Samen werken aan diergezondheid
MEI 2019
Insturen nageboorte bij verworpen vrucht vergroot kans op diagnose Verwerpen is een vervelend probleem op een bedrijf en lang niet altijd kan er een infectieuze oorzaak worden gevonden. De kans op het stellen van een diagnose neemt toe als u naast bloedonderzoek ook de vrucht met (een stuk van) de nageboorte met cotelydonen instuurt. Meldplicht Brucella abortus Bij abortus bij runderen is de meldplicht voor Brucella abortus van kracht. De veehouder voldoet hieraan als hij een bloedmonster instuurt voor onderzoek op Brucella abortus. Tegelijkertijd kunt u ook extra onderzoek aanvragen op veel voorkomende oorzaken van verwerpen in Nederland: salmonella, BVD, neospora en IBR. Sectie op verworpen vrucht Ook kunt u de verworpen vrucht insturen voor sectie. Stuur bij voorkeur ook een stuk placenta met cotelydonen mee om de kans op een diagnose te vergroten. Daarmee zijn – naast bovengenoemde ziekten – ook andere infectieuze oorzaken aan te tonen, zoals listeria, bacillus, coxiella, chlamydia en schimmels. Verwerpersprotocol Ook niet-infectieuze oorzaken, zoals koorts, trauma en mineralentekorten, kunnen leiden tot verwerpen. GD heeft daarom op haar website het verwerpers protocol staan om u en uw veehouders te ondersteunen om tot een diagnose te komen (www.gddiergezondheid.nl/ verwerpers).
Kruisreacties M.g. en M.s. met andere Mycoplasma spp. Mycoplasma gallisepticum (M.g.) en Mycoplasma synoviae (M.s.) zijn bestrijdingsplichtige ziekten bij pluimvee volgens de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (GWWD). Monitoring vindt onder andere plaats middels seromonitoringprogramma’s. Het was onbekend in hoeverre andere Mycoplasma spp. dan M.g. en M.s. interfereren met de gebruikte serologische testen. Andere Mycoplasma spp. dan M.g. en M.s. worden incidenteel aangetoond bij (hobby)pluimvee. Detecties in 2016 en 2017 zijn weergegeven in de figuur. Onderzocht is of deze soorten (M. pullorum, M. iners en M. gallinarum) kruisreacties geven in de serologische testen die gebruikt worden in de monitoringsprogramma’s voor M.g. en M.s. Tevens is M. imitans meegenomen in het onderzoek, omdat deze species erg op M.g. lijkt en is gerapporteerd dat deze kruisreacties kan geven in de serologische testen voor M.g. en M.s.
Resultaten laten zien dat de SPA-testen alleen niet geschikt zijn voor de monitoringsprogramma’s. Met name kort na de blootstelling aan een andere Mycoplasma spp. (in de eerste twee weken) kunnen kruisreacties voorkomen. Specifieke M.g. en M.s. ELISA-testen laten een goede specificiteit zien, combi ELISA-testen (M.g. + M.s.) lieten kruisreacties zien in de derde en vierde week na blootstelling. Op basis van deze resultaten kan worden geconcludeerd dat de combinatie van een SPA-test, aangevuld met een specifieke ELISA het meest geschikt is voor de seromonitoringsprogramma’s voor M.g. en M.s. Figuur: fylogenetische boom van 16S-rRNAsequenties van verschillende mycoplasmaspecies die bij pluimvee voor kunnen komen (Bron: GD, 2017)