“Zijn vrije beroepers nu wat minder macho geworden?” Het was een journalist die me de vraag stelde. Ik moet toegeven dat ik even met mijn macho-mond vol tanden stond. De aanleiding van de vraag was de publicatie van onze ‘Polsslag van het Vrije Beroep’ waarin we ieder jaar al het relevant cijfermateriaal over de vrije beroepen bijeenzamelen.
De vraag stellen is ze beantwoorden. De journalist had gelijk me de vraag te stellen. Als we de cijfers over de vrije beroepen bekijken dan zijn er twee zaken die opvallen.
Vooreerst blijkt dat naast het stijgend aantal vrije beroepen er opmerkelijk veel stopzettingen zijn op relatief jonge leeftijd. Eén op 3 stopt tussen de 25 en 35 jaar en 22% stopt tussen de 35 en 45 jaar. Zeker bij advocaten, architecten, dierenartsen en paramedici is deze trend duidelijk aanwezig. Er is ook een verklaring voor. Veel studenten kiezen voor deze opleidingen, proeven even van het beroep via hun stage om dan te beslissen ergens anders aan de slag te gaan. Door de mix van opleiding en ervaring blijken dat trouwens zeer gegeerde profielen te zijn op de arbeidsmarkt.
Tweede vaststelling is dat het vrij beroep verder vervrouwelijkt. In globo zijn er nog altijd meer mannen (55%) dan vrouwen in het vrij beroep maar de afgelopen 10 jaar is er een stijging van het aantal vrouwen met 70%. En vooral: er starten momenteel meer vrouwen dan mannen in het vrij beroep.
Niet meer zo stoer dus die vrije beroepers. Et alors? Dat er meer vrouwen starten in het vrij beroep is een goede zaak. Het zorgt ervoor dat we op een andere manier kijken naar hoe het beroep wordt uitgeoefend. Met de nodige aandacht voor een goede balans tussen het privé-leven en het beroepsleven. Vrije beroepers staan duidelijk veel bewuster in het leven en maken keuzes. Ook om sommige zaken niet meer te doen. Het is een advies dat dagelijks wordt gegeven aan cliënten en patiënten. Logisch dat vrije beroepers het nu op zichzelf toepassen.
De vraag werd me trouwens gesteld door een vrouwelijke journalist op een zondagnamiddag in augustus. Ook niet zomaar een doordeweekse werkdag. Dat was pas macho.
Jan Sap
Secretaris-Generaal
Een nieuw werkjaar: denken aan opleiding (laten) volgen
Wist u dat sinds mei 2016 al meer dan 140 premies (voor meer dan 10.000 euro!) aan werkgevers werden terugbetaald voor opleidingen die zij en hun werknemers volgden?
Het nieuwe werkjaar is van start gegaan. Nieuwe regelgeving, nieuwe opportuniteiten komen misschien op u en uw medewerkers af. Tijdens functioneringsgesprekken kunnen opleidingen aan bod komen. Een opleiding volgen is voor veel werknemers een motiverende stimulans. Als werkgever heeft u er baat bij dat uw werknemer(s) up-to-date blijft/blijven en op een efficiënte manier kan/kunnen blijven werken.
Wie paritair comité 336 volgt kan op de website van Liberform gratis opleidingen vinden voor de werknemers. Voor (betaalde) opleidingen die u als werkgever en/of uw werknemer volgt, kan ook een beroep gedaan worden op de opleidingspremie. Alle informatie op www.liberform.be of via info@liberform.be.
Roadshow - Infosessies
De e-praktijk: zo werkt het web voor u Ontdek de meerwaarde van online werken in het vrije beroep
Bent u online actief als vrije beroeper? Zo ja, bent u er zeker van dat u alles haalt uit de nieuwe mogelijkheden die het internet u vandaag biedt? Is het antwoord op een van beide vragen ‘nee’, dan nodigen we u van harte uit op de nieuwe reeks actuasessies van de Federatie Vrije Beroepen in november en december.
Bijna 9 op 10 vrije beroepers is ervan overtuigd dat digitale toepassingen een meerwaarde vormen voor de uitoefening van hun beroep. Toch biedt ruim de helft van de vrije beroepen geen enkele online dienstverlening aan. En dan bedoelen we niet enkel betalende online diensten. Ook relatief eenvoudige toepassingen zoals een online afsprakenmodule of een online contactformulier ontbreken vaak. Dertig procent van de vrije beroepen heeft geen eigen website. Nochtans duiken er steeds meer online succesrecepten op, binnen én buiten het vrije beroep, die ook voor uw praktijk een pak tijd- of efficiëntiewinst kunnen opleveren. Ze helpen u om de samenwerking met uw cliënten of patiënten te vereenvoudigen en versterken zo uw relatie. Tijdens deze reeks infosessies van de Federatie Vrije Beroepen geeft spreker Lieven Van de Velde een presentatie op maat van het vrije beroep met concrete tips en voorbeelden. Wie deelneemt gaat naar huis met bruikbare ideeën om zelf te integreren in de eigen praktijk.
Spreker Lieven Van de Velde geeft al meer dan 15 jaar internet en e-marketing gerelateerde trainingen voor ondernemers en vrije beroepen. Vanuit zijn specialisatie zette hij YOUniverse op, een onderneming die instaat voor de coaching van KMO’s bij hun online activiteiten.
Deze sessie gaat een keer per provincie door:
16/11: Brugge
23/11: Gent
30/11: Antwerpen
7/12: Hasselt
14/12: Steenokkerzeel
Accreditatie voor permanente vorming is aangevraagd – check onze website. Meer info of inschrijven via www.federatievrijeberoepen.be/activiteiten
Net geen 300.000 vrije beroepers in België Polsslag 2016 brengt het vrije beroep in kaart
Eind 2015 telde België 295.179 vrije beroepers. Dat blijkt uit de Polsslag 2016 van de UNIZO Federatie Vrije Beroepen. De Polsslag bundelt alle relevante cijfermateriaal over vrije beroepen, zoals het aantal vrij beroepers, het aantal starters en stoppers en de tewerkstelling, op basis van cijfers van het RSVZ en RSZ. De vrije beroepen vertegenwoordigen zo meer dan één vierde, of 28,51% van het totaal aantal zelfstandigen. Dat is een pak meer in vergelijking met tien jaar terug. In 2005 was het aandeel van het vrije beroep goed voor één vijfde ofwel 21,26%.
Met zijn stijging van 3,20% het afgelopen jaar is de sector van de vrije beroepen voor het eerst wel niet langer de sterkst aangroeiende sector. “Dit is geen negatieve evolutie”, reageert Jan Sap, secretaris-generaal van de Federatie Vrije Beroepen. “Een continue aangroei van het aantal vrije beroepen kan op termijn onhoudbaar zijn. Er is nu al heel wat concurrentie
CONNECTeert u ook?
onder de vrije beroepen en voor velen is het een uitdaging het hoofd boven water te houden”. Uit de Polsslag 2016 blijkt nog dat 1 op 4 zelfstandigen in een vrij beroep start, dat er een groot aantal stopzettingen is bij de 25- tot 45-jarigen en dat de vrije beroepen samen ruim 275.000 mensen tewerk stellen.
Stoppers in het vrije beroep Opmerkelijk is het grote aantal stopzettingen bij de 25 tot 45-jarigen. 32,71% stopt tussen de 25 en 35 jaar, 22,81% stopt tussen de 35 en 45 jaar. Op beroepsniveau zien we een grote uitval bij de jonge (25-35) beroepsbeoefenaars bij de advocaten (59,03%), gerechtsdeurwaarders (53,85%), architecten (50,77%), dierenartsen (44,14%) en paramedici (41,19%). Een mogelijke verklaring volgens de Federatie is het groot aantal studenten die uit de opleiding uitstromen en die na hun stage beslissen om te stoppen. Na hun stage zijn deze mensen ook gegeerd op
Als je als accountant of boekhouder je cliënten nog beter wil adviseren over subsidies en steunmaatregelen, is www.connect.vlaanderen hét adres. Ook de komende twee jaar zetten we dit project verder. Ook voor u als vrije beroeper is deze website hét instrument bij uitstek om meer informatie in te winnen over subsidies en steunmaatregelen waarop u een beroep kan doen. Aarzel zeker niet om uw boekhouder of accountant te raadplegen.
