Samen werken aan diergezondheid NIEUWSBRIEF VOOR PRACTICI • JAARGANG 21 • FEBRUARI 2015
02
Het aantal varkensbedrijven waar de mildere variant van PED is aangetroffen loopt op. Het gaat om zowel vleesvarkens- als vermeerderingsbedrijven die vrijwel allemaal boven de grote rivieren liggen. In de afgelopen week zijn van diverse bedrijven die problemen ondervinden met diarree, wederom monsters ingestuurd. Vaak blijkt PED niet de oorzaak van de problemen te zijn. Omdat PED een bedrijfsgebonden aandoening is, bestaat er geen meldingsplicht. Het virus is niet overdraagbaar op mensen en vormt geen gevaar voor de voedselveiligheid. Het blijft belangrijk om de verspreiding van PED tegen te gaan. Schenk daarom volop aandacht aan de hygiëne rondom bedrijfsbezoeken. De verspreiding van het virus vindt plaats door
besmette varkens en door (zeer kleine hoeveelheden) mest, bijvoorbeeld aan transportmiddelen. In samenspraak met de gehele sector is inmiddels een protocol opgesteld voor de primaire sector. Omdat het virus ook via andere kanalen verspreid kan worden, zijn ook specifieke protocollen ontwikkeld voor erfbetreders en voerleveranciers. Zie voor de verschillende protocollen www.gddiergezondheid.nl. Hier vindt u ook de huidige stand van zaken omtrent PED. Dr. Peter van der Wolf, varkensdierenarts
Risico aanvoer drachtig rund van niet-BVD-vrij bedrijf Veehouders realiseren zich soms onvoldoende de gevaren van aanvoer. Wanneer het rund BVD-virus-negatief is, maar drachtig is ten tijde van de aanvoer, is er een kans dat het ongeboren kalf een drager is. Wanneer melkveehouders deelnemen aan BVDvrij Certificering krijgen ze automatisch bericht voor BVD-virusonderzoek als het rund geen individuele virusvrij-uitslag heeft of van een nietBVD-vrij bedrijf komt. Met het onderzoek wordt gekeken of het rund viraemisch is en mogelijk BVD-drager. Tot de uitslag bekend is zou het rund in quarantaine geplaatst moeten worden. Wanneer het rund BVD-virusvrij is, maar drachtig is tijdens de aanvoer, kan het kalf maanden later toch als drager geboren worden. Wil men dit risico tot een minimum beperken dan is het raadzaam bij aanvoercontrole het drachtige rund niet alleen op BVD-virus maar ook op BVD-antistoffen te laten onderzoeken.
Worden er geen BVD-virus én geen BVD-antistoffen aangetoond, dan is de kans erg klein dat het rund met het BVD-virus in aanraking is geweest en een dragerkalf bij zich draagt. Heeft het rund wel BVD-antistoffen, dan is het ooit in contact geweest met het BVD-virus. Als dit tijdens de huidige dracht is geweest, is er een kans dat het ongeboren kalf een drager is. Het advies is dan om dit kalf als het geboren is te onderzoeken op BVD-virus, dit kan middels een oorbiopt direct na de geboorte of in bloed vanaf een leeftijd van 30 dagen.
Veterinair
Milde variant PED bij varkens verspreidt zich in Nederland
Drs. Frederik Waldeck, rundveedierenarts
Hygiëneprotocollen PED op onze website
Een aantal Nederlandse varkensbedrijven is sinds november geconfronteerd met een milde variant van PED, ofwel Porcine Epidemic Diarrhea. De diverse vertegenwoordigers uit de sector varkenshouderij zijn het erover eens dat alles op alles gezet moet worden om te proberen dit virus buiten Nederland te houden of in ieder geval verspreiding zo veel mogelijk te beperken. Hiervoor hebben alle sectorvertegenwoordigers hygiëneprotocollen opgesteld voor hun deel van de sector. Deze protocollen vindt u op de website van de GD, www.gddiergezondheid.nl. GD Veterinair | februari 2015 |
1