VAN MENS TOT MENS

“SOPHIE KON HEEL GOED LUISTEREN, GAF EIGENLIJK NOOIT ADVIES. DAT VOND IK ZO PRETTIG”
Deelnemer Ilja over haar vrijwilliger van Steun bij Rouw.
“ONZEKERHEID ZAL ER ALTIJD ZIJN. HET VIRUS LEERT ONS: JE KUNT NIET ALLES STUREN”
Filosofisch counseler Reine Rek over de coronacrisis.
“OOK DEZE KINDEREN MOETEN EEN KANS KRIJGEN. WAT KRIJG JE ANDERS VOOR MAATSCHAPPIJ?”
Medewerker Joop van villa Heideheuvel, waar Humanitas vlak na de oorlog kinderen van NSB’ers opving. magazine van Vereniging
Bij het contact tussen onze vrijwilligers en deelnemers draait het om oprechte aandacht. Om vragen stellen en luisteren naar elkaar. De Goed Gesprek Kaartjes vormen een inspiratiebron voor een mooi gesprek met een ander. Probeer het eens: kies een vraag en laat je verrassen door het gesprek dat ontstaat.
Wie bewonder je en waarom?
Voor wat of wie in je leven ben je het dankbaarst?
Wat is je dierbaarste herinnering?
Met welke vijf mensen breng je het liefst je tijd door?
Als je een uur mocht praten met iemand uit het heden, verleden of de toekomst, wie zou je dan kiezen en waarom?
Wat waardeer je het meest in vriendschappen?
Als je morgen wakker werd met een nieuw talent, wat zou dat dan zijn?
Wat is het waardevolste dat je geleerd hebt in je leven?
Vul de volgende zin in: ik zou willen dat ik iemand had met wie ik ... kon delen.
Wanneer voelde jij je voor het laatst eenzaam en hoe kwam dat?
Beschrijf hoe een perfecte dag er voor jou uit ziet.
Welk advies zou je geven aan de kindversie van jezelf?
Je bent zo oud als je je voelt, zeggen ze. Hoe oud voel jij je?
Wat is belangrijker: wijsheid of intelligentie?
Als je moest kiezen tussen alleen nog oudere herinneringen koesteren of alleen nog nieuwe herinneringen maken, wat kies je dan?
Waar moet jij altijd hard om lachen?
Over welk onderwerp zou je onvoorbereid een half uur lang een presentatie kunnen geven?
Waar ging je laatste droom over?
Humanitas komt sinds 1945 op voor een samenleving waarin plaats is voor iedereen. Ongeacht leeftijd, achtergrond of levensovertuiging: bij Humanitas is iedereen welkom. Al 75 jaar bieden haar vrijwilligers praktische hulp, tips, vriendschappelijk contact en een luisterend oor. De komende tijd zal deze hulp nog harder nodig zijn. Humanitas zorgt ervoor dat de vrijwilligers hun werk – ook nu, juist nu – kunnen blijven doen.
Humanitas zet al sinds de jaren vijftig lotenverkoop in om haar werk te kunnen doen en werkt vanaf het begin samen met de Postcode Loterij. Humanitas ontving sinds 2008 een bijdrage van € 62,9 miljoen. Deelnemers van de Postcode Loterij: bedankt! Dankzij u kunnen wij Humanitas en meer dan 100 andere organisaties financieel ondersteunen. En dankzij u heeft de Postcode Loterij sinds 1989 al ruim € 6,2 miljard aan goede doelen geschonken. Samen voor een betere wereld: postcodeloterij.nl
3
VOORWOORD
4
Het allereerste Kinderkamp vond kort na de bevrijding plaats. In een boerderij in Edam werden 36 ondervoede jongens uit Amsterdam opgevangen. Ze kwamen naar het kamp om aan te sterken na de ontberingen van de oorlog.
8
Kort na de oorlog vangt Humanitas in de Hilversumse villa Heideheuvel kinderen van NSB’ers op. De 25-jarige Janny Nieuwburg gaat er werken als kinderverzorgster.
Het coronavirus heeft de wereld volledig veranderd en een vergrootglas gezet op de kwetsbaarste mensen in onze maatschappij. Hoe gaan we daar als Humanitas zo goed mogelijk mee om? En welke lessen kunnen we daarbij meenemen uit ons verleden?
16
”Sophie kon heel goed luisteren, gaf eigenlijk nooit advies. Dat vond ik zo prettig. Het gaf me heel veel ruimte, gek genoeg eigenlijk meer dan bij vriendinnen.”
In het kader van het 75-jarige jubileum bracht Humanitas vijf directeuren van de grootste humanistische organisaties in Nederland bij elkaar voor een filosofisch gesprek over gedeelde waarden, uitdagingen en kansen van deze Humanistische Alliantie anno 2020.
Bijzondere, grappige en ontroerende ontmoetingen; onze vrijwilligers vertellen over wat zij zoal meemaken.
25
De coronamaatregelen vragen om een andere invulling van het contact met onze deelnemers. Door te kijken naar wat wel kan, laten we zien waar Humanitas al 75 jaar sterk in is: er zijn voor elkaar.
27 HUMANITAS COMMUNITY
Drie leden en vrijwilligers vertellen waarom zij ervoor kiezen om zich te verbinden aan Humanitas.
30 NALATENSCHAP
31 REPORTAGE
boek over schrijven.” Humanitasvrijwilligers in de regio Zaanstreek kijken samen met mensen terug op wat mooi en wat moeilijk was, om levensverhalen op te tekenen.
35
FACTSHEET
Humanitas in vogelvlucht
36
ONZE PROGRAMMA’S
SASKIA BOSCH, SCHRIJVER
‘DAGBOEK’ (P.8)
“Soms valt een prachtig verhaal je zomaar in de schoot. Zoals het verhaal over Janny Nieuwburg en villa Heideheuvel. Het begon vorig jaar met een mailtje van dochter Milja. Ze had dagboeken van haar moeder uit de tijd dat ze in Heideheuvel werkte. Of we die wilden hebben? Ja, natuurlijk!
De drie schriftjes bleken een mooi inzicht te geven in het dagelijks leven in de villa. En vooral de liefde voor de kinderen die Janny voelde spatte van de pagina’s. Tijdens een gesprek met dochters Milja en Nienke bleek het verhaal nog bijzonderder. Want de liefde tussen hun vader en moeder, die beiden in Heideheuvel werkten, bleek in de villa te zijn opgebloeid. Ondanks hun enorme afkeer van de NSB (vader Joop kreeg na de oorlog een Yad Vashem-onderscheiding voor zijn verzetswerk) vonden ze toch dat ook deze kinderen een kans verdienden. We zeggen het zo vaak: Humanitas is er voor iedereen. Is er een betere illustratie denkbaar van deze overtuiging dan dit verhaal?”
Halverwege het maakproces van deze uitgave kregen we te maken met de coronamaatregelen. Reportages moesten op afstand worden gemaakt. Fotografen konden niet op pad. Dus werden interviews telefonisch of via Skype gedaan en stelden geïnterviewden eigen beeldmateriaal beschikbaar. We maakten een speciale serie beelden met als thema contact op afstand. Dankzij de medewerking en flexibiliteit van iedereen die bij deze Van Mens Tot Mens betrokken is, ligt er nu toch een jubileumuitgave die het bekijken, lezen en doorgeven waard is. Hoera!
ROBERTO LOBOSCO, SCHRIJVER HUMANISTISCH KWINTET (P. 18)
“Het had nogal wat voeten in de aarde om het Humanistisch Kwintet op te tuigen. Probeer maar eens een tijdstip te vinden waarop vijf directeuren met overvolle agenda’s tegelijk kunnen afspreken. Nadat we eindelijk een datum en tijd hadden, brak de coronacrisis uit en werd alles anders. De datum kwam te vervallen vanwege acute werkzaamheden en het hele planningsritueel – ditmaal via een Skype-vergadering – begon van voren af aan.
Gelukkig zagen de vijf directeuren de meerwaarde van een gesprek over humanistische waarden toen en nu heel erg zitten, dus de bereidheid om digitaal af te spreken was groot. Hoewel we de vijf ‘chefs’ uiteraard het liefst fysiek bij elkaar hadden gehad, werd het een mooi gesprek.”
Voor deze jubileumuitgave doken we met veel plezier in onze rijke geschiedenis en dat leverde prachtige verhalen op. Beleef zelf 75 jaar Humanitas op geschiedenis.humanitas.nl
MAARTJE VAN LAARHOVEN, PROJECTMANAGER VANDEJONG CREATIVE AGENCY
“Wij verzorgen bij Vandejong de opmaak voor Van Mens Tot Mens. Dit jubileumnummer is natuurlijk extra speciaal en dat moet het magazine ook uitstralen. We zijn dicht bij de vertrouwde vormgeving gebleven maar wel met een feestelijk sausje. Dit nummer verschijnt in een uitzonderlijke periode. Een tijd waarin we leren hoe belangrijk contact en er voor elkaar zijn is. Deze uitgave staat vol met mooie voorbeelden. Zoals in de rubriek Toen en Nu waarin je leest over Humanitas-activiteiten die na 75 jaar nog steeds relevant en levend zijn. De persoonlijke en mooi geïllustreerde vrijwilligersverhalen op pagina 22 zijn ook heel bijzonder. En speciaal voor deze jubileumeditie ontwierpen we de Goed Gesprek Kaartjes, daar is nu alle tijd voor.”
In het jaar dat wij als land en als Humanitas 75 jaar vrijheid vieren, is onze vrijheid ingeperkt. Door het coronavirus zitten we veel binnen, we mogen elkaar niet aanraken, niet bezoeken. 75 jaar geleden waren wij er om mensen die geen hulp konden krijgen te ondersteunen. Het was toen hard nodig. En dat is het nu opnieuw. Vrijheid is niet vanzelfsprekend. Ondersteuning ook niet.
Ik zie hoe hard Humanitas meebeweegt – zoals we altijd hebben gedaan – om die support te bieden. Samen mobiliseren we menskracht en zoeken we naar alternatieve en creatieve oplossingen. We (video)bellen met onze deelnemers, schrijven weer kaartjes, oude telefooncirkels en chats worden in ere hersteld. Ook denken we na over straks. De kracht van Humanitas zit hem tenslotte in de opbouw, in het ‘er zijn’ op de lange termijn.
Het vraagt om veel inzet, maar die inzet is er. Ons doel is en blijft om onze 74.000 deelnemers zo goed mogelijk te blijven ondersteunen. Want met andere mensen om je heen, mensen die er voor je zijn, kun je de wereld aan. En dat is, juist nu, nodig.
In dit jubileumnummer van Van Mens Tot Mens lees je over bijzondere initiatieven die inmiddels zijn opgestart. Maar we richten ons niet alleen op het coronavirus. We hebben een mooi verhaal van twee zussen wier ouders elkaar ontmoetten in het Humanitas-opvangtehuis voor kinderen van NSB’ers; zij gaven ons de dagboeken van hun moeder. Ook hebben we, natuurlijk op afstand, een reportage gemaakt over onze activiteit Levensboek.
Als extraatje in deze speciale uitgave hebben we uitscheurbare Goed Gesprek Kaartjes gemaakt: inspiratie voor een mooi gesprek met een ander, bekend of onbekend. Zodat we met elkaar, deze moeilijke periode doorkomen.
Veel leesplezier, Angelique van Dam, directeur Humanitas
Edam
Kinderkampen, of Kindervakantieweken zoals we ze nu noemen, maakten vanaf het begin deel uit van het Humanitas-hulpaanbod. Het allereerste Kinderkamp vond kort na de bevrijding plaats. In een boerderij in Edam werden 36 ondervoede jongens uit Amsterdam opgevangen. Ze kwamen naar het kamp om aan te sterken na de ontberingen van de oorlog. Ook wilde de kampleiding de jongens weer wat orde en regelmaat bieden, want de Amsterdammertjes hadden vaak jaren moeten bedelen en stelen om aan eten te komen. Hun vaders waren in veel gevallen verdwenen, ondergedoken of opgepakt.
Kort voor aanvang van het kamp was er een tekort aan alles. De organisatoren, Tine en George Poelman, moesten bij allerlei instanties sjacheren om eten en spullen los te krijgen. Zo zorgde het Amerikaanse Rode Kruis voor dekens en matrassen en gaf het Canadese leger blikken biscuit, eierpoeder en chocolade. Bestek werd geleend van een plaatselijk hotel en de was kon gedaan worden in
een grote kookpot van een bevriende boer. Een loodgieter legde de kranen in de schuur aan. Ook kregen de jongens klompen, omdat de meesten geen schoenen hadden. De kampleiders doopten de jongens daarom gekscherend het ‘klompenbataljon’. Natuurlijk was er ook tijd om plezier te maken. Er werd gevoetbald, gespeeld en gezongen. Zo konden de jongens de sombere oorlogsjaren achter zich laten. Ook aan warmte was geen gebrek. Bij het slapen gaan werden de jongens toegedekt en kregen ze een ‘smokkie’, een zoentje, van de kampleiding.
