2025 loopt op z’n einde. Dit keer maak ik me met gemengde gevoelens op voor het nieuwe jaar, want eind 2026 heb ik er twee voorzitterstermijnen opzitten bij de LAD. Dat betekent dat ik mijn laatste voorzittersjaar inga en alles voor een laatste keer ga doen: van het opstellen van de beleidsagenda tot het agenderen van de noodzaak om keuzes te maken in de zorg.
Ik verheug me daar enorm op! Voorzitter zijn van de LAD is namelijk een van de meest eervolle taken die ik tot nu toe heb mogen vervullen. De LAD is met ruim 35 duizend leden de grootste werknemersorganisatie van artsen. Dat opent deuren, maar brengt ook een verantwoordelijkheid met zich mee, want de druk op de zorg is groot. Aan iedere caotafel agenderen we steevast de hoge werk en dienstendruk, de omvang van de werkweek, de administratielast en de personeelstekorten.
Mijn doel voor 2026? Zorgen dat het belang van goede arbeidsvoorwaarden en omstandigheden tussen de oren komt van alle werkgevers én de politiek. De afgelopen tijd is regelmatig geschreven over de almaar toenemende zorgkosten, waarbij ook werd gerept over de personeelskosten. Na het verschijnen
van een benchmark van BDO kregen we onlangs nog de vraag of we het niet gek vinden dat het aandeel personeelskosten van ziekenhuizen ‘maar liefst 61 procent bedraagt’. Ons antwoord daarop? Nee! Zorgprofessionals zijn het belangrijkste kapitaal van ziekenhuizen en andere zorginstellingen. Het is in onze ogen dus volstrekt logisch dat een groot deel van de financiën daarnaartoe gaat. Zonder zorgprofessionals kan er immers geen zorg worden geleverd.
De zorg is steeds efficiënter georganiseerd en we zien steeds meer patiënten in steeds minder tijd. We staan op dit moment echter op een soort kruispunt waarbij we vooral anders moeten gaan werken (met als gevolg dat patiënten ook op een andere manier zorg krijgen dan ze nu gewend zijn). Het is hoog tijd om daarin scherpe keuzes te maken en tegelijkertijd te investeren in zorgprofessionals, zodat ze een hele loopbaan lang vitaal en met plezier kunnen blijven werken. Die boodschap ga ik in 2026 expliciet uitdragen. Het is de enige route om te zorgen dat we de beste zorg kunnen blijven bieden.
Suzanne Booij Voorzitter LAD
COLOFON
LAD-magazine is het kwartaalblad van de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD).
Oplage 39.650
ISSN-nummer 2213-9923
Redactieadres Mercatorlaan 1200, Postbus 20058, 3502 LB Utrecht Telefoon: 088 13 44 100 E-mail: redactie@lad.nl Redactie Marjolein Dekker, Jorg Heijmink Liesert, Cristel van Maarsseveen en Lucie Pelzer Met medewerking van Lyanneke Krauss
Columnist Danae Smeets (anios arbeid en gezondheid) Fotografie Ivar Pel Illustraties Studio Vellekoop & León Ontwerp Member Since Druk Moderna printing streeft ernaar volledig CO2-neutraal te werken, met minimale impact op het milieu. Door het hergebruik van materialen zoals papier en drukplaten, energiezuinige processen en circulaire initiatieven kan duurzaam ondernemen hand in hand gaan met kwalitatief drukwerk. De inspanningen worden beloond met keurmerken zoals het FSC-certificaat en Imprim’Vert.
Het magazine ook ontvangen? Word nu lid van de LAD: lad.nl/lidmaatschap/lid-worden
Volg ons ook op: Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband lad.artsen.in.dienstverband
Suzanne Booij Voorzitter van de LAD en neuroloog in het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis
Fotografie Femke van den Heuvel
4
Ruim 25 duizend juridische vragen
Het Kennis en dienstverleningscentrum van de Federatie Medisch Specialisten en de LAD bestaat tien jaar en behandelde in die periode ruim 25 duizend juridische vragen en dossiers. We lichten drie casussen uit. “Het is prettig iemand naast je te hebben met een objectieve blik, die de situatie vanuit een zakelijk standpunt bekijkt”, aldus een van de artsen die een beroep deed op de juristen.
12
Prioriteiten nieuw kabinet
Een week voor de Tweede Kamerverkiezingen vond Het Grote Zorgdebat plaats. We vroegen drie aanwezigen wat ze ervan vonden en wat de zorgprioriteiten moeten worden van het nieuwe kabinet.
15
Chocolademoment
Pauze nemen lukt lang niet altijd. Bij Argos Zorggroep in Spijkenisse bleek chocola de sleutel om alle collega’s een half uur bij elkaar te krijgen. “We praten zo min mogelijk over het werk”, vertelt aios ouderengeneeskunde Mark van Barele.
8
Iets doen voor de mensen in Gaza
Salih El Saddy vertrok dit jaar naar Gaza, omdat hij het niet kon verkroppen dat niemand opstond om wat te doen. “Ik ben opgeleid als orthopedisch chirurg, ik kan opereren, ik kan daar echt iets betekenen. Dus ik besloot te gaan. Maar uiteindelijk kon niks mij voorbereiden op wat ik daar zou aantreffen.”
16
Veranderende rol bedrijfsarts
De rol van de bedrijfsarts verandert. De Nederlandse Vereniging voor Arbeids en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB) heeft daarom een nieuwe koers ingezet. “Om structurele uitval tegen te gaan, moeten we verder kijken dan alleen ziektebegeleiding. Preventie is geen luxe, maar een randvoorwaarde voor gezonde werknemers”, aldus NVABvicevoorzitter Madelijn de Kleine.
7
Hoepels & stijve knieën
Columnist Danae Smeets zocht haar toevlucht tot een loopbaancoach. Maar wat als je niet weet wat je doel is of als dat doel verandert?
10 Bevlogen
Op 19 november vond het Festival van de Bevlogenheid plaats. “Investeren in je eigen werkplezier moet vanzelfsprekend worden.”
14
Opleiding beëindigd
Een aios krijgt te horen dat niet alleen haar opleiding, maar ook haar arbeidsovereenkomst wordt beëindigd. Ze wint juridisch advies in.
18 In ’t kort
Lees de column van Caroline van den Brekel, het laatste nieuws over evenementen, cao’s, trainingen en andere activiteiten.
Tien jaar juridisch advies: een kijkje achter de schermen
Het Kennis- en dienstverleningscentrum van de Federatie Medisch Specialisten en de LAD bestaat tien jaar. In die periode behandelde deze juridische afdeling ruim 25 duizend juridische vragen en dossiers. Aan de hand van drie bijzondere casussen nemen we je mee achter de schermen van ons juridisch expertisecentrum.
Procederen en in hoger beroep
“Samen hielden we de moed erin”
Na ruim zeven jaar bereikte een groep van 44 MD/PhD-promovendi overeenstemming met het UMCG over een financiële afwikkeling na een uitspraak van de Hoge Raad. Arbeidsjurist Dino Jongsma van het Kennis- en dienstverleningscentrum stond de promovendi vanaf het begin bij.
“Laat ik beginnen met zeggen dat een juridisch interessant dossier een persoonlijk dilemma kan zijn voor de betrokkenen”, benadrukt Jongsma. “We zijn natuurlijk ontzettend blij dat we in het gelijk zijn gesteld door de Hoge Raad, maar het heeft de afgelopen jaren ook een hoop energie, doorzettingsvermogen en tijd gevraagd van de promovendi om wie het ging. Ik vind het belangrijk in een dergelijk proces te blijven afstemmen met onze leden.”
Gedupeerd
In 2018 klopte een groep promovendi aan bij het Kennis en dienstverleningscentrum. Het ging om MD/PhDpromovendi die hun coschappen combineerden met een promotietraject bij het UMCG en daarmee gestart waren
tussen 2016 en 2018. In deze periode deed het UMCG mee aan een experiment van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, met als doel het aantal promotietrajecten in Nederland te bevorderen. Als gevolg van dit experiment werden MD/PhD’ers als student aangenomen in plaats van als werknemer. Dit had tot gevolg dat ze een lager salaris kregen en geen recht hadden op pensioenopbouw, vakantiegeld of een eindejaarsuitkering. “De promovendi vonden dat ze recht hadden op een gelijke behandeling, omdat ze precies hetzelfde deden als hun collega’s die voor 2016 waren begonnen met hun promotietraject of daar na 2018 mee zouden beginnen. Een redenering waar ik mij als jurist in kon vinden.”
Arbeidsovereenkomst?
Na tevergeefs bezwaar te hebben gemaakt bij het UMCG, gingen de MD/PhD’ers in beroep bij de bestuursrechter. Die wees het bezwaar af. Door de invoering van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren per 2020 viel het UMCG onder het arbeidsrecht, wat een rechtszaak bij de kantonrechter mogelijk maakte. “Deze oordeelde helaas dat de MD/PhD
promovendi een opleidingsovereenkomst hadden en geen arbeidsovereenkomst”, zegt Jongsma. Daarna werd besloten om in hoger beroep te gaan. Het Hof Arnhem/Leeuwarden stelde de MD/PhDpromovendi in het gelijk, maar het UMCG ging in cassatie bij de Hoge Raad. “Uiteindelijk stelde de Hoge Raad dat de MD/PhD’ers vanaf de start een arbeidsovereenkomst hadden en dus recht hebben op dezelfde arbeidsvoorwaarden als werknemerspromovendi. Binnenkort krijgen alle promovendi met terugwerkende kracht hun loon, eindejaarsuitkering en vakantiegeld uitbetaald en worden zij aangemeld bij het van toepassing zijnde pensioenfonds.”
Bijzondere ervaring Jongsma kijkt terug op een bijzondere ervaring: “Door het intensieve contact met de promovendi, en dan met name de vier promovendi die mijn aanpreekpunt waren, bouw je een bijzondere band op met elkaar. Dat hielp om samen de moed erin te houden. De betrokkenheid bij het procederen in hoger beroep en in cassatie was een mooie ervaring voor mij, daar heb ik inhoudelijk veel van geleerd.”
Sluiting Slotervaartziekenhuis
“Ik stond er niet alleen voor”
In oktober 2018 ging het Slotervaartziekenhuis in Amsterdam failliet. Voorafgaand aan die gebeurtenis stond de toekomst van de afdelingen gynaecologie en kindergeneeskunde al op losse schroeven. Slobodan Milosavljevic, die destijds als gynaecoloog in het Slotervaartziekenhuis werkte, schakelde in die periode de hulp in van het Kennis- en dienstverleningscentrum.
Een gezellig ziekenhuis waar medewerkers empathie hadden voor de patiënten, zo omschrijft Milosavljevic zijn voormalige werkplek waar hij vijftien jaar werkte. “Ik ben gespecialiseerd in laparoscopische operaties, maar ook in transgenderchirurgie. In het Slotervaartziekenhuis liepen we wat dat laatste betreft echt voorop in Nederland. Dat maakt die tijd voor mij extra bijzonder.”
Aardverschuiving
Nog voor het ziekenhuis failliet ging, vond er al een kleine aardverschuiving plaats, zoals
de inmiddels gepensioneerde arts het zelf omschrijft. “Er gingen al een tijdje geruchten rond dat het bestuur de afdelingen gynaecologie en kindergeneeskunde wilde sluiten, omdat het ziekenhuis financieel gezien in zwaar weer verkeerde. Maar ik sloot mij daarvoor af, omdat ik mij niet echt kon voorstellen dat het zover zou komen. Tot een collega mij vertelde dat hij contact had opgenomen met het Kennisen dienstverleningscentrum voor juridisch advies. Dat opende mijn ogen: ik besefte dat ik in actie moest komen.”
Impact
Milosavljevic kwam in contact met arbeidsjurist Fatima Madani, die hem juridisch bijstond in de overname van de afdeling gynaecologie door een andere partij. Naast Milosavljevic begeleidde zij ook andere artsen die ten tijde van het faillissement werkzaam waren in het Slotervaartziekenhuis. “Er was veel onrust en artsen vroegen zich af hoe het zat met hun contract en hun verantwoordelijkheid voor patiënten en aios”, vertelt Madani. “In de tijd dat ik hier werk, heb ik veel bijzondere zaken
voorbij zien komen, maar deze maakte wel de meeste indruk. De impact op de medewerkers van het ziekenhuis was enorm, sommigen hadden nog nooit ergens anders gewerkt. Ik vond het bijzonder en mooi om te zien hoe de medisch specialisten zich tot het einde bleven inzetten voor hun patiënten en het vinden van een nieuwe opleidingsplek voor hun aios.”
Steun
“Als de toekomst van je baan ineens onzeker is, komen er veel vragen op je af”, vertelt Milosavljevic. “Wat zijn mijn rechten? Heb ik nog recht op een vergoeding? En hoe moet ik dat allemaal regelen? Ik merkte meteen dat mevrouw Madani en haar collega’s zeer deskundig zijn en weten wat ze doen. Ook spreken zij de juiste taal in het contact met andere partijen. Omdat ik mij soms machteloos voelde, liepen de emoties weleens op, maar dan kreeg ik altijd te horen: ‘Geen paniek, rustig aan, we gaan ermee aan de slag.’ Daardoor voelde ik mij er nooit alleen voor staan.”
Dreigende arbeidsongeschiktheid
“Het is fijn als er juridische bijstand is in zo’n kwetsbare situatie”
Nadat hij tot twee keer toe een nekhernia kreeg, lukte het Rutger Hofman niet meer het chirurgische deel van zijn werk uit te oefenen. Na operaties aan zijn nek bleef hij restklachten houden. Hij nam daarom contact op met het Kennisen dienstverleningscentrum voor juridische ondersteuning en advies.
“Ik heb jarenlang als KNOarts gewerkt en deed dat met veel plezier. Het is dan ook heel frustrerend als er een moment komt waarop je je vak niet meer volledig kunt uitoefenen”, vertelt Hofman. “Alle nietchirurgische werkzaamheden waren geen probleem. Maar helaas lukte het mij niet meer om ooroperaties uit te voeren, terwijl dat mijn aandachtsgebied was. Deze operaties kunnen lang duren en zijn fysiek statisch door de microscopische technieken die worden gebruikt.” Toen Hofman
aanvoelde dat de klachten wellicht blijvend van aard zouden zijn, nam hij contact op met de LAD. “Ik voelde mij op dat moment best kwetsbaar. Niet alleen had ik te maken met lichamelijke klachten en de psychologische gevolgen daarvan, maar er komt ook veel meer kijken bij dreigende arbeidsongeschiktheid, bijvoorbeeld op juridisch vlak. Het is dan fijn dat er iemand voor je is die je daarin adviseert en begeleidt.”
Een objectieve blik
Hofman werd geholpen door arbeidsjurist Karlijn Derksen, die hem bijstond in de gesprekken en afspraken met zijn leidinggevenden en de HRafdeling van het ziekenhuis. “Het is prettig iemand naast je te hebben met een objectieve blik, die de situatie vanuit een zakelijk standpunt bekijkt. Dat schepte ook duidelijkheid voor mij: wat kan wel en wat niet? Wat ik waardeerde, is dat Karlijn laag
Over het Kennis- en dienstverleningscentrum
Het Kennis- en dienstverleningscentrum is een samenwerking tussen de Federatie Medisch Specialisten en de LAD. Deze afdeling is hét juridische loket voor vragen en advies/rechtsbijstand op het gebied van (onder meer) arbeidszaken, bijvoorbeeld bij ontslag, arbeidsconflicten, pensioen, salaris
en vergoeding, arbeidstijden, ziekte en arbeidsongeschiktheid, fusies en reorganisaties, herregistratieproblematiek en opleidingsgeschillen. De meeste vragen komen van medisch specialisten (45%), gevolgd door a(n)ios (20%) en overige zorgprofessionals (18-24%).
2.500
De juristen behandelen jaarlijks gemiddeld 2.500 vragen en dossiers
drempelig bereikbaar was en snel terugkwam op mijn vragen. Er waren vele keuzes te maken en zij heeft me daar goed in kunnen adviseren. Ik ben blij dat ik deze periode nu heb kunnen afsluiten.”
Nieuwe uitdaging
Inmiddels werkt Hofman alweer ruim een jaar als inspecteur bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). “Ik heb mij breed georiënteerd op andere mogelijkheden binnen de zorg en kwam tot de conclusie dat een toezichthoudende rol een nieuwe uitdaging voor mij zou kunnen zijn. Toen ik een interessante vacature van de IGJ voorbij zag komen, besloot ik te solliciteren.” Op de vraag of hij nog een boodschap heeft voor artsen die zich in een soortgelijke situatie bevinden, antwoordt Hofman: “Blijf goed voor jezelf zorgen en schakel op tijd de juiste professionals in.”
Iedereen die lid is van de LAD, De Jonge Specialist of is aangesloten bij de Federatie, kan voor 20 uur per jaar (coassistenten: 10 uur per jaar) juridische dienstverlening krijgen.
Meer weten? Kijk dan op de website van de LAD: www.lad.nl/juridisch-advies
8,6
Gemiddeld wordt de dienstverlening beoordeeld met een 8,6.
Hoepels en stijve knieën
Danae Smeets (26) studeerde geneeskunde in Maastricht en rondde haar studie in augustus 2024 af. Daarna besloot ze even de tijd te nemen om uit te vinden welk artsenleven het beste bij haar past. In december 2025 is ze begonnen als anios arbeid en gezondheid. Hoe haar toekomstige artsenloopbaan eruitziet, weet ze nog niet, maar het liefst combineert ze geneeskunde met onderwijs én (wetenschaps)journalistiek, want schrijven is haar grote passie. In haar columns neemt Danae je mee in haar zoektocht als startend arts.
Als een echte GenZ’er zocht ik een tijd geleden mijn toevlucht tot een loopbaancoach. Mijn carrièrepad is af en toe nogal mistig en ik hoopte dat zij mij kon helpen om alles wat helderder te zien. Een van de onderwerpen die ter sprake kwamen, was dat ik tijdens mijn coschappen het gevoel kreeg dat ik een tienjarenplan moest hebben. Een checklist met strategische bijbanen, promotieonderzoek en ga zo maar door – alles om het doel zo snel mogelijk te bereiken. Maar wat als je niet weet wat het doel is of als het doel onderweg verandert?
Voor mij zorgde die doelloosheid ervoor dat ik wat kritischer naar die checklist kon kijken. Ik wil niet zomaar dingen afvinken om een kunstje aan de trukendoos toe te voegen. Ik gebruik mijn tijd liever voor dingen waarvan ik echt geloof dat ze me een betere arts maken. Velen geven me gelijk, maar zodra ik onderdelen van de checklist begin te schrappen, krijg ik toch te horen: ‘Tja, door sommige hoepels moet je nu eenmaal springen.’
Jammergenoeg ben ik nooit een atletisch type geweest. Ik spring niet door hoepels – ik kruip erdoorheen. Ik stuntel en ik val. En nu blijkt dat ik niet alleen stijve knieën heb, maar ook nog een stijfkop ben. Want ik heb er steeds meer moeite mee om op commando een kunstje uit te voeren. Zeker omdat er altijd wel iemand is die hoger
springt. De andere acrobaten klagen dan wel over de capriolen die ze moeten uithalen, maar als er een opleidingsplek op het spel staat, maken ze toch een driedubbele salto.
Wat ik dan denk? Dames en heren, welkom in het circus – waar iedereen zijn beste trucjes laat zien. Achter de maskers wordt misschien gehuild en gescholden, maar de show gaat gewoon door. En zolang iedereen oude trucs blijft opvoeren, zal die show hetzelfde blijven. Is dat niet jammer? Ik denk dat deze tent veel gezelliger wordt als de ene clown de ander niet nóg gekker maakt dan die al is.
Een paar jaar geleden was ik ook zo’n gekke carrièretijger, maar mijn knieën zijn gewoon te stijf daarvoor. Bovendien leven tijgers in kooien en moeten ze als koorddansers een nietbestaande balans vinden tussen werk en privé. Daarom ben ik liever een kat. Die hebben misschien minder aanzien, maar ze hebben wel vrije uitloop. Ze kunnen zonder tienjarenplan langs de circusattracties struinen. En ja, soms raken ze verdwaald. Soms slaan ze een andere weg in. Maar dat is niet falen. Het is pas falen als je in een kooitje blijft zitten dat niet past.
Wat mijn carrière betreft, hoop ik dat de mist nog even blijft hangen. Ik struin vrolijk verder en zie wel waar ik terechtkom als het opklaart.
Salih El Saddy is de enige Nederlandse arts die vrijwillig in een ziekenhuis in Gaza heeft gewerkt. Nu kampt hij met ‘survivor’s guilt’. “Het voelt fout dat ik weer in Nederland zit, terwijl de mensen in Gaza zo lijden.” Maar hoe graag hij ook terug wil naar Gaza, het kan niet, want hij komt waarschijnlijk het land niet meer in. “Ik heb me te veel uitgesproken.”
Salih El Saddy
Salih El Saddy (37) houdt niet van stilzitten. Een halfjaar voordat hij zou afstuderen als orthopedisch chirurg, besloot hij te stoppen met de opleiding, omdat hij meer afwisseling wilde. Hij is inmiddels anderhalf jaar in opleiding tot huisarts, werkt twee dagen in de week als cosmetisch arts en opent binnenkort zijn eigen cosmetische kliniek. In oktober verscheen zijn boek Vandaag was weer erger dan gisteren , een dagboek met zijn ervaringen als arts in Gaza.
“Ik
heb een engel op mijn schouder gehad”
Het leven is onvoorspelbaar, vindt El Saddy. “Zo ben je bezig met je huisartsenopleiding en opeens ben je een bekende Nederlander.” Misschien heb je hem zien spreken bij de Rode Lijndemonstratie, of in de talkshow van Eva Jinek. El Saddy staat momenteel volop in de belangstelling. “Ik ben daar blij mee. Niet voor mezelf, maar omdat ik een goed beeld wil schetsen van wat er in Gaza gebeurt. Wat ik daar heb gezien, is anders dan wat de wereld dénkt dat daar gebeurt. De destructie is duizend keer erger. De levens en toekomst van twee miljoen mensen zijn voor de komende generaties compleet verwoest. Dat besef krijg je niet van beelden op tv en social media.”
