4 minute read

HONDERDJARIGE MET GROTE PLANNEN

NIEUWS VAN DE CAMPUSSEN

“De hogere school die Jan-Pieter De Nayer in 1922 oprichtte, is overal te lande en erbuiten een merk geworden. Een merk waar we moeten voor blijven gaan”, aldus prof. Bert Lauwers, decaan van de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen, tijdens de jubileumviering op 29 september 2022. Dat het de campus menens is, blijkt uit de grote plannen die werden aangekondigd.

In zijn laudatio ging de decaan op zoek naar de roots van het campus-DNA. “Vakmanschap, onderzoeksgedrevenheid, bedrijfsgerichtheid en studentgecentreerdheid zijn niet uit de lucht komen vallen. Ze vinden hun oorsprong in de Mechelse Technische Scholen waarvan Jan-Pieter De Nayer in 1920 de eerste directeur werd”.

“De scholen waren gegroepeerd rond een vakschool die een maakleerplek avant-la-lettre was”, vervolgde prof. Lauwers. “Men leerde al werkend en werkte al lerend. De nauwe band tussen onderwijs en werkveld was toen al manifest aanwezig en zit nog altijd verankerd in het DNA van deze campus”.

Hetzelfde kan volgens de decaan gezegd worden van de doorgedreven vakkennis die van meet af aan het uithangbord van de Mechelse scholen was.

“Vandaag genieten de industrieel ingenieurs van deze campus naam en faam omwille van hun technische bagage en vertrouwdheid met hightech apparatuur. Hiermee is ook dit deel van het DNA verklaard”.

Recordtijd

De stichter had dan wel geen technische opleiding genoten, een bouwer en een ondernemer was hij in hart en ziel. Tegelijk was hij ook een durver, een bezieler en een doordrijver. De recordtijd waarin hij de hogere school uit de grond stampte, blijft tot de verbeelding spreken. “Zijn opvolgers zijn elk op hun eigen manier blijven pionieren”, aldus prof. Lauwers. “Kanunnik Vermandere (1943-1974) breidde bijvoorbeeld het studieaanbod gevoelig uit en opende de schoolpoort voor meisjes”. Klaartje Moens, de eerste technisch ingenieur die in 1955 afstudeerde, was aanwezig in de zaal in het gezelschap van haar dochter prof. Chris Van Geet, vicerector van de Groep Biomedische Wetenschappen van KU Leuven.

“Charles Verwilt (1974-1991) gaat de geschiedenis in als de directeur die de overgang van technisch naar industrieel ingenieur realiseerde en begin van de jaren ‘80 de nieuwe campus in SintKatelijne-Waver bouwde. Onder hem nam het wetenschappelijk onderzoek een hoge vlucht met als bekroning het Labo De Nayer”.

Wegbereider

In de figuur van Willy Asselman (1991-2005) verschijnt de meest invloedrijke speler op het veld. “Hij werpt zich op als de coördinator van de Vlaamse Katholieke Hogescholen en effent zo het pad voor de integratie van de opleidingen in de universiteit”, aldus prof. Lauwers. “In 2005 wordt hij de eerste decaan van de Geassocieerde Faculteit Industriële Ingenieurs wetenschappen, de voorloper van de veertiende faculteit van de KU Leuven die in 2013 officieel van start gaat op zeven campussen over heel Vlaanderen”.

“Na 100 jaar staan de ingenieurs van deze campus nog altijd bekend om hun stevige vakkennis en grote inzetbaarheid”, besloot prof. Lauwers. “Getuige hiervan de jaarlijkse jobbeurs waar meer dan 300 bedrijven zich verdringen om laatstejaars te rekruteren. Op deze campus zijn ook meerdere onderzoeks groepen bedrijvig, die elk jaar meer doctorandi en projectmedewerkers aantrekken”.

Bouwprojecten

“Na 10 jaar integratie heeft de universiteit grote plannen met deze campus”, aldus campusvoorzitter prof. Raf Dewil in zijn slottoespraak. “Er staan niet minder dan drie ambitieuze bouwprojecten op stapel, waarvan een paar samen met de Thomas More hogeschool. Om te beginnen komt er een nieuw huis voor de studentenvoorzieningen bij dat zich aandient als ‘Living Campus’. Nog voor de studenten gaat het huidige Home De Nayer tegen de vlakte om plaats te maken voor een nieuwe residentie. En verder komen er nog nieuwe researchcentra bij waar onderzoekers van de andere faculteiten van de Groep Wetenschap & Technologie aan de slag kunnen”.

“Vandaag slaan we een pagina om in het rijke campusboek”, besloot prof. Dewil. ”Morgen beginnen we een nieuw hoofdstuk of misschien wel een nieuw boek”.

Yves Persoons

This article is from: