 1 oktober al 35 jaar bestaat, een positieve bijdrage mag leveren aan die omwenteling.”
Bijna elk land ter wereld heeft verduurzaming en energietransitie op de politieke agenda gezet. In het klimaatakkoord en de Europese Green Deal zijn die ambities vastgelegd zoals bijvoorbeeld de reductie van CO2. „Door de waarde die inmiddels wordt toegekend aan groengas is de afhankelijkheid van subsidies bij het realiseren van projecten sterk afgenomen. Een investering in onze installaties is goed voor het milieu en snel terugverdiend.”
Meerwaarde van afval
„We hebben, logischerwijs, veel agrariërs en verwerkende industrieën in onze klantenkring. Ook waterschappen hebben organisch afval. Denk aan riool- en slibresten. Zij gaan zeer zorgvuldig om met dit materiaal. Zomaar weggooien is taboe. Bij het waterschap in Echten Drenthe, bijvoorbeeld, is DMT betrokken bij het ontwikkelen van een installatie om ook daar groengas te gaan produceren.”
Nu, met de oorlog in Oekraïne en de stijgende gasprijzen is er nog een extra impuls om over te stappen op een mix van allerlei duurzame energiebronnen. Europa moet minder afhankelijk worden van derden. „Op dit moment voorziet groengas in bijna 2% van de totale gasvoorziening van Europa. In 2050 moet dat 20% zijn. Een ambitie die realistisch is. Wij ontwerpen en leveren, in samenwerking met een aantal vaste partners, de groengasinstallaties en verzorgen de ingebruikstelling en onderhoudsservice. Dit niet alleen in Nederland en Europa, maar over de hele wereld. Wij werken daar dagelijks hard aan met onze teams bestaande uit 60 medewerkers in Joure en 20 in de Verenigde Staten.”
„In de omgeving van Joure zijn we niet zo bekend, denk ik, maar wie in deze technologie geïnteresseerd is, komt ons tegen. Wij zien dat mensen uit de hele wereld bij ons komen voor een stage- of permanente werkplek. Techniek, innovatie en duurzaamheid trekt hen aan, maar er is meer. Wie hier werkt, kan en mag proactief aan de slag en zelfstandig zijn carrière uitstippelen. Bellen voor je gebeld wordt, zeg maar. Klantgericht aan oplossingen werken, niet alleen qua techniek, staat centraal. We werken nauw samen met onze klanten in de voorbereidende fase; veel afwisseling en dynamiek dus. Daarnaast zijn er genoeg mogelijkheden voor persoonlijke ontwikkeling. We zijn onderdeel van Broadview Energy Solutions B.V. en ook dat biedt verdere mogelijkheden. Tel daar nog de buitenlandse reizen bij op en de prettige woonomgeving van Joure en je begrijpt dat DMT een aantrekkelijke werkgever is.”
www.dmt-et.com
‘Een investering in onze installaties is goed voor het milieu en snel terugverdiend’Theo Zuijdwijk
Dat de economie er momenteel niet rooskleurig voorstaat, behoeft geen nadere uitleg. Met name de energie intensieve bedrijven hebben het zwaar en dat is zorgelijk, vindt ook Hennie van Braak van Van Braak Accountants. „En dan hebben we het nog niet eens over de lastenverzwaringen waarmee het bedrijfsleven volgend jaar wordt geconfronteerd”, legt hij uit. Van Braak adviseert ondernemers daarom om nu maatregelen te nemen, die de pijn zoveel mogelijk kunnen verzachten.
Hij komt in de praktijk schrijnende gevallen tegen. „Zo kocht een transportbedrijf vorig jaar nieuwe vrachtwagens die op LNG rijden. Dat was immers de toekomst, maar LNG is momenteel hartstikke duur en daarvoor betaalt hij nu de prijs. Dat was niet te voorzien natuurlijk.”