Iets betekenen
Hoe kwam hij ertoe om naar Gaza te gaan? “Net als iedereen zag ik twee jaar lang die verschrikkelijke beelden voorbijkomen. Ik kon het niet verkroppen dat niemand opstond om wat te doen. Een stemmetje in mij zei: ‘Waarom ga je zelf niet?’ Ik vind mijn leven niet meer waard dan dat van de mensen daar. Ik ben opgeleid als orthopedisch chirurg, ik kan opereren, ik kan daar echt iets betekenen. Dus ik besloot te gaan.”
Mensen helpen
Die beslissing nam hij alleen, zonder het met iemand te bespreken. Zijn omgeving reageerde geschrokken, al waren veel vrienden niet verbaasd. “Zij zeiden dat ik altijd klaarsta voor anderen en hier de juiste persoon voor was.”
Zijn familie wilde liever niet dat hij ging, maar ze waren ook trots. “We zijn heel hecht. Mijn moeder is het toonbeeld van medemenselijkheid en mijn vader heeft me altijd gestimuleerd mijn potentieel ten volle te benutten. Dertig jaar geleden vluchtten we tijdens de Golfoorlog vanuit Irak naar Nederland. En na het vmbo, havo en versneldvwo ging ik
geneeskunde studeren. Het is mij met de paplepel ingegoten dat het belangrijk is om hard te werken en mensen te helpen.”
Halsoverkop
El Saddy schreef meerdere organisaties aan en had beet bij PANZMA (Palestinian Australian New Zealand Medical Association). “Per maand werden slechts veertien artsen in Gaza toegelaten. PANZMA wilde mij meenemen, maar dan moest ik hen binnen twee dagen uitsluitsel geven. Het was veel geregel, maar het is gelukt en toen had ik twee weken om me voor te bereiden. Ik keek allerlei operatiefilmpjes en las verslagen van oude operaties van botbreuken, amputaties en andere letsels die ik kon verwachten. Maar uiteindelijk kon niks mij voorbereiden op wat ik daar zou aantreffen.”
Dagboek
In Gaza werkte hij van ’s ochtends vroeg tot diep in de nacht. “Ik zat in een modus van zoveel mogelijk patiënten helpen. De wachtrij op de SEH was eindeloos, verwerken komt later wel. In de schaarse rustmomenten vond ik het, net als tijdens mijn nachtdiensten in Nederland, moeilijk om de slaap te vatten. In die uren ben ik gaan schrijven.” Inmiddels is zijn dagboek in boekvorm verschenen. Alle opbrengsten gaan naar Gaza.
Geen pijnstilling
Hij leefde in bizarre omstandigheden. “Het AlShifa ziekenhuis waar ik werkte, was ooit immens groot, maar is bijna compleet weggevaagd. We hadden nog twee operatiekamers, die je in Nederland geen OK mag noemen. Er was een gebrek aan verbandmiddelen. We hadden wel narcosemiddelen, maar geen pijnstilling. Omdat ik Arabisch spreek, kon ik goed met de mensen communiceren. Maar als ze mij vroegen ‘Waarom
worden wij door de buitenwereld genegeerd en niet als mens gezien?’, stond ik met mijn mond vol tanden.”
Het meest aangrijpend vond hij de weeskinderen. “Een kind wordt binnengebracht, net gered van onder het puin. Zijn ouders hebben het niet overleefd en het enige wat ik kan doen, is zijn beenbreuk verhelpen. In zijn ogen zag ik alleen nog een lege ziel. Dat kind is zijn leven lang getraumatiseerd. Verschrikkelijk.”
Engel
Zijn geloof hielp hem door de meest heftige momenten heen. “Ik heb mezelf steeds voorgehouden: ik ben hier neergezet met een reden. En ik zal het overleven als God dat wil. Ik heb echt een engel op mijn schouder gehad. Er waren dagelijks bombardementen rondom het AlShifa ziekenhuis. Op twee momenten werd ik gevraagd te helpen in andere ziekenhuizen. Dat wees ik af, omdat er bij ons nog zo’n lange wachtlijst was. Op de dagen dat ik eigenlijk bij die andere twee ziekenhuizen zou gaan werken, werden zij beide gebombardeerd.”
Veranderd
En dan kom je terug in Nederland, in je ‘normale’ leven. Hoe gaat het nu? El Saddy zegt er geen nachtmerries aan te hebben overgehouden. Wel merkt hij dat hij nog steeds ‘aan’ staat. “Je bent daar continu alert. Het is moeilijk dat los te laten. Bij thuiskomst was ik zeven kilo afgevallen en voelde ik me moe, maar niet voldaan. Het liefst wilde ik direct terug. Maar door alle publiciteit die ik heb opgeroepen, is dat inmiddels waarschijnlijk onmogelijk.”
Hij vindt zichzelf veranderd. “Ik hecht minder waarde aan bijzaken en heb weinig spanning meer voor dingen. Mijn verhaal vertellen bij het Europees Parlement? Geen probleem. Ik was altijd al een bezige bij, maar ben nu écht druk. Niet alleen met mijn werk en het opzetten van een eigen onderneming, maar ook met het wereldkundig maken van het echte verhaal van Gaza.” Daarnaast ondersteunt hij financieel een tentenkamp met ontheemde burgers, onder wie veel weeskinderen. “Want als ik niets doe, dan hebben zij niets”, besluit hij.
Festival van de Bevlogenheid
Samen stilstaan bij je werkplezier verbindt
Tait Shanafelt toonde zich een groot voorstander van persoonlijke ontwikkeling
“Bevlogenheid werkt besmettelijk”, concludeerde LAD-voorzitter Suzanne Booij tijdens het Festival van de Bevlogenheid, dat de LAD op 19 november samen met Challenge & Support organiseerde. Daarmee sloeg ze de spijker op z’n kop, want de energie van de ruim 300 artsen, verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten en nog veel meer andere zorgprofessionals die erbij waren, maakte één ding duidelijk: samen bewust stilstaan bij je werkplezier verbindt. Én kan bevlogenheid naar een hoger plan tillen.
Zorgprofessionals besteden jaarlijks heel wat uren aan bijscholing om hun medische vakkennis op peil te houden. Bewust stilstaan bij de vraag hoe je een loopbaan lang met plezier naar je werk blijft gaan, is echter nog geen gemeengoed. “Dat is eigenlijk heel raar”, vindt Booij, “want in een tijd waarin de werkdruk hoog is en de zorgvraag alleen maar toeneemt, is het belangrijk oog te hebben voor je duurzame inzetbaarheid en werkplezier.”
Dat vindt ook Challenge & Support, het kennisen expertisecentrum voor het behoud van bevlogen zorgprofessionals. “We hebben elkaar nodig om als zorgprofessional, zorgteam,
organisatie, bestuurder en beleidsmaker de regie te pakken over het behoud van bevlogenheid. Dit thema is urgenter dan ooit, willen we de zorg toekomstbestendig houden”, aldus Anne de Pagter, kinderartshematoloog en medeinitiatiefnemer van Challenge & Support.
Een écht festival
De LAD en Challenge & Support sloegen daarom de handen ineen om een evenement te organiseren dat volledig in het teken staat van werkplezier, persoonlijke ontwikkeling en duurzame inzetbaarheid. Maar dan wel op een ludieke manier. Daarom werd voor een
festivalformule gekozen. Deelnemers kregen tijdens inhoudelijke sessies (onder meer van huisarts en Olympisch kampioen Joyce Sombroek, ademcoach Rüben Spapens en Dionne van Kessel en Nineke van der Beek van Nurses Know Beter) niet alleen handvatten om met hun werkplezier en persoonlijke ontwikkeling aan de slag te gaan, maar konden ook meedoen aan activiteiten op het gebied van kunst, muziek en cultuur. Zo werd het festival geopend met een dansact van Barbara d’Agostino van Stichting Geneeskunst. D’Agostino is behalve professioneel danseres ook expatiënt. Tijdens haar ziekzijn ervaarde ze hoe haar bevlogenheid voor het dansen haar de kracht gaf om de zware behandelingen aan te kunnen. Op de vraag wat dat voor haar betekende én wat zorgprofessionals daar zelf mee kunnen, reflecteerde ze later op de dag in de sessie ‘Wie ben jij onder die witte jas?’. Veel van de kunst, muziek en cultuuractiviteiten werden georganiseerd door zorgprofessionals zelf. Zo verzorgden de artsen van Pincet & Penseel workshops beeldhouwen en
Tekst Marjolein Dekker
portrettekenen. De coassistenten en artsen verbonden aan Theatrium Sinistrum hielden een sketch over bevlogenheid. En revalidatiearts Casper van Koppenhagen nam live een podcast op waarnaar deelnemers in een silent discosetting konden luisteren.
Geen one size fits all-benadering
Voor het plenaire programma was Tait Shanafelt uitgenodigd, Chief Wellness Officer en Associate Dean van de Stanford University School of Medicine. Hij deelde inzichten uit zijn baanbrekende onderzoek over het welzijn van zorgprofessionals en de impact daarvan op de kwaliteit van zorg. Shanafelt benadrukte dat we het allemaal heel normaal vinden dat een bouwvakker een helm draagt. “Maar voor zorgprofessionals is er geen bescherming tegen professionele stress, terwijl de risico’s hoog zijn.” Volgens hem is er geen one size fits allbenadering om zorgprofessionals te beschermen, maar is het vooral zaak om te zoeken naar oplossingen die iets aan de oorzaak doen. “Een yogasessie tussen twee
[met de klok mee]
De avond werd knallend afgesloten door Ziekenhuistechno
Barbara d’Agostino verzorgde een indrukwekkende openingsact
LAD-voorzitter Suzanne Booij benadrukte het belang van werkplezier
drukke diensten werkt voor de een, maar niet voor iedereen en nog belangrijker: zo’n sessie doet niets tegen de oorzaak en gaat uit van een ongezonde werkomgeving.”
Tachtig procent van het welzijn van zorgprofessionals wordt bepaald door de organisatiestructuur en twintig procent door individuele factoren. Shanafelt liet weten een groot voorstander te zijn van persoonlijke ontwikkeling gericht op weerbaarheid, bijvoorbeeld via professionele coaching. “Hier zou veel meer tijd voor moeten worden vrijgemaakt.”
Teamwork
Daarnaast zijn teamwork, gedeelde waarden en leiderschap belangrijk. Precies de ingrediënten die tijdens het festival volop aan bod kwamen. Niet voor niets werd gekozen voor drie dagvoorzitters met drie heel verschillende achtergronden: Kirsten Dabekaussen (aios heelkunde), Laura van der ZwetSchraauwers (SEHverpleegkundige) en Nikita van den Berge (aios Maatschappij + Gezondheid).
“Dokter, verpleegkundige, binnen het zieken
huis, buiten het ziekenhuis… Ik weet uit eigen ervaring hoe belangrijk die samenwerking is en ben ervan overtuigd dat dat voor een belangrijk deel bijdraagt aan je bevlogenheid”, aldus Dabekaussen.
Omarm problemen
Grote vraag is natuurlijk hoe je die bevlogenheid dan behoudt. Daarvoor gaf het verhaal van Berthold Gunster, de ‘filosoof’ achter het Omdenkengedachtegoed, genoeg aanknopingspunten. Het is volgens hem heel menselijk om harder te gaan werken of iets af te dwingen als iets niet gaat zoals je wilt. Omdenken gaat erom dat je eerst accepteert wat je níet kunt veranderen (“verzet je niet tegen een probleem, maar omarm het”), om vanuit die basis nieuwe mogelijkheden te ontdekken.
Hij illustreerde dat met tal van oneliners (“Kijk naar wat wél kan: als er geen bestek is, kun je je frietje ook met je handen eten. Wat is daar mis mee als het resultaat hetzelfde is?”).
Wat zijn prioriteiten voor een nieuw kabinet?
Traditiegetrouw vond een week voor de Tweede Kamerverkiezingen Het Grote Zorgdebat plaats. Ruim 1.300 zorgprofessionals trokken naar het Beatrix Theater in Utrecht en nog eens 17.000 volgden het debat online. We vroegen drie aanwezigen wat ze ervan vonden en wat de zorgprioriteiten moeten worden van het nieuwe kabinet.
Donné Pans klinisch fysicus-audioloog
Het Grote Zorgdebat was druk bezocht, mooi om te zien. Met iets minder oneliners en meer inhoud dan bij het vorige debat in 2023. Dat viel me positief op, want de gezondheidszorg is voor veel politici een lastig onderwerp. Als we de zorg op het hoge peil willen houden zoals nu, dan moeten er keuzes worden gemaakt. Tijdens dit zorgdebat werd gelukkig duidelijk dat vrijwel alle politieke partijen willen dat zorgprofessionals worden betrokken bij het maken van die keuzes. In vergelijking met het debat in aanloop naar de vorige verkiezingen vond ik het opvallend dat preventie prominenter naar voren kwam. Het werd gezien als een onlosmakelijk deel van de gezondheidszorg. Je zag deze avond nog wel duidelijk verschil tussen de politieke partijen. De ene partij stelt dat je de burger bij preventie dwingend moet helpen, de andere vindt regelgeving betutteling. Dus nieuw kabinet: ga met preventie aan de slag. Als klinisch fysicusaudioloog vind ik het voorkomen van gehoorproblemen zeer belangrijk. Voorkomen is beter dan behandelen. Dat zou in het algemeen voor alle zorg moeten gelden. Een ander aandachtspunt vind ik ‘waardegedreven zorg’. Misschien kan een nieuw kabinet een begin maken met het stoppen van de perverse productieprikkels in de zorg. Als we ophouden met zorg die omzetgedreven is, kunnen we die tijd besteden aan zorg die er wel toe doet. En voorkom dubbel werk door te investeren in een landelijk dekkende en veilige gegevensuitwisseling tussen zorgaanbieders. Meer doen met minder mensen, het kan wel.”
David Baden
SEH-arts en medisch manager cluster snijdend
Ik vond Het Grote Zorgdebat wat tegenvallen. De politici staan voor een zaal vol met betrokken zorgmedewerkers en dan verwacht je toch ook wel diepgang. Het voelde nu voor mij als een herhaling van de hoogtepunten uit de verkiezingsprogramma’s. Neem de eigen bijdrage voor de zorg. Lager, hoger of stabiel, dat wisten we vaak al, maar hoe wordt dat dan uitgewerkt in de praktijk? Wie gaat de consequenties voelen en met welke maatregelen gaan ze dat bereiken? Je kunt aangeven dat de meest kwetsbaren worden ontzien bij de eigen bijdrage, maar hoe, daarop kregen we geen antwoord. Moet de huisarts weer een verklaring voorschrijven? Of gaan we dat doen met een nieuwe toets bij de Belastingdienst? Ik miste dan de vraag na de vraag. Ook bij het beperken van het basispakket miste ik diepgang. Dan hoor je: dat gaan we heel zorgvuldig doen. En als er een medicijn komt dat heel veel levens gaat redden, gaan we dat toch in het pakket stoppen. Maar die toets hebben we nu ook al. Het is niet alsof we maar wat doen, hè? Het debat schuurde mij niet genoeg en ik miste concrete voorbeelden van scherpe keuzes. Het nieuwe kabinet moet er wat mij betreft voor zorgen dat de gezondheidsverschillen worden verkleind. Want dat gaat de steeds grotere toestroom naar de zorg voorkomen. Dat betekent investeren in de determinanten van gezondheid, zoals bestaanszekerheid, goede huisvesting, een veilige leefomgeving en een sterke eerste lijn. Die denkwijziging, die andere benadering, moet er gewoon komen.”
Jacqueline Berends huisarts
Het viel mij op dat er zoveel jonge mensen waren. Dan denk ik: mooi, het leeft. We waren tijdens Het Grote Zorgdebat tenslotte met de toekomst van de zorg bezig, dus het was goed te zien dat de nieuwe generatie zorgverleners aanwezig was: die willen we immers voor hun vak behouden.
De sfeer tijdens het debat was goed. Van tevoren vroeg dagvoorzitter Donatello Piras om niet te gaan joelen of klappen. Nou, dat joelen heb ik inderdaad niet gehoord, maar het applaus wel en dat viel in goede aarde. Ook de zorgpolitici op het podium waren allemaal heel respectvol naar elkaar. Met de bril van een huisarts op vond ik het onderwerp over betutteling interessant. In hoeverre is preventie betutteling? Inzetten op preventie is prima, maar om de beweging van zorg naar gezondheid te krijgen, zijn veel sectoren en partijen nodig. Ik hoop dat de politiek daar oog voor heeft.
Preventie is in mijn ogen dan ook zeker een onderwerp voor het komende kabinet en de nieuwe minister van VWS. De zorgkosten kunnen niet steeds weer verder stijgen. Niet alles wat kan, moet. Wat wel moet, is gezonde keuzes maken. Die boodschap moet het nieuwe kabinet uitdragen. Tijdens het debat werd het ook mooi verwoord met de term ‘zinnige zorg’. Dat willen we volgens mij allemaal heel graag, of je nou zorgprofessional of patiënt bent. We zien daar binnen de beroepsgroepen allemaal kansen in. Maar dan moet je wel worden gesteund, ook door de politiek. Anders wordt het lastig in de spreekkamer van de huisarts.”
Opleiding voortijdig beëindigd:
wat nu?
Tips van Fatima Madani
• Is je opleider ontevreden over je functioneren en wil deze de opleiding beëindigen?
Dan moet dat oordeel goed worden onderbouwd. De opleider mag je opleiding alleen op de voorgeschreven beoordelingsmomenten beëindigen. In principe is dat na elk opleidingsjaar.
• Zorg dat je scherp krijgt waar het aan schort en wat je kunt doen om dat te verbeteren. Wellicht kan dit in de bemiddelingsfase leiden tot afspraken met je opleider.
• Kom je in een opleidingsgeschil terecht, neem dan zo snel mogelijk contact met ons op. Als LAD-lid heb je recht op 20 uur (coassistenten: 10 uur) juridische dienstverlening per jaar.
* Namen van cliënten in deze rubriek zijn fictief in verband met de privacy van de cliënt.
Janneke Barteling* is aios en langdurig ziek. Haar ziekenhuis vindt dat ze onvoldoende functioneert, besluit de opleiding te beëindigen en beëindigt tegelijkertijd ook de arbeidsovereenkomst. Barteling is het hier niet mee eens en laat het beëindigingsbesluit beoordelen door de Geschillencommissie van de KNMG. Ze vraagt advies bij het Kennis- en dienstverleningscentrum van de Federatie Medisch Specialisten en de LAD.
Ze wordt begeleid door arbeidsjurist Fatima Madani. Zij vertelt dat Barteling zich voorlopig geen zorgen hoeft te maken over haar arbeidscontract: de opleidingsregels bepalen dat de arbeidsovereenkomst blijft doorlopen zolang de kwestie nog bij de Geschillencommissie ligt.
Kantonrechter geeft aios gelijk
Het ziekenhuis betaalt Bartelings loon echter niet meer door en blijft volhouden dat de arbeidsovereenkomst van rechtswege (automatisch) is beëindigd, omdat de opleiding is stopgezet. Daarom besluit Barteling de kwestie, met hulp van Madani, voor te leggen aan de kantonrechter. Deze stelt Barteling in het gelijk. Madani: “De rechter heeft bevestigd dat het ziekenhuis de arbeidsovereenkomst niet mag beëindigen, totdat de Geschillencommissie uitspraak heeft gedaan. Ook het loon moet gedurende die periode gewoon worden doorbetaald. De opleidingsregels bepalen namelijk expliciet dat de opleiding gedurende een geschillenprocedure doorloopt, totdat de Geschillencommissie uitspraak heeft gedaan. Je kan het zien als het schorsen van de opleiding, dat is iets anders dan beëindigen. En omdat de arbeidsovereenkomst is aangegaan voor de duur van de opleiding, kan de arbeidsovereenkomst niet voortijdig worden beëindigd.”
Toets Geschillencommissie
Met de uitspraak kreeg Barteling uitstel, maar geen afstel van de beëindiging van haar contract. Madani: “Als de Geschillencommissie oordeelt dat de opleiding terecht is beëindigd, eindigt de arbeidsovereenkomst alsnog, met ingang van de datum van de uitspraak van de Geschillencommissie. In principe is er na elk opleidingsjaar een beoordelingsmoment.
Vindt de opleider dat jouw medisch handelen onvoldoende is en je niet geschikt bent? Dan toetst de Geschillencommissie of de opleider in redelijkheid tot dat besluit kon komen. Dat is een terughoudende toets. Er wordt gekeken of het besluit wordt gedragen door de schriftelijke beoordelingen die je hebt gekregen en of die wel op het juiste moment zijn gegeven.”
In het geval van Barteling oordeelt de Geschillencommissie dat de opleider de opleiding had mogen beëindigen. Hierdoor eindigt haar arbeidsovereenkomst dus na het bekendworden van dit oordeel.
Op tijd
Wat is de juiste weg als je te horen krijgt dat je opleider jouw opleiding wil beëindigen? Madani legt uit dat je in zo’n situatie binnen vier weken schriftelijk aan je opleider moet laten weten dat je het er niet mee eens bent en daarover in gesprek wilt. “Je vraagt daarin ook om bemiddeling van de Centrale OpleidingsCommissie van de instelling waar je in opleiding bent.”
Volgens Madani is het belangrijk dat artsen zich realiseren dat aan een geschillenprocedure strikte termijnen zijn gebonden. Als je te laat reageert, kun je het besluit niet meer aanvechten. Het is daarom verstandig alvast juridisch advies in te winnen, zodra het besluit van de opleider aan jou bekend is gemaakt en vóórdat je in gesprek gaat met je opleider en/of de Centrale OpleidingsCommissie. Madani: “Zo hebben wij de tijd om ons goed te verdiepen in jouw dossier en kunnen we je helpen goed voorbereid zo’n gesprek aan te gaan. Komen jullie er niet uit? Dan heb je daarna slechts twee weken om de kwestie voor te leggen aan de Geschillencommissie van de KNMG. Het is dan handig als wij de zaak al goed kennen.”
Mark van Barele
Bij Argos Zorggroep in Spijkenisse nam niemand het kwartiertje koffiepauze. Dus ontstond het idee om de pauzes op te sparen tot een half uur, zodat er net iets meer tijd is om elkaar te spreken, vertelt aios ouderengeneeskunde Mark van Barele. “We hebben één grote mand met chocoladerepen en die vullen we allemaal wekelijks bij met een nieuwe reep. Die mand zetten we op vrijdagmiddag om 15.00 uur in ons kantoortje en dan hebben we een half uur een gezellig kletsmoment. We vertellen elkaar over de weekendplannen en praten zo min mogelijk over het werk. Het populairste stukje chocola komt van Milka, al gaan de Celebrations ook hard.”
Tekst Jorg Heijmink Liesert
Fotografie Ivar Pel
Wil je ook met je collega’s vertellen hoe je pauze neemt? Mail dan naar redactie@lad.nl.
Nieuwe koers NVAB: Bedrijfsartsen gaan voor maximale impact op gezond werken
De rol van de bedrijfsarts verandert. De Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB) zet met haar nieuwe koers sterk in op preventie en samenwerking, om de gezondheid van werkenden duurzaam te bevorderen. Bedrijfsarts Madelijn de Kleine en aios Juliën Rezek vertellen hoe deze koers de veelzijdigheid van het vak versterkt én aantrekkelijker maakt voor nieuwe generaties artsen.
De bedrijfsarts werd lange tijd vooral gezien als de arts die in beeld komt wanneer iemand ziek thuiszit. Maar dat beeld doet het vak tekort, vindt De Kleine, die behalve bedrijfsarts ook vicevoorzitter is van de NVAB. “De bedrijfsarts is er niet alleen om verzuim te begeleiden, maar juist om ziekte te voorkomen. Ons doel is de gezondheid van werkenden in relatie tot het werk te beschermen en bevorderen. Dat vraagt om een andere manier van werken, waarin we aan de voorkant invloed uitoefenen, in plaats van pas in actie te komen als iemand uitvalt.” De nieuwe koers van de NVAB draait om die verschuiving. Bedrijfsartsen moeten volgens De Kleine meer ruimte krijgen om preventief te werken en organisaties structureel te adviseren over gezond werken en duurzame inzetbaarheid. “De beroepsbevolking groeit, er gebeuren nog steeds veel ongelukken op het werk en er worden ook nog steeds veel mensen ziek door
werkgerelateerde factoren. Om structurele uitval tegen te gaan, moeten we verder kijken dan alleen ziektebegeleiding. Preventie is geen luxe, maar een randvoorwaarde voor gezonde werknemers.”
Jonge generatie kiest bewust
De timing van die koers is gunstig, want het vak trekt meer jonge artsen aan dan ooit. “Er zijn inmiddels ruim 500 artsen in opleiding –een recordaantal”, vertelt De Kleine trots. “We zien jonge artsen die bewust kiezen voor de brede, maatschappelijke insteek van bedrijfsgeneeskunde. En ook artsen uit andere specialismen maken de overstap, bijvoorbeeld omdat ze meer autonomie of een betere werkprivébalans zoeken. Die diversiteit brengt nieuwe kennis en energie in het vak.”
Een van die nieuwe gezichten is Juliën Rezek, arts in opleiding tot bedrijfsarts. “Tijdens
“Steeds meer jonge artsen kiezen bewust voor de brede, maatschappelijke insteek van bedrijfsgeneeskunde”
Madelijn de Kleine, bedrijfsarts
“Het gaat erom dat we oog hebben voor de mens in zijn geheel – met werk, gezin en verantwoordelijkheden”
mijn coschappen ontdekte ik dat medische zorg maar voor een klein deel bijdraagt aan iemands gezondheid – ongeveer tien procent”, vertelt hij. “De rest wordt bepaald door leefstijl, sociale omgeving en werk. Als bedrijfsarts kun je juist dáár verschil maken. Je kijkt breder dan ziekte: naar de mens, het werk en wat iemand nodig heeft om gezond te blijven.”
De mens achter het werk
Wat Rezek aanspreekt, is dat de bedrijfsarts mensen begeleidt op het kruispunt van werk en gezondheid. “Stel: iemand breekt een been. De chirurg kijkt naar het bot, de fysiotherapeut naar herstel, de huisarts naar het dagelijkse functioneren. Maar niemand vraagt: kan deze persoon eigenlijk zijn werk nog doen? Als bedrijfsarts ben je de enige die dat gesprek voert. Dat maakt ons werk uniek.” Hij ziet hoe belangrijk het is om breed te denken. “Gezondheid is niet alleen fysiek. Soms gaat het over spanning thuis, werkdruk of een onveilige werkomgeving. Vaak zit de oplossing niet in medische zorg, maar in het verbeteren van omstandigheden op het werk.”
Samen sterker
De Kleine benadrukt dat samenwerking cruciaal is. “We hebben in Nederland te lang in gescheiden domeinen gewerkt”, zegt ze. “Terwijl het ontstaan of de mate van klachten bij veel aandoeningen – van stress tot rugklachten – juist wordt beïnvloed door psychosociale omstandigheden, zoals werk. Als curatieve zorg en bedrijfsgeneeskunde beter samenwerken, kunnen we ziekte voorkomen in plaats van achteraf behandelen.”
Ze pleit daarom voor meer structureel overleg tussen bedrijfsartsen, huisartsen en specialisten. “Veel collega’s weten niet dat ze een bedrijfsarts kunnen bellen om samen naar een patiënt te kijken. Terwijl dat enorm kan helpen om iemand duurzaam aan het werk te houden. Ik zie het bereiken van de optimale gezondheid als het afstemmen van een tuner.
“Preventie klinkt vaak groot, maar het begint met bewustwording”
Juliën Rezek, aios bedrijfsgeneeskunde
We kunnen als zorgverleners vanuit ons eigen vak allemaal aan een paar knoppen draaien om de gezondheid en het functioneren te verbeteren. Maar om het optimale te bereiken, kan het helpen om over de finetuning af te stemmen.”
Rezek vult aan: “Ik merk dat het vaak een kwestie is van elkaar leren kennen. Zodra je een keer samenwerkt met een specialist of huisarts, zie je hoe waardevol dat contact is.”
De Kleine: “Als verschillende geneeskundige specialisten onderling kunnen we veel van elkaar leren. We kijken vanuit verschillende invalshoeken naar dezelfde mens.”
Bewustwording
De nieuwe koers van de NVAB krijgt concreet vorm in de praktijk. Rezek vertelt over een project dat hij opzette bij een groot bedrijf in
Utrecht. “Ik ontwikkelde filmpjes en posters om leidinggevenden te leren hoe ze signalen van overbelasting kunnen herkennen en bespreekbaar maken. Preventie klinkt vaak groot, maar het begint met bewustwording. Als je eerder het gesprek aangaat, kun je veel uitval voorkomen.”
De Kleine: “Het gaat erom dat we oog hebben voor de mens in zijn geheel – met werk, gezin en verantwoordelijkheden. Denk aan thema’s als mantelzorg, overgangsklachten of financiële zorgen. Dat alles beïnvloedt gezondheid. De bedrijfsarts kan helpen om daar tijdig iets mee te doen, vóórdat iemand vastloopt.”
Innovatie en kennisontwikkeling
Naast preventie speelt ook innovatie een steeds grotere rol. Rezek is actief in de NVABcommissie digitalisering en geeft workshops over kunstmatige intelligentie. “AI brengt grote kansen én uitdagingen voor alle werkenden. Daarom is het van belang dat bedrijfsartsen hierin worden opgeleid. Alleen met de juiste kennis en ervaring kunnen wij goed advies geven.”
De Kleine benadrukt dat het vak ook wetenschappelijke versterking verdient. “We hebben in Nederland nog te weinig hoogleraren die zich met bedrijfsgeneeskunde bezighouden, terwijl het maatschappelijke belang enorm is. Academische inbedding helpt om kennis te ontwikkelen die direct toepasbaar is in de praktijk – en versterkt ook onze positie binnen de geneeskunde.”
Impact
Wat beiden drijft, is de overtuiging dat de bedrijfsarts een sleutelrol speelt in een gezonde samenleving. “Werken beslaat voor de meeste mensen een groot deel van hun leven”, zegt Rezek. “Als je op je werk gezond en met plezier kunt functioneren, heeft dat enorme impact op je welzijn. Als wij die balans helpen bewaken, is dat winst voor iedereen; werknemer én werkgever.”
6 op de 10 zorgmedewerkers hebben zin om aan het werk te gaan als ze opstaan.
bron: AZW
Meld je aan voor Money Talks
Op donderdag 12 maart organiseert De Jonge Specialist samen met de LAD, VvAA en de Federatie Medisch Specialisten het event Money Talks in Utrecht. Tijdens dit inspirerende middagprogramma duiken deelnemers in de financiële kant van hun werk als arts. Hoe goed ben je voorbereid op onderwerpen als salaris, vergoedingen en het opleidingsbudget? Money Talks biedt inzichten, praktische tips en humor in één middag.
De LAD vindt het belangrijk dat jonge artsen leren onderhandelen over wat ze waard zijn. Daarom geven we tijdens Money Talks samen met VvAA een praktische onderhandelingstraining, waarbij je waardevolle handvatten krijgt over hoe je steviger aan de tafel zit bij gesprekken over arbeidsvoorwaarden of opleidingsmogelijkheden. Het event vindt plaats van 12.30 tot 18.30 uur.
Kijk voor meer info en meld je aan via www.dejongespecialist.nl/events
4.837 25%
Nederland telde vorig jaar 4.837 huisartsenpraktijken, 151 minder dan vijf jaar geleden.
Een kwart van de zorgprofessionals heeft in twee jaar tijd meer dan drie leidinggevenden gehad.
Win een exemplaar van Zó werkt de huisartsenzorg
Hoeveel huisartsenpraktijken zijn er? Hoeveel mensen werken daar en welke organisaties houden zich bezig met de kwaliteit van de huisartsenzorg? Het antwoord op deze en andere vragen krijg je in de herziene uitgave van Zó werkt de huisartsenzorg. De eerste editie verscheen in 2017. Hoog tijd om deze te actualiseren en uit te breiden. Het boek bevat 42 overzichtelijke visualisaties, die duidelijk maken hoe veelzijdig de huisartsenzorg is en hoe belangrijk het blijft om naast beleid oog te houden voor de dagelijkse praktijk. Zó werkt de huisartsenzorg is een uitgave van het Platform Zó werkt de zorg, een samenwerkingsverband van vijftien organisaties, waaronder de LAD. Doel van dit platform is inzichtelijk te maken hoe ons zorgstelsel in elkaar zit. Daarvoor zijn de afgelopen jaren diverse boeken uitgebracht.
Speciaal voor LADleden geven we tien exemplaren gratis weg. Interesse? Stuur een mail naar redactie@lad.nl met als onderwerp Zó werkt de huisartsenzorg en vermeld duidelijk je naam, lidmaatschapsnummer en adresgegevens. Onder de inzendingen verloten we tien exemplaren, die we eind december versturen.
bron: Nivel
Bron: Stichting IZZ
Caroline van den Brekel, directeur LAD
Lange wensenlijst
Op onze website vind je het nieuwe Arbeidsvoorwaardenbeleid, ons ‘kompas’ voor de onderhandelingen aan caotafels. In dit document staat wat we willen bereiken, bijvoorbeeld als het gaat om primaire arbeidsvoorwaarden, het realiseren van een gezond en veilig werkklimaat en het versterken van de positie van artsen.
Ik kan werkgevers alvast waarschuwen dat de wensenlijst voor 2026 lang is en dat is niet zonder reden. De druk op de zorg is groot en we krijgen van veel leden signalen dat er (onder meer) behoefte is aan concrete(re) afspraken over het terugdringen van de werkdruk.
Een van onze speerpunten is daarom het normaliseren van de arbeidsduur, omdat we de zogeheten veelurencultuur willen aanpakken. Bij de onderhandelingen voor de nieuwe Cao UMC die dit najaar zijn gestart, is dit onderwerp een belangrijk gesprekspunt.
Werkdruk en een gezond en veilig werkklimaat zijn natuurlijk niet de enige thema’s die we agenderen. Zo willen we dat de arbeidsvoorwaarden in onder meer de huisartsenzorg, VVT, ggz en bij GGD’en worden verbeterd, zodat hopelijk meer artsen kiezen voor specialismen waarin nu tekorten bestaan. Daarnaast willen we dat alle coassistenten, ongeacht waar ze werken, een goede vergoeding krijgen. Verder moeten artsen die in een medische staf of ander professioneel inspraakorgaan zitten, hiervoor tijd, training en begeleiding krijgen, zodat ze hun positie kunnen pakken.
Het reikt te ver om hier alle punten op te sommen, maar de belangrijkste boodschap is dat goede arbeidsvoorwaarden en omstandigheden geen nice-to-have, maar een must-have zijn om de uitdagingen in de zorg het hoofd te kunnen bieden. Nieuwsgierig naar het volledige document? Kijk dan op www.lad.nl/arbeidsvoorwaardenbeleid
LAD-contributie terug
Wist je dat je (een deel van) de LADcontributie vaak kunt declareren bij je werkgever? In iedere cao waar wij, al dan niet via vakbond FBZ, aan tafel zitten, proberen we namelijk afspraken te maken over de vergoeding van de contributie van beroeps en belangenorganisaties. De afspraken verschillen per cao en per werknemer, maar vaak kun je minimaal 40 procent terug krijgen. Zo is in de Cao GGZ afgesproken dat vakbondscontributies in de vrije ruimte van de werkkostenregeling worden opgenomen en dus onbelast worden vergoed. In de Cao Ziekenhuizen staat dat de contributie uit het brutoloon wordt betaald. Werk je in de gehandicaptenzorg? Dan kun je vanaf 2026 maximaal 200 euro aan contributie terug krijgen. Heb je je contributie nog niet gedeclareerd en/of wil je weten wat er voor jou geldt? Ga dan naar www.lad.nl/caos en kijk bij de cao waar jij onder valt wat er is afgesproken.
Wil je op de hoogte blijven van onze activiteiten?
Volg ons dan op LinkedIn (Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband) of Instagram (lad.artsen. in.dienstverband).
Bekijk de film Second Victims
Sinds begin december draait in diverse bioscopen Second Victims, een Deense film die laat zien dat bij een medische fout niet alleen de patiënt slachtoffer is, maar ook de zorgprofessional. De ziekenhuisthriller vertelt het verhaal van dokter Alexandra (gespeeld door Borgenactrice Özlem Saglanmak), die door personeelsgebrek twee shifts tegelijkertijd moet draaien op de spoedeisende hulp. Wanneer ze door tijdgebrek de achttienjarige patiënt Oliver en zijn moeder naar huis stuurt en Oliver enkele minuten later een levensbedreigende beroerte krijgt, begint Alexandra aan zichzelf te twijfelen. Schuldgevoelens en verwijten zinderen door de ziekenhuisgangen. De film maakt pijnlijk duidelijk dat dokters evengoed slachtoffer kunnen zijn van het falende zorgsysteem.
In Denemarken wordt Second Victims nu al de beste film van het jaar genoemd. Omdat de LAD het belangrijk vindt dat het second victimsyndroom bespreekbaar wordt gemaakt, mogen we tien views weggeven om de film te bekijken op het online filmplatform Picl. Interesse? Mail je naam, lidmaatschapsnummer en adresgegevens naar de redactie via redactie@lad.nl met als onderwerp Second Victims.