Hoe houtje-touwtje het Kinderkamp ook was, mede door de liefdevolle aanpak werd het kamp een groot succes. De jongens knapten zienderogen op en konden aangesterkt weer terug naar Amsterdam. Ze werden elke zaterdagmiddag gewogen en uiteindelijk bleken ze in zes weken tijd gemiddeld zes pond te zijn aangekomen. Een jongen verliet het kamp zelfs dertien pond zwaarder.
“Een paar jaar geleden zat ik met een Humanitas-vrijwilliger in de kroeg. Zij vertelde me zulke mooie verhalen over het Kinderkamp Zeeland, dat ik er ook enthousiast over werd. Korte tijd later belde ze op en vroeg: ‘Heb je zin om kinderen te vermaken en een kamp te draaien?’ Toen heb ik mijn spullen gepakt en binnen een uur was ik op locatie. Ik legde mijn spullen neer, stelde me voor en deed mee. Natuurlijk kreeg ik wel uitleg over wat ik moest doen.
Nu ga ik mijn vierde jaar in en ik leer nog elk jaar bij. Vorig jaar was er bijvoorbeeld een gymdocent die uitlegde hoe je spellen kunt opbouwen. Het is fijn dat je jezelf zo kunt blijven ontwikkelen. Dat neem ik dan weer mee naar een volgend jaar. Ik steek best veel tijd in het Kinderkamp. We beginnen eind februari, begin maart met de
voorbereidingen en dan is er nog de week zelf. Wat het voor mij waard maakt is de lach op de gezichten van de kinderen. En hoe ze aan het eind van de week langskomen om je te bedanken en zeggen: ‘Het was een superweek, ik heb er heel erg van genoten’. Het is zo fijn om te zien dat ze even gewoon kind kunnen zijn en helemaal weg uit de sfeer van thuis. En dat ze zo blij zijn met wat voor ons heel normaal is: op vakantie gaan. Voor de kinderen van de kindervakantieweken is dat helemaal niet vanzelfsprekend.
We doen ontzettend veel leuke dingen, zoals zeilen of een silent disco. Eén van de geluksmomentjes die me altijd bij is gebleven is een bonte avond tijdens mijn eerste jaar. Ieder kind had alleen of in een groepje de hele dag gestudeerd op een liedje of een dans. En ’s avonds voerden ze dat op, dat was zo leuk om te zien.
Er komen wel eens kinderen naar je toe die je iets willen vertellen. Dat zijn soms heftige verhalen. Bijvoorbeeld kinderen van dertien die moeten werken om eten te kunnen kopen en volop in de huishouding moeten meedraaien. Gelukkig kun je die verhalen met iemand van de kampleiding bespreken. Want je moet het niet mee naar huis nemen. Als je dat kunt, is het meedraaien in een vakantieweek een heel mooie ervaring. Ik zou iedereen die houdt van en ravotten en vies worden, aanraden vrijwilliger te worden bij de Humanitas Kindervakantieweken. Ik ga in elk geval elk jaar met een gevoel van voldoening naar huis.”
Hoe vind je je weg in een nieuw land? Met deze vraag werden vele repatrianten uit Nederlands-Indië/Indonesië na de Tweede Wereldoorlog geconfronteerd. De stroom Indische Nederlanders kwam kort na de Japanse capitulatie in augustus 1945 op gang en zou nog tot in de jaren zestig duren. Onder de repatrianten bevonden zich veel Indo’s, mensen van gemengd Nederlands-Indonesische komaf, die in het voormalig Nederlands-Indië waren geboren en getogen. De gezinsverzorgsters van Humanitas stonden ook deze repatriantengezinnen bij. Een artikel uit 1956 in het Humanitas-blad beschrijft hoe de gezinsverzorgsters hen konden begeleiden. Zo hielpen zij met de budgettering van het inkomen (niet de hele dag de kachel laten loeien!) en leerden zij de repatrianten hoe die de dure Nederlandse winterkleren konden herstellen.
Een andere moeilijkheid was, aldus het artikel, dat de repatrianten niet gewend waren aan de ‘Hollandsche pot’ en de neiging hadden Indische gerechten te bereiden, die in Nederland nogal kostbaar waren: “Hierbij zal speciaal gewezen moeten worden
op grondstoffen die in een bepaald seizoen goedkoop te verkrijgen zijn.”
Daarnaast was een goede dagindeling volgens Humanitas van groot belang. Want: “Het is b.v. opvallend dat de gerepatrieerde vrouwen over het algemeen de neiging hebben vele malen in de week de was te doen, waardoor ze dan niet voldoende tijd hebben om geregeld orde op andere zaken te stellen. De gezinsverzorgster zal in dit geval dus moeten trachten de vrouw te doen inzien, dat zij een vaste was- en strijkdag neemt.”
Tot slot werd de gezinsverzorgster aangeraden om voorzichtig adviezen te geven ten aanzien van de verzorging van de kinderen. “De pas gerepatrieerde vrouwen hebben de neiging om de kleine kinderen de gehele winter binnen te houden, omdat ze het hier in dat jaargetijde zo koud vinden. Dit is natuurlijk in het geheel niet in het belang van deze kleintjes, voor wie de frisse buitenlucht even noodzakelijk is als voor de andere kinderen. Vanzelfsprekend moeten zij eerst gewend raken aan het geheel andere klimaat, maar wanneer zij erop gekleed zijn, kan ook voor hen de kou geen kwaad.”
“Ik ben nu bijna vier jaar in Nederland. Het was voor mij en mijn kinderen moeilijk om aan een nieuw land te wennen. Vooral omdat we niet veel contact met de buren hadden. We zaten alleen thuis en gingen alleen naar buiten. In Syrië hadden we wel veel contact met de buren en gingen we regelmatig bij elkaar op de koffie. Zo leer je elkaar kennen en ben je niet alleen.
Al mijn familie woont nog in Syrië. Alleen een zus is ook in Nederland, maar ze woont ver weg, in Goes. Het is lastig om daar te komen omdat het wel anderhalf uur kost met de trein. Daarom vond ik het fijn dat vrijwilliger Nina van Home-Start bij ons langskwam. Met Nina ben ik naar de speeltuin gegaan, we hebben samen gekookt en de kinderen voorgelezen. En ik kon ook met al mijn vragen bij haar terecht. Mijn moeder en vader zijn niet hier, maar van Nina kreeg ik adviezen over de kinderen. Zo heb ik haar eens gevraagd of ik bepaalde bloemen in huis kon hebben, of die gevaarlijk zijn voor kinderen. Of toen mijn kinderen een beetje bang waren en enge dromen hadden, legde ze uit dat dit normaal was op die leeftijd. Ook voor andere vragen kon ik bij haar terecht. Zij kon me echt helpen als ik problemen had.
Ik heb nu ook contact met andere vriendinnen, die kinderen in dezelfde leeftijd hebben. Dat is voor mijn kinderen ook leuk, dat ze samen kunnen spelen. Het contact met Nina was heel fijn, het is een lieve vrouw. Ze is nu echt mijn vriendin. Ik heb inmiddels meer vriendinnen, maar ik vind Nina het liefst.”
Een “lezinkje ter vulling van een gezellige verenigingsavond”, dat moesten de voorlichtingsbijeenkomsten van Delinkwentie & Samenleving (D&S) beslist níet worden. Zo valt te lezen in een Van Mens Tot Mens uit die tijd. Het project ging in 1974 van start en de ex-gedetineerden die als vrijwilligers hun verhaal deden wilden hun ervaringen over hun arrestatie, verhoor, gevangenschap en terugkeer in de maatschappij delen. Zo wilden ze vooroordelen wegnemen en anderen waarschuwen voor de fouten die zij hadden gemaakt. “Want hoe minder men weet, hoe makkelijker men oordeelt,” schreef Humanitas toen in een folder. Het projectteam stelde zich ten doel vragen op te werpen rond de functie van straf en wilde taboes rondom detentie wegnemen. Ook veelgehoorde meningen over detentie kwamen tijdens de voorlichtingen aan bod, zoals het idee dat Nederlandse gevangenissen wel op hotels leken of dat mensen er doorgaans met een veel te lichte straf vanaf kwamen.
Een ander detentieproject uit die tijd was Gedupeerden van Misdrijven. Samen met het ministerie van Justitie experimenteerde Humanitas in Haarlem en Hoorn met het treffen van een regeling tussen dader en slachtoffer. In de praktijk bleken de slachtoffers vooral behoefte te hebben aan hulp bij de verwerking en aan een schadevergoeding. Het project was zo succesvol dat Humanitas het initiatief nam tot een Landelijk Overleg van deze slachtofferhulpprojecten. Het was de voorloper van wat nu Landelijke Organisatie Slachtofferhulp heet.
“Iedereen heeft een mening over criminaliteit en gevangenschap. Maar bijna niemand heeft er verstand van.” Als coördinator Detentie van de afdeling Amsterdam en Diemen weet Eileen Ruiter hoe gevoelig het thema detentie ook in onze tijd nog ligt. “Je merkt dat er in de samenleving een sentiment is dat vraagt om langer en harder straffen. Maar niemand is bezig met de vraag: Wat als deze persoon vrijkomt en het is je buurman? Als ik op verjaardagen vertel wat ik doe, krijg ik reacties als: ‘Het is toch hun eigen schuld dat ze vastzitten of dat ze hun huis zijn kwijtgeraakt? En waarom verdienen ze een dag met hun kinderen?’”
“Maar als je mensen samenbrengt, verdwijnen vooroordelen en blijven er gewoon mensen over. Dit is een groep die overal buiten valt en die wil ik warm binnenhalen. Bovendien dragen we met onze hulp ook bij aan recidivevermindering. Veelplegers geven vaak aan dat ze delicten begaan omdat ze in financiële problemen zitten. Als wij ze kunnen helpen ervoor te zorgen dat hun basisvoorzieningen zijn geregeld, zorgt dat voor minder criminaliteit.”
In haar functie als coördinator koppelt Eileen vrijwilligers aan (ex-)gedetineerden. Dat is altijd maatwerk. Zo speelt vooral bij lang- en levenslanggestraften eenzaamheid een grote rol. En gedetineerden die net vrij zijn gekomen hebben vooral hulp nodig om hun leven weer op te pakken. “Het is belangrijk voor ze dat ze hulp krijgen van iemand die weet hoe het binnen was en die ze kan begeleiden bij de stap van het naar buiten komen. De bureaucratie is ingewikkeld en zeker als je veel zorgen en stress hebt, is het moeilijk om daar mee om te gaan. Een vrijwilliger stelt vragen en maakt problemen behapbaar.. Ze zijn wegwijzer en een steuntje in de rug. Zelf heb ik ooit een man gecoacht die steeds zei: ‘Ik ben zo blij met je’. Terwijl ik dacht: ‘Ik doe zo weinig, je doet het allemaal zelf’. Later realiseerde ik me dat er alleen maar zijn soms genoeg is. Dat het al voldoende is als iemand zonder oordeel naar je luistert en dat je bij die persoon je verhaal kwijt kunt.”
Kort na de oorlog vangt Humanitas in de Hilversumse villa Heideheuvel kinderen van NSB’ers op. De 25jarige Janny Nieuwburg gaat er werken als kinderverzorgster, en ontmoet er haar grote liefde. Haar tijd in de villa legt ze vast in haar dagboeken. “Ik heb nog nooit in een kindertehuis zo sterk het gevoel gehad als hier in dit huis, dat het m’n eigen kinderen zijn.”
“25 december 1945. Vanmorgen om half vier was het al reveille in het kinderhuis voor de katholieke kinderen. We zijn naar de nachtmis in Huizen geweest. Kennelijk voldaan zijn we weer huiswaarts gegaan. Zelfs Willem voelde zich erdoor gesticht en vond het erg prettig dat het doorgegaan was. De hele verdere dag stond in het teken van het naderende feest. Ze hebben nog de laatste versieringen klaargemaakt. Om vier uur begon het kerstfeest. De kinderen waren erg onder de indruk en vooral de kaarsenverlichting maakte erg veel indruk.”
Zo begint Janny de dagboeken die ze bijhoudt in de tijd dat ze als kinderverzorgster in villa Heideheuvel werkt en die haar dochters aan Humanitas hebben geschonken. In de Hilversumse villa vangt Humanitas kort na de Tweede Wereldoorlog 350 kinderen van NSB’ers op. Veel NSB’ers zijn op dat moment geïnterneerd in kampen en de kinderen die niet bij familie terecht kunnen, worden ondergebracht in kinderhuizen zoals villa Heideheuvel.
Janny is 25 als ze in het kinderhuis gaat werken en het reilen en zeilen in de villa legt ze vast in drie
schriftjes, beginnend in december 1945 en eindigend op 6 oktober 1946. Ze beschrijft het dagelijks leven in Heideheuvel, hoe de feestdagen worden gevierd en er toneelstukjes en een vossenjacht worden georganiseerd. “De hele ochtend was er al de gespannen stemming van ‘hoe zou het zijn’. (…) Wij waren de laatste groep die vertrok. Ze waren formidabel enthousiast, volgens de andere zusters was mijn groep de allerliefste. We hebben dan ook gewonnen.”
