8 minute read

FRANÇOISE CHOMBAR: DE STEMINIST SPREEKT

WETENSCHAPSCOMMUNICATIE

“Als STEMinist zal ik me met een grote gedrevenheid blijven inzetten voor meer STEM en inclusie, omwille van de positieve impact op onze economie, onze planeet en onze samenleving als geheel”, beloofde Françoise Chombar na de ontvangst van de eerste erepenning van de Groep Wetenschap & Technologie van de KU Leuven op 12 oktober 2021. Wie is zij en wat bezielt haar? Een portret.

Een tolk Nederlands-Engels-Spaans uit het Kortrijkse die een hightech bedrijf opricht en uitbouwt tot een wereld - speler in de micro-elektronica, kom je niet elke dag tegen. Als zulke witte raaf zich ook nog eens opwerpt als een voorvechter en inspirator in het STEM-domein en zich met hart en ziel inzet om diversiteit en inclusie te bevorderen binnen en buiten het bedrijfsleven, dan kan het nog enkel gaan om Françoise Chombar, Chairwoman van de chipproducent Melexis en voorzitter van het Vlaamse STEM-platform.

Als primus inter pares van de groep experten die de Vlaamse regering adviseert inzake STEM, trok ze in het najaar van 2021 aan de alarmbel. “Vlaanderen dreigt de STEM-trein te missen”, luidde het. “De plannen van de Vlaamse regering, uitgewerkt in de STEM-agenda 2030, getuigen van weinig richting en ambitie”. En dat op een moment waarop het bedrijfsleven en de economie kreunen onder het tekort aan technici en ingenieurs. En levenslang leren in elk van de STEM-gebieden een kwestie van (over)leven of verdwijnen is.

Françoise Chombar

© Johan Vandroogenbroeck

Wow-effect

In haar jeugd is Françoise al ‘goed in talen’ maar ze heeft ook interesse in techniek: de manier waarop toestellen werken, hoe ze in elkaar zitten en waarom ze zijn bedacht. Bovendien blijkt ze ook over een opmerkelijk organisatietalent te beschikken. Ze herinnert zich nog levendig haar eerste bezoek aan Flanders Technology International, de technologiebeurs in de Gentse expohallen en het ‘wow-effect’ dat deze hoogmis van de hightech destijds bij haar opriep. Toeval of niet zit ze tijdens haar studie aan de UGent op kot met ingenieursstudenten. Haar huwelijk met een ingenieur Elektrotechniek bij MIETEC-Alcatel bezegelt haar intrede in de wereld van de micro-elektronica.

Het jonge koppel vertrekt in 1985 naar Duitsland voor de opstart van Elmos, een producent van halfgeleiders. Françoise wordt verantwoordelijk voor de productieplanning en de customer - service, een job die haar op het lijf is geschreven. Terug in België vier jaar later ontpopt ze zich tot een volleerd ondernemer met de oprichting van Melexis, ontwikkelaar en producent van geavanceerde halfgeleiders voor de auto-industrie. Ze begint haar carrière als operations manager en wordt in 2003 CEO, een functie die ze tot augustus 2021 blijft uitoefenen.

Automotive en meer

Met Françoise aan het roer groeit Melexis uit tot een top 3 onder - neming in de sector van automotive halfgeleiders en de productie van IC’s (chips). Het bedrijf telt 1500 medewerkers verspreid over 12 vestigingen worldwide. “Wist je dat elke nieuwe wagen wereldwijd gemiddeld 18 chips van Melexis aan boord heeft?”, vraagt Françoise trots. “Met innovaties zoals de gecombineerde sensor voor slimme banden en intelligente autoverlichting gaan we voor 20 chips in elke wagen en meer. Dat aantal kan nog oplopen als de autonome voertuigen met optische sensor IC’s in gebruik worden genomen”.

Melexis’ ambitie reikt verder dan automotive. “We willen ook groeien in andere markten”, bevestigt Françoise. “In alternatieve mobiliteit bijvoorbeeld, maar ook in de consumentenelektronica, robotica en gezondheidszorg. Ons motto is ‘Inspiring Engineering’. We werken aan een toekomst die veilig, clean, comfortabel, gezond en duurzaam is”.

Dat dit geen holle slogan is, blijkt uit Melexis’ inzet tijdens de coronapandemie. “Onze chips zijn vitale onderdelen in beademings - apparaten op de intensieve zorg, point-of-care toepassingen en COVID-19 testen”, vertelt Françoise.

Waarden

Van bij de start voert Melexis een aantal belangrijke waarden hoog in het vaandel. Maatschappelijke verantwoordelijkheid, diversiteit, inclusie en STEM nemen een prominente plaats in. Het bedrijf telt 49 nationaliteiten in zijn vestigingen en 33% van de medewerkers zijn vrouwen. > “Akkoord, het kan nog beter maar voor een hightech bedrijf zitten we ruim boven het gemiddelde, zeker als je naar de teamleads en onze C-suite kijkt”, aldus Françoise “en onze Raad van Bestuur telt evenveel mannen als vrouwen.”

Het stokpaardje van het bedrijf is het sensibiliseren van jongeren voor wetenschap en technologie. Als STEM-ambassadeur werkt Melexis nauw samen met de STEM-Academies, medewerkers fungeren als technologiementor in scholen en het bedrijf is vaak present op wetenschap populariserende initiatieven zoals de Dag van de Wetenschap en Sound of Science. Telkens worden verschillende STEM-profielen in de kijker gezet met bijzondere aandacht voor vrouwelijke rolmodellen. Françoise zelf geeft het goede voorbeeld als voorzitter van het STEM-platform, een functie die ze bekleedt sinds 2015 en ze bijzonder ter harte neemt.