Bereik CONNECT project 01/09/2014 tem 31/08/2016:
Enkele tevreden accountants en boekhouders:
“Ik zal hier in de toekomst zeker gebruik van maken. Doe zo voort!” “De sessie was heel duidelijk en zeer overzichtelijk, website is een zeer nuttig hulpmiddel. Top!”
de arbeidsmarkt. Ook de combinatie werk-privé en de concurrentiedruk speelt een grote rol. Een vrij beroeper vandaag is niet meer de vrij beroeper van pakweg 20 jaar geleden (meer concurrentie, meer rompslomp, meer gevraagde expertise, mondigere cliënten of patiënten…). Een deel van de mensen onderschat dit en haakt af.
Tewerkstelling
In 2015 stelden de vrije beroepen 275.684 werknemers tewerk. In de periode 2005-2015 steeg de tewerkstelling bij de vrije beroepen met 30,13% ofwel 63.829 werknemers. De toename van de tewerkstelling vertoont zich in alle sectoren. De grootste groei deed zich voor in de economische sector (+69,27%). Volgens de Federatie zijn vrije beroepen een te vaak onderschatte werkgever.
U kunt de Polsslag 2016 op eenvoudig verzoek opvragen via info@ federatievrijeberoepen.be.
In totaal stellen de vrije en intellectuele beroepen in België 275.684 werknemers tewerk. Dat is een stijging van +30,13% in 10 jaar. In 2015 zijn 103.200 personen gestart in een zelfstandige activiteit, waarvan 29.052 ofwel
28,15% in een vrij beroep. Met 5,46% is het aantal zelfstandige apothekers vorig jaar gedaald volgens het RSVZ. Daarmee is dit de sterkste dalende beroepsgroep in onze Polsslag.
interview
Willem Van Lynden: “Media hebben geen enkele reden om een negatief bericht te verwijderen. Vrije beroepen moeten het dus zelf doen.”
Online reputatiemanagement voor vrije beroepen
Hoe kunnen negatieve berichten op het internet verdwijnen?
Het internet vergeet nooit. Of je dat nu wil of niet, een foto die je liever nooit meer tegenkwam, blijft je jaren na datum nog op het wereldwijde web achtervolgen. Je zakenpartner, kinderen, familie of collega’s… Al wie je googelt, vindt alles over je terug. Een foto kan inderdaad gênant zijn, maar helemaal vervelend wordt het wanneer er online iets negatiefs over jou als beroepsbeoefenaar verschijnt. Een – onterechte – aanklacht voor een beroepsfout, een negatieve recensie… Ook dat blijft voor eeuwig en altijd zichtbaar. Van het internet verdwijn je quasi nooit. Maar er is goed nieuws; je kan je wel verstoppen, zegt expert Willem Van Lynden, oprichter van MediaMaze en gespecialiseerd in online reputatiemanagement.
Willem Van Lynden en zijn medewerkers proberen jouw online reputatie te verbeteren of te herstellen. Vrije beroepers leven van hun imago, dus dat moet goed zitten. Onjuiste, onvolledige of negatieve berichten op het internet hebben niet alleen een impact op jezelf als beroepsbeoefenaar, maar op het volledige kantoor. En daar zijn nog te weinig beroepsbeoefenaars zich van bewust. Willem Van Lynden: “Online reputatieschade is al een probleem, maar ik denk dat het nog een groter probleem wordt. Oudere beroepsbeoefenaars liggen er echter minder van wakker. Maar weet dat jongeren Google als eerste bron gebruiken. De oudere generatie beseft dit te weinig. Wat over jou bovenaan
Google staat, is belangrijk en zal dat steeds meer worden.”
Right to be forgotten Wie zich toch al bewust is over negatieve berichten die op het internet verschijnen, en die wil laten verdwijnen, kan bij MediaMaze terecht. Willem Van Lynden en zijn medewerkers helpen om dergelijke berichten te ‘verstoppen’. Echt verdwijnen zullen ze dus nooit, maar het bedrijf zorgt er wel voor dat ze niet meteen meer zichtbaar zijn. Van Lynden: “Media hebben geen enkele reden om een negatief bericht te verwijderen. Vrije beroepen moeten het dus zelf doen. Ze kunnen Google wel vragen om het te verwijderen, via
het Right to be Forgotten formulier, maar dat is heel moeilijk. Zijn het bijvoorbeeld professionele media die berichten over een professionele fout, dan gaat Google daar niet zomaar op in. Het is niet zoals een meisje dat een gênante foto liever ziet verdwijnen. De enige mogelijkheid is dan om het bericht onzichtbaar te maken. Zodat je het niet meer op pagina één ziet staan op Google, maar wel op pagina drie, vier of vijf. Er kijkt echt maar een paar procent van de mensen verder dan de eerste pagina.”
Werking Google
Om te weten hoe een bericht onzichtbaar wordt, is het belangrijk om de werking van Google te snappen.
Van Lynden: “De zoekmachine werkt volgens drie belangrijke pijlers. De eerste is de inhoud zelf en de relevantie ervan. Is het een goed verhaal, en is het volledig? Voor Google is er een wezenlijk verschil tussen een Wikipediapagina of een onbekende pagina die over jou als beroepsbeoefenaar bericht. Een naam is voor Google in vele gevallen ook relevanter dan een bedrijf of organisatie. De tweede pijler gaat over de autoriteit van de website. Krijgt jouw pagina veel links van overheidsinstellingen of gekende universiteiten, dan stijgt je betrouwbaarheid bij Google. Hoe meer links van betrouwbare sites, hoe meer autoriteit je eigen site genereert. Een
laatste pijler is de betrouwbaarheid van een bepaalde pagina. Eén pagina op een site kan populairder zijn dan een pagina op Wikipedia, omdat die bijvoorbeeld veel meer links gekregen heeft.”
Positieve berichten pushen
De kunst is volgens Van Lynden om een goede of betere combinatie van deze drie pijlers te maken om een negatief bericht te doen verdwijnen. Een concreet voorbeeld. Van Lynden: “Stel dat een specialist die samenwerkt met twee anderen een negatief bericht heeft staan op het internet. De praktijk heeft een gezamenlijke website met daarop een pagina ‘Over ons’. Die pagina vermeldt de drie namen van de specialisten. Dat is niet zo goed. Beter hebben ze elk hun eigen pagina, want dat is relevanter voor Google. Dat is ook beter voor de specialist die een negatief bericht heeft gekregen. Vervolgens moet je links gaan genereren. Stel dat die specialist gastspreker was is op een congres. Dan vraagt hij best aan de organisatoren om op de congressite te laten doorlinken naar zijn pagina. Ook vraagt hij om wat uitleg over zichzelf op de pagina te laten zetten. Maar dat is misschien nog niet genoeg om het negatieve bericht achteruit te schuiven. In dat geval gaan we links verzamelen. Bijvoorbeeld op sites die weergeven welke bedrijven of zelfstandigen er in de buurt zijn. Zo zorgen we ervoor dat de pagina van de specialist omhoog gaat, tot zolang die op pagina één staat.”
Kostenplaatje
Hoe veel werk het schuiven van pagina’s vergt, hangt af van de plaats waarop een negatief bericht staat.
Staat het op pagina één, dan is er natuurlijk meer werk dan wanneer het op pagina twee staat. Een bericht doen verdwijnen, kan makkelijk enkele maanden in beslag nemen. Ook de kostprijs is afhankelijk van geval tot geval. Een eenvoudig probleem kan MediaMaze oplossen voor minder dan duizend euro. In extreme gevallen, “de champions league van de problemen”, kan dat oplopen tot 25.000 euro. Volgens Van Lynden heeft dat niet zozeer te maken met het aantal uren werk dat ze erin stoppen, maar wel met het aantal links dat ze moeten vergaren. Die drijven de prijs naar omhoog.
Buiten de lijntjes kleuren Maar mag dat zomaar, links aankopen? Van Lynden: “Volgens de officiële regeltjes van Google mag het niet, maar soms kan je niet anders. Je gaat ook geen links verzamelen op een voetbalsite voor die specialist, maar je kijkt naar sites die verband houden met de vrije beroeper in kwestie. Je kan bijvoorbeeld een onderzoekje starten, zodat nieuwssites die content opnemen. Je vergaart dan niet noodzakelijk een link, maar je creëert content. We kleuren soms een beetje buiten de lijntjes, maar nooit te ver. We blijven in een grijze zone. In het ergste geval schorst Google bijvoorbeeld je pagina op LinkedIn, maar dan maak je gewoon een nieuwe pagina aan. We moedigen buiten de lijntjes kleuren niet aan, maar soms kan het niet anders om een probleem op te lossen. Trouwens, voor elke zoekterm op Google is er gemanipuleerd. Iedereen heeft wel iets gedaan om zijn pagina hoog in de zoekresultaten te krijgen en niemand heeft zich daarbij aan de regels gehouden. Je moet alleen
Volg ons webinar over Online reputatiemanagament
De Federatie Vrije Beroepen organiseert op 21 oktober een webinar over online reputatiemanagement. Willem Van Lynden toont tijdens dit webinar aan de hand van enkele praktijkvoorbeelden aantonen hoe je online reputatieproblemen oplost. Hij doorloopt met de deelnemers de verschillende stappen die je hiertoe moet nemen (o.a. right to be forgotten, privacy autoriteit en zoekmachine reputatiemanagement). Wie dat wenst, kan op voorhand zijn eigen verhaal doormailen. Dat wordt dan in het webinar behandeld met bijhorend gratis advies. Meer info en inschrijven via www.federatievrijeberoepen.be/ webinars
Drie gouden regels voor vrije beroepers
Online reputatiemanagement is moeilijk samen te vatten in enkele zinnen, maar toch probeert Van Lynden de drie gouden regels te destilleren.
1. Google jezelf. Maar google niet alleen jezelf, maar ook je praktijk/ kantoor, je initialen en je concullega’s. Kijk hoe je overkomt. Is de info die ik terugvind de info die ik aan de buitenwereld wil geven? Hoe kan ik het beeld verbeteren? En hoe kan ik me nog beter van mijn concullega’s onderscheiden? Vraag ook aan familie, vrienden of collega’s wat er nog zou kunnen verbeteren.
2. Kijk heel kritisch naar je eigen communicatiekanalen, want die heb je makkelijkst onder controle. Kijk naar je LinkedIn, Twitter, Facebook of eigen website. Wat staat er en welke indruk geeft dat? Potentiële cliënten of patiënten kennen je niet, maar gaan af op wat ze zien op het internet. Maak voor jezelf ook uit welke info privé en welke professioneel is. Het is niet altijd interessant om foto’s van jezelf met het gezin op vakantie online te gooien, want want je professionele contacten zien dat ook. Tenzij je natuurlijk bewust privézaken commercieel wil inzetten.
3. Kijk niet alleen offline, maar ook online. Hoe kan je zo positief mogelijk online staan. Vraag congresorganisatoren om je naam en wat uitleg over jezelf te vermelden. Je kan nog zoveel diploma’s aan je muur hebben hangen, je moet ook online zichtbaar en betrouwbaar zijn. Tegenwoordig kan je een blauw vinkje toevoegen aan je Twitteraccount. Hoe veel mensen weten dat het mogelijk is? En zo zijn er een heleboel van die kleine dingetjes die ervoor zorgen dat jij als vrij beroeper online er beter uitkomt.
niet te ver gaan. Google weet dat ook. Er is een grijze zone waarbij ze niet sanctioneren, want dan zouden ze het volledige internet moeten platleggen. Ik geef een voorbeeld. Als organisatie sponsor je een evenement. Op de pagina van dat evenement staat dan jouw logo. Klik je op dat logo, dan kom je op je eigen website. Maar de organisatoren van het evenement moeten eigenlijk een tag op jouw logo zetten die vermeldt dat Google er voor de beoordeling van de betrouwbaarheid van de link geen rekening mee mag houden. Maar niemand doet dat.”
Sociale media
Een probleem waar veel vrije beroepers mee kampen, zijn negatieve berichten op sociale media (lees ook het kaderstuk ‘Uit de praktijk’, red.). Een patiënt of cliënt is niet tevreden over de geboden service en smeert zijn ongenoegen in het lang en breed uit op sociale media. Valt daar iets tegen te beginnen? Van Lynden: “Sociale media zijn per definitie vluchtig. Berichten worden normaal chronologisch op een wall geplaatst. Wat vandaag nog bovenaan staat, staat morgen of zelfs al over een paar uur helemaal vanonder, er zijn intussen zoveel andere berichten bijgekomen. Het wordt natuurlijk wel vervelend als mensen je googelen en bijvoorbeeld het negatieve facebookbericht zien.”
Om hiermee om te gaan, zijn er verschillende mogelijkheden. Van Lynden: “Je kan ervoor opteren om het geven van reviews op jouw Facebookpagina onmogelijk te maken.
Dan stopt het probleem meteen. Natuurlijk kunnen mensen dan ook geen positieve reviews meer posten. Je kan negatieve berichten ook van je wall verwijderen. Maar tegen echte trollen (mensen die onophoudelijk negatieve berichten posten, red.) kan je weinig beginnen. Het is natuurlijk meer een communicatieadvies, maar probeer met mensen die een negatief bericht posten in gesprek te gaan. Als je natuurlijk op elke klacht antwoordt ‘we bekijken het’, dan sta je weer even ver. Het beste advies is om ervoor te zorgen dat je een eigen pagina hebt, daarover heb je controle. Plaatsen mensen iets op een openbare pagina, dan komt het in zoekmachines zonder dat je er vat op hebt. Maar hoe je moet reageren op negatieve berichten op sociale media, is minder onze specialiteit. Wij doen aan het verdwijnen van berichten. Van zodra sociale media overvloeien naar Google zoekopdrachten komen wij tussen. Wij zeggen niet wat je moet antwoorden, maar als je wil dat een bericht op sociale media van Google verdwijnt, dan doen we dat.”
Google jezelf
Is het eigenlijk nodig om meteen een bureau in te schakelen, of kunnen vrije beroepers zelf ook actie ondernemen? Van Lynden: “Het succes dat je zal hebben, hangt af van de grootte van je probleem. Voor de meeste mensen is het verzamelen van goede links onbekend terrein. Weet je, ik googel mezelf elke week wel eens. Je moet dat regelmatig – nu niet elke week – doen om te kijken wat er over je geschreven
interview
Tom Hendrickx:
“Een paar keer per jaar komen er ook negatieve reacties op onze pagina.”
is. Klopt dit beeld met hoe je over jezelf denkt en hoe je jezelf wil presenteren? En hoe kan je dat verbeteren? Waarom is niet zichtbaar dat je gastspreker was op dat congres? Je moet durven vragen aan congresorganisatoren om je te vermelden op hun congressite. Niet alleen je naam, maar ook een stukje tekst. Geef elke medewerker van je kantoor een eigen pagina op je site. Kijk elke keer wanneer je iets goed doet hoe je dat bovenaan de zoekmachines kan krijgen. Je mag nog zo’n goede columnist zijn in het vakblad van accountants, als dat stuk niet online staat, heb je er niets aan. Mensen laten hun online reputatie vaak aan het toeval over.
Maar dat moet je dus vermijden. Want dan kan het ook toevallig vervelend worden. Als het mis gaat, dan heb je een betere basis om het op te lossen. Online reputatiemanagement vraagt een andere mindset, je moet dingen durven vragen. Vrije beroepen zijn ondernemers, dat hoort er dus bij. Maar goed, mijn vader is advocaat, en dat soort dingen vragen is helemaal niet zijn afdeling (lacht).”
Verzekeren tegen online schade? Tegenwoordig bieden enkele verzekeraars een verzekering tegen online schade aan. Vorig jaar alleen al sloten zo’n 10.000 Belgen een dergelijke verzekering af. Van Lynden
Uit de praktijk
“In elke klacht zit een vorm van waarheid of je kan er iets uit leren”
Tom Hendrickx is mede-zaakvoerder van Dierenkliniek Sanimalia. Al enkele jaren heeft de praktijk een Facebookpagina. “Het beroep van dierenarts bevindt zich op het kruispunt tussen dienstverlening, gezondheidszorg en het commerciële. Wij vonden het dan ook belangrijk om een Facebookpagina te hebben. Zo creëer je toch een bepaalde cultuur rond de praktijk. Het is voor ons een manier om de band met het cliënteel te behouden, maar ook om nieuwe mensen aan te trekken”. Binnen de praktijk houdt één persoon zich met de pagina bezig. Hij post er onder meer wedstrijdjes, speciale röntgenfoto’s, nieuwtjes of wetenschappelijke artikels. Klanten kunnen er ook recensies posten. Over het algemeen verloopt alles goed. Al heeft Hendrickx ook al enkele negatieve ervaringen. “Een paar keer per jaar komen er ook negatieve reacties op onze pagina. Zo was er iemand die echte ‘bagger’ over ons heen gooide na het overlijden van zijn dier. Ik begrijp dat, mensen zien hun dier graag. En dat is maar goed ook, anders zouden wij geen werk hebben. Ook voor ons is het niet leuk wanneer een dier het niet haalt. Je steekt tijd in die patiënten. Maar je kan ze niet altijd redden. Je trekt je dat aan. Maar als iemand dan – zoals is gebeurd – honderden keren hetzelfde negatieve bericht op Facebook post, dan weegt dat door op het hele team. Wij waren daar echt niet goed van. Een vrij beroep is een persoonlijk beroep. Je legt er je ziel in. Dus je ligt automatisch wakker als iets niet goed gaat”. Sanimalia probeert negatieve posts altijd te beantwoorden, hetzij op de Facebookpagina, hetzij telefonisch, per mail of zelfs in een gesprek. Maar bij die ene persoon liep het helemaal fout. Toen de praktijk na een nochtans goed gesprek om een rechtzetting vroeg, begon het negatieve posten helemaal opnieuw. Ten einde raad zette Sanimalia de Facebookpagina een tijdlang op non-actief. Directe schade was er niet, de praktijk had in elk geval niet minder werk dan voordien. Maar de emotionele impact was voelbaar. Aan het afhalen van negatieve recensies heeft Hendrickx nog nooit gedacht. “Ergens is dat toch een vorm van transparantie? Het kan nergens perfect zijn en enkel positieve recensies is ook verdacht. Wij proberen om te gaan met minder goede kritieken. Ik geloof dat er in elke klacht een vorm van waarheid zit of op zijn minst moet je er iets uit kunnen leren”. Zijn negatieve ervaring met Facebook weerhoudt Hendrickx er niet van om online actief te blijven. “Je mag het kind niet met het badwater weggooien”.
juicht het initiatief toe, al heeft hij zijn bedenkingen. Van Lynden: “Ik vind het zeker een goed idee, want de kosten kunnen flink oplopen bij online reputatieschade, terwijl de inkomsten er juist door teruglopen. De premies vind ik persoonlijk wel nogal laag, maar dat is natuurlijk niet het probleem van de verzekerde. Het meeste zou ik zien in een model waarbij er ook een preventief aspect is, hoewel hierbij de premie ook omhoog zou moeten. Het is wel dapper dat verzekeraars het aanbieden, want ze hebben er geen ervaring mee. Positief is dat het awareness creëert over het onderwerp, maar het wordt aftasten wat eronder valt en wat niet.”
MediaMaze
Het team van MediaMaze helpt onjuiste, onvolledige of negatieve berichtgevingen op de eerste pagina van Google te vervangen voor positieve/ neutrale content. Daarnaast zet MediaMaze zich in voor particulieren en bedrijven, die online een positieve indruk willen achterlaten om zo meer klanten te werven en een betrouwbaar imago te creëren. www.mediamaze.nl en www.willemvanlynden.nl
Bedrijvige vrije beroepen in de Bedrijvige Kern
UNIZO wil vrije beroepen terug naar de binnenstad
Het begrip ‘handelskern’ is volgens UNIZO voorgoed verleden tijd. Voortaan moeten we spreken van een ‘Bedrijvige Kern’. De kernen van onze steden en gemeenten moeten bruisen van de bedrijvigheid. En daar moeten niet alleen handelaars, maar ook vrije beroepen, makers en diensten voor zorgen. Gedaan met versnippering of perifere activiteiten. Als we werk willen maken van leefbare steden en gemeenten, moet elke soort activiteit - zolang die niet (lawaai-)vervuilend is - zich voortaan vestigen in de kern. Wie aan verhuizen denkt of een vrije beroepspraktijk wil oprichten, denkt dus beter twee keer na over waar die zich wil vestigen.
Het is onmogelijk om heel Vlaanderen van vandaag op morgen te laten overschakelen naar De Bedrijvige Kern. Daarom lanceert UNIZO in een aantal steden en gemeenten proefprojecten. Een stuurgroep bestaande uit ondernemers van allerlei sectoren, waaronder vrije beroepen, overlegt met het gemeentebestuur op welke manier de bestaande kern kan omgetoverd worden tot een bedrijvige kern. Deze proefprojecten dienen dan als voorbeeld voor andere gemeenten. Twee gemeenten die zo’n proefproject hebben lopen, zijn Edegem en Dendermonde.
Nancy Cool, zelf interieurarchitect, zetelt in de stuurgroep voor Edegem. “Ik zetel in de adviesraad lokale economie, een heel dynamische groep. Toen de vraag van UNIZO kwam om een proefproject Bedrijvige Kern op poten te zetten, twijfelden we geen minuut. Edegem ligt een beetje ‘op zijn gat’. Het is tijd voor verandering, dat vindt ook onze burgemeester. Net voor de zomer had de stuurgroep daarom een afspraak met hem. We maakten een rondwandeling doorheen Edegem om te kijken op welke manier we de kern kunnen afbakenen. Die oefening loopt nog. We willen ook het grote publiek betrekken. Tijdens de jaarmarkt in september zetten we daarom een informatietent op om onze plannen kenbaar te maken. Concreet zijn die nog niet, maar de inwoners moeten op de hoogte zijn dat we het menen en ermee bezig zijn. Het concept van De Bedrijvige Kern spreekt me enorm aan. Mensen komen naar de kern voor activiteiten die nodig zijn. Als je meerdere activiteiten en diensten samenbrengt in de kern, dan trek je meer volk aan. Er is dan opnieuw leven in de straat. En mensen leren elkaar opnieuw kennen, je creëert een samenhorigheidsgevoel.” Zelf zit Nancy Cool niet in het centrum. “Wij zitten met het bureau in de rand. Dat heeft vooral te maken met de opportuniteit die we zo’n 15 jaar geleden kregen om dit pand te betrekken. Nu zou ik het anders doen en me wel in de kern vestigen.”
Hetzelfde geluid horen we bij Dirk Abbeloos, advocaat en schepen lokale economie in Dendermonde. “Vandaag bloeit Dendermonde op ondernemersvlak. We tellen zo’n 950 winkels in de binnenstad, een goede
Volgens UNIZO moeten we de kernen van steden en gemeenten volledig hertekenen. De kern moet een zone zijn waar alle bedrijvigheid samenkomt die niet (lawaai-)vervuilend is. Kleinhandel heeft zeker nog een rol in deze Bedrijvige Kern, maar alleen kleinhandel is onvoldoende. Onze kernen moeten bestaan uit een gezonde mix van verschillende activiteiten: horeca, winkels,
“Een gouden plak volstaat niet. Vrije beroepen verstoppen zich nog te vaak achter hun gevel”
makers, freelancers, maar ook scholen, openbare instellingen, rusthuizen enzovoort. En niet te vergeten vrije beroepen. Zij vertegenwoordigen ruim 28 procent van alle zelfstandigen. “Vrije beroepen hebben een belangrijke rol in onze maatschappij. Ze staan heel dicht bij de mensen. Als geen ander kunnen zij een rol spelen in het sociale weefsel dat we opnieuw in de kern willen krijgen. Zij horen er thuis. Als je een afspraak hebt bij de tandarts, kan je toch perfect nadien in één beweging naar de bakker of de kinderen ophalen aan de schoolpoort. Er is eigenlijk geen enkele reden om je als vrij beroeper buiten de kern te vestigen”, zegt Els Cools, coördinator team lokale economie bij UNIZO en trekker van De Bedrijvige Kern. Maar in de kern is er geen parking, hoor je dan vaak als antwoord. “Daar ligt een taak voor de overheid. Onze kernen
“Als je meerdere activiteiten en diensten samenbrengt in de kern, dan trek je meer volk aan”
150 meer dan het gemiddelde in een stad vergelijkbaar met die van ons. Maar de prognose is niet goed. Op termijn zouden er maar 650 levendig blijven. We moeten als stad hier dus proactief op inspelen. Langs de ene kant moeten we bekijken op welke manier we meer consumenten bij de lokale aanbieders kunnen krijgen. Daarnaast moeten we ons unieke aanbod ook verder uitbuiten. Dendermonde heeft het geluk om zowel een rechtbank, een groot scholenaanbod, ziekenhuis als gevangenis te hebben. Dat trekt heel wat beroepen aan, vooral dan vrije beroepen. Zij vestigen zich graag in de binnenstad om dichtbij hun werkterrein te zitten. Maar we moeten dus naar de toekomst kijken. Ik geloof in De Bedrijvige Kern. In het bundelen van activiteiten op een beperkte oppervlakte, in het aan de buitenwereld laten zien waarmee je als ondernemer bezig bent. Maar het vraagt een mentaliteitsverandering, zeker. Je moet ondernemers overtuigen om hun bedrijvigheid te laten zien, zonder dat hierdoor de privacy noodzakelijkerwijs in het gedrang komt. Een Bedrijvige Kern bepalen betekent ook een gebied afbakenen. Waar leg je de grens? En als consument moet je ook weten dat je niet altijd op 200 meter van de handelszaak of vrije beroepspraktijk zal kunnen parkeren. Binnen het gemeentebestuur zijn we bezig met de oefening. Concrete plannen zijn er zeker nog niet, maar we denken in de richting van subsidies voor wie naar de kern komt of lagere belastingen. Al is nog niets definitief”. Na jaren zijn kantoor te hebben aan de rand van de stad, verhuisde Dirk Abbeloos recent naar een pand midden in de kern met een goede zichtbaarheid vanop straat.
moeten vlot bereikbaar zijn. Met de wagen, maar ook per fiets, het openbaar vervoer of te voet. De invulling zal verschillen van gemeente tot gemeente, maar een degelijk mobiliteitsplan is een essentieel onderdeel wanneer lokale overheden nadenken over de omschakeling naar een Bedrijvige Kern”.
Cruciaal in een Bedrijvige Kern is de zichtbaarheid van de activiteiten. We moeten opnieuw kunnen binnenkijken bij onze vakmannen of fietsenmaker. Nog te vaak loop je door straten waar je niets merkt van wat er zich achter de gevels aan activiteiten afspeelt. Dat geldt ook voor vrije beroepen. Els Cools: “Een gouden plak naast de voordeur volstaat niet. Vrije beroepen verstoppen zich nog te vaak achter hun gevel. Als advocaat hoef je heus niet het gesprek met de cliënt te voeren aan de straatzijde waar iedereen je ziet zitten. Maar je kan wel de wachtkamer zichtbaar maken voor de buitenwereld”.
Een concept als De Bedrijvige Kern vraagt met andere woorden een mentaliteitswijziging bij de vrije beroepen en bij uitbreiding alle ondernemers zelf. Maar ook de overheid moet de switch maken. Els Cools: “Steden en gemeenten zullen creatief moeten zijn om hun tanende handelskernen weer leefbaar te maken. Wij denken daarbij vooral aan stimuleringsmaatregelen. Handelaars en andere ondernemers moeten stimulansen krijgen om zich in de kern te vestigen. Daarnaast moeten lokale besturen nadenken over de bestaande gebouwen, gebieden of leegstaande panden in de kern. Zijn deze geschikt als handelspand of vrije beroepspraktijk? Laten de huidige bouwschriften toe om van het pand een bedrijf te maken? De lokale bestuurders zullen in vele gevallen ook de bestaande Ruimtelijke Uitvoeringsplannen moeten herschrijven, in overleg met alle betrokken partijen welteverstaan”.
project Bedrijvige Kern kadert in het Operationeel programma EFRO Vlaanderen 2014-2020, Voor dit project ontvangt UNIZO Ondernemersvereniging maximaal
225.620 Efro-steun en een co-financiering vanuit het Hermesfonds van de Vlaamse Regering van 20%.
interview
Peter Van Impe, architect-ingenieur en zaakvoerder van AST77 in Tienen
Hij past De Bedrijvige Kern al langer toe
“Ik ben oorspronkelijk van Lubbeek en ik wou me als architect in de regio vestigen. In Tienen vond ik een woning aan het geklasseerd stadspark met een garagebox langs één van de meest prestigieuze vesten. Daar wou ik mijn kantoor, want zo zou ik veel zichtbaarder zijn dan ergens achteraan een gebouw waar niemand je ziet. Je ziet dit nog te vaak bij vrije beroepen. Aan het gebouw kan je niet opmaken welk beroep erin huist. Advocaten, dokters of accountants, ze zitten verstopt achter hun gevel. Ik heb bewust onze gevel opengetrokken met hoge ramen die de drempel tussen de buitenwereld en het kantoor verlagen. We trekken hiermee de publieke
buitenruimte mee naar binnen. Mensen kunnen zo binnenlopen. Dat zie je ook in de Zuid-Europese landen, de ambachten en beroepen zie je bezig vanop straat. Het is ook de filosofie van ons kantoor geworden. Wij gaan altijd adviseren om je als dienstverlener, handelszaak of vrij beroeper in het centrum te vestigen in plaats van op de buiten. We moeten af van het beleid van de jaren tachtig waarbij alles naar de periferie moest.”
“Een stad als Tienen kan je –zo hebben we met het kantoor onderzocht – het best vergelijken met een glazen stolp. Alles en iedereen wordt er doodgeknuffeld
of beschermd. Met veel leegstand of nietszeggende garageboxen in het straatbeeld als gevolg. Maar een stad heeft zuurstof nodig. Er is heel wat potentieel in het centrum, er zijn betaalbare panden. Benut die opportuniteiten. Dat is ook wat ik andere vrije beroepen wil aanraden. Mobiliteit wordt een belangrijk punt. Je moet goed bereikbaar zijn, ook te voet of met de fiets. Het is trouwens heel bizar dat je je als kinesist buiten het centrum gaat vestigen. Want je cliënteel bestaat net uit mensen die iets voorhebben en daarom misschien minder mobiel zijn. Buit als vrije beroeper de voordelen van het centrum uit. In onze straat
alleen al kan ik 10 potentiële panden opsommen die betaalbaar zijn. Maar je moet durven kijken naar de kansen die in het centrum liggen. Ons kantoor heeft het in elk geval geholpen. Ik ben een achttal jaren geleden alleen begonnen in volle bouwcrisis. Intussen werken we hier met zes mensen en doen we vooral binnenstedelijke projecten, in de lijn met onze filosofie. Ik geloof echt dat dit komt omdat we zichtbaar in het centrum zitten. En ook omdat we geregeld kunstenaars in ons kantoor laten exposeren. Zo vinden mensen je makkelijker.”
Peter Van Impe: “Buit als vrije beroeper de voordelen van het centrum uit.”
Online overnameplatform OvernameMarkt.be
OvernameMarkt.be, een initiatief van UNIZO, is het referentie online overnameplatform in Vlaanderen waar overlaters, kandidaat-overnemers en overnamebegeleiders elkaar virtueel kunnen ontmoeten.
OvernameMarkt.be is een open site waar kandidaat-overlaters hun bedrijfsprofiel anoniem kunnen publiceren ten behoeve van kandidaat-overnemers met het oog op een bedrijfsovername.
Concept en werking : Het bedrijfsprofiel is het sleutelelement in de werking van OvernameMarkt.be. Het is een door de kandidaat-overlater opgestelde advertentie met een (anonieme) goed uitgeschreven beschrijving van zijn zaak, bij voorkeur aangevuld met enkele kerncijfers, een sterk beeld en
een inspirerende titel.
OvernameMarkt.be is zelf geen overnamebemiddelaar maar stelt de site eveneens open voor professionele overnamebegeleiders.
Daarnaast biedt OvernameMarkt. be ook de ruimte voor verkoop of verhuur van bedrijfsvastgoed.
Iedereen die een zaak wenst over te nemen, of interesse heeft in bedrijfsvastgoed, kan zonder voorafgaande registratie en zonder kosten de site consulteren en
kijken of er een zaak vermeld is die beantwoordt aan zijn of haar selectiecriteria of verwachtingen.
Voor het opvragen van meer informatie kan de kandidaatovernemer gebruik maken van het contactformulier om in contact te treden met de aanbieder/overlater.
Als overlater heeft u de keuze om ofwel volledig zelfstandig uw zaak te koop aan te bieden ofwel dit te laten doen in samenspraak met een professionele overnamebegeleider. Overnamebegeleiders kunnen u
adviseren bij het bepalen van de waarde van uw zaak, het opmaken van uw bedrijfsprofiel, het plaatsen ervan op Overnamemarkt.be, en/of bemiddelen bij de onderhandelingen met kandidaat-kopers en volledige afwikkeling van de bedrijfsoverdracht.
Een lijst met contactgegevens van overnamebegeleiders is eveneens opgenomen op de site, gerangschikt per beroepsgroep en per provincie. www.overnamemarkt.be
Wegwijs in de nieuwe Vlaamse RSZ-verminderingen
Het Vlaamse Gewest ging op 1 juli 2016 als eerste van start met een eigen doelgroepenbeleid, met focus op ouderen, jongeren en personen met een arbeidshandicap.
Ouderen
Met de doelgroepvermindering voor de aanwerving van oudere, niet-werkende werkzoekenden wil de Vlaamse regering de aanwerving van oudere werknemers bevorderen.
Voor de 55-plussers is er zowel een RSZ-korting voor het behoud van hun tewerkstelling (= zittende werknemer) als voor de aanwerving van oudere, nietwerkende werkzoekenden:
Leeftijd van de werknemer
Aanwerving werkzoekende van ≥ 55 jaar < 60 jaar
Aanwerving werkzoekende van ≥ 60 jaar < 65 jaar
Tewerkstelling werknemer van ≥ 55 jaar < 60 jaar
Tewerkstelling werknemer van ≥ 60 jaar
Jongeren
Basisvermindering per kwartaal
€ 1.150 gedurende 8 kwartalen
€ 1.500 gedurende 8 kwartalen
€ 600 tot einde tewerkstelling
€ 1.150 tot einde tewerkstelling
Zowel voor de aanwerving van laag- of middengeschoolde jongeren (-25 jaar) in het gewone arbeidscircuit, als voor jongeren die kiezen voor een systeem van duaal leren kunnen werkgevers in het Vlaamse Gewest aanspraak maken op een RSZ-korting:
Voorwaarden tewerkstelling van de jongere
Tewerkstelling i.k.v. deeltijds leren en werken
Aanwerving van laaggeschoolden
< 25 jaar
Aanwerving van middengeschoolden
< 25 jaar
Personen met een arbeidshandicap
Basisvermindering per kwartaal
€ 1.000 gedurende gehele leercontract
€ 1.150 gedurende 8 kwartalen
€ 1.000 gedurende 8 kwartalen
Voor de personen met een arbeidshandicap blijft de bestaande Vlaamse ondersteuningspremie behouden. Vanaf 1 juli 2016 moet deze premie bij het departement Werk en Sociale Economie aangevraagd worden in plaats van bij de VDAB.
Of iemand als een persoon met een arbeidshandicap wordt beschouwd, wordt nog steeds door de VDAB bepaald. Sinds 1 juli 2016 kunnen ook doelgroepwerknemers uit de sociale economie met de VOP-premie doorstromen naar een reguliere tewerkstelling. Daarnaast kunnen voortaan ook zelfstandigen in bijberoep een premie aanvragen. Voordien kwamen enkel zelfstandigen in hoofdberoep in aanmerking.
Meer weten?
Neem contact op met ADMB Sociaal Bureau of surf naar www.admb.be/ doelgroepvermindering.
Invoering van een overbruggingsrecht voor zelfstandigen
De federale ministerraad keurde op 20 juli 2016 de uitbreiding van het “overbruggingsrecht voor zelfstandigen” goed. Zowel het toepassingsgebied als inhoud van het overbruggingsrecht worden uitgebreid.
Uitbreiding toepassingsgebied
Tot eind 2012 konden enkel gefailleerde zelfstandigen of zelfstandigen met een collectieve schuldenregeling gebruik maken van de zgn. ‘faillissementsverzekering’. Hierdoor kwamen beoefenaars van een vrij beroep – die niet failliet verklaard kunnen worden - in de praktijk zelden of nooit in aanmerking voor deze verzekering.
De faillissementsverzekering, intussen omgedoopt naar ‘overbruggingsrecht’, voorziet enerzijds in een uitkering gedurende maximum 12 maanden en anderzijds in het kosteloze behoud van de rechten op het vlak van kinderbijslag en gezondheidszorgen (terugbetaling medische kosten) gedurende maximum 4 kwartalen.
Eind 2012 werd het toepassingsgebied van het overbruggingsrecht verruimd naar een aantal situaties van ‘gedwongen stopzetting’ (brand, vernieling door derden, natuurramp, allergie). Nu wordt er een volledig nieuwe pijler toegevoegd, nl. de ‘stopzetting om economische redenen’.
Zelfstandigen en beoefenaars van een vrij beroep die hun activiteit stopzetten en zich in financiële moeilijkheden bevinden, komen hierdoor ook in aanmerking voor het overbruggingsrecht. Men wordt geacht zich in financiële moeilijkheden te bevinden indien men:
� een leefloon ontvangt;
� of gedurende een bepaalde periode vrijstelling van sociale bijdragen bekwam;
� of netto belastbare beroepsinkomsten had die lager zijn dan € 13 010,66 per jaar
Uitbreiding inhoud
Behalve een uitkering bevat het overbruggingsrecht zoals gezegd ook het kosteloze behoud van de rechten op het vlak van kinderbijslag en gezondheidszorgen gedurende maximum 4 kwartalen. Dit wordt nu uitgebreid naar het luik uitkeringen van de ziekteverzekering: de periode van het overbruggingsrecht zal voortaan als een gelijkgestelde periode beschouwd worden om het recht op uitkeringen in geval van arbeidsongeschiktheid vast te stellen.
Voor de precieze voorwaarden, modaliteiten en inwerkingtreding van deze maatregelen is het nog even wachten op de definitieve wetteksten. Voor bijkomende informatie kan u steeds terecht bij Zenito sociaal verzekeringsfonds – www.zenito.be.
Webinar: Klare taal spreken als vrije beroeper
Als vrije beroeper behandelt u vaak complexe materie. Onvermijdelijk komt daar soms vakjargon bij kijken. Het is dan ook een uitdaging om die gespecialiseerde kennis helder uit te leggen aan uw cliënten of patiënten. Gelukkig zijn er eenvoudige technieken om uw boodschap zo helder mogelijk over te brengen. Op vrijdag 23 september kan u als lid van de Federatie Vrije Beroepen hierover gratis een webinar bijwonen.
Hoe weet u of uw brief, e-mail, advies of andere professionele communicatie helder is? Eenvoudig. Wijkt uw taalgebruik sterk af van de taal in een goed krantenartikel of van de taal die Martine Tanghe gebruikt in het journaal? Dan hebt u een communicatieprobleem, zo stelt experte Gonnie Put (Bureau Klare Taal), want dan schrijft u in een taal die ver afstaat van de standaardtaal anno 2016.
Op vrijdag 23 september kan u als lid van de Federatie Vrije Beroepen gratis een webinar bijwonen met praktische tips om precies en helder te communiceren in al uw professionele contacten.
Als voorsmaakje vindt u hieronder alvast drie tips om af te stappen van een oude schrijfstijl. Benieuwd naar meer of wilt u een vraag stellen aan spreker Gonnie Put? Schrijf u dan in voor het webinar via www. federatievrijeberoepen.be/webinars. Ook als u niet live kan deelnemen is het aangeraden om in te schrijven, zo ontvangt u na afloop de opname per e-mail.
Tip 1 -
Woordovertolligheid
Stel, de volgende tekst die u leest is beknopt, bevat een duidelijke boodschap, heeft een logische structuur en is geschreven in moderne standaardtaal. Welk idee hebt u dan van de schrijver?
Geloofwaardig, deskundig,
betrouwbaar, intelligent. Dat blijkt tenminste uit onderzoek.
En toch gebruiken verstandige mensen soms te veel woorden om hun boodschap op papier te zetten. Een paar voorbeelden:
“Mag ik u vragen mij dit bedrag te laten geworden op een van de rekeningnummers hieronder.”
• “De vlotte bereikbaarheid van ons kantoor, vlakbij de Brusselse Ring, is een te vermelden gegeven dat kadert in ons streven naar maximale toegankelijkheid.”
“Elke beleggingsstrategie werd u uitgelegd om u in staat te stellen zich te situeren over het maximale risico dat u wenst te nemen (...)” Tip: schrap woorden die er niet toe doen. Zo begrijpt uw lezer sneller de essentie van uw boodschap. Oordeel zelf maar:
• “Bedankt alvast om dit bedrag te storten op rekeningnummer xxx-xxxxxx”
“Ons kantoor is vlot bereikbaar”
“We hebben elke beleggingsstrategie uitgelegd, zodat u kunt nagaan welke risico’s u wilt nemen en welke niet.”
Tip 2 – Verblijven
met de meeste hoogachting is wel heel erg verouderd
Herkent u deze slotzinnen?
“Intussen verblijven we met de meeste hoogachting,”
“Gelieve inmiddels te aanvaarden, mijn gevoelens van oprechte hoogachting,”
“Hopend op goede ontvangst van en gunstig gevolg van onderhavig schrijven, verblijven wij, intussen, met de meeste hoogachting,”
Ze stroken al lang niet meer met de regels voor moderne, zakelijke communicatie. Hoe moet het dan wel?
Vandaag sluit u zakelijke brieven en e-mails eenvoudig af met ‘Met vriendelijke groeten’ of nog
Gonnie Put:
korter, ‘Vriendelijke groeten’ Beide afsluitingen kunt u perfect combineren met de formelere aanspreking Geachte én met het informele Beste.
U kunt ook afsluiten met ‘Hoogachtend’, bijvoorbeeld in een formele brief, bij slecht nieuws of als de relatie verstoord is. In alle ándere gevallen krijgt (Met) vriendelijke groeten de voorkeur.
Tip 3 – Vervelende klant aan de lijn
U vraagt in een e-mail of brief aan uw cliënt of patiënt om u dringend een aantal gegevens te bezorgen. Even later hangt die aan de lijn met vragen, terwijl alles toch in uw tekst stond. Vervelend, dat soort cliënten.
Wel, de kans is groot dat uw cliënt niet zo onwetend of onwillig is als u denkt. Hij doet niet wat u vraagt omdat u niet duidelijk genoeg bent.
Eenvoudig voorbeeld:
De ondertekening van hogergenoemde akte zal plaatsvinden op maandag e.k. in mijn kantoor.
“Zonder mijn Bizz Expert had ik daar nooit aan gedacht!”
Deze zin is geschreven in een onpersoonlijke naamwoordstijl en onnodig toekomende tijd, met een zwaar verwijswoord en een afkorting die leest als ‘Europees Kampioenschap voetbal’.
Communiceert u lezergericht, dan zou u dit schrijven: Ik verwacht u volgende week maandag 6 juni in mijn kantoor om uw akte samen te overlopen en te ondertekenen.
Een zin in dialoogstijl dus: actief, persoonlijk, concreet en toch zakelijk.
Voordeel: de kans dat uw lezer uw boodschap goed begrijpt, is een stuk groter. De kans dat hij meteen doet wat u vraagt en niet aan de lijn hangt, ook.
Tip: Schrijf lezergericht. Dan bereikt ú meteen uw doel en krijgt u er een tevreden cliënt of patiënt bij.
Deelnemen aan het webinar op 23 september om 12u, of de opname ontvangen via mail? Schrijf u in via www.federatievrijeberoepen. be/webinars
vraag en antwoord
vraag en antwoord
Btw-tarief op elektriciteit naar 21%. Sinds september betaal ik 21 % i.p.v. 6 % btw op de elektriciteitsfactuur van mijn woning met dierenartsenpraktijk. Kan ik onder die meerkost uit komen?
Eén van de maatregelen van de welbekende taxshift is een stijging van het btw-tarief op elektriciteit van 6% naar 21%. In uw geval gaat het wellicht om een zogenaamd ‘gemengd elektriciteitsverbruik’, d.w.z. deels voor de praktijk, deels privé. In dat geval zijn er twee mogelijkheden: U heeft een professioneel óf een residentieel elektriciteitscontract. Btw-plichtige vrije beroepers kunnen de btw recupereren voor het gedeelte beroepsgebruik. U heeft blijkbaar een residentieel contract gezien u de stijging van het btw-tarief op 1 september 2015 van 6 naar 21% integraal voelde (ook voor het verbruik in uw dierenartsenpraktijk). U laat best berekenen of het in uw situatie voordeliger is om eventueel over te schakelen naar een professioneel contract.
Ontvangstbewijsboekjes nog verplicht ?
Als podoloog kreeg ik een aantal maanden geleden de vraag van een patiënt of ik betalingsbewijzen van de FOD Financiën kon uitreiken ? Deze patiënt was als Europees ambtenaar niet verbonden aan een mutualiteit maar aan het Gemeenschappelijk Stelsel van Ziektekostenverzekering van de Europese Unie en deze kosten konden vergoed worden, op voorwaarde dat dergelijke ontvangstbewijzen worden ingediend. Moet ik deze dan uitreiken voor al mijn patiënten of alleen voor de mensen die hierdoor een tegemoetkoming kunnen krijgen? En waar kan ik deze betalingsbewijzen krijgen?
Mijn .be-domeinnaam registreren, hoe doe ik dat?
Ik heb na mijn stagejaren mijn eigen praktijk opgericht en wil nu werk maken van een website. Hoe start ik mijn .be-domeinnaam. Waar moet ik dan allemaal rekening mee houden?
U hebt het over de ontvangstbewijsboekjes, uitgereikt door drukkers, die op hun beurt erkend zijn door de FOD Financiën. Deze erkende drukkers vindt u op de website van de FOD: www.financien.belgium.be Als podoloog moet u in principe een ontvangstbewijs uitreiken voor alle ontvangsten waarvoor de ziekteverzekering niet tussenkomt. Deze verplichting vervalt wanneer voor de prestatie een factuur wordt opgesteld. Voor de verstrekkingen waarvoor de patiënt een tussenkomst van de ziekteverzekering kan genieten bent u verplicht een ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp uit te reiken.
Het registreren van uw .be-domeinnaam is dan inderdaad de eerste stap. Eerst en vooral controleert u best of de naam die u kiest nog vrij is. Dit kan op www.dns.be. Als de domeinnaam die u kiest niet meer beschikbaar is, ziet u op de resultaatpagina van www. dns.be een aantal tips om een alternatief te vinden. Zo kunt u woorden van plaats verwisselen, een koppelteken gebruiken of nv of bvba toevoegen.
Registreer dan zo snel mogelijk de .be-domeinnaam, zeker vooraleer u erover communiceert via bijvoorbeeld naamkaartjes. Op de website www.dns.be vindt u een lijst met registrars, dit zijn bedrijven waar u de registratie kan doen. Met de registratie van de domeinnaam hebt u dan in elk geval de eerste stap gezet voor het aanmaken van een website. Uiteraard zal u rekening moeten houden met de specifieke deontologische regels van uw beroep naar communicatie toe.
BTW nummer aanvragen als stagiair
Kan ik als stagiair-architect mijn BTW nummer aanvragen vooraleer ik een stamnummer van de Orde van Architecten heb gekregen ?
Uw eerste stap is de aanvraag van een ondernemingsnummer als niet-handelsonderneming en vervolgens de BTW-activering. Hier is geen informatie over uw stamnummer nodig. Het stamnummer is voor architecten een procedure die volgt na de aanvraag van het ondernemingsnummer en de BTW-activering bij de respectievelijke Orde.
Ik schrijf af en toe een boek, hoe wordt mijn auteursvergoeding belast?
Als advocaat schrijf ik soms boeken over juridische thema’s, in opdracht van een uitgeverij, die me daarvoor een auteurscontract bezorgt. Daarbij houdt de uitgeverij 15 % roerende voorheffing in op mijn auteursvergoeding. Hoe zit dat nu met mijn aangifte in de personenbelasting? Moet ik dat nog aangeven?
Kan ik als werkgever gebruik maken van de opleidingspremie bij Liberform?
Sinds mei 2016 kunnen werkgevers een opleidingspremie aanvragen bij Liberform. Deze opleidingspremie is zowel voor de werkgever als voor zijn werknemers! Belangrijkste voorwaarden: u bent werkgever (dus geen zelfstandige) en u volgt paritair comité 336.
dan 1.750 euro bijdraagt aan het fonds kan u rekenen op solidariteit. Alle informatie over de opleidingen die in aanmerking komen vindt u op www.liberform.be. Heeft u vragen, dan kan u altijd terecht bij info@liberform.be.
Wanneer u als auteur afstand doet van uw auteursrechten, ontvangt u hiervoor een auteursvergoeding van uw uitgever. Die houdt vooraf 15 % roerende voorheffing in, stort dit door naar de fiscus en vult hiervoor een aangifteformulier in. Eenmaal deze formaliteiten vervuld, hoeft u deze inkomsten in principe zelf niet meer aan te geven. U wordt hier ook verder niet meer op belast. Opgelet: deze regel geldt tot een grens van 57.270 euro aan auteursvergoedingen op jaarbasis (na aftrek van 50 % forfaitaire kosten op de eerste 15.220 euro inkomsten en 25 % op de inkomsten tot 30.440 euro). Komt u boven dat bedrag, dan is uw uitgever verplicht 25 % in te houden op die schijf boven 57.270 euro of kan dit als een beroepsinkomen worden belast volgens de progressieve tarieven in de personenbelasting.
Wat te doen? Als u of uw werknemer een opleiding heeft gevolgd en u heeft het aanwezigheidsattest ontvangen, dan pas kan de premie aangevraagd worden. U gaat naar www.liberform.be, aanvraag opleidingspremie, en vult het online formulier in. Als werkgever heeft u op jaarbasis minimaal recht op 1.750 euro. Het maximum bedrag is vastgelegd op de jaarlijkse bijdrage die u als werkgever betaalt aan het fonds (werkgeversbijdrage voor risicogroepen). Met andere woorden, als u minder
Door Gert Peeters, juridisch adviseur, gert.peeters@federatievrijeberoepen.be
Elektronische
Is mijn keuze definitief?
zegt Europa?
Vertaalslag
“Ik kan het echt niet lezen”, zei ik aan de apotheker. “Het”, dat waren de instructies die mijn huisarts op het voorschrift had neergekrabbeld, in een geschrift dat niet-artsen wel vaker met artsen associëren: volstrekt onleesbaar, ondanks het levensbelang van hun boodschap. Mijn apotheker keek glimlachend op: “geen zorg”, zei ze, “ik schrijf het wel even over op het doosje”. Haar geschrift was zorgzaam en qua grootte perfect aangepast aan de beperkte schrijfruimte. “Er staat 3 per dag, maar begin maar met 2, de kans is groot dat het zo ook lukt, en in dit geval kan minder geen kwaad”. Ze weet dat ik alleen medicamenten slik als het echt nodig is.
Mijn huisarts weet dat nog beter, en neemt – die enkele keren dat ik vind dat ik haar moet lastig vallen omdat er misschien toch iets niet helemaal haaks zit – rustig de tijd om na te gaan welke alternatieven er zijn, wat de precieze impact is van de medicatie die ik dan misschien toch wel zou moeten nemen, en mij dan uit te leggen waarom dat zo is. Als we zover zijn, slik ik gehoorzaam. Tussendoor heb ik alles vernomen van de schoolse vooruitgang van haar jongste, en zij ook van de mijne, ooit klasgenoten.
“Zo zit het in elkaar”, vertelde mijn hoogbejaarde moeder mij in het ziekenhuis waar ze vorig jaar met een acuut gezondheidsprobleem werd opgenomen, waarop een zeer coherent en begrijpelijk verhaal volgde over lichamelijke slijtage en de zwakke plekken die daarvan het gevolg zijn, en waaraan niet echt veel meer te verhelpen valt. “Het is hier dan wel een echte geneesfabriek, en ik heb het een aantal keren moeten vragen, maar de dokters en de verpleegsters zijn het geduldig blijven uitleggen, tot ik mee was en het zelf kon navertellen”. Ze is inmiddels overigens geheel hersteld, dus de fabriek draaide uitstekend.
colofon
De Vrije Beroeper, de krant voor vrije beroepen, is een uitgave van de Federatie Vrije Beroepen. Verschijnt 4x per jaar.
Contact
e-mail: info@federatievrijeberoepen.be
Tel: 02/21 22 504
Kernredactie: Jan Sap, Gert Peeters, Gretel Van der Looy, Simon Gryspeert, Sanderijn Vanleenhove, Nele Muys, Filip Horemans
“Die steunbalk kan er echt niet uit”, legde de architect uit. Ze had ons huis onderste boven gekeerd om de beschikbare ruimte te maximaliseren, nu onze drie kinderen een paar jaar geleden tijdens het opgroeien toch wat meer plaats leken in te nemen dan we hadden ingeschat toen we het huis kochten. “Maar die extra doucheruimte, en die derde volwaardige kinderkamer, dat lukt wel”, en stomverbaasd keek ik toe hoe ze door twee muren nog geen meter op te schuiven het gewenste resultaat bereikte.
“U moet dat niet kopen, leen dat maar een paar weken van mij, en kijk of het werkt”, en ze schoof mij een vreemd plastiek zitkussen en twee zo mogelijk nog vreemdere ballen toe. Ik had er net een aantal sessies met een kinesitherapeute opzitten, om steeds weer de kop opstekende rugen nekproblemen te bestrijden met spierversterkende oefeningen. Vele daarvan kon ik alleen afhandelen, op de grond, maar voor sommige had ik die vreemde voorwerpen nodig. “Het is niet zeker dat dit voor u de meest geschikte oefeningen zijn”, was haar uitleg. Ze had gelijk: na twee weken heb ik die plastiek dingen teruggegeven; de andere oefeningen blijf ik dagelijks uitvoeren.
Hij keek mijn man en mij aan over zijn leesbril, met een monkellachje: “twee juristen, wat willen die nog weten?” En hij legde vervolgens haarfijn en rustig uit waarom het huwelijksvermogenstelsel dat hij voorstelde – niet de materie waarin mijn man of ikzelf uitblinken –best paste bij onze situatie, en las, zoals dat behoort voor een plichtsbewust notaris, daarna de akte tegen een ijzingwekkend tempo voor. Een paar jaar later contacteerde hij ons: er was iets veranderd in de wet, dus we zouden ons stelsel best aanpassen, zo adviseerde hij.
Adverteren in De Vrije Beroeper? Trevi nv, Meerlaan 9, 9620 Zottegem.
Tel: 09/360.62.16 www.trevi-regie.be
De redactie van De Vrije Beroeper streeft naar de grootst mogelijke betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie, waarvoor zij echter niet aansprakelijk kan worden gesteld.
Blijf op de hoogte: www.facebook.com/federatievrijeberoepen twitter.com/vrijeberoepen