LAD-magazine, juni 2024

Page 1

# 46 - Juni 2024 Kwartaalmagazine van de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD) Magazine Gun iedere jonge dokter een mentor

Met energie naar huis

Wie op 17 april ons jubileumcongres bezocht, kon er niet omheen: in de zaal lag een 9 meter lange paarse krokodil en bij het podium stond een hamsterrad op mensenhoogte. Beide hoorden bij de keynote speech van Veerle Smit (bekend van Compendium Geneeskunde en Stichting Zorgmakers). De paarse krokodil, twintig jaar geleden bekend geworden door een verzekeringscommercial, staat symbool voor de regeldruk in de zorg. Het hamsterrad illustreerde het gevoel dat veel zorgprofessionals wel eens hebben omdat ze moeten rennen om de zorg steeds sneller en efficiënter te maken, zonder de ruimte te hebben om even te reflecteren.

De bedoeling was echter allerminst om een middag te klagen over alles wat niet fijn is in ons werk als arts. We wilden juist laten zien hoe artsen de zorg zelf beter en mooier kunnen maken. Of, zoals Veerle letterlijk zei:

“Stap eens uit dat hamsterrad, kijk om je heen en deel en kopieer oplossingen die er al zijn.” Ze vertelde over haar eerste werkweek in een instelling voor jeugdpsychiatrie toen ze zich erover verbaasde dat de therapeuten tijdens het bezoekuur van de ouders koffie gingen zetten terwijl er een tekort aan zorgverleners was. Ze opperde een koffieautomaat te bestellen om tijd te besparen, maar dat kon niet zomaar (paarse krokodil!): er was een officiële procedure die moest worden gevolgd, en het zou wel eens weken kunnen duren. Veel te lang, vond Veerle. Ze bestelde online een koffiemachine en zorgde dat die bij de deur kwam te staan met een bordje ‘Zorgt u voor de koffie? Dan zorgen wij voor uw kind’. Probleem opgelost.

Het lijkt simpel, maar ik ben ervan overtuigd dat we de zorg met z’n allen een stuk mooier kunnen maken als we Veerles voorbeeld zouden volgen.

De bijdragen van de andere sprekers gaven daarvoor genoeg aanknopingspunten. Zo vertelde Heleen Snijders (zie ook het interview op pagina 10­11) over het initiatief Nurses Know Better – ontstaan omdat ze zelf zo bezig was met ‘dokteren’, dat ze geen oog had voor de zorgen van een verpleegkundige.

Andere mooie voorbeelden waren er van internistnefroloog Annika Berends van Challenge & Support, die liet zien welke rol coaching kan spelen bij het vasthouden van de bevlogenheid van artsen. En van klinisch fysicus Michaël Lansbergen, die besloot de focus op ‘het beste uit de techniek halen’ te verleggen naar ‘het beste uit mensen en organisaties halen’. Tot slot maakten Milou de Graaf en Maarten Nuver van Arts in Balans duidelijk dat het goed is om af en toe bewust te vertragen. Alleen dan kun je daarna weer vol gas doorgaan.

Ikzelf ging na afloop met energie naar huis. Vastberaden om wat vaker uit het rad te stappen. Ons vak is namelijk zo mooi. Laten we met z’n allen zorgen dat dat beeld niet vertroebelt door onnodige regeltjes, te krappe consulttijden en andere randverschijnselen die ons werkplezier in de weg staan!

Koopmans (aios interne geneeskunde) Illustraties Ronald Slabbers Fotografie Ivar Pel Ontwerp Member Since Druk Centrum DrukwerkISSN-nummer 2213-9923

Columnist Inoek

Redactie

Caroline van den Brekel, Marjolein Dekker, Jorg Heijmink Liesert, Boudewijn Kirch en Lucie Pelzer. Met medewerking van Lyanneke Krauss

Redactieadres Mercatorlaan 1200, Postbus 20058, 3502 LB Utrecht, Telefoon 088 13 44 100, E-mail: redactie@lad.nl

Colofon: Kwartaalblad van de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD) met nieuws, opinie en achtergrondinformatie (oplage 35.850)

LAD magazine | 2
Voorwoord

Een mentor voor iedere a(n)ios

Saskia Hanemaaijer en Ilse Boudewijn namen als aios deel aan het Resident Leadership Program van het UMCG en ervaarden hoe nuttig het is om een mentor te hebben. Ze ontwikkelden een praktische tool om de inhoud van mentorgesprekken te verbeteren. “Dat je een klik hebt met iemand is één ding, maar het gaat er ook om dat je kritisch kijkt wat iemand jou kan bieden.”

Beter inzicht in wat je drijft

Het Albert Schweitzer ziekenhuis lanceerde in 2021 in samenwerking met de arts­assistentenvereniging een pilot waarbij iedere a(n)ios de mogelijkheid kreeg te worden gecoacht. Inmiddels neemt bijna de helft van de a(n)ios in het ziekenhuis deel aan het coachtraject, dat een vast onderdeel is geworden van de begeleiding van arts­assistenten.

8

Loopbaanmonitor

De bevlogenheid van artsen staat onder druk, bleek uit de Loopbaanmonitor Medisch Specialisten. Drie zorgprofessionals reageren.

LAD-verandertrajecten

Op basis van de ervaring die de LAD tot nu toe opdeed met het project Gezond en veilig werken, zijn twee gerichte verandertrajecten ontwikkeld voor nieuwe groepen artsen die willen deelnemen: ‘Arts aan het roer’ en ‘Arts aan de bestuurstafel’. Projectleider Romy Steenbeek vertelt er meer over.

“ Luister naar de verpleegkundige”

Chirurg Heleen Snijders stond samen met verpleegkundige

Susette Lataster aan de wieg van het programma Nurses

Know Better. “Ruim 40 procent van de verpleegkundigen verlaat binnen twee jaar het vak.

De liefde voor hun vak en dankbaarheid van patiënten zijn niet genoeg om hen voor de zorg te behouden. We moeten beter naar hen luisteren.”

10

13

Nevenwerkzaamheden

Een anesthesioloog/intensivist wil nevenwerkzaamheden verrichten buiten haar eigen ziekenhuis. Mag dat zomaar en moet ze toestemming vragen?

Thuis bij de longgeneeskunde

Olaf Geerse koos voor longgeneeskunde vanwege de rijke diversiteit aan patiënten en hun levenslange gezondheidsuitdagingen. “Los daarvan vind ik longgeneeskunde een specialisme waarin ik me thuis voel door de fijne werkcultuur.”

17

Zorg van de toekomst

Het is 2075. Hij is 96 en heeft een afspraak op de poli ‘beschouwende geneeskunde’.

Columnist Inoek Koopmans werpt een blik op de toekomst.

18 In ’t kort

Lees de column van Caroline van den Brekel, het laatste nieuws over evenementen, cao’s, trainingen en andere activiteiten.

Juni 2024 | 3
Inhoud
LAD-lid in beeld
Werk/privé
4
12
Nieuws

“Ik gun iedere arts-assistent een mentor”

Waar ligt mijn talent? Hoe krijg ik een betere werk-privébalans? Welke carrièrestap wil ik zetten? Voor veel arts-assistenten zijn dit herkenbare vragen. Een mentor kan dan uitkomst bieden. Saskia Hanemaaijer en Ilse Boudewijn namen als aios deel aan het Resident Leadership Program van het UMCG en ontwikkelden een praktische tool om de inhoud van die mentorgesprekken te verbeteren.

Het mentorschap is een van de aanbevelingen geweest uit de Zin in Zorg Startkit (zie kader).

Een van de ziekenhuizen die aan de slag ging met mentorschap was het UMCG. Zowel Hanemaaijer als Boudewijn, nu respectievelijk KNO­arts en longarts, signaleerden gedurende de opleiding dat mentorschap geen gemeengoed is en dat de kwaliteit wisselend kan zijn. Ze vinden dat een gemiste kans, omdat een goede relatie tussen mentor en mentee een positieve bijdrage kan leveren aan persoonlijke groei en ontwikkeling.

“Toen ik met mijn opleiding tot longarts begon, was ik echt nog zoekende naar mijn rol en verantwoordelijkheden”, vertelt Boudewijn. “Naarmate ik verder in de opleiding kwam kreeg ik weer nieuwe vragen die vooral te maken hadden met carrièrekeuzes.” Ze ondervond zelf dat het heel fijn is om hierover te kunnen sparren met een mentor. “Dat gun ik iedere arts­assistent.”

Toch voelden zowel Boudewijn als Hanemaaijer met name in het begin een drempel om zich kwetsbaar op te stellen. “Later realiseerde ik mij dat die drempel er helemaal niet hoeft te zijn. Toen ontstond bij mij het beeld dat het mentorschap voor verbetering vatbaar was”, legt Hanemaaijer uit.

Resident Leadership Program

Hanemaaijer en Boudewijn volgden tegen het einde van hun opleiding allebei het Resident Leadership Program 2023. Dit is een samenwerking tussen het UMCG en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), waarbij de deelnemers een uniek kijkje krijgen in de keuken van de IGJ. Het programma richt zich op persoonlijke leiderschapsontwikkeling met als thema duurzame inzetbaarheid.

“Naast het volgen van een aantal opleidingsdagen moesten we ook in kleine groepjes aan een project werken”, aldus Boudewijn.

“Omdat wij sociale veiligheid een belangrijk onderwerp vinden en het idee hadden dat het mentorschap kon worden verbeterd, besloten we hiermee aan de slag te gaan. We hadden het geluk dat we zelf werden begeleid door een zeer enthousiaste mentor, Edwina Doting. Gaandeweg ontstond het idee een zakkaartje te maken dat zowel de arts­assistent als de mentor helpt om inhoudelijk het goede gesprek te voeren.”

Zakkaartje

“Om tot een praktische tool te komen, zijn we eerst gaan praten met mensen in de organisatie die ons meer konden vertellen

over intervisie en coaching”, legt Hanemaaijer uit. “Ook hebben we input opgehaald bij een aantal mentoren en gekeken welke thema’s in de voortgangsgesprekken worden besproken. Aan de hand daarvan hebben we een eerste versie ontwikkeld en daarmee een pilot gedaan.” Het zakkaartje bestaat uit twee onderdelen: het mentorschap en thema’s met voorbeeldvragen. Bij het mentorschap staat niet alleen beschreven wat het inhoudt, maar ook hoe je een mentor kiest. “Het is belangrijk dat een arts­assistent zelf een mentor kan kiezen. Dat je een klik hebt met iemand is één ding, maar het gaat er ook om dat je kritisch kijkt naar wat iemand jou kan bieden”, vervolgt Boudewijn. “Dat kan ook betekenen dat je tegen het einde van de opleiding een andere mentor nodig hebt dan aan het begin.” Het zakkaartje bevat ook thema’s met bijbehorende voorbeeldvragen. Het gaat daarbij om vitaliteit, professionele ontwikkeling, werk en de toekomst. De pilot kon rekenen op enthousiaste reacties. “Zowel arts­assistenten als mentoren geven aan het prettig te vinden om concrete handvatten te hebben. De tip om niet in de spreekkamer af te spreken maar elkaar juist te zien buiten het ziekenhuis, bleek voor velen een eyeopener.

Tekst Lyanneke Krauss Fotografie Ivar Pel LAD magazine | 4
“Een klik is één ding, maar kijk ook kritisch wat iemand jou kan bieden”

Hanemaaijer: “Omdat dit als tip op het zakkaartje staat, wordt het voor arts­assistenten ook makkelijker hierin het initiatief te nemen.” Ze benadrukt dat ook mentoren baat kunnen hebben bij de nieuwe tool. “Het is niet alleen leuk om iemand wegwijs te maken en je opgedane kennis en ervaring te delen, het kan ook zorgen voor meer onderling begrip. Bijvoorbeeld doordat je generatieverschillen inzichtelijk maakt. Het mentorschap kan mensen dus echt nader tot elkaar brengen.”

Implementatie

Inmiddels werkt Hanemaaijer als KNO­arts in het Nij Smellinghe ziekenhuis in Drachten en een dag per week in het UMCG. Boudewijn is werkzaam als longarts in Medisch Centrum Leeuwarden. Beiden zien mogelijkheden om het zakkaartje breder onder de aandacht te brengen. “Het zakkaartje is uitgereikt tijden het afsluitende symposium van het Resident Leadership Program en wordt momenteel ook geïmplementeerd in het UMCG­brede leiderschapsprogramma. Ook is het toegevoegd aan de starterskit voor beginnende arts­assistenten”, vertelt Hanemaaijer. “Het liefst zouden we zien dat iedere arts­assistent deze tool krijgt aangereikt. Niet alleen binnen

de muren van het UMCG, maar ook daarbuiten. Daarom vragen Ilse en ik daar aandacht voor binnen de ziekenhuizen waar we nu werken. Bovendien denken we dat het zakkaartje met een paar kleine aanpassingen ook geschikt kan zijn voor verpleegkundigen of andere zorgprofessionals.”

Hoewel het zakkaartje nu ‘af’ is, hebben Hanemaaijer en Boudewijn nog wel ideeën over de toekomst. “Het zou mooi zijn als er een laagdrempelige e­learning komt voor mentoren, die hen ondersteunt in het mentorschap. Maar het allermooiste zou zijn wanneer mentorschap in de zorg vanzelfsprekend is”, besluit Boudewijn.

OVER ZIN IN ZORG

Bekijk het zakkaartje dat Hanemaaijer en Boudewijn ontwikkelden

In 2019 namen De Jonge Specialist, de LAD, LOVAH en VvAA het initiatief voor Zin in Zorg, een beweging om het werkplezier in de zorg te bevorderen. Zin in Zorg richtte zich aanvankelijk alleen op (jonge) dokters, maar is er intussen voor alle zorgprofessionals. Aanleiding waren de hoge burn-outcijfers bij jonge dokters. Via Zin in Zorg willen de partijen een cultuurverandering realiseren. In 2021/2022 zijn vier teams met jonge artsen aan de slag gegaan met vier challenges. Zij hebben producten ontwikkeld die zijn gebundeld in de Zin in Zorg Startkit. Een van de aanbevelingen is om te zorgen dat iedere zorgprofessional die er behoefte aan heeft, een mentor of buddy heeft.

Juni 2024 | 5
Saskia Hanemaaijer (links) en Ilse Boudewijn

LAD lanceert twee veranderingstrajecten

Romy Steenbeek:
“ De kracht zit ’m in de langdurige begeleiding”
“Creëer samen met je collega’s meer werkplezier”

Via het project Gezond en veilig werken begeleidt de LAD 24 groepen artsen bij het realiseren van meer werkplezier en een gezonder werkklimaat. Hoewel de wetenschappelijke bewijsvoering pas volgend jaar wordt afgerond, ervaart een meerderheid van de artsen die hebben meegedaan een positief effect op hun werksituatie. “Op basis van de ervaring die we tot nu toe hebben opgedaan, hebben we besloten twee gerichte trajecten te ontwikkelen waarvoor nieuwe groepen artsen zich nu kunnen aanmelden”, vertelt projectleider Romy Steenbeek.

Project gezond en veilig werken

Gezond en veilig werken is cruciaal voor artsen en daarom een van de belangrijkste speerpunten van de LAD. “We regelen de randvoorwaarden in cao’s, maar zien in de praktijk regelmatig dat die afspraken onder druk komen te staan, bijvoorbeeld als sprake is van een personeelstekort of wanneer artsen nauwelijks inspraak ervaren bij de organisatie van hun werk”, vertelt Steenbeek. “Om artsen in zulke situaties te ondersteunen, deden we in 2020

een pilot waarbij we een paar groepen artsen gericht begeleidden. De ervaringen waren zo positief dat de pilot in 2022 is verankerd in het project Gezond en veilig werken.”

Wetenschappelijke bewijsvoering

Voor het project werd een subsidie verkregen van de stichting SWG, waaraan de LAD, Federatie Medisch Specialisten, LHV en KNMG zijn verbonden. Daardoor kan de LAD artsen in 24 instellingen gedurende twee jaar begeleiden: van vakgroepen in een ziekenhuis tot artsen in dienst van een GGD, huisartsenpraktijk, VVTof andere zorginstelling. Bij de start wordt bij iedere artsengroep een nulmeting uitgevoerd, om te kijken hoe ze ervoor staan. Op basis van de uitkomsten stellen ze zelf doelen vast met een onafankelijke procesbegeleider, die hen de twee jaar daarna gericht begeleidt. Doel is een wetenschappelijk bewezen procesinterventie te ontwikkelen die artsen helpt de werkcultuur te verbeteren en hun duurzame inzetbaarheid te vergroten. De wetenschappelijke bewijsvoering wordt uitgevoerd door de Universiteit Leiden.

