
5 minute read
ARTS WORDT INGENIEUR
STUDENT IN DE KIJKER
Philippe Pauwels studeerde eerst zeven jaar voor arts en volgde een jaar huisartsgeneeskunde. Dit academiejaar behaalt hij op Campus Groep T het diploma van industrieel ingenieur Elektronica-ICT. Van een echte ommezwaai wil hij niet spreken. Philippe ziet de ingenieursopleiding veeleer als een welgekomen aanvulling om niet te zeggen het sluitstuk van zijn medische studie. ‘Transfer learning’, daar is het hem in de eerste plaats om te doen.
Toen hij in 2012 aan de Faculteit Geneeskunde startte, had Philippe geen idee dat zijn studieloopbaan een dergelijke wending zou nemen. “Naarmate de opleiding vorderde, zag ik dat technologie almaar belangrijker werd. Ook in de klinische praktijk nam de impact van technologie met de dag toe. Dit fenomeen intrigeerde me en zette me aan om meer te weten hoe artsen en andere klinische stakeholders met de oprukkende technologie in hun vakgebied zouden moeten omgaan”.
Defect
“Wat technologie betreft, kun je een arts vergelijken met een automobilist”, vervolgt Philippe. “De chauffeur kan wel het stuurwiel en de pedalen bedienen maar weet doorgaans niet wat maakt dat de auto rijdt. Je kunt terecht opmerken dat de bestuurder dat niet hoeft te weten. Als de wagen niet start, zijn er pechdiensten en autotechniekers om het probleem op te lossen. Wanneer in een ziekenhuis een scanner het begeeft, kun je evenmin verwachten dat de arts of specialist even het defect herstelt. Automobilist en arts hebben met elkaar gemeen dat ze goed vertrouwd zijn met de context en de situatie waarin het technisch probleem zich voordeed. Ze kunnen de reparateur dan ook nuttige informatie geven om snel een oplossing te vinden”.
Dat brengt ons bij het punt dat Philippe wil maken:
e-Health
Zijn masteropleiding op Campus Groep T combineert Philippe met een job als consultatiearts bij Kind & Gezin. Aangezien hij werkt als zelfstandige kan hij zijn tijd flexibel verdelen. Over burgerlijk of industrieel ingenieur studeren was er geen twijfel. “Industrieel ingenieur was mijn eerste keuze omwille van de praktijkgerichtheid en de polyvalente vorming. Een pluspunt van Campus Groep T is de aandacht voor Health Engineering en de samenwerking met ziekenhuizen, zorginstellingen en de medische industrie”.
Als ingenieur Elektronica-ICT is Philippe sterk geïnteresseerd in e-Health of de toepassingen van ICT in de gezond heids - zorg. Onder die noemer ressorteren gezondheidsinformatiesystemen, mobile health, cloudplatformen, clinical decision support systemen, maar ook clinical decision systemen op basis van Artificiële Intelligentie en machine learning. Volgens Philippe is het zonneklaar dat de digitale opmars bijdraagt tot de verbetering van de kwaliteit van de diagnose en behandeling, maar ook van de preventie.
Niettemin ziet Philippe nog een paar obstakels die remmend werken. “Aan de kant van de Health Technology ontbreken niet zelden de klinische proeven voor de nieuwe instrumenten en apparaten. Er kan bijgevolg niet altijd eenduidig vastgesteld worden in welke mate een toepassing een meerwaarde biedt betreffende overleving, levenskwaliteit of zorgkwaliteit dan wanneer ze niet gebruikt zou worden. In ziekenhuizen en zorginstellingen ontbreken dan weer de middelen om de technologische ontwikkelingen bij te houden, zowel van hardware als knowhow. De oplossing moet komen van een doorgedreven samenwerking tussen de industrie enerzijds en de universiteiten en ziekenhuizen anderzijds onder het toeziend ook van de overheid die waakt over privacy en respect voor ethische normen en waarden”.

Philippe Pauwels
© Julie Feyaerts
Rollen
“De coöperatie tussen de medische en de technologische wereld moet aan de basis op gang komen via projecten waarin klinische actoren en ingenieurs elkaar vinden”, meent Philippe. “Net zoals je de gezondheidszorg niet meer uitsluitend aan de geneeskundigen kunt overlaten, is Health Technology geen exclusief domein voor ingenieurs. Daarvoor is gezondheid een te complex en te waardevol goed. Artsen en ingenieurs hebben overigens veel met elkaar gemeen: een stevige wetenschappelijke basisvorming, analytisch én systemisch vermogen en een expliciete voorkeur voor de toepassingen en de praktijk. Maar er is nog werk aan de winkel. Een goed voorbeeld is de ConMEDS-model dat de zeven internationaal erkende rollen van de arts definieert.
Over zijn toekomst laat Philippe nog niet in zijn kaarten kijken. “Ik heb de gewoonte om jaar na jaar te evalueren hoe het verder moet. Voor een arts-ingenieur zijn er geen vooraf uitgestippelde carrièrepaden. Op onbetreden terrein kun je alle richtingen uit, zeker wanneer het nog volop in wording is”.
Yves Persoons