Genderevenwicht

Technologie en genderevenwicht beschouwt Françoise als de meest kritische uitdagingen van het moment. “In de STEM-ingrediënten zit het potentieel om alle mondiale problemen aan te pakken: klimaatverandering, honger, vervuiling van lucht en water, epidemieën. Dat is uiteraard positief, maar er zijn ook voldoende degelijk opgeleide mensen nodig om de technologieën te ontwikkelen, te bouwen en te implementeren. Daar knelt de schoen. Er is een schrijnend tekort aan STEM-professionals. En de grote afwezigen zijn – zoals bekend – de dames.

Het probleem is niet nieuw. In 2017 lekte een interne nota van een Google-medewerker uit. Daarin stond te lezen dat het verloren moeite is om vrouwen aan te trekken. De hersenen van vrouwen zijn daar niet voor gemaakt en mochten de dames het intellectueel aankunnen, dan hebben ze meestal geen interesse in technologie. De medewerker in kwestie werd wel ontslagen, maar wat hij beweerde, leeft nog altijd in brede lagen van de bevolking.

Glazen plafond

“Inmiddels is afdoend bewezen dat de gender gap niet terug te voeren is op intelligentie “, vervolgt Françoise. “Volgens mij is het in eerste instantie een kwestie van motivatie. Vrouwen en mannen zijn op een verschillende wijze gemotiveerd. Terwijl mannen eerst kijken naar het ‘wat’, vragen vrouwen eerder naar het ‘hoe’ met speciale aandacht voor het welzijn. Beide vormen van motivatie zijn complementair. Meer nog, samen zorgen ze voor een win-win situatie waar iedereen beter van wordt. Laat meisjes en jongens elkaar coachen en van elkaar leren. Zo creëer je inclusie, de kweekvijver van innovatie”.

Aan de retoriek van het ‘glazen plafond’ – inmiddels al 40 jaar oud – doet Françoise niet mee. “Eigenlijk is dat niet het probleem van de vrouwen. Het zit dieper, niet hoger. Aan de basis van de gender gap liggen ingebakken stereotypen die van generatie op generatie worden doorgegeven. Je zou kunnen spreken van subliminale boodschappen met informatie die wordt overgedragen zonder dat ze voor de ontvanger waarneembaar is maar die wel door het onbewuste wordt verwerkt waardoor ze onopgemerkt kan aanzetten tot gedrag. Zo komt het dat meisjes bijna zeker poppen krijgen als speelgoed en jongens auto’s. Zo wordt verwacht dat jongens stoer en sterk zijn en meisjes zorg- en volgzaam. Uit onderzoek blijkt dat meisjes pas een nieuwe uitdaging aangaan als ze minstens aan 80% van de vereisten voldoen. Bij de jongens ligt de drempel op 60%. De gender gap manifesteert zich lang voor het glazen plafond”.

Rolmodel

De school en meer bepaald de leraren zijn eveneens betrokken partij bij de gender gap. Françoise verwijst in dat verband naar een rapport van de EU waaruit blijkt dat meisjes beduidend lager presteren bij leraren met gendervooroordelen. Zelfs onbewust kunnen zulke leraren een negatieve impact hebben op het zelfvertrouwen en op het niet-kiezen voor STEM-richtingen. Een sterk positieve invloed daarentegen werd vastgesteld bij inspirerende vrouwelijke rolmodellen en gepassioneerde niet vooringenomen STEM-leerkrachten.

Ook het moment waarop de rolmodellen op het toneel verschijnen, is belangrijk. Uit ander onderzoek blijkt dat meisjes op heel jonge leeftijd wel open staan voor techniek maar die interesse vanaf hun twaalfde snel verliezen. In die leeftijdsperiode zouden vrouwelijke rolmodellen in de school actief moeten zijn waaraan de meisjes zich kunnen spiegelen.

In het ‘Ingenieus Zomerkamp’ voor tien-tot veertienjarigen op Campus Groep T in Leuven worden sinds twee jaar meisjes en jongens van elkaar gescheiden. Waar voorheen het kamp bijna uitsluitend jongens aantrok, is de aparte meidengroep in een mum van tijd volzet. “Hier speelt dan weer een andere factor een rol”, legt Françoise uit. “Die van de sociale vergelijking. Meisjes meten zich liever niet met jongens en voelen zich zelfzekerder onder elkaar”. Overigens moesten de resultaten van de meisjes na afloop niet onderdoen voor die van de jongens, wat voorheen in de ‘gemengde’ groep niet het geval was.

Idealen

Françoise is niet alleen een STEMinist, ze is ook een overtuigd optimist. Ze gelooft dat het in één generatie mogelijk moet zijn om een genderevenwicht te bereiken en zodoende het nijpend tekort aan STEM-professionals te delgen. “De jongeren van vandaag – jongens én meisjes – hebben gelukkig nog idealen. Kijk maar naar hun inzet voor de klimaatzaak, voor een beter leefmilieu, voor meer rechtvaardigheid. Deze generatie is opgegroeid met het internet, met sociale media, met smartphones. De jongeren van vandaag staan op en gaan slapen met technologie. Als we hen kunnen overtuigen dat de technologie die ze omarmen de betere wereld kan creëren waarvoor ze zich inzetten, is de ommezwaai definitief ingezet. Dat wil ik nog meemaken.”

Yves Persoons

This article is from: