/binnenwerk_fiat_2_2008-2009

Page 1

in ho u d

19 Interview Mark Rutte Fractievoorzitter van de VVD

Foto Christiaan Krouwels

“Bos als brandweerman heeft goed werk geleverd, maar Bos en Balkenende als stuurmannen van de economie brengen schade toe”

31 Interview Alexander Rinnooy Kan Voorzitter van de Nederlandse Sociaal-Economische Raad

“De kunst zal zijn om in de nieuwe financiële wereld niet elke bereidheid tot risico hard af te straffen”

E n ve r d e r   5 Redactioneel   7 Woordje van de voorzitter   8 Column Fatma Koser Kaya: ‘De roep om juristen’ 10

Een dag uit het leven van…: Nicolaas Beets, Ambassadeur in Finland

12

Overzicht van de financiële crisis: belangrijkste gebeurtenissen en begrippen

14

Artikel: ‘De kredietcrisis: hoe heeft het kunnen gebeuren en hoe verder?’

26 Artikel: ‘De crisis als kans’ 36 Junior-Associate bij DLA Piper 37 Mini-interview met Ernst Cramer, financieel woordvoerder van de ChristenUnie 44 BASE Advocaten: leiderschap 46 Special: Meesterweek 2009 91

Artikel: ‘De economische crisis: de overheid is het probleem, niet de oplossing’

98 Interview: Angela Mannaerts, advocaat in Italië 103 Special: B&R Beurs

38 Interview Jan Maarten Slagter Directeur van de Vereniging van Effectenbezitters

“Als overheden de markt zoveel mogelijk buitenspel willen zetten, of de banken lang bij de staat willen houden, zou dat een heel slechte reactie zijn”

105 Interview Hans Hoogervorst Voorzitter van de Autoriteit Financiële Markten

“Ik denk dat de IMF en meerdere wereldorganisaties een goede schoonmaakbeurt kunnen gebruiken”

111 Interview Lodewijk de Waal Directeur van Humanitas en aanstaand ING-commissaris

“Laten we hopen dat bankieren weer een stuk saaier wordt”

117 JFR-skireis 2009 – Zell am See 119 Disputen en onderverenigingen

Fiat Justitia februari 2009

3


Less is more...

Van Steenderen MainportLawyers is a niche player combining a detailed industry knowledge with specialist legal expertise to provide the highest quality legal service and assistance to clients in the resolution of disputes and transactions. Masters@MainportLawyers Every year we invite the most talented and dedicated students to take part in the Masters@MainportLawyers. A one day intense training course, offering the perfect introduction to our firm and the industry we serve. The Masters@MainportLawyers offers a glance at the high quality work we do for our high profile clients. If you feel you are up to this challenge and you feel attracted by this opportunity, please apply to jasper.groen@mainportlawyers.com or visit www.mainportlawyers.com

Maritime (Wet & Dry) / Arbitration / Construction & Engineering / Shipbuilding & Conversion / Energy & Offshore


Colofon Fiat Justitia is het verenigingsblad van de Juridische Faculteitsvereniging Rotterdam en verschijnt vijfmaal per jaar.

Jaargang 21 Nummer 2, februari 2009

Hoofdredacteur Patrick Slob

Redactie Maarten van Dijk Suzanne van Kooij Julia Leeman Gökhan Özveren Lennart van der Ziel

Eindredacteur Marleen Sabajo

Eindredactie Sophie Bouhuys Abid Chand Freek Lugtigheid Jordy Oord Saulo Waardenburg

Ontwerp en vormgeving UnitedGraphics

Druk & Lithografie UnitedGraphics

Oplage 15.000 exemplaren

Reacties kunt u opsturen naar: Juridische Faculteitsvereniging Rotterdam Redactie Fiat Justitia Postbus 1738, 3000 DR Rotterdam Tel: 010 - 408 17 94 Internet: www.jfr.nl E-mail: hoofdredacteur@jfr.nl

46e Bestuur der Juridische Faculteitsvereniging Rotterdam Jordy Oord – Voorzitter Marleen Sabajo – Vice-voorzitter Sophie Bouhuys – Secretaris Dirim Kutlar – Penningmeester

Waarde lezer, Het zou een ijzersterk script zijn voor een Hollywood blockbuster: de financiële crisis als bedreiger van onze beschaving. Niet Will Smith en Tommy Lee Jones wagen hun leven voor het redden van de mensheid, maar Barack Obama en Nicolas Sarkozy nemen deze glansrollen op zich. En vergeet natuurlijk ‘onze’ Wouter Bos niet: het is als Carice van Houten naast Tom Cruise in Valkyrie. Laten we voor de beeldvorming dit script eens handen en voeten geven. Niet geheel toevallig kwam ik een uitspraak tegen van Abraham Lincoln: “I am a firm believer in the people. If given the truth, they can be depended upon to meet any national crises. The great point is to bring them the real facts.” De kenners zijn het erover eens dat de oorzaken van de financiële crisis in de Verenigde Staten gezocht moeten worden. Het ligt dan ook voor de hand dat Uncle Sam, samen met zijn nieuwbakken regisseur Barack Obama, de productie van deze film in handen moet nemen. De producer is immers bij uitstek de expert op de filmset en zorgt dat financiële middelen voldoende aanwezig zijn, de marketing op touw wordt gezet en verdere organisatorische aspecten honderd procent in orde zijn. Het is aan ‘de grote mond’ uit het westen om de ware productie- en regiekunsten te laten zien. En hoe dan verder? Hoewel de omvang van deze crisis als ‘buitenaards’ mag worden bestempeld, durf ik met aan zekerheid grenzende waarschijnlijk te zeggen dat aliens geen rol zullen krijgen in deze film. Geïnspireerd door de werkelijkheid lijkt het mij logisch dat de rollen van bad guys vergeven zullen worden aan de Amerikaanse ‘horrorbanken’, de Fed en de Amerikaanse toezichthouders. Met de bundeling van hun krachten moet allerminst een reële poging gedaan kunnen worden om onze wereld tot de rand van de afgrond te brengen. Maar wat is een film zonder ‘zijn’ Bruce Willis, Will Smith of Leonardo di Caprio? De stereotiepe rol van een good cop is bij een scenario als deze dan ook onmisbaar. Met de Verenigde Staten aan de knoppen wekt het geen verbazing dat het de overige wereldleiders zullen zijn, die hun expertise in de strijd moeten gooien tegen het ‘heersende kwaad’. Het zal aan hun assertiviteit, vindingrijkheid en diplomatieke kwaliteiten liggen of onze wereld van de ondergang te redden valt. Wellicht dat Q eenmalig zijn trouwe kameraad 007 wil verlaten om een nieuw, hypermodern wapen te ontwikkelen. Wat dacht u bijvoorbeeld van de Yen H6, als opvolger van de Dollar SX4? Wat rest zijn de figuranten: de mannen en vrouwen die een castingdirector tegen het lijf lopen en in no-time hun uitzonderlijke loop- of zitkwaliteiten mogen vertonen op de filmset. Bij deze nieuwe kaskraker zal de rol van de figuranten iets breder worden uitgemeten. ‘Onze’ eigen Double-u B. bijvoorbeeld: zijn optreden in de financiële markt van Nederland mag gerust ingrijpend worden genoemd en valt in deze film moeilijk terug te brengen tot een simpele bijrol. Ditzelfde geldt overigens voor de ministers van Financiën uit de rest van de invloedrijke financiële landen. Enfin, het fundament is gelegd. Mijn aanvraag voor copyright is de deur uit, evenals de verzoekbrieven aan de acteurs. Nu maar hopen dat er nog wat geld over is uit het potje van Bos. Het zou immers zonde zijn als Nederland die Oscar voor beste script niet mee naar huis kan nemen.

Abid Chand – C ommissaris Interne Betrekkingen Saulo Waardenburg – Commissaris Externe Betrekkingen Patrick Slob – Hoofdredacteur

Patrick Slob Hoofdredacteur Fiat Justitia 2008-2009 Fiat Justitia februari 2009

5


Greendays advocatuur & notariaat 2009

don’t be Green. brinG your own colour.

schrijf je nu in voor Greendays op 23 en 24 april 2009

Bewijs dat je alles behalve groen bent. Dat is waar Greendays om draait. Een masterclass Advocatuur & Notariaat voor studenten in hun laatste studiefase. Dé kans om zelf te onderhandelen in een real life case. Zo maak je kennis met de advocatuurlijke praktijk van het Arbeidsrecht, Ondernemingsrecht en Europees en Mededingingsrecht of de notariële praktijk van Ondernemingsrecht en Commercieel Vastgoed. Laat zien wat je in huis hebt en welke kleur jij aan AKD toe kunt voegen. Schrijf je in vóór vrijdag 27 maart. Kijk voor meer informatie op www.werkenbijakd.nl.


Met dank aan:

Geachte lezer,

B&R Beurs, Nicolaas Beets, Ernst Cramer, Ruben van Eijck, Willem Hoogendijk, Hans Hoogervorst, Celeste Klomp, Fatma Koser Kaya, Toine Manders, Angela Mannaerts, Netty van Megen, Shirley Pigmans, Alexander Rinnooy Kan, Mark Rutte, Jan Maarten Slagter, Lodewijk de Waal, Sweder van Wijnbergen, De disputen der JFR, De onderverenigingen der JFR

Met dank aan de partners:

Oktober 1929. Om precies te zijn, donderdag 24 oktober 1929. Black Thursday, het begin van een nieuwe werkelijkheid in de Verenigde Staten van Amerika. Na de Eerste Wereldoorlog was Amerika ‘the land of all opportunities’. Beursindexen stonden tot aan de hemel, evenals de saldi van de vele Amerikanen die actief waren in het aandelenspel. Aan het begin van 1929 had men toch moeten zien aankomen dat ingetogenheid in de aankomende jaren de strategie zou bepalen. Maar zoals vaak bij de Amerikanen staat ingetogenheid niet in hun woordenboek.

Allen & Overy, Clifford Chance, De Brauw Blackstone Westbroek, Houthoff Buruma, Linklaters, Simmons & Simmons, Stibbe, Nysingh Advocaten-Notarissen

Met dank aan de sponsoren: AKD Prinsen Van Wijmen, BASE Advocaten, Clifford Chance, De Brauw Blackstone Westbroek, DLA Piper, Freshfields Bruckhaus Deringer, Houthoff Buruma, JoHo, Juristenbank, Linklaters, Nauta Dutilh, Nysingh Advocaten-Notarissen, Ploum Lodder Princen, Stibbe, Van Steenderen Mainport Lawyers, Vereniging van Effectenbezitters

Wilt u adverteren in de Fiat Justitia? Neem dan contact op met Saulo Waardenburg (comextern@jfr.nl / 010 - 408 17 94)

Marktbereik De Fiat Justitia wordt verspreid onder de leden van de Juridische Faculteitsvereniging Rotterdam, studenten aan de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR), alsmede over de vakgroepen van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de EUR. Daarnaast vindt verspreiding plaats onder verscheidene advocatenkantoren.

Lidmaatschap of Abonnement

De klap op die donderdagochtend was dus hard, maar bood ook een nieuwe werkelijkheid: die van het glazen plafond. De hemel is zicht­ baar. Maar… Als je hoog genoeg springt, stoot je vanzelf het hoofd. Dat Amerikanen niet leren van hun geschiedenis blijkt eens te meer in oktober 2008: hard falen in de regulering van de krediet- en hypotheekmarkt, met een incapabele Texaan aan het roer, heeft als gevolg dat wereldwijd financiële instituten instorten en diverse economieën over de kop gaan. Zo blijkt bijvoorbeeld iedere nieuwgeboren IJslander te beginnen met een negatief saldo van 30.000 euro. Ook in Nederland hebben wij, hetzij in iets mindere mate, last van de huidige globale crisis. Maar het is niet allemaal negativiteit in deze tijd. Zo is bijvoorbeeld duidelijk geworden welke bedrijven en instituten daadwerkelijk gezond zijn en zodoende toekomst hebben. Ook geeft de crisis ons de kans het stelsel eens goed te evalueren en te reorganiseren, hetgeen hard nodig was. Kansen te over voor diegenen die kansen zien. Als JFR-bestuur zien wij ook in dat de financiële toestand in Nederland ons beperkt in de mogelijkheden. Alhoewel, juristen zien overal kansen. En zo ook wij. De huidige stand van zaken maakt dat iedereen zijn do’s en don’ts prioriteit moet gaan geven en tot zuinigheid en herstructurering moet overgaan. En weet u? Dat is prima! Uiteraard zullen onze leden hier niets van merken en zullen al onze activiteiten doorgang vinden als nooit tevoren. De afgelopen maanden hebben wij dan ook niet stilgezeten en staan er mooie dingen te gebeuren binnen onze vereniging.

Het lidmaatschap van de JFR bedraagt 16,- euro per jaar en geldt tot schriftelijke wederopzegging (vóór de maand augustus van het nieuwe collegejaar). Bij dit bedrag is voor studenten een lidmaatschap van een dispuut naar keuze inbegrepen. Leden krijgen vijf keer per jaar de Fiat Justitia thuisgestuurd. Een

Zo is onze Talent Trip naar Hong Kong in kannen en kruiken en zal het u niet ontgaan zijn dat de promotie voor de grootste juridische congres­ week van de Benelux, de Meesterweek, in volle gang is. Over opportunities gesproken…

abonnement staat ook open voor niet-studenten: door overmaking van 16,- euro op bankrekening

Veel leesplezier!

50.15.50.666 ten name van JFR, Burgemeester Oudlaan 50, 3062 PA in Rotterdam. U krijgt de Fiat Justitia dan een jaar lang thuisgestuurd.

Fiat Justitia ISSN 1566-7375 Niets uit deze opgave mag worden overgenomen en/ of worden vermenigvuldigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie.

Jordy Oord Voorzitter 46ste Bestuur der Juridische Faculteitsvereniging Rotterdam Fiat Justitia februari 2009

7


Co l u m n

De roep om juristen Het was begin oktober. Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen in de Tweede Kamer ging het over de financiële crisis. PvdA Tweede-Kamerlid Paul Tang, econoom, stelde liever niet met collega-Kamerleden met een juridische achtergrond – zoals ondergetekende – over de economie te praten. Zijn boodschap was: schoenmaker blijf bij je leest! Tang kan echter niet ontkennen dat de financieel-economische wereld wel degelijk ook juridische aspecten heeft. Tekst: Fatma Koser Kaya

N

eem de zaak rond de miljardenfraude van de Newyorkse investeerder Bernard Madoff. Deze voormalige topman van de Nasdaq, de Amerikaanse beurs waar vooral aandelen van technologische bedrijven worden verhandeld, gaat de geschiedenis in als één van de grootste oplichters ooit. De omvangrijke fraude die hij met zijn beleggingsbedrijf heeft gepleegd, wordt op minstens 50 miljard dollar geraamd. Madoffs strategie kwam er kort gezegd op neer dat hij met het geld van nieuwe klanten zijn reeds bestaande clientèle betaalde. Toen als gevolg van de financiële crisis ineens heel veel klanten tegelijk hun geld opvroegen, liep Madoff tegen de lamp. Hij had het geld niet. De fraude is de grootste ooit op Wall Street en telt wereldwijd slachtoffers, waaronder Fortis. De vraag dringt zich op hoe Madoff zo lang zijn gang kon gaan, nota bene in het financiële hart van de wereld. Steeds duidelijker wordt dat de Amerikaanse beurstoezichthouder daarbij flink nalatig is geweest. Zij en andere financiële waakhonden onderzochten Madoffs handel en wandel de afgelopen zestien jaar zeker acht keer. Inspecteurs spraken daarbij geregeld hun vermoedens van fraude uit. Toch bleef Madoff buiten schot. De zaak-Madoff laat dus zien dat goed toezicht op de financiële wereld – bij uitstek een juridische aangelegenheid – van groot belang is. Het gebrek daaraan bleek eerder al een van de belangrijkste oorzaken van het feit dat een crisis op de Amerikaanse huizenmarkt kon uitgroeien tot een financiële crisis wereldwijd.

8

Fiat Justitia februari 2009

Die begon met het onder curatele stellen van de Amerikaanse hypotheekverstrekkers Fannie Mae en Freddy Mac. Zij bleken niet over de voorgeschreven hoeveelheid eigen vermogen te beschikken, waardoor veel leningen onvoldoende gedekt bleken. Ook andere financiële instellingen kwamen in de problemen. Een aantal banken ging failliet of werd door een overname voor een faillissement behoed. De crisis sloeg over naar Europa en naar de rest van de wereld. Iedereen kreeg er mee te maken: van overheid tot burger en van bedrijfsleven tot de politiek. Belangrijk deel van het probleem was dat de zogenoemde ‘vervuilde’ leningen wereldwijd in allerlei ondoorzichtige pakketten werden verhandeld. Zo ondoorzichtig dat zelfs de toezichthouders niet meer wisten wat ze inhielden. Dat lijkt inderdaad een contradictio in terminis. Een toezichthouder is er immers juist om zicht te houden op de producten op financiële markten. Zij moet een product begrijpen en er de risico’s van vaststellen.

De zaak-Madoff laat dus zien dat goed toezicht op de financiële wereld – bij uitstek een juridische aangelegenheid – van groot belang is De roep om verbeterd toezicht is dan ook begrijpelijk. En terecht. Op Europese schaal – èn wereldschaal – is dat absoluut nodig. Maar er is meer. De crisis is zo veelomvattend dat niet gemakkelijk te zeggen is waar de pijnpunten zitten en met welke regels die op te lossen zijn. Een parlementair onderzoek kan hierbij van groot belang zijn. De ongekende omvang van de crisis roept immers veel vragen op. Niet alleen over


de ontstaansgeschiedenis ervan, maar ook over de mate van toezicht en de rol van de overheid. Zo’n onderzoek kan ons helpen inzien waar toezicht en regelgeving tekortschieten. Zo kunnen we hieruit lessen trekken voor de toekomst.

Teveel staatsbemoeienis houdt niet-levensvatbare bedrijfstakken overeind, leidt tot onverantwoord risicozoekend gedrag en is slecht voor bedrijvigheid en innovatie Toch moeten we niet de illusie hebben dat we met verbeterd toezicht en een flink pakket nieuwe maatregelen een crisis als deze in de toekomst kunnen voorkomen. Die belofte van maakbaarheid is niet waar te maken en leidt er alleen maar toe dat mensen teleurgesteld raken in wat de overheid presteert. Crises zullen zich altijd blijven voordoen. Dat stelde ook de Amerikaanse econoom Carmen Reinhart. Na een studie over achthonderd jaar concludeerde hij dat financiële crises van alle tijden zijn. Met een zekere regelmaat doen die zich nu eenmaal voor. En dat betekent volgens Reinhart dat dergelijke crises waarschijnlijk meer te maken hebben met de menselijke natuur dan met een bepaald economisch systeem, een bepaalde ondernemingsvorm, marktvorm, bepaald toezicht of wat dan ook.

stelt dat mensen gedreven worden door hun beloning. Beloon je topbankiers voor hun maatschappelijke bijdrage, dan wordt dat het doel. De beroepseed bestaat ook voor leden van de Tweede Kamer, notarissen en artsen. En niet te vergeten, in de advocatuur. Natuurlijk heeft zo’n eed vooral een symbolische werking. Het zal niet de wending naar een totaal andere manier van bankieren betekenen. Het kan er wel voor zorgen dat banken opnieuw moeten gaan nadenken over hun maatschappelijke opdracht: de financiële crisis als buitenkans voor banken om een nieuwe missie te formuleren. De crisis biedt ook kansen om het evenwicht tussen overheid en markt te herstellen. Een te grote rol van de staat is slecht voor de noodzakelijke vooruitgang. Teveel staatsbemoeienis houdt niet-levensvatbare bedrijfstakken overeind, leidt tot onverantwoord risicozoekend gedrag en is slecht voor bedrijvigheid en innovatie. De crisis heeft juist de noodzaak tot die innovatie en vernieuwing scherp aan het licht gebracht: om werkelijk vooruitgang te kunnen boeken. Dat betekent echter ook: durven, proberen, verantwoorde risico’s nemen en ruimte bieden. Dat hoort bij ondernemerschap. Ook daarom moet de staat zich terughoudend opstellen en niet overhaast reageren met een explosie aan regels. Dan bestaat de kans dat je de markt dichtreguleert. In een financieel-economisch stelsel met een web van regels en wetten is enige juridische kennis aldus geen overbodige luxe. Sterker nog, het lijkt nu aan juristen eerst maar eens enige helderheid te scheppen in de puinhopen die economen op de financiële markt achterlieten.

De houding van mensen zal dus moeten veranderen. Dat kunnen betere regels en een strenger toezicht niet afdwingen. Jaren van economische groei en een permanent streven naar meer en hogere winsten, gedreven door bonussen, hebben het maatschappelijk verantwoordelijkheidsgevoel vertroebeld. Niet het minst in de bancaire sector. Die moet zich weer meer bewust worden van haar verantwoordelijkheid. Een internationale ambtseed voor bankiers kan daartoe bijdragen. Die werd eerder aangedragen door Hans Ludo van Mierlo, oud-bankier van onder meer ING en Rabobank. Nu bestaan er wel allerlei gedragscodes, maar de praktijk is dat die op de werkvloer niet of nauwelijks functioneren. Van Mierlo

Fatma Koser Kaya Tweede Kamerlid voor D66 Fiat Justitia februari 2009

9


E e n d ag u i t het le ven van...

Ambassadeur in Finland, Nicolaas Beets In deze rubriek loopt een redactielid van Fiat Justitia een dagje mee met een persoon die op een bepaalde manier spraakmakend is, een bijzondere affiniteit heeft met rechten of iemand van wie veel mensen geen idee hebben hoe diens werkdag eruit ziet. Tekst: Suzanne van Kooij

I

n deze editie volg ik de Nederlandse ambassadeur in Finland. Nederlandse ambassadeurs worden ook wel aangeduid als mr of mrs Holland en iedereen weet dat ze ons land vertegenwoordigen, maar wat doen zij nu eigenlijk precies? Ik kwam erachter dat het een zeer veelzijdige baan is, waarbij je uiteenlopende dingen meemaakt: van de staatsgreep in Soedan tot achterna worden gezeten door wilde olifanten in India. Maar één van de belangrijkste kenmerken die een ambassadeur moet hebben, is het persoonlijk elan. Het motto luidt dan ook: “Als je gaat, dan moet je gezien worden!”. Het is dinsdag 16 december 2008. Een paar weken terug heb ik contact gehad met het Ministerie van Buitenlandse Zaken. De keuze met wie ik mee zou willen lopen was voor mij geen moeilijke. Inter­ nationaal recht en (buitenlandse) politiek hebben mijn grootste interesse; het lag voor de hand dat ik met een diplomaat op stap ging. Het maken van een afspraak was in no-time geregeld en voordat ik het weet sta ik deze dinsdag op de heer Beets te wachten bij Den Haag Centraal. Vandaag gaan we naar Utrecht, waar de ambassadeur een presentatie gaat houden ter gelegenheid van de eindejaarsbijeenkomst van Stichting Reinaerde. Reinaerde is een grote zorgorganisatie, die zich richt op kinderen, jeugd en volwassenen die ondersteuning nodig hebben. De heer Beets zal in zijn presentatie de zorg tussen Finland en Nederland vergelijken en uitweiden over de fijne kneepjes van het vak ambassadeur. 10

Fiat Justitia februari 2009

Stiekem hoop ik dat we vandaag in een mooie dienstauto naar Utrecht rijden, maar de heer Beets verschijnt op zijn Hollands op de fiets. Samen vertrekken we met de trein naar Utrecht. Op weg naar de Domstad stel ik de heer Beets een aantal vragen om meer te weten te komen over zijn dagelijkse bezig­heden. Ik kom erachter dat het niet zo gemakkelijk is om ambassadeur te worden. Er is een zware selectie en als iemand uiteindelijk geselecteerd wordt, komt hij of zij in ‘het klasje’ terecht. Na de selectie gaat er een tijd overheen voordat je van beleidsmedewerker naar Hare Majesteits Buiten­ gewoon en Gevolmachtigd Ambassadeur bent opgeklommen. Eenmaal aangekomen in Utrecht wijst de heer Beets mij erop dat ik de plattegrond moet lezen en ons moet begeleiden naar het Ruim, de zaal waar de presentatie zal worden gehouden. Na enkele minuten lopen komen we aan bij de Veilinghaven, waar onder meer ook het VOC-schip ligt waar wij later deze middag aanwezig zullen zijn voor de borrel. We worden geacht om in een voormalige zand­ trechter te klimmen, waar het personeel van Reinaerde ons al opwacht. Liesbeth Bonis, directielid van de stichting, heet ons hartelijk welkom en stelt ons voor aan enkele medewerkers van Reinaerde. Na ontvangst met koffie en thee neem ik plaats tussen het publiek en gaat de ambassadeur naar voren om zijn presentatie te geven. Omdat Reinaerde een zorgorganisatie is, gaat het eerste gedeelte van de presentatie over de vergelijking tussen de zorg in Finland en Nederland. Om hierover te kunnen vertellen heeft de ambassadeur gesproken met prof. Markus Hendriksson van het National Public Health Institute, het Department of Mental Health, het Department of Psychiatry, en de University of Helsinki en met ass. prof. dr. Eija


Stegård van The Center for Development of Social and Health Care. Het valt me op dat het Finse beleid niet zoveel verschilt van dat van Nederland. Finland heeft een open en niet-discriminatoire samenleving. De mensenrechten zijn er universeel en gelden met gelijke mate voor mensen met een handicap. Het doel van de overheid is dan ook om deze mensen zoveel mogelijk mee te laten participeren in de samenleving en het zelfstandig leven te bevorderen. De meerderheid van de mensen met een handicap woont nu thuis, wat een forse beleidswijziging is ten opzichte van de jaren ‘60. Eén van de knelpunten in de zorg zijn de grote afstanden tussen bevolkingscentra. Speciaal onderwijs voor kinderen met een handicap is niet altijd bereikbaar. Het systeem is ook rigide: het blijkt dat indien een persoon een gehandicaptenpensioen krijgt, hij of zij geen betaald werk kan verrichten. Na deze uiteenzetting gaat de ambassadeur over tot het tweede deel van zijn presentatie. Het deel wat mij met name interesseert: wat houdt het vak ambassadeur precies in? De heer Beets vertelt wederom hoe de weg naar een ambassadeurschap verloopt. Het wordt mij nogmaals duidelijk dat het veel doorzettingsvermogen eist. De ambassadeur vertelt daarnaast over zijn bevoegdheden: Nederland binden bij internationale verdragen, huwelijken sluiten, paspoorten afgeven en als notaris optreden, zijn hier enkele voorbeelden van. Naast deze bevoegdheden wordt er van je verwacht dat je zoveel mogelijk aan het netwerken bent in de gaststaat. Door al de namen die je moet onthouden is dit volgens de ambassadeur geen gemakkelijke taak, maar wel een heel noodzakelijke. De Hollandse promotie staat voorop. Jouw eigen naam als ambassadeur is niet belangrijk. Als ambassadeur ben je Nederland! Mocht u een succesvolle carrière als ambassadeur ambiëren, dient u wel aan een aantal kenmerken te voldoen: – Persoonlijk elan: “Er zijn!” – Fantasierijk – Moedig (U weet maar nooit of er tijdens een coup een geweerloop op uw hoofd wordt gericht) – Stressbestendig – Flexibel – Talenkennis – Steun van partner en familie (essentieel)

De ambassadeur vertelt uitgebreid over de hete vuren waarvoor hij in zijn loopbaan heeft gestaan. De heer Beets is voor Finland ambassadeur geweest in Letland en daarna in Saoedi-Arabië. Voordat hij over de Fitna-rel uitweidt, weet hij het publiek uitermate te boeien met anekdotes over de coup in Suriname in 1980 en over Irian Jaya, waar het voor de ambassadeur leek alsof hij in de steentijd beland was. Verder spreekt hij over olifanten in India, die de bevolking bedreigden en waarbij het advies was: “Ren van een heuvel of klim in een boom”. Ten slotte vertelt de heer Beets over de staatsgreep in Soedan en de EU-uitbreiding in Riga. Het leven van een ambassadeur is allerminst saai te noemen! Alsof voorgaande niet genoeg is, vertelt de ambassa­ deur over de spanningen die hij heeft meegemaakt in Saoedi-Arabië rondom Fitna. In januari 2008 kwamen de eerste berichten binnen over de film. De ambassade was bang voor dezelfde reacties als toentertijd op de Deense cartoons. In februari werd door Nederland duidelijk gemaakt dat Fitna de opvatting was van één persoon en niet van de Nederlandse staat. De ambassa­ deur gaf in Saoedi-Arabië een persconferentie, waarin hij de positie van Nederland uiteenzette: Nederland is het fundamenteel oneens met Fitna. Vanuit de Saoedische regering en bevolking kwamen er geen negatieve reacties, mede door de verklaring van Nederland. Met een voldaan gevoel worden we na de presentatie verzocht naar het VOC-schip te gaan voor een borrel. In het mooie ruim van de boot, onder het genot van een biertje en culinaire hapjes, praat de ambassadeur nog uitgebreid over zijn vak met de directie en medewerkers van Reinaerde. Voor mij nadert het einde van mijn meeloopdag en ik neem afscheid van de ambassadeur. Zelf gaat hij morgen alweer naar Finland. Ja, het reizen is duidelijk één van de mooiste geneugten van het ambassadeur zijn! Ik krijg zijn visitekaartje mee en hoop stiekem dat er voor mij eenzelfde baan in het verschiet ligt… Fiat Justitia februari 2009

11


A rT i K E L

Overzicht van de financiële crisis: belangrijkste Door Maarten van Dijk en Patrick Slob

Maart 2007 de Amerikaanse huizenmarkt vertoont zeepbelsymptomen. Gevreesd wordt voor de Amerikaanse economie.

Mei 2007 Amerikaanse huizenprijzen daalden voor het eerst in vijftien jaar met 1,4%. Amerika zakt steeds verder in de subprime hypotheekcrisis.

Augustus 2007 Paniek op de beurzen: de subprime crisis is overgewaaid naar Europa.

Alan Greenspan van 1987 tot en met 2006 voorzitter van de Federal Reserve. opgevolgd door Ben Bernanke.

Bank Run run op een bank door grote groepen wantrouwig geworden klanten die hun tegoeden komen opeisen.

Corporate governance Wijze waarop een onderneming geleid, bestuurd en gecontroleerd wordt.

De Nederlandsche Bank (DNB) Centrale bank van nederland. Sinds 1998 formeel bestuurlijk onafhankelijk, maar de staat is nog wel aandeelhouder. Kon door deze wijziging toetreden tot het Europees Stelsel van Centrale Banken. vanaf dat moment kon de nederlandse regering niet meer zelfstandig de gelduitgifte regelen en alleen nog geld lenen bij particuliere banken. dnB is verantwoordelijk voor het bewaken van de financiële stabiliteit in nederland.

12

Fiat Justitia februari 2009

Augustus 2007 de ECB en de FEd pompen miljarden in de geldmarkt in een poging de rust op de mondiale geldmarkten te herstellen.

September 2007 het eerste nederlandse beleggingsfonds valt om, beleggers zijn hun inleg kwijt.

November 2007 verschillende grote banken schrijven tientallen miljarden af op hun hypotheekportefeuille.

Europese Centrale Bank (ECB) Centrale bank voor de Europese gemeenschappelijke munt, de euro. hoofddoelstelling is het waarborgen van prijsstabiliteit in de Eurozone. Belangrijkste taken daarbij zijn het bepalen en ten uitvoer leggen van het monetair beleid, het uitgeven van bankbiljetten en het aanhouden en beheren van de officiële valutareserves van de landen van de Eurozone. Eurozone verzamelnaam voor alle lidstaten van de Eu die de euro als officiële munteenheid hebben.

Federal Reserve System (The Fed) Federale bank van de verenigde Staten, stelsel van centrale banken. Formeel privébezit van een aantal grote banken, maar de raad van commissarissen wordt benoemd door de Amerikaanse overheid. houdt zich voornamelijk bezig met monetair beleid en het toezicht op binnenlands betalingsverkeer.

Freddie Mac en Fannie Mae de twee grootste Amerikaanse hypotheekverstrekkers. ontstaan als publieke organisaties, later geprivatiseerd met blijvende overheidsondersteuning. Faciliteerde verstrekking van subprime hypotheken. in het eerste weekend van september 2008 van de ondergang gered door de Amerikaanse overheid.

Hedgefonds (hedge fund) Speculatief beleggingsfonds. Probeert met grote bedragen (geleend) geld zo veel mogelijk rendement te behalen. investeerders in deze fondsen worden ook wel ‘durfkapitalisten’ genoemd. Internationaal Monetair Fonds (IMF) internationale organisatie die het globale financiële systeem overziet. in 1944 samen met de Wereldbank opgericht in het kader van wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog. richt zich met name op het promoten van monetaire samenwerking, het bewaken van economische groei en het verlenen van tijdelijke financiële hulp aan landen. Bestaat anno 2009 uit 185 lidstaten.


gebeurtenissen en begrippen 20 september 2008 Reddingsplan Amerikaanse regering voor de financiële sector ter waarde van $700 miljard.

Slagter: “Als overheden de markt zoveel mogelijk buiten­­ spel willen zetten […] zou dat een heel slechte reactie zijn”

Juli 2008 Reddingsplan Amerikaanse regering voor Freddie Mac en Fennie Mae.

Rutte: “Ik denk dat de crisis veel dieper zal zijn dan het kabinet doet voorkomen.”

15 september 2008 Het Amerikaanse Lehman Brothers vraagt faillissement aan.

Hoogervorst: “Ik denk dat de IMF en meerdere wereld­orga­ni­ sa­ties een goede schoon­ maakbeurt kunnen gebruiken.”

27 september 2008 Fortis wordt deels genationaliseerd in Nederland, België en Luxemburg.

Rinnooy Kan: “De kunst zal zijn om in de nieuwe financiële wereld niet elke bereidheid tot risico hard te straffen.”

29 september 2008 Aandelenkoersen dalen wereldwijd na afwijzing van het reddingsplan in de Senaat (black monday). 1 oktober 2008 De Amerikaanse Senaat keurt het reddingsplan alsnog goed. 3 oktober 2008 De Nederlandse overheid nationaliseert Fortis Nederland voor €16,8 miljard.

20 oktober 2008 ING ontvangt een kapitaal­injectie van € 10 miljard van de Nederlandse overheid.

Internetzeepbel (dot-com bubble) Overspannen hoogtepunt van de conjun­c­tuur (hausse) die duurde van 1997 tot 2001. Aandelenkoersen stegen snel door de groei van de internetsector, met als bekendste voorbeeld Worldonline van Nina Brink. Omzet, verlies, winst en kapitaal werden opzij geschoven voor marktaandeel waarbij niet werd gekeken naar netto inkomsten. In 2001 knapte de zeepbel, wat een wereldwijde lichte recessie veroorzaakte.

Nationalisatie Overgang van particulier eigendom naar staatseigendom. Tijdens de financiële crisis met name toegepast om financiële instellingen van de ondergang te redden en het vertrouwen veilig te stellen.

Securitisatie Financiële techniek waarbij financiële instellingen activa, bijvoorbeeld een hypothekenportefeuille, herverpakken en verkopen als verhandelbare effecten.

NINJA-hypotheek No Income, No Job and Assets. Hypotheek verstrekt aan mensen zonder inkomen, baan of vermogen.

Lehman Brothers Grote Amerikaanse zakenbank. Ging september 2008 failliet, als eerste grote financiële instelling die niet kon worden gered.

Rating agency Gespecialiseerde instelling die de krediet­ waardigheid van financiële instellingen en producten beoordeeld. Grootste rating agencies zijn Moody’s en Standard & Poor’s, die onder andere de hoogste triple-A rating uitgeven.

Subprime-hypotheek Risicovolle hypothecaire lening voor niet of nauwelijks kredietwaardige huizen­ kopers. Eén vijfde van de totale Amerikaanse hypotheekmarkt bestaat uit dit type. Oorzaak van de crisis in de hypothecaire sector.

