Coxiella burnetii aangetoond in placenta vleesschaap
De GD Veekijker werd dit voorjaar geconsulteerd door een schapenhoudster die zes schapen had geïmporteerd uit Ierland. Zij had enkele van deze dieren serologisch laten onderzoeken op Q-koorts. Bij één van de geïmporteerde schapen werden antilichamen tegen C. burnetii, de verwekker van Q-koorts, aangetoond. De schapenhoudster, zelf 22 weken zwanger, gaf aan dat zij zich zorgen maakte over deze bevinding. Tevens gaf zij aan dat het betreffende schaap die ochtend had afgelammerd en dat het schaap een gezond lam had geworpen, maar dat het tweede lam in de vruchtvliezen was gestikt. Na overleg met een gespecialiseerd dierenarts van GD en in afstemming met de NVWA is afgesproken het doodgeboren lam en de nageboorte in te sturen voor pathologisch onderzoek. Op maandag 24 maart werd bekend dat bij histologisch onderzoek (en aanvullende kleuringen) C. burnetii werd aangetoond.
Tot eind april 2025 zijn 71 geaborteerde of doodgeboren lammeren (47 schaap en 24 geit) ingestuurd naar GD voor pathologisch onderzoek (zogenoemde ‘gouden standaard’). Abortus, vroeggeboorte, doodgeboorte en geboorte van slappe lammeren (abortus) kunnen worden veroorzaakt door besmettelijke en niet-besmettelijke oorzaken. In de secties tot dusver werd bij 49 procent van de ingezonden lammeren een besmettelijke oorzaak aangetoond. De meest voorkomende kiemen waren Listeria spp., Toxoplasma gondii en Campylobacter spp Tevens werden enkele lammeren ingestuurd waarbij een aangeboren afwijking werd geconstateerd, waaronder een afwijkend verwervelkolom en gering(e) torticollis arthrogryposis. Hierbij werd geen besmettelijke oorzaak aangetoond. Enkele



Vervolgens is ook een PCR uitgevoerd en ook hierbij werd C. burnetii aangetoond. De bevinding werd gemeld bij de NVWA en in afstemming is de betrokken houdster via de GGD geïnformeerd over Q-koorts en is haar geadviseerd om aanvullend bloedonderzoek te laten verrichten. In dit geval betrof het een hobbymatig schapenbedrijf en werd geen melding gemaakt van ziekte bij mensen. GD heeft de houdster geadviseerd haar schapen tegen Q-koorts te laten vaccineren.
Q-koorts is een meldingplichtige ziekte. Voor een afwijkend aantal abortussen geldt een meldplicht. Voor melkschapen- en melkgeitenbedrijven met meer dan vijftig dieren geldt dat zij deel dienen te nemen aan de tankmelkmonitoring (BTM). Een positief BTM PCR resultaat is meldingsplichtig.
Bevindingen abortusdiagnostiek
lammeren zijn ingestuurd met een verdenking van een infectie met het blauwtongvirus. Maar bij geen van de ingezonden lammeren zijn afwijkingen gevonden die te relateren waren aan de blauwtonguitbraak. In december 2023 werd BTV-3 aangetoond in de milt van een verworpen schapenlam. Dit lam vertoonde geen klinische afwijkingen.
Veel van de besmettelijke oorzaken van abortus zijn zoönosen. Het is van belang dat zwangere vrouwen direct en indirect contact met aflammerende schapen en geiten vermijden en passend hygiëne maatregelen worden genomen. Bij een toegenomen aantal abortus gevallen bij schapen en geiten dient melding te worden gemaakt bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA).
Via VeekijkerNieuws houden wij u elk kwartaal op de hoogte van nieuws uit de monitoring van diergezondheid bij kleine herkauwers. Mocht er tussendoor iets belangrijks spelen dan sturen wij u daarover een e mail. Wilt u op de hoogte blijven van actueel nieuws over diergezondheid? Meld u dan aan voor onze nieuwsbrieven, waaronder het Veekijkernieuws, via www.gddiergezondheid.nl/email
Aanmelden sectiemateriaal
U kunt dieren bij GD 24 uur per dag, 7 dagen per week aanmelden voor pathologisch onderzoek via www.gddiergezondheid.nl/ophaaldienst of 088 20 25 500. Wij halen dieren die ’s avonds voor 22.00 uur zijn aangemeld de eerstvolgende werkdag op. Voor een optimaal onderzoek is het belangrijk om een volledige anamnese toe te voegen. Ook is het van belang vers materiaal in te sturen (koelen in warme tijden en bij strenge vorst op een droge afgeschermde binnenplaats) en een dier te selecteren dat representant is van het probleem.
Salmonella serogroep C
Dit voorjaar kreeg een melkgeitenbedrijf te maken met verhoogde uitval in de tweede levensweek van de lammeropfok. De lammeren vertoonde purulente neusuitvloeiing, beeld van hersen(vlies)ontsteking, niet willen drinken en beeld van buikpijn.
Door middel van pathologisch onderzoek op vier lammeren werd een maagdarmstoornis geconstateerd veroorzaakt door Salmonella groep C. Niet eerder in Nederland werd Salmonella-bacterie uit deze groep bij geitenlammeren aangetoond. Eerder werden Salmonella spp. uit groep B en D, waar Salmonella Typhimurium en Salmonella Dublin
onder vallen, bij geitenlammeren aangetoond. De ernst van de klinische verschijnselen kan sterk variëren van subklinisch tot hoge uitval onder lammeren. Interventies om een uitbraak te beëindigen gaat vaak gepaard met langdurig antibioticumgebruik. In sommige gevallen blijkt antibiotica niet toereikend. Salmonellose wordt zelden tot nooit vastgesteld bij volwassen geiten. Aanvoer van dieren en mest worden gezien als de belangrijkste risicofactor voor insleep. Salmonellose is een zoönose en een meldingsplichtige aandoening.
Salmonella Typhimurium opfoklocatie
In verband met een beeld luchtwegproblemen bij lammeren van twee weken leeftijd is een dier ingestuurd voor pathologisch onderzoek. Op pathologie werd een darmstoornis ten gevolge van Salmonella Typhimurium geconstateerd. Vermoedelijk heeft de darmstoornis een verandering in metabole
zuurtegraad teweeg gebracht, wat voor een afwijkende ademhaling bij de lammeren heeft gezorgd. Een verhoogde uitval van 2 procent, zonder diarree, was op het bedrijf gesignaleerd. Alle afdelingen zijn door middel van ‘schoentjesmethode’ bemonsterd en op basis van bacteriologisch onderzoek werd S
Bel de Veekijker
Op werkdagen kunt u rechtstreeks contact opnemen met de Veekijker: 088 20 25 555. Via het keuzemenu kiest u de diersoort waar u informatie over wilt hebben. Het team Kleine Herkauwers is bereikbaar van 15.00-17.00 uur.
Typhimurium in alle monsters aangetoond. Op het bedrijf van herkomst van de lammeren zijn geen klinische verschijnselen van salmonellose door de houder waargenomen. Salmonellabacteriën kunnen ook ziekte bij mensen veroorzaken.
Gewrichtsontsteking door Vlekziekte bacterie bij geitenlammeren
Bij pathologisch onderzoek op een geitenlam werd Erysipelothrix rhusiopathiae gekweekt uit meerdere gewrichten. Op het melkgeitenbedrijf vertoonde 10 procent van de lammeren, verdeeld over verschillende afdelingen, verschijnselen van (poly)artritis. Het effect van de behandeling van deze lammeren met antibiotica werd als teleurstellend ervaren, waarna besloten is om aanvullend drie representanten in te sturen voor pathologisch onderzoek, waarbij vlekziekte is aangetoond.
Erysipelothrix rhusiopathiae veroorzaakt vlekziekte en is een ubiquitaire Gram-positieve
staafvormige bacterie die zowel voorkomt als commensaal en als pathogeen in meerdere gewervelde diersoorten. De bacterie komt wijdverbreid voor in de natuur en is in staat om ten minste enkele weken in de omgeving te overleven.
