‘NIET ALSMAAR MEER, MEER, MEER NAJAGEN’
JESSICA TUINMAN

PAGINA 24

JESSICA TUINMAN
PAGINA 24
Marktleider en pionier Paques uit Balk dat gespecialiseerd is in biologische (afval)water- en gasbehandeling heeft medio januari een nieuw managementteam geïnstalleerd: een afgewogen mix tussen mannelijk en vrouwelijk leiderschap. Het belangrijkste doel ervan is er dat ‘bottom up’ wordt gewerkt, zodat iedereen van jong tot oud zich kan identificeren met het bedrijf en dat bruikbare ideeën van werknemers zo snel mogelijk worden toegepast. Daarnaast wordt volop gewerkt aan ontwikkelingen zoals 3D-reactoren die binnen een week klaar kunnen zijn.
„De markt is groeiende en als Paques zijn we er klaar voor om de komende twintig jaar mee te kunnen groeien”, zegt managing director Paula González Contreras. Zij vormt samen met Karin Aasman (HR-manager), Jehan Hoekstra (head of engineering), Stephan van Brummelen (head of operations) en Steve Boyle (sales en marketing) sinds 23 januari het nieuwe managementteam van Paques Balk. Een mix van ervaring, nieuwe mensen, leeftijd en vrouwelijk leiderschap, zoals het kersverse managementteam zichzelf omschrijft.
Het afgelopen jaar heeft Paques wereldwijd in al haar vestigingen hard gewerkt aan de visiemissie waarin alle werknemers zich kunnen identificeren met: ‘Wat Paques is, wie we zijn en wat betekent dit voor ons’.
González Contreras: „We zitten nu in de transitie van een Fries bedrijf naar een wereldwijd bedrijf waar mensen er trots op zijn dat ze er werken. Samen met onze werknemers willen we Paques bovendien verder uitbouwen. Zo houden we bijvoorbeeld enquêtes waarin werknemers van alles en nog wat kunnen aangeven met betrekking tot hun werk. Daarnaast heeft iedereen van het managementteam wekelijks een inloopspreekuur, om bereikbaar te zijn. Want wat we willen is niet alleen samen met werknemers Paques versterken, maar ook om te zien wat werknemers zelf willen bereiken en hoe wij daarbij kunnen helpen.”
Lokale gemeenschap
Ondanks dat Paques meer en meer een internationaal bedrijf wordt, noemt sales- en
marketingdirecteur Steve Boyle het belangrijk dat de roots niet uit het oog worden verloren. Want voor Balk en omgeving waar het bedrijf begin jaren tachtig ontstond is het nog steeds een belangrijke werkgever. Daarnaast werken er in Balk zelf ondertussen personen uit veertien verschillende landen.
Boyle: „We zijn onder andere sponsor van voetbalvereniging VV Balk, van wie sommige spelers ook bij ons werken. We mogen inmiddels dan wel een wereldwijd opererend bedrijf zijn, we mogen en zullen nooit vergeten dat we onderdeel zijn van de lokale gemeenschap nu we de afgelopen vijf jaar zijn veranderd van een Fries familiebedrijf naar een internationaal bedrijf.”
Onderdeel SKion Water
Ongeveer twee jaar geleden verkocht de familie Pâques tachtig procent van de aandelen aan SKion Water, dat sinds 2011 al een onderdeel had in het bedrijf. Wel is en blijft Paques zelfstandig opereren, waarbij een belangrijk uitgangspunt is het vertalen van innovatieve biotechnologische kennis die sinds jaar en dag in huis is, naar grootschalige toepassingen. Een uitdaging is - net als voor andere bedrijvenwel het vinden van nieuwe en dan vooral jonge medewerkers. „Wij werken zelf al om die reden al jaren samen met hogescholen en universiteiten. Zo kunnen studenten bijvoorbeeld stagelopen bij ons”, zegt HRmanager Karin Aasman. Een andere uitdaging is om ook het aantal vrouwelijke medewerkers te laten stijgen. Dat aantal lag bijvoorbeeld tien jaar geleden op vijftien procent, terwijl dat vandaag de dag
zesentwintig procent is.
Aasman: „Wat we wel zien is dat er minder meisjes van technische opleidingen afkomen. Dat vinden we jammer. We zetten er daarom op in om hen al op de middelbare scholier via open dagen te interesseren toch een technische opleiding te doen”
‘Duurzaamheid en innovaties spreken’ „Wat je vooral heel erg merkt bij jongeren is dat duurzaamheid en innovaties hen aanspreken”, zo constateert head of engineering Jehan Hoekstra. „Op dat vlak willen wij voorloper blijven in de biologische (afval)water- en gasbehandeling. Zo passen wij onze producten steeds beter aan op de wensen van onze klant. Een voorbeeld ervan is onze nieuwe 3D-reactor, waar kunststofdelen inzitten die afvalwater scheiden.”
De 3D-reactor zelf is een kleine kant-en-klare reactor van anderhalve meter doorsnede die naast een bestaande reactor van vaak meerdere meters in doorsnee wordt geplaatst en binnen vijf tot zeven dagen gereed kan zijn.
Hoekstra: „Dergelijke ontwikkelingen schelen niet alleen tijd, maar ook materiaal. Daarnaast zijn ze duurzaam en in alle varianten te maken en kennen ze diverse voordelen zoals het beheersen van bepaalde waterstromen wat eerst niet kon.”
Of zoals managing director González Contreras het omschrijft: „Biogas is echt nodig voor de wereld, omdat het duurzaam is. We willen de wereld ook echt beter maken vanuit een gedeelde passie met iedereen die werkzaam is bij Paques.”
nl.paques.nl
Het citaat op de cover van Jessica Tuinman past volgens haar in de Zweedse levensfilosofie Lagom. „Die gaat over de gulden middenweg, zou je kunnen zeggen. Je moet niet alsmaar meer, meer, meer najagen, maar ook tijd en ruimte hebben voor andere dingen. Het gaat over bewuster omgaan met de natuur, met je medemens en met jezelf.”
In de rubriek De Spiegel vertelt de Leeuwarder onderneemster over haar inspiratiebronnen. Te lezen op pagina 24
Noordz is een bijlage van
Mediahuis Noord
Samenstelling & eindredactie
Gerda Douma
Jan Rozendaal
Roel Snijder
Theo Zandstra
Vormgeving
Alie Veenhuizen
E-mail redactie
bijlagen@mediahuisnoord.nl
Advertenties/branded content
Multiplus Media, Drachten
06-44911263
s.osinga@multiplusmedia.nl
Volg Noordz ook online op het blog: www.noordz.nl
Praten met ondernemers die duurzaamheid hoog in het vaandel hebben is inspirerend. Het maakt eigenlijk niet uit of het over grote of kleine bedrijven gaat.
Als ze groot zijn, zijn de cijfers indrukwekkend. Zoals de biomethaaninstallatie van Green Create in Wijster waar jaarlijks 135.000 ton kippenmest van meer dan honderd boeren wordt omgezet in energie voor 20.000 huishoudens. Uitbreiding is in de maak: in Wijster zelf, maar ook met een handvol nieuwe vestigingen in West-Europa. Of plasticrecycler Cure in Emmen dat honderd (!) keer zo groot wordt om CocaCola te kunnen helpen met verduurzamen.
Als het om kleine zaken gaat inspireert het om zelf ook mee aan de slag te gaan. Neem het project Toekomstbestendig ondernemen in de gastvrijheidssector waaraan meer dan 450 bedrijven meedoen. Dan gaat het van een fles kraanwater in de koelkast zetten voor de nieuwe gasten in plaats van Spa blauw tot het verkopen van plantaardige burgers die zijn gekweekt op het koffiedik uit de eigen koffiemachines. En dan zijn er dus nog honderden voorbeelden.
„Wie heeft nou bedacht dat een bedrijf er
alleen maar is om geld te verdienen?”, is dan ook een logische uitspraak die je in deze bijlage tegenkomt. Een citaat uit het interview met Kees Klomp uit Drouwen, lector Betekeniseconomie aan de Hogeschool van Rotterdam. ,,We moeten loslaten dat we ons alleen afvragen: wat is je waarde in euro’s? Je moet ook kijken naar wat je impact is in de samenleving. De intensieve veeteelt levert veel geld op, maar beschadigt de natuur en de planeet. Terwijl je ook regeneratieve boerderijen hebt. Dat is kleinschaliger en ze maken minder winst, maar het is beter voor de natuur.”
Wie doorbladert komt uit bij Jessica Tuinman, oprichter van Marketing Crew en Vruit in Leeuwarden. Vanuit een afgelegen plek in Zweden vertelt ze over op gepaste tijden afstand nemen van de dagelijkse sleur. En vergeet de twee nieuwe start-ups niet die in deze Noordz aan bod komen. Over inspiratie gesproken … Namens de redactie, veel leesplezier,
Unieke plasticrecycler wordt honderd keer zo groot
Cure Technology, Emmen
Een fles kraanwater in de koelkast in plaats van Spa blauw
Toekomstbestendig ondernemen in de gastvrijheidssector
Chemport Europe wordt steeds groener
De chemie is al lang geen stinkende industrie met hoge rookpluimen meer
Verbeteren is altijd nodig
Column Eelko Huizingh
Start me up
Hulp voor mantelzorgers en de digitale snijzaal
Een circulaire economie, kan dat wel?
Column Ronald Mulder
Aanpakken, aanpassen of accepteren
Helga van Leurs recept voor klimaatverandering
Wie heeft nou bedacht dat een bedrijf er alleen maar is om geld te verdienen?
Interview Kees Klomp, lector Betekeniseconomie
Van kippenmest naar biogas
De biomethaaninstallatie van Green Create in Wijster
Niet alsmaar meer, meer, meer najagen
Jessica Tuinman in de rubriek De Spiegel
Elk jaar wordt er 70 miljard ton polyester geproduceerd uit aardolie. Daarvan is niet meer dan 9 procent te recyclen met de technologie die daarvoor wereldwijd wordt gebruikt. De rest belandt op de storthoop. Het proces dat Cure ontwikkelde maakt een heel groot deel daarvan alsnog geschikt voor recycling. En niet eenmalig, maar tot in lengte van dagen.
Tekst Jean-Paul Taffijn Foto’s Boudewijn BentingDuiven zijn nu nog de belangrijkste bewoners van de fabriekshal waarin Akzo ooit Coltron nonwovens voor dakbedekking van de band liet rollen. Het is lastig voorstelbaar dat uit deze wat vervallen hal over een paar jaar gerecycled plastic komt. Zo’n 2000 kilo glaszuivere polyester per uur, uitgespuugd dankzij unieke technologie.
,,Natuurlijk, we hebben er nog wel wat renovatiewerk aan, maar dit is voor ons een ideale plek’’, vertelt technisch directeur Marco Brons. Leuk detail: als project engineer bij Akzo was hij voor de eeuwwisseling betrokken bij het ontwerp van de fabriek. En nu recyclet hij haar, zoals recycling de rode draad is in alles wat hij de laatste dertien jaar deed.
Die ideale plek is binnendoor bereikbaar vanaf de huidige locatie van Cure, de proeffabriek waar echte doorbraken leidden tot een mooi patent. Het geheim van de smid is de manier waarop de start-up het gerecyclede polyester glashelder krijgt. Dat heeft iets te maken met een bijzonder zeefsysteem, en ook met absorptie van kleuren aan andere materialen.
COCA-COLA HEEFT VEEL PET NODIG
Dat lijkt op zichzelf misschien niet eens zo baanbrekend, maar dat is het wel. Brons: ,,De kleur van het polyester zegt iets over de zuiverheid. Je ziet in de supermarkt nu flessen frisdrank die iets donkerder van kleur zijn. Dat komt door het verwerken van polyester dat op de traditionele manier gerecycled is. Ons procedé hakt het plastic in kleinere stukjes en filtert onzuiverheden beter weg. Het ontkleuren is de volgende bijzondere stap. Zo krijg je een grondstof die gelijk is aan maagdelijk polyester op basis van aardolie.’’
Dat bewees Cure al op labschaal en later in de proeffabriek. ,,Uniek is dat het bij ons
een continu proces is. Korrels gebruikt plastic gaan er aan de ene kant in, zuivere grondstofkorrels komen er aan de andere kant uit. Dat maakt ons anders. Meer partijen in de wereld houden zich bezig met recycling van polyester, maar niemand doet het zoals wij. Dat continue proces maakt onze manier van werken schaalbaarder. En dat is belangrijk, want Coca-Cola heeft nogal wat PET nodig.’’
Brons noemt het frisdrankmerk niet voor niets. Coca-Cola investeert in de Drentse start-up om voor de hand liggende redenen. De 20 kilo per uur die de proeffabriek nu produceert, is een schijntje van wat de frisdrankreus continu verwerkt in zijn flessen. Maar dat recycling van PET de toekomst is, en dat ‘we wel moeten’, is zo klaar als een klontje. Dus is het logisch geld te steken in de oplossing.
Goed nieuws voor de multinational: de investering in de nieuwe fabriek valt nogal mee. Voor 30 miljoen euro denkt Brons up and running te zijn. ,,Dat is een boel geld natuurlijk, maar vergeleken met de bedragen die onze concullega’s in het buitenland investeren, is het heel weinig. Een derde ongeveer. Dat heeft alles te maken met de manier waarop wij te werk gaan.’’
ZO KLEIN MOGELIJKE VOETAFDRUK
Even technisch: gebruikt polyester wordt in
kleine stukjes geknipt. Toegevoegd glycol zorgt vervolgens voor het uiteenvallen van de verwarmde polymeren (strengen van moleculen). In de meeste recyclingtechnieken wordt dat proces doorgevoerd totdat er slechts monomeren overblijven die als basisgrondstof naar de polyesterindustrie gaan. Cure doet het anders.
Brons: ,,Wij stoppen het proces als 80 procent van de polymeren uiteen zijn gevallen. Dan zijn de moleculen klein genoeg om ze te reinigen. Vervolgens maken we daar weer volledige polyesterkorrels van.’’
Dat is een belangrijk verschil. Die laatste 20 procent van het proces kost namelijk 80 procent van de energie. ,,We zoeken continu naar een zo klein mogelijke ecologische voetafdruk. Afgezien daarvan is de kostenbesparing fors.’’
Nogmaals: dat Coca-Cola meer dan geïnteresseerd is, ligt voor de hand. Het bedrijf gebruikt nu ook gerecyclede PET (een van de bekendste vormen van polyester) in zijn flessen. De oplettende winkelbezoeker merkt dat die flessen wat donkerder van kleur zijn. ,,Dat is vanwege het proces dat niet optimaal is. Niet alle verontreiniging is eruit. Je kunt je voorstellen dat de flessen dus steeds donkerder worden, naarmate je de PET vaker recyclet.’’
Totdat recycling niet meer kan. En dan is er toch nieuwe polyester nodig. En precies dat probleem is wat Cure oplost, sinds de eerste ideeën in 2018. En niet alleen voor verpakkingen als colaflessen. ,,Je moet denken aan alle soorten verpakking van voeding, van flessen tot bakjes. Maar ook aan tapijt, matrassen, autogordels, kleding en nog veel meer. Die brengen we allemaal terug tot de grondstof waarmee ze zelf gemaakt zijn: glasheldere polyesterkorrels.’’
Uitproberen is het, testen, falen en weer doorgaan. Cure werkt ervoor samen met
Cure Technology staat aan de vooravond van een grote sprong. De planning is dat dit jaar de (ver)bouw van een nieuwe fabriek in Emmen begint, waarin honderd keer zoveel polyester gerecycled kan worden. En het is de opmaat naar meer.
Duurzaamheid speelt een grote rol bij P&P Projects. Van een website met uitsluitend duurzame promotionele items en relatiegeschenken (greenpremium.nl) tot en met het verduurzamen van de hele productieketen. Voeg daar een milieuvriendelijke textieldrukkerij aan toe, waar uitsluitend met waterinkt wordt gewerkt, en vergeet de duurzame relaties met de opdrachtgevers niet. „Alleen op die manier kunnen we werken aan de realisatie van duurzame relatiegeschenken, waarmee de klant het verschil kan maken”, aldus commercieel directeur Djimmer van der Weerd.
Van der Weerd is niet alleen binnen z’n eigen bedrijf bezig met duurzaamheid. Als lid van de MVO-commissie van de PPP, de branchevereniging voor distributeurs en leveranciers van promotionele artikelen, relatieen kerstgeschenken, zet hij zich in voor het verduurzamen van de gehele branche. Want we moeten het toch met z’n allen gaan doen. „We kijken binnen deze commissie onder andere naar de manier waarop de branche kan verduurzamen, in producten, grondstoffen, productie en transport. Daar sluit P&P graag bij aan. Daarnaast onderzoeken we hoe we producten kunnen recyclen, zodat ze opnieuw in de keten kunnen worden gebruikt.”
Van der Weerd vindt het interessant om daarmee aan de slag te gaan. „We stimuleren het ook binnen onze organisatie, waardoor je creativiteit wordt aangesproken. Kijk bij alles wat je doet of het ook duurzamer kan, of er producten kunnen worden hergebruikt.”
Een tweede leven
Producten hergebruiken en een tweede leven geven gebeurt steeds vaker. Als voorbeeld noemt collega Vincent Herwig de reddingspakken van opdrachtgever KNRM. „Deze hebben een bepaalde levensduur en werden voorheen weggegooid. Het materiaal blijkt echter prima te hergebruiken. Nu maken we er onder andere verschillende tassen van en worden de laarzen bewerkt. De reddingspakken worden inmiddels volledig hergebruikt. De klant blij, wij blij, en de mensen die graag met deze producten gezien willen worden hebben iets unieks in handen.”
Een ander voorbeeld zijn de vele banners die tijdens een festival gebruikt worden, zoals bij Eurosonic/Noorderslag. „Die doeken zijn na afloop naar ons teruggebracht, waarna wij er unieke tassen van maken. Klanten vinden het over het algemeen prettig wanneer hun gebruikte spullen een tweede leven krijgen. We merken dat dit steeds meer begint te leven. Wij juichen het toe en denken daarin graag mee.”
Circulariteit
Dat neemt niet weg dat recycling in de branche nog in de kinderschoenen staat. Van der Weerd:
„Ik denk dat P&P een voorloper in deze branche is die circulariteit en duurzaamheid bij klanten en leveranciers onder de aandacht wil brengen. Hoe?
Door bijvoorbeeld zo weinig mogelijk verpakkingsmateriaal te gebruiken. Door orders in de regio te plaatsen, door gevraagd en ongevraagd duurzame producten voor te stellen, enzovoort.”
„Ik hoop bij onze leveranciers altijd mensen tegen te komen die er hetzelfde over denken”, geeft Herwig aan. „Die bijvoorbeeld bereid zijn milieuvriendelijke grondstoffen te gebruiken. Zeker ook omdat we zien dat klanten andere eisen beginnen te stellen. En ja, het is een olietanker die nog maar langzaam de andere kant begint op te varen. Dat wil niet zeggen dat je niets moet doen, integendeel.”
Duurzame textieldrukkerij
Om die reden startte P&P vorig jaar, met steun van de provincie en de gemeente Groningen, met een duurzame textieldrukkerij waar zonder chemicaliën en oplosmiddelen wordt gewerkt. „Een schone textieldrukkerij waar alleen waterinkt wordt toegepast”, legt Van der Weerd uit. „Waarom we hiervoor hebben gekozen? Omdat we er van overtuigd zijn dat duurzaamheid in de volledige keten terug moet komen.” Dat
brengt op dit moment nog een hogere prijs met zich mee, maar dat weegt niet op tegen de vele voordelen. Daarbij neemt de vraag in de markt naar milieuvriendelijke bedrukkingen, zoals met waterinkt, flink toe.
‘Kijk bij alles wat je doet of het ook duurzamer kan, of er producten kunnen worden hergebruikt’
„We vinden onszelf vooruitstrevend in de manier waarop we onze relatiegeschenken naar de markt brengen. Dat horen we ook terug van onze leveranciers. Kwaliteit en duurzaamheid zijn de uitgangspunten, niet de prijs. Met name bij festivals is die insteek niet meer weg te denken en we zijn blij dat we in die branche vele klanten hebben, verspreid over het hele land.”
Meedenken
„We denken graag mee in het proces van de klant”, besluit Van der Weerd. „Staat de klant bijvoorbeeld twee keer per jaar op een beurs, dan is het handig om bepaalde artikelen in één keer te bestellen en niet twee keer apart. Wij houden die artikelen indien gewenst op voorraad. Natuurlijk is het gewenste artikel voor de klant belangrijk, maar voorop staat het doel: wat wil je bereiken en hoe vul je die zo milieuvriendelijk mogelijk in.”
„We worden gelukkig vaak gevraagd of we ideeën op dat gebied hebben”, vult Herwig aan. „Daar ligt onze kracht en daar past duurzaamheid en het recyclen van producten prima in. Dat is uitdagend, telkens weer, maar die uitdaging gaan wij graag aan.”
www.p-p.nl
www.greenpremium.nl
‘Voor het goedkoopste pennetje moet je niet bij ons zijn’Vincent Herwig en Djimmer van der Weerd
>> heel veel noordelijke kennisinstellingen, maar ook met bedrijven die gespecialiseerd zijn in afvalscheiding. ,,Je moet je voorstellen dat polyester meestal niet zuiver is. Er worden stickers op geplakt, allerlei materialen aan gehecht, en wat erin heeft gezeten kan ook voor verontreiniging zorgen. Voordat onze technologie optimaal haar werk kan doen, scheiden we de grondstoffen zoveel mogelijk. Daar zijn andere bedrijven goed in, dus die vragen we mee te denken over een ideaal systeem. De droom is uiteindelijk om er aan de voorkant allerlei verontreinigd polyester in te gooien en er aan de achterkant zuivere korrels uit te krijgen.’’
DRPOOM KRIJGT VORM
Die droom krijgt steeds meer vorm. In 2025 moet de eerste lijn draaien: één voor verpakkingen en dan meteen door met een lijn voor textiel. Brons: ,,Bij textiel moet je denken aan kleding, maar ook aan meubelen. We hebben afspraken met een grote beddenspecialist voor het recyclen van de matrassen. Erg veelbelovend.’’ Afspraken maken is sowieso een belangrijke taak van het bedrijf nu. Vooral met kledingmerken.