Monetair beleid Manier waarop een centrale bank het aanbod van geld, de beschikbaarheid van geld en de prijs van geld (rente) controleert teneinde de groei en stabiliteit van de economie te stimuleren.

7 oktober 2008 IJsland stevent af op bankroet en nationaliseert haar banken­sector, waaronder Landsbanki (bekend van IceSave).

Recessie Betekent letterlijk ‘achteruitgang’. Economische situatie waarin de groei van het bruto nationaal product gedurende twee achtereenvolgende kwartalen negatief is.

Wereldbank Internationale bank die ontwikkelings­ landen leningen, giften en technische ondersteuning biedt met als hoofddoel armoede te verminderen. Opgericht in 1944 in het kader van de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog.

Fiat Justitia februari 2009

13


A rt i kel

De kredietcrisis: hoe heeft het kunnen gebeuren en hoe verder? Wat begon als een relatief klein probleem in de Amerikaanse huizenmarkt heeft heel de wereld in vuur en vlam gezet. Om Amerikanen met een onduidelijke inkomenssituatie toch toegang te verschaffen tot de kapitaalmarkt, werden subprime hypotheken ontworpen op basis van een heilig geloof in de voortdurende stijging van huizenprijzen. Deze hypotheken werden pas vanaf 2005 in groten getale verstrekt. Toen Bernanke, Greenspan’s opvolger bij de Federal Reserve, het monetaire beleid verstrakte, daalden de huizenprijzen voor het eerst in vijftig jaar, waardoor het misliep met de subprime hypotheken. Ernstig voor de betrokkenen, maar de maximale schade voor hypotheekverstrekkers loopt hoogstens op tot zo’n 500 miljard dollar, niet meer dan een paar procent van de totale beurswaarde van in de VS genoteerde bedrijven. Hoe heeft dit relatief beperkte probleem geleid tot zulke dramatische gevolgen? Tekst: Sweder van Wijnbergen

A

llereerst kijken we naar wat er rond die subprime hypotheken is gebeurd. De financiering van deze hypotheken vond op een behoorlijk onorthodoxe wijze plaats: niet door in traditionele bankiersstijl spaargeld op te halen, maar met name door directe toegang tot de kapitaal­markt via allerlei ingewikkelde construc­ties. Dit speelde zich grotendeels af buiten het zicht van banktoezichthouders, in een soort shadow banking wereld. Figuur 1 licht dit toe. Het begint bij de originator: de bank die de subprime hypotheken verleende, maar daarmee eigenlijk te veel risico nam. Banken zijn goed in het maken van leningen, maar kunnen vanwege hun lage eigen vermogen niet zoveel risico aan. Een manier om risico te verleggen is securiti­ satie. Dit is een proces waar­bij activa, zoals bijvoorbeeld een portefeuille hypotheken, worden gebun­ deld in een zoge­naamde Structured Product Vehicle (SPV, zie figuur 1) en verkocht als verhandelbare effecten, meestal obligaties. Dat proces werd, in het geval van subprime hypotheken, meestal een aantal maal achter elkaar

uitgevoerd, met als resultaat een uitermate ingewikkelde keten van financiële instrumenten. Dit wordt verder uitgelegd in figuur 1. Allereerst worden de hypotheken verkocht aan een SPV. Deze SPV financiert de aankoop door obligaties uit te geven met de hypotheken als onderpand, een zogenaamde Residential Mortgage Backed Security (RMBS). Deze Sweder van Wijnbergen

“Managers kregen via hun korte

termijn bonussen buitenaardse bedragen als

het gokken goed

14

Fiat Justitia februari 2009

uitpakte”

RMBS’en werden op hun beurt weer in grote aantallen bij elkaar geveegd en als onderpand gebruikt in een tweede ronde securitisatie in Structured Investment Vehicles (SIV’s), meestal gefinancierd door een verzameling van obligaties met verschillende risico­ kwalificaties. Dit gebeurde door de obligaties verschillende rechten op de cash flows uit de RMBS’en te geven. De obligaties met de eerste rechten op


RMBS cash, de eerste zogenaamde tranche, werden zo opgezet dat ze de hoogste waardering kregen: AAA. Ze werden daarmee AAA-rated tranches. Tranches die lager in de rangorde stonden en pas betaald werden nadat de AAA-rated tranches voorzien waren, kregen lagere waarderingen. Deze waarderingen (ratings) werden uitgegeven door gespecialiseerde agentschappen (rating agencies), zoals Moody’s of Standard & Poor’s. Hier begonnen de eerste problemen. De rating agencies hadden niet veel ervaring met het waarderen van dit soort producten. Normaal gesproken waarderen ze gewone obligaties van een enkel bedrijf. Bij het waarderen van de veel complexere securitisatie­ producten zijn massaal inschattings­ fouten gemaakt. Zo werden veel te lage inschattingen gemaakt van de mate waarin de verschillende RMBS’en onderling gecorreleerd waren. Dat is belangrijk voor de AAA-rated tranches: die zijn alleen AAA als de lagere tranches ruim genoeg zijn om verliezen te absorberen. Maar als de RMBS’en onderling zeer gecorreleerd zijn, is de kans op een grote klap veel groter dan als ze ongecorreleerd zijn. In de praktijk gingen bij de onverwachte daling van de huizenprijzen alle RMBS’en tegelijk onderuit, zodat de werkelijke correlatie veel hoger was dan door de rating agencies werd aangenomen. Met als gevolg massale waardedalingen in de AAA-tranches, volstrekt in strijd met het vertrouwen dat normaal in AAA-rated effecten gesteld mag worden. En daarna ging het nog verder. Veel van deze AAA-tranches werden weer als onderpand gebruikt in ronde drie, waarbij via speciale SPV’s, de zogenaamde conduits (zie figuur 1), de geldmarkt werd aangeboord voor financiering. (De kort lopende obligaties die op de geldmarkt worden uitgegeven, heten commercial paper.) Om dit mogelijk te maken moesten er dikwijls extra verzekeringen gesloten worden. Dit gebeurde met Credit Default

Figuur 1

Swaps (CDS’en), een soort verzekering tegen wanbetaling van het onderpand. De aanbieder van een CDS kreeg een maandelijkse betaling in ruil voor een garantie op het verzekerde onderpand, zodat de commercial paper houders geen risico liepen (aangenomen natuurlijk dat de CDS verkoper niet zelf ten onder zou gaan). Daarnaast moesten de banken, die heel dit circus optuigden, vaak ook nog beloven bij te springen met leningen, als er niet genoeg cash uit het onderpand kwam, een zogenaamde liquidity backstop (zie de onderste horizontale pijl in figuur 1). Bij deze ronde kwamen weer nieuwe problemen naar voren. Het ‘weg­ verzekeren’ van risico’s via CDS’en betekende dat niemand meer wist waar de risico’s gebleven waren. Met als

ondanks het securitiseren van de originele hypotheken in het begin. Verder maakt figuur 1 nog een probleem duidelijk: de keten begon met 30-jaar lopende hypotheken, maar de financiering kwam uiteindelijk uit kort lopende obligaties van drie maanden of minder. Dit verhoogde het risico natuurlijk aanzienlijk: wat als er – door wat voor crisis dan ook – ineens geen toegang meer zou zijn tot dat 3-maanden papier? Al deze fragiliteiten kwamen in de lente van 2007 naar voren toen het kaartenhuis in begon te storten. De eerste hypotheken raakten in moeilijkheden toen de huizenprijzen daalden na de renteverhogingen van Bernanke. Dat resulteerde weer in

“De keten begon met 30-jaar lopende hypotheken, maar de financiering kwam uiteindelijk uit kort lopende obligaties van drie maanden of minder” gevolg dat ook robuuste partijen gewan­trouwd werden. Wie weet hoeveel CDS contracten ze uitgeschre­ ven hadden? En het leveren van liquidity backstops door de bank die de oorspronkelijke hypotheken had uitgegeven, betekende dat die bank toch weer subprime risico liep,

problemen door heel de shadow banking keten. Hedge funds zaten diep in de afgeleide producten van figuur 1 en begonnen deze producten in de zomer van 2007 massaal te dumpen, daarmee de prijsdalingen versterkend. En door de dalende huizenprijzen zaten veel van de nieuwe huiseigenaren Fiat Justitia februari 2009

15


A rt i kel met schulden die hoger waren dan de waarde van hun huis. In de Verenigde Staten kun je je huis dan gewoon achterlaten, het huis en de restschuld zijn voor de bank. De banken verkochten die huizen weer, waardoor de huizenprijs nog verder daalde. Het begon echt onrustig te worden toen begin 2008 de grote Amerikaanse hypotheekbanken Fannie Mae en Freddie Mac in moeilijkheden kwamen. Deze banken spelen een grote rol in het verpakken en doorverkopen van hypotheken, de eerste stap in het shadow banking plaatje, en gingen massaal de rode cijfers in. De eerste reddingsactie volgde, want de VS konden deze markt niet volledig laten instorten. Halverwege 2008 breidde de olievlek zich uit, doordat de grote zakenbank Bear Stearns in de problemen kwam. De zakenbanken speelden een grote rol in het shadow banking circus. Niet alleen maakten ze veel van de afgeleide producten, ze leverden ook veel marktinfrastructuur door als eerste lijn brokers op te treden bij de handel in kredietderivaten (de al eerder genoemde CDS’en). De VS voelde zich gedwongen om voor het eerst in de geschiedenis een pure zakenbank te redden, om het instorten van de CDS-markt te voorkomen. Tot dan toe werden alleen consumentenbanken beschermd, vanwege de kleine spaarders. Na de redding van Bear Stearns leek het wat rustiger te worden; de markt verwachtte kennelijk geen verder oplopende onrust. Dat is te zien in figuur 2, waarop het verschil tussen LIBOR (de rente die banken elkaar berekenen op de interbancaire markt) en Amerikaans schatkistpapier weer­ gegeven is. Totdat halverwege september de echt grote klap kwam: het faillissement van Lehman Brothers, een veel grotere zakenbank dan Bear Stearns. Door de reddingsactie van Bear Stearns verwachtte men dat de grote zaken­ banken veilig waren en men hieraan dus veilig kon uitlenen via de inter­ 16

Fiat Justitia februari 2009

bancaire markten. De financiën­ minister in de VS, Paulson, zette met zijn onverwachte beleids­wijziging heel de markt op het verkeerde been, zoals figuur 2 aangeeft: de interbancaire markt ging van de ene op de andere dag op slot. Daarmee droogde alle liquiditeit op en stortte het shadow banking kaartenhuis in elkaar. En doordat deze financiële markten internationaal zijn, bleef het geen

“De zakenbanken speelden een grote rol in het shadow banking circus” Amerikaanse aangelegenheid; ook in Europa kwamen banken in moeilijkheden. En de emerging markets, die tot september buiten schot leken te blijven, werden door de beleidsblunder van Paulson eveneens in de draaikolk getrokken. De mondiale crisis was een feit geworden. Centrale banken grepen massaal in en probeerden de kredietstromen op gang te houden door veel geld in de markt te pompen en rentes drastisch te verlagen. In de VS zelfs tot het

Figuur 2

minimum: 0%. Tegen onderpand wordt daar nu bijna gratis geld uitgedeeld. Maar het duurde bijna een half jaar voordat het opdrogen van de interbancaire markt onder controle was, zoals figuur 2 laat zien. En de gewone banken hebben die markt voor hun dagelijks reilen en zeilen continu nodig. Er ontstond dus een over heel de wereld razende bankencrisis, die zwakkere banken in de afgrond dreigde te duwen. Banken die veel gegokt hadden in het shadow banking wereldje, werden met grote verliezen en enorme herfinancieringsproblemen geconfronteerd. Langlopende activa, zoals hypotheken, financieren met – uiteindelijk – driemaandelijks schuldpapier, bleek spelen met vuur te zijn. Vooral in de VS werd hierop in volstrekte paniek gereageerd. Sommige banken werden gered, andere juist weer niet. Soms moesten crediteuren veren laten bij zo’n reddingsoperatie, de dag erna weer niet, enzovoort. De overheid werd daarmee zelf een grote bron van onzekerheid. Ook Nederland kon niet ontsnappen. De Belgische bank Fortis bleek in deze omstandigheden zijn deel in de overname van ABN Amro eind 2007 niet te kunnen financieren, en ging de facto failliet. Overheden grepen in: de Nederlandse onderdelen van Fortis


werden genationaliseerd. In België verliep het chaotischer en is de status van Fortis nog steeds onduidelijk. En al dit drama liet de reële economie ondertussen niet onaangetast: in de VS begon al begin 2008 een serieuze recessie, die zich mid-2008 naar de Eurozone uitbreidde en ook Nederland trof na zeer tegenvallende exportopbrengsten. Hoe nu verder? De eerste uitdaging, het volledig instorten van het financiële systeem vermijden, lijkt bevredigend te zijn opgelost. Dit gebeurde in Nederland voorspelbaar en goed geconstrueerd, maar rommelig in de meeste andere landen. We zijn uit de ergste gevarenzone weg, maar ondertussen zitten we wel met de grootste wereldwijde recessie sinds de Tweede Wereldoorlog. En daarbij hoort de lange termijn vraag van hervor­ mingen in de financiële sector: hoe kunnen we de kans op meer van dit soort drama’s inperken? Bij die laatste agenda past voorzichtig­ heid. Er is een groot gevaar dat door de hang naar stabiliteit het kind met het badwater wordt weggegooid. Het shadow banking gebouw was niet helemaal loos trapezewerk. Er zaten ook potentieel waardevolle financiële vernieuwingen in, maar de snelle ontwikkeling van nieuwe producten is de toezichthouders duidelijk ontgaan. Er gebeurde van alles waar zij geen zicht op hadden, omdat hun toezichtprocedures niet op dit soort financieel trapezewerk berekend waren. Dit is op zich niet ongewoon: de hele geschiedenis van financiële innovatie kan gezien worden als een soort race tussen innoverende bankiers en toezichthouders die de innovatie bij proberen te houden. Als toezicht­ houders even niet weten wat er gebeurt, ontstaat er een periode van fragiliteit. De laatste jaren ging innovatie explosief snel en raakten toezicht­ houders onverwacht ver achter. Er zal duidelijk een inhaalslag gemaakt

moeten worden, het nemen van enorme risico’s buiten het zicht van de toezichthouders is immers veel te gevaarlijk. Maar hopelijk worden niet alle innovaties weggereguleerd, want een flink deel heeft wel degelijk waarde, mits goed gebruikt. Securitisatie ontsluit lange termijn kapitaalmarkten als het gebruikt wordt om risico’s van banken naar financiële spelers met een robuustere balans te verhandelen, in plaats van ze via een achterdeur terug te sluizen naar de banken. De innovatie is door de banken misbruikt, maar kan ook goed ingezet worden. Dat brengt ons bij een tweede agendapunt, namelijk de banken zelf. Alles wijten aan de toezichthouders is te makkelijk. Het feit dat deze riskante spelletjes werden toegestaan, betekent dat bankiers ze speelden. De surrealistische betalingscultuur bij banken speelde waarschijnlijk ook een rol. Managers kregen via hun korte termijn bonussen buitenaardse bedragen als het gokken goed uitpakte, maar hoefden niets in te leveren als het verkeerd ging. Deze extreme asymmetrie in beloningsstructuur heeft de banken verleid tot het nemen van totaal onverantwoorde risico’s. Het herstellen van evenwicht in risk taking incentives is dan ook een absolute voorwaarde voor stabiliteit. Banken doen hier verrassenderwijs nog steeds niets aan, alleen de Zwitserse bank UBS heeft een systeem ingevoerd, waarbij bonussen weer ingeleverd moeten worden als er binnen drie jaar na toekenning lijken uit de kast komen. Centrale bankiers zouden iets dergelijks moeten afdwingen, bijvoorbeeld door veel hogere kapitaalseisen te stellen aan banken die dit niet doen. Overigens zijn die kapitaalseisen zelf ook een bron van instabiliteit. Bij beleggingstegenvallers verdampt bankkapitaal en banken moeten dat meteen weer aanvullen, in plaats van dat zij hun kapitaal als buffer mogen gebruiken. De kapitaalsbuffers zijn zo

als een brandweerauto die bij brand niet mag uitrukken. Banken worden zo gedwongen om kapitaal op te halen, precies wanneer het duur of zelfs onmogelijk is. Lukt dat niet, gaan ze risk assets dumpen, daarmee het probleem van prijsdaling verergerend, of op leningen terugsnoeien, waardoor de reële economie bij de crisis betrokken wordt. Zo is het systeem van banktoezicht zelf een bron van instabiliteit geworden.

“Tegen onderpand wordt daar nu bijna gratis geld uitgedeeld” Het feit dat een volledige meltdown vermeden is, betekent niet dat we helemaal uit de brand zijn. Er zijn ingrijpende hervormingen nodig om het financiële systeem weer te stabiliseren. Niets doen stelt ons bloot aan te veel (zelf veroorzaakt) risico. Maar te veel te snel doen, brengt ook risico’s met zich mee, namelijk het onnodig onmogelijk maken van waardevolle innovaties. En onderzoek naar economische groei heeft aangegeven dat financiële innovatie een belangrijke bron van welvaarts­ groei is. Overhaast wegreguleren van wat goed was in de innovatiegolf, kan dus behoorlijk negatieve effecten hebben op de lange termijn. Kortom: hervormen moet, maar graag overdacht en na zorgvuldige analyse, hoe onbevredigend dat soms vanuit politiek oogpunt moge zijn. Macho ingrijpen kan meer schade aanbrengen dan dat het problemen oplost. De heren en dames politici zullen veel wijsheid en sterke zenuwen nodig hebben.

Over Sweder van Wijnbergen Sweder van Wijnbergen is hoogleraar Economie aan de Universiteit van Amsterdam.

Fiat Justitia februari 2009

17


IQ van 187 en toch afgewezen. Bij De Brauw gaat het om ‘brains’: intelligentie, kennis en analytisch vermogen. Maar dat is niet zaligmakend. Want uiteindelijk zit je kwaliteit niet zozeer in wat je weet maar vooral in wie je bent. Het gaat om ‘brains and balls’.

BRAINS IN BUSINESS


inte rv i ew

Mark Rutte

Op het scherp van de snede Sinds 2006 staat Mark Rutte aan het roer van de tweede oppositiepartij van Nederland. Na jarenlang geregeerd te hebben, is de omschakeling groot. 2007 was een roerig jaar voor de VVD. Nadat de verkiezings­ uitslag nog maar half verwerkt was, kwam de partij intern in zwaar weer terecht. Rita Verdonk deed een gooi naar de positie van fractievoorzitter en werd daarop door Mark Rutte uit de partij gezet. Na een periode van herstel lijkt de VVD weer op orde te zijn en kan men zich gaan richten op “het bestrijden van deze regering”, zoals Mark Rutte het zelf omschrijft. In de peilingen staat de partij weer boven de twintig zetels en ook het ledenaantal groeit. Op de vraag of de VVD over twee jaar weer op het pluche zit, antwoordt hij rotsvast: “Dat is in elk geval ons doel, en ik verwacht ook dat wij over twee jaar weer gaan regeren. Met wie zal mij worst zijn, als wij maar een zo groot mogelijk deel van het programma kunnen realiseren.” Fiat Justitia mocht bij uitzondering de man interviewen die nooit een blad voor de mond neemt en onderwerpen altijd op scherpe wijze weet aan te kaarten: “Staatsbosbeheer, met Bosbanken en Boswachters, zoiets werkt altijd, haha.” Tekst: Patrick Slob en Maarten van Dijk

Een actuele kwestie is die omtrent de aanstaande vervolging van Geert Wilders. Hoe kijkt u daar als politicus tegen aan?

Het is in Nederland een trend aan het worden dat de vrijheid van menings­ uiting onder druk staat. Rond de film Fitna zeiden Balkenende en Verhagen: “Zend die film niet uit”. Vervolgens kregen we de cartoonist Nekschot, die door tien man van zijn bed werd gelicht. En nu is er Wilders. Het Openbaar Ministerie, die de zaak een jaar lang heeft bekeken en besloot niet tot vervolging over te gaan, krijgt nu de opdracht van het Hof in Amsterdam om Wilders alsnog te vervolgen. Er hangt nu een zwaard van Damokles boven de gehele politiek, waardoor eigenlijk een onwerkbare situatie is ontstaan. Veel meer kan ik over dit geval ook niet zeggen, omdat we natuurlijk de trias politica hebben. Alles wat ik er meer over zeg, zou betekenen dat ik op de stoel van de rechter ga zitten. Voor een politicus ga ik al best ver, maar ik doe dat bewust, omdat het zo’n belangrijke kwestie is.

“Bos als brandweerman

heeft goed werk geleverd,

maar Bos en Balkenende als

stuurmannen van de economie

brengen schade toe”

Fiat Justitia februari 2009

19


i n te rvi ew Hoe zou de vrijheid van meningsuiting er volgens u uit moeten zien?

Ik wil een soort Amerikaans systeem met een absolute vrijheid van menings­ uiting, die alleen zijn begrenzing vindt in het aanzetten tot geweld jegens personen of goederen. Verder vind ik dat in Nederland alles gezegd moet kunnen worden. Ik word een beetje moe van de neiging van links Nederland om de moslims te omarmen en op een badinerende toon tegen hen te zeggen: “Oh, u bent zo zielig, wij gaan ervoor zorgen dat u niet beledigd wordt.” Moslims zijn niet zielig. Ze moeten hier hun plek bevechten en zijn dat ook aan het doen. Laat ze, moslims kunnen heus wel tegen een stootje. Uw politieke carrière is al vrij vroeg begonnen. Kunt u daar iets over vertellen?

Ik ben geschiedenis gaan studeren in Leiden en was in die tijd al zeer politiek geïnteresseerd. Vervolgens ben ik actief geworden bij de JOVD (Jongeren Organisatie Vrijheid en Democratie, red.) en daar ben ik ook drie jaar lang voorzitter van geweest. Wij zeiden altijd: “De JOVD is onafhankelijk, in het bijzonder van de VVD”. Je moet namelijk voorkomen dat de band met de moederpartij te hecht wordt, want dan kun je niet meer kritisch zijn. Na mijn studie ben ik tien jaar werkzaam geweest bij Unilever. Geschiedenis was misschien niet de meest voor de hand liggende studie om het bedrijfsleven binnen te komen. Maar er wordt ook gekeken naar wat je naast je studie hebt gedaan. Daarom zeg ik ook tegen elke student dat je studietijd een periode is om met je studie bezig te zijn, maar ook belangrijk is om je maatschappe­ lijk breed te ontwikkelen. Die kans krijg je daarna namelijk niet meer. Uiteindelijk bent u terechtgekomen in de partijpolitiek van de VVD.

De eerste vijf jaar van mijn periode bij Unilever zat ik in het hoofdbestuur van de VVD. Maar vanaf 1997 ben ik snurkend lid geworden, omdat mijn baan niet meer de ruimte liet. Zo’n bedrijf vreet je helemaal op. Totdat 20

Fiat Justitia februari 2009

Gerrit Zalm mij opbelde. Hij had eens rondgevraagd of er nog jonge mensen waren, die geschikt konden zijn voor een staatssecretarispost. Daarbij kwam mijn naam naar boven en heb ik uiteindelijk met hem kennisgemaakt. Toen ben ik in 2002 staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid geworden, waar ik onder andere hard heb gewerkt aan de pensioenen en de bijstand. Na twee jaar kwam ik in dezelfde positie op het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap terecht. Daar heb ik gesleuteld aan het hoger onderwijs en aan de arbeids­ markt­gerichtheid van het beroeps­ onderwijs. Bij het hoger onderwijs was mijn grootste probleem dat ik die studies zo zwak vind, vooral de alfa- en gammastudies. Na tien uur college en misschien nog vijf uur zelfstudie, is men klaar. Naar mijn idee moet je jonge mensen bij hun strot grijpen en het vakgebied intrekken. Ik noemde dat de begeisterungsagenda, omdat je altijd een lelijk woord moet vinden om op je plannen te plakken. Dat iedereen denkt: wat zegt-ie nou? Even zo’n slikmoment. Wat heeft u in het hoger onderwijs uiteindelijk bereikt?

Te weinig. Ik had een hele agenda uitgerold om de bestuurders binnen het hoger onderwijs te dwingen kwaliteit te leveren in de sfeer van

Minister van Financiën Wouter Bos

kabinet was gevallen, kwam Plasterk. Hij heeft alles weggegooid en nu hoor ik er nooit meer wat over. Dat vind ik ernstig, want het is een heel cruciale sector, waar jonge mensen moeten worden ontwikkeld tot toekomstige bestuurders van Nederland.

“Ik noemde dat de begeisterungsagenda, omdat je altijd een lelijk woord moet vinden om op je plannen te plakken” bekostiging, benchmarking en de rol van de omgeving. Ik had een meerder­ heid in de Tweede Kamer en ik had ruzie met al die koepels en bestuurders. Dat zijn mensen die je tegen je moet hebben. Want als zij oncomfortabel worden, ben ik blijkbaar met goede dingen bezig. Dus dat ging helemaal goed. Uiteindelijk werd ik fractievoorzitter en nadat het

Hoe bevalt het in de oppositie?

Slecht. Ik vind het werk wel leuk, want we bestrijden natuurlijk de regering. Maar ik zit liever zelf aan de knoppen. Wat wij daarom als VVD doen, is met eigen plannen komen. Niet alleen roepen waar we tegen zijn, maar ook alternatieven laten zien. Uiteindelijk is de VVD een partij om te regeren en niet om in de oppositie te zitten. Kijk, de SP


de neiging van de ChristenUnie en de PvdA om in toenemende mate te betuttelen. Om de staat als geluks­ machine neer te zetten en jou en mij voor te schrijven hoe wij moeten leven: “Gij zult 2.1 kind krijgen, voor uw

economie. Denk aan het verhogen van de uitkeringen, het verhogen van de kosten voor ontwikkelingssamen­ werking of die zogenoemde Vogelaar­ wijken. Die posten kun je allemaal schrappen zonder dat het schade

“Staatsbosbeheer, met Bosbanken en Boswachters, zoiets werkt altijd, haha” dertigste getrouwd zijn, niet scheiden, borstvoeding geven, niet roken en geen snacks eten.” Waar komt die experimentendrang bij links volgens u vandaan?

of GroenLinks zijn hiervoor opgericht, om altijd maar tegen te zijn. Als ook maar gedreigd wordt dat zij naar de onderhandelingstafel worden gesleept, gaan zij met beide hakken in het zand staan en rennen terug naar de oppositie. Dat zag je bijvoorbeeld bij de formatie van dit kabinet. Onze hobby is het in elk geval niet. Maar het is nu eenmaal zo gelopen. We hebben te weinig zetels en hebben met het CDA geen meerderheid. We moeten dus niet zeuren. Op uw website verwijt u dit kabinet een soort speeltuin te hebben gebouwd voor linkse experimenten. Kunt u daar voorbeelden van geven?

Er zijn talloze voorbeelden van te bedenken. Om te beginnen die Vogelaar­wijken. Het enorme geleuter dat problemen kunnen worden opgelost met bakstenen. Die aanpak van Vogelaar kost honderden miljoenen en maakt mensen veel afhankelijker van de staat. Zullen we onze energie in banen steken, in plaats van bakstenen? Een ander voorbeeld is

Links heeft natuurlijk altijd de neiging om de tekentafel te pakken en niet te kijken naar wat er in werkelijkheid werkt. Zij kijken puur naar wat volgens de ideologie zou moeten werken. Het probleem is dat we nu met een CDA zitten, dat geen eigen ideeën heeft. Het CDA brengt de zetels en de meerder­ heid, maar de PvdA kan inhoudelijk domineren en komt met al dit gegoochel. De premier zit erbij en kijkt ernaar. Dan de financiële crisis. Deze raakt op dit moment ook de reële economie. De begroting van 2009 blijft ongewijzigd en de belastingverhogingen, waar u tijdens de Algemene Beschouwingen felle kritiek op heeft geuit, blijven bestaan. Regeert dit kabinet met oogkleppen op?

Absoluut. Maar laten we positief beginnen. De aanpak van de banken­ crisis hebben wij gesteund, omdat het voor het systeem van de economie cruciaal is dat een bank niet omvalt. Nu merken we echter dat de rest van de economie klappen krijgt. Het laatste wat een overheid dan moet doen is het verhogen van belastingen en het nemen van risico’s, waardoor de staatsschuld enorm gaat oplopen. Het kabinet roept echter dat bezuinigingen slecht zijn voor de economie. Wij hebben ernaar gekeken. Tweederde van die uitgaven is puur consumptief en voegt niets toe aan de kracht van de

oplevert. De VVD zegt verder: probeer de begroting onder controle te houden en creëer ruimte voor lastenverlichting. Met die ruimte kun je als overheid afspraken maken met werkgevers en werknemers, om de lonen te matigen in ruil voor lastenverlichting. Ik kan de recessie niet tegenhouden. Maar ik kan er wel voor zorgen dat de harde klap zachtjes landt. U spreekt van lastenverlichting. Vorige maand heeft u voorgesteld de over­ drachts­belasting van 6% te verlagen naar 5%. Gaat u daarmee de klap verzachten?

Prioritair zouden er twee dingen moeten gebeuren. Ten eerste moet er iets gedaan worden in de woning­ markt, waar de dreun heel hard aankomt. De overdrachtsbelasting zou daarbij helpen, nog even los van het percentage. Ten tweede moet de inkomstenbelasting verlaagd worden. Dan doe je iets! Dat is veel sterker dan wat Engeland bijvoorbeeld doet met het verlagen van de Value Added Tax, wat wij de BTW noemen. Dat verlaagt de prijzen in de winkels wel een beetje, maar leidt niet direct tot meer bestedingen. Door een ingreep te doen in de inkomstenbelasting, is de kans veel groter dat het daadwerkelijk besteed gaat worden. Nederland is een open economie, dus er zal altijd wel wat weglekken naar het buitenland of naar de spaarcentjes. Maar wij verwachten dat dat beperkt zal zijn, juist vanwege de klap die de economie op dit moment krijgt. Samengevat, doe iets in de randvoorwaarden en niet zoveel in de concrete bedrijfssteun. Fiat Justitia februari 2009

21


i n te rvi ew Waar zit volgens u de oorzaak van de financiële crisis?

Dat zit in een aantal dingen. Om te beginnen is in 2001, na de dot-com bubbel, de rente omlaag gebracht en te lang laag gebleven. Dat leidde ertoe dat geld goedkoop was en men niet meer wist wat geld eigenlijk kostte. Je was gek als je niet enorm ging investeren in je bedrijf. Het was zo goedkoop. Maar het was geen reële rente meer en dat heeft geleid tot een enorme zeepbel. Daarbij staat de Chinese munt laag ten opzichte van de dollar. Inmiddels is China tot de WTO toegetreden, wat dit effect nog eens versterkt. Ten derde is het zo dat in Amerika het toezicht gefaald heeft. Daardoor was het mogelijk bepaalde hypotheek­construc­ ties te maken, de zogeheten ninjahypotheken: no income, no job, no assets. Op het moment dat het mis

“Halsema, Kant en ikzelf vielen Pechtold vervolgens aan, waarna-ie met rode koontjes terug naar zijn bankje liep” ging, leverde men de sleutels in bij de hypotheekbank en was hij of zij van de schuld af. In Nederland kan ik die sleutel wel inleveren, maar houd ik gewoon mijn schuld. De hypotheek­ bank verkoopt dan mijn huis en het verschil mag ik alsnog bijpassen. Heeft het kapitalistische vrije marktsysteem dan niet gefaald?

Dat het gefaald heeft, is duidelijk. Maar dat daarmee het kapitalisme zou falen, nee. Wat is het alternatief ? Kijk bijvoor­­beeld naar de woning­ corporaties in Rotterdam, die niet tot het kapitalisme zouden behoren. Die maken grote fouten met zo’n SS Rotterdam. Kijk naar PCM. Dat is een 22

Fiat Justitia februari 2009

volledig door socialisten bestuurd bedrijf, waar bijvoorbeeld mevrouw Jongerius hoog in het bestuur zit. Zij hebben Apax binnengehaald, een Amerikaans hedge fund, en zitten nu opgezadeld met een enorme schuld. Er is op straat denk ik niemand die een alternatief heeft voor de vrije markt. Het is net als met democratie, het zijn allemaal imperfecte systemen. Maar wel de minst imperfecte systemen die je kunt bedenken. Wat in elk geval niet werkt, is de staat een grotere rol geven. Dat is echt een illusie.

schakel van de economie. Dus Philips, de sigarenhandel op de hoek en dit blad bijvoorbeeld, kunnen niet functioneren zonder een goed banken­ systeem. Er moet geld geleend kunnen worden, het betalingsverkeer moet georganiseerd worden, ga zo maar door. Banken zijn onmisbaar voor de logistiek en infrastructuur van de economie.

Maar het ingrijpen van Wouter Bos in bijvoorbeeld Fortis steunt u wel?

Staatsbosbeheer, met Bosbanken en Boswachters, zoiets werkt altijd, haha. We zijn akkoord gegaan met de ingrepen van Bos, maar we hebben nog wel een aantal kanttekeningen. Ten eerste denken wij dat het verstandiger is om een grotere afstand tussen de banken en het ministerie van Financiën te creëren. Dat kan door er een inter­ mediaire organisatie tussen te plaatsen. Zo wordt Lodewijk de Waal bijvoorbeeld benoemd tot commissaris – Boswachter – bij ING. Een geweldige vent, met wie ik jarenlang onder­ handeld heb toen ik staatssecretaris van Sociale Zaken was. Maar hij is, voor zover ik weet, geen groot bancair denker. Op zo’n moment krijg je al snel de geur – ik wil niet zeggen dat het zo is – van een politieke benoeming. Ten tweede moet het interbancaire betalings­systeem weer op gang worden gebracht. Overigens draagt de garantie­stelling door de overheid, ter hoogte van tweehonderd miljard euro, daar al aan bij. Ten slotte moeten er maatregelen worden genomen om de kredietverlening van banken aan bedrijven weer op gang te brengen. Daarom hebben wij voorstellen gedaan om opnieuw met die banken om de tafel te gaan zitten.

Op dit punt geef ik wel mijn steun aan het kabinet. Ik maak daarbij onder­ scheid tussen de bankencrisis en de rest van de crisis. De overname van Fortis/ABN Amro, de kapitaalinjectie van 10 miljard euro in ING en de staatssteun voor Aegon heb ik nooit bekritiseerd, omdat ik heel goed begrijp dat een bank cruciaal is voor het stelsel van de economie. Waar ik overigens wel voor zou pleiten is een parlementair onderzoek, zodat wij achteraf lessen kunnen trekken. De Tweede Kamer heeft niet haar controlerende rol kunnen vervullen vanwege het tempo van de besluit­ vorming. Bos als brandweerman heeft goed werk geleverd, maar Bos en Balkenende als stuurmannen van de economie brengen schade toe. Was het niet een goed signaal geweest om één van die banken te laten vallen, zoals in Amerika bij Lehman Brothers is gebeurd?

Bij Lehman Brothers is een afweging gemaakt. Er wordt vaak gezegd dat het alleen maar een investment bank was, die niet cruciaal zou zijn voor de economie. Achteraf kan echter worden vastgesteld dat Lehman Brothers veel meer vertakt was met de gehele economie, in elk geval met het bancaire en chartale stelsel. Ik zou me dus kunnen indenken dat het een fout is geweest om die te laten vallen, maar daar ben ik niet deskundig genoeg voor. Banken zijn in elk geval de

Onder de werktitel Staatsbosbeheer heeft u gepleit voor een grotere afstand tussen de politiek en de banken waarin de staat participeert.

Wat zou het kabinet volgens u moeten doen om de economie zo snel mogelijk te herstellen?