Ook werd vlekziekte dit voorjaar vastgesteld bij melkschapenlammeren met gewrichtsontsteking. Bij schapen is bekend dat de vlekziekte-bacterie (poly) artritis geeft. Andere uitingsvormen zijn huidinfecties, endocarditis, longontsteking en bloedvergiftiging. Ondanks dat de bacterie
doorgaans goed gevoelig is voor antibiotica slaat de behandeling vaak slecht aan en daarom is de prognose gereserveerd.
Erysipelothrix rhusiopathiae is een zoönose en wordt door geïnfecteerde dieren via diverse excreten (urine, mest, speeksel en neusuitvloeiing) uitgescheiden Goede voorzorgs- en hygiënemaatregelen in de omgang met (dode) dieren zijn de belangrijkste preventieve maatregelen om infectie bij mensen te voorkomen.
vlnr: Karianne Peterson, Eveline Dijkstra, Nienke Snijdersvan de Burgwal, Mark van der Heijden en René van den Brom
Diergezondheidsbarometer kleine herkauwers
Ziekte/aandoening/ gezondheidskenmerk
Korte omschrijving
Categorie Rustig1 Verhoogde attentie2 Nader onderzoek 3
Artikel 2.1.a en 2.1.b Aanwijzing dierziekten Regeling Diergezondheid / Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882 van Animal Health Law (EU) 2016 /429 (Categorie A ziekte)
*
Besmettelijke pleuropneumonie bij geiten (CCPP)
(Mycoplasma capricolum subs. capripneumoniae)
Nog nooit in NL.
Mond-en-klauwzeer (MKZ) Geen MKZ in Nederland sinds 2001.
Meerdere uitbraken zijn gemeld in Europa sinds januari 2025. In januari werd op een waterbuffelbedrijf in Duitsland bevestigd. Vervolgens in Hongarije en Slowakije meerdere gevallen aangetoond. Risicovolle importen zijn onderzocht door de NVWA. Geen verdere verspreiding naar andere landen aangetoond.
Infectie met het virus van de pest bij kleine herkauwers (peste des petits ruminants (PPR))
Infectie met Rift Valley koorts virus (RVF)
Schapen- en geitenpokken (SGP)
Nog nooit in NL.
Meerdere uitbraken zijn gemeld in Europa sinds juli 2024. Naast uitbraken in Griekenland, Bulgarije en Roemenië zijn meer recent infecties gemeld in Hongarije aan de westelijke grens. Er zijn signalen over beperkte meldingsbereidheid in de regio.
Nog nooit in NL.
Nog nooit vastgesteld in NL.
Vanaf oktober 2023 meerdere uitbraken bevestigd in Griekenland. Recent zijn meerdere uitbraken gemeld in Bulgarije.
A+D+E *
A+D+E *
Artikel 2.1.a en 2.1.b Aanwijzing dierziekten Regeling Diergezondheid / Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882 van Animal Health Law (EU) 2016/429 (Categorie B tot en met E)
Infectie met Brucella abortus, B. melitensis
De aantallen voor de steekproef van 2024 zijn behaald. Alle uitslagen zijn negatief bevonden. Nederland behoudt daarmee haar vrije-status. GD besteedt veel extra aandacht aan het verkrijgen van de benodigde aantallen monsters voor deze monitoring.
Infectie met het rabiësvirus Zeer zelden vastgesteld bij vleermuizen.
Infectie met het bluetonguevirus (serotypen 1-24)
Sinds september 2023 vind een uitbraak plaats van BTV-3. Het virus leidt tot ernstige problemen op schapenbedrijven en in mindere mate op geitenbedrijven.
Sinds 2023 heeft BTV-3 zich verspreid over grote delen van Europa.
Sinds september 2024 werd op een beperkt aantal bedrijven in NL BTV-12 vastgesteld. Recent meldde de UK ook een positieve bevinding van BTV-12.
B+D+E *
B+D+E *
C+D+E *
Ziekte/aandoening/ gezondheidskenmerk
Epididymitis bij schapen (Brucella ovis)
Infectie met Mycobacterium tuberculosis- complex
(M. bovis, M. caprae, M. tuberculosis)
Miltvuur (Bacillus anthracis)
Paratuberculose (Mycobacterium avium subs. paratuberculosis)
Q-koorts (Coxiella burnetii )
Korte omschrijving
Onderzoek van rammen in kader van export. Niet eerder bevestigd in NL.