Om tegenvallers zo goed mogelijk op te kunnen vangen, blijft het volgens Van Braak van belang om de structuur van het bedrijf goed neer te zetten. „Om op dat transportbedrijf terug te komen. Als de werkmaatschappij waarin geen waardevolle activa zitten failliet zou gaan, is het relatief gemakkelijk om met een andere BV een doorstart te maken. Echter, dat moet je dan wel goed regelen. Of het onwetendheid is of onverschilligheid, durf ik niet te zeggen, maar te vaak zien wij dat ondernemers nog leven in de waan van de dag. Zeker in deze tijd is het verstandig je bedrijf te herstructureren, zodat je tegenvallers zo goed mogelijk kunt opvangen.”
uit vermogen zal verhoogd worden.” Ook de vennootschapsbelasting gaat omhoog. „Om daar vroegtijdig op in te spelen, is het van belang om nu je ondernemersvorm aan te passen.” Op dit moment is de vennootschapsbelasting over de eerste 400.000 euro winst nog 15 procent, dus 60.000 euro. Dat wordt volgend jaar over de eerste 200.000 euro 19 procent en daarboven 25 procent. Van Braak:” Laat je de situatie zoals die nu is, dan ga je straks over die 400.000 euro 88.000 euro belasting betalen. Zorg je nu dat je die 4 ton onderbrengt in 2 BV’s, die elk 200.000 winst maken, dan betaal je 76.000 euro, dat scheelt toch 12.000 euro.”
afspraak maken dat hij of zij voor iedere kilometer die er minder gereden wordt een extra beloning krijgt. Dat kost je als werkgever niets, maar het levert de werknemer wel iets extra’s op. Het zijn allemaal van die kleinigheidjes, die uiteindelijk wel doortikken.”
„Ook kun je medewerkers meer uren laten werken tegen een overwerktarief van 150 procent”, gaat Van Braak verder. „Zeker nu er personeelskrapte is, snijdt het mes aan twee kanten. Overigens verwacht ik dat we over pakweg een half jaar niet meer te maken hebben met personeelskrapte. Veel bedrijven zullen in de komende tijd noodgedwongen hun deuren moeten sluiten. En dan moet ik er niet aan denken dat ook de rente nog verder gaat stijgen, want dan komen niet alleen de energie intensieve bedrijven in de problemen, maar ook allerlei andere bedrijven.
Belasting
Zoals aangegeven gaan de tarieven voor ondernemers het komende jaar fors omhoog. Van Braak:„ De belasting op dividend en inkomsten
In gesprek gaan
Dit zijn maar enkele voorbeelden van de veranderingen die er aan zitten te komen in 2023. Van Braak adviseert ondernemers in gesprek te gaan met hun accountant om zodoende goed in te spelen op de ontwikkelingen. „Wat je ook gaat zien, en wat nu al gebeurt, is dat de medewerker meer salaris wil. Daar kun je ook op verschillende manieren op reageren. Bijvoorbeeld bij iemand die een auto van de zaak heeft en jaarlijks 20.000 kilometer mag rijden. Daarmee kun je een
Ja, er komen pittige tijden aan, dat is zeker. Als accountant kunnen wij ons juist nu onderscheiden, door ondernemers te helpen om hun problemen zo goed mogelijk op te lossen. Dat zal in de komende tijd meer dan eens nodig zijn.”
www.vanbraakaccountants.nl
‘Te vaak zien wij dat ondernemers nog leven in de waan van de dag’
‘Als accountant kunnen wij ons juist nu onderscheiden’
„Wij richten ons op de dringende opgaves van deze tijd”, zegt Marthijs Roorda, algemeen directeur van GreenInclusive. „We willen de transitie naar een meer biobased (bouw) economie versnellen en tegelijkertijd praktische oplossingen bieden die bijdragen aan klimaatopgave en de stikstof reductieopgave die enorm veel impact heeft op de agrarische sector.”
Groen, dichtbij en beter „Je ziet nu producten van over de hele wereld van hot naar her gaan. Buiten de CO2-uitstoot om zien we met de urgente problemen ook dat het veel beter zou zijn om meer en meer zelfvoorzienend te zijn. Het Nationaal grondstoffenakkoord uit 2017, dat pleit voor meer gebruik van (eigen) natuurlijke grondstoffen en het meer toepassen van biobased producten, heeft daartoe een uitstekende aanzet gegeven.”
Het streven van GreenInclusive is om (lokaal) waardeketens te creëren en te implementeren.
Juist omdat hierdoor veel impact kan worden gemaakt. In economische zin maar ook op sociaal maatschappelijk vlak. „Natuurlijk wil je dan volledig recyclebare producten maken die CO2 opnemen in plaats van uitstoten. Natuurlijk wil je de grondstoffen regionaal produceren en verwaarden om daarmee de lokale economie stimuleren. Natuurlijk wil je agrariërs een milieuvriendelijk perspectief geven voor het genereren van inkomsten. Iets willen is één ding, maar hoe zet je het om in daden?”
„Ons antwoord ligt in de vezelhennepketen. We maken er in samenwerking met partner Hempflax uit Oude Pekela hoogwaardige isolatiematerialen van. Het mes snijdt aan twee kanten. De hennep neemt CO2 op en vervangt traditionele, vervuilende isolatiematerialen. Bovendien zorgt het natuurlijke isolatiemateriaal voor een aangenamer leefklimaat in woningen.”
„De hennep die GreenInclusive in samenwerking met de Friese agrarische sector produceert is overigens geschikt voor allerlei soorten van
hoogwaardige producten zoals dashboards in auto’s, als vervanging van beton, als kleding (sterker dan katoen), en plaatmaterialen voor de bouw”, zegt Marthijs.
‘We moeten naar kortere en eerlijke waardeketens in de regio om onze economie socialer, duurzamer en bestendiger te maken.’
Zekerheid voor agrariërs
„GreenInclusive biedt agrariërs zekerheid van inkomsten en, belangrijk, we vragen ze niet om te investeren. Die investeringen, dat doen wij. We vragen de agrariër om samen met ons natuurlijke grondstoffen te produceren op (een deel van) hun percelen waarop de hennep geteeld kan worden. Wij willen de marge van de boer niet laten afhangen van ons succes; wel van de oogstopbrengst. Met de teelt van hennep werkt de boer ook actief mee aan terugdringen van CO2 en heeft hij met vezelhennep een bodemherstellend plantje op zijn landbouwgrond dat, ook wel belangrijk bij de tegenwoordige zomers, weinig water nodig heeft. Hennepteelt is goed voor zijn land, goed voor de omgeving en goed voor een spreiding van inkomsten.”
„Samen met Stichting Nationale Koolstofmarkt hebben we een keten-methodiek ontwikkeld waarmee we aantonen dat we CO2 vastleggen in onze producten. We zijn hierdoor in staat om
CO2-certificaten op de markt te brengen. Deze vertegenwoordigen een waarde en genereren inkomsten die GreenInclusive terug laat vloeien naar de ketenpartners, waardoor ook de boeren meeprofiteren.
„Om onze waardeketen te sluiten willen we ook de productie van natuurlijke isolatiematerialen in Friesland vorm gaan geven. We moeten naar kortere en eerlijke waardeketens in de regio om onze economie socialer, duurzamer en bestendiger te maken.”
Alleen als je duurzaam bent
„Het bedrijf dat niet met zorg omgaat met zijn omgeving, met zijn regio, met de natuur, zal uiteindelijk moeten verdwijnen. Zo simpel ligt het. En de dag komt dichterbij dat overheden, belangenorganisaties en consumenten zullen zeggen: ‘Jij mag die klus doen, maar dan wel met duurzaam materiaal’. Dan is het de vraag: ben je daar als bedrijf wel klaar voor? Heb je de kennis en toegang tot duurzame (bouw)materialen of heb je te lang vertrouwd op het verleden?”
„Die mentaliteitsverandering zie ik meer en meer komen. Ik ben ervan overtuigd dat wij, als samenleving het wel kunnen. Bedrijven, overheid en maatschappelijke organisaties moeten de handen ineenslaan. Het is allemaal niet zo heel moeilijk. En Elke duurzame stap vooruit zet je nooit meer achteruit”, zegt Marthijs. greeninclusive.nl
„Wij werken voor en met mensen”, zegt Henk Graafstra, directeur van Ausma Vorkheftrucks. „Ons product staat den dienste van de mensen. Het gaat ons er niet alleen om dat we een heftruck verkopen, maar ook dat we op logistiek gebied, met ons product, de juiste oplossing bieden. Daarom wordt er eigenlijk nooit een vorkheftruck per telefoon verkocht. We komen langs, kijken wat er gevraagd wordt van de heftruck, de duur van de shift, en waar dat moet gebeuren. Zo kunnen we het meest optimale advies geven.” Martin Buitenga en Quinten Groenewold, de vertegenwoordigers, vullen aan: „Uiteindelijk wil de klant niet dat ene model, maar de beste heftruck voor zijn of haar specifieke werksituatie.”