Je kunt als kabinet de economie niet herstellen. Er kunnen wel maatregelen genomen worden om te zorgen dat de normale economische cyclus in


Nederland de goede kant op rolt. Met andere woorden: we gaan nu een dal in en moeten zorgen dat deze niet te diep wordt. En wanneer we weer uit deze dip komen, moeten we zorgen voor voldoende tractie. Om het eerste te bereiken moet de staat in omvang beperkt worden gehouden. Dit betekent de belastingen verlagen, afspraken maken over loonmatiging en investeringen, die de overheid toch al van plan was te realiseren, naar voren halen. Denk daarbij aan wegen, bruggen, spoorwegen en scholen. Wat in elk geval niet moet gebeuren is, zoals dit kabinet wel doet, de belastingen verhogen en verschrikkelijk veel geld uitgeven aan linkse projecten. En wanneer een volgende kapitaalinjectie nodig blijkt, zou men kunnen denken aan een uitsplitsing van goede en slechte leningen, zoals dat nu bij Citigroup in Amerika is gebeurd. Dat bestaat nu uit twee banken. Eén bank die gezond is en één bank waar de problemen zitten. Dat is transparant. Om te zorgen dat er straks voldoende tractie is, moeten er een paar dingen gebeuren. Het kabinet zou allereerst het ontslagrecht moeten versoepelen om straks over een flexibele arbeidsmarkt te kunnen beschikken. Daarnaast moet men investeren in

energiezekerheid, de groenrechtse agenda, zoals ik dat noem. Daardoor kan kernenergie, maar ook allerlei duurzame energiebronnen zoals winden zonne-energie, gaan draaien om onze fossiele brandstoffen in de toekomst te vervangen. Ten slotte moet het marktmeesterschap worden geperfectioneerd om de toezichtsrol van de overheid goed te laten functioneren. U gaat vaak stevig debatten aan met Femke Halsema en Agnes Kant. Kunt u na afloop van zo’n verhitte discussie gezellig een drankje met hen drinken?

Ja natuurlijk, die verhoudingen zijn altijd goed. Wij bestrijden elkaar op de inhoud altijd zeer passioneel. Ik wil natuurlijk dat die maagzuursappen omhoog komen, maar helaas happen ze niet altijd. Laatst stond Pechtold op het katheder. Hij is heel goed in de interruptiemicrofoon, maar ik kom er nu achter dat hij op het katheder minder sterk is. Halsema, Kant en ikzelf vielen hem vervolgens aan, waarna-ie met rode koontjes terug naar zijn bankje liep. Vervolgens zei ik tegen hem: “Ja Alexander, je staat in de peilingen boven de tien zetels, we moeten nu even orde op zaken stellen.” Waarop hij antwoordde: “Ja, dat begrijp ik.” Maar de persoonlijke

verhoudingen zijn verder altijd goed. En dat is belangrijk in een democratie. Stel dat er een keer een ramp gebeurd – en laten we hopen dat dat niet zo is – dan is het heel belangrijk dat fractievoorzitters elkaar snel kunnen vinden. Hoe meent u dat de verhoudingen zijn binnen het kabinet?

Die zijn niet goed. De manier waarop een maand geleden Eimert van Middelkoop tijdens de wekelijkse persconferentie van Balkenende volledig in de kou werd gezet, is slecht voor de verhoudingen in de coalitie. Vervolgens laat Bos lekken dat Balkenende graag het voorzitterschap van de Europese Commissie zou willen overnemen. Dat bericht stond klein in de kranten, maar reken maar dat de plafondtegels hier in Den Haag even gelicht zijn. Dan komt de discussie over een eventuele verlenging van de missie in Afghanistan. Mijn voorspelling is dat wanneer Obama belt, Balkenende meteen “ja” zal zeggen. Al deze onderwerpen geven spanning in de coalitie en maken de persoonlijke verhoudingen er niet beter op. Dat gebeurde in het vorige kabinet niet. Zalm zei altijd dat hij zichzelf beter vond dan Balkenende, maar dat hij de verkiezingen niet had gewonnen. “Ik ben minister van Financiën en hij is de

Fiat Justitia februari 2009

23


i n te rvi ew chef.” Bos trekt elke keer die crisis naar zich toe en Balkenende moet soms hijgerig voor een camera springen om ook nog iets te vinden. Dat zijn allemaal signalen dat het elkaar niet gegund wordt. Hoe bent u van plan punten te scoren met deze financiële crisis?

Scoren doen wij alleen door te laten zien dat er een alternatief is voor dit kabinet. De VVD is altijd bereid verantwoordelijkheid te nemen en kan een beroep doen op de beste denkkracht van Nederland als het gaat

een nieuw plannetje op de proppen komen. De VVD moet steeds haar analyse herhalen en zeggen tegen dit kabinet dat het een foute aanpak heeft. Meent u dat premier Balkenende te laat heeft gewaarschuwd voor de gevolgen van deze crisis?

Absoluut. In januari van het vorige jaar zei ik al dat er een recessie aankwam. En oh, ik was zo negatief. Vervolgens kwam in september de begroting en zei Balkenende dat iedereen rustig kon gaan slapen. Het deed me een beetje denken aan de jaren dertig met Colijn,

“Bos trekt elke keer die crisis naar zich toe en Balkenende moet soms hijgerig voor een camera springen om nog iets te vinden” om de onderwerpen economie en financiën. Wij hebben in Nederland een heel sterke reputatie. Wij moeten ook niet willen scoren en elke dag met

die riep: “Gaat u maar rustig slapen, de regering waakt over u.” Met de val van Lehman Brothers kon de begroting van dit kabinet alweer de prullenbak in.

Maar aanpassingen worden uitgesteld naar de voorjaarsnota om politieke rust te kopen in de Trevezaal. Er heersen natuurlijk enorme verschillen van inzicht. Ik denk dat het CDA niet volledig is weggedreven van het solide finan­ciële beleid dat wij met hen voerden. Maar de PvdA is natuurlijk als de dood dat zij al die linkse experimen­ ten moeten stopzetten. Bent u goedgestemd over de toekomst van Nederland wat betreft deze economische malaise?

Ik denk dat de crisis veel dieper zal zijn dan het kabinet doet voorkomen. Zij voorspellen een economische krimp van 0,5%. Ik ben van mening dat die op 3% ligt. Daarbij denk ik dat aankomen­ de weken de overheidsfinanciën compleet uit de rails zullen rijden. De uitgaven zullen exploderen en de inkomsten uit aardgas en belastingen zullen enorm dalen. De grote vraag is dus: toont men leiderschap en grijpt men in, of blijft het modderen?

Over Mark Rutte Mark Rutte is geboren op 14 februari 1967. Na het behalen van zijn gymnasiumdiploma ging hij geschiedenis studeren aan de Rijksuniversiteit Leiden. Van 1988 tot 1991 is hij voorzitter geweest van de Jongeren Organisatie Vrijheid en Democratie (JOVD). Na een heftige tweestrijd met Rita Verdonk werd Rutte in 2006 na een close call uitgeroepen tot lijsttrekker van de VVD. Bij de Tweede Kamer­ verkiezingen leed de partij een verlies van zes zetels en kreeg Rutte minder voorkeursstemmen dan de nummer twee op de lijst, Verdonk. Deze uitzonderlijke situatie was in de Nederlandse parlementaire geschiedenis nog nooit eerder voorgekomen. In 2007 werd Rita Verdonk uit de VVD gezet en kon Rutte gaan bouwen aan herstel van de partij. Inmiddels lijkt het lek boven en klimt de VVD in de peilingen naar halverwege de twintig zetels. Alexander Pechtold en Mark Rutte tijdens een klein onderonsje 24

Fiat Justitia februari 2009


Dare to take a ride Freshfields Bruckhaus Deringer LLP

Freshfields Bruckhaus Deringer LLP

en cultuur laat zich samenvatten

Strawinskylaan 10

heeft zich op basis van een

door de slogan: Excellent, and not

bewuste strategie ontwikkeld

too serious. Dit is een belangrijk

tot een toonaangevend en

selectiecriterium geworden. Wij

Amsterdam Recruitment

succesvol internationaal kantoor.

zijn voortdurend op zoek naar

T +31 20 485 7574

Wereldwijd zijn bij ons meer dan

uitstekende juristen die analytisch

E amsterdam.recruitment@freshfields.com

2.700 advocaten, fiscalisten en

sterk en creatief zijn, graag een

www.werkenbijfreshfields.nl

(kandidaat-) notarissen werkzaam.

stapje extra zetten, stevig in hun

Ons kantoor in Amsterdam is

schoenen staan en oog hebben voor

overzichtelijk qua omvang en

hun omgeving.

1077 XZ Amsterdam

bestaat uit circa 90 juristen. Met een strategische en gefocuste praktijk werken wij aan een keur

Als dit je aanspreekt, komen

van uitdagende en complexe

wij graag met je in contact. Bezoek

zaken. Dit werk doen wij met

onze website voor meer informatie:

inspirerende mensen. Onze ambitie

www.werkenbijfreshfields.nl


A rt i kel

De crisis als kans “De moeilijkheid zit hem niet in de nieuwe ideeën, maar in het ontsnappen aan de oude die stevig in ons verankerd zijn.” John Maynard Keynes Tekst: Willem Hoogendijk

M

Over geld

en hoorde vaak dat niemand de huidige crisis had zien aankomen. Maar er waren groenen, anders-globalisten en ‘post-autistische’ economen die allang spraken van een wereldcasino met een door het geld opgeblazen ‘balloneconomie’ die een keer zou leeglopen. Afgezien daarvan, na elke hoog­ conjunctuur, weet men, komt er kalmering. Bovendien onderkende men ook al de lange conjunctuur­ schommelingen van Kondratieff.

Vergeleken met de grote depressie van de jaren ’30 van de vorige eeuw is de zelfvoorziening nu veel minder en de economische verwevenheid veel groter dan toen. Daarom wordt de huidige recessie vast een depressie. Is dat erg? De biosfeer zal er van opknappen, en dat is het draagvlak van elke economie, van alle leven. De uitdagingen daarbij: de werkloosheid creatief opvangen en zorgen dat er, vanwege de nood, wereldwijd niet nog meer bossen gekapt worden. Verder is het nood­ zakelijk dat alle mensen, en zeker studenten, les krijgen in verdiepte ecologie en in entropie, de achillespees van de mensheid. We kunnen er hier niet nader op ingaan, maar we moeten dringend van een hoog-entropische maatschappij (dat wil zeggen met veel verkwis­ting en onnodige productie) naar een met lage entropie1. Dat vereist een drastische kalmering van de economie. Ecologie gaat dus over het economisch draagvlak. De crisis moet derhalve tegelijk worden aangepakt met de klimaatcrisis. Onze biosfeer is bezig gevaarlijk heet te worden. Mark Lynas in Zes Graden: “We bedoelen het niet zo, maar als we opzettelijk zoveel mogelijk 26

Fiat Justitia februari 2009

Willem Hoogendijk

“De crisis moet tegelijk worden aangepakt met de klimaatcrisis” leven op aarde wilden vernietigen, konden we het niet beter doen dan zo.” Verder is het wijs om rekening te houden met de voedsel- en watercrisis (schoon zoet­water is een groter probleem dan energie) en het probleem van de armoede en uitslui­ ting, ook in eigen land. Ook zijn er andere economielessen nodig, waarin ondermeer die entropie centraal wordt gesteld. De Amerikaanse futurologe Hazel Henderson: “Geef studenten een gewone cursus economie, en ze hebben een hersen­ beschadiging voor het leven opgelopen.”

Ook geld wordt in de economietheorie ondermaats behandeld. In de (neo) klassieke leer is het slechts een facilitator, bij de Keynesianen ook een regulator. Dat het geld de groei is gaan aandrijven en voor groeidwang heeft gezorgd wordt niet gezien. Men is de productiefactoren gaan aanduiden met fysiek, menselijk en financieel kapitaal, alsof ze gelijk zijn; terwijl het geld de dominerende is waarmee je de beide andere kunt kopen. Een groot gedeelte van het geld in omloop is afkomstig van bancaire geldschepping op basis van kredietverlening en dus belast met rente. Krijgt dat voldoende kritische aandacht? Over macht wordt niet gesproken. Bedrijfseconomie en econometrie zorgen helemaal voor oogkleppen. Geld heeft verschillende functies: van smeerder en regelaar, tot aandrijver en accumulator, machtsvormer. Men onderscheidt in de economie een financiële en een reële sfeer. Met de crisis valt de grote kalmering, die milieumensen en aanverwanten altijd voorgestaan hebben, hun nu in de schoot2. Maar zij wilden dat bereiken met een zachte landing, niet met een crash in de financiële sfeer. Daardoor werden ook de activiteiten van de reële economie aangetast die nuttig en noodzakelijk zijn en waarvoor het geld als smeermiddel fungeert. De crisis gooide meer overhoop dan gebeurd zou zijn met een geplande zachte landing. Waarom blijven recessies optreden? Omdat de aloude economie van de vraag een aanbodeconomie is geworden, met de door het geld­ systeem geschapen groeidwang. Geld


moet groeien, moet ‘werken’. (Zoals het geld van Hanneke Groenteman, waarvan zij in een radiospot voort­ durend zegt dat het daarmee goed gaat...) Het wordt geïnvesteerd in bedrijven die dus voortdurend en maximaal moeten produceren en afzetten. En dit in toenemende mate: de economische groei. Door de groei­dwang is er voortdurende intensivering en schaalvergroting, met als keerzijde het verdwijnen van kleine (klein gemaakte) bedrijven en instellingen en de resulterende verschraling van wijken, dorpen en stadjes. De wijsheid ‘You can have too much of a good thing’ gaat voor alles op, ook voor opschaling, moderni­ sering, handel, concurrentie, geld­ schepping – noem maar op. Maar de groeispiraal duwt over gezonde grenzen heen en maakt wat levendig is dynamisch, en wat dynamisch is hectisch. Telkens worden bereikte optimale situaties vernietigd door de druk tot het maximale. Zoals de Amerikaanse econoom H. Daly het zegt: “De deugden van gisteren zijn verworden tot de zonden van nu”3. In een door de geldvermeerdering aangejaagde concurrentie betekent een pas op de plaats voor een bedrijf al snel de ondergang. Gevolg is dat het ontstane productivisme met zijn afzetdwang een eveneens voortdurende en maximale consumptie vereist. Onze behoeften moesten oneindig worden en werden als zodanig ook uitgeroepen4. Elk obstakel in dit proces heeft onmiddellijk ernstige gevolgen. Een verhoging van de productiekosten (duurdere olie en grondstoffen, milieu­eisen) of een verlaging van de consumptieve bestedingen treft meteen bedrijven, distributeurs en winkels. Vandaar recessies.

Aanbodeconomie De aanbodeconomie vinden wij heel gewoon; wij zetten er geen vraagtekens meer bij. Maar eigenlijk is zij absurd. Want zij is gebaseerd op een voort­ durende en zelfs toenemende consumptie, terwijl de ondernemers

alsmaar meer moeten produceren of renderen. Wij zien er de absurditeit niet meer van in, want we verdienen ons brood in dat systeem. Het is onze natuurlijke omgeving geworden. Recessies, zagen we, beginnen vaak in de reële sfeer door een verslappende vraag. Heel normaal, maar bij groeidwang is er dan meteen ellende. De recente crisis in de Verenigde Staten, begon die in de financiële sfeer of met een kleine inzinking van de consumptie of de export? Was het niet begonnen in de reële sfeer? Zeker, dat had repercussies in de financiële sfeer hetgeen – met de specifiek Amerikaanse aspecten – de toestand meteen snel deed verslechteren. Er ontstond een implosie die de hele economie aantastte. Daarbij heeft bancaire geldschepping een grote rol gespeeld – en nog steeds overigens – waardoor de productie en consumptie is opgepompt tot een riskant niveau, terwijl dat productivisme en die consumptie steeds afhankelijker werden van dezelfde aanjagende ballon. De reactie, nu, van onze bewindsleden en industriekapiteins – allen de gevangene van de huidige economische constellatie – is om deze te revitali­ seren: even begrijpelijk als onverstan­ dig. Als we de economieën van de rijke landen beoordelen met meetstokken die nu nog genegeerde kosten meenemen – ecologische en sociale – dan krijgen we een negatieve uitslag. Dit was al enige jaren voor de huidige

recenter door het intensieve gebruik van fossiele brandstoffen sinds de tweede helft van de 19e eeuw. De rijke economieën waren allang op hun retour! Hun zogenaamde groei was allang… krimp! In dit licht is een traditionele stimulering van productie en consumptie de totaal verkeerde weg. Geldinjecties voor groene projecten en ter verduurzaming zijn op zich goed, maar blijft gelden dat we van de groeidwang af moeten en het geld moeten temmen. Ook de groene investeringen van mevrouw Groenteman blijven aandrijven. En de reddende leningen van minister Bos moeten ook acht procent opbrengen! We moeten nu de crisis aangrijpen om wakker te worden en een geheel andere richting in te slaan.

Vraageconomie De huidige commotie in de financiële sfeer mag dus niet afleiden van de noodzaak om de reële sfeer te hervormen. Volgens mij zou dat moeten inhouden de vervanging van de aanbodeconomie – die door het geld wordt voortgedreven en rampzalig uitpakt voor onze biosfeer – door de

“Dat het geld de groei is gaan aandrijven en voor groeidwang heeft gezorgd wordt niet gezien” economische teruggang het geval5. Met een preciezere ecologische meetstok blijken onze economieën nog veel eerder negatief te zijn geworden, al eerder door erosie en ontbossing,

oude, beproefde economie gestuurd door de vraag: een vraag, weten we nu, die binnen de milieugrenzen blijft. De vraageconomie, kalm en op regionale basis, bestaat nog overal in de binnen­ Fiat Justitia februari 2009

27


A rt i kel landen van de wereld, achter de westerse highrise. Het voorstel, al vroeger gedaan6, betreft de flexibilisering van zowel de kapitaal­vergoeding als van de arbeids­ organisatie. Veel vraag fluctueert, zodat het logisch is dat bedrijven eveneens kunnen fluctueren zonder meteen uit de rat race te vallen, zoals nu het geval is. Enerzijds moet dan ook de investeringsbeloning fluctueren, wat vraagt om een nauwere band tussen het bedrijf en zijn kapitaalverschaffer(s)7. Wordt er minder verkocht, wat normaal is? Dan gaat er ook minder geld naar de geldschieters zonder dat die meteen hun geld kunnen terug­ trekken. De Zwitserse econoom H.Chr. Binswanger stelt de stichtingsstructuur voor waarin beide partijen zitten. Een ander voorstel is om leningen te vervangen door deelnemingen, zodat renteverplichtingen, die gefixeerd zijn, dividenden worden die flexibel zijn. Dit lijkt ook op het islamitisch bankieren8. Interessant in dit verband is de recente poging van een Rotterdamse wethouder die ondernemers in de problemen zag komen, om van de betrokken geld­ schieters (banken) soepeler voor­ waarden zien te krijgen. Anderzijds dient ook de organisatie van het werk minder rigide te worden. Ook hier zijn de aanzetten talrijk, met tijdelijke werkcontracten, pools van arbeiders (Rotterdam, Twente), arbeidstijdverkorting en mobiliteits­

soepel met minder mensen op een lager pitje kunnen doordraaien, of zelfs tijdelijk kunnen stoppen zonder definitief dicht te gaan, wat kapitaal­ vernietiging zou betekenen. Als de vraag aantrekt, kan het bedrijf weer op vollere toeren draaien. Dat betekent voor het merendeel van de werkers dat zij, naast hun hoofdbaan, één of meer andere betaalde banen hebben waar zij af en toe of regelmatig in terecht kunnen en waarmee zij vertrouwd zijn. Deze diversificatie van werkzaamheden kan in principe gelden voor de hele actieve bevolking, ook voor de chefs en ondernemers zelf. Velen van ons zijn aldus flexwerkers! Het resultaat is een grotere arbeids­variatie, wat vaak de wens van werkers is, zoals ook de populariteit van uitzendbureaus laat zien. De meeste mensen hebben meer vaardigheden dan die hun hoofdbaan vraagt. Buiten het werk wordt heel wat afgeklust, gebouwd, groente gekweekt, kinderen voorgelezen, luiers vervangen, gekookt, gesport met lastige pubers en aan alle mogelijke clubs meegedaan. Een normale situatie kan worden dat het merendeel van ons verschillende banen heeft gedurende de week, de maand, het jaar of zelfs over een langere periode. Dat hangt af van de

“Bij een verminderde productie of omzet voor een korte of langere tijd, moet het bedrijf toch soepel met minder mensen op een lager pitje kunnen doordraaien” centra. Hier moet nu ook doorgepakt worden naar een veel ruimere arbeids­ diversifiëring. Bij een verminderde productie of omzet voor een korte of langere tijd, moet het bedrijf toch 28

Fiat Justitia februari 2009

vraag in de sector van ieders hoofd­ baan. (NB. Zorg is ook economisch werk!)9 Echter: geen arbeidsflexibilisering zonder kapitaal­flexibilisering! Als we de macht van het geld niet een kopje

kleiner maken, kunnen we de nood­ zakelijke omvorming wel vergeten en is er geen historische vooruitgang. Naast de gewone markt zal een zekere planning nodig zijn om het werk te bemensen. We hebben er al de arbeids­ bureaus voor. Voorts zouden de grote investeringen onder democratische controle moeten komen. Ook daar hebben we al de organen voor, op gemeentelijk, provinciaal en nationaal niveau. Deze kunnen zich dan eindelijk eens met de economie gaan bezig houden. Uiteraard zijn er vele goederen en diensten continu nodig, zoals brood en melk, water en elektra, zeep en wc-papier, kranten en andere media, onderwijs en ziekenzorg, justitie en veiligheid. Daarvan is de vraag niet erg elastisch zodat in die sectoren de arbeidsbezetting stabiel zal zijn. Het verrassende gevolg van de flexibiliseringen zal de bevrijding van bedrijven en ondernemers zijn, niet te verwarren met nog meer liberale ondernemersvrijheid waarvan de nadelen de voordelen nu wel erg snel ingehaald hebben. Van hun kant zullen de werkers een minder gestrest leven krijgen, dat interessanter is en meer variatie kent. En onze planeet zal bij vermindering van al ons driftig geproduceer weer wat lucht kunnen krijgen, zodat op den duur kalmering en krimp van de economie zullen leiden tot…. echte groei!

Tweeledige strategie De grote strategie om ons van de huidige economische domheid te ontdoen, zal tweeledig zijn. Enerzijds moeten we een kalmere weg uitzetten voor de traditionele, officiële sector met zijn productiesysteem dat,


ondanks de crisis, nog altijd over­ spannen en dwingend is, en voor de wereldhandel die daarbij ontstaan is. Anderzijds moeten we daaronder een groene en sociale economie opbouwen: een economische ‘thuissector’ op menselijke schaal en zo zelfvoor­ zienend als redelijkerwijs mogelijk is. Hierbij kunnen we ons baseren op de talloze alternatieve oplossingen die al overal in de wereld gerealiseerd zijn en die dragers zijn van hoop en vernieuwing. Inderdaad, de nieuwe maatschappij wordt in de oude geboren!

populisten – te versterken. Bovendien zal een stevige thuissector de vele werkers die nog door de officiële sector uitgestoten zullen worden, zinvol kunnen opvangen: het vangnet omgevormd tot de gekalmeerde, maar zekere en rampbestendige, productieve thuissector. Niet verbonden met het mondiale casino, zal de thuissector gekenmerkt worden door een relocalisering van de economie, met als nieuwe bedrijvig­ heid vooral de vervanging van import, voor zover deze nuttig en noodzakelijk is10. Iedereen zal er werk vinden naar vermogen, terwijl dat werk ‘van

“Het verrassende gevolg van de flexibiliseringen zal de bevrijding van bedrijven en ondernemers zijn, niet te verwarren met nog meer liberale ondernemersvrijheid waarvan de nadelen de voordelen nu wel erg snel ingehaald hebben” Beide operaties moeten tegelijk uitgevoerd worden, als communi­ cerende vaten, het ene groeiend, het andere krimpend. Uiteraard zal alles behouden worden wat in de officiële sector aan producten en technieken aan nuttigs is ontwikkeld. Echter, als we geen flinke breuk maken met de gewoontes van het verleden zal er maar weinig veranderen. Met een slechts wat groener en selectiever beleid blijven we recht op de afgrond aankoersen. Grote wonden vragen om flinke heelmeesters. Toch zijn we om strategische redenen er vooral op aangewezen om de parallelle basiseconomie (thuis­sector) op te bouwen, sterker dan de officiële sector aan te pakken die op de wereld­ markt actief is. Deze sector lijdt immers al behoorlijk onder de recessie, en vele mensen en ook de staat zijn er nog afhankelijk van. We moeten vermijden om rancuneuze gevoelens onder de bevolking – voer voor

henzelf ’ is en niet langer voor extern kapitaal of andere externe belangen. En iedereen is ook echt iedereen. Werkloosheid wordt een woord uit het verleden! In een dergelijk gedemocrati­ seerde en meer ‘eigen’ economie zullen de belonings­verschillen ook wat normaler kunnen worden dan nu het geval is. Cruciaal is immers het herstel van gemeenschaps­gevoel en saam­ horig­heid. Anders lopen de nood­ zakelijke veranderingen op niets uit11. Omwille van niets minder dan onze overleving staan we voor een nog grotere stap in onze geschiedenis dan toen onze verre voorouders van jagen en verzamelen op landbouw over­ gingen: de stap van een cowboy­ economie naar een ruimteschip­ economie. In sommige talen betekent crisis ook kans. Wij worden nu uitgedaagd om een volgende stap te zetten op het smalle maar inspirerende pad van de menselijke beschaving.

Over Willem Hoogendijk Mr. Willem Hoogendijk is medewerker van Stichting Aarde (wh@aarde.org), de werkgroep Voor de Verandering – Alternatieven voor het neolibera­ lisme en van het Franse tijdschrift over krimp Entropia. Zie voor boeken en artikelen: www.aarde.org

Voetnoten 1 Zie bijv. ‘Economie van de natuur’, in mijn ‘Economie Ondersteboven’. 2 Voor kalmering of zelfs krimp (materiële krimp) hebben economen als Hueting, Pen, Opschoor en de ‘economen van het genoeg’ Goudzwaard en De Lange al vroegtijdig gepleit. Zie ook de Verklaring van Tilburg (www.economischegroei.net) In April 2008 was er in Parijs een internationale conferentie over Degrowth. De bijdragen vormen samen een pioniersbundel. (www.degrowth.net) 3 H. Daly en J. Cobb, For the Common Good, 1989. Ook de spanning tussen markt en staat wordt voornamelijk veroorzaakt door het moderne geld­systeem. Markt en staat dienen het samen te temmen. 4 Vele behoeften ontstaan uit voorafgaande ontwikkelingen en worden ons opgedrongen. De vele pseudo-oplossingen laten de onderliggende oorzaken onverlet zodat nieuwe ‘behoeften’ ontstaan ten pleziere van het productiesysteem. We noemen ons een consumptiemaatschappij, maar de consumptie is in een aanbodeconomie een afgeleide van de productie. 5 De eerste onderzoeken werden in de jaren ’80 al uitgevoerd in de Verenigde Staten (Cobb & Holstead), Engeland ( Jackson & Marks), Duitsland (Diefenbacher) en in ons land aan de Vrije Universiteit (Verbruggen c.s.). 6 The Economic Revolution - Towards a sustainable future by freeing the economy from moneymaking. International Books, 1991, 208 p. Vertaald in het Indonesisch en Tsjechisch. Een Franse editie verschijnt in 2009. 7 Het systeem van verhandelbare aandelen is door de Noorse econoom A. Hallenstved, in navolging van Keynes, ‘de geïnstitutionaliseerde onverantwoordelijkheid van het kapitaal’ genoemd. De voorstanders van regionalisering wordt wel protectie verweten, maar zij zien deze als een gezondmakend tegenwicht voor de op hol geslagen mondialisering. Bovendien vinden zij de nu vrijelijk over de wereld rondsuizende kapitalen flink geprotegeerd door de liberale idologie. 8 In zijn bijdrage tot de bundel Geld und Wachstum (1995) ondersteunt Binswanger mijn voorstel tot de flexibilisering van schulden. 9 De invoering van een basisinkomen valt hierbij te overwegen. 10 Hoofdactiviteit: biologische land- en tuinbouw. Het streven naar streekproducten en regionale voedselvoorziening groeit. Regionalisering ook voor energie, bouwmateriaal en hergebruik. Een belangrijke transformatie moet ons voorbereiden op de olieloze periode. In Engeland is hiertoe Towns in Transition ontstaan, een beweging die ook in ons land navolging krijgt. (www.transitiontowns.nl) 11 Nodig is een andere kijk op uitkeringen, wacht­ gelden en dergelijke. Thuiszitten is er niet meer bij, en in de veranderde context van meer emancipatie zal dat ook goed passen. Er is immers sprake van enige toe-eigening, door de mensen, van de economie. De omslag vraagt om veranderd inzicht bij sociale instanties en vooral vakbonden!

Fiat Justitia februari 2009

29


De Tentamenbank Op www.tentamenbank.nl vind je een compleet aanbod aan vrij te downloaden studiematerialen voor oa. de studie Rechten; boekuittreksels, overzichten studiestof, samenvattingen van arresten, oude tentamens met uitwerkingen, werkgroepaantekeningen en meer!

Adressen

Naast de gratis te downloaden studiematerialen, kunnen leden van JoHo (â‚Ź15,- per jaar) een nog veel breder aanbod aan studiematerialen grotendeels gratis afhalen in een van de JoHo Centers in Rotterdam, Amsterdam, Leiden, Groningen of Utrecht. Een overzicht van het complete aanbod aan stu diematerialen per universiteit/opleiding/ jaar/ vak vind je op www.tentamenbank.nl.

Rotterdam De Korte Hoogstraat 11

Met een JoHo lidmaatschap ontvang je niet alleen veel gratis uittreksels en flinke kortingen op overige studiematerialen, je steunt er tevens de ontwikkeling van diverse (onderwijs-) projecten mee, zoals The World Study Bank (www.worldstudybank.org).

Binnenkort

Daarnaast krijgen JoHo leden kortingen op oa. (reis)verzekeringen, reisartikelen, consultkosten van de reisdokter en op reizen, tours en accommodaties bij onze partners in het buitenland. De studiematerialen van de Tentamenbank worden met grote zorg samengesteld door professionele krachten. Op deze manier kunnen we materialen van de hoogste kwaliteit aanbieden. Heb je op- of aanmerkingen of wil je bijdragen aan de samenstelling en verbetering van de studiematerialen, kom dan langs in een van de JoHo Centers of stuur een e-mail naar studie@joho.nl

Leiden Stille Rijn 8-9 (verhuizing in 2009) Amsterdam Taksteeg 8

Utrecht Sint Jacobsstraat 273 Groningen Nieuwe Boteringestraat 20

Binnenkort opent JoHo een nieuw Center in Den Haag en komen er nieuwe Tentamenbank balies in Tilburg, Nijmegen, Maastricht en Enschede. Contact www.tentamenbank.nl www.worldstudybank.org www.joho.nl studie@joho.nl +31 (0) 71 5131357

GGTIS uiireksels voor je Bachelor/ Master opleiding Rechtsgeleerdheid? Tentamenbank.nl


inte rv i ew

Alexander Rinnooy Kan

Het leven als een onvoorspelbaar avontuur De Volkskrant riep hem in 2007 en 2008 uit tot meest invloedrijke Nederlander. Zelf relativeert Alexander Rinnooy Kan dat liever. Hij sprak in Buitenhof bescheiden van ‘een deelmeting’, waarbij de media, de informele circuits en de politiek zelf niet in de berekening zijn meegenomen. Hoe dan ook, dat hij voorzitter is van één van de invloedrijkste adviesorganen van Nederland lijdt geen twijfel. Fiat Justitia had de eer om bij de oud-rector magnificus van de Erasmus Universiteit aan te schuiven, om met hem te praten over zijn tijd bij ING en over de huidige economische malaise. Waarom hij zijn kostbare tijd hier graag aan besteedt? “Het is enorm leuk en inspirerend om met jong talent in aanraking te komen: zo zie ik studenten.”

Kunt u wat vertellen over uw studententijd?

Hoewel vrijwel iedereen in mijn familie rechten had gestudeerd, besloot ik tot veler verrassing wiskunde te gaan studeren in Leiden. Het leek mij aantrekkelijk, omdat het één van de vakken is waar je weinig voor uit het hoofd hoeft te leren. Het is een kwestie van begrijpen, waar ik gelukkig weinig moeite mee had. In Leiden ben ik lid geworden van een studenten­ vereniging, het huidige Minerva. Ik bleek daar de enige te zijn die wiskunde studeerde. In tegenstelling tot de meeste verenigings­ genoten had ik vrijwel elke ochtend vroeg college. Dat maakte het niet eenvoudig. Maar ik heb een heel leuke studententijd gehad. Alleen naar mijn gevoel misschien wel wat te kort. Ik studeerde af na vier jaar, in een tijd waarin dat eigenlijk helemaal niet hoefde. Ik beschouw het dan ook als een gemiste kans dat ik niet voor minstens een half jaar naar het buitenland ben gegaan, zoals tegenwoordig veel studenten doen. Na mijn studie zou ik oorspronkelijk een baan krijgen als wetenschappelijk medewerker. Maar door een totaal onvoorziene personeelsstop werd mij dat door de neus geboord. Daardoor besloot ik het wat meer aan de

Foto: Christiaan Krouwels

Tekst: Lennart van der Ziel en Patrick Slob

“De kunst zal zijn om in de nieuwe

financiële wereld niet elke bereidheid tot risico hard af te straffen”

toegepaste kant te zoeken en heb ik in Amsterdam mijn kandidaatsexamen econometrie behaald. Tijdens mijn doctoraal econometrie kreeg ik echter enorm genoeg van het tentamen doen. Waarom heeft u vervolgens gekozen voor een wetenschappelijke carrière?

Als ik eerlijk ben, wilde ik het bekijken als mogelijkheid. En ik bleek het leuk te vinden. Een andere promovendus, Jan Karel Lenstra, was met dezelfde

onderwerpen bezig als ik. We zijn nauw gaan samenwerken en hebben uiteindelijk meer dan honderd artikelen geschreven. Door een nieuwe theoretische ontdekking in de Verenigde Staten kreeg het onderwerp waar wij al een paar jaar aan werkten een enorme impuls. Wij waren in Nederland één van de eersten die daar grootschalig mee begonnen. Doordat het onderzoek zo goed liep, deed ik veel internationale contacten op. Fiat Justitia februari 2009

31


i n te rvi ew Wiskunde bestaat bij de gratie van haar internationale netwerk. Daardoor kreeg ik de kans gasthoog­leraar­ schappen te bekleden bij het MIT (Massachusetts Institute of Techno­ logy, red.) en Berkeley. Naderhand heb ik nog een verlof gekregen van een jaar en dat heb ik toen in z’n geheel door­ gebracht in Philadelphia. Het was een heel mooie tijd, ik kan niet anders zeggen.

“Zonder voorervaring binnen het universitair bestuur, voelde ik mij een beetje een vreemde in Jeruzalem” Wat zijn volgens u de voornaamste verschillen tussen Nederland en de Verenigde Staten, wat betreft universiteiten?

Het verschil tussen de Nederlandse universiteiten en de Amerikaanse topuniversiteiten is enorm. Amerikaanse topuniversiteiten selecteren heel zwaar en dat is iets wat wij in Nederland niet doen. Door een zware selectie krijgt men vanuit heel de wereld de knapste jongens en meisjes. Ook organisa­ torisch zijn er grote verschillen. Hoogleraren zijn maar negen maanden in dienst en proberen de overige maanden hun geld te verdienen door het verkrijgen van onderzoeks­contrac­ ten. Daardoor behouden de universiteiten ook in de toekomst succes, omdat er veel en goed gepubliceerd wordt. In Nederland is dat veel minder het geval. In de Verenigde Staten kunnen door de aard van het systeem topuniversiteiten ontstaan. Dat is in onze systematiek nauwelijks mogelijk. Toen ik terug­kwam en rector magnificus werd van de Erasmus Universiteit, heb ik voorgesteld dat Nederlandse universiteiten meer moesten excelleren en moesten durven kiezen voor een heel specifieke reeks 32

Fiat Justitia februari 2009

van onderwijs- en onderzoeks­activitei­ ten. Ik denk dat dit voorstel mede het gevolg was van mijn Amerikaanse ervaring. Had u genoeg van de harde weten­ schap, toen u in 1986 werd aangesteld als rector magnificus van de Erasmus Universiteit?