Sinds 1999 is Nederland officieel tuberculose vrij.
Laatst gemelde uitbraak in 1993 bij runderen. Sindsdien geen besmettingen vastgesteld.
Regelmatig gevallen vooral bij (melk)geiten en een enkele keer bij schapen.
In 2016 is het laatste melkgeitenbedrijf vrij verklaard van een infectie met C. burnetii. In 2024 werd Q-koorts vastgesteld op een melkschapenbedrijf in Bakel. Een groep aflammerende jaarlingen, die niet gevaccineerd was tegen Q-koorts, bleek de Q-koortsbacterie uit te scheiden na het aflammeren. In het voorjaar van 2025 werd C. burnetii aangetoond in de placenta van een geïmporteerd schaap op een hobbybedrijf.
Echinococcose In april 2023 is middels sectie een echinococcus blaas vastgesteld bij een schaap. Het is niet bekend welk type het betrof.
Trichinellose Geen gevallen van trichinellose bij schapen of geiten bekend.
Artikel 2.1.c Aanwijzing dierziekten ‘Regeling Diergezondheid’ van Wet Dieren
Overdraagbare TSE’s (scrapie, BSE) In de afgelopen jaren geen gevallen meer bij schapen. Bij geiten eerste geval van scrapie in 2000 en het laatste geval in 2001.
Artikel 3a.1 Melding zoönosen ‘Regeling Houders van Dieren’ van Wet Dieren
Campylobacteriose (Campylobacter spp.)
Leptospirose (Leptospia Hardjo)
Listeriose (Listeria spp.)
Enkele gevallen per jaar. Met name bekend als oorzaak van abortus bij met name schapen.
Al jaren geen gevallen bij schapen en geiten. In 2024 een verdenking in geaborteerde schapenvruchten, maar de bevinding kon bij gebrek aan medewerking door de schapenhouder niet worden bevestigd.
Encefalitis door Listeria monocytogenes komt regelmatig voor bij schapen maar vooral bij melkgeiten. Jaarlijks worden op enkele melkgeitenbedrijven problemen met listeriose gemeld. Onbekend is hoe lang uitscheiding van listeria-bacteriën in melk plaatsvindt.
Zowel L. monocytogenes als L. ivanovii kunnen abortus veroorzaken bij schapen en geiten.
Vervolg tabel
Categorie Rustig1 Verhoogde attentie2 Nader onderzoek 3
Nader onderzoek naar de bij mens en dier gevonden types is gewenst.
Ziekte/aandoening/ gezondheidskenmerk
Salmonellose (Salmonella spp.)
Yersiniose (Yersinia spp.)
Toxoplamose (Toxoplasma gondii )
Overige OIE lijst ziekten
Enzoötische abortus (Chlamydia abortus)
Caprine arthritis encephalitis (CAE)
Zwoegerziekte (maedi/visna-virus (MVV))
Tularemie (Francisella tularensis)
Mycoplasma agalactiae
Nairobi sheep disease
Heartwater (Ehrlichia ruminantium)
Infecties met schmallenbergvirus (SBV)
Korte omschrijving
Sinds 2016 op meerdere bedrijven recidiverende en massale sterfte bij lammeren op melkgeitenbedrijven veroorzaakt door een multiresistente S. Typhimurium. Ook meerdere ziektegevallen bij mensen veroorzaakt door hetzelfde MLVA-type van de bacterie. In de afgelopen jaren is binnen de PPS Salmonellose in de melkgeitenhouderij een concept-programma ontwikkeld. De beslissing rondom implementatie ligt bij de melkgeitensector. Recent is de bacterie aangetoond bij melkgeitenlammeren.
Enkele gevallen per jaar. Aangetoond als oorzaak van diarree, sterfte en abortus.
Enkele bevestigde gevallen per jaar maar waarschijnlijk een van de meest voorkomende oorzaken van abortus. Seroprevalentie is eerder hoog gebleken bij schapen en geiten.