Bij tien van de twaalf artsengroepen die het traject intussen hebben afgerond, geeft 50 tot 100 procent aan dat de doorgevoerde veranderingen een positief effect hebben gehad op hun werksituatie. Bij acht van de twaalf artsengroepen geeft daarnaast een meerderheid aan dat het traject een positieve weerslag heeft gehad op hun gezondheid en welbevinden. “De kracht van het project zit in de langdurige begeleiding”, stelt Steenbeek. “Door twee jaar lang gericht met elkaar te werken aan een betere samenwerking, teamreflectie of meer inspraak, ervaren veel artsengroepen dat ze vaak meer kunnen veranderen dan ze aanvankelijk dachten. Het is fijn dat de eerste eindmetingen dat positieve effect bevestigen.”

Twee trajecten

Steenbeek vertelt dat het reden was om met de ervaring die tot nu toe is opgedaan, twee gerichte trajecten te ontwikkelen. “De afgelopen tijd hebben we regelmatig vragen gekregen van artsen die ook behoefte hadden aan begeleiding. Omdat de 24 groepen waarvoor

LAD magazine | 6
Tekst Marjolein Dekker

we subsidie hebben gekregen al gevuld waren, was dat lastig, maar we willen heel graag meer artsen ondersteunen. Dat kan helaas niet gratis, maar wel tegen een aantrekkelijk tarief.”

Arts aan het roer

Er zijn twee trajecten: het tweejarige verandertraject ‘Arts aan het roer’ en het eenjarige traject ‘Arts aan de bestuurstafel’. Het tweejarige traject richt zich vooral op meer werkplezier en het verhogen van het welzijn van artsen, vanuit het idee dat dit niet alleen een positieve invloed heeft op de kwaliteit van zorg, maar ook leidt tot minder uitval en uitstroom. Groepen die zich voor dit traject aanmelden, krijgen (afankelijk van de grootte van de groep) 150­200 uur professionele ondersteuning en begeleiding. Er worden vier wetenschappelijk onderbouwde metingen gedaan inclusief interviews die vorderingen en knelpunten inzichtelijk maken. Aan het eind van het traject heeft de groep een toolkit op maat om zelf met de ingezette veranderingen verder te gaan.

Arts aan de bestuurstafel

Het eenjarige traject ‘Arts aan de bestuurstafel’ is een positioneringstraject. Steenbeek: “Doel is om de artsen te begeleiden bij het opzetten van een professioneel inspraakorgaan binnen hun organisatie, zoals een Medische Adviesraad (MAR) of Professionele Adviesraad (PAR). De MAR of PAR vertegenwoordigt alle artsen (en eventueel andere beroepsgroepen) in een organisatie en schuift regelmatig aan bij de directie om te praten over onderwerpen op strategisch niveau en over medisch­inhoudelijke zaken. Afankelijk van de groep en de wensen bieden we bij dit traject 70­100 uur professionele ondersteuning en begeleiding. De artsen doen mee aan trainingssessies, strategische overlegmomenten en beschikken aan het eind van het traject over praktische tools om hun rol als medische gesprekspartner te versterken.”

Interesse?

Heb je interesse om samen met je collega’s mee te doen aan het tweejarige traject ‘Arts aan het roer’ of het eenjarige traject ‘Arts aan de bestuurstafel’?

Neem dan contact op met LAD-projectleider Romy Steenbeek via LAD.GVW@lad.nl of 088-13 44 100. Op www.lad.nl/gezond-enveilig-werken vind je ook meer informatie.

Ik ben zwanger. Moet

ik dan diensten draaien?

Volgens de wet hebben zwangere werknemers recht op een regelmatig arbeids- en rusttijdenpatroon. Zo hoef je niet méér te werken dan 10 uur per dienst en heb je recht op extra pauzes. Daarnaast ben je volgens veel cao’s vanaf drie maanden zwangerschap niet verplicht om (nacht)diensten te draaien. In sommige cao’s maken onze onderhandelaars aanvullende afspraken. Lees het uitgebreide antwoord op lad.nl/juridischevragen.

Heb je zelf een juridische vraag? Bel 088-134 41 12 of mail bureau@lad.nl

Aangesloten bij de Federatie Medisch Specialisten of lid van de LAD? Dan kun je kosteloos 20 uur per jaar juridisch advies krijgen. Ons Kennis- en dienstverleningscentrum geeft juridisch advies aan medisch specialisten en andere artsen en zorgprofessionals.

Hoe houden we dokters bevlogen?

86 procent van de aios en medisch specialisten ervaart regelmatig tot vaak werkplezier. Dat blijkt uit de tweede editie van de Loopbaanmonitor Medisch Specialisten van de Federatie Medisch Specialisten, LAD en De Jonge Specialist. De bevlogenheid staat wel onder druk doordat de arbeidsomstandigheden niet altijd aansluiten bij de complexiteit van de zorg en de gewenste werk-privébalans. We vroegen een aios, klinisch fysicus en medisch specialist hoe zij dat ervaren en wat er in hun ogen moet gebeuren om het werkplezier te behouden.

LAD magazine | 8
Podium

Kirsten Dabekaussen

aios chirurgie, Amsterdam UMC, en voorzitter DJS

Ik ga zelf met heel veel plezier naar mijn werk en ben blij dat het gros van de aios, medisch specialisten, klinisch chemici, klinisch fysici en ziekenhuisapothekers dat ook doet. Van de aios is ruim driekwart tevreden met hun opleidingsklimaat en de opleider. Die bevlogenheid en tevredenheid staan echter wel onder druk. Van de fulltime werkende aios maakt 42 procent een werkweek van meer dan 50 uur; 72 procent van de aios met een 0,8 fte contract werkt meer dan 40 uur. Dat een derde niet tevreden is over de werk­privébalans vind ik met deze cijfers in het achterhoofd niet zo gek.

Aios vinden hard werken overigens geen enkel probleem, maar de werkdruk voelt vaak hoog door de hoge dienstbelasting, de administratieve lastendruk en omdat je vaak te weinig tijd hebt voor ‘complexere’ patiënten. Dat soort dingen moeten we echt anders organiseren. Ik vind het essentieel dat we met elkaar onderzoeken hoe een arbeidsweek er idealiter kan uitzien. Het gaat dan niet alleen om de arbeidsduur, maar vooral ook om de mate van autonomie en flexibiliteit bij de indeling van je werktijden en ook de keuzes in je opleiding. Aios zitten vaak in een levensfase met startende gezinnen. Het kan een wereld van verschil maken als je de flexibiliteit hebt om bijvoorbeeld twee keer per week een ochtendoverdracht te missen, zodat je zelf je kind naar de opvang kunt brengen. Verder denk ik dat we moeten blijven benadrukken dat we een prachtig, dynamisch vak hebben waarbij je een heel leven lang in ontwikkeling blijft. Het is een groot voorrecht om mensen in hun meest kwetsbare momenten te mogen helpen.”

Erwin George

klinisch fysicus-audioloog, Maastricht UMC+

De uitkomsten van het onderzoek komen op mij heel positief over. Er is een enorme passie bij alle (toekomstige) medisch specialisten. Ze zijn blij met hun vak. 95% is trots en 92% is enthousiast over het werk. Dus we hebben echt heel veel werkplezier. Dat herken ik ook bij mijzelf en mijn collega’s.

Soms wordt dat werkplezier ook wel gezien als deel van je arbeidsvoorwaarden. Zo van: je werkt in de zorg, je maakt lange dagen, maar je hebt in ieder geval leuk werk. Maar we hebben ook te maken met ziekteverzuim en uitval. We maken namelijk veel uren boven op de uren die in je overeenkomst staan. Alleen willen we dat steeds vaker niet meer. Dat laten de onderzoeksuitkomsten ook zien: artsen willen liever een normale fulltime baan en daardoor tijd overhouden voor zichzelf, voor thuis, voor de kinderen, voor de eigen ouders. De traditionele arts die alleen bevlogen is voor zijn patiënten en daarnaast nauwelijks een privéleven heeft, is er steeds minder. Gelukkig, zou ik daaraan willen toevoegen.