Als ik eerlijk ben, was ik nogal verrast dat ik die kans aangeboden kreeg. Het is gebruikelijk dat de nieuwe rector wordt geselecteerd uit de decanen van de faculteiten. De voorervaring die zij hadden binnen het universitair bestuur had ik niet. Ik voelde me daarom toch een beetje een vreemde in Jeruzalem. Maar het was een kans die ik maar één keer zou krijgen en die heb ik gegrepen. Waar stond de Erasmus Universiteit op het moment van uw aantreden?

De Erasmus Universiteit had nog duidelijk de sporen van de fusie, zoals dat toen werd aangeduid. In 1973 gingen de Nederlandse Economische Hogeschool (NEH) en de medische faculteit samen verder. De medische faculteit is een excellente faculteit, vanaf de grond opgebouwd met de inschakeling van de beste hoogleraren uit binnen- en buitenland. De oude NEH was in haar dagen zonder enige twijfel de beste economische opleiding van Nederland. Het was eigenlijk een heel sterke mix.

Binnen twee weken na mijn aanstelling ontstond opeens de dreiging van een enorme bezuiniging, de tweede bezuinigingsronde van minister Deetman. Er was op enig moment sprake van het feit dat de medische faculteit zou moeten fuseren met die in Leiden. Daarnaast stonden een aantal maatschappijvakken onder grote druk. Dat terwijl in Rotterdam naast het alfa-gedeelte ook het bèta-gedeelte in belangrijke mate ontbreekt. Het is eigenlijk een incompleet profiel. Het was mijn hoofdopgave om een tegen­ actie te initiëren en dat is eigenlijk heel goed gelukt. De medische faculteit kon onafhankelijk verder en ons vakken­ aanbod is tamelijk ongewijzigd gebleven en zelfs uitgebreid met kunst- en cultuurwetenschappen. Ik kijk nog steeds met heel veel plezier terug op deze periode. Het is één van de leukste banen die ik heb gehad. Het is enorm leuk en inspirerend om met jong talent in aanraking te komen: zo zie ik studenten. Toen ik bij ING werkte, hield ik mij ook bezig met het personeelsbeleid. Dat gaf mij een goed excuus om overal waar ik binnen kwam te spreken met jong talent. U heeft een aantal jaren in de raad van bestuur gezeten bij de ING Groep. Wat waren naast het personeelsbeleid uw verdere aandachtsgebieden?

Ik begon met het vermogensbeheer. Dat terrein was toen voor ING van


eminent belang. Het vermogen van particuliere beleggers groeide in de jaren negentig zodanig, dat het steeds meer professionele aandacht verdiende. Toen ik in 1996 begon, werd het beheerde vermogen van ING geschat op een kleine 100 miljard euro: toch al een groot bedrag. Toen ik stopte met het vermogensbeheer, omdat dit binnen het bedrijf werd gedecentraliseerd, was de waarde van dat vermogen opgelopen tot een angstaanjagende 500 miljard euro. Het is een interessant terrein, dat tegen­ woordig zwaar onder vuur ligt. Maar beleggen en beheren blijft een kerntaak van een bank-verzekeraar. Daarna ben ik actief geworden bij de verzekeraar binnen de ING Groep. Ik begon bij het Aziatische deel van het bedrijf en ik kreeg daar later ook Centraal-Europa bij. Daarmee kreeg ik min of meer toevallig de groeimarkten van ING onder mijn hoede. We deden het erg goed in Azië. ING werd daar de tweede verzekeraar, na AIG. Dat was de grote rivaal, die echt nog een maatje te groot voor ons was. Ik maakte lange reizen door Azië en Europa. Er waren een stuk of vijftien landen waar ik me met enige regelmaat wilde vertonen, ook om het lokale jonge talent te ontmoeten. Andere portefeuilles die ik in de loop der jaren heb gehad, zijn de inkoop en de informatietechnologie. Ik heb die tien jaar als een geweldige tijd ervaren. Het was voor mij een buitenkans om de private sector op deze manier te leren kennen. U bent zonder enige ervaring het bedrijfsleven ingegaan. Was dat niet een heel grote stap?

Jazeker. Maar dat waren mijn eerdere stappen misschien ook wel. Hoe goed men ook probeert te plannen, er zijn altijd momenten waarop zich een heel onverwachte en interessante kans voordoet. Of dat de mooiste kansen zijn, dat weet je dan nog niet. Het is in elk geval iets spannends, iets uit­dagends en iets riskants. Maar waag eens een gok. Je overleeft het wel. Het leven is kort genoeg. In het slechtste geval ga je gewoon weer iets anders doen.

Heeft u als bankier bij ING profijt gehad van uw wiskundige achtergrond?

Niet zo verschrikkelijk veel, eerlijk gezegd. De wiskunde waarin ik onder­zoek heb gedaan was toch voornamelijk de wiskunde van de logistiek. Dat is niet direct iets wat in de portefeuille van de raad van bestuur voorkomt. De financiële dienst­ verlening heeft zijn eigen complexiteit. Dat is ook wel gebleken in de laatste maanden. Daarbij speelt toegepaste wiskunde een belangrijke rol. Men heeft zich stevig verkeken op de kwaliteit van de wiskundige modellen die onder risicomanagement schuil gaat. En ik geloof dat ik met mijn wiskundige achtergrond een bijdrage heb kunnen leveren aan discussies binnen de raad van bestuur over risicomanagement, hoewel ik een crisis van deze omvang niet zag aankomen.

vervolgens weer weg bij banken die volgens diezelfde markt als riskant worden ervaren. Voelt u zich op enigerlei wijze aansprakelijk voor de door ING aangevraagde staatssteun?

De enige vraag die men achteraf kan stellen is of wij anders hadden moeten handelen in de richting van de complexe financiële producten, die ons op een gegeven moment vanuit Amerika bereikten. Een deel van de ellende is namelijk begonnen met de listig verpakte Amerikaanse hypo­ theken. Ik kan me herinneren dat wij er een aantal maal van hebben afgezien om deze hypotheken aan te nemen. We hadden een gevoel van grote aarzeling bij de complexiteit van die structuur. Maar het is als actieve speler in de Verenigde Staten nauwelijks mogelijk om buiten die markt te blijven. Ik denk

“Ik denk dat de Nederlandse instellingen eerder slachtoffer dan aanstichter zijn van deze crisis” U heeft in 2006 de ING Groep verlaten. Stel dat u op dit moment nog in de raad van bestuur zat. Had u ingestemd met het vragen om staatssteun?

Uiteraard weet ik niet welke informatie bij ING op dit moment bekend was. Ik denk echter dat er op een gegeven moment niet zoveel keuze was. ING was heel goed gekapitaliseerd, maar bevond zich plotseling in een wereld en op een markt, waar om allerlei redenen veel hogere eisen werden gesteld. Waar andere concurrenten, dankzij de staatssteun die zij hadden ontvangen, aan die eisen konden voldoen, kon ING dat niet. Dan is er weinig andere keuze dan om óók staatssteun te vragen. Het illustreert dat dezelfde vorm van steun aan alle grote instellingen beschikbaar gesteld had moeten worden. Het partieel uitdelen van staatssteun zorgt namelijk voor enorme geldstromen richting banken die volgens de markt in veilige handen zijn. Dat geld stroomt

dat de Nederlandse instellingen eerder slachtoffer dan aanstichter zijn van deze crisis. Het wereldwijde gezel­schap dat zich met bankieren, verzekeren en toezicht bezighoudt, valt in collectiviteit een verwijt te maken. We moeten vaststellen dat de financiële professie tekort is geschoten. De profes­sie past dan ook enige bescheiden­heid en een zekere weemoed op dit moment. Zij moet echter wel de kans krijgen betrokken te worden bij de oplossing van dit probleem. Daar zit volgens mij de kern van de zaak. Pleit u in dit licht voor strenger toezicht? Bijvoorbeeld vanuit Europa?

Die kant gaan we sowieso uit. In elk geval gaan we richting een gedetailleer­ der toezicht en waarschijnlijk ook een strenger toezicht. Op dit moment is er een discussie gaande over hoe het nationale toezicht zich moet verhouden tot de Europese coördinatie daarvan. Daar ligt een opgave voor de grens­ Fiat Justitia februari 2009

33


i n te rvi ew overschrijdende financiële instellingen, en dat zijn er nog al wat. Er zijn nu eerste voorstellen gepresenteerd om met colleges van toezichthouders te gaan werken uit de verschillende landen waar financiële instellingen actief zijn. De vraag is of dat een voldoende krachtig model is en dat gaan we in de komende maanden bekijken. Als medeoorzaak van deze financiële crisis worden vaak de exorbitante bonussen van topbestuurders genoemd. Hoe kijkt u vanuit uw verleden als topbestuurder naar deze aanname?

Het is onmiskenbaar dat sommige van die variabele beloningen – het gaat in de laatste plaats niet om degenen die op de werkvloer actief zijn in het bedenken en verkopen van financiële producten – perverse prikkels bevatten. In die zin pervers, dat het uitnodigt om substantiële risico’s te nemen. Deze

“Het is onmiskenbaar dat sommige van die variabele beloningen perverse prikkels bevatten” beloningen bevatten ook niet de mogelijkheid om achteraf verkeerd getaxeerde risico’s te verhalen op de bedenkers. Waar het gaat om topbestuurders kan ik vertellen dat er heel nadrukkelijke en precieze eisen zijn geformuleerd, waaraan voldaan moet worden voordat de variabele beloning wordt uitgekeerd. Ik heb bijvoorbeeld eens meegemaakt dat de raad van bestuur bij ING helemaal geen bonus kreeg, omdat de doelstellingen niet waren behaald. Dat vond ik eigenlijk wel goed en passend. Maar de kunst zal zijn om in de nieuwe finan­ ciële wereld niet elke bereidheid tot risico hard af te straffen. Ook innovatie moet niet onnodig zwaar belast 34

Fiat Justitia februari 2009

worden en ingewikkelder gemaakt worden dan strikt noodzakelijk. Innovatie is onverminderd nodig. We moeten deze systematiek daarom nog eens heel precies bekijken. U spreekt over de bedenkers en verkopers van financiële producten. Het vaste salaris van deze financiële dienstverleners is niet bijzonder hoog en wordt voor een groot deel gevoed met variabele beloning. Heeft u zich wel eens geërgerd aan wat dan de graaicultuur wordt genoemd?

We noemen dat graag een graaicultuur, en het is ook een zeer op geld gedreven sector. Ik heb daar ook de nadelen van meegemaakt. De Britse investerings­ bank Barings, die kort voor mijn aantreden was overgenomen door ING, was voor de raad van bestuur keer op keer een bron van verbazing. Vooral hoe gemakkelijk top corporate bankers en top investment bankers switchten van loyaliteit als zij elders een betere propositie kregen. Het is een heel moeilijke cultuur om in te opereren, maar wanneer een financiële instelling de ambitie heeft om een hoofdrol te spelen in die wereld, ontkomt men er niet aan om toptalent aan te trekken. Dit talent zit op een arbeidsmarkt waar dit gebeurt. Als je je daaraan wilt ontrekken, kun je die ambitie beter meteen vergeten. Achteraf kan geconcludeerd worden dat die wereld voor ING, door haar achtergrond en cultuur, niet goed begaanbaar was. Ook twee andere Nederlandse spelers, de Rabobank en ABN Amro, hebben vergelijkbare ervaringen achter de rug. Wanneer een Nederlandse bank internationaal wil meetellen, kan men zich vrijwel niet onttrekken aan de tweestrijd tussen die Angelsaksische ‘graaicultuur’ en de Hollandse zuinigheid. Zal dat dilemma blijven spelen?

Je kunt als bank best internationaal actief zijn zonder aan de top van de investment banking wereld te staan. Dat is waar ING ook uiteindelijk geëindigd is. Het is een groot, buitengewoon actief internationaal

concern met investment bank-achtige activiteiten. Maar dat is niet een hoofdcomponent van het profiel. Een bank als die zich voorheen voor­ namelijk profileerde op het investment terrein, beweegt zich nu in de richting van een reguliere bank. Dus ik vermoed dat, als dit allemaal achter de rug is, de wereld echt gaat veranderen. Dat die avonturen, waar zo ongelooflijk veel geld in is omgegaan en die deze storm hebben veroorzaakt, afgelopen zijn. Vanaf 2006 bent u voorzitter van de Sociaal-Economische Raad (SER). Zou u kunnen vertellen wat de SER als hoofdtaken heeft?

De SER heeft een dubbele taak. Enerzijds is er de adviesrol, die het meest zichtbaar is en een enorme ontwikkeling heeft doorgemaakt. Anderzijds is er het toezicht op de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie, wat een belangrijke bijdrage levert in de kwaliteit van enkele sectoren. Deze rol is veel minder zichtbaar. De adviesrol van de SER is begonnen met een wettelijke verplichting van de overheid om over elke sociaaleconomische beleidsvorming advies in te winnen. Op enig moment is deze verplichting vervallen, waar heel veel betrokkenen bij de SER erg zenuw­ achting van werden. Men dacht dat er vanaf dat moment niets meer zou gebeuren. Maar het tegendeel bleek waar. Dat komt met name door het feit dat de SER een bijzondere Nederlandse traditie representeert: de bereidheid van werkgevers en werknemers om het landsbelang scherp in de gaten te houden en het eens te worden over wat het land verlangt. Als dat lukt is dat een heel krachtig signaal naar de politiek. Daarom is het niet onverstandig om goed te luisteren naar wat hier wordt bepleit. En in heel veel gevallen worden de adviezen dan ook overgenomen. Dus in die zin is de SER een invloedrijk adviesorgaan. De andere rol van de SER is dus het toezicht houden op de product- en bedrijfsschappen (PBO’s). Is het in deze tijd, waarin wordt getwijfeld


“De SER representeert een bijzondere aan het kapitalisme, belangrijk om de eensgezindheid binnen de PBO’s te stimuleren?

Ik leg niet zozeer de relatie met die product- en bedrijfsschappen. Maar ik denk wel dat het onmiskenbaar zo is dat door deze crisis ook de kwets­ baarheden van de internationale economie onthuld zijn. Daardoor komt er meer waardering voor wat ik dan maar de ingrediënten van het Rijnlandse model noem: de gedachte dat een onderneming een maat­ schappelijke entiteit is, die zich moet verantwoorden in de richting van de maatschappij. En dat deze ondernemingen zo gepositioneerd moeten worden dat zij recht kunnen doen aan de opvattingen van de aandeelhouders, de werknemers, de klanten, de toeleveranciers en in zekere zin ook aan de omgeving. Dat model spreekt veel mensen binnen de internationale markten opnieuw aan. Denkt u dat de aanstelling van president Barack Obama een positieve invloed zal hebben op de economie?

Ja, dat is zonneklaar. En ik moet zeggen dat de opluchting over de bestuurlijke vernieuwing in de Verenigde Staten wereldwijd enorm tastbaar is. Naar mijn idee is dat ook een heel logische reactie. De Verenigde Staten hebben toch aan de oorsprong gestaan van een aantal problemen die wij op dit moment kennen. Het is een land met een enorme veerkracht en vernieuwingscapaciteit. Maar die moet wel op een goed spoor worden gezet door leiderschap. Er is heel veel hoop

Nederlandse traditie: de bereidheid van werkgevers en werknemers om het landsbelang scherp in de gaten te houden” dat dit nu gaat gebeuren. Bij velen heerst ook een grote emotie nu zij zien dat de Verenigde Staten zijn vernieuwings­capaciteit demonstreert door deze president de kans te bieden. Ik vind het zelf ook een inspirerende en heel bijzondere man. Maar we moeten wel uitkijken dat we niet te veel gaan verwachten.

proces. Hoe dit gaat aflopen zullen we wel zien. Hoe ziet u uw eigen toekomst?

Ik heb al eerder voorbeelden gegeven van de onvoorspelbaarheid van het leven. Ik heb eerlijk gezegd nog geen enkel plan. Maar ik denk dat de beste opstelling is om de toekomst als een onvoorspelbaar avontuur aan te gaan. Voorlopig zit ik hier nog op één van de mooiste plekken van Nederland. Tot slot, stel dat D66 weer gaat regeren en Alexander Pechtold u vraagt om minister te worden. Zou u dat overwegen?

Laat dat dan één van die onvoorspel­ baarheden zijn...

Over Alexander Rinnooy Bent u als D66-coryfee tevreden over de manier waarop Alexander Pechtold de visie van de partij in deze financiële crisis vertolkt?

Jazeker. Ik ben al heel lang lid van D66, weliswaar niet vreselijk actief. Maar ik ben verrast door de manier waarop, zonder enige twijfel door de stijl en invloed van Alexander Pechtold, de partij omhoog is gekrabbeld uit wat op enig moment een fataal diep dal leek te worden. Ik herken heel veel van wat ik zelf aantrekkelijk vind in Pechtolds stijl en positiekeuze. D66 heeft de bereid­ heid om zonder veel vooringenomen­ heid te kijken naar de problemen van de dag, altijd open te staan voor nieuwe argumenten, feiten en inzichten, en die ook te verwerken in het politieke

Alexander Rinnooy Kan werd geboren op 5 oktober 1949 en groeide op in Den Haag. Hij studeerde in 1972 af in de wiskunde en was vervolgens enkele jaren werkzaam in de wetenschap. In 1986 werd Rinnooy Kan benoemd tot rector magnificus van de Erasmus Universiteit. In de jaren erna was hij voorzitter van VNO-NCW, bestuurslid bij ING en hij volgde in april 2006 Herman Wijffels op als voorzitter van de Sociaal-Economische Raad. Daar­bij bekleedt hij vele neven­ functies, onder meer als voorzitter van de Raad van Commissarissen van het Concertgebouw en vanaf maart 2009 zal hij voorzitter zijn van het Prins Bernhard Cultuurfonds.

Fiat Justitia februari 2009

35


Spec i al D L A Piper

Merel van der Kamp Junior-Associate bij DLA Piper

Na een stage bij een groot advocatenkantoor wist ik dat ik graag de advocatuur in wilde. Van een vriendin hoorde ik enthousiaste verhalen over DLA Piper en na een bezoek aan het kantoor tijdens een evenement was ik overtuigd. Inmiddels werk ik bij DLA Piper als Junior Associate. Tekst: Merel van der Kamp

I

k merkte tijdens een studentstage dat de advocatuur mij goed bevalt. Om een beter beeld te krijgen van advocatenkantoren ben ik naar diverse STEP IN-housedagen geweest, wat een echte aanrader is. Op deze manier kun je kennismaken met verschillende kantoren en er de sfeer proeven. Van een vriendin, die bij DLA Piper werkt, hoorde ik positieve verhalen over dit kantoor. Ze nam me mee naar een evenement waarbij de medewerkers van DLA Piper vrienden konden meenemen die interesse hebben in de advocatuur. Na afloop van dit evenement wist ik het, hier wil ik werken! Na mijn studie heb ik eerst nog een cursus in Engeland gevolgd, waarna ik bij DLA Piper heb gesolliciteerd. Ik werd uitgenodigd voor een eerste gesprek met een partner uit de partnercommissie. Aansluitend op het gesprek moest ik een aantal tests maken, waarna ik werd uitgenodigd voor een vervolggesprek met twee partners van de sectie Arbeidsrecht. Binnen twee dagen kreeg ik een aanbod! Ik was overdonderd en vond het natuurlijk erg leuk. Nu werk ik sinds september 2008 als Junior Associate bij de praktijkgroep Employment, Pensions & Benefits (Arbeidsrecht). Ik houd me bezig met het maken van overeenkomsten en notities en het uitzoeken van diverse zaken voor collega’s. Daarnaast werk ik ook in teams mee aan onder meer een reorganisatiezaak. De diversiteit in de functie spreekt me erg aan. Ik werk aan zowel nationale als internationale zaken voor verschillende cliënten. Geen zaak is hetzelfde. Wat mij zo bevalt aan het werken bij DLA Piper is dat het in Nederland een middelgroot kantoor is, maar internationaal een enorme dekking heeft. Er werken veel jonge mensen en er hangt een informele en open sfeer. Je kunt bij iedereen binnenlopen. Sinds maart volg ik de driejarige beroepsleiding aan de Law Firm School. De Law Firm School is opgericht door veertien advocatenkantoren uit Amsterdam, waaronder DLA Piper, en is gelieerd aan de beroepsopleiding. Naast

36

Fiat Justitia februari 2009

mijn werkzaamheden heb ik om de twee weken twee dagen college en krijg ik wekelijks opdrachten. Hoe ik mijn toekomst zie? Dat ligt nog ver weg. Ik ben nog maar net begonnen bij DLA Piper en bekijk alles stap voor stap. De komende drie jaar ben ik bezig met de beroepsopleiding. Wat ik daarna zou willen, weet ik nog niet. In ieder geval zit ik bij DLA Piper op mijn plek en wil ik daar zoveel mogelijk leren en ervaring opdoen.

Merel van der Kamp


mini- inte rv i ew

Ernst Cramer Fiat Justitia liet Tweede Kamerlid van de ChristenUnie Ernst Cramer enkele vragen beantwoorden over de oorzaak van de huidige financiële malaise en de rol van de overheid hierin. Volgens Cramer zijn de oorzaken met name te vinden in hebberigheid en egoïsme: “Verzamel voor jezelf geen schatten op aarde, maar verzamel schatten in de hemel.” Tekst: Ernst Cramer

Wie is volgens u de hoofdschuldige van de financiële crisis?

Het is moeilijk om één hoofdschuldige aan te wijzen. Onze vaste overtuiging is dat we met meer zorg voor onze omgeving te werk moeten gaan, en dat het ‘alleen voor je zelf gaan’ niets te maken heeft met Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. “Verzamel voor jezelf geen schatten op aarde maar verzamel schatten in de hemel, daar vreten mot noch roest ze weg, daar breken geen dieven in om ze te stelen. Waar je schat is, daar zal ook je hart zijn.” Dat is een ijkpunt voor de ChristenUnie. We zien het kapitalis­ tische systeem daarom als één van de hoofdschuldigen. Alles wat wij doen is doordrenkt van het reilen en zeilen van het bank- en verzekerings­wezen. Het systeem is gebaseerd op vertrouwen en afhankelijkheid en dat is als een zeepbel uit elkaar gespat. Wat is de rol van de overheid in de oplossing van de financiële crisis?

De overheid kan niet goed optreden als toezichthouder omdat de financiële wereld aan het wankelen is gebracht. We vinden het daarom van groot belang dat de overheid optreedt en verhindert dat banken en verzekeraars omvallen. Buitengewone tijden kunnen tot buiten­gewone daden leiden. Wij zijn bereid om naar gemaakte (financiële) coalitieafspraken te kijken als dat in het belang van ons land is. Voorwaarde is uiteraard wel dat er goed gekeken wordt naar gerichte uitgaven. De overheid heeft zich eerder afzijdig willen houden, maar dit is onmogelijk gebleken. Wij zien de overheid als toezichthouder, maar centrale vraag is wel: hoeveel risico mag de overheid

Ernst Cramer

lopen? Het risico mag niet bij de belastingbetaler komen te liggen, dus we moeten grenzen in acht nemen. Wat vindt u van de handelswijze van de overheid rondom Fortis-ABN Amro?

Wij vonden het, voor zover we het nu kunnen inschatten, begrijpelijk dat er besloten is in te grijpen in de ontstane situatie bij Fortis. Het terugbrengen van rust en vertrouwen in het bancaire systeem heeft nu topprioriteit. Nederlanders moeten erop kunnen vertrouwen dat hun spaargeld veilig is. De overheid heeft daar een rol in en het is dan ook goed dat er daadkracht is

getoond. Voor ons was het ook belang­rijk dat de medewerkers van Fortis en ABN Amro snel duidelijkheid zouden krijgen over de situatie. Daarnaast hebben we er sterk op aan­gedrongen dat er een einde gemaakt zou worden aan de excessieve beloningen van topmanagers. In die zin biedt deze crisis ook nieuwe kansen.

Fiat Justitia februari 2009

37


i n te rvi ew

Jan Maarten Slagter

In het belang van de aandeelhouders “Een charmante kluns, die vaak voor slapstickachtige situaties zorgt.” Zo omschreef oud-bestuursgenoot bij studentenvereniging Quintus, Ronald Mans, Jan Maarten Slagter anderhalf jaar geleden in NRC Handelsblad. Het was een groot artikel, geschreven naar aanleiding van Slagters aanstelling als directeur van de Vereniging van Effectenbezitters (VEB). Als opvolger van Peter Paul de Vries zou het voor Jan Maarten Slagter allerminst een easy job worden. De Vries was het boegbeeld van de vereniging en zijn opvolger moest zich meer dan anders bewijzen. Of Slagter daar moeite mee had? “Peter Paul heeft het podium gecreëerd waar ik op mag staan. Dat is iets waar ik veel respect voor heb en dankbaar voor ben.” Inmiddels heeft de voormalig journalist zijn plek gevonden binnen de VEB en is het aan hem de taak om – met name in deze financiële crisis – de kar te trekken bij de bescherming van de aandeelhoudersbelangen. Tekst: Patrick Slob en Maarten van Dijk

U bent in 1987 rechten gaan studeren in Leiden. Vanwaar deze studie?

Ik wilde eigenlijk altijd journalist worden en heb daarom ook nagedacht over de School voor de Journalistiek. Dat is echter geen academische opleiding en bovendien leek het me leuk om een echte studententijd te hebben in een echte studentenstad. Daarom ben ik uiteindelijk in Leiden

gaan studeren. Ik ging er vanuit dat ik met rechten uiteindelijk ook journalist zou kunnen worden. Dat is mede gestuurd door een redacteur van NRC Handelsblad. Ik leerde hem kennen tijdens een ministage, die ik mocht lopen na het winnen van een

“Als overheden de markt zoveel mogelijk buitenspel willen zetten, of de banken lang bij de staat willen houden, zou dat een heel slechte reactie zijn” opstelwedstrijd op de middelbare school. Op dat moment zat ik meer aan geschiedenis of politicologie te denken als eventuele vervolgstudies. Maar die redacteur zei: “Als je daarmee geen journalist wordt, dan sta je voor de klas. Dus ga rechten studeren, dat is prima voor journalistiek en daarmee kun je altijd nog advocaat worden.”

38

Fiat Justitia februari 2009

Heeft u naast uw studie nog nevenactiviteiten gedaan?

Ik ben lid geworden van de studenten­ vereniging Quintus, omdat ik tijdens mijn introductieweekend vond dat daar de leukste mensen rondliepen. De vereniging bestond toen acht jaar. Een paar weken terug hadden we toevallig het zesde lustrum. In mijn vijfde studiejaar ben ik voorzitter geworden van Quintus. Dat is voor mij als persoon ongelooflijk verrijkend geweest. Ik heb geleerd samen te werken met een groep mensen en om te gaan met een gevoel van verant­ woordelijkheid. Daarnaast ben ik hoofdredacteur geweest van het faculteitsblad Trias, dat inmiddels niet meer bestaat. Dat beschouw ik nog steeds als één van de belangrijkste dingen die ik heb gedaan. In die tijd schreven we alles met de hand, en de secretaresse van de faculteit typte het uit op stroken papier. Deze plakten we vervolgens op vellen op de plakbak. Zo ging het naar de drukker. Na uw studie heeft u toch de keuze gemaakt om de advocatuur in te gaan.

Dat klopt. Na mijn bestuursjaar bij Quintus moest ik nog ruim veertig studiepunten halen. Ik ben toen hard gaan werken en bleek de studie eigenlijk heel leuk te vinden. Tot die tijd realiseerde ik mij dat helemaal niet,


omdat het een studie was die ik er toch maar ‘bij deed’. Mijn doel was de journalistiek. Maar in de laatste fase van de studie werd het leuker. Toen was het gewone leren achter de rug en kon ik alles in een kader plaatsen. We kregen meer praktische opdrachten, zoals het schrijven van stukken. De theorie begon dus veel meer te leven. Na mijn studie wist ik niet direct hoe ik de journalistiek in kon komen. Ik had wat contact met NRC en was hoofdredac­teur geweest, maar ik was er niet heel zeker van dat ik daarmee zou worden aangenomen. Bovendien begon ik rechten echt leuk te vinden en was het zonde om zes jaar studie over de schouder te gooien en er nooit meer naar om te kijken. Daarbij denk ik dat het nuttig is om het vak dat je hebt geleerd in de praktijk te ondergaan. Het is een goede manier om de maatschappij te leren kennen.

schijn. Het was een buiten­gewoon interessante tijd.

vergade­ringen richten wij ons op het belang van de aandeelhouders.

Maar dat vijfjarenplan werd iets eerder onderbroken?

Waar liggen volgens u de oorzaken van deze financiële crisis?

Er is inderdaad iets tussengekomen. Bijna twee jaar geleden kondigde mijn voorganger Peter Paul de Vries aan dat hij bij de VEB zou opstappen in oktober van dat jaar. Ik was toen toevallig in Nederland en zag dat op televisie. ’s Avonds stond in de krant een advertentie, waarin gezocht werd naar een opvolger. Normaal staat er al iemand klaar, maar dat was nu niet het

Om te beginnen is het goed om op te merken dat financiële crises komen en gaan. Het is een soort golfbeweging, waarbij de euforie soms zover door­ schiet, dat er weer een moment van correctie komt: de conjunctuur. In dit geval is de situatie verergerd door een combinatie van factoren. Primair is er het optreden van de Amerikaanse Centrale Bank na 2000. Begin dat jaar

Uiteindelijk heeft u uw jongensdroom toch weten te verwezenlijken en bent u in 1998 bij Het Financieele Dagblad terechtgekomen.

geval. De VEB leek mij een heel leuke organisatie om voor te werken, maar ik had gedacht dat Peter Paul daar tot zijn pensioen directeur zou zijn. Die man is zo vergroeid met die functie. Maar de wonderen zijn de wereld nog niet uit. Kijkend naar de advertentie merkte ik dat vrijwel alle aspecten die in een nieuwe directeur werden gezocht, bij mij paste. Daarop heb ik gesolliciteerd en ben ik gaan praten met een head­ hunter, met Peter Paul en later met onze raad van toezicht. Dat bleek over en weer te klikken.

Ja, ik ben begonnen op de beurzen- en marktenafdeling, in de hardcore financiële marktenhoek. Daarbinnen kwam ik terecht in het renteblok. Van rente wist ik helemaal niets: dat krijg je op een spaarrekening, of je moet het betalen op een lening. Toen bleek dat er elke dag drie mensen fulltime op rente zaten! Gelukkig waren de mensen naast mij heel goede economen, die mij heel goed hebben ingewerkt. Binnen de kortste keren zag ik hoe interessant het was: heel de wereld weerspiegelt zich in de rente. Het is een indicator voor inflatie en inflatieverwachtingen. Van 2000 tot 2004 ben ik bankredacteur geweest en heb ik specifiek geschreven over Nederlandse banken in een inter­nationale context. En toen mocht ik in 2004 voor vijf jaar als correspon­ dent naar Londen: de mooiste post binnen Het Financieele Dagblad. Met mijn gezin ging ik wonen in Fulham, een wijk in Londen. Bijna elke dag ging ik met de metro the city in om daar met bankiers te praten. In die periode kwam ook de ABN Amro-kwestie tevoor­

“Daarop heeft de Amerikaanse Centrale Bank gereageerd door de rente heel snel heel laag te maken en ook vrij lang laag te houden. Eigenlijk té lang”

Daarop bent u vanaf oktober 2007 in dienst getreden als directeur van de Vereniging van Effectenbezitters. Kunt u vertellen wat de VEB doet?

De VEB behartigt al 85 jaar de belangen van particuliere beleggers. Wij laten onze stem horen op aandeelhouders­ vergaderingen en voeren actie bij misstanden in beursgenoteerde ondernemingen. Inmiddels heeft de VEB meer dan 40.000 leden, waaronder zowel particuliere beleggers als institutionele beleggers. In belangrijke mate vindt belangenbehartiging plaats door onze medewerkers en een team van vergaderbezoekers. In deze

kregen we te maken met de internetbubbel: vanaf het moment dat Worldonline naar de beurs ging, schoot de Nasdaq omlaag. Een jaar later kwam daar 9/11 overheen, wat echt een schok teweegbracht binnen het financiële systeem. Daarop heeft de Amerikaanse Centrale Bank gereageerd door de rente heel snel heel laag te maken en ook vrij lang laag te houden. Eigenlijk té lang. Dit zorgde voor heel veel easy money in de wereld. Bankiers konden vanwege de smalle marges niet meer op een normale manier geld verdienen. Zij zochten naar rendement en plukten vervolgens de bloemen dichterbij de rand van de afgrond. Wat is precies de rol van de bankiers geweest?

Investment banks hebben altijd een wat ongelukkige rol gehad. Ze adviseren partijen en verkopen aandelen voor en aan klanten. Dat zijn functies die mogelijk een strijdigheid met zich meebrengen. Bovendien worden mensen die daar werkzaam zijn geprikkeld met een bonussysteem, dat heel erg gebaseerd is op rendement en minder op het beperken van risico. Er wordt gespeeld met het geld van de Fiat Justitia februari 2009

39


i n te rvi ew aandeelhouders. Als het goed gaat, worden er miljoenen aan bonussen verdiend. En als het slecht gaat, krijgt men gewoon salaris uitgekeerd, zonder dat er iets terugbetaald hoeft te worden. In het slechtste geval verliest iemand zijn baan, maar dan kun je zo ergens anders aan de slag.

Wiens brood men eet, diens woord men spreekt?

Is zo de crisis op de hypothekenmarkt ontstaan?

Oud-bestuursvoorzitter van Fortis, Jean-Paul Votron, liet vorig jaar april optekenen dat Fortis bestand zou zijn tegen een crisis. Nog geen twee maanden later vond een versnelde nationalisatie plaats.

Een langdurig lage rente en verkeerde prikkels in de financiële wereld hebben gezorgd voor wat begonnen is als de subprime crisis: geld werd uitgeleend aan mensen van wie duidelijk was dat zij dit nooit terug konden betalen. Door de lage rente is de Amerikaanse huizenmarkt een zeepbel geworden. Zolang de prijzen blijven stijgen gaat dat allemaal goed. Maar het is in feite een piramidespel. Op het moment dat de prijs maar met vijf in plaats van dertig procent stijgt, valt alles in elkaar. Dit alles had beperkt kunnen blijven tot de Amerikaanse mortgage banks. Maar de financiële innovatie, die door investment banks gestimuleerd werd, verspreidde het probleem door heel het financiële systeem. Niemand vertrouwde elkaar meer en door zo’n vertrouwens­ crisis gaat er in korte tijd heel veel fout. Hebben de rating agencies, bedrijven die de kredietwaardigheid van instellingen beoordelen en daar ratings over afgeven, daar volgens u ook een rol in gespeeld?

Zonder meer. Die heb ik net niet genoemd, maar die hebben een heel dubieuze rol gespeeld. Rating agencies hebben een licentie nodig van de Amerikaanse overheid om hun werk te mogen verrichten. Het is een soort overheidsgesanctioneerde oligopolie. Moody’s en Standard & Poor’s hebben de belangrijkste licenties en hebben eigenlijk geen echte concurrentie. Zij worden betaald door de instellingen, waarover zij een rating moeten afgeven: dus niet door de beleggers, maar door de uitgevers van het krediet. En uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat instellingen die meer betalen een hogere rating krijgen dan instellingen die minder betalen. 40

Fiat Justitia februari 2009

Precies. En naast die ratings geven die agencies ook nog consultancy. Daarin adviseren zij instellingen over hoe producten verpakt moeten worden om een zo hoog mogelijke rating te krijgen. Volledig fout natuurlijk.

Hij heeft dat inderdaad gezegd in een interview met ons blad Effect. Dat was in een periode dat de wereld al behoorlijk rommelde. Ik zal een stukje citeren: “Fortis heeft een bedrijfsmodel als gevolg waarvan we heel dicht bij de klant staan. We gaan het wel merken als de recessie een wereldwijde impact krijgt, als mensen minder gaan besteden. In ons geval zal dat effect zeer beperkt zijn, we merken nu weinig tot niets. Straks kan een slechtere economische situatie wellicht een beperkte invloed hebben. We hebben nu tien miljoen klanten, dat geeft ons meer flexibiliteit dan als we vijf miljoen klanten hadden.” Vervolgens is de vraag wat Fortis nu merkt van deze crisis, waarop Votron antwoordt: “Van onze winst komt 75 procent uit de Benelux. Fortis merkt vooralsnog helemaal niets van een slecht klimaat. […] De balans is in orde, absoluut.” Is er volgens u sprake geweest van wanbeleid?

Er zijn twee mogelijkheden: of hij wist op dat moment dingen die hij toen niet heeft verteld, en dat is niet zozeer wanbeleid, dat is misleiding, of hij wist het echt niet en is later verrast door de gehele situatie. Dan is het interne controlesysteem niet helemaal op orde geweest en of dat wanbeleid is, weet ik niet. De ondernemingskamer heeft in elk geval gezegd dat er voldoende reden is om te twijfelen aan een juist beleid. Momenteel wordt onderzocht of dit ook te kwalificeren is als wanbeleid. Ik sluit heel nadrukkelijk

niet uit dat op grond van die uitslag een wanbeleidprocedure zal worden gestart. Heeft de VEB zich ten tijde van de overnameperikelen rond ABN Amro niet geschaard achter het consortium Royal Bank of Scotland, Banco Santander en Fortis? Deze stap is Fortis bijna fataal geworden.

Dat is een misverstand dat ik elke keer uit de weg moet ruimen. Wij hebben alleen gezegd dat de VEB meent dat alle geïnteresseerde kopers onder gelijke voorwaarden een bod moeten kunnen uitbrengen. De reden dat wij dat naar buiten hebben gebracht, is omdat ABN Amro heel snel LaSalle aan Bank of America heeft verkocht, terwijl bekend was dat één van de leden van het consortium daar vooral in geïnteresseerd was. Daardoor leek het consortium buitenspel te zijn gezet. Uiteindelijk is Fortis genationaliseerd. Hoe is dat in zijn werk gegaan?

De aanloop is dat Fortis geen geld meer kon lenen op de interbancaire geld­ markt, terwijl een bank dit nodig heeft om elke dag weer aan zijn verplich­ tingen te kunnen voldoen. Een bank

“De Nederlandse staat heeft ook onvoldoende wholeheartedly, dus uit volle borst, die transactie willen uitvoeren” balanceert eigenlijk altijd op het randje van faillissement. De verplichtingen zijn vele malen groter dan het eigen vermogen, maar die onzekerheid is nooit een probleem door het vertrouwen dat een bank geniet. Bij Fortis was dat vertrouwen op een gegeven moment weg. Dat had te maken met slechte communicatie,


twijfels over de financiering van ABN Amro, twijfels over de integratie, allemaal tegenvallers. Fortis is vervolgens in twee slagen genationali­ seerd. In het laatste weekend van september vorig jaar kwam echt een

anders moest gebeuren. De Neder­ landse staat wilde geen enkel risico lopen en heeft vervolgens besloten de Nederlandse bank­activiteiten van Fortis in zijn geheel te kopen. Ook de Nederlandse verzekeraar van Fortis

werknemers, maar de aandeelhouders hebben nauwelijks een rol gespeeld. Overigens wekt Fortis de indruk dat zij hier heel weinig over kon zeggen, maar zij maken natuurlijk wel de uiteindelijke beslissing.

werd mee­genomen, hoewel daar eigenlijk niets mis mee was. De Belgische staat bleef achter met de rest van Fortis. Omdat ook dat deel gevaar liep, was de Belgische overheid net als Nederland voornemens te nationali­ seren. Maar omdat dit voor hen niet te betalen was, is uiteindelijk besloten dit deel van Fortis door te stoten naar de Franse bank BNP Paribas.

Het Brusselse Hof heeft begin oktober besloten dat de aandeelhouders zich alsnog mogen uitspreken over een aantal cruciale beslissingen van de raad van bestuur. Gaat de VEB in Nederland iets soortgelijks doen?

Oud-bestuursvoorzitter van Fortis Jean-Paul Votron

vertrouwensstem van de kant van de overheden: de Nederlandse, Belgische en Luxemburgse overheden kochten elk bijna de helft van het Fortis-bank­ onderdeel in hun land. Deze zet bleek in de week erna onvoldoende toe­ reikend. De Nederlandse staat heeft ook onvoldoende wholeheartedly, dus uit volle borst, die transactie willen uitvoeren. Ze hebben dat geld bijvoor­ beeld niet meteen overgemaakt naar Fortis. Waarom was die nationalisatie van 49 procent niet toereikend?

Dat heeft vooral te maken met de tegoeden die werden ingetrokken: de deposito’s van spaarders en grote partijen, die daar hun geld hadden geparkeerd, werden teruggehaald. Een zogenaamde bank run. Vanaf dat moment was het duidelijk dat er iets

Hebben de aandeelhouders voldoende zeggenschap gehad bij de nationalisatie van Fortis?

Wij vinden dat artikel 107a, boek 2 BW hierop van toepassing is, namelijk dat goedkeuring van de aandeelhouders vereist is. Die goedkeuring kan ook achteraf verkregen worden, mits de transactie in het beste belang van de aandeelhouders wordt vormgegeven. Er is vooral gekeken naar spaarders en

Volgende week (27 januari 2009, red.) is er een zitting bij de ondernemers­kamer op verzoek van Euroshare­holders, de Europese aandeelhoudersorganisatie waar Peter Paul de Vries nu voorzitter van is. Of je er heel veel mee opschiet, vragen wij ons af. Maar als die trans­ acties worden heronderhandeld, kan de Nederlandse of Belgische verzekeraar weer terugkomen in Fortis Holding. Deze vormen samen met de inter­ nationale verzekeringsactiviteiten een behoorlijk levensvatbaar bedrijf. Als de Nederlandse staat zich realiseert dat zij de banken weliswaar moesten redden, maar dat de verzekeraar een bijvangst Fiat Justitia februari 2009

41


i n te rvi ew raakt nu de reële economie en de voorspelling voor de Nederlandse economie wordt steeds neerwaarts bijgesteld. Dat betekent overigens niet dat we binnenkort allemaal met een daklozenkrant op straat staan. We komen van een heel hoog welvaarts­ niveau. Met een aantal jaren economische krimp komen we uit op het niveau van 2003, 2004. Ik kan me die tijd nog wel herinneren, toen leefden we ook heel aardig. We kunnen het lijden?

“De voorspelling voor de Nederlandse economie wordt steeds neerwaarts bijgesteld. Dat betekent overigens niet dat we binnenkort allemaal met een daklozenkrant op straat staan” is, heb je het oude verzekerings­bedrijf van Fortis weer bij elkaar. Wat zou dat betekenen voor de aandeelhouders?

Wat er op dit moment in de holding zit, zijn de internationale verzekerings­ activiteiten en een groot deel van die doos giftige kredieten. Dus hoe meer onderdelen terugkomen in de holding, hoe meer muziek er weer inkomt. De 42

Fiat Justitia februari 2009

aandeelhouders kunnen op twee manieren waarde toevoegen aan hun aandeel. Enerzijds door er weer zoveel mogelijk zinnige activa in te krijgen, zoals de Nederlandse en Belgische verzekeraar. Anderzijds door compensatiebetalingen van de overheid of andere partijen die fouten hebben gemaakt. Het zijn allebei trajecten waar we naar kijken, maar we concentreren ons nu vooral op het eerste. En houdt de VEB zich op dit moment ook bezig met ING?

ING is natuurlijk een andere situatie. Wel stellen wij vraagtekens bij de corporate governance kwaliteiten van de commissarissen die door de overheid benoemd zijn. Wij vinden in ieder geval dat hun extra rechten, zoals vetorecht, ter stemming moeten worden gebracht op de volgende aandeelhoudersvergadering. En dat zelfde geldt voor Aegon en SNS Reaal. Hoe verwacht u dat de financiële crisis zich gaat ontwikkelen de komende tijd?

Het blijft nog wel een tijdje spannend in de wereld, de financiële crisis is nog niet helemaal uitgewoed. De crisis

Ja, maar het hangt er vanaf hoe er gereageerd wordt op bepaalde dingen. Als overheden de markt zoveel mogelijk buitenspel willen zetten, of de banken lang bij de staat willen houden, zou dat een heel slechte reactie zijn. Een soort antikapitalis­ tische reflex. Dan krijgt de economie ook niet de kans om zich te herstellen. Vrije wereldhandel is daarin een heel belangrijk element.

Over Jan Maarten Slagter Slagter is geboren in Leiden op 9 augustus 1969. Tijdens zijn studie rechten is hij een jaar lang voorzitter geweest van de studentenvereniging Quintus. Na het behalen van zijn meestertitel, ging hij werken bij Loeff Claeys Verbeke. Hij hield zich daar voornamelijk bezig met fusies en overnames. Na vier jaar werkzaam te zijn geweest in de advocatuur, maakte Slagter in 1998 zijn gedroom­ de overstap naar de journalistiek. Bij Het Financieele Dagblad heeft hij achtereenvolgens gewerkt op de beurzen- en marktenafdeling, als bankdirecteur en als correspondent in Londen. In oktober 2007 volgde hij Peter Paul de Vries op als directeur van de Vereniging van Effecten­ bezitters.



Spec i al B A S E advocate n

Leiderschap Een goed jurist is niet per definitie een goed advocaat, maar een goed advocaat is wel een goed jurist. Daarnaast beschikt een goed advocaat over leiderschapscompetenties; een advocaat is creatief, nieuwsgierig, vasthoudend, sociaalvaardig, authentiek, heeft lef, kan confronterend zijn, maar kan ook mensen, uitersten en tegenstellingen verbinden. Waarom zijn deze leiderschapscompetenties zo belangrijk voor een advocaat? Voordat ik hieronder verder inga op dit centrale thema van de Meesterweek 2009 lijkt een korte introductie op zijn plaats. Door Ruben van Eijck, BASE Advocaten

I

k ben in 1989 rechten gaan studeren aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Het was geen bewuste keuze. Ik begon eigenlijk aan deze studie omdat mijn vader destijds advocaat was en mijn beide broers ook rechten studeerden. Ik heb mijn studententijd ervaren als een prachttijd. Ik was zowel actief binnen een studenten- als een studievereniging. Ik heb het zelfs geschopt tot voorzitter van de Juridische Faculteitsvereniging. Tijdens mijn studie kreeg ik steeds meer belangstelling voor de advocatuur. Die belangstelling werd nog verder aangewakkerd door de studentstage die ik aan het aan het einde van mijn studie heb gelopen. Droge rechtsfiguren en formele rechtsregels uit het wetboek kwamen toen voor mij eigenlijk pas echt tot leven. In 1997 ben ik als advocaat-stagiair begonnen bij het kantoor Bots Van Ravenhorst Advocaten in Utrecht. Hier deed ik mijn eerste ervaring op als advocaat binnen de algemene procespraktijk. Ik behandelde zaken binnen verschillende rechtsgebieden, zoals het strafrecht, het familierecht, het arbeidsrecht en het

algemeen vermogensrecht. Al snel kwam ik er achter dat mijn hart bij de klassieke procespraktijk lag, maar ik realiseerde me ook dat ik me wilde specialiseren. Na twee jaar stage bij Bots Van Ravenhorst Advocaten koos ik dan ook in 2000 bewust voor een baan als advocaat-stagiair binnen de procespraktijk Corporate and Commercial Litigation van NautaDutilh. Op 1 januari 2006 heb ik samen met mijn partners Hester Bos, Virgil Appelman en Rob Sies, die ook allen afkomstig zijn van het grote advocatenkantoor, BASE Advocaten opgericht. Dit betekende niet alleen de verwezenlijking van een jongensdroom, maar ook het verruilen van de veilige omgeving van het grote kantoor voor een onzeker avontuur: een van de betere keuzes in mijn leven. BASE is voor mij het bewijs dat ook in de advocatuur een gezonde work-lifebalance én hoge kwaliteit van zaken en cliënten hand in hand kunnen gaan. BASE is een Litigation Firm, een kantoor dat haar nationale en internationale cliënten bijstaat in geschillen op het gebied van corporate & commercial litigation, arbeidsrecht en huurrecht/vastgoed. Daarbij wordt,

BASE B O S • A P P E L M A N • S I E S • VA N E I J C K

A D V O C AT E N 44

Fiat Justitia februari 2009


indien nodig, de weg naar de rechter niet geschuwd. De toga is voor ons dan ook niet slechts een symbool en pleiten niet slechts een theoretische vaardigheid. Wij staan geregeld in de rechtszaal en dat geldt nadrukkelijk ook voor onze advocaat-stagiaires en medewerkers. Toen BASE al in 2007 werd gekozen tot één van de allerbeste dienstverleners in de Nederlandse advocatuur, was ik daar natuurlijk trots op. Leuke, mooie en interessante zaken bepalen in hoge mate het plezier dat je als advocaat aan je werk beleeft. In mijn praktijk sta ik veelal ondernemingen en bestuurders bij in ondernemingsrechtelijke of commerciële handelsgeschillen. Dat kan bijvoorbeeld gaan om een geschil over bestuurdersaansprakelijkheid, over afgebroken onderhandelingen of over de beëindiging van een duurovereenkomst, maar ook om het incasseren van een vordering. Van groot belang voor de uitoefening van die praktijk is een degelijke kennis van zowel het materiële algemeen civiele recht als het burgerlijk procesrecht (waaronder dus ook nadrukkelijk beslag- en executierecht) en internationaal privaatrecht. Een goed jurist zijn is voor mijn tak van sport binnen de advocatuur onontbeerlijk. Een advocaat moet daarnaast creatief zijn en kunnen denken in remedies. De wet is de gereedschapskist van de advocaat en een cliënt verwacht nu eenmaal dat een advocaat bij de behartiging van zijn belang het juiste gereedschap gebruikt. Voor het kunnen denken in remedies en het kiezen van het juiste gereedschap is het kennen van alle relevante feiten en het doorgronden van de kern van het geschil een must. Cliënten realiseren zich vaak niet welke feiten belangrijk zijn voor hun zaak. Een goed advocaat moet dus niet alleen goed naar zijn cliënt luisteren, maar ook nieuwsgierig en soms confronterend zijn. Het stellen van kritische vragen moet daarbij niet worden geschuwd. Van de advocaat wordt dan ook een zekere sociale behendigheid en vasthoudendheid gevraagd.

Een cliënt kan de kwaliteit van de juridische producten vaak niet goed beoordelen. Het zijn soms kleine, maar voor cliënten meetbare dingen, die medebepalend zijn voor je professionaliteit als advocaat en voor de houdbaarheid van je relatie met de cliënt. Bereikbaar zijn, op tijd terugbellen of snel reageren op vragen zijn belangrijke dingen. Het tonen van leiderschap is voor een cliënt een van de allerbelangrijkste meetbare eigenschappen van een advocaat. Een advocaat moet problemen kunnen benoemen, de cliënt verschillende remedies en juridische instrumenten voorhouden en de cliënt adviseren bij het zoeken naar oplossingen. Een advocaat moet niet lijdzaam toezien wanneer een cliënt worstelt met het maken van keuzes. Het is weliswaar aan de cliënt om keuzes te maken, maar het is de taak van de advocaat om de cliënt te leiden en om in overleg met de cliënt de koers te bepalen. Het uitzetten en uitvoeren van de strategie van een zaak maakt het vak van advocaat ontzettend leuk en spannend. Van een goed advocaat wordt veel verwacht en dat schrikt juristen wellicht af om te kiezen voor dit prachtige vak. Dat is niet nodig, want vele competenties zijn te leren en omdat iedere zaak weer anders is, leert iedere advocaat nog elke dag. Dat maakt de advocatuur juist zo’n mooi beroep. Tot slot nog enkele tips voor juristen die wellicht geïnteresseerd zijn in de advocatuur: • neem de tijd voor een studentstage in de advocatuur (minstens twee maanden); • zorg voor nevenactiviteiten in je studietijd; • een studieperiode in het buitenland is erg leuk en vaak een pré.

Het vertalen van de juiste feiten naar de juiste juridische instrumenten is een essentieel en lastig onderdeel van het vak. Een goed gevoel voor mensen, situaties en timing is onmisbaar voor het bereiken van een zo optimaal mogelijk resultaat voor de cliënt. Een advocaat moet creatief zijn, kunnen schaken en onderhandelen zien als een sport.

Fiat Justitia februari 2009

45


Op zoek naar een juridische baan of stage? Ontmoet jouw juiste werkgever op www.juristenbank.nl De Juristenbank is de ontmoetingsplaats voor juristen in Nederland.

Op 10 maart organiseert de Juristenbank in samenwerking met de JFR

Juristenbank Sollicitatie- en Presentatietraining met borrel Datum

:

dinsdag 10 maart 2009

Plaats

:

Restaurant ‘De Etage’ in het L-gebouw

Tijd

:

15:00 tot 17:00 uur

Schrijf je nu in voor deze gratis training via www.meesterweek.nl of bij de Meesterweek-stand.

De Juristenbank is de grootste online ontmoetingsplaats voor juristen in Nederland. Werkgevers en juristen presenteren zich met vacatures, bedrijfsfilms, CV’s én persoonlijke media zoals filmopnames en foto’s.


Art i kel

De economische crisis: de overheid is het probleem, niet de oplossing Als we de politici en de media mogen geloven, dan is de vrije markt de oorzaak van de huidige economische crisis, en kan alleen overheidsingrijpen ons redden. Ik zal in dit artikel betogen dat de werkelijkheid precies andersom is: de overheid is het probleem, niet de oplossing. Tekst: Toine Manders, voorzitter van de Libertarische Partij

N

och het politiek-economische systeem van Nederland, noch dat van andere EU-lidstaten, noch dat van de Verenigde Staten, noch dat van andere belangrijke handels­ partners die invloed hebben op onze economische pieken en dalen, kan worden omschreven als een vrije markt.

5. Uiteindelijk komt het niet goed, maar wordt het probleem alleen maar erger, of ontstaan er elders problemen, of allebei. Hiermee zijn we weer terug bij af!

Wat is een vrije markt? Wikipedia definieert een vrije markt als volgt: “Een vrije markt is een markt die vrij is van overheidsinterventie en regulering, naast de minimale taak van handhaving van het rechtssysteem en bescherming van eigendomsrechten, en die vrij is van dwang en bedrog.” De politiek-economische systemen van Nederland en haar grootste handels­ partners zijn ver verwijderd van een vrije markt. Hiervoor heb ik onder meer de volgende argumenten:

De grote overheid De staat bestaat uit honderdduizenden ambtenaren en politici, die zich vooral bezighouden met het in stand houden van hun financiële positie en machts­ positie door middel van de volgende vicieuze cirkel: 1. Ambtenaren en politici veroorzaken problemen door overheidsingrijpen, met name door het marktmecha­ nisme te verstoren. Voorbeelden hiervan zijn files, wachtlijsten in de zorg, werkloosheid, woningnood, wijnplassen, melkplassen, boter­ bergen, slecht en duur onderwijs,

Toine Manders

hoog ziekteverzuim, et cetera. 2. Door deze problemen te signaleren zoeken zij de aandacht van de media. 3. Daarop wordt er belastinggeld besteed aan het zoeken naar een oplossing.

Als een vrije markt zou worden ingevoerd, zou de overheid zich beperken tot het beschermen van haar burgers tegen misdadigers en invasies, en zou de overheid drastisch worden ingekrompen naar de drie taken die de vrije markteconoom Adam Smith voorstelde: leger, politie en recht­spraak. Alle andere overheids­organisaties zouden worden afgeschaft.

De hoge belastingen Bovenstaand proces heeft geleid tot een enorme groei van de belasting­ druk. De Nederlandse staat gaf volgens

“Het geloof dat een grote overheid die veel belasting heft en veel geld uitgeeft goed voor ons is, wordt met de paplepel ingegoten” 4. Vervolgens wordt altijd dezelfde oplossing geboden, namelijk dat de staat nog meer belastinggeld moet uitgeven, dat de staat nog meer regels moet maken, dat de staat nog meer bevoegdheden moet krijgen en dat er nog meer ambtenaren moeten worden ingehuurd. Kortom, de staat moet nog meer geld en macht krijgen. Dan komt alles goed.

de OESO (een samen­werkingsverband van dertig landen om sociaal en economisch beleid te bespreken; dus de overheid zelf ) 47% van het nationaal inkomen uit in 2007. In de EU was dat 46%. In de Verenigde Staten, door velen gezien als het meest kapitalistische land ter wereld, was dat 37%. De honderden miljarden die zijn weggegeven aan onder andere banken Fiat Justitia februari 2009

91


A rt i kel in het kader van de financiële crisis zijn daarin nog niet meegerekend. U wordt gedwongen de helft van de vruchten van uw arbeid – uw eigendom – af te staan onder bedreiging van geweld, zonder dat u een ander schade heeft toegebracht die u weigert te vergoeden. Ter vergelijking: eind negentiende eeuw, ten tijde van de nachtwakers­

het maar zo dat ambtenaren niets deden, dan zouden zij alleen geld kosten. Nu richten zij ongekende schade aan door bibliotheken vol met regels te schrijven. Hier lijkt nooit een einde aan te komen. Er schijnen nooit genoeg regels te zijn. Voor iedere regel die wordt afgeschaft, moeten er minstens tien bijkomen.

“Als een vrije markt zou worden ingevoerd, zouden we zo ongeveer terug kunnen naar de tien geboden, en er zelfs daar nog een paar van kunnen afschaffen” staat, was de belastingdruk zo’n 7%. De meeste belastingen die wij nu kennen, waaronder ook de inkomsten­ belasting en de BTW, bestonden toen niet. Dat was ook niet nodig, omdat er een kleine overheid was die weinig geld uitgaf. Als een vrije markt zou worden ingevoerd, zou de overheid zo weinig geld uitgeven dat de aardgasbaten waarschijnlijk al voldoende zouden opleveren om deze uitgaven te bekostigen. Er hoeft dan geen belasting meer geheven te worden. Nederland zou in dit opzicht een voorbeeld kunnen nemen aan Dubai, een land met relatief veel economische vrijheid, weinig overheidsingrijpen en zeer lage belastingen. Het nationaal inkomen van Dubai bestaat voor 6% uit olieinkomsten, waarvan het meren­deel in de staatskas vloeit. Omdat de overheid relatief weinig geld uitgeeft, is dit nagenoeg voldoende voor het finan­ cieren van de overheidsuitgaven. Dubai kent dan ook geen belastingen op inkomsten, winst, vermogen, vermogens­winst, omzet, erfenissen of giften. Het land heft ook geen BTW of verplichte premies. De economische groei in Dubai van 2000 tot en met 2006 bedroeg 18%. Zelfs in 2009 wordt een groei verwacht van 6%. Zo kan het ook.

Iedere burger wordt geacht de wet te kennen. Met andere woorden: als u de wet niet kent, is dat geen excuus. Maar het oerwoud aan regels is dermate groot, dat niemand deze regels kàn kennen. Zelfs mensen die telefoon­ boeken uit hun hoofd kunnen leren, kunnen de wet niet kennen. Bovendien zijn de regels vaak in strijd met elkaar. U kent misschien het verhaal van de horeca-ondernemer die van de brand­ weer te horen kreeg dat zijn deuren niet naar binnen mochten openslaan. Daarop monteerde hij deuren die naar buiten openden. Vervolgens wist een andere ambtenaar hem te vertellen dat ook dat niet mocht, omdat het gevaarlijk kon zijn voor voorbijgangers. Ten einde raad monteerde hij schuif­ deuren, waarna hij het aan de stok kreeg met de welstandscommissie. Als een vrije markt zou worden ingevoerd, zouden we zo ongeveer terug kunnen naar de tien geboden, en er zelfs daar nog een paar van kunnen afschaffen: Gij zult niet moorden. Gij zult niet stelen. Gij zult niet mishandelen. Gij zult niet bedreigen. Gij zult niet bedriegen. Gij zult uw afspraken nakomen.

Het oerwoud van regels Ambtenaren zijn ingehuurd om regels te maken. Helaas doen zij dat ook. Was 92

Fiat Justitia februari 2009

Uit het bovenstaande blijkt dat het absurd is om het Nederlandse systeem

te omschrijven als een vrije markt. Aangezien de staat de helft van ons geld uitgeeft, en ook nog eens miljoenen regels aan ons op legt, ligt het meer voor de hand om te spreken van een gemengde economie.

Hoe overheidsinterventie recessies veroorzaakt De huidige economische crisis is al jaren geleden voorspeld door vrijemarkt economen van de Oostenrijkse School, vooral bekend geworden door het werk van de economen Ludwig von Mises en Nobelprijswinnaar Friedrich von Hayek. Economen van de Oostenrijkse School hebben een verklaring gevonden voor het verschijnsel van de business cycle, die wordt gekenmerkt door perioden van hoogconjunctuur (boom), gevolgd door laagconjunctuur (bust). Hun theorie verklaart het ontstaan van recessies en depressies, en dus ook de Grote Depressie van de jaren ‘30. Ik zal proberen deze theorie weer te geven aan de hand van een korte geschiedenis van het geld.

Deflatie Tot aan de twintigste eeuw bestond geld meestal uit zilveren of gouden munten, of uit door met goud gedekte bank­ biljetten. Dit geld had daardoor een intrinsieke waarde. Inflatie kwam nauwelijks voor. Sterker nog, aan­gezien in de negentiende eeuw de goederen­ voorraad meestal sneller steeg dan de goudvoorraad, kon men voor dezelfde gouden munt steeds meer kopen, en daalden prijzen voortdurend: deflatie. Deze vorm van deflatie was een uiterst gezond en wenselijk verschijnsel. Het duidde op een steeds hogere levens­ standaard, die werd veroorzaakt door de hoge economische groei, die dankzij de relatief grote economische vrijheid in de negentiende eeuw mogelijk werd gemaakt.

Het ontstaan van papiergeld en giraal geld Toen mensen hun gouden munten naar banken gingen brengen, in ruil voor


bankbiljetten en nog later in ruil voor een saldo op een bankrekening, onstond er een probleem. Voor veel banken werd de verleiding erg groot om ongedekte bankbiljetten bij te drukken en uit te geven, of ongedekte leningen te verstrekken door zomaar een bedrag bij te schrijven op het banksaldo van de schuldenaar. Op deze manier konden banken extra renteinkomsten genieten, en zolang kon worden voorkomen dat te veel mensen tegelijkertijd hun bankbiljetten of banksaldi kwamen omwisselen in goud, konden banken hiermee wegkomen.

Het ontstaan van inflatie Voor sommige banken bleek de verleiding om steeds meer ongedekte bankbiljetten bij te drukken of ongedekte leningen te verstrekken zo

hadden ingeleverd, bankbiljetten uitgegeven waarop stond dat het biljet te allen tijde kon worden ingewisseld voor goud. De rechters (in overheids­ dienst uiteraard) oordeelden echter merkwaardig genoeg dat hier geen sprake was van fraude, maar slechts van een oninbare vordering. Daarmee was het hek van de dam. Vrijwel alle banken deden vanaf dat moment mee aan deze vorm van fraude, beter bekend als fractional-reserve banking. Het gevolg was inflatie.

Het ontstaan van centrale banken De meeste banken gingen voorzichtig om met dit nieuwverkregen privilege, omdat zij beseften dat ze moesten oppassen dat er geen bank run zou ontstaan. Sommige banken, zoals reeds beschreven, konden deze verleiding echter niet weerstaan en

het instellen van een centrale bank, die centraal voor alle banken zou bepalen hoeveel ongedekt geld mocht worden uitgeven. Zo moest worden voorkomen dat een ‘onvoorzichtige’ bank een bank run zou veroorzaken en het spel zou bederven voor de ‘voorzichtige’ banken. De overheid was natuurlijk graag bereid aan deze wens tegemoet te komen, om op deze manier haar macht over de financiële wereld te vergroten. Centrale banken zijn dan ook zo sterk verweven met de overheid, dat men ze moet beschouwen als overheidsorganisaties.

“Inflatie is de enige vorm van belasting die opgelegd kan worden zonder wetgeving” Afschaffing van de gouden standaard

groot, dat hun reputatie eronder leed. Zo kon er een bank run ontstaan, waarbij mensen in de rij stonden om hun goud terug te eisen. Op dat moment bleek natuurlijk dat de bank veel te weinig goud had, en ging daarom failliet. De gedupeerde klanten sleepten vervolgens de bankiers voor de rechter wegens fraude. De bank had immers, toen de klanten het goud

gingen daarom in de meeste gevallen failliet. De ‘voorzichtige’ banken liepen nu het risico dat ook hun klanten bang zouden worden dat zij bij inwisseling van de bankbiljetten naar hun goud konden fluiten, en dus veiligheidshalve hun goud gingen opeisen zolang dat nog kon. De ‘voorzichtige’ banken gingen daarom lobbyen bij de overheid voor

Zoals bekend willen politici altijd graag nog meer geld uitgeven. Normaal gesproken moeten hiervoor de belastingen worden verhoogd, en dient het parlement hiervoor een wet aan te nemen. Sinds er centrale banken zijn, hoeft dat niet meer. De centrale bank drukt simpelweg geld bij en de opbrengst daarvan komt direct of indirect bij de overheid terecht. “Inflatie is de enige vorm van belasting die opgelegd kan worden zonder wetgeving”, zei Nobelprijswinnaar Milton Friedman. Dit verklaart waarom er sindsdien voortdurend inflatie is geweest. Economen zoals John Maynard Keynes, die theorieën bedachten waarom inflatie goed was voor de economie, werden (en nog steeds overigens) door overheden op handen gedragen. Zolang er echter nog een of andere (afgezwakte) vorm van een gouden standaard was, was de mogelijkheid om geld bij te drukken beperkt. Dus werd besloten om de gouden standaard af te schaffen. Eerst Fiat Justitia februari 2009

93


A rt i kel werden alle banken gedwongen hun goud naar de centrale bank te brengen. Daarna werd in een aantal stappen het geld steeds verder losgekoppeld van de dekking met goud. Totdat uiteindelijk niemand meer zijn goud kon terug­ eisen en de goudvoorraad (die oorspronkelijk eigendom was van de spaarders) dus feitelijk door de overheid was onteigend. Tegelijkertijd was hiermee de laatste bescherming van de burger tegen inflatie verdwenen.

Geldontwaarding Inflatie heeft een aantal nadelen. Eén daarvan is de geldontwaarding. Doordat er meer geld in omloop wordt gebracht, wordt het geld dat daarvóór in omloop was, minder waard. Dat is met name vervelend voor mensen die gespaard hebben voor later, omdat hun spaargeld ineens minder koopkracht heeft. De overheid steelt hierdoor feitelijk een deel van het vermogen van de spaarders, en verdeelt dat onder groepen, die hiermee door de overheid bevoordeeld worden. Sparen wordt zodoende ontmoedigd, waardoor er minder geïnvesteerd kan worden dan in een vrije markt het geval zou zijn.

Overheidsingrijpen in het prijsmechanisme Een ander nadeel van inflatie is dat het het de rentestand verstoort. Dit is niet eens een onbedoeld gevolg van inflatie: de overheid kiest er doelbewust voor om de rentestand te manipuleren,

mechanisme leidt juist in alle gevallen tot economische problemen. Alle structurele tekorten en overschotten worden hierdoor veroorzaakt. Tekorten worden veroorzaakt doordat de over­heid de prijs kunstmatig laag houdt. Vanwege die lage prijs is er minder aanbod en meer vraag. Voorbeelden hiervan zijn de wacht­ lijsten in de zorg, files en de woning­ nood. Overschotten worden veroor­ zaakt doordat de overheid de prijs kunstmatig hoog houdt. De vraag zal daarmee immers afnemen, terwijl het aanbod toeneemt. Voorbeelden hiervan zijn boterbergen, melkplassen, wijn­plassen en werkloosheid. In een vrije markt daarentegen komen prijzen tot stand doordat kopers en verkopers overeenstemming bereiken. Als er een tekort dreigt te onstaan, gaat de prijs omhoog en neemt de productie vervolgens toe, net zo lang tot vraag en aanbod gelijk zijn. Als er een overschot dreigt te ontstaan, gaat de prijs omlaag en neemt de productie vervolgens af, net zo lang tot vraag en aanbod gelijk zijn.

Tijdspreferentie Met rente is dat niet anders. Rente is de prijs voor het sparen en lenen van geld. In een vrije markt wordt de rentestand bepaald door de tijdspreferentie van de mensen die willen sparen of lenen. Als mensen een hoge tijdspreferentie hebben, zijn zij bereid een hoge rente te betalen om op dit moment meer

“De theorieën van economen zoals Keynes, die menen dat de overheid veel belasting moet heffen, veel geld moet creëren en veel geld moet uitgeven, klinken onze politici als muziek in de oren” meestal door de rentestand kunstmatig laag te houden, vanuit de veronder­ stelling dat een lage rentestand goed zou zijn voor de economische groei. Dit is echter een misvatting. Overheidsingrijpen in het prijs­ 94

Fiat Justitia februari 2009

geld te kunnen lenen, en zijn zij alleen bereid meer te sparen als daarvoor een hoge rente wordt ontvangen. Als mensen een lage tijdspreferentie hebben, zijn zij alleen bereid een lage rente te betalen om meer te lenen, en

gaan zij meer sparen, zelfs als de rente laag is. Net zoals de hoogte van een prijs belangrijke informatie vormt voor een producent die moet beslissen hoeveel hij gaat produceren, vormt de hoogte van de rentestand belangrijke informatie voor investeerders die moeten beslissen waarin zij gaan investeren. In een vrije markt is deze informatie betrouwbaar, omdat rentestanden worden gevormd door vraag en aanbod en dus door de tijdspreferentie van mensen die sparen of lenen. Als de rente laag is, is dat een teken dat veel mensen bereid zijn consumptie op dit moment uit te stellen in ruil voor consumptie later. Daarom moeten investeerders minder investeren in de productie van consumptiegoederen, en dus relatief meer in de productie van productie­ goederen. Als de rente hoog is, is dat een teken dat weinig mensen bereid zijn consumptie op dit moment uit te stellen in ruil voor consumptie later. Daarom moeten investeerders meer investeren in de productie van consumptiegoederen, en dus relatief minder in de productie van productie­ goederen.

Manipulatie van de rentestand Wanneer de overheid de rentestand manipuleert, is deze informatie niet meer betrouwbaar, en worden er verkeerde investeringen gedaan. Als de overheid grote hoeveelheden ongedekt geld in omloop brengt en banken op basis daarvan leningen gaan verstrek­ ken die anders niet verstrekt zouden worden, worden eveneens verkeerde investeringen gedaan. Dat deze investeringen verkeerd zijn, blijkt pas later. In de tussentijd lijken al die nieuwe investeringen voor groei te zorgen en spreekt men van een boom of hoogconjunctuur. Een recessie is niets anders dan een herstelperiode, waarin deze slechte investeringen worden geliquideerd. Dit herstel is nood­ zakelijk: beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Wanneer duidelijk wordt dat slechte investerings­beslissingen zijn genomen, moet men niet proberen de verkeerde koers te blijven varen, maar


van koers veranderen en accepteren dat dit kosten met zich meebrengt. Met andere woorden: we zullen op de blaren moeten zitten tijdens een bust of laagconjunctuur.