Bij geiten en schapen al jaren één van de belangrijkste oorzaken van abortus. Verspreiding tussen bedrijven via besmet vrouwelijk fokmateriaal. Zeer lastig te bestrijden wanneer eenmaal geïntroduceerd in een koppel. Enzoötische abortus is een zoönose en daarmee één van de belangrijkste redenen waarom zwangere vrouwen en aflammerende kleine herkauwers niet samengaan.
Veel voorkomende aandoening waarvan het veroorzakende virus zich op grote en kleine bedrijven soms anders gedraagt. Bron introductie niet altijd duidelijk.
Belangrijk(st)e infectieuze aandoening op (grote) schapenbedrijven.
Sinds 2011 regelmatig besmette hazen en enkele humane tularemie patiënten in Nederland.
Nog nooit in NL.
Nog nooit in NL.
Nog nooit in NL.
Sinds 2011 jaarlijks besmettingen met het SBV, met aangeboren afwijkingen van lammeren tot gevolg. Ook begin 2024 diverse meldingen van lammeren met aangeboren afwijkingen door SBV. Uitsluiten andere mogelijke oorzaken blijft belangrijk om introductie van andere virussen uit de groep van Bunyaviridae vroegtijdig op te sporen.
Vervolg tabel
Categorie Rustig1 Verhoogde attentie2 Nader onderzoek 3
pilotonderzoek
2025 naar
Chlamydia spp. bij kleine herkauwers in het kader van abortus
Royal GD
Arnsbergstraat 7
Postbus 9, 7400 AA Deventer
Ziekte/aandoening/ gezondheidskenmerk
Uit monitoring
T. 088 20 25 500
info@gddiergezondheid.nl www.gddiergezondheid.nl
Korte omschrijving
Abortus bij kleine herkauwers In de eerste maanden van 2025 zijn meerdere infectieuze oorzaken gevonden van abortus bij schapen en geiten. Veel abortusverwekkers zijn ook zoönosen.
Coxiella burnetii aangetoond in placenta vleesschaap
Salmonellosis op melkgeitenbedrijven
Coxiella burnetii aangetoond in de placenta en doodgeboren lam van geïmporteerd schaap.
Twee bevestigde gevallen van salmonellosis in de opfok. Niet eerder werd in opfok Salmonella groep C aangetoond. In de andere casus werd S. Typhimurium aangetoond.
Chronische leverbotziekte Meerdere signalen uit Veekijker en pathologisch onderzoek met betrekking tot chronische leverbotziekte bij schapen.
Afwijkende lymfeknopen op slachthuis
Aviaire influenza aangetoond bij een schaap in het Verenigd Koninkrijk
Twee lammeren van hetzelfde bedrijf vertoonde multiple vergrootte inwendige lymfeknopen. Oorzaak onbekend.
In het Verenigd Koninkrijk is bij één schaap op een bedrijf waar ook besmet pluimvee aanwezig was hoogpathogene aviaire influenza aangetoond.
1 Rustig: geen actie vereist of actie leidt naar verwachting niet tot een duidelijke verbetering.
2 Verhoogde attentie: attendering op een bijzonderheid.
3 Nader onderzoek: nader onderzoek is lopend of gewenst.
Vervolg tabel
Categorie Rustig1 Verhoogde attentie2 Nader onderzoek 3
Monitoring Diergezondheid
Royal GD voert sinds 2002 de diergezondheidsmonitoring in Nederland uit in nauwe samenwerking met onder andere de diersectoren, het bedrijfsleven, het ministerie van LVVN, dierenartsen en veehouders. De informatie die in de monitoring wordt gebruikt, wordt op verschillende manieren verzameld waarbij het initiatief gedeeltelijk bij dierenartsen en veehouders en gedeeltelijk bij GD ligt. De informatie wordt integraal geïnterpreteerd om de doelstellingen van de monitoring, het snel signaleren van diergezondheidsproblemen enerzijds en het volgen van trends en ontwikkelingen anderzijds, te bereiken. Samen werken we aan diergezondheid in belang van dier, dierhouder en samenleving.