
5 minute read
DECAAN WIL MEER INGENIEURAMBASSADEURS
NIEUWS VAN DE FACULTEIT
De grote uitdagingen van vandaag hebben allemaal wel iets van doen met technologie. Bijgevolg zijn ingenieurs er altijd op een of andere manier bij betrokken. Niettemin komen ze zelden op het voorplan of mengen ze zich amper in het maatschappelijk debat. In zijn toespraak voor de nieuw afgestudeerden van de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen pleitte decaan prof. Bert Lauwers voor meer ingenieur-ambassadeurs.
In de zomer en het najaar van 2022 studeerden aan de campussen van de faculteit 1.070 industrieel ingenieurs af. Het totale aantal zal nog toenemen, want een niet onaanzienlijke groep behaalt nog in januari 2023 zijn diploma. “Voor de nieuwbakken ingenieurs ligt er alvast genoeg werk op de plank”, aldus prof. Lauwers. “En dat in alle sectoren van de economie en binnen elk van de sectoren ook in de meest diverse functies. In elke fase van de levenscyclus van een product vind je namelijk ingenieurs terug: van onderzoek en ontwikkeling tot recyclage en hergebruik. Wie met een origineel idee rondloopt of een gat in de markt gevonden heeft, start een eigen bedrijf en wordt ingenieur-ondernemer”.
“Jullie diploma is jullie paspoort of – nog beter – een passe partout die op alle deuren past die leiden naar de toekomst.
Met de technologie hebben jullie een machtig instrument in handen om dingen te veranderen en de toekomst letterlijk en figuurlijk méé te maken”, vervolgde de decaan. “Want laat het duidelijk zijn: de klimaat verandering, de energietransitie, de armoede en de honger in de wereld zullen niet met nobele intenties of ronkende verklaringen worden opgelost. De ant woor den ten gronde zullen komen van wetenschap en technologie. En wie beheert de technologie en brengt de wetenschap in de praktijk? Dat zijn jullie, de ingenieurs”.
Stille kracht
De grote economische en maat schappelijke relevantie van de ingenieurs vind je (nog) niet terug in de beeldvorming van de publieke opinie. “Ingenieurs behoren tot de stille krachten in de samenleving. Het brede publiek weet niet wie de ontwerpers zijn van de technologieën die het leven vergemakkelijken noch van de producten waarmee we op de wereldmarkt onze welvaart verdienen”.
Dat is op zich niet nieuw. In 2005 merkte Henk Tolsma in zijn boek ‘Techniek, een machtige knecht’ al op: “Door een zekere introvertheid en de neiging zich aan het maatschappelijk debat te onttrekken, blijven ingenieurs, ondanks hun prestaties, onbekend”. Eerder had Harry Lintsen in ‘Ingenieur van beroep’ (1985) vastgesteld: “In de ogen van de ingenieurs wordt de ontwikkeling van de technologie gekenmerkt door rationaliteit, maximalisatie van het geldelijk nut, constante vernieuwing en toenemende beheersing van mens en natuur”.
“De realiteit is complexer”, aldus prof. Lauwers. “De ontwikkeling van de technologie wordt niet alleen bepaald door rationaliteit wat maakt dat ingenieurs hun werk minder in een groter maatschappelijk verband plaatsen. Daardoor wordt hun rol in de samenleving soms onderschat”.
Communicatie
Hoe kunnen we ingenieurs ambassadeur van hun vak maken? Prof. Lauwers ziet twee mogelijkheden. Allereerst is er de ontwikkeling van professionele competenties met op nummer één de communicatie vaardigden. Deze skills kun je aanleren. In onze opleiding tot industrieel ingenieur vind je ze zelfs structureel ingebed. Ook al is je job hightech, technologie is en blijft mensenwerk. Functioneren in een samenleving veronderstelt social skills. Het maatschappelijk debat is daar een goed voorbeeld van. Daar worden opinies gevormd en afgetoetst over wat de mensen bezighoudt. De kwaliteit van het debat zou er fors bij winnen, mochten de ingenieurs er zich ook actief in mengen”.
Een tweede optie is volgens prof. Lauwers het intensifiëren van de samenwerking tussen onderwijs en werkveld. Ingenieurs kunnen hierbij een sleutelrol spelen. “Onze duizenden alumni zijn preferentiële partners in een samenspel waarin het onderwijs van het werkveld kan leren. Dat houdt ons alert, injecteert zuurstof in de aula’s en maakt dat we de vinger aan de pols houden van innovatie en vernieuwing. Zodoende blijven wij in staat om topingenieurs op te leiden die op hun beurt het werkveld versterken en bijdragen tot welvaart en welzijn. Je zou het een vorm van ‘circulair onderwijs’ kunnen noemen. De ingenieurs die wij opleiden zetten zich in om nieuwe en nog betere ingenieurs te vormen”.
Sensibiliseren
Van circulair naar regeneratief is maar een kleine stap. Dit houdt volgens prof. Lauwers in dat afgestudeerde ingenieurs zich mee engageren om jongeren te sensibiliseren voor de ingenieursstudie. “Dat brengt ons bij STEM. Op onze campussen zijn tientallen medewerkers er actief mee bezig. Een complementaire piste kan erin bestaan om het werkveld actiever te betrekken bij het STEM-gebeuren binnen of buiten de campus. Voeg daarbij de alumni die vanuit hun opleiding en professionele ervaring kunnen getuigen en STEM krijgt een extra dimensie die voor een grotere impact kan zorgen bij de jeugd”. Prof. Lauwers besloot zijn pleidooi als volgt:
Yves Persoons