De Grote Depressie Sinds de overheid ingrijpt in financiële markten zijn er met enige regelmaat recessies geweest. Meestal deed de overheid hier gelukkig niet zo veel aan, en ging de recessie weer redelijk snel voorbij. Een ‘gewone’ recessie in de jaren ‘30 veranderde echter in de Grote Depressie. Hiervoor zijn twee oorzaken te noemen. In de eerste plaats hadden de Verenigde Staten, net als veel andere landen, niet lang daarvoor een centrale bank ingevoerd. Daardoor werd het hiervoor beschreven probleem ernstig versterkt. In de tweede plaats probeerde de overheid de recessie te bestrijden met een reeks van slechte maatregelen. Zo werden lonen kunstmatig hoog gehouden, met massawerkloosheid tot gevolg. Daarbij werd de gouden standaard in veel landen geheel of gedeeltelijk afgeschaft. De internationale handel werd ondermijnd door protectionistische maatregelen, zoals het verhogen van invoerrechten. En de overheid ging haar uitgaven zeer drastisch vergroten in een zinloze poging de economie te ’stimuleren’. De overheid kan echter de economie niet stimuleren! De overheid kan alleen geld weggeven door het eerst af te nemen van productieve mensen. ‘Overheidinvesteringen’ gaan dus per definitie ten koste van private investeringen. In plaats van dat mensen zelf mogen beslissen waaraan zij hun geld uitgeven, gaan ambtenaren en politici dat voor hen uitmaken. Als mensen investeringen doen van hun eigen zuurverdiende geld, zullen zij dat zorgvuldig en weloverwogen doen. Als daarentegen politici en ambtenaren andermans geld mogen weggeven, hebben zij nauwelijks een prikkel om hier op een zorgvuldige manier mee om te gaan. Het resultaat is verspilling. Helaas hebben onze politici deze les van de jaren ‘30 niet geleerd, en lijken

zij dan ook gedoemd dezelfde fouten te herhalen.

Het ontstaan van de kredietcrisis Het uit het niets creëren van ongedekt geld heeft met name sinds 2001 zulke groteske vormen aangenomen, dat banken vaak tot vijftig keer zoveel geld uitleenden als dat zij aan reserves hadden. Met andere woorden: hun reserves zijn geslonken tot 2%, een situatie die wel uit de hand moest lopen. Al dit nieuwe geld was fictief kapitaal: niet ontstaan door produceren en sparen, maar door geld bij te drukken. Daardoor werden inefficiënte investeringen gedaan. De Amerikaanse hypotheekcrisis is hier het beste voorbeeld van. Naar schatting is 1500 miljard dollar extra verstrekt aan hypothecaire leningen vanwege de lage rente die werd veroorzaakt door­dat de Fed, de Amerikaanse centrale bank, enorme hoeveelheden geld uit het niets creëerde. Hiermee is een zeepbel gecreëerd die nu is gebarsten.

Negatieve rente Sinds 2001 heeft de Fed meer dan 70% gecreëerd van de geldhoeveelheid die zij heeft gecreëerd in de 88 jaar dat de Fed daarvoor bestond: dat is meer dan 2000 miljard dollar. Dit gebeurde met het expliciete doel om de rente lager te krijgen dan de rente die anders in de vrije markt was ontstaan. Van 2001 tot 2004 zorgde de Fed er op deze manier voor dat de federal funds rate lager dan 2% was, en van juli 2003 tot juni 2004

zelfs rond de 1%. Daardoor daalde de rente die banken aan spaarders betaal­den onder het niveau van de inflatie, zodat sparen geld kostte in plaats van opleverde. Dit gebeurde opzettelijk, met het doel om investeringen en consumentenuitgaven te vergroten, in de veronderstelling dat door deze vorm van interventie de economie harder groeit.

Kapitaalvernietiging De Fed streefde dus naar een feitelijk negatief rendement op geïnvesteerd vermogen. Dat hebben ze gekregen, maar dan op een veel grotere schaal dan verwacht. Wat de Fed heeft bereikt, is een negatief rendement in de vorm van een verlies van een groot deel van het geïnvesteerde kapitaal. Sinds de kredietcrisis is begonnen, hebben financiële instellingen zo’n 500 miljard dollar afgeschreven op hypotheken en hiervan afgeleide effecten. Als er niets verandert, komt daar nog zo’n 1000 tot 1500 miljard dollar bij. Dit enorme verlies van kapitaal heeft ervoor gezorgd dat banken geen leningen meer kunnen verstrekken aan bedrijven waaraan anders wel geld geleend zou zijn. Het beleid van de Fed heeft er dus toe geleid dat geld is geleend aan mensen die niet kredietwaardig waren. Dit geld kan nu dus niet geleend worden aan bedrijven die veel krediet­ waardiger zijn en het kapitaal nodig hebben om te overleven.

Kredietgaranties Wanneer de overheid een krediet garandeert, is er geen reden meer voor de kredietverschaffer om zich te Fiat Justitia februari 2009

95


A rt i kel verdiepen in de kredietwaardigheid van de kredietnemer. Hij kan geen verlies lijden door het krediet te verschaffen, hoe slecht deze beslissing ook uitpakt. Veel Amerikaanse hypotheken werden door de overheid gegarandeerd op basis van lage eisen, die steeds verder werden verlaagd.

Community Reinvestment Act De Amerikaanse federale overheid heeft een wet uitgevaardigd, de Community Reinvestment Act, waardoor banken werden gedwongen om leningen te verstrekken aan mensen die eigenlijk niet kredietwaardig waren. Daarmee konden deze mensen huizen kopen, die ze anders niet hadden kunnen bekostigen. Het geleende geld kon vaak niet terugbetaald worden, waardoor het hele kaartenhuis wel in elkaar moest storten.

men eet, diens woord men spreekt. Hiermee heeft de overheid de loyaliteit gekocht van alle docenten, zonder dat zij of anderen daarvan bewust zijn. Het geloof dat een grote overheid die veel belasting heft en veel geld uitgeeft goed voor ons is, wordt met de

“Als politici en ambtenaren andermans geld mogen weggeven, hebben zij nauwelijks een prikkel om hier op een zorgvuldige manier mee om te gaan” paplepel ingegoten. De meeste mensen zijn plooibaar tot hun 25ste, daarna staan zij nauwelijks nog open voor nieuwe ideeën. Juist in deze plooibare periode worden mensen door de overheid gevormd. Tot hun 18de door middel van de ‘leer’plicht. In de periode daarna hoeven mensen die hoger onderwijs gaan volgen hiervoor niet te betalen, maar krijgen zij geld toe. Niet alleen de docenten, maar ook de studenten worden zo beïnvloed om de overheid te gaan zien als een grote broer die goed voor hen zorgt.

Vrije markt-economen genegeerd

Waarom geven politici en de media de vrije markt de schuld? Uit deze grondige analyse blijkt dat niet de vrije markt, maar overheids­ interven­tie deze financiële crisis heeft veroor­zaakt. Hoe komt het dan dat de politici en de media de vrije markt de schuld geven?

Staatsmonopolie op onderwijs De overheid monopoliseert het onder­wijs al meer dan honderd jaar. Het salaris van nagenoeg alle onder­ wijzers, leraren en professoren wordt betaald door de overheid. Wiens brood 96

Fiat Justitia februari 2009

veel geld moet uitgeven, klinken onze politici daarentegen als muziek in de oren. Het zou ons dan ook niet moeten verbazen dat economen zoals Keynes een zeer grote invloed hebben gehad op het door de overheid gemonopoliseerde onderwijs.

Door dit proces wordt met name het onderwijs beïnvloed in wetenschappen die van grote invloed kunnen zijn op toekomstig overheidsbeleid, en dus bij uitstek algemene economie. Wie een studie algemene economie volgt, maakt niet of nauwelijk kennis met het werk van vrije markt-economen als Ludwig von Mises, George Reisman of Murray Rothbard, en zelfs niet met Nobelprijswinnaars als Milton Friedman, Friedrich von Hayek, Gary Becker, Vernon Smith of James Buchanan. Hoe komt dat? Deze economen brengen een boodschap, die politici en andere voorstanders van een grote overheid niet graag horen: de grootte, de macht en de uitgaven van de overheid moeten zeer drastisch worden ingekrompen. De theorieën van economen zoals Keynes, die menen dat de overheid veel belasting moet heffen, veel geld moet creëren en

Meer weten? Bovenvermelde vrije markt-economen, met name Rothbard en Reisman, hebben mij en dit artikel sterk beïn­ vloed. Wie meer wil weten over de ideeën die in dit artikel worden beschreven, raad ik aan hun boeken te lezen, of te beginnen met het bezoeken van de volgende websites: www.libertarisme.nl www.libertarianism.com www.MeerVrijheid.nl www.mises.org www.vrijspreker.nl www.GeorgeReisman.com www.LibertarischePartij.nl www.cato.org www.Rothbard.be www.reason.org

Over Toine Manders Toine Manders is directeur van het Haags Juristen College. Het HJC is gespecialiseerd in tax planning, estate planning, vermogensbescherming en oprichting en beheer van vennoot­ schappen en trusts voor ondernemers, consultants en vermogende particu­ lieren. Daarnaast is Toine Manders voorzitter van de Libertarische Partij. De LP streeft naar onbeperkte economische vrijheid en onbeperkte persoonlijke vrijheid van het individu, en is principieel tegen staatsmonopo­ lies, belasting­heffing en regulering.


Never a dull moment Masterclass 23, 24 en 25 april 2009

Heb jij een carri猫re voor ogen als advocaat, fiscalist of notaris? Schrijf je in v贸贸r 9 maart via www.werkenbijnautadutilh.nl


i n te rvi ew

Angela Mannaerts Advocaat in Italië

Rome, ooit het machtscentrum van de wereld en bakermat van het recht, heeft nog steeds een grote aantrekkings­kracht op mensen en politieke instellingen. Quintilianus schreef er zijn opleiding tot redenaar, een standaardwerk dat nog steeds wordt gebruikt in de advocatuur. Het historisch karakter van de stad lijkt niet verstoord door het drukke verkeer en de vele winkels gevuld met l’alta moda. De dichter Vergilius noemde de Romeinen gens togata, de in toga gehulde mensen. Fiat Justitia bracht in de buurt van Piazza Barberini een bezoek aan een Nederlandse togadraagster, advocaat Angela M.H. Mannaerts, partner van het kantoor Pontecorvi Mannaerts & Triboldi. Ik sprak met haar over haar werk en ervaringen als advocaat in Italië, het land waar ze zich in 1999 heeft gevestigd. Tekst: Shirley Pigmans

U heeft als internationaal advocaat een indrukwekkende carrière opgebouwd. Kan men als Nederlandse advocaat gemakkelijk het beroep uitoefenen in Italië?

In Italië is nog niet zo lang geleden een wet aangenomen, gebaseerd op Richt­lijn 98/5/EG, die een advocaat uit de Europese Unie het recht geeft om zich in te schrijven als avvocato stabilito bij één van de Italiaanse Orden van Advocaten, verbonden aan een

arrondissement. De avvocato stabilito kan adviezen verstrekken over het Italiaanse recht, maar kan alleen met begeleiding van een Italiaanse avvocato procederen en pleiten voor de recht­ bank. Indien de avvocato stabilito na drie jaar kan aantonen, dat hij of zij met

“In Italië heerst nog steeds een machocultuur en daardoor moet een vrouw extra hard werken om zichzelf te bewijzen” regelmaat de Italiaanse rechtspraktijk heeft uitgeoefend, kan er een vrij­stelling worden verleend voor het afleggen van het Italiaanse balie-examen en kan zo­doende de titel van Italiaanse avvocato worden verkregen. Voor het uitoefenen van de praktijk is verder vereist dat de EU-advocaat de Italiaanse taal goed beheerst en daarnaast kennis heeft van het Italiaanse civiele recht en, indien men ook een strafpraktijk heeft, van het strafrecht.

98

Fiat Justitia februari 2009

Bestaat uw werkterrein uit zaken met alleen een Italiaans-Nederlands karakter?

Naast mijn Nederlandse opleiding en titel heb ik ook een Amerikaanse graad. En ik heb ervaring opgedaan als advocaat in New York. Als gevolg van de contacten die ik heb opgedaan in Amerika, adviseer ik naast Nederlandse cliënten ook Amerikaanse bedrijven, die belangen hebben in Italië. Daarnaast verstrek ik adviezen over Nederlands ondernemingsrecht aan Italiaanse groepen met een holding in Nederland. De cultuurverschillen tussen Nederland en Italië zijn groot. De Italiaanse onderneming kenmerkt zich door een sterke hiërarchie. Het is daarom essentieel dat men de juiste onderhandelingspartner voor zich heeft. Een ander verschil is dat Nederlanders vaak direct zijn tijdens de onderhandelingen, terwijl Italianen proberen negatieve antwoorden op een elegante en beleefde, maar daardoor indirecte manier, over te brengen. Dit veroorzaakt regelmatig misverstanden tussen partijen. Een avvocato stabilito, die de Italiaanse cultuur goed kent, kan helpen bij het voorkomen van deze misverstanden en daardoor heel waardevol zijn voor een buitenlandse cliënt. Door de expertise op het gebied van verschillende rechtssystemen, talen en culturen opereren wij als een niche kantoor.


Italië staat bekend als een land waar corruptie heerst. Heeft u hier last van in uw praktijk?

Doordat ik met name particulieren en ondernemingen adviseer in civiele zaken, heb ik geen last van corruptie. Corruptie komt eerder voor in contacten met overheidsinstellingen. Bij de voorbereidingen van deelname aan openbare aanbestedingen, heb ik wel eens het vermoeden gehad dat een concurrent een voorsprong had op de andere partijen, bijvoorbeeld omdat de vereisten voor deelname aan een aanbesteding leken te zijn afgestemd op de concurrent. Omkoping van rechters gebeurt in Italië. Een voor­beeld hiervan is de veroordeling van Cesare Previti, een advocaat van Berlusconi, wegens het storten van geld op Zwitserse bankrekeningen van rechters. Hoe lang duurt gemiddeld een civiele procedure in Italië in eerste aanleg bij il Tribunale (de rechtbank) en in hoger beroep bij la Corte d’Appello (het hof )?

In eerste aanleg kan een civiele procedure drie tot vier jaar duren. In hoger beroep, inclusief cassatie, kan de termijn oplopen tot twaalf of vijftien jaar. Dit kan dus voordelig zijn voor een schuldenaar of verweerder. Onlangs stonden de Italiaanse kranten vol van het feit, dat uit een rapport van de Wereldbank over de lengte van de procedures in 181 landen blijkt, dat Italië op de 156ste plaats staat. Dit nieuws is schadelijk voor Italië, aangezien de Wereldbank dit rapport opstelt om bedrijven te adviseren in welke landen het best kan worden geïnvesteerd. Gelet op het tijdsverloop van een juridische procedure is in sommige gevallen een budget van 1 10.000 à 1 15.000 niet toereikend. Wegens de lengte van de processen en de daarmee verbonden kosten, raden wij een crediteur vaak af om te procederen en adviseren wij om in plaats daarvan een schikking te treffen voor zeventig à tachtig procent van de vordering. Er is wel een mogelijkheid om bij de rechter een verzoek in te dienen voor een decreto ingiuntivo. De procedure tot verkrijging van het

decreto ingiuntivo is een snelle, eenvoudige en verkorte procedure, waarbij een schuldeiser een uitvoerbaar rechterlijk bevel tot betaling tegen een schuldenaar kan verkrijgen. Onder overlegging van schriftelijk bewijs van de vordering, verzoekt de schuldeiser een bevel tot betaling van het verschul­

tijdens het journaal worden uitgelegd. Hij komt op voor zijn rechtspositie. Daarnaast zijn er in Italië ongeveer 150.000 advocaten, hetgeen procederen goedkoop maakt. In Italië zijn standaard tarieven door de Orde van Advocaten vastgesteld en wordt het honorarium berekend op grond van

“Italianen proberen negatieve antwoorden op een elegante en beleefde, maar daardoor indirecte manier, over te brengen” dig­de bedrag. Deze procedure kan echter niet worden vergeleken met een Nederlands incasso kortgeding, omdat de verweerder de tenuitvoerlegging van het bevel kan verhinderen door binnen veertig dagen na betekening ervan verweer te voeren. Daardoor zal er alsnog een bodemprocedure volgen met een lengte die ik al eerder heb genoemd. Afhankelijk van het arrondisse­ment waar de debiteur zich bevindt, starten wij soms eerst een bodemprocedure en dienen wij in deze procedure een verzoek voor een decreto ingiuntivo in, met als doel het bevel sneller ten uitvoer te kunnen leggen. Vaak is de indiening van een verzoek tot conservatoir beslag verspilling van tijd en geld, aangezien de crediteur, naast het bewijzen van de vordering, ook dient aan te tonen dat er een groot en aannemelijk risico is dat het vermogen van de debiteur in de toekomst niet voldoende verhaal zal bieden. Dit tweede vereiste vormt vaak een struikelblok. Bovendien hoort de rechter vrijwel altijd de tegenpartij voordat hij een beslissing neemt over het beslag, waardoor de debiteur gewaarschuwd is, met alle gevolgen van dien. Stapt een Italiaan snel naar de rechter, of wordt er ook gebruik gemaakt van alternatieve geschillenbeslechting, zoals mediation?

De doorsnee Italiaan is goed op de hoogte van het recht, aangezien belangrijke wetten en uitspraken

een percentage van het belang van de zaak. De minimumtarieven zijn losgelaten en door de grote concurren­ tie wordt er door veel kleine kantoren onder de minimumtarieven gedecla­ reerd. Voor zaken met een groot belang kan een tarief van drie procent worden gerekend en als de zaak erg ingewikkeld is zelfs zes procent. In die gevallen is het dan beter voor de cliënt als de advocaat een uurtarief toepast. Naast de vele civiele zaken, die onder andere ook voortvloeien uit condominio-geschillen (ruzies tussen de bewoners van appartementen­gebouwen), zijn er ook veel strafrechtelijke procedures, omdat Italianen al snel overgaan tot het doen van aangifte tegen elkaar. In Italië staat alternatieve geschillenbeslechting nog in de kinderschoenen. In de tele­ communicatiesector zijn commités opgesteld die verplicht mediation toepassen. Het nieuwe Italiaanse vennootschapsrecht en het familierecht geven de rechter wel de mogelijkheid om partijen voor te stellen het geschil via mediation op te lossen. Instem­ ming van partijen is echter wel een voorwaarde. In Italië bestaat er lekenrechtspraak in de vorm van een giudice di pace (vredesrechter). Het betreft hier een honorair, een niet-gerechtelijke ambtenaar, die eenvoudige zaken afdoet. Wat zijn uw ervaringen met deze lekenrechtspraak?

Ik heb zelf goede ervaringen met de Fiat Justitia februari 2009

99


i n te rvi ew giudice di pace. Het voordeel is de snelheid waarmee de zaak wordt afgedaan. Maar er zijn ook advocaten die deze vorm van rechtspraak afwijzen vanwege het feit dat de giudice di pace vaak geen jurist is. Daardoor wordt het recht niet altijd goed toegepast, met als gevolg dat het hof de zaak moet overdoen. Weliswaar worden de rechtbanken ontlast door deze vorm van lekenrechtspraak, maar de hoven niet. Daar ontstaat overbelasting. Een groot aantal venditori abusivi (illegale verkopers) verkopen rondom de toeristische trekpleisters van Rome imitaties van merkartikelen. Is het beschermen van merken een kwestie?

De verkoop van deze imitatie-artikelen gaat ten koste van omzet en arbeids­ plaatsen en levert aanzienlijke schade op voor het reguliere bedrijfsleven. Er is reeds een wet in werking getreden, die dit verschijnsel probeert te bestrijden door niet alleen de verkoper, maar ook de koper van deze artikelen hoge boetes op te kunnen leggen. Ik herinner mij een strafzaak waarbij aan een middelbare scholier door het O.M. een grote boete was opgelegd, omdat hij tijdens een schoolreisje naar Florence een imitatie-bril had gekocht: wij hebben de scholier met succes voor de strafrechter verdedigd door te stellen dat de politie de leraar had moeten bestraffen. Deze had tijdens het schoolreisje toezicht moeten houden op de minderjarige. Op het moment dat ABN Amro en KLM de Italiaanse markt wilden betreden door te fuseren met respectievelijk Antonveneta en Alitalia, was er al snel weerstand. Waarom zijn de Italianen zo huiverig voor een fusie of een overname?

De Italianen zijn niet zozeer huiverig om te fuseren, maar willen geen buitenlandse inmenging waardoor zij de controle geheel of gedeeltelijk verliezen. De top van het Italiaanse zakenleven kan worden gezien als een oligarchie, die veel nauwe banden onderhoudt met machtige bankiers. De Italiaanse bankwereld is erg conser­ 100

Fiat Justitia februari 2009

vatief en bestaat uit veel kleine rijke banken. De banktarieven voor rekening­ houders worden, in vergelijking met buitenlandse banken, buitengewoon hoog gehouden. De ABN Amro-bank wilde de Italiaanse markt veroveren met lagere bank­tarieven. Dit vormde, om redenen die ik zojuist heb aangegeven, een bedreiging voor de Italiaanse banken. De bankiers hadden extra tijd nodig om onderling te fuseren, met als doel beter gewapend te zijn tegen overnames van buitenlandse banken. In 2000 is de fusie tussen Alitalia en KLM niet doorgegaan omdat Alitalia aan KLM een zestig-veertig verhouding

“Omkoping van rechters gebeurt in Italië” had voorgesteld, terwijl KLM vijftigvijftig voor ogen had. De vertraagde ontwikkeling van het vliegveld Malpensa en de cultuur­verschillen tussen de Nederlanders en de Italianen speelden ook een grote rol bij het mislukken van de fusie. Berlusconi heeft Alitalia vorig jaar gebruikt voor zijn verkiezings­campagne en er voor gezorgd dat de onderhandelingen met Air France-KLM, die 1,5 miljard euro voor de maatschappij boden, werden gestaakt. Een groep machtige zakenmensen, verenigd in de investeringsgroep Cai, hebben Alitalia,

na een forse sanering op kosten van de Italiaanse belasting­betaler, overgenomen. Het ontbrak Cai echter aan de specifieke markt­kennis. Op 12 januari is het Air France-KLM daarom gelukt een belang van 25 procent in het gesaneerde Alitalia te verwerven, voor een bedrag van ongeveer 322 miljoen euro. De Fransen en Nederlanders hebben in vergelijking met het oude bod in verhouding minder betaald voor hun belang en bovendien geïnvesteerd in een minder verliesgevend Alitalia. Vandaar de ironische Franse krantenkop: Merci Berlusconi! De kredietcrisis is grotendeels veroorzaakt door onvoorzichtige leningenpolitiek van de Amerikaanse banken. Hoe denkt u dat dit in de toekomst kan worden voorkomen?

Dit kan worden voorkomen door striktere regelgeving op het gebied van het bankrecht en meer toezicht op de financiële instellingen. De bonus­ regelingen en winstmaximalisatie van deze instellingen zijn te veel gericht op kortetermijnbeleid. Het is verstandig om de termijn te verlengen. Dit Angelsaksische systeem, het zo hoog mogelijk rendement behalen voor de aandeelhouders, blijkt toch een te agressief model. Wellicht moeten we terug naar het Rijnlandse model en een code toepassen op het gebied van maatschappelijk verantwoord management. Italië heeft minder last van de kredietcrisis dan Nederland door het conservatieve karakter van de banken. Daardoor worden er minder


risico’s genomen. Om in Italië een huis te kunnen kopen, dient men 25 procent zelf te financieren en het overige benodigde kapitaal kan worden geleend tegen strenge voorwaarden. De maandelijkse termijnbetalingen, die in Italië veelal bestaan uit aflossing op het geleende bedrag en rente, mogen bijvoor­beeld niet hoger zijn dan de helft van de maandelijkse inkomsten. De rente die aan de banken dient te worden betaald over geleend geld is hoog. Daarentegen is de rente die de banken betalen op de spaartegoeden laag. In Nederland staan maar weinig vrouwen aan de top. Maar wel steeds meer vrouwen behalen een universitaire titel. Hoe is het mogelijk om een gezin met kinderen te combineren met een baan in de advocatuur?

Het combineren van een gezinsleven met een baan in de advocatuur vereist een goede organisatie. Ik heb een babysit uit Mexico in dienst voor de opvang van mijn vier kinderen en ik heb een echtgenoot, die naast zijn drukke baan ook erg actief is in het gezinsleven. In Italië gaan de kinderen vanaf drie jaar naar de kleuterschool. Er is nu een wetswijziging op komst, waardoor de schooltijden worden verkort. Hierdoor zal de vraag naar kinderopvang in Italië groter worden. De keuze van het rechtsgebied waarin men zich specialiseert, kan de combinatie van werk en gezin beïn­ vloeden. De secties ondernemings­recht en bankrecht zijn te typeren als zeer hectisch, terwijl dit bijvoorbeeld minder het geval is bij de specialisaties arbeidsrecht en bestuursrecht. Renato Brunetta, de Italiaanse minister van Sociale zaken, pleit voor een verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd voor de vrouw, nadat het Hof in Luxemburg Italië had beticht van discriminatie. Hoe is de positie van de vrouw op de Italiaanse arbeidsmarkt?

Ik ben het met Brunetta eens dat de pensioengerechtigde leeftijd voor vrouwen dient te worden verhoogd. Anderzijds dient men zich wel te realiseren dat vrouwen in Italië veel

minder verdienen dan mannen in dezelfde functie. Op dat punt dient ook gelijkheid te komen. Volgens het Global Gender Gap Report staat Italië op de 67e plaats, na Maleisië, met betrekking tot de gelijkheid van behandeling tussen mannen en vrouwen! Om een vergelijking te maken: Nederland staat op de negende plaats. In Italië heerst nog steeds een machocultuur en daardoor moet een vrouw extra hard werken om zichzelf te bewijzen. De Europese Commissie heeft een advies uitgebracht, dat Italië richtlijnen moet implementeren om gelijke behandeling op de arbeids­ markt te verbeteren. De Europese Commissie heeft gedreigd met een boete als hieraan geen gehoor wordt gegeven. Brunetta wil ook het aantal ambte­naren verminderen, omdat het overheids­ apparaat te duur is geworden. Als voorbeeld van de ineffectiviteit van het overheidsappartaat: gisteren heb ik in verband met een juridische kwestie over een schip lange tijd doorgebracht in het kantoor van de havenmeester van een grote haven. Ik werd in het haven­gebouw van de ene ambtenaar naar de andere verwezen, omdat niemand verantwoordelijkheid op zich durfde te nemen voor de afhandeling van deze zaak. Het duurde uiteindelijk zes uur voordat ik de getekende stukken in handen had. Ten slotte, wat kunt u de rechtenstudent meegeven dat kan bijdragen tot het worden van een goede advocaat?

Ik ben van mening dat de rechten­ opleiding in Nederland nogal theoretisch is georiënteerd. In de Verenigde Staten van Amerika is de opleiding veel meer op de praktijk gericht. De studenten nemen deel aan aan een zogenaamde verplichte clinic: de studenten geven juridisch advies aan particulieren en de professoren voorzien de studenten vervolgens van commentaar. In de Verenigde Staten van Amerika raken studenten al vroeg gewend aan competitie, assertief zijn en verbale training, bijvoorbeeld via verplichte pleitwedstrijden. Het is voor

Shirley Pigmans

Nederlandse studenten aan te bevelen om op vrijwillige basis soortgelijke trainingsactiviteiten te ondernemen. Daarnaast doen studenten er goed aan om praktijkervaring op te doen als stagiaire op een advocatenkantoor en eventueel ook in aanraking te komen met andere rechtssystemen. Wellicht zijn er onder de lezers studenten die goed Italiaans spreken en willen solliciteren naar een stageplaats op mijn kantoor in Rome? Het is duidelijk dat Italië een land is waar de cultuur sterk afwijkt van die in Nederland. Maar dat maakt juist het werken als internationale advocaat in Italië extra boeiend en uitdagend. Men ondervindt dagelijks dat de kennis van de verschillende rechtssystemen, talen en culturen bij de uitoefening van de praktijk leidt tot een grote toegevoegde waarde voor de cliënten.

Over Angela Mannaerts Angela Mannaerts (1963) behaalde haar meestertitel aan de Universiteit van Amsterdam. Daarna is zij gepromoveerd aan de Universiteit van Nebraska en gedurende deze periode was zij ook lid van The Law Review van de Universiteit van Nebraska. Vóór het oprichten van Pontecorvi Mannaerts & Triboldi in 2006 heeft zij gewerkt als advocate voor internationale kantoren in New York, waaronder Paul, Weiss, Rifkind, Wharton & Garrison LLP, in Rome voor Pavia e Ansaldo, Grippo en Simmons & Simmons, en in Amsterdam voor Loef Claeys Verbeke. Voor meer informatie zie http://www.pmtlex.com/.

Fiat Justitia februari 2009

101


Zie hier ónze belofte.

De start van je carrière. Nysingh weet er meer van. Alle kantoren beloven ongeveer hetzelfde. Ontwikke-

dan in alle rust samen bespreken hoe jouw talent past

lingsruimte. Uitdagende cases. Inspirerende collegae.

bij de kansen die wij bieden. Hoe we die kansen zó

Prachtige perspectieven. Precies wat wij je zouden

kunnen vormgeven dat je talent optimaal tot bloei

kunnen beloven. Maar dat doen we niet. Juridisch werk

komt. Dus geen wilde beloftes over je carrière, maar

is immers mensenwerk. En omdat geen mens hetzelfde

een écht inhoudelijk loopbaangesprek. Daardoor weten

is, passen daar geen standaard-beloftes bij. Daarom

we er meer van. Interesse? Kijk op werkenbijnysingh.nl

beloven wij alleen een goed gesprek. Met een lekkere

of maak direct een afspraak met onze recruiter Loesje

espresso of cappuccino. Of thee natuurlijk. We kunnen

Frankfort: (055) 527 13 42.

Nr. 1 in de Management Team 100! www.werkenbijnysingh.nl


SPECiAL B &r BE u r S

B&R Beurs is de studentenbeleggingsvereniging van de Erasmus Universiteit en bestaat sinds 1983. De vereniging telt momenteel meer dan 350 leden die allemaal op de een of andere manier actief zijn of affiniteit hebben met beleggen en finance in het algemeen. Naast het onderwijzen en stimuleren van beleggingen door studenten, organiseert de vereniging ook sociale en recruitment activiteiten voor haar leden om hen tevens bekend te maken met professionals in de branche. Zo worden er workshops georganiseerd voor beginnende en ervaren beleggers, een jaarlijks symposium met prominente sprekers uit de investment wereld, komen professionals iedere maand een kort praatje houden op de borrel en worden er activiteiten georganiseerd zoals een pokertoernooi, pooltoernooi, paintball game en een recruitment event.

Meng Li Studeert Nederlands Recht (B2) Woont in Rotterdam Geboren op 3 februari 1988 (21 jaar) in Rotterdam Actief belegger sinds 2007 Dispuut: Merx Wat heb jij met beleggen?

Ik vind het spel en de markt fascinerend: de wijze waarop met intelligent analyseren en slim speculeren het mogelijk is van honderd euro duizend te maken. Ik ben twee jaar geleden zonder enige kennis van beleggen begonnen en heb mij de afgelopen jaren eigenlijk voornamelijk gericht op het zo veel mogelijk leren over de producten, strategieën en denkwijze. Beleggen is voor mij vooral een interessante manier om te leren slim om te gaan met geld. Wie zit immers niet graag op een alsmaar groeiende berg geld? Wat houdt B&R Beurs in?

B&R? Bier en Rendement. Haha. Nee, de volledige naam van de vereniging is B&R Beurs Erasmus Investment Society en staat voor een professionele doch gezellige vereniging waar studenten met affiniteit met beleggen kunnen leren beleggen en hun competenties verbeteren, terwijl zij tegelijkertijd in contact komen met gelijkgestemde geesten en zodoende ook hun sociale kringen kunnen uitbreiden. De vereniging houdt qua vorm eigenlijk het midden tussen een studievereniging en een gezelligheidsvereniging. Waarom ben je het bestuur in gegaan van deze vereniging?

Ik wilde graag betrokken zijn bij de vereniging en had wat interessante ideeën over hoe we sociale

evenementen konden combineren met leerzame en uitdagende activiteiten. Bovendien had ik al bij de vorige ALV een paintballtoernooi doorgedrukt, dus hing dat zwaard van Damocles in ieder geval al boven mijn hoofd. Nee, het is een leerzame en interessante ervaring en je doet iets terug voor een leuke vereniging. Prima, dunkt me. Welke aandelen moet men volgens jou absoluut links laten liggen ten tijde van deze financiële crisis? En welke zijn juist aan te bevelen?

Op dit moment zou ik juist defensieve aandelen links laten liggen en de kansen benutten op het cyclische vlak, om vervolgens keihard opwaarts te kunnen profiteren van de bull market die er, na deze crisis, onontkoombaar gaat plaatsvinden. Ik zou ook gespreid in banken gaan zitten, maar met een beperkt gedeelte van de portefeuille. Als we dat concretiseren: de aandelen die als eerste gaan herstellen zijn waarschijnlijk ASMI, Arcelor Mittal, de uitzenders en Philips. Ik zou Ahold, Unilever, Royal Dutch en KPN juist links laten liggen, omdat dit de defensieve aandelen zijn die het koersverlies redelijk beperkt hebben weten te houden. Daarmee is hun opwaartse potentieel ook een stuk minder. Wat kunnen studenten doen wanneer zij geïnteresseerd zijn geraakt in B&R Beurs?

Willen ze iets meer weten over beleggen, dan zijn zij uiteraard van harte welkom om volgend jaar lid te worden van B&R Beurs. Op de kortere termijn zijn zij ook van harte welkom op ons symposium, dat op 8 april aanstaande plaatsvindt in Staal Rotterdam, de monumentale zaal aan het World Trade Center. Onder anderen komen Jan-Maarten Slagter van de VEB en Royce Tostrams van het Beleggingsblad Effect spreken over ‘investing after the credit crunch’. Meer informatie kun je vinden op www.bnrbeurs.nl en beleggingssymposium.nl.

Fiat Justitia februari 2009

103


Spec i al B &R be urs

Luc Gerretsen Studeert Economie (B3) & Rechten (B1) Woont in Rotterdam Geboren op 27 september 1987 Actief belegger sinds 2006 Dispuut: Borsa Valori Kun je iets vertellen over jezelf?

Ik studeer sinds drie jaar in Rotterdam en ben hier speciaal voor het mr.drs.-programma naar toe gekomen. Ik ben nu weer een klein maandje in Nederland, nadat ik een half jaar in Hong Kong heb gestudeerd.

Waarom ben je lid geworden van B&R Beurs?

Al vanaf de middelbare school ben ik erg geïnteresseerd in financiële markten. Toen ik in het Eurekaweek-tasje een folder van B&R vond, wist ik al snel dat dit iets voor mij was. Vorig jaar heb ik zelfs een bestuursjaar gedaan. Is het volgens jou belangrijk dat studenten naast hun studie actief zijn?

Ja! Als ik bij vrienden in Groningen of Utrecht op bezoek ben, valt me vaak op dat de Erasmus een vrij regionale universiteit is. Veel studenten blijven lang bij hun ouders wonen, omdat er niet een directe noodzaak bestaat om op kamers te gaan. Dit vind ik erg jammer! Ik denk dat als men meer op kamers zou gaan er automatisch meer mensen actief worden naast hun studie. Het is bovenal leuk om extracurriculaire activiteiten te ontplooien en daarmee nieuwe mensen te leren kennen. 104

Fiat Justitia februari 2009

Welke aandelen moet men volgens jou absoluut links laten liggen ten tijde van deze financiële crisis? En welke zijn juist aan te bevelen?

Ik moet eerlijk bekennen dat ik door mijn exchange de Nederlandse markt niet op de voet gevolgd heb. Het hangt daarnaast ook in grote mate af van je risico­ profiel. Belangrijk is denk ik dat je portefeuille goed is afgedekt, ook wel gehedged, en gediversifieerd. Een ervaren optiehandelaar kan momenteel mooie rendementen maken door de grote mate van volatiliteit in de markt. De beginnende handelaar kan het maar beter rustig aan doen en niet op één paard wedden. Het hangt daarnaast ook sterk af van jouw betrokkenheid. Wil je bijvoorbeeld dagelijks de koersen volgen, of vind je jaarlijks ook meer dan voldoende?

Waarom zou jij studenten aanraden lid te worden van B&R Beurs?

Als beginnende handelaar is het vrij lastig te bepalen wat ‘goed’ is, en hoeveel je ergens van moet kopen. Elke dag naar de koers van een aandeel kijken, was tot voor kort ook niet erg spannend. Om hier wat meer dynamiek aan te geven kun je beleggen in bijvoorbeeld opties, turbo’s of futures. Deze zijn alleen relatief gezien vrij duur. B&R kent een disputenstructuur waarbij iedereen een vooraf bepaald bedrag inlegt. Hierdoor wordt een grote drempel weggenomen. Nu is het veel gemakkelijker om als dispuut bijvoorbeeld wel die producten aan te kopen. Dit maakt het gehele handelsproces direct veel interessanter, doordat er zelfs tot wel ieder uur koerswijzigingen kunnen zijn. Dus, mocht je geïnteresseerd zijn in het financiële wereldje, dan is B&R zeker wat voor jou!


inte rv i ew

Hans Hoogervorst De schouders eronder

Als minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is Hans Hoogervorst geroemd en verguisd door zijn hervormingen binnen de zorgsector. Inmiddels is hij voorzitter van de Autoriteit Financiële Markten en is hij eindverantwoordelijk voor de bescherming van consumenten en beleggers. Zijn liberale gedachtegoed draagt hij nog altijd met zich mee, maar van een liberaal beleid binnen de AFM is geen sprake: “Ik ben hier natuurlijk niet om politieke hobby-horses te berijden.” In zijn kantoor, gelegen aan de Vijzelgracht in Amsterdam, hangt een groot en kleurrijk portret van Frits Bolkestein, voor wie hij in de jaren ’80 speeches schreef over onder meer asielzaken en de WAO. Op zijn bureau staat een scherm met actuele beursinformatie, waar aan het einde van de dag toch nog een klein lichtpuntje te ontdekken valt: “Kijk, de euro is vandaag weer iets gestegen ten opzichte van de dollar!” Tekst: Maarten van Dijk en Patrick Slob

Kunt u iets vertellen over uw carrière als student?

Ik heb in Amsterdam zeven jaar lang geschiedenis gestudeerd. En daarmee was ik nog één van de eersten die klaar was van mijn jaar. Wat dat betreft mogen jullie je gelukkig prijzen dat er tegenwoordig wat meer tempo in zit. Na mijn studie werd ik, door een gigantisch overschot aan jongeren, geconfronteerd met de meest ramp­zalige arbeids­markt die je je maar kunt voor­ stellen. Toen ben ik via een vriend op de Johns Hopkins

University in Washington D.C. terecht­ gekomen, waar ik nog twee jaar internationale betrekkingen heb gestudeerd. Ik heb daar bijna alleen maar economievakken gevolgd, waardoor ik een soort halve econoom ben geworden, zonder – en dat is het leuke – de wiskunde. Maar dat heb je eigenlijk voor een goed begrip van de economie niet zo nodig.

Wat is het voornaamste verschil tussen studeren in Nederland en studeren in de Verenigde Staten?

Ik moet eerlijk bekennen dat het echt een topuniversiteit was, die zeker niet te vergelijken viel met de gemiddelde Nederlandse universiteit. Ik heb daar ook alleen kunnen studeren dankzij beurzen, maar het was wel echt drie keer leuker. Het onderwijs was

“Ik denk dat de IMF en meerdere wereldorganisaties een goede schoonmaakbeurt kunnen gebruiken en nieuwe, opkomende economieën als China en India een zwaardere plaats in het geheel moeten krijgen” voornamelijk in werkgroepverband en er werd continu bewijs van prestatie gevraagd. Omdat iedereen verplicht werd om dezelfde literatuur te lezen, had je in de bibliotheek slechts drie uur om een heel boek door te nemen. Daarnaast heerste er een enorme energie op de universiteit, omdat studenten erg veel in hun studie investeerden. Tegelijkertijd heb ik nog nooit in mijn leven zoveel gefeest, wat laat zien dat hard werken en feesten heel goed kunnen samengaan in een studententijd.

Fiat Justitia februari 2009

105


i n te rvi ew Past naast hard werken en feesten ook nog het hebben van nevenactiviteiten?

Jazeker. Het onderhouden van neven­ activiteiten vind ik heel belangrijk. Je toont daarmee aan initiatief te kunnen ontplooien en het leert je breder kijken dan alleen je studie. Daarnaast put je er

er iets moest gebeuren. Als de PvdA twintig jaar eerder was geweest om dit in te zien, was ik misschien wel bij hen gebleven, maar dat was gewoon niet het geval. Daardoor ben ik uiteindelijk bij de VVD terechtgekomen.

“Als de PvdA twintig jaar eerder was geweest om dit in te zien, was ik misschien wel bij hen gebleven”

Is het gewenste effect bereikt?

Ik denk dat we er nog lang niet zijn: ik stond eigenlijk nog maar aan het begin. Sommige dingen zijn beter gegaan dan verwacht, zoals de hevige concurrentie tussen verzekeraars. Het is voor arm en rijk interessant geworden om goed te kijken wie de beste verzekering biedt. Ook is er veel meer oog voor kwaliteit dan vroeger. In ziekenhuizen werden risico’s genomen die in de luchtvaart of petrochemische industrie totaal niet geaccepteerd

ook weer energie uit, in plaats van dat het alleen maar tijd kost. Ik heb tijdens mijn studie in Nederland bijvoorbeeld het geschiedenistijdschrift Skript opgericht, dat overigens nog steeds bestaat en binnenkort zijn 25-jarig bestaan viert. Daarnaast was ik een beetje geïnfiltreerd in de studenten­ politiek, weliswaar buiten de studenten­­vakbonden om. Met een groep vrienden stelden we ons dan onafhankelijk kandidaat voor de verschillende platforms die je had binnen onze studierichting. Een quote, die vaak aan Winston Churchill wordt toegeschreven, luidt: “Als je 20 jaar bent en geen socialist, heb je geen hart. Als je 40 jaar bent en nog steeds socialist, heb je geen hersens.” Past dit bij uw overstap, die u in de jaren ’80 maakte van de PvdA naar de VVD?

Veel van mijn vrienden zijn, net als ik, lid geworden van de PvdA en velen van hen zijn dat in de loop der jaren ook gebleven. Dat vind ik nog steeds heel verstandige mensen, dus dat vergeef ik hen dan maar. Wat een heel grote rol heeft gespeeld bij mijn overstap naar de VVD is hoe beroerd Nederland er aan toe was aan het begin van de jaren ’80. Het bedrijfsleven was bijna failliet, het begrotingstekort van de overheid was zeven procent, er was een gigantisch hoge staatsschuld en het aantal uitkeringen liep de spuigaten uit. De gemeentes deelden de bijstanduitkeringen uit, maar hoefden deze niet zelf te betalen. Dit waren allemaal uitwassen van de verzorgingsstaat. Het was duidelijk dat 106

Fiat Justitia februari 2009

Uw tijd als minister van Volks­gezond­ heid wordt gekenmerkt door de hervorming van het zorgstelsel. Wat waren de beweegredenen daarvoor?

worden. Nu worden dergelijke ziekenhuizen heel vaak gesloten als ze niet goed presteren.

Het zorgstelsel was zo’n beetje het laatste onderdeel van de verzorgingsstaat waar nog niet veel gebeurd was. Het is een stelsel dat zeer sociaal is en ik denk ook dat dat terecht is. Je wilt toch dat iedereen recht heeft op gezondheidszorg, maar dat leidt tegelijkertijd gemakkelijk tot excessen. Er was totaal geen prijs- en kwaliteits­ bewustzijn, dus het was een enorme uitdaging om daarmee aan de slag te gaan. En ik vond het heel leuk om te doen.

Kan een fundamentele sector als de gezondheidszorg wel aan de vrije markt worden ‘overgelaten’?

In de gezondheidszorg is al veel meer marktwerking dan men denkt. De toeleveringsbedrijven en de bouwers van ziekenhuizen zijn vaak commer­ cieel. Ook de farmaceutische industrie bestaat uit commerciële bedrijven. Ik denk ook dat dat goed is, want noem mij één medicijn dat in de Sovjet-Unie is uitgevonden? Heel veel medicijnen die een enorme impact hebben gehad


op de gezondheidszorg, zijn door commerciële bedrijven uitgevonden. En dan maken ze misschien af en toe te veel winst, er is in ieder geval veel innovatie geweest. Dit is een goed voorbeeld van hoe commercie ook in de gezondheidszorg goed kan werken. Tegelijkertijd is de gezondheidszorg een sector die altijd gereguleerd zal moeten worden. De staat speelt hierin een belangrijke rol, die je niet moet onderschatten en goed moet verankeren: bijvoorbeeld om zorg goed

kopen zelfstandig in, zetten zelf­ standig hun gebouw neer en gaan zelfstandig naar de bank. Dat is eigenlijk een beetje te gek voor woorden, want dit zijn allemaal zaken die in een groepsverband veel beter kunnen: met een goede commerciële investeerder erachter. Na uw periode als minister bent u voorzitter geworden van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Is dat niet een erebaantje voor ex-politici?

Nee, ik moet hier wel echt werken, haha. Toen ik hoorde dat deze positie beschikbaar was, zijn er gesprekken gevoerd. Er werd iemand gezocht die zijn schouders eronder wilde zetten. Vervolgens ben ik voorgedragen door de Raad van Toezicht, die bestaat uit mensen die allemaal werkzaam zijn geweest in het bedrijfsleven. Die kijken heel duidelijk naar het belang van de AFM en zijn er niet bij gebaat om ex-politici aan een erebaantje te helpen. Uiteindelijk ben ik door minister Bos benoemd. En laten we wel wezen, ook die is er niet per se om ex-VVD’ers een baantje toe te spelen, haha. Ik ben hier ook zeker niet om politieke hobby-horses te berijden en om achteruit te leunen en de markt zijn werk te laten doen. Want als de krediet­ crisis één ding heeft aangetoond, is het wel dat zo’n instelling in de financiële sector niet altijd goed werkt.

zo transparant en helder mogelijk worden gepresenteerd en mensen geen producten krijgen aangesmeerd die niet bij hen passen en eigenlijk te risicovol zijn. Daarnaast kijken we of er op de beurs geen vreemde dingen gebeuren met bijvoorbeeld voor­weten­ schap: alles ter bescherming van de belegger en de consument op de finan­ciële markten. En wat is uw rol als voorzitter daarin?

Ik ben eindverantwoordelijk voor wat ik zojuist heb beschreven en ik moet daarbij zorgen dat de club goed marcheert. De AFM is een vrij jonge organisatie, die heel snel is gegroeid in de afgelopen jaren. Wij moeten dus nog wat meer een eenheid gaan worden en de cultuur verstevigen. Het ziet er allemaal heel behoorlijk uit, maar een organisatie moet altijd aan zichzelf blijven werken.

“Ik ben hier zeker niet om politieke hobbyhorses te berijden en om achteruit te leunen en de markt zijn werk te laten doen”

Wat zijn de kerntaken van de AFM?

beschikbaar te houden in regio’s waar het misschien commercieel niet zo interessant is. Dus het is geen zwartwit verhaal. Wat zijn volgens u de volgende stappen die de overheid zou moeten nemen?

Ik denk dat we toch naar een systeem moeten waarin de financiële verant­ woordelijkheid van de burgers groter is. De eigen betalingen in het systeem moeten echt omhoog. Daarnaast zou ik meer commercie willen zien in de ziekenhuiszorg. We hebben in Nederland tweehonderd ziekenhuizen, die allemaal zelfstandig werken als niet-commerciële instellingen. Ze

De AFM is er om de belangen van consumenten, financiële diensten en beleggers te beschermen. Financiële markten zijn niet altijd transparant en bevatten veel ingewikkelde producten. Consumenten die dergelijke producten aanschaffen doen dat vaak maar één of twee keer in hun leven. Een hypotheek of een beleggingsverzekering, hoe vaak sluit je die nou af ? Omdat die producten als ingewikkeld worden ervaren, hebben mensen weinig zin om er goed naar te kijken. Onze taak is om in die ongelijke positie tussen de aanbieder van die producten en de afnemer ervan, meer gelijkheid aan te brengen. Wij zorgen dat de producten

Wat zijn volgens u de belangrijkste oorzaken van de kredietcrisis?

Eén van de belangrijkste oorzaken is de slechte hypotheekverlening in de Verenigde Staten. Eén van onze taken is om te voorkomen dat zoiets gebeurt: wij zitten dus aan de preventieve kant. Er zijn ook andere concrete oorzaken, maar die liggen meer in de sfeer van De Nederlandsche Bank. Er is te veel geld uitgeleend op een te smalle kapitaal­ basis bij de commerciële banken. Wij willen transparantie in de markt afdwingen voor de kleinere belegger, maar er is duidelijk ook op hoger niveau veel misgegaan. Misschien moeten we het toezicht wat verder Fiat Justitia februari 2009

107


i n te rvi ew optrekken. Het belang van goed toezicht is op dit moment in ieder geval goed uit te leggen. Eind oktober 2007 zei u dat er geen hypotheekcrisis zou komen in Nederland. Maar 20 december 2008 is door de AFM de noodklok geluid?

Eind oktober 2007 heb ik gezegd dat zoiets als in de omvang van de Verenigde Staten niet te verwachten is in Nederland. Deze stelling houd ik ook nog steeds staande. Wat we in Nederland de afgelopen twintig jaar wel hebben gemerkt, is dat de prijzen fors zijn gestegen. Daardoor zijn de leningen groter geworden en binnen die leningen is het aflossingsvrije gedeelte ook sterk toegenomen. Dat zijn zaken waar zorgvuldig naar moet worden gekeken. Een aantal maanden geleden hebben wij als AFM al aan­ gegeven extra scherp op over­kreditering te gaan letten. Krijgen mensen niet een te hoge lening aangesmeerd? Althans, vaak willen mensen dat zelf natuurlijk. Maar op zo’n moment moet een bank toch die mensen tegen zichzelf in bescherming nemen in plaats van er in mee te gaan.

“Ik vind het niet alleen maar slecht dat er ergens een grote bank is geknald” U noemde in de Volkskrant het failliet laten gaan van Lehman Brothers een moedig besluit. Hoe kijkt u in dat licht tegen het overheidsingrepen van de Nederlandse staat bij Fortis en ING aan?

Over het specifieke geval van Lehman Brothers heb ik niet zo’n duidelijke opinie, maar ik vind het niet alleen maar slecht dat er ergens een grote bank is geknald. Anders draag je wel heel erg de boodschap uit dat de overheid alles zal garanderen. 108

Fiat Justitia februari 2009

Overigens denk ik dat de Nederlandse staat niet veel anders kon dan ingrijpen, dus daar wil ik geen kritiek op hebben. Maar ook zonder het faillissement van Lehman Brothers zou er vast wel weer een andere aanleiding zijn geweest, waardoor de koersen nog verder zouden dalen. Hoe gaat de AFM om met signalen uit de markt?

Dit is iets wat we nog sterk willen verbeteren. We krijgen heel veel spontane signalen, van zowel consumenten als bankiers. Die moeten wij allemaal verzamelen en bekijken. Je wilt niet in een situatie terechtkomen, zoals de SEC (Securities and Exchange Commission, red.) in de Verenigde Staten, waarbij men niet kon vaststellen wat er precies met de klachten gedaan is. Op dit moment kunnen wij ook niet altijd vaststellen wat er met signalen uit het verleden is gebeurd. Dit moet altijd teruggevonden kunnen worden: vandaar dat wij dit proces met behulp van ICT gaan systematiseren.

Heeft de AFM voldoende machtsmiddelen en inzicht in de markt?

Grotendeels wel, maar er zijn dingen die we anders zouden willen. Nu mogen we bijvoorbeeld kijken tot 50.000 euro bij investeerders, maar we zouden wel wat hoger kunnen zitten. Het belangrijkste is dat we de instrumenten die we nu hebben, beter gaan benutten. Daarnaast kunnen we boetes uitdelen, maar die zijn voor sommige categorieën misstanden te laag, of kunnen te traag worden uitgedeeld. We hebben wel een soort verlanglijstje, maar dat willen we niet te veel opblazen. De AFM doet onder andere onderzoek naar Fortis en de gang van zaken bij ING. Hoe gaat zo’n onderzoek in zijn werk?

Over precieze gevallen mag ik uiteraard geen mededelingen doen. Maar bij een onderzoek kunnen we heel veel gegevens opvragen. Stel dat er bij een bank sprake is van misleidende geruchten, of van het vermoeden dat een bank pas in een veel te laat stadium


naar buiten bracht dat het een beroep moest doen op de kapitaalmarkt, dan kunnen wij bijvoorbeeld het interne emailverkeer van zo’n bank bekijken. Het toezicht is dan ook voornamelijk achteraf. In de Volkskrant zei u het premier Balkenende kwalijk te nemen, dat hij de dreiging van een recessie te laat kenbaar heeft gemaakt.

Op de vraag of Balkenende dat niet eerder had kunnen aangeven, heb ik geantwoord dat hij het inderdaad iets eerder had moeten zeggen. Aan de andere kant heb ik er direct bijgezegd, dat ik mij kan voorstellen dat je als minister-president de boel niet verder de put in wil praten. Maar ik denk toch dat je het beste zo realistisch mogelijk moet zijn, als je wilt dat mensen blijven geloven wat je zegt. Als politicus kun je niet altijd zeggen wat je denkt: je moet zorgvuldig afwegen wat het effect van je woorden kan zijn. Uit de peilingen blijkt dat de PvdA flink punten scoort, mede door het optreden van minister van Financiën Wouter Bos. Welke koers moet de VVD volgens u varen om ook te kunnen ‘profiteren’ van deze financiële crisis?

Ik denk dat de VVD er goed aan heeft gedaan om al in een heel vroeg stadium aan te geven dat dit verkeerd zou gaan aflopen. Toen Mark Rutte een jaar geleden voorspelde dat deze crisis zou uitmonden in een recessie, werd hij zo’n beetje door iedereen voor gek verklaard. De VVD heeft op economisch gebied een ijzersterk verhaal, waar we nog steeds een monopolie op hebben. En dat geluid blijft altijd nodig. De aankomende jaren worden niet gemakkelijk en dat is voor de oppositie vaak wat beter dan voor de regering. Naar mijn idee is realistisch zijn en de waarheid vertellen nog altijd de beste optie, en daar zou ik dan ook op inzetten. Kan er met onder meer de Wereldbank, de IMF, de FED, de ECB, de AFM en het ministerie van Financiën als toezichthouders op de financiële

markten niet geconstateerd worden dat het toezicht gefaald heeft?

Aan de hoeveelheid zal het niet liggen. Ik denk dat er over heel de wereld naar het toezicht gekeken moet worden. Het is te gemakkelijk om te zeggen dat dat alleen in de Verenigde Staten moet gebeuren. In de Verenigde Staten zijn heel veel fouten gemaakt en er is sprake van een verbrokkelde systematiek. Ik denk dat de IMF en meerdere wereldorganisaties dan ook een goede schoonmaakbeurt kunnen gebruiken en nieuwe, opkomende economieën als China en India een zwaardere plaats in het geheel moeten krijgen. Maar ik heb gezegd dat het in

“Feit is dat de staatsschuld in twee maanden is gestegen van 42% BBP naar 57% BBP; dat is ongeveer acht jaar bezuinigen” Europa niet veel beter is. Hier zijn ook grote fouten gemaakt en is eveneens sprake van een verbrokkelde systematiek met 27 lidstaten. Al deze lidstaten hebben hun eigen toezicht­ houders en ook daar mag misschien wel wat in opgeschoond worden. Zou u pleiten voor een Europese toezichthouder?

Daar zou ik toch voor zijn. Maar dan hoeft het geen grote club te worden. Bij de oprichting van de ECB – een monetaire club – is De Nederlandsche Bank bijvoorbeeld fors afgeslankt. Dus als je het op Europees niveau wat zwaarder optuigt, kun je nationaal wat inkrimpen. Het meest voor ogen heb ik een Europese toezichthouder die toeziet op de nationale toezicht­houders.

Hoe ziet u de toekomst van de financiële wereld, en van Nederland in het bijzonder?

Ik denk dat de financiële wereld toch vrij ingrijpend zal gaan veranderen. We moeten niet toe naar een systeem met veel meer toezicht of veel meer regels, maar wel naar een systeem met duidelijker regels: hogere dijken en betere dijkbewaking. We moeten minder vertrouwen op interne toezicht­ mechanismen van banken en we moeten juist meer verwachten van toezicht van buitenaf. Heel belangrijk is de beloningssystematiek. Bonussen leiden ertoe dat er veel risico genomen wordt. Dat is duidelijk gebeurd in de afgelopen jaren. Die bonussen moeten dus in elk geval in omvang worden gereduceerd en moeten ook terug­ gehaald kunnen worden als blijkt dat men te veel risico heeft genomen. Feit is dat de staatsschuld die jullie straks moeten gaan afbetalen in twee maanden is gestegen van 42% BBP naar 57% BBP. Dat is ongeveer acht jaar bezuinigen. En het is nog maar de vraag in hoeverre dat allemaal terugkomt. Laten we hopen dat al die banken weer goed privatiseren. Dat moet over heel de wereld gebeuren, dus dat is niet zo heel eenvoudig. Deze crisis zet ons wel een aantal jaren terug.

Over Hans Hoogervorst Hans Hoogervorst werd geboren op 19 april 1956. Hij was korte tijd lid van de PvdA, maar stapte in 1986 over naar de VVD. Voor die partij vervulde hij het staatssecretarisschap van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en was hij minister van Financiën en minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Tijdens de verkiezingen van 2006 was Hoogervorst campagneleider van de VVD. Kort daarna maakte hij bekend niet terug te willen keren in de politiek. In 2007 werd hij voorzitter van de Autoriteit Financiële Markten.

Fiat Justitia februari 2009

109


Afgestudeerd: ja Uitgeleerd: nee

Ploum Lodder Princen. Duidelijk

Als rechtgeaarde Rotterdamse advocaten en notarissen geloven we in vooruitgang. En daarvoor moet je aanpakken. Begin je als starter bij Ploum Lodder Princen dan word je vrij snel het diepe in gegooid. Daar leer je namelijk het meeste van. Zo snel mogelijk zelfstandig aan de slag. Daar geloven we in. Als het nodig is staat er natuurlijk altijd iemand aan de kant om te voorkomen dat je kopje onder gaat. Bel Claudia Kock, 010-4406420 of mail naar ckock@plp.nl. Voor meer informatie: www.plp.nl.


inte rv i ew

Lodewijk de Waal

Een strever naar rechtvaardigheid Een paar minuten later dan gepland, komt Lodewijk de Waal het statige kantoor van Humanitas binnenlopen. “Sorry jongens, mijn afspraak liep iets uit.” Echt een probleem kun je dat bij de oud-vakbondsleider niet vinden, want door zijn joviale voorkomen heb je al snel het gevoel dat je gezellig een biertje staat te drinken met een oude vriend. Het is dan ook moeilijk voor te stellen dat hij vier jaar geleden in Trouw sprak van een “met bloed ondertekend akkoord, op gezegeld papier”, doelend op de wijze waarop het toenmalige kabinet zich opstelde tegenover de werknemersorganisatie FNV, waarvan De Waal op dat moment voorzitter was. Zijn verhaal is interessant. Een man zonder diploma’s (“Zelfs geen zwemdiploma zeg ik dan altijd maar”) die het schopt tot ING-commissaris. Bijna vier jaar na zijn eerste interview met dit blad, is Fiat Justitia wederom naar Amsterdam afgereisd om zijn verhaal te horen. Wat is zijn visie op de financiële crisis? Tekst: Julia Leeman en Patrick Slob

Kunt u, om te beginnen, wat vertellen over uw periode in de schoolbanken?

Ik heb in Rotterdam op een basisschool gezeten. Dat is allemaal niet zo heel bijzonder, behalve dat ik in de zesde klas ziek werd. Dus dat jaar heb ik niet volbracht, maar ik heb die klas wel overgeslagen. Daarna ben ik naar het Sint Franciscuscollege gegaan, het huidige City College. Daar mochten toentertijd nog geen meisjes naartoe, want het was een katholieke school. Dus dat betekende een heel eind fietsen naar het meisjesgymnasium, haha. Maar het waren roerige jaren. Zo rond 1967 kwamen de scholierenvakbonden op en kreeg Nederland te maken met hevige studentenopstanden. Ik heb mij daar dusdanig fanatiek in gestort dat ik zelfs van school ben gestuurd. Wij begrepen inderdaad dat u het gymnasium in vijf jaar heeft gedaan?

Dat klinkt eigenlijk mooier dan hoe het daadwerkelijk is gelopen. Ik heb heel het zesde jaar namelijk nooit kunnen volgen. Onder andere mijn actieve deelname aan demonstraties en mijn rol in de scholierenvakbond maakte dat ik niet langer gewenst was in de schoolbanken. Daarbij kon ik moeilijk omgaan met het autoritaire karakter van de school. Dan werd de schoolkrant weer gecensureerd, vervolgens mocht er geen bier

gedronken worden op een feestje, er mocht gewoon helemaal niets. Ik heb in die tijd dan ook een interview gegeven aan een krant, met als kop ‘Rector Geers is een aartsreactionair’. Dat een leerling dan in de problemen komt, is achteraf niet onbegrijpelijk.

“Laten we hopen dat bankieren weer een stuk saaier wordt” Vervolgens bent u gaan werken?

Dat klopt. Merkwaardigerwijs was dat bij een onderdeel van ING, RVS Verzekeringen. Ik kwam daar op de afdeling onroerend goed terecht. Na zo’n drie à vier jaar ben ik bij de vakbond gaan werken. Dat was tegelijkertijd eigenlijk mijn opleiding, omdat alles in het kader van de vakorganisatie gebeurde. Iets wat vroeger overigens heel gebruikelijk was, maar wat op dit moment nauwelijks nog voorkomt. Werknemers stromen tegenwoordig al geschoold binnen. Bij de vakbond ben ik begonnen als administratieve kracht ter ondersteuning van de bestuurders, om vervolgens in 1997 voorzitter van de vakcentrale te worden. In die tijd was

de vakbond niet echt een branche waar naar diploma’s gevraagd werd. Toen was het veel belangrijker wat je deed en wie je was. Voor mij hielp bijvoorbeeld dat ik actief was binnen de jongeren­ afdeling van de ondernemingsraad van RVS en dat ik op dat moment kaderlid was bij de vakbond. Ik denk dat dat tegenwoordig anders ligt, omdat er Fiat Justitia februari 2009

111


i n te rvi ew veel meer naar kwalificatie gevraagd wordt. Aan de ene kant is dat een voordeel, omdat er beter gekwalificeerde mensen binnen­ komen. Aan de andere kant is het een nadeel, omdat mensen zoals ik in de vingers worden gesneden. Wat waren uw belangrijkste doelen als voorzitter van de FNV?

Het is niet zo dat een nieuwe voorzitter ineens een volledig nieuwe lijn gaat uitzetten. Ik zat voor mijn aanstelling als voorzitter al vier jaar in het federatie­bestuur van de FNV, als CAO-coördinator. Het voorzitterschap is dus meer een continuüm. Als vak­bondsbestuurder is het streven naar rechtvaardigheid erg belangrijk. Dat kan zich bijvoorbeeld uiten in zeggen­ schapsculturen of in opwinding over de onachtzaamheid op het gebied van arbeidsomstandigheden. Ik heb mij in mijn vakbondstijd altijd erg bemoeid met de beloningsdiscussie, omdat ik dat op dat moment het meest pregnante voorbeeld vond van oneerlijkheid. Het ging mij nog niet eens zo zeer om de hoogte van de inkomens, maar meer over mensen die zeiden: “Ik wil er 20% bij hebben, maar dat klootjesvolk daar beneden

112

Fiat Justitia februari 2009

moet maar lekker op 0% blijven zitten.” De FNV is in internationaal perspectief een heel bijzonder voorbeeld van een vakcentrale, omdat wij erg in het overlegmodel zitten. Sommige mensen noemen dat het poldermodel. Anderen vinden dat weer een scheldwoord. Maar ik ben altijd erg bezig geweest om dat model te onderhouden.

“In het buitenland denken ze dat wanneer het crisis is je elkaar de hersens in moet slaan” Blijven praten dus?

Blijven praten inderdaad. Het is belang­rijk om de interactie op te blijven zoeken, ook met de werkgevers. Die filosofie is erg Nederlands. Wij menen dat werknemers en werkgevers meer invloed kunnen uitoefenen wanneer zij het eens zijn, dan wanneer zij verdeeld zijn. In de Duitse en Franse vakbeweging wordt er rechtstreeks naar de politiek gelobbyd. Wij lobbyen

graag samen. Daar is een speciaal commitment voor nodig. Ik heb bijvoorbeeld in 1997 een heel grote deal gemaakt over flexibiliteit en zekerheid. Jaren later wordt daar ook in andere landen gebruik van gemaakt. Dat is dus gebaseerd op een bijzondere relatie met de overheid en samen optrekken met de werkgevers. In 2004 liep dat echter fout. Was dat tijdens het debat over de afschaffing van het prepensioen?

Inderdaad. In 2004 heb ik tijdens de grote demonstratie in Amsterdam, waar 300.000 mensen aanwezig waren, de menigte toegesproken. Dat was top, maar eigenlijk bedoeld om het model weer terug te brengen. Er heerste vanuit de werkgevers de gedachte ‘wij kunnen het wel alleen’, en het kabinet meende dat de vakbond had afgedaan. Die demonstratie was om alle partijen weer tot het inzicht te brengen dat er maar beter wel gepraat kon worden. Vindt u dat het model op dit moment weer terug is?

Ja, absoluut. Mijn opvolgster, Agnes Jongerius, heeft bijvoorbeeld ruim vóór het dieptepunt van deze crisis een goede deal gesloten, waarin staat dat


geen vakbond een loonsverhoging van meer dan 3,5% vraagt, omdat het slecht gaat met de economie. In Duitsland hebben we gezien dat men kort daarna in de automobielsector ging staken voor 8%. Dan vind ik dat het overlegmodel wederom zijn waarde bewijst. In het buitenland kunnen ze zich overigens niets bij dit model voorstellen. Die denken dat wanneer het crisis is je elkaar de hersens in moet slaan. U denkt dus dat het moeilijk is om dit model elders in Europa te laten werken?

Het is heel belangrijk dat partijen elkaar vertrouwen, omdat er vaak grote akkoorden worden gesloten, die eigenlijk niet goed staan opgeschreven. Een jurist zou er waarschijnlijk gehakt van maken. Op dat moment moet er dus op worden vertrouwd dat de centrale afspraken die zijn gemaakt, op decentraal niveau door zowel de bonden als de werkgeversorganisaties worden nagekomen. In andere landen is dat vertrouwen er absoluut niet. Het is een mentaliteit die in de meeste geïndustrialiseerde landen niet voorkomt. Wij zijn echt een handels­ land, waar in onze genen zit gebakken dat er voor iedereen wat te winnen moet zijn. Heeft u in uw periode als vakbonds­ leider een verschil gemerkt tussen de kabinetten Kok en de kabinetten Balkenende?

Ontzettend veel. In Paars I was de gedachte ontstaan dat het maar eens afgelopen moest zijn met dat over­ leggen. Dat kwam vooral van D66 en de VVD. Vervolgens ontstond het probleem rond de flexibilisering van de arbeidsmarkt. De werkgevers lobbyden bij het ministerie van Economische Zaken en wij lobbyden bij het ministerie van Sociale Zaken. Dat zorgde voor ruzie binnen het kabinet. Daarop gebeurde er iets heel bijzonders en iets heel Nederlands. Premier Wim Kok kwam met het voorstel om VNO en FNV met een oplossing te laten komen, zodat het kabinet er wetgeving van kon maken.

In drie maanden tijd hebben wij toen het akkoord flexibiliteit en zekerheid gemaakt. Dit maakte indruk op het kabinet en in de jaren daarna hebben wij een grote rol kunnen spelen in de driehoeksverhouding van regering, vakbondsorganisaties en werkgevers­ organisaties. Het kabinet Balkenende I bracht vervolgens een trendbreuk teweeg. De LPF werd regeringspartij en dat heeft volkomen ontregelend gewerkt. Er kwam een absoluut idiote minister van Economische Zaken, Herman Heinsbroek. Hij wist werkelijk niets van de economie en kreeg tijdens een overleg zelfs slaande ruzie met de toenmalige minister van Financiën, Hans Hoogervorst. Als werkgevers en werknemers zaten wij daar werkelijk als aan de grond genageld. Kwam daar verandering in tijdens het daaropvolgende kabinet?

Balkenende II was een kabinet dat vooral de rotzooi wilde opruimen en van niemand tegenspraak duldde. Dat was dus niet meer de amateuristische puinhoop van de eerste keer, maar een volkomen autistisch kabinet, dat zijn eigen weg uitzette. Dit zorgde voor een breuk met de regering en de werk­ geversorganisaties, die uiteindelijk slechts op te lossen was door het organiseren van grote stakingen. Wij

allemaal gebeuren, draaide de film weer terug en kort daarna klopte Gerrit Zalm aan: “Misschien moeten we toch weer een keer gaan praten.” Momenteel bent u directeur van Humanitas. Wat zijn exact de speerpunten van deze vereniging?

Het belangrijkste wat wij doen, is het aantrekken en begeleiden van vrij­ willigers, die met één op één contacten of in samenwerkingsverband mensen helpen om hun leven weer op orde te krijgen. Dat gaat om heel veel verschillende projecten, zoals hulp bij thuisadministratie en hulp bij het opvoeden van kinderen. Wij trainen de vrijwilligers intensief, en die vrij­willigers begeleiden vervolgens mensen tot zij zichzelf weer kunnen redden. Wij hebben zo’n 9000 vrijwilligers die we in kunnen zetten. Dit is allemaal opgezet vanuit een humanistische filosofie, om mensen zoveel mogelijk de regie te geven over hun eigen leven. Nadruk leggen op de positieve punten is heel belangrijk. Wat is eigenlijk de drijfveer om uw ziel en zaligheid te steken in het helpen van minderheden?

Het is toch heel sterk het denken vanuit gelijkwaardigheid. Een soort ongelijkheidcompensatie. Dat is wat een vakbondsorganisatie eigenlijk ook

“Er kwam een absoluut idiote minister van Economische Zaken, Herman Heinsbroek, die werkelijk niets wist van de economie en tijdens een overleg zelfs slaande ruzie kreeg met de toenmalige minister van Financiën, Hans Hoogervorst” hadden al draaiboeken klaarliggen, waarin we de Rotterdamse haven voor weken plat zouden leggen. En dat was ons gelukt ook! Vervolgens zijn er heel on-Nederlands 300.000 mensen naar het Museumplein gekomen om te demonstreren. Het kabinet zag dat

doet. Soms heeft dat een oorzaak en moet daartegen worden gevochten. En soms is het gewoon dat mensen een steuntje in de rug moet krijgen om weer op eigen benen te staan. Dat is vooral wat Humanitas doet.

Fiat Justitia februari 2009

113


i n te rvi ew U sprak in één van uw columns op de website van Humanitas over het volgende: “De kloof tussen de voedselbanken en de Wereldbank is zelden zo groot geweest”. Wat kunt u, gelet op deze uitspraak, zeggen over de oorzaak van de financiële crisis?

Er zijn heel veel praktische oorzaken, bijvoorbeeld dat toezichthouders niet goed hebben opgelet en de bonus­ structuur aanzette tot te veel risico. Ik heb zelf echter het idee dat er een soort culturele component achter zit. Men is uit het oog verloren waar het werkelijk om gaat. Een hypotheek moet worden verstrekt om iemand in een huis te laten wonen, niet omdat een bank er provisie voor krijgt. Het is losgezongen van waar het eigenlijk om gaat en dat vind ik het meest intrigerende aan deze crisis. Een voedselbank is een goed voorbeeld van een instantie waar duidelijk te zien is waar het om gaat. Ik denk dat een raad van bestuur van een grote bank­instelling of een ander groot concern te weinig feeling heeft met de echte stakeholders. Men is te gefixeerd op de financiële stakeholders, de investeerders en de aandeelhouders, en daardoor vergeten dat het gaat om het bedienen van de consument. Het systeem is losgeraakt van de werkelijkheid. Eigenlijk moeten we dit weer terugbrengen naar menselijke proporties, waar mensen elkaar kennen en ‘de baas’ nog weet wie zijn werknemers zijn. Een bijna filosofische gedachte. Dat is natuurlijk te groot om te veranderen, dus zullen we de praktische zaken moeten aanpakken. Eén van die praktische zaken is de kapitaalinjectie van 10 miljard euro in ING door de Nederlandse overheid. Kunt u vertellen hoe dit juridisch geregeld is?

Er zijn een soort certificaten verstrekt, zonder stemrecht. Het zijn dus geen aandelen. Het is echt een kapitaal­ injectie geweest, die vanuit de staat bezien misschien wel een iets te mooie deal is geweest. De overheid heeft namelijk een rendement van 8,5% en leent zelf tegen zo’n 4%. De staat kan aan haar deal met ING dus wellicht 114

Fiat Justitia februari 2009

zelfs verdienen. De verhoudingen van eigen vermogen en vreemd vermogen waren overigens prima in orde bij ING. Maar wanneer de markt geen vertrouwen meer heeft en de rating agencies jouw rating omlaag brengen, wordt het duurder om kapitaal aan te trekken. Er was voor ING dus geen andere keuze dan staatssteun aan te vragen. SP-kamerlid Ewout Irrgang heeft in de Volkskrant zijn ongenoegen geuit over de ongunstige voorwaarden waartegen ING de kapitaalinjectie heeft gekregen. Hij had liever gezien dat ING, net als Fortis, genationaliseerd zou worden. Wat is hierop uw visie?

Vanuit de filosofie van de SP is dat wel te begrijpen. Zij zouden het liefst de ijscoman op de hoek nog genationaliseerd willen zien, haha. Maar ik vind dat wanneer het enigszins niet hoeft, grote ondernemingen niet moet worden genationaliseerd. En in het geval van ING hoefde dat ook absoluut niet. Ik denk ook dat ING niet had ingestemd met nationalisatie. Dan had men een andere oplossing gezocht. Bijvoorbeeld door een deel van het bedrijf te verkopen. Naar mijn idee is blijvende nationalisatie van de bancaire sector in een globaliserende wereld onmogelijk.

“De SP zou het liefst de ijscoman op de hoek nog genationaliseerd willen zien” Die kapitaalinjectie is door minister van Financiën Wouter Bos onder bepaalde voorwaarden verleend, waaronder het recht om een tweetal commissarissen aan te mogen stellen. Daarvan bent u er één. Hoe is hij bij u terecht gekomen?

Hij wilde graag commissarissen benoemen die goed op de hoogte zijn

over hoe de politiek denkt over een aantal issues. Die issues gaan voornamelijk over governance-achtige zaken en over de beloningsdiscussie. Hij zocht dus mensen die aan die kwalificatie voldeden en waarvan hij dacht dat zij die taak aankonden. Misschien heeft in mijn geval een rol gespeeld dat ik twaalf jaar lang commissaris ben geweest bij een ontwikkelingsbank en zodoende bekend ben met de bancaire situatie. Ook ben ik commissaris bij PGGM, één van de grootste Nederlandse pensioenfondsen. Hoe valt uw rol als commissaris te definiëren? Behartigt u de belangen van de overheid of bent een objectieve factor binnen de raad van commissarissen?

Als juristen zouden jullie moeten weten dat het eerste helemaal niet mag. Het is een heel fijn juridisch spel en als een vergelijking gemaakt zou moeten worden, kan dat het beste met de commissarissen van het versterkte aanbevelingsrecht van een onder­ nemingsraad. Als ondernemingsraad van een grote onderneming heeft men het recht om een aantal commissa­ rissen voor te dragen. Dat heet het versterkte aanbevelingsrecht en is vergelijkbaar met deze situatie. Tussen de supervisory board van ING en de staat is overeengekomen dat minister Bos twee mensen mocht voordragen, die deze functie zouden kunnen bekleden. Ik ben dus voorgedragen door de staat, maar wordt eigenlijk pas benoemd op de algemene aandeelhouders­ vergadering van ING. In werkelijkheid ben ik dus nog niet in functie en heb ik de status van observer. Nu is het gecompliceerde dat tevens is overeen­ gekomen dat de twee commissarissen vetorecht krijgen over een aantal beslissingen, maar weer zonder instructies van de staat moeten handelen. Dat vetorecht heeft te maken met de omvang van de kapitaalinjectie?

Zeker, voor de staat is het natuurlijk van belang om te weten wat er met ING


houdt mij wel met beide benen op de grond. Als ik dan terugkom van ING, ga ik weer de ‘echte’ wereld in. Hoe beziet u vanuit zowel het perspectief van Humanitas als dat van ING de toekomst van de financiële wereld?

Minister van Financiën Wouter Bos tijdens het Tweede Kamerdebat over de recente ontwikkelingen rond ING

gebeurt. Zij hebben er wel 10 miljard euro ingestopt. Dus als ING bijvoorbeeld verkocht zou worden, wil de staat daar graag van op de hoogte zijn. Het vetorecht strekt zich overigens alleen uit over de beloningsdiscussie en grote

geld uit de markt kan worden gehaald. Maar het kan ook door het verkopen van enkele bedrijfsonderdelen. Ik zie dat overigens niet op korte termijn gebeuren. Ik denk dat er, tenzij er iets heel bijzonders gebeurt, zeker twee à drie jaren overheen zullen gaan.

“Het ene moment maak ik ruzie over 1000 euro met een mededirecteur en het volgende moment praat ik bij ING over een bedrag van 10 miljard euro” aandeleninkopen of aandelenverkopen. In de praktijk zal het vetorecht echter niet snel gebruikt worden. Ik heb zelfs nog nooit meegemaakt dat er binnen een raad van toezicht of raad van commissarissen gestemd werd. Laat staan dat iemand zijn vetorecht heeft gebruikt. In die zin werpt het zijn schaduw dus ver vooruit. Uiteindelijk is het de bedoeling dat die 10 miljard weer terugvloeit in de markt. Hoe ziet u dit voor zich?

De algemene gedachte is inderdaad wel dat dit geld terug gaat komen op de markt. Dat is ook mijn mening. Het geld moet gewoon op den duur heel gedeeltelijk worden teruggegeven. Doordat het duur geld is, zit daar ook wel een bepaalde stimulans in. ING wil er namelijk weer vanaf. Dat teruggeven kan op verschillende manieren. Dat kan zijn doordat de aandelenkoers weer stijgt en er zodoende ook weer

U bekleedt als directeur van Humanitas en als aankomend commissaris van ING twee zeer uiteenlopende functies. Hoe maakt u de omschakeling?

Dat is lastig. Het ene moment maak ik ruzie over 1000 euro met een mededirecteur en het volgende moment praat ik bij ING over een bedrag van 10 miljard euro. Nu moet ik wel zeggen dat ik hier bij de FNV al een klein beetje aan gewend was geraakt. Zo zat ik als voorzitter aan het staatsbanket met Koningin Beatrix en Nelson Mandela. En de volgende dag stond ik in een klein zaaltje met werklozen over hun uitkering te praten. Die discrepantie is mij dus niet vreemd. Ik ben ook juist van mening dat meer mensen dat moeten doen. Het zou werkelijk helpen als een raad van bestuur ook vrijwilligerswerk in de wijk deed. Zo raak je het loszingen van de werkelijkheid enigszins kwijt. Het is dus weliswaar ingewikkeld, maar het

Vanuit het perspectief van Humanitas maak ik mij wel een beetje zorgen over de opkomende werkloosheid. Als het gaat om de regie over het eigen leven is werkgelegenheid voor mensen erg belangrijk. Afhankelijkheid van uitkeringen en instanties is vreselijk naar. Bij Humanitas bereiden wij ons daar al op voor door mensen te leren op een verstandige manier om te gaan met hun inkomsten en uitgaven. Wat betreft de toekomst van de algehele financiële wereld hoop ik dat alles weer wat dichterbij de mensen komt en dat er minder risico genomen gaat worden. Dat die volkomen fixatie op het creëren van aandeelhouders­ waarden en de groei daarvan niet meer terugkomt. Dit geldt overigens niet alleen voor ING, maar voor de hele markt. Iedereen moet weer wat meer zijn verstand gaan gebruiken. Laten we hopen dat bankieren weer een stuk saaier wordt.

Over Lodewijk de Waal Lodewijk de Waal werd op 4 november 1950 geboren in Rotterdam. Hij bezocht enkele jaren het gymnasium, maar verliet deze voortijdig zonder diploma. Na een periode gewerkt te hebben bij RVS Verzekeringen, ging De Waal aan de slag bij een vakbond. In 1997 werd hij voorzitter van de vakcentrale FNV. In deze functie kreeg hij onder meer 300.000 mensen op de been tijdens een demonstratie op het Museumplein in Amsterdam. Tegenwoordig is Lodewijk de Waal directeur van de humanistische hulporganisatie Humanitas en treedt hij binnenkort toe tot de raad van commissarissen bij ING.

Fiat Justitia februari 2009

115


De weg naar de top van de internationale advocatuur is lang. Wij geven je vier dagen voorsprong. Advocaat word je niet zomaar. Laat staan internationaal

werk is, biedt Clifford Chance juridische toptalenten de kans

topadvocaat bij Clifford Chance, een van de grootste kantoren

om in vier dagen te ervaren wat werken aan de wereldtop

ter wereld met onder meer vestigingen in New York, Dubai,

inhoudt. Tijdens onze Select Class bezoek je onze kantoren

São Paulo en Sjanghai. Je zult niet alleen over een afgeronde

in Amsterdam en Londen en werk je aan een zeer realistische

rechtenstudie en juridisch talent moeten beschikken, maar ook over een karakter dat zich staande weet te houden in een complexe wereld. Jij weet wat er speelt

case, die de internationale aspecten van

SE L E C T C L A SS 5 t/m 8 me i 2 0 0 9

op nationaal en internationaal niveau,

ons werk goed weergeeft. En je ontdekt dat hard werken niet altijd ten koste hoeft te gaan van een ongedwongen sfeer. Ben jij een derde- of vierdejaars student rechten

zodat je cliënten zo goed mogelijk kunt bijstaan. En hoewel je

met bovengemiddelde talenten en ambities? En wil je in vier

misschien niet alleen maar successen boekt op je weg naar

dagen een voorproefje nemen op een glansrijke carrière in de

de top, laat je je inzet, visie en durf daardoor niet afremmen.

internationale advocatuur? Schrijf je dan vóór 30 maart 2009

Integendeel. Omdat een goed begin nog steeds het halve

in voor de Select Class op www.selectclass.nl.

Clifford Chance LLP

WA A R L I G T J O U W G R E N S ?


SPE Ci AL

JFr Skireis 2009 – Zell am See Tekst: Celeste Klomp

V

rijdag 23 januari jongstleden was het dan zover: de eerste editie van de JFR Skireis ging van start! Om 17:15 uur stond iedereen netjes met zijn of haar bagage voor de ingang van de universiteit te wachten op de bus, die pas driekwartier later aan zou komen. Na een stop in Nederweert en een hele nacht vol grappen, gesnurk en weetjes, kwamen we de volgende ochtend aan in Zell am See. Hier werden we ontvangen door de plaatselijke reisleidster van Husk, van wie wij een informatiepraatje kregen over het skigebied en verdere activiteiten. Op deze dag zijn er slechts een aantal fanatiekelingen de piste opgegaan. De meesten bleven echter rondhangen in het dorp om een beetje bij te komen van de lange reis. Nadat we ons appartement in konden en de kamers naar wens waren verdeeld, barstte het feest los! Zo goed als iedereen was te vinden in ‘onze stamkroeg’: het SLAM FM Café. Zondag begon de eerste echte skidag. Het was goed skiën: de pistes waren prachtig en het weer was goed. Voor enkelen van ons was het hun allereerste keer op de latten. Zo gaf Saulo Waardenburg les aan Jinne van Belle (onze topsporter die niet skiën kon) en Robert Goedhart. Zij waren overigens niet de enigen die op de oefenweide begonnen. Boven was het ook erg lekker: heerlijk in de zon met een wijntje erbij en af en toe een afdaling. Ook Mark Miedema had nog een toevoeging aan deze dag. Zo heeft hij ons allen geleerd waarom je moe wordt na het eten, de zogenaamde

afterdinnerdip. ’s Avonds ontmoette een deel van de groep elkaar weer bij het SLAM FM Café om nog even te après-skiën. Iedereen had het echter snel gezien: moe (door onder andere diezelfde afterdinnerdip) maar voldaan ging iedereen ‘vroeg’ slapen. Dit laatste was overigens niet voor iedereen weggelegd. In één van de kamers was iemand namelijk in slaap gevallen met de sleutel aan de binnenkant van de deur. Niemand kon dat appartement in. Deze persoon lag in een dusdanig diepe slaap, dat hij, voor ongeveer twee uur, door al het lawaai dat zijn kamergenoten maakten heen sliep. De rest van het dorp was wel klaar wakker. Respect! Maandag begon nog beter dan zondag, met een strak blauwe lucht! Vanaf een uurtje of acht was het al duidelijk dat het wederom een prachtige dag zou worden. Er is dan ook volop van genoten. Een groot deel van de groep ging richting Kaprun, anderen bleven in Zell am See. Ook onze lessers maakten al veel progressie: ik hoefde inmiddels niet meer als opvangnet voor hen te staan. Na een heerlijke lunch op de piste hebben we, mede door een zeer chagrijnig persoon vanwege een uiterst pijnlijke voet, de lift naar beneden genomen. ’s Avonds was er wat gedoe omtrent de bedden en de kamerindeling. Dit werd gelukkig allemaal snel weer opgelost, waarna iedereen gezellig met elkaar ging eten en vredig in slaap is gevallen. De volgende dag ging vrijwel de gehele groep naar Kaprun. Helaas was het weer niet zo mooi: het was mistig. Toch was het er heerlijk skiën en boarden. Wegens het slechte zicht had niemand echt haast om verder te gaan, dus hebben we een aantal uren doorgebracht in het restaurant onder het genot van schnaps. Het restaurant was dus erg geliefd! ’s Avonds werd iedereen opgetrommeld zich richting het SLAM

Fiat Justitia februari 2009

117


SP E C i A L FM Café te begeven: alles voor het groepsgevoel! Het was dan ook een erg gezellige avond, waar behoorlijk wat liters vocht doorheen zijn gegaan. Woensdag was het weer helaas ook wat minder: de mist bleef aanhouden en het sneeuwde. Om 07:15 uur werden er verse broodjes gehaald. Na een verrukkelijk ontbijt ging iedereen ondanks het mindere weer vrolijk de piste op. Door de sneeuwval waren de pistes in goede conditie. ’s Avonds was iedereen weer te vinden in het SLAM FM Café, waar de enige echte Menthal Theo voor de muziek zorgde. En wederom was het een zeer geslaagde avond. We

werd er veel offpiste geskied, wat er spectaculair uitzag! Om nog even wat kleur op te doen hebben we heerlijk op een terras in de zon gezeten. Na een prachtige dag hebben we weer gegeten bij Theo. Hier hadden we gereserveerd om kaasfondue te gaan eten. Onze glazen werden hier goed bijgevuld en het was verder nog een heel gezellige avond. Zaterdag was dan echt onze laatste dag. Iedereen stond ’s ochtends alweer vroeg buiten – sommigen onder het genot van een biertje – om de koffers naar een opslagruimte te brengen. Iedereen was ook goed brak van de avond ervoor. Toch is een groot deel van

hebben de verjaardag van Mark Miedema gevierd (je cocktail was erg lekker) en Stefan Farisi werd door Menthal Theo gekoppeld aan een Rotterdamse chick! De weersvoorspellingen zagen er voor de donderdag goed uit, maar helaas bleef de mist aanhouden en sneeuwde het nog licht. We kregen er in ieder geval wel een winters gevoel bij! De restaurants (en daar horen uiteraard ook schnaps bij) waren weer goed in trek! Het was weer een dag heerlijk skiën of boarden voor iedereen. Aan het einde van de middag zijn we met een ploegje naar een après-skibar op de piste gegaan. Hier was voor de mannen een hamertje tikspel te doen en wij dames zaten weer heerlijk aan de wijn! Toen het begon te schemeren zijn we terug gaan skiën, hoewel niet iedereen gelijk meewilde. Tijdens deze nachtelijke skitocht zijn we bij een mooi chalet aan de piste wat gaan eten. Deze tent bleek van een Nederlandse man te zijn, Theo. We hebben het daar erg naar ons zin gehad en bovenal heerlijk gegeten. Vrijdag was helaas alweer onze laatste echte skidag. Het weer was daarbij echt super! Dus hebben we vroeg de bus naar Kaprun gepakt om hier volop van te gaan genieten. Het skiën was weer helemaal geweldig! We hebben veel afdalingen gedaan. Ook 118

Fiat Justitia februari 2009

de groep de piste nog opgegaan, om echt alles uit de vakantie te halen wat erin zat! Niet dat het skiën nou zo erg goed ging: moeheid en slecht zicht is niet zo’n goede combinatie! Tegen de middag begon het bovenin echter op te klaren, waardoor we nog heerlijk van de zon hebben kunnen genieten. Hierna zijn we gaan zwemmen om enigszins fris te zijn voor de terugreis. Na ons laatste maal in Zell am See hebben we de bagage weer opgehaald en werd de bus ingeladen. De busreis was een stuk rustiger – niet qua gesnurk overigens – dan de heenreis. Moe maar voldaan zijn we naar huis gereden. Zondagochtend kwamen we weer veilig aan in het vertrouwde Rotterdam. Zo snel als dit verhaal te lezen is, zo snel is naar mijn idee deze week voorbijgegaan. Ik wil dan ook op deze manier de skireiscommissie 2008-2009 bedanken voor wat zij hebben neergezet. Het was een fantastische reis, waar ik het enorm naar mijn zin heb gehad! En ik durf te zeggen: met mij nog velen!


Disp u te n

CIA (Criminologie in Actie) Beste lezer, Met de champagne en oliebollen al een tijdje achter de kiezen is het ‘besturen’ weer begonnen. Inmiddels zijn ook de tentamens van het tweede blok geweest en iedereen begint eindelijk echt gewend te raken aan het leventje in L7-30. De afgelopen maanden zijn in sneltreinvaart voorbijgevlogen en met een aantal zeer geslaagde activiteiten mag CIA terugkijken op een mooie start. De Interstedelijke Criminologie Dag vond dit jaar plaats in Amsterdam. Met het thema ‘jeugdcriminaliteit’ werd een breed criminologisch onderwerp aangesneden. Workshops en lezingen over onder andere loverboys, kinderprostitutie en de patseraanpak werden door zo’n honderd criminologiestudenten gevolgd. Na de workshops vond er een debat plaats met de directeur van bureau Halt. Verder is CIA naar de Turkse opera ‘Dilek’ geweest. In deze opera werd de eerwraakkwestie aan de kaak gesteld. Voor iedereen die meeging met dit uitstapje was het een bijzondere ervaring. Beerfreax, één van de mooiste CIA-feestjes van het jaar, was ook super! Met meer dan 150 mensen in de overvolle sociëteit van het RSG, heeft iedereen een ontzettend gezellige avond gehad.

In duplo Geachte lezer, Na het verschijnen van de laatste Fiat Justitia zijn we inmiddels een tijd verder. Dit betekent ook dat verschillende activiteiten zijn afgerond. Naast de gebruikelijke, druk bezochte borrels, een pooltoernooi, een avondje wintersporten et cetera, et cetera, kunnen we met trots terugkijken op verschillende grote activiteiten.

De komende weken zal CIA ook niet stilzitten. Zo zal er begin februari een ex-delinquent langskomen om ons zijn levensverhaal te vertellen. Een week daarna zal bovendien een bezoek worden gebracht aan de politie in Utrecht. Hier zullen we een kijkje achter de schermen nemen bij de afdeling forensische opsporing. Ook zal een kleine delegatie CIA’ers gaan kijken bij Delta Psychiatrisch Centrum. Verder zullen we met een grote groep afreizen naar Amsterdam, om daar een middag rond te dwalen over de Wallen. Onder leiding van een oud-politieagent zullen alle duistere cafés en illustere bordelen worden bezocht.

Allereerst de Kennismakingsreis: een reis speciaal georganiseerd voor de eerste- en tweedejaars studenten in het mr.drs.-programma. De kennismakingsreis staat vooral in het teken van gezelligheid, kennismaken met elkaar en kennismaken met In Duplo, de studievereniging voor mr.drs.-studenten. Zo mocht het gebeuren dat een groep van veertig enthousiaste studenten vertrok richting de Duitse stad Keulen. Na een aantal dagen van ontspanning, gezelligheid, veel lol en veel minder slaap in het Duitse was de reis ten einde. Een bijzonder geslaagde kennismaking voor iedereen!

Ook organiseert CIA in samenwerking met Studium Generale op 11 maart een interessant debat over de louche praktijken in de onderwereld. De verwevenheid die er bestaat tussen de onder- en bovenwereld zal tijdens dit debat in Café de Unie centraal staan. Iedereen die geïnteresseerd is, is uiteraard van harte welkom!

Een ander evenement waar wij met veel genoegen op terug kunnen zien, is de Talent Class 2009. De Talent Class is een dag die staat voor kennismaken met bedrijven, inhoudelijke verdieping en diepgaande lezingen. Verschillende bedrijven, zoals Unilever, Heineken, een aantal toonaangevende advocatenkantoren en vooraanstaande consultancybedrijven hebben zich gepresenteerd op deze dag. Verdiepende casussen, interessante borrels en een gezellig diner waren het resultaat gedurende deze dag in het Zalmhuis. Een interessante en diepgaande lezing door nummer één M&A advocaat Burggraaf (Allen & Overy) was ook een groot succes. Vele ouderejaarsstudenten van In Duplo hebben op deze manier een goede kijk gekregen op de werkzaamheden van de verschillende bedrijven.

Wil je meer weten over onze activiteiten, neem dan vooral een kijkje op onze website (www.svcia.nl). Heb je vragen of opmerkingen dan kun je altijd een mailtje sturen naar onze secretaris via info@svcia.nl.

Ook de komende periode gaan wij door met het organiseren van allerhande activiteiten. Zeer aanstaande is de diesviering van onze verenging op donderdag 12 maart in café Sus&Co. Ook gaan onze blikken alweer verlangend uit richting de maand mei. In deze maand zal In Duplo met 25 geselecteerde topstudenten afreizen richting Curaçao. Een afwisselend programma, met tijd voor ontspanning maar ook met vele interessante bezoeken aan bedrijven en instanties, is in de maak. Naast deze activiteiten worden er ook allerlei andere dingen georganiseerd: de komende HALV, verschillende interessante bedrijfsbezoeken en ontspannende activiteiten staan op het programma. Met criminologische groet, Anouk de Riet Claudia van de Velde Anneloes Geerts David van Hooren Merel Huurdeman

Mocht je meer willen weten over de vereniging of over één van de activiteiten, kijk dan op induplo.nl of kom langs op H7-05.

Fiat Justitia februari 2009

119


D i sp u te n

Het Ondernemingsrechtelijk dispuut (O.R.D.) Beste rechtenstudenten, Het collegejaar 2008-2009 is alweer over de helft. Dit geldt ook voor het O.R.D. Sinds begin september 2008 heeft het O.R.D diverse activiteiten met veel succes georganiseerd.

Ius Mobilé Beste lezer, Vele gebeurtenissen hebben zich voltrokken sinds onze kennismaking in de eerste editie van Fiat Justitia. Amerika heeft een nieuwe president en het Midden–Oosten heeft weer honderden doden gescoord. Als rechtenstudent ben je zowel bezig met de ontwikkelingen in het buitenland als op eigen grondgebied. Zoals Sir Francis Bacon heeft gesteld in één van zijn quote’s: “Laws and institutions must go hand in hand with the progress of the human mind”. En zo stellen ook onze formele en materiële wetgeving zichzelf keer op keer op de proef. Wij rechtenstudenten maken niet alleen deel uit van het recht en de instituties, maar stellen ook vereisten, zetten vraagtekens bij en voegen toe wat volgens ons inzicht recht behoort te zijn. De allereerste activiteit van Ius Mobile op 5 december 2008 was een poging om vraagtekens te stellen bij, en het toevoegen van jullie inzichten aan, het recht over een problematiek genaamd “Terrorisme”. De lezing van Prof. Tariq Ramadan op 5 december 2008 liet vele aanwezigen beseffen dat terrorisme twee gezichten kent, die van de uncivilized zoals Al Qaida, maar ook die van de civilized genaamd “use and abuse”, zoals een inval op Irak door het westen. Door de jaren heen zijn heel veel onderwerpen steeds belangrijker geworden voor de mensheid, zoals gelijkheid, oorlogsmisdaden en vrijheid op bepaalde grondrechten. Op al deze rechten en geboden probeert het recht door middel van zijn instituties een antwoord te geven. Een bezoek georganiseerd door Ius Mobilé aan de Commissie Gelijke Behandeling op 15 januari jongstleden was daar een voorbeeld van. Vragen zoals wat betekent gelijkheid? Welke definitie kent men toe aan discriminatie? Wat zijn de grenzen voor het handhaven van probleemstellingen? Deze vragen zijn simpel gesteld, maar moeilijk te beantwoorden. Zoals vaak op geschrift wordt gesteld: “common sense often makes good law”, des te moeilijker de aansluiting op de praktijk te vinden is. Grondrechten, zoals vrijheid van meningsuiting en vrijheid van geloof worden vaak geschaad tijdens oorlogen. Oorlogsmisdaden en mensenrechtenschendingen zijn dan ook niet geoorloofd, maar hoe werkt een organisatie die zich bezighoudt met het beslechten van conflicten, het bestraffen van onrecht en het in evenwicht houden van het begrip rechtvaardigheid? Om op die vragen antwoord te krijgen zal Ius Mobilé de komende maanden een bezoekje gaan brengen aan het Joegoslavië-tribunaal en het Internationaal Gerechtshof. Houd daarvoor de channelberichten in de gaten! De site van Ius Mobilé, www.Iusmobile.nl zal worden hernieuwd . Wij zullen stageplekken, vacatures en onze aankomende activiteiten voor jullie op de site zetten. Dus blijf de site in de gaten houden voor veel meer nieuws! Bestuur Ius Mobilé

120

Fiat Justitia februari 2009

Het O.R.D. biedt rechtenstudenten de kans om kennis te maken met de praktijk. Rechtenstudenten die graag werkzaam zouden willen zijn in de ondernemingsrechtelijke praktijk van de advocatuur, of een functie in het bedrijfsleven ambiëren, zijn van harte welkom bij het O.R.D. Vooral voor studenten die een master financieel, bedrijfs-, of (algemeen) privaatrecht doen, of willen gaan doen, is het O.R.D. hét dispuut voor jou! Het O.R.D. organiseert komend halfjaar ook nog verschillende activiteiten. Zo staan er diverse kantoorbezoeken, borrels en andere activiteiten op de planning. Met een aantal O.R.D.-leden, zijn we vlak voor de tentamens gaan bowlen. Daarnaast is vlak na de tentamens een start gemaakt met de O.R.D. Linklaters Legal English Course. Tot nu toe hebben er twee workshops plaatsgevonden. De deelnemers zijn heel enthousiast, maar moesten even wennen aan het hoge niveau van de cursus. In april zal de belangrijkste activiteit van het O.R.D. plaatsvinden, namelijk de O.R.D. Corporate Law Trip in New York. Er zullen voor, tijdens en na deze studiereis meerdere onderzoeksgerelateerde bezoeken aan diverse instanties worden gebracht. Onder andere bezoeken we een aantal grote advocatenkantoren, banken en de beurs. Spreekt het O.R.D je aan en wil je lid worden? Online inschrijven is mogelijk via de website: www.ordispuut.nl. Voor meer informatie kun je op de website terecht. Heb je een vraag, stuur dan een e-mail naar bestuur@ordispuut.nl

Met vriendelijke groet, Het O.R.D.-bestuur 2008-2009 Thomas Evers – Voorzitter Tagea Pinas – Vicevoorzitter Nancy van den Oord – Penningmeester Lex Klapwijk – Commissaris Extern Marnix Pieter Schop – Commissaris Intern


D.J. Veegens Beste studenten, Het is eigenlijk al iets te lang 2009 om jullie een gelukkig nieuwjaar te wensen, maar we wensen jullie toch nog even alle goeds voor dit jaar. Hopelijk zijn jullie voornemens om lid te worden van ons dispuut, of, nog mooier, jullie zijn al lid geworden!

Probus Beste studenten, Het tweede semester van het studiejaar 2008-2009 is op het moment van schrijven net begonnen. Gedurende dit semester zullen wij als bestuur verschillende activiteiten organiseren. Hiermee willen wij Probus dit jaar nog meer bekendheid geven onder de studenten. Wat is Probus? Probus is het privaatrechtelijke dispuut van de JFR. Als je geïnteresseerd bent in het rechtsgebied van het privaatrecht, dan biedt Probus je de mogelijkheid om je verder oriënteren op dit gebied door deel te nemen aan onze activiteiten. Aangezien deze activiteiten verder reiken dan kantoorbezoeken aan advocatenkantoren, zijn wij een dispuut dat ook wat kan bieden voor studenten die naast de advocatuur eens iets anders willen. Na in voorafgaande jaren onder meer Das Rechtsbijstand in Rijswijk te hebben bezocht en verschillende leuke en geslaagde lezingen te hebben georganiseerd, waaronder vorig jaar met gerechtsdeurwaarder Flanderijn, gaan wij dit jaar een stapje verder… Zo hebben wij begin februari een zeer geslaagd beroepenforum georganiseerd. Studenten kregen hierdoor de gelegenheid om zich door middel van het stellen van vragen en het bespreken van stellingen een beeld te vormen van carrièremogelijkheden na hun studie. Wat kun je dit jaar nog meer van ons verwachten? Gedurende het tweede semester van dit studiejaar zullen wij meer leuke activiteiten organiseren. Er staat onder andere een bezoek aan het hoogste rechtscollege, de Hoge Raad, op de agenda. Daarnaast willen wij een lezing organiseren over het arbeidsrecht en een bezoek brengen aan een bekend Rotterdams advocatenkantoor. Houd Probus dus in de gaten! Voor meer informatie, vragen, opmerkingen of voor het inschrijfformulier van Probus kun je terecht op onze website, www.dispuutprobus.nl. Bezoek ook eens onze Hyves- pagina, www.dispuutprobus.hyves.nl. Wij hopen jullie snel te ontmoeten op één van onze activiteiten!

Spijt zul je er niet van krijgen, het is hartstikke gezellig en we zijn volop bezig met onze superleuke activiteiten. De pleitcursus hebben we afgelopen december afgerond. Wij vonden het weer erg geslaagd en de deelnemers hebben dat ook zo ervaren. De masterclass pleiten zal in februari beginnen. Er zullen vijf vooraanstaande advocatenkantoren worden bezocht, waarbij de deelnemers onder begeleiding van advocaten inhoudelijk zullen worden getraind in “verdiepend” pleiten en in het schrijven van vonnissen. Voor deelname aan de masterclass is vanwege dit verdiepende karakter enige voorkennis vereist. Deelname aan de beginnerspleitcursus, het vak oefenrechtbank of een andere pleitcursus is vereist. Wil je deelnemen aan de masterclass, reageer dan snel, want voor de masterclass is maar een beperkt aantal plaatsen – maximaal twaalf – beschikbaar. Daarnaast is de organisatie voor de Rotterdamse Pleitwedstrijd in volle gang. Het gaat erg snel nu, maar we zien met gezonde spanning ontzettend uit naar deze dag. Uiteraard hebben we voor het Veegensteam ook pleiters nodig. Dus denk je dat je een goede pleiter bent? Geef je op! We zullen overigens op Sin-Online nog informatie verstrekken over de Rotterdamse Pleitwedstrijd én over de Nationale Pleitmarathon, want voor beide wedstrijden willen we uiteraard de beste pleiters selecteren. Tot slot kunnen wij met trots zeggen dat – met dank aan onze reis­ commissie – de studiereis van DJ Veegens naar Londen zal plaatsvinden van woensdag 8 april tot en met zondag 12 april 2009. Nadere informatie volgt zo snel mogelijk op de website en via Sin-Online, maar mocht je nu al weten dat je meewilt, laat het ons gewoon weten! Rest ons alleen nog te zeggen: tot snel bij één van onze activiteiten en uiteraard bij onze volgende borrel! Het 24e DJ Veegens bestuur Archana Mahabiersing Lieneke Louman Joyce van de Kreeke Emel Cekic Website: www.djveegens.nl E-mail: djveegens@hotmail.com/info@djveegens.nl

Met vriendelijke groet, Het bestuur van Probus 2008-2009 Deborah van Zanten – Voorzitter Carolin Vethanayagam – Penningmeester/Vice-voorzitter Jocelynn Tetelepta – Secretaris

Fiat Justitia februari 2009

121


D i sp u te n

Wichmann Beste student, Het is binnenkort lente en dat heeft ons bestuur weer aangemoedigd activiteiten te organiseren. Wij, het strafrechtdispuut Wichmann, hebben weer een aantal leuke strafrechtelijk gerelateerde activiteiten voor jullie in petto. Ons befaamde Beroepenforum vindt in februari plaats, waarbij de studenten de gelegenheid krijgen om van praktiserende strafrechtjuristen informatie over zeer diverse beroepen te krijgen. Daarnaast gaan we naar het Pieter Baancentrum en staat er een knallende lenteactiviteit op het programma! Houd wichmanndispuut.nl of wichmann.hyves.nl in de gaten voor info over komende activiteiten. Uiteraard vinden wij het leuk als jullie je bij onze Hyves aansluiten. De activiteiten van de afgelopen maanden waren zeer geslaagd. We hebben een bezoek gebracht aan Penitentiaire Inrichting De Schie en we hebben een bezoek aan de Hoge Raad mogen brengen. Tijdens dit bezoek mochten we de behandeling van een cassatiezaak bijwonen, wat een bijzondere ervaring was. Tevens hebben we bij De Brauw Blackstone Westbroek een Masterclass Corporate Criminal Defence & Investigation gevolgd. Naast een inhoudelijke casus kregen we uitgebreid informatie over het opleidingstraject welke De Brauw Blackstone Westbroek voor aankomende advocaten in petto heeft. Deelnemen aan de activiteiten van het Wichmanndispuut is, naast kennismaken met de strafrechtelijke praktijk, ook een aangename manier om andere studenten te leren kennen. Het leuke van de deelnemers aan onze activiteiten is dat ze allerlei verschillende achtergronden hebben, maar dezelfde interesse, namelijk strafrecht. Masterstudenten, eerstejaarsstudenten, recent afgestudeerden en deeltijders: wij vinden het leuk zoveel variatie in onze deelnemers te zien. We nodigen jullie dan ook van harte uit om onze activiteiten bij te wonen. Als je lid wordt van ons dispuut, wat geheel gratis is indien je lid bent van de JFR en je nog niet lid bent van een ander dispuut, word je als eerste op de hoogte gebracht van onze nieuwe activiteiten. Tevens kan je tegen gereduceerd tarief aan onze activiteiten deelnemen. Wil je lid worden? Mail dan naar secwichmann@hotmail.com. Heb je een vraag, stuur dan een email naar wichmanndispuut@hotmail.com. Wij hopen jullie te mogen verwelkomen op ĂŠĂŠn van onze activiteiten! Met vriendelijke groet, Het Wichmann-bestuur Website: www.wichmanndispuut.nl, www.wichmann.hyves.nl Email: wichmanndispuut@hotmail.com

122

Fiat Justitia februari 2009 [advertentie]


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.