,,Ik denk dat niet veel mensen weten hoeveel kleding er van polyester wordt gemaakt. Vooral sport- en outdoorkleding. Met grote merken samen doen we onderzoek naar wat we perfect kunnen recyclen en wat niet. Mengvormen van katoen en polyester bijvoorbeeld zijn lastig. Universiteit en hogescholen onderzoeken hoe dat goed te scheiden is, maar intussen praten we met de industrie over het ‘recyclebaar maken’ van hun producten. Dat noemen we Made to be remade. En dat is een label dat concerns graag willen gebruiken. De tijd is er rijp voor.’’
Ongeveer 25 mensen werken er straks in de nieuwe fabriek op bedrijventerrein Emmtec. ,,Het is een uitdaging om ze te vinden, maar als ze eenmaal binnen zijn, blijven ze meestal ook’’, zegt Brons. ,,We zijn hier bezig met elke dag verbeteren, met ingewikkelde processen die we steeds aanpassen. Eigen initiatief is belangrijk en dat vinden onze mensen mooi. Zij zijn meer dan operators. Ze denken echt mee over hoe we onze technologie kunnen inzetten voor een betere wereld.’’
Emmen is straks de hoofdstad van polyesterrecycling 2.0. Maar bij Emmen blijft het niet, denkt de technisch directeur. ,,We maken gebruik van een continu proces voor de recycling. Dat betekent dat we een constante aanvoer van gebruikt polyester nodig hebben. En dat maakt het logisch om bij de bron te gaan zitten. De fabriek na deze is waarschijnlijk voor Coca-Cola in België. Daar zit de bottelaar. En daarna stel ik me voor dat we installaties bouwen op plekken waar ook veel polyester wordt ingezameld. Dat kan overal op de wereld zijn.”
Eerst maar eens de demofabriek in Emmen. Later dit jaar moet de financiering daarvoor rond zijn. ,,Tuurlijk, het is best wat. De engineering is al begonnen, de aankoop van de hal volgt, net als het opknappen ervan. We hebben een aanvraag gedaan bij het Groeifonds, en bij Just Transition, om er een paar te noemen. Ik heb er vertrouwen in. Een groot deel van de capaciteit is al verkocht nog voordat er iets staat.’’
Foto’s Jilmer Postma, Sytse Schoustra en Niels Westra
In het Koploperproject werken bedrijven samen om duurzaam en circulair ondernemen structureel op te pakken. Na een nulmeting stellen ze een praktische duurzaamheidsagenda op en verbeteren hun communicatie. Daarbij kijken ze zowel naar hun bedrijfsvoering als naar hun product- en dienstverlening.
De Koploperprojecten, waaraan inmiddels meer dan 450 bedrijven en organisaties deelnamen in meerdere provincies, zijn een initiatief van Jaap de Vries van DZyzzion uit Drachten. Het Friese project wordt georganiseerd door Vereniging Circulair Friesland in samenwerking met het Friese provinciebestuur, Ynbusiness en Toerisme Alliantie Friesland.
Drie Friese deelnemers veryellen over hun ervaringen.
Baukje de Vries, eigenaresse Ierse pub PaddyO’Ryan in Leeuwarden ,,Ik doe mee aan dit project omdat ik het zo langzamerhand een morele verplichting vind, aandacht voor duurzaamheid.” De onderneemster nam eerder al deel aan andere initiatieven, onder meer Green Key Gold Award, de ‘voorloper’ van het Koploperproject.
Voor de Ierse pub betekent het in praktische zin dat op allerlei vlakken stapjes worden gezet. ,,Het gaat vooral om het vergroten van de bewustwording”, aldus De Vries. Het terugdringen van de CO2uitstoot, een speerpunt in dit project, is bij de pub in volle gang. Zo wordt de zijdeur in de wintermaanden niet gebruikt (,,de warmte waait er anders zo uit”) en wordt de thermostaat tegenwoordig handmatig bediend en niet langer via een vast programma. ,,En ik sta regelmatig te roepen: licht uit!”
De onderneemster denkt na over het (beperken van) het gebruik van plastic. ,,Daarvan heb je toch meer in je bedrijf dan je vooraf denkt.” Alleen de koffiemelk komt nog in cupjes. De Vries: ,,Daarvan wordt steeds minder gebruikt. Dan is het zonde om steeds halve kannetjes weg te gooien. Die cupjes zijn dan wél afbreekbaar.”
Schoonmaakmiddelen worden zelf gemaakt met producten van Happy Soap, die plasticvrij levert.
VLEES DEELS VERVANGEN
Minder vlees eten ligt soms gevoelig. De pub heeft er een slimmigheidje voor: het vlees deels vervangen door een plantaardig alternatief. ,,De 180 gram vlees die in onze Paddyburger zat, is nu 100 gram geworden, in combinatie met 80 gram oesterzwammen.” Die zwammen komen van Fryslân Fungies, die ze kweekt op koffiedik dat onder meer bij de Ierse pub wordt ingezameld door het Leeuwarder recyclebedrijfje De schillenboer.
eigenaar Melis de Vries, die weet dat deelname hem ‘scherp op de cijfers’ maakt. ,,Je focust weer extra op wat er beter kan, krijgt meer zicht op je afvalstromen en spreekt bovendien met collega’s die met hetzelfde bezig zijn.”
De Terschellinger is het roerend eens met zijn Leeuwarder naamgenote: bewustwording, daar draait het om. ,,Wat je aandacht geeft, dat groeit. Dat geldt dus ook voor duurzaamheid.”
Zijn branche staat voor grote veranderingen, stelt de ondernemer, die tevens initiatiefnemer is van het Dark Sky Park op Terschelling. De 150 huisjes die hij verhuurt moeten van het gas af. Alles moet energieneutraal worden. En tegelijkertijd wordt er vooruitgedacht. ,,Als we nu nieuwbouw plegen, kiezen we voor een circulaire aanpak. We gebruiken natuurlijke materialen, die in de toekomst hergebruikt kunnen worden.”
In de zeven jaar die verstreken sinds zijn bedrijf voor de eerste keer deelnam aan een Koploperproject is er veel veranderd, stelt De Vries. ,,Vanaf volgend jaar moeten we bijvoorbeeld een energiecertificaat hebben voor al onze huisjes met een oppervlakte van meer dan 50 vierkante meter. Die moeten we ook aan onze huurders kunnen tonen. Dat geeft mij zeker een extra prikkel. Ik wil geen energielabel F.”
PLASTICVRIJ ONTBIJT
Tjermelân heeft meer dan driehonderd zonnepanelen. De lichtvervuiling op het terrein is teruggedrongen door het gebruik van zogenoemde groene verlichting. Het ontbijt wordt zo goed als plasticvrij geserveerd en de overgebleven broodjes worden niet meer weggegooid, maar voor een zacht prijsje verkocht aan gasten.
De Vries prijst de ‘vrij intensieve’ samenwerking met de gemeente. ,,Leeuwarden staat erg open voor het duurzaamheidsverhaal.” Zelf hoopt ze ook andere ondernemers te inspireren. ,,Ik wil niet met mijn vingertje omhoog staan om te vertellen hoe het moet, maar ik denk dat mensen moeten weten dat het goed mogelijk is om dingen te veranderen. Hoe mooi zou het zijn als de horeca in Leeuwarden straks volledig duurzaam is.”
Melis de Vries, eigenaar vakantiepark Tjermelân, Oosterend, Terschelling Zeven jaar geleden deed vakantiepark Tjermelân ook al mee met het Koploperproject, toen alleen voor Terschellinger ondernemingen. Het was nu tijd om de boel weer eens goed onder de loep te nemen, meent
,,Vakantie is natuurlijk sowieso een belasting voor het milieu. Het zou goed zijn als mensen hun eigen omgeving meer waarderen. Ze hoeven niet ver weg om een mooie vakantie te hebben. Ik geniet ervan als ik gasten ons mooie eiland kan laten zien. Het groen, de ruimte, de rust. We willen houden wat we hebben. Maar wel met de nodige vernieuwingen.”
Natasja van den Bos, mede-eigenaar zeilschool Pean, Nes/Akkrum ,,Stappen zetten in duurzaamheid”, dat was de reden waarom zeilschool Pean zich aanmeldde voor het Koploperproject. ,,Ik dacht altijd dat duurzaamheid betekende dat je je gas- en elektriciteitsrekening omlaag moet zien te krijgen”, zegt eigenaresse Natasja van den Bos enigszins geamuseerd. ,,Door dit project kwam ik erachter hoeveel breder het is.”
Pean biedt naast de zeilschool groepsaccommodaties en waterlodges. De laatste categorie trekt een ‘luxer’ publiek, vertelt Van den Bos. ,,Deze mensen zijn vaak al
Wat betekent het om toekomstbestendig te ondernemen in de gastvrijheidssector? Wat kun je als ondernemer doen en hoe betrek je je gasten, medewerkers en leveranciers hierbij? NoordZ vroeg drie Friese deelnemers naar hun ervaringen met het Koploperproject.BAUKJE DE VRIES
‘Hoe mooi zou het zijn als de horeca in Leeuwarden straks volledig duurzaam is’
bewust bezig met het thema. Daarop haken wij in door bijvoorbeeld kleine containers voor de lodges te zetten voor het afval. Zo hoeven mensen niet ver te lopen naar een inzamelpunt en wordt het gemakkelijker om te scheiden. Als er zoiets voor je huisje staat en je scheidt dan je afval nóg niet, dan ben je echt een koekenbakker.”
KRAANWATER EN GEEN SPA BLAUW
De onderneemster noemt het personeel als essentiële factor: de werknemers moeten doordrongen raken van de noodzaak van verduurzaming. Daarom is er bij Pean elke maand een gezamenlijke lunch, waarin Van den Bos graag ‘speldenprikjes’ geeft in de vorm van een YouTubefilmpje over een onderwerp als recycling of creatief gebruik van voedsel.
,,Van overgebleven wortels kun je de volgende dag heel goed een wortelsoepje maken”, stelt ze. Lachend: ,,Ik hoor weleens: daar hebben we Natasja weer met haar duurzaamheid.”
Spaardopjes op de waterkranen, een fles kraanwater in de koelkast van de huisjes in plaats van Spa blauw, zonnepanelen op alle daken, zo weinig mogelijk eten weggooien: duurzaamheid heeft bij Pean vele gezichten.
Nu nog de boodschap de wereld in slingeren, want daar schort het nog wel aan. Van den Bos: ,,Dit thema is een key selling point Mensen zien niet wat we in de sector allemaal doen. We moeten het gewoon echt beter gaan communiceren.”
‘Het zou goed zijn als mensen hun eigen omgeving meer waarderen. Ze hoeven niet ver weg om een mooie vakantie te hebben’
‘Ik hoor weleens: daar hebben we Natasja weer met haar duurzaamheid’Tekst Jean-Paul Taffijn Foto’s Jan Willem van Vliet
Ongelooflijk veel producten die we in ons dagelijks leven gebruiken, van shampoo tot telefoon, van verpakkingen tot sportkleding, wordt met aardolie gemaakt. Dat kan niet langer meer, het moet anders. Bio wordt het, groen, duurzaam.
Natuurlijk, de traditionele chemie is nog altijd vertegenwoordigd in Noord-Nederland. Intussen groeit de lijst met bedrijven die zich bezighouden met duurzame materialen, met recycling, met groene energie en duurzame toepassingen snel. Afgezien daarvan zijn ook de gevestigde partijen bezig met de verduurzaming van hun processen en producten.
De chemische industrieterreinen in Delfzijl en Emmen vergroenen snel, op andere plekken in het Noorden is een zelfde beweging zichtbaar. Logisch. We zullen wel moeten, de wet schrijft het voor. We hebben klimaatdoelen te behalen. Toch wil het Noorden een stapje verdergaan. Voorop liggen levert concurrentievoordelen, is de gedachte. De ambitie van Chemport is niet misselijk. In 2030 wil het koploper in Europa zijn op het gebied van groene chemie.
KANS VOOR HET NOORDEN
,,We moeten ons onderscheiden, dat is de kans voor het Noorden’’, vertelt Errit Bekkering. Hij is de business developer van Chemport Europe. ,,Dat doen we ook, meer en meer, vooral op het gebied van de grondstoffentransitie. We moeten in de industrie over van fossiele naar duurzame grondstoffen. In Noord-Nederland hebben we de afgelopen jaren veel gezaaid. En nu zijn we aan het oogsten.’’
Bekkering heeft het onder meer over de vestiging van bedrijven als Avantium in Delfzijl, Decom North in de Eemshaven, CuRe in Emmen, maar ook over NTCP in Heerenveen, het nationaal testcentrum voor circulaire plastics. Want sinds kort doet Friesland ook actief mee in Chemport. ,,Dat is belangrijk. We vormen een ecosys-
teem, waarin bedrijven, overheid en onderwijs elkaar versterken. Hoe groter het netwerk, des te sterker we staan en des te meer innovatie er ontstaat’’, zegt Maaike van Heeren. Zij is communicatieadviseur van Chemport Europe.
Want dat is de kracht van Chemport, zeggen Bekkering en van Heeren. Het is een systeem, een label, een aanspreektitel zo je wilt. Dat is wat anders dan een verzameling industrieterreinen. Instellingen en ondernemingen kennen elkaar, zoeken elkaar op, trekken samen op, delen kennis, vormen een gezamenlijk uithangbord voor de rest van de wereld. De boodschap: de wereld van de chemie moet veranderen, kom hier kijken hoe dat kan (en misschien wel moet). Wat afval is voor de één, is grondstof voor de ander.
Een mooi voorbeeld van hoe het werkt, is de oprichting van Cessco2 onlangs. Simpel gezegd: bedrijf heeft vraagstuk, krijgt hulp van wetenschap, komt tot oplossing en richt met derde partij een onderneming op om die oplossing op de markt te brengen. In dit geval gaat het om technologie om weekmakers en stabilisatoren uit PVC te scheiden. Dat kan zo maar een groene doorbraak van formaat blijken.
OCTROOIAANVRAAG IS OP DE BUS
Hendrik Wolters van TRH Recycling uit Emmen zocht al jaren naar een manier om PVC zo zuiver te krijgen, dat het te recyclen is. De grote uitdagingen bij het recyclen van PVC zijn het zoutzuur dat kan ontstaan bij meltfiltratie (smelten en filtreren) en toevoegingen als weekmakers en stabilisatoren zoals lood. ,,Dat maakt dat van al die miljoenen tonnen die er jaarlijks worden geproduceerd, maar een paar procent gerecycled wordt.’’
Van een eerder project kende Wolters Francesco Picchioni, hoogleraar Chemische Technologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. ,,We zijn gaan experimenteren met superkritische CO2, dat al gebruikt wordt als schoon oplosmiddel, bijvoorbeeld om
cafeïne uit koffie te halen. Met het proces dat we bedachten lukt het nu heel goed om die weekmakers en andere stoffen uit de PVC te krijgen. Daarnaast zijn er mooie stappen gemaakt om de meltfiltratie uit te voeren op een lage temperatuur zodat er geen zoutzuur ontstaat. We hebben de octrooiaanvraag inmiddels op de bus gedaan.’’
Wolters richtte Cescco2 op om het proces verder te ontwikkelen. ,,In het lab in Groningen hebben we nu de proof of concept laten zien. Nu gaan we verder opschalen, via een proeffabriek naar een productielocatie. We hebben nog veel werk voor de boeg, maar de resultaten tot nu toe zouden kunnen leiden tot een grote stap in het duurzaam maken van een van de meest geproduceerde doch minst gerecycleerde kunststoffen. Cessco2 laat precies zien wat er gaande is in Noord-Nederland’’, ziet Bekkering.
,,Kijk, de industrie heeft tot niet zo lang geleden nooit nagedacht over het hergebruiken van materialen en producten. Alles was lineair. Dat verandert nu razendsnel. Maar dat is geen gemakkelijk proces. Over alles moet opnieuw worden nagedacht; het grondstoffengebruik, de manier van produceren, de inzet van stoffen, alles. Wij zijn goed in het maken van groene bouwstenen voor de chemie, maar óók in recycling waar dat een tijd geleden nog onmogelijk was.’’
STEEDS MEER VAN HET ACHTERLAND
Maaike van Heeren: ,,Dit voorbeeld laat de kracht van ons ecosysteem zien. Hier worden innovaties van klein naar groot gebracht. Op de universiteit, hbo of mbo wordt een vinding op labschaal getest. Daarna gaat het naar een faciliteit als de ZAP (Zernike Advanced Processing-faciliteit van de Hanzehogeschool, red.), vervolgens hebben we ruimte voor een proeffabriek, bijvoorbeeld in het Chemport Innovation Center (CIC) en de uiteindelijke productie is in ons gebied ook op te zetten. Wij hebben namelijk nog ruimte. En dat is best bijzonder. Net als onze ligging aan zee, de toevoer
van groene energie en een groot agrarisch achterland, waar steeds meer grondstoffen voor de chemische industrie vandaan komen.’’
De al eerder genoemde samenwerking tussen onderzoekers, ondernemers en overheid werpt op meer plekken binnen Chemport haar vruchten af. Ondernemers komen met innovaties, die dankzij subsidies van de overheid verder gebracht worden. Kennisinstellingen spelen er regelmatig een belangrijke rol in. Van laboratoriumschaal tot productielocatie en alles ertussenin.
Photanol is zo’n voorbeeld. Het bedrijf gebruikt in de demofabriek in Delfzijl licht en bacteriën om van CO2 duurzame bouwstenen voor chemicaliën te maken. Senbis maakt in Emmen kunstgraskorrels van biopolymeren. En zo zijn er nog tientallen voorbeelden.
UITSTRALING OVER DE GRENS
De grote ambities, gunstige voorwaarden en praktische successen in de groene chemie en de grondstoffentransitie, hebben nu al uitstraling over de grens, weet Errit Bekkering. ,,Dat je hier in een klein gebied alles bij elkaar hebt - van grondstoffen en energie tot faciliteiten voor labtests en opschalen – raakt bekend. We worden internationaal gezien als een interessante proeftuin voor innovaties. Dat trekt mooie bedrijvigheid en toekomstperspectieven aan.’’
Wat afval is voor de één, is grondstof voor de ander. Minder CO2 in de lucht, minder fossiele grondstoffen uit de grond, meer recycling, meer opwaardering, meer biogrondstoffen. Chemport Europe streeft ernaar, gesteund door de provincies, de gemeenten, Groningen Seaports, Getec, de NOM en de kennisinstellingen.
Errit Bekkering: ,,We kijken serieus naar alle aanvragen van nieuwe bedrijven. Maar we lopen veel harder voor ondernemingen die een echte bijdrage leveren aan de vergroening.’’
Chemie en vergroening lijken voor menigeen onverenigbare grootheden. Maar chemie is al lang niet meer alleen stinkende industrie met hoge rookpluimen. ‘Onze’ Chemport Europe speelt zelfs een steeds belangrijkere rol in de grondstoffentransitie die de chemische industrie groen maakt.
Circulaire economie vergt voortdurende ontwikkeling om waarde te kunnen toevoegen. Bij het Lochemse Innodeen is dat het hart van het bedrijf. Innoveren. De specialist in biocomposiet producten voor bouw, infra en industrie heeft een naam hoog te houden. Technical sales engineer Jos Beverborg neemt Noordz mee in de ontdekkingstocht naar circulaire biocomposieten.
De geschiedenis van bio-composiet maken is lang en indrukwekkend en gaat al meer dan 25 jaar terug. Innodeen (destijds Kreunen Kunststoffen) heeft deze techniek, kennis en ervaring 3 jaar geleden overgenomen en kent een lange staat van dienst in de bouw- en houtwereld. De DTSdorpelsystemen van Innodeen zijn al jaren vertrouwde producten in de Nederlandse timmerindustrie, bouw en kozijnindustrie. „We ontwikkelen ons steeds verder in de verduurzaming van biocomposieten. Het totale productportfolio is heel uitgebreid: we leveren iedere dag door het hele land aan verschillende bedrijfstakken uiteenlopende oplossingen van composietmateriaal. Op basis van vier basis kunststoffen onderscheiden we vier merknamen. Hollodeen als verzamelnaam voor alles uit thermoplasten; Durodeen voor thermoharsen; Eelodeen voor elastomeren en Compodeen voor biocomposieten. De productie onder die merknamen is onze corebusiness. En op basis van die kennis en ervaring gaan we elke dag een stap verder”, vertelt technisch sales engineer Jos Beverborg, die met vijf collega’s dag in dag uit bezig is met ontwikkelen en testen.
Nieuwsgierigheid en nuchterheid vormen hun fundament. „In deze testfabriek staan nieuwe ontwikkelingen centraal. Het is echt een feest om te doen: bedenken hoe het nog beter kan. En zo zetten we iedere keer een stap in duurzaamheid en circulariteit.”
Testen en certificeren
Innodeen heeft al een KOMO-keur op haar circulaire bio-based gevelbeplating en houtvezel composiet, beide uit 100 % restafval. „Daar is een lange weg aan voorafgegaan. Ooit zijn we met houtvezel begonnen, daar voegden we een (bijna derde) deel kunststof aan toe en wat maggi, zoals we dat hier zeggen. Zeg maar de verbindende stof die de vezels en de kunststofballetjes tot een kneedbare homogene massa maakt om het te kunnen persen. Want dat is het proces dat we beheersen: we maken samengestelde producten van vervormbare materialen die we onder hoge druk door een matrijs persen. Weersinvloeden hebben daardoor geen nadelige effecten op het
uiteindelijke materiaal. We hebben bovendien een octrooi op een deel van het proces, omdat we alle vezelmaterialen in de lengterichting door de matrijs persen, waardoor het nog veel sterker wordt. Juist omdat we de technische processen beheersen, kunnen we naar hartenlust samen met anderen nieuwe producten ontwikkelen. Een tijdrovend en spannend proces, omdat je iedere keer als je iets verandert aan de samenstelling van een product, je uitgebreid moet testen. Hoe houdt het materiaal zich onder druk, temperatuur en snelheid? Wat doet het met sterkte en buigzaamheid, voor nabewerking, voor brandwerendheid? Pas als onze eigen testen honderd procent goed zijn, gaan we voor een KOMO- keur, want dat is de certificering die we graag willen hebben voor onze materialen.”
Circulair produceren, waarde toevoegen „Na de eerste producten op basis van nieuwe houtvezel en nieuwe kunststof stelden we onszelf de vraag hoe het beter kon, duurzamer, meer circulair. Dat deden we door het nieuwe hout dat we uit Zuid- Duitsland haalden, te vervangen door gebruikt hout uit onze omgeving: gebruikte pallets, verpakkingshout, sloophout en houtreststromen uit de bouw. Je gebruikt dan voor 72 procent van jouw samengestelde product geen nieuw materiaal meer, je verkort je ketens en verbruikt veel minder CO2. Het bleek prima te werken. Maar het kunststof dat we gebruikten was nog een nieuw fossiel product. De volgende stap deden we in samenwerking met Veolia naar een gerecycled kunststof, polypropyleen; dat bleek prima te verwerken tot het materiaal zoals wij dat nodig hebben. Om het concreet te maken: kunststof uit de dagelijkse afvalstroom van huishoudens. Met dezelfde kwaliteit en duurzaamheidsklasse I als het nieuwe kunststofmateriaal, maar een veel lagere milieuklasse. Zo mogen we inmiddels onze producten circulair biobased houtvezel composiet uit 100 % restafval noemen, en hetzelfde geldt voor onze gevelbekleding van dat materiaal. Het is circulair omdat we niet alleen alle restmaterialen uit de fabriek verwerken in onze productie, maar ook hebben aangetoond dat het
materiaal met een levensduur van 50 jaar, daarna nog verschillende keren opnieuw kan worden recycled tot hetzelfde product met volledig behoud van kwaliteit. Daarmee zorgt het ook voor permanente opslag van CO2, naast allerlei andere voordelen zoals een hoge stijfheid, goede bewerking, geen conserveringsmiddelen, heeft het geen behandeling nodig, kent het natuurlijke vergrijzing, een lange levensduur en is het zeer slijtvast.”
Innoveren, shared solutions
„Door intensief met anderen samen te werken kom je verder. Zo zijn we bezig met agrarische partners om te kijken wat er mogelijk is, met name voor producten voor prefab en houtskelet woningbouw. Want het voordeel van kunststof en biocomposiet is dat je vormen naadloos aan elkaar vast kunt klikken; het is dus zeer geschikt voor fabrieksmatig produceren. Met onze partners kwamen we zo ook op het mogelijke gebruik van snoeihout gekomen, maar testen we ook met bamboe en olifantengras in plaats van houtvezel. Het is voortdurend onderzoeken wat je met welke vezels kunt, hoe vochtgehaltes zijn aan onze kant. Voor snoeihout betekent het dat je het hergebruikt in plaats van verbrand. Voor nieuwe gewassen als bamboe, maar ook hennep of vlas, heeft het mogelijke voordelen in de omschakeling naar alternatieve vormen van landbouw? Ook voor het onderwijs ligt een grote rol; we werken daarom met verschillende onderwijsclubs nauw samen. Zo zetten we iedere keer een stap naar dat ultieme doel van honderd procent circulair en zo natuurlijk mogelijk. Innovatie is een kwestie van tijd, maar vooral ook doen. Beginnen met wat je kunt en kritisch kijken hoe het beter kan. De mogelijkheden van circulaire biocomposieten zijn groot, zeker als je bereid bent van elkaar te leren.” Niet voor niets zeggen ze daarom in Lochem: Innodeen, shared solutions.
www.innodeen.nl
Innoveren gebeurt in meerdere gradaties. Bedrijven verbeteren continu hun aanbod maar richten zich ook op het ontwikkelen van geheel nieuwe producten en diensten. Beide vormen van innoveren vragen echter om een andere aanpak. De uitdaging is om beide gelijktijdig te doen.
Incrementele innovaties zijn kleine verbeteringen die bestaande producten en diensten beter, goedkoper en/of duurzamer maken. Dat kan gaan om het aanpassen van de tekst op een verpakking, soms wat groters als een nieuwe variant of het gebruik van duurzamere materialen.
Verbeteren vraagt om een systematische en analytische aanpak. Je onderzoekt zowel de componenten als het produceren en gebruiken van het product. Welke componenten kunnen worden samengevoegd, kleiner, goedkoper of duurzamer worden gemaakt? Hoe verminderen we uitval in de productie? En hoe gebruiken klanten ons product? Welke problemen ervaren ze en wat zouden ze ook graag willen?
Is de gewenste verbetering bekend, dan vraagt de realisatie om een gestructureerde aanpak. Vaak is dit een stappenplan voorzien van poortjes die je moet passeren voor goedkeuring, een ‘stage-gate’ proces. Zo’n aanpak maakt innoveren beheersbaar, je weet steeds waar je bent en wat je nog moet doen, voorkomt dat je belangrijke zaken over het hoofd ziet en vermindert de risico’s.
Verbeteren is altijd nodig, maar elk product heeft ook een eindige levensduur, elk pad eindigt ergens. En dan is het belangrijk dat je andere paden hebt verkend zodat je op tijd kunt overstappen. Dat is het doel van radicale innovaties: het bieden van nieuwe mogelijkheden.
Radicale innovaties maken bedrijven klaar voor nieuwe, kansrijke ontwikkelingen. Zo draait bij FrieslandCampina alles om melk en afgeleide producten zoals yoghurt, kaas en babypoeder. Tegelijkertijd ziet het bedrijf een groeimarkt ontstaan voor plantaardige zuivelvervangers. Daarom introduceerde het recentelijk een veganistische versie van Chocomel, gemaakt van cashewnoten, erwten en cacao.
Radicale innovaties zijn risicovoller dan incrementele innovaties, omdat je begint met een nieuw product, nieuwe technologie en/of nieuwe doelgroep. En zoals met alle dingen die je voor het eerst doet: het kan misgaan en soms is dat te herstellen en soms ook niet. Radicale innovaties kennen volop onzekerheid: gaat het ons lukken om het bedachte nieuwe product of dienst te maken, hoeveel tijd en geld gaat het kosten, en zal het een succes worden op de markt? Misschien wordt plantaardige Chocomel wel een flop.
Radicale innovaties zijn dus lastiger te ontwikkelen en risicovoller, vergen meer ontwikkeltijd, nieuwe kennis en nieuwe vaardigheden, en een andere, meer iteratieve en exploratieve aanpak. Het vraagt om stapsgewijze ontwikkeling waarbij je soms terug moet naar af, om experimenten en de bereidheid risico’s te nemen, want als het idee echt goed is geef je niet op bij de eerste tegenslag.
Radicale innovatieprocessen zijn daarmee aanzienlijk minder beheersbaar dan incrementele. Daarnaast is het moeilijk de waan van de dag te negeren en hebben managers targets te halen. Vandaar de veel voorkomende neiging om je te richten op de kleine innovaties. Dan ken je immers je klant en technologie, en weet je dat jouw oplossing werkt.
Maar radicale innovaties maken je klaar voor een nu nog onbekende toekomst. Nokia begon als papierfabriek, maakte later fietsbanden en gasmaskers, was jarenlang marktleider met mobiele telefoons en richt zich nu op telecommunicatieapparatuur. Samsung begon ooit als verkoper van vis, groenten en noedels. De geschiedenis van Lego begint met meubels, toen houten speelgoed en daarna pas de plastic steentjes. En zo zijn er veel meer voorbeelden van bedrijven die om te overleven zich helemaal opnieuw hebben uitgevonden.
De uitdaging is daarom om beide vormen van innoveren te combineren. Verbeteren en vernieuwen. Dit kan door te werken met gescheiden budgetten, een andere aanpak en soms zelfs het inzetten van andere mensen. Daarmee werk je gelijktijdig aan succes voor morgen én overmorgen.
Dr.Eelko Huizingh is universitair hoofddocent innovatiemanagement, oud-directeur van het innovatie expertisecentrum Vinci van de Rijksuniversiteit Groningen, en auteur van het boek Innovatiemanagement
Wie Fabian Debats, Bastiaan Hofsteenge, Lusanne Tehupuring en Stefan Vogelzang
Wat e-learning voor anatomisch onderwijs
Waar Groningen
Waarom om de snijzaal virtueel aan meer mensen te kunnen aanbieden
Hoe dankzij jarenlange ontwikkeling, engelengeduld en investeringen
Honderden start-ups zien jaarlijks het levenslicht. Wie zijn die starters, wat willen ze, wat doen en laten ze ervoor, waar willen ze heen?
Start Me Up duikt in een wereld vol beloften, onzekerheid, doorzettingskracht, visie en hard werken.
Anatomische lessen. Die kunnen beter, efficiënter, preciezer, gemakkelijker en vriendelijker. Het Groningse Enatom ontving onlangs een flinke investering om dat doel te verwezenlijken. De start-up maakt gebruik van intelligente scanningtechniek en uitgekiende softwaretoepassingen om het menselijk lichaam levensecht, interactief en ‘afschilbaar’ in beeld te brengen. En dat zou weleens een uitkomst kunnen zijn voor geneeskundestudenten wereldwijd. Misschien wel voor iedere (zorg-) professional die zich bezighoudt met de anatomie van de mens.
,,We zijn er samen met het Universitair Medisch Centrum Groningen eigenlijk al zeven jaar mee bezig, maar krijgen nu de acceleratie die we nodig hadden’’, vertelt Fabian Debats. Met dat ‘wij’ bedoelt hij ook Stefan Vogelzang, met wie Debats al sinds 2009 bijzondere videoproducties ontwikkelt. Samen richtten ze de bedrijven Vrelax (VR-app tegen stress en pijn) en Viemr (360 graden-fotografie en VR- en AR-oplossingen) op. Afgelopen najaar schreven ze hun startup Enatom in bij de Kamer van Koophandel, nadat ze eerder dat jaar Lusanne Tehupuring (bekend van Founded in Groningen) al aantrokken als CEO.
De technologie van de Groningers biedt een oplossing voor een probleem dat in coronatijd extra duidelijk werd: artsen in opleiding zouden meer in een snijzaal moeten komen om de anatomie van het menselijk lichaam te leren kennen. Tehupuring: ,,Je zou ook kunnen zeggen dat het goed zou zijn als ze beter voorbereid zijn op die vrij zeldzame momenten dat ze op de snijzaal naar echte mensen kunnen kijken. Dat kan met onze techniek. Ze hebben alles daarmee van tevoren al op hun scherm ontdekt.’’
MONNIKENWERK
Op een tablet, laptop, of liever nog met een AR-bril, tovert de Groningse start-up levensechte afbeeldingen van torso’s, armen, benen en veel meer tevoorschijn. Levensecht inderdaad, want het gaat om gefotografeerde anatomische onderwijspreparaten, gemaakt dankzij echte lichamen. Een monnikenwerk dat Debats heel veel uren kostte. ,,Dankzij een samenwerking met het UMCG mocht ik deze preparaten scannen met speciale camera’s. Dat gaat over duizenden foto’s aan beeldmateriaal, die worden geconverteerd naar een 3D-visualisatie. De
anatomen van het UMCG gingen wekenlang aan het werk met het voorzichtig blootleggen van volgende lagen, die ik dan weer scande. En zo gingen we laag voor laag verder.’’
Debats en Vogelzang hadden flinke technologische uitdagingen te overwinnen. De belangrijkste: hoe zorg je ervoor dat de gemaakte beelden toegankelijk en interactief zijn? ,,Je hebt het over heel zware bestanden, die toch op een tablet bruikbaar moeten zijn. Daarover hebben we lang nagedacht en ermee geëxperimenteerd. Een paar jaar geleden vonden we de oplossing en kon de tweede versie van de app echt door studenten worden gebruikt. Die waren er erg positief over.’’
Toen de snijzaal van het UMCG vanwege corona gesloten bleef voor studenten, werd snel duidelijk dat de technologie van Enatom een belangrijke rol kon vervullen. De colleges werden noodgedwongen online voortgezet, met behulp van de anatomische beelden van Enatom. Investeringsclubs
G-Force en Triade zagen de potentie ook. Vlak voor afgelopen kerst gaven zij hun verlossende fiat.
Debats: ,,Dat betekende een zucht van verlichting. Wij hebben er jaren uit eigen zak in geïnvesteerd en nu kunnen we er serieus verder mee, snel meters maken.’’
OVER DE GRENS Dat ‘meters maken’ is precies waarvoor Lu-
sanne Tehupuring staat. ,,We zijn bezig geweest met valideren, met afspraken maken, met juridisch alles dichttimmeren. Nu gaan we de markt op.’’
De start-up denkt aan een abonnementsvorm. ,,We zijn een e-learningbedrijf. De komende jaren kan er nog van alles gebeuren, maar in ieder geval blijven we bezig met het verzamelen en aanbieden van steeds meer content. Dat betekent dus heel veel preparaten scannen, verwerken en interactie aanbrengen. Wie weet dat we in de toekomst ook hardware erbij gaan leveren. VR-brillen bijvoorbeeld, zodat je een heel studiepakket kunt samenstellen.’’
De kans dat het bij de Nederlandse markt blijft, is klein, denkt de CEO. ,,We voeren al gesprekken in België, maar ook in het Midden-Oosten. In de Arabische wereld zijn weinig snijzalen, maar ook daar is het kennen van de anatomie natuurlijk belangrijk. Daar zien we grote kansen, net als op andere plekken in de wereld waar snijzalen schaars zijn. En dat zijn er heel wat.’’
Wie
Erjen Derks en John BeuvingWat technologie om mantelzorgers te ondersteunen
Waar Assen (en Health-hub Roden)
Waarom om mantelzorgers meer gemoedsrust een vrijheid te geven
Hoe door een combinatie van technologische kennis, netwerken en marktdenken
De grootste uitdagingen die voor ons liggen? Het klimaat vast en zeker. Maar ook: de zorg. En dan specifiek de mantelzorg. Ga maar na: we worden steeds ouder en blijven steeds langer thuis wonen, mét alle gebreken en gezondheidsproblemen.
Aan de andere kant slinkt het aantal mensen dat ruimte heeft om zorg te verlenen snel. Een crisis in wording. En dat is precies waaraan Valtes wat wil doen. De start-up biedt een technologische totaaloplossing die mantelzorgers het leven makkelijker maakt.
De twee oprichters kennen elkaar van de voetbalclub in Beilen en hebben allebei kennis van de sector, ieder op hun eigen manier. John Beuving is de man van de technologie, met zijn lange ervaring in de wereld van de kunstmatige intelligentie die hij het laatste decennium inzette in de ouderenzorg. Erjen Derks zag als wethouder van Midden-Drenthe hoe ingrijpend het effect van mantelzorg is op familie, vrienden en de samenleving.
,,We besloten er samen iets aan te gaan doen’’, zegt Derks. ,,Dingen kunnen makkelijker en beter aangeboden worden, zodat de zorg minder moeite kost. We willen overbelasting voorkomen, mentale stress verlagen, een slechte gezondheid tegengaan. Dat doen we door gemoedsrust te bieden.’’
Door talloze gesprekken met mantelzorgers (die overigens vaak niet graag zo genoemd willen worden) en wat hij om zich heen zag, wist hij waar de behoefte ligt. Datzelfde zag Beuving ook, maar dan vanuit de ouderenzorg in verpleeghuizen. ,,Als zorgverlener wil je op elk moment kunnen zien hoe het gaat met degene voor wie je zorgt. En je wilt snel kunnen ingrijpen als er iets misgaat.’’
Een alarmknop werkt niet onder de douche, bellen bij problemen is voor zorgbehoevenden ook niet altijd mogelijk. Voor mensen met dementie zijn gadgets aan het lichaam, zoals een ketting met noodknop, of een fitbit vaak niet bruikbaar. Dus moet er wat anders komen. Beuving: ,,Wij ontwikkelen een oplossing die onafhankelijk van de hulpbehoevende werkt. Je hoeft niets op het lichaam te hebben. Wij registreren bewegingen in de ruimte en zien daardoor hoe het met de patiënt gaat.’’
Uniek aan het systeem van Valtes is het gebruik van wifi-signalen. John Beuvin: ,,Ik vergelijk het graag met een zwembad. Als er iemand een baantje trekt, dan kun je aan de golven zien waar de zwemmer zich bevindt. Als je heel goed naar de golven kijkt, weet je ook hoe snel de zwemmer gaat en welke slag hij gebruikt.”
„Zo werkt ons systeem ook. We registreren
hoe een mens beweegt en kunnen daarmee op den duur zelfs problemen voorspellen. Gaat iemand vaker naar het toilet? Moet iemand zich steeds meer aan de muur vasthouden? Dat zijn indicatoren dat er wat mis is, of aan het misgaan is.’’
EENVOUDIG EEN OOGJE IN HET ZEIL De mantelzorger ziet overzichtelijk in een app hoe het met de patiënt is gesteld. Derks: ,,Je hoeft daarvoor niet altijd langs te gaan. Het is goed voor je gemoedsrust als je weet dat het goed gaat. Dat scheelt je niet alleen tijd, maar ook stress. Je hebt meer ruimte voor je sociale activiteiten, voor andere dingen die je belangrijk vindt.’’ Hij weet waarover hij spreekt. ,,Ik zag als wethouder jongeren die niet naar school konden omdat ze thuis op een ouder moesten letten. Met onze oplossing maken we tijd voor zo iemand vrij.’’
De technologie die de in Assen gevestigde start-up ontwikkelt, bestaat uit een basismodule waarop allerlei signaleringsapparaten kunnen worden aangesloten. Dat kunnen sensors zijn, camera’s, gps-trackers, wat de mantelzorger maar nodig heeft om het werk eenvoudiger te kunnen doen. Derks: ,,We spreken heel veel met zorgers en voegen steeds meer mogelijkheden toe. Je kiest straks de modules die voor jou de grootste voordelen opleveren.’’
Om te weten waar de behoefte ligt en hoe de technologie het best kan worden ingezet, lopen pilots. Studenten spelen binnenkort scenario’s na in een geprepareerde unit bij school. Dit voorjaar wordt het systeem ook bij mensen thuis getest. Intussen helpt de Rijksuniversiteit Groningen mee met het oplossen van privacyvraagstukken. En over de afzet hebben de ondernemers ook al
nagedacht. Derks: ,,Laagdrempelig moet het zijn. We denken aan een app met lage abonnementskosten, al dan niet vergoed vanuit de gemeente. De hardware kun je straks als WMO-hulpmiddel krijgen, maar ligt ook bij de grote elektronicawinkels in de schappen.’’
De ambitie van de twee is stevig: voor 2030 willen ze hun technologie naar minimaal een miljoen Europeanen hebben gebracht. De ontwikkeling gaat razendsnel. En die stopt ook niet meer. Beuving: ,, Door de toepassing van kunstmatige intelligentie en de verbetering van de technologie krijgen we in de nabije toekomst veel meer inzichten. Denk aan gegevens over de temperatuur in huis, het gas dat nog openstaat of de koelkast die wordt opengetrokken. Uiteindelijk ziet de mantelzorger ook de vitale functies van de hulpbehoevende. Allemaal ten gunste van de vrijheid en gemoedsrust van de mantelzorger.’’
„We zijn en blijven betrokken bij onze klanten en onze professionals, ook als we sterk groeien.” Dat zegt Ruben Kijf van detacheringsbureau Daan in Groningen. Daan is expert op het gebied van arbeidsbemiddeling binnen het publieke domein, onder andere zorg, woningcorporaties, ruimtelijk domein, sociaal domein en onderwijs. Sterk groeien deed Daan in 2022, met maar liefst 43 procent. „De vraag naar arbeidskrachten, tijdelijk of vast, blijft ongekend hoog, wij zijn in staat om aan de vraag van onze klanten te voldoen.” Beleving, kwaliteit, plezier en vertrouwen staan daarbij centraal.
Niet voor niets wordt Daan in klantenonderzoek hoog gewaardeerd. Ruben:„ Klanten waarderen ons met een 8,8, de professional met een 9,2. Daar zijn we trots op. We zijn daar continu mee bezig. Organiseren bijvoorbeeld zorgborrels of een workshop gericht op het onderwijs. Hebben daarnaast onderwijscoaches in dienst, die de docenten die door ons worden gedetacheerd kunnen begeleiden. En in de afgelopen kerstperiode hadden we hier een pop-up kerstmarkt, bij ons op de parkeerplaats, waar meer dan 200 professionals op af kwamen. Kortom, met elkaar maken we er wat van.”
Werkplezier
Die aanpak straalt af op de eigen medewerkers. Werkplezier staat bij Daan hoog in het vaandel. „We groeien sterk, ook in medewerkers. Als zij het hier naar de zin hebben, dan vertelt zich dat rond. Wij hoeven dan ook weinig moeite te doen om nieuwe medewerkers aan te trekken.”
„Ja, we hebben regelmatig medewerkers nodig”, gaat hij verder. „Groei is leuk, maar dat kan ook tegen je werken. Daarom zijn er begin januari weer zes nieuwe medewerkers begonnen. We willen betrokken blijven bij klanten en professionals, willen weten wat er speelt en daar snel op kunnen inspelen. Die aanpak wordt op prijs gesteld.”
Ruimtelijk domein
Daan is uitstekend thuis in de zorg, het onderwijs en woningcorporaties en daar werd vorig jaar de sector ruimtelijk domein aan toegevoegd. „Een
enorm brede sector, waarin veel vacatures zijn”, legt Ruben uit. “Onze kracht zit hem in de kraptemarkten en daar is het ruimtelijk domein er een van.”
„Net afgestudeerden komen in deze sector aanvankelijk wat moeilijker aan de slag, omdat ze nog geen ervaring hebben. Wij bieden ze een korte opleiding aan, gericht op de vraag van de opdrachtgever. Vervolgens kan hij of zij aan de slag om ervaring op te doen, er wordt een CV opgebouwd, waardoor de professional vervolgens makkelijker inzetbaar wordt op de arbeidsmarkt.”
Sociaal domein
Datzelfde wil Daan binnen het sociaal domein realiseren. Daarvoor is inmiddels nieuwe ruimte in het kantoor aan het Emmaplein in Groningen vrijgemaakt. „Het sociaal domein is een bewezen markt binnen veel andere vestigingen van Daan, maar zat nog niet in Groningen. Terwijl de vraag naar vakkrachten ook in het Noorden wel groot is. Binnen Daan zit er al veel kennis op dit gebied, wij denken dat we daarin ook het verschil kunnen maken.”
Net even anders
Uiteraard merken ze ook bij Daan dat de arbeidsmarkt krapper wordt. „De werving van professionals neemt wat meer tijd in beslag dan
voorheen”, legt Ruben uit. „Toch slagen we er in om steeds opnieuw nieuwe mensen aan ons te binden. Hoe we dat doen? Door het net even anders te doen. Wij groeien dankzij onze medewerkers, die intrinsiek gemotiveerd zijn om voor de professionals de perfecte match te vinden. Daarnaast zitten we regelmatig met onze opdrachtgevers aan tafel, we willen horen, zien en voelen hoe het er aan toe gaat. Ja, we bevinden ons in een dynamische omgeving waarin veranderingen aan de orde van de dag zijn. We willen daarom weten wat er speelt, of we iets kunnen verbeteren. We hebben samen met de opdrachtgever een gemeenschappelijk doel en dat is het realiseren van een stabiele organisatie. Zodat de personele problemen van een opdrachtgever tot een minimum kunnen worden beperkt.”
Bij Daan in Groningen, dat actief is in de drie noordelijke provincies en een deel van Overijssel, wordt vol vertrouwen naar 2023 gekeken. „We zitten nu ruim tien jaar in Groningen en hebben onze naam inmiddels gevestigd. Er liggen vele lijntjes naar onze opdrachtgevers die ons goed weten te vinden. Dat heeft vooral ook met onze medewerkers te maken. Plezier in je werk staat bij ons voorop. Als iedereen elke dag met plezier naar het werk kan, dan vertaalt zich dat vroeg of laat in resultaten. Ook dat is Daan.”
www.daan.eu
‘Plezier in je werk staat bij ons voorop’
Als er één moderne term is waarvan ik niets begrijp, is het wel ‘circulaire economie’. In de eerste plaats is élke economie een kringloop. De uitgaven van de een zijn de inkomsten van de ander. De belastingen die de een betaalt, worden het salaris, de AOW of de zorgtoeslag van de ander.
Niet voor niets stond er vroeger bij De Nederlandsche Bank een soort van hydraulisch model van de economie opgesteld. Vloeistof stroomde door een buizenstelsel dat de sectoren van de economie verbeeldde, en als je aan knoppen met namen als ‘rentestand’ draaide, zag je welke sectoren meer of juist minder vloeistof kregen. Tenminste, zo herinner ik me het; ik kan er online geen beelden van vinden.
Maar goed. Een economie is een kringloop, dus. Handig om te onthouden voor als je weer eens leest over uit de hand gelopen of anderszins bekritiseerde kosten: het is niet in rook opgegaan; voor iemand anders zijn het inkomsten. En die inkomsten geeft hij of zij weer uit, enzovoort en zo verder. 100 miljoen euro aan vuurwerk afsteken is economisch gezien niet anders dan voor 100 miljoen euro theedrinken. Wat nog genoeg redenen overlaat om vuurwerk te verbieden, overigens. En thee.
In de tweede plaats is ook natuurkundig gezien alles circulair. We moeten het op aarde doen met een beperkt aantal atomen. Er komen er geen bij, maar we raken er ook geen kwijt. Ook handig om te onthouden.
Bijvoorbeeld voor als je leest dat de productie van een spijkerbroek 10.000 liter water kost. Dat water is niet weg, en het zit ook niet in je jeans. Er is vast veel te verbeteren aan het waterbeheer op sommige katoenvelden, en aan de zuivering van het afvalwater van sommige fabrieken, maar dat water is er nog steeds en kan in principe gewoon weer voor een volgende spijkerbroek worden gebruikt.
Ondanks de ongelukkige naam is een systeem waarin je eenmaal gewonnen grondstoffen zolang mogelijk blijft (her)gebruiken natuurlijk een heel goed idee. De vraag is alleen: wie is de baas van dat systeem? Hoe organiseren we dat?
In Nederland hebben we een sterke voorkeur voor polderen en convenanten: laat de industrie zelf met een oplossing komen. Zo komt het dat we al heel lang twee goed werkende systemen hebben om glas te recyclen (statiegeld voor de gestandaardiseerde bierflesjes en glasbakken voor de rest), en nog steeds geen enkele voor blikjes. Terwijl metaal toch een ‘eindiger’ grondstof is dan glas, dat voornamelijk van zand wordt gemaakt. ‘De industrie’ komt uit zichzelf nu eenmaal alleen met voorstellen als deze rendabel zijn. Dat schiet niet op.
Met andere woorden, een circulaire economie die echt werkt is noodzakelijkerwijs een economie met een krachtig sturende overheid. Met standaarden, voorschriften en verboden. Een overheid met een helder beeld van waar het heen moet, liefst snel een beetje. Duidelijk en consequent.
Ik weet niet of onze overheid daar al aan toe is. Ook niet of wij al toe zijn aan zo’n overheid, trouwens.
In het kenmerkende hoge pand aan de Rondweg in Emmen maakt MCE, dat staat voor Milling Companny Europe, sinds 2017 pellets van biomassa. Het organische materiaal wordt verdicht tot stuifvrije korrels voor verschillende toepassingen. Samen met opdrachtgevers kijkt MCE doorlopend naar nieuwe mogelijkheden om op deze manier biomassa te verwaarden.
Eigenaren Harry Pot en Louis Wittendorp kochten eerst het bijzondere pand, waarin jarenlang een veevoederfabrikant gevestigd was. Daarna werd pas besloten welke bedrijfsactiviteiten er gingen plaatsvinden. „Harry is geïnteresseerd in oude fabriekspanden en wilde het gebouw in 2015 al kopen, maar het was toen nog niet te koop’’, vertelt Louis Wittendorp. „Een paar jaar later ontstond de mogelijkheid alsnog en vroeg hij me mee om het te bezichtigen. Vanwege de bijzondere bouw en de aanwezige machines was niet alles mogelijk, maar het malen en verdichten van materialen tot pellets was een goede mogelijkheid. Harry heeft daar jarenlange ervaring in. De machines die we overnamen, waren niet helemaal geschikt maar we hebben ons er de eerste tijd wel mee gered. We moesten we nog veel uitproberen en produceerden dus op kleine schaal. Mede dankzij een innovatiesubsidie van SNN konden we investeren in nieuwe machines, automatisering en afzuiging om stofvrij te kunnen produceren.’’
Voor biovergisters
MCE verwerkt biomassa, een verzamelterm voor biologisch afbreekbare grondstoffen en restproducten die voortkomen uit het verbouwen van gewassen zoals graan en mais, maar ook materiaal als bermgras, resthout, koffievliezen en cacaoresten. Door deze biomassa fijn te malen en in stuifvrije korrels en pellets te persen, kunnen reststromen geschikt worden gemaakt voor nieuwe toepassingen. „Wij produceren nu voornamelijk pellets die worden gebruikt als brandstof voor bijvoorbeeld een biovergister, waarmee nieuwe energie wordt opgewekt’’, vertelt Wittendorp. „Biomassa kan ook in zijn oorspronkelijke vorm worden toegevoegd aan een biovergister, maar het rendement is hoger als er eerst pellets van gemaakt worden. Inmiddels hebben we ook analyses die dat aantonen, waardoor de vraag naar deze pellets toeneemt. We werken samen met grote handelaren, die vaak zelf agrarische restproducten aanleveren en een deel van het eindproduct weer bij ons afnemen. We leveren aan klanten in Nederland, België, Duitsland en Denemarken.’’
Hoewel de vraag naar houtpellets voor pelletkachels groot is, heeft MCE zich nog niet op deze markt gestort. „MCE ontwikkeld een
pelletiseerlijn voor de productie van Duurzame Houtpellets, gemaakt van schone gerecyclede houtstromen, die aan het einde van hun gebruikscyclus zijn. Denk bijvoorbeeld aan kapotte, gebruikte paletten. Het stof is niet eenvoudig te verwerken, maar er is vraag naar en het biedt ons de mogelijkheid om opnieuw een restproduct waarde te geven.’’
Mooie uitdagingen
Harry Pot heeft zijn kennis van pelletiseren overgedragen op de medewerkers van MCE. Die kennis en de productielocatie worden ingezet om het hergebruik van reststromen te bevorderen. Steeds meer opdrachtgevers maken daar gebruik van en dat levert MCE mooie uitdagingen op, die altijd beginnen met het uitvoeren van diverse proeven. „We hebben een kleinere pers aangeschaft om proefmateriaal op kleine schaal te persen. Zodra we het gewenste eindproduct kunnen maken, hebben we divers grote pelletpersen om grote hoeveelheden te produceren. We kunnen 230.000 ton per jaar verwerken, waarmee we redelijk uniek zijn. We
onderscheiden ons verder door de mogelijkheid om materialen nauwkeurig te mengen.’’
Innovatie speelt een grote rol in de bedrijfsvoering. Zo boog MCE zich al eens over de productie van een bodemverbeteraar voor de landbouw. „Onze klant had het product, dat bestond uit allerlei nuttige bacteriën, in poedervorm, maar wilde er graag praktische pellets van laten maken. Het was een moeizaam proces, dat bestond uit veel testen. Toen we een goede pellet hadden, bleek dat de nuttige bacteriën de mechanische druk van het persen niet overleefd hadden. Maar uiteindelijk is het gelukt. Zulke uitdagingen gaan we graag aan.’’ Op verzoek werden al eens eikenbladeren gemalen en geperst om veganistisch leer van te maken en werd koffiedik gedroogd voor de productie van koffiebekers en kaften van notitieboekjes. „Omdat klanten zich bezighouden met productinnovatie geldt vaak geheimhouding en horen we ook niet altijd of ze geslaagd zijn in hun missie. Maar we vinden het prachtig om met onze kennis en machines een bijdrage te leveren aan het ontstaan van nieuwe producten of het geven van nieuwe waarde aan reststromen. We laten daarmee zien dat duurzaamheid en winstgevendheid hand in hand gaan.’’
mce-emmen.nl
‘We geven nieuwe waarde aan reststromen’De kleine pelletpers wordt gebruikt voor proeven.Het karakteristieke pand aan de Rondweg in Emmen. Eén van de grote pelletpersen waarmee MCE op grote schaal kan produceren. Tekst Bram Hulzebos Foto Marjorie Noë
’Klimaat is een containerbegrip”, geeft Helga van Leur toe. ,,Eigenlijk bestaat het klimaat uit alle weervariaties die je meemaakt.” Een abstract begrip ook dat vooral op de lange termijn speelt. ,,Ons brein handelt vooral als er een directe bedreiging is. We hebben moeite om te gaan met langetermijnproblemen. Als je even de wereld om je heen niet meer begrijpt, wat is dan het makkelijkst? Handen voor je ogen. Pas als je je afvraagt wat de klimaatverandering betekent voor jou en je gezin, wordt het concreet.”
De laatste jaren gaat het wat sneller met de bewustwording rond het klimaat. Met dank aan de extreem hete zomers en enorme wateroverlast. Ze heeft tijdens haar studie bodemkunde, hydrologie en meteorologie aan de universiteit van Wageningen goed genoeg opgelet om te weten dat je deze extremen niet zomaar één op één in verband kunt brengen met klimaatverandering. ,,Het tij is te keren maar dan moeten we wel gaan samenwerken”, zegt Van Leur, die haar drie A’s introduceert. ,,Je gaat het aanpakken, aanpassen of accepteren.”
DICHTDRAAIEN
Een crisis kan daarbij zomaar een kans blijken. Door de hoge energieprijzen letten steeds meer mensen op hun verbruik. ,,Wie heeft douchegedrag aangepast onder invloed van de energieprijzen?”, vraagt ze haar publiek. Aanpassen zal in de toekomst verder gaan dan kort douchen. Voor de bouwsector ligt er een uitdaging. ,,Je moet je erop voorbereiden dat het vaker heet gaat worden. Je kunt je afvragen hoe je je huis warm krijgt, maar wat dacht je van je huis koel houden? In de toekomst kunnen we misschien niet bouwen onder zeeniveau. Of je wordt niet verzekerd.”
Aanpakken is een lastige, met verregaande gevolgen voor de energiesector. ,,Aanpakken is dichtdraaien van alle fossiele brandstoffen. Liefst vandaag, want dan duurt het nog jaren voordat de stijging van de opwarming van de aarde afzwakt en dertig jaar voordat er een daling wordt ingezet.”
AANPASSEN
Tenslotte pleit Van Leur voor een
Het bedrijfsleven past zich inmiddels volop aan. De innovaties buitelen over elkaar heen. FrieslandCampina maakt, onder invloed van de veranderende consumentenbehoefte niet alleen zuivelproducten maar ook plantaardige alternatieven. In de bouwsector wordt volop geëxperimenteerd met innovatieve duurzame toepassingen. Neem bouwbedrijf Oosterhof Hol-
man in Grijpskerk. Dit bedrijf heeft een poot Milieutechniek waarbij ondernemers worden geholpen met allerlei duurzame oplossingen op het gebied van bouw, zuivering, sanering en duurzame energie. En dat doen ze vanuit een duurzame keet.
Intussen stapt een groot pensioenfonds als ABP uit investeringen in olie. Er is meer: er zijn bedrijven die
slimme financiële producten aanbieden waarmee de verbouwing om het huis energieneutraal te maken voorgefinancierd kunnen worden. En dan is er natuurlijk nog Helga van Leur zelf die met haar energieweerbericht consumenten helpt te besparen op verwarmingskosten.
Zie ook: www.helgavanleur.nl
afscheid van het maakbaarheidsdenken. ,,Aanpassen dus. We willen alles zo maakbaar maken. We willen zo graag overal kunnen komen, overal wonen, altijd stroom hebben. Misschien komt er wel een soort afstemming waarin sommige dingen even niet kunnen.”
Daarbij kan de menselijke natuur in de weg zitten, waarschuwt ze, ,,De oplossing is niet zwart-wit. Hoewel ons brein wel daarop is ingesteld. Minder vlees eten is goed, maar je hoeft er niet meteen helemaal mee te stoppen. Misschien een keer wat minder, of iets anders. Niet elke dag.”
Voormalig weervrouw Helga van Leur geeft lezingen over het klimaat, klimaatverandering, duurzaamheid en vooral over gedrag. Onlangs was ze te gast bij EnTranCe – Centre of Expertise Energy. Centrale vraag: hoe kunnen ondernemers, overheden en consumenten met hun gedrag invloed uitoefenen op het klimaat?HELGA VAN LEUR
manier van economisch denken: de betekeniseconomie. Wat betekent dat voor ondernemers in Noord-Nederland?
Kies voor méér. Koop meer spullen en stouw je huis ermee vol. Koop een grote auto die je niet nodig hebt. Kies voor het kapitalisme, behang jezelf met spullen. En als je huis vol zit met die spullen? Dan koop je gewoon een groter huis. Klinkt dit bekend? Dat kan kloppen, want het is hoe we onze economie hebben ingericht. Met veel nadruk op materialistische behoeften en de gedachte dat als je veel geld hebt, je als vanzelf ook gelukkig bent. Met alle gevolgen van dien: klimaatverandering, stikstofproblematiek, een teruglopende biodiversiteit.
En dat terwijl geld niet gelukkig maakt. Dat is een cliché, maar daarom niet minder waar. Onze welvaart (onze waarde in harde euro’s) is sinds de jaren 60 enorm gegroeid, maar ons welzijn blijft daarbij achter. ,,Je ziet zelfs dat de welvaartsgroei ten koste gaat van ons welzijn”, zegt Kees Klomp, lector Betekeniseconomie. ,,Er zit een negatieve relatie tussen.”
WAARDE
Tijd voor een nieuwe manier om naar economie te kijken, dus. Wat Klomp betreft ligt die nieuwe manier al klaar: de betekeniseconomie. Hij maakte er zijn vakgebied van. ,,De betekeniseconomie kijkt niet alleen naar welvaart, maar ook naar welzijn en welbevinden. Welzijn is maatschappelijke waarde en welbevinden is persoonlijke waarde.”
Dat geldt voor individuen, maar ook voor bedrijven. Traditionele bedrijven denken vaak in winstmaximalisatie om de aandeelhouders tevreden te houden. Maar volgens Klomp zou het beter zijn om te denken in impact in plaats van inkomen. ,,We moeten loslaten dat we ons alleen afvragen: wat is je waarde in euro’s? Je moet ook kijken naar wat je impact is in de samenleving. De intensieve veeteelt levert veel geld op, maar beschadigt de natuur en de planeet. Terwijl je ook regeneratieve boerderijen hebt. Dat is kleinschaliger en ze maken minder winst, maar het is beter voor de natuur.”
Daar zit het probleem: minder winst. Want in ons kapitalistische gedachtegoed van ‘meer, meer, meer’ is minder winst niet iets waar je als bedrijf op zit te wachten. Klomp: ,,Maar wie heeft nou bedacht dat een bedrijf
er alleen maar is om geld te verdienen? Dat is toch gek? Er is niets mis met een ondernemer die een inkomen vergaart uit zijn bedrijf. Wat wel mis is, is een bedrijf dat zijn aandeelhouders maximaal bedient door zoveel mogelijk winst uit het bedrijf te halen, waardoor het bedrijf geen waarde toevoegt maar juist waarde ontneemt.”
HET KAN DUS WEL
Een bedrijf in de betekeniseconomie vereist dus een andere houding, een nieuwe manier van denken en handelen. Best lastig, zou je denken. Toch zijn er genoeg voorbeelden van bedrijven die het anders doen. Kledingmerk Patagonia bijvoorbeeld: niet beursgenoteerd en eigenaar Yvon Chouinard – een Amerikaanse bergbeklimmer, milieuactivist, filantroop en zakenman –stak zijn vermogen in een fonds voor klimaat en natuur. Of, dichter bij huis, Verstegen Specerijen uit Rotterdam, dat onderneemt met oog voor biodiversiteit.
Het kan dus wel, maar je moet niet verwachten dat je als je duurzaam gaat ondernemen in het gedachtegoed van de beteke-
niseconomie, het je meer geld gaat opleveren. ,,Dat is een illusie”, bevestigt Klomp. ,,Het is altijd minder efficiënt dan met bijvoorbeeld een grootschalig productieproces.”
Want ja: als je je productieproces aanpast omdat het minder schadelijk is voor het milieu, dan is dat waarschijnlijk duurder. En ja, als je mensen aanneemt met een afstand tot de arbeidsmarkt, dan duurt de productie waarschijnlijk langer en is dat ook duurder.
Toch denk Klomp dat het mogelijk is om de stap te maken, zeker voor ondernemers in het Noorden. ,,Alle bedrijven die maatschappelijke verantwoordelijkheid hoog in het vaandel hebben, knappen er van op. Mensen werken er graag, zijn enthousiast. En het Noorden kan hierin een grote rol spelen. Want ze doen het eigenlijk al: veel ondernemers werken hier al jaren op deze manier. Het is niet voor niets dat de Vereniging Circulair Friesland zo’n groot succes is. En als het past bij de Friezen, dan past het ook bij de Groningers en Drenten.”
Stel: je bent geïnspireerd door dit verhaal en wil het over een andere boeg gooien met je bedrijf. Hoe pak je dat aan?
Doe aan winstminimalisatie
Een bedrijf is onder andere bedoeld om jou als ondernemer een inkomen te genereren. Probeer om in plaats van zoveel mogelijk geld te pakken, alleen de inkomsten te maken die je nodig hebt voor je levensonderhoud. Dat kan bijvoorbeeld door het teveel aan winst af te staan aan een goed doel, zoals in het voorbeeld van Patagonia eerder in dit artikel.
Denk na over de waarde van je bedrijf
Een bedrijf heeft natuurlijk een financiële waarde, maar ook een sociale, ecologische en individuele waarde. Stel dat je veel winst maakt, maar verder weinig waarde hebt in het leven van men-
sen en voor de planeet, dan zit je niet op het goede spoor. Denk bijvoorbeeld na over welk maatschappelijk probleem je wilt oplossen met je bedrijf. De winst die je daarbij maakt, is bijzaak en alleen bedoeld voor jouw levensonderhoud.
Verander (destructieve) processen in jouw bedrijf
Een boer die op grootschalige wijze eten produceert, zorgt waarschijnlijk ook voor veel CO2- en stikstofuitstoot. Door het productieproces kleinschaliger te maken is deze minder destructief voor de natuur. Dat kan ook bij andere bedrijven, door na te denken hoe het anders kan. Verander bijvoorbeeld je productieproces, de verdeling van de winst of je personeelsbestand. Je zult waarschijnlijk minder winst maken, maar wel bijdragen aan een duurzame planeet en een gelukkigere maatschappij.
De zoektocht naar groene alternatieven voor fossiel aardgas brengt Europese overheden en grote olie- en gasleveranciers naar het Energie Transitiepark (ETP) in Wijster, waar Green Create hun grootste installatie tot nu toe heeft gerealiseerd. Het internationale bedrijf heeft zeven operationele locaties in Zuid-Afrika, Engeland, Mauritius en Nederland; naast Wijster staat er nog een tweede, kleinere vergister in Holwerd.
Met hun zogenoemde waste-to-value solutions maakt Green Create van diverse afvalstoffen groene brandstof. ,,Biogas kan worden omgezet naar elektriciteit, warmte, aardgaskwaliteit (bio-methaan) of kan vloeibaar worden gemaakt voor toepassing in de transportsector waar het fossiele diesel vervangt in de vorm van bioLNG”, legt Van Essen uit.
KANSEN
Green Create telt 150 personeelsleden en viert dit jaar het 10-jarig jubileum. Het bedrijf houdt zich bezig met het omzetten van organisch (afval)materiaal naar duurzame energie. De vraag is zo groot dat er de komende vier tot vijf jaar zes nieuwe locaties in West-Europa bijkomen.
,In de huidige energiecrisis wordt het belang van dit soort installaties alleen maar duidelijker aangetoond. We willen met z’n allen minder afhankelijk worden van externe landen en beter voorzien in onze eigen energievraag. In Nederland produceren we momenteel 200 miljoen kuub groen gas en de overheid heeft de doelstelling gesteld om dat in 2030 te verhogen naar 2 miljard kuub. Dat betekent een vertienvoudiging in zeven jaar. Ook op Europees niveau willen ze meer inzetten op duurzame brandstoffen. Overal in Europa zijn de lidstaten bezig om hun eigen duurzaamheidsdoelstellingen te halen. Dat creëert kansen voor ons.”
BLUE PRINT De biomethaaninstallatie in Wijster, die 24/7
draaiende wordt gehouden door zo’n twintig werknemers, is op het moment de grootste van Green Create en wordt als blauwdruk gebruikt voor de zes nieuw te bouwen installaties. In Wijster wordt sinds begin 2022 in twaalf grote vergistertanks jaarlijks 135.000 ton kippenmest van meer dan honderd boeren uit de omgeving verwerkt. ,,Er gaat dagelijks 375 ton kippenmest doorheen en dat levert 230 gigawatt uur (GWh) op, waarmee je 20.000 huishoudens kunt voorzien van energie. We hebben momenteel wereldwijd 500 GWh aan opgesteld vermogen, maar dat gaat de komende jaren stijgen naar 3500 GWh.”
Het regionale aspect is heel belangrijk en daarop zijn de zes nieuwe locaties geselecteerd. ,,We halen het overgrote deel van de kippenmest uit een straal van 70 kilometer rondom Wijster. We hebben gekeken waar verder nog goede beschikbaarheid van grondstoffen is in Europa en daar gaan we de nieuwe installaties bouwen. Natuurlijk speelt ook de houding van de overheden en de vraag naar hernieuwbare brandstoffen een rol bij het selecteren van een locatie. Door grondstoffen te betrekken uit de nabije omgeving van de installatie hoeven we weinig kilometers te maken qua transport en daarmee houden we de emissie laag, wat bijdraagt aan de duurzaamheid en de carbon intensity van ons eindproduct”, zo licht van Essen de keuze toe.
MONDIALE MARKT
Het aantal vergistertanks in Wijster wordt binnenkort opgeschroefd. ,,We bouwen er nog vier tanks bij en zullen dan meer dan 300GWh aan biomethaan produceren op deze locatie. Met behulp van bacteriën wordt in deze grote vergistertanks organisch materiaal omgezet naar biogas, dat we vervolgens opwaarderen naar biomethaan door het CO2 af te scheiden. Het biomethaan wordt vervolgens in het gasnet van Nederland geïnjecteerd.’’
,,Uniek aan ons proces is dat we het ammoni-
akgehalte in de vergistertanks laag kunnen houden, zodat de bacteriën goed hun werk kunnen doen. Kippenmest bevat veel stikstof en door de vergisting wordt dat omgezet in ammoniak. Anaerobe bacteriën houden niet van ammoniak en de biogasproductie wordt daardoor afgeremd. Het controleren van het ammoniakgehalte is dus heel belangrijk en daardoor kun je meer biogas produceren.’’
,,De stikstof in de vergistertanks wordt uit het digestaat gestript en afgevangen in de vorm van ammoniumsulfaat, die als organische mest wordt ingezet in de landbouw. Van het vaste restmateriaal worden pellets gemaakt. In Wijster betekent dit dat er jaarlijks 35.000 ton geconcentreerde organische pellets wordt geproduceerd en deze organische mestkorrel wordt op de mondiale markt verkocht.”
VOEDSELAFVAL
Er kunnen ook andere afvalstromen aan het menu van de vergisters worden toegevoegd. ,,We moeten andere producten niet uitsluiten. Onze biologen testen in laboratoria de vergistbaarheid van verschillende organische producten”, aldus Van Essen, die zelf werkzaam is op het hoofdkantoor van Green Create in Amsterdam. ,,Je zou kunnen denken aan resten uit de agrarische sector, voedselafval of industrieel afval. De producten moeten wel voldoen aan de duurzaamheidscriteria en moeten het ISCC keurmerk dragen. We kijken voortdurend welke afvalstromen er beschikbaar zijn en aan welke groene energie behoefte is.”
Vaak bestaat er misverstand over de schaal waarop Green Create werkt. ,,Geïnteresseerden denken vaak aan een agrarische installatie op kleine schaal en zijn verbaasd over de industriële en professionele manier waarop wij het produceren van biogas uit afvalstromen hebben opgepakt . We laten het aan ze zien in Wijster en ze zijn direct onder de indruk hoeveel waarde we uit de reststromen weten te halen. Dat biedt goede perspectieven om in met name Europa verder uit te breiden.”
Europa komen ze naar Wijster om te kijken bij de biomethaaninstallatie van Green Create, waar kippenmest wordt omgezet naar biogas. ,,Vaak hebben ze nog nooit een vergister op deze schaal gezien. De interesse voor onze werkwijze is heel groot”, zegt head of business development Tom van Essen.
Elke ondernemer kent ze: van die momenten waarop je moeite hebt te ontdekken wat de juiste keuze is. In zo’n geval is het handig als je een groot voorbeeld hebt,iemand aan wie je je even kunt spiegelen. Aflevering 30 van De Spiegel: Jessica Tuinman, oprichter van Marketing Crew in Leeuwarden en Vruit in Zweden.
Tekst Jean-Paul TaffijnJammer dat het via Teams moet, maar Zweden is me net te ver … Hoe is het daar?
,,Wit. Er ligt een prachtige laag sneeuw. Ik zit hier al sinds even vóór kerst en kom pas half maart terug. Heerlijk is het. Mijn man en ik zijn bezig ons huis hier op een eiland in een mooi meer te verbouwen. Het wordt een soort retraite annex groepsaccommodatie.’’
Kunnen ze bij Marketing Crew wel zo lang zonder jou dan?
,,Jazeker. In Leeuwarden zitten heel bekwame mensen. Dat was wel één van mijn doelen, realiseer ik me: om mezelf vervangbaar te maken. Wat dat betreft is dit een goede test. Overigens werk ik gewoon nog hoor, maar dan wel een paar dagen per week en via Google Meet.’’
Welke doelen had je nog meer toen je Marketing Crew zes jaar geleden begon?
,,Dat ontstond eigenlijk heel organisch. Ik deed als freelancer losse klussen op het gebied van marketing en communicatie en moest steeds vaker ‘nee’ verkopen wegens gebrek aan tijd. Mensen aannemen zag ik toen ook niet zitten. Totdat een kennis me vroeg: kun je dan niet wat mensen begeleiden? Zo begon het. Dat kostte minder tijd, maar ik kon wel meer opdrachtgevers helpen.’’
Werkt het nu nog zo?
,,Na anderhalf jaar besefte ik dat ik een soort detacheerder geworden was. Dat paste niet bij mij, ik wil meer met de inhoud bezig zijn. Dus heb ik een andere visie ontwikkeld. Mijn specialisten heb ik nu allemaal in dienst. We zien elkaar minstens een keer per week en ze zijn echt onderdeel van Marketing Crew in plaats van tijdelijk
in dienst bij een opdrachtgever. Dat voelt anders. Zo kunnen we elkaar beter maken, werken aan elkaars loopbaan.’’
Dat is dapper, na anderhalf jaar al. Hoe kom je aan die lef?
,,Tja, ik ben altijd al een ondernemend type geweest. Zit ergens in de genen, mijn moeder komt van de boerderij. Toen ik opgroeide in Franeker kenden de buren mij denk ik als dat meisje dat langs de deur kwam met koopwaar. Ik verkocht de eieren van onze kippen, maar maakte ook portretten en kleiwerkjes waar ik wat geld voor kreeg.
Dat: niet té lang denken, maar gewoon doen, is daar misschien wel ontstaan.’’
Je moet ook afstand kunnen nemen voor dit soort besluiten …
,,Dat is een valkuil voor ondernemers, dat ze te veel met de dagelijkse praktijk bezig
Marketing Crew helpt bedrijven en instellingen met hun vraagstukken op het gebied van marketing en communicatie. Dat kan een losse klus zijn, maar ook het tijdelijk invullen van een opengevallen functie. De crew in Leeuwarden bestaat inmiddels uit 23 mensen.
Zie marketingcrew.nl
Vruit ontwikkelt programma’s voor ondernemers. Dat gebeurt in de vorm van businessweken en 12-weekse programma’s. Specialistische coaches en trainers staan de ondernemers daarin bij. Hoogtepunt is de businessweek in Zweden (in Gällö, bij de stad Östersund), die binnenkort van start gaat.Zie vruit.nl
zijn. Je moet af en toe uitstappen, van verderaf kijken. Dat is precies de reden waarom we Vruit zijn begonnen een paar jaar geleden. Ik had zelf de ervaring dat ik in het Hoge Noorden de ruimte vond om over mezelf en mijn onderneming te denken. Dat wilde ik andere ondernemers ook laten ervaren. Als je op zo’n afgelegen plek coaching en begeleiding krijgt, dan landt het anders.’’
Hoe kom je aan die wijsheid?
,,Nou, ik sta open voor wat mensen te zeggen hebben. Daar probeer ik altijd wat uit te halen. Het is opvallend dat ik in de loop van de tijd mensen om me heen heb verzameld die allemaal doorpakkers zijn, doeners, ondernemers. Van hen leer ik allemaal. Van mijn man, en zeker ook van de coaches die ik zelf heb gehad, zoals Peter Scherjon.’’
Dat zijn mooie spiegels. Zijn zij ook je inspiratiebronnen?
,,Jazeker. Maar er is nog één belangrijke: de Zweedse levensfilosofie Lagom. Die gaat over de gulden middenweg, zou je kunnen zeggen. Je moet niet alsmaar meer, meer, meer najagen, maar ook tijd en ruimte hebben voor andere dingen. Het gaat over bewuster omgaan met de natuur, met je medemens en met jezelf. Ambitie is goed, maar vraag je af waar je het voor doet en geniet van wat je al hebt.’’
‘Tja, ik ben altijd al een ondernemend type geweest’
Wat zegt het als een bedrijf 30 jaar bestaat? Dat we ervan uit kunnen gaan dat we iets waardevols doen. In deze 30 jaar zijn er vele groepen deelnemers opgeleid en getraind en heel veel mensen individueel psychologisch begeleid om tot groei en ontwikkeling te komen.
IITP-Bureau Land in positie
Als onderneming staan we sterk en ferm in de maatschappij en trainen we in heel veel organisaties in het land. Rotterdam, Gemeente Hoeksche Waard, IJsselsteden Capelle aan de IJssel, Bladel, Amersfoort, Gemeente Groningen, De Nationale Politie, Zorg en Veiligheidshuis, Hogescholen, onderwijskoepels, Managementteams van diverse organisaties, Gemeente De Fryske Marren, Speciaalonderwijsteams, we werken voor veel organisaties dragen bij aan de maatschappijvorming.
‘Bedrijfstraining Systemisch Werk, Ontzettend interessant om deze twee dagen intensief gewerkt te hebben met collega’s. Ik heb veel geleerd over mijzelf, de problemen in ons team en de aanpak voor onze doelgroep. Ik wil nog meer leren en graag een vervolg op deze training. Ik kan het geleerde morgen al toepassen.’
Frans, teammanager hulpverleningsinstantie.
Zeer deskundig, betrouwbaar met een eigen unieke aanpak daar staat IITP-Bureau Land om bekend. Vele partijen proberen deze unieke aanpak te kopiëren en zoals het is bij klasse en kwaliteit, het valt niet te kopiëren. Wat puur is en van de oorspronkelijke bron komt is voelbaar voor mensen. De wetenschappelijke opgeleide
Drs. JOke Land is als psycholoog een belangrijke grond waarop Bureau Land staat, waardoor onze deskundigheid wordt gewaarborgd. De trainers van Bureau Land ook wetenschappelijk opgeleid zijn gedreven. Het team van Bureau Land is een geweldig team wat zowel professioneel en persoonlijk veel aan elkaar heeft!
We worden gevoed door vier pilaren waarop IITPBureau Land gebouwd is.
De eerste pilaar:
Ons werk in organisaties, interim-management, crisismanagement, opleidingen geven, teamversterking enzovoort, voedt ons in onze eigen opleidingen en trainingen. De echte ervaring met de voeten in de klei, moeilijke processen aangaan, daar echt in te staan en voelbare spanning inzichtelijk en bespreekbaar maken, is een kwaliteit die niet echt aan te leren is. De trainers van Bureau Land zijn sensitief, deskundig en direct en open tot in de kern.
Uniek vermogen komt van diep. Diepe kennis, diep kunnen voelen wat de menselijke dynamieken zijn en hoe deze naar boven te halen met soms lastige processen en gevoelens. Bureau Land trainers hebben dit vermogen en kunnen het inzetten en laten werken.
Menig bedrijfstraining wordt gegeven vanuit een lichte toets van kennis en kunde echter daar verandert niets door, dan blijven de mensen hetzelfde doen als ze altijd deden.
IITP-Bureau Land pakt door en voorkomt dat processen in organisaties etteren en doorvreten in
de onderstroom van de teams, het politieke spel en ontwrichting van de organisatie.
Praktisch toepasbaar! Je kunt er wat mee! Tweede pilaar: Onze eigen opleidingen en trainingen voor persoonlijk en professionele ontwikkeling. NLP trainingen, Systemisch Werk SCDM®opleidingen, BHNM® opleidingen, Opleiding tot Professioneel NLP Trainer of Opleiding tot Professioneel Systemisch Opsteller. Van intro tot Basis Opleiding tot Master Opleiding tot beroepsgerichte opleidingen wij geven het allemaal.
Elke drie maanden start er weer een training en opleiding. Dertig jaar staan we al te boek als Instituut Toepasbare Psychologie. Mensen kunnen echt wat wanneer ze onze opleidingen met certificaat verlaten. Na de eerste Master Class van een opleiding (3 of 5 of 10 Master Classes) kunnen ze direct zaken toepassen privé en op het werk.
Persoonsgerichte begeleiding en coaching. Loslaten en opnieuw inrichten van eigen leven. Derde pilaar: Individuele psychologische begeleiding die hout snijdt. Die helder en duidelijk is, die uitlegt hoe het werkt en wat iemand kan doen om zijn of haar eigen situatie te verbeteren en te veranderen.
Persoonlijkheidsprocessen waarin mensen handvatten krijgen om zelf te sturen op eigen handelen en eigen uitkomsten. Zielsprocessen worden begeleid om grip te krijgen op gevoelens en diepe pijnlijkheden in het leven. Mensen krijgen weer zicht en controle op wat hen overkomt. Controle door een bredere kijk op zaken en ze loslaten wat niet meer nodig is. De bevrijding komt altijd onverwachts.
Geen wachtlijst bij Bureau Land! Wij zijn er voor u.
‘Het leven is langer geworden, Het verleden verder weg en de toekomst reikt naar de horzion, meer genieten in het moment, leven nu.’ Gerda, Inkomensspecialist Gemeente.
Diversiteit is verrijkend.
Wat je ver weg brengt en leert, geeft een grotere uitreiking naar de wereld.
Vierde pilaar: de internationale staat van dienst die IITP-Bureau Land heeft opgebouwd. Tientallen jaren in het buitenland gewerkt en getraind en opgeleid waardoor we een diepe basiskennis hebben van de universele menselijke dynamieken en processen. Waar? Overal: Ierland,
Noord-Macedonië, Bahama’s, Canada, VS, Hongkong enzovoort. Het waren tropenjaren om overal heen te reizen en wat heeft het ons veel gebracht. Wat een rijkdom aan ervaring en zeker ook aan prachtige mensen.
Congruent zijn met datgene wat je doet. Val je nog samen met wat je al 30 jaar doet?
In deze 30 jaar zijn al onze programma’s meeontwikkeld en toegesneden op de samenleving van vandaag zoals de digitalisering en de effecten hiervan op jeugd en jongeren en volwassenen.
Bezorgd
Contactrijkheid neemt af en dat merken we in de toename van cliënten met specifieke vraagstukken en problematiek. Boodschap: houd elkaar vast in de warmte en de omarming want er is een verarming gaande in het menselijke contact. We maken ons zorgen. We krijgen steeds meer jonge mensen met burn-out klachten en veel eenzame volwassenen. De periode achter ons heeft diep in het contact gehakt. Wees zuinig op elkaar. Houd elkaar vast. Laat WIJ niet verloren gaan door social media, angst en zielsarmoede.
Drs. JOke Land nog fris?
Al met al 30 jaar is ontzettend lang. Is JOke Land nog steeds energiek en bruisend in haar werk samen met haar trainers? Zeker weten, ook zij is meegegroeid in de 30 jaar van haar eigen bedrijf. Werkt zij nog steeds met plezier? Je kunt zeggen dat de drive alleen maar is toegenomen nu zij zelf ook wederom weer een nieuwe route van eigen ontwikkeling is ingeslagen... Zij gaat zelf ook weer naar de academie.
Walk your talk. Wat wil zeggen: JOke Land daagt zichzelf wederom uit door een nieuwe ontwikkeling te starten die zich zeker zal vertalen naar een nieuwe beroepsidentiteit en wellicht een nieuwe loot aan de al volle stam van IITP-Bureau Land. Dus houd de website in de gaten….. er gaat wat gebeuren de komende jaren. JOke is druk met ontwikkelen want dat is de boodschap: blijf openstaan en leren. Op naar het volgende decennium….
Internationaal Instituut Toepasbare Psychologie – Bureau Land sinds 1993!
Al 30 jaar en er is nog zoveel te doen en te leren, het is nog lang niet klaar…
www.bureauland.nl
085-1307484
Onderwijs, bedrijfsleven en overheden vinden elkaar sinds vorig jaar in Greenwise Campus. Gezamenlijk wordt gezocht naar manieren om een duurzame toekomst en een vitale regio in het Noorden te creëren. De focus ligt onder meer op circulaire plastics, die volgens de betrokkenen mooie kansen bieden.
Greenwise Campus is een initiatief van NHL Stenden, Drenthe College, Rijksuniversiteit Groningen, Provincie Drenthe en gemeente Emmen. Veel activiteiten vinden nu nog plaats in de regio Zuidoost-Drenthe, maar steeds vaker wordt de verbinding met andere partijen in Noord-Nederland gezocht. Een fysieke locatie voor ontmoeting is er nog niet, maar het voornemen is om deze te realiseren in Emmen. Dr. Ir. Ineke Ganzeveld en Ir. Bart Labrie verheugen zich daarop. Ineke Ganzeveld is programmaleider Circulaire Plastics van Greenwise Campus, Bart Labrie is eigenaar van H&P Moulding in Emmen, producent van kunststof spuitgietonderdelen, en voorzitter van SUSPACC, Sustainable Products and Chemicals Cluster. ,,Het begin is er, maar een fysieke plek maakt ook toevallige ontmoetingen tussen verschillende partijen mogelijk, waardoor een broedplaats voor ideeën ontstaat’’, zegt Bart Labrie. ,,Als partner van Dutch Techzone heb ik in Finland onlangs gezien dat de interesse om dingen uit te proberen en kennis te delen vanzelf ontstaat als de plek en de faciliteiten geboden worden. Dat gaat zeker voor versnelling zorgen op het gebied van circulaire plastics in onze regio.’’
Geschoolde mensen
Er zijn honderden soorten kunststoffen, wat vervanging door recyclebare varianten of biobased plastics ingewikkeld maakt. Voor al die varianten en toepassingsmogelijkheden zal immers een alternatief gevonden moeten worden dat van vergelijkbare kwaliteit is, economisch verantwoord gerecycled kan worden én aan alle wettelijke eisen voldoet. Ineke Ganzeveld: ,,We hebben geschoolde mensen nodig voor onderzoek, maar ook voor de toepasbaarheid bij bedrijven en het daadwerkelijke produceren. Dat kunnen we alleen maar door als universiteiten, hogescholen en mbo-scholen samen te werken.
Bij Greenwise Campus bundelen we die talenten en we brengen ze in contact met het bedrijfsleven. Met name mkb-bedrijven, waarvan we er in Noord-Nederland veel hebben, bezitten innovatieve kracht. Zij hebben mensen nodig die zelfstandig oplossingen kunnen bedenken, maar ook andere expertise inschakelen als dat nodig is. Die arbeidskrachten leiden we nu op, in nauwe samenwerking met het bedrijfsleven. Zij bieden stageplekken voor studenten en hun vraagstukken vormen input voor de lessen.’’ Ook onderwijsinstellingen werken vaker samen. Judith Ogink, onderzoeker circular plastics aan NHL Stenden: ,,Onze lectoraten circular plastics en duurzame kunststoffen in Emmen en Leeuwarden werken nauw samen, met elkaar maar ook met partners. Hierdoor heeft onze onderzoeksgroep een goed overzicht van de diversiteit van kunststoffen en de manier om deze circulair toe te passen.’’
Greenwise Campus gaat overigens ook bijscholing aan professionals uit het bedrijfsleven verzorgen en zij-instromers opleiden.
Breed perspectief
Bij H&P Moulding in Emmen worden kleine en
vaak complexe onderdelen van kunststof geproduceerd door middel van spuitgieten. Eigenaar Bart Labrie wil niets liever dan uitsluitend bio-based grondstoffen en gerecyclede plastics gebruiken, maar dat is nog niet altijd mogelijk. ,,Een groot deel van de uitdaging zit in wet- en regelgeving ten aanzien van het gebruik van grondstoffen. Gerecyclede plastics worden juridisch gezien als afval en dat mag niet zomaar gebruikt worden als grondstof. Er is al veel technische kennis, maar we hebben een breed perspectief nodig waarbij gekeken wordt naar de hele keten: van de winning van biomassa tot recycling en van wetgeving tot afvalinzameling. De weg is lang en kronkelig, maar we zien vooral kansen.’’
Jan Volker, directeur van Nedcam Solutions in Heerenveen, beaamt dat: ,,Als producent van modellen en mallen voor de composiet industrie hebben we de transitie ingezet om ons
productieproces circulair te maken. Met behulp van de samenwerkingen binnen het Greenwise platform kunnen we het proces versnellen. Voor het sluiten van de keten moeten echter nog belangrijke stappen worden gezet.’’
Noord-Nederland kan volgens de betrokkenen een voortrekkersrol spelen en een vitale regio worden waar mensen graag wonen en werken. Guido Rink, wethouder gemeente Emmen: ,,We bouwen door op de sterktes van de regio en circulaire plastics is één van deze sterktes. Greenwise Campus zet samen met Chemport Europe in op innovaties, onderzoek, onderwijs en bedrijvigheid. Zo binden we bedrijven en talent aan de regio. De eerste beweegbare brug van biocomposiet ter wereld ligt in Emmen. Zo hebben we als gemeente niet alleen een faciliterende rol, maar ook een lancerende rol.’’ greenwisecampus.nl
‘Voor de transitie zijn geschoolde mensen nodig’Ineke Ganzeveld en Bart Labrie bij H&P Moulding. Guido Rink, wethouder gemeente Emmen. (Foto Bianca Verhoef) Jan Volker, directeur Nedcam Solutions. Judith Ogink, onderzoeker circular plastics NHL Stenden.
Afvalverwerkingsbedrijf PreZero heeft een duidelijke stip op de horizon gezet. Afval is niet ‘gewoon’ afval maar krijgt een nieuwe bestemming. Circulair werken is hun missie, wat inhoudt dat zoveel mogelijk materialen worden gerecycled of hoogwaardig worden ingezet. „De Lidl verkoopt wasmanden, gemaakt van plastic dat wij sorteren.”
Vuilniswagens en rolcontainers die het vuilnis ophalen zijn een vertrouwd gezicht. Je zet je afval bij de weg en klaar is Kees. Maar; wat gebeurt er daarna eigenlijk mee? „Dit afval belandt onder andere op een van de twaalf locaties in NoordNederland’’ vertelt Dennis van Klinken, rayonmanager van PreZero Noord-Nederland. Maar daar eindigt het verhaal niet.