We moeten in mijn ogen anders naar de zorg gaan kijken. Onze rol als behandelaar verandert: steeds vaker hebben we een rol als regisseur of coördinator. Steeds minder zien we live patiënten, we staan steeds meer op afstand van de patiënt. Dat is nodig om de zorg betaalbaar te houden, maar niet altijd wat patiënten van ons willen. Dat bewustzijn moeten we zelf nog een beetje doorkrijgen én de maatschappij moet dat accepteren. Feit blijft wel dat ik nog steeds met heel veel plezier naar mijn werk ga.”

Coby Heij intensivist, Spaarne Gasthuis

“Er vallen mij een aantal dingen op in de loopbaanmonitor. Ik heb zelf heel veel plezier in mijn werk en ik zie dat ook bij andere dokters terug. Er is wel een aantal zaken dat de komende jaren moet veranderen. Jonge specialisten willen net als andere hoogopgeleide jonge professionals graag een kortere werkweek, met als doel een betere balans tussen werk en hun privéleven. Daarnaast valt mij op dat er relatief veel specialisten halverwege de dertig/begin veertig een tijdelijk contract hebben zonder dat er uitzicht is op een vast contract. Dit in een levensfase waarin het stichten van een gezin of het kopen van een huis op de verlanglijst staat. De onzekerheid die dit met zich meebrengt, leidt er helaas nogal eens toe dat sommigen zich gedwongen zien het vak te verlaten. Uit de loopbaanmonitor blijkt ook dat een derde van de medisch specialisten voor hun AOWleeftijd wil stoppen. Een beter generatiebeleid kan hier helpen. Enerzijds geeft het bieden van een vast contract jonge specialisten de gewenste sociale en financiële stabiliteit, waardoor ze behouden kunnen blijven voor hun vak. Anderzijds faciliteert het afbouwen van nachtdiensten duurzame inzetbaarheid van de oudere generatie specialisten. Ik heb als intensivist een fantastisch vak, maar ik merk zelf wel – en met mij vele collega’s –dat ik door de hoge dienstbelasting het werk in deze fase van mijn carrière als steeds zwaarder ervaar. Het is fijn dat de LAD daar oog voor heeft en dat nu in de Arbeidsvoorwaardenregeling Medisch Specialisten is geregeld dat je als oudere specialist de nachtdiensten kan afbouwen.”

Juni 2024 | 9 Tekst
Dekker en Jorg Heijmink Liesert Illustratie Ronald
Marjolein
Slabbers

“Geef verpleegkundigen een stem”

Chirurg Heleen Snijders vertelde tijdens het LAD-slotcongres op 17 april over Nurses Know Better en haar ambitie om de zorg beter te maken. “Mijn droom is dat we volledig multidisciplinair werken. Niet omdat het is opgelegd, maar omdat iedereen ziet wat het oplevert als je elkaar weet te vinden.””

LAD magazine | 10 Werk/privé

Toen Snijders achttien jaar was, stond ze voor een tweesprong. “Ik heb een grote passie voor theater en muziek. Een kleinkunstacademie stond hoog op mijn lijstje, maar ik vond het menselijk lichaam ook interessant. Op de middelbare school was ik bij biologie gefascineerd toen we kikkers gingen ontleden. Bovendien vind ik onderzoek doen heel leuk.”

Haar wetenschappelijke nieuwsgierigheid won het van haar kleinkunstambities en ze besloot voor geneeskunde te gaan. “Ik maakte een praktische afweging. Als ik dokter ben, kan ik er altijd culturele dingen naast doen. Andersom is ingewikkelder.”

Twee passies

Nu, twintig jaar later, combineert ze beide passies. “Ik voel me primair dokter, maar voel ook de behoefte op een podium te staan of samen iets te creëren. Tot voor kort zong ik in een coverband en ik heb met Johan Lange (emeritus hoogleraar chirurgie), die dezelfde passie heeft, een jazz­cd gemaakt. Het genre of de muziekstijl maakt me niet zoveel uit: als ik mijn creatieve ei maar kwijt kan.”

Die creativiteit kan ze ook kwijt in haar vak als chirurg. “Ik wist al snel dat ik een snijdend specialisme wilde doen, liefst een vak met een zeker tempo. Voor mijn promotieonderzoek kwam ik bij de chirurgie terecht en daar voelde ik me op m’n plek. Ik vind het zo’n eer om iemand te mogen opereren. Het is bijna een vorm van kunst, zeker als je het leert van iemand die het heel goed kan. Het is een wereld waarin je kan excelleren en daar houd ik van.”

Systeem

In haar columns in Arts & Auto kan ze zich ook kritisch uitlaten over de cultuur onder chirurgen en – breder – in de ziekenhuiswereld, met name over de hiërarchie en manier van samenwerken. Niets persoonlijks, benadrukt ze. “Mijn opleidingstijd viel samen met veranderingen in het zorglandschap, waarbij productie en efficiëntie steeds meer de boventoon zijn gaan voeren. We werken in een systeem met strakke tijden en daaraan gekoppelde vergoedingen. De cultuur in ziekenhuizen is onlosmakelijk met dat systeem verbonden. Ik ben

Heleen Snijders (1985) studeerde geneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam. Ze promoveerde aan het LUMC op een onderzoek naar het veiliger en patiëntgerichter uitvoeren van de chirurgische behandeling van darmkanker. In mei 2013 begon ze als arts-assistent in het Groene Hart Ziekenhuis en in 2014 startte ze met de opleiding tot chirurg. Sinds 2022 heeft Snijders een duocolumn met Roderick Schmitz in Arts & Auto en in 2021 stond ze samen met verpleegkundige Susette Lataster aan de wieg van het programma Nurses Know Better. Sinds dit jaar werkt ze als chirurg in de Proctos Kliniek. Snijders woont in Rotterdam, samen met vaatchirurg Maarten Lijkwan en hun twee kinderen.

ervan overtuigd dat als je meer tijd zou krijgen voor de patiënt, je een stuk ontspannener werkt en als arts automatisch ook meer openstaat voor andere dingen en collega’s.”

Luister naar de verpleegkundige

Openstaan voor de wereld om zich heen vindt ze zelf ontzettend belangrijk, maar ook zij merkte dat ze het als arts ‘in het systeem’ niet automatisch deed. “Bij mijn allereerste nachtdienst als arts­assistent – ik was 25 – belde de verpleegkundige van dienst mij, omdat ze zich grote zorgen maakte over een patiënt die veel pijn had. ‘Er moet iets gebeuren’, zei ze. Ik dacht: dat moet ik als arts dan toch op z’n minst zelf vaststellen. Ik ging langs bij de patiënt, constateerde dat het wel meeviel en gaf pijnstilling. De zorg van de verpleegkundige was ik intussen al vergeten, totdat de volgende dag bleek dat haar zorgen terecht waren: de patiënt overleed.”

“Ik was zo bezig met dokter zijn dat ik geen oog had voor de verpleegkundige”

Snijders vertelde op het LAD­congres in alle openheid over deze ervaring en schoot op het podium opnieuw vol. “Ik voelde me heel schuldig naar de patiënt, maar ook naar de verpleegkundige. Ik was zo bezig met dokter zijn dat ik geen oog had voor haar. Ik wist: vanaf nu wil ik het anders doen.”

Dat deed ze. En ze merkte dat het iets losmaakte bij verpleegkundigen als ze hen om hun mening vroeg. “Dat sterkte mij in het gevoel dat we er iets mee moeten. Ruim 40 procent van de verpleegkundigen verlaat binnen twee jaar het vak. De liefde voor hun vak en dankbaarheid van patiënten zijn niet genoeg om hen voor de zorg te behouden. We moeten verpleegkundigen een stem geven en beter naar hen luisteren.”

Nurses Know Better

Zo werd het idee voor Nurses Know Better geboren, waarvoor ze samen met verpleegkundige Susanne Lataster een onderzoeks­

voorstel schreef. Dat mondde uit in een programma in het Groene Hart Ziekenhuis dat intussen op vijf afdelingen draait, met een onderzoekslijn in samenwerking met het LUMC. “Doel is om de zeggenschap onder verpleegkundigen te vergroten, zodat de samenwerking en kwaliteit van zorg verbeteren, het werkplezier stijgt en de uitstroom daalt. Verpleegkundigen nemen nadrukkelijk zelf het voortouw en worden actief ondersteund.”

De aanpak werkt, weet ze vooral van Susanne Lataster die nog steeds in het Groene Hart Ziekenhuis werkt. “We zien dat andere ziekenhuizen het kopiëren of met soortgelijke initiatieven mee bezig zijn. Het raakt ook aan het project Gezond en veilig werken van de LAD, waarin zeggenschap een grote rol speelt.” Ze juicht al die initiatieven toe. “Het gaat erom dat we samen een verandering realiseren.”

Ideaalbeeld

Haar verhaal maakte op het LAD­congres veel los. Dat merkt ze vaker. “Dokters hebben geleerd de objectieve raadgever te zijn. Daar passen emoties niet bij, terwijl ik vind dat het ons minder menselijk maakt. Daardoor kan minder goed verbinding ontstaan met patiënten en andere zorgverleners.”

Haar ideaalbeeld is een wereld waarin zorgprofessionals elkaar veel meer opzoeken. Toen ze aan haar opleiding begon, dacht ze dat ze dat ideaalbeeld het beste kon realiseren door binnen een groot ziekenhuis zo snel mogelijk op te klimmen naar een positie waarin ze die multidisciplinaire samenwerking een impuls kan geven. Ze lacht. “Dat is niet helemaal gelukt. Ik wil soms te snel. Dat kan weerstand opwekken.”

Ze werkt nu bij de Proctos Kliniek, een ambitieus expertisecentrum buiten het ziekenhuis. “Ik had een heel vastomlijnd plaatje in mijn hoofd, maar weet intussen dat ik het gelukkigst word van dokteren in combinatie met me inzetten voor een betere zorg. Of ik nou op een congres mijn verhaal vertel, een column schrijf of over Nurses Know Better meedenk, maakt niet uit; ik kan me op tal van manieren inzetten voor die missie. Dat ik mijn vastomlijnde plan heb losgelaten, voelt als een enorme bevrijding.”

Juni 2024 | 11
Tekst Marjolein Dekker Foto Ivar Pel

Olaf Geerse

Aios Longziekten in het Amsterdam UMC en OLVG

Wat was je motivatie om arts te worden?

“Mijn fascinatie voor de dynamiek tussen lichaam en geest trok mij richting geneeskunde. Tijdens de coschappen merkte ik al snel dat ik longgeneeskunde heel leuk vind vanwege de rijke diversiteit aan patiënten en hun levenslange gezondheidsuitdagingen. In Amsterdam behandelen we mensen met uiteenlopende ziektebeelden, zoals tuberculose, longkanker en patiënten met astma en taaislijmziekte. Los daarvan vind ik longgeneeskunde een specialisme waarin ik me thuis voel door de fijne werkcultuur.”

Wat is het meest bijzondere dat je in je werk hebt meegemaakt?

“De COVID­pandemie was een intense periode en tevens het startschot voor mij als longarts in opleiding. Met beperkte informatie moesten we veel zieke patiënten behandelen en nauw samenwerken met andere specialismen. Als longartsen waren we, samen met veel andere collega’s, strijders in de frontlinie; we richtten in recordtijd nieuwe afdelingen op en verzetten bergen werk. Maar we maakten ook veel verlies en verdriet mee, waarbij mensen onder strenge beperkingen afscheid moesten nemen van hun dierbare. Dat was hartverscheurend, maar deze ervaringen hebben me zowel professioneel als persoonlijk ook enorm verrijkt.”

Wanneer trek je met een tevreden gevoel de deur achter je dicht?

“Ik voel me voldaan als ik aan het eind van de dag iets heb bijgedragen, zelfs al is het maar iets kleins. Ik haal energie uit het directe contact met de patiënt. Goede zorg bieden is belangrijk, zelfs in moeilijke situaties waarbij we niet direct met een specifieke kankerbehandeling beginnen. Ik probeer altijd goed te luisteren naar mijn patiënten en alle belangrijke aspecten in overweging te nemen. Soms kunnen we levens verlengen met behandelingen, soms draait het om het verlichten van symptomen en bieden we ondersteuning. Het is fijn als iedereen achter een beslissing staat: zowel de patiënt als de familie en mijn collega’s.”

Wat is voor jou de toegevoegde waarde van de LAD?

“De LAD biedt een platform waar artsen steun en inspiratie kunnen vinden. Ik vind het prettig om bij een vereniging te horen die je ondersteunt, waar je met collega’s kunt samenwerken en waar je kunt leren over brede thema’s. Het is ook fijn om samen na te denken over hoe ons werk er in de toekomst zou moeten uitzien.”

Huisartsen, aios, medisch specialisten en specialisten ouderengeneeskunde: de LAD heeft leden in alle disciplines. Wie zijn ze en wat drijft hen? In deze rubriek brengen we LAD­leden letterlijk in beeld.

“Ik voel me thuis in de longgeneeskunde”
LAD magazine | 12 LAD-lid in beeld
Tekst Lucie Pelzer Fotografie Ivar Pel

Mag je werkgever

nevenwerkzaamheden verbieden?

Tessa de Lange* werkt vier dagen in de week als anesthesioloog/intensivist in een perifeer ziekenhuis. Ze wil op de vijfde dag graag aan de slag als algemeen anesthesioloog in een zelfstandig behandelcentrum. Moet ze haar ziekenhuis om toestemming vragen? De Lange heeft gehoord dat werkgevers nevenwerkzaamheden niet zomaar kunnen verbieden, maar ze weet niet precies hoe het zit. Ze wil wel graag transparant zijn tegenover haar werkgever. Ze vraag het Kennis- en dienstverleningscentrum van de Federatie Medisch Specialisten en de LAD om advies.

De Lange krijgt arbeidsjurist Sandra Stalmeier aan de telefoon. Die vertelt haar dat ze als medisch specialist in een algemeen ziekenhuis onder de Arbeidsvoorwaardenregeling Medisch Specialisten (AMS) valt. In de AMS staat dat een medisch specialist geen nevenwerkzaamheden mag verrichten zonder dat het bestuur daarvoor schriftelijke toestemming heeft verleend. Maar hoe verhoudt zich dat tot de wet? Stalmeier legt De Lange uit dat er op 1 augustus 2022 een nieuw artikel in het Burgerlijk Wetboek is opgenomen, waardoor het recht van de werkgever om de werknemer te verbieden ergens anders te werken is ingeperkt. “De werkgever mag je niet verbieden buiten de werktijden elders nevenwerkzaamheden te verrichten, tenzij hij daarvoor een objectieve rechtvaardigingsgrond heeft. Met andere woorden: de werkgever moet er een goede reden voor hebben om het niet toe te staan”, aldus Stalmeier.

Objectieve rechtvaardigheidsgrond

In de arbeidsovereenkomst of in de cao moet dan wel een bepaling staan dat nevenwerkzaamheden bij een objectieve rechtvaardigingsgrond kunnen worden verboden. In de arbeidsovereenkomst of de cao kan worden opgenomen in welke situaties sprake is van een objectieve rechtvaardigingsgrond, maar de werkgever kan die objectieve reden ook op een later moment geven. “Als je werkgever zich beroept op het beding in de arbeidsovereenkomst of cao, zal hij wel altijd moeten motiveren op grond van welke objectieve rechtvaardigingsgrond de nevenwerkzaamheden niet zijn toegestaan”, benadrukt Stalmeier.

met hun privacy.

In de praktijk wordt vaak gebruikgemaakt van een beding waarbij de werkgever toestemming moet geven voor het verrichten van arbeid voor een ander. De werkgever kan dus alleen toestemming weigeren als daarvoor een objectieve rechtvaardigingsgrond is. De nieuwe regels gelden ook voor eerder gemaakte afspraken over nevenactiviteiten.

Wanneer kan je werkgever weigeren?

