Leeuwarder Courant NoordZ, Agri & Food, april 2024

Page 1

GEBAK IS LOGISCH IN HET ZIEKENHUIS’ SASCHA BOUWKNEGT PAGINA 10 D ONDERDAG25APRIL2024
‘GEZOND
‘Meegaan

in veranderingen betekent jezelf ontwikkelen’

Mensen in ontwikkeling brengen, zodat ze verder kunnen groeien in hun vakgebied, als professional en als persoon. Daar gaat het om bij een Leven Lang Ontwikkelen. Aeres, de groene kennisinstelling waar onderwijs, onderzoek en ondernemen samenkomen, biedt een rijk aanbod aan cursussen, trainingen en opleidingen, waarmee professionals hun skills verder kunnen ontwikkelen.

Aeres richt zich op de sectoren agro, dier, food, groen&bloem en techniek. Daarnaast heeft Aeres aanbod op het gebied van ontwikkeling&ondernemen. Dit doet Aeres in nauwe samenwerking met branches en ondernemers. Immers, zij weten als geen ander welke veranderingen er op hen af komen en hoe ze daar op moeten anticiperen.

Aeres biedt van oudsher opleidingen op alle niveaus aan; van praktijkonderwijs tot vmbo en van mbo tot hbo. In heel Nederland daalt het aantal leerlingen, zo blijkt uit cijfers en dat is bij Aeres niet anders. „Echter, het werk blijft en verandert ook nog eens”, zegt Arry Verhage, projectleider wendbaar vakmanschap. „Dat betekent dat we werk anders moeten organiseren en dat de huidige werknemers zich verder moeten ontwikkelen. Ga je namelijk niet mee in deze veranderingen, dan is je rol vroeg of laat uitgespeeld. We zijn continu in gesprek met ondernemers hoe ze daarop kunnen anticiperen en hun medewerkers daarin mee kunnen nemen.”

Wendbaar vakmanschap Wijnand Verschuur (onderwijsadviseur) heeft directe lijnen met het werkveld en onderzoekt, samen met werkgevers, hoe werkenden het beste kunnen worden opgeleid of zich verder kunnen ontwikkelen. „Of het besef bij alle werkgevers inmiddels voldoende is geland dat de toekomst er heel anders uitziet, is de vraag. Dat is per bedrijf en per doelgroep anders. Duidelijk is dat veel werk complexer wordt en dat je daarin mensen moet meenemen. Wij noemen dat wendbaar vakmanschap. De vraag is hoe jij als werknemer waardevol kunt blijven voor het bedrijf of de sector waar je werkt, maar ook voor je omgeving. Wij gaan dat gesprek graag aan en komen met maatwerk oplossingen.”

„Sturing en ondersteuning van directie en/of management is belangrijk”, gaat Bart Loman, teamleider Aeres Trainings Centre, verder. „Wij kunnen daar een rol in spelen. Want, wat we in ons reguliere onderwijs doen: investeren in mensen zodat ze bijblijven, kun je doortrekken naar het volwassenenonderwijs. Op verzoek kunnen we na-, bij- of omscholing in de betreffende bedrijven verzorgen.”

Vraag gestuurd

Daarnaast biedt Aeres een ruim aanbod aan cursussen, trainingen en opleidingen voor volwassenen. Bart:„ In de afgelopen jaren hebben we dit aanbod zoveel mogelijk vraag gestuurd gemaakt, waarvoor we heel veel kennis en informatie uit de diverse werkvelden hebben gehaald.”

Ook voor zij-instromers biedt Aeres de juiste oplossing. Wijnand: „Veel mensen hebben bijvoorbeeld ooit voor een kantoorbaan gekozen, maar zijn klaar met het werken in een gebouw. Juist omdat we in een wereld van transitie leven, kunnen ze nu alle kanten op, zeker wanneer ze meer met hun handen willen werken. Wij zien het aantal zij-instromers op onze opleidingen de laatste jaren fors toenemen, je kunt wat dat betreft spreken van een trendbreuk.”

„Zo leiden we momenteel een grote groep mensen op tot boomverzorger”, gaat Arry verder. „En zit de opleiding tot imker vol. Het zijn maar een paar voorbeelden van een ontwikkeling die gaande is. Daar spelen wij als kennisinstelling op in. En inderdaad, we gaan daarin van aanbod gestuurd naar vraag gestuurd, waarbij de input van ondernemers een belangrijke rol speelt.”

Groene veranderaars

En zo leidt Aeres ‘groene veranderaars’ voor de toekomst op. Arry: „In de groene veranderaar zitten twee woorden. Groen, waarbij we een maatschappelijke ontwikkeling richting groen zien, het moet groener en duurzamer. Het tweede woord is verandering. En verandering betekent ook onzekerheid, maar desondanks toch stapjes durven maken. Wat we bij Aeres doen is mensen het zelfvertrouwen geven om die stapjes te zetten. Je doet het niet in je eentje, maar met elkaar. Binnen je bedrijf of organisatie, maar ook in het onderwijs. Dus, initiatief nemen, samenwerken, onderzoeken, kennis inwinnen. Als docent en trainer begeleiden we de mensen in dit proces.”

„Bij een groene transitie weet je niet op voorhand wat de juiste koers is, dat moet je ontdekken”, voegt Wijnand toe. „Daarom zetten wij in op samen leren ontdekken, met kleine stapjes en dan zie je op termijn vooruitgang en kunnen processen in gang worden gezet.”

Ook dat is een wezenlijk onderdeel van een Leven Lang Ontwikkelen. „Een proces waarin het halen van diploma’s wellicht ondergeschikt wordt aan het je eigen maken of bezitten van bepaalde competenties”, besluit Bart. „Nu al zien we dat bepaalde bedrijven mensen aannemen die niet over de juiste diploma’s beschikken, maar wel over competenties beschikken waarmee ze het werk onder de knie kunnen krijgen. Dat is een gevolg van de tekorten op de arbeidsmarkt. Daarom biedt Aeres vraaggerichte cursussen, trainingen en opleidingen aan, in afstemming met de klant. Daarmee bieden we de toegevoegde waarde waar de BV Nederland naar op zoek is.” www.llo.aeres.nl

ADVERTENTIE
Arry Verhage, Bart Loman en Wijnand Verschuur

VOORWOORD

ETEN, SNACKEN, SNOEPEN: ÁLLES MOET, KAN EN GAAT GEZONDER

Het moet gezonder. Álles: ons eten, drinken, zelfs wat we snacken en snoepen krijgt steeds meer gezonde varianten. Niet gek dat ze zich daar in het ziekenhuis erg mee bezighouden. Een goede uitslag vieren met een vet saucijzenbroodje of een slagroomgebakje kan in elk geval in het Martini Ziekenhuis in Groningen niet meer. Bezoekers en medewerkers krijgen Bewust Gebak voorgeschoteld. Gevulde koeken, cheesecake, chocoladetaart en appelgebak, maar dan zonder suiker, veel minder koolhydraten en amper verzadigd vet. Wat er wel in zit? Eiwitten, vezels, mineralen en magnesium.

Met behulp van bakkerij Fleddérus in Hooghalen ging Sascha Bouwknegt een jaar geleden aan de slag om het gezonde gebak te maken. Want dat is meer dan alleen de suiker eruit laten en zoetstoffen erin stoppen. ,,Deeg wordt anders met andere ingrediënten. Andere structuur, andere smaak. Dat is een behoorlijke zoektocht’’, ontdekte Sascha.

Bij Bakery Sweets Center, een samenwerkingsverband in Noord-Nederland waarvan ondernemers uit de bakkerij- en zoetwarenbranche, onderwijs en de overheid deel uitmaken, doen ze niet anders: minder suiker, minder zout, minder vet en toch nog lekker.

Wat ze dan bedenken? Chocolademelk maken van oud brood bijvoorbeeld. ,,Dat is duurzaam, circulair, gezonder en ook nog eens hartstikke lekker’’, stelt Hilco Wagenaar over een van de projecten.

Mooie initiatieven, maar toch gaat de voedseltransitie niet snel genoeg, constateert Peter de Jong. Hij is lector Duurzame Zuivel en Voedselverwerking aan hogeschool Van Hall Larenstein in Leeuwarden en programmadirecteur van het onderzoeksprogramma Fascinating in Groningen. Dat het niet snel genoeg gaat komt volgens De Jong door de smaak, te hoge prijzen en at vlees- en melkvervangers minder goed zijn voor de gezondheid. Zijn ersnellingsoplossing is hybride kaas en yoghurt op de markt brengen. ,,Kaas an alleen plantaardige producten is niet lekker te krijen. De combinatie van zuivel en plantaardig biedt e snelste en gemakkelijkste route in de voedsel-

I NHOUD

4

Wat staat er straks op de duurzame menukaart? Hybride kaas, yoghurt en melk. En dat helpt bij het versnellen van de voedseltransitie

8

Oud brood wordt een suikervervanger

Bakery Sweets Center buigt zich over de vraag: minder suiker, zout en vet én smullen, gaat dat wel samen?

10

Gezond gebak

Dat is meer dan suiker eruit en zoetstof erin

14

Eiwitrijke ijsjes helpen patiënten er in het ziekenhuis weer bovenop Is makkelijker eten voor mensen met kauw- en slikproblemen

17

Weinig dingen waren vroeger beter, behalve de ideeën

Column Ronald Mulder

18

Hele slagersfamilie groeit mee met Harrie In Groningen wordt anders gegeten dan in Friesland of Drenthe

21

Agrifood voorbij de houdbaarheidsdatum

Column Eelko Huizingh

22

DrHealty maakt iedereen beter Einde maken aan repareren zonder iets aan de oorzaak te doen

24

‘Menselijke AI’ in het Fries, Balto gaat levens redden en bijzondere overnachtingen via Vipio Drie afleveringen van Start me up

Noordz ruimte voor nline slagerij Harries Vlees in Scheemda. en familiebedrijf dat vlees levert zonder -nummers of andere toevoegingen. Inmidels gaan wekelijks meer dan duizend zeningen de deur uit. En de laatste ontwikkeing? Een fysieke winkel in Hoogeveen, in het and waar ooit de slagerij van Harries opa was

erder natuurlijk onze vaste columnisen, kennismaken met drie start-ups n DrHealthy, die iedereen beter

eel leesplezier,

AN ROZENDAAL

C OLOFON

Noordz is een bijlage van Mediahuis Noord

Samenstelling Jan Rozendaal

Eindredactie Marja Boonstra, Gerda Douma, Roel Snijder, Theo Zandstra, Janna Zuiderveld

Vormgeving Alie Veenhuizen

E-mail bijlagen@mediahuisnoord.nl

Advertenties/branded content Multiplus Media, Drachten

T: 06 44 91 12 63

E: s.osinga@multiplusmedia.nl

Volg Noordz ook online op het blog: www.noordz.nl

LEEUWARDER COURANT DONDERDAG25APRIL2024 3

De voedseltransitie naar plantaardig gaat minder snel dan verwacht. We willen graag lekkere, betaalbare en gezonde voeding, maar daarbij de duurzaamheid niet uit het oog verliezen. Dit is de spagaat waarin de voedseltransitie zich bevindt.

We staan nog maar aan het begin van de voedseltransitie, zegt Peter de Jong, lector Duurzame Zuivel en Voedselverwerking aan hogeschool Van Hall Larenstein in Leeuwarden, tevens programmadirecteur van het onderzoeksprogramma Fascinating in Groningen.

De zoektocht naar betere, gezonde alternatieven voor onze huidige voeding is een lange. Toch ziet De Jong mogelijkheden om de komende vijf tot tien jaar de voedseltransitie in een stroomversnelling te krijgen. Maar hoe?

SMAAK EN HOGE PRIJZEN

Waarom gaat de voedseltransitie minder snel dan verwacht? Hoewel plantaardige melkvervangers een redelijk, maar nog altijd klein aandeel van 4 tot 5 procent van de markt hebben weten te veroveren, stagneert de vraag naar vleesvervangers. Volgens De Jong heeft dit mede te maken met de smaak en te hoge prijzen.

Bovendien blijkt dat de vlees- en melkvervangers minder goed zijn voor de gezondheid. Ze bevatten minder nutriënten, zoals mineralen en eiwitten. Ook worden plantaardige eiwitten minder goed opgenomen in het lichaam dan dierlijke eiwitten, zoals die uit koemelk.

ANDERE EETGEWOONTES

Hoe kunnen we de voedseltransitie verder helpen? De Jong vindt dat de oplossing niet moet worden gezocht in melk- en vleesvervangers, maar in andere eetgewoontes. Op de korte termijn kan dit worden bereikt doordat de voedingsindustrie duurzame, smaakvolle en betaalbare hybride alternatieven op de markt weet te brengen, zoals hybride kaas, yoghurt en melk.

,,Wat zijn de consumenten gewend en hoe goed zijn we in staat om smaakvolle en betaalbare alternatieven te maken? Zo is bijvoorbeeld kaas van alleen plantaardige producten niet lekker te krijgen. De combinatie zuivel én plantaardig biedt de snelste en gemakkelijkste route in de voedseltransitie.”

Het voordeel van koemelk is dat het tot vijf keer meer nutriënten bevat dan de plant-

aardige alternatieven. En dierlijke eiwitten worden bovendien sneller en beter opgenomen in het menselijke lichaam. ,,En wij in Nederland zijn heel goed in het produceren van melk en daar moeten we ook gewoon mee doorgaan. Je zou als overheid de zuivelsector juist moeten stimuleren in plaats van verboden op te leggen. Je moet daar produceren waar het goed kan”, benadrukt De Jong.

Nadeel is dat koeien veel van het broeikasgas methaan uitstoten; 1 kilo methaan staat gelijk aan 28 kilo kooldioxide. Beide zijn broeikasgassen die het klimaat doen opwarmen. Verduurzaming van de zuivelsector is daarom nodig en daar wordt op het moment al druk aan gewerkt.

Het is daarbij niet correct om alleen naar de CO2-uitstoot van kilo’s koemelk te kijken, zo nuanceert De Jong. In koemelk zitten heel veel voedingstoffen. ,,Deze nutriënten zijn vooral belangrijk. Het is de eerste func-

tie van voedsel om het lichaam goed te onderhouden. Koemelk is daarvoor zeer geschikt.”

KOEMELK DUURZAMER PRODUCEREN?

WAT KOMT ER OP DE DUURZAME MENUKAART? HYBRIDE KAAS, YOGHURT EN MELK

Hoe kun je koemelk duurzamer produceren? ,,Het is daarbij belangrijk om vooral naar de boer en zijn boerderij te kijken, want 80 procent van de uitstoot vindt plaats op de boerderij bij het produceren van melk en vlees.”

Er worden nu al belangrijke stappen gezet om met name de methaanuitstoot van koeien te verminderen, aldus De Jong. ,,Denk aan voedingsadditieven waardoor het metabolisme oftewel de vertering in de koe zo wordt aangepast dat de methaanuitstoot vermindert met tientallen procenten. Er valt hier een winst te behalen van zo’n 20 tot 30 procent.”

Verder wordt er gekeken naar het effect van kruidenrijk grasland op de methaanproductie. ,,Momenteel vindt bij Van Hall Larenstein onderzoek plaats naar het effect van bepaalde kruiden op de methaanuitstoot. Ook hier blijkt substantiële methaanreductie op te treden.”

De Jong ziet een grote rol weggelegd voor de coöperaties. ,,De zuivelketen is grotendeels georganiseerd via coöperaties. Zij kunnen en moeten regie nemen. Verder is belangrijk dat iedere speler in de keten geld kan blijven verdienen. Hier spelen supermarkten ook een rol. De overheid zou kunnen helpen door duurzaamheidsmaatregelen te belonen. Dit alles zou binnen vijf jaar kunnen worden geregeld. Ons leven ziet er niet veel anders uit, maar ik hoop dat de acceptie en het realisme richting de zuivelketen is vergroot.”

Ondertussen moet het onderzoek naar goede plantaardige alternatieven doorgaan, benadrukt De Jong. Welke gewassen dragen het beste bij aan de gezondheid, welke plantaardige eiwitten worden het beste opgenomen? Hoe kunnen we de waarde van plantaardige gewassen vergroten, zoals dat de afgelopen honderd jaar bij melk- en zuivelproducten al is gebeurd?

LANDBOUW VAN DE TOEKOMST Het onderzoeksprogramma Fascinating,

4 LEEUWARDER COURANT DONDERDAG25APRIL2024
TEKST YKE BREMER ILLUSTRATIE GERCO VAN BEEK FOTO MARCHJE ANDRINGA >> LEEUWARDER COURANT DONDERDAG25APRIL2024 5
‘We

bouwen steeds efficiëntere en duurzamere ketens’

Zo’n beetje de beste kaas ter wereld wordt gemaakt in Heerenveen. Bij Royal A-Ware en daar zijn ze trots op. „Het is de erkenning van ons vakmanschap”, zegt zuivelexpert Klaas de Jong. Met manager Veehouderijzaken Koen Veldman licht hij toe waar dat succes op is gestoeld. Geloven in wat je doet en dat optimaliseren.

Royal A-Ware is al decennia geworteld in de kaashandel en heeft vanuit die positie de afgelopen jaren succesvol geïnvesteerd in de ontwikkeling en het beheer van de hele keten, van de consument tot en met de koe. De achterwaartse ketenintegratie noemen ze dat bij het zuivelbedrijf. „De klant is voor ons altijd het vertrekpunt. En daarom bouwen we samen met onze partners steeds efficiëntere en duurzamere agri-foodketens. Daarom noemen wij dat van ‘consument tot koe’. Dat is de basis van al die mooie producten die we maken, bijvoorbeeld hier in Heerenveen”, stelt Klaas de Jong, COO bij Royal A-Ware. „Met meer dan 3.000 collega’s spannen we ons dagelijks in om de beste kaas, dagverse zuivel, room, melkpoeder en tapas te maken voor klanten wereldwijd. We exporteren naar meer dan 100 landen en omdat we in de hele keten zo nauwgezet samenwerken, kunnen we onze klanten de beste oplossingen bieden. En dat heeft inderdaad vorige maand geleid tot succes op de World Championship Cheese Contest in het Amerikaanse Winsconsin, de grootste kaaswedstrijd ter wereld.”

Trots op de beste kazen ter wereld „Een van onze inzendingen, de Artikaas Vintage Lot 18, is daar eind maart overall bekroond met

u

de tweede prijs, naast vier andere kazen van ons die ook in de prijzen vielen. We maken hier dus een van de allerbeste kazen ter wereld en daar zijn we trots op, zeker als je bedenkt dat er meer dan 3.300 inzendingen waren van 400 internationale zuivelbedrijven,”, verzekert De Jong. „Het is een groot compliment voor onze Heerenveense kaasmakers en voor Dutch Cheese Makers, ons dochterbedrijf dat deze Goudse kaas op de markt brengt.”

De trots weerspiegelt ook de herkomst, de melk van de koe, want zonder uitmuntende melk geen prijswinnende kazen. „De samenwerking met onze melkveehouders in het efficiënter en duurzamer maken van onze ketens, is wezenlijk”, benadrukt Koen Veldman. „Iedere melkveehouder is uniek en iedere klant is bij ons uniek en dat brengen we bij elkaar. We kennen nu zes verschillende melkstromen, ieder met een eigen programma, klanten en melkprijs.

Melkveehouders kiezen bij ons de melkstroom die bij hen past. Wij denken vanuit de behoefte van de klant en brengen dat samen met de mogelijkheden van een melkveehouder. Alles tegen een zo goed mogelijke melkprijs.”

Belangrijke bron van voeding, overal ter wereld

Klaas de Jong vult aan: „ Er is veel onzekerheid door onduidelijk beleid en regelgeving en dat zorgt voor druk op de melkveehouderij en onze sector. De Europese wet- en regelgeving en wensen van klanten bepalen voor een groot deel de duurzaamheidskaders. Wij spelen daarop in, we hebben in 2015 voor onze melkveehouders een duurzaamheidsprogramma geïntroduceerd en

afgelopen jaar onze duurzaamheidsstrategie aangescherpt.”

„Er zijn uiteindelijk maar een paar plekken in de wereld waar zuivel goed kan worden geproduceerd. Noordwest-Europa is er daar één van, vanwege de vruchtbare gronden en het gunstige klimaat. De melkveehouders in Nederland zijn in Noordwest-Europa bijzonder ideaal gepositioneerd. Dit gecombineerd met hun kennis en vakmanschap, maakt dat er op een hele duurzame manier melk wordt geproduceerd. Laten we ons dat realiseren en daar zuinig op zijn. Zuivel is rijk is aan voedingsstoffen en overal ter wereld een belangrijke bron van voeding dankzij de eiwitten, vetten, mineralen en vitaminen. De koe is daarvoor de bron, want zij kan tot op de dag van vandaag als enige gras omzetten in belangrijke eiwitten voor mensen. Vanwege dat unieke gegeven, blijft zuivel zeer relevant in een duurzaam en gezond voedingspatroon. Recent onderzoek van Hogeschool Van Hall Larenstein toont aan dat plantaardig alternatieven niet per definitie duurzamer zijn dan melk. Royal A-Ware blijft dan ook inzetten op zuivelproducten met een zo hoog mogelijke voedingswaarde en zo laag mogelijke impact op de omgeving.”

„Dat betekent dat we samen met onze melkveehouders blijven optrekken om dat te kunnen realiseren”, zegt Koen Veldman. „We blijven onveranderd geloven in deze sector en zien nog steeds mogelijkheden om te groeien.”, zegt Klaas de Jong.

www.royal-aware.com

ADVERTENTIE
COO Klaas de Jong (l) en manager Veehouderijzaken Koen Veldman
meer
Groeit
met ons mee? Scan de QR code voor
informatie.

MET AI KUNNEN GEGEVENS WORDEN GEGENEREERD OVER WATERVERBRUIK, ENERGIEVERBRUIK, VOERVERBRUIK EN MELKGIFT PER KOE

waarvan De Jong programmadirecteur is, wil de aanjager van de Nederlandse agrofood-transitie zijn. Bij Fascinating – dat staat voor food agro sustainable circular nature technology in Groningen – doen ze onderzoek naar de landbouw van de toekomst.

Samen met boeren, bedrijven, kennisinstellingen en de gemeenschap wordt er bij Fascinating gewerkt aan een circulair systeem dat duurzaamheid, biodiversiteit, gezonde voeding en een verdienmodel voor de boeren met elkaar in balans brengt. ,,We kunnen wat dat betreft veel leren van melk”, aldus De Jong. ,,Uit 1 liter melk worden meerdere producten gemaakt, waardoor er meer geld uit 1 liter melk wordt gehaald. Er wordt vrijwel niets weggegooid. Wei levert tegenwoordig nog meer op dan kaas, terwijl dit in de jaren 50 nog werd weggegooid. Zo moeten we ook de positie van plantaardig verder opbouwen. Zo is het streven om in 2030 nauwelijks meer iets verloren te laten gaan van plantaardige gewassen.”

De nadruk bij Fascinating ligt op vier pij-

lers: gezonde voeding, duurzame productie van plantaardige gewassen, duurzame verwerkingsprocessen en benutting van reststromen. ,,Bedrijven kunnen bij ons projecten aanmelden die de circulaire landbouw ten goede komen. Met onze partners en kennisinstellingen worden deze projecten gefinancierd en ondersteund.”

AI MANAGET DE BOERDERIJ

De kracht van Nederland daarbij ligt vooral in de aanwezigheid van kennis. Bedrijven als Agrifirm, Friesland Campina, Avebe en Cosun met kennispartijen als NIZO, Wageningen Universiteit, andere universiteiten en hogescholen hebben een leidende rol in het onderzoek. ,,Waar de zuivel 100 jaar over deed, willen wij in 5 tot 10 jaar realiseren. Dat kan met de kennisvoorsprong die we hebben.”

Ook artificial intelligence (AI) kan een rol spelen bij de verduurzaming, meent De Jong. ,,Denk daarbij aan het management binnen de boerderij. Wat is het beste voer? Hoelang moeten koeien in de wei staan voor de beste melkkwaliteit en -volume? Met AI kunnen bovendien gegevens wor-

den gegenereerd over waterverbruik, energieverbruik, voerverbruik en melkgift per koe.”

In fabrieken wordt bij de verwerkingsprocessen al meer gebruikgemaakt van AI. ,,De eerste algoritmen zijn reeds ontwikkeld. Echter zie je dat de status van AI per bedrijf erg verschilt. Technisch is veel mogelijk. De vraag is hoe je het op een goede manier onderdeel laat zijn van je bedrijfsvoering.”

De maatschappelijke trend is dat we van 40 procent naar 60 procent plantaardige eiwit moeten. ,,Wellicht is een verschuiving naar 50 procent realistischer. En het is – in combinatie met de verduurzaming van de zuivelsector – ook gezonder en duurzamer”, zo besluit De Jong.

LEEUWARDER COURANT DONDERDAG25APRIL2024 7
>>
Peter de Jong: ,,Kaas van alleen plantaardige producten is niet lekker te krijgen. De combinatie zuivel en plantaardig biedt de snelste en gemakkelijkste route in de voedseltransitie.”

Lekkernijen zoals koek en gebak moeten natuurlijk blijven zoals ze zijn: om van te smullen. Tegelijkertijd klinkt de roep om een gezondere leefstijl – minder suiker, zout en vet – steeds luider. Gaat dit wel samen? Het is één van de vraagstukken waar het Bakery Sweets Center zich met haar leden over buigt.

TEKST FRANK MOLEMA FOTO’S BAKERY SWEETS CENTER

OUD BROOD WORDT EEN SUIKERVERVANGER: CIRCULAIR EN GEZONDER

Als het even kan, willen consumenten dat de zoetjes en zoutjes hun smaak behouden, maar dan wel met minder suiker, vet of zout. Bedrijven zijn er volop mee aan het experimenteren. ,,We zijn met hele mooie projecten bezig’’, zegt Hilco Wagenaar, projectleider van Bakery Sweets Center, een samenwerkingsverband in Noord-Nederland waarin ondernemers uit de bakkerij- en zoetwarenbranche en vertegenwoordigers van het onderwijs en de overheid verenigd zijn.

Volgens Wagenaar vallen producten van bakkers en zoetwarenbedrijven prima te combineren met een gezonde leefstijl, als je de lekkernijen maar met mate eet. En daar komt bij dat de sector met man en macht zoekt naar gezondere vormen van snoep, brood, banket of andere delicatessen.

CHOCOLADEMELK VAN OUD BROOD ,,Zo zijn we op dit moment bezig brood dat overblijft in de supermarkt om te zetten in een suikerpasta’’, zegt Wagenaar. Hoe dat precies werkt? Het brood wordt in een tank met water gestopt en met behulp van een roerwerk door elkaar gehusseld. Wagenaar: ,,Het water wordt daarna verhit en met enzymen erbij krijg je een erg zoete pasta, die voor 25 procent uit suiker bestaat. Deze pasta kan je weer gebruiken in bijvoorbeeld suikerbrood of een gevulde koek. Je kunt er zelfs chocolademelk van maken. Dit is duurzaam, circulair, gezonder en ook nog eens hartstikke lekker.’’

Kartrekker in dit project is banketbakker Romke van der Meulen, met bakkerijen in Franeker en Sneek. Bakery Sweets Center streeft ernaar dat, mocht het succes van dit project doorzetten, op den duur iedere bakker een tank heeft staan waarmee hij oud brood kan omzetten in een suikerpasta.

‘DIT KAN ANNO 2024 NIET MEER’ Niet verkocht brood wordt momenteel veel gebruikt als voer voor vee. Het gaat landelijk om 150.000 ton per jaar, weet Wagenaar. ,,Bizar. En dat moet anno 2024 niet meer kunnen. Met dit soort projecten kunnen we het overgebleven brood met een derde terugbrengen. Studenten die aan dit project

meewerken gaan hier bovendien supergoed op. Het is namelijk heel tastbaar. Je doet iets waarmee je het verschil kunt maken.’’ Bakery Sweets Center, in 2018 onder meer opgericht om het personeelstekort bij bakkerijen en zoetwarenbedrijven in het

Noorden te lijf te gaan, werkt ook aan projecten waarbij minder zout en natuurlijke in plaats van dierlijke eiwitten in het eten worden gebruikt.

ZOUT VERVANGEN

Zo wordt in samenwerking met zoutwinningsbedrijf Nedmag uit Veendam gezocht naar gezondere vormen van zout. Wagenaar: ,,We kijken hierbij in hoeverre natriumzout te vervangen is door magnesiumzout. Want magnesium heeft mooie gezondheidseigenschappen. Dit zou je bijvoorbeeld naast in brood, banket en zoetwaren, ook kunnen gebruiken in kaas en zuivel.’’

Het zijn hoopgevende projecten die kunnen bijdragen aan een gezonder verwenmomentje. En hoewel er hard wordt gezocht naar vervangers van suiker en zout, mogen zij niet in het verdomhoekje, vindt Wagenaar. De voordelen van deze producten blijven fier overeind en dat wordt door de sector gekoesterd. ,,Zout en suiker zullen nooit verdwijnen. Het zijn mooie, natuurlijke producten met een aantal functies. Het zijn smaakmakers die zorgen voor structuur en samenhang in een product.’’

Maar bakkers en zoetwarenbedrijven kunnen hun ogen niet sluiten voor alles wat er speelt in de maatschappij. Wagenaar: ,,Meer en meer mensen zijn bezig met een gezonde leefstijl. Aan de andere kant zit de wereld soms heel gek in elkaar. De consumenten vragen om gezondere producten, maar als puntje bij paaltje komt kiezen ze voor goedkoop. Het zou mooi zijn als we elkaar daar ergens in het midden weten te vinden.’’

MAGOVERBETERING Voedsel verandert, en daarmee hoopt Bakery Sweets Center dat ook het imago van de sector een impuls krijgt. Het helpt dat de bedrijven –er zijn 35 aangesloten bij Bakery Sweets Center – sinds een aantal jaren de handen

ineengeslagen hebben met het onderwijs en de overheid. ,,Zo heb je meer slagkracht, organisatiekracht en kom je makkelijker tot oplossingen.’’

Bakery Sweets Center wil af van het aloude beeld dat mensen in bakkerijen en zoetwarenbedrijven alleen maar hard werken en geen sociaal leven hebben. ,,Veel mensen hebben geen idee hoe het werken in een bakkerij of zoetwarenbedrijf is. Ze kennen het niet. Logisch, want het zijn vaak (grote) gebouwen met een hek eromheen en bordje verboden toegang’. Jongeren hebben geen idee wat er binnen gebeurt. Tel daarbij op het beeld van witte jassen en haarnetjes, dat niet meteen als stoer wordt ervaren, en je staat met 3-0 achter.’’

Wagenaar vervolgt: ,,Maar je wilt juist laten zien hoe mooi de producten zijn, hoe fantastisch de nieuwste ontwikkelingen zijn. De sector is bovendien in beweging, denk aan nieuwe tools rond automatisering en artificial ntelligence Alles wordt steeds hipper en gaver. De bakkerij- en zoetwarenbranche moet uist de deuren openzetten voor geïnteresseerden en bijvoorbeeld stagiaires een warm welkom geven. Zo verbeter je het imago.’’

OMSLAG

Uitdagingen zijn er nog volop, want het aantal vacatures blijft onverminderd hoog. Vergrijzing is daarvan een oorzaak. Wanneer vier werknemers met pensioen gaan, komt er slechts een voor terug, rekent Wagenaar voor. ,Het aantal mbo’ers droogt op. Bovendien worden mbo’ers vaak gestimuleerd door ouders door te stromen richting hbo of wo. Sinds onze oprichting is het aantal vacatures eigenlijk alleen maar groter geworden, mede door groei van bedrijven. Maar hiervoor zijn we oplossingen aan het vinden. Voor onze oprichting was er nauwelijks contact met de scholen en nu trekken we heel nauw met het onderwijs op, zodat jongeren en zij-instromers ons beter leren kennen. En andersom. Wij zetten onszelf veel beter op de kaart Dat helpt te zorgen voor een omslag. We zien het aantal stages en afstudeeropdrachten toenemen. Het perspectief is er dus. We moeten nu doorzetten.’’

8 LEEUWARDER COURANT DONDERDAG25APRIL2024
LEEUWARDER COURANT DONDERDAG25APRIL2024 9

Eigenlijk is het een beetje raar. Dat je een goede uitslag in het ziekenhuis viert met een ongezonde traktatie. Dat vonden ze in het Martini Ziekenhuis in Groningen ook. Daarom is daar sinds kort ‘bewust gebak’ te krijgen. En dat smaakt in alle opzichten beter.

GEZOND GEBAK

TEKST JEAN-PAUL TAFFIJN FOTO’S MARJORIE NOË

Een saucijzenbroodje is al een tijd niet meer te krijgen in het Martini Ziekenhuis in Groningen, net zo min als slagroomtaart en moorkoppen. Bezoekers en medewerkers krijgen tegenwoordig ‘bewust gebak’ voorgeschoteld. Gevulde koeken zijn er, cheesecake, appelgebak, chocoladetaart. Maar dan zonder suiker, met veel minder koolhydraten en amper verzadigd vet. Wél met eiwitten, vezels, mineralen en magnesium. En het leuke: het gebak is qua smaak en gevoel nauwelijks van de ongezonde oervariant te onderscheiden. Toch bevat het slechts een derde van het aantal calorieën.

,,Dit gebak maken we onder het label No Guilty Pleasure”, zegt Sascha Bouwknegt. Zij is bekend als oprichter van cateringbedrijf De Smaak van het Noorden. Het laatste anderhalf jaar zet ze haar culinaire ontdekkingstocht voort in Proeflab, waarin ze concepten bedenkt rond ‘food’ met aandacht voor ambacht en gezondheid.

ZOEKTOCHT

Een half jaar geleden begon ze de pilot in het Martini Ziekenhuis, in samenwerking met Vitam, dat de horeca uitbaat. General manager namens Vitam Albert Boer: ,,Samen met het ziekenhuis besloten we begin vorig jaar al afscheid te nemen van ongezonde producten. Maar we merkten ook dat de vraag blijft. Mensen willen

‘Bewust

gebak’ bevat geen suiker maar eiwitten, vezels, mineralen en magnesium

>> 10 LEEUWARDER COURANT DONDERDAG25APRIL2024
SASCHA BOUWKNEGT
LEEUWARDER COURANT DONDERDAG25APRIL2024 11

Brood bakken op grote schaal, maar met gevoel

Een industriële bakkerij verwacht je misschien niet in het centrum van een middelgrote plaats, maar in het geval van Bakkerij Faber kan gerust gezegd worden dat vestigingsplaats Hoogeveen om het 140 jaar oude bedrijf heen gegroeid is. Omwonenden en voorbijgangers willen de geur van versgebakken brood bovendien niet graag missen.

„Hoogeveners vinden dat Bakkerij Faber bij hen hoort en we hebben uitstekend contact met buurtbewoners”, zegt Sascia Kuiper, eindverantwoordelijke Bakkerij Faber in Hoogeveen en Apeldoorn. De bakkerij is in 2022 overgenomen door Market Food Group, onder meer bekend van ’t Stoepje. „Bakkerij Faber is een zelfstandig onderdeel van Market Food Group, die zelf ook twee locaties heeft. We delen afdelingen voor zaken als HR en marketing.” De overname bracht veel teweeg in het bedrijf, want algemeen directeur Sjoerd Jellema greep dit moment aan om het stokje over te dragen aan Sascia Kuiper, die toen operations manager was. Het leidde ook tot de verkoop van Bakkerij Smithuis in Oldenzaal. De meeste medewerkers van die bakkerij, die sinds 2014 eigendom was van Bakkerij Faber, werken inmiddels in Apeldoorn.

Aldi Het kleine bakkerijtje dat zich ooit vestigde aan Het Haagje is inmiddels natuurlijk uitgegroeid tot een flinke fabriek, maar het bedrijf is nog steeds gevestigd op die locatie in het centrum van Hoogeveen. Hier vandaan vertrekken elke nacht zo’n 25 vrachtwagens met versgebakken brood, want elke dag wordt er nieuw dagvers brood geproduceerd. Bakkerij Faber bevoorraadt maar liefst 180 filialen van Aldi en de overige filialen van deze supermarkt worden beleverd door een andere industriële bakkerij. Sascia Kuiper: „Dat bedrijf is voor ons meer een collega dan een concurrent, want het is goed dat de bevoorrading verspreid is over twee bedrijven. Toen zij laatst technische problemen hadden, konden wij bijspringen en dat zouden zij ook voor ons doen. We hebben nauw contact om onze gezamenlijke klant zo goed mogelijk te bedienen.”

Sascia Kuiper bekent dat het inmiddels grote bedrijf, met zo’n 130 medewerkers op twee locaties, wel eens verhuisplannen heeft gehad. „Nieuwbouw op een bedrijventerrein is natuurlijk wel eens overwogen, maar vergt een te grote investering. Vanwege ruimtegebrek in Hoogeveen hebben we een tweede productielocatie nodig. Dat was in Oldenzaal en nu in Apeldoorn. Verhuizen om de buurt te ontlasten is niet nodig, want de buurt omarmt het bedrijf. Wij doen er veel aan om dat zo te houden. Chauffeurs laden hun vrachtwagens ’s nachts en doen dat in stilte. De

dolly’s hebben rubberen wielen. Verder doen we altijd mee met de jaarlijkse Open Bedrijvendag in Hoogeveen om zoveel mogelijk mensen te laten zien wat we doen en omwonenden worden daarbij niet vergeten.”

Flinke productie

Er wordt op één lijn in twee ploegen gewerkt en op de andere in drie ploegen, waardoor Bakkerij Faber tussen de zestien en vierentwintig uur per etmaal brood produceert. Per uur worden er 2400 zogenaamde grote broden gebakken: het brood waar boterhammen van gesneden worden. Daarnaast worden er 10.000 kleine broodjes per uur gebakken: bolletjes en puntjes die dagvers zijn of bedoeld zijn om af te bakken. Omdat Bakkerij Faber produceert voor een discounter wordt met zo min mogelijk kosten een boterham van hoge kwaliteit geproduceerd. Om klanten zo breed mogelijk te kunnen bedienen, wordt binnenkort een nieuwe lijn voor zuurstofarm verpakken van afbakbroodjes in gebruik genomen. Dat gebeurde voorheen extern.

Sascia Kuiper: „Verder vinden we het belangrijk om een platte organisatie te blijven, met een goede werksfeer. Technici, bakkers, inpakkers, chauffeurs en ondersteunend personeel krijgen ruimte voor talentontwikkeling. Zo leidt Stevast Techniek in Beilen onze operators die daar behoefte aan hebben op tot toperators: medewerkers die eerstelijns storingen kunnen signaleren en oplossen, waardoor we niet voor elke kleinigheid een storingsmonteur hoeven te laten komen. Maar we hebben ook twee jonge medewerkers die een opleiding tot bakker volgen. Bakkers zijn een onmisbaar onderdeel van onze organisatie, ze beoordelen het deeg, het uiteindelijke product en werken mee aan de ontwikkeling van nieuwe producten.”

www.bakkerij-faber.nl

www.werkenbijbakkerijfaber.nl

ADVERTENTIE
Sascia Kuiper is trots op het vakmanschap bij Bakkerij Faber. Elke dag worden er duizenden broden en broodjes geproduceerd voor Aldi.

WERKT DIT? LUKT DAT?

KAN IK WITTE BLOEM

ZO MAAR VERVANGEN

DOOR VOLKORENBLOEM?

vieren dat ze een kind hebben gekregen, of dat een familielid ontslagen is uit het ziekenhuis enzovoorts. Daar hoort een ongezonde snack bij, vinden veel mensen. Om toch iets te kunnen bieden, hebben we de handen ineengeslagen met Sascha.’’

Die sloeg onmiddellijk aan het kokerellen. ,,Je denkt eerst: o, gewoon suiker eruit, zoetstof erin. Maar zo eenvoudig is het niet. Deeg wordt anders met andere ingrediënten. Je moet denken aan de structuur, de smaak, hoe het eruitziet. Dat is een behoorlijke zoektocht, die ik alleen tot een goed einde heb kunnen brengen dankzij zeer ervaren ambachtelijke banketbakkers.’’

De Groningse zocht haar heil in de bakkerij van Fleddérus in Hooghalen. ,,Daar zit het proeflab en dat is ideaal. Ik overleg nu nog steeds continu met de bakkers over oplossingen die ik bedacht heb. Werkt dit?

Lukt dat? Kan ik witte bloem zo maar vervangen door volkorenbloem? Hoe gedraagt yoghurt zich in chocoladetaart? Zij hebben me enorm geholpen, en dat doen ze nog steeds. Ik ben continu aan het optimaliseren om te zien of het nóg lekkerder of mooier kan.’’

VERRASSEN

Het denken is nog lang niet klaar. Inmiddels gaan honderden gezonde gebakjes over de toonbank in het ziekenhuis, maar intussen wordt gewerkt aan meer. Meer verschillende gebaksoorten en koeken, meer smaken, meer productie. Als het aan Sascha Bouwknegt ligt, rolt ze haar concept uit in veel meer ziekenhuizen en op andere plekken. ,,Om op te schalen heb ik al contact met patisserie Zuidam in Putten. Die komt in beeld als No Guilty Pleasure in Groningen een succes wordt en zich vanaf daar uitbreidt.’’

Dát het een succes wordt, ligt volgens Kim Bouwers voor de hand. Hij is restaurantmanager in het Martini

Ziekenhuis. ,,De feedback die we krijgen op het bewuste gebak is bijna altijd positief. Ik heb weleens gedacht: misschien moeten we het niet aanprijzen als gezond, maar als gewoon gebak en pas achteraf vertellen dat het gezond is. Ik weet zeker dat we daarmee veel mensen zouden verrassen. Als je die zachte chocoladetaart zo ziet, dan kun je je niet voorstellen dat er geen suiker en room in zit.’’

Het assortiment in het ziekenhuis kwam tot stand na veel experimenteren, keuren en verder ontwikkelen. Regelmatig mocht het personeel proeven en met commentaar komen. En zo wordt het aanbod continu beter.

GRIEKSE YOGHURT

Sascha Bouwknegt gelooft dat dit weleens de toekomst zou kunnen zijn. ,,Het Martini Ziekenhuis loopt altijd wel voorop met dit soort pogingen om de gezondheid van bezoekers en personeel te verbeteren. Ik kan me niet voorstellen dat andere ziekenhuizen niet volgen. Omdat het zo logisch is dat je juist op zo’n plek denkt aan de gezondheid.’’

Bezoekers die iets te vieren hebben, familie die even wil napraten; ze kunnen weer wat lekkers krijgen bij de koffie. Eigen ervaring: het smaakt heerlijk en voelt goed. Iets minder zoet, iets minder suikerige structuur. Ook Albert Boer is er over te spreken. ,,Wij krijgen van Vitam hier de vrijheid om te experimenteren. Maar wat goed is, groeit. En dan kunnen er zo meer locaties volgen.’’

Tot slot: heeft Sascha Bouwknegt een tip voor thuisbakkers die op de gezonde toer willen? ,,Griekse yoghurt. Dat kun je vaak gebruiken als vervanging voor suiker- en vetrijke room. Zit ook in mijn chocoladetaart en in de brownies die daarop een variant zijn. Probeer het gewoon, dan lukt er altijd iets.’’

LEEUWARDER COURANT DONDERDAG25APRIL2024 13
>>

De meeste ijsjes zijn zoet, romig en lekker, maar helaas vaak ook ongezond. Victor van Saltbommel, een 27-jarige ondernemer uit Meppel, bewijst echter dat een ijsje ook een belangrijke bron van voedingstoffen kan zijn. De Meppeler ontwikkelde een eiwitrijk ijsje dat ondervoeding bij ouderen en ziekenhuispatiënten tegengaat. ,,Het is een traktatie die nut heeft.’’

EIWITRIJKE IJSJES HELPEN PATIËNTEN ER WEER BOVENOP

Van Saltbommel’s start-up heet Huberts’ Food. ,,Een Engelse naam voor als we internationaal gaan.’’ De naam Huberts – de achternaam van Victor van Saltbommel’s overgrootmoeder – is bekend in Meppel, want de ondernemersfamilie maakt a honderd jaar lang op ambachtelijke wijze ijs in de Drentse stad. De vierde generatie ijsmakers, Van Saltbommel’s ouders, bestiert een brasserie en een ijssalon aan de Hoofdstraat. In Meppel is Huberts dus wereldberoemd, maar als het aan de jonge ondernemer ligt dan wordt Huberts’ Food beroemd over de hele wereld.

Het idee om eiwitrijk ijs te ontwikkelen ontstond in 2021 toen vader en ijsbereider Constant benaderd werd door het Isala ziekenhuis in Meppel. Het ziekenhuis zocht naar een manier om patiënten op de dialyseafdeling extra eiwitten te voeden en zag ijs als een oplossing. Vader en zoon Van Saltbommel ontwikkelden samen met levensmiddelentechnoloog Thédor van der Vleuten een aantal ijsjes en die vielen in de smaak. ,,We zagen potentieel voor een groter publiek. In het ziekenhuis liggen allemaal mensen die daar eigenlijk niet willen verblijven. Hoe mooi zou het dan zijn als wij voor die groep voeding kunnen ontwikkelen waar ze wat aan hebben en wat ook nog eens voelt als een traktatie.’’

ONDERVOEDING

Ondervoeding in het ziekenhuis of bij ouderen is namelijk een probleem, vertelt Van Saltbommel. Door ziekte en medicijngebruik hebben ziekenhuispatiënten en ouderen vaak een verminderde eetlust. ,,Extra eiwitten kunnen de ondervoeding tegengaan en helpen een patiënt om aan te sterken. Daarnaast is ijs makkelijker te eten voor mensen met kauw- en slikproblemen. IJs maakt ook dorstig, wat de vochtinname weer stimuleert.’’

Het ijs dat Huberts’ Food produceert wordt gemaakt van koemelk. Met wei uit Drenthe –een bijproduct van de kaasmakerij – worden extra eiwitten toegevoegd. In het ijs zit 10 gram eiwit per 90 gram. ,,Dat is ongeveer een zesde van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid van ouderen met verhoogd risico op ondervoeding.’’

Na een succesvolle test bij het Isala ziekenhuis besloot Van Saltbommel, de vijfde generatie in de familie Huberts, om het eiwitrijke ijsje verder te ontwikkelen en met het product de markt op te gaan. Eerst werd het ijs nog in de salon in Meppel gemaakt, tegenwoordig wordt

het op grotere schaal geproduceerd. En niet zonder succes: de start-up levert inmiddels aan ziekenhuizen en zorgcentra in heel het land.

12.000 IJSJES

Vorig jaar draaide Huberts’ Food het eerste volledige productiejaar en in totaal werden er 12.000 ijsjes verkocht. Het doel voor dit jaar is 24.000 stuks. ,,Dat is nog superklein. We hebben mooie stappen gemaakt, maar ik wil er straks ook van kunnen leven.’’ Momenteel werkt Van Saltbommel nog drie dagen naast zijn onderneming. Hij wil zijn bedrijf laten groeien, maar dat gaat niet zonder slag of stoot. ,Als je net komt kijken, dan is business to business-verkoop in de zorg moeilijk. Zorginstanties willen niet allerlei verschillende leveranciers en dus kopen ze hun voedingsproducten in via groothandels. Het succes van ons product ligt deels in handen van die partijen. Een ziekenhuis of een groothandel moet zeggen: ‘dit ijs moeten we hebben’. Zodra we bij meerdere groothandels liggen, kunnen we grote(re) hoeveelheden verkopen.’’

OP DE LANDKAART

Huberts’ Food sloeg al groothandel Huuskes aan de haak en is in gesprek met andere groothandels. Het eiwitrijke ijs ligt daarnaast ook in een aantal supermarkten. De bedoeling is dat het ijs in meer winkels komt te liggen. Het product is ook bedoeld voor nazorg van patiënten met ondervoeding of mensen die aan extra eiwitten willen komen. ,,Ik sta nu zelf regelmatig in supermarkten in Drenthe om samples weg te geven en bakjes ijs te verkopen. Ik wil mensen bekend maken met ons product. Als we vervolgens een grote retailer strikken, dan kan het heel snel gaan.’’

Wanneer Van Saltbommel over zijn ambities praat, begint hij te glunderen. ,,Ik wil de famiienaam op de landkaart zetten. Over twee jaar moeten we bekend zijn in heel Nederland. Vervolgens is het de bedoeling om ook buiten het land ons ijs te verkopen.’’

Van Saltbommel is de kartrekker van Huberts’ Food en neemt vooral de zakelijke kant van het verhaal op zich. Maar wie neemt de ijssaon in Meppel over als zijn ouders met pensioen gaan? ,,Mijn opa Daan Blei was de eerste meester ijsbereider van Nederland. Ik kan daar niet op achterblijven en ik heb aan mijn vader de belofte gemaakt om te leren ijsdraaien. Toch wil ik me eerst volledig focussen op Huberts’ Food om een succes te maken van ons eiwitrijke ijs.’’

14 LEEUWARDER COURANT DONDERDAG25APRIL2024
LEEUWARDER COURANT DONDERDAG25APRIL2024 15
TEKST WILLIAM ZIJLSTRA FOTO’S MARTIJN BIJZITTER VICTOR VAN SALTBOMMEL

‘Innovatie begint op het boerenerf’

Werken aan een duurzame landbouw in Noord-Nederland. Oftewel, Top-Voedsel uit een Rijk Landschap, de route naar een waarde(n)volle landbouw: dat is waar de AgroAgenda Noord-Nederland naar streeft. „Boeren voelen dat het anders moet en willen dat ook, het helpt als ze van elkaar horen waar anderen mee bezig zijn”, zegt voorzitter Marijke Folkers. „Het gaat daarbij om innovatie van onderop”, voegt programmaleider Jan Klink toe. “Op die manier willen we ons doel bereiken: Top-Voedsel uit een Rijk Landschap.”

We spreken Folkers en Klink meteen na een congres in De Lawei in Drachten. Daar zijn alle partijen die betrokken zijn bij de agroketen aanwezig. Van afnemers tot toeleveranciers en dienstverleners, van overheden tot terreinbeheerders en van milieufederaties tot kennisinstellingen. Onderwerpen die in verschillende workshops aan de orde komen, zijn: Ondernemen(d) op het platteland, Top Voedsel en gezondheid, een Rijk Landschap en Een ander perspectief. „De hele keten binnen de AgroAgenda was hier aanwezig, het besef is er dat we het met elkaar moeten doen”, geeft Folkers aan. „Het grootste goed van dit initiatief is dat er ruimte is om te experimenteren, alleen op die manier kun je er namelijk achter komen wat goed werkt en wat niet.”

Verdienmodel „We richten ons met name op grondgebonden landbouw”, gaat Klink verder. „Maar, ook andere sectoren in de landbouw worden niet vergeten. Zo hebben we bijvoorbeeld een melkveeagenda. Het doel is dat de deelnemende boeren zelf een nieuw verdienmodel gaan ontdekken. Dat gaat niet van de ene op de andere dag, maar we hebben dankzij de AgroAgenda wel een begin kunnen maken.” Als voorbeeld noemt Folkers de voeding. „Weten we eigenlijk wel wat we eten en wat gezond en goed voor ons is? En hoe komen we nu tot voedselproductie waarvoor de boer voldoende wordt beloond, met zo weinig mogelijk emissie. Dat zijn vraagstukken die niet van vandaag op

morgen zijn opgelost, maar waar we wel naar op zoek zijn.”

Experimenten

De overregulering in de landbouw maakt die zoektocht er echter niet gemakkelijker op. Er vinden desondanks diverse experimenten plaats. Zoals bij de vereniging EcoLaNa, waar een omschakeling van traditionele landbouw naar een maatschappelijk verantwoorde productiewijze wordt gemaakt. Onderdeel daarvan is het bovengronds mest uitrijden. Verder zijn er experimenten met strokenteelt en het verbouwen van uien met daaronder klaver, wat een stikstofbindend gewas is. Folkers:„ Er is ook een boer die 53 hectare land heeft omgezet naar biologisch, waarbij hij veel aandacht besteed aan de bodem, waarin wormen cruciaal zijn.” Klink noemt verder Agricycling, een nieuw soort coöperatief model, waarbij schone reststromen, inclusief meer nutriënten, terug het land op gaan. “Dat is niet extern bedacht, maar door de boeren zelf. En zo zijn er nog veel meer voorbeelden van kleine projecten.”

Het is goed dat ook de politiek in NoordNederland bij de AgroAgenda is aangesloten. „Zij kunnen meepraten, graag zelfs, maar ook het lobbywerk verzorgen”, geeft Folkers aan. „Het is namelijk in het belang van de agrarische sector dat de politiek een duidelijke lijn voor de langere termijn gaat uitzetten en niet telkens met ad hoc beleid de sector in de stress laat schieten.”

„In Europees verband zou het prettig zijn wanneer er een voedselvisie geschreven wordt. Wat hebben we met elkaar nodig, hoe kunnen we de landbouw daarop afstemmen en hoe moeten boeren dit gaan produceren? Dat is waar de sector behoefte aan heeft. En ja, landbouw en natuur kunnen daarin samen gaan. Daar heeft de boer zelf namelijk ook alle belang bij.”

Stappen zetten

Innovatie begint op het boerenerf, daar zijn Folkers en Klink van overtuigd. „Er spelen op dit moment zoveel vraagstukken, het is in ieders belang dat we daar stappen in gaan zetten, oftewel met oplossingen komen waar de boer mee verder kan. Het zou daarom prettig zijn wanneer de boer voor langere tijd kan experimenteren, want dat is in het huidige tijdperk al lastig genoeg. De middelen die daarvoor beschikbaar zijn moeten daarom zoveel mogelijk op het boerenerf landen, daar zit de uitdaging. En dan zou het prettig zijn wanneer er vooraf niet teveel voorwaarden worden gesteld, het gaat immers om innovatie en daar hoort een zekere vorm van vrijheid bij, anders gaat het niet lukken.” Klink tenslotte: Heb je een goed idee en wil je dat wij je gaan helpen, neem dan contact op via: klink@agroagendann.nl www.agroagendann.nl

ADVERTENTIE
Marijke Folkers en Jan Klink

EWEINIG DINGEN WAREN VROEGER

BETER, BEHALVE DE IDEEËN COLUMN

en jaar of dertig geleden, toen ook al gezegd werd dat Nederland vol was, was er een tegengeluid dat je nu vreemd genoeg nauwelijks hoort. Nederland is niet vol, het is alleen heel slecht ingericht, zo luidde kort samengevat de kritiek. Drie voorbeelden uit die tijd herinner ik me nog goed, vooral ook omdat ze alle drie nog onverminderd actueel zijn.

Het eerste voorbeeld is het openbaar vervoer. In een dichtbevolkt gebied zou je in staat moeten zijn om effectief en efficiënt openbaar vervoer te organiseren, zodat slechts weinig mensen elke dag een auto nodig hebben. Wij slagen daar overduidelijk niet in, laat ik het daarbij laten.

Voorbeeld nummer twee is de industriële veeteelt, met name de varkenshouderij. We doen alsof het landbouw is, en daardoor is de halve provincie Brabant nodig om de mest uit te rijden en kun je er dus niet iets nuttigers doen, zoals huizen bouwen. Iets soortgelijks geldt overigens voor Schiphol: een flinke lap grond midden in het economisch hart van Nederland is voornamelijk in gebruik als geluidszone.

In een dichtbevolkt gebied zou je in staat moeten zijn om effectief en efficiënt openbaar vervoer te organiseren

Een aantal Groningse economen, derde voorbeeld, wees er indertijd op dat ook de provincies ten noorden van Zwolle bij het land horen. Ze berekenden dat het hele land er baat bij zou hebben als ruimtevreters uit de Randstad verplaatst zouden worden naar het Noorden en de vrijkomende ruimte gebruikt zou worden voor woningbouw en hoogwaardige bedrijvigheid. Op de een of andere manier versmalde deze discussie zich tot een plan voor een snelle treinverbinding, daarmee het beeld bevestigend dat al die ruimte in het Noorden eigenlijk irrelevant is, omdat het nu eenmaal onmogelijk ver weg van alles ligt.

Als je Nederland ziet als slecht ingericht, in plaats van vol, kom je tot interessante oplossingen. Ik herinner me serieuze plannen voor landingsbanen in zee, met een snelle pendelverbinding naar de huidige Schiphol-terminal. Voor een verplaatsing van de bloembollenteelt naar de Noordoostpolder en Zuidoost-Drenthe, en een ‘nieuw Gooi’ in de huidige Bollenstreek. Voor varkensflats in Venlo, op een indus-

trieterrein, strategisch gelegen op een hoofdroute van Rotterdam naar het Ruhrgebied, zodat het veevoer er makkelijk heen kan en het vlees makkelijk naar de klanten.

Nog langer geleden, toen Nederland ook al vol was, maakten we er gewoon land bij. Of we emigreerden massaal naar landen die ruimte in overvloed hadden.

En nu? Wat zijn nu de baanbrekende ideeën, nu Nederland nog veel voller is? En er bovendien andere dringende redenen zijn om het land beter in te richten (klimaat, energie, water, stikstof …)?

Minder buitenlanders. Dat is alles wat we kunnen verzinnen. Gehuld in een terugverlangen naar een verleden waarin alles nog normaal en dus beter was. Indië was van ons, voetballers heetten Jan en Kees, zwarte piet was zwart en vrouwen hadden geen piemel.

Kinderen kregen nog gewoon polio, dat schijnen veel mensen ook weer terug te willen.

In werkelijkheid waren heel weinig dingen vroeger beter. Maar we hadden wel betere ideeën. En we

Ronald Mulder is ondernemer en econoom. Man van weinig woorden.

@ronaldmulder

LEEUWARDER COURANT DONDERDAG25APRIL2024 17

Je hebt familiebedrijven, en je hebt familiebedrijven.

De snelgroeiende online slagerij Harries Vlees wordt in Scheemda gerund door Harrie Wildeboer, zijn twee zussen en zijn broertje, zijn zwager en zijn neef. En Harries vader is ook nog betrokken.

TEKST JEAN-PAUL TAFFIJN

FOTO’S DUNCAN WIJTING

HELE SLAGERSFAMILIE GROEIT MEE MET HARRIE

Allemaal aan één tafel zitten ze, zoals elke week, de hele slagersfamilie. Het is een gezellige kakofonie die het midden houdt tussen werkoverleg en een verjaardagsborrel. De zaken gaan goed, de taken zijn verdeeld, het onderlinge vertrouwen is groot. Angst om elkaar kritisch te benaderen is er niet, zoals het in een goede familie ook hoort.

Een slagersfamilie mag je de Wildeboertjes met recht noemen. Vader Aaldert zat een leven lang in het vak – en nu weer – net als diens vader en grootvader, en tal van andere familieleden. Allemaal in de buurt van Hoogeveen. Naamgever Harrie Wildeboer kent de vleeswereld ook als zijn broekzak. Hij bestierde slachterijen en komt als veehandelaar al vele jaren bij boeren over de vloer om het beste vlees uit te zoeken.

ALLES IS ANDERS

Niets is veranderd, en toch is alles anders. Harries bedrijf is online gegaan, met hulp van zijn zus Trudie Timmerman en zijn zusje Gerina Wildeboer vooral. Het is een daverend succes gebleken, niet in de laatste plaats door de goede timing: eind 2020, midden in de coronacrisis. Online was het nieuwe normaal toen, tijd steken in het uitzoeken van goede voeding met een verhaal was gewoon, lokaal inkopen van lokale producten een trend. ,,Heel eerlijk? Ik vroeg me echt af of dat allemaal wel zou gaan werken’’, zegt Harrie, die ook nooit groot fan is geweest van het logo van zijn bedrijf: zijn eigen beeltenis. ,,Ik ben niet zo van internet en zo. Ik ben een ambachtsman die graag met mooie producten in de weer is. Maar Trudy heeft me overtuigd en daar ben ik nu blij om. Vooral ook omdat meer mensen nu kennis kunnen maken met écht goed vlees.’’

GEEN E-NUMMERS

Wat hij aanbiedt, is anders dan wat je in de supermarkt vindt, zegt hij. Geen E-nummers, geen andere toevoegingen. Gewoon, eerlijk vlees, verwerkt zoals dat al generaties lang gebeurt: met machines waar het kan en met de hand waar het moet. De cordon bleus maken, schnitzels paneren, spek om slavinken rollen, het gebeurt allemaal op de ouderwetse manier. En meestal komen daar familiehanden aan te pas. Knoflook pellen en hakken, verse kruiden mengen, worsten draaien, er is altijd veel te doen. Het moet vooral heel erg lekker zijn.

,Natuurlijk kijken we continu naar waar het efficiënter kan’’, zegt broer Almar Wildeboer. ,We hebben geïnvesteerd in betere inpakmachines bijvoorbeeld. Dat scheelt heel veel handwerk. Grotere gehaktmolens, een betere worstenmaker. Je moet blijven verbeteren.’’

Elk jaar groeit het bedrijf met tientallen procenten. Inmiddels gaan wekelijks meer dan duizend zendingen de deur uit. Elk jaar moet er meer verwerkt worden. Elk jaar wordt gekeken waar geïnnoveerd kan worden. Trudie Timmerman: ,,We ontwikkelen ons continu, zonder dat we het kind met het badwater willen weggooien. We zijn en blijven een ambachtelijke slager met een lokaal gevoel. Dat is onze kracht. Maar we kijken wel hoe we de bezorging van onze producten kunnen opschalen, hoe we het assortiment kunnen uitbreiden enzovoorts. Luisteren naar onze klanten is daarbij essentieel.’’

SCHEEMDA

Dat luisteren gebeurt veel online. Maar óók in de onlangs geopende fysieke winkel in Hoogeveen. In het pand waarin ooit de slagerij van opa gevestigd was – hoe mooi kan het zijn –worden nu veel van de producten van Harries Vlees aan de man gebracht. ,,Daar zie je direct waar meer en minder vraag naar is’’, vertelt zusje Gerina Wildeboer. ,,Het is trouwens wel grappig om de verschillen daarin te zien per regio. In Groningen wordt anders gegeten dan in Friesland of Drenthe. Deze zomer openen we een tweede winkel in Scheemda, dan gaan we die verschillen zien.’’

Harries Vlees, dat een paar jaar geleden slechts bestond uit Harrie zelf, is groot gegroeid. Inmiddels bestaat het assortiment uit bijna driehonderd producten. ,,En dat is eigenlijk wel de schuld van mijn vader’’, lacht de naamgever. ,Hij kocht dit pand een paar jaar geleden en daarmee hebben we deze mooie kans gekregen.’’

De voormalige vleeswarenfabriek in Scheemda – waar vooral rookvlees werd gemaakt – stond a een tijd leeg. ,,Ik werd daarop gewezen en dacht: als ik het voor weinig kan kopen, dan heb ik wel interesse’’, zegt vader Aaldert Wildeboer. ,,Ik had al huurders die vooral voor de horeca werkten, dus besloot ik een bod te doen. Dat lukte, maar toen kwam meteen corona en lag het werk voor de huurders stil. Zij gingen eruit en zo kon de familie erin. Zelf kom ik hier ook weer regelmatig. Ik vind het heel fijn om weer met mijn vak bezig te kunnen zijn.’’

Het pand is enorm. De reusachtige koeling biedt ruimte aan heel veel vleesproducten, de verwerking van binnengekomen vlees wordt in verschillende hallen gedaan. De groei kan hier nog een hele tijd doorgaan. En dat gebeurt ook, vooral organisch. Gerina Wildeboer: ,,In het begin waren we druk met onszelf online op de kaart zetten. We investeerden daar flink in. Dat is nu minder nodig. De meeste klanten die we nieuw krijgen, komen binnen via bestaande klanten. Dat is wat je wil. Het zegt veel over hoe tevreden mensen zijn.’’ Het zegt welicht ook iets over de tijd waarin we leven. Lokaal geproduceerde vleeswaren, afkomstig van dieren uit de buurt die gezond zijn opgegroeid, ambachtelijk verwerkt, met de figuurlijke geur van vroeger. Dit zijn producten met een verhaal dat mensen aanspreekt.

DE WITTE JASSEN

Harrie is het boegbeeld, met zijn opvallende montuur. ,,Nogmaals: van mij had dat niet zo gehoeven, maar mijn zusjes weten dat dit de beste manier is om ons bedrijf te laten groeien. Zelf zie ik wel de kracht van die filmpjes die we maken. Daarin leg ik van alles uit over vlees, over het slagersvak, van alles. Dat vind ik belangrijk, om mensen een beetje bij te brengen over waar het allemaal vandaan komt en wat erbij komt kijken. Dan smaakt alles net wat beter.’’

De witte jassen gaan aan. Tijd voor de hele familie om de handen weer uit de mouwen te steken. Zo ook de jongste van het stel, neefje Pasqual Timmerman. Hij heeft – hoe kan het ook anders – gekozen voor de slagersvakopleiding, en leert de kneepjes van het vak in Scheemda. ,,De orders moeten bij elkaar gezocht worden. Daar ben ik veel mee bezig, net als met de productie: vlees snijden en mengen, worsten maken, alles eigenijk.’’

Harries Vlees draait op de familieband. Voor menigeen lijkt dat bepaald geen droom, maar in Scheemda is het anders. Trudie Timmerman: ,,We hebben alle dingetjes die ook wij heus hadden eerst goed uitgepraat, voordat we samen gingen werken. Dat knalde soms best wel, maar nu is de lucht helemaal geklaard en is het vertrouwen enorm. Dit is een prachtige manier van ondernemen, waarin je elkaar alles gunt. Iedereen kan elkaars werk overnemen, dus als je een weekje weg wilt, dan kan dat gewoon.’’

LEEUWARDER COURANT DONDERDAG25APRIL2024 19 18 LEEUWARDER COURANT DONDERDAG25APRIL2024

Met de juiste navigatie kom je uit bij Heftrucks.frl

Tien jaar geleden informeerde Klaas Greydanus als eens bij heftruckspecialist Age Terpstra naar een zelfrijdende pallettruck. De markt was nog niet zover, maar geduld loont. Sinds een paar weken rijdt IJzeren Roel door de hal. Onder z’n eigen sterrenhemel om te navigeren. Maatwerk op de werkvloer zonder ingewikkelde automatisering.

„Dit is de eerste in het Noorden. Ik ben zo blij dat we voor Klaas een goed product hebben kunnen leveren dat past binnen het bedrijf en gewoon doet wat ‘ie doen moet!”, zegt Age Terpstra van Heftrucks.frl welke gevestigd in Leeuwarden en in Marrum (Friesland). „Ik zeurde hem al tien jaar geleden aan de kop om zo’n ding voor me te vinden. Dat was dus niet zo makkelijk, want voor je het weet moet zo’n apparaat vanuit een heel complex geautomatiseerd systeem worden aangestuurd. Prachtig, maar dat kan bij ons natuurlijk nooit uit”, zegt Klaas Greydanus. Met z’n broer Cor zit hij alweer veertig jaar in het familiebedrijf, de gelijknamige aardappelgroothandel in Heerenveen.

Geheugen voor 99 opdrachten „Kijk naar boven naar het plafond, het lijkt wel een sterrenhemel”, wijst Klaas. „Zelf opgeplakt. Op basis van wat wij de sterretjes noemen, kan IJzeren Roel navigeren, zoals de zeelieden vroeger deden. Zo ziet hij waar hij is. Hij vindt z’n weg vanaf z’n eigen parkeerplaats hier en zet de pallets met gevulde dozen op hun plek in de rij. Daar was het ons altijd om te doen: een zelfrijdende medewerker die dit klusje opknapt. Keurige rijtjes van de pallets maakt en als de rij vol is, de volgende rij neer zet. Hij kan nu automatisch tien rijen doen en in z’n geheugen is plaats voor 99 opdrachten, dus we kunnen even vooruit. Die tien rijen is wat we hem tot nu toe hebben geleerd, die voert hij uit en houdt rekening met iedereen die hier werkt. Hij vertraagt, houdt even in en gaat weer door als het kan. En als je hem zelf wilt bedienen als pompwagen, dan kan dat ook nog.”

Age Terpstra en Renze Pieter Veltman zijn met Heftrucks.frl dealer van het merk EP dat een

compleet assortiment biedt van interne transportmiddelen. „Het is een prima bedrijf dat samenwerkt met voor ons bekende heftruckfabrikanten als Linde. EP is een voorloper in de markt. Deze elektrisch rijdende pallettruck is een van de eerste die voor een groot aantal bedrijven beschikbaar is. Een prima prijs- kwaliteitverhouding, eenvoudig in gebruik te nemen en te bedienen. We hebben inderdaad een heel aantal jaren moeten wachten voor zoiets betaalbaar op de markt was. Hij voert de taken uit die jij wilt volgens de route die jij bepaalt aan de hand van de zelfklevende strips op het plafond. Simpel en doeltreffend.”

Kan het niet sneller joh?

„De importeur van EP heeft de eerste in het noorden hier geinstalleerd en wij hebben de afstelling samen met Klaas en z’n collega’s gedaan, want zij weten hoe ze het willen hebben. De afstelling is natuurlijk maatwerk. In het begin bijvoorbeeld, liet IJzeren Roel uit zichzelf net te veel ruimte tussen de pallets, waardoor er niet 10 maar 9 pallets in de rij konden. En als er in de toekomst wat is, dan hebben we korte lijntjes naar de importeur en naar de fabriek, dus we kunnen snel door als het moet. Dat is waar we voor staan: gewoan goeie machines leveren zodat bij de klant het werk door kan gaan. En dit is een mooie aanvulling op wat we leveren.”

Bij familiebedrijf Greydanus Aardappelgroothandel vult IJzeren Roel z’n taken naar tevredenheid uit, geeft Klaas Greydanus aan. Ook snel genoeg? Age Terpstra: „Dat hoor je wel vaker: kan het niet wat sneller joh? Het gaat erom dat je snelheid goed afregelt binnen de bedrijfsomstandigheden en dat betekent, zeker niet te snel. Het gaat zeker binnen zoals hier om een

gemiddelde snelheid. IJzeren Roel moet rekening houden met het circuit van bochten en obstakels op zijn routes en hij moet rekening houden met het gegeven dat er mensen kunnen opduiken, lopend of rijdend op een heftruck. Als de snelheid te hoog is, gaat het mis, daar heb je dus niets aan en leidt alleen maar tot schade.”

De beste machines, de beste service Voor machinemensen als Age Terpstra en zijn compagnon Renze Pieter Veltman van Heftrucks.frl zijn dit weer kersen op de taart. „We zijn graag innovatief, omdat je klanten wilt bieden wat bij ze past. IJzeren Roel past binnen Greydanus. Wij hebben er plezier in om binnen het grote netwerk dat we hebben te kijken naar de beste oplossingen. Heftrucks, palletwagens, alle vormen van intern transport en natuurlijk batterijen, want die worden alleen maar belangrijker. Dat is trouwens een van de voordelen van deze EP. Kijk, hier om de hoek staat de lader met de reservebatterij, is in een mum van tijd gewisseld. Natuurlijk ben ik blij dat we Greydanus blij hebben kunnen maken na jaren zoeken naar de juiste oplossing. Dat is de lol van ons werk: eerlijk en netjes zaken doen, leuk contact met klanten, praktische oplossingen kunnen bieden, zorgen voor gewoan goed materiaal dat goed blijft: Heftrucks.frl staat voor gewoan een goeie machine. We hebben een beetje lol in het werk en we bieden de klant een goede totaaloplossing.” www.heftrucks.frl

ADVERTENTIE

COLUMN

AGRIFOOD VOORBIJ DE HOUDBAARHEIDSDATUM

Dat de voedingssector voor forse veranderingen staat is een open deur. Van boeren tot slachterijen, van de levensmiddelenindustrie tot consumenten. De problemen en de protesten worden groter en groter. Een duurzame en werkbare oplossing is nog nergens te bekennen. Wie helpt de Agrifood aan een nieuwe toekomst?

CO2, methaan, bestrijdingsmiddelen, mestoverschotten, dierenleed, uitstervende insecten, te nat en te droog, overbevissing, personeelstekorten en ongezond voedsel. Het lijkt erop dat de voedingssector wordt blootgesteld aan tien nieuwe bijbelse plagen tegelijkertijd. Het systeem is voorbij de houdbaarheidsdatum.

Het kernargument van protesterende boeren is ‘een mens kan niet zonder voedsel’ en daar valt weinig tegenin te brengen. Tegelijkertijd is veel voedsel dat consumenten dagelijks uit supermarkten halen ultrabewerkt, wat wordt gelinkt aan leefstijlziekten zoals harten vaatziekten, diabetes en obesitas. Dus hebben we voedsel nodig om te overleven, of hebben we voedsel dat ons ziek maakt?

Ons beroemde poldermodel heeft gefaald

Natuurlijk is het handig als de houdbaarheid van voedingsmiddelen wordt verlengd. Maar veel bewerkingen hebben twee heel andere doelen, namelijk voedsel goedkoper en hypersmakelijk te maken door tegemoet te komen aan onze behoefte aan zoet, vet, zout en smeuïg eten. Leg een kroket en een appel naast elkaar en vrijwel iedereen kiest voor de vette hap. Zo is ons brein geprogrammeerd en daar maakt de voedingsindustrie handig gebruik van. De industrie is specialist geworden in het verleiden van consumenten tot ongezonde keuzes. Inmiddels heeft meer dan de helft van de Nederlanders overgewicht.

Over dit soort voedingsfeiten is steeds meer bekend. Bij bol.com vind ik boeken met titels zoals De mens is een plofkip, De voedselfuik, Vet belangrijk, Ontsuiker je brein en De supermarktsurvivalgids – Hoe overleef je de tocht langs de schappen. En natuurlijk heel veel boeken over afvallen. Gaan de boeren daarvoor met trekkers de weg op?

Nog wat feitjes over onze voedingssector. Boeren moeten kunstmest kopen en betalen voor de afvoer van mest omdat ze de mest niet mogen uitrijden op hun land. ‘Nederlandse’ mestkalveren zijn afkomstig uit heel Europa, van Ierland tot en met Litouwen. Het eten dat we op ons bord aantreffen heeft volgens een rapport van de Wageningen Universiteit gemiddeld 2500 tot 4000 kilometer afgelegd voordat het daar terechtkwam. Ongezond eten is zelfs bij ziekenhuizen volop te koop. En journalist Teun van de Keuken kwam met een bizar verhaal over ham waarin water wordt gespoten om de ham groter te maken. Vervolgens

wordt eiwit toegevoegd omdat het dan toegestaan is er nog meer water in te spuiten. En omdat de ham dan niet meer naar ham smaakt, worden 15 (!) andere stoffen toegevoegd.

Zoals water naar het laagste punt stroomt, zo hebben we met zijn allen een systeem laten ontstaan waarvan niemand meer kan zeggen: zo had ik het zelf willen ontwerpen. Boeren hebben te maken met duizend-eneen regels, terwijl Nederland maar blijft aarzelen over een echte suikertaks, een belasting die overigens al in meer dan 40 landen is ingevoerd. In Engeland leidde het tot een lagere consumptie van zoete frisdranken en tot een lager suikergehalte van dit soort dranken.

Ons beroemde poldermodel heeft gefaald. Wat we nodig hebben is een nieuwe visie op een in alle opzichten gezonde voedingssector. Dus een sector die duurzaam, winstgevend en met oog voor dierenwelzijn goed voedsel produceert. Ik ben te weinig specialist om een dergelijke visie te formuleren. Of misschien hebben we juist wel iemand nodig die ongehinderd door sectorale belangen een overkoepelende visie kan en durft te formuleren.

‘Durft’, want verwacht grote weerstand van de gevestigde belangen.

Dr. Eelko Huizingh werkt bij de vakgroep Innovatiemanagement & Strategie van de Rijksuniversiteit Groningen en is auteur van het boek Innovatiemanagement

LEEUWARDER COURANT DONDERDAG25APRIL2024 21

Het beste medicijn tegen de zorgcrisis is zonder twijfel preventie. Alleen als mensen gezonder gaan leven, kan de zorg overeind blijven. Maar hoe krijg je mensen zo ver? DrHealthy denkt een oplossing te hebben.

DRHEALTHY MAAKT IEDEREEN BETER

‘Kijk, hier zie je dat ik een energiedrankje en een chocoladereep at.’’ Jelle de Rijke uit Rolde laat een paar foto’s zien op zijn telefoon. Grafieken zijn het van zijn bloedsuikerspiegel. Die is mooi stabiel, zowel overdag als ’s nachts.

Soms zie je hem wat omhooggaan, op de momenten dat De Rijke aan het sporten is. ,,Ik wilde de lijn een keer echt op tilt brengen. Dan is een kleine ongezonde snack dus genoeg. Hij komt in het rood en erna zie je dat er nog uren van onrustige piekjes volgen om al die suiker te verwerken. Dat zorgde in dit geval voor een minder goede slaap.’’

Jelle de Rijke is het technologische brein van DrHealthy, een platform dat werd bedacht en ontwikkeld door interventieradioloog Kai Yiu Ho, met ondersteuning van financieringsexpert Harold Nanninga uit Groningen. De app laat mensen direct zien wat de effecten zijn van een gezondere leefstijl en staat hen bij in hun streven naar meer gezondheid. Het werkt, merkten al heel wat mensen.

COMPLEET BEELD

Meten is weten. Het programma van de start-up begint met een paar plakkertjes. De deelnemer bevestigt die op zijn arm en op de app is realtime te zien hoe het gaat met de bloedglucose, ketonen, het energieniveau en meer. Samen met informatie over gewicht, gerapporteerde voeding en beweging, krijgt DrHealthy een compleet beeld van de gezondheidstoestand van de deelnemer. Zodat heel precies geadviseerd kan worden.

,,Met ons programma mikken we in eerste instantie op mensen van tussen de 40 en 70 jaar die al ergens last van hebben’’, zegt Ho. ,,Meestal voelen ze zich binnen een week al significant beter. Uiteindelijk willen we natuurlijk dat iedereen gezonder gaat leven. Dat is de volgende stap. Want als je dat doet, voorkom je een hele rits ellende. Niet alleen voor jezelf, maar voor de hele maatschappij.’’

Als interventieradioloog zag Ho in zijn carrière heel wat patiënten voorbijkomen. Die waren erg ziek, werden even opgelapt, maar stierven meestal een paar maanden later. ,,Ik dacht al heel lang: dit kan zo niet langer. We zijn aan het repareren zonder iets aan de oorzaak te doen. Dat heeft te maken met het hele zorgsysteem zoals we dat kennen. Wij

dokters worden in wezen betaald voor ziekte, niet voor gezondheid. In de hele opleiding komt preventie nauwelijks voor. Specialisten worden afgerekend op het aantal patiënten dat ze zien, dus meer gezonde mensen levert minder omzet op. Zo pervers is het. Dit is een eindige weg. De zorg kan dit op den duur nooit volhouden.’’

GEMAKKELIJK

Om die reden is preventie geen keuze. Het móet gewoon. Alleen is het voor mensen ongelooflijk lastig. Overal zijn verleidingen. Ongezonde voeding is overal om ons heen. Beeldschermen proberen ons continu van het bewegen af te houden. En dan heb je nog het probleem dat je misschien pas over jaren gaat merken wat je nu aan voeding naar binnen stopt.

,,Dus willen we het zo gemakkelijk en leuk mogelijk maken’’, zegt Ho. ,,Dat inzicht is waar je mee begint. Als je ziet wat dingen met je doen, ben je eerder bereid andere keuzes te maken. Daarna is het een kwestie van volhouden. En ook dat is heel lastig. Daarom krijg je via onze app elke dag aanmoedigingen en tips. We hebben er bijvoorbeeld een receptenboek aan gekoppeld met heel veel lekker eten dat goed voor je is. Gezond is niet hetzelfde als ‘niet lekker’. Integendeel. Je moet het alleen wel aangereikt krijgen.’’

De app is volledig AI-gestuurd. Deelnemers aan het programma worden op het juiste moment aangemoedigd, de adviezen die ze krijgen worden realtime aangepast op de gegevens die de app binnenkrijgt. Hetzij van de sensors op het lichaam, hetzij van de deelnemers zelf. Omdat elk lichaam nu eenmaal anders is. Het ene lijf heeft meer eiwitten nodig, het andere meer beweging, zoiets.

ZORG ONTLASTEN

Zoals het nu nog overwegend gaat in onze wereld, komen veel van die lichamen in de zorg terecht, in de nu al overbelaste sector die langzaam maar zeker ineenstort. Onbetaalbaar is de manier waarop de gezondheidszorg in elkaar steekt binnenkort. Onhaalbaar is de inzet per patiënt, omdat er domweg te weinig personeel is om op deze manier door te gaan.

Kai Yiu Ho ziet het van binnenuit gebeuren

en weet dat het anders moet. ,,DrHealthy is ontstaan om mensen gezonder te maken en zo de zorg te ontlasten. Dat is sowieso een belangrijk uitgangspunt. Daarom hebben we de app zo opgebouwd, dat de druk op de eerstelijnszorg direct wordt verlicht. Wij weten zeker dat het aantal bezoeken aan de huisarts flink daalt naarmate meer mensen DrHealthy gaan gebruiken.’’

Dat werkt zo: als je ergens last van hebt, vertel je aan de AI-module wat je probleem is. De technologie bepaalt of een bezoek aan de arts nodig is, of dat met een aanpassing van de leefstijl het gebrek verholpen kan worden. Ho: ,,We werken volgens de NHGtriagewijzer, op basis van heel veel data. We kunnen bijna altijd een goede inschatting maken, en waar dat niet lukt, verwijzen we direct door naar de huisarts van de deelnemer in kwestie. Maar het aantal zorgvragen zal ongetwijfeld flink dalen.’’

ONGEZONDE LEEFSTIJL

Dat heeft alles te maken met de aard van de ziekten waaraan patiënten lijden. Veruit de meeste aandoeningen zijn een direct gevolg van een ongezonde leefstijl. Op tijd beginnen met gezond leven is de beste optie, maar op latere leeftijd aanpassingen doen, helpt ook enorm. Een ander dieet en meer bewegen zetten wat dat betreft de meeste zoden aan de dijk.

DrHealthy kijkt specifiek naar de metabole gezondheid, met andere woorden: hoe goed verloopt je stofwisseling. ,,Dat is de sleutel’’, zegt Ho. ,,Metabole disbalans voorspelt welke ziekten er op latere leeftijd gaan optreden. En bovendien kun je de metabole gezondheid goed meten, zodat we er direct wat aan kunnen doen. Onze app heeft antwoorden op heel veel vragen. De technologie weet wat goed voor je is in alle situaties. Daar hoef je geen arts meer voor te bellen meestal.’’

Iedereen heeft een andere stofwisseling, iedereen heeft een persoonlijk advies nodig om dat metabolisme in vorm te houden. En dat is waar de app het verschil kan maken, weet Jelle de Rijke. ,,We verzamelen zó veel data, dat onze technologie precies weet welke voeding past bij elk beeld, weet hoeveel beweging er nodig is, enzovoorts. Het gaat niet om snel afvallen, of om sportief fit worden. Het gaat om gezondheid.’’

22 LEEUWARDER COURANT DONDERDAG25APRIL2024
TEKST JEAN-PAUL TAFFIJN FOTO HANS VAN DIJK LEEUWARDER COURANT DONDERDAG25APRIL2024 23
KAI YIU HO (LINKS) JELLE DE RIJKE (RECHTS) HAROLD NANNINGA

Honderden start-ups zien jaarlijks het levenslicht. Veel daarvan groeien op tot een stabiele onderneming, sommige stranden vroegtijdig, een heel klein deel verovert de wereld. Wie zijn die starters, wat willen ze, wat doen en laten ze ervoor, waar willen ze heen? Start Me Up duikt in een wereld vol beloften, onzekerheid, doorzettingskracht, visie en hard werken.

Humain’r

Wie Folkje Sjoerdsma, Marc Wijnen en Domenique van der Niet

Wat Platform met AI voor efficiënter werken

Waar Leeuwarden

Waarom Omdat onnodig veel tijd verloren gaat

Hoe Dankzij slimme technologie en tijdig inzien dat AI groot zou worden

Informatie komt van alle kanten. Tijdens gesprekken, uit kranten en rapporten, van radio-interviews, noem maar op. Hoe fijn zou het zijn als al die informatie gebundeld, geordend en doorzoekbaar is? Dat je met één druk op de knop een samenvatting hebt van al die data? Dat is precies wat Humain’r kan. De start-up uit Leeuwarden maakt flinke stappen, onder meer in de wereld van onderwijs en openbaar bestuur.

Een voorloper is het. Want toen Humain’r vijf jaar geleden begon met het toepassen van kunstmatige intelligentie (AI), hadden nog niet veel mensen van de term gehoord, laat staan van de mogelijkheden. ,,Wij zagen toen dat dit belangrijk zou worden. Om ons heen zagen we dat persoonlijke communicatie belangrijker werd, maar tegelijkertijd onder druk stond. Daar wilden we wat op bedenken’’, zegt Folkje Sjoerdsma. Zij richtte de start-up op, samen met haar man Marc Wijnen en compagnon Domenique van der Niet.

SOFTWAREPLATFORM

Het klinkt wat tegenstrijdig dat kunstmatige intelligentie dan de oplossing is, maar dat is het juist niet, zegt ze. ,,We zijn steeds meer tijd kwijt aan randzaken. Agendabeheer, notuleren, van alles invullen en uitzoeken. Dat gaat ten koste van de échte communicatie. Ons platform neemt al die randzaken over, zodat alle tijd en energie kan gaan naar wat het belangrijkst is.’’

Voorbeelden? Het softwareplatform met de naam PIA (waarover later meer) maakt chocola van schijnbare wanorde. Audio verwerkt het net zo gemakkelijk als geschreven teksten. PIA haalt de kern eruit, vat alles samen, maakt er desgewenst een gelikte presentatie van en kan nog veel meer. Opeens is al die informatie doorzoekbaar bijvoorbeeld.

10 SECONDEN

Folkje Sjoerdsma: ,,Je kunt zo veel efficiënter werken. Aantekeningen maken hoeft niet meer. Je kunt gewoon luisteren. Waar een presentatie maken soms wel 60 manuren kostte, levert PIA er een in 10 seconden. We maken AI voor de mensen, we willen het leven makkelijker maken. Of zoals wij het zeggen: we maken iets waar mensen blij van worden. En dat doet ons ook goed.’’

Balto

Wie Koert van Ittersum en Guido de Rooij

Wat Platform voor ondersteuning medicijntrouw

Waar Haren

Waarom Omdat onnodig veel ongelukken gebeuren rond medicijngebruik

Hoe Dankzij een slim platform en steun van investeerders en zorginstanties

Het valt veel patiënten moeilijk om hun medicijnen trouw elke dag in te nemen. Ze vergeten soms hun pillen, maken een kuur niet af omdat ze geen klachten meer hebben, of stoppen vanwege bijwerkingen. Als gevolg hiervan neemt het risico toe dat de klachten verergeren, terugkomen of dat er nieuwe klachten ontstaan. In het ergste geval kan het zelfs levensbedreigend zijn. In Nederland overlijden jaarlijks 1600 hartpatiënten als gevolg van het niet of niet tijdig nemen van geneesmiddelen. Anesthesioloog Guido de Rooij en hoogleraar marketing Koert van Ittersum doen hier samen wat aan onder de naam Balto.

,,Wij kennen allebei genoeg voorbeelden uit onze directe omgeving. Medicatietrouw is een probleem’’, zegt Van Ittersum. Tijdens een verjaardag koppelde het lot hem zes jaar geleden aan De Rooij. ,,Koert en ik hadden een klik én we delen dezelfde zorgen. Niet veel later besloten we samen naar een oplossing te zoeken. Hij vanuit zijn expertise als gedragswetenschapper, ik met mijn kennis als arts en mijn ervaring met ICT.’’

‘MENSELIJKE AI’ IS BEKEND MET DE FRIESE TAAL BALTO GAAT LEVENS REDDEN

DAT WERKT

Folkje Sjoerdsma en Marc Wijnen hadden al een bedrijf: Messor. Dat doet aan marktcommunicatie in de breedste zin van het woord. Vanuit die werkzaamheden ontstond het idee dat AI van pas zou komen om het minder leuke deel van die marktcommunicatie af te dekken. ,,Tijdens een feestje ontmoetten we Domenique, die heel goed is met technologie, innovatie, nieuwe dingen. Niet veel later besloten we Humain’r op te richten.’’

In de begindagen was het lastig om de technologie op de markt te krijgen. In die tijd waren nog niet veel mensen bezig met AI, en leg dan maar eens uit wat je er allemaal mee kunt. Dat is vandaag de dag heel anders. ,,Zeker sinds de lancering van Chat GPT zien we een toenemende aandacht voor AI en dus ook voor ons platform.’’

LEVENSVERHALEN OPGEHAALD De technologie van het Friese bedrijf is heel kundig met alle typen vragenlijsten. Het platform is in staat om antwoorden op

open vragen te rangschikken en te verwerken. Zo ontstaat een kwalitatief beeld van een onderwerp, in plaats van de kwantitatieve uitkomsten die je meestal ziet. ,,We hebben op het Groninger Hogeland levensverhalen opgehaald van oudere inwoners. Ons platform kan al die verschillende anekdotes in elkaar schuiven en er een rode draad uithalen. Zo ontstaat een verbindend verhaal.’’

Bijzonder is de mix tussen audio en tekst die de technologie aankan. Daar zijn flink wat jaren aan ontwikkeling aan voorafgegaan. ,,Ons platform kan inmiddels 140 talen en dialecten begrijpen. En dat aantal breiden we steeds uit. Ons doel is altijd om technologie voor iedereen toegankelijk te maken. Dat begon met het Fries en wordt nu steeds meer.’’

De technologie is inmiddels zo goed dat het veroveren van de markt serieus is begonnen. Universiteiten en hogescholen gebruiken de technologie al. Ideaal voor studenten die op zoek moeten naar de

juiste informatie uit tal van bronnen. Overheden zijn gek op de samenvattingen die PIA maakt, bedrijven gebruiken het platform ook in steeds groteren getale. ,,De technologie staat. Nu is het zaak te blijven ontwikkelen. We hebben serieuze groeiambitie, ook over de grens.’’

PIA dus. Het platform van Humain’r (een samentrekking van humaan en AI) is genoemd naar Pia Postma, collega van het eerste uur, al sinds Messor. Folkje Sjoerdsma: ,,Zij staat voor betrouwbaarheid, professionaliteit, hard werken, dienstverlening. Dat zijn precies de eigenschappen die we aan ons platform wilden meegeven. We hebben haar gevraagd of ze het goed vond dat we het platform naar haar zouden noemen. Gelukkig zei ze ja.’’

Die oplossing bestaat uit een digitaal platform dat patiënten actief begeleidt tijdens de behandeling. Denk aan pushberichten, controlevragen, maar ook een brede vraagbaak waar patiënten bijna alle antwoorden op hun vragen vinden. En dat werkt. Een pilot onder ruim honderd patiënten wees uit dat de medicatietrouw significant verbetert. Begrijp je eigenlijk niet goed waarom het precies belangrijk is om je medicijnen in te nemen? Balto legt het uit. Heb je moeite om elke dag je medicijnen op hetzelfde moment in te nemen? Balto geeft tips en adviezen of stuurt je een herinnering. Heb je last van bijwerkingen? Balto weet wie je kan helpen. Is het tijd voor een herhaalrecept? Balto geeft je een seintje.

Minder doden, minder onnodige huisartsen apotheekbezoeken, levens redden, hoe meer, hoe beter. De doelen van Balto zijn niet gering. De twee oprichters zijn ervan overtuigd dat hun product een flinke slag kan slaan. Van Ittersum: ,,Zeker ook als het aankomt op de communicatie. Een huisarts gaat ervan uit dat de patiënt naar de apotheek loopt met een receptje, maar

niemand controleert dat. Komt de patiënt niet opdagen? Dan blijft het daar vaak bij. Begrijp me goed, wij beseffen heel goed dat dit geen onwil is van huisartsen en apothekers. Wij denken dat het grotendeels veroorzaakt wordt doordat niemand in staat is patiënten op individueel niveau te volgen en te begeleiden. Verder is er niet altijd duidelijk wie nu eigenlijk eindverantwoordelijk is voor de medicatietrouw van patiënten. En de consequenties hiervan worden versterkt door een chronisch gebrek aan tijd. En deze combinatie kan leiden tot ongelukken. Dat willen wij helpen voorkomen.’’

PRIVACY-EISEN Het platform van Balto moet een plek krijgen te midden van de zorg en nauw aansluiten bij de bestaande processen in huisartspraktijken en apotheken. Op die manier kan Balto in aanvulling op de huisarts en apotheker patiënten digitale ondersteuning bieden en zo de medicatietrouw helpen verbeteren en relevante informatie en inzichten terugkoppelen aan huisartsen en apothekers. Ze krijgen simpelweg meer en betere informatie. De Rooij: ,,Veel data wordt al bijgehouden, maar wij kunnen er veel meer mee. We ontsluiten die informatie,

met toestemming van patiënten, zodat patiënten beter geholpen worden.’’

Dat vergt veel tijd en middelen. Niet alleen omdat het bouwen van een platform zoals Balto tijdrovend is. Ook omdat de eisen op het gebied van privacy erg hoog zijn. Daarom bouwt het team stap voor stap verder, onder meer met de ondersteuning van Triade en RUG Ventures. Zorgvuldigheid is het credo, samenwerking met zorgpartijen, patiëntenorganisaties en instanties het devies. De twee mikken op 2026 als lanceringsjaar in Nederland.

PLUCHEN HOND

Het beginpunt voor de twee was het probleem, de oplossing wordt naarmate de tijd vordert steeds breder en groter. Van Ittersum: ,,We startten met medicatietrouw, maar we zijn nu ook stappen aan het zetten gericht op het verbeteren van therapietrouw. Daarnaast integreren we ook meer triagemogelijkheden om uit te zoeken waar patiënten mee zitten. Door middel van informatie en interventies verlenen wij vervolgens ondersteuning. Vaak kunnen patiënten daar meteen mee verder zonder dat ze de huisarts of apotheker hoeven te spreken. Op die manier neemt de druk op de praktijk en apotheek af. Voor alle

duidelijkheid: Balto geeft geen medisch advies. Wanneer er medisch advies wenselijk is volgt er een verwijzing naar de huisarts of apotheker.’’

Kijk, dat is nog eens een mes dat aan verschillende kanten snijdt. Dat het mes steeds multifunctioneler werd, ontstond organisch in Haren. Daar is Balto gevestigd, op de verdieping van een huisartsenpraktijk. Pontificaal opgesteld is een pluchen hond, de naamgever van de start-up. Balto is een beroemde sledehond die in 1925 hielp in barre omstandigheden in een recordtijd difteriemedicijnen te bezorgen in afgelegen dorpen in Alaska.

Dat was toen levensreddend, precies wat Balto vandaag moet zijn. ,,Het wordt steeds uitgebreider, omdat wij allebei vinden dat dat belangrijk is’’, zegt Guido de Rooij. ,,We hebben heel wat hooi op de vork genomen, maar na al die jaren van nadenken, ontwikkelen, testen en doorgaan, is onze passie niet verminderd. We gaan levens redden.’’

24 LEEUWARDER COURANT DONDERDAG25APRIL2024 LEEUWARDER COURANT DONDERDAG25APRIL2024 25
TEKST JEAN-PAUL TAFFIJN FOTO JACOB VAN ESSEN
FOLKJE SJOERDSMA
met taken die AI
kan
beter
MAAT KOERT VAN ITTERSUM EN GUIDO DE ROOIJ VAN BALTO

Holiday Ice: ‘Als ik wil, kan ik doorgroeien’

Jezelf blijven ontwikkelen op je werk, hoe mooi is dat? Holiday Ice in Sint Nicolaasga is een toonaangevende en innovatieve ijsfabrikant. Ontwikkelen betekent mensen een kans geven. ‘Wat zou jij willen?’, is een normale vraag. Aukje, Bram en Gerard vertellen over hun stappen binnen het bedrijf.

Holiday Ice groeit jaar na jaar en dat betekent werk voor meer mensen. Bram Vugts is een van hen. Hij verhuisde voor de liefde vanuit zijn vertrouwde Brabant naar Joure en ging op zoek. „Ik kwam al vrij snel bij Holiday Ice omdat ze daar mensen nodig hadden. Met een achtergrond in de horeca zag ik daar wel wat in. Ik werk hier nu drie jaar en het bevalt me prima. Ik ben hier begonnen als inpakker en had geen enkele ervaring in een productiebedrijf. Daarna ben ik palletiseur geworden. Na een jaar begonnen ze met de uitbreiding van de fabriek en vroeg mijn teamleider of ik mee wilde naar het nieuwe gedeelte. Dat is natuurlijk heel leuk. Er werd op deze nieuwe afdeling veel geautomatiseerd maar ik wist eigenlijk niets van techniek. Omdat ik graag wil leren, kon ik een opleiding

Onderhoudstechniek gaan doen om Technisch Operator te worden van de inpakafdeling, een nieuwe functie. Je zorgt ervoor dat je dingen oplost als er ergens iets stagneert. Als het heel ingewikkeld wordt, vragen we de Technische Dienst ons te helpen. Het leuke aan dit werk is dat je continu het hele proces in de gaten houdt, je moet alert zijn.” De informele sfeer binnen Holiday Ice en het idee dat je kansen krijgt als je iets wilt, spreken Bram heel erg aan. „Als ik wil kan ik doorgroeien en dat bevalt me prima.”

Bram Vugts – Technisch Operator

Meegroeien met het bedrijf Het Holiday Ice van nu lijkt in weinig meer op het bedrijf waar Aukje Valkema 24 jaar geleden begon. „Er is veel veranderd, het is veel groter geworden, er zijn in de loop van de jaren veel mensen en meer machines bij gekomen. En daardoor is veel werk fysiek ook veel minder zwaar dan toen. Die groei heeft mij ook kansen gegeven, want ik ben meegegroeid. Ik kwam hier via een uitzendbureau als inpakker, na een jaar kwam ik in vaste dienst. Een paar jaar later werd ik Hoofd Aflos zoals dat heet en plande ik het werk van de ploegen inpakkers. Dat is meer dan 17 jaar geleden, een andere tijd met veel meer pieken in de zomer. Toen mijn eerste kind geboren werd wilde ik graag terug naar de inpak omdat ik dat rustiger vond in combinatie met jonge kinderen. Dat kon, ook al was ik denk ik een van de eersten die dat vroeg. Een paar jaar later ben ik Afloscoördinator geworden. Ik werk nieuwe mensen in en we houden in grote lijnen het werk in de fabriek in de gaten”. Meegroeien

met een bedrijf dat verandert, bevalt Aukje nog steeds goed. „Veel werk is makkelijker geworden, er zijn meer functies en mogelijkheden gekomen. En de vijfploegendienst. Je weet daardoor goed waar je aan toe bent. Ik heb het nog steeds naar m’n zin hier, het is afwisselend en we hebben een superleuke ploeg mensen.”

Van timmerman naar hoofdoperator Gerard Hakbijl had het twaalf jaar geleden prima naar het zin als timmerman. Tot de recessie veel banen in de bouw wegvaagde en hij op straat stond. Via via kende hij Holiday Ice en solliciteerde er, want ook toen was er werk genoeg in de ijsfabriek. „Ik ben begonnen als machinebediende, het was voor mij allemaal nieuw. Ik was allang blij dat ik weer aan het werk kon. Ik ben een mens van de praktijk en dat heeft me geholpen hier want ik vind die technische kant heel erg leuk. Ik heb vooral veel mogen leren in de praktijk binnen Holiday Ice. Zo kon ik operator worden en ben ik daarna overgestapt naar de mixbereiding. Ik heb veel ervaring opgedaan en ben steeds meer allround geworden. Met alleen praktijk kom je er natuurlijk niet, dus ik heb ook een aantal papieren gehaald zoals Voeding niveau 2. Dat is eigenlijk de basis binnen Holiday Ice om verder te kunnen, deze

opleidingen worden ook vanuit het bedrijf geregeld. Toen ik Hoofdoperator kon worden, hoorde daar ook bij dat de volgende stap zette naar niveau 3 en daar ben ik nu mee bezig.” IJsjes maken zegt hij, heeft hem veel gebracht. „Niet alleen omdat we een mooie ploeg mensen hebben. Ik vind het een prachtig product, ik heb leren aanvoelen hoe het in de productie werkt, hoe het zich houdt en vormt. We hebben als team de vrijheid om binnen de kaders van de planning keuzes te maken en het blijft een uitdaging om alles optimaal draaiende te houden, dat vind ik mooi. Ik kan mezelf binnen het bedrijf ontwikkelen zoals ik graag zou willen en bij me past. Als je wilt groeien dan kan dat, ik zie het ook bij collega’s om me heen. Ik vind dat heel fijn, zeker ook omdat we jonge kinderen hebben, waar ik dankzij de vijfploegendienst alle tijd voor heb door de week. Ik heb het naar m’n zin en zie genoeg toekomst hier!”

Ben jij ook benieuwd geworden naar de mogelijkheden? Check dan onze vacatures via de QR code of op www.werkenbijholidayice.nl. www.holidayice.nl

ADVERTENTIE
Aukje Valkema – Productiecoördinator Gerard Hakbijl – Hoofdoperator

Uitbreiding van de productielocatie en een gezonde toekomst

Een moderne fabriek, meer verantwoord snoep en drop, en een gezonde aarde achterlaten voor volgende generaties: daar zet snoepfabrikant CCI uit Drachten vol op in. De voorbereiding voor de nieuwe fabriekshal van vijfduizend vierkante meter is bijna klaar en het assortiment aan snoep met een positieve impact wordt ook steeds groter. Ook is het bedrijf volop bezig haar footprint tot nul te reduceren.

Als een Feniks is het bedrijf uit de as herrezen, na de grote brand in 2021. „Het was uiteraard een grote ramp, laat daar geen misverstand over bestaan. Maar in plaats van bij de pakken neer te gaan zitten, zijn we gaan onderzoeken hoe we onze toekomst willen vormgeven. Dat was zonder de inzet en veerkracht van al onze medewerkers nooit gelukt”, zegt CEO Alfred Attema.

Medewerkers trots maken

Daarom wordt de aanstaande fabriekshal gebouwd naar de nieuwste normen, gericht op de toekomst. Een gezonde en milieuvriendelijke toekomst waarin de snoepfabrikant geen ‘traditionele suikerverwerker’ wil zijn maar een verantwoorde producent van snoep. „Wij willen dat onze 350 medewerkers trots kunnen zijn op de producten die ze hier elke dag maken”, zegt Attema.

CCI heeft drie fabrieken in Nederland en eentje in Duitsland en levert onder private label allerlei soorten snoep en drop aan bedrijven in Noordwest Europa die vervolgens hun eigen merklabel erop mogen zetten. Een gewone consument weet dus niet of zijn of haar snoep van CCI afkomstig is.

Op zich zou CCI puur kunnen produceren wat de klant wil en de verantwoordelijkheid kunnen neerleggen bij de bedrijven die de snoepproducten afnemen. Maar dat doet het niet, het wil de eigen verantwoordelijkheid nemen om verantwoord met mens en natuur om te gaan. „We produceren niet onder onze eigen merknaam, maar dat wil niet zeggen dat we geen eigen identiteit hebben.”

Gezonder snoep produceren is niet per definitie eenvoudig. Er komt behoorlijk veel denk- en onderzoekswerk bij kijken, ook in het vinden van verantwoorde grondstoffen die de aarde minder uitputten.

In 2025 alles vegan „We willen samen een bijdrage leveren aan het welzijn van volgende generaties, daarbij hoort ook dat we grondstoffen voor onze producten gebruiken die de aarde niet uitputten. ‘Sweets for all’, is ons motto. Zo willen we bijvoorbeeld dat in 2025 al onze producten vegan zijn. Nu is al zeventig procent vegan en/of vegetarisch, maar we willen naar de honderd procent toe. Een groot deel van onze snoep is ook al suikervrij en aan het einde van dit jaar zullen al onze verpakkingsmaterialen recyclebaar zijn.”

Overigens bedenkt CEO Attema deze koerswijziging niet in zijn eentje, maar met het leiderschapsteam van negen personen. Samen met externe ondersteuning is hier acht maanden aan gewerkt. „Hoezeer de wereld om ons heen ook verandert, mensen houden onveranderd van het genieten van een lekker snoepje. Wij willen als snoepproducent geen onderdeel van het

probleem zijn, maar juist onderdeel van de oplossing. Onze impact op de planeet en op de consument moet daarom positief zijn.”

CO2-uitstoot naar nul Enkele jaren geleden had CCI nog 18,5 miljoen CO2 aan uitstoot, op dit moment is de uitstoot verlaagd naar 4,5 miljoen per jaar. „We zullen CO2-neutraal gaan worden”, belooft Attema. Vanaf 2025 zal het bedrijf in staat zijn om haar productieprocessen volledig te elektrificeren waarbij honderd procent groene elektriciteit zal worden ingekocht en opgewekt. Uiteraard mede door een grote hoeveelheid zonnepanelen op het dak.

Attema: „We willen regelmatig gecontroleerd worden om zo aan de buitenwereld te kunnen tonen wat we doen. Daarom hebben we ons aangemeld voor B Corp certificering.” B Corpcertificering is een internationale certificering voor bedrijven - die duurzaamheid en een positieve sociale impact een blijvende plek geven in hun DNA. De B Corp-certificering kijkt naar de gehele bedrijfsvoering, van de impact in de productieketen tot de voordelen die medewerkers worden geboden.

„Wij hebben ook een omslag in denken richting onze collega’s gemaakt, ook omdat wij het fijn vinden om talentvolle medewerkers een kans te geven. Vroeger ging je ergens werken en moest je vooral uitvoeren wat het bedrijf je opdroeg en had je misschien maar een beetje eigen inbreng.