„De doelstelling van PreZero is om cirkels te sluiten. We verzamelen niet alleen afval. We sorteren, verwerken en recyclen grondstoffen en maken er nieuwe materialen van. Dit is mogelijk omdat we onderdeel zijn van de Schwarz Group, die onder andere ook eigenaar is van de Lidl en Kaufland.
„Wij verzamelen en sorteren bijvoorbeeld materialen van kunststof uit huishoudelijk afval. Denk aan plastic flessen en drinkkartonnen” aldus van Klinken. „Hiervan worden wasmanden gemaakt die de Lidl vervolgens weer verkoopt. Doordat de Schwarz Group bedrijven heeft die producten kunnen sorteren, maken én verkopen kunnen we de vraag naar secundaire grondstoffen en materialen die uit afvalverwerking komen aanjagen.”
Vooruitstrevend
En dit is niet het enige vooruitstrevende initiatief van het bedrijf. Onlangs opende René Paas, commissaris van de Koning, een sorteerinstallatie voor bouw- en sloopafval in Groningen. Van
Klinken: „dit is een unieke geavanceerde machine die aan de hand van infrarood bouw- en sloopmateriaal sorteert. We zijn hierdoor in staat om twintig procent meer houtmateriaal uit het afval te sorteren dan dat normale installaties kunnen.’’
„Het hout verwerken we vervolgens op onze locatie in Coevorden tot pallet klossen zodat je hiervoor geen bossen en bomen hoeft te kappen’’ vertelt van Klinken. Lidl heeft natuurlijk veel leveranciers. Wij vragen hen om met onze gerecyclede pallets te werken zodat je de keten weer kan sluiten.
Green Collective
„Toch doen we niet alles zelf hoor’’ lacht van Klinken. En dat hoeft ook niet. Sterker nog, soms is het beter om samen te werken met andere bedrijven uit de regio. „PreZero is gestart met Green Collective. Dit houdt in dat we niet langer met verschillende inzamelwagens door de steden rijden. Er rijdt een neutraal voertuig door de stad die afval inzamelt van klanten van verschillende afvalinzamelaars. Dit doen we samen met Renewi en soms ook andere inzamelaars.”
Deze samenwerking vraagt wel een andere manier van denken, geeft van Klinken toe. „Ik was zo gewend dat onze eigen wagens met hun logo’s door de stad reden. Maar daar draait het uiteindelijk niet om. Het gaat om de dienstverlening en het totaal plaatje. Door samen
te werken met andere bedrijven kunnen we de emissie uitstoot in grote steden verlagen en de veiligheid bevorderen”.
‘Afvalverwerking is aantrekkelijk geworden’ „We zien dat circulariteit en duurzaamheid steeds belangrijker worden voor bedrijven. Het komt ook nog veel voor dat bedrijven denken dat ze alles al gedaan hebben maar dat er nog een hele slag te maken valt” vertelt de rayonmanager. „Het is mooi om dan mee te kunnen denken. Soms krijgen bedrijven bijvoorbeeld grondstoffen aangeleverd in blauw verpakkingsmateriaal. Blanke folie is veel gemakkelijker te recyclen. Dat moet je maar net weten” glimlacht de rayonmanager.
Het geeft van Klinken een goed gevoel om bij een bedrijf te werken dat zo circulair mogelijk werkt. „Toen ik hier achttien jaar geleden als stagiair begon was afvalverwerking helemaal niet hip. Er zijn steeds meer jonge mensen die interesse hebben in ons bedrijf. Die een bijdrage willen leveren aan wat we met z’n allen doen. Dat is mooi en goed voor de regio.”
prezero.nl
Voor velen in Drachten en omstreken is Mirjam Marinus, directeur marketing en sales bij Friesland Lease, geen onbekende. Regelmatig verschijnt een interview van haar in dit blad en anderen zullen haar kennen als dochter van de bekende bakker Appie de Jong. Mirjam werkt in een andere branche dan haar ouders, maar hun invloed is zichtbaar in de wijze waarop zij haar werk vormgeeft.
Hart voor elkaar
Het is Mirjam met de paplepel ingegoten dat je niet alleen voor jezelf leeft. „Mijn ouders zorgden voor onderdak voor verslaafden, daklozen en hun kinderen. Wij leerden als kind die kant van de levensmedaille kennen en ook zagen we dat je als mens iets kon betekenen voor de ander. Mijn vader was ondernemer, maar in eerste plaats mens, christen en sociaal betrokken. Met aandacht en steun heeft hij veel mensen op het goede spoor gekregen.”
„Sociaal betrokken zijn, moet samengaan met ondernemerschap. Wees open en eerlijk, naar collega’s en je klanten en wees bereid om elkaar te helpen. Dat is ook de visie binnen Friesland Lease.”
„Ook buiten je zakelijke netwerk kun je als bedrijf van waarde zijn. Een voorbeeld hiervan is dat ieder personeelslid een dag betaald verlof krijgt om zich in te zetten voor Stichting Present.” Zorg voor het milieu is verweven met Friesland Lease. „Ik ben er trots op dat wij ons al vele jaren inzetten voor duurzame mobiliteitsoplossingen , en een mooi voorbeeld is de leasefiets die we als eerste van Nederland gelanceerd hebben. Onze ambitie gaat verder. In 2030 willen we volledig CO2-neutraal zijn met ons gehele wagenpark. Mocht dat niet helemaal lukken, dan gaan we
bomen aanplanten ter compensatie. Ook bedrijven die bij ons leasen kunnen participeren. Het idee van een Friesland Lease Bos lacht ons toe.”
Zie het gebeuren en handel adequaat „Wij reageren adequaat op veranderingen in de samenleving. Een voorbeeld hiervan is de overgang van bezit van een auto naar het delen van de auto. En door de gestegen kosten is het delen van een auto voor velen een kostenbesparing. Bij ons kun je al voor kort gebruik van een half uur een auto huren. De moderne technologie, met apps, maakt het mogelijk om dit efficiënt voor de gebruiker te organiseren.”
„We zien vanaf 2020 dat er wachttijden ontstaan op de levering van auto’s. Tegelijkertijd is er meer behoefte ontstaan aan directe levering van een auto. Wij kunnen dat doen door anders, risicovoller, in te kopen. Daarmee kunnen we die service bieden.”
Het nieuwe laden
De ontwikkelingen staan niet stil. Er is geen
probleem of het wordt wel opgelost met innovatieve vindingen. Neem nu het laden van de elektrische auto. „We bieden nu de mogelijkheid voor bedrijven om het wagenpark goedkoper en duurzamer te laden. Bij de werknemer wordt, indien mogelijk, een aanpassing in de meterkast gedaan. Een app regelt dat het laden gebeurt op het moment dat de stroom zo goedkoop en duurzaam mogelijk is. Soms wordt de elektriciteit zelfs gratis geleverd als er, bijvoorbeeld, veel wind- of zonne-energie wordt opgewekt en het netwerk ontlast moet worden. Voor de werknemer is het voordeel dat hij de kosten niet meer hoeft voor te financieren. Juist nu, vanwege het energie prijsplafond, is dat een aantrekkelijke optie. Dit nieuwe, slimme laden is dus voor iedereen gunstig. Niet in de laatste plaats voor het milieu.”
Apps en veiligheid
Apps helpen slimmer mobiel te zijn, maar zijn al die apps wel veilig? „We zijn ISO 27001 gecertificeerd. We voldoen aan de hoogste veiligheidseisen. Aangezien het grootste veiligheidsrisico ligt bij het gebruik van digitale middelen, geven we training over cybersecurity aan onze medewerkers”, besluit Mirjam. www.frieslandlease.nl
‘Wees open en eerlijk, naar collega’s en je klanten en wees bereid om elkaar te helpen’
‘SociaalMirjam Marinus
Hanzehogeschool Groningen en NHL Stenden Hogeschool werken binnen een consortium van onderwijs en bedrijven aan verduurzaming van de chemie en ontwikkeling van circulaire kunststoffen. Het doel is onderzoeksgroepen te versterken voor meer economische kracht in de regio.
„Dit is een geweldige opsteker”, zeggen lector Biobased Chemistry & Refinery André Heeres (Hanzehogeschool Groningen) en associate lector Circular Plastics Vincent Voet (NHL Stenden Hogeschool) over de toekenning van de achtjarige subsidie van Regieorgaan SIA. „Dit komt de noordelijke regio ten goede. Juist omdat verduurzaming van de chemie brede betekenis heeft: voor chemie, landbouw, energie- en watersector, afval, recycling en voor alle betrokken onderzoeksrichtingen. Door onderzoeksprogramma’s en projecten te bundelen, boeken we meer en sneller resultaat.”
In het consortium werken Hanzehogeschool, NHL Stenden en Rijksuniversiteit Groningen samen met zo’n veertig bedrijven en kenniscentra in Groningen, Drenthe en Friesland.
Een van de uitdagingen van de circulaire economie is de duizenden kunststoffen en producten die we nu kennen, circulair te maken. De recycling van plastics moet verbeterd worden voor producten van een hoge kwaliteit. Chemische processen moeten veel energiezuiniger en grondstoffen voor plastics moeten uit hernieuwbare grondstoffen (uit bijvoorbeeld landbouw of uit afval) en/of CO2 komen. NHL Stenden Hogeschool en Hanzehogeschool Groningen doen op die expertisegebieden al jaren onderzoek aan de hand van concrete vragen van bedrijven uit de regio. Samen haalden ze voor onderzoeksprojecten de afgelopen jaren al zo’n 50 miljoen aan subsidie binnen. André Heeres: „Een van die projecten binnen Hanzehogeschool behelst onderzoek naar het maken van enkelvoudige moleculen uit bermgras, waarmee we de afbreekbaarheid van polyester kunnen verbeteren. Andere voorbeelden zijn het ontwerpen van moleculen voor biologisch afbreekbare plastics of het afbreken en weer verbinden van biomassa-moleculen, of het energiezuiniger maken van chemische processen door katalyse. Daarnaast onderzoeken we de opties van CO2 en groene waterstof als grondstoffen voor duurzame materialen.” Vincent Voet: „Vanuit NHL Stenden onderzoeken we bijvoorbeeld de ontwikkeling van herbruikbare kunststoffen op basis van natuurlijke
ADVERTENTIE
grondstoffen voor toepassing in badkuipen en windmolens. De huidige materialen zijn niet recyclebaar; de polymeren die wij ontwikkelen wel. Daarnaast kijken we met regionale afvalverwerkers hoe we de enorme stroom aan verschillende soorten fossiele plastics beter kunnen sorteren en hergebruiken.”
Meer kennis, meer succes
De investering betekent meer resultaat, beamen de lectoren. „In vele opzichten. De onderzoeksgroepen in Groningen en Emmen groeien, in Emmen is de Greenwise Campus opgezet en de omvang en impact van onderzoek en ontwikkeling neemt toe. We spelen zo beter in op vragen van bedrijven en consortia. Van idee naar fabriek wordt concreet. De bundeling van innovatief onderzoek en samenwerking met Symeres en Tejin leidde bijvoorbeeld tot de ontwikkeling van een niet-fossiele versie van de sterke Twaron-vezel. We hebben vanuit onze projecten de eerste patentaanvragen in voorbereiding. Met meer kennis bouwen we samen meer commercieel succes en vergroten we de economische betekenis van een vitale, aantrekkelijke regio.”
www.hanze.nl
www.nhlstenden.com
De bouw moet duurzamer worden om de klimaatdoelstellingen te halen en mede om die reden is de zoektocht naar klimaatvriendelijke bouwmaterialen in volle gang. Maar, aan de realisatie van een innovatief product gaat vaak een lange tijd vooraf. Neem nu biobeton, waarmee innovatie- en adviesbureau Bioclear earth uit Groningen, inmiddels sinds 2018 intensief aan de slag is.
Na jaren van testen is het bureau nu klaar voor de next step, zoals projectleider Dick Specht het noemt. „Daarom zoeken we de samenwerking met marktpartijen, onder andere via het programma ‘Noord-Nederland verdient Circulair’.”
Alternatief
De ontwikkeling van een nieuw innovatief product steunt op drie pijlers: het moet commercieel haalbaar zijn, duurzaam en er wordt gekeken naar de technische kansen. „We hebben nog niet op alle vragen een antwoord”, legt Specht uit. „De markt vraagt bijvoorbeeld hoe sterk het
is, wat het kost en wat de levensduur is. Dat weten we nog niet precies. Maar, duidelijk is wel dat biobeton een alternatief voor diverse toepassingen kan zijn. Denk bijvoorbeeld aan niet-dragende muren, gevelbekleding, vloeistof remmende bodemlagen, maar ook een fiets- of wandelpad van halfverharding.”
Architecten
„Traditionele bouwbedrijven zijn afwachtend bij het toepassen van biobeton en ik begrijp dat”, vervolgt Specht. „Om die reden richten we ons nu ook op bijvoorbeeld architecten. Zij kijken anders naar nieuwe producten en kunnen het gebruiken in hun ontwerp. De kans dat het wordt voorgeschreven en toegepast, neemt dan toe.” Specht doet verder een beroep op overheden, die het in hun aanbesteding kunnen meenemen. „Zij bieden ons met subsidie de kans om biobeton te ontwikkelen, geef het dan ook de kans om het in de praktijk te testen.”
gehecht, waardoor uiteindelijk biobeton ontstaat. Omdat we geen cement meer gebruiken is de CO2-footprint aanzienlijk lager.” Omdat het traditionele cementbeton vanwege de CO2 beprijzing steeds duurder wordt, verwacht Specht dat biobeton steeds aantrekkelijker zal worden om toe te passen.
Naar buiten
De samenwerking met ketenpartners en marktpartijen, zoals inmiddels met Strukton Civiel Start-up & Innovation centre, noemt Specht belangrijk voor de verdere ontwikkeling van biobeton. „Ze kunnen helpen om de markt inzichtelijk te maken, toepassingen te identificeren en uit te proberen. Daarmee zetten we de stap vanuit het laboratorium naar buiten, naar de praktijk. Van daaruit kunnen we verder schakelen naar productie en dan kan het snel gaan.”
Het principe van biobeton is relatief eenvoudig. Er wordt voor de productie gebruik gemaakt van zand, water, in beperkte mate chemicaliën en bacteriën doen de rest. „De bacteriën zorgen ervoor dat de zandkorrels aan elkaar worden
De Romeinen waren al met beton bezig en in Nederland bestaat het nu 150 jaar. Specht heeft daarom niet de illusie dat biobeton in 5 jaar al klaar is voor de markt. „Maar, dat biobeton straks toegepast gaat worden en veel mogelijkheden biedt, staat voor mij vast.” www.bioclearearth.nl
‘Gezocht: ketenpartners die mee willen denken & doen’
De toepassingen van massief karton zijn oneindig, daar weten ze bij Solidus Solutions in Oude Pekela alles van. Het bedrijf is gespecialiseerd in de productie van massief karton en recyclebare massief kartonnen verpakkingen. Steeds meer klanten ontdekken dat massief karton een geschikt verpakkingsmateriaal is dat duurzame oplossingen en talloze voordelen biedt. „Massief karton is veilig, solide, slim en biedt klanten bovenal de mogelijkheid hun producten optimaal te presenteren”, zegt Erik van Mierlo.
Solidus is in heel Europa actief op diverse bedrijfslocaties, waaronder 5 kartonfabrieken en 12 karton verwerkende bedrijven en exporteert over de hele wereld. „Op het gebied van massief karton zijn we met een productiecapaciteit van 350.000 ton per jaar de grootste in dit segment”, geeft Arthur Boxman aan. Het bedrijf levert aan verschillende branches, waaronder de voedselbranche, de luxe sector en diverse industrieën. Vanwege het feit dat de belasting op plastic steeds verder omhoog gaat, en die op massief karton omlaag, is de interesse in kartonnen oplossingen sterk groeiende.
Duurzaamheid
Deze ontwikkeling past perfect bij de manier waarop Solidus in de markt actief wil zijn.
Duurzaamheid speelt binnen het bedrijf namelijk al vele jaren een vooraanstaande rol. Niet alleen door zonnepanelen, het gebruik van biomassa, het recyclen van warmte, om het karton te drogen of het efficiënter laten functioneren van de
Bij Solidus Noordoost-Nederland werken circa 650 mensen, terwijl het bedrijf in heel Europa werk biedt aan 1.500 mensen. „OostGroningen mag trots zijn op dit bedrijf. We maken een product dat wereldwijd wordt verkocht en dat is voor deze regio, waar het goed wonen en werken is, een mooie ontwikkeling.” Van Mierlo en Boxman doen nadrukkelijk een beroep op het talent uit de regio, die bij Solidus in allerlei afdelingen aan de slag kan. „De ontwikkelingen gaan razendsnel, als je daar graag deel van wilt uitmaken, dan moet je hier zijn.”
machines. Maar, vooral ook door de circulariteit van karton te benadrukken. „Het begon 150 jaar geleden toen karton van stro werd gemaakt”, zegt Van Mierlo. „Begin jaren zeventig werd stro vervangen door oud papier. En sindsdien is het hergebruik van papier en karton fors toegenomen.”
Boxman: „Op dit moment wordt in Europa ruim 82 procent van het oud papier en karton hergebruikt en ligt daarmee ver op kop. Papier en karton kan bijna 25 keer hergebruikt worden en in 2030 streeft de papierindustrie naar 90 procent hergebruik van deze reststromen. Daar levert Solidus een belangrijke bijdrage aan. Dus ja, duurzaamheid en circulariteit zit van oudsher in onze genen, massief karton is echt een duurzaam product.”
In toenemende mate, zo merken ze bij Solidus, vragen klanten daar ook naar. „We zetten in op het bevorderen van circulariteit”, geeft Van Mierlo aan. „En dat doen we vol overtuiging. Sterker nog, we denken graag mee over oplossingen waar de klant naar op zoek is. Denk bijvoorbeeld aan het verpakken van vlees, vis en groenten. Steeds vaker gebeurt dat met massief kartonnen oplossingen. Massief karton is beter bestand tegen vocht, het behoudt zijn stevigheid en zorgt ervoor dat producten veilig in de winkelschappen belanden.”
Transitie
Boxman constateert dat de voedselbranche zich middenin een transitie bevindt. „Klanten zijn zich bewust van het feit dat het anders moet, mede onder druk van Europese wet- en regelgeving.
Echter, die transitie moet wel plaatsvinden, zonder dat dit ten koste gaat van de leveringszekerheid. Dat is een uitdaging die wij graag met onze klanten aangaan. Wij kunnen bijvoorbeeld oplossingen realiseren, waardoor het verpakken van producten op dezelfde machines van de klant kunnen blijven plaatsvinden.”
Naast het verpakken is het uiterlijk van het product van belang. Van Mierlo:” Plastic kun je in elke gewenste vorm modelleren, maar karton kun je niet oneindig buigen. De uitdaging is om voor de klant een ontwerp te maken dat niet buigt of scheurt, terwijl het product visueel optimaal wordt gepresenteerd. Mede dankzij de kennis van onze mensen op het innovatiecentrum slagen we daar goed in, veelal ook in samenwerking met de opdrachtgever.”
Vertrouwen Bij Solidus gaan ze er vanuit dat de vraag naar massief kartonnen oplossingen sterk gaat groeien. „We hebben veel vertrouwen in ons product, vooral omdat massief karton antwoord geeft op alle vragen van de wetgever, de klant en de consument. Dat antwoord ligt in een product dat duurzaam, hernieuwbaar, veilig en solide is.”
Volgens Van Mierlo en Boxman bieden talloze branches nog voldoende groeikansen voor Solidus. „Massief karton biedt oneindig veel mogelijkheden en draagt nadrukkelijk bij aan de circulaire economie, waar we met elkaar naartoe willen. Wij zijn in staat om de hele keten te sluiten, die uitdaging gaan we de komende jaren graag met onze klanten aan.”
www.solidus-solutions.com
Energie Inspectie in Leeuwarden laat zien dat het energietransitie kan versnellen. Met de juiste tools is meer mogelijk. Van aanpak energiearmoede tot inzicht in besparing of het maken van strategische keuzes. Rinse Yde van Zuiden: „Energiearmoede is breed, van woning tot sportvereniging, kerk en winkel. Samen kunnen we dat goed aanpakken.”
Energie Inspectie is de afgelopen jaren uitgegroeid tot specialist in het verduurzamen van vastgoed. Van het verzorgen van energielabels voor kantoren en woningen is de stap gezet naar brede aandacht voor het versnellen van de energietransitie: meer comfort, lagere energielasten en een gezond en leefbaar klimaat.
„En dat geldt in de breedte van de markt. Of je het nu hebt over wonen of werken, of je hebt het over maatschappelijk vastgoed, vrijwel iedereen is er nu van overtuigd dat er werk aan de winkel is. Er moet veel gebeuren. Met de energietarieven van het afgelopen jaar, is de urgentie voor energietransitie enorm toegenomen. Het versnelt de wil om nu ook door te pakken”, zegt adviseur duurzaamheid Rinse Yde van Zuiden van Energie Inspectie in Leeuwarden.
Het jonge bedrijf is in de bijna acht jaar van z’n bestaan gegroeid van start-up naar veelzijdig en volwassen specialist in verduurzaming van vastgoed. Met veertig man aan de bak voor het versnellen van energietransitie. Afgelopen jaar nam Essent een minderheidsbelang in het Leeuwarder bedrijf. Het leidt voor de energiespecialisten tot meer samenwerking met andere gespecialiseerde bedrijven in de markt.
„Zo hebben we vorig jaar versneld meer mensen van Energie Inspectie tot Energiecoach kunnen opleiden bij ons zusterbedrijf Klimaatroute. Er is een sterke behoefte aan meer mensen die
verstand van zaken hebben. Meer mensen die eigenaren en huurders van woningen en bedrijven inzicht in energiebesparing en isolatie kunnen geven. Hoe is een pand geïsoleerd, wat zegt een bepaald verbruik, welke kleine of grote maatregelen zijn er in een woning, kantoor of bedrijfspand nodig om een volgende stap te zetten? De stap bijvoorbeeld naar minder hoge energielasten, naar omschakeling naar een warmtepomp, naar aansluiting op een warmtenet in de omgeving? Als we nog meer mensen met de juiste kennis en de juiste tools kunnen we sneller meer bereiken.”
Wijkgericht laagdrempelig
De laatste paar jaar heeft Energie Inspectie veel tijd gestoken in het ontwikkelen van gespecialiseerde software. „We zijn met onze softwaretools in staat om heel snel een woning of bedrijfspand te scannen en de data te interpreteren. Dat stelt ons in staat om heel adequaat de informatie voor een energielabel te genereren, maar ook de energiebesparingsmogelijkheden van een pand te bekijken. Hoeveel wordt er verbruikt, wat kan het effect zijn van bepaalde technische maatregelen op dat verbruik? Met onze tools kunnen we relatief eenvoudig en snel informatie verzamelen. En dat is heel bruikbaar in de markt van nu, die in toenemende mate vraagt om versnelling van energietransitie, om zo doeltreffend mogelijk en zo gericht
mogelijke aanpak in specifieke situaties. Zeker waar het energiearmoede betreft, is dat van groot belang. Er is een enorme groep mensen die steeds meer moeite heeft hun energierekening te betalen. Dat is los van het brede thema energiebesparing, een groot maatschappelijk probleem. Met de juiste mensen en de juiste tools kunnen we veel betekenen, dat ervaren we iedere dag. Gelukkig zien gemeenten en woningcorporaties ook dat er steeds betere manieren voorhanden zijn om mensen te helpen, bijvoorbeeld door wijkgerichte, laagdrempelige aanpak van energiearmoede.”
Pilot levert waardevolle inzichten Een goed voorbeeld daarvan is de pilot die Energie Inspectie samen met de gemeente sinds oktober in Assen heeft gedraaid. „Het doel van deze pilot is te kijken hoe je wijkgericht, laagdrempelig kunt zorgen voor een zo goed mogelijke aanpak van energiearmoede en zoveel mogelijk effect kunt sorteren in energiebesparing. Wij leverden de Energiecoaches die in ieder huis een opname zouden doen; de gemeente leverde de middelen voor de eerste, noodzakelijke aanpassingen, zoals tochtstrips en radiatorfolie. Daarnaast konden we de mensen met een koopwoning door het maken van een scan inzage geven in hun mogelijkheden van meer besparing door isolerende maatregelen. Bij huurwoningen kun je mensen dat inzicht ook geven, maar zijn ze voor grotere maatregelen afhankelijk van de verhuurder. Het betrof in dit geval een wijk met 420 adressen, een mix van koop- en huurwoningen. De gemeente zelf heeft de pilot en de samenwerking met onze Energiecoaches via verschillende kanalen digitaal en per brief aangekondigd. Daarmee waren de mensen in de wijk voorbereid op onze komst en het doel. Wij zorgen er zelf altijd al voor dat we goed herkenbaar zijn, aan onze kleding en met onze elektrische busjes. Een deel van de mensen in de wijk was direct enthousiast over het initiatief: ze vonden het geweldig dat wij ze kwamen helpen bij het in hun huis terugdringen van de kosten. Het mooie is dat je direct na de opname zorgt voor het uitvoeren van de maatregelen. En die eerste groep heb je nodig, ze zijn als het ware ambassadeur om de rest van de wijk mee te krijgen. Die mond-opmond reclame helpt enorm, want je merkt dat een ander deel van de mensen wat minder vertrouwen heeft. Ze geloven misschien niet direct wat er verteld is, ze kunnen niet geloven dat je ze kosteloos iets komt brengen, ze wantrouwen misschien de overheid, of ze vinden het niet nodig. Als we mensen niet thuis troffen, kregen ze weer een brief met de reden van onze komst en het verzoek ons te bellen of te mailen voor een
‘We zijn met onze softwaretools in staat om heel snel een woning of bedrijfspand te scannen en de data te interpreteren’
afspraak op een moment dat het hun paste. Zo zijn we stap voor stap verder gegaan. Uiteindelijk hebben we zestig procent van de wijk kunnen bedienen. Uit vergelijking met andere pilots, blijkt dat een gunstig cijfer, zeker waar het gaat om een mix van koop en huurwoningen. De pilot heeft ons en de gemeente geleerd wat er bij een gerichte, effectieve aanpak allemaal komt kijken. De volgende stap is te kijken hoe je gebiedsgerichte aanpak op de meest effectieve wijze snel en binnen de regelgeving van aanbestedingen kunt verbreden.”
Maak gebruik van het Nationaal Isolatieprogramma
Rinse Yde van Zuiden is er van overtuigd dat dat cijfer hoger kan uitvallen in andere wijken. „Dit was een wijk met een mix van koop en huurwoningen. Een deel van de mensen met een koopwoning bijvoorbeeld, heeft zelf al het nodige gedaan aan energiebesparing. Als een wijk neemt met een hoger percentage huurwoningen en een groot percentage woningen met een laag energielabel, denk ik dat je een groter aantal mensen treft die graag geholpen willen worden.”
Er zijn steeds meer gemeenten die kijken hoe ze lokaal zo goed mogelijk kunnen helpen.
Bijvoorbeeld door gebruik te maken van regelingen binnen het Nationaal Isolatieprogramma, dat vooral bedoeld is om voor 2030 de 1,5 miljoen slechtst geïsoleerde huizen (met energielabel E,F en G) versneld te isoleren. „Het gaat om gerichte aanpak, samen met gemeente, corporaties, verhuurders, woningeigenaren, Verenigingen van Eigenaren en anderen. Van laagdrempelige maatregelen tot isolatieprogramma’s. Uit de contacten die we met verschillende gemeenten hebben, merken we dat er steeds meer actie op touw wordt gezet om met
name energiearmoede te bestrijden en om meer te doen om energie te besparen.”
wijk’
Van het gas: wat betekent dat voor jouw huis?
Het aantal lokale initiatieven waar Energie Inspectie een rol in speelt, groeit zegt Rinse Yde van Zuiden. „In Anjum bijvoorbeeld heeft de lokale Energiecoőporatie De Anjumer Eendracht het initiatief genomen om te komen tot aardgasvrije wijk. De gemeente Noardeast Fryslân heeft dat initiatief omarmd en de subsidieaanvraag ingediend bij het Rijk, dat op haar beurt Anjum tot proeftuin heeft verkozen. Om aardgasvrij te worden is het idee, moet er een centraal warmtenet komen. De vraag is dan wat er allemaal bij komt kijken per huishouden?
Welke energiebesparende en isolerende maatregelen zijn er bij al die betrokken huizen nodig om aardgasvrij te kunnen worden, om gereed te zijn voor het ontkoppelen van gas en het aansluit te sluiten op dat warmtenet? De gemeente heeft ons ingeschakeld voor dat inzicht. Onze mensen scannen ieder huis en met behulp van de scan leren we er kan en moet gebeuren.
Van kleine, heel snel besparende maatregelen die ook energiearmoede tegenaan tot advies voor isolerende maatregelen. Daarbij informeren we mensen ook over de verschillende subsidiemogelijkheden en wat er bij komt kijken als je aan de voorwaarden wilt voldoen en als je
zekerheid wilt over de uitbetaling. We weten uit de praktijk van subsidieaanvragen bijvoorbeeld, dat mensen nog wel eens vergeten dat je moet bewijzen dat bepaalde matregelen zijn uitgevoerd. Het is natuurlijk heel sneu als het daarop misgaat, want dat scheelt zomaar een paar duizend euro. Het project in Anjum is vooral ook een kickstarter: je maakt met de scans en alle data per huis heel snel duidelijk wat er moet en kan. Je laat mensen zien wat er gebeurt in hun huis als je iets doet: welke maatregel, welke vorm van isolatie met welke kosten heeft welk effect op jouw verbruik? Dat werkt heel inspirerend.”
Maatschappelijke energiearmoede
De urgentie om meer energie te besparen en de inspiratie van besparing leiden in steeds meer gemeenten tot samenwerking. „Niet alleen bij woningen. Er komt bij de provincie en gemeenten ook meer aandacht voor de verduurzaming van maatschappelijk vastgoed, zoals kerken, buurthuizen en sportaccommodaties. Ook daar zie je door de hoge kosten problemen ontstaan, ook zij hebben deels te maken met energiearmoede. En we worden vaker gevraagd mee te denken over programma’s voor het mkb en voor winkels, daar geldt hetzelfde. Met de gemeente Leeuwarden zijn we nu een speciaal klein mkb- project aan het voorbereiden om energiearmoede tegen te gaan. Kosten verlagen met snelle, effectieve maatregelen, is voor veel bedrijven net zo noodzakelijk als voor huurders en eigenaren van woningen, verenigingen en stichtingen. Juist omdat we de mensen en de tools in huis hebben, weten we wat we in de prakrijk kunnen betekenen. Het bestrijden van energiearmoede en het besparen van energie is een zaak van ons allemaal.”
www.energieinspectie.nl
‘In Anjum bijvoorbeeld heeft de lokale Energiecoőporatie De Anjumer Eendracht het initiatief genomen om te komen tot aardgasvrije
Prodak Archief & Datavernietiging in Drachten is specialist in duurzame vernietiging en recycling. Social return is er gekoppeld aan gecertificeerde zorg voor de klant.
„Privacywetgeving wordt steeds belangrijker, net als waarde toevoegen.” Van baxterverpakking tot boekenvoorraden, voor zzp’ers tot en met verzekeraars en zorginstellingen: Prodak ontzorgt.
Aan De Roef in Drachten heerst rust, er wordt ontspannen en aandachtig gewerkt door circa 25 mensen. Iedereen heeft de rol die bij hem past in de vernietiging en recycling van datadragers, archieven, boeken en medicijnverpakkingen. Social return is de basis van Prodak. In 2016 werd het voormalige Talant-bedrijf, onderdeel van Zorggroep Alliade, overgenomen door Jeen Holwerda. Hij gaf het bedrijf een goed onderkomen in Drachten en bracht het waar het nu is. Een bedrijf dat bijdraagt in recycling, dat waarde toevoegt aan afvalstromen en mensen een goede werkplek biedt. „De basis is gebleven, onze mensen komen binnen via Zorggroep Alliade en worden door hen begeleid. Mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Hier doen ze het werk dat ze kunnen, leren ze vaardigheden. Sommigen gaan na een jaar verder omdat ze hebben bijgeleerd, anderen blijven langer en worden vast onderdeel van Prodak”,
vertellen bedrijfsleider Jordi de Jong en buitendienstman Peet de Wit.
Het werkgebied van Prodak strekt zich uit van Friesland en Groningen tot de kop van Overijssel. „We halen alles wat archief, medicijnverpakking en datadrager is, op bij de klant. Voor kleinverbruiker en grootverbruikers, zelfs voor particulieren staat Prodak klaar voor verantwoorde verwerking. Met de steeds strenger wordende privacywetgeving (AVG) is het met name voor bedrijven belangrijk geworden zeker te weten dat hun archieven en data volkomen veilig en gecertificeerd vernietigd worden. Dat is waar wij voor zorgen, we zijn een van de zestien CA+ gecertificeerde bedrijven in Nederland. Alles wordt volledig gecontroleerd verwerkt in afgesloten ruimten en onder cameratoezicht, binnen 24 uur. De klant krijgt daarna het garantiecertificaat, zodat hij of zij weet dat er volledig aan de wettelijke vereisten is voldaan.”
Waardevolle werkomgeving voor waardevolle reststromen Naast archief en datavernietiging is Prodak gespecialiseerd in het vernietigen van medische gegevensdragers. „De zogeheten baxterverpakkingen van geneesmiddelen bevatten
ADVERTENTIE
allemaal privacygevoelige informatie. Wij hebben voor het inzamelen speciale goed afsluitbare kleine boxen ontwikkeld, die binnen bij de zorginstellingen staan. Alle verpakkingen van geneesmiddelen gaan daarin, worden door ons opgehaald in de instelling en in Drachten zorgvuldig volgens protocol vernietigd. Zo weet de klant dat hij aan de wettelijke eisen heeft voldaan, wij dragen zorg voor het veilig en kundig afvoeren.”
Hergebruik van materialen wordt steeds belangrijker, zeggen De Jong en De Wit. „Wij zorgen voor afvalstromen die waardevol zijn: ordners bijvoorbeeld worden gescheiden in karton, papier en metaal. En zo hebben we een boekmachine ontwikkeld, die boeken scheidt in papier, karton en een rug met lijmresten. Dan ontstaan reststromen die weer waardevol zijn. Niet voor niets zijn we lid van Circulair Friesland. We willen duurzame data & archiefvernietiging stimuleren, een waardevolle werkomgeving zijn waar mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt met plezier kunnen werken en veilig en verantwoord de klant ontzorgen en bijdragen aan zo waardevol mogelijke reststromen.”
www.prodak.frl
„De arbeidsmarkt kunnen we helpen door met name jongeren beter en eerder bewust maken van wat werk betekent en inhoudt.” Zegt vestigingsmanager Harry Hoekstra van het uitzendbureau in Franeker, In4Work. Samenwerken is het devies, want uitzenden begint ver voor ‘’de perfecte match’.
„De arbeidsmarkt kunnen we helpen door met name jongeren beter en eerder bewust maken van wat werk betekent en inhoudt.” Zegt vestigingsmanager Harry Hoekstra van het uitzendbureau in Franeker, In4Work. Samenwerken is het devies, want uitzenden begint ver voor ‘’de perfecte match’. In4Work is een uitzendbureau voor Franeker en omgeving. Voor mensen die werk zoeken een uitzendbureau voor parttime en fulltime werk in de schoonmaak, bouw & techniek, productie, horeca en vakantiewerk. Werven, selecteren en uitzenden, van tijdelijke krachten tot payroll, het voeren van personeelsadministratie en het onderbrengen van medewerkers voor werkgevers. Wat In4Work onderscheidt is de kleine omvang, de persoonlijke benadering. Gemoedelijk en dichtbij, aan de toegangsweg naar het centrum van Franeker, de Hertog van Saxenlaan.
Sinds vorig jaar voert Harry Hoekstra het vijfkoppige team van In4Work aan. „De kleinschaligheid en het persoonlijke van in4Work is ons kenmerk. Het wordt wel tijd dat we meer met de omgeving aan de slag gaan. In de eerste plaats betekent dat meer bekendheid en zichtbaarheid. Wie zijn wij, wat kunnen we doen voor mensen die werk zoeken en aanbieden, vooral in het kleinere mkb. We zitten op een mooie plek, maar een groot deel van wat je als uitzendbureau doet, is digitaal. En dan is het heel goed om meer ‘in the picture’ te zijn. Aanspreekbaar, herkenbaar. Later dit jaar pakken we het kantoor ook aan de buitenkant aan.”
Kennis maken met werk Maar het allerbelangrijkste zegt Harry Hoekstra, is op pad voor meer samenwerking. „Als we de arbeidsmarkt willen helpen door meer openstaande vacatures bij de bedrijven in te vullen, dan moeten we met elkaar samen aan de slag. Met het onderwijs, de bedrijven. Ik merk in gesprekken dat vooral jongeren nauwelijks zicht hebben op wat onze omgeving te bieden heeft. Wat is er in bijvoorbeeld Franeker, Harlingen, Bolsward en Dronrijp voor werk? Wat houden die banen in, wat doe je daar precies voor werk? Wat zijn de mogelijkheden om ‘iets’ te gaan doen na je school. Voor ons klinkt het allemaal bekend en
logisch, maar als jongeren daar geen concreet beeld bij hebben, is het hoog tijd daar gericht wat aan te doen. We zijn dat ook aan elkaar verplicht: samen de schouders onder de regio. We hebben hier heel veel goede bedrijven, die het fundament vormen van de regio. Daarom pleit ik er voor jongeren meer nog dan nu, beter en eerder kennis te laten maken met de mogelijkheden van werk en bedrijven. Laten zien wat je doet. En niet te vergeten: nog meer specifiek opleiden in samenwerking met bedrijven, want steeds meer banen worden niet meer als ‘baan’ onderwezen op school. Wij bieden opleidingen in diverse branches, dus bel gerust!”
Dat je daar als uitzendbureau een rol in speelt, vindt Harry Hoekstra niet meer dan logisch. „We zijn feitelijk een datingbureau tussen werkgevers en werknemers. Je wilt graag de perfecte match tussen mensen, maar die match begint met betrokkenheid, met begrijpen wat er bij wie speelt en je uiterste best doen om te zorgen dat de perfecte match ook kan ontstaan. Goed gevoel begint bij vroeg kennismaken, ook bij in4Work.” www.in4work.nl
De zoektocht naar personeel wordt volgens Hennie van Braak van Van Braak Accountants, de grootste uitdaging in 2023. „Vrijwel overal waar we komen krijgen we te horen dat bedrijven hun vacatures niet ingevuld krijgen.
Daardoor komt de groei van veel bedrijven in gevaar.” Daarnaast pleit hij voor het doorpakken op verschillende dossiers. „Elke ondernemer heeft behoefte aan duidelijkheid en daar schort het nog wel eens aan.”
Ook binnen de eigen organisatie van Van Braak Accountants begint het tekort aan medewerkers te spelen. „We hebben een prima jaar achter de rug, waarin we een gezonde groei hebben doorgemaakt en ook het klantenbestand behoorlijk is gegroeid”, zegt Van Braak. „Als adviesorganisatie wil je iedere klant zo goed mogelijk bedienen. Dat lukt nu nog goed, maar nieuwe accountants en medewerkers zijn welkom. Ze krijgen desgewenst een degelijke opleiding binnen onze organisatie, waarin ze veel kennis kunnen opdoen.”
Robuuste economie
Eerder werd door verschillende organisaties een recessie voorspeld, maar daar is vooralsnog geen sprake van, integendeel. Van Braak spreekt van een robuuste economie, waarin bedrijven het ontzettend druk hebben. „Natuurlijk vallen er ook bedrijven om, maar je ziet dat de medewerkers dan snel weer een andere baan hebben. Ik adviseer ondernemers die op zoek zijn naar medewerkers de ontwikkelingen goed in de gaten te houden en, indien nodig, meteen te reageren wanneer die situatie zich voordoet. Kijk in elk geval altijd even of er personeel beschikbaar is.”
Daarnaast noopt het bedrijven tot innovatieve oplossingen om het tekort te ondervangen. „De beste innovatie is volgens mij dat mensen meer uren gaan maken. We zijn kampioen deeltijdwerk, daar liggen volgens mij nog veel mogelijkheden.”
Het verbaast Van Braak niet dat Nederland er goed voorstaat. „Blijkbaar anticiperen we goed op onverwachte omstandigheden. Kijk bijvoorbeeld naar de energiecrisis. Ik wil niet meer van een
crisis spreken. Natuurlijk weten we niet hoe die markt er over een half jaar uitziet, maar ik hoor nog maar weinig bedrijven die het vanwege de hoge energielasten niet meer redden, de uitzonderingen daar gelaten.”
Lastiger wordt volgens hem de situatie rondom het financieren. „De rente stijgt waardoor de waarde van onroerende zaken daalt. Dat hoeft niet alleen een nadeel te zijn. Het betekent namelijk ook dat de waarde van panden zodanig daalt, dat je daar fiscaal op kunt inspelen. Stel dat de waarde van een pand daalt van 1 miljoen naar 7 ton, en je verkoopt dit pand, binnen hetzelfde concern, van BV1 aan BV2. Dan levert dat vennootschapsbelasting op en zo’n transactie is vrij van overdrachtsbelasting.”
„Verder is de bedrijfsopvolgingsfaciliteit nog niet gewijzigd, waardoor een voordelige overdracht aan kinderen mogelijk is.” Van Braak geeft aan dat er meer gunstige fiscale regelingen voor ondernemers zijn. Hij noemt bijvoorbeeld het investeren in nieuwe roerende vaste activa. „Deze mogen dit jaar voor 50 procent worden afgeschreven, waardoor je de inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting behoorlijk kunt verlagen. Het is altijd goed om deze zaken goed in de gaten te houden.”
Druk
Hoe de economie zich dit jaar gaat ontwikkelen, durft Van Braak niet te voorspellen. „We kunnen niet in een glazen bol kijken. De afgelopen jaren hebben bewezen dat er van alles kan gebeuren en dat dit vervolgens invloed heeft op de
economische situatie. Maar, we kunnen ook wel stellen, met de kennis van nu, dat voorspellen erg moeilijk is. Ook wij gaan af op wat we horen en zien en wat we nu zien is dat iedereen het druk heeft.”
Duidelijkheid „Daarnaast”, stelt hij, „horen we van veel klanten dat ze moeite hebben met een weinig doortastende overheid. Dit is een overheid van pappen en nathouden, ze nemen weinig beslissingen waar ondernemend Nederland juist op zit te wachten. Dat zie je met de toeslagen, de woningbouw, rondom stikstof, enzovoort. Ondernemers hebben behoefte aan duidelijkheid.”
„Neem de boeren die wachten op een oplossing van het stikstofprobleem. Mensen worden daardoor geraakt in hun privéleven, men wordt onzeker. De overheid moet eens doorpakken en verstandige beslissingen nemen. Want, hoe je het ook bekijkt, mensen en ondernemers in onzekerheid laten zitten, is niet goed. Iedereen heeft behoefte aan duidelijkheid, zodat je tijdig kunt schakelen, mocht de situatie daarom vragen. Van Braak Accountants staat deze ondernemers graag bij. Met goed advies zorgen wij ervoor dat ondernemers tijdig maatregelen kunnen nemen, wanneer de situatie daarom vraagt.”
www.vanbraakaccountants.nl
‘Elke ondernemer heeft behoefte aan duidelijkheid’
‘We kunnen goed anticiperen op onverwachte omstandigheden’
Groene pioniers. Dat zijn Combex Group uit Eastermar en de IJB Groep uit Lemmer zeker. Bij beide gerenommeerde bedrijven staat duurzaamheid hoog op de agenda. Ook in hun partnership kiezen ze hier bewust voor. Sinds kort hebben ze een Nederlandse primeur: een elektrische vrachtwagen die nu ook zware betonladingen vervoert.
Bijdragen aan een beter klimaat. Frank van Kerkhof, algemeen directeur van Combex Group, en Gertjan van Solkema, adjunct-directeur van de IJB Groep, zien hiervan allebei de urgentie. Hun bedrijven hebben altijd al oog gehad voor de mens en de omgeving. Het zijn zelfs de pijlers van hun succes. „En toch was onze visie op duurzaamheid vijf jaar geleden anders dan nu’’, zegt Van Solkema. „Er is in korte tijd veel veranderd. Voor het voortbestaan van onze wereld én voor het continueren van onze bedrijfsvoering is het belangrijk dat we nog meer anders gaan denken en doen.” Van Kerkhof vult aan: „We moeten verder vergroenen, innoveren en vooral proberen.’’
Duurzame Draagkracht
Bij de IJB Groep - met 350 medewerkers en vier (productie)locaties in Lemmer, Emmeloord, Kampen en Lelystad - is vanuit die gedachte in 2022 de nieuwe koers ‘Duurzame Draagkracht’ uitgezet. In 2030 wil het bedrijf onder meer een grote CO2-reductie hebben gerealiseerd. De IJB Groep kijkt daarbij naar de algehele verbetering van de eigen CO2-prestatieladder en naar alles wat maatschappelijk verantwoord ondernemen betekent. „We zetten in op verduurzaming van de wijze waarop we met elkaar werken en de manier waarop we met opdrachtgevers en relaties omgaan’’, zegt Van Solkema. „Daarbij zijn thema’s als deskundigheid, veiligheid, betrouwbaarheid, eerlijkheid en gezondheid heel belangrijk.’’
Meest gebruikte materiaal
De IJB Groep zorgt al tientallen jaren voor het fundament van de Nederlandse bouw. Het bedrijf is gespecialiseerd en marktleider in funderingen; van sonderen, ontwerpen en construeren tot produceren, monteren en beheren. Bij de productie van cement, dat een belangrijk bestandsdeel van beton is, komt een grote hoeveelheid CO2 vrij. Beton is, na water, het meest gebruikte materiaal ter wereld. „We zien dat er steeds meer vraag komt naar duurzame materialen, maar beton is in de bouw niet te vervangen’’, zegt Van Solkema. Dat wil volgens hem niet zeggen dat het niet duurzamer kan. „Met onze nieuwe koers gaan we dat bewijzen. Want dat verder verduurzamen in de betonwereld kan, daar zijn we van overtuigd.’’
‘CO2-uitstoot reduceren in de betonwereld? Dat kan!’
Duurzamer worden
Volgens Van Solkema gebeurt dat binnen de IJB Groep onder meer door het organiseren van een duurzamere productie en verwerking van betonnen prefab-onderdelen „Dat kan bijvoorbeeld door minder cement in beton te verwerken of minder beton te gebruiken in een eindproduct’’, legt hij uit. „Daarvoor gelden belangrijke randvoorwaarden. Een groot aantal technische medewerkers buigt zich hierover. Want we moeten te allen tijde aan de constructieve eisen blijven voldoen. Veiligheid staat altijd voorop.’’
Veel te winnen
Van Solkema denkt dat er echt het nodige te winnen valt op het gebied van duurzaam bouwen in Nederland. „We zijn binnen onze sector nog maar nauwelijks begonnen’’, stelt hij. „De betonwereld is nog redelijk conservatief. We hebben de neiging om te overdimensioneren. Dat wil zeggen dat we de maten van een object heel groot maken. Op die manier zorgen we ervoor dat er geen enkel risico aanwezig is dat een bouwconstructie fataal kan worden. Wij durven daar vanuit onze nieuwe koers vraagtekens bij te plaatsen. Misschien kan een balk bijvoorbeeld in kleinere afmetingen wel net zo veilig zijn. Dat scheelt in de hoeveelheid beton, maar ook in het transport van minder kilo’s.’’
Kansrijk partnership
Transport is namelijk een net zo belangrijk onderdeel in de groene koers die het betonbedrijf aan het maken is. In 2018 sloten de IJB Groep en Combex Group hiervoor een partnership. Daarvoor werkten de organisaties ook al volop samen, maar sinds vijf jaar is de samenwerking officieel vastgelegd. Per week rijdt Combex Group zo’n vijfhonderd vrachten voor de IJB Groep. Als 100 procent dochter van de AB Texel Group, en AB op haar beurt een 100 procent dochter van Aware Group, is het bedrijf met 400 medewerkers en 300 voertuigen gespecialiseerd in groot bouwtransport binnen Nederland en naar het buitenland. „We vervoeren producten voor de bouw van een halve meter tot vijftig meter lang’’, aldus Van Kerkhof. „En van 500 kilo tot 150 ton.’’
‘Aanschaf
is onze next step in verduurzamen betonwereld’Eind januari 2023 werd de e-truck officieel in gebruik genomen. Inmiddels brengt de vrachtwagen diverse vrachten per week naar de bouw.
Behalen doelstellingen
Ook bij Combex Group is de focus verder verlegd naar verduurzaming. „We doen hiervoor in 2023 een nulmeting en we maken een meerjarenplan voor de reductie. Daarmee hopen we dit jaar al te kunnen aantonen hoe we onze gestelde duurzaamheidsdoelstellingen gaan behalen. Op deze manier voldoen we ook aan de Corporate Sustainability Reporting Directive. Deze wordt vanaf 2025 verplicht voor bedrijven met onze omvang. De CSRD is een rapportageverplichting waarmee bedrijven laten zien hoe ze bijdragen aan de klimaatafspraak van minimaal 55 procent minder CO2-uitstoot in Europa in 2030.’’
Verantwoordelijkheid nemen
Van Kerkhof geeft aan dat de CRSD ervoor zorgt dat bedrijven ‘duurzaamheid’ niet alleen gebruiken als marketingtool. “De CRSD verplicht je om te doen wat je belooft. Dat willen we als Combex Group. We hebben onze maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen. „Als wegvervoerbedrijf, inclusief de AB Texel Group, gebruiken we op jaarbasis meer dan zestig miljoen liter dieselolie. Die liters kunnen we niet morgen al volledig vervangen door stroom, want daar is het stroomnetwerk niet op voorbereid. We moeten alleen wel iets gaan doen. Daarom kijken we nu al concreet naar alternatieven.”
Vooroplopen
De inzet van elektrische vrachtwagens is volgens Van Kerkhof een veelbelovende manier om te verduurzamen. „Dit alternatief zijn we samen met de IJB Groep aan het onderzoeken. We doen dit om bij te dragen aan het klimaat, maar eerlijk is eerlijk: als we dit niet doen, staan we over vijf jaar ook achteraan. Dan hebben we onze elektrische aansluitingen niet voor elkaar, is de diesel misschien onbetaalbaar of zijn er bedrijven die niet meer met ons willen samenwerken, omdat we niet groen en schoon vervoeren. Dus ook voor ons geldt dat we voorop willen lopen, voor het bestaansrecht van ons bedrijf, voor onze medewerkers en de leefbaarheid in onze maatschappij.’’
Primeur
Om duurzaam te innoveren hebben Combex Group en de IJB Groep gezamenlijk geïnvesteerd in de eerste elektrische vrachtwagen die in Nederland zware ruwbouw betonproducten vervoert. De e-truck rijdt sinds eind januari van dit jaar rond. Combex Group kocht de Volvo FMX 6x2 Electric, de IJB Groep heeft het snellaadstation in Lemmer gefinancierd. „Doordat we hebben gekozen voor een batterij-elektrische truck, is het voor het eerst mogelijk om deze in te
zetten bij zwaardere toepassingen’’, aldus Van Kerkhof. „In Nederland vindt al vervoer plaats door e-trucks, maar daarbij gaat het vooral om levensmiddelen bij stadsdistributie en geen bouwonderdelen die vele tonnen wegen. We hebben dus echt de primeur!’’
Volwassen vrachtwagen
De elektrische vrachtwagen is door Van Kerkhof en zijn wagenparkbeheerder getest in Göteborg. „De e-truck is nogal een investering geweest waarvoor we helaas geen subsidie konden krijgen’’, zegt hij. „De aanschaf is 3,5 keer zo hoog als bij een reguliere vrachtwagen. We wilden voordat we overgingen tot de aanschaf, eerst weten hoe volwassen deze vrachtwagen was. Volvo was toen nog de enige die dit type vrachtwagen verkocht. Ik wilde onderzoeken of we met deze truck alles kunnen doen, zoals we dat ook kunnen met een dieselwagen. Zo zijn we in Zweden onder meer zwaarbeladen heuvels opgereden. Toen geen enkel lampje op het dashboard ging branden en het allemaal als vanzelfsprekend reed, was ik overtuigd. De e-truck is echt volwaardig in te zetten.’’
Inzet gelijk
Naast het beladen kunnen klimmen in heuvels, was ook de actieradius een belangrijk criterium voor de aanschaf. „Met een actieradius van driehonderd kilometer kunnen we een groot deel van het leveringsgebied van de IJB Groep bedienen’’, aldus Van Kerkhof. „Dat maakt de inzet gelijk aan die van een truck die op diesel rijdt. Dat was echt een voorwaarde. Natuurlijk zijn er wat aanpassingen nodig in de dagelijkse operatie, zowel bij de locatie van de IJB Groep als bij ons. Maar die zijn zo minimaal dat we deze next step in verduurzaming met elkaar wel durfden te zetten.’’
Onzekerheden
De e-truck rijdt nu sinds eind januari van dit jaar met succes rond. Dit is te danken aan onder meer de actieradius, het oplaadstation bij de IJB Groep, een chauffeur die is opgeleid om te rijden met deze truck, en een goede planning waarbij de wagen zo min mogelijk aan de kant staat. „Als je pioniert, betekent het dat je alles zelf moet uitzoeken. Je krijgt bovendien als eerste te maken met eventuele problemen’’, zegt Van Kerkhof. „Er zijn ook nog veel onzekerheden, maar die nemen we voor lief om te kunnen innoveren.’’
Trots
Van Kerkhof en Van Solkema geven aan dat de inzet van één e-truck nog wat weinig is. „We hebben het over een beperkt aantal vrachten per week. Op het totaal stelt het nog niet zoveel voor’’, zegt Van Solkema. „Toch zien we dit als een heel belangrijke stap in de verdere verduurzaming van de betonwereld. We zijn op een verstandige manier duurzaamheid aan het inzetten. We gaan daarmee voldoen aan de klimaatdoelstellingen die vanuit de overheid en door onszelf zijn opgelegd.’’
Van Kerkhof: „Als bedrijven met een redelijke omvang nemen we hierin graag het voortouw. Dat we deze gezamenlijke stap nu hebben gezet, daar mogen we echt trots op zijn. En wie weet hoeveel e-trucks we over een paar jaar hebben rondrijden.’’
www.combex.nl
www.ijbgroep.nl
‘Een e-truck met zware ladingen is een primeur’Gertjan van Solkema (links) en Frank van Kerkhof nemen graag gezamenlijk het voortouw in het verder verduurzamen van de betonwereld en de transportsector.
Alle disciplines voor werkgevers en de ondernemer onder één dak. De accountants & adviseurs van Omnyacc in Leeuwarden zijn juist daarin onderscheidend. Het zijn samenwerkende specialisten. Ze verenigen inmiddels ieder vakgebied, van arbo, HRM, salaris, fiscale optimalisatie, verzuim- en pensioenadvies tot administratie, audit, assurance en accountancy. Het resultaat: een multidisciplinair team voor iedere ondernemer en werkgever in elke levensfase van de onderneming.
Harold Steunebrink, Sietse Buursma, Marita van Lingen en Erik Folbert zijn vier van de achttien werkgevers-specialisten die binnen Omnyacc Leeuwarden continu bouwen aan het werkgeverspakket. Harold: „Tien jaar geleden zijn we als HRM- en pensioenspecialisten ons gaan verenigen met een accountantskantoor. Een prachtige uitdaging, want de werelden van accountancy, HRM, pensioen- en verzuimverzekeringen verschillen en versterken elkaar nogal. Het zijn totaal andere culturen. De kracht van onze unieke samenwerking is dat de som der delen voor de klant vele malen groter is. Hoe? Door de combinatie van integraal advies, een hoge mate van digitalisering, markt- en productkennis en professionals laten samen werken in 1 transparant verdienmodel. Het blijkt een succesformule. Vooral in deze tijd, nu er veel op werkgevers afkomt, werken we vanuit een strategisch personeelsplan. Het dienstenpakket wat we daarvoor inzetten is heel breed: van salarisadministratie, arbo, HRM, arbeidsrecht, trainingen, opleiding, coaching en pensioenadvies tot fiscaal, audit, assurance, bedrijfsfinanciering, accountancy en administratie. Iedere klant heeft z’n eigen team van specialisten om zich heen. We hebben korte lijnen en nog persoonlijk contact met onze klanten. Hierdoor weten we wat er speelt en kunnen we ieder bedrijf en iedere ondernemer in elke fase, van start, groei, stabilisatie tot de overdrachtsfase en daarna optimaal ondersteunen. Samenwerken is vooral elkaar vertrouwen!
De specialisten van Omnyacc houden ieder op hun eigen vakgebied de wet- en regelgeving, trends in de markt en maatschappelijke ontwikkelingen bij. „We geven overzicht en inzicht en bieden zekerheid. Wat speelt er of gaat er spelen, wat kun je, wil je of moet je er mee, hoe kun je ergens gebruik van maken, welke regelingen of subsidies zijn of komen er waar je je voordeel mee kunt doen. We sparren intern met elkaar over de betekenis en mogelijke synergie van al die verschillende vakgebieden, regels, trends en ontwikkelingen en het effect dat het kan hebben op een bedrijf. En dat sparren doen we ook met onze klanten. De wereld wordt steeds complexer, onzekerder en ongrijpbaarder. Omnyacc wil rust bieden en richting geven aan de toekomst van de ondernemer en z’n onderneming. We maken gebruik van alles dat ons in deze tijd ten dienste staat: van strategische toekomstgesprekken tot het inzichtelijk maken van complexe datastromen. Hoe kun je processen beter inrichten, waarde toevoegen, je verdienmodel optimaliseren, tijd maken voor wat nodig is, meer grip krijgen op kosten, zekerheden veiligstellen voor jezelf als ondernemer? Want het is fijn als je alles op HRM gebied, salaris en loopbaanontwikkeling voor al je medewerkers hebt geregeld, maar minder als je jezelf daarbij vergeet. Hoe zuur is het als je je bedrijf hebt verkocht, maar financieel daarna met lege handen staat? Wij nemen met de ondernemer alles onder de loep, kijken kritisch naar ieder facet en iedere fase. We stemmen met elkaar intern af wat ieder besluit betekent voor het totaal binnen het bedrijf
van de klant, voor nu en de toekomst. De basis van samenwerken is het vertrouwen dat je in elkaar stelt, dat je met elkaar doet wat het beste is voor de ondernemer. Dat is onze kracht”, vertelt hoofd binnendienst en pensioenadviseur Sietse Buursma.
Betaalbare specialisten
HRM- specialist Marita van Lingen: „Door onze werkwijze en de manier waarop we dat kunnen aanbieden aan de klant, ontstaat de mogelijkheid voor iedere ondernemer om een vakinhoudelijk specialist ‘in huis’ te hebben, terwijl je hem of haar niet in dienst hebt. Zo profiteren ook kleinere bedrijven van de beste kennis en de laatste inzichten. Want met name voor mkbbedrijven is het onmogelijk om op ieder vakgebied mensen in dienst te hebben. Wat ons onderscheidt, is dat wij alles onder één dak hebben voor werkgevers. We ontwikkelen met elkaar diensten en producten die in spelen op de marktontwikkelingen van nu: toenemend verzuim, toenemend belang van preventie en duurzame inzetbaarheid, het pensioenakkoord, de krappe arbeidsmarkt, werving en het ontwikkelen en binden van talent. Voor onze werkgevers vertalen we deze ontwikkelingen naar een goed en praktisch personeelsplan. We doen dat met een 3 jarenplan en jaarlijkse HRM-updates, maar we zitten ook steeds vaker een dagdeel in de maand bij onze klanten. Harold Steunebrink: „Door dat voor de ondernemer in een abonnementsvorm te doen, kunnen we het HRM-beleid snel op een hoger niveau brengen en betaalbaar houden, want als je als ondernemer al die specialisten in dienst zou nemen of op uurbasis zou moeten betalen, is het veel te kostbaar.”
Wat kun jezelf, wat doen wij?
Salarisadviseur Erik Folbert: „We kijken ook met
de ondernemer wat hij zelf kan doen, we leren hem optimaal met onze salaris- en HRMsystemen te werken en data te interpreteren. Wat jezelf kunt doen, hoef je niet uit te besteden. En ook al doe jij als ondernemer een deel zelf, we blijven natuurlijk wel meekijken. Wij houden samen met de ondernemer het overzicht, wij toetsen aan wet- en regelgeving, cao, beloningsbeleid, subsidiekansen, zorgen voor de controle, werken daarbij nauw samen met de andere specialisten, zoals fiscalisten en onze pensioen- en verzekeringsafdeling. Ook zien we dat de digitalisering van personeelsadministraties vaak achterloopt waardoor we vaak direct een efficiency-slag kunnen maken. De vraag waar het mee begint en die we voortdurend voor ogen houden, is waar jij als klant op wilt sturen, want dan leveren wij daar het dashboard voor. Het mooie is dat wij door die synergie en manier van werken elkaar als specialisten versterken en scherp en alert houden. Meer bieden dan alleen de loonadministratie dat is onze uitdaging. Altijd op zoek naar ‘wat kan er beter’?”
Harold Steunebrink (partner): „En we staan in Leeuwarden niet alleen. Omnyacc heeft acht vestigingen in de regio Noord-Holland en Friesland met 250 medewerkers. Ieder kantoor is lokaal geworteld, we werken samen waar het kan en moet. Met elkaar en door die overzichtelijke schaalgrootte hebben we een enorme diversiteit aan kennis en deskundigheid in huis, waar iedere klant van profiteert. Omnyacc is sterk voor ondernemers: we nemen de tijd, bieden zekerheid, geven het advies en de kennis die jij nodig bent, zodat jij het plezier houdt bij wat je doet en wilt doen. Dat is onze passie!” omnyacc.nl
Lubbers Logistics speelt volgens commercieel directeur Maarten Bedaf ‘Champions League’. ,,Het zit in ons dna om de beste te willen zijn. We voelen ons goed bij complexe transportvraagstukken, die we van begin tot eind uitvoeren voor onze internationale klanten.’’
Wat in 1929 in Schoonebeek begon met het wegtransport van vee, is inmiddels uitgegroeid tot een onderneming met meerdere vestigingen in Nederland, maar ook in het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Italië, Denemarken, Noorwegen, Roemenië en Turkije. Ondanks die enorme expansie heeft Lubbers Logistics Schoonebeek overigens nooit verlaten, ook daar is het bedrijf nog steeds gevestigd. ,,Sterker nog, we hebben ook nog steeds de sfeer van een familiebedrijf, terwijl er in heel Europa zo’n vierhonderd mensen bij ons werken’’, zegt Bedaf.
Oprichter Geert Lubbers verruilde na de Tweede Wereldoorlog het vervoer van vee voor het transport van upstream activiteiten in olie en gas, dat in de omgeving op grote schaal gewonnen werd. ,,Nog steeds zijn we actief in wat we tegenwoordig de energiesector noemen. En in de loop der tijd zijn we met onze klanten in die sector meegegroeid. Als zij zich in het buitenland vestigden, vestigden wij ons ook in dat land en voerden het werk uit met lokale mensen.’’
Transport is voor Lubbers met recht een breed begrip te noemen, want de lijst met diensten is lang. Er vallen bijvoorbeeld ook boortorenverplaatsingen en pijpleidinglogistiek onder. Specialistisch werk waarvoor speciale trucks, kranen en vakmensen ingeschakeld worden. Wegtransport is onverminderd belangrijk voor Lubbers Logistics, maar de laatste vijf jaar is daar het bedrijfsonderdeel Freight Forwarding bij gekomen. ,,We huren voor onze klanten schepen en vliegtuigen om transport over zee en in de lucht mogelijk te maken. Dat maakt onze dienstverlening een stuk completer en minder afhankelijk van eigen middelen.’’
Complexe klussen
De rode draad in alle werkzaamheden is: complex transport. Dat hoeft volgens de commercieel directeur niet per sé zwaar of exceptioneel transport te zijn. De complexiteit kan ook te maken hebben met stevige deadlines, vaak gekoppeld aan grote belangen. ,,Het komt bijvoorbeeld voor dat een team vakmensen ergens klaar staat om een project af te ronden en daar materieel voor nodig heeft dat beslist in een bepaalde volgorde op de locatie moet aankomen.
Dat vergt een uitstekende organisatie en daar zien wij altijd een mooie uitdaging in. Het gaat ook vaak om projecten waarbij stilstand veel geld kost. Als een baggerklus vertraging oploopt, kost dat 40 tot 50 duizend dollar boete per dag. Als het op tijd geleverd moet worden en natuurlijk voor zo laag mogelijke kosten, dan vinden wij een manier. We adviseren klanten dan ook graag over een zo laag mogelijk CO2-uitstoot, dat is een vast onderdeel in het proces.’’
aangekomen op de luchthaven, door de douane is afgehandeld en geladen is. Klanten hebben toegang tot ons systeem. Het blijft overigens belangrijk om ook persoonlijk contract te houden. Transport gaat nog altijd over mensen en klanten horen het daarom altijd persoonlijk van ons als het transport niet volgens planning verloopt en hoe we dat oplossen.’’
Italiaanse kust
Het transportbedrijf maakt graag gebruik van moderne technologie en digitalisering, bijvoorbeeld om klanten op de hoogte te houden van het transportproces. ,,We hebben een zelf ontwikkeld track- en tracesysteem waarin elke mijlpaal met de klant gedeeld wordt. Zo weten ze bijvoorbeeld wanneer het materiaal is
Een mooi voorbeeld van een complex project is het transport van baggermateriaal voor een Belgische baggeraar, die de opdracht had gekregen een deel van de Italiaanse kust veiliger te maken door deze op te hogen. Er was weinig tijd om de klus te klaren, om te voorkomen dat badgasten overlast zouden ondervinden van de werkzaamheden. Bedaf: ,,Er moesten honderd vrachtwagens met baggermateriaal naar Italië en dat werd vervolgens van strand naar strand getransporteerd. ,,Alles is aangestuurd door onze project- en serviceafdeling en onze eigen mensen in België en Italië. De klus werd binnen de gestelde tijd geklaard en daar zijn we allemaal trots op.’’
Om in de Champions League te spelen, moeten medewerkers uit het juiste hout gesneden zijn. Het bedrijf blijft groeien en is daardoor altijd op zoek naar onder meer chauffeurs, medewerkers customer service en freight forward experts. ,,Eigenschappen als servicegericht en stressbestendig zijn vinden we belangrijk, net als out of the box kunnen denken. Dat zijn de eigenschappen waarmee we op het hoogste niveau complexe transportvraagstukken kunnen oplossen.’’
www.lubbers.net
‘Freight forwarding maakt ons dienstenaanbod completer’Maarten Bedaf