geval is dat de bekende loodzuur batterij een aantal beperkingen heeft. Zo’n batterij is niet geheel onderhoudsvrij maar aan de andere kant wel goed recyclebaar. De moderne lithium-ion is wel onderhoudsvrij en tussendoor oplaadbaar. Alleen de prijs is een stuk hoger en ze zijn moeilijk recyclebaar. We leveren nu een totaal nieuw type batterij pakket, die de voordelen heeft van de lithium-ion, maar met een veel aantrekkelijker prijskaartje. Tevens is deze recyclebaar, onderhoudsvrij en ook elk moment op te laden zonder capaciteitsverlies.”
„We zien ons als een soort partner van de bedrijven. Hoe beter wij ons werk doen, hoe beter zij hun werk kunnen doen. Die mentaliteit is in ons hele bedrijf terug te vinden. We hebben een platte organisatie waarin iedereen zich verantwoordelijk voelt en dat niet alleen voor zijn eigen stukje. Je kan als vertegenwoordiger zo maar aan je mouw getrokken worden door een monteur: ‘De vorige keer leverde je de heftruck bij die klant met veiligheidsverlichting. Is dat nu niet de bedoeling?’ Zie, we doen het samen en mede daardoor is het hier niet alleen fijn werken, maar presteer je ook beter.”
Stilstaan kost geld
Ausma is importeur van Doosan vorkheftrucks. Iedereen die regelmatig op de weg zit, heeft de oranje kleur van Doosan wel eens gezien. Dit Koreaanse merk levert al sinds jaar en dag betrouwbaar materieel voor wegwerkzaamheden. Ook voor de logistieke vloot is Doosan een graag geziene gast. „Doosan denkt niet alleen aan het budget van de klant, maar ook aan het werkplezier van de chauffeur. Je ziet dat terug in het bedieningsgemak en de veiligheidsvoorzieningen. De cabine is zo ingericht dat de chauffeur altijd goed zicht heeft en belangrijke handelingen kan uitvoeren zonder afgeleid te worden.”
„De juiste heftruck voor een bedrijf is ook een heftruck van goede kwaliteit. Een heftruck die een uurtje stilstaat, kan een enorme kostenpost zijn. Is er toch een storing, dan zijn wij snel ter plekke. We hebben veel op voorraad, een mooie ruime en modern ingerichte werkplaats en dito
servicebussen. Het stopt niet bij de verkoop van een heftruck, dan begint het pas. Met een uitstekende service maak je het verschil.”
Geen loodzuur, geen lithium-ion „Als klanten vragen stellen over de batterij, bijvoorbeeld, ga je zoeken naar oplossingen. Het
Occasions, verhuur en lease
Bij Ausma kun je een heftruck kopen, leasen of huren. Wie een occasion wil, is ook aan het goede adres bij Ausma. In de showroom staan een groot aantal heftrucks die nauwelijks van nieuw zijn te onderscheiden. „We hebben een eigen spuitcabine en knappen een tweedehands heftruck helemaal op. Als we zo’n nette klaargemaakte heftruck afleveren aan de klant en we zien de blijde gezichten, dan geeft dat ons ook weer energie. Indien de klant de heftruck in zijn eigen bedrijfskleuren wil, eventueel met logo, dan kan dat bij Ausma Vorkheftrucks in eigen beheer geregeld worden”, zegt Henk Graafstra. ausma-vorkheftrucks.nl
‘Uiteindelijk wil de klant niet dat ene model, maar de beste heftruck voor zijn specifieke werksituatie’Martin Buitenga, Henk Graafstra en Quinten Groenewold
JohannesisvrachtwagenchauffeurbijBoonstraTransport. Hijrijdtzo’n200.000kmperjaar,hoofdzakelijk’snachts.
Hijleeftvoorveiligheid.In2018werdhijwinnaarvanhet eersteNKVeiligsteChauffeur.Johannesneemtonderweg geenonnodigerisico’sengaataltijdvoorbereiddeweg op.Wantalsgeenanderweethijdateenongelukuit onverwachtehoekkankomen.
Bekijkzijnverhaaloptvm.nl/passievoortransport