Tegenwoordig vinden wij het juist fijn als mensen hun ideeën aandragen over hoe we ons kunnen verbeteren voor mens en aarde en als bedrijf. We hebben een digitale ideeënbus en staan elke dag altijd open voor suggesties.” Mensen die graag bij zo’n bedrijf willen werken, mogen zich altijd aanmelden. „Wij nodigen iedereen graag uit die ons verder kan brengen, bijvoorbeeld op het gebied van proces-technologie, innovatie, digitalisering en business intelligence.”

www.ccicandy.nl

ADVERTENTIE
Alfred Attema

Volgende generatie Feenstra neemt tuin en groencentrum TUIN! over in De Westereen

De dagelijkse leiding van het ruim 40.000 vierkante meter grote tuincentrum TUIN! in De Westereen oftewel Zwaagwesteinde, wordt in 2025 overgenomen door de kinderen Sjoerd en Aafke. Hun ouders en tevens oprichters van het inmiddels grootste tuincentrum van de drie Noordelijke provincies, geven hen de ruimte. „Ik ben nu 66, het wordt tijd dat mijn vrouw Jikke en ik een stapje terug doen”, zegt Jan Feenstra.

Sjoerd en Aafke werken al meer dan 25 jaar mee in het familiebedrijf, dus weten precies hoe het bedrijf draait en wat er moet gebeuren om het draaiende te houden. Sterker nog, mede dankzij hen is het groeiende. De enkele jaren geleden door hen gestarte websites goedkopeolijfbomen.nl en tuinplantenonline.nl zorgt ervoor dat met name uit de drie noordelijke provincies en tevens de rest van Nederland en ook België en Duitsland het tuin- en groencentrum bezoeken of via de webshop kopen óf zelfs even een (mid)dagje komen kijken bij het tuincentrum dat heel handig vlakbij de nieuwe snelweg (de Centrale As, red) ligt.

Feenstra:”Daar zijn wij echt heel blij mee, met die Centrale As. Het heeft wel wat jaren geduurd voordat’ie er kwam, maar het is zowel voor onze klanten, als voor onze toeleveranciers en voor onze eigen bezorgdienst nu veel handiger. Het scheelt ontzettend veel reistijd.”

Elf hectare door bomen omzoomd Het met vele bomen omzoomde bedrijfsterrein van elf hectare ligt fraai verscholen langs die Centrale As en vormt het uiterste puntje van het bosrijke coulissenlandschap van de noordelijke Fryske Wâlden. Richting Leeuwarden wordt het landschap de weilandenvlakte waar de rest van Fryslân om bekend staat. Feenstra geniet dagelijks van de bosrijke natuur op zijn werkplek en van vogelsoorten zoals de houtsnip, groene specht, witgatje, boomkruipers en andere dieren zoals reeën en dergelijke die op zijn elf hectare voorkomen en er een natuurlijk geheel van maken.

Daarnaast heeft hij een deel van het terrein ingericht met waterpartijen en borders en boompartijen. Informatieborden over hoeveel libellesoorten, vlinders, bijen, planten en vogels er voorkomen complimenteren het geheel. Bezoekers van het tuincentrum mogen daar ook rondlopen en uitrusten en genieten op de bankjes die er staan.

Zoon Sjoerd, dochter Aafke en vader en moeder Jan en Jikke (v.l.n.r) genieten van het bedrijf dat zij hebben opgebouwd: inmiddels het grootste tuin- en groencentrum van Noord-Nederland.

Natuurfotograaf was hij ook graag geworden, maar hij zag toch een betere boterham in het verschiet als eigenaar van een tuincentrum, toen hij rond zijn veertigste besloot zijn beroep als verpleegkundige vaarwel te zeggen. In de avonduren heeft hij zijn hoveniersdiploma en middenstandsdiploma behaald voordat hij het eigen bedrijf startte.

Grootste tuin- en groencentrum NoordNederland Hij begon letterlijk met de verkoop met twee bakjes van elk 24 plantjes, wat een gigantische vlucht heeft genomen en nu het grootste tuin- en groencentrum van Noord-Nederland is geworden. Hij geniet van alles wat hij heeft bereikt en blijft er van genieten. Zodra het pensioen straks officieel aanbreekt, blijft hij genieten van het onderhouden van het grote terrein en hij zal ook gewoon daar waar nodig mee is blijven helpen. „Het is voor iedereen goed om in beweging te blijven”, weet hij.

De keuze van Jan en Jikke Feenstra voor het verkopen van alles wat groen is, is een goede keuze geweest. „Vele mediterrane en Europese bomen en 1500 soorten vaste planten, klimplanten, heesters, grassen, bamboes etcetera hebben wij in ons assortiment. Daar houden we van. Sjoerd en ik gaan jaarlijks naar Italië en Spanje en doen zelf de inkoop van onze bomen. Dan weten we ook precies wat voor kwaliteit we in huis halen, dat is belangrijk. Daarnaast verkopen we ook veel kamerplanten, binnen en buiten potterie en decoratieartikelen.” Een vijver, aquarium en dierenafdeling completeren het geheel.

Het hebben van 20.000 volgers op het facebookaccount geeft duidelijk aan dat de Feenstra’s weten wat populair is. „Wij volgen ook altijd de laatste trends, wij willen niks missen, kopen daarom bij de tien grootste leveranciers en stellen daaruit onze eigen collectie samen.”

Altijd grote Kerstshow

Zodra de gemeente Dantumadeel toestaat dat bedrijven ook op zondag open mogen (van de 349 gemeenten in Nederland is Dantumadeel één van de 12 bij wie een koopzondag nog niet mag), zijn de Feenstra’s helemaal blij. „Niet dat we elke zondag open willen gaan, maar het gaat ons vooral om de zondagen rond de kerstperiode omdat wij altijd met kerst flink uitpakken en de zondagen in het voorjaar.”

De overdekte winkel behelst 10.000 vierkante meter tuinproducten en biedt op dit moment werk aan veertien medewerkers. „Maar wij kunnen er altijd sterke mensen bij gebruiken die van aanpakken houden”, zegt Feenstra. Want de groei zit er nog steeds in, Dat zegt veel over de passie en inhoudelijke vakkennis van de Feenstra’s, die dagelijks van hun bijzondere bedrijf genieten. www.tuincentrumtuin.nl

ADVERTENTIE

Greenport Noord verbindt de tuinbouw

Onder het motto ‘Overal in Nederland doet tuinbouw ertoe’ verbindt Greenport Noord diverse partijen in de tuinbouwsector. De netwerkorganisatie ging in mei 2022 van start en heeft inmiddels 110 partners. ,,We willen doorgroeien naar zo’n vijfhonderd partners’’, vertelt voorzitter Inge Bergma-de Vries, die zelf eigenaar is van komkommerkwekerij Drenthe Growers in Erica.

Greenport Noord bestaat uit bedrijven in en rond de tuinbouw, overheden en instellingen die gezamenlijk werken aan het versterken van de tuinbouw in de regio. Het samenwerkingsverband richt zich op de tuinbouwsector in Drenthe, Groningen en Friesland, terwijl de andere afdelingen die onder Greenports Nederland vallen zich beperken tot één provincie. Inge Bergsma-de Vries: ,,Daar is voor gekozen omdat de tuinbouwclusters in het Noorden kleiner zijn dan in andere regio’s in het land, dus het is verstandig om gezamenlijk op te trekken. Het werkgebied wordt mogelijk nog groter, want we voeren gesprekken met partijen in Overijssel en Flevoland om ook deze provincies te laten aansluiten bij Greenport Noord.’’

Bestuur

Het bestuur van Greenport Noord laat een goede afspiegeling zien van de diversiteit aan partners. Secretaris Rieke Grooten is werkzaam als projectleider communicatie bij LTO Noord en dankzij haar vriend betrokken bij de bollenteelt, terwijl penningmeester Romkje de Hoop eigenaar is van Tuincentrum en kwekerij De Triemen in het Friese dorp De Trieme. Daarnaast zijn er drie algemeen bestuursleden: Martin Eising, directeur van Rabobank Het Drentse Land, Bastiaan Pelikaan, voorzitter College van bestuur Aeres Hogeschool en tuinder Coen de Jong. ,,De hoofdsectoren bollenteelt, glastuinbouw en boom, vaste planten en zomerbloementeelt, maar ook financiers en onderwijs zijn in ons bestuur vertegenwoordigd’’, zegt Inge Bergsma-de Vries. Zij is samen met Cees Ruhé, voorzitter van

Rieke, Romkje en Inge in de kas van Drenthe Growers.

Glastuinbouw Nederland Regio GroningenDrenthe, de initiatiefnemer van Greenport Noord. ,,Ondernemers in de tuinbouwsector zijn actief en weten elkaar heel goed te vinden als ze elkaar nodig hebben, maar het is goed om structureel met elkaar in contact te blijven zodat het wiel niet steeds opnieuw uitgevonden hoeft te worden.’’ Greenport Noord houdt kennissessies over uiteenlopende onderwerpen, onderhoudt fysiek en digitaal contact met de aangesloten partners en heeft tal van projecten voor verschillende doelgroepen om de omgeving mee te nemen in lopende processen.

Aandachtsgebieden

Gezamenlijk en via Greenports Nederland kan er gemakkelijker verbinding worden gelegd met de tuinbouwsector in de rest van het land, is er structureel contact met overheden en kan een antwoord worden gevonden op gezamenlijke problemen. Aandachtsgebieden zijn arbeid, energie, plantgezondheid en water. ,,Greenport Noord is overigens geen belangenorganisatie, want die zijn er voldoende in de tuinbouw’’, zegt Rieke Grooten. ,,Het gaat erom dat we door samenwerking de beste omstandigheden creëren om te kunnen ondernemen en ervoor te zorgen dat de tuinbouw een topsector blijft. We streven naar een duurzaam en vitaal tuinbouwcluster in Noord-Nederland.’’ Rieke Grooten ziet van dichtbij hoe uitdagend ondernemen in deze sector kan zijn. ,,Bollentelers krijgen veel kritiek. Het stellen van kritische vragen is zinvol, maar het is belangrijk om met elkaar in gesprek te blijven over de uitdagingen ten aanzien van grondgebruik

en gewasbescherming. Telers willen graag stappen zetten om verder te verduurzamen, maar de hele sector en ketenpartijen moeten daarin meebewegen. Greenport Noord speelt een faciliterende rol door telers en overheden bij elkaar te brengen. Daarnaast heeft de transitie, met bijvoorbeeld volop onderzoek naar biologisch telen, tijd nodig.’’

Tuinbouwakkoord

De partners van Greenport Noord werken gezamenlijk aan de uitvoering van het Tuinbouwakkoord, waarbij het in praktijk brengen van circulaire tuinbouw de rode draad is. Dat behelst niet alleen een klimaatneutrale tuinbouw, maar ook zaken als gezonde voeding, een groene leefomgeving, voldoende en goed opgeleide mensen voor groene banen op alle niveaus en internationalisering door marktontwikkeling en Europese samenwerking. ,,We willen onze doelen samen met de omgeving en met behoud van onze verdienmodellen en werkgelegenheid bereiken’’, zegt Romkje de Hoop. ,,Dankzij Greenport Noord zitten alle betrokken partijen bij elkaar aan tafel, waardoor ook overheden beter geïnformeerd zijn. Zij kennen vaak wel onze uitdagingen, maar zijn zich niet altijd bewust van onze kracht. Ook in de rest van Nederland is nauwelijks bekend hoe groot de sector in het Noorden is. Als Noorderlingen mogen we onze trots wel wat meer uitdragen en ook daarom is het belangrijk om samen te werken.’’ greenportnoord.nl

ADVERTENTIE

Chemport Europe: samenwerken voor een groene, duurzame chemie

In Noord-Nederland vinden vernieuwende ontwikkelingen plaats in de chemie. De focus ligt op vergroening en duurzaamheid. Veel ondernemers veranderen fundamentele processen of verkennen nieuwe technologieën. Chemport Europe werkt als samenwerkingsverband vanuit die visie naar verandering. Drie bedrijven uit de Chemport- regio onderstrepen de kracht van samenwerking en continue ontwikkeling: Nobian, Hempflax en Verborg Groep.

Nieuwe bioraffinaderij direct succesvol Een nieuwe economische activiteit in het noorden. Impuls voor de vestiging van andere bedrijven en activiteiten. De nieuwe bioraffinaderij van de Verborg Groep in het Groningse Farmsum draagt regionaal bij aan de mondiale transitie.

De groene trend in de chemische sector krijgt met de raffinaderij een stevige impuls. In de fabriek worden ruwe biogrondstoffen met behulp van stoom bewerkt tot plantaardige oliën en vetten. De fabriek verrees in recordtempo op de grondvesten van het oude Nedalco- terrein in Farmsum. De Verborg Group is een joint venture van Goedhart Borgesius, John Borgesius en Hedde Verhagen. „In een jaar van tekening naar operationeel”, vertelt Goedhart Borgesius met gepaste trots, samen met zijn broer John eigenaar van Borgesius Group en Airogroup in

Ambitie voor verandering

Chemport Europe streeft naar een NoordNederlandse chemische industrie die groen en duurzaam is. In een tijd waarin deze sector dringend groener moet worden, is er een gedeelde ambitie in het noorden van Nederland om deze verandering te bewerkstelligen. Aan deze ambitie wordt samengewerkt door overheden en ruim 100 bedrijven en kennisinstellingen.

Samenwerken, ondersteunen, onderzoeken Het belang van deze samenwerking is groot. Alleen door samen te werken, kunnen we de transitie naar groene chemie te versnellen. Door gezamenlijke inspanningen kunnen complexe uitdagingen effectiever worden aangepakt. Chemport faciliteert deze samenwerking en zorgt ervoor dat geen enkele partij deze uitdaging alleen hoeft aan te gaan. Daarnaast ondersteunt Chemport bedrijven die willen overstappen naar groene praktijken. Of het nu gaat om bestaande bedrijven in de regio of om nieuwe ondernemingen die zich willen vestigen, Chemport biedt hulp en een netwerk om deze transitie mogelijk te maken. Ten derde vormt fundamenteel onderzoek de basis voor innovatie in de chemische sector. Chemport moedigt daarom de samenwerking tussen onderzoekers en bedrijven aan om nieuwe kennis om te zetten in praktische toepassingen.

Overgang naar hernieuwbare grondstoffen cruciaal Een cruciaal aspect van de verschuiving naar duurzame chemie is de overgang van fossiele naar hernieuwbare koolstofgrondstoffen. Chemport richt zich daarom op vier belangrijke bronnen voor groene chemie: circulaire polymeren, biomassa, waterstof en kooldioxide. Deze focus reflecteert de rijke mogelijkheden die de regio biedt op het gebied van groene grondstoffen.

Stadskanaal. „Dit is een ideale locatie aan het water vanwege de aanvoer overzee. Toen we deze locatie op het oog kregen voor onze plannen, hoefden we niet meer verder te zoeken. Er was ook direct een klik met Hedde Verhagen, eigenaar van HCV investment. En hoe mooi is het dat je samen aan zo’n project kan werken en ontwikkelen. De historische waarde van de oude Nedalco- fabriek is gebleven. Van binnen is het een hypermoderne fabriek geworden, waarin we fysisch, dus op basis van stoom in plaats van chemische omzetting werken.”

Concrete verduurzaming met regionaal perspectief

Aan de samenwerking in dit bijzondere project dankt Verborg Group zijn naam: de samenvoeging van de familiebedrijven Verhagen en Borgesius. „Een unieke fabriek, die dankzij uitgekiende engineering in het hele ontwerp

negenenzestig procent minder uitstoot kent dan traditionele fabrieken en een netto nul productieproces nastreeft. Uniek, omdat het de eerste Noord- Nederlandse bioraffinaderij is en voorziet in de grote behoefte aan bruikbare bouwstenen voor de agro-, voedings-, en technische industrie. Het is een schot in de roos, want we worden al benaderd door bedrijven die graag met hun activiteiten aansluiten op onze nieuwe raffinaderij. We verwachten daarom ook zeker nog vele uitbreidingen, zodat we nog meer applicaties kunnen aanbieden aan een grotere diversiteit van bedrijven. De onderzoeken daarvoor aan Rijksuniversiteit Groningen, zijn zeer hoopvol.”

De concrete behoefte aan niet- fossiele grondstoffen, halffabricaten en productapplicaties in allerlei sectoren is groot, vertelt Goedhart Borgesius. „We dragen concreet bij aan de

ADVERTENTIE
Verborg Group, directie

ADVERTENTIE

mondiale transitie. De bewustwording van fossiel naar plantaardig neemt toe. Natuurlijk, het is heel lokaal en misschien een druppel op de gloeiende plaat op wereldschaal, maar we dragen concreet bij aan verandering door hier stappen te zetten in verduurzaming van de keten en we bieden regionaal perspectief.”

Vraag vervangers fossiele grondstoffen stijgt

De industriële toepassingen van het natuurlijke materiaal hennep zijn oneindig. Om de cirkel rond te maken verduurzaamt Hempflax in Oude Pekela het eigen proces. Naast die ambitie verbreedt het in rap tempo de product diversiteit. „De vraag naar vervangers van fossiele grondstoffen is enorm”, stelt Linde Snijders.

Om de kracht van lokaal geteelde duurzame hennep bij te zetten, wil Hempflax in het komende jaar de cirkel rondmaken in verduurzaming van de eigen processen. „Zonnepanelen op dak en verduurzaming van het wagenpark waren de makkelijke stappen. We zijn inmiddels van het gas af en afval uit het productieproces hebben we ook niet meer. Nu zijn we bezig aan met het klimaatneutraal maken van het proces, van de hennepoogst en bijbehorend transport tot en met onze verpakkingen. Iedere keer een stapje en samenwerken met alle partijen die daar ook hun rol in spelen, van kennisinstellingen tot bedrijven”, zegt Linde Snijders, vestigings- en operationele manager van Hempflax in Oude Pekela.

Betekenis regio neemt toe Ondertussen groeit de vraag naar vervangende producten voor fossiele grondstoffen in rap tempo, signaleert ze. „Dat is hoopvol en het is aan ons daar in te voorzien. De belangstelling voor hennep in hygiëne-artikelen neemt sterk toe, net als de mogelijkheden van hennep in allerlei composieten en naar nog meer mogelijkheden in bouwmaterialen.”

„Samenwerking binnen Chemport Europe door bijvoorbeeld beursbezoek, met bedrijven in de Innovatie Hub Oost-Groningen (IHOG) en met kennisinstellingen Rijksuniversiteit en Hanzehogeschool is cruciaal, omdat het een breder netwerk, proceskennis en producttoepassingen oplevert. De aandacht voor kansen van in de regio aanwezig grondstoffen wordt steeds vaker onderkent, de betekenis van de regio als leverancier van duurzame grondstoffen en producten neemt toe. Ja, ook met kledingvezels uit hennep zijn we voortdurend bezig, we komen iedere keer een stap verder.”

„Het doel is om onze lokaal geteelde duurzame hennep zo te krijgen dat er een fijne vezel ontstaat die rechtstreeks naar de kledingindustrie kan; een natuurlijk product zonder chemische bewerking. Voor die fijne vezels is de vraag groot en wij zitten

er bovenop. Een kleine kanttekening: als we 1% van het katoen zouden vervangen, is er zo’n 1,8 miljoen hectare hennep nodig. Maar wat we vooral zien is dat we middenin in de transitie naar duurzamere ketens en toepassingen zitten en dat de kansen van natuurlijke materialen voor de regio steeds groter worden.”

Samen vinden we oplossingen Nobian heeft de heldere ambitie om nog voor 2040 een van de meest duurzame chemische bedrijven van Europa te worden. Nobian's duurzaamheidsprogramma 'Grow Greener Together', waarvan samenwerking en betrokkenheid van belanghebbenden en gemeenschappen een belangrijk onderdeel uitmaakt, ondersteunt dit.

Samenwerking met je omgeving, is daarom bij uitstek de manier om complexe vraagstukken op te lossen, zegt Anne Arkenbout, Site Asset & Technology Manager van Nobian Delfzijl. Anne Arkenbout werd landelijk verkozen tot Plant Manager of the Year 2023 en daarmee boegbeeld voor de Nederlandse procesindustrie. „Door allerlei gesprekken heb ik meer geleerd over wat er leeft bij bedrijven, omwonenden en studenten. Het deed me ook beter beseffen welke kennis we in huis hebben en hoe we kunnen bijdragen aan verduurzaming, innovatie en aan de maatschappij. Voor ons is dat vanzelfsprekend, maar we moeten blijven uitdragen hoezeer chemie is bedacht om ons leven comfortbel te maken en wat wij daarin betekenen. Tegelijk zie

je ook wat er soms in een omgeving mist en waaraan we vanuit Nobian kunnen bijdragen.” Grow Greener Together, zegt ze, is niet zomaar gekozen om de ambitieuze duurzame strategie van Nobian te duiden. „Klein beginnen zeg ik vaak, als mens de wil hebben te veranderen. Praten, leren van elkaar, samen oplossingen bedenken naar duurzamere processen en producten. We zijn met onze kennis van fundamentele processen deel van een geheel, lokaal hier in Delfzijl, landelijk en Europees; dat geeft veel mogelijkheden om concreet stappen te zetten.”

Meer dan energie alleen „Onze duurzaamheidsambitie heeft heldere parameters, zoals veilige, duurzame zoutwinning en concreet het terugdringen van het gebruik van aardgas. We willen twee van onze drie zoutfabrieken vervangen door elektrisch aangedreven fabrieken. Dan gebruiken we in plaats van stoom op basis van aardgas straks alleen nog elektriciteit en restwarmte. En gelukkig zien we steeds vaker binnen en buiten Nobian, de betekenis die elektrolyse kan hebben in het oplossen van transitievraagstukken. We maken dat stap voor stap concreet door de inzet van nog efficiëntere elektrolyse in het chloorproces, het toepassen van elektriciteit in onze zoutfabrieken en het gebruik van elektriciteit in plaats van stoom. In Delfzijl zetten we in op meer gebruik van zon en wind in de afstemming van onze productie met de omgeving. We schalen productie af als dat noodzakelijk is met het oog op de elektriciteitsbehoefte op het openbare net. Ik merk dat het energie geeft om met elkaar nieuwe stappen te zetten naar groener. Vanuit Nobian kunnen we een veilige haven van kennis en ontwikkeling zijn voor andere bedrijven en startups. Omgekeerd mogen wij vaker vragen of een ander ons kan helpen, want duurzamer is veel breder dan energie alleen. Het gaat ook over de transitie van materialen en andere ketens, zoals bijvoorbeeld water. Het zijn grote vraagstukken, maar met elkaar kunnen we er oplossingen voor vinden.”

www.chemport.eu

Nobian Electrolysehal

Veertig jaar uniek geneesmiddelenonderzoek

Veertig jaar. Zo lang is het geleden dat ICON startte met geneesmiddelenonderzoek in Noord-Nederland. Een mooie mijlpaal en een goed moment om herinneringen op te halen en te beseffen hoe bijzonder dit lustrum eigenlijk is.

De afgelopen vier decennia bestrijken heel wat hoogte- en dieptepunten en bijzondere gebeurtenissen. Voor de meeste mensen is vooral de jarenlange vestiging in het voormalig Noordelijk Sanatorium in Zuidlaren bekend. Deelnemers en medewerkers die samen volleybalden in de tuinen, pizza’s op bestelling. Daar was altijd wat te doen.

Vraag het maar aan hen die het allemaal meemaakten. Ze zijn er nog veel, medewerkers die er al vanaf de beginjaren bij waren. Ze zagen het bedrijf opgebouwd worden, groeien, failliet gaan, een doorstart maken en overgenomen worden. Nu zijn ze onderdeel van ICON, een wereldwijd concern waar ruim 40.000 mensen werken. Een indrukwekkende ontwikkeling die gezien en gevierd mag worden.

„Toch is er veel nog hetzelfde als toen in die kleine kliniek in Assen en het pand in Zuidlaren”, zegt Ina Kremer. Zij begon in 1991 als verpleegkundige bij wat toen nog Pharma BioResearch heette. Anno nu geeft ze leiding aan de afdeling Learning, Quality & Development van ICON. „Weet je wat het rare is? We zijn heel groot inmiddels, maar de sfeer is nog net als toen. Dat is bijzonder, maar dat heb je pas in de gaten als je mensen spreekt die hier niet werken.”

Die bijzondere sfeer heeft ongetwijfeld te maken met de ontstaansgeschiedenis van het bedrijf. Het begon allemaal aan de Beilerstraat in Assen. In het onderzoekskliniekje daar startte de apotheker Jan Jonkman in 1984 met medicijnonderzoek op

gezonde mensen. Via advertenties in de krant kwamen vooral studenten af op de aantrekkelijke beloning. Ze werden een paar dagen verzorgd, stonden bloed af, lieten zich onderzoeken en streken hun geld op. Allemaal volgens strenge richtlijnen en onder zware controle.

Dat was uniek. Zulk geneesmiddelonderzoek in de eerste fase gebeurde in Nederland nergens anders. De farmaceutische industrie zat er duidelijk op te wachten. Na een paar jaar verbouwde Pharma Bio-Research het Noordelijk Sanatorium in Zuidlaren om fors uit te kunnen breiden. „Als ik terugdenk aan die tijd: dat voelt als een warm bad”, vertelt Brenda LubbenHingstman, die 21 jaar geleden in dienst kwam en nu een leidinggevende rol in het onderzoekscentrum vervult. „Ik zag een vacature in de krant, had nooit van Pharma Bio-Research gehoord, maar kon er als verpleegkundige aan de slag. Een geweldige tijd was het. En nog steeds. Ik ben ervan overtuigd dat ik hier mijn pensioen ga halen.”

Pionieren was het in die beginfase. De gekste dingen maakten de medewerkers mee. Onderzoeksdeelnemers die stiekem rookten, vrienden die werden uitgenodigd om ’s avonds spelletjes te spelen, zelfs relaties die ontstonden in het onderzoekscentrum. Ina Kremer: „Soms werd er aangebeld, bleek dat jongens pizza’s hadden besteld. Dat kon allemaal. Door de huiskamersfeer die er hing lukte het altijd om te blijven doen waar het om ging: goed onderzoek leveren.”

ICON Elk jaar begeleiden artsen, onderzoekers en verpleegkundigen in Assen en Groningen vijftig tot zestig geneesmiddelenstudies. Meer dan 20.000 bloed- en urinemonsters worden daarvoor jaarlijks geanalyseerd om de veiligheid, effectiviteit en langetermijneffecten van nieuwe medicijnen vast te stellen. Wereldwijd heeft ICON dik 40.000 mensen in dienst, verdeeld over 113 locaties in 46 landen. In Noord-Nederland is ICON een van de grootste werkgevers. Het bedrijf is marktleider in Nederland en voorloper op het gebied van Life Science & Health.

