De Gezondheidsdienst voor Dieren
NIEUWSBRIEF VOOR PRACTICI • JAARGANG 18 • FEBRUARI 2012
Huidbiopten bij het paard: richtlijnen en tips Het nemen van huidbiopten is een waardevolle methode voor dermatologische diagnostiek. Hierbij zijn een aantal richtlijnen van belang. Het laten onderzoeken van huidbiopten is met name geïndiceerd bij: 1.neoplastische veranderingen of verdenking hierop; 2.persisterende ulceratieve laesies; 3.verdenking op huidziektes die eenvoudig met huidbiopten vastgesteld kunnen worden, zoals eosinofiel granuloom, folliculaire dysplasie en immuungemedieerde ziektes; 4.huidveranderingen die niet reageren op therapie; 5.vesiculaire huidaandoeningen. In het algemeen geldt: hoe meer biopten, hoe hoger de kans op een diagnose. Indien primaire en secundaire laesies aanwezig zijn, is het verstandig beide te biopteren. Het inzenden van meerdere huidbiopten kost niets extra. Huidbiopten dienen niet te klein te zijn. Optimaal zijn punchbiopten (stansbiopten) van 6 mm diameter. Excisiebiopten, genomen met een scalpel, zijn geïndiceerd
voor grotere laesies bij vesiculae, bullae en pustels, maar ook bij processen in het subcutane vetweefsel. Punchbiopten geven vaak geen of onvoldoende subcutaan vetweefsel. Voor de kroonrand gaat de voorkeur uit naar oppervlakkige, met een scalpel genomen, ‘scheerbiopten’, waarbij het bloeden door druk wordt gestopt. Full-thickness biopten kunnen namelijk ernstige defecten in de hoefwand veroorzaken. De haren kunnen, indien nodig, voorzichtig worden afgeknipt zonder de huidoppervlakte te raken. Ook mag de huid niet geschoren of met zeep gereinigd worden, omdat korsten diagnostische waarde kunnen hebben. Voorzichtig deppen met 70% alcohol mag wel. Indien op basis van huidbiopten geen definitieve diagnose mogelijk is, kan het spectrum van mogelijke aandoeningen meestal wel beperkt worden tot één groep, die door klinische differentiatie verder gereduceerd kan worden. Kijk voor het volledige artikel over het nemen van huidbiopten bij paarden op www.gddeventer.com. Dr. Nadine Meertens, veterinair patholoog
Stevige aanpak BVD in het buitenland In Nederland wordt, ondanks de initiatieven en serieuze inspanningen van duizenden veehouders, op landelijk niveau weinig vooruitgang geboekt met de bestrijding van BVD. Dat weten we omdat de GD op verzoek van de overheid elke twee jaar via een steekproefonderzoek vaststelt op hoeveel bedrijven het BVD-virus heerst. De afgelopen keren bleek het virus te circuleren onder jongvee van circa 20% van de bedrijven die niet deelnamen aan een BVD-bestrijdingsprogramma. Dit betekent dat op die bedrijven in het jaar voorafgaand aan het onderzoek nog een drager heeft rondgelopen. Bij een dergelijk hoog besmettingspercentage kunnen na vijf jaar alle bedrijven een actieve BVD-besmetting hebben doorgemaakt (5x20 =100%). De Nederlandse veehouders staan er alleen voor bij de bestrijding van BVD. Dat het ook anders kan bewijzen de Zwitsers: veehouders, standsorganisaties en overheid werkten nauw samen om in slechts drie jaar tijd BVD uit te bannen. De bestrijding bevindt zich
Veterinair
02
nu in de laatste fase. Noorwegen, Zweden en Finland zijn al vele jaren BVD-vrij en sinds de zomer van 2007 behoort ook Denemarken tot de BVD-vrije landen. Oostenrijk is zo goed als vrij. Hoewel de aanpak van BVD in deze landen weer net iets anders verliep, is er een belangrijke overeenkomst: om werkelijk vooruitgang te boeken, is een landelijke - lees: gecoördineerde - aanpak vereist. Recent is Duitsland gestart met een landelijke aanpak van BVD met behulp van oorbiopten in combinatie met vaccinatie. De Duitse verordening om runderen tegen een BVD-infectie te beschermen beslaat niet meer dan vijf pagina’s. Hiermee is de landelijke aanpak geregeld. Waar wachten we nog op? Drs. Ad Moen, rundveedierenarts
Nieuw op DAP Contact, de website voor dierenartsen Praktijkmap Herkauwers: het onderdeel Rund van de GD Praktijkmap Herkauwers is geüpdatet. Digitaal panel: de GD is erg geïnteresseerd in uw mening als rundveedierenarts. Meld u nu aan voor het nieuwe digi-panel. VeeOnline: de komende tijd worden doorlopend nieuwe mogelijkheden aan VeeOnline toegevoegd. GD Veterinair | februari 2012 |
1