Directeur villa Heideheuvel en pedagoog Ph. H. van Praag vindt het belangrijk dat de kinderen liefdevol en in een huiselijke sfeer worden opgevangen. Daarom zijn de kinderen in de paviljoens van de villa ingedeeld in groepen van tien kinderen. Elk paviljoen heeft een eigen karakter. De kinderen in paviljoen Wigwam kunnen zich bijvoorbeeld uitleven met zelfgemaakte speren, verentooien en schilden. Iedere groep heeft een eigen slaapkamer en huiskamer, die de kinderen zelf mogen versieren. En elke groep heeft een vaste groepsleider of –leidster.
Dat deze aanpak werkt, merkt ook Janny. In haar dagboeken vergelijkt ze de tijd die ze in het Burgerweeshuis in Amsterdam werkt met haar verblijf in Heideheuvel. “Doordat in het Weeshuis de kinderen in zulke grote groepen waren samengevat misten wij als kinderverzorgsters elk persoonlijk contact met de kinderen. Ook een familie-invloed op de kinderen had het midden op de dag wisselen van personeel. Hier werk ik nou een maand ongeveer volgens dit nieuwe laten we zeggen ‘gezinssysteem’. Ik heb nog nooit in een kindertehuis zo sterk het gevoel gehad als hier in dit huis, dat het m’n eigen kinderen zijn. Ook de kinderen nemen volledig bezit van je. Je bent hun ‘eigen’ zuster en daar hebben ze te allen tijde recht op. Als ik bijvoorbeeld een vrije dag heb gehad, krijg ik nauwgezet een verslag van de gebeurtenissen die er voorgevallen zijn, alsof ze het mij als ‘de baas’ willen rapporteren. De kinderen vinden het ook stuk voor stuk even heerlijk als je ze tussen de andere kinderen aanmerkt als ‘mijn kroost’. Zo leven we hier niet ‘naast’ de kinderen zoals in het Weeshuis maar ‘met’ de kinderen in de ware betekenis van het woord.”
nooit ergens anders geweest zijn.” Hoewel hij erg ondeugend kan zijn, lijkt Gerrit Janny’s lievelingetje. De belevenissen van het “grappig jong” komen veelvuldig ter sprake in de dagboeken. “Gerrit is nog steeds even kwikzilverig en brengt af en toe de leidsters tot wanhoop door z’n speelsheid en ongebreidelde fantasie. Hij is af en toe heel erg brutaal, maar ik moet eerlijk toegeven dat het op zo’n grappige manier gebeurt dat we allemaal maar al te zeer geneigd zijn om het een beetje te negeren en het als overmoed te beschouwen. Mijn gezicht kan dus niet altijd in de plooi blijven als hij met z’n eigenwijze wipneusje parmantig in de lucht een hele boetpredikatie in de war stuurt door één of andere bijdehante opmerking.”
Dat Janny zich echt verbonden voelt met ‘haar’ kinderen blijkt wel uit het feit dat ze de ontwikkeling van de kinderen in haar groep nauwgezet bijhoudt. Ze ziet hoe ze soms overdekt met zweren en uitslag binnenkomen. “Gerrit is op de isoleerkamer met z’n zweer. Hij is erg flink, heeft geen een keer gehuild om z’n isolement, wat toch heus niet meevalt.” Ze constateert dat het sommige kinderen moeite kost om zich aan het leven in het huis aan te passen. “Peter kijkt mij aan tafel nog steeds voorbij. De jongen huilde tranen met tuiten toen ik hem naast mij wilde zetten en ook nu neemt hij nog steeds z’n gepantserde houding aan.” Ook valt haar op dat de kinderen na een vakantie weer moeten wennen aan het leven in Heideheuvel. “Koosje is nog steeds hetzelfde bijdehandje, een beetje dwarser maar toch nog ons oud gezellig dikkerdje. Ze zal wel gauw weer dezelfde lieve meid zijn die ze altijd was.”
Uiteindelijk weten de kinderen toch hun draai te vinden in Heideheuvel. “Zo langzaam maar zeker beginnen de nieuwelingen zich een plaatsje te veroveren in ons huis. Gerrit en Bart gedragen zich al alsof ze
Dat Janny met zoveel liefde over de kinderen in Heideheuvel schrijft, is volgens haar dochters Milja (70) en Nienke (71) geen toeval. “Mijn moeder was dol op kinderen,” herinnert Nienke zich. “Ze vond het heerlijk om met hen te werken, te spelen, te knuffelen. Echt een heel warm iemand. Soms als ze ons ‘s avonds naar bed bracht zei ze: ‘Ik heb het zo druk gehad, ik heb jullie nog helemaal niet geknuffeld. Daar moet ik wel goed aan denken!’ Ze vertelde dat ze kinderen in de kinderhuizen ook altijd knuffelde, omdat dat belangrijk was. Voor haar waren ook zij gewoon kinderen, die een kans verdienden. En die het verdienden om opgevoed te worden in een warme omgeving en met goede normen en waarden.”
In 1946 maakt Janny voor het eerst melding van kinderen die weer voorzichtig contact krijgen met hun ouders. Zo mag Bram in oktober van dat jaar met zijn moeder mee. “Daar is hij nog steeds verguld van. Hij is van de week erg aardig geweest en heeft niet veel omhaal teweeggebracht. Hij kan soms nogal flink dwars zijn, maar dikwijls kun je dit al van tevoren opvangen door hem af te leiden en op andere gedachten te brengen.”
De hereniging met de ouders loopt niet altijd van een leien dakje. “Thijs is met z’n tante bij zijn vader op bezoek geweest. Toen hij wegging, zei hij eerst: ‘Ik kom niet meer bij je terug hoor Zuster’. Beneden gekomen was hij te verlegen om naar binnen te gaan en huilde hij tranen met tuiten. Toen hij thuiskwam,
“Van liefde wordt niemand verdrietig, was haar uitgangspunt”
was hij eerst een beetje stil, later kwam hij wat los en vertelde wat over z’n zusje. Gisteren bereidde hij mij de grote verrassing door bij mij op de schoot te klimmen en te zeggen: ‘Ik ben blij, dat ik weer thuis bij jou ben’. Misschien had hij het bij zijn tante veel prettiger voorgesteld dan het uiteindelijk was.”
“Ze keek dwars door die rug heen. Ze zag hem als mens”
Het werk in Heideheuvel biedt Janny niet alleen de mogelijkheid om met kinderen te werken. Ze ontmoet er ook haar grote liefde. Joop werkt in Heideheuvel als boekhouder. Tijdens de oorlog zit hij in het verzet en helpt hij zijn Joodse vrienden en vriendinnen waar hij kan. Hij ontvangt na de oorlog voor zijn verzetswerk samen met zijn ouders en broer een Yad Vashem-onderscheiding van Israël. Ondanks zijn haat tegen NSB’ers gaat hij na de oorlog toch in Heideheuvel werken. Milja: “Mijn vader werd ongetwijfeld aangetrokken door de visie van Humanitas: als mens actief vormgeven aan je eigen leven en verantwoordelijk zijn voor het samenleven met elkaar. Hij was een idealist en vond dat ook deze kinderen een kans verdienden. Onze ouders hadden geen enkel begrip voor NSB’ers en konden hen hun daden niet vergeven. Maar hun kinderen? Die kon je niet veroordelen voor de daden van hun ouders en door hen de juiste normen en waarden bij te brengen, wilden mijn ouders proberen van de kinderen betere burgers te maken dan hun ouders. Mijn vader heeft wel eens verteld dat het zo moeilijk was om dekens en andere spullen te krijgen voor Heideheuvel. Er was geen geld en dan moest hij erom gaan vragen en uitleggen waar het voor was. Het feit dat het voor een tehuis voor kinderen van NSB’ers was, vormde een enorme drempel. Maar hij legde dan uit: ‘Ook deze kinderen moeten een kans krijgen.Wat krijg je anders voor maatschappij?’”
Wanneer Joop in Heideheuvel gaat werken, valt hem meteen een meisje met een rood mutsje op. Vooral dat ze altijd zo leuk met de kinderen is, vindt hij bijzonder. De romance tussen Janny en Joop begint met een weddenschap. Nienke: “Mijn vader heeft in zijn jeugd rachitis gehad waardoor zijn rug helemaal krom was. Het was een ontzettend leuke man om te zien, maar zijn rug was een beetje gek om naar te kijken. Toen mijn moeder vertelde dat ze een afspraakje met hem had, zeiden de andere vrouwen in het huis: ‘Ach nee, dat durf je helemaal niet’. Maar mijn moeder zei: ‘Ja hoor, dat durf ik wel!’
Voor hun eerste afspraakje gaan Janny en Joop uit eten en naar de film. De date loopt anders af dan verwacht, want wanneer Joop wil betalen, blijkt hij zijn portemonnee te hebben vergeten. Toch valt Janny voor Joop. “Na het eerste afspraakje was het aan,” weet Nienke. “Mijn moeder vond hem echt heel leuk, ze keek dwars door die rug heen. Ze zag hem als mens. Drie jaar na hun eerste afspraakje zijn ze getrouwd. En het is altijd een fantastisch huwelijk geweest.”
Janny en Joop zijn respectievelijk in 1998 en 1994 overleden. Maar de manier waarop ze naar de wereld keken, leeft voort in hun dochters. Nienke: “Mijn moeder vond een sterk gezinsleven heel belangrijk, want als kinderen sterk in het leven staan krijg je een mooiere wereld. Ook wij hebben kinderen niet alleen voor de lol genomen maar ook om bij te dragen aan de samenleving. Mijn vader leerde me: kijk positief naar mensen en positief naar het leven. Kijk naar de mogelijkheden en niet naar wat er niet kan. Aan die levensles heb ik veel gehad en die hoop ik ook op mijn kinderen over te dragen.” Milja herinnert zich vooral de ruimdenkendheid van haar moeder, die er geen moeite mee had als mensen samenwoonden of iemand homo was, ook al in de tijd dat dit nog niet zo gewoon werd gevonden. “Van liefde wordt niemand verdrietig, was haar uitgangspunt. Van mijn vader heb ik zijn belangstelling voor politiek geërfd. Hij geloofde in mensen, in de kracht van mensen. Dat doe ik ook.”
Het coronavirus heeft de wereld volledig veranderd en een vergrootglas gezet op de kwetsbaarste mensen in onze maatschappij. Hoe gaan we daar als Humanitas zo goed mogelijk mee om? En welke lessen kunnen we daarbij meenemen uit ons verleden? We hebben tenslotte eerder voor hete vuren gestaan. We bespraken het met zes betrokkenen, zowel binnen als buiten de vereniging.
Niet veel mensen weten het, maar Humanitas had er eigenlijk al vóór de Tweede Wereldoorlog moeten zijn. Plannen voor de oprichting lagen er al in de jaren dertig, toen de armoede in Nederland groot was en ook mensen die niet kerkelijk waren georganiseerd veel steun nodig hadden. Door de oorlog kwamen de plannen in de ijskast te liggen, maar in 1945 werd de draad snel weer opgepakt. En dat was nodig ook; gevoed door de omstandigheden bouwde Humanitas een vrijwilligersorganisatie op waar we nu nog steeds trots op zijn: een vereniging waar de menselijke waarden voorop staan, waar men naast elkaar staat en er is voor een ander.
En dat is altijd zo geweest, weet ook André Hudepohl. Hij was van 1992 tot 2017 werkzaam bij Humanitas – onder meer als directieadviseur – en heeft zich de geschiedenis van de vereniging eigen gemaakt. “Als mensen in de knel zitten, schiet Humanitas te hulp,” vertelt hij. “Altijd. Of het nu
NSB-kinderen betreft die na de oorlog in de problemen kwamen, of transseksuelen, of mensen die acuut in nood komen, zoals na de watersnoodramp in Zeeland: Humanitas is er gewoon. En dat zie je nu ook weer. Het is onze kracht, het zit in ons DNA: vanuit een sterk lokaal netwerk en een landelijke bundeling mensen te hulp schieten.”
Met de komst van deze nieuwe crisis, zijn er de afgelopen maanden dan ook veel initiatieven ontstaan om mensen te ondersteunen. Laptops met Facetime en Skype erop zijn naar verzorgingshuizen gebracht zodat mensen kunnen videobellen. Vrijwilligers zetten boodschappen bij mensen voor de deur. Oude telefooncirkels zijn afgestoft. “De basis van Humanitas staat gewoon,” zegt René Peeters, voorzitter van het hoofdbestuur van Humanitas. “Anders dan we gewend zijn misschien, maar veel bestuurders en vrijwilligers doen alles wat in hun vermogen ligt om er voor een ander te zijn. We blijven online in contact,
waardoor de digitalisering ook nog eens een boost heeft gekregen. Een die hopelijk blijvend is.”
Ook Jolan van den Broek, senior manager programma’s, fondsenwerving en communicatie bij Humanitas, bekijkt deze situatie het liefst van de positieve kant. “Ik zie veel verbindingen ontstaan. We helpen elkaar, gaan zorgvuldig met elkaar om en blijven in contact. Onze vrijwilligers doen wat ze altijd al deden, het contact opzoeken met de deelnemers. Nu we elkaar niet meer kunnen bezoeken doen we dat op een andere manier. Tegelijkertijd denken we na over de periode na de crisis. We kunnen het nu nog niet echt vastpakken, maar de impact zal groot zijn, vooral op onze activiteiten op het gebied van Thuis administratie, Eenzaamheid en Verlies. En daar waar het al niet goed ging in gezinnen schuurt het nu door het gedwongen thuis samenzijn heel erg. We zullen ermee aan de slag gaan.”
“We missen het nabij zijn, het elkaar kunnen vastpakken, of gewoon even iemand de hand schudden”
Want juist in de opbouw is Humanitas relevant, zegt Jolan. “Dat zijn we in het verleden ook altijd geweest. We denken er nu ook weer hard over na. Hoe kunnen we onze vrijwilligers goed opleiden, nu digitaal? Hoe organiseren we dat? Hoe betrekken we de mensen die spontaan zijn gaan helpen bij onze organisatie, zodat we ze een opleiding kunnen bieden en inzetten daar waar ze nodig zijn? De professionele hulpverlening zal het straks niet allemaal aankunnen tenslotte.”
Jolan ziet gelukkig dat de bereidwilligheid om mee te doen enorm groot is. “Vanuit alle hoeken van Nederland komt men naar voren om te helpen,” vertelt ze. “We kunnen veel van elkaar leren, van al die bijzondere spontane initiatieven, elkaars ideeën gebruiken en nieuwe duurzame verbindingen leggen. Er is nu nog veel onzekerheid, maar ik denk dat we – zolang dit duurt – ook comfortabel moeten zijn in het niet weten. En daar anderen zo goed mogelijk bij helpen.”
NABIJ ZIJN
Verdragen wat het leven je brengt en kijken wat voor goeds het kan brengen. Dat laatste is ook precies wat psychiater Dirk de Wachter aanraadt. “De onzekerheid is inderdaad groot en we krijgen maar moeilijk grip op de situatie,” zegt hij. “Ik zie in mijn praktijk angst, depressies en slaapproblemen ontstaan, ook bij mensen die daar voorheen geen last van hadden. We missen het nabij zijn, het elkaar kunnen vastpakken, of gewoon even iemand de hand schudden. Zeker bij verdriet. Dat kun je toch niet echt vervangen door online contact.”
Het feit dat we dat nu allemáál ervaren en missen, kan iets positiefs teweegbrengen, hoopt hij. “Veel problemen worden uitvergroot en zichtbaar. Het virus zet eenzaamheid volledig op de kaart. We kunnen daar samen iets aan doen, door solidair te zijn en creatief in onze oplossingen. Samen plannen maken, met de politiek, de zorg, welzijns- en vrijwilligersorganisaties. Wij hebben als mens de
neiging om snel op onszelf terug te vallen. Ik hoop dat we de solidariteit ook na de crisis weten vast te houden en blijven samenwerken om mensen de steun te kunnen bieden die ze nodig hebben.”
GEEN CONTROLE
En in die zin zou je deze crisis zelfs als een soort ‘reset’ kunnen zien, vindt filosofisch counselor Reine Rek. “Je merkt ineens, wat heb ik nou echt nodig? Wat is belangrijk? En dat zijn toch de mensen om je heen, fysiek contact, verbinding. De crisis heeft daar een vergrootglas op gezet. Net zoals op eenzaamheid, huiselijk geweld, zelfs onze vergankelijkheid. Er is in ons leven zoveel focus op controle. We moeten het virus bedwingen! Logisch ook, maar er zijn altijd risico’s in het leven. Onzekerheid zal er ook altijd zijn. Soms moet je de teugels iets laten vieren. Het virus leert ons: je kunt niet alles sturen.”
Vrijwilligers kunnen hier dan ook een mooie rol in spelen, vindt Reine.
“Door hun deelnemers te helpen om niet te hard te zijn voor zichzelf, maar juist zacht. Ja, dit is een rottijd. Maar je bent niet geholpen met piekergedachtes over deze ziekte, maar juist met compassie. Je kunt er niets aan veranderen. Wees vooral lief voor jezelf.”
STILLE GROEP
Een van de grootste uitdagingen, nu en straks, zal liggen in het vinden van die mensen die niets van zichzelf laten horen. “De stille groep,” aldus René Peeters. “Mensen die alleen zijn en nu helemaal geïsoleerd raken. Zij vragen vaak geen hulp. Hoe bereik je hen? Ik denk door samen te werken met andere partijen. Samen kun je meer dan alleen. Het gaat in deze coronacrisis veel om de zieke mensen. Logisch, maar er zijn meer mensen die dringend hulp nodig hebben, die zich in de steek gelaten voelen. Aan ons de taak om hen te vinden.”
Iemand die daar heel actief mee is, is Patricia Olthof, teamcoördinator Opvoeden in Twente. Toen de crisis
losbarstte, ging haar team meteen het gesprek aan met lokale welzijnsorganisaties en gemeenten om gezinnen hulp te bieden. “We deden samen een oproep aan gezinnen die, als zij daar behoefte aan hadden, gebruik konden maken van ondersteuning van onze vrijwilligers. Ook gezinnen die niet bij Humanitas bekend zijn. We betrokken daar Match bij, om de jongeren te kunnen bereiken. Daarnaast zijn we aangesloten bij het IMH-adviesteam (Infant Mental Health) in Twente, waarbij we onze expertise bundelen om zo snel mogelijk problemen die – mede door Corona – bij jonge kinderen en gezinnen spelen aan te pakken.”
Ook regelde het Fonds op Naam ‘Vang je Droom’, sinds 1 januari 2020 onderdeel van de Twentse afdeling van Humanitas, praktische hulp in de vorm van tassen met speel- en knutselmateriaal voor kinderen. Patricia: “Niet alleen voor onze Humanitas-gezinnen, maar ook lokale welzijnsorganisaties deden hier aanmeldingen voor. Mede door hun signalerende rol kon-
den we heel veel gezinnen en jongeren bereiken. Zo helpen we elkaar de crisis door. En het mooie is: omdat we nu zo fijn samenwerken met andere partijen en organisaties, zal dat straks als alles weer normaal is ook veel makkelijker gaan.”
En in die lokale kracht, daar ligt de kracht van Humanitas. “Via haar uitgebreide vrijwilligersnetwerk weet Humanitas heel goed wat er in de samenleving speelt,” zegt André Hudepohl dan ook. “De overheid zal de komende tijd een meer sturende rol gaan spelen in de samenleving. Ik zou zeggen, geef hen de signalen door! Blijf een goede gesprekspartner, ook voor andere organisaties, zodat je elkaar kunt versterken.” Dirk de Wachter gaat nog een stapje verder. “Schreeuw het van de daken!” zegt hij tot besluit. “Laat je betrokkenheid, je kennis en acties aan iedereen zien. Dan kunnen we met z’n allen, met hart en ziel, dit prachtige werk doen en mensen er weer bovenop helpen.”
“Omdat we nu zo fijn samenwerken met andere partijen en organisaties, zal dat straks als alles weer normaal is ook veel makkelijker gaan”
1945 – In november 1945 verschijnt het eerste Humanitas-magazine. Het blad heet dan nog gewoon Humanitas. Vanaf 1952 krijgt het magazine de naam Van Mens Tot Mens
1965 – Humanitas staat aan de wieg van wat nu de goededoelenloterijen zijn. De vereniging ziet al vroeg hoe mensen met loten het werk van Humanitas kunnen ondersteunen.
1953 – Het maartnummer van ons blad staat in het teken van de Watersnoodramp. Humanitas zorgt voor de distributie van hulpgoederen en stuurt gezinsverzorgsters en een maatschappelijk werkster naar het rampgebied.
1986 – In het zomernummer is er aandacht voor Kamerlid Elske ter Veld. Ze werd later lid en donateur van Humanitas, van 2000 tot haar overlijden in 2017.
1958 – De Van Mens Tot Mens heeft weer een nieuw uiterlijk gekregen. De inhoud is nog steeds degelijk met doorwrochte verhalen over opvoeding en reclassering.
1998 – Het ledenblad wordt inmiddels in full colour gedrukt en laat zien hoe asielzoekers in Nederland hun weg weten te vinden als Humanitas-vrijwilliger.
“Bij rouw heeft iedereen zijn eigen verhaal”
“Ik werk als hulpverlener met kinderen, maar wilde daarnaast iets voor mensen in rouw betekenen. Daarom meldde ik mij als vrijwilliger aan bij Humanitas Jongeren in Rouw. Een jaar lang mocht ik met Ilja optrekken. Bij rouw heeft iedereen zijn eigen verhaal. Het was heel prettig om te kunnen luisteren zonder therapeut te zijn. Ons contact was gelijkwaardig, van mens tot mens. We hadden van tevoren geen plan voor het gesprek, het was gericht op wat Ilja kwijt wilde. Ik vond dat heel prettig. Dat we allebei hetzelfde hebben meegemaakt, gaf een extra laag van verbintenis.
Rouw is een kwetsbaar onderwerp. Ik vind het heel goed dat vrijwilligers bij Humanitas goed worden opgeleid en begeleid. Voor mij was het redelijk nieuw om met volwassenen te werken. Bij hen heb ik sneller dan bij kinderen de neiging om een antwoord klaar te hebben. Bijvoorbeeld door te zeggen: dat heb ik ook. Als je probeert om dat niet te doen, geef je de ander pas echt de ruimte voor zijn of haar verhaal.
De eerste keren stond Ilja’s rouw nog op de voorgrond. Tegen het einde kwam er ook ruimte voor andere onderwerpen. Het was een mooie ervaring om er voor iemand te kunnen zijn die op z’n kwetsbaarst is. Daar haal ik echt voldoening uit.”
Steun bij Rouw
De vrijwilliger, Sophie
“Ze kon heel goed luisteren, gaf eigenlijk nooit advies. Dat vond ik zo prettig”
“Met mijn vader was ik altijd heel erg verbonden. Ik heb me super geliefd gevoeld door hem. Op een dag werd hij ziek. Een griepje zo leek het eerst. Maar het was een ernstige infectie en een paar dagen later was hij er ineens niet meer.
Na een tijdje voelde ik dat ik hulp nodig had bij mijn rouwproces. Het maatjesproject van Humanitas sprak me aan omdat het om lotgenotencontact gaat. Bij de eerste afspraak met vrijwilliger Sophie voelde ik me gelijk op mijn gemak. We hadden in een café afgesproken en ik zag daar een hele lieve vrouw van mijn leeftijd, met een prettige, open blik. We hadden dezelfde studie gedaan, waren leeftijdsgenoten en konden over van alles praten. De rouw liep daar als een rode draad doorheen.
Een jaar lang spraken we regelmatig af. Vooral tijdens belangrijke periodes, zoals de eerste verjaardag van mijn vader na zijn overlijden, was het heel fijn om met haar mijn gevoelens te kunnen delen. Ze kon heel goed luisteren, gaf eigenlijk nooit advies. Dat vond ik zo prettig. Het gaf me heel veel ruimte, gek genoeg eigenlijk meer dan bij vriendinnen. Die wilden er wel voor me zijn, maar wisten niet goed hoe. En soms kon ik me bij hen ook bezwaard voelen.
Vaak maakten we een wandeling door het park. Ik wist al dat een ommetje maken helend kon zijn, maar heb het nu ook echt ervaren. Er ontstond steeds meer ruimte om te lachen. Ja, langzaamaan werden de kleuren van het park weer feller, letterlijk en figuurlijk.”
In het kader van het 75-jarige jubileum bracht
Humanitas vijf directeuren van de grootste humanistische organisaties in Nederland bij elkaar voor een filosofisch gesprek over gedeelde waarden, uitdagingen en kansen van deze Humanistische Alliantie anno 2020. “Elke tijd vraagt om een nieuwe balans.”
Eigenlijk hadden ze aan een ovalen tafel moeten zitten voor dit zogenoemde Humanistisch Kwintet. Dat is immers ook de setting van Het Filosofisch Kwintet, het programma van omroep Human waarop dit gesprek met de directeuren van Hivos, Vereniging Humanitas, omroep Human, het Humanistisch Verbond (HV) en de Universiteit voor Humanistiek (UvH), ter ere van het 75-jarige jubileum van Humanitas, losjes is gebaseerd. Het coronavirus gooit echter roet in het eten, waardoor op een maandag in maart achtereenvolgens Christa Compas (HV), Joke van Saane (UvH), Willemien van Aalst (omroep Human), Edwin Huizing (Hivos) en Angelique van Dam (Humanitas) de uitnodiging van de Skype-meeting accepteren en zichtbaar worden voor de webcam in hun huiskamer. Luisteren is minstens zo belangrijk als spreken, trapt gespreksleider Marc Josten af, hoofdredacteur van het tv-programma van omroep Human. “Doorgronden is vandaag het motto, niet het twistgesprek.”
