
2 minute read
De specialisten
In zijn opstel dat Pieter Gerssen in de vergadering van 16 oktober 1932 voorlas, deed hij enkele aanbevelingen om de bestaande werkloosheid te verlichten, ’’zoals de vrouw en het jonge meisje van de fabriek en daarvoor mannen in de plaats; de kinderen niet beneden de 16 jaar laten werken enz”. Ook hierop kwam tegenkanting, tenminste het verslag meldt dat het beter zou zijn ”om deze gewichtige onderwerpen voor de economen te laten”.
De onbedrevenheid in het houden van goed omlijnde betogen ontlokte met name in de beginjaren meer dan eeas kritische opmerkingen aan de toehoorders, of noopte de voorzitter tot het plaatsen van aanvullende kanttekeningen. Zo kreeg Jelle Ekkelenkamp het in de samenkomst op 1 november 1931 zwaar te verduren. Zijn opstel handelde over de vrede van Rijswijk, die een einde maakte aan de negenjarige oorlog (1688-1697) tussen Frankrijk en een coalitie van verschillende staten, waaronder de Republiek. Blijkbaar had Ekkelenkamp zich op de omvang van het karwei verkeken, althans de notulen spreken van een half opstel. Klaas Koffeman, die als bezoeker aanwezig was, nam Ekkelenkamp onder schot. Hij kende hem van andere verenigingen, waar hij altijd goed werk leverde. Koffeman beschouwde zijn optreden op deze avond dan ook als een blijk van luiheid! Overigens liet Ekkelenkamp zich door deze ffontale aanval niet uit het veld slaan. Wij komen namelijk nadien zijn naam in de notulen nog vaak tegen als maker van een opstel en als inleider op een bijbelgedeelte, terwijl hij zich bovendien ontpopte als een verdienstelijk voordrager.
De specialisten

Evenals bij de inleidingen over bijbelteksten, ontwikkelden sommige vrienden zich in de loop van de tijd tot ware specialisten in het maken van opstellen. Zo was Jan Pieter Otter niet alleen kundig in het vervaardigen van werkstukken over bijbelteksten, maar ook treffen wij zijn naam onder de makers van opstellen over onderwerpen uit de kerkgeschiedenis aan. Pieter Gerssen (de penningmeester) behoorde tot degenen die in de eerste jaren eveneens vaak op het roaster stonden. Cor Brouwer was een van de specialisten uit de jaren veertig. Albert Kroon deed in dezelfde periode meerdere studies om vragen uit de vragenbus te beantwoor den, en aan Jan ten Napel komt de eer toe de literatuur als bron voor het maken van opstellen te hebben aangewezen.
Willem Schraal
De Obadjaan die als opstelmaker wellicht de grootste faam heeft gekregen en van wie bepaalde werkstukken lang in het geheugen zijn blijven hangen, is de
90