Ook Martin Schuiling, directeur van de afdeling Project Delivery, kijkt met warme gevoelens terug op die eerste jaren. Hij startte een kwart eeuw geleden en hield zich bezig met het begeleiden van klanten; farmaceutische bedrijven die hun onderzoek door het instituut lieten uitvoeren. „Het pand in Zuidlaren was van buiten indrukwekkend, ook voor onze klanten. Het was binnen juist gezellig. Ik kan me een groepje dames herinneren dat zich jaarlijks gezamenlijk aanmeldden voor een onderzoek. Dat was een uitje voor ze. Ze brachten altijd naaimachines mee en zaten gezellig een paar dagen te handwerken. Schitterend.”

Alles is anders nu, zo lijkt het. De onderzoekscentra in Groningen zijn veel professioneler, de onderzoeken zijn uitgebreider en complexer, de eisen nog hoger. En toch is er nog veel hetzelfde. Het principe is gelijk, de sfeer op de gang ook. Brenda Lubben-Hingstman weet dat als geen ander. Zij besloot een paar jaar geleden een baan in een ziekenhuis aan te nemen. Na dik een half jaar was ze terug. „Ik miste het, de manier waarop iedereen hier met elkaar om gaat. Toen heb ik pas echt gemerkt hoe bijzonder dat is. Weet je, als ik door Zuidlaren rijd en ik zie dat gebouw, dan voel ik nog altijd een vorm van trots dat ik onderdeel ben van dit bedrijf.”

Hoe groot het bedrijf de afgelopen jaren ook geworden is, één ding blijft altijd centraal staan voor de medewerkers van ICON. Iedereen werkt voor hetzelfde doel: zo goed en zo snel mogelijk de beste geneesmiddelen helpen ontwikkelen, zodat die beschikbaar komen voor de mensen die ze nodig hebben. Hun onderzoeken leiden tot soms baanbrekende medicijnen, hoewel ze zelf niet altijd weten welke. Martin Schuiling: „Ik krijg soms kippenvel als ik verhalen hoor over wat die medicijnen teweeg hebben gebracht. Autoimmuunziekten, diabetes, obesitas; we hebben meegewerkt aan de ontwikkeling van allerlei middelen om die aandoeningen te bestrijden. Mij staat vooral een medicijn bij tegen Cystic Fibrosis (taaislijmziekte), een zeldzame longziekte. Kinderen die dat hadden, gingen vroeger jong dood. Nu hebben ze een lang leven, dankzij de medicijnen waaraan wij een bijdrage hebben geleverd. Dat doet je wat.”

www.geneesmiddelenonderzoek.nl

ADVERTENTIE
Ina Kremer, Brenda Lubben-Hingstman en Martin Schuiling bij de deurknoppen van de oorspronkelijke kliniek, gevormd naar de farmacokinetische curve

Volgende generatie Feenstra neemt tuin en groencentrum TUIN! over in De Westereen

De dagelijkse leiding van het ruim 40.000 vierkante meter grote tuincentrum TUIN! in De Westereen oftewel Zwaagwesteinde, wordt in 2025 overgenomen door de kinderen Sjoerd en Aafke. Hun ouders en tevens oprichters van het inmiddels grootste tuincentrum van de drie Noordelijke provincies, geven hen de ruimte. „Ik ben nu 66, het wordt tijd dat mijn vrouw Jikke en ik een stapje terug doen”, zegt Jan Feenstra.

Sjoerd en Aafke werken al meer dan 25 jaar mee in het familiebedrijf, dus weten precies hoe het bedrijf draait en wat er moet gebeuren om het draaiende te houden. Sterker nog, mede dankzij hen is het groeiende. De enkele jaren geleden door hen gestarte websites goedkopeolijfbomen.nl en tuinplantenonline.nl zorgt ervoor dat met name uit de drie noordelijke provincies en tevens de rest van Nederland en ook België en Duitsland het tuin- en groencentrum bezoeken of via de webshop kopen óf zelfs even een (mid)dagje komen kijken bij het tuincentrum dat heel handig vlakbij de nieuwe snelweg (de Centrale As, red) ligt.

Feenstra:”Daar zijn wij echt heel blij mee, met die Centrale As. Het heeft wel wat jaren geduurd voordat’ie er kwam, maar het is zowel voor onze klanten, als voor onze toeleveranciers en voor onze eigen bezorgdienst nu veel handiger. Het scheelt ontzettend veel reistijd.”

Elf hectare door bomen omzoomd Het met vele bomen omzoomde bedrijfsterrein van elf hectare ligt fraai verscholen langs die Centrale As en vormt het uiterste puntje van het bosrijke coulissenlandschap van de noordelijke Fryske Wâlden. Richting Leeuwarden wordt het landschap de weilandenvlakte waar de rest van Fryslân om bekend staat. Feenstra geniet dagelijks van de bosrijke natuur op zijn werkplek en van vogelsoorten zoals de houtsnip, groene specht, witgatje, boomkruipers en andere dieren zoals reeën en dergelijke die op zijn elf hectare voorkomen en er een natuurlijk geheel van maken.

Daarnaast heeft hij een deel van het terrein ingericht met waterpartijen en borders en boompartijen. Informatieborden over hoeveel libellesoorten, vlinders, bijen, planten en vogels er voorkomen complimenteren het geheel. Bezoekers van het tuincentrum mogen daar ook rondlopen en uitrusten en genieten op de bankjes die er staan. Natuurfotograaf was hij ook graag geworden, maar hij zag toch een betere boterham in het verschiet als eigenaar van een tuincentrum, toen hij rond zijn veertigste besloot zijn beroep als verpleegkundige vaarwel te zeggen. In de avonduren heeft hij zijn hoveniersdiploma en middenstandsdiploma behaald voordat hij het eigen bedrijf startte.

Grootste tuin- en groencentrum NoordNederland Hij begon letterlijk met de verkoop met twee bakjes van elk 24 plantjes, wat een gigantische vlucht heeft genomen en nu het grootste tuin- en groencentrum van Noord-Nederland is geworden. Hij geniet van alles wat hij heeft bereikt en blijft er van genieten. Zodra het pensioen straks officieel aanbreekt, blijft hij genieten van het onderhouden van het grote terrein en hij zal ook gewoon daar waar nodig mee is blijven helpen. „Het is voor iedereen goed om in beweging te blijven”, weet hij.

Zoon Sjoerd, dochter Aafke en vader en moeder Jan en Jikke (v.l.n.r) genieten van het bedrijf dat zij hebben opgebouwd: inmiddels het grootste tuin- en groencentrum van Noord-Nederland.

De keuze van Jan en Jikke Feenstra voor het verkopen van alles wat groen is, is een goede keuze geweest. „Vele mediterrane en Europese bomen en 1500 soorten vaste planten, klimplanten, heesters, grassen, bamboes etcetera hebben wij in ons assortiment. Daar houden we van. Sjoerd en ik gaan jaarlijks naar Italië en Spanje en doen zelf de inkoop van onze bomen. Dan weten we ook precies wat voor kwaliteit we in huis halen, dat is belangrijk. Daarnaast verkopen we ook veel kamerplanten, binnen en buiten potterie en decoratieartikelen.” Een vijver, aquarium en dierenafdeling completeren het geheel.

Het hebben van 20.000 volgers op het facebookaccount geeft duidelijk aan dat de Feenstra’s weten wat populair is. „Wij volgen ook altijd de laatste trends, wij willen niks missen, kopen daarom bij de tien grootste leveranciers en stellen daaruit onze eigen collectie samen.”

Altijd grote Kerstshow

Zodra de gemeente Dantumadeel toestaat dat bedrijven ook op zondag open mogen (van de 349 gemeenten in Nederland is Dantumadeel één van de 12 bij wie een koopzondag nog niet mag), zijn de Feenstra’s helemaal blij. „Niet dat we elke zondag open willen gaan, maar het gaat ons vooral om de zondagen rond de kerstperiode omdat wij altijd met kerst flink uitpakken en de zondagen in het voorjaar.”

De overdekte winkel behelst 10.000 vierkante meter tuinproducten en biedt op dit moment werk aan veertien medewerkers. „Maar wij kunnen er altijd sterke mensen bij gebruiken die van aanpakken houden”, zegt Feenstra. Want de groei zit er nog steeds in, Dat zegt veel over de passie en inhoudelijke vakkennis van de Feenstra’s, die dagelijks van hun bijzondere bedrijf genieten. www.tuincentrumtuin.nl

ADVERTENTIE

Specialistische kennis- en productpartner voor de agrarische sector

In 2025 bestaat BTN De Haas 100 jaar. Wat in 1925 begon met de verkoop van bietenmolens en handschoffelmachines, is uitgegroeid tot een toonaangevende agrarische groothandel, dat tot ver buiten Groningen bekendheid geniet. Dat komt niet alleen door het uitgebreide assortiment aan producten, maar bovenal door 42 toegewijde medewerkers, die naast passie vaak zelf nog affiniteit met de agrarische sector hebben.

Onlangs heeft BTN De Haas de stap gezet naar een nieuwe merkidentiteit, onderdeel daarvan is de introductie van een nieuw logo. „We zijn in de afgelopen jaren veel meer geworden dan agrarische groothandel”, zegt algemeen directeur Kees Freije. „We hebben ons ontwikkeld tot kennis- en productpartner in bestaande en nieuwe productgroepen en dat willen we met onze nieuwe uitstraling kracht bijzetten.”

„De verandering van groothandel naar kennis- en productpartner komt krachtiger over wanneer dit gepaard gaat met een nieuwe (merk)uitstraling”, gaat financieel directeur Bram Stuive verder. „We zijn op vele kanalen actief en daarom wilden een

uniforme en frisse uitstraling, die onze nieuwe manier van werken ondersteunt.”

Klantbeleving

„We zijn een agrarische groothandel, maar doen veel meer dan klanten vaak weten”, gaat Kees verder. „Zo beschikken we over een agrarische klantenservice, een eigen werkplaats voor reparaties en een prachtige webshop en doen we zelf de inkoop en het prijsbeleid. Naast de agrarische sector bedienen we ook de bouw, industrie, hoveniers, groenvoorziening en iedereen die zich hier prettig bij voelt. In onze ruime winkel stellen we met name de klantbeleving voorop.” En dat werkt. Bram: Veel klanten komen in onze winkel om de producten te beleven, om te zien welke nieuwe producten er op de markt zijn of om gewoon even de sfeer te proeven.”

Beloftes

In de nieuwe visie heeft BTN De Haas haar identiteit in 5 beloftes vastgelegd: de agrarische sector zit in ons hart, vanuit de praktijk kennen we uw behoefte, de beste prijs in de markt, advies door specialisten en Groningse nuchterheid. „We weten wat er in de praktijk wordt gevraagd,

omdat we veel collega’s hebben die naast het werken bij BTN De Haas zelf nog in de praktijk werkzaam zijn. Dat maakt dat je vanuit de praktijk een passend advies kunt geven”, geeft Kees aan. „Daarnaast hebben we in Frankrijk, waar ons moederbedrijf zit, een praktijkboerderij, waar bijna alle producten die bij BTN De Haas te koop zijn vooraf worden getest. Er zijn weinig bedrijven die hun wortels nog zo sterk in de agrarische sector hebben”, voegt Bram toe.

Bijna 100 jaar

Vanzelfsprekend wordt het 100-jarig bestaan volgend jaar uitgebreid gevierd. Kees: „We hebben al bijna 100 jaar de focus op de agrarische sector, zo blijkt uit de advertenties uit die tijd, dat is best uniek. Op basis van de klantbehoefte het assortiment verbreden, met op elk vakgebied specialisme, blijft de focus. Een groot stuk trots dat we met het gehele team in zo’n mooi bedrijf mogen werken. Dat is waar we voor staan, al bijna 100 jaar. Dat merken klanten en dat wordt gewaardeerd. Mede daardoor zijn we in staat om ons de komende jaren door te ontwikkelen met de agrarische sector.” www.btndehaas.nl

ADVERTENTIE

Countus: zorgen bepaalde bedrijven bij afbouw derogatie

De afbouw van de derogatie moet leiden tot algehele afschaffing in 2026. Bij Countus zitten specialisten klaar om per bedrijf te kijken wat mogelijk is binnen de complexiteit van wet- en regelgeving, zeggen Marcel van Alphen en Harmen Westra van Countus.

Dat het mestdossier complex is, hoef je de agrarische specialisten als Van Alphen en Westra niet uit te leggen. Harmen Westra is sinds 2007 adviseur voor melkveehouders en kent de wet- en regelgeving op z’n duimpje. Marcel van Alphen –mede-eigenaar van Alan Accountants en Adviseurs, dat net onderdeel is geworden van Countus – is geworteld in de agrarische sector en praat mee in diverse discussiegroepen in de keten.

Het meest effectief, zeggen beide adviseurs met hart voor de agrarische sector, is per bedrijf te kijken wat je het beste kunt doen.

„Met alle parameters die je hebt van een bedrijf, moet je kijken wat er wel kan, omdat niet generiek is aan te geven wat het beste is. Een van de opties waar we positief resultaat van zien, is samenwerking en afstemming tussen melkveehouders en

akkerbouwers in hetzelfde gebied. Vanuit eigen gezichtspunten doen veel van hen een beroep op meer beschikbaar land”, zegt Harmen Westra. „Over en weer kun je kijken of en hoe je landgebruik en mestafzet kunt combineren. Iets dat misschien nooit hoefde, maar nu vanuit de problematiek van schaarse ruimte, in een aantal gevallen kan het lonend zijn bij het zoeken naar oplossingen binnen de mestproblematiek.” Ze tekenen aan dat uitruilen van (blijvend) grasland zijn beperkingen voor het GLB heeft en dat met name het weer (draagkracht van het land) van grote invloed is op de mogelijkheid om mest uit te rijden op de grond van de akkerbouwer.

Zorgen om kleine en familiebedrijven „Inzicht in een bedrijf helpt om specifiek aan de knoppen te draaien. Optimaliseren van de bedrijfsvoering en financieel resultaat, zoeken naar een ander verdienmodel, het zijn verschillende vertrekpunten. Mest kost geld, dus de vraag is aan welke knoppen jij met jouw bedrijf en in jouw situatie het beste kunt draaien om minder mest af te voeren. Naast de lagere kosten voor mestafzet heeft dit vaak een extra positief effect op het financiële resultaat van het bedrijf. De complexiteit en de druk van wet- en regelgeving vraagt om inzicht om daar te komen”, zegt Westra. „We merken bij veel boeren dat ze best hun bedrijfsvoering willen aanpassen, maar

stellen met hen vast dat de wet- en regelgeving zo complex en vaak zo tegengesteld is aan het doel wat men politiek eigenlijk wil bereiken, dat veel boeren uiteindelijk weinig kanten op kunnen. Het is heel jammer dat niet beter inhoudelijk is gekeken wat wel effectief zou zijn geweest om bepaalde doelen te halen. We maken ons zorgen of met name kleinere en familiebedrijven dit overleven. Daar zitten juist veel bedrijven tussen die wel graag landbouw en natuur combineren, dat zijn ze gewend. Door stapeling van maatregelen en stijgende kostprijs is de intensivering toegenomen. Afschaffing van derogatie leidt vooral tot weer hogere lasten en een grotere druk op het milieu door toenemend mesttransport over grotere afstanden, meer kunstmestgebruik en meer druk op de toch al schaarse ruimte in ons land.”

Politiek bestuurlijk hopen Van Alphen en Westra dat vaker per gebied gekeken wordt welke landbouw en natuurvormen het beste passen Tegen de boeren zeggen ze, het ondernemerschap wordt steeds belangrijker en kijk met een gespecialiseerd adviseur naar wat jij wel kunt doen binnen de gestelde kaders om je bedrijf een duurzame toekomst te geven.

www.countus.nl

ADVERTENTIE
Harmen Westra en. Marcel van Alphen

De kern van groeiend succes: de waarde van de aardappel en z’n teler

In het vlakke land van Oosterbierum in de Friese gemeente Waadhoeke, is de aardappelverwerkende fabriek van Lamb Weston een vaste waarde. Al decennialang worden hier aardappels verwerkt tot bevroren aardappelproducten en aardappelvlokken. Scheidend plantmanager

Bas van Damme en senior director agriculture Jan Willem Sepers lichten het groeiende succes toe.

„De aardappel heeft een enorme voedingswaarde, dat is simpel gezegd waar het om draait. En daar maken wij producten van. Hier in Oosterbierum verwerken we aardappels uit Noord- Nederland tot hoogwaardige frietproducten en aardappelvlokken, een grondstof voor de productie van bijvoorbeeld chips, aardappelkroketjes, gnocchi of als basis voor soep en broodmix. ‘Oosterbierum’ is al decennia een vaste waarde voor Lamb Weston dat in Nederland vier fabrieken en haar Europese hoofdkantoor heeft. We groeien wereldwijd, omdat aardappelproducten populair zijn in een toenemend aantal regio’s, zoals het MiddenOosten en Azie.”, vertelt Jan Willem Sepers, die verantwoordelijk is binnen Lamb Weston voor de inkoop van aardappelen in Europa.

„Dat biedt ook deze fabriek z’n toekomst. Ik heb de afgelopen zeven jaar met veel plezier in Oosterbierum mogen werken en begrijp meer dan ooit de betekenis van deze fabriek binnen het bedrijf: ze is geworteld in een omgeving waar de aardappel onlosmakelijk is verbonden met historie en toekomst. En met de 125 mensen die hier werken; zij zijn trots op wat hier wordt geproduceerd, het is hun fabriek. Ze vormen met elkaar een mooie mix van loyaliteit, ervaring, kennis, passie, vakmanschap en innovatie. Van alle leeftijden en gedreven. We zijn er de afgelopen jaren in geslaagd door samenwerking met het onderwijs een groeiend aantal nieuwe en jonge mensen aan ons te binden. Hun intrinsieke motivatie om hier te willen werken toont niet alleen de ontwikkelingspotentie van deze locatie, maar ook haar blijvende waarde binnen het bedrijf. Ik ga voor Lamb Weston terug naar mijn geboortestreek Zeeland, maar neem met trots en plezier afscheid. Hier staat een stabiele fabriek met een hoge mate van eigenaarschap van de mensen die er werken. Een locatie met een positieve toekomst als aantrekkelijk werkgever die

blijvend investeert in haar mensen en hun mogelijkheden”, zegt Bas van Damme, die als plantmanager na zeven jaar wordt opgevolgd door Wiebe Jongsma.

Rust en zekerheid als basis

Lamb Weston is groot in de verwerking van de aardappel tot diepgevroren aardappelproducten, zoals bijvoorbeeld de Twister Fries en Potato Dippers en hecht daarom grote waarde aan de aardappel en z’n teler. „We verwerken met Lamb Weston zo’n 1,7 miljoen ton aardappelen, dat is een rij vrachtwagens van Groningen tot Marseille, oftewel een oppervlakte van 35.000 voetbalvelden. Dat met name Noord-West Europa die positie heeft, is mede te danken aan de rijke grond, haar ligging en de infrastructuur met havens als Rotterdam en Antwerpen. De kracht van de aardappel zit in de eenvoud: het is een van de meest duurzame natuurlijke voedselproducten, waar je een grote diversiteit van andere producten van kunt maken. De vraag naar aardappel en aardappelproduct neemt toe en dat zal voorlopig zo blijven. De samenwerking met onze belangrijkste partners, de telers van de aardappels, was en is voor ons daarom zo wezenlijk. Je hebt elkaar over lengte van jaren nodig. Je wilt weten wat je aan elkaar hebt, vertrouwen op elkaar in goede en in slechte tijden. Het is je willen inspannen voor elkaar, omdat je de passie voor het product deelt en elkaar op korte en lange termijn nodig hebt om de keten duurzaam te laten functioneren.

We werken samen vanuit een eerlijke en open houding over prijs en productieproces en investeren in hulpmiddelen en software om telers blijvend te ondersteunen. Het creëren van rust en zekerheden voor onze partners is voor ons een kernwaarde. Daarnaast luisteren we scherp naar ontwikkelingen en vragen uit de maatschappij en de markt en investeren we in vernieuwing en

Jan Willem Sepers

verduurzaming van productie en producten”, licht Jan Willem Sepers het groeiende succes toe.

Bijdragen aan duurzame teelt, productie en levering

Hij vervolgt: „We zien niet alleen een aardappel. We zien vooral de mogelijkheden van die bekende en vertrouwde aardappel. Het helpt enorm dat we weten waar we vandaan komen; ons dna wordt gekenmerkt door boerenkomaf en bijbehorend ondernemerschap. Vertrouwen in elkaar hoort daarbij, net als eerlijk zijn over wat er om je heen gebeurt. Dat betekent dat we ons er zeer van bewust zijn dat we leven in een wereld van schaarste aan natuurlijke hulpbronnen. De vraag die we ons stellen is wat Lamb Weston kan bijdragen om de druk op onze aarde en haar natuurlijke hulpbronnen te verlagen. Juist daarom is het van blijvend belang om bij te dragen aan duurzame teelt, productie en levering. Dat begint met de manier waarop je met elkaar om wilt gaan. Dat is de basis van Lamb Weston en het fundament van samenwerking met onze telers om ervoor te zorgen dat er in lengte van jaren goede en gezonde aardappels beschikbaar zijn om er heerlijke voedzame producten van te maken.”

lambweston.eu

ADVERTENTIE

Mechanisatiebedrijf D. Kuipers is creatief in bewegende markt

„Wij zitten in een bewegende markt en dan moet je creatief zijn”, zegt Keimpe van der Zee van mechanisatiebedrijf D. Kuipers, met vestigingen in Greonterp en Witmarsum. Het bedrijf bestaat dit jaar exact 45 jaar, is opgericht in Greonterp door Dominicus Kuipers en telt veertig medewerkers. Kuipers doet het inmiddels iets rustiger aan, al is rustig een relatief begrip. „Hij is nog altijd lekker fanatiek”, lacht Van der Zee.

Van der Zee werkt sinds 2011 in het bedrijf en is inmiddels ook een kenner van elk detail in het bedrijf dat 40 medewerkers heeft. Binnenkort gaat hij directeur-eigenaar worden en Dominicus opvolgen. „We zijn er al een jaar of zes/zeven mee bezig, over een maand of twee zal de overdacht officieel plaatsvinden.”

Continuïteit van het bedrijf Voor Van der Zee is het mooi dat hij het aandelenpakket kan overnemen, maar het gaat hem niet om de eigen eer en eigen portemonnee. „Het belangrijkste voor mij is de continuïteit van dit bedrijf. Het is een prachtig bedrijf en we zijn actief in een markt met mensen waar ik me prettig bij voel.”

De 40-jarige Van der Zee, getrouwd en vader van twee kinderen, voelt ook een verantwoordelijkheid richting de medewerkers. „Met hun gezinnen erbij gerekend hebben we elke maand toch de verantwoordelijkheid dat er voor 160 mensen brood op de plank komt.”

Blij en gelukkig

Hij voelt zich als een vis in het water in het boerenleven waar het mechanisatiebedrijf zich in begeeft. Neemt ’s avonds en in de weekenden de storingstelefoon mee naar huis om bij acute mechanisatieproblemen klanten meteen te hulp te kunnen schieten of externe hulp te regelen. Van dat dynamische ‘altijd aan staan’ wordt hij veel blijer en gelukkiger dan van de (kantoor)baan die hij bij een accountantskantoor vervulde voordat hij Dominicus Kuipers tegenkwam. „Mijn vrouw ziet dat ook en steunt me daar gelukkig ook in.”

Als een veehouder een mechanisch probleem op zijn bedrijf heeft, kan dat grote consequenties hebben omdat het vee elke dag moet worden gemolken. „Dat maakt dat als een boer belt met een probleem, dat er dan ook echt een probleem is. Ze bellen niet zomaar.” Het werken in deze branche geeft hem veel voldoening, omdat hij ook echt iets kan betekenen voor de klanten en hun bedrijfsvoering.

Klanten wereldwijd Klanten zitten tegenwoordig wereldwijd, van het Midden-Oosten tot en met Canada. Leuk detail: ook tweevoudig elfstedentochtwinnaar Evert van Benthem heeft net weer een paar nieuwe Massey

Fergusons aangeschaft. Vanuit de haven van Emden zijn ze per schip naar Canada vervoerd.

Mechanisatiebedrijf D. Kuipers is leverancier van nieuwe en gebruikte landbouwmachines en onderdelen voor de veeteelt, akkerbouw en voor tuin en park. Het voert onder meer de merken Massey Ferguson, Joskin, Strautmann en Peecon en biedt een goede service. Dankzij een uitstekende samenwerking tussen de filialen in Greonterp en Witmarsum zijn machines en onderdelen snel beschikbaar. Het complete aanbod zorgt ervoor dat het bedrijf voor elke uitdaging de juiste oplossing in huis heeft.

De klanten ontzorgen, met hen meedenken, denken in oplossingen: het zit in het dna van het bedrijf gegoten. De trouwe klanten weten dat het geen luchtig verkooppraatje is, maar dat het echt zo werkt.

Robotisering gaat geleidelijk

De producten worden elk jaar een beetje beter,

comfortabeler, handiger. Robotisering neemt steeds een beetje meer toe, evenals autonoom (via gps) te besturen apparatuur op het land. „Het gaat geleidelijk, stapje voor stapje, maar we zien dat het steeds meer toeneemt. In Friesland draaien nu enkele machines die autonoom het gras uit het land halen en aan de koeien voeren, dat is een interessante ontwikkeling.”

Bovendien is het bedrijf erop gefocust om zo goed en voordelig mogelijk in te kopen, zodat het ook een scherpe en voordelig mogelijke prijs naar de klanten kan doorberekenen. „Dat wordt steeds belangrijker, want boeren hebben het niet makkelijk momenteel met de steeds veranderende wet- en regelgeving.”

Daarom is het verhuren van gebruikte machines ook een handig onderdeel van het bedrijf, voor elke portemonnee zijn er passende mogelijkheden. De medewerkers op de reparatieafdeling zorgen er bovendien voor dat de apparatuur zo lang mogelijk mee kan.

Dat leveren gaat zoals eerder vermeld ook ‘gewoon’ wereldwijd. „We verschepen via Emden, Rotterdam, Antwerpen, dat maakt niet uit: we regelen al het papierwerk dat daarbij komt kijken. Dat is ook een kracht.” Bovendien is het actuele aanbod goed vindbaar op de website. „We hebben het op internet ook goed voor elkaar.” Goed voor elkaar, in de meerdere betekenissen ervan, zit en blijft in het dna van het bedrijf. Dat is zeker.

www.dkuipers.nl

ADVERTENTIE
Keimpe van der Zee

Footprint baktarwe kan kleiner

De CO2-footprint van baktarwe kan omlaag. Dat is de stellige overtuiging van Jan Nammen Jukema, Conceptmanager Akkerbouw bij Agrifirm. Samen met bakmeelproducent Dossche Mills en 12 Friese en Groningse telers wordt de emissie dit jaar al met 30 procent verlaagd.

De CO2-footprint van de teelt van baktarwe bestaat vooral uit de productie van kunstmest, de emissie van lachgas uit de bodem én het dieselverbruik tijdens de teelt. In totaal bedraagt de footprint op het akkerbouwbedrijf 0,3 tot 1,07 kilo CO2-eq per kilo versgewicht, blijkt uit recent onderzoek in opdracht van BO-Akkerbouw. “Als je de footprint van een brood uitrekent, dan is de tarweteelt verantwoordelijk voor ± 25 tot 30 procent van de totale uitstoot. Als coöperatie hebben we een unieke positie in de graanketen en daarmee ook de verantwoordelijkheid om teelttechnische oplossingen te vinden én een goed verdienmodel voor de telers te creëren waarmee we de footprint kunnen verlagen”, aldus Jukema.

Low Carbon baktarwe

Om de ambitie van baktarwe met een kleinere footprint concreet te maken, startten Agrifirm en Waddenmolen (onderdeel van Dossche Mills) het project ‘Low Carbon baktarwe’. In het teeltgebied langs de Waddenzee zijn 12 Friese en Groningse telers op 200 hectare begonnen aan de emissiearme tarweteelt. “Voor 2030 streven we naar halvering van de emissies. En gelijktijdig schalen we op naar meer hectares. We hebben dus echt ambitie om de teelt van baktarwe te verduurzamen”, zegt Jukema enthousiast.

Duurzame teelt past in lange termijn strategie “Verduurzaming van de teelt doen we voor de lange termijn. Het moet de kwaliteit en opbrengst van tarwe in ons teeltgebied veiligstellen”, zegt Arne Steelandt, Manager Strategische Partners bij Dossche Mills.

Premie op bereiken doelstelling

Belangrijke onderdelen in het project zijn het gebruik van groene kunstmest, nitrificatieremmers én trekkers die op circulaire HVO-diesel rijden. Bij het behalen van de reductiedoelstelling van dit jaar, ontvangen de deelnemers een toeslag op de uitbetalingsprijs. Jukema: “Het is belangrijk dat verduurzaming van de totale keten ook daadwerkelijk een hoger inkomen voor de teler oplevert.”

Groene kunstmest

Kunstmest is, volgens het onderzoek van BOAkkerbouw, verantwoordelijk voor 40 procent van alle emissies die direct aan de tarweteelt zijn verbonden. “We hebben daarom gezocht naar een kunstmestproducent die volledig met duurzame energie produceert. Fertiberia uit Spanje past perfect bij onze ambitie”, legt productmanager Levi Bin van Agrifirm-dochter Cebeco uit. “Naast de productie is ook de emissie van lachgas uit de bodem, die bij alle stikstofmeststoffen ontstaat, een aanzienlijk aandeel in de footprint. Om die emissie terug te dringen, bevat de meststof een coating die de stikstof langzamer beschikbaar maakt. Tegelijkertijd wordt de nitrificatie geremd.

Het Belgische familiebedrijf koopt al haar baktarwe van telers in West-Europa. In die regio zijn klimaatverandering en (mest)wetgeving risico’s die de tarweteelt onder druk zetten. “Om onze aanvoer voor de toekomst veilig te stellen, investeren we in verduurzaming van de teelt. Daarbij gaat het om de stikstofefficiëntie, verbetering van de bodemkwaliteit én om reductie

van de footprint”, zegt Steelandt. “Als bedrijf halveren we de footprint in 2030. Daarvan komt 80 procent voor rekening van de teelt. Zo kunnen we voldoen aan de vraag van onze klanten naar klimaatvriendelijke tarwebloem.”

Groene kunstmest moet in elke stap groen zijn Groen geproduceerde stikstofkunstmest wordt de norm in West-Europa. Het Spaanse Fertiberia is al overgeschakeld op zonneenergie, maar heeft ook een oplossing voor de emissies die bij het gebruik van de kunstmest op het land ontstaan. Via Van de Reijt Meststoffen beschikt Fertiberia over eigen opslag in Moerdijk en heeft het vanaf september dit jaar een opslaglocatie aan het water in Drachten.

De productie van stikstofkunstmest vraagt veel energie. In West-Europa werd daarvoor tot nu toe vooral gas gebruikt. Stijgende energieprijzen én de politiek-maatschappelijk druk om CO2-emissie fors terug te dringen, noopt de Europese kunstmestindustrie om over te schakelen op duurzame energiebronnen. “We zijn in 2022 gestart met die transitie en produceren nu als eerste producent onze stikstofkunstmest met energie uit zon, wind en waterkracht”, zegt Marc van Doorn, Head Green Development bij kunstmestfabrikant Fertiberia in Spanje. Daarnaast heeft Fertiberia de vervolgstappen in het productieproces klimaatvriendelijk gemaakt. De emissie van lachgas (N2O) – een sterk broeikasgas – is vrijwel nul bij de productie van nitraat.

De markt van dieselproducten is de laatste jaren sterk veranderd; van diesel met een verplichte bijmenging van biodiesel (maximaal 7 procent), tot biobrandstoffen gebaseerd op reststromen van plantaardige oliën en vetten. Deze laatste categorie wordt aangeduid met de term HVO (Hydrotreated Vegetable Oil). “HVO is een

brandstof die qua chemische samenstelling en eigenschappen gelijk is aan fossiele diesel, alleen dan afkomstig van bijvoorbeeld frituurvet. Door hergebruik van plantaardige oliën en vetten bespaar je op fossiele brandstof. Dat vertaalt zich in een kleinere footprint”, legt Pistoor uit.

Het Friese familiebedrijf levert via een landelijk dealernetwerk HVO-brandstoffen onder de eigen merknaam Blauwe Diesel, in verschillende samenstellingen: 20, 30, 40, 50 én een 100 procent HVO onder de naam Neste MY Renewable Diesel. Hoe hoger het getal, des te groter het positieve effect op het klimaat. “Daarnaast benadrukken we altijd het kwaliteitsverschil van HVO ten opzichte van diesel met een bio-bijmenging. HVO is gelijk aan pure diesel. Zowel jonge als oude dieselmotoren doen het er perfect op. Je kunt zonder technische aanpassingen omschakelen naar een klimaatvriendelijke brandstof.”

HVO-brandstof verlaagt direct de footprint van tarweteelt “Landbouwtrekkers die rijden op HVO brandstoffen verlagen de CO2-uitstoot op agrarische bedrijven. We participeren met onze Blauwe Diesel daarom graag in CO2reductieprojecten, zoals in Low Carbon Baktarwe van Agrifirm en Dossche Mills”, zegt Benjamin Pistoor van Future Fuels uit het Friese Oudehaske. “Binnen dit project leveren wij de brandstof met 50 procent HVO. Daarmee realiseer je een CO2-reductie van 45 procent.”

In de rol van brandstofleverancier binnen het Low Carbon Baktarwe-project zorgt Future Fuels voor levering van de brandstof aan de deelnemers én voor de benodigde certificaten om het CO2effect onafhankelijk aan te tonen.

www.agrifirm.nl

ADVERTENTIE
‘Het mestprobleem oplossen en tegelijk het milieu verbeteren’

Zou dat kunnen? Ja, dat kan. Dat bewijst Mavitec uit Heerhugowaard al een aantal jaren met het vergassen van dierlijke mest dat wordt omgezet in duurzame energie en EcoChar, een krachtige bodemverbeteraar. „Mest van dieren moet niet als een probleem worden gezien, maar vooral als een oplossing”, geeft Hendrik Hijlkema, Business Unit Director bij Mavitec aan. Juist in Noord-Nederland liggen er kansen voor vergassing van dierlijke mest, omdat hier de hele keten aanwezig is om de gewonnen duurzame energie en EcoChar in diverse sectoren in te zetten.

Mavitec is een onderneming waar het omdenken tot specialisme is verheven. Het bedrijf bestaat uit drie onderdelen, te weten Rendering, Green Energy en Environmental. „Bij alles wat we doen worden restproducten, waar eigenlijk niemand iets mee kan, hergebruikt en staat een oplossing voor het milieu voorop”, legt eigenaar en CEO Maco van Heumen uit. „Dat begon begin deze eeuw met het verwerken van slachtbijproducten. Met een modern woord noemen we dat rendering. Alle niet eetbare delen van dieren worden via een compleet systeem en apparatuur omgezet in eiwitten en vetten.”

Een aantal jaren later kwam Mavitec met een oplossing voor de zogenaamde ‘over datum’ producten, waar onder andere veel supermarkten mee te maken hebben. Producten die niet naar andere gebruikers kunnen, worden via een bepaald proces omgezet in biogas, compost en veevoer. „Uiteraard wordt daarbij de verpakking van het product gescheiden”, legt Van Heumen uit.

Oplossing

De innovatieve technologie die diverse soorten dierlijke mest en andere organische stoffen omzet in duurzame energie en EcoChar, waarmee Mavitec een aantal jaren geleden op de markt kwam, kan de oplossing zijn voor diverse hedendaagse milieuvraagstukken. „Niet alleen in Nederland, maar wereldwijd”, geeft Hijlkema aan. „Het is niet voor niets dat potentiële klanten van over de hele wereld bij ons komen kijken hoe deze technologie werkt. Wat dat betreft doen wij het als Noord-Nederland sowieso goed. Er zit hier ontzettend veel kennis, waarmee we wereldwijd een belangrijke rol kunnen spelen bij het oplossen van milieuproblematiek. De techniek is er weliswaar, maar het ontbreekt juist in ons land nog aan de wil om er daadwerkelijk mee aan de slag te gaan.”

Hoe werkt het vergassen van dierlijke mest? Van Heumen:„ De mest gaat in gedroogde vorm in de machine en wordt vervolgens verhit tot 760 graden, voor dat drogen gebruiken we de energie

die uit de mest zelf afkomstig is. Interessant is dat uit 2 ton kippenmest ongeveer 6 ton stoom geproduceerd kan worden. Wanneer mest wordt verwarmd ontstaan door verdampingsprocessen een mix van gassen. In het tweede deel van de installatie wordt deze mix van gassen geoxideerd en ontstaat veel warmte. Deze omzetting gaat in vergelijking tot de productie van biogas heel erg snel en is meer effectief. Vervolgens blijft er een stabiele koolstoffractie over, het zogenaamde EcoChar, dat voor verschillende doeleinden kan worden gebruikt. Bovendien wordt tijdens dit proces duurzame energie geproduceerd, wat hergebruikt kan worden.”

Actieve koolvervanger

„EcoChar kan op het land worden gebruikt, het is een actieve koolvervanger, ook geschikt om lucht en water te zuiveren”, gaat Hijlkema verder. „We zijn inmiddels in overleg met diverse

waterschappen die EcoChar en onze technologie willen inzetten om water en slib te zuiveren, waarbij je ziektekiemen en antibiotica kunt neutraliseren en zelfs PFAS voor een groot deel onschadelijk kunt maken. Daarvoor is weliswaar nog meer onderzoek nodig, wat door de Universiteit van Wageningen wordt uitgevoerd, maar de eerste resultaten stemmen hoopvol. Tenslotte kan BioChar worden bijgemengd in stalvoer, wat leidt tot minder ammoniak.”

De investering in een vergassingsinstallatie is gunstiger dan in een biogasinstallatie. Hijlkema:„ Onze installatie past met name in een omgeving waar je ook afnemers hebt van de producten die bij het productieproces ontstaan. Wat dat betreft kijk ik bijvoorbeeld naar de omgeving van Eemshaven en Delfzijl, waar de eerste gesprekken inmiddels gaande zijn. Met deze vergassingsinstallatie kunnen we ervoor zorgen dat we in de hele dierlijke keten geen afval meer hebben. Er zitten zoveel nuttige elementen in mest waar we ons voordeel mee kunnen doen. Daar moeten we veel meer op inzetten.”

Dat het anders kan en anders moet, daar is men bij Mavitec van overtuigd. „We zitten in een transitie, het winnen van gas is voorbij, maar laten we bij de zoektocht naar een oplossing vooral niet de dierlijke sector vergeten. Daarin lopen we in Noord-Nederland voorop en daar mogen we best wat trotser op zijn.” www.mavitec.com

ADVERTENTIE

Pure Health & Earth: Veendammer magnesium voor in voeding

Het begon vier jaar geleden met experimenteren in een broodbakmachine. En nu kunnen we brood bakken en verrijken met magnesium, net als kaas, cheesecake en ook drop, pastasaus en ham, allemaal voorzien van een Veendams geheim.

In de industrie is Nedmag groot, in de landbouw, de energiesector, het milieu en meer. Het magnesiumzout dat in Veendam uit de grond wordt gehaald, kent tal van toepassingen, al heel lang. Maar er komen steeds nieuwe bij. Magnesiumzout kan helpen om de stikstofuitstoot in de landbouw te verlagen bijvoorbeeld. Én de goede eigenschappen vinden steeds meer hun weg in de voeding- en gezondheidssector. Speciaal voor die toepassingen opende het bedrijf onlangs een nieuwe productielijn. Omdat de wereld ook overtuigd raakt van het voordeel van magnesiumzout.

Tel maar even mee. Veel mensen wereldwijd kampen met een tekort aan magnesium, terwijl het mineraal bijdraagt aan gezonde hart- en bloedvaten. Ook de spieren, botten en hersenen hebben magnesium nodig. Dat was al bekend, vandaar dat magnesiumsupplementen overal in de wereld gebruikt worden. Magnesium werd in 2018 zelfs uitgeroepen tot supplement van het jaar. Maar wat nu als we dit mineraal toevoegen aan ons dagelijkse voeding? Dan eten we ons gezonder. Zeker als je je realiseert dat magnesium natrium (tafelzout) kan verlagen, waar we teveel van binnen krijgen.

De eerste experimenten om aan te tonen dat magnesiumzout een waardevolle en bruikbare voedingsstof is, vonden - een paar jaar geleden nog maar - plaats bij Nedmag. Voedingsspecialist

Willem-Jan Bakker werd speciaal daarvoor aangetrokken. „Mijn opdracht was simpel: kijk eens wat je met magnesiumzout in voeding kunt. Dat was een hele uitdaging. Als eerste ben ik met twee broodbakmachines in de weer gegaan om te zien of ik gewoon tafelzout kon vervangen en in welke dosering.”

Drop, kaas, cheesecake, brood, pastasaus en ham

Eind vorig jaar, tijdens de Food Ingredients Europe beurs in Frankfurt, werd Pure Health & Earth geïntroduceerd. Want onder die naam produceert Nedmag magnesiumzout speciaal voor in de voedingssector. Marieke Klement van Nedmag: „Het zijn zoutkristallen die in alles lijken op het zout dat de industrie gewend is te gebruiken. En om die kristallen zo mooi en zuiver te krijgen, was die nieuwe productielijn op de winningslocatie in Tripscompagnie nodig.”

Grote klanten hebben zich al gemeld. Zo gaan de magnesiumzoutkristallen onder meer naar Italië, als ingrediënt van pastasauzen en voor verwerking in hammen. En dan is er nog de opkomst van de Veendammer. Dat is een belegen kaas, gemaakt met boerenmelk door de familie Slob in Giessenburg. Bakker: „Daar is ook zout vervangen door magnesium. Dat maakt de kaas niet alleen gezonder, maar geeft hem ook een

specifieke smaak die zeer gewaardeerd wordt. Ik stond er niet zo lang geleden mee op de beurs en mensen kwamen keer op keer langs om een blokje te proeven. Echt heerlijk is ie. De kaas blijft soepeler en romiger vanwege het magnesium.” Voeding is beleving. Smaak is essentieel. Daarom test Pure Health & Earth zelf producten die verrijkt zijn met magnesium. Bakker: „Dit is iets nieuws. De voedingsindustrie moet dit begrijpen en omarmen en daar helpen wij natuurlijk graag bij. We willen zelf weten hoe het mineraal zich gedraagt in verschillende toepassingen, zodat we gericht advies kunnen geven.” Inmiddels verrees in Veendam een heus foodlab met apparatuur waar dagelijks wordt onderzocht welke effecten magnesium heeft op smaak, textuur, houdbaarheid en meer. Marieke Klement: „We bouwen hier aan het kenniscentrum magnesium.”

De hele wereld moet bezig met zoutreductie, waarschuwt de WHO. Magnesium kan in dat streven van grote waarde zijn. Daarom zetten ze er in Veendam fors op in. De medewerkers van Nedmag weten wat de voordelen zijn. Zij proeven al jaren af en toe nieuwe producten. Vooral de zoutarme, magnesiumrijke drop vindt gretig aftrek. Bakker: „Dat wordt weer een drogisterijproduct. Dit is de toekomst.” www.nedmag.nl

ADVERTENTIE
Marieke Klement en Willem-Jan Bakker bij Bakkerij Fleddérus in Hooghalen, waar magnesiumzout al wordt gebruikt als ingrediënt om gezonde cheesecake te maken.

Het Horeca Vakcollege: Kweekvijver voor horecatalent

VHC ActiFood in Oosterwolde heeft dé plek voor toekomstig horecatalent: het Horeca Vakcollege. Onder leiding van gepassioneerde docenten worden hier talenten opgeleid tot helden in de horeca. Welke uitdagingen dit met zich meebrengt en welke kansen dit biedt? Edwin van Lambalgen, samen met Emiel Oosting het gezicht van de opleidingen in Oosterwolde en op Terschelling, geeft ons een kijkje in het Training & Experience Center.

Het vinden en behouden van kwalitatief personeel in de horeca: een steeds grotere uitdaging. Maar dat blijft bij VHC ActiFood natuurlijk niet onopgemerkt. Edwin vertelt, “elke uitdaging

brengt een kans met zich mee, en daar maken we hier goed gebruik van. We gaan als groothandel tenslotte verder dan alleen het leveren van producten aan horecaondernemers.”

Onder het mom van de relatief nieuwe slogan ‘alles voor een slimme zaak’ doen ze bij VHC ActiFood dus meer dan alleen bevoorrading. Eén van de extra’s: de SVH-erkende opleidingen. Deze worden aangeboden in het Training & Experience Center in Oosterwolde en op Terschelling. Met de focus op praktijkgericht leren bieden wij de cursus SVH Sociale Hygiëne en 3 daagse cursus SVH Leermeester aan, met het examen op dezelfde locatie. Of je bent na 25 lesdagen in het bezit van een diploma SVH Kok en SVH zelfstandig werkend kok.

"We geloven in het belang van persoonlijke aandacht en begeleiding", legt Edwin uit. "Met onze kleinschalige klassen hebben we de ruimte om elke leerling de individuele ondersteuning te bieden die nodig is. Zo vertrekken de leerlingen niet alleen met een mooi diploma op zak, maar kunnen ze ook daadwerkelijk succesvol aan de slag in de horecabranche."

De huidige uitdaging op het gebied van personeel in de horeca biedt dus duidelijk ook zijn kansen. Edwin gaat verder: “Ik geloof dat door te

Advocatenkantoor Faber, Specialist in bestuursrecht

investeren in het opleiden van horecatalent, we niet alleen bijdragen aan het oplossen van het personeelstekort. Ook de kwaliteit en de toekomstbestendigheid van de branche pakken we hiermee aan.” Edwin stoomt samen met zijn collega-docenten de leerlingen klaar tot volwaardige professionals. Klaar om de uitdagingen van de horecawereld aan te gaan. Het Horeca Vakcollege is meer dan alleen een opleidingsinstituut. Enerzijds een plek waar dromen worden waargemaakt, anderzijds een plek waar de toekomst van de horeca wordt gevormd. Bij VHC ActiFood investeren we in talent, en dat weerspiegelt zich goed in het reilen en zeilen van het Horeca Vakcollege. Dan komt de rest namelijk vanzelf. Edwin knoopt een einde aan het verhaal: “Want door te investeren in talent, investeren we in de groei en bloei van de hele sector.”

Meer weten over het Horeca Vakcollege en het aanbod van SVH-erkende opleidingen? Tijdens de open dagen op maandag 27 mei en dinsdag 11 juni verwelkomen Edwin van Lambalgen en Emiel Oosting jou graag in het Training & Experience Center in Oosterwolde! www.actifood.nl

De overheid neemt op vele terreinen besluiten:

• Bouwen • Onderwijs,

• Milieu • Openbare orde

• Subsidies • Inkomen

Overheden dienen bij het nemen van besluiten met vele belangen rekening te houden. Het recht van bezwaar en beroep tegen deze besluiten is in Nederland ingevoerd om te waarborgen dat degene wiens belang wordt geraakt door een besluit inspraak heeft. Advocatenkantoor Faber is in 2018 door mr.dr. K.A. Faber opgericht.

De specialisatie van het kantoor is bestuursrecht. Voor juridische bijstand kunt u terecht bij Advocatenkantoor Faber op onderstaand adres: Burgemeester Falkenaweg 54 8442 LE Heerenveen T. 0513 746 746

E. k.faber@advocatenkantoorfaber.nl www.advocatenkantoorfaber.nl

ADVERTENTIE
Edwin van Lambalgen, Opleidingscoördinator Horeca Vakcollege

Ausnutria nodigt je uit: geef onze nieuwe fabriek vorm en inhoud

In Heerenveen wordt de laatste hand gelegd aan een nieuwe fabriek van Ausnutria. State-of-art. Geen gasaansluiting, maar volledig elektrisch. Zo duurzaam mogelijk produceren van baby- en kindervoeding op het hoogste niveau. Jelte Smits en Martin Hoogeveen over een fascinerende nieuwe werkplek met nieuwe collega’s in zelforganiserende teams.

„Deze fabriek is uniek in Nederland en mogelijk wereldwijd.” De lat ligt hoog in Heerenveen bij de nieuwe fabriek van Ausnutria. „In 2020 zijn we gestart met het concept en de engineering. In de tweede helft van 2021 is de fysieke bouw gestart en eind dit jaar verwachten we de eerste producten te kunnen produceren”, zegt Projectmanager Jelte Smits. Een compleet gasloze fabriek voor de productie van baby- en kindervoeding. Volledig elektrisch en zonder CO2- en stikstof uitstoot. „De besparing van energie bedraagt zo’n 40% ten opzichte van traditionele productieprocessen op gas”, vertelt Jelte Smits, „en kan mogelijk met nieuwe technieken de komende jaren verhoogd worden naar zo’n 55%”. Alles is in het werk gesteld om het totale verbruik van energie, water en het verlies van grondstoffen zo laag mogelijk te houden. Warmtepomptechniek maakt energiereductie mogelijk omdat alle restwarmte teruggewonnen kan worden en weer opnieuw wordt gebruikt in het proces. „Hiermee zijn we voorloper in het behalen van de klimaatdoelstellingen”. Het tekent de ambities van de producent van baby- en kindervoeding, niet alleen als het gaat om klimaatambities maar ook in het realiseren van de hoogste kwaliteit- en hygiëne standaard. „We kennen daarom in deze nieuwe fabriek de allerhoogste standaard. Dat betekent dat de volledige procesinstallatie daaraan moet voldoen”, licht Jelte Smits toe.

Uitdagingen in een nieuwe omgeving Ausnutria zet met deze nieuwe fabriek echter nóg een belangrijke stap, vertelt Jelte Smits. „We sturen op nul storingen en dus een zo efficiënt mogelijke productie. Natuurlijk heb je gepland onderhoud maar we proberen het moment van

onderhoud te voorspellen. Waarbij we aan de hand van de gegevens uit het productieproces en data uit analysemetingen kunnen voorspellen wanneer onderhoud nodig is óf dat er een afwijking is in de basiscondities. Hoe eerder je in staat bent om te begrijpen wat er in een procesinstallatie gebeurt, hoe beter je in staat bent fouten, storingen en mogelijke uitval te voorkomen. Wat het spannend en uitdagend maakt, is dat het een heel andere mindset vereist van iedereen die hier werkt: niet wachten tot er iets gebeurt, maar continu monitoren, gegevens onderzoeken, leren interpreteren om te voorkomen dat iets gebeurt. Zeker in de eerste fase moeten we de fabriek met al haar processen gaan begrijpen. In een later stadium zullen we technologie zoals A.I. toevoegen om die werkwijze te ondersteunen.”

Eigenaarschap

Collega Martin Hoogeveen schuift aan. Hij is net gestart als Plant Manager van deze nieuwe fabriek. „Inderdaad”, voegt hij toe, „daar hebben we mensen voor nodig die dat als uitdaging en als een volgende stap in hun carrière beschouwen. We zijn gestart met de testfase en werken daarna in stappen naar de eerste commerciële productie toe. Dat doen we met het huidige projectteam en stapsgewijs met steeds meer nieuwe collega’s. Het uitgangspunt is werken met zelforganiserende teams die de fabriek zelfstandig kunnen bedrijven, een werkwijze waar we op basis van eerdere ervaringen ook hier veel van verwachten.

De kern is vrijheid van handelen, verantwoordelijkheid en een hoge mate van eigenaarschap. De collega’s die we zoeken, krijgen dus niet alleen de kans in een volledig nieuwe fabriek te werken, maar vooral ook die fabriek

met elkaar te bedrijven. Geen top-downbenadering vanuit het management maar verschillende teams om het hele proces en de productie in te richten en te optimaliseren. Met daarbij de uitgangspunten zoals Jelte die net schetst: de fabriek en al haar processen leren kennen, interpreteren en sturen op het voorkomen van de kleinste storing of uitval dan ook. De collega’s die we zoeken, noemen we daarom Processupervisors. Het is de samenvoeging van Procesoperator en Supervisor, omdat dat naar ons idee de lading dekt. Het gaat om de kwaliteiten en competenties die we vragen en we gebruiken assessments om die vast te stellen. De mensen die hier met elkaar aan de slag gaan, trainen we in eigen huis, op deze locatie. Zijn de teams daarna aan de slag, dan blijven we ze coachen in de manier waarop ze samenwerken binnen de teams en als teams onderling.”

De uitnodiging

Uitdaging genoeg die anders is dan veruit de meeste zuivelproducenten in Nederland. Jelte

Smits: „Het produceren van baby- en kindervoeding op basis van geitenmelk is niet alledaags. Ausnutria heeft zo’n dertig procent van de wereldwijde productie in handen met geitenmelk uit heel Nederland. We voegen met deze fabriek een bijzondere locatie toe aan onze productie. Het draait om kwaliteit, voedselveiligheid en een nieuwe manier van werken in een zo duurzaam mogelijke fabriek met geoptimaliseerde processen. We nodigen mensen van harte uit die enthousiast worden van een dergelijke rol als Processupervisor en/of Onderhoudstechnicus om met ons in contact te komen en onze nieuwe fabriek samen vorm en inhoud te geven.”

Kijk voor onze actuele vacatures op www.werkenbij-ausnutria.nl

ADVERTENTIE
Het projectteam met (van links naar rechts) Miranda Spijker - QA/QC manager, Jelte Smits - Project Manager, Eric Platje - Maintenance Engineer, Martin Hoogeveen - Plant Manager, Joost VoskuilProces Supervisor Van links naar rechts: Joep Oldenburger – Constructie Manager, Wessel Wijnja – Proces Engineer, Joost Voskuil – Proces Supervisor

Wij zijn Hardemanisolatie dak & gevelsystemen, Wij zijn al meer dan 25 jaar gespecialiseerd in het vervangen van daken en gevels, Dit betekent in veel gevallen het saneren van asbest golfplaten incl. verzorging van bijbehorende vergunningen en rapportages, het terug monteren van geïsoleerde sandwichpanelen met uiteraard alle bijbehorende afwerkingen.

Kortom: het ontzorgen van begin tot eind bij een renovatie van dak of gevel! Onderstaand een voorbeeld van een project welke wij uit mochten voeren, Het resultaat mag er zijn!

ARJAN BLOEMENDAL arjanbloemendal@hardenmanisolatie.nl 0342 443 651 | 06-13347806 NEEM VRIJBLIJVEND CONTACT OP MET ARJAN VOOR MEER INFORMATIE

Karten in Groningen is klaar voor de toekomst

Met de komst van 38 elektrische karts voor volwassenen en 14 elektrische karts voor kinderen, behoort TeamSport E-Karting & Bowling Groningen tot één van de modernste kartbanen van Nederland. En daar zijn ze in Groningen trots op. Medewerkers van het eerste uur: bedrijfsleider Ruud, technicus Ydo en kok Marcel, openden onlangs, samen met Kids United, de vernieuwde baan, waarover de elektrische karts hun rondjes rijden. „En het mooie is dat je tijdens de races nu gewoon de emoties van de karters kunt horen en de rijbeleving is nog beter met elektrische karts”, aldus Thomas Tap, Europese Marketing Director van TeamSport E-Karting.

Dat is natuurlijk bijzonder voor een kartbaan. Waar je voorheen de karts van verre kon horen en de geur van brandstof kon ruiken, daar wordt nu in een schone en stille omgeving gereden. Echte ‘diehards’ moeten daar aan wennen, maar Tap is er van overtuigd dat het karten nieuwe stijl nieuwe klanten gaat aantrekken. „We willen een activiteit aanbieden waaraan iedereen op een verantwoorde wijze kan deelnemen”, geeft hij aan. „En daarin past een schone, milieuvriendelijke omgeving. Onze organisatie heeft als doel om in 2030 volledig klimaatneutraal te opereren.”

Groeien

Dat wordt nog een hele klus, want TeamSport EKarting beschikt niet alleen in Groningen over een kartbaan. De organisatie startte 32 jaar geleden in Engeland, heeft daar 35 banen en verder 2 locaties in Nederland en 3 in Duitsland. „Naast dat we alle locaties klimaatneutraal gaan maken, willen we de komende jaren verder groeien, met name in Nederland en Duitsland”, geeft Tap aan. „En om te groeien willen we een grotere doelgroep aanboren. Zeker in het bedrijfsleven liggen er mogelijkheden, maar we zien nu al dat ook families de kartbaan met elektrische karts ontdekken.”

Groningen biedt overigens meer dan alleen karten. „Naast het karten, waarvoor de meeste mensen natuurlijk komen, kun je bowlen, goed eten en tussen de heats door een drankje nemen. We hebben op elke locatie één of meerdere extra activiteiten, met name ook voor mensen die niet

willen karten. Je moet hier een hele dag kunnen doorbrengen. Het is echt onze doelstelling om eind 2026, 66 multi activiteiten locaties te hebben. Voor bedrijven is het helemaal bijzonder, want we hebben ook een vergaderruimte. Kortom, vergaderen, een hapje eten en dan nog even karten en/of een rondje bowlen, behoort tot de mogelijkheden.”

Veiligheid

Het thema veiligheid staat op de kartbanen van TeamSport E-Karting met stip bovenaan. Tap:„ We willen iedereen een mooi en veilig verblijf op onze kartbanen kunnen bieden. Niet voor niets kunnen kinderen vanaf 8 jaar al op de kartbaan terecht. Speciaal voor de jonge deelnemers hebben we bijvoorbeeld kinderkarts beschikbaar, ook deze zijn natuurlijk elektrisch. En het dragen van een raceoverall blijft ook in Groningen gewoon verplicht. Ondanks dat er nu met elektrische karts gereden wordt, blijft de snelheid die je kunt bereiken hetzelfde. Karten is en blijft een motorische sport, maar ongelukken gebeuren eigenlijk niet bij ons. Desondanks willen we dat iedereen zo goed mogelijk beschermd is. Dat heeft bij ons hoge prioriteit.”

De kartbaan in Groningen trekt voornamelijk klanten uit de drie Noordelijke provincies. Een echte indoor competitie is er niet. Er zijn wel competities in Nederland, waarbij indoor en outdoor wordt gecombineerd. Dat is fantastisch voor de sport, vindt Tap. „In Engeland hebben wij ons eigen erkende kampioenschap, daar wordt gestreden om het Brits indoor kart

kampioenschap, het BIKC. Dat kampioenschap willen we op termijn naar Europa halen, om op onze eigen locaties, onder auspiciën van de nationale motorsportbond, een competitie op te zetten.”

Race Academy Ruimte voor talent is er ook. „Karten bij een indoor kartbaan is de goedkoopste manier om in de motorsport te beginnen”, geeft Tap aan. „We hebben bij TeamSport E-Karting, en natuurlijk ook in Groningen, een eigen race academy, waar jonge talenten kunnen worden opgeleid. Je kunt het eerst proberen, middels drie lessen en dan kun je ontdekken of karten iets voor je is. Er zijn dus geen grote investeringen nodig, waardoor dit de goedkoopste manier is om aan de motorsport te kunnen proeven en ermee te beginnen.”

Kortom, TeamSport E-Karting & Bowlen Groningen is een ideale locatie voor een bedrijfsuitje, familiefeest of kinderfeestje.

„Bezoekers zijn zonder uitzondering enthousiast wanneer ze hun eerste heats in een elektrische kart hebben gereden. Karten is en blijft een motorische sport en het is hard werken. Maar, het is vooral uitdagend en spannend, want je wilt toch als eerste over de finish komen.”

De vernieuwde baan is open, de elektrische karts staan klaar voor gebruik. „Nog een likje verf, het aanbrengen van de nieuwe logo’s en een nieuwe website en we zijn klaar voor de toekomst. We zullen daarnaast altijd blijven innoveren en luisteren naar onze gasten”, besluit Tap met trots. „Iedereen is welkom om te beleven wat e-karten met je kan doen.”

www.kartbaangroningen.nl

ADVERTENTIE
Ydo, Ruud en Marcel

Vinger aan de pols in het bedrijfsleven

Waar de economische signalen vorig jaar nog redelijk positief waren, daar nemen de zorgen nu toe. Zo stijgt het aantal faillissementen fors en ziet men bij Van Braak Accountants dat ondernemers steeds meer moeite moeten doen om het hoofd boven water te houden. Oorzaken zijn onder andere stijgende kosten, personeelstekort en inflatie. „Door het stijgende aantal faillissementen komen er wel weer meer medewerkers voor de bestaande bedrijven beschikbaar, dat zou je een positief gevolg van de huidige situatie kunnen noemen”, zegt Hennie van Braak van Van Braak Accountants.

Het stijgende aantal faillissementen is een ontwikkeling die Van Braak al zag aankomen. „Diverse bedrijven hebben nog altijd een forse schuld bij de fiscus en ook het terugbetalen van NOW-gelden (corona – red) zit ondernemers dwars. Het levert bedrijven serieuze problemen op, waardoor een deel moet besluiten te stoppen. We zien dit bij zowel MKB-bedrijven als grotere ondernemingen.”

Het personeelstekort is ook nog altijd een probleem. „Wanneer je als ondernemer geen geschikte mensen kunt vinden, kun je uiteindelijk niet ondernemen. Dat speelt steeds meer bedrijven ook parten.”

Risico’s spreiden

Van Braak vraagt zich af waarom niet meer bedrijven een doorstart maken. „Wanneer je een bedrijf begint, dan doe je dit meestal in een BVvorm. Niet alleen omdat die rechtsvorm belastingvoordelen heeft, maar ook omdat je met meerdere BV’s de risico’s kunt spreiden. We zien nog veel te vaak dat ondernemers dit vergeten en bij tegenslag daadwerkelijk op de fles gaan. Laat staan dat ze een doorstart kunnen maken.” Terug naar de schuldenproblematiek. Van Braak ziet dat de betalingsmoraal in het bedrijfsleven minder goed is dan in de afgelopen periode. Daardoor blijven rekeningen langer open staan, wat ook weer voor problemen kan zorgen. Daar komt nog bij dat bedrijven binnenkort vakantiegeld moeten uitkeren en dat is een serieuze aanslag op het vermogen van veel

bedrijven. We hebben in het verleden al gezien dat dit voor ondernemers een reden kan zijn om te stoppen, dat beeld zou zich dit jaar nog wel eens kunnen versterken.”

We slaan door Van Braak vindt dat de overheid het ondernemers ook niet gemakkelijker maakt. „Kijk alleen maar naar de agrarische sector. Er zijn zoveel regelingen waar men zich aan moet houden. En er moeten zoveel gegevens en registers worden bijgehouden, waar in de praktijk niet of nauwelijks iets mee wordt gedaan. We slaan daar echt in door. Ook in het reguliere bedrijfsleven zijn er teveel zaken waar men zich aan moet houden, daar is steeds minder begrip voor.” Een sector waar onduidelijkheid troef is, is bijvoorbeeld de huursector. Van Braak:„ Als een bedrijf woningen verhuurd, dan kan dat short stay zijn, minder dan 26 weken, of long stay, 26 weken of langer. Is het short stay dan word je belast met BTW, is het long stay dan ben je vrijgesteld van BTW betaling. Maar, dit is bij veel huurders bijna niet uit elkaar te houden, juist omdat de regeling onduidelijk is. En ook de fiscus is vaak onduidelijk in haar antwoorden. Dat is echt vervelend.”

Minimumloon

De verhoging van het minimumloon per 1 juli a.s. werd onlangs door de Eerste Kamer weggestemd. Op het oog is dat gunstig voor de werkgever, „maar”, zegt Van Braak, „voor de werknemers natuurlijk niet. Zij zien hun netto besteedbaar

loon door kostenstijgingen en inflatie afnemen. Oftewel, de koopkracht blijft achter en dat merkt het bedrijfsleven ook weer.”

BOR

Een advies heeft Van Braak voor mensen die gebruik maken van de BOR-regeling, zoals vaak bij familiebedrijven het geval is, maar ook voor schenkingen aan niet familieleden. „De vrijstelling wordt verlaagd van 83 procent dit jaar naar 75 procent volgend jaar. Het is daarom wellicht interessant om de BOR dit jaar nog te gaan toepassen. Ga daarover in gesprek met je accountant, zodat je op tijd de juiste dingen kunt doen.”

Tenslotte, het is dit jaar 45 jaar geleden dat Hennie van Braak een kantoor begon in Veenendaal. Inmiddels telt de organisatie 11 vestigingen en is de groei er volgens Van Braak nog lang niet uit. “We zijn een grote accountant met diverse kleinere kantoren, waar we waken over onze eigen filosofie. Uiteraard gaan we ons jubileum groots vieren, met al onze medewerkers. Op naar de volgende 45 jaar, zou ik zeggen.”

www.vanbraakaccountants.nl

ADVERTENTIE
Hennie van Braak
‘Samenwerking
en welzijn is key’

binnen gezondheid

„Iedere student proberen we mee te geven om integraal te kijken naar gezondheid en welzijn.” Dat zegt Victorine de Graaf-Peters, directeur domein Gezondheid en Welzijn op hogeschool Windesheim in Zwolle. „Je kijkt dan vanuit de mens die zorg nodig heeft en naar alle zorg die eromheen mogelijk is. Het gaat over de mens en de benodigde zorg, niet wie deze zorg verleent en uit welk ‘vakje’ dat komt.”

Juist in zorg en welzijn is het belangrijk om te kijken naar het grotere plaatje, zodat juiste afwegingen gemaakt kunnen worden. „De sector is te versnipperd geraakt en het is in ieders belang dat we meer gaan samenwerken”, voegt Jasper Grimmius, directeur onderwijs toe.

Uit de gemaakte regiobeelden in Nederland blijkt dat met name vrouwen op het platteland minder goede toegang tot zorg en welzijn hebben. „Op het platteland blijven vrouwen vaker alleen achter. Daarnaast speelt dementie een grotere rol dan in de stad. Desondanks blijven deze vrouwen langer zelfstandig wonen. De grote vraag is: hoe kun je hier (goede) zorg blijven verlenen?”

Preventie

De zorgen zijn terecht. Studenten van de opleidingen Social Work en Verpleegkunde komen achter de voordeur van mensen. „Zij zien daar vaak schrijnende situaties, die niet bijdragen aan de algehele en mentale gezondheid van mensen”, vertelt Victorine. “Vaak is dit een voorbode van meer gebruik van zorg- en welzijnsinstanties. Daarom is preventie belangrijk.”

„Wat wij doen, is de professionals zodanig opleiden, dat zij eerder met alle verschillende professionals uit zorg en welzijn gaan samenwerken. Juist in een omgeving waarin dit te versnipperd is geraakt, is het belangrijk om ook in de toekomst zorg te kunnen blijven verlenen. Zorg die we met elkaar nastreven.”

Living lab

In Nijeveen werkt hogeschool Windesheim met een living lab. Oudere inwoners werken hier samen met studenten aan het leefbaar houden van het dorp. „Dan heb je het naast zorg ook over dagelijkse boodschappen, gemeenschapszin enzovoort. Inmiddels werken daar studenten van de domeinen zorg, techniek en communicatie met elkaar samen. Technologie gebruiken in de oplossingen is geen doel op zich, maar is wel een hulpmiddel in de levensreis die iedereen maakt. Het doel van het living lab is om de leefbaarheid in het dorp verder te verbeteren, zodat jong en oud er kan blijven wonen,” vertelt Victorine.

Maatwerk

„Om zorg en welzijn dichter bij elkaar te brengen, biedt hogeschool Windesheim naast opleidingen voor specifieke beroepen ook crossoveropleidingen,” vertelt Jasper. „Studenten kunnen een eigen leerroute samenstellen, waardoor wij steeds meer maatwerk op inhoud en vorm bieden. Zo bieden we studenten zowel in voltijd, deeltijd als duale studie bijvoorbeeld de mogelijkheid om in hun regio, waaronder ook krimpgebieden, te blijven wonen. Zo kan het geleerde in de eigen omgeving in praktijk worden gebracht.”

Trend

Integraal werken is nodig om de toenemende vraag naar zorg en welzijn met minder mensen goed aan te kunnen. Jasper: „Het is een landelijke trend dat minder jongeren zich voor opleidingen in de richting van zorg en welzijn aanmelden. We zoeken daarom naar andere oplossingen. Zo geven we een masteropleiding waarin slimmer wordt nagedacht over samenwerken. We bieden ook een Ad (Associate degree) Zorg en Technologie, zodat we de huidige beroepsgroep beter kunnen voorbereiden op vraagstukken die op ons afkomen. We benaderen actief instellingen om hun medewerkers deze opleiding te laten volgen.”

Een leven lang ontwikkelen, speelt dus zeker ook in zorg en welzijn een rol. „Waar we naar op zoek zijn, is in feite de wijkverpleegster van vroeger met bovengemiddeld veel kennis”, legt Jasper uit. „Met hbo Verpleegkunde (voorheen hbo v) heb je de basis, maar dan ben je nog niet klaar. De samenleving is in transitie; als hogeschool spelen wij hierop in. Daarbij gaan we de samenwerking met andere hbo’s en mbo’s niet uit de weg, integendeel.”

„Waar je ook komt, gezondheid en welzijn komt overal samen”, zegt Victorine. „De basis is dat alles om leven draait. We zijn geboren om mens te zijn en daarin gaat het om welzijn, geluk en gezondheid. Dat bewustzijn komt langzaam terug in de samenleving.”

Kansen

Jasper tenslotte: „Juist transities bieden veel kansen. Jongeren zoeken zingeving en dat bieden wij in onze opleidingen. Bij het ‘living lab van geluk’ bij de Regiocampus in Meppel en Nijeveen breng je het geleerde meteen in de praktijk. Dat gaat niet altijd even goed, maar ook struikelend leer je veel. Die ruimte bieden wij.” Victorine constateert dat jongeren al veel meer integraal bezig zijn dan vroeger. „Dat stemt mij tevreden en daar moeten we op voortborduren. Samenwerking is ‘key’ en dat geldt zeker voor zorg en welzijn.”

www.windesheim.nl

ADVERTENTIE
Jasper Grimmius en Victorine de Graaf-Peters

Royal Koopmans: duurzaamheid gaat over wie je bent en wat je doet

Pioniers in graan, de bron van een gezond en duurzaam voedingspatroon. Royal Koopmans, versneller van duurzame vooruitgang in de keten deelt hun focus op Nederlandse maaltarwe, verantwoorde foodcoating en betekenisvol & gezond werken

Familiebedrijf Royal Koopmans koos een aantal jaren geleden voor haar eigen duurzaamheidsprogramma. Geen standaard, geen keurmerk. „We kozen voor maatwerk, omdat het moest passen bij wie we zijn en wat we doen”, licht Bas Dolman toe. „Wij volgen onze route en geloven dat ‘duurzaamheid’ voorkomt uit intrinsieke motivatie. Het gaat over wie je bent, wat je doet en hoe je dat doet. Het is een beweging die bestaat uit stappen zetten, kijken wat mogelijk is. Iedere keer verder, beter en naar meer positieve impact in verduurzaming van de foodketen. We hebben een team die dat proces bewaakt, er voor zorgt dat we onze doelen behalen en steeds verder komen.”

„Ons programma kent 3 pijlers: het graan als bron van een gezond en duurzaam voedingspatroon, duurzame vooruitgang in de keten versnellen en betekenisvol werken binnen Royal Koopmans. Het begint voor ons bij de bron, het graan. Al tien jaar werken we aan de ontwikkeling van duurzaam geteelde, Nederlandse baktarwe van topkwaliteit,

Nedertarwe. Een uitdaging, want Nederlandse tarwe is lange tijd uitsluitend gebruikt als veevoer omdat het van mindere kwaliteit zou zijn. Wij zijn er trots op dat we tarwe dat geschikt is voor brood, terug hebben gekregen op de Nederlandse akkers. Inmiddels komt al 70% van onze tarwe van Nederlandse bodem. Maar we zijn nog een stap verder gegaan met Nedertarwe. Dit is tarwe van eigen bodem wat op duurzame manier wordt geteeld. Inmiddels is deze duurzame tarwe al 15% van ons Nederlandse bloem en meel voor het lekkerste brood, koekjes en paneermeel. Dat klinkt bescheiden, maar er is veel voor nodig om stappen in de keten te zetten. Het gaat om de wil het anders te doen bij alle betrokken partijen. Duurzamer inkopen, kortere ketens van boer tot bakker, werken aan het gezonder maken van de bodem voor gezondere tarwe, beschikbaarheid garanderen. Je wilt een eerlijke prijs voor de teler en dat betekent een eerlijke prijs in de winkel, dus de consument aanspreken die iets meer wil betalen voor een beter broodproduct uit eigen land. We laten zien dat het kan.

Betekenisvol begint bij onszelf „In ons innovatiecentrum KIEM is verduurzaming de leidraad om Koopmansproducten zoals ons paneermeel gezonder te maken. Dat betekent bijvoorbeeld minder zout, meer vezels en toevoeging van alleen natuurlijke ingrediënten. De focus om goed te zorgen voor

anderen, begint bij onszelf. Ook als werkgever hebben we een belangrijke rol in de gezondheid en het werkplezier van onze medewerkers. De derde pijler, betekenisvol en gezond werken, draait om onze mensen”, legt HR Manager Jildou van der Schaaf uit. „Ook dit komt voort uit intrinsieke motivatie: wie willen we zijn als werkgever en hoe vertaal je dat naar de werkvloer? Ik ben trots op de passie die ik zie bij onze mensen. Het geeft energie om de hoge betrokkenheid te ervaren en te zien dat we het werk met elkaar steeds weer weten te verzetten. Het gaat niet vanzelf: een groot deel van onze mensen doet fysiek werk, de meesten al tientallen jaren. We hopen nog lang van hun inzet gebruik te mogen maken. Daarom investeren we doelgericht in gezond werken en gezond ouder worden. Dit begint met de dialoog te voeren met elkaar, maar ook het goede voorbeeld geven, faciliteren, investeren en eigen regie stimuleren. Dat sluit aan bij wie wij zijn Vanuit onze familiecultuur vinden we de thema’s samenwerken, ruimte voor feedback en het tonen van eigenaarschap erg belangrijk. Luisteren naar elkaar en leren kritisch te zijn op jezelf. Zo houden we de voorwaartse beweging erin; steeds een stapje verder. Betekenisvol en gezond voor jezelf en voor de wereld om je heen.”

www.royalkoopmans.com

ADVERTENTIE

Een Fries familiebedrijf wat al meer dan 125 jaar in kaas onderneemt

Voor kaasondernemers door kaasondernemers Eisenga Kaasondernemers een familiebedrijf gevestigd in Oosterwolde met al meer dan 125 jaar passie voor kaas. De combinatie van deze passie met de jarenlange ervaring van keuren, selecteren en rijpen van kaas zorgt voor een uniek bedrijf in de kaasbranche.

Voor ondernemers door ondernemers

Eisenga Kaas is een kaasgroothandel die op een bijzondere manier samenwerkt met zijn klanten. Bij deze samenwerking gaat de Friese firma ver met als doel klanten van de beste producten en ondersteuning te voorzien. Vaak jarenlange samenwerkingen zijn het gevolg. Kaas verkopen draait om emotie en het team Eisenga (“met het gele bloed door de aderen”) weet dat als geen ander uit te dragen. Ruud Eisenga, nu de vijfde generatie, begon als jongen in het magazijn en als verkoper op de weekmarkten. Deze ambulante handel is inmiddels uitgegroeid tot een zelfstandig onderneming en heeft naast de groothandel zijn eigen bestaan.

Kwaliteit

Door het continu nastreven van hoge kwaliteitseisen aan kaas en organisatie is Eisenga Kaasondernemers een echte totaalleverancier. Tot de klantenkring behoren onder meer kaasspeciaalzaken, delicatessewinkels, markthandelaren, kaasventers, verswinkels en groothandelaren. Eisenga Kaasondernemers voldoet aan de hoogste standaarden in de levensmiddelen en is IFS en SKAL gecertificeerd.

Beleving Een goede kaas voor een goede prijs leveren is allang geen kunst meer; Eisenga Kaasondernemers gaat dan ook veel verder dan dit alleen. Door vakmanschap en ondernemerschap geeft Eisenga de ondernemers concrete tools om deze beleving aan de consument door te geven. Met behulp van verkoopconcepten, presentaties, advies en het ondersteunen van onze weder-kaasverkopers werken wij samen aan een beleving waardoor de klant optimaal wordt bediend. Professionaliteit, creativiteit, vakmanschap en persoonlijke aandacht vormen hierin belangrijke speerpunten.

Continuïteit

Als een van Nederlands oudste familiebedrijven in de kaasbranche kan Eisenga Kaas als geen ander meepraten over continuïteit. Logisch dat Eisenga Kaas bekend staat als een flexibele en betrouwbare leverancier.

Samen ondernemen

Dankzij een verregaande samenwerking met gerenommeerde kaasproducenten worden kazen op smaak en maat geproduceerd en geselecteerd. Zo werkt Eisenga Kaasondernemers samen met Zuivelcoöperatie van Schier waar duurzaamheid, boer en natuur in een goede balans worden gebracht. Maar ook de Biologische Jannumer Jersey kaas van de Friese weidevogelboerderij van de familie Kroodsma is een mooi initiatief. Met deze samenwerkingen kunnen er mogelijkheden worden geboden om je als kaasspecialist optimaal te onderscheiden.

Naast een gedegen kennis van kwaliteit, rijping, kaasverkoop en marketing is ondernemerschap een belangrijke kracht van de familie En daar zijn we best trots op! eisengakaas.nl

ADVERTENTIE
Bas Dolman en Jildou van der Schaaf

Voor 8.30 uur op werkdagen besteld, dezelfde dag geleverd (mits product voorradig).

ï

WPA-Robertus is als toeleverancier voor de akkerbouw, veehouderij, bloembollentelers,boomkwekerijen,loonwerkers,hoveniers,retail,gemeentes

Eenvoudig bestellen met behulp van onze vernieuwde bestelapp!

Door de persoonlijke, deskundige advisering en een snelle uitlevering streven

SCHRIJF

Jouw bedrijf presenteren aan een gericht publiek? Eerst maar naar De Landbouwbeurs Leeuwarden! Of je nu actief bent in de veehouderij, de akkerbouw, mechanisatie of dienstverlening; van 11 t/m 13 december 2024 is WTC Expo Leeuwarden voor jou dé agrarische vakbeurs van het noorden! Diverse bedrijven uit de agrarische sector presenteren er hun mooiste primeurs, de laatste (door)ontwikkelingen en de nieuwste snufjes om boeren toekomstbestendig te maken. Wil jij ook duizenden agrariërs bereiken met jouw product of dienst en bouwen aan waardevolle connecties? Wacht dan niet te lang en reserveer jouw stand nu met korting via onze website!

ADVERTENTIE
///////////
Winschoten Westerbork Apeldoorn
ï ï ï ï
ï ï ï
| WTC Expo Leeuwarden | Stadionplein | 8914 BX | info@wtcexpo.nl | 058 2941500 11
KIJK VOOR MEER INFORMATIE EN DE DEELNAMEMOGELIJKHEDEN OP: WWW.DELANDBOUWBEURS.NL WTC EXPO LEEUWARDEN
T/M13 DEC. 2024
@WTCLandbouw @delandbouwbeurs
donderdag 25 april 2024 47
JE NU IN MET KORTING!

Zeedijk mayonaise

Het fenomeen uit Amsterdam met kerrie en kruiden

Oliehoorn maakt het lekkerder! Scanreceptvoor !

Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.