Op zoek naar gezamenlijke waarden
Na het voorstelrondje gaat het gesprek meteen de diepte in. Josten memoreert aan het feit dat een aantal humanistische organisaties is ontstaan uit de puinhopen van de Tweede Wereldoorlog om de samenleving een nieuw kompas te geven. Hij vraagt zich af in hoeverre dat kompas nog te gebruiken is en in hoeverre de focus verlegd dient te worden. Om tot het antwoord op die vraag te komen, zoeken de vijf directeuren naar kernwaarden van hun organisatie en dus eigenlijk ook van het naoorlogs humanisme. “Als je kijkt hoe Hivos is ontstaan,” zegt Edwin Huizing, “dan was het om tegenwicht te bieden aan de verzuiling in Nederland en de op zending gerichte organisaties. Hivos kijkt naar de zelfontplooiing en de vrijheid van het individu, waarbij het collectieve belang niet uit het oog wordt verloren. Bovendien werken wij in een context waarbij solidariteit centraal staat. Juist vanwege die zelfontplooiing zijn we solidair, zodat iedereen gelijke kansen krijgt.”
Sinds de uitbraak van het coronavirus lijkt het begrip solidariteit terug van lang weggeweest, iets wat ook Christa Compas van het HV niet is ontgaan. “Ik erger me eraan dat solidariteit op dit moment heel erg lijkt te gaan over de buurvrouw en de mensen in het verpleeghuis, terwijl het heel weinig gaat over de mensen op Lesbos. Bij het HV zetten we heel erg in op bewustwording dat solidariteit niet alleen gaat om de mensen die je kent, maar juist over anderen.”
Toen Compas een aantal jaren geleden de overstap maakte van het onderwijs naar het Humanis-
tisch Verbond, verbaasde zich erover hoe actueel de zogeheten ‘kleine strijd’ van oprichter Jaap van Praag nog is, de emancipatie en gelijkstelling van ongelovigen. “We zagen het aan het begin van de coronacrisis ook weer. Dat kerken en moskeeën opeisen dat zij wel bijeenkomsten met meer dan dertig mensen mogen hebben, dat is toch niet te geloven? Naast solidariteit blijft het voor mij ook altijd belangrijk om op te komen voor de vrijheid van mensen om zelf te denken, zelf keuzes te maken in het leven.”
Geen zinloze woorden
Zelfontplooiing, solidariteit, autonomie, opkomen voor ongelovigen, vrijheid, dat telt al lekker op als het gaat om het vormen van de kurk waar humanistische organisaties in Nederland op drijven. Willemien van Aalst van omroep Human wil daar rechtvaardigheid en verdraagzaamheid aan toevoegen, hoewel ze benadrukt dat we ons blijvend moeten afvragen wat die woorden betekenen. “Elke tijd vraagt om een nieuwe lading van deze waarden. Wat betekent verantwoordelijkheid nemen voor elkaar in de samenleving en autonomie anno 2020? Dat zijn vragen die mij en omroep Human bezighouden, omdat woorden an sich zinloze woorden kunnen worden.”
Bij de Universiteit voor Humanistiek staan zelfontplooiing en autonomie hoog in het vaandel, volgens rector magnificus Joke van Saane. “Heel specifiek gaat het bij ons ook over waardegedreven wetenschap, want de wetenschapper brengt zelf ook waarden mee en is gecommitteerd aan een bepaalde waarheid. Dit betekent dat we persoonlijke betrokkenheid en het persoonlijke verhaal van studenten graag mee willen laten tellen. Daarnaast geven wij de ruimte aan levensbeschouwing en de vrijheid om daarin je eigen keuze te maken.”
Angelique van Dam van Humanitas ziet dat de vijf organisaties een afspiegeling zijn van de maatschappij, met zo’n beetje dezelfde waarden, maar met verschillende accenten. “Voor de vereniging Humanitas staan gelijkwaardigheid, zelfbeschikking en eigen verantwoordelijkheid voorop. De vraag van de ander is voor ons het vertrekpunt om een activiteit in te richten. Dat is een van onze grondslagen, die misschien niet vanuit het humanisme is ontstaan, maar wel heel erg authentiek is voor onze vereniging.”
Dat herijking van waarden op z’n tijd noodzakelijk is, merkt Joke van Saane op de universiteit, waar immers de nieuwste generatie humanisten rondloopt. “Wat wij van studenten terugkrijgen, is dat ze het nogal problematisch vinden dat in het humanisme de focus heel erg op de mens is gericht, met name op de individuele mens. Dat heeft ons nogal wat problemen opgeleverd wat betreft gelijke verdeling van rijkdom in de wereld, maar ook rondom duurzaamheid.” Edwin Huizing van Hivos sluit zich aan bij Van Saane. “De jonge generatie, of dat nou in Nederland is of in Kenia of Indonesië, wil het breder bekijken dan puur het individu. Omdat door die focus volgens hen klimaat en duurzaamheid ondergesneeuwd zijn geraakt. Daar zie ik echt een rol voor het humanisme weggelegd.”
Ook Angelique van Dam ziet dat er nog een wereld te winnen is, met betrekking tot deze hevig geïndividualiseerde maatschappij. “Als we praten over een inclusieve samenleving, dan is die ook in Nederland behoorlijk beperkt. Het is de analogie van de smalle A12, waar je allemaal 120 per uur moet rijden, en die maar een beperkt aantal automobilisten aankan, terwijl we eigenlijk brede snelwegen moeten hebben waar je op alle snelheden naast elkaar kunt rijden. Ook in Nederland is het nakomen van mensenrechten voor bijvoorbeeld mensen met een beperking nog moeilijk te bereiken. Humanistische organisaties kunnen het verschil maken, om alle mensen toegang te geven tot die samenleving en onderdeel ervan te laten zijn. Maar dan zullen we het ik-gerichte moeten ombuigen tot een meer solidair karakter.”‘Ik’ moet meer ‘wij’ worden, kortom. Maar is dat niet terug naar de jaren vijftig? “Ik denk dat zelfontplooiing en solidariteit nog altijd goede kernwaarden zijn voor het humanisme,” zegt Willemien van Aalst. “Maar de mensen moesten zich na de Tweede Wereldoorlog nog echt bevrijden als individu, daardoor is
het accent op het ‘ik’ gekomen. In deze tijd gaat het veel meer om ‘ik’ in relatie tot de samenleving, hoe bouwen we samen aan een betere samenleving? Het gaat me niet zozeer om de tegenstelling tussen ‘ik’ en ‘wij’, maar elke tijd vraagt om een nieuwe balans. Bovendien komt er in deze tijd van algoritmes en kunstmatige intelligentie nog een ingewikkelde vraag bij, waar Yuval Noah Harari ook over schrijft in Homo Deus, want wat is het ‘ik’ nog?”
Humanistische Alliantie
Terwijl gespreksleider Marc Josten de laatste ronde aanzwengelt – “Ik wil dat jullie nadenken over wat we vandaag en morgen voor elkaar kunnen betekenen” – staat Willemien van Aalst op, omdat de deurbel gaat. Niet veel later toont ze voor de webcam een taart, op het begeleidende kaartje staat: ‘Al jarenlang een sterk kwintet. Voor mensen, van mensen, door mensen. Op naar het volgende jubileum, Angelique van Dam.’
Blijkt Humanitas naar iedere deelnemer aan dit kwintet een verjaardagstaart te hebben gestuurd. Met daarbij de wens om nog eens 75 jaar met elkaar op trekken, misschien wel hechter dan ooit. Want dat de maatschappij gebaat is bij dit handjevol humanistische organisaties, staat buiten kijf. Edwin Huizing van Hivos voorziet zelfs dat zijn organisatie, die ruim vijftig jaar lang ver buiten de landsgrenzen opereerde, steeds meer naar Europa en Nederland zal kijken. “Tot voor kort was er genoeg civil society in Nederland aanwezig om vraagstukken te beantwoorden, maar ik merk dat er een rol is voor ons. Dat zie je met lhbti-rechten in Nederland, de hele klimaatcrisis en Christa heeft dat dit jaar met het Humanistisch Verbond laten zien rondom abortus. Dat je denkt: hier hebben wij sinds de jaren zestig voor gevochten. Waarom lijken de organisaties die hiervoor zijn opgericht niet thuis te geven?”
“Wij krijgen nul euro subsidie,” zegt Christa Compas. “We moeten het allemaal hebben van de contributies van mensen, dus je moet je voortdurend laten zien in de buitenwereld en urgente zaken benoemen. Ik schep er geen plezier in om elke keer de contributie uit de portemonnee van onze leden te halen, maar deze onafhankelijkheid zorgt ervoor dat wij zaken als abortus blijven agenderen. Andere organisaties worden vaak gesubsidieerd door de overheid om bepaalde programma’s te doen en hebben daardoor niet altijd de vrijheid om controversiële thema’s te agenderen. Wij kunnen dat wel en onze vereniging verwacht dat ook van ons. Het is aan ons om te laten zien dat vanzelfsprekendheden veronachtzaamd worden.” Wat dat betreft zijn Hivos en het HV heuse humanistische geallieerden. “Door de decennia heen zijn we veel eerder bereid dan anderen om controversiële onderwerpen aan te pakken,” zegt Edwin Huizing. “Bijvoorbeeld als het om homorechten gaat. Daar hoefde je vroeger bij andere organisaties echt niet mee aan te komen.”
Dat heeft met onze creativiteit en lef te maken, volgens Angelique van Dam van het jubilerende Humanitas. “Het verleden heeft uitgewezen dat we heel veel voor elkaar krijgen als humanistische organisaties, gewoon door ons net even anders te positioneren in de samenleving dan de mainstream.” Joke van Saane heeft wel een idee hoe de Humanistische Alliantie veel meer van elkaar kan profiteren dan tot nu toe wordt gedaan. “Zouden we niet met elkaar kunnen nadenken over een opleiding, waarvan de afstudeerders makkelijk bij omroep Human, Humanitas, Hivos of HV terecht zouden kunnen komen?
Andersom kun je natuurlijk altijd de vragen en problemen die in jullie werkveld leven, bij onze opleidingen inbrengen, zodat de humanisten van de toekomst veel beter zien wat er echt in het veld speelt.”
Waar de vijf directeuren unaniem over zijn, is dat de humanistische boodschap moeilijk een breed publiek bereikt. “Dat wordt ook in deze coronacrisis duidelijk,” zegt Willemien van Aalst. “Binnen de publieke omroep zagen we dat de religieuze omroepen snel konden schakelen door veel aandacht te geven aan christelijke bijeenkomsten, zoals kerkdiensten. Binnen de humanistische beweging ontbreekt een collectieve ‘rituele’ vorm van samenzijn, waardoor het moeilijk is om snel te kunnen acteren met onze hele achterban. Dat is meer een vraag die ik neerleg voor de toekomst. Het zou helpen als we met elkaar een vorm kunnen vinden dat wanneer het nodig is, we ons als humanistische beweging kunnen laten zien, niet voor onszelf maar voor al die mensen in de samenleving.”
Kerntaken: vrijwilligers ondersteunen deelnemers op de thema’s Eenzaamheid, Verlies, Thuisadministratie, Opvoeden, Opgroeien en Detentie. Om trots op te zijn: al 75 jaar komen wij op voor een samenleving waarin plek is voor iedereen.
Opgericht in Opgericht door # leden
Bert Janssens 62.919
Kerntaken: ter uitvoering van de publieke taak zoals bedoeld in de Mediawet, het op landelijk niveau verzorgen van de publieke mediadiensten door het aanbieden van media-aanbod en alle activiteiten met betrekking tot programmaverzorging en uitzending daarvan te verrichten die nodig zijn voor Nederlanders die binnen en buiten de landsgrenzen verblijven. De vereniging vertegenwoordigt de seculiere en humanistische levensbeschouwing. Om trots op te zijn: op onze kwalitatief hoogwaardige en onderscheidende programmering met diepgang op televisie en radio, online en tijdens evenementen, geworteld in het humanisme.
Opgericht in Opgericht door # leden
Kerntaken: in meer dan dertig landen werkt Hivos samen met activisten, journalisten, kunstenaars, burgers en hun organisaties. Met slimme, gedurfde projecten verzetten zij zich tegen discriminatie, ongelijkheid, machtsmisbruik en de overbelasting van onze leefomgeving. Maar alleen tegenwicht bieden is niet genoeg: Hivos streeft naar structurele verandering. Daarom werken wij ook samen met overheden en innovatieve bedrijven.
Om trots op te zijn: Hivos heeft in tenminste zeven landen bijgedragen aan het wijzigen of afschaffen van wetten die de lhbti-gemeenschap discrimineren. Of het nu gaat om de strafbaarstelling van homoseksualiteit of om wetten die het homohuwelijk verbieden of een identiteitswijziging onmogelijk maken: ze voeden een cultuur van uitsluiting en mensenrechtenschendingen waar wij ons al decennia tegen verzetten.
Opgericht in # leden
Ruim 500 studenten en ongeveer 100 medewerkers
Kerntaken: academisch onderwijs en onderzoek op het domein van zingeving, levensbeschouwing en de inrichting van een humane samenleving. De universiteit biedt een bachelor humanistiek aan en twee masteropleidingen, de master humanistiek en de master zorgethiek en Beleid. De opleiding humanistiek is tevens de beroepsopleiding voor humanistisch geestelijk verzorger.
Om trots op te zijn: ons onderwijs en onderzoek wordt zeer goed beoordeeld door zowel de beoordelingsinstanties als de studenten. Wij verzetten ons al decennia lang tegen schendingen van mensenrechten.
Opgericht in Opgericht door # leden 1946 Jaap van Praag, Garmt Stuiveling e.a. Ruim
Kerntaken: ‘Vrij Denken, Samenleven’ is het motto: we agenderen maatschappelijke thema’s die te maken hebben met de persoonlijke invulling van leven, liefde, denken en dood en bieden ook persoonlijke inspiratie op deze thema’s. Om trots op te zijn: de manier waarop onze humanistisch geestelijk verzorgers nu in ziekenhuizen en verpleeghuizen ondersteuning bieden aan corona-patiënten. In normale tijden ook op de steun die we mensen kunnen bieden als ze zich in hun vrijheid bedreigd voelen.
Contact van mens tot mens, al 75 jaar de kracht van Humanitas. Bijzondere, grappige en ontroerende ontmoetingen; onze vrijwilligers vertellen over wat zij zoal meemaken.
WIE IS AGNES?
VERJAARDAGSKAART
“Mijn deelnemer stuurde mij een verjaardagskaart, hoe lief is dat! Daarin stond ook dat ze heel blij was dat ik die volgende week weer zou komen. Daar doe je het voor, iets om naar uit te kijken voor haar!”
– Annemiek, Vriendschappelijk Huisbezoek, IJmond
“Twee kleine, vrolijke meisjes vragen zich op de achterbank van mijn auto af wie Agnes nou eigenlijk is. We rijden ondertussen naar een overdekt speelpaleis, waar ze hun vader weer zullen zien. De een zegt tegen de ander: ‘Agnes is geen familie.’ De ander zegt: ‘Nee, en ook geen buurvrouw en ook geen vriendin ofzo’. Ze komen er niet uit, tot de oudste zegt: ‘Agnes is gewoon iemand die ervoor zorgt dat het goed gaat!’ En daar is de ander het mee eens. Het is klaar voor hen. De dagelijkse werkelijkheid is voor deze kinderen ingewikkeld. Veel hulpverlening en het gemis van hun vader. Hun gesprekje ontroerde me, omdat ze zo simpel en helder benoemden waarom ik me inzet als vrijwilliger voor het BOR-project: proberen om het voor kinderen goed of een beetje beter te maken.”
– Agnes
BOR (Begeleide Omgangs Regeling), Twente
MIJN HART LUCHTEN
“Mijn mooiste moment was toen ik een vroegere cliënt tegenkwam. Hij zei: ‘Toen je niet meer bij mij kwam, besefte ik wat ik aan jou had in die periode.’ Verder zijn de mooie momenten als ik naar mijn deelnemers ga, ik op de deurbel druk, de deur open gaat en ik de uitdrukking van deze mensen zie: ‘Ik mag weer mijn hart luchten.’”
– Riekie, Samen Doen, Winschoten
GLIMACH
JOU KEN IK!
“Ik kwam bij twee verschillende dames op bezoek. Beiden hadden de prachtige leeftijd van 82 jaar. Op een gegeven moment heb ik de dames gevraagd of ik ze eens aan elkaar mocht voorstellen. Ik haalde de een op en we gingen op de thee bij de ander. Toen Gemy de deur open deed riep Anneke: ‘Maar jou ken ik.’ Die dag werden er veel herinneringen opgehaald. Het was een fijne middag, ook voor mij om de dames zo gezellig te zien kletsen.
mij om de dames zo gezellig te zien kletsen.
In de maanden daarna gingen we regelmatig wat met zijn drietjes doen. Een zomerfair, de kerstmarkt in een groot tuincentrum. Ook ging ik met de dames afzonderlijk op zoek naar een leuke bezigheid buitenshuis. We hebben wat uitgeprobeerd! Koersballen vonden ze beiden leuk. De dames gingen er samen heen.
bleef wel gaan. Daar vond zij nieuwe vriendinnen en vrienden waar
Voor Gemy werd het na een jaar lichamelijk te zwaar, maar Anneke bleef wel gaan. Daar vond zij nieuwe vriendinnen en vrienden waar zij ook andere leuke dingen mee ging doen. Tijd voor mij om Anneke helemaal los te laten. Ze heeft nu weer aanspraak en vrienden waarmee zij leuke dingen gaat ondernemen. Een beetje het ‘Mary Poppins-gevoel. Ik ben weemoedig, maar vooral heel blij met dit ‘succes’ voor haar. Bij Gemy kom ik nog wel vaak. We hebben dan fijne gesprekken. Het voelt voor mij net zo fijn als voor haar, hoop ik.”
– Els, Vriendschappelijk Huisbezoek, Assen
“Van alle zeventien deelnemers die ik heb mogen begeleiden is mij een moment echt bijgebleven, omdat het zo klein maar bijzonder was. Mijn deelnemer was een vrouw van Marokkaanse afkomst, ze sprak de taal niet, had ernstige psychische problemen en was heel somber. De administratie gaf haar veel onrust, ze had hulp nodig bij het organiseren daarvan. In samenwerking met een andere hulpverlener die kon tolken hebben wij veel opgeruimd, ook privé-documenten. Op het moment dat ik afscheid nam van mevrouw en ik haar vroeg of ze opgelucht was, brak er een heel klein glimlachje door. Wauw! Daar doe je het voor!”
– Mieke, Thuisadministratie, ’s-Hertogenbosch
“Mijn eerste deelnemer was een meisje uit Somalië van tien jaar oud. Ze was net twee maanden in ons land en ging ook net de eerste week naar school. Ik had voor de eerste keer voorlezen een paar hele eenvoudige boekjes meegenomen en een dierenpuzzel van veertig stukjes. Het leek mij leuk om enkele dierennamen te oefenen aan de hand van de puzzel. Na het voorlezen van twee boekjes haalde ik de puzzel uit mijn tas en legde de stukjes uit de doos op de tafel. Tot mijn stomme verbazing wist ze niet wat je met de puzzelstukjes zou moeten doen. Ze had nog nooit een puzzel gezien of gemaakt. Nadat ik had laten zien hoe het werkte, gingen we met zijn drieën (haar oudere broer van zeventien kwam ook helpen) puzzelen. Het heeft een half uur geduurd om deze puzzel te maken. Deze ervaring zal ik niet gauw vergeten, ik was er domweg vanuit gegaan dat een kind van tien zou kunnen puzzelen.”
– Geert, Voorlezen, Midden-Groningen
“Voor mij was mijn eerste afspraak met mijn deelnemer, een meisje van 12, een bijzonder moment. Ik kom uit de commerciële branche en was daar in een burnout beland. Bij Humanitas heb ik me aangemeld als vrijwilliger en kreeg ik een gedegen mentoren coachtraining, waarna ik voor het eerst aan de slag mocht als mentormaatje. Van tevoren had ik een notitieboekje gekocht, wat ons gezamenlijke logboekje is geworden. Al kletsend hebben we elkaar inmiddels al goed leren kennen. Het voelt fijn om een jongere te mogen bijstaan gedurende een kwetsbare periode!”
– Wilma, Mentormaatjes, ’s-Hertogenbosch
BABY
“Als vrijwilliger van Formulierenhulp Dichtbij, kom je ook andere vragen tegen dan hulp bij in te vullen formulieren. Zo ook die keer dat er een aardige mevrouw binnenkwam. Ze wilde een verlenging van haar abonnement op de voedselbank. ‘Oké, we gaan kijken,’ zei ik. Inloggen, alle formaliteiten doorlopen en de ingevoerde bedragen voor alle inkomsten en uitgaven bespreken en doornemen, complimenten uitdelen voor de afname van de opgebouwde schulden. En daar was het moment: ik was mij er plotseling van bewust dat ik, die erg krap zat maar die wel alles op een rijtje had, ook recht kon hebben op een abonnement op de voedselbank. Ik had het niet en heb het nog steeds niet. Enfin, de mevrouw kon met een gerust hart weer naar huis. Er was komende donderdag voor haar een mooie doos met boodschappen. Ik heb er een aantal weken mee rond gelopen. Zou ik ook? Het schaamtegevoel werd uitgeschakeld en nog steeds wilde ik er niet aan. Ik kon immers van twintig euro per week mijn kostje bij elkaar scharrelen. Maar weet je wat echt de doorslag gaf? Ik lust geen bloemkool! En wat als er in de zomer veel van die groente in mijn pakket zit? Nu heb ik gelukkig weer een baan en hoef ik echt niet naar de voedselbank, maar elke keer als ik een man of vrouw bij mij aan tafel krijg met de vraag om een verlenging van het abonnement op de voedselbank denk ik: ‘Alstublieft, vind in ieder geval bloemkool lekker!’”
– Hannelie, Formulierenhulp Dichtbij, Tilburg
“Het moment dat mij bijblijft is dat ik in het ziekenhuis liep met een Maxicosi met daarin de net geboren baby van mijn statushouder. Ik had het hele proces meegemaakt, inclusief het diep ingrijpende interview met de immigratie- en naturalisatiedienst, om te zien of hij wel echt een relatie had met zijn vrouw, tot aan de komst van zijn vrouw en de zwangerschap die kort na de hereniging tot stand kwam. Het duurde allemaal lang en was voor iedereen af en toe heel zwaar.”
– Gerard, Maatschappelijke begeleiding vluchtelingencoaches, Groningen
De coronamaatregelen vragen om een andere invulling van het contact met onze deelnemers. Door te kijken naar wat wel kan, laten we zien waar Humanitas al 75 jaar sterk in is: er zijn voor elkaar.
Nu bezoeken niet meer kan, bieden onze vrijwilligers telefonische ondersteuning. Een luisterend oor bieden, even sparren of een moment samen stil zijn: het kan ook via de telefoon of laptop. Telefooncirkels die vooral vroeger populair waren, worden door vrijwilligers Eenzaamheid in ere hersteld. Een vrijwilliger start de dagelijkse belketen van alleenwonenden. Zo is er elke dag even contact. Ook met vragen over geldzaken kun je nog steeds bij Humanitas terecht. Door een foto te delen van ontvangen brieven en formulieren, kunnen vrijwilligers Thuisadministratie deelnemers gewoon verder helpen.
Voor gezinnen is samen thuis blijven niet altijd makkelijk. Voor ouders kan het prettig zijn om even te kunnen praten over hoe het gaat met iemand die ervaring heeft en weet hoe lastig het kan zijn in deze periode. Vrijwilligers Opvoeden startten daarvoor een telefonisch spreekuur. De reguliere bezoeken aan gezinnen worden telefonische contactmomenten. Als daar behoefte aan is, is er vaker contact. Helpen bij het huiswerk en ook voorlezen, gaat heel goed met videobellen. Zo worden de ouders wat ontlast.
Kinderen van gedetineerden vinden het moeilijk om zich voor te stellen hoe het nu met hun ouders in detentie gaat. Humanitas Almere maakte een animatiefilmpje om kinderen te laten zien hoe de coronamaatregelen in de gevangenis worden nageleefd.
Om onze deelnemers een hart onder de riem te steken, worden in korte tijd talloze initiatieven opgezet. Vaak gesponsord door lokale organisaties. Deelnemers – en soms ook vrijwilligers – worden verrast met tulpen, bromelia’s en zelfs digitale boeketten. Bij veel deelnemers valt een kaartje op de mat om ze te laten weten dat we er ook nu voor ze zijn. Kinderen ontvangen pakketten met speel- en knutselmaterialen om de verveling tegen te gaan.
“Ik vind het heel fijn om met deze maaltijden iets terug te kunnen doen”
– De bijna tachtigjarige Willemien is al jaren vrijwilliger bij Home-Start (Opvoeden). Nu ze door de coronacrisis niet naar buiten kan, kookt haar deelnemer Anastasia voor haar.
Willemien: “Een tijdje geleden werd ik ziek. Ik ben nog niet helemaal opgeknapt. En toen kwam de coronacrisis en nu blijf ik maar helemaal binnen voor de zekerheid. Ik wandelde eerst altijd honderd kilometer per maand, maar nu kan dat niet en denk ik: het is wat het is.. Op een dag belde Anastasia me, ze zei dat ze graag eten wilde brengen. Dat heeft ze nu een paar keer gedaan. Nou, ik heb ervan gesmuld hoor. Zij kan geweldig koken.
Anastasia: “Het eten kan ik in de serre zetten terwijl zij achter het glas zit. Zo kunnen we ook nog even praten. Willemien heeft me met al haar levenservaring heel veel geleerd. Ze is nuchter, respectvol en denkt mee. Ik vind het heel fijn om met deze maaltijden iets terug te kunnen doen.”
“Een brief voelt als het openmaken van een cadeautje”
– De stage van Indigo (19) als maatje bij Humanitas Een Nieuwe Start nam door de coronamaatregelen een flinke wending. Ze ontdekte de charme van het brievenschrijven.
Indigo: “Brieven schrijven, wanneer doe je dat nou? Ik ben van de generatie die appt en mailt. Maar nu ben ik het noodgedwongen gaan doen met gedetineerden. Ik vind het fantastisch. Ik merk dat mijn deelnemer Willem het heel leuk vindt om te horen hoe het ‘buiten’ gaat allemaal. Hij kan nu geen bezoek krijgen en heeft sowieso weinig contacten, dus dit is een fijne afleiding.
Wat ik zelf ontdek is dat het schrijven echt veel leuker is dan de snelle berichten die we normaal sturen via computer of telefoon. Voor een goede brief moet je meer nadenken, moeite doen. Het is ook echt leuk om post te krijgen, het voelt als het openmaken van een cadeautje.”
Lees alle ervaringsverhalen van onze vrijwilligers en deelnemers op humanitas.nl/ervaringen
JAN TIMMER
– vrijwilliger
Thuisadministratie en bestuurslid
Zuid-Drenthe
“Humanitas en ik zijn precies even oud. Op 31 mei 2020 worden we allebei 75 jaar. Een mooi toeval natuurlijk, maar door het coronavirus zullen onze verjaardagen dit jaar anders verlopen dan gepland. Toen ik 13,5 jaar geleden in Drenthe kwam wonen, ben ik op zoek gegaan naar vrijwilligerswerk waar ik mijn competenties voor kon inzetten. Ik heb mijn hele leven personeelswerk gedaan bij een grote bank, waar ik me onder andere bezighield met het opleiden en coachen van medewerkers. Ik begon als vrijwilliger Thuisadministratie en vanwege mijn achtergrond werd ik al snel gevraagd om de werving van vrijwilligers op me te nemen en contacten te onderhouden met de gemeente en de diaconie. Na een pauze van een jaar of vijf, ben ik nu opnieuw als vrijwilliger aan de slag gegaan. Ik doe de coördinatie voor de Thuisadministratie en sinds vorig jaar ben ik ook secretaris van de afdeling Zuid-Drenthe. Met het bestuur hebben we natuurlijk nagedacht over hoe we ons 75-jarig bestaan willen vieren. Daarbij willen we aanhaken bij evenementen waar we vrijwilligers kunnen gaan werven. Gelukkig hadden we vóór corona al besloten om daar pas in het najaar mee te beginnen. Met mijn eigen verjaardag zou ik graag met mijn vrouw weg willen met de caravan. Het is nog spannend of dat wel door kan gaan.”
Tekst: Linda Huijsmans
Fotografie: Marieke Kijk in de Vegte
Drie leden en vrijwilligers vertellen waarom zij kiezen om zich te verbinden aan Humanitas.
“Wij waren vroeger thuis ‘knalrood’. Bij ons was het gesneden koek dat je lid was van de SDAP, de voorloper van de PvdA, de Vara, vakbond en Humanitas. Humanitas is geen rode organisatie, maar staat wel voor hulp. Zo ben ik opgegroeid: je moet altijd mensen helpen.
In mijn jeugd, nog voor de Tweede Wereldoorlog, waren er in onze buurt Duitse politieke vluchtelingen. Ze verdienden de kost met reparaties en door afwaskwasten en borstels te verkopen. Mijn moeder kocht die. Hoeveel ze er wel niet heeft gehad! Want ja, je moest toch iets doen. Daarom was het voor mijn vader ook volstrekt vanzelfsprekend om lid te zijn van Humanitas: er moet geholpen worden. Mijn man was precies hetzelfde en was ook Humanitas-lid.
Ik weet niet precies wanneer ik lid ben geworden. Vermoedelijk toen het financieel wat beter ging. Dat zal rond 1960 zijn geweest, daarvoor waren we straatarm. Ik steun jullie al zo lang omdat ik weet dat jullie geld nodig hebben om dit werk te doen en ik het belangrijk vind. Jullie helpen bijvoorbeeld nieuwkomers. Ze moeten Nederlands leren en leren wat Nederland is. Dus jullie projecten zoals Taalmaatjes vind ik heel goed.
Op de middelbare school zat er een meisje naast me met een zwaar Duits accent. We werden vriendinnen en wanneer we naar school liepen, probeerde ik haar accent weg te werken. We hebben wat geoefend op het woord ‘beige’. Ze sprak het uit als ‘beesj’. Ik leerde haar hoe wij het uitspreken, door te zeggen: ‘Zeg eens beeeh en zeg dan sjeeee’. Daar hebben we tot onze oude dag lol over gehad. Dus ik ben zelf ook een soort Taalmaatje geweest!”
Fotografie: Harry Brieffies
“Toen mijn man en ik vanuit het Gooi naar Friesland verhuisden, maakten we al snel kennis met het begrip mienskip; gemeenschap. Voor het eerst ervoeren we hoe fijn en belangrijk het is om deel uit te maken van een groep mensen die zich om elkaar bekommert.
Via een vrijwilliger van Humanitas kreeg ik de vraag of ik af en toe een vrouw naar de gevangenis wilde rijden waar haar dochter zat. Ik reed in een auto van de zaak en plande zelf mijn werkafspraken in, dus dat was prima te combineren.
Niet lang daarna besloot ik dat ik ook best vier dagen heel hard kon werken, in plaats van vijf, zodat ik meer tijd zou overhouden voor vrijwilligerswerk.
Net in die tijd werd bij mij man de diagnose ALS vastgesteld. Omdat we geen kinderen hebben, hadden we besloten een deel van onze erfenis aan Humanitas na te laten. Later heb ik met de executeur van Humanitas nog een keer naar de details van onze nalatenschap gekeken. Dat was fijn, want die kent de organisatie goed. In deze tijd dwingt het coronavirus ons om opnieuw stil te staan bij wat echt belangrijk is. Draait het leven echt alleen om nog meer geld verdienen? Ik denk van niet. Bij Humanitas draait het om ‘ons’, niet om ‘ik’. Daarom is het belangrijk dat het vrijwilligerswerk door blijft gaan.”
Soms is het goed even stil te staan en na te denken over hoe je de zaken geregeld wilt hebben na je overlijden. Als je niets vastlegt, gaat de erfenis automatisch naar je familieleden. Maar je kunt ook een goed doel, zoals Humanitas, in je testament opnemen.
Door ons op te nemen in je testament, zorg je ervoor dat de Humanitasvrijwilligers hun werk kunnen blijven doen. En dat Humanitas kan blijven opkomen voor een samenleving waarin plek is voor iedereen en mensen verantwoordelijkheid nemen voor het samenleven met elkaar.
Met een legaat laat je een vast bedrag of bepaalde goederen na aan Vereniging Humanitas. Het resterende deel van je nalatenschap wordt verdeeld onder jouw erfgenamen zoals kinderen, familieleden of vrienden.
Je kunt in jouw testament ook een aantal erfgenamen benoemen waar Vereniging Humanitas er een van is. Je bepaalt zelf hoe je jouw nalatenschap over de erfgenamen verdeelt.
Het gaat niet om de grootte van je nalatenschap. Wij zijn blij met alle steun die we krijgen.
Nalaten aan Vereniging Humanitas is makkelijker dan je denkt. Het belangrijkste is dat je je wensen in kaart brengt. Wie wil je dat je erfgenamen zijn en hoe wil je jouw nalatenschap verdelen? Als je ons wilt opnemen in je testament, kun je dat op drie manieren doen.
Wil je dat jouw volledige nalatenschap aan ons ten goede komt? Dan kun je Vereniging Humanitas als enige erfgenaam benoemen.
De Vereniging Humanitas is erkend als Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI). Daarom hoeven wij geen erfbelasting te betalen.
Je nalatenschap wordt voor 100 % besteed aan het doel waarvoor je het hebt bestemd.
Meer informatie?
We kunnen ons voorstellen dat je vragen hebt of wilt overleggen voordat je een besluit neemt . Daarom staan wij je graag te woord: Victoria Rekatsinas v.rekatsinas@humanitas.nl 020 523 11 00
“Mijn leven? Daar kan ik wel een boek over schrijven.” Humanitas-vrijwilligers in de regio Zaanstreek kijken samen met mensen terug op wat mooi was en wat moeilijk, om levensverhalen op te tekenen. Na een serie interviews volgt de feestelijke overhandiging van het levensboek.
Annemieke Schoen, coördinator project Levensboek Humanitas Zaanstreek
“Geen mens heeft een saai leven. Soms val ik van mijn stoel af, als ik lees wat mensen allemaal hebben meegemaakt,” vertelt Annemieke Schoen van Humanitas, die het project Levensboek coördineert in de Zaanstreek. Volgens haar is het niet alleen leuk om verhalen te horen, maar helpen verhalen ook om je te kunnen inleven in een ander. “Daarnaast is de interactie tussen luisteraar en verteller waardevol. In moeilijke tijden kunnen verhalen zorgen voor verbinding. Verhalen zijn het smeermiddel van de samenleving.”
Soms hebben ouderen behoefte om hun levensgeschiedenis vast te leggen voor hun nageslacht. “Het is prettig als iemand zonder belang naar dat verhaal luistert, iemand die niet telkens onderbreekt en zegt dat het toch anders zat,” zegt Annemieke. Inmiddels zijn er ook andere mensen die graag hun levensverhaal laten optekenen. Bijvoorbeeld mensen die iets cruciaals hebben meegemaakt en dat willen delen met lotgenoten. “Het verhaal is van de verteller, er zit niemand anders in de kamer die meeluistert. Onze vrijwilligers doen niet aan waarheidsvinding,” legt ze uit.
Inmiddels telt Humanitas Zaanstreek vijftien schrijvers die verhalen optekenen. Annemieke Blom meldde zich aan toen ze met pensioen ging. Bij het
Academisch Medisch Centrum voerde ze altijd gesprekken met mensen die voor moeilijke beslissingen stonden, zoals het afbreken van een zwangerschap. “Ik ben altijd geboeid door de levens van mensen en vind het mooi om een tijdje met iemand mee te lopen. Dit vrijwilligerswerk heeft raakvlakken met mijn werk als counselor. Ook nu begint het met het winnen van vertrouwen.”
In een eerste kennismaking vertelt Annemieke Blom iets over zichzelf en bespreekt ze de motivatie van de verteller en de doelgroep. Voor wie schrijven we dit boek? Daarna mogen de vertellers een levenslijn maken met daarop hoogte- en dieptepunten. Daar maakt Annemieke vervolgens thema’s van, die ze tijdens de tien gesprekken bespreken. Na een aantal sessies laat ze vast iets lezen, zodat de vertellers haar schrijfstijl kunnen zien.
Om ervoor te zorgen dat het boek lekker leest en recht doet aan het verhaal krijgen de vrijwilligers scholing. Coördinator Annemieke Schoen, die zelf de schrijversvakschool heeft gedaan, geeft interviewtips. “Het is de kunst om door te vragen, zodat je het verhaal achter het verhaal ontdekt. Of voer het
gesprek eens op een andere manier, bijvoorbeeld aan de hand van een familiefoto.” Ook geeft de coördinator schrijfoefeningen om zintuiglijk te leren schrijven. “Erg waardevol,” vindt vrijwilliger Annemieke Blom. “Ook het uitwisselen van ervaringen met de andere schrijvers is belangrijk; het boek kan er alleen maar beter van worden.”
“Het is bijzonder dat mensen mij hun levensverhaal toevertrouwen”, vindt Annemieke Blom, die inmiddels drie totaal verschillende levensverhalen hoorde. Van een Surinaamse die in 1975 met haar kinderen naar Nederland kwam, leerde ze veel over de positie van vrouwen in Suriname en over vrouwenemancipatie. “Dat is verrijkend voor mijn wereldbeeld. Een andere deelnemer maakte de bombardementen op Rotterdam mee, waardoor ik me ging verdiepen in de Tweede Wereldoorlog. Het is dus meer dan alleen een verhaal opschrijven, het stimuleert me ook om op onderzoek uit te gaan.”
Voor vertellers kunnen de gesprekken en het boek juist een helende werking hebben. Soms komt iemand na het verschijnen van het boek weer in contact met een broer of zus. Of lukt het toch nog om dingen met ouders te bespreken. Ook Annemieke Blom maakte het mee, dat mensen haar dingen
“Ik kreeg een puber aan het lezen!”
Frank signeert zijn Levensboek
vertelden die ze nog nooit met iemand hadden gedeeld. Zo vertelde iemand haar over het afbreken van een zwangerschap, omdat het kindje niet gezond was. “Ze ging naar het ziekenhuis en heeft de baby daarna nooit meer gezien. Ze had hem nog wel een naam gegeven en een brief geschreven. Maar die brief was ze kwijt. Opnieuw hebben we toen samen opgeschreven wat ze tegen haar zoontje wilde zeggen. Als bijlage voor in het boek.” Daarna was het tijd om het interview te stoppen, voelde de schrijfster aan. “Nonverbale signalen moet je ook kunnen oppikken.”
Frank Langenberg hoorde vaak dat hij zijn verhaal moest delen in een boek, omdat hij zo’n bijzonder en afwijkend leven heeft. Door een motorongeluk op zijn 22ste raakte hij gedeeltelijk verlamd. Maar in plaats van bij de pakken neer te gaan zitten, keek Frank naar wat hij nog wel kon. Voor hem vanzelfsprekend, voor anderen inspirerend. In eerste instantie zag hij niets in het schrijven van een levensboek. “Ik heb al zo’n groot ego,” grapt hij. Maar toen hij een oproep van Humanitas zag in het zondagskrantje, meldde hij zich toch aan.
Frank wist hoeveel werk het zou zijn, want hij heeft zelf een blauwe maandag voor de krant geschreven.
“En als ik iets doe, dan doe ik het goed.” De perfectionist besloot zich niet te bemoeien met het schrijfproces; dat was voor hem een goede oefening in loslaten. Het duurde even voordat vrijwilliger Lidwien Berkhout zijn vertrouwen had gewonnen, maar na het lezen van het eerste hoofdstuk was hij om.
Lidwien hoorde hoe Frank na het motorongeluk zodanig revalideerde dat hij weer kon lopen. Zijn linkerbeen weliswaar bijslepend, maar goed genoeg om halve marathons te lopen. Toen dat na zeven jaar niet meer lukte, ging hij over op lange-afstandswandelingen, zoals de Nijmeegse Vierdaagse. Ook liep hij met een ezel naar Monaco. Toen het lopen niet meer goed ging, stapte hij over op de fiets. Frank is niet van het halve werk: hij fietste drie keer de wereld rond. In de tussentijd werd hij vijf keer Europees kampioen truckrijden en reed hij tien jaar lang door de Sahara om toeristen rond te leiden. Frank: “Ik vind het leuk om als een droge spons in een emmer te vallen en me dan vol te zuigen met informatie. Het is inspirerend om allerlei nieuwe mensen te ontmoeten. Na een jaar of tien is de spons vol: dan wordt het routine of draait het alleen om geld verdienen. Dan ben ik weer toe aan iets nieuws.” Zo was Frank tussendoor ook nog even multimiljonair door de handel in aandelen en gaf hij cursussen in beleggen, persoonlijkheidsontwikkeling en consuminderen.
Inmiddels is het lopen strompelen geworden en zijn de miljoenen euro’s verdampt. Ondanks zijn fysieke beperkingen geniet hij nog steeds volop van het leven. Het leukste van dit project? “Ik kreeg een puber aan het lezen!” glundert Frank. “Een vriend ging op wintersport met zijn kinderen. Zijn twaalfjarige zoon, die lezen altijd saai vond, las mijn boek in drie dagen uit. Tot stomme verbazing van zijn ouders. “Het is natuurlijk een jongensboek vol avonturen. Waar andere mensen van dromen, heb ik gedaan.”
Coördinator Annemieke Schoen van Humanitas Zaanstreek wil nog veel meer verhalen de wereld in helpen. “Denk aan de verhalen van de eerste generatie gastarbeiders. Of het verhaal van homoseksuelen die in de jaren 50 uit de kast kwamen.” Ook gaat een groep Humanitas-vrijwilligers helpen met het vastleggen van de geschiedenis van de Krommeniedijk, een buurtschap in de gemeente Zaanstad, aan de hand van verhalen van inwoners.
De levensboeken dragen bij aan het collectief geheugen. Inkijkexemplaren zijn te vinden in het Zaans archief, het Meertens Instituut en de bibliotheek, als de verteller daar tenminste toestemming voor heeft gegeven. Hoor je in je omgeving ook iemand zeggen ‘Mijn leven? Daar kan ik wel een boek over schrijven’, neem dan contact op met Humanitas en vraag naar het project Levensboek.
OPGERICHT OP 31 MEI 1945
OPGERICHT OP 31 MEI 1945
OPGERICHT OP 31 MEI 1945
019 hebben 18 884 mensen zich ingezet als vrijwilliger voor manitas (unieke vrijwilligers) Veel van onze vrijwilligers zijn ef binnen meerdere activiteiten; samen hebben zij 23 906 willige inzetten gerealiseerd In 2019 hebben onze willigers 73 567 mensen kunnen ondersteunen (deelnemers)
In 2019 hebben 18 884 mensen zich ingezet als vrijwilliger voor Humanitas (unieke vrijwilligers) Veel van onze vrijwilligers zijn actief binnen meerdere activiteiten; samen hebben zij 23.906 vrijwillige inzetten gerealiseerd In 2019 hebben onze vrijwilligers 73 567 mensen kunnen ondersteunen (deelnemers)
In 2019 hebben 18.884 mensen zich ingezet als vrijwilliger voor Humanitas (unieke vrijwilligers) Veel van onze vrijwilligers zijn actief binnen meerdere activiteiten; samen hebben zij 23.906 vrijwillige inzetten gerealiseerd In 2019 hebben onze vrijwilligers 73 567 mensen kunnen ondersteunen (deelnemers)
In 2019 hebben 18.884 mensen zich ingezet als vrijwilliger voor Humanitas (unieke vrijwilligers) Veel van onze vrijwilligers zijn actief binnen meerdere activiteiten; samen hebben zij 23.906 vrijwillige inzetten gerealiseerd In 2019 hebben onze vrijwilligers 73 567 mensen kunnen ondersteunen (deelnemers)
LEEFTIJDSOPBOUW VRIJWILLIGERS EN DEELNEMERS
LEEFTIJDSOPBOUW VRIJWILLIGERS EN DEELNEMERS
19-21
22-30
31- 40
41-50
unieke vrijwilligers vrijwillige inzetten deelnemers
unieke vrijwilligers vrijwillige inzetten deelnemers
9701 donateurs en leden
9701 donateurs en leden
vrijwilligers deelnemers
vrijwilligers deelnemers
vrijwilligers deelnemers
421 beroepskrachten (304 FTE)
421 beroepskrachten (304 FTE)
unieke vrijwilligers vrijwillige inzetten deelnemers uitvoerend 95% bestuurlijk 5%
28 miljoen (totaal baten) 89% besteed aan doelstelling
28 miljoen (totaal baten) 89% besteed aan doelstelling
28 miljoen (totaal baten) 89% besteed aan doelstelling
vereniging/samenlevingsopbouw 5% verlies 5%
verlies 5%
vereniging/samenlevingsopbouw 5%
68% vrouw 32% man detentie 4%
thuisadministratie 20%
thuisadministratie 20%
thuisadministratie 20%
LEEFTIJDSOPBOUW VRIJWILLIGERS EN DEELNEMERS 68% vrouw 32% man detentie 4% eenzaamheid 36% opgroeien 15%
opvoeden 16%
opvoeden 16%
opvoeden 16%
IMPACT VAN ONS WERK
84 afdelingen verspreid over Nederland
89% van onze vrijwilligers beveelt het vrijwilligerswerk aan
89% van onze vrijwilligers beveelt het vrijwilligerswerk aan
89% van onze deelnemers zou Humanitas aanraden aan familie/vrienden in eenzelfde situatie
opgroeien 15%
NA HET AFRONDEN VAN HET CONTACT MET DE HUMANITAS VRIJWILLIGER GEEFT
81% van de Thuisadministratie deelnemers aan hun geld- en regelzaken nu beter op orde te hebben
81% van de Thuisadministratie deelnemers aan hun gelden regelzaken nu beter op orde te hebben
89% van onze deelnemers zou Humanitas aanraden aan familie/vrienden in eenzelfde situatie
89% van onze deelnemers zou Humanitas aanraden aan familie/vrienden in eenzelfde situatie
81% van de Thuisadministratie deelnemers aan hun geld- en regelzaken nu beter op orde te hebben 81%
73% van de deelnemers Eenzaamheid aan zichzelf beter te voelen
73% van de deelnemers Eenzaamheid aan zichzelf beter te voelen
vereniging/samenlevingsopbouw 5% verlies 5% IMPACT VAN ONS WERK NA HET AFRONDEN VAN HET CONTACT MET DE HUMANITAS VRIJWILLIGER GEEFT... 89% van onze vrijwilligers beveelt het vrijwilligerswerk aan
eenzaamheid 36%
73% van de deelnemers Eenzaamheid aan zichzelf beter te voelen 73%
83% van de Opvoeden en Opgroeien deelnemers aan dat het opvoeden van hun kinderen makkelijker verloopt
83% van de Opvoeden en Opgroeien deelnemers aan dat het opvoeden van hun kinderen makkelijker verloopt
83% van de Opvoeden en Opgroeien deelnemers aan dat het opvoeden van hun kinderen makkelijker verloopt
Eenzaamheid kan iedereen overkomen. Bijvoorbeeld door echtscheiding, ziekte of verlies van werk. We helpen mensen die eenzaam zijn om (weer) een sociaal netwerk op te bouwen en te onderhouden zodat ze er niet alleen voor staan.
Jong zijn is niet altijd makkelijk. Problemen met school, ouders of relaties lijken soms te groot om aan te pakken. Vrijwilligers van Humanitas zijn er voor jongeren op moeilijke momenten. Ze luisteren en helpen om dingen die niet goed gaan te onderzoeken en op te lossen. Maar ze zijn er ook om gewoon te chillen en samen iets leuks te doen.
Vroeger of later krijgt iedereen te maken met verlies. Afscheid nemen is niet makkelijk, maar betekent ook zeker niet het einde. Vrijwilligers van Humanitas helpen deelnemers om te gaan met de nieuwe situatie en het leven opnieuw in te richten.
We helpen (ex-)gedetineerden met praktische zaken. Zoals het behouden van contact met kinderen, het steunen van het thuisfront en het in stand houden van het sociale netwerk. Na de detentie helpen vrijwilligers van Humanitas om het leven weer op te pakken.
In ieder gezin kan het wel eens een tijdje minder goed lopen. Spanningen kunnen oplopen, het gezin kan uit balans raken en uit elkaar vallen. Humanitas ondersteunt bij opvoeding. Vrijwilligers zorgen voor extra aandacht en steun voor alle gezinsleden.
Mensen kunnen door verschillende oorzaken de grip op hun financiën verliezen. Goed geschoolde vrijwilligers ondersteunen deelnemers om de (financiële) administratie op orde te brengen en te houden.
Op humanitas.nl/ervaringen lees je per thema ervaringsverhalen van onze deelnemers en vrijwilligers.
Coca Cola European Partners, Redevco Foundation, Nationale Postcode Loterij, Stichting Primrose, en enkele fondsen die graag anoniem willen blijven.
Dit magazine is een uitgave van Vereniging Humanitas. Heb je het magazine uit? Gooi het dan niet weg, maar geef het door aan anderen.
Je kunt dit magazine ook online vinden op humanitas.nl/over-ons/ publicaties
REDACTIE
Esther Vogel (eindredactie), Jolan van den Broek (hoofdredactie), Lisa Tiggelaar, Josephine Krikke, Hilde Duyx, Saskia Bosch, Leyla Fortunati-Koubia.
MET MEDEWERKING VAN
Lonneke Bär, Harry Brieffies, Adrien Parlange, Linda Huijsmans, Ellen Weber, Marieke Kijk in de Vegte, Anneke Hymmen, Ellis Tolsma, Roberto Lobosco.
CONCEPT, VORMGEVING EN EINDREDACTIE Vandejong, Amsterdam
DRUKWERK Drukkerij Manuel
ADVERTEREN
Neem contact op met Esther Vogel via 020-5231100 of e.vogel@humanitas.nl
MEER WETEN? Wil je meer informatie over wat Humanitas voor jou kan betekenen? Of wil je vrijwilliger, lid of donateur worden? Neem contact op via humanitas.nl, bel 020-5231100 of mail naar info@humanitas.nl.
Tekst, foto’s en illustraties mogen alleen worden overgenomen na schriftelijke toestemming van Vereniging Humanitas.
Humanitas heeft haar best gedaan om de rechten van alle rechthebbenden te achterhalen. Meen je rechthebbende te zijn, neem dan contact op met de redactie.
facebook.com/humanitasnederland
youtube.com/humanitasnederland
De magazines zijn na te bestellen via: info@humanitas.nl.
Lees ook alle Humanitas VMTM publicaties online op www.humanitas.nl/over-ons/publicaties
Vereniging Humanitas Postbus 71, 1000 AB, Amsterdam 020-5231100 info@humanitas.nl humanitas.nl
KvK: 40530895
ISSN: 0166-1124
Rekeningnummer voor giften: NL58 INGB 0000 294050 op naam van Vereniging Humanitas o.v.v. ‘Gift’.
Wij worden gesteund door: