5 minute read

ANN VAN GYSEL: INGENIEUR MET CREATIEVE BLIK

DOCENTE IN DE KIJKER

Meer dan 20 jaar werkt ze op Campus De Nayer. Een snelle rekensom later blijkt dat ze op die tijd meer dan 1500 studenten succesvol kennis én passie voor bouwkunde heeft meegegeven. Rekenen zit er al van kindsbeen af in. Dat resulteerde later in een specialisatie in beton. Maar Ann Van Gysel zit niet gebeiteld in de bouwkunde. Haar brein draait net zo goed creatieve overuren. Zoals ’s avonds aan de keukentafel, tijdens het verbeteren van een reeks oefeningen. Maak kennis met de programmadirecteur van de opleiding Industriële Wetenschappen: Bouwkunde. En bedenkster van ConnectING, de naam van dit nieuwe magazine.

“Al meteen in het eerste leerjaar hield ik van rekenen. Wiskunde ben ik mijn hele schoolcarrière graag blijven doen. Een opleiding burgerlijk ingenieur was daar een logisch vervolg op. Ik was ook graag creatief bezig en had een goed ruimtelijk inzicht. Zo kwam ik bij bouwkunde terecht.”

“Aan de universiteit zat ik als enige meisje in een groep met 15 jongens. Dat heb ik nooit erg gevonden. Mijn vrouwtje staan tussen al die mannen was geen probleem. Ingenieursstudies trekken nog steeds (te) weinig meisjes aan. Een probleem daarbij is dat jongeren zich veel te weinig een beeld kunnen vormen van de beroepsmogelijkheden van een ingenieur. Daar zouden we veel beter op moeten inspelen.”

“Bovendien is het belangrijk de ver schillende ingenieursprofielen, die erg gewaardeerd worden door de bedrijven, duidelijk te positioneren en te versterken. Enkel dan kunnen studenten het profiel kiezen dat het best bij hen past en hun talenten optimaal ontwikkelen. De juiste man én vrouw voor de juiste job!”

Kennis en inzicht als fundament

“Mijn doctoraatsonderzoek situeerde zich in het vakdomein beton. Ik doceer op Technologiecampus De Nayer alle opleidingsonderdelen die met beton te maken hebben zoals betontechnologie, gewapend beton en staalbetonconstructies, vanaf het moment dat studenten specifiek kiezen voor bouwkunde. Ik geef voornamelijk theorie en dat doe ik eigenlijk ook het liefste. In mijn lessen probeer ik de studenten te enthousiasmeren en inzicht bij te brengen. Goede kennis en inzicht vind ik belangrijk. Alleen dan kunnen studenten voor zichzelf de lat hoog leggen.”

“Alle lessen, in elke fase en op elk tijdstip, hebben hun charme. Wie pas gekozen heeft voor de afstudeerrichting Bouwkunde is een nog onbeschreven blad, hongerig naar kennis. Met een masterstudent kun je dan weer veel dieper in de materie duiken. Ik kijk altijd uit naar een nieuw semester. Ik hou van het gevoel een nieuwe start te nemen. Studie bezoeken zijn heel fijne momenten. Studenten zien dan eindelijk in de praktijk wat ze geleerd hebben en vooral: wat ze later zelf kunnen verwezenlijken.”

Samenwerken voor kwaliteit

“Ik was op Technologiecampus De Nayer verantwoordelijk voor de opleiding industrieel ingenieur bouwkunde. Toen er in de aanloop van de integratie in de KU Leuven programma directeurs gezocht werden, leek me dit een logisch vervolg. Op dat moment waren we allang bezig met het proces van academisering en ik wou daar graag nog verder actief aan meewerken. Ik ben wel trots op de goede werking binnen de POC Bouwkunde. Docenten - teams werden op poten gezet en de leerlijnen in de opleidingen werden uitgewerkt. We hebben in de masteropleiding een bedrijfsstage ingevoerd en studenten kunnen ondertussen ook kiezen voor een keuzemodule op een andere campus. Deze multicampus - modules zijn gebaseerd op het onderzoek dat op de specifieke campussen gevoerd wordt. Iedereen is het er over eens dat een goede samenwerking noodzakelijk is om kwaliteit te garanderen.”

“20 jaar werk ik al met veel plezier op Technologiecampus De Nayer.”

“Ondanks de vele veranderingen die we de laatste jaren moesten ondergaan, ben ik blij dat de naam een constante is gebleven. De Nayer was en is nog steeds een sterk merk en een campus met een aangename sfeer. Al zou ik eigenlijk ook wel eens op een stadscampus willen vertoeven. Een stadsomgeving zorgt voor een andere beleving. Ook al is contact met studenten het belangrijkste, met een brede blik de wereld inkijken is dat even - zeer. We moeten verder kijken dan onze eigen campus. Als programmadirecteur zit ik daarvoor in een ideale positie.”

Ruimte voor creativiteit

“Een brede, open blik biedt ruimte aan creativiteit. Op de meest gekke momenten kunnen ideeën opborrelen. De wedstrijd om een naam voor dit magazine te bedenken vond ik meteen een ludiek idee. “Moet ik even over denken”, dacht ik. Maar tijdens het verbeteren van oefeningen betonconstructies, ontsponnen zich al ideeën. Ik krabbelde wat woorden op een papiertje en plots stond het er: ConnectING. Naderhand bekeken was het bijna een letterlijke vertaling van de opdracht. Ik was dus verbaasd dat tussen al die inzendingen (er werden 128 voorstellen door studenten en personeel ingezonden, nvdr) niemand anders op dit idee gekomen was. Het magazine komt als geroepen. We moeten bekendheid geven aan wat onze ingenieurs doen, wat er reilt en zeilt op de campussen en dat we er als jonge, complexe faculteit wel degelijk staan binnen KU Leuven. Het is een middel om verbondenheid te bevorderen, zowel tussen als buiten de campussen. ConnectING dus.

Sofie Craps

This article is from: