
11 minute read
LERARENTEKORTJES
from Klasse Magazine 026
by klasse.be


Advertisement





Lerarentekortjes Een kwartier per kind of per huis?
LEZERSVRAAG: Het is weer zo ver, oudercontacten. Elke keer een verrassing: wie krijg ik nu weer voor mijn neus? Gescheiden ouders die niet meer door dezelfde klasdeur kunnen, nieuwe papa’s die plots opduiken … En ook al juich ik al die betrokkenheid toe, hoe leid ik zo’n avond in goede banen? – Meester P.
Tekst Peter Mulders Illustraties Julie Poignie
OPROEP Leraar zijn, het is een zoektocht. Beantwoord ik een vraag over mijn privéleven? Hoe hou ik het voor mezelf interessant? Maar ook: een computer die voor de derde keer niet opstart of een leerling die je achtervolgt tot in je dromen.Voor al die issues: één adres. Peter@klasse.be Dag meester P.
Op onze redactie weten wij ook al lang niet meer welk pluskind bij wie hoort. Dus ik begrijp dat jij ook niet meer logt wie de laatste straf ondertekend heeft. Al die liefde en zoveel samenlevingsvormen, we zien het graag. Maar inderdaad, hoe pak je dan een oudercontact aan?
Want jij weet beter dan wij: het is geen ponykamp. Wie komt om erbij te horen of de iPads in je klas te tellen, blijft beter thuis. Wie de vuile was van zijn ex wil buiten hangen – of die enkel komt doorgeven aan het andere gezin – ook. Een zitje op het oudercontact, dat verdien je. Daarom: organiseer een toelatingsproef. Wie de futur simple van conduire niet kent, begrijpt niets van kindertranen boven een Frans invulschrift. Huiswerk skippen maar wel blinken op je oudercontact? Vergeet het maar. Maar bewaak je grenzen. Uitvogelen hoe vaak die nieuwe mama al is blijven slapen voor ze je klas binnen mag, hoeft nu ook weer niet.
Bon, als de screening voorbij is, volgt een logistieke puzzel. Hoeveel stoelen zet je en hoe ver staan ze dan uit elkaar? Recupereer je ergens een coronascherm als scheidingswand? Huur je buitenwippers in? Niet elk gescheiden koppel-plus-aanhangsels gaat elke zondag samen op restaurant. En voor je het weet staat je klas in brand.
Want ook bij Klasse zien we dat het niet overal peis en vree is. In onze mailbox zitten verhalen van gescheiden koppels die het oudercontact zien als een afl evering van ‘De Rechtbank’. De school is sowieso een doorgeefl uik voor gitaren en skateboards en elke directeur klust al bij als relatietherapeut. Maar die avond, die klas, dat is jouw terrein. Jij zet de regels uit: we praten enkel over hoe je kind het op school doet, hoe het zich voelt. Al de rest is voor buiten de schoolpoort of op café.
Je merkt het al, met een beetje voorbereiding kom je al een heel eind. Slechts één knoop kunnen we niet in jouw plek doorhakken en die gaat over je tijd: een kwartier per huis of een kwartier per kind? Ouders splitsen of allemaal samen? Maak voor jezelf de afweging. Achterstallig verbeterwerk, de laatste bus naar huis, het oordeel van je collega’s, je nood aan sociaal contact en … je slaap.
Want zorg ook voor jezelf. Wie niet op het oudercontact verschijnt, verdient geen cadeau voor Vader- of Moederdag. En dat is dan weer een pak minder stress in mei en juni.
De directeur
Tekst Berber Verpoest Beeld Kevin Faingnaert
Wat andere leraren de stad uit jaagt, trok Lien De Neve net aan: de drukte, de diversiteit, zelfs de deining. Als directeur in Molenbeek ziet ze de kansen tussen de hindernissen door. “Wij focussen op wat onze leerlingen al kunnen en zien de mogelijkheden die ze in zich dragen.”

“Ik kom uit Dendermonde en ik heb gestudeerd in Gent. Na mijn studies kon ik in beide steden aan de slag als leraar. Toch solliciteerde ik nog in Molenbeek, bij basisschool De Knipoog. De grootstad trok mij aan. Ik wilde opgaan in de drukte en de diversiteit opsnuiven. Hier komt de halve wereld samen. De problemen schrikten me niet af. Integendeel, die zou ik oplossen.”
“Dat was een tikje naïef, merkte ik snel. Maar ik leerde ook wat je wél kan betekenen als school: een plek zijn waar leerlingen én ouders zich thuisvoelen, waar we hun inbreng waarderen en hun talenten helpen ontwikkelen. Die inzichten kreeg ik hier als leraar mee en die draag ik uit als directeur.”
ZOTTE DOOS “Dit is mijn derde schooljaar aan het roer van de basisschool. Haast stoemelings begon ik eraan. De school vond maandenlang geen opvolger voor de vorige directeur. Ze haalde met videoboodschappen nochtans alles uit de kast, maar niemand reageerde. Na veel wikken en wegen – directeur op je dertigste? – en een duwtje van collega’s waagde ik uiteindelijk de sprong.”
Een wit T-shirt met opschriften van haar collega’s siert de muur van haar bureau. ‘Zotte doos’, staat er. Daaronder ‘spreekbuis van het team’ en ‘wil het beste halen uit ieder kind’.
“Dat shirt dateert nog van toen ik les gaf, maar ik ben geen haar veranderd. Tijdens het examen voor directeur heb ik mijn neuspiercing uitgedaan en mijn tattoos verstopt. Het voelde een beetje als verraad aan mezelf. Toen heb ik beslist: als ik directeur word, doe ik het op mijn manier. Sindsdien kom ik gewoon met mijn Vans en gescheurde broek naar school.”
Lien toont een van haar drie tattoos: twee plusjes op haar pols. “Die herinneren mij eraan om naar alles en iedereen met een open en positieve blik te kijken. Dat is me niet altijd gelukt. Een aantal jaren geleden ging ik door een zware periode. Ik heb leren relativeren en mijn energie steken in wat écht belangrijk is. Kan je er iets aan doen, doe het dan. Speelt het boven je hoofd, laat het dan.”
“Met die positieve blik wandel ik ook door de school. Onze leerlingen boksen van jongs af aan op tegen vooroordelen en stereotypen. ‘Terrorist’, ‘krapuul’, of ‘armoezaaier’, ze krijgen het allemaal naar het hoofd. Positiviteit is ons tegengif. Wij focussen op wat leerlingen al kunnen en de mogelijkheden die ze in zich dragen.” OVERAL TAAL “Om die groeikansen ten volle te benutten, is taal cruciaal. Dus moet je taal in elk hoekje van de school terugkomen. In elke klas vind je boeken, een uitdagende leeshoek en sinds dit schooljaar hebben we een schoolbibliotheek. We organiseren een boekenbeurs, ’s middags lezen de leraren voor in het leesatelier en we doen elk jaar mee aan de Voorleesweek.”
“De overgrote meerderheid van onze leerlingen spreekt thuis geen Nederlands. Ze moeten haast allemaal een achterstand dichtrijden. We hopen dat dat lukt met ons intensieve taalbeleid. Dat betekent niet dat de thuistaal in een doosje moet. We schakelen ze in om de brug te slaan naar de ouders. Zij lezen voor in hun eigen taal en maken deel uit van onze leesambassadeurs.”
“Negen jaar lang volgen we elke leerling individueel op en zetten we zwaar in op woordenschatonderwijs, technisch en begrijpend lezen. Daarin laten we ons begeleiden door co-hogeschool Odisee en het Onderwijscentrum Brussel. We beginnen in de kleuterklas met woordspinnetjes en verteltassen. Zo verwerven ze kernwoorden rond uiteenlopende thema’s als herfst of koken en stimuleren we ze om ook buiten de school met taal bezig te zijn. Daarna worden onze taalimpulsen steeds rijker en complexer. Zo hopen we te eindigen met mondige zesdeklassers die klaar zijn voor hun volgende grote stap: het secundair.”
“Op school geven we ze ruimte om hun talenten te ontdekken en te verkennen welke kant ze uit willen. Maar ze hebben ook nood aan herkenbare rolmodellen die voor hen richtingsborden zetten. Daarom werken we samen met creatieve organisaties uit de buurt die met de kinderen aan de slag willen. Zo neemt Toekomst Atelier de l’Avenir (TADA) in het weekend onze school over. Dan krijgen kinderen een ingenieur of scheikundige voor de klas. Beroepen die ze in hun kleine netwerk niet terugvinden.”
VEILIGE THUIS Buurt en school delen een stuk speelplaats en een moestuintje. Een smal flatgebouw torent er hoog bovenuit. Een ander buigt eromheen als wil het de school omhelzen. “De buurt is nooit veraf. Bruggen slaan is belangrijk. Bijna iedereen woont op wandelafstand, sommige leerlingen leven in die appartementsblokken.” Maar de omhelzing kan ook beklemmen.
Lien vist enkele lege blikjes energiedrank van onder een bank naast de moestuin. “Ik doe elke dag mijn ronde. Soms vinden we zelfs drugs. Dan komt de veiligheid van onze leerlingen in het gedrang. Voor sommige kinderen is de school hun enige veilige thuis. Dat willen we absoluut blijven.”
Wie is Lien De Neve?
• directeur van De Knipoog in Molenbeek • eerst negen jaar leraar in het eerste leerjaar, nu haar derde jaar als directeur





“Onze leerlingen zijn niet immuun voor de problemen van de grootstad. Enkele wonen in krotten of lijden onder huiselijk geweld of gescheiden ouders die elkaar het leven zuur maken. Zowel fysiek als mentaal weegt dat door en bemoeilijkt dat het leren. We proberen die signalen tijdig op te vangen. Maar ingrijpen is niet simpel.”
“Begin dit jaar werd een tweeling thuis weggehaald en ondergebracht bij pleegouders. Ze konden helaas niet terecht bij hetzelfde gezin. Een van de broers wilde het dak opklimmen. Een kwartier lang moest ik hem vasthouden voor hij gekalmeerd was. Het verdriet van mijn leerlingen gaat me recht naar het hart. Vaak kunnen we alleen maar troosten en verzachten, niet voorkomen of oplossen. Ook al willen we dat zo graag. Mijn man zegt dat ik meer afstand moet bewaren. Hij heeft ongetwijfeld gelijk, maar ik ben geen directeur geworden om op een afstand toe te kijken. Ik wil er middenin staan.”
LIJM “Schouder aan schouder, dat geldt ook voor mijn team. Ik ben niet de chef die erboven staat, eerder de lijm die alles bij elkaar houdt. Een directeur kan eigen accenten leggen maar beslist beter niets alleen. We tekenen alles samen uit. Ons taalbeleid is daar het mooiste voorbeeld van.”
“Ik kom uit dit team, ken iedereen door en door. Maar als je switcht van leraar naar directeur verandert je rol van het ene moment op het andere. Nu moet ik belangrijke knopen hakken. Communicatie is cruciaal, je moet plannen, een personeelsbeleid voeren en iedereen op dezelfde lijn krijgen. Op al die vlakken moest ik bijleren. Vergaderingen verlopen efficiënter en ik schuif pittige gesprekken niet langer voor me uit. Maar het allermoeilijkste voor een directeur in Brussel is een volledig team bij elkaar puzzelen. Het personeelstekort weegt op iedereen.”
“Vroeger had ik keuze uit meerdere kandidaten, nu mag ik blij zijn als iemand toehapt. In een sollicitatiegesprek voel ik me vaak de sollicitant die de tegenpartij moet overtuigen: ‘We zijn een jong, sympathiek team. Samen brengen we onze leerlingen een heel eind verder.’ Iets anders kan ik niet in de weegschaal leggen. Brussel schrikt af. Dat krijgen we als school moeilijk gekeerd.”

Het klinkt als een noodkreet. Voor het eerst vergeet Lien even de plusjes op haar pols. Nochtans is er ook positief nieuws: “Vandaag start juf Veerle in het derde leerjaar. Ze studeerde geschiedenis maar heeft geen pedagogisch diploma. Maar ze is enthousiast en ik ben opgelucht dat we eindelijk iemand hebben.”
“Het schooljaar is al maanden ver en voor het eerst zijn we compleet. In theorie toch, want een collega in zwangerschapsverlof en een langdurig zieke moeten we intern opvangen. Tijdelijke vervangopdrachten krijg je in Brussel niet ingevuld. En dan riskeer je ook nog quarantaines. Toch heb ik nog geen seconde spijt gehad van mijn keuze. Diezelfde drive voel ik bij mijn leraren. Hier hebben we, ondanks alles, het gevoel dat we het grootste verschil kunnen maken. En op die plek willen we zijn.”
OUDERS Op maandagochtend ligt die plek aan de schoolpoort. Terwijl ze alcoholgel in de klamme kleuterhandjes spritst, spreekt Lien elk kind en elke ouder even aan. Een compliment over een nieuwe muts, een opmerking over een plotse groeischeut. Niemand ontsnapt aan de aandacht van de directeur. Een ouder die er in de chaos toch vandoor glipt, roept ze terug om te vragen hoe haar zieke man het stelt.
“Ouders moeten ons als partner zien bij de opvoeding van hun kinderen en niet als boeman. Bij slecht nieuws overheerst dat gevoel soms nog. Als een gesprek moeilijk loopt, switch ik van directeur naar mijn rol als collega-mama. Iedereen wil het beste voor zijn kind. Het vertrouwen winnen is cruciaal.”
“Daarom is ouderparticipatie het derde grote speerpunt van ons schoolbeleid. Naast taalontwikkeling en sociaal en psychisch welzijn. Corona heeft de afstand vergroot. We proberen die deels te dichten met onze digitale communicatiekanalen. Cruciale informatie wisselen we af met leuke filmpjes van leerlingen en frisse initiatieven van ouders. Zo blijven we iedereen bereiken. Straks posten we een video van drie enthousiaste mama’s die het oudercomité nieuw leven inblazen.”
“Het liefst wil ik de ouders opnieuw in de klas maar voorlopig lukt het alleen buiten. Daarom sta ik hier ’s ochtends aan de schoolpoort. Ik hoop dat die mama gevoeld heeft: hier kan ik terecht. Niet alleen om het over de punten van mijn zoon te hebben, maar ook als het thuis wat moeilijker gaat. Zo omhelst de school ook de buurt.”