De Lange wil weten wat de rechtvaardigingsgronden kunnen zijn. Stalmeier vertelt haar dat het bijvoorbeeld kan gaan om de bescherming van vertrouwelijkheid van bedrijfsinformatie, de integriteit van overheidsdiensten, gezondheid en veiligheid, het overtreden van een wettelijk voorschrift of het vermijden van belangenconflicten. “Het is mogelijk dat er een belangenconflict kan ontstaan als sprake is van concurrerende werkzaamheden. Of daarvan sprake is moet per geval worden bekeken. Dit zal niet zo gauw aan de orde zijn.” In de situatie van De Lange richt het zelfstandig behandelcentrum zich op een andere doelgroep en De Lange heeft geen invloed op de patiëntendoorverwijzing. Het is niet concurrerend en het belang van het ziekenhuis wordt niet geraakt.

Toestemming

Alles overwegende raadt Stalmeier haar cliënt aan toestemming te vragen aan het bestuur. Afgesproken wordt dat, mochten zich problemen voordoen, zij weer met Stalmeier contact kan opnemen. Gelukkig is dat niet nodig. De Lange krijgt toestemming voor het verrichten van haar nevenwerkzaamheden.

Tips van Sandra Stalmeier

• Om discussies achteraf te voorkomen, is het goed om transparant te zijn tegenover je werkgever als je nevenwerkzaamheden wilt verrichten. Kijk wat er in je arbeidsovereenkomst en in je cao staat over nevenwerkzaamheden. In sommige arbeidsovereenkomsten en cao’s staan strengere bepalingen dan in de wet. Bepalingen in arbeidsovereenkomsten en cao’s mogen niet in strijd zijn met de wet.

• Als je werkgever weigert om toestemming te geven voor nevenwerkzaamheden, neem dan contact met ons op. Wij kunnen beoordelen of sprake is van een objectieve rechtvaardigingsgrond om de toestemming te weigeren. In overleg met jou bespreken we wat de volgende stap kan zijn.

Juni 2024 | 13
* Namen van cliënten in deze rubriek zijn fictief in verband
Reconstructie

“ Kom erachter wat je écht belangrijk vindt”

LAD magazine | 14

Vaak maak je dingen in je hoofd groter dan ze daadwerkelijk zijn

Het Albert Schweitzer ziekenhuis (ASz) lanceerde in 2021 in samenwerking met de artsassistentenvereniging een pilot waarbij iedere a(n)ios de mogelijkheid kreeg te worden gecoacht. Inmiddels neemt bijna de helft van de a(n)ios in het ziekenhuis deel aan het coachtraject, dat een vast onderdeel is geworden van de begeleiding van arts-assistenten. Initiatiefnemer Ruud Kleyweg: “A(n)ios krijgen vaak beter inzicht in wie ze zijn en wat hen drijft. Daar hebben ze hun hele loopbaan lang iets aan.”

Kleyweg, gepensioneerd neuroloog en een van de vier coaches in het ASz, is de ‘grondlegger’ van het coachtraject. Hij wist de raad van bestuur met een plan voor duurzame inzetbaarheid te overtuigen van het nut van coaching. De reden dat hij het initiatief nam, was niet zomaar. Uit cijfers van De Jonge Specialist blijkt dat bijna een kwart van de arts­assistenten burn­out klachten heeft en een kwart van de aios serieus overweegt te stoppen met hun opleiding. Niet omdat ze hun vak niet leuk vinden, maar vanwege de lange werkdagen en de niet­evenwichtige werk­privébalans. Kleyweg: “A(n)ios bevinden zich vaak in een turbulente levensfase, met bijvoorbeeld jonge kinderen, een werkende partner en soms ook nog een promotietraject. Steeds meer a(n)ios vinden het hebben van vrije tijd óók belangrijk. Ze willen die ene verjaardag of dat feestje niet missen en op zaterdag ook langs het veld staan bij de voetbalwedstrijd van hun kind. Ga daar maar aan staan als je doordeweeks lange dagen maakt en in de weekenden ook diensten moet draaien.”

Drempel is hoog

Het verbaasde Kleyweg dat er zo weinig oog was voor hun welzijn en dat pas aan de bel werd getrokken als het eigenlijk al te laat was. “Ondanks alle aandacht voor coaching heerst

in de medische wereld nog steeds de gedachte dat als je een coach hebt, er ‘iets met je aan de hand is’. De drempel om een coach te zoeken is dus best wel hoog. Arts­assistenten zien zelf wel het nut ervan, maar zijn tegelijkertijd bezorgd wat anderen ervan vinden.”

Jammer, vindt hij, want coaching is niet alleen nuttig als je ziek bent. Integendeel. Hij maakt een vergelijking met het bedrijfsleven en legt uit dat daar andere regels gelden. “Zodra je een paar keer promotie maakt, krijg je niet alleen een nieuw contract, maar wordt er tevens een coach aan je toegewezen om het beste in je naar boven te halen. Zo vanzelfsprekend moet het ook in de zorg worden. Je hoeft niet ziek te zijn om beter te worden.”

Iedereen verdient een coach

Het was voor Kleyweg reden om zich er hard voor te maken dat iedere a(n)ios de mogelijkheid krijgt een coachtraject in te gaan. “Drie jaar geleden begonnen we met een pilot, waarbij iedere a(n)ios bij indiensttreding een uitnodiging ontving voor een kennismakingsgesprek met één van de coaches. Natuurlijk waren ze niet verplicht een coach te nemen, maar we boden het wel actief aan.”

De ervaringen waren positief. “De drempel om een coachtraject te volgen was voor aios die hadden kennisgemaakt met een coach veel

lager dan voor a(n)ios die nog nooit met een coach aan tafel hadden gezeten. Een aantal arts­assistenten gaf aanvankelijk aan er geen behoefte aan te hebben, maar heeft later alsnog contact opgenomen. We merken dat het duidelijk in een behoefte voorziet en dat artsassistenten er baat bij hebben. Daarom bieden we het nu standaard aan.”

Bescheiden

Een van de arts­assistenten die baat heeft bij coaching, is Jessica van der Poel. Hoewel ze graag het taboe wil doorbreken, wil ze haar verhaal toch liever anoniem (en dus onder een fictieve naam) vertellen, omdat het zo persoonlijk is. Ze kreeg het coachtraject aangeboden na haar zwangerschapsverlof, toen ze net in opleiding ging. De combinatie tussen de specialisatie, haar kind en het huishouden viel haar zwaar. “Ik moest mijn leven anders inrichten. Ik had het zo druk, dat ik het coachtraject er niet ook nog bij wilde doen. Omdat ik op een gegeven moment een ritme vond, leek het me ook niet meer nodig. Maar op een gegeven moment heb ik toch contact opgenomen met Ruud. Ik krijg al mijn hele loopbaan de feedback dat ik te bescheiden ben – ik treed niet zo snel op de voorgrond. Toen mijn opleider aangaf dat die bescheidenheid mij in de toekomst kan belemmeren met solliciteren,

Juni 2024 | 15
Tekst Lucie Pelzer

besloot ik dat het coachtraject me wellicht verder kan brengen.”

Vertrekpunt voor het coachtraject was de vraag hoe Van der Poel haar capaciteiten beter zichtbaar kan maken. Ze geeft aan dat ze door de gesprekken met Kleyweg leerde waarom ze bepaald gedrag vertoont. Ze bespraken haar valkuilen en daaruit kwam ook naar voren dat haar perfectionisme een rol speelt in die bescheidenheid.

Spiegel

Van der Poel: “Ruud hielp me bepaalde kronkels in mijn hoofd weer recht te trekken. Vaak maak je dingen in je hoofd groter dan ze daadwerkelijk zijn. Ik kwam erachter waar mijn bescheidenheid vandaan komt en kreeg tools over hoe ik hiermee kan omgaan.” Een toegevoegde waarde van het hebben van een coach is voor haar dat ze zich begrepen voelt. “Het is fijn om met iemand die niet je directe collega is te sparren en praten over mijn werkervaringen. Ruud kan problemen vanuit een ander perspectief laten zien en me een spiegel voorhouden wanneer ik gevangen zit in een vicieuze cirkel. Dit geeft me waardevolle inzichten. Hoewel ik een goede relatie heb met mijn opleider, is er vaak weinig tijd voor dit soort gesprekken. Dat Ruud ervaring heeft met het coachen van aios, zelf arts is geweest en de ziekenhuiscultuur kent, vormt een waardevol pluspunt.”

“Ik geef a(n)ios regelmatig het advies niet verder te kijken dan de eerste vijf tot acht jaar na hun opleiding”
Ruud Kleyweg

Streven naar een gezonde balans Een arts­assistent die dit beaamt, is Janno Dijk. Ook hij wil liever niet met z’n echte naam in dit artikel worden vermeld. Dijk behoort tot de 25 procent van de aios die soms overweegt te stoppen met de opleiding. “Mijn focus ligt veelal op mijn werk, terwijl ik juist ook tijd wil voor mijn gezin. Met een jong gezin en een echtgenoot die ook een drukke baan heeft, kan het soms een uitdaging zijn de juiste werk­privébalans te vinden. Ik ben op zoek naar een manier om een gezondere balans te bereiken. Ik geniet van mijn werk, laat ik dat vooropstellen, maar tegelijkertijd vraag ik me regelmatig af of de werkdruk wel opweegt tegen de leuke dingen die ik thuis moet missen of anders moet plannen vanwege mijn werk.”

Uitdagingen in de medische wereld Dijk vindt het jammer dat er relatief weinig rekening wordt gehouden met de persoonlijke situatie van arts­assistenten, zoals werktijden en verwachtingen buiten de officiële contracturen. “Het bespreken van mijn werk­privébalans brengt me nieuwe inzichten. Op een drukke poli adviseert Ruud me soms ook in timemanagement. Hoe blijf ik vriendelijk en geef ik ruimte aan het verhaal van de patiënt zonder al te veel uit te lopen? Hij geeft praktische tips, zoals vooraf de tijd nemen om te bepalen welke patiënten meer of minder

aandacht nodig hebben, zodat ik mijn tijd efficiënter kan indelen. Maar soms ook te accepteren dat het niet sneller gaat, zodat ik niet voortdurend tegen de klok vecht. Bovendien stelt hij me ook kritische vragen zoals: waarom ik het eigenlijk zo moeilijk vind patiënten op de tijd te wijzen.”

Het coachtraject is volgens Dijk heel waardevol. “Ik ben ervan overtuigd dat coaching of intervisie een integraal onderdeel zou moeten zijn van het artsenvak. Een coachtraject helpt je bewust te worden van je valkuilen en stelt je in staat er op een constructieve manier mee om te gaan voordat er ‘problemen’ ontstaan.”

Geen traject is hetzelfde Kleyweg benadrukt dat ieder coachtraject er anders kan uitzien. “Er zijn verschillende redenen om iemand te coachen. Afankelijk van de vraag duurt een traject de ene keer ook langer dan de andere keer. Een relatief kort traject heb ik bijvoorbeeld met iemand die in de put zat omdat die al vijf keer was afgewezen voor een sollicitatie. Coachtrajecten met arts­assistenten die last hebben van perfectionisme of niet weten hoe ze hun loopbaan willen inrichten duren vaak iets langer.” Kleyweg glimlacht als hij antwoord geeft op de vraag waar hij de meeste voldoening uithaalt: “Iets wat ik vaak terugkrijg van de a(n)ios is dat ze veel over zichzelf hebben geleerd. Ze krijgen vaak beter inzicht in wie ze zijn en wat hen drijft. Daar hebben ze hun hele loopbaan lang iets aan.”

Kernwaarden

Hij benadrukt dat hij vaak op zoek gaat naar de kernwaarden van jonge dokters. “Wat is nu écht belangrijk voor je? Wat ik vaak merk, is dat veel a(n)ios op zoek zijn naar de perfecte baan. Ik geef ze regelmatig het advies niet verder te kijken dan de eerste vijf tot acht jaar na hun opleiding. De gezondheidszorg verandert namelijk, jij kan zelf ook veranderen, je kan andere dingen die je ernaast doet leuk(er) gaan vinden. Denk aan opleider worden, bestuurswerk, een dag minder werken en voor jezelf beginnen of tijd nemen voor je hobby. Zorg dat je niet focust op de komende 30 jaar, maar volg je hart.”

LAD magazine | 16

Inoek Koopmans (30) rondde in augustus 2019 haar opleiding geneeskunde af. Toen ze haar diploma op zak had, wist ze niet direct welke kant ze op wilde. Ze ging in gesprek met dokters binnen en buiten het ziekenhuis over de keuzes die zij hebben gemaakt.

Intussen is ze erachter wat ze het liefste wil: internist worden! Ze werkt sinds 1 april 2022 als aios interne geneeskunde in het Isala ziekenhuis. Over de zoektocht naar haar droombaan schrijft ze blogs op haar website doktersdiehetandersdoen.nl. Je kunt haar ook volgen op Instagram via @doktersdiehetandersdoen.

Een blik in de toekomst

Schuifelend, hun armen in elkaar gehaakt, lopen ze het ziekenhuis in: een klein gebouw aan de rand van de stad. Het is 2075, hij is 96, zij 101. Hij heeft vandaag een afspraak op de poli ‘beschouwende geneeskunde’. Het voelt als een uitje, want tegenwoordig kom je alleen voor echte spoedgevallen of een eerste consult met uitgebreide diagnostiek in het ziekenhuis. De behandeling daarna kan vrijwel altijd thuis. Hun medenegentigplussers uit de straat zijn al tijden niet meer in het ziekenhuis geweest en zullen vanavond, tijdens de wekelijkse buurtborrel, reuze nieuwsgierig zijn.

De schuifdeuren gaan open en er komt direct een comfortabele rolstoel hun kant op gereden, uiteraard volledig automatisch. Als ze beiden aangeven toch liever te lopen, vouwt de rolstoel zich uit tot een rijdbare steunpilaar. Een soort rijdende wandelstok begeleidt hen richting een groot scherm. Het is stil in het ziekenhuis. Een virtuele dokter heet hen welkom, scant hun ogen en vertelt hen waar ze moeten zijn. Nadat hij kort zijn vingertop op het scherm heeft gelegd, wordt er een druppel bloed afgenomen en direct uitgebreid geanalyseerd. De bril die ze al jaren dragen, al is dat wat ouderwets, laat hen via een virtuele stippellijn de route zien naar de poli. Voordat ze daar aankomen, is zijn druppel bloed uitgebreid geanalyseerd en wordt de definitieve diagnose gesteld. Er was namelijk al een brede differentiaaldiagnose opgesteld door ChatGPT via ingevulde vragenlijsten en de gegevens van de slimme pleister. Zijn DNA is direct uitgelezen, waarna voor hem het juiste medicijn met nauwelijks bijwerkingen wordt gekozen.

Een vriendelijk uitziende vrouw van middelbare leeftijd staat hen al op te wachten op de poli waar het een oase van rust is. In de ruime spreekkamer is uitgebreid de tijd om aanvullende vragen van de arts te beantwoorden, de diagnose en het vervolgplan door te nemen en de vragen van de patiënt te bespreken. Een klein apparaat op het bureau van de arts luistert mee en verwerkt het gehele gesprek direct kort en bondig in het elektronisch patiëntendossier. Geen getyp door de dokter, maar oogcontact, tijd en ruimte. Zoals verwacht kan de behandeling vanuit huis en zijn de volgende controles digitaal.

Geen getyp door de dokter, maar oogcontact, tijd en ruimte

’s Avonds, tijdens een potje kaarten op de buurtborrel, vragen vrienden naar het ziekenhuisbezoek en de uitslagen. Met een paar klikken op zijn smartphone tovert hij de brief met uitleg in lekentaal tevoorschijn. Hij kan hen alle details navertellen over zijn diagnose en behandeling, maar anders zou de AI­ziekenhuischatbot dat graag voor hem doen. Het was een avontuur vandaag, maar wat fijn dat dit eenmalig is en de rest thuis mag. Zo is er meer tijd voor de achterkleinkinderen en de kaartavondjes met buurtgenoten.

En de dokter? Die is blij en trots, geeft echte zorg op de juiste plek voor de patiënt en dat soms vanuit de achtertuin. Wat is het prachtig om dokter te zijn!

Juni 2024 | 17 Reconstructie Maart Column

Win een exemplaar van Zó werkt publieke gezondheidszorg

Het ministerie van VWS heeft voor dit jaar 2,3 miljard euro begroot voor de publieke gezondheidszorg, maar hoe wordt dat geld besteed? Welke organisaties houden toezicht? En hoe komt beleid voor publieke gezondheidszorg eigenlijk tot stand?

Het antwoord op deze en andere vragen krijg je in de herziene versie van het boek Zó werkt publieke gezondheidszorg. De eerste uitgave van dit boek verscheen in 2018. Alle visualisaties en teksten zijn geactualiseerd. Daarmee geeft het boek een mooi inkijkje in de werking van de publieke gezondheidszorg; interessant voor onder andere artsen, beleidsadviseurs en gezondheidsbevorderaars. Het boek is een uitgave van het Platform

Zó werkt de zorg, een samenwerkingsverband van twintig organisaties, waaronder de LAD. Doel van dit platform is inzichtelijk te maken hoe ons zorgstelsel in elkaar zit. Daarvoor zijn de afgelopen jaren diverse boeken uitgebracht, zoals Zó werkt de huisartsenzorg, Zó werkt de ouderenzorg en dus ook Zó werkt publieke gezondheidszorg. Speciaal voor LAD­leden geven we tien exemplaren gratis weg. Interesse? Stuur een mail naar redactie@lad.nl met als onderwerp Zó werkt publieke gezondheidszorg en vermeld duidelijk je naam, lidmaatschapsnummer en adresgegevens. Onder de inzendingen verloten we tien exemplaren, die we in juli versturen.

7,5

Coassistenten waarderen hun coschappen met een 7,5, maar vinden dat de begeleiding wel beter kan

(bron: De Geneeskundestudent)

van de aios en medisch specialisten ervaart regelmatig tot vaak werkplezier

(bron: Loopbaanmonitor Medisch Specialisten)

DJS Congres op 2 november

De Jonge Specialist organiseert op zaterdag 2 november samen met de LAD, VvAA en Federatie Medisch Specialisten het jaarlijkse DJS Congres voor aios, anios en arts­onderzoekers. Het congres is interdisciplinair van opzet, met een programma voor jonge dokters die zich niet alleen medisch­inhoudelijk maar ook in de breedte willen ontwikkelen. Het overkoepelende thema is dit jaar ‘De bevlogen dokter’ en het programma is opgezet aan de hand van drie pijlers: samen sterker, persoonlijke groei en online zorg. Tijdens het congres worden plenaire lezingen gegeven, maar je kunt ook workshops volgen en een informatiemarkt bezoeken. Naast het inhoudelijke programma biedt het DJS Congres je de kans om te netwerken met generatiegenoten en organisaties die je verder kunnen helpen in je loopbaan. Het congres vindt dit keer plaats bij 1931 Congrescentrum Den Bosch.

Word een goede onderhandelaar

Hoe zorg je dat je in je zorginstelling meepraat over strategische beslissingen, de roostering of de capaciteitsverdeling? En als je aan tafel zit bij je directie of raad van bestuur, hoe maak je dan je punt zonder dat dit ten koste gaat van de relatie? Op dit soort vragen zoomen de positioneringstrainingen van de LAD in. Bij ‘Beter in beeld’ leer je wat je kernkwaliteiten zijn en hoe je die inzet om effectief invloed uit te oefenen. De verdiepingstraining ‘Beter in onderhandelen’ richt zich op

het ontwikkelen van je onderhandelingscompetenties. Beide trainingen duren een dag en zijn speciaal voor LAD­leden ontwikkeld tegen een aantrekkelijke prijs. ‘Beter in beeld’ wordt dit jaar nog gegeven op donderdag 12 september en vrijdag 29 november. ‘Beter in onderhandelen’ vindt plaats op woensdag 16 oktober.

Meer weten of meteen aanmelden? Kijk op www.lad.nl/beterinbeeld of www.lad.nl/beterinonderhandelen.

LAD magazine | 18 In het kort
86%

Normalisering arbeidsduur

Vorige maand verscheen de tweede editie van de Loopbaanmonitor Medisch Specialisten (zie ook het artikel op pagina 8­9). De uitkomsten zijn heel waardevol voor het maken van nieuw beleid, maar ook als input voor cao­onderhandelingen. Zo blijkt dat de bevlogenheid onder aios en medisch specialisten hoog is maar wel onder druk staat door de werk­ en regeldruk. Een paar cijfers om dat te illustreren: de ontevredenheid over de werkdruk is in twee jaar tijd toegenomen van 26 naar 30 procent. Bijna de helft van de aios en medisch specialisten werkt nu meer dan 46 uur per week, terwijl 38 procent een werkweek van 36­40 uur het meest wenselijk vindt. Verder wil ruim een derde van de medisch specialisten eerder met pensioen; voor bijna de helft zijn de mentale of fysieke gezondheid en de werkdruk daarvoor de voornaamste redenen.

De uitkomsten bevestigen de urgentie voor het normaliseren van de arbeidsduur, een lijn die we aan diverse cao­tafels al hebben ingezet. Zo hebben we in de nieuwe Arbeidsvoorwaardenregeling Medisch Specialisten (AMS) afgesproken dat we samen met de Federatie Medisch Specialisten en de Nederlandse

Vereniging van Ziekenhuizen een onderzoek starten naar de normalisering van de werkweek. Daarbij wordt gekeken wat de impact is als de voltijd arbeidsduur wordt verlaagd: wat betekent dat voor een vakgroep als het gaat om de capaciteit en productie, voor de dienstbelasting en wat ‘doet’ het met de werk­privébalans en daarmee de duurzame inzetbaarheid van medisch specialisten? Een soortgelijke afspraak hebben we gemaakt in de Cao UMC, zowel voor a(n)ios als voor medisch specialisten. Zo gaan we met FBZ, De Jonge Specialist en het College Medische Vervolgopleidingen in kaart brengen wat het verschil is tussen de daadwerkelijke werkuren en de contractueel vastgestelde arbeidsuren van a(n)ios. Daarnaast gaan we hoofdstuk 15 (waarin de arbeidsvoorwaarden van medisch specialisten zijn geregeld) herzien. Onze inspanningen beperken zich overigens niet alleen tot medisch specialisten. We zijn bezig om ook voor alle andere artsengroepen een loopbaanmonitor te ontwikkelen, die nog dit jaar uitgaat.

De normalisering van de arbeidsduur is in mijn optiek onderdeel van een brede discussie over duurzame inzetbaarheid. Het is belangrijk dat

we vaart zetten achter die discussie, want de uitkomsten van deze loopbaanmonitor laten zien dat artsen hun werk met plezier doen, maar dat er wel iets moet gebeuren om te zorgen dat we hen een hele loopbaan lang voor hun mooie vak behouden!

Caroline van den Brekel, directeur

artsen doen mee aan het LAD-project Gezond en veilig werken

(bron: LAD)

Intussen op Instagram …

@lad.artsen.in.dienstverband

De LAD heeft veel verschillende artsen als lid: van coassistenten tot huisartsen en van artsen M+G tot medisch specialisten. Hoe zorgen we dat we de belangen van al die leden goed behartigen? In een filmpje legt LAD­voorzitter Suzanne Booij uit waarom we een ledenraad hebben én wat die precies doet. “Met onze ledenraadsleden praten en brainstormen we vier keer per jaar over de koers en strategie van de LAD.” Meer weten?

Bekijk dan de reel.

#LADvoorjou #artsen #arbeidsvoorwaarden #ledenraad

50%

Bijna de helft van de artsen geeft aan dat medische desinformatie leidt tot een hogere werkdruk

(bron: KNMG)

Juni 2024 | 19 526
Column

In één klap goed verzekerd!

Ontvang 5% extra LAD-korting

Solliciteren, nieuwe baan, misschien wel verhuizen...

Als starter in de zorg heb je het druk genoeg.

Maar denk je ook aan je verzekeringen?

Met het Verzekeringspakket Young Professionals heb je de drie belangrijkste verzekeringen in één keer goed geregeld.

• Aansprakelijkheidsverzekering

• Reisverzekering

• Inboedelverzekering

Vanaf €10,75 per maand en maandelijks opzegbaar. En ben je minder dan één jaar geleden afgestudeerd? Dan krijg je extra korting!

Vraag het 3-in-1 pakket nu aan via: vvaa.nl/starter

De stem en steun van zorgverleners

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.