
5 minute read
DR. PATRICK VAN RYMENANT: WINNAAR PROF. SOETE PRIJS
IN DE PRIJZEN
De Professor Soete Prijs is een eerbetoon aan de pionier van het lasgebeuren in België. De prijs wordt tweejaarlijks uitgereikt. Genomineerden zijn personen die ten minste 10 jaar in het algemeen belang en in het openbaar op een bijzondere en invloedrijke wijze hebben bijgedragen aan het bevorderen van de toepassing, de ontwikkeling, het onderzoek en de kennis/verspreiding van de lastechniek. Op 24 november 2015 mocht dr. Patrick Van Rymenant de prijs in ontvangst nemen.
Hoe voelt het om deze onder scheiding in ontvangst te mogen nemen?
Het voelt nog altijd heel erg leuk aan. Het was ook een volledige verrassing voor mij. Deze prijs krijgen doet veel met mij omdat het een erkenning is voor mijn werk. Dat de erkenning zowel van het beroepenveld en de bedrijven komt alsook van de onderzoekswereld betekent heel veel voor mij.
Je hebt deze onderscheiding ontvangen onder andere omdat je toekomstige lasingenieurs kan enthousiasmeren over lassen. Hoe slaag je daarin?
Ik denk dat het mijn manier van lesgeven is die ervoor zorgt dat ik de studenten enthousiast krijg. Ik krijg energie van mijn werk waardoor ik ook met volle energie in mijn werk vlieg. Dat zullen de studenten ook wel voelen. Iemand die weet waarover hij praat en er dan nog eens graag uitleg over geeft, krijgt veel respect bij zo’n mannen.
Hoe ben je zelf enthousiast geworden over lasingenieur en de opleiding industriële wetenschappen?
Eigenlijk wist ik al op jonge leeftijd dat ik iets met lassen wilde doen. Mijn vader was in die tijd productiechef in Boechout. Hij had thuis, achteraan in de tuin, een eigen productieatelier gemaakt. Ik was altijd al gefascineerd geweest door die vele machines en op mijn 8 jaar begon ik daarmee te spelen. Zo komt het dat ik op mijn 15 jaar al een heel goede kennis had van lassen en machines. Ik had daarom ook veel liever een technische opleiding gevolgd, maar ik moest van mijn ouders humaniora doen. Ik vind trouwens dat de beste industrieel ingenieurs de studenten zijn die eerst in het TSO industriële wetenschappen hebben gevolgd omdat zij veel technische kennis hebben. Dat mijn ouders mij nooit TSO hebben laten doen vind ik daarom heel jammer, zeker omdat ik al zo jong zo graag met die apparatuur bezig was en al vroeg wist dat ik daarmee verder wilde. Na het middelbaar ben ik dan naar De Nayer gegaan omdat ik wist dat er hier met techniek werd gewerkt en ik ben er altijd gebleven en dat is nu toch al meer dan 30 jaar.
Zie je grote verschillen tussen het lasonderwijs van vroeger en van nu?
Ja, uiteraard! Toen ik student was leerden we klassieke booglasprocessen en het gassmeltlassen. Nu is het lassen gigantisch geëvolueerd. We hebben een heel atelier met specifieke infrastructuur en er is meer aandacht voor veilig en gezond leren lassen. De master proef is geëvolueerd van een praktisch werkstuk naar een werkstuk waar studenten als echte lasingenieurs echte problemen in bedrijven aanpakken. Die bedrijfs bezoeken zijn daarom ook echt belangrijk. Je moet er als docent veel tijd en energie in steken en het gaat natuurlijk een beetje ten koste van je lestijd, maar een bedrijfsbezoek is het leukste moment voor een student. Als je die studenten dan de echte werkelijkheid kan laten zien en je ziet die glinstering in hun ogen dan weet je dat je goed zit en is de moeite en energie het allemaal waard geweest. Ik merk ook dat studenten die bij bedrijven op bezoek gaan of stages uitvoeren beter weten wat ze willen. Meer dan eens gaat die student in dienst bij dat bedrijf en blijkt dat die student er jaren later nog altijd werkt.
Ik merk op dat je in alles onderwijs, onderzoek en vooral bedrijven heel nauw met elkaar laat samenwerken. Hoe bewust doe je dit?
Heel bewust. Onderwijs, onderzoek en dienstverlening aan bedrijven zijn voor mij één vicieuze cirkel waar alles rond draait. Je doet onderzoek dat relevant is voor de maatschappij. Om goed onderzoek te doen haal je inspiratie uit je dienstverlening naar bedrijven toe. Door je dienstverlening komen er namelijk problemen vanuit het bedrijfsleven naar boven en dat is de bron van je inspiratie voor onderzoek. Heb je onderzoek uitgevoerd dan ga je deze overbrengen en doorgeven aan de bedrijven. Daar zit dan de dienstverlening.
Over dit onderzoek kan je dan lesgeven aan studenten zodat zij deze nieuwe aanpak aangeleerd krijgen. Dat vinden bedrijven heel positief. Daarnaast kan je ook door je dienstverlening en kennis van de bedrijven de studenten op bezoek laten gaan bij deze bedrijven en je kan verschillende bedrijven en technieken naast elkaar leggen en uitleggen aan deze studenten.
Voor mij zijn onderwijs, onderzoek en dienstverlening zo verbonden met elkaar dat ze elkaar versterken. Ik denk ook dat de Professor Soete prijs aan mij is uitgereikt omdat ik zo bezig ben met deze drie belangrijke domeinen en omdat ik het belang zie van elk van deze domeinen naar waarde te schatten.